NAAR EEN ANDER LAND TOE.. Groep 1 en 2

Transcriptie

1 ZINGZO! NAAR EEN ANDER LAND TOE.. Groep 1 en 2 MUZIEKSCHOOL AMSTERDAM MUZIEKZO! Binnenschoolse muziekeducatie Inhoud Inleiding Doelstellingen van dit thema Tracks op de cd Les 1 voor de MUZIEKDOCENT Les 2 voor de LEERKRACHT Les 3 voor de MUZIEKDOCENT Les 4 voor de LEERKRACHT Les 5 voor de MUZIEKDOCENT Les 6 voor de LEERKRACHT Songboek met alle liedjes 1

2 INLEIDING Voor u ligt het thema 'Naar een ander land toe...' dat hoort bij de muziekmethode ZingZo! voor groep 1 en 2 van het primair onderwijs. Over de methode ZingZo! Het didactisch concept van de muziekmethode Zing Zo! is gebaseerd op een combinatie van zingen, spelen, luisteren, improviseren en componeren: de centrale muzikale gedragsvormen (domeinen) die je nodig hebt om actief muziek te maken. Actief handelen ligt aan de basis van deze muziekmethode. Samen met de kinderen muziek maken, waarbij je uitgaat van hun inbreng ( ownership ), is het pedagogisch uitgangspunt. ZINGEN staat centraal. Dat betekent dat de kinderen in deze methode liedjes leren zingen uit verschillende culturen en in verschillende stijlen. Circa twintig liedjes per jaar. Daarnaast leren de kinderen zuiver te zingen, hun lichaam goed te gebruiken, meerstemmig te zingen en hun eigen liedjes te schrijven. Ze maken kennis met verschillende instrumenten, leren zelf gitaar spelen en zichzelf te begeleiden terwijl ze zingen. Creativiteit ontwikkelen is het uitgangspunt. Kinderen onderzoeken geluiden, maken zelf muziek en geven daar vorm aan. Er wordt ook een basis gelegd voor het notenschrift. De kinderen leren dit in de loop van acht jaar. De thema s door alle jaren zijn: Groep 1, 2: muziek en thema s uit de kleuterperiode als boerderij, verkeer, ziek, etc. (zie Groep 3: muziek en taal schrijven van letters, woordjes, zinnen en zingen van liedjes. Groep 4: muziek en ritme spelen op emmers van verschillende ritmes en zingen van liedjes. Groep 5: muziek en gevoel zingen van Amsterdamse smartlappen en instrumentenoriëntatie Groep 6: muziek en spelen zingen en jezelf begeleiden op gitaar! Iedereen leert gitaar spelen! Groep 7: muziek en pop liedjes zingen vanaf de jaren 50 tot nu. Groep 8: musical zingen van musicalrepertoire en werken naar je eigen musicalafsluiting. Werkwijze van ZingZo! De methode is gebouwd op de samenwerking tussen muziekdocent en leerkracht, die ieder om de week hun eigen muziekles geven. De kinderen krijgen zo 30 weken muziekles per jaar, verdeeld over vijf periodes van zes weken (steeds tussen twee vakanties). Voorafgaand aan iedere periode geeft de muziekdocent een instructie om de leerkrachten in te leiden in het lesprogramma. Iedere periode start met de les van de muziekdocent (les 1, 3 en 5). De muziekdocent betrekt de leerkracht bij de les om hem/haar vaardigheden te leren en tips te geven waarmee hij/zij de twee weken erna verder gaat. De les voor de leerkracht (les 2, 4 en 6) bestaat uit vijf korte lesonderdelen die ongeveer vijf minuten in beslag nemen. Samen vormen deze onderdelen één complete muziekles, maar de leerkracht is vrij om deze onderdelen op verschillende momenten te geven. Wanneer de muziekdocent na twee weken weer in de klas komt geven de kinderen een korte presentatie van wat ze in de les van de leerkracht hebben gedaan. Op deze manier bouwen de muziekdocent en de leerkracht samen aan de muzikale ontwikkeling van de kinderen. De mate van samenwerking is dan ook bepalend voor het succes van de muzieklessen. Tijdens de les van de muziekdocent wordt er altijd live gespeeld. De cd- tracks zijn er ter ondersteuning van de leerkracht voor de weken waarin hij/zij met de kinderen muziek maakt. Op internet zijn alle liedjes, filmpjes en ander lesmateriaal van dit thema terug te vinden: 2

