Onderwijs in vreemde talen in Nederland. Een schets van het onderwijs in vreemde talen buiten het reguliere onderwijs.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderwijs in vreemde talen in Nederland. Een schets van het onderwijs in vreemde talen buiten het reguliere onderwijs."

Transcriptie

1 Onderwijs in vreemde talen in Nederland Een schets van het onderwijs in vreemde talen buiten het reguliere onderwijs Sanne Elfering 8 februari 2008

2 ii

3 Samenvatting In dit onderzoek brengen we zo volledig het vreemdetalenonderwijs in Nederland in kaart, dat voor iedereen toegankelijk is én dat buiten het reguliere onderwijs wordt aangeboden. Om deze reden worden cursussen Nederlands en NT2 nadrukkelijk buiten beschouwing gelaten. Ook taleninstituten met relatief dure cursussen (meer dan 1.500), taalcursussen die alleen op aanvraag beschikbaar zijn, taalcursussen op cd-roms, taalreizen die door reisbureaus worden aangeboden, cursussen Friese taal en Latijn, en cursussen die vanuit een andere taal dan het Nederlands worden gegeven, worden niet meegenomen in het onderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd in twee fasen: een brede fase en een detailfase. In de brede fase is op internet gezocht naar alle voorzieningen op het gebied van vreemdetalenonderwijs die binnen de gestelde definitie vallen. Hierbij is waar mogelijk informatie van de websites verzameld, zoals vestigingsplaats, talenaanbod en kosten. Tijdens de detailfase is een steekproef van de gevonden voorzieningen gebeld met vragen over het cursusaanbod en kenmerken van de cursisten en de organisatie. In totaal hebben we 750 instellingen gevonden, die samen cursussen in 55 verschillende talen aanbieden. Onderzoeksvraag 1: welke instellingen zijn er? Het merendeel van de instellingen die vreemdetalenonderwijs aanbieden zijn instituten (taleninstituten zoals de LOI, Alliance Française en Elyco), volksuniversiteiten en particulieren. Verder is er in mindere mate cursusaanbod van zelforganisaties en taalreizen en in nog mindere mate van stichtingen, instellingen die thuisstudies aanbieden en reguliere onderwijsinstellingen. Het bedrijfsleven wordt vooral bediend door instituten en particulieren. Het aanbod van zelforganisaties bestaat relatief gezien voor het grootste deel uit cursussen voor kinderen. Onderzoeksvraag 2: voor welke talen bieden zij cursussen aan? De meeste cursussen worden aangeboden voor de standaard Europese talen: Frans, Engels, Spaans, Italiaans en Duits. Van de niet-europese talen scoort Chinees het hoogst. De talen waarvan de cursussen het best bezocht worden, zijn wederom Engels, Frans en Spaans. Onderzoeksvraag 3: hoe zijn deze instellingen en cursussen regionaal verdeeld? Het aantal cursussen en instellingen is regionaal scheef verdeeld. Het grootste gedeelte van de instellingen en cursussen bevindt zich in de regio Zuid-Holland en midden- iii

4 Nederland en in de regio Zeeland, Brabant en Limburg. In de regio Groningen/Friesland/Drenthe is het aantal instellingen en cursussen laag, maar de verhouding tussen het aantal cursisten en inwoners laat zien dat het potentieel aan cursisten in deze regio ook minder is dan elders. Dit geldt niet voor de regio Noord-Holland, waar het aantal cursussen en instellingen het laagst is, maar het aantal inwoners groot ten opzichte van het aantal cursisten. In de vier grote steden is het aantal cursisten in verhouding tot het aantal inwoners zeer groot, wat aanleiding geeft tot de vraag of deze cursussen wellicht ook door mensen buiten deze steden worden bezocht. Onderzoeksvraag 4: Wie bezoeken deze cursussen? De gemiddelde cursist is tussen de 40 en 50 jaar oud en autochtoon. Redenen om een taalcursus te volgen zijn op de eerste plaats het werk en in iets mindere mate uit hobby- of vrijetijdsoverwegingen of vanwege de moedertaal. Onderzoeksvraag 5: Hoe worden deze instellingen gekarakteriseerd? Een gemiddelde instelling heeft 20 docenten in dienst, waarvan het merendeel (gediplomeerd) native speaker is. Een cursus kost hier 284 euro. Cursussen zijn primair gericht op mondelinge taalvaardigheid met in meer of mindere mate schrijfvaardigheid en vinden voornamelijk in groepsverband klassikaal plaats. Doelgroep: kinderen Cursussen voor kinderen zijn er vooral in de leeftijdscategorie tot 12 jaar. Ongeveer een kwart van alle instellingen geeft aan dat er weinig tot geen interesse is voor kindercursussen. Hiertoe behoren ook enkele grote instellingen die naast het cursusaanbod voor volwassenen cursussen voor kinderen aanbieden. Alle instellingen die alléén op kinderen gericht zijn, zijn positief over het animo voor kindercursussen. Kinderen komen vooral de moedertaal leren. Een andere belangrijke reden is een verhuizing naar het buitenland. Het merendeel van de kinderen is autochtoon. Chinees en Engels zijn de meest populaire talen. Omdat internet is gebruikt als uitgangspunt bij dit onderzoek, zijn cursussen die bijvoorbeeld via briefjes in de supermarkt of het buurthuis niet in beeld. iv

5 Inhoud Samenvatting iii 1 Inleiding 1 2 Uitwerking van het onderzoek 3 3 Overzicht van het aanbod 5 4 De resultaten Onderwijsvoorzieningen en hun doelgroep Voorzieningen naar categorie Doelgroep: kinderen Het aanbod aan talen De regionale verdeling van het aanbod Achtergrondgegevens cursisten Kenmerken van de instellingen Cursusvormen Financiële en organisatorische aspecten Witte vlekken 26 5 Conclusie 29 Bijlage I 33 v

6 vi

7 1 Inleiding Talenkennis maakt je wereld groter. Het wordt in onze internationaliserende wereld van steeds groter belang om de taal van je nabije of verre buren te spreken aldus Maria van der Hoeven in haar hoedanigheid van voorzitter Vaste Kamercommissie Onderwijs 1. Het leren van een andere taal is tegenwoordig welhaast een vereiste, gezien de internationalisering van de samenleving, de ontwikkeling van het internet en de globalisering van de zakenwereld. Op het gebied van onderwijs in vreemde talen is er dan ook veel gaande, zowel internationaal als nationaal. Internationaal krijgt het onderwijs in vreemde talen veel aandacht vanuit de Europese Commissie 2. Met programma s als Lingua en Socrates probeert de Europese Commissie het vreemdetalenonderwijs in heel Europa een stimulans te geven, dit om onder andere de meertaligheid en daarmee de verbroedering van Europese burgers te bevorderen. Zo heeft de Lingua-actie bijvoorbeeld als één van de hoofddoelen bij te dragen tot beter taalonderwijs en iedereen een kans te geven (naar eigen behoeften) levenslang talen te leren. Voor Nederland geldt het belang van talen in nog grotere mate, omdat Nederland vanwege haar geografische en economische situatie sterk afhankelijk is van het buitenland 3. In 2006 heeft het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap mede vanuit dit oogpunt een actieplan vreemde talen opgesteld. In dit plan zijn actiepunten uitgewerkt voor het vreemdetalenonderwijs binnen het reguliere programma op scholen. De Tweede Kamer heeft onlangs gevraagd om inzicht in het aanbod aan en gebruik van onderwijs in vreemde talen in het reguliere onderwijs. De Onderwijsraad is benaderd om hierover een advies uit te brengen. Voor een compleet beeld van de stand van zaken in het vreemdetalenonderwijs in Nederland wil de Onderwijsraad ook inzicht krijgen in het onderwijs in vreemde talen buiten het reguliere onderwijs. Het ITS heeft hiernaar een onderzoek uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek worden in onderhavig rapport beschreven. 1 Staatsen, F. & Westhoff, G (2000). In Duitsland spreek ik gewoon Duits. Bundel ter gelegenheid van een expertsymposium op 19 april 2000 over vreemdetalendidactiek in het vmbo. 2 De Europese Commissie directoraat-generaal Onderwijs en Cultuur. Het onderwijzen en leren van vreemde talen: actie van de Europese Gemeenschap. 3 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2006). Nederlands activiteitenprogramma moderne vreemde talen. 1

