Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar Masterproef van de opleiding Master in de rechten.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar Masterproef van de opleiding Master in de rechten."

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar Een kritische bespreking van de stelling dat de fiscale administratie inzake successierechten en registratierechten zich niet kan beroepen op de relatieve nietigheid. Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Adriaan Vandeputte (studentennr ) (major: Sociaal- en Economisch recht) Promotor: Prof. Dr. J. Bael Commissaris: S. Devos

2 Inleiding... 5 Hoofdstuk 1. Algemene bespreking registratie- en successierechten Registratierechten Successierechten... 8 Hoofdstuk 2. De positie van de fiscale administratie bij het vestigen van de belasting Bewijsvoering door de fiscale administratie Bewijslast Bewijsmiddelen van gemeen recht Bijzondere bewijsmiddelen Proces-verbaal Controleschatting Wettelijke vermoedens in de registratierechten Wettelijke vermoedens in de successierechten De administratie als derde De gemeenrechtelijke betekenis van het derdenbegrip Is de fiscale administratie een derde inzake registratie- en successierechten? In de invorderingsfase In de vestigingsfase Gevolgen van de bijzondere positie van de administratie inzake registratie- en successierechten Verschil met de directe belastingen en BTW Hoofdstuk 3. Het nietigheidsbegrip in het gemeenrecht Definitie Evolutie van het nietigheidsbegrip in het gemeenrecht Verschil met andere privaatrechtelijke sancties Summa divisio: verschil tussen absolute en relatieve nietigheid Gevolgen van de nietigheid Gevolgen tot aan nietigverklaring De nietigverklaring Gevolgen tussen partijen: retroactiviteit en restitutie Gevolgen t.a.v. derden: erga omnes Hoofdstuk 4. Het nietigheidsbegrip inzake registratie- en successierechten

3 1. De belastbaarheid van nietige rechtshandelingen Registratierechten Algemene regel Beperkingen Toepassing Successierechten Algemene regel en toepassingen Beperkingen Besluit Inroepen van de nietigheid door de administratie Algemeen Absolute nietigheid Relatieve nietigheid Algemeen Uitzonderingen? Conclusie Toepassing: de administratie en de relatieve nietigheid in praktijk Rechtbank van Eerste Aanleg te Aarlen 21 maart Hof van Beroep te Luik 9 mei Hof van Beroep te Gent 17 april Hof van Beroep te Antwerpen 27 januari Besluit Hoofdstuk 5. Alternatieven voor de administratie ter bestrijding van fiscaal ongewenste constructies Beperkingen in het kader van de vrije keuze van de minst belaste weg Leerstuk van de vrije keuze van de minst belaste weg Beperkingen De Brepolsdoctrine Sans toutefois violer aucune obligation fiscale Gevolg: kan de administratie zich toch beroepen op de relatieve nietigheid? De antirechtsmisbruikbepaling inzake registratie- en successierechten Het realiteitsbeginsel

4 3. Fictiebepalingen (inzake successierechten) Besluit Bibliografie

5 Inleiding 1. In de Belgische rechtsleer en rechtspraak bestaat de algemene opvatting dat de fiscale administratie bij de vestiging van registratie- en successierechten zich op de absolute nietigheid van rechtshandelingen kan beroepen, doch niet op de relatieve nietigheid. In dit werkstuk ga ik na waar deze opvatting op steunt en in welke mate dit volledig correct is. Kortom, deze masterproef behelst een kritische bespreking van de stelling dat de fiscale administratie inzake registratierechten en successierechten zich niet kan beroepen op de relatieve nietigheid. In het eerste hoofdstuk behandel ik op algemene wijze het toepassingsgebied van de registratie- en successierechten. In het tweede hoofdstuk bespreek ik de bijzonder positie van fiscale administratie bij het vestigen van de belasting. Ik ga hierbij na wat dit betekent voor de bewijsvoering, in welke mate de administratie de positie van derde bekleedt en wat hiervan de gevolgen zijn. Het derde hoofdstuk staat in het teken van het nietigheidsbegrip in het gemeen recht. Zo bespreek in onder meer de evolutie die het begrip gekend heeft, het verschil tussen de absolute en relatieve nietigheid en de gevolgen van de nietigheid in het gemeen recht. In het vierde hoofdstuk behandel ik de doorwerking van het gemeenrechtelijke nietigheidsbegrip in de registratie- en successierechten. Ik bespreek hierbij ondermeer in welke mate de nietigheid van een rechtshandeling de belastingheffing belet. Daarna behandel ik de mogelijkheid van de fiscale administratie om zich op de nietigheid te beroepen. Aan de hand van relevante rechtsleer en rechtspraak ga ik na of administratie in bepaalde gevallen toch de mogelijkheid heeft op zich op de relatieve nietigheid te beroepen. Ook wordt onderzocht of de administratie de relatieve nietigheid al dan niet in de praktijk opwerpt. Het laatste hoofdstuk staat in het teken van de andere mogelijkheden die de administratie inzake registratie- en successierechten om de gevolgen van fiscaal ongewenste rechtshandelingen te beperken. Ik bespreek hierbij of deze alternatieven gevolgen kunnen hebben in het licht van de (on)mogelijkheid van de administratie op de nietigheid op te werpen. 5

6 Hoofdstuk 1. Algemene bespreking registratie- en successierechten 2. De registratie- en successierechten zijn gewestbelastingen. De gewesten zijn bevoegd om de aanslagvoet, de heffingsgrondslag en de vrijstellingen van deze belastingen te wijzigen 1. Deze belastingen worden nog steeds nationaal geïnd maar worden integraal doorgestort naar de gewesten. Vanaf het begrotingsjaar dat de dienst van deze belastingen door de gewesten wordt verzekerd krijgen de gewesten ook een wetgevende bevoegdheid inzake de administratieve procedureregels 2. Omdat de wetgevende bevoegdheid van de gewesten inzake registratie- en successierechten niet compleet is worden deze belastingen ook wel oneigenlijke gewestbelastingen genoemd. 3. De registratie- en successierechten zijn ook beide indirecte belastingen. Zij treffen alleenstaande en toevallige gebeurtenissen, i.e. een getarifeerde rechtshandeling of een vermogensoverdracht door de dood van de erflater. 1. Registratierechten 4. Artikel 1 W. Reg. bepaalt dat de registratie een formaliteit is bestaande in het afschrijven, ontleden of vermelden van een akte of van een geschrift, door de ontvanger der registratie in een daartoe bestemd register. De formaliteit geeft aanleiding tot de heffing van het registratierecht. De registratierechten zijn een formaliteitsbelasting. De heffing van het registratierecht gebeurt dus in principe naar aanleiding van het aanbieden ter registratie van een akte of geschrift. Het Wetboek der registratierechten voorziet in een aantal registratieverplichtingen, maar een persoon kan ook vrijwillig een bepaalde akte of geschrift ter registratie aanbieden. Art. 8bis W.Reg. geeft de Koning de bevoegdheid om bij K.B. bepaalde akten vrijstelling te verlenen van de registratieformaliteit. De vrijstelling van de registratieformaliteit geeft echter geen ontheffing van de verschuldigde rechten. 5. Hoewel de heffing van het registratierecht in principe een geschrift vereist, is het geschrift zelf niet het voorwerp van de belasting. De registratierechten zijn namelijk een belasting op het rechtsverkeer onder levenden. Het voorwerp van de belasting is de rechtshandeling die in het scriptum vervat ligt. Voor de heffing van het registratierecht zal dus rekening moeten worden gehouden met de werkelijk gesloten overeenkomst. Dit heeft tot gevolg de administratie geen rekening moet houden met de benaming of de inhoud van de overlegde akte 3. De administratie heeft de bevoegdheid om door alle middelen van gemeen recht, met inbegrip van getuigen en vermoedens, maar met uitzondering van de eed, de ware aard en voorwaarden van de overeenkomst te bewijzen. 1 Art. 4, 1 van de Bijzondere Wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten (hierna Bijz. W. Fin.). 2 Art. 5, 4 Bijz. W. Fin. 3 F. WERDEFROY, Registratierechten, Antwerpen, Kluwer, 1991,

7 6. Er is enkel een verplichting tot registratie in de door de wet bepaalde gevallen. In de andere gevallen is de registratie louter facultatief en zal er geen registratierecht verschuldigd zijn indien er wordt gekozen om het geschrift niet ter registratie voor te leggen 4. De registratieverplichting wordt behandeld in art. 19 e.v. W.Reg. De registratieverplichting kan worden ingedeeld in drie oorzaken 5. Ten eerste is er de verplichting tot het registreren van akten omwille van de hoedanigheid van de opsteller van het geschrift. Onder deze categorie vallen onder andere de akten opgesteld door notarissen en gerechtsdeurwaarders. Ten tweede kan de verplichting haar oorzaak vinden in het geschrift waaruit een bepaalde rechtshandeling blijkt. Hieronder valt bijvoorbeeld een schriftelijke huurovereenkomst van in België gelegen onroerende goederen. Ten derde kan ook het bestaan van de rechtshandeling zelf de oorzaak van de verplichting zijn. Deze categorie wordt behandeld door art. 31 W.Reg. In de gevallen bepaald in art. 31 W. Reg. bestaat de registratieverplichting, ook al is er geen geschrift voorhanden. Zo is de overeenkomst, waarbij eigendom of vruchtgebruik van in België gelegen onroerende goederen overgedragen of aangewezen wordt, verplicht te registreren binnen de wettelijk bepaalde termijn. 7. De registratieformaliteit geeft akten een vaste datum. In tegenstelling tot wat geldt voor authentieke akten is de datum van een onderhandse akte normaal gezien niet tegenstelbaar aan derden 6. De registratieformaliteit speelt dus een belangrijke rol als mogelijkheid voor onderhandse akten om vaste datum te verwerven. 8. De registratierechten worden ingedeeld in evenredige rechten, specifieke vaste rechten en het algemeen vast recht 7. De evenredige rechten worden berekend als een percentage van de economische waardeverplaatsing die wordt veroorzaakt door de getarifeerde rechtshandeling. De overdrachten onder bezwarende titel van onroerende goederen zijn hier een voorbeeld van. Voor de verkoop, de ruiling en iedere overeenkomst onder bezwarende titel van eigendom of vruchtgebruik bedraagt het evenredig recht 10 % 8. Bij de verkoop wordt dit recht vereffend op het bedrag van de bedongen prijs en lasten. De specifieke vaste rechten worden geheven op welbepaalde in het wetboek vermelde rechtshandelingen of rechtsfeiten en bestaan uit een vaste som. De vergunning tot verandering van naam is bijvoorbeeld onderworpen aan een specifiek vast recht. Het algemeen vast recht bedraagt 25 euro en moet bijvoorbeeld worden geheven bij akten en geschriften die niet anders getarifeerd zijn. 9. Tot slot kan worden vermeld dat de registratierechten objectief van aard zijn. Er wordt in principe geen rekening gehouden met de hoedanigheid van de belastingplichtige. De 4 D.i. behoudens een geval waar de Koning vrijstelling van de registratieformaliteit heeft verleend op grond van art. 8bis W.Reg. 5 M. DE JONCKHEERE, Taxatieprocedure, in M. DE JONCKHEERE (ed.), De fiscale procedure, Brugge, Die Keure, 2010, Art B.W. 7 Art. 10 W. Reg. 8 Art. 44 W. Reg. 7