3 DOELSTELLINGEN VAN DIT THEMA De kinderen kunnen de liedjes 'Hallo allemaal', 'Naar een ander land toe...', Five little firefighters', 'Hé mooi Griekenland', Kalimera', Sambaballensamba' en 'Kokosnoot ananas' zingen. Spelen De kinderen kunnen in verschillende liedjes op het juiste moment op een klankstaaf spelen. De kinderen kunnen een door een medeleerling met handgebaren aangegeven melodie naspelen. Luisteren De kinderen kunnen met bewegingen reageren op een voorgelezen stuk tekst. De kinderen kunnen met de juiste woorden reageren in een ritmisch voorgedragen tekst. De kinderen kunnen vragen beantwoorden die voorafgaand aan een gezongen lied gesteld worden. Reflecteren De kinderen kunnen de presentatie en uitvoering van andere klasgenootjes beoordelen. Improviseren De kinderen kunnen op klankstaven een zelf bedacht ritmisch patroon bedenken. De kinderen kunnen met handgebaren een eigen melodie bedenken. Componeren/ vormgeven De kinderen kunnen zelf bedenken hoe een lied wordt gezongen. De kinderen kunnen met de gebaren voor handzingen een melodie bedenken. Noteren De kinderen kunnen een veranderend ritmisch patroon naklappen. De kinderen kunnen de handgebaren 'do re mi' overbrengen op de bijbehorende klankstaven C D E. Bewegen De kinderen kunnen de dans bij 'Samballensamba' uitvoeren. De kinderen kunnen de dans bij Hé mooi Griekenland uitvoeren. De kinderen bij de verschillende liedjes de bijbehorende bewegingen uitvoeren. Presenteren De kinderen kunnen de liedjes in verschillende timbres en met expressie zingen. De kinderen kunnen alleen of in een duo de liedjes goed verstaanbaar voordragen. Buitenmuzikaal De kinderen kunnen tot en met 10 tellen in het Engels. 3

4 TRACKS OP DE CD 1. Hallo allemaal 2. Hallo allemaal - karaoke 3. Naar een ander land toe 4. Naar een ander land toe - karaoke 5. Five little firefighters 6. Five little firefighters - karaoke 7. Snel een brandje blussen 8. Snel een brandje blussen - karaoke 9. One, two, buckle my shoe 10. Hé mooi Griekenland 11. Hé mooi Griekenland - karaoke 12. Kalimera 13. Kalimera - karaoke 14. Sambaballen samba 15. Sambaballen samba - karaoke 16. Kokosnoot ananas 17. Kokosnoot ananas - karaoke Aanleermanieren voor een lied. 1 Regel voor regel voor en na zingen (call/respons) 2 Hele lied techniek, net zolang zingen tot ze het kennen. 8 Vanuit tekst. Rappen. 9 Vanuit/met behulp van bewegingen. 10 Vanuit luisteren. Je geeft luisteropdrachten over de tekst, de muziek, de vorm, de betekenis van het lied. 4

5 ZINGZO! NAAR EEN ANDER LAND TOE.. LES 1 ENGELAND Voor de MUZIEKDOCENT 1/2 Inhoud Het buitenland...iedereen is er wel eens geweest. Meestal op vakantie, maar sommige kinderen komen er zelfs vandaan. In deze les gaan we eerst eens kijken welke landen de kinderen allemaal kennen en wat ze er over weten. Daarna stappen we aan boord en vertrekken we naar onze eerste bestemming: Engeland! Doelstellingen De kinderen kunnen het lied 'Hallo allemaal zingen. De kinderen kunnen in dit lied op het juiste moment hun naam zeggen. De kinderen kunnen een eenvoudige tekst ritmisch, met bewegingen en op verschillende wijze uitvoeren. (hard/zacht, snel/langzaam enz.). De kinderen kunnen het refrein en het eerste couplet van het liedje 'Naar een ander land toe...' zingen. De kinderen kunnen het Engelse liedje 'Five little firefighters' zingen en uitleggen waar de tekst over gaat. De kinderen kunnen op het juiste moment de klankstaven aanslaan. Lesbenodigdheden Track: 1: Hallo allemaal 3: Naar een ander land toe 5: Five litlle firefighters 7: Snel een brandje blussen Bijlage Kleurplaat Klankstaven Wereldbol/kaart Website 5