8 2

9 2 Uitwerking van het onderzoek Er is weinig recent onderzoek naar het aanbod aan en de vraag naar onderwijs in vreemde talen, en al helemaal niet naar de voorzieningen die buiten het reguliere onderwijs vallen. In een onderzoek van het NaB-MVT naar vreemdetalenonderwijs in Nederland 4 wordt een overzicht gegeven van eerder onderzoek naar het aanbod van vreemdetalencursussen bij particuliere instellingen. In dit overzicht komt naar voren dat de favoriete talen in het aanbod van de particuliere taleninstituten de talen uit het reguliere onderwijsprogramma zijn: Engels, Frans en Duits. De onderzoekers merken wel op dat de diverse onderzoeken uiteenlopen wat betreft welke taalcursussen de grootste vraag kennen. Dit verschil is waarschijnlijk ingegeven door het verschil in perspectief van de ondervraagden (de ene keer werknemers, de andere keer directeuren van bedrijven of docenten van taalopleidingen). Verder blijkt uit het overzicht dat het aantal deelnemers aan cursussen van particuliere taleninstituten groeiende is. Uit een onderzoek van het ITS 5 naar de behoefte aan OALT in Delft blijkt dat er bij allochtone ouders behoefte is om kinderen de moedertaal te laten leren. Van de nietwesterse allochtone ouders in Delft gaf rond de 90 procent aan dat het kind de eigen taal moet leren. Deze resultaten geven aanleiding om te verwachten dat de vraag naar onderwijs in talen die niet binnen het reguliere onderwijsprogramma vallen toch redelijk groot moet zijn. Het doel van dit onderzoek is om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van het huidige onderwijs in moderne vreemde talen in Nederland, dat [1] buiten het reguliere onderwijsprogramma wordt aangeboden én dat [2[ voor iedereen toegankelijk is. Alle gevonden instellingen en cursussen moeten voldoen aan deze twee voorwaarden. Cursussen Nederlands of NT2 vallen uitdrukkelijk buiten de scope van het onderzoek. De vragen die we willen beantwoorden zijn de volgende: Welke instellingen in Nederland bieden algemeen toegankelijk vreemdetalenonderwijs aan buiten het reguliere onderwijs? Voor welke talen bieden zij cursussen aan? Hoe zijn deze instellingen en cursussen regionaal verdeeld? Wie bezoeken deze voorzieningen en waarom? Hoe kunnen deze voorzieningen gekarakteriseerd worden, bijvoorbeeld qua doelstelling, onderwijsmethode, financiële kosten en soorten docenten? 4 NaB-MVT (2004). Vreemdetalenonderwijs in Nederland. Een situatieschets. 5 Kessel, N. van (2001). De behoefte aan onderwijs in allochtone levende talen in Delft. 3

10 Het onderzoek is uitgevoerd in twee fasen: een brede fase en een detailfase. In de brede fase is zo uitgebreid mogelijk gezocht op internet via Google naar alle mogelijke voorzieningen op het gebied van vreemdetalenonderwijs in Nederland. Hiertoe behoren niet alleen bedrijven met een uitgebreide internetpagina maar ook bijvoorbeeld bedrijven die in de Gouden gids ( vermeld staan met een telefoonnummer. Ter illustratie: we kregen op de site van de Gouden Gids in de rubriek talenonderwijs ongeveer 670 hits. Instellingen die niet voldeden aan de twee eerder genoemde voorwaarden worden buiten beschouwing gelaten (zie paragaaf 3). In totaal heeft deze fase taalcursussen bij 742 instellingen opgeleverd. Het daadwerkelijke aantal cursussen ligt echter hoger, omdat een instelling dikwijls meerdere cursusvormen aanbiedt voor dezelfde taal. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om bij één en dezelfde instelling Frans in een beginnerscursus te volgen, in een speciale vakantiecursus of een verkorte cursus, een seniorencursus, een gevorderdencursus fase 1 of fase 2. In dergelijke gevallen is bij de instelling slechts éénmaal aangegeven dat Frans wordt gegeven. In de brede fase is zoveel mogelijk informatie van de internetsites verzameld over talenaanbod, doelgroep, onderwijsmethode (privé of klassikaal, thuis of incompany of in een leslokaal, cursusniveau), en kosten van de cursus. In de detailfase is vervolgens een steekproef van deze instellingen benaderd voor een telefonisch interview (responspercentage is 75%). Tijdens deze interviews zijn de variabelen uit de brede fase waar nodig aangevuld en zijn extra vragen gesteld over onder andere het cursusaanbod, kenmerken van de cursisten (woonplaats, leeftijd, redenen om een cursus te volgen) en kenmerken van de organisatie (financiering, onderwijsmethode). In totaal zijn 127 van de 750 gevonden instellingen bevraagd via de telefoon. 4

11 3 Overzicht van het aanbod Het aanbod aan vreemdetalenonderwijs is zeer divers. Enkele voorzieningen en cursusvormen laten we buiten beschouwing, omdat zij niet voldoen aan de twee kernvoorwaarden: dat de cursussen buiten het reguliere onderwijsprogramma worden gegeven en dat ze voor iedereen toegankelijk zijn. In deze paragraaf gaan we kort in op deze groep cursussen en voorzieningen. In een aantal gevallen worden instituten geheel buiten beschouwing gelaten. Ten eerste zijn er voorzieningen die relatief dure cursussen aanbieden. Gemiddeld vragen deze instituten tot per week voor een cursus. Een bekend voorbeeld van een dergelijk taleninstituut is Regina Coeli. De prijs is dikwijls inclusief verblijfkosten in een hotel en de aangeboden cursussen zijn specifiek gericht op de zakelijke markt. Gezien het prijskaartje zijn deze cursussen in feite niet zonder meer toegankelijk voor iedereen. Ten tweede zijn ROC s niet meegenomen in het onderzoek, omdat zij alleen taalonderwijs aanbieden binnen een beroepsopleiding 6. Verder zijn bepaalde cursusvormen buiten beschouwing gelaten, omdat zij niet voldeden aan de gestelde onderzoeksdefinities. Het betreft met name cursussen Nederlands of NT2. Deze cursussen vallen zonder meer buiten de scope van dit onderzoek. Daarnaast zijn de volgende cursusvormen niet meegenomen: taalreizen die door reisbureaus worden aangeboden, taalcursussen die alleen op aanvraag aangeboden worden en taalcursussen op cd-roms 7, die ook te koop zijn in bijvoorbeeld boekhandels. Deze cd-roms zijn in feite volledig zelfstudie en er is dan ook geen sprake van een door een opleidingsinstituut begeleide cursus. 6 Uit de interviews met twee ROC s (in Nijmegen en in Amsterdam) bleek dat alle aangeboden taalcursussen onderdeel zijn van een beroepsopleiding. Alleen op speciaal verzoek van bedrijven of scholen worden specifiek voor de betreffende aanvrager taalcursussen opgesteld op basis van contractafspraken. 7 Andere vormen van zelfstudie zijn wel meegenomen in het onderzoek. De meest bekende zijn de cursussen die on line worden aangeboden. Contact met de docent verloopt dan bijvoorbeeld via een forum of er is tegen meerbetaling een coach beschikbaar. Audiocursussen van instituten die ook begeleide cursussen aanbieden, gelden ook als cursus. Bij andere aanbieders is er geen docent beschikbaar maar oefent de cursist met behulp van geschreven en gesproken teksten op de website van de aanbieder. Tot slot zijn er cursussen die via telefonisch contact verlopen. De cursist wordt dan eens in de week een half uur gebeld. 5

12 Tot slot zijn enkele zeer specifieke cursussen buiten beschouwing gelaten. Het betreft cursussen Friese taal, Latijn 8, en taalcursussen die weliswaar in Nederland worden aangeboden, maar een andere taal als voertaal hebben dan het Nederlands: bijvoorbeeld Engels-Frans, Engels-Arabisch. 8 Verschillende instituten, veelal volksuniversiteiten, geven een cursus Latijn. Dit is een dode taal en is om deze reden niet meegenomen als aparte cursus. Qua kosten is er geen noemenswaardig verschil tussen een cursus Latijn en een levende taal. Het is niet bekend hoe groot het aantal geïnteresseerden is. 6