8 registratierechten worden aangeknoopt aan de belastbare handeling en niet aan de belastingplichtige zelf 9. Op dit principe bestaan evenwel een aantal uitzonderingen, bijvoorbeeld in het kader van de schenkingsrechten. 2. Successierechten 10. Art. 1 W. Succ. bepaalt dat er twee soorten successiebelastingen worden geheven, zijnde het recht van successie (sensu stricto) en het recht van overgang bij overlijden. Het recht van successie wordt gevestigd op de waarde, na aftrekking van de schulden, van al wat uit de nalatenschap van een rijksinwoner wordt verkregen. Het recht van overlijden wordt gevestigd op de waarde der onroerende goederen gelegen in België, verkregen uit de nalatenschap van iemand die geen rijksinwoner is. Het onderscheidingscriterium tussen beide belastingen is het feit of de overledene al dan niet een rijksinwoner was. Verschilpunten tussen beide belastingen zijn onder meer de belastbare massa, de toepasselijke vrijstellingen en verminderingen en de personen die gehouden zijn tot het betalen van de belastingschuld De rechten zijn trouwens verschuldigd op de erfgoederen ongeacht of zij ingevolge wettelijke devolutie, uiterste wilsbeschikking of contractuele erfstelling worden overgemaakt 11. Deze rechten treffen dus de goederen die worden overgedragen door overlijden, ongeacht de wijze. Dit mag niet worden verward met de goederen die worden overgedragen naar aanleiding van het overlijden. Bij de overdracht naar aanleiding van het overlijden bevindt de rechtstitel van de overdracht zich niet in de nalatenschap van de erflater 12. Hierop zijn dus geen successierechten verschuldigd. 12. De wetgever heeft ook een aantal overdrachten en beschikkingen gelijkgesteld met overgangen uit oorzaak van dood. Deze fictiebepalingen hebben als doel te vermijden dat een erflater door het stellen van niet-belastbare handelingen de successierechten zou trachten te ontwijken 13. De goederen die het voorwerp uitmaken van de gelijkgestelde handelingen worden geacht nog deel uit te maken van het actief van de nalatenschap. Zij zullen dus ook als grond dienen voor de heffing van het successierecht. Een voorbeeld van een dergelijke fictiebepaling is art. 4, 3 W. Succ. Dit artikel beschouwt als een legaat de schenkingen onder de levenden van roerende goederen die de overledene heeft gedaan onder de opschortende voorwaarde die vervuld wordt ingevolge het overlijden van de schenker. Deze bepaling geldt voor de nalatenschappen van rijksinwoners van het Vlaamse Gewest en van het Brussels Hoofdstedelijk gewest. De fictie is ingevoerd om te vermijden dat erflaters gebruik zouden maken van het vlakke tarief van 3 of 7% in de registratierechten voor de schenking van goederen onder de levenden en zo de veel hogere 9 F. WERDEFROY, Registratierechten, Antwerpen, Kluwer, 1991, J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2010, Art. 2, lid 1 W. Succ. 12 J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2010, J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2010, 69. 8

9 successierechten zouden omzeilen. Dit zou niet verantwoord zijn gezien de schenking van roerende goederen onder de opschortende voorwaarde van het overlijden van de schenker quasi de dezelfde gevolgen heeft als een legaat De successiebelasting wordt gekenmerkt door het progressief tarief. Dit betekent dat het tarief van het successierecht en het recht van overgang bij overlijden stijgt naarmate de omvang van het belastbare bedrag toeneemt. De belastbare grondslag wordt in schijven verdeeld en het veranderlijke tarief is van toepassing per schijf. 14. Tot slot kan worden bemerkt dat de successierechten een sterk persoonlijk karakter hebben. In tegenstelling tot de registratierechten wordt in de successiebelasting wel rekening gehouden met de hoedanigheid van de belastingplichtige. De omvang van de verschuldigde successiebelasting is namelijk afhankelijk van de graad van verwantschap van de verkrijger. 14 J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2010,

10 Hoofdstuk 2. De positie van de fiscale administratie bij het vestigen van de belasting 15. In dit hoofdstuk bespreek ik de bijzondere positie van de administratie bij het vestigen van de registratie- en successierechten. De fiscus blijft namelijk vreemd aan het ontstaan van belastbaar gestelde feiten. Dit heeft onder andere gevolgen op het vlak van de bewijsvoering. In het eerste deel van dit hoofdstuk bespreek de bewijsmiddelen die de fiscus kan gebruiken om een belastingschuld in hoofde van bepaalde belastingplichtigen te bewijzen. In het tweede deel van dit hoofdstuk komt de vraag aan bod of de administratie inzake registratie- en successierechten als een derde kan worden beschouwd. De gevolgen hiervan worden ook besproken. 1. Bewijsvoering door de fiscale administratie 1.1 Bewijslast 16. De verdeling van de bewijslast inzake registratie- en successierechten gebeurt volgens de regels van gemeenrecht, vervat in de artikelen 1315 B.W. en 870 Ger. W. Art B.W. bepaalt dat hij die de uitvoering van een verbintenis vordert het bestaan daarvan moet bewijzen. Omgekeerd moet hij die beweert bevrijd te zijn, het bewijs leveren van de betaling of van het feit dat het tenietgaan van zijn verbintenis heeft teweeggebracht. Volgens art. 870 Ger. W. moet elke partij het bewijs leveren van de feiten die ze aanvoert. Op grond van deze gemeenrechtelijke principes moet de administratie zowel het bewijs leveren van het bestaan als van het bedrag van de schuldvordering 15. Zo moet de fiscus inzake successierechten het bewijs leveren van het overlijden van een persoon, het feit dat de erflater eigenaar was van de goederen die de belastbare grondslag vormen 16. Ook de waarde van de goederen moet de administratie kunnen aantonen. De bewijslast ligt daarentegen bij de belastingplichtige wanneer hij een vordering instelt tot teruggave van reeds betaalde rechten of wanneer hij zich beroept op een vrijstelling of een gunstmaatregel. In de successierechten zal de belastingplichtige het bewijs moeten leveren van de schulden en de begrafeniskosten die hij in mindering van het actief van de nalatenschap wil brengen. De bewijslast zal uiteraard ook bij de belastingplichtige liggen voor de ontkrachting van het door de administratie geleverd bewijs De wetgever heeft ten voordele van de administratie een aantal afwijkingen van de gemeenrechtelijke verdeling van de bewijslast ingevoerd. Diverse bepalingen inzake registratie- en successierechten voorzien in wettelijke vermoedens die de bewijslast omkeren. Op grond van deze bepalingen is het voldoende dat de administratie aantoont dat de 15 J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2010, D. DE GROOT, M. GHYSELEN EN T. WUSTENBERGHS, Handboek registratie- en successierechten, Antwerpen, Intersentia, 2006, F. WERDEFROY, Registratierechten , Mechelen, Kluwer, 2009, 211; J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2010,

11 voorwaarden voor het bestaan van het wettelijk vermoeden vervuld zijn 18. Het is aan de belastingplichtige om voor zover de wet dit toelaat het tegenbewijs te leveren. Een aantal van deze wettelijke vermoedens worden verder in dit hoofdstuk besproken. 1.2 Bewijsmiddelen van gemeen recht 18. De fiscale administratie beschikt zowel over bewijsmiddelen van gemeen recht als over bijzondere bewijsmiddelen om de belastbare feiten te bewijzen. De bijzondere bewijsmiddelen worden verder in dit hoofdstuk besproken. 19. De administratie beschikt over alle middelen van gemeen recht, met inbegrip van getuigen en vermoedens, maar met uitzondering van de eed, die aangewend kunnen worden om het even welk feit te bewijzen dat de opvorderbaarheid van een recht of een boete laat blijken. Zowel voor de registratie- als de successierechten is dit uitdrukkelijk bepaald in de wetgeving Dit volgt uit het gegeven dat het bewijs in fiscale zaken in principe vrij is 20. De strikt hiërarchische bewijsregeling die voorzien is in het Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing ten aanzien van de administratie voor het bewijs van de belastbare feiten. De regeling in het Burgerlijk Wetboek geldt enkel ten aanzien van partijen voor het bewijs van contractuele verbintenissen. Gezien de administratie is vreemd gebleven aan het ontstaan van het belastbare feit, is ze niet gehouden door de gereglementeerde bewijsregeling van het Burgerlijk Wetboek 21. De administratie kan het bestaan van een belastbaar feit dus bewijzen aan de hand van een geschrift, getuigen, vermoedens of een bekentenis. De bewijsmiddelen kennen in belastingzaken geen hiërarchische rang en de rechter oordeelt soeverein over hun overtuigingskracht 22. Art. 185 W. Reg. en art. 105 W. Succ. zijn in feite louter een bevestiging van dit principe Art. 185 W. Reg. en art. 105 W. Succ. sluiten de eed als bewijsmiddel uitdrukkelijk uit. Het gebruik van de eed in belastingzaken is niet verenigbaar met het openbare orde karakter van de belastingwetgeving D. DE GROOT, M. GHYSELEN EN T. WUSTENBERGHS, Handboek registratie- en successierechten, Antwerpen, Intersentia, 2006, 189; F. WERDEFROY, Registratierechten , Mechelen, Kluwer, 2009, Art. 185, lid 1 W. Reg. en art. 105, lid 1 W. Succ. 20 I. CLAEYS BOÙÙAERT, Het bewijs in fiscale geschillen en de bewijsregeling van het Burgerlijk Wetboek, TFR 1985, I. CLAEYS BOÙÙAERT, Het bewijs in fiscale geschillen en de bewijsregeling van het Burgerlijk Wetboek, TFR 1985, 44; F. WERDEFROY, Registratierechten , Mechelen, Kluwer, 2009, I. CLAEYS BOÙÙAERT, Het bewijs in fiscale geschillen en de bewijsregeling van het Burgerlijk Wetboek, TFR 1985, F. WERDEFROY, Registratierechten , Mechelen, Kluwer, 2009, I. CLAEYS BOÙÙAERT, Het bewijs in fiscale geschillen en de bewijsregeling van het Burgerlijk Wetboek, TFR 1985, 56; F. WERDEFROY, Registratierechten , Mechelen, Kluwer, 2009, 223; J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2010,

12 1.3 Bijzondere bewijsmiddelen 22. Naast de bewijsmiddelen van gemeen recht kan de administratie zich inzake registratie- en successierechten ook beroepen op een aantal bijzondere bewijsmiddelen. Specifieke wetsbepalingen verzachten de bewijslast in hoofde van de administratie. Zo kan de administratie gebruik maken van processen-verbaal die door haar eigen agenten zijn opgesteld, wettelijke vermoedens en de procedure van de controleschatting om het bestaan en het bedrag van de belastingschuld te bewijzen Proces-verbaal 23. Art. 185 W. Reg. en art 105 W. Succ. bepalen dat de administratie het bewijs kan leveren aan de hand van processen-verbaal van haar agenten. Het proces-verbaal moet aan de belanghebbende betekend worden binnen de maand van de vaststelling van de overtreding. Het geldt als bewijs tot het tegendeel bewezen is. In het proces-verbaal worden de vaststellingen van de agent die belast is met de controle opgetekend. De bewijswaarde van de akte beperkt zich evenwel tot de feiten die de agent persoonlijk en regelmatig heeft vastgesteld Controleschatting 24. Zowel in de registratierechten als in de successierechten is voorzien in een procedure van controleschatting 26. De administratie is niet gebonden door de opgegeven prijs in de geregistreerde verkoopakte of de opgegeven geschatte waarde van de goederen in de aangifte van de nalatenschap 27. Verschillende bepalingen in het W. Reg. en het W. Succ. begroten de belastbare grondslag immers op grond van de verkoopwaarde. De controleschatting laat de administratie toe de ontoereikendheid van de opgegeven waarde te laten vaststellen door een of drie deskundigen. De door de deskundige(n) opgegeven waarde in het schattingsverslag vormt de heffingsgrondslag voor de berekening van de rechten en eventuele boeten Art. 46 W. Reg. bepaalt dat de belastbare grondslag van overdrachten onder bezwarende titel van onroerende goederen in geen geval lager mag zijn dan de verkoopwaarde van de overgedragen goederen. Wanneer de ontvanger der registratierechten vermoedt dat de opgegeven prijs of waarde lager ligt dan de verkoopwaarde van het onroerend goed kan hij de controleschatting vorderen. Hij zal evenwel in principe eerst proberen tot een vergelijk te 25 J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2010, Art. 189 e.v. W. Reg. en art. 111 e.v. W. Succ. 27 M. DE JONCKHEERE, Taxatieprocedure, in M. DE JONCKHEERE (ed.), De fiscale procedure, Brugge, Die Keure, 2010, M. GHYSELINCK, Cursus van successierechten: bepalingen toepasselijk in het Vlaams Gewest, 2010,