6 BASISLES WARMING UP Track 1 Aanleermanier 2 Zing het liedje door, zeg je eigen naam en wijs vervolgens één van de kinderen aan en vraag naar zijn of haar naam. Herhaal dit een aantal keer zodat het liedje er goed in komt te zitten. Bewegen Rappen Ritme Dynamiek Spreek bovenstaande tekst, samen met de kinderen, ritmisch uit. Maak tot de 3e tel in maat 2 'loop' bewegingen met armen en benen. Op het woordje 'zij' spring je met beide voeten tegelijk op de grond en zet je de handen in je zij. (kinderen blijven op hun stoeltje zitten) Varieer met tempo, hard/zacht en playback (alleen de bewegingen) KERN Aanleermanier 2 Track 3 Luisteren Gesprek Zing het refrein van het liedje 'Naar een ander land toe' en vraag daarna aan de kinderen: - Wie is er wel eens naar een ander land geweest? - Welk land was dat? - Wat eten ze daar? - Ken je woordjes van de taal die ze daar spreken? - Kun je aanwijzen op de kaart waar dat land ligt? Zet hierna weer het refrein in en behandel zo een aantal landen. (De leerkracht zal later in de week het eerste couplet aanleren). 6

7 Luisteren Bewegen Voorlezen Vertel/acteer op beeldende wijze: Vandaag gaan we naar Engeland en we gaan met de boot. In de haven stappen we aan boord, halen het anker op, maken de touwen los, hijsen de zeilen en varen de zee op. Hou het roer goed vast...want het waait enorm... Hé kijk daar...aan stuurboord: een dolfijn!. (In spiegelbeeld doe je het voor, maak een stuurbeweging naar links, de kinderen gaan naar rechts. Eventueel leg je uit, voor de oudste kinderen, dat stuurboord rechts is, beide woorden hebben een r) Hé kijk daar...aan bakboord: een haai. Maak een stuurbeweging naar rechts, kinderen gaan naar links. Na een poosje varen...land in zicht!!! Engeland. We sturen voorzichtig naar de wal, laten het zeil zakken, laten het anker zakken en springen op de kade... In de stad is het heel druk er rijden veel auto's en heel rare bussen...bussen met twee verdiepingen. (laat het plaatje van bijlage 1 zien.) Die bussen noemen we: dubbeldekkers. En weet je wat ook gek is...iedereen rijdt aan de verkeerde kant!! En de sturen van de auto's zitten ook aan de verkeerde kant...?? Maar wat is dat... tè tuu tè tuu te tuu...is er brand? Track 5 7

8 Luisteren Informeren Gesprek Zing het liedje 'Five little firefighters' voor. Vraag: Waar gaat het liedje over, herken je Engelse woordjes? Leer het liedje door middel van call/response en bewegingen aan. Bewegen Aanleermanier 1 en 9 Tekst Beweging Five little firefighters standing in a row, Recht op met hand saluerend aan de 'helm' 1,2,3,4,5 let's go! Tel op de vingers af en ' kom we gaan' beweging Hop on the engine with a shout, Sturen en het woordje 'shout' hard uitspreken Quick as a wink and the fire is out! Bij 'wink' knipogen en OK- gebaar met de duim. Spelen Klankstaven Extra: Zet vijf kinderen op een rij en geef hen de klankstaven C D E F G. ( ) Ipv het tellen tot 5 in de tekst, spelen zij om beurten de oplopende tonen. Rappen Track 7 Ritme Aanleermanier 1 Vormgeven Bewegen Spelen Leer, met zelf bedachte bewegingen, bovenstaande spreektekst aan. (Doe het in een heel rustig tempo) Extra oefening: Geef aan twee kinderen de klankstaven C en E. Deze moeten op de plek waar 'gestampt' wordt tegelijk worden aangeslagen. Begeleid zelf met de akkoorden C AM C F. 8