13 4 De resultaten Dit hoofdstuk omvat de resultaten van zowel de brede onderzoeksfase als de detailfase. Gezien de verdeling van de instellingen en de talen is de steekproef in de detailfase vrij representatief voor de instellingen die we in de brede fase hebben gevonden. Het is aantal gevonden instellingen in de brede fase is echter een onderschatting van het totaal aantal vreemdetalenvoorzieningen in Nederland. Enige terughoudendheid met betrekking tot het interpreteren van de informatie en het uitbreiden van de gegevens naar regionaal of landelijk niveau is dan ook nodig. De resultaten van het onderzoek worden per categorie besproken, waarbij we eerst kijken naar het totaal aantal instellingen dat onderwijs in vreemde talen aanbiedt en de doelgroep die zij trachten te bereiken. Een aparte subparagraaf wordt gewijd aan de bespreking van cursussen met als doelgroep kinderen. Vervolgens gaan we nader in op de talen die worden aangeboden bij de instellingen en welke talen favoriet zijn. In de derde paragraaf volgt een bespreking van de regionale verdeling van talen en doelgroepen. Zijn er duidelijke omissies betreffende het aanbod van (bepaalde) talen en op welke wijze is het aantal cursisten verdeeld over de regio s? De vierde paragraaf bevat een bespreking van de gemiddelde cursist. Waar komt deze cursist vandaan, wat is zijn of haar gemiddelde leeftijd en wat zijn redenen om een andere taal te willen leren? We besteden in paragraaf 5 aandacht aan enkele kenmerken van de instellingen, zoals de onderwijsmethoden die worden gebruikt, financiële aspecten, het aantal docenten, en de doelstelling. Tot slot gaan we kort in op het gedeelte van het vreemdetalenonderwijs dat we nog niet in beeld hebben. 4.1 Onderwijsvoorzieningen en hun doelgroep Voorzieningen naar categorie Wij onderscheiden de volgende voorzieningen: instituten particulieren reguliere onderwijsinstellingen stichtingen en verenigingen taalreizen thuisstudiebedrijven volksuniversiteiten zelforganisaties. 7

14 De instituten zijn niet alleen de grote bekende taleninstituten zoals bijvoorbeeld Alliance Française en Elycio maar ook kleinere taalbedrijfjes. Dit is de grootste categorie in het totaal aantal gevonden voorzieningen (zie Tabel 4.1). De percentages in Tabel 4.1 zijn overigens gebaseerd op de vestigingsplaats en niet op het totale aantal aangeboden cursussen. De Alliance Française is bijvoorbeeld met totaal 61 vestigingen vertegenwoordigd. De categorie particulieren bestaat uit éénmansbedrijfjes die thuis cursussen of incompany aanbieden. Er zijn ook reguliere onderwijsinstellingen die voor iedereen toegankelijke taalcursussen aanbieden. Denk hierbij aan de taalbureaus van universiteiten en hboinstellingen. Veelal vormen studenten het grootste gedeelte van de cursisten in deze categorie, maar aangezien het taalonderwijs in feite voor iedereen toegankelijk is, worden de cursussen in dit onderzoek wel meegenomen. Daarnaast worden taalcursussen aangeboden door stichtingen en verenigingen. Dit zijn vaak organisaties die binding hebben met een bepaald land en specifiek in de taal (talen) van dit land cursussen aanbieden. Voor de bedrijven die taalreizen aanbieden geldt dat er een enorme verscheidenheid aan reisdoelen is. Zo kan Spaanse les gevolgd worden in bijna alle Midden- en Zuid- Amerikaanse grote steden, maar ook in Spanje zelf. Hetzelfde geldt voor Engels, waarbij gekozen kan worden tussen bestemmingen in Europa zelf (UK, Malta, etc.), maar ook in Noord-Amerika of Australië. Wij hebben ervoor gekozen om hierbij geen onderscheid te maken naar steden maar naar werelddeel. De categorie thuisstudie wordt gevormd door bedrijven die zich volledig hebben gespecialiseerd in het bieden van thuisstudie-cursussen en afstandsonderwijs zoals de LOI. Overigens zijn instituten die naast interne cursussen ook een vorm van thuisstudie aanbieden niet in deze categorie meegenomen. In totaal zijn 112 vestigingen van de volksuniversiteiten gevonden. Veel volksuniversiteiten hebben cursusaanbod in meerdere plaatsen en naast de hoofdvestiging zijn dan ook de nevenvestigingen meegeteld. Hierdoor vormt deze categorie na de instituten het grootste aandeel voorzieningen (15%). Een specifiek onderdeel van de categorie verenigingen en stichtingen zijn de zogeheten zelforganisaties. Dit zijn verenigingen waarin bevolkingsgroepen zichzelf hebben georganiseerd. De cursussen van zelforganisaties worden vaak grotendeels gesubsidieerd door de eigen bevolking in Nederland en vaak grotendeels gesubsidieerd door bijvoorbeeld in het geval van de Chinese zelforganisaties Chinese bedrijven zoals Chinese restaurants. Soorten instellingen Het aantal gevonden instellingen per categorie wordt getoond in Tabel

15 Tabel 4.1 Instellingen die vreemdetalenonderwijs aanbieden per categorie (in %) soort instelling aandeel instituut 34% volksuniversiteit 15% particulier 10% zelforganisatie 4% taalreis 3% stichting/vereniging 1% thuisstudie 1% reguliere onderwijsinstelling 1% onbekend 31% totaal 750 Een groot gedeelte van de gevonden voorzieningen (31%) is niet in één van de categorieën ingedeeld, omdat de informatievoorziening op internet te mager was om te kunnen bepalen wat voor een soort voorziening het betreft. Het gaat hierbij veelal over voorzieningen die geen website hebben en alleen met een telefoonnummer in de Gouden Gids vermeld staan. De doelgroep Wanneer we kijken naar de doelgroep per categorie, zien we dat er verschil bestaat tussen de instellingscategorieën voor wat betreft hun primaire doelgroep. Figuur 4.1 Categorieën instellingen en doelgroep (in %) zelforganisatie volksuniversiteit thuisstudie taalreis stichting/vereniging reguliere onderwijsinstelling particulier volwassenen volwassenen en kinderen kinderen tot 12 jaar bedrijfsleven iedereen instituut 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Uit Figuur 4.1 blijkt dat de volksuniversiteiten en de thuisstudie-instellingen bijna uitsluitend als doelgroep iedereen noemen. Deze doelgroep is zeer breed en hoeft niet per se te betekenen dat ook cursussen voor kinderen beschikbaar zijn. Alleen als op de website of tijdens de telefonische interviews is aangegeven dat specifiek voor 9

16 kinderen cursussen worden aangeboden, is dit gerekend tot de doelgroep volwassenen én kinderen. De doelgroep volwassenen is alleen toegepast in gevallen dat nadrukkelijk alleen volwassenen zich kunnen aanmelden (of bijvoorbeeld 18 jaar en ouder). Particulieren en de instituten hebben relatief vaak het bedrijfsleven als doel. In een enkel geval is de doelgroep zelfs zeer specifiek. Zo hebben we cursussen Chinees gevonden voor adoptieouders en cursussen voor kinderen van half-duitse ouders. Deze uitzonderingen zijn in Figuur 4.1 toegevoegd aan de overkoepelende doelgroepcategorieën Doelgroep: kinderen Het aanbod In totaal biedt 17 procent (54 instellingen) van de gevonden instellingen kindercursussen aan. Een aantal hiervan (15 instellingen) is zelfs volledig gericht op kinderen tot 12 jaar. Uit Figuur 4.1 hierboven blijkt dat met name de zelforganisaties verhoudingsgewijs het grootste deel van hun cursusaanbod (ongeveer 90%) richten op kinderen. Wanneer we daarentegen kijken naar het aantal instellingen met aanbod voor kinderen blijkt dat dit meestal instituten betreft (zie Figuur 4.2). Dit is ook te verwachten gezien het hoge procentuele aandeel van instituten binnen het totale aantal vreemdetalenvoorzieningen. Figuur 4.2 Aantal instellingen met kindercursussen per categorie zelforganisatie volksuniversiteit thuisstudie taalreis stichting/vereniging reguliere onderwijsinstelling particulier instituut volwassenen en kinderen volwassenen en kinderen jaar volwassenen en kinderen tot 12 jaar kinderen tot 12 jaar Het merendeel van de kindercursussen is te vinden bij instituten. Ruim een kwart van deze instituten is alleen gericht op kinderen tot 12 jaar en helemaal niet op volwassenen. Hierbij moet overigens worden opgemerkt dat dit in feite één instituut is met 10

