Beeldend proces Theater Kunst Klas leerlingen

Transcriptie

1 Beeldend proces Theater Kunst Klas leerlingen Ik kan bij de leerlingen een beeldend proces op gang brengen en dit proces kwalitatief onderhouden en afronden. Het proces ontstaat in uiteenlopende disciplines en met verschillende materialen. Ook ontwikkelt de leerling eigen ideeën die, door deze te delen met klasgenoten en docent, bijdragen aan het beeldend proces. Verftoets, kader en compositie De leerling heeft een boeket bloemen gemaakt door papiersnippers te nemen en deze tot een boeket te vormen. Opvallend is dat alle boeketten heel statisch zijn. De boeketten beginnen onder aan het vel papier en gaan recht omhoog. Ze vallen niet of heel zelden buiten het kader. De leerlingen maken haast geen gebruik van afsnijding. Alle boeketten worden afgebeeld vanuit het vooraanzicht. Door de papiersnippers wordt er weinig gebruik gemaakt van mengen met kleuren. In de tweede versie van het stilleven wijs ik de leerlingen op verftoets, kader en compositie. In de geschilderde versie gaan leerlingen vrijer om met kleur. Ze mengen de kleuren waardoor er een gevarieerder beeld ontstaat. Daarnaast experimenteren ze met de verftoets. Eerst gebruiken veel leerlingen voornamelijk verfstreken, later gebruiken ze ook een toets om het beeld te maken. Wat betreft compositie worden de leerlingen vrijer. Er zijn ook leerlingen die hun vel liggend gebruiken. Ze gebruiken op meer plekken afsnijding en creëren diepte door bloemen te laten overlappen. Ook geven ze enkele malen invulling aan de achtergrond of verzinnen ze nieuwe elementen erbij. Het beeldend proces is een samenwerking tussen leerling en docent, er is geen vast eindproduct Om een project te starten hebben we met alle docenten gebrainstormd. Met het idee dat uit de brainstorm is gerold zijn we aan de slag gegaan met de leerlingen. Het idee is grof. Dit betekent dat de ideeën van de leerlingen ook belangrijk zijn en dat de lesinhoud concrete vorm krijgt door ideeën van de docenten en de leerlingen te vermengen. Het proces ontstaat ter plekke en is veranderlijk. Er is dus geen vast einddoel. Voorbeeld: op de bloemenreeks wordt voortgeborduurd. Wij hebben bedacht in de brainstorm dat we een schilderij tot leven willen wekken. In een gesprek met de leerlingen blijkt dat ze de bloemen tot leven willen brengen en een voorstelling willen maken waarin zij verf onder hun voeten hebben. Doordat ze met de verf dansen op een witte ondergrond ontstaat er een schilderij. Het idee van de verfdans hebben we meegenomen.