9 ZINGZO! NAAR EEN ANDER LAND TOE... LES 2 ENGELAND Voor de LEERKRACHT Groep 1 en 2 Lesbenodigdheden Doelstellingen De kinderen kunnen het liedje 'Hallo allemaal zingen' en ook kan het liedje solo worden uitgevoerd. De kinderen kunnen het eerste couplet van het liedje 'Naar een ander land toe ' zingen. De kinderen kunnen het liedje 'Five little firefighters' zingen en uitleggen wat de Engelse woorden betekenen. De kinderen kunnen op de juiste tel een klankstaaf aanslaan. De kinderen kunnen het telrijmpje one, two, buckle my shoe uitvoeren. Track: 1,2 'Hallo allemaal' 3,4 'Naar een ander land toe' 5,6 'Five little firefighters' 7,8 'Snel een brandje blussen' 9 One two buckle my shoe Bijlage Kleurplaat Klankstaven Wereldbol/kaart Website 9

10 DE LEERKRACHT HERHAALT IN DEZE WEEK DE VOLGENDE VIJF ACTIVITEITEN 1 Zing het liedje 'Hallo allemaal' een paar keer door. Namen spelletje Wanneer de tekst er bij de kinderen goed inzit laat dan één van de kinderen het liedje solo zingen Track 1,2 terwijl hij/zij langs de andere kinderen in de kring loopt. Wanneer de eigen naam moet worden genoemd, staat de leerling stil, noemt zijn naam en vraagt aan het kind bij wie hij dan staat het zelfde te doen. Nu is dat kind aan de beurt. 2 Track 3,4 3 Track 5,6, 7,8,9 Luisteren Bewegen Informeren Taal Zing het refrein van het liedje 'Naar een ander land toe' en leer het eerste couplet aan: Met de boot de zee op, het is niet eens zo ver. Dan varen we naar Engeland, 'hé look, it's over there' Zing het liedje 'Five little fire fighters'. Leer daarna de kinderen, middels track 9, het telrijmpje One, two, buckle my shoe aan. Zo leren de kinderen tellen in het Engels van 1 tot en met 10. One, two, buckle my shoe, ( buckle is a gesp waarmee vroeger schoenen werden vast gemaakt) Three, four, knock on the door, Five, six, pick up sticks, Seven, eight, don t be late, Nine, ten, let s do it again! Bedenk met de kinderen bewegingen bij de zinnen. Oefen daarna het tellen tot en met 10 met de kinderen met behulp van het filmpje met robot Ralph: 4 Spelen 7,8 Herhaal het rijmpje 'Snel een brandje blussen' en doe de oefening met de klankstaven C en E (zie bladzijde 8) Haal nu de klankstaven G A B C' erbij en vraag 4 kinderen deze tonen na elkaar, op steeds een nieuwe 'stamp', aan te slaan. Stamp klap Hop achter het stuur Stamp klap klap Langs auto's en bussen Stamp klap Kijk daar zie ik vuur Stamp klap klap Snel dat brandje blussen C E C E C E C E G A B C' 5 Tekenen Zing al de liedjes nogmaals door en deel de kleurplaat van de dubbeldekker uit. Naast het inkleuren van de bus en de vlag, tekenen de kinderen zelf de 5 brandweermannen en het huis dat in de brand staat. 10

11 BIJLAGE 1 11

12 ZINGZO! NAAR EEN ANDER LAND TOE... LES 3 GRIEKENLAND Voor de MUZIEKDOCENT 1/2 Inhoud Vandaag gaan we naar Griekenland... Zon, zee en lekker eten! Lesbenodigdheden Track: 11 'Hé mooi Griekenland' 12 'Kalimera' Klankstaven Doelstellingen De kinderen kunnen het lied 'Hé mooi Griekenland' zingen. De kinderen kunnen bij dit lied bewegingen uitvoeren en zelf bedenken. De kinderen kennen de betekenis van een aantal Griekse woordjes. De kinderen kunnen door middel van een call/response spel ritmische patronen met de stem en klankstaven uitvoeren. Website 12