13 komen met de belastingplichtige omtrent de vermoede meerwaarde van het onroerend goed 29. Bij blijvende betwisting zal de ontvanger de schatting vorderen. De procedure van de controleschatting wordt geregeld in art. 189 e.v. W. Reg. Enkel de administratie heeft het recht om de controleschatting te vorderen. In onderling overleg met de belastingplichtige worden een of drie deskundigen aangesteld. Bij gebreke van een akkoord kan een verzoekschrift tot aanstelling van een deskundige tot aan vrederechter worden gericht. De controleschatting kan enkel worden gevorderd wanneer de geregistreerde overeenkomst de eigendom of het vruchtgebruik van in België gelegen onroerende goederen tot voorwerp heeft Inzake successierechten is er ook in een procedure van controleschatting voorzien. Art. 19 W. Succ. bepaalt dat de belastbare waarde van het actief van de nalatenschap wordt bepaald door de verkoopwaarde van de goederen ten dage van het overlijden van erflater. Wanneer de opgegeven waarde van de goederen in de aangifte van de nalatenschap niet overeenstemt met de vermoedelijke verkoopwaarde van de goederen kan de ontvanger de controleschatting vorderen. De procedure wordt geregeld in art. 111 e.v. W. Succ. en kent een gelijkaardig verloop als de procedure inzake registratierechten. De ontvanger kan de controleschatting vorderen zowel voor het geheel als voor een deel van de erfgoederen. Ten aanzien van de lichamelijke roerende goederen kan de schatting enkel gevorderd worden voor boten en zeeschepen Wettelijke vermoedens in de registratierechten 27. Zoals eerder is vermeld, voorziet het W. Reg. in een aantal wettelijke vermoedens om de bewijslast van de administratie te verzachten. Om het bewijs te leveren volstaat het dat de administratie aantoont dat de toepassingsvoorwaarden van de wettelijke vermoedens zijn vervuld. De wettelijke vermoedens keren de bewijslast dus om. De belastingplichtige moet in de gevallen dat de wet dit toelaat het bewijs leveren dat de vordering van de administratie ongegrond is. 28. Art. 187 W. Reg. stelt dat de verandering in eigendom of vruchtgebruik van een in België gelegen onroerend goed, ten gevolge van een overdragende of aanwijzende overeenkomst, in voldoende mate bewezen wordt door daden van beschikking of van bestuur of door andere handelingen of akten waarbij de eigendom of het vruchtgebruik vastgesteld of ondersteld wordt. Ingevolge art. 187 W. Reg. kan de administratie dus de verandering van eigendom of vruchtgebruik bewijzen door aan te tonen dat iemand anders dan de openlijke houder van de titel handelingen stelt die de eigendom of het vruchtgebruik van het onroerend goed veronderstellen. 29 F. WERDEFROY, Registratierechten, Antwerpen, Kluwer, 1991, 227; A. MAYEUR, Cursus van registratiehypotheek- en griffierechten: federaal deel, 2010, Art. 189 W. Reg. 13

14 Het vermoeden van art. 187 W. Reg. kan worden weerlegd. Het tegenbewijs kan worden geleverd door alle rechtsmiddelen met uitzondering van de eed Een tweede wettelijk vermoeden inzake registratierechten is vervat in art. 188 W. Reg. De tussenpersoon bij een verkoop wordt als koper voor eigen rekening beschouwd, wanneer hij reeds voor het tot stand brengen van de verkoop aan de eigenaar de prijs heeft betaald of er zich toe verbonden heeft te betalen. De tussenpersoon wordt geacht het onroerend goed te hebben verkregen op de dag van de betaling of van de verbintenis tot betaling. Voor de toepassing van dit wettelijk vermoeden volstaat het dat de administratie kan bewijzen dat de tussenpersoon aan de verkoper de prijs heeft betaald of zich verbonden heeft te betalen, vooraleer de verkoop tot stand is gekomen. Voor de toepassing van het vermoeden is het van geen belang of de eigendomsoverdracht later ook effectief plaatsvindt 32. Het wettelijk vermoeden van art. 188 W. Reg. is niet weerlegbaar. De tussenpersoon kan zich niet beroepen op de hoedanigheid van commissionair of lasthebber Wettelijke vermoedens in de successierechten 30. Het is voor de administratie niet eenvoudig om te bewijzen dat bepaalde goederen eigendom waren van de erflater op het ogenblik van overlijden. Om deze reden zijn de wettelijke vermoedens van art. 108, 109 en 110 W. Succ. ingevoerd 34. Art. 108, 109, en 110 W. Succ. vestigen het vermoeden dat de erflater op het ogenblik van overlijden nog eigenaar was van de betreffende goederen. De vermoedens kunnen weerlegd worden door de erfgenamen. Zij kunnen aantonen dat de goederen zich niet in de nalatenschap van erflater bevonden Het vermoeden van art. 108 W. Succ. laat de administratie toe aan de hand van akten van eigendom het bewijs te leveren dat bepaalde onroerende of roerende goederen eigendom waren van de erflater op het ogenblik van overlijden. De akte van eigendom vestigt aldus het wettelijk vermoeden dat de goederen eigendom waren van de overledene op het ogenblik van overlijden, tot de levering van het tegenbewijs door de erfgenamen. Ten aanzien van roerende goederen geldt het gevestigd wettelijk vermoeden slechts op voorwaarde dat de akte niet sedert meer dan drie jaar voor het overlijden bestaat 36. Indien de akte ouder is, geldt hij wel nog als gewoon vermoeden in de zin van art. 105 W. Succ. 31 F. WERDEFROY, Registratierechten, Antwerpen, Kluwer, 1991, 220; A. MAYEUR, Cursus van registratiehypotheek- en griffierechten: federaal deel, 2010, A. MAYEUR, Cursus van registratie- hypotheek- en griffierechten: federaal deel, 2010, Art. 188, lid 2 W. Reg. 34 M. GHYSELINCK, Cursus van successierechten: bepalingen toepasselijk in het Vlaams Gewest, 2010, M. GHYSELINCK, Cursus van successierechten: bepalingen toepasselijk in het Vlaams Gewest, 2010, Art. 108, lid 2 W. Succ. 14

15 De akte van eigendom moet de eigendom in hoofde van de overledene op onomstootbare wijze doen voorkomen 37. Tevens moet de akte uitgaan ofwel de overledene zelf, ofwel van een derde die optreedt voor rekening of in het belang van de overledene Art. 109 W. Succ. voert een wettelijk vermoeden van eigendom in met betrekking tot enkele specifiek vermelde goederen. De administratie bewijst de eigendom in hoofde van de overledene aan de hand van de loutere inschrijving van deze goederen in bepaalde openbare registers. De inschrijving in de registers is voldoende bewijs, tot de levering van het tegenbewijs door de erfgenamen. 33. Het wettelijk vermoeden van art. 110 W. Succ. is van toepassing op effecten, sommen, waarden of om het even welke voorwerpen die gedeponeerd zijn in een door de overledene gehuurde brandkast. De goederen worden geacht de overledene geheel of hoofdelijk toe te behoren, al naar gelang de overledene alleen of samen met andere personen de brandkast heeft gehuurd. Het artikel is ook van toepassing op effecten, sommen, waarden of om het even welke voorwerpen die in een gesloten koffer, omslag of colli zijn gedeponeerd op naam van de overledene bij de in art. 97 W. Succ. vermelde natuurlijke of rechtspersonen 39. De belastingschuldigen kunnen het tegenbewijs leveren door alle middelen van recht, met uitzondering van de eed 40. De administratie kan het vermoeden ook weerleggen door te bewijzen dat de goederen voor meer dan het hoofdelijke deel aan de overledene toebehoren De administratie als derde 2.1 De gemeenrechtelijke betekenis van het derdenbegrip 34. Het Burgerlijk Wetboek definieert het begrip derde nergens op een duidelijke wijze. De inhoud van het begrip is voornamelijk ontwikkeld door de rechtsleer en rechtspraak. Art B.W. bepaalt de verhouding tussen contractspartijen en derden. Het artikel stelt dat overeenkomsten enkel gevolgen teweeg brengen tussen contractspartijen. Overeenkomsten brengen aan derden geen nadeel toe en strekken hen slechts tot voordeel in het geval voorzien in artikel 1121 B.W 42. Aangezien art B.W. het begrip derde niet verder omschrijft, is iedereen die geen partij is bij de overeenkomst een derde in het kader van dit artikel 43. De partijen zijn 37 D. DE GROOT, M. GHYSELEN EN T. WUSTENBERGHS, Handboek registratie- en successierechten, Antwerpen, Intersentia, 2006, 347; M. GHYSELINCK, Cursus van successierechten: bepalingen toepasselijk in het Vlaams Gewest, 2010, M. GHYSELINCK, Cursus van successierechten: bepalingen toepasselijk in het Vlaams Gewest, 2010, Art. 110, lid 2 W. Succ. 40 Art. 110, lid 3 W. Succ. 41 Art. 110, lid 1 W. Succ. 42 Art B.W. behandelt de bedingen ten behoeve van een derde. 43 VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006, 219; M. GHYSELEN, Fiscale gevolgen van nietige rechtshandelingen, Kalmthout, Biblio, 1996,