2 Ideeën bijstellen na een gesprek met de leerling Leerlingen willen in een verfdans een levend schilderij maken. Om te kijken wat de mogelijkheden zijn hiervoor test ik verschillende materialen die geschikt kunnen zijn om het lichaam te beschilderen. In de uiteindelijke versie wilden de leerlingen niet hun lichaam beschilderen maar hebben ze gekozen voor het beschilderen van de handen. Het testen van verf op lichaam heb ik thuis uitgeprobeerd op mezelf. Ik zorg ervoor dat er goede bodypaint is zodat leerlingen alvast een voorproefje kunnen nemen van wat er gaat gebeuren met het beschilderen van de lichamen. Ik laat aan de leerlingen bovenstaande beelden zien. Leerlingen geven aan niet beschilderd te willen worden op het gezicht of de benen, wat aanvankelijk hun idee was. In overleg testen we eerst de bodypaint op gezicht en handen. Ik heb het idee dat als ze eerst een deel beschilderen ze later ook meer willen beschilderen. Ik probeer de leerling te overtuigen van het beschilderen van gezicht en benen. De leerlingen beschilderen elkaar handen en proberen hierbij de losse verftoets die eerder geoefemd is, toe te passen. Als uiteindelijk blijkt dat leerlingen echt niet verder willen dan het beschilderen van de handen, passen we ons eerste plan aan en borduren we verder op het beschilderen van de handen. De onderstaande beelden en de link naar het filmpje zijn daarvan het uiteindelijk resultaat: Thema s uit een voorstelling linken aan een beeldende voorstelling De leerling heeft een voorstelling gezien waarin verschillende stukken van Shakespeare samengevoegd zijn tot een grote medley. Uit de voorstelling halen we enkele stukken naar voren. Namelijk het stuk: Romeo and Julia, Macbeth, Midzomernachtsdroom, Hamlet en de Storm. In korte stukken krijgt de leerling tekst over de 5 voorstellingen op papier. De leerling leest de tekst en schrijft op waar volgens hem of haar de voorstelling over gaat en wat het thema is. We bespreken de verschillende gevonden thema s. Daarna laat ik beelden zien van posters die bij de stukken zijn gemaakt door professionals. Ik vraag de leerling hoe onze gevonden thema s verbeeld worden op de poster. Gegeven onderwerpen vertalen naar een beeld met vrij gekozen materialen De leerling heeft een voorstelling gezien waarin verschillende stukken van Shakespeare samengevoegd zijn tot een grote medley. Met de thema s uit de voorstelling maken de leerlingen een poster waarin ze thema en beeld combineren. Ter inpsiratie heb ik posters laten zien van

3 Shakespeare s voorstellingen. Deze beelden heb ik samen met de leerlingen geanaylseerd om te laten zien welke beeldtaal bij welk thema wordt gebruikt. Daarnaast heb ik beelden laten zien van verschillende materialen die leerlingen zouden kunnen gebruiken. In Utrecht is er op het moment van de opdracht het theaterfestival TAKT bezig. De meeste leerlingen hebben de poster hiervoor in de stad zien hangen. Deze poster geeft een goed beeld van wat leerlingen kunnen maken van de poster. { Deze opdracht is een opwarmer voor de grotere opdracht die volgt. De leerlingen hebben een uur de tijd om een of twee posters te maken met materiaal dat in en om de school te vinden is. Analyseren van elkaars werk De leerlingen hebben beelden gemaakt aan de hand van gegeven thema s met eigen gekozen materialen. Met een foto van het beeld dat ze hebben gemaakt komen ze na een uur terug. Ik zorg dat alle gemaakte beelden op stick staan. De laatste tien minuten gebruiken we om de gemaakte beelden te bespreken met elkaar. Ik laat de beelden zien op de beamer en vraag de leerling welk thema volgens hen verbeeld is. Ik stel de volgende vragen: Welke materialen zijn er gebruikt? Waar is het beeld gemaakt? Welke ondergrond is er gebruikt? Wat is de sfeer in het beeld? Hoe werkt de beeldtaal met het gekozen onderwerp?

4 Na deze opdracht werken de leerlingen verder aan het Shakespeare thema. Ze gaan decors ontwikkelen voor de groep theater. Convergente differentiatie tijdens de les. Leerlingen hebben allemaal dezelfde opdracht: ze maken met zelfgekozen materialen een 3dimensionaal decor. Na de uitleg en de voorbeelden gaan de groepjes aan de slag. Enkele groepen werken zelfstandi en gaan aan de slag. Een andere groep snapt nog niet de opdracht en deze help ik op weg door het proces in kleinere stukjes te hakken. Alle leerlingen maken in groepjes van 2 of 3 een decor. Als leerlingen eerder klaar zijn geef ik hen de mogelijkheid om de decors te filmen of te fotograferen. Daarnaast zijn er enkele leerlingen die willen oefenen met het bewerken van foto s. Zij werken op de computer met het programma Adobe. Ook is er ook een groep jongens die geïnteresseerd zijn in het filmen van een bewegend object in hun decor. Zij filmen het gemaakte decor waarin op de voorgrond een brandend element te zien is. Uitdieping van het begrip 3dimensionaal. Na de eerste reeks decors hebben leerlingen de volgende les geëxperimenteerd met snoepdecors. De school heeft voorzien in verschillend snoep en daarmee hebben leerlingen decors gemaakt. Uitgangspunt is dat leerlingen zich proberen voor te stellen hoe het decor er gebeamd uit zal zien dus ze moeten het decor zo 3dimensionaal mogelijk maken. In de eerste reeks decors hebben alle leerlingen een decor gemaakt in een doos. Om het eindresultaat zo 3dimensionaal mogelijk te maken denken leerlingen na over de vorm van het decor. Uiteindelijk maken ze hun snoepdecor op een wit vel papier zodat er van bovenaf licht bij het decor kan komen. Andere leerlingen experimenteren met