13 BASISLES WARMING UP Track 3 Zing het liedje Naar een ander land toe met het eerste couplet, samen met de kinderen. (Dit couplet is met de klassendocent aangeleerd). Ga zelf door met het tweede couplet (Griekenland) en stop na de laatste zin. (...spelen op het strand!). Luisteren Gesprek Concentratie- spel Call/response Parameters Ritme Vertel: Vandaag gaan we naar Griekenland...is iemand daar wel eens geweest? Geef wat informatie over het land en laat de kinderen vertellen wat zij zelf daar over weten. Vertel: Er bestaan een héél oud verhaal in Griekenland..'Het verhaal van de Oehoe en de kat' In Griekenland woonde eens twee uilen. Oehoes. Het waren mooie, grote en statige vogels. In het bos, in een oude olijfboom zat de één en even verderop in een olijfboom de andere. Als de ene Oehoe iets riep.. (Maak een ritmisch patroon over een 4/4 maat met Oehoe klanken...) dan deed de andere uil dat altijd precies zo na. Zo praatten ze met elkaar en dat elke dag... Voer nu een aantal van deze ritmische 'Oehoe' patronen dmv call/response met de kinderen uit. (Geef met de voet een duidelijke puls aan). Vertel: Op een dag kwam liep er een kat door het bos. Hij zag hoe de Oehoes met elkaar aan het praten waren. De kat wilde ook iets zeggen en miauwde hard...de Oehoes keken naar beneden en zagen de kat...maar. (je snapt het al) ze zeiden natuurlijk niets terug! Een Oehoe kan toch geen miauw zeggen!!! Doe nu precies het zelfde als boven. (call en response met Oehoe patronen) alleen... Als je nu 'miauw' als call doet, mogen de kinderen dat niet herhalen. ('Doe dat in je hoofd') Opbouw: - Alleen 'oehoe' klanken. - Afwisselen met 'miauw' klanken over één hele maat. - 'Oehoe' klanken op tel 1 en 2, 'miauw' klanken op tel 3 en 4. - 'Miauw' klanken op tel 1 en 2, 'Oehoe' klanken op tel 3 en 4. 13

14 KERN Track 10 Luisteren Gesprek Aanleermanier 10 Zing het hele lied door en stel vragen over de tekst. (bv. wat nemen we mee op vakantie, hoe heet zijn vriend, wat eten ze...waarom gooien ze borden stuk? Het stukgooien van de borden kan uitgelegd worden als uiting van enthousiasme en waardering voor het eten of een muzikant of danser). Studeer het refrein in, en bedenk met de klas bewegingen bij de tekst. Bewegen Vormgeven TEKST: Hé mooi Griekenland je water prachtig blauw, kon ik hier maar blijven want ik hou zo veel van jou. Hé mooi Griekenland... Je parelwitte strand. Helaas moet ik weer veel te snel, terug naar Nederland BEWEGING: 14

15 Track 12 Aanleermanier 1 extra: Concentratie spel Playback Spelen improviseren Studeer het liedje goed in. oefening 1: Bij het zingen mogen de Griekse woorden niet gezongen worden. Begin met KALIMERA, daarna KALIMERA en EFGARISTO, daarna komt THALASSA erbij en als laatste de woordjes NE en OCHIE. (dat laatste is erg moeilijk) Oefening 2: Op de laatste 4 maten (C Am Dm G7) gaan de kinderen een Call/respons met klankstaven uitvoeren. (Verwijs naar het 'Oehoe' en 'Miauw' spel van de WU) De klassendocent krijgt de C. Zij/Hij bedenkt een ritmisch patroon over één maat. (4/4) Kind 1 krijgt de E, zij/hij herhaalt (respons) wat de juf/meester deed. Kind 2 krijgt de F, zij/hij herhaalt (respons) wat kind 1 deed. Kind 3 krijgt de B, zij/hij herhaalt (respons) wat kind 2 deed. (De muziekdocent begeleidt met de bijbehorende akkoorden zodat de 'losse' tonen die de kinderen spelen, in de harmonie een melodische betekenis krijgen.) Reflecteren Vorm Evalueer na een aantal rondjes met de rest van de klas, of het goed ging. Wissel het lied en deze call/response oefening met elkaar af. 15