16 diegenen die in eigen naam of middels vertegenwoordiging het contract hebben gesloten. De algemene rechtverkrijgenden en rechtverkrijgenden ten algemenen titel van de partijen worden hiermee gelijkgesteld De uiteengezette verhouding tussen contracterende partijen en derden in art B.W. is de verwoording van het principe van de relativiteit van de overeenkomst 45. Dit houdt in dat de uitvoering van de in de overeenkomst vervatte verbintenissen niet kan worden geëist van de derde. Omgekeerd geldt dit ook. De derde zal dus niet de uitvoering van in de in de overeenkomst vervatte verbintenissen kunnen vorderen. Hij blijft m.a.w. vreemd aan de interne gevolgen van de overeenkomst 46. Het bestaan van de overeenkomst is wel tegenwerpelijk aan derden. Hoewel derden niet zijn gehouden door de interne gevolgen van de overeenkomst, zijn zij wel verplicht het bestaan van de overeenkomst en de gevolgen ervan tussen partijen te erkennen en te respecteren Er zijn verschillende wetsbepalingen die de derde proberen te beschermen tegen de nadelige gevolgen van rechtshandelingen waaraan hij vreemd is gebleven. Deze bepalingen hebben voornamelijk betrekking op het bewijs en de tegenstelbaarheid van de rechtshandeling 48. Derden hebben vooreerst een bevoorrechte positie wat betreft de bewijsregeling. Omdat derden vreemd zijn gebleven aan de rechtshandeling kunnen zij deze als materieel feit bewijzen met alle middelen van recht. De hiërarchische bewijsregeling van het Burgerlijk Wetboek is namelijk enkel toepasselijk voor het bewijs van contractuele verbintenissen. Daarenboven moeten partijen voor het bewijs van de rechtshandeling ten opzichte van derden rekening houden met art B.W 49. Zo kunnen zij de rechtshandeling die de waarde van 375 euro te boven gaat in principe slechts bewijzen aan de hand van een geschrift. Bovendien kunnen zij geen bewijs leveren door getuigen en vermoedens tegen en boven de inhoud van het geschrift 50. Het derdenbegrip in het gemeen recht wordt zoals reeds eerder vermeld voornamelijk in verband gebracht met de tegenstelbaarheid van rechtshandelingen. Ook hier bekleedt de derde vaak een bevoorrechte positie. Diverse wettelijke bepalingen beschermen de derde ter goede trouw door hem bepaalde rechtshandelingen niet tegenstelbaar te verklaren. Zo wordt de tegenwerpelijkheid van bepaalde akten tegen derden afhankelijk gesteld van publicatievereisten. Het belangrijkste voorbeeld van een dergelijke publicatievereiste is de 44 Art B.W. en VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006, ; M. GHYSELEN, Fiscale gevolgen van nietige rechtshandelingen, Kalmthout, Biblio, 1996, R. VANDEPUTTE, De overeenkomst, Brussel, Larcier, 1977, 327; VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006, M. GHYSELEN, Fiscale gevolgen van nietige rechtshandelingen, Kalmthout, Biblio, 1996, R. VANDEPUTTE, De overeenkomst, Brussel, Larcier, 1977, 335;VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006, F. WERDEFROY, Registratierechten , Mechelen, Kluwer, 2009, F. WERDEFROY, Registratierechten , Mechelen, Kluwer, 2009, 224; VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006, Art en 1353 B.W. 16

17 overschrijving op het hypotheekkantoor van akten onder de levenden die strekken tot de overdracht of aanwijzing van onroerende zakelijke rechten. Tot aan de overschrijving kan met de akte niet tegenwerpen aan de derde ter goede trouw 51. Een ander voorbeeld van de bescherming die derden genieten in het kader van de niettegenwerpelijkheid van rechtshandelingen is art B.W. Dit artikel verklaart de datum van onderhandse akten in principe niet-tegewerpelijk aan derden. Onderhandse akten krijgen ten aanzien van derden slechts vaste datum in de gevallen die het artikel opsomt. Dit gebeurt meestal door de registratie van de onderhandse akte. Tot slot kan ook art B.W. nog worden vermeld. Dit artikel bepaalt dat tegenbrieven enkel tussen de contracterende partijen gevolg hebben en niet tegenstelbaar zijn aan derden. Partijen kunnen zich ten aanzien van derden dus niet beroepen op de verborgen overeenkomst. Derden hebben evenwel de keuze. Ze kunnen zich zowel beroepen op de openlijke akte als op de tegenbrief. Het bestaan van de tegenbrief kan worden bewezen door alle middelen van recht. 37. Het derdenbegrip in deze wetsbepalingen heeft evenwel niet altijd dezelfde betekenis. In een aantal gevallen is het begrip zeer ruim en omvat het alle personen die een rechtsrelatie hebben met een van contractanten, zonder zelf partij te zijn aan de overeenkomst. In de andere gevallen kent het begrip een engere toepassing en beschermt het enkel de personen die titularis zijn van concurrerende rechten of die door een andere overeenkomst met een van de partijen zijn verbonden 52. De omvang van de groep beschermde personen verschilt dus danig, al naargelang de toepasselijke wettelijke bepaling. Of de fiscale administratie zich in bepaalde gevallen kan beroepen op de beschermde positie van de derde wordt in het volgende deel besproken. 2.2 Is de fiscale administratie een derde inzake registratie- en successierechten? 38. Algemeen wordt aangenomen dat het privaatrechtelijke derdenbegrip niet zonder meer kan worden overgeheveld naar het belastingrecht 53. Hoewel de administratie is vreemd gebleven aan de totstandkoming van de belastbare feiten, volstaat dit in principe niet om aanspraak te maken op de beschermde positie die het privaatrecht aan derden ter goeder trouw toekent. Het belastingrecht behoort namelijk tot het publiek recht. De administratie heeft geen rechten die ze discretionair kan uitoefenen, maar is belast met een wettelijke invorderingsplicht 54. Zij moet dus de werkelijke toestand belasten zoals die voor de 51 Art. 1 Hypotheekwet 52 F. WERDEFROY, Registratierechten , Mechelen, Kluwer, 2009, 229; M. GHYSELEN, Fiscale gevolgen van nietige rechtshandelingen, Kalmthout, Biblio, 1996, en F. WERDEFROY, Registratierechten , Mechelen, Kluwer, 2009, ; M. GHYSELEN, Fiscale gevolgen van nietige rechtshandelingen, Kalmthout, Biblio, 1996, 163; I. CLAEYS BOÙÙAERT, Het bewijs in fiscale geschillen en de bewijsregeling van het Burgerlijk Wetboek, TFR 1985, I. CLAEYS BOÙÙAERT, Het bewijs in fiscale geschillen en de bewijsregeling van het Burgerlijk Wetboek, TFR 1985, 45; 17

18 belastingplichtige bestaat 55. Het is haar in principe niet toegestaan een andere toestand te creëren door gebruik te maken van de beschermde positie van de derde. 39. Om te kunnen bepalen of de administratie als derde kan worden beschouwd, moet eerst een onderscheid worden gemaakt naar gelang de fase van de belastingheffing waarin de administratie optreedt. De juridische positie die de administratie bekleedt in de vestigingsfase van de belasting verschilt grondig van de positie in de invorderingsfase In de invorderingsfase 40. Algemeen wordt aangenomen dat de administratie bij het opeisen van de niet betwiste belastingschuld optreedt als een derde. Ze bevindt zich hierbij in dezelfde situatie als de gemeenrechtelijke schuldeiser en kan zich beroepen op dezelfde beschermingsmaatregelen. Het vermogen van de schuldenaar strekt zich namelijk tot gemeenschappelijke waarborg van al zijn schuldeisers, zonder onderscheid. De wettelijke basis van het vorderingsrecht van de administratie verandert hier niets aan 57. De administratie beschikt dus bij de invordering van de belastingschuld over dezelfde middelen als de schuldeisers van gemeenrecht. Dit biedt de administratie onder meer bescherming tegen de door partijen opgestelde tegenbrieven, de datum van onderhandse akten en de niet-naleving van de wettelijke publicatievereisten. De administratie is ook beschermd wanneer de schuldenaar met bedrieglijke benadeling van haar rechten contracteert 58. Ze kan de niet-tegenstelbaarheid van deze handelingen vorderen. 41. De fiscus is in de invorderingsfase een derde ten aanzien van alle akten en rechtshandelingen die het vermogen van de belastingplichtige beïnvloeden 59. De administratie geniet de beschermde positie uiteraard ongeacht de aard van de belasting die wordt ingevorderd. De fiscus is dus bij de invordering van belastingschulden zowel inzake registratie- en successierechten als inzake de directe belastingen een beschermde derde In de vestigingsfase 42. In de rechtsleer wordt algemeen aanvaard dat de ontvanger van de administratie inzake successie- en registratierechten ook als een derde kan worden beschouwd 60. Deze opvatting vindt onder meer haar oorsprong in een eeuwenoude traditie met betrekking tot de 55 I. CLAEYS BOÙÙAERT, Het bewijs in fiscale geschillen en de bewijsregeling van het Burgerlijk Wetboek, TFR 1985, 45; M. GHYSELEN, Fiscale gevolgen van nietige rechtshandelingen, Kalmthout, Biblio, 1996, 163; F. WERDEFROY, Registratierechten , Mechelen, Kluwer, 2009, F. WERDEFROY, Registratierechten , Mechelen, Kluwer, 2009, F. WERDEFROY, Registratierechten , Mechelen, Kluwer, 2009, 225; J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2010, 1220;. GHYSELEN, Fiscale gevolgen van nietige rechtshandelingen, Kalmthout, Biblio, 1996, 162; G. POPPE, Welke wapens kan de fiscus hanteren tegen een fictief gecreëerd vermogen?, TFR 1997, Art B.W. 59 N. VIAENE, Invordering van belastingschulden, in F. MOEYKENS (ed.), De Praktijkjurist VI, Gent, Academia Press, 2003, F. WERDEFROY, Registratierechten , Mechelen, Kluwer, 2009, 226; J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2010, 1221; M. GHYSELEN, Fiscale gevolgen van nietige rechtshandelingen, Kalmthout, Biblo, 1996,

19 registratierechten die teruggaat tot de leenroerigheid 61. De bijzondere positie van de fiscale administratie bij de vestiging van de registratie- en successiebelasting wordt ook bevestigd door diverse bepalingen in het Wetboek der registratierechten en het Wetboek der successierechten Zoals hierboven is aangegeven, heeft het derdenbegrip in het privaatrecht niet altijd dezelfde betekenis. In bepaalde gevallen beschermt de wetgever een grote groep personen, in andere gevallen is het toepassingsgebied eerder beperkt. Voor de ruime toepassing verstaat men onder de derde iedere persoon die een rechtsrelatie heeft met een van de contractanten, zonder zelf partij aan het contract te zijn 63. Voor de enge toepassing worden enkel de personen bedoeld die titularis zijn van concurrerende rechten of die door een andere overeenkomst met een van de partijen zijn verbonden. De administratie kan enkel aanspraak maken op de positie van derde in de ruime zin. Er is namelijk geen contractuele band tussen de fiscus en de belastingplichtige. De administratie stelt de belastingschuld vast op grond van een specifieke wettelijke bepaling en oefent hierbij geen rechten uit op het vermogen van de belastingplichtige. Ze is dus in principe ook geen titularis van concurrerende rechten op goederen in het patrimonium van de belastingplichtige 64. Dit betekent dat de administratie tijdens de taxatiefase geen gebruik kan maken van de bepalingen die derden beschermen tegen de niet-naleving van publicatievereisten en de inbreuk op verkregen concurrerende rechten De administratie kan de niet-publicatie van een bepaalde akte dus niet inroepen om de voor de belastingplichtige werkelijk bestaande toestand te negeren. De wettelijke publicatievereisten zijn trouwens ingevoerd om de rechtszekerheid te verhogen van de personen die (willen) contracteren met een van de partijen van de aan de publicatievereiste onderworpen overeenkomst. De administratie behoort duidelijk niet tot die groep van personen De administratie kan zich ook niet beroepen op de beschermingsbepalingen voor derden met concurrerende rechten. Zo moet ze bijvoorbeeld de gevolgen dragen van de bevestiging van een relatief nietige rechtshandeling, hoewel art. 1338, derde lid B.W. bepaalt dat de bevestiging gebeurt onverminderd de rechten van derden. Volgens de rechtspraak wordt voor de toepassing van dit artikel verstaan onder derden : de personen die over de zaak waarop de verbintenis betrekking heeft, een eigen en rechtstreeks recht hebben verkregen, waardoor 61 F. WERDEFROY, Registratierechten , Mechelen, Kluwer, 2009, Art. 18, 147, 159, 1, 185 en 214, laatste lid W. Reg; Art. 105 en 106 W. Succ. 63 Zie suppra. 64 F. WERDEFROY, Registratierechten , Mechelen, Kluwer, 2009, 229; M. GHYSELEN, Fiscale gevolgen van nietige rechtshandelingen, Kalmthout, Biblio, 1996, F. WERDEFROY, Registratierechten , Mechelen, Kluwer, 2009, F. WERDEFROY, Registratierechten , Mechelen, Kluwer, 2009,