17 meerdere vestigingsplaatsen. Dit instituut is ook nog sterk regionaal geconcentreerd; alle vestigingsplaatsen bevinden zich in de provincies Noord- of Zuid-Holland en meer specifiek binnen de driehoek Rotterdam-Haarlem-Amsterdam. De cursussen die particulieren aanbieden voor kinderen tussen de 12 en 18 jaar zijn vaak een vorm van bijles. Wat betreft de zelforganisaties weten we van 8 instellingen zeker dat zij zich richten op kinderen. Voor een groot deel van de zelforganisaties, zoals de Poolse schooltjes, was het vanwege de summiere websites niet mogelijk om de doelgroep te achterhalen. Toch is wel de verwachting dat deze schooltjes zich net als de Poolse schooltjes met uitgebreide websites alleen op kinderen richten. Het totale aantal zelforganisaties met kindercursussen zou dan op 18 uit kunnen komen. Overigens is de verhouding tussen het aantal cursussen voor kinderen van 4 tot 12 jaar en kinderen van 12 tot 18 jaar opvallend. Van de instellingen met kindercursussen is ongeveer 35 procent gericht op kinderen tot 12 jaar en 11 procent op kinderen van 12 tot 18 jaar (jongeren). Bij de resterende 54 procent wordt geen leeftijdcategorie van de kinderen aangegeven. Regionaal gezien is de verdeling van instellingen met kindercursussen niet geheel gelijk verdeeld (zie Tabel 4.2). Tabel 4.2 Regionale verdeling aantal instellingen met kindercursussen (in %) Groningen / Oost Friesland / Nederland Drenthe Noord- Holland Zuid- Holland en midden- Nederland Zeeland/ Brabant/ Limburg Steden G4 volwassenen en kinderen 2% 9% 2% 11% 13% 19% volwassenen en kinderen tot 12 jaar 0% 0% 2% 4% 2% 0% volwassenen en jongeren 0% 0% 0% 2% 4% 2% kinderen tot 12 jaar 0% 6% 4% 9% 4% 6% totaal 2% 15% 8% 26% 23% 26% Vooral in de regio Groningen, Friesland en Drenthe is het aantal instellingen zeer beperkt. In feite gaat het om één instelling, die overigens zeer positief is over het animo voor dit soort cursussen. Of dit ook betekent dat er meer interesse is voor kindercursussen in deze regio dan aanbod, is niet te zeggen. Wel geeft één van de instellingen met kindercursussen in de regio Oost-Nederland aan dat cursisten niet alleen uit de eigen regio komen maar ook breder en dan met name uit Friesland. 11

18 Animo voor kindercursussen Naast het in kaart brengen van het aanbod aan kindercursussen is het ook van belang om te kijken in welke mate er interesse is voor dit soort cursussen. Tijdens de detailfase is gevraagd aan de instellingen hoe groot de animo voor kindercursussen is. Van de 127 instellingen die bevraagd zijn, is ruim een kwart (28%) van mening dat er geen animo is voor een kindercursus of te weinig animo om er één aan te bieden. Bijvoorbeeld drie volksuniversiteiten, twee in Limburg en één in Oost-Nederland, geven specifiek aan gestopt te zijn met kindercursussen omdat er te weinig vraag naar bleek te zijn. Ook geven drie bevraagde instellingen mét kindercursussen in het aanbod aan dat er weinig animo is. Dit zijn alle drie vrij grote instellingen. In totaal 12 procent is positief over de interesse naar kindercursussen en geeft aan dat er steeds meer animo is. Eén instelling maakte de opmerking dat voor cursussen in de leeftijd tot 12 jaar nog redelijk interesse is, maar in de leeftijdcategorie 12 tot 18 jaar weinig. Dit is in lijn met de eerder gemaakte opmerking dat het cursusaanbod voor kinderen in de leeftijdscategorie tot 12 jaar groter is dan voor de leeftijd van 12 tot 18 jaar. Noemenswaardig is dat een aantal van de instellingen met doelgroep iedereen positief is over het animo voor kindercursussen. Het is niet bekend of deze instellingen daadwerkelijk cursussen voor kinderen aanbieden, op de websites worden in ieder geval geen speciale cursussen genoemd. Dit resultaat geeft echter wel aan dat de hier gepresenteerde resultaten hoogst waarschijnlijk een onderschatting zijn van het daadwerkelijke aanbod aan kindercursussen. Het is mogelijk dat enkele instellingen met doelgroep iedereen ook cursussen voor kinderen in het aanbod hebben. Kenmerken van instellingen met kindercursussen Van de instellingen met een speciaal aanbod voor kinderen is ruim 31 procent in de detailfase telefonisch benaderd met extra vragen. De hieronder beschreven kenmerken hebben dan ook alleen betrekking op deze groep. Gekeken naar de instellingen die zeker cursussen voor kinderen aanbieden, geeft 59 procent aan dat kinderen komen om de moedertaal te leren. De meerderheid van deze groep biedt enkel de moedertaal aan. Eén instelling biedt een breder scala aan talen aan, namelijk Engels, Spaans, Frans en Chinees. De instellingen die aangeven dat kinderen niet primair komen om de moedertaal te leren zijn allen grote instituten die naast een brede keuze aan volwassenencursussen één kindercursus in het aanbod hebben. De cursussen voor kinderen zijn hier dan ook waarschijnlijk meer bijzaak. De redenen die deze tweede groep instellingen opgeeft voor het volgen van cursussen zijn ook voornamelijk volwassen redenen zoals werk of plezier (zie paragraaf 4.4). Indien expliciet een reden voor kinderen wordt genoemd, betreft dit het verhuizen van het gezin naar het buitenland. 12

19 De talen die volgens de instellingen met kindercursussen het meest worden gevraagd, zijn Chinees en Engels (59%). Instellingen die alleen gericht zijn op kinderen bieden deze cursussen bijna alleen aan in groepsverband voor beginners en voor mondelinge taalvaardigheid. De instellingen met cursussen voor zowel volwassenen als kinderen zijn meer divers qua cursusvorm, maar dit komt hoogst waarschijnlijk door het feit dat de informatie over de cursusvorm niet is uit te splitsen naar doelgroep. Wat betreft de achtergrond van de cursisten kan gezegd worden dat 35 procent van de instellingen autochtoon opgeeft en 47 procent zowel autochtoon als allochtoon. Ook hiervoor geldt echter dezelfde opmerking dat deze informatie niet naar doelgroep is uit te splitsen voor de instellingen die zowel cursussen voor volwassenen als voor kinderen hebben. Gekeken naar de instellingen die alleen gericht zijn op kinderen, blijkt de helft zowel allochtone als autochtone kinderen te krijgen en de andere helft alleen autochtone kinderen. De gemiddelde kosten van een cursus bij de instellingen die alleen gericht zijn op kinderen komt uit op ongeveer 210. Hierbij moet worden opgemerkt dat de kosten van cursussen bij instellingen altijd hoger waren dan dit gemiddelde en de cursuskosten bij zelforganisaties altijd lager. De reden hiervoor is dat zelforganisatie dikwijls gesubsidieerd worden door de eigen bevolking in Nederland en eigen bedrijven. 4.2 Het aanbod aan talen Het talenaanbod buiten het reguliere onderwijsprogramma is zeer divers. In totaal hebben we 55 verschillende talen gevonden. Daarnaast is één algemene rubriek opgenomen, namelijk diverse talen. De reden hiervoor is dat een aantal instellingen op de website niet specificeert welke talen daadwerkelijk in het aanbod zitten. Het totaaloverzicht van de aangeboden talen vindt u in Tabel 1 in bijlage I. In de hieronder getoonde Figuur 4.3 laten we de tien talen zien die het meest worden aangeboden door de instellingen 9. 9 Het procentuele aandeel van de talen is gebaseerd op het aantal instellingen dat de betreffende taal aanbiedt. Het daadwerkelijk aantal cursussen kan verschillen, omdat geen rekening is gehouden met de soorten cursussen die worden aangeboden. Zo wordt bijvoorbeeld het Nieuwgrieks bijna altijd alleen als beginnerscursus aangeboden. Talen als Frans, Spaans en Engels worden daarentegen vaak door een instelling in meerdere cursusvormen aangeboden, van vakantiecursussen tot zeer specialistische gevorderdencursussen 13