16 ZINGZO! NAAR EEN ANDER LAND TOE... LES 4 GRIEKENLAND Voor de LEERKRACHT 1/2 Doelstellingen De kinderen kunnen het tweede couplet van het liedje 'Naar een ander land' zingen. De kinderen kunnen een eenvoudige dans gebaseerd op de Griekse dans de Sirtaki dansen. De kinderen kennen de betekenis van een aantal eenvoudige Griekse woorden. De kinderen kunnen door middel van call en response met de stem en op klankstaven eenvoudige ritmische patronen nadoen. Lesbenodigdheden Track: 9,10 'Hé mooi Griekenland' 11,12 'Kalimere' Klankstaven Website 16

17 DE LEERKRACHT HERHAALT IN DEZE WEEK DE VOLGENDE VIJF ACTIVITEITEN 1 Zing het liedje 'Hallo allemaal' een paar keer door. Track 1,2 Laat dan één van de kinderen het liedje solo zingen terwijl hij/zij langs de andere kinderen in de kring loopt. Wanneer de eigen naam moet worden genoemd, staat de leerling stil, noemt zijn naam en vraagt aan het kind bij wie hij dan staat het zelfde te doen. Nu is dat kind aan de beurt om solo- zingend de kring rond te gaan. 2 Track 3,4 3 Spelen Call/response Concentratie 4 Bewegen Track 10,11 5 Informeren Ritme Bewegen Zing het liedje ' Naar een ander land door en leer het tweede couplet aan. We stappen in het vliegtuig, lekker naar Griekenland. Duiken in het water en we spelen op het strand. Speel het call/response spel van de 'Oehoe en de Kat'. Deze dieren kunnen ook door andere dieren/klanken vervangen worden. Voer daarna de call/response op de klankstaven uit. Uitbreiding: bij elke 'response' kan een kind + klankstaaf worden toegevoegd: Docent : C Kind 1/2: E en A Kind 3/4: F en D Kind 5/6: B en G Leer de coupletten van 'Hé mooi Griekenland' aan. Als het lied 'erin' zit, voer het dan met solozangers uit. Het refrein blijft met de gehele klas. Bekijk met de kinderen het filmpje waarop drie dansers de Sirtaki dansen, een bekende Griekse dans: Leer de kinderen dan een eenvoudige Sirtaki dans aan op het refrein van Hé mooi Griekenland. De kinderen gaan voor hun stoeltje staan, of in rijen. Je doet je armen opzij, net als de jongens op het filmpje (bij het begin). Maat 1 Maat 2 Maat 3 Maat 4 Hé mooi Griekenland Je water prachtig blauw Kon ik hier maar blijven want Ik hou zoveel van jou Tel Tel Tel Tel Stap met rechter voet opzij Sluit met linker voet aan stap met linker voet opzij Sluit met rechter voet aan Stap met rechter voet opzij Sluit met linker voet aan Idem als maat 2, maar je armen kruisen nu over je borst Maat 5 Maat 6 Maat 7 Maat 4 Hé mooi Griekenland Je parelwitte strand Helaas moet ik weer veel te snel Terug naar Nederland zzoeff! Idem als maat 1, armen zijn weer opzij Benen idem als maat 2, maak een grote cirkel met je armen, strooi zand Rennen op de plaats, handen vuisten, hoofd naar beneden Op terug spring je met twee voeten uit elkaar Je hand is een vliegtuigje. Zoeff! 17

18 ZINGZO! NAAR EEN ANDER LAND TOE... LES 5 BRAZILIË Voor de MUZIEKDOCENT 1/2 Inhoud Brazilië, land van muziek, dans en vooral Feest! Doelstellingen De kinderen kunnen een eenvoudig ritmisch patroon van 'blad' klappen. De kinderen kunnen het lied 'Sambaballensamba' zingen. De kinderen kunnen een dansje op het lied 'Sambaballensamba' uitvoeren. De kinderen kunnen de 'do re mi' van het handzingen. uitvoeren. Lesbenodigdheden 14 'Sambaballensamba' 16 'Kokosnoot ananas' Klankstaven Schud eitjes A3 tekenvel Website 18