20 zij een nietigheidsvordering kunnen instellen 67. Het merendeel van de rechtsleer is van oordeel dat de fiscus bij de vestiging van de belasting niet over een dergelijk recht beschikt De administratie kan zich wel nog beroepen op de bepalingen die tot de bescherming van derden in de ruime zin strekken. Ze worden onder meer beschermd door art en 1328 B.W. en kunnen wanneer ze er belang bij hebben de nietigheid vorderen van de absoluut nietige akten 69. Hieronder bespreek ik wat de specifieke gevolgen zijn van de bijzondere positie van fiscus bij het vestigen van de belasting. 2.3 Gevolgen van de bijzondere positie van de administratie inzake registratie- en successierechten 47. In het eerste deel van dit hoofdstuk is de positie van de administratie bij de bewijsvoering besproken. Er is aangetoond dat de administratie als derde het bewijs van belastbare stof kan leveren door alle middelen van recht, uitgezonderd de eed. In dit deel worden de specifieke gevolgen van de derdenpositie van de administratie besproken, meer bepaald de mogelijkheid om zich te beroepen op de art en 1328 B.W. Het recht om de nietigheid te vorderen van absoluut nietige rechtshandelingen komt in hoofstuk 4 aan bod. 48. Als derde in de ruime zin kan de administratie zich beroepen op art B.W. Dit artikel bepaalt dat tegenbrieven enkel gevolgen hebben tussen partijen en niet werken tegen derden. De administratie kan de werkelijke toestand, zoals deze bestaat voor partijen, negeren bij het heffen van de registratie- of successierechten. De tegenbrieven kunnen haar dus niet worden tegengeworpen 70. De administratie heeft evenwel de keuze: indien ze er belang bij heeft kan ze zich op de tegenbrief beroepen 71. De niet-tegenstelbaarheid van tegenbrieven aan de administratie wordt inzake successierechten specifiek bevestigd door art. 106 W. Succ. Het eerste lid bepaalt namelijk dat tegenbrieven de Staat niet kunnen worden tegengesteld, in zover zij de vermindering van het actief of de vermeerdering van het passief van de nalatenschap tot gevolg hebben. 49. De administratie wordt ook als derde beschouwd in het kader van de akten zonder vaste datum. Art B.W. bepaalt dat onderhandse akten ten aanzien van derden slechts vaste 67 Cass. 19 mei 1994, RW , 743; Luik 9 mei 1995, Rec.gén.enr.not. 1995, nr , M. GHYSELEN, Fiscale gevolgen van nietige rechtshandelingen, Kalmthout, Biblo, 1996, 155; F. WERDEFROY, Registratierechten , Mechelen, Kluwer, 2009, 230; N. GHEELAND, Beschouwingen, denkpisten en valkuilen bij de familiale vermogensplanning in X. (ed.), Familiale vermogensplanning, XXXe Postuniversitaire Cyclus Willy Delva , Mechelen, Kluwer, 2004, ; H. CASIER, N. GEELHAND DE MERXEM, I. SHUERMANS EN B. VERDICKT, De erfovereenkomst is niet langer strijdig met de openbare orde: een nieuw mijlpaalarrest inzake successieplanning, TEP 2010, M. GHYSELEN, Fiscale gevolgen van nietige rechtshandelingen, Kalmthout, Biblio, 1996, 167; F. WERDEFROY, Registratierechten , Mechelen, Kluwer, 2009, 230; J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2010, WERDEFROY, Registratierechten , Mechelen, Kluwer, 2009, 230; J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2010, WERDEFROY, Registratierechten , Mechelen, Kluwer, 2009, 615; J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, Successierechten , Mechelen, Kluwer, 2010,

21 datum verkrijgen naar aanleiding van de registratie van de akte, het overlijden van een van de ondertekenaars ofwel naar aanleiding van de vaststelling van de hoofdinhoud in een door een openbare ambtenaar opgemaakte akte. De datum van de onderhandse akte is de administratie dus maar tegenstelbaar indien de akte vaste datum heeft verworven op een van de manieren opgesomd in art B.W. Art. 18, eerste lid W.Reg. herhaalt de principiële niet-tegenstelbaarheid van de datum van onderhandse akten voor wat betreft de ontvanger der registratierechten. Het stelt dat de datum van akten niet tegen het bestuur kan worden ingeroepen dan voor zover die datum tegen derden kan worden ingeroepen. Het vermeldt ook nog dat de registratie geen erkenning inhoudt van de datum van de akte. De administratie der registratierechten houdt evenwel niet aan de strikte toepassing van art. 18, eerste lid W. Reg. Ze laat toe het bewijs te leveren van de oprechtheid van de datum door alle middelen van recht, uitgezonderd de eed 72. Ook inzake successierechten houdt de administratie niet aan de strikte toepassing van art B.W Verschil met de directe belastingen en BTW 50. De administratie kan zich in de directe belastingen en de BTW in principe niet beroepen op de hoedanigheid van derde 74. De administratie heeft bij het vaststellen van de belastingschuld een gebonden bevoegdheid en moet de fiscale wetten strikt toepassen. Dit volgt uit het legaliteitsbeginsel 75. De fiscale wet is namelijk de enige bron van belastingen 76. Ze moet de belastingschuld vaststellen die op grond van de wettelijke bepalingen verschuldigd is. Dit betekent dat de administratie de situatie zoals deze voor de belastingplichtige bestaat in rekening moet brengen en niet mag negeren 77. Tegenbrieven zijn de administratie dus tegenstelbaar. De tegenbrief bevat namelijk de door partijen werkelijk gesloten overeenkomst. De administratie kan zich niet op art B.W. beroepen om een andere dan de werkelijke toestand te belasten. De belastingen moeten vastgesteld worden op grond van de door de belastingplichtige werkelijk gehanteerde juridische constructie WERDEFROY, Registratierechten , Mechelen, Kluwer, 2009, 233; M. GHYSELEN, Fiscale gevolgen van nietige rechtshandelingen, Kalmthout, Biblio, 1996, 168; Fiscaal compendium registratierechten p. 60.; A. MAYEUR, Cursus van registratie- hypotheek- en griffierechten: federaal deel, 2010, 133; Vr. en Antw. Kamer , 12 mei 1998, (Vr. nr S. CREYF). 73 Vr. en Antw. Kamer , 12 mei 1998, (Vr. nr S. CREYF). 74 I. CLAEYS BOÙÙAERT, Het bewijs in fiscale geschillen en de bewijsregeling van het Burgerlijk Wetboek, TFR 1985, 45; WERDEFROY, Registratierechten , Mechelen, Kluwer, 2009, ; M. GHYSELEN, Fiscale gevolgen van nietige rechtshandelingen, Kalmthout, Biblio, 1996, Art. 170 G.W. 76 S. VAN CROMBRUGGE, De grondregels van het Belgisch fiscaal recht, Kalmthout, Biblo, 2009, I. CLAEYS BOÙÙAERT, Het bewijs in fiscale geschillen en de bewijsregeling van het Burgerlijk Wetboek, TFR 1985, 45; WERDEFROY, Registratierechten , Mechelen, Kluwer, 2009, 227; M. GHYSELEN, Fiscale gevolgen van nietige rechtshandelingen, Kalmthout, Biblio, 1996, 163; S. VAN CROMBRUGGE, De grondregels van het Belgisch fiscaal recht, Kalmthout, Biblo, 2009, Cass. 19 mei 1995, RW ,

DE OORZAAK VAN EISBAARHEID VAN DE SUCCESSIERECHTEN...

DE OORZAAK VAN EISBAARHEID VAN DE SUCCESSIERECHTEN... Successierechten 1. INLEIDING...2 A. OMSCHRIJVING...2 B. ONDERSCHEID...2 1 Het eigenlijk successierechten...2 2 Het recht van overgang bij overlijden...2 3 Oneigenlijke gewestelijke belasting...2 4 Ontstaan

Nadere informatie

DE VERPLICHTING TOT REGISTRATIE...

DE VERPLICHTING TOT REGISTRATIE... Registratierechten 1. INLEIDING...2 A. OMSCHRIJVING...2 B. DRIE SOORTEN REGISTRATIERECHTEN...2 1 Het algemeen vast recht ( 25)...2 2 Specifieke vaste rechten...2 3 Evenredige rechten...2 2. DE VERPLICHTING

Nadere informatie

HANDBOEK SUCCESSIERECHTEN

HANDBOEK SUCCESSIERECHTEN Fiscale Handboeken HANDBOEK SUCCESSIERECHTEN Dirk DE GROOT intersentia Antwerpen - Cambridge INHOUD I. Inleiding: kenmerken en toepassingsgebied 1 1. Kenmerken 1 1.1. Indirecte belasting 1 1.2. Belasting

Nadere informatie

VR DOC.0453/2BIS

VR DOC.0453/2BIS VR 2018 0405 DOC.0453/2BIS Ontwerp van decreet tot modernisering van de erf- en schenkbelasting, aangepast aan het nieuwe erfrecht DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Begroting,

Nadere informatie

Fiscale Handboeken HANDBOEK SUCCESSIERECHTEN. Dirk De Groot. Derde editie. Antwerpen Cambridge

Fiscale Handboeken HANDBOEK SUCCESSIERECHTEN. Dirk De Groot. Derde editie. Antwerpen Cambridge Fiscale Handboeken HANDBOEK SUCCESSIERECHTEN Dirk De Groot Derde editie Antwerpen Cambridge Handboek successierechten. Derde editie Dirk De Groot 2016 Antwerpen Cambridge www.intersentia.be ISBN 978-94-000-0725-3

Nadere informatie

INHOUD. I. Inleiding: kenmerken en toepassingsgebied... 1

INHOUD. I. Inleiding: kenmerken en toepassingsgebied... 1 INHOUD I. Inleiding: kenmerken en toepassingsgebied............................ 1 1. Kenmerken..................................................... 1 1.1. Indirecte belasting.........................................

Nadere informatie

HANDBOEK SUCCESSIERECHTEN

HANDBOEK SUCCESSIERECHTEN HANDBOEK SUCCESSIERECHTEN Fiscale Handboeken HANDBOEK SUCCESSIERECHTEN Dirk De Groot Tweede editie Antwerpen Cambridge Handboek successierechten. Tweede editie Dirk De Groot 2014 Antwerpen Cambridge www.intersentia.be

Nadere informatie

Inhoudstafel. DEEL 1 Inleiding... 1

Inhoudstafel. DEEL 1 Inleiding... 1 Inhoudstafel Inhoudstafel WAARSCHUWING................................................ HANDLEIDING.................................................. vii ix DEEL 1 Inleiding....................................................