20 Figuur 4.3 Top-tien meest aangeboden talen (in % van het aantal totaal). Frans Engels Spaans Italiaans Duits Chinees Portugees Russisch Turks Arabisch 0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16% De standaard Europese talen komen het meest voor: Frans, Engels, Spaans. Italiaans en Duits. Daarnaast zijn opvallend veel cursussen Chinees gevonden. Dit wordt mede veroorzaakt door het grote aantal Chinese scholen dat is opgezet in Nederland, en dan met name door Chinese zelforganisaties als ACV (Algemene Chinese Vereniging in Nederland). Ofschoon het door het ontbreken van websites niet mogelijk was dit voor alle Chinese scholen te controleren, geven de Chinese scholen in de telefonische enquête aan dat hun cursussen ook geschikt zijn voor niet-chinezen. Van welke talen worden daadwerkelijk de meeste cursussen bezocht? Tijdens de telefonische interviews is gevraagd aan de instellingen naar hun topdrie van talen, dus welke drie talen bij hen het grootste aantal cursisten trekt. Een overzicht van de talen die als nummer 1 worden genoemd, vindt u in Figuur

21 Figuur 4.4 Talen waarvan de cursussen het meest bezocht worden (in %) 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Turks Noors Mandarijn Japans Bahasa Indonesia Hindi Russisch Duits Arabisch Italiaans Chinees Frans Spaans Engels Als de meest populaire taal geeft het grootste percentage van de instellingen (40%) Engels op. Dit wordt gevolgd door twee andere Europese talen, Spaans en Frans. Duits wordt ook genoemd als taal die veel cursisten aantrekt, maar dan alleen als tweede populaire taal van een instelling. Kortom, Engels, Frans en Spaans zijn blijkbaar veruit de meest favoriete talen. Het is opvallend dat dit ook de talen zijn die in het reguliere onderwijs worden gegeven. Een respondent gaf in dit opzicht aan dat veel ouderen die zelf geen Engels op school hebben gehad, nu een cursus Engels bij de instelling komen volgen. Verder is het interessant dat Zweeds, Pools en Chinees een aantal keren de trendtalen worden genoemd. Nog vermeldenswaardig zijn de talen die slechts op één plek gegeven worden. Het betreft Ests en Koerdisch. De eerste taal wordt aangeboden door een instituut in Eindhoven en het Koerdisch alleen in Rotterdam. In dit laatste geval wordt de cursus aangeboden door een volksuniversiteit. Tot slot biedt het Lowani Afrika talencentrum uit Leiden een keur aan Afrikaanse talen die alleen daar worden gegeven. Voorbeelden zijn Bemba, Shona, Ndebele en Sotho. 4.3 De regionale verdeling van het aanbod De spreiding van instellingen Eén van de doelvragen in dit onderzoek is te kijken naar de regionale verdeling van het talenaanbod en de instellingen. Hoe is de spreiding van de instellingen en het talenaanbod en wat is de dekkingsgraad hiervan? Allereerst gaan we in op het eerste gedeelte van de vraagstelling: de spreiding van de instellingen en het talenaanbod in 15

22 Nederland. Door RBA-regio s 10 samen te voegen en de vier grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) als aparte regio te onderscheiden, wordt het cursusen talenaanbod inzichtelijker gemaakt. In de tabel hieronder wordt de regionale verdeling van het aantal instellingen getoond. Tabel 4.3 Regionale verdeling instellingen (in %) regio aantal instellingen % Zuid-Holland en midden-nederland % Steden G % Zeeland/Brabant/Limburg % Oost Nederland % Noord-Holland 67 9% Groningen/Friesland/Drenthe 47 6% landelijk 5 1% totaal % Uit Tabel 4.3 blijkt dat in de regio Zuid-Holland en midden-nederland en in de vier grote steden gezamenlijk de helft van het aantal instellingen te vinden is. Van de instellingen in de vier grote steden is bijna de helft (45%) gevestigd in Amsterdam. De regio Groningen/Friesland/Drenthe heeft met zes procent het minste aantal instellingen. De regio landelijk bestaat uit enkele grote instellingen die landelijk opereren, zoals de LOI, en waarvan het als thuisstudie-specialisten of als taalreisaanbieders ook niet relevant is in welke plaats zij gevestigd zijn. De spreiding van het aantal talen Regionaal zijn er verschillen in het aanbod van taalcursussen. In de hieronder getoonde Tabel 4.4 laten we de verdeling van het aantal cursussen over de regio s zien en het aantal talen dat in iedere regio wordt aangeboden relatief ten opzichte van het totaal aantal aangeboden talen in Nederland. 10 De regionale indeling is gebaseerd op de RBA-gebieden plus de vier grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht-stad. De instellingen die in deze vier steden staat, worden niet meegenomen in de regio s waartoe de betreffende steden behoren. Wat betreft de regionale indeling bestaat regio Oost-Nederland uit de RBA-gebieden de IJssel-Vecht/Twente, IJssel/Veluwe en Arnhem/Oost Gelderland/Nijmegen en rivierenland. Regio Noord-Holland bestaat uit de gebieden Noord-Holland noord en zuidelijk Noord-Holland en de regio Zuid-Holland en midden-nederland uit Flevoland, midden-nederland, Rijnstreek, Haaglanden en Rijnmond. 16

23 Tabel 4.4 Regionale verdeling van het aantal cursussen en het aantal talen (in %) regio aantal cursussen aantal talen Zuid-Holland en midden-nederland 26% 78% Zeeland/Brabant/Limburg 22% 55% Oost Nederland 17% 47% Steden G4 17% 60% Groningen/ Friesland/ Drenthe 8% 40% Noord-Holland 7% 33% landelijk 3% 46% totaal Van het totaal aantal taalcursussen dat wordt aangeboden, is het grootste gedeelte (26%) te vinden in de regio Zuid-Holland en midden-nederland. Het aandeel van het aantal cursussen in Zuid-Nederland (regio Zeeland, Brabant en Limburg) is met 22 procent daarentegen groter dan het aandeel van het aantal instellingen in deze regio. Dit wordt wellicht veroorzaakt door het grote aantal volksuniversiteiten in deze regio. Ruim 30 procent van alle volksuniversiteiten bevindt zich hier. Het talenaanbod van de volksuniversiteiten is over het algemeen zeer groot in vergelijking met de andere categorieën instellingen. Ook worden relatief veel cursussen (17%) aangeboden in de regio Oost-Nederland. Naast het aantal cursussen kijken we ook naar het aantal talen dat per regio wordt aangeboden. Het aantal cursussen mag immers misschien hoog zijn, maar als de aangeboden cursussen zich beperken tot slechts een klein aantal talen, betekent dat toch een nuancering van het totale aanbod. Wanneer we kijken naar het aantal talen dat wordt gegeven (Tabel 4.4) blijkt dat de dekking met name in de regio Zuid-Holland en midden-nederland zeer goed is. In deze regio wordt 78 procent van alle 55 gevonden taal aangeboden. In de overige regio s wordt telkens rond de helft van het aantal talen aangeboden, uitgezonderd de regio Noord-Holland. Deze regio heeft de laagste dekking wat betreft het aantal verschillende talen dat wordt aangeboden. Dat de dekking van het aantal talen overigens niet in iedere regio zo hoog is als in de regio Zuid- Holland en midden-nederland wordt voornamelijk veroorzaakt door het feit dat een groot aantal Afrikaanse talen is gevonden dat maar door één instituut wordt aangeboden. In totaal betreft het 17 talen uit Zuid-Afrika (zoals Chitumbuka, Lingala en Shona) die alleen door het Lowani Afrika Talencentrum worden aangeboden, dat is gevestigd in Leiden. Naast de bekende Europese talen worden de talen van de grootste niet-europese allochtone groepen ook in iedere regio aangeboden. Het betreft cursussen Arabisch, Chinees en Bahasa Indonesia. 17