5 spiegels bij hun decor. Weer andere leerlingen brengen door experimenteren tijdens het fotograferen diepte in hun werk. Samenwerking met andere disciplines Vanuit theater komt de vraag of de leerlingen beeldend maskers willen maken voor een voorstelling. We organiseren een ontmoeting tussen de leerlingen beeldend en de leerlingen theater. De leerlingen theater hebben maskers nodig voor een bal waarop zij gaan dansen. Zij vertellen welke rollen een masker nodig hebben. De leerling beeldend worden gekoppeld aan een acteur. Voor de rol van deze acteur maakt hij of zij een masker. De leerlingen moeten dus naar elkaar luisteren en hun product en de vraag op elkaar afstemmen. Om de periode af te sluiten komt er een voorstelling waarbij ouders, leerlingen en docenten zijn uitgenodigd. Tijdens de voorstelling werken de discilpines dans, muziek, theater en beeldend samen in een voorstelling. Gaandeweg het project is er besloten om de groep beeldend ter plekke een snoepdecor te laten bouwen als onderdeel van de voorstelling. Leerlingen die bij dans, muziek en theater hebben gewerkt spelen, naast de snoepdecors in wording, hun voorstelling. De decors die de leerlingen tijdens het proces hebben gemaakt staan als een grote bouwtoren tentoongesteld. Naast de decors heeft de beeldende groep maskers gemaakt voor de dansgroep die deze nodig heeft tijdens de voorstelling. We benadrukken dat de voorstelling onderdeel is van het gehele proces maar ook hebben we het gehad over de houding van de leerling tijdens de voorstelling. Leerlingen vinden het spannend om op te treden. Verbinding van het eigen werk aan voorbeelden uit de hoge en lage cultuur De TKKgroep is opgedeeld in verschillende groepen waarvan een groep zich bezighoudt met beeldend, een groep met dans, een groep met theater en een groep met muziek. De groep beeldend maakt een decor waarin medeleerlingen gaan spelen. De leerlingen kunnen kiezen uit gegeven theaterstukken. Aan de hand van de stukken maken zij decors in het klein. Het idee is om uiteindelijk de decors te gaan beamen zodat het als een 4dimensionaal decor gaat fungeren. Ter inspiratie laat ik een powerpoint met voorbeelden zien zodat de leerling inziet hoe een 3dimensionale ruimte een 4dimensionale ruimte kan worden.

6 In de powerpoint gebruik ik bewust voorbeelden uit de hoge en de lage cultuur. Ik gebruik beelden uit videoclips zodat de leerlingen zien dat datgene wat zij doen ook terugkomt in bijvoorbeeld videoclips van nu. In het voorbeeld zie je Katy Perry, een populaire artiest uit de popcultuur van nu, die door een snoepdecor loopt. Daarnaast laat ik een beeld zien van een medestudent die iets 3dimensionaals door het te beamen 4dimensionaal heeft gemaakt. Ook geef ik een voorbeeld van de theatergroep Hotel Modern die ter plekke, tijdens, de voorstelling het decor maken. Met het inspiratiemateriaal wil ik de interdisciplinariteit van kunst laten zien en de leerling op de hoogte brengen van kunstvormen die ze zelf waarschijnlijk minder snel opzoeken.