19 BASISLES WARMING UP Track 3 Zing het liedje "Naar een ander land toe" met het eerste en tweede couplet door. (Het tweede couplet is nu ook door de klassendocent aangeleerd) Ga zelf door met het derde couplet (Brazilië) en stop na de laatste zin. (...kom laten we gaan!) Luisteren Gesprek Vertel: Vandaag gaan we naar Brazilië...is iemand daar wel eens geweest? Geef wat informatie over het land, wijs het aan op de kaart en laat de kinderen vertellen wat zij zelf daar over weten. Vertel: In Brazilië houden ze heel erg van dansen en op drums- en percussie- instrumenten muziek maken. (Leg uit welke dat zijn.) De kinderen leren al heel jong hoe je mooie ritmes op die instrumenten kunnen spelen. Als eerste moet je natuurlijk goed weten wanneer je wel en wanneer je niet moet spelen. Dat leren ze zo... Spelen Transformeren Ritmisch spel Teken op een A3 tekenvel twee rijen van 8 vakjes. In de bovenste vakjes noteer je de cijfers. In de onderste vakjes leg je 8 shake- eggs Vertel: Elke eitje is één klap in je handen. Tel vier vooraf en klap samen met de kinderen de 8 tellen. Haal daarna een van de eitjes weg. (Niet nr. 1 of 8) Op de plek waar nu geen eitjes ligt moet het stil zijn. De kinderen 'klappen' met de handen langs elkaar. Vraag een van de kinderen of hij/zij het alleen wil doen. Als het goed gaat mag hij/zij kiezen welk eitje nu mag worden weg gehaald. Ga zo verder totdat al de eitjes weg zijn. 19

20 KERN Luisteren Vertel: Als het in een klein dorpje in Brazilië feest is, dan..gaan de mensen aan het einde van de dag, als ze klaar zijn met werken, gauw naar huis. Ze trekken hun mooiste kleren aan. De dames steken bloemen in hun haar en de mannen poetsen hun schoenen en kammen hun snor! Daarna loopt iedereen heel rustig...(want soms is het daar om die tijd nog erg warm...) naar het dorpsplein. Op het dorpsplein staat de band al klaar. De gitaren zijn gestemd, de trompetten zijn gepoetst en de zangers testen de microfoons...'one two check..' Dan kan het feest beginnen!! En weet je welk liedje ze daar altijd zingen..? Track 14 Aanleermanier 1 en 2 Zing het refrein en klap na elke zin twee maal in de handen. (zie bladmuziek) Nodig de kinderen uit dit mee te doen. Wanneer iedereen het refrein kent gaan we door met de rest van het lied. 20

21 Bewegen Pantomime Ritme Leg uit dat de kinderen de dorpsbewoners zijn, dat zij zich mooi aankleden en daarna 'slenterend' naar het dorpsplein gaan. Onderweg komen ze allemaal bekende tegen die gegroet worden. Dit alles gebeurt zonder te praten. Dat noemen we: Pantomime. Zing (beetje parlando) het eerste couplet. De kinderen staan op van hun stoeltjes en beginnen met hun pantomime spel. Als je bij het refrein bent aangekomen gaat het los. Naast dat er nu voluit gezongen gaat worden en de kinderen na elke zin twee keer in hun hand klappen, mag er ook volop gedanst gaan worden. Juist de afwisseling van stilte/pantomime en helemaal los gaan werkt hier heel krachtig. Gesprek Pantomime Bespreek met de kinderen het tweede couplet en bedenk welke pantomime bewegingen hierbij gedaan kunnen worden. Bewegen Bij de lessen voor de klassendocent staat een uitgeschreven dans voor bij het refrein. extra: Track 16 Luisteren Handzingen Zing zachtjes het liedje Kokosnoot Ananas. Doe daarbij de do- re- mi handgebaren. Leer de kinderen de handgebaren. en leg uit dat DO het laagst klinkt, MI het hoogst en dat RE er tussenin zit. Bij deze handgebaren horen de volgende tonen: Leg de klankstaven C D E voor je op de grond. Spelen Vertel welke klankstaaf bij welk gebaar hoort en leg uit hoe je de klankstaven het beste kunt aanslaan. Vraag een van de kinderen voor de klankstaven te gaan zitten en laat heel rustig de handgebaren die bij het melodietje horen zien. De leerling probeert de juiste klankstaven aan te slaan en zal zo ontdekken dat hij het liedje 'kokosnoot Ananas' speelt. 21