24 Het aantal (potentiële) cursisten Hierboven geven we de spreiding weer van het talen- en cursusaanbod in Nederland. Dit is echter niet de enige graadmeter voor wat betreft de dekking van het talen- en cursusaanbod. Bij het bepalen van de dekking spelen ook aspecten mee over de mate waarin in de betreffende regio daadwerkelijk vraag is naar een taalcursus. Deze vraag is moeilijk te bepalen, omdat niet bekend is wie er een cursus zou willen volgen maar dit niet kan vanwege de afstand of een te beperkte talenkeuze. Om toch een beeld te kunnen geven van de dekking van het taalcursusaanbod, kijken we eerst naar de mate van stedelijkheid (als graadmeter voor het aantal potentiële cursisten) en naar het aantal cursisten dat daadwerkelijk een cursus volgt. In Tabel 4.5 wordt eerst de mate van stedelijkheid getoond met de procentuele verdeling van het aantal instellingen en het aantal taalcursussen. Tabel 4.5 Verdeling van instellingen naar mate van stedelijkheid (in %) stedelijkheid aantal instellingen % instellingen % talen sterk stedelijk % 38% zeer sterk stedelijk % 27% matig stedelijk % 21% weinig stedelijk 79 11% 9% niet-stedelijk 39 5% 4% totaal % 100% In de sterk tot zeer sterk stedelijke gebieden bevindt zich in totaal 63 procent van het aantal gevonden instellingen en 65 procent van het totaal aantal cursussen aangeboden. Het is te verwachten dat het aantal instellingen in de (sterk) stedelijke gebieden het grootst is. Verhoudingsgewijs wonen er minder potentiële cursisten in de weinig stedelijk en niet-stedelijke gebieden en zullen hier om deze reden minder instellingen gevestigd zijn en minder taalcursussen worden aangeboden dan in stedelijke gebieden. Tijdens de detailfase is aan de betreffende instellingen gevraagd naar het totale aantal cursisten (alleen taalcursussen) van het afgelopen jaar. Bijna de helft van het aantal gevraagde instellingen geeft aan tussen de 10 en de 100 cursisten te hebben en nog eens ruim een kwart tussen de 100 en 250 cursisten. Bijna negen procent van de instellingen heeft meer dan cursisten, waarvan de grootste instelling cursisten heeft. In Figuur 4.5 worden de aantallen per regio getoond. 18

25 Figuur 4.5 Het aantal cursisten en het aantal inwoners per regio Groningen/Friesland/ Drenthe Noord-Holland Oost Nederland Zuid-Holland en midden- Nederland Zeeland/Brabant/Limburg Steden G4 aantal cursisten aantal inwoners De hier gepresenteerde aantallen cursisten hebben alléén betrekking op de door ons ondervraagde instellingen, maar geven desalniettemin een beeld van de regionale verhouding van het aantal cursisten, zeker wanneer we dit afzetten tegen het totaal aantal inwoners 11 in de regio. Het totaal aantal cursisten is duidelijk het grootst in de vier grote steden, op de voet gevolgd door het aantal cursisten in de regio Zeeland/Brabant/Limburg. Het aantal inwoners in deze regio is echter ook groot. Het aantal inwoners in de vier grote steden is verhoudingsgewijs veel kleiner, maar gezien de ligging van de steden en de verhouding tussen het aantal cursisten en het aantal inwoners in de regio Zuid-Holland en midden-nederland, is het waarschijnlijk dat er een uitwisseling plaatsvindt van inwoners van deze laatste regio die taalcursussen volgen in één van de vier grote steden. De regio s Oost-Nederland en Groningen/Friesland/Drenthe blijven wat achter met het aantal cursisten gezien het aantal inwoners. Tot slot kijken we naar de woonplaats van de cursist. Bij de telefonische interviews is gevraagd naar de regio waar de cursisten gemiddeld gezien vandaan komen. Dit geeft een beeld van het bereik van de instellingen. 11 Het aantal inwoners per regio is gebaseerd op de bevolkingstellingen van het CBS per COROP. Deze COROPS zijn zo goed mogelijk door het ITS toegekend aan RBA-gebieden. Het inwonersaantal van de vier grote steden is gebaseerd op het aantal inwoners in de gemeente (gemeentelijke indeling 2007) van het CBS en vervolgens verminderd op het inwonersaantal van het bijbehorende CO- ROP-gebied. 19

26 Tabel 4.6 Herkomst van de cursist (in %) woonplaats cursist procentueel aandeel eigen gemeente 2% (voornamelijk) eigen regio 83% eigen provincie 5% helft eigen regio, helft heel Nederland 1% heel Nederland 9% totaal 127 Uit de percentages blijkt duidelijk dat het grootste gedeelte van de instellingen regionaal is ingesteld. Veruit het grootste aandeel van de instellingen is immers gericht op cursisten uit de regio. De instellingen die hebben aangegeven breder gericht te zijn en de hele provincie bedienen, zijn zeer verspreid over Nederland. Deze instellingen staan in Friesland, Limburg, Gelderland, Utrecht en Noord-Holland. Een tabel met de herkomst van de cursisten per regio wordt gegeven in de bijlage (Tabel 2). Hieruit blijkt dat instellingen in bijvoorbeeld Friesland en Groningen niet breder zijn gericht dan regio s met een groter aantal inwoners of steden als Den Haag en Amsterdam. 4.4 Achtergrondgegevens cursisten Tijdens de telefonische interviews is gevraagd naar de achtergrond van de gemiddelde cursist aan de instelling. Waar komen ze vandaan, welke redenen hebben zij om een andere taal te willen leren en wat is hun gemiddelde leeftijd? In deze paragraaf wordt een beeld geschetst van de gemiddelde cursist en worden eventuele verschillen in regio besproken. Waar komen ze vandaan? Ruim driekwart van de instellingen geeft aan dat hun cursisten voornamelijk autochtoon zijn. Bij slechts een enkele volgen vooral allochtonen een cursus. De rest van de instelling heeft zowel allochtone als autochtone cursisten. Welke redenen worden genoemd? Mensen volgen een cursus om verschillende redenen. Zo kunnen werkgerelateerde redenen een rol spelen bij het volgen van een cursus. Een bedrijf krijgt bijvoorbeeld een nieuwe corporate taal als gevolg van een overname of fusie, of een gedeelte van het werk bestaat uit betrekkingen met het buitenland. Een andere reden kan zijn dat de (schoon)familie een andere taal spreekt. Mensen kunnen ook meerdere redenen hebben om een taalcursus te volgen. In Tabel 4.7 worden de verschillende redenen 20

27 zoals ze zijn genoemd door de instellingen tijdens de telefonische interviews op een rij gezet. Tabel 4.7 Redenen om een taalcursus te volgen (meerdere antwoorden mogelijk) redenen aantal % werk/zakelijk % hobby/vrije tijd 32 18% moedertaal leren 17 10% studie 10 6% vestigen in het buitenland 5 3% expats 3 2% vakantie 3 2% lezen van de koran 2 1% leren taal van partner 1 <1% divers 1 <1% extra ontwikkeling 1 <1% totaal % Veruit de meest genoemde reden is werk/zakelijk. Deze reden wordt niet alleen genoemd door instellingen die het bedrijfsleven als primaire doelgroep hebben. Ook andere instituten en zelfs volksuniversiteiten geven deze reden vaak op. Op de tweede plaats komt hobby/vrije tijd. Instellingen met aparte taalcursussen voor kinderen geven vaker als reden moedertaal leren en vestigen in het buitenland. Eén van de instellingen noemde deze laatste reden specifiek als reden voor kinderen om een andere taal te komen leren. In de regio s Oost-Nederland en Noord-Holland wordt in vergelijking met de andere redenen iets vaker moedertaal leren als reden genoemd dan in de overige regio s. Tabel 3 in bijlage I geeft de genoemde redenen per regio in percentages. Wat is de gemiddelde leeftijd? Bijna de helft van de bevraagde instellingen geeft aan dat de gemiddelde leeftijd van hun cursisten tussen de 40 en de 50 jaar ligt. In totaal 17 procent van de instellingen geeft aan dat hun cursisten relatief jong zijn, van kinderen tot gemiddeld jaar. Van alle instellingen die van jong tot oud noemen als gemiddelde leeftijd van de cursist en daarmee waarschijnlijk een zeer brede doelgroep bedienen komt ongeveer driekwart uit de regio Oost-Nederland. Gemiddeld gezien zijn de cursisten in de regio Zeeland, Brabant en Limburg vaker ouder (40 tot 50 jaar of 50 jaar en ouder). 21