Nadere informatie

De registratierechten in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest

De registratierechten in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest 1 De registratierechten in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest Deel 6 3.1.8 Korting (abattement) op de heffingsgrondslag in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest A Algemeen Voor aankopen van onroerende

Nadere informatie

Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten

Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten (van toepassing vanaf 01.01.2017) Artikel 60bis 1. In afwijking van de artikelen 48 en 48², worden het successierecht en het recht van overgang

Nadere informatie

HOOFDSTUK 4 Bewijs van de registratie... 18

HOOFDSTUK 4 Bewijs van de registratie... 18 INHOUD WOORD VOORAF... 3 AFDELING 1 Inleidende begrippen... 11 HOOFDSTUK 1 Definitie... 11 HOOFDSTUK 2 Doel... 13 HOOFDSTUK 3 Concrete uitvoering van de registratie... 14 A. De federale registratierechten...

Nadere informatie

Omzendbrief 2014/2 ///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Omzendbrief 2014/2 /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Omzendbrief 2014/2 /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Omzendbrief betreffende art. 3.17.0.0.2 van de Vlaamse Codex

Nadere informatie

HOOFDSTUK 4 Bewijs van de registratie... 18

HOOFDSTUK 4 Bewijs van de registratie... 18 INHOUD WOORD VOORAF... 3 AFDELING 1 Inleidende begrippen... 11 HOOFDSTUK 1 Definitie... 11 HOOFDSTUK 2 Doel... 13 HOOFDSTUK 3 Concrete uitvoering van de registratie... 14 A. De federale registratierechten...

Nadere informatie

www.mentorinstituut.be Een goed plan draagt inzicht en perspectief

www.mentorinstituut.be Een goed plan draagt inzicht en perspectief www.mentorinstituut.be Een goed plan draagt inzicht en perspectief vastgoed Brussel, 16 november 2013 J. Ruysseveldt 2 Agenda Problematiek bij overdracht Via klassieke technieken: schenking, verkoop, inbreng,

Nadere informatie

INHOUD. Deel I. Privaatrechtelijke aspecten... 1

INHOUD. Deel I. Privaatrechtelijke aspecten... 1 Deel I. Privaatrechtelijke aspecten..... 1 Hoofdstuk 1. Wettelijk kader van het samenwonen.... 3 1. Wet inwerkingtreding......... 5 2. Civielrechtelijk begrip wettelijke samenwoning..... 5 3. Verklaring

Nadere informatie

Deel 1. Registratierechten

Deel 1. Registratierechten Deel 1. Registratierechten Griffierechten Vlaams gewest... 3 Titel I. Registratierecht.............. 3 Hoofdstuk I. Formaliteit der registratie en vestiging van de belasting............ 3 Hoofdstuk II.

Nadere informatie

berekening en tarieven

berekening en tarieven Page 1 of 6 Leven - Schenken en Erven Schenkingsrechten in Vlaanderen: tarieven Net zoals bij successies worden de heffingen op schenkingen, de belastbare basis en de eventuele vrijstellingen door elk

Nadere informatie

Fictielegaat niet ongrondwettelijk

Fictielegaat niet ongrondwettelijk Fictielegaat niet ongrondwettelijk Alain Nijs Anton van Zantbeek Alain Verbeke 1 259. Op 26 april heeft het Arbitragehof zijn arrest gewezen met betrekking tot een beroep tot vernietiging ingesteld tegen

Nadere informatie

Deel 1. Registratierechten

Deel 1. Registratierechten Deel 1. Registratierechten Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten - Vlaams Gewest....... 3 Titel I. Registratierecht............... 3 Hoofdstuk I. Formaliteit Der Registratie En Vestiging

Nadere informatie

Antimisbruikbepaling - Fiscaal misbruik - Toepassingsgevallen - Registratie- en successierecht

Antimisbruikbepaling - Fiscaal misbruik - Toepassingsgevallen - Registratie- en successierecht Circulaire nr. 5/2013 (vervangt Circ. Nr. 8/2012) dd. 10.04.2013 Antimisbruikbepaling - Fiscaal misbruik - Toepassingsgevallen - Registratie- en successierecht Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene

Nadere informatie

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( )

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( ) stuk ingediend op 367 (2009-2010) Nr. 1 9 februari 2010 (2009-2010) Voorstel van decreet van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij houdende wijziging van artikel 159

Nadere informatie

Successierechten. Maandelijkse nieuwsbrief verschijnt niet in juli

Successierechten. Maandelijkse nieuwsbrief verschijnt niet in juli Successierechten Nr. 8 1 september 2016 Maandelijkse nieuwsbrief verschijnt niet in juli Afgiftekantoor Brussel X P 2A9331 Inhoud p. Rechtspraak Schuld uit keuzebeding onder last bij het tweede overlijden

Nadere informatie

INHOUDSTABEL... 2 INLEIDING... 4

INHOUDSTABEL... 2 INLEIDING... 4 KAN DE FISCALE ADMINISTRATIE IN HET KADER VAN DE REGISTRATIERECHTEN EN SUCCESSIERECHTEN DE NIETIGHEID ENKEL INROEPEN WANNEER HET OM EEN ABSOLUTE NIETIGHEID GAAT? Leen De Langhe 2 de Master Rechten 20034550

Nadere informatie

Het Vlaams Decreet van 19 december 2003 in werking sinds 1 januari 2004 wijzigt het schenkingsrecht in Vlaanderen.

Het Vlaams Decreet van 19 december 2003 in werking sinds 1 januari 2004 wijzigt het schenkingsrecht in Vlaanderen. DE NIEUWE VLAAMSE SCHENKINGSRECHTEN Wettelijk kader Het Vlaams Decreet van 19 december 2003 in werking sinds 1 januari 2004 wijzigt het schenkingsrecht in Vlaanderen. Tariefherschikking : art 131 W.Reg

Nadere informatie

Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed

Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed Analyse arrest HvB Gent 26 september 2013 FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be

Nadere informatie

Voorwoord 19 DEEL I SUCCESSIERECHTEN 21. HOOFDSTUK 1 Gewestelijk karakter Toestand vóór 1 januari

Voorwoord 19 DEEL I SUCCESSIERECHTEN 21. HOOFDSTUK 1 Gewestelijk karakter Toestand vóór 1 januari VGLSUCR_DO_1201.fm Page 3 Friday, September 14, 2012 9:53 AM INHOUDSTAFEL Voorwoord 19 DEEL I SUCCESSIERECHTEN 21 HOOFDSTUK 1 Gewestelijk karakter 23 1. Toestand vóór 1 januari 2002 23 2. Het Lambermont

Nadere informatie

De anti-misbruikbepaling in de registratie- en successierechten Invloed op technieken van successieplanning

De anti-misbruikbepaling in de registratie- en successierechten Invloed op technieken van successieplanning De anti-misbruikbepaling in de registratie- en successierechten Invloed op technieken van successieplanning door Karl Ruts, Leo Stevens & Cie A. TOEPASSELIJKE WETTEKSTEN ANTI-MISBRUIKBEPALINGEN Door de

Nadere informatie

Artikel 140/1 tot 140/6 van het Wetboek der registratie-, hypotheeken griffierechten

Artikel 140/1 tot 140/6 van het Wetboek der registratie-, hypotheeken griffierechten Artikel 140/1 tot 140/6 van het Wetboek der registratie-, hypotheeken griffierechten (van toepassing vanaf 01.01.2017) Artikel 140/1 1. In afwijking van artikel 131, wordt van het schenkingsrecht vrijgesteld:

Nadere informatie

Er wordt verwezen naar de Circulaire nr. 4 van 4 mei 2012. Huidige circulaire wijzigt in niets deze eerste circulaire. * * *

Er wordt verwezen naar de Circulaire nr. 4 van 4 mei 2012. Huidige circulaire wijzigt in niets deze eerste circulaire. * * * Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene Administratie van de PATRIMONIUMDOCUMENTATIE Sector registratie Dienst VI - Directies VI/8&9 Dossier nr. EE/L.214 Antimisbruikbepaling Toepassing gevallen fiscaal

Nadere informatie

DOSSIER : VRAGENLIJST INZAKE EVENTUELE VERMINDERINGEN VAN REGISTRATIERECHTEN. GELIEVE STEEDS MET JA of NEEN TE ANTWOORDEN

DOSSIER : VRAGENLIJST INZAKE EVENTUELE VERMINDERINGEN VAN REGISTRATIERECHTEN. GELIEVE STEEDS MET JA of NEEN TE ANTWOORDEN DOSSIER : VRAGENLIJST INZAKE EVENTUELE VERMINDERINGEN VAN REGISTRATIERECHTEN GELIEVE STEEDS MET JA of NEEN TE ANTWOORDEN A) Verminderd registratierecht (bescheiden woning klein beschrijf ) Dit betekent

Nadere informatie

Inhoud INLEIDING... 1 HOOFDSTUK 1. VERKOOPRECHTEN... 17

Inhoud INLEIDING... 1 HOOFDSTUK 1. VERKOOPRECHTEN... 17 Inhoud INLEIDING.................................................................... 1 HOOFDSTUK 1. VERKOOPRECHTEN.......................................................... 17 1. Wat is een verkoop?......................................................

Nadere informatie

DE SUCCESSIE- EN SCHENKINGSRECHTEN: OFFICIËLE TARIEVEN

DE SUCCESSIE- EN SCHENKINGSRECHTEN: OFFICIËLE TARIEVEN DE SUCCESSIE- EN SCHENKINGSRECHTEN: OFFICIËLE TRIEVEN De successie- en schenkingsrechten verschillen per gewest.. DE SUCCESSIERECHTEN EN DE SCHENKINGSRECHTEN IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 1. SUCCESSIERECHTEN

Nadere informatie

==================================================================== : Landsverordening overdrachtsbelasting

==================================================================== : Landsverordening overdrachtsbelasting AB 1989 no. GT 73 Intitulé : Landsverordening overdrachtsbelasting Citeertitel : Landsverordening overdrachtsbelasting Vindplaats : AB 1989 no. GT 73 Wijzigingen : AB 1997 nos. 33, 34; AB 2004 no. 11 (inwtr.

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende wijziging van het wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende wijziging van het wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten Stuk 963 (2001-2002) Nr. 7 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2001-2002 16 januari 2002 ONTWERP VAN DECREET houdende wijziging van het wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten TEKST AANGENOMEN DOOR

Nadere informatie

Gesplitste aankoop met voorafgaande schenking: een stand van zaken

Gesplitste aankoop met voorafgaande schenking: een stand van zaken Gesplitste aankoop met voorafgaande schenking: een stand van zaken De laatste weken is er heel wat inkt gevloeid omtrent de nieuwe circulaire waarin de Administratie de vernieuwde lijsten publiceerde met

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2012/8 De boekhoudkundige verwerking van de inbreng in eigendom in een Belgische burgerlijke maatschap die niet de rechtsvorm heeft aangenomen van een handelsvennootschap

Nadere informatie

Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari Eerste commentaar.

Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari Eerste commentaar. Beslissing BTW nr. E.T.119.318 dd. 28.10.2010 Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari 2011. Eerste commentaar. 1. Inleiding Ingevolge de wijzigingen van het Btw-Wetboek

Nadere informatie

1. (Een gewone) hand- en/of bankgift

1. (Een gewone) hand- en/of bankgift 1. (Een gewone) hand- en/of bankgift 1.1. WAT HOUDT ZO N HAND- OF BANKGIFT PRECIES IN? 1.1.1. Schenken zonder schenkingsrechten! Schenking is in principe notarieel. Dat is in ieder geval het basisprincipe

Nadere informatie

van de heren Dirk Van Mechelen, Jan Peumans, Koen Van den Heuvel, Ludo Sannen, Filip Watteeuw en Lode Vereeck

van de heren Dirk Van Mechelen, Jan Peumans, Koen Van den Heuvel, Ludo Sannen, Filip Watteeuw en Lode Vereeck stuk ingediend op 789 (2010-2011) Nr. 1 9 november 2010 (2010-2011) Voorstel van decreet van de heren Dirk Van Mechelen, Jan Peumans, Koen Van den Heuvel, Ludo Sannen, Filip Watteeuw en Lode Vereeck houdende

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET. houdende invoering van een bijzonder vast recht voor minnelijke ontbinding of vernietiging van koopovereenkomsten

ONTWERP VAN DECREET. houdende invoering van een bijzonder vast recht voor minnelijke ontbinding of vernietiging van koopovereenkomsten Stuk 1344 (2007-2008) Nr. 1 Zitting 2007-2008 10 oktober 2007 ONTWERP VAN DECREET houdende invoering van een bijzonder vast recht voor minnelijke ontbinding of vernietiging van koopovereenkomsten 3370

Nadere informatie

16 februari 2015. Deze omzendbrief vervangt vanaf 1 januari 2015 de omzendbrief 2014/2. Inhoudstabel

16 februari 2015. Deze omzendbrief vervangt vanaf 1 januari 2015 de omzendbrief 2014/2. Inhoudstabel Omzendbrief 2015/1 ///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Omzendbrief betreffende art. 3.17.0.0.2

Nadere informatie

DE VERJARINGS- EN ONDERZOEKSTERMIJNEN INZAKE BTW

DE VERJARINGS- EN ONDERZOEKSTERMIJNEN INZAKE BTW DE VERJARINGS- EN ONDERZOEKSTERMIJNEN INZAKE BTW Kris Heyrman TITEL VAN DE CONFERENTIE Advocaat-vennoot Dubois, Verlinden, Wauman Berkenlaan 45, 2610 Antwerpen Voornaam & Naam van de spreker tel:03.287.06.66

Nadere informatie

1. HET ERFRECHT VAN DE LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT EN HET WETTELIJK OF CONVENTIONEEL RECHT VAN TERUG- KEER 2

1. HET ERFRECHT VAN DE LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT EN HET WETTELIJK OF CONVENTIONEEL RECHT VAN TERUG- KEER 2 HOOFDSTUK 1 DE WISSELWERKING TUSSEN SCHENKINGEN EN UITERSTE WILSBESCHIKKINGEN Annelies Wylleman Hoofddocent Vakgroep Burgerlijk Recht Universiteit Gent Notaris Lise Voet Assistent Vakgroep Burgerlijk Recht

Nadere informatie

H o o f d s t u k I. Algemeen. Afdeling 1. Situering van de problematiek inzake fiscale antimisbruikbepalingen bij de overdracht van ondernemingen

H o o f d s t u k I. Algemeen. Afdeling 1. Situering van de problematiek inzake fiscale antimisbruikbepalingen bij de overdracht van ondernemingen 1 H o o f d s t u k I Algemeen Afdeling 1 Situering van de problematiek inzake fiscale antimisbruikbepalingen bij de overdracht van ondernemingen Een vraag die de laatste jaren steeds meer gesteld wordt

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Jura Onderwerp Erfbelasting in Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF 2015) Datum 3 februari 2015 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten van intellectuele

Nadere informatie

Rolnummer 2847. Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T

Rolnummer 2847. Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T Rolnummer 2847 Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 394 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vóór de wijziging ervan bij de

Nadere informatie

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN Dit nieuwsbericht is enkel voor informatie doeleinden bestemd. Ondanks het feit dat aan dit nieuwsbericht de gebruikelijke zorg is besteed,

Nadere informatie

Wie wil gaan samenwonen heeft twee keuzes: feitelijk of wettelijk samenwonen.

Wie wil gaan samenwonen heeft twee keuzes: feitelijk of wettelijk samenwonen. Wie wil gaan samenwonen kan er voor kiezen louter feitelijk samen te wonen, dan wel wettelijk te gaan samenwonen. De keuze die men daarbij maakt, heeft heel wat juridische en fiscale gevolgen. Hoe zit

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Uitgangspunt

1. Inleiding. 2. Uitgangspunt 1. Inleiding In het geval u overweegt een vakantiewoning aan te kopen gelegen in Parc Les Etoiles wilt u wellicht meer weten over de mogelijke gevolgen voor de belastingheffing met betrekking tot de aankoop

Nadere informatie

Inhoudsopgave BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE. BTW-Wetboek. Uitvoeringsbesluiten. Inhoudsopgave

Inhoudsopgave BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE. BTW-Wetboek. Uitvoeringsbesluiten. Inhoudsopgave Inhoudsopgave BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE BTW-Wetboek Wet 3 juli 1969 tot invoering van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, zoals gewijzigd bij wet 28 december 1992 (B.S.,

Nadere informatie

DE INTERACTIE TUSSEN DE SCHENKINGS- EN DE SUCCESSIERECHTEN

DE INTERACTIE TUSSEN DE SCHENKINGS- EN DE SUCCESSIERECHTEN Faculteit Rechtsgeleerdheid MASTERPROEF DE INTERACTIE TUSSEN DE SCHENKINGS- EN DE SUCCESSIERECHTEN Prof. dr. N. Geelhand Promotor Master Notariaat Academiejaar 2009-2010 Sofie Mestdagh Stamnummer 20024362

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Moore Stephens www.moorestephens.be Onderwerp Successie-en registratierechten in Vlaanderen anno 2015: het waren reeds belastingen, nu heten ze ook zo! Wat verandert er concreet voor u? Datum

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2012 F.11.0067.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.11.0067.N E.V.T., eiser, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Central

Nadere informatie

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMENWONEN = verbintenis tussen 2 ongehuwde personen van verschillend of hetzelfde geslacht die een

Nadere informatie

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T Rolnummer 3739 Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 413bis tot 413octies van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij

Nadere informatie

Rolnummer 4057. Arrest nr. 72/2007 van 26 april 2007 A R R E S T

Rolnummer 4057. Arrest nr. 72/2007 van 26 april 2007 A R R E S T Rolnummer 4057 Arrest nr. 72/2007 van 26 april 2007 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 84, tweede lid, van het Wetboek der successierechten, gesteld door de beslagrechter

Nadere informatie

BEDINGEN VAN AANWAS EN TERUGVALLING

BEDINGEN VAN AANWAS EN TERUGVALLING Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2014-2015 BEDINGEN VAN AANWAS EN TERUGVALLING INZAKE REGISTRATIE- EN SUCCESSIERECHTEN Masterproef van de opleiding Master na master in het notariaat

Nadere informatie

INHOUD. Huwelijk en fiscus

INHOUD. Huwelijk en fiscus Hoofdstuk 1. De periode voorafgaandelijk aan het huwelijk......... 1 Sectie 1. Het samenwonen van de toekomstige echtgenoten... 3 A. het vertrek uit de ouderlijke woonst... 3 B. Betaling van een onderhoudbijdrage....

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID ACADEMIEJAAR

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID ACADEMIEJAAR UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID ACADEMIEJAAR 2014 2015 Een kritische bespreking van de stelling dat de fiscale administratie inzake registratierechten en successierechten zich niet kan beroepen

Nadere informatie

Inhoud. Inhoud... Titel 1. Juridische aspecten... 1. Hoofdstuk 1. Algemeen... 1

Inhoud. Inhoud... Titel 1. Juridische aspecten... 1. Hoofdstuk 1. Algemeen... 1 p. Inhoud... V Titel 1. Juridische aspecten.... 1 Hoofdstuk 1. Algemeen... 1 Hoofdstuk 2. Algemene beschouwingen over de schenking onder de levenden... 2 Afdeling 1. Definitie...... 2 Afdeling 2. Grondvereisten

Nadere informatie

Inkomstenbelasting. Academiejaar 2009-2010 samenvatting syllabus - Jeroen De Mets 1

Inkomstenbelasting. Academiejaar 2009-2010 samenvatting syllabus - Jeroen De Mets 1 Inkomstenbelasting Academiejaar 2009-2010 samenvatting syllabus - Jeroen De Mets 1 1. Inleiding A. Begrippen Definitie fiscaal recht 1 Algemeen begrip van de belasting Definitie Cassatie (+gemeenschappen/gewesten)

Nadere informatie

De gesplitste aankoop in het Belgisch Recht Fiscaal misbruik of niet?

De gesplitste aankoop in het Belgisch Recht Fiscaal misbruik of niet? UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2013 2014 De gesplitste aankoop in het Belgisch Recht Fiscaal misbruik of niet? Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL WOORD VOORAF... CONTRACTEN ONDER VOORWAARDE ALAIN VERBEKE & IRIS VERVOORT... 1

INHOUDSTAFEL WOORD VOORAF... CONTRACTEN ONDER VOORWAARDE ALAIN VERBEKE & IRIS VERVOORT... 1 voorwerk.fm Page vii Monday, October 11, 2004 3:26 PM INHOUDSTAFEL WOORD VOORAF....................................... v CONTRACTEN ONDER VOORWAARDE ALAIN VERBEKE & IRIS VERVOORT.........................

Nadere informatie

2.3.3. REGISTRATIE- HYPOTHEEK- EN GRIFFIERECHTEN

2.3.3. REGISTRATIE- HYPOTHEEK- EN GRIFFIERECHTEN NL FR Enquête Trefwoord Contact Sitemap Help Zoek: 2.3.3. REGISTRATIE- HYPOTHEEK- EN GRIFFIERECHTEN 2.3.3. REGISTRATIE- HYPOTHEEK- EN GRIFFIERECHTEN 2.3.3. REGISTRATIE- HYPOTHEEK- EN GRIFFIERECHTEN De

Nadere informatie

De vestiging en de invordering van de inkomstenbelastingen

De vestiging en de invordering van de inkomstenbelastingen Hoofdstuk 9 De vestiging en de invordering van de inkomstenbelastingen 9.1 Aangifteverplichting Belastingplichtigen die onderworpen zijn aan de P.B., de Ven. B., de R.P.B. en de meeste B.N.I.'ers zijn

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR PLENAIRE VERGADERING

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR PLENAIRE VERGADERING Zitting 2005-2006 5 juli 2006 ONTWERP VAN DECREET houdende vrijstelling van successierechten ten voordele van de langstlevende partner voor de nettowaarde van de gezinswoning TEKST AANGENOMEN DOOR PLENAIRE

Nadere informatie

DEEL I RECHTEN VAN SUCCESSIE EN VAN OVERGANG BIJ OVERLIJDEN 1 TITEL I. INLEIDING 3

DEEL I RECHTEN VAN SUCCESSIE EN VAN OVERGANG BIJ OVERLIJDEN 1 TITEL I. INLEIDING 3 Inhoud Voorwoord bij editie 2012-2013 INHOUD BIBLIOGRAFIE INDELING VAN HET WETBOEK V VII XIX XXI DEEL I RECHTEN VAN SUCCESSIE EN VAN OVERGANG BIJ OVERLIJDEN 1 TITEL I. INLEIDING 3 Hoofdstuk I. Plaats van

Nadere informatie

Overzicht van de recente wijzigingen inzake Vlaamse registratierechten. vermindering van de registratierechten

Overzicht van de recente wijzigingen inzake Vlaamse registratierechten. vermindering van de registratierechten F iscaliteit Overzicht van de recente wijzigingen inzake Vlaamse registratierechten Vlaams Decreet houdende wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten van 1 februari 2002

Nadere informatie

Deel II. Grondlijnen van het Belgisch belastingstelsel met betrekking tot de onroerende goederen... 7

Deel II. Grondlijnen van het Belgisch belastingstelsel met betrekking tot de onroerende goederen... 7 Deel I. Inleiding.... 1 Deel II. Grondlijnen van het Belgisch belastingstelsel met betrekking tot de onroerende goederen..... 7 Hoofdstuk 1. Inleiding.... 9 Hoofdstuk 2. Categoriee n dubbele belasting.........