22 ZINGZO! NAAR EEN ANDER LAND TOE... LES 6 BRAZILIË Voor de LEERKRACHT 1/2 Doelstellingen De kinderen kunnen het derde couplet van het lied naar een ander land toe..' zingen. De kinderen kunnen een dansje uitvoeren op het refrein van 'Sambaballensamba'. De kinderen kunnen op speelse wijze een eenvoudig ritmisch patroon van 'blad' lezen. De kinderen kunnen een geïmproviseerde melodie met de handzing- gebaren 'do re mi' vertalen naar de bijbehorende klankstaven. Lesbenodigdheden Track; 14,15 'Sambaballensamba' 16,17 'Kokosnoot ananas' Klankstaven Schud eitjes A3 tekenvel Website 22

23 DE LEERKRACHT HERHAALT IN DEZE WEEK DE VOLGENDE VIJF ACTIVITEITEN: 1 Zing het liedje 'Naar een ander land toe' en leer het derde couplet aan. Track 3,4 2 Spelen Herhaal het spel met de schud- eitjes. Notatie Uitbreiding: Spelletje Als al de 8 eitjes zijn weggehaald, bouw het dan weer op en voeg steeds weer een eitje toe. 3 Bewegen Track 14,15 Zing het lied 'Sambaballen samba' en leer op het refrein onderstaande dans aan. De kinderen staan voor hun stoel of in rijen. Als je voor de groep staat met je gezicht naar de kinderen doen de kinderen in spiegelbeeld mee. Het maakt niet uit aan welke kant je de sambabal begint te schudden, als je maar steeds na het klappen wisselt van hand. Maat 1 Maat 2 Sambaballen samba sambaballenlied Tel 1 en 2 Tel 3 en 4 Tel Tel: en 4 Doe net of je een sambabal in je rechterhand hebt (maak een vuist), schud er 3 x mee vlakbij je rechteroor Doe net of je een sambabal in je linkerhand hebt, schud er 3 x mee vlakbij je linkeroor Loop op de plaats: stap rechts, links, rechts (en buig daarbij je knieën en swing met je heupen en armen!) Maat 3 Maat 4 Sambaballen samba sambaballenlied Tel 1 en 2 Tel 3 en 4 Tel Tel: en 4 Schud de sambabal in je linkerhand 3 x bij je linkeroor Schud de sambabal in je rechterhand 3 x bij je rechteroor Loop swingend op de plaats: stap links, rechts, links Maat 5 Maat 6 Sambaballen samba sambaballenlied Tel: 1 en 2 Tel 3 en 4 Tel 1,2,3 Tel: en 4 Schud de sambabal in je rechterhand, 3 x bij je rechteroor Schud de sambabal in je linkerhand, 3 x bij je linkeroor Loop swingend op de plaats: stap rechts, links, rechts Laatste twee maten: Maat 7 Maat 8 Sambaballen samba Doe maar mee en Geniet! Tel: 1 en 2 Tel 3 en 4 Tel 1 2 Tel: 3 4 Spring met twee voeten een stukje naar voren, handen maken een stop beweging. (de meisjes schudden hierbij met hun schouders!) En spring weer terug, armen gaan omlaag Spring met twee voeten een stukje naar voren, handen maken een stop beweging. (de meisjes schudden hierbij met hun schouders!) 2x klappen in je handen, rechts voor 2x klappen in je handen, links voor 2x klappen in je handen, rechts voor En spring weer terug, armen gaan opzij, we zijn klaar! beweging 23

24 4 Track 16,17 Spelen Handzingen Improvisatie Zing het liedje 'Kokosnoot Ananas' en oefen de handgebaren. Vraag een van de kinderen als dirigent/componist te fungeren. De klassendocent heeft de drie klankstaven C E D voor zich staan. De leerling staat voor de docent en bedenkt zelf een volgorde van de 'do re mi' handgebaren. De docent vertaalt dit naar de klankstaven. Laat vervolgens een van de kinderen deze handgebaren vertalen naar de klankstaven 5 Spelen Bewegen Vorm Herhaal al de liedjes en spellen van de afgelopen lessen. 24

25 SONGBOOK 25

26 26

27 27

28 28

29 29