28 4.5 Kenmerken van de instellingen Om in beeld te krijgen hoe we de voorzieningen in het vreemdetalenonderwijs kunnen karakteriseren, is tijdens de brede fase zoveel mogelijk geïnventariseerd op welke wijze cursussen worden aangeboden (de onderwijsmethode) en zijn tijdens de detailfase vragen gesteld over de financiering en de organisatie. De bevindingen worden in deze paragraaf besproken. Hierbij gaan we eerst in op de onderwijsmethode en vervolgens bespreken we aspecten van de financiering en de organisatie Cursusvormen Op internet wordt vrij veel informatie verstrekt over de wijze waarop de cursussen worden gegeven. Denk hierbij aan klassikale cursussen, privé-cursussen, cursussen vooral gericht op schrijf- of mondelinge taalvaardigheid. De informatie is tijdens de detailfase verder aangevuld en geeft een goed beeld van de mogelijke vormen waarin taalcursussen in Nederland beschikbaar zijn. Van ongeveer 57 procent van de gevonden instellingen is bekend of zij beginnersen/of gevorderdencursussen 12 aanbieden. Van deze groep is slechts vier procent alléén gericht op beginners. De andere instellingen bieden in meer of mindere mate zowel beginners- als gevorderdencursussen. 12 De Europese Unie heeft een referentiekader opgesteld op basis waarvan het niveau van taalcursussen op uniforme wijze kan worden vastgesteld: het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde talen. Dit referentiekader geeft een allesomvattende uitwerking van de kennis en vaardigheden die taalleerders moeten verwerven om een taal te kunnen gebruiken, alsmede van de wijze waarop deze kennis en vaardigheden kunnen worden verworven. Ook biedt het referentiekader een standaardindeling van het taalkennisniveau, genaamd de Gemeenschappelijke Referentieniveaus (uit: Het gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde talen, een vertaling van de Nederlandse Taalunie (2007)). De volksuniversiteiten en reguliere onderwijsinstellingen maken bij het aangeven van het cursusniveau gebruik van dit kader. Buiten de volksuniversiteiten en de reguliere onderwijsinstellingen wordt door de andere taalinstellingen alleen onderscheid gemaakt tussen beginners- en gevorderdencursussen. Om de vergelijking in de database tussen àlle taalinstellingen in stand te houden is er dan ook voor gekozen om alleen de indeling naar beginners en gevorderden te hanteren. Dit betekent dat we de Referentieniveaus als volgt hebben ingedeeld. Niveau A (A1 en A2) is het niveau van de basisgebruiker. We hebben ervoor gekozen om dit niveau als beginner aan te merken. De niveaus B en C (respectievelijk onafhankelijke gebruiker en vaardige gebruiker) zijn gevorderdencursussen. Een aantal instituten biedt een opleiding aan specifiek voor het verkrijgen van het Cambridge certificate. Dit certificaat geeft aan dat een zeer hoog niveau van engels is bereikt, ongeveer gelijk aan het niveau van een hoog opgeleide die engels als moedertaal heeft. In de database is geen onderscheid gemaakt tussen deze cursus en alle andere cursussen Engels. Het wordt aangemerkt als een gevorderdencursus. 22

29 Van dezelfde groep instellingen is ook bekend in welke mate cursussen schrijf- en/of mondelinge taalvaardigheid worden aangeboden. In totaal is ruim vijf procent geheel of voornamelijk gericht op cursussen mondelinge taalvaardigheid. De andere instellingen bieden cursussen die ook in meer of mindere mate gericht zijn op schrijfvaardigheid. Verschillende instellingen geven aan dat de privé-cursussen het meest populair zijn. Toch vindt het merendeel van de cursussen in groepsverband klassikaal plaats. Mensen die graag hun eigen tempo en tijd bepalen en geen reistijd willen, opteren voor een zelfstudie Financiële en organisatorische aspecten In deze subparagraaf bespreken we de kosten van de cursus per cursist en de subsidiemogelijkheden van de instellingen. Vervolgens gaan we in op het soort docenten dat is aangesteld, de wijze waarop het talenaanbod wordt bepaald en het uiteindelijke doel van de cursussen. Cursuskosten De gemiddelde kosten van een cursus kunnen nogal uiteenlopen. Dit is mede afhankelijk van het aantal lessen en de lesduur, welke sterk verschillen per instelling. De ene instelling biedt een cursus van een half jaar aan met lessen van een uur, terwijl een andere instelling opteert voor een intensieve cursus van bijvoorbeeld twee maanden en een lesduur van twee uur. De hier gepresenteerde gemiddelde cursuskosten zijn gebaseerd op het totale pakket, er is dus niet gedifferentieerd naar lesduur en aantal lessen. Figuur 4.6 Gemiddelde kosten per cursus per instellingscategorie en de totale gemiddelde cursuskosten instituut reguliere onderwijsinstelling stichting/ vereniging particulier thuisstudie volksuniversiteit zelforganisatie gemiddelde kosten totaal gemiddelde kosten per categorie 23

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld NEDERLANDERS OVER DE VIERDAAGSE Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen Nienke Lammertink en Koen Breedveld Mei 2016 1 Nederlanders over de

Nadere informatie

Diversiteit in de Provinciale Staten

Diversiteit in de Provinciale Staten Onderzoek Diversiteit in de Provinciale Staten Het Huis voor democratie en rechtsstaat heeft na de verkiezingen van 2 maart 2011 de diversiteit in de nieuwe Provinciale Staten (PS) onderzocht. Het gaat

Nadere informatie

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Veel gemeenten zijn inmiddels actief op sociale media kanalen, zoals ook blijkt uit het onderzoek dat is beschreven in hoofdstuk 1. Maar

Nadere informatie

Rapportage Jongerenpanel - Internationaal onderwijs

Rapportage Jongerenpanel - Internationaal onderwijs Rapportage Jongerenpanel - Internationaal onderwijs februari 2013 JongerenPanel - Internationaal onderwijs 1 Inleiding Tussen 3 en 20 januari 2013 hebben de leden van het JongerenPanel van de gemeente

Nadere informatie

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011 Onderzoek Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011 Het Huis voor democratie en rechtsstaat heeft na de verkiezingen van 2 maart 2011 de diversiteit in de nieuwe Provinciale

Nadere informatie

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018 Basisscholen in krimpgebieden in 2017/2018 In welke provincies sluiten de meeste basisscholen? Aan het begin van 2017/2018 zijn in Groningen, Zeeland, Limburg en Flevoland rond 2% van de basisscholen gesloten

Nadere informatie

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN 1. ALGEMEEN 1.1 INHOUD Onderwerp Pagina 1. ALGEMEEN 1.1 Inhoud 1 1.2 Het onderzoek en

Nadere informatie

Auteur: Gemeente Dronten Datum: 4 april 2017 Voor vragen: Feiten en cijfers 2016 Bevolking

Auteur: Gemeente Dronten Datum: 4 april 2017 Voor vragen: Feiten en cijfers 2016 Bevolking Auteur: Gemeente Dronten Datum: 4 april 2017 Voor vragen: h.van.eijken@dronten.nl Feiten en cijfers 2016 Bevolking Inleiding Wat is Dronten feiten en cijfers Dit document is een jaarlijks rapport met

Nadere informatie

Steeds minder startersleningen beschikbaar

Steeds minder startersleningen beschikbaar RAPPORT Starterslening in Nederland Steeds minder startersleningen beschikbaar Uitgevoerd in opdracht van www.starteasy.nl INHOUD Starterslening in Nederland Steeds minder startersleningen beschikbaar

Nadere informatie

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: Feiten en cijfers 2017 Bevolking

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: Feiten en cijfers 2017 Bevolking Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: h.van.eijken@dronten.nl Feiten en cijfers 2017 Bevolking Inleiding Wat is Dronten feiten en cijfers Dit document is een jaarlijks rapport met

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Financiering in het MKB

Financiering in het MKB M201004 Financiering in het MKB Onderzoek naar de financieringsbehoefte per provincie Johan Snoei Abdelfatah Ichou Zoetermeer, maart 2010 Financiering in het MKB Financieringsbehoefte in het MKB verschilt

Nadere informatie

socio-demografie 2.597.232 jongeren geslacht leeftijd woonplaats 4 grote steden en per provincie afkomst opleiding religie

socio-demografie 2.597.232 jongeren geslacht leeftijd woonplaats 4 grote steden en per provincie afkomst opleiding religie FACTSHEET: socio-demografie Hoeveel jongeren zijn er eigenlijk in Nederland? Wonen er meer jongeren in Limburg of in Zeeland? Wat zijn de cijfers rondom geslacht, afkomst, opleidingsniveau en religie?