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 SEPTEMBER 2015 F.14.0133.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0133.N VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering in de persoon van de Vlaamse Minister en Begroting, Financiën

Nadere informatie

HANDBOEK FISCALE PROCEDURE BTW

HANDBOEK FISCALE PROCEDURE BTW HANDBOEK FISCALE PROCEDURE BTW Fiscale Handboeken HANDBOEK FISCALE PROCEDURE BTW 2013 Prof. Dr. Luk Vandenberghe (Universiteit Antwerpen) Antwerpen Cambridge Handboek fiscale procedure btw Luk Vandenberghe

Nadere informatie

Rolnummer 5059. Arrest nr. 121/2011 van 30 juni 2011 A R R E S T

Rolnummer 5059. Arrest nr. 121/2011 van 30 juni 2011 A R R E S T Rolnummer 5059 Arrest nr. 121/2011 van 30 juni 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 46bis, derde lid, 1, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten,

Nadere informatie

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed.

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed. Korte handleiding bijeenkomst 5. Overdracht van goederen. 3:83 en volgende BW Definitie overdracht: rechtsovergang van het ene rechtssubject naar het andere op basis van een een levering. Overdracht is

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord... Zaakregister... Tabel van de geciteerde beslissingen... HOOFDSTUK I ALGEMENE BEGRIPPEN A FDELING I A FDELING II

Inhoud. Voorwoord... Zaakregister... Tabel van de geciteerde beslissingen... HOOFDSTUK I ALGEMENE BEGRIPPEN A FDELING I A FDELING II iii Inhoud Voorwoord........................................................... Zaakregister.......................................................... Tabel van de geciteerde beslissingen.....................................

Nadere informatie

De meerwaarden. Met meerwaarden bedoelt men het positieve verschil tussen de verkoopprijs van een goed en de aankoopprijs ervan (inclusief kosten).

De meerwaarden. Met meerwaarden bedoelt men het positieve verschil tussen de verkoopprijs van een goed en de aankoopprijs ervan (inclusief kosten). De meerwaarden Met meerwaarden bedoelt men het positieve verschil tussen de verkoopprijs van een goed en de aankoopprijs ervan (inclusief kosten). Als het onroerend goed voor beroepsactiviteiten wordt

Nadere informatie

tarieven in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

tarieven in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uw AXA Bankagent of verzekeringsmakelaar In België biedt de AXA Groep u de keuze uit een ruime waaier van bank- en verzekeringsproducten die voor uw persoonlijke situatie een gepaste oplossing bieden.

Nadere informatie

Registratie- en Successierechten_juli 2012.book Page 112 Tuesday, September 11, :49 PM. Art. 304bis. [...] Art. 305bis. [ ]

Registratie- en Successierechten_juli 2012.book Page 112 Tuesday, September 11, :49 PM. Art. 304bis. [...] Art. 305bis. [ ] _juli 2012.book Page 112 Tuesday, September 11, 2012 1:49 PM Deel 1. Registratierechten - W. Reg. Brussels Hoofdstedelijk Gewest Art. 301ter. [...] Art. 301ter: Gewijzigd bij enig art., W 20.07.1955 (B.S.,

Nadere informatie

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK WETTELIJKE SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK BOEK III TITEL Vbis WETTELIJKE SAMENWONING Artikel 1475 Onder wettelijke samenwoning wordt verstaan de toestand van samenleven

Nadere informatie

Fiscaalrechtelijke aandachtspunten asset deals. Olivier De Keukelaere

Fiscaalrechtelijke aandachtspunten asset deals. Olivier De Keukelaere Fiscaalrechtelijke aandachtspunten asset deals Olivier De Keukelaere Overzicht Inkomstenbelasting BTW Registratierechten Successierechten 2 Overzicht Inkomstenbelasting BTW Registratierechten Successierechten

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Jura Onderwerp Schenkbelasting in Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF 2015) Datum 6 februari 2015 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten van intellectuele

Nadere informatie

Art. 3. Elke belastingplichtige, gehouden tot het indienen

Art. 3. Elke belastingplichtige, gehouden tot het indienen K.B. nr. 10 KONINKLIJK BESLUIT NR. 10 VAN 29 DECEMBER 1992, MET BETREKKING TOT DE UITOEFENINGSMODALITEITEN VAN DE KEUZEN, BEDOELD IN DE ARTIKELEN 15, 5, DERDE LID EN 25TER, 1, TWEEDE LID, 2, TWEEDE LID,

Nadere informatie

Annoteren van een rechterlijke uitspraak :

Annoteren van een rechterlijke uitspraak : Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2008-09 Annoteren van een rechterlijke uitspraak : Rb. Antwerpen 10 maart 2006, Rec.gén.enr.not. 2006, nr. 25.668, 271. De problematiek van giften

Nadere informatie

nr. 360 van BART SOMERS datum: 16 juli 2015 aan ANNEMIE TURTELBOOM Overdracht familiebedrijf - Schenkingsrechten

nr. 360 van BART SOMERS datum: 16 juli 2015 aan ANNEMIE TURTELBOOM Overdracht familiebedrijf - Schenkingsrechten SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 360 van BART SOMERS datum: 16 juli 2015 aan ANNEMIE TURTELBOOM VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE Overdracht familiebedrijf

Nadere informatie

tarieven in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

tarieven in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uw AXA bankagent of verzekeringsmakelaar In België biedt de AXA Groep u de keuze uit een ruime waaier van bank- en verzekeringsproducten die voor uw persoonlijke situatie een gepaste oplossing bieden.

Nadere informatie

}1 [Paragraaf 2 van artikel 18 van het Wetboek der

}1 [Paragraaf 2 van artikel 18 van het Wetboek der K.B. nr. 308, 31 maart 1936 «W. Succ., Vlaamse versie» (Art. 106) Om het door haar te leveren bewijs voor te brengen, mag de administratie beroep doen op processen-verbaal. Het proces-verbaal is een akte

Nadere informatie

'Vooraf erkend persoon' : (soms) ontheven van zijn hoofdelijkheid

'Vooraf erkend persoon' : (soms) ontheven van zijn hoofdelijkheid 9 april 2014 'Vooraf erkend persoon' : (soms) ontheven van zijn hoofdelijkheid Ivan Massin, Deloitte Belgium, Indirect tax Gepubliceerd in: Fiscoloog, n 1381, p. 7, BIBLO Een 'vooraf erkende persoon' is

Nadere informatie

x. Registratierechten: erfpacht

x. Registratierechten: erfpacht x. Registratierechten: erfpacht FOD FINANCIEN Dienst voorafgaande beslissingen in fiscale zaken Advies inzake erfpacht I Behandeling van aanvragen met betrekking tot erfpachtconstructies : 1. Indien de

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid"

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid" SCSZG/16/250 BERAADSLAGING NR. 16/114 VAN 20 DECEMBER MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS BETREFFENDE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 876 Regeling van het conflictenrecht betreffende het goederenrechtelijke regime met betrekking tot zaken, vorderingsrechten, aandelen en giraal

Nadere informatie

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15 Voorwoord 13 Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15 Afdeling 1. Het privaatrecht, wat is dat? 15 1. Objectief recht vs. subjectief recht 15 I. Algemeen 15 II. Objectieve benadering het objectief recht 15 III.

Nadere informatie

ALGEMENE INHOUD VII. Fiscaal Praktijkboek Indirecte Belastingen

ALGEMENE INHOUD VII. Fiscaal Praktijkboek Indirecte Belastingen ALGEMENE INHOUD DEEL I DE NIEUWE REGELS INZAKE BTW-AFTREK EN VOORDELEN ALLE AARD 1 Jurgen Opreel 1. Inleiding 5 2. Aanleiding voor de nieuwe aftrekregeling voor gemengd gebruikte goederen 6 2.1. Rechtspraak

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET. houdende vrijstelling van successierechten ten voordele van de langstlevende partner voor de nettowaarde van de gezinswoning

ONTWERP VAN DECREET. houdende vrijstelling van successierechten ten voordele van de langstlevende partner voor de nettowaarde van de gezinswoning Stuk 865 (2005-2006) Nr. 1 Zitting 2005-2006 31 mei 2006 ONTWERP VAN DECREET houdende vrijstelling van successierechten ten voordele van de langstlevende partner voor de nettowaarde van de gezinswoning

Nadere informatie

HOOFDSTUK 4. De reserve

HOOFDSTUK 4. De reserve HOOFDSTUK 4 De reserve 35. Grondbeginsel De wet (BW, art. 913 en volgende) legt een reserve vast ten gunste van sommige wettelijke erfgenamen (de wettige bloedverwanten in opgaande lijn, de bloedverwanten

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2004 AMENDEMENTEN. Stuk 1948 (2003-2004) Nr.

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2004 AMENDEMENTEN. Stuk 1948 (2003-2004) Nr. Stuk 1948 (2003-2004) Nr. 7 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2003-2004 3 december 2003 ONTWERP VAN DECREET houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2004 AMENDEMENTEN Zie : 1948 (2003-2004) Nr. 1 :

Nadere informatie

Verhelderende administratieve standpunten inzake erfbelasting

Verhelderende administratieve standpunten inzake erfbelasting Verhelderende administratieve standpunten inzake erfbelasting Auteur: Rik Deblauwe Publicatiedatum: 14 juli 2015 Deze tekst werd eerder gepubliceerd op www.lexfin.be en is een aanvulling op de Inleiding

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 DECEMBER 2010 F.08.0102.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.08.0102.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kantoor te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

VLAAMS GEWEST REGISTRATIERECHTEN BIJ ONDERHANDSE AANKOOP

VLAAMS GEWEST REGISTRATIERECHTEN BIJ ONDERHANDSE AANKOOP VLAAMS GEWEST REGISTRATIERECHTEN BIJ ONDERHANDSE AANKOOP 1. ALGEMEEN Bij het kopen van een onroerend goed moet rekening gehouden worden met de beschrijfkosten die bovenop de aankoopsom komen. De beschrijfkosten

Nadere informatie

www.mentorinstituut.be

www.mentorinstituut.be www.mentorinstituut.be Fiscaal misbruik in vermogensstructurering en successieplanning Brussel, 20 oktober 2012 J. Ruysseveldt 2 Agenda Nieuwe fiscale misbruikbepaling inzake registratie- en successierechten

Nadere informatie

Schenkingsrechten op onroerende goederen in de drie gewesten van het land: wat is er nieuw?

Schenkingsrechten op onroerende goederen in de drie gewesten van het land: wat is er nieuw? Schenkingsrechten op onroerende goederen in de drie gewesten van het land: wat is er nieuw? Eind 2015 werden de schenkingsrechten op onroerende goederen in het Brussels Hoofdstedelijk en Waalse Gewest

Nadere informatie

Handboek Estate Planning Bijzonder Deel... Voorwoord...

Handboek Estate Planning Bijzonder Deel... Voorwoord... Inhoudstafel Handboek Estate Planning Bijzonder Deel..................... Voorwoord.............................................. i iii ALGEMEEN DEEL........................................... 1 Inleiding.................................................

Nadere informatie