Nadere informatie

Factsheet persbericht

Factsheet persbericht Factsheet persbericht Nut vakbonden onbekend bij jongeren 30 november 2011 Inleiding Van oktober 2011 tot november 2011 hield Zoekbijbaan.nl het Nationale Bijbanen Onderzoek. Aan het onderzoek deden 2464

Nadere informatie

Hoofdstuk 18. Volwasseneneducatie

Hoofdstuk 18. Volwasseneneducatie Hoofdstuk 18. Volwasseneneducatie Samenvatting Vier op de tien Leidenaren heeft na zijn 25 e jaar een opleiding of volwassenenonderwijs gevolgd. Dit kunnen studies zijn (meestal HBO, Universitair of MBO)

Nadere informatie

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Inleiding In het arboconvenant Sociale Werkvoorziening is bepaald dat jaarlijks een vergelijkend onderzoek naar de hoogte van het ziekteverzuim

Nadere informatie

Gap Year onderzoek. 1. Uitkomsten Jongeren

Gap Year onderzoek. 1. Uitkomsten Jongeren Samenvatting Gap Year onderzoek Mei 2012 Gap Year onderzoek In april 2012 hebben het Europees Platform en de Nuffic onderzoek gedaan naar de toekomstplannen van leerlingen na hun eindexamen. De focus van

Nadere informatie

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners? Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun? Martijn Souren en Harry Bierings Autochtonen voelen zich veel meer thuis bij de mensen in een autochtone buurt dan in een buurt met 5 procent of meer niet-westerse

Nadere informatie

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2019 Voor vragen: Feiten en cijfers 2018 Bevolking

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2019 Voor vragen: Feiten en cijfers 2018 Bevolking Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2019 Voor vragen: h.van.eijken@dronten.nl Feiten en cijfers 2018 Bevolking Inleiding Wat is Dronten feiten en cijfers Dit document is een jaarlijks rapport met

Nadere informatie

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wonen

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wonen Bijlage bij hoofdstuk 11 Wonen Figuur B11.1 Woningvoorraad naar eigendom, en naar provincie, 1 januari 2008 % 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht

Nadere informatie

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11018 1 maart 2011 9.30 uur Criminaliteit nauwelijks gedaald www.cbs.nl Lichte afname slachtoffers veel voorkomende criminaliteit Gevoelens van veiligheid

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

Auteur: Onderzoek en statistiek gemeente Dronten Datum: 28 januari 2016 Voor vragen: Feiten en cijfers 2015 Bevolking

Auteur: Onderzoek en statistiek gemeente Dronten Datum: 28 januari 2016 Voor vragen: Feiten en cijfers 2015 Bevolking Auteur: Onderzoek en statistiek gemeente Dronten Datum: 28 januari 2016 Voor vragen: h.van.eijken@dronten.nl Feiten en cijfers 2015 Bevolking Inleiding Wat is Dronten feiten en cijfers Dit document is

Nadere informatie

40% Figuur 1 Stelt uw onderneming flexmigranten ter beschikking in Nederland? (N=118)

40% Figuur 1 Stelt uw onderneming flexmigranten ter beschikking in Nederland? (N=118) Factsheet 23 juli 2013 - FK Ledenonderzoek Flexmigranten 2013 Vrijwel elk jaar bevraagt de ABU zijn leden over de groep flexmigranten. Daaruit komt zeer bruikbare informatie over deze specifieke groep

Nadere informatie

Scholen in de Randstad sterk gekleurd

Scholen in de Randstad sterk gekleurd Scholen in de Randstad sterk gekleurd Marijke Hartgers Autochtone en niet-westers allochtone leerlingen zijn niet gelijk over de Nederlandse schoolvestigingen verdeeld. Dat komt vooral doordat niet-westerse

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet Publicatiedatum CBS-website: 16 juli 2007 Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet Centraal Bureau voor de Statistiek Samenvatting Op 1 januari 2006 is de nieuwe Zorgverzekeringswet inwerking getreden,

Nadere informatie

Zicht en Gehoor een onderzoek van seniorenorganisatie ANBO en Specsavers

Zicht en Gehoor een onderzoek van seniorenorganisatie ANBO en Specsavers 6-07-2015 Zicht en Gehoor een onderzoek van seniorenorganisatie ANBO en Specsavers Over dit onderzoek Dit onderzoek over zicht en gehoor is uitgevoerd door seniorenorganisatie ANBO. Het betreft een online

Nadere informatie

Verkiezing en methode

Verkiezing en methode Verkiezingsuitslag Verkiezing en methode Het Leukste uitje van het Jaar wordt bepaald op basis van een onderzoek onder ANWB leden. Dit onderzoek bestaat uit twee rondes, namelijk een nominatieronde en

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Achtergrond en doelstellingen. Samenvatting. Resultaten. Contact

Inhoudsopgave. Achtergrond en doelstellingen. Samenvatting. Resultaten. Contact Zondagsbeleving Inhoudsopgave Achtergrond en doelstellingen Samenvatting Resultaten Contact Achtergrond en doelstellingen Vakbond CNV Dienstenbond heeft een onderzoek uitgevoerd over de zondagsbeleving

Nadere informatie

Taaltraining. die bij u past

Taaltraining. die bij u past Taaltraining die bij u past ,, Incompany training en groepstraining: Het tempo van de training is goed. Bovendien is er een leuke dynamiek ontstaan in de groep. Taalcoaching: Een dag met de taaltrainer

Nadere informatie

Taalbarrières Opleidingscommisie IO/IB 05 06

Taalbarrières Opleidingscommisie IO/IB 05 06 Taalbarrières Opleidingscommisie IO/IB 05 06 Inleiding Naar aanleiding van vaakgehoorde opmerkingen over de kwaliteit en het aanbod van de moderne vreemde taal binnen IO/IB, voelde de studentengeleding

Nadere informatie

Groepstrainingen met open inschrijving. juli - december 2014

Groepstrainingen met open inschrijving. juli - december 2014 Universiteit van Amsterdam Groepstrainingen met open inschrijving juli - december 2014 Hoe schrijf ik mij in? via www.uvatalen.nl Noël Picard: Nooit gedacht dat ik met zo veel plezier zó snel resultaat

Nadere informatie

Gebruik van kinderopvang

Gebruik van kinderopvang Gebruik van kinderopvang Saskia te Riele In zes van de tien gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar hebben de ouders hun werk en de zorg voor hun kinderen zodanig georganiseerd dat er geen gebruik hoeft

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD)

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) 2013. De gehele publicatie is na te lezen op de website

Nadere informatie

StudentenBureau Stagemonitor

StudentenBureau Stagemonitor StudentenBureau Stagemonitor Rapportage Mei 2011 1 SAMENVATTING... 3 ERVARINGEN... 3 INLEIDING... 4 ONDERZOEKSMETHODE... 5 RESPONDENTEN... 5 PROCEDURE... 5 METING... 5 DEEL I ANALYSE... 6 1. STAGE EN ZOEKGEDRAG...

Nadere informatie

Aantal huwelijken, huwelijksontbindingen, partnerschappen en partnerschapsontbindingen per woonplaats in 2014

Aantal huwelijken, huwelijksontbindingen, partnerschappen en partnerschapsontbindingen per woonplaats in 2014 Aantal huwelijken, huwelijksontbindingen, partnerschappen en partnerschapsontbindingen per woonplaats in 214 Huwelijk Huwelijksontbinding Partnerschap Partnerschapsontbinding Woonplaats Man % Vrouw % Man

Nadere informatie

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-015 1 maart 2012 9.30 uur Gevoelens van onveiligheid iets verminderd Minder Nederlanders voelen zich onveilig Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit

Nadere informatie

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming - Internationalisering Leidse regio www.leidenincijfers.nl BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl

Nadere informatie

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies Stichting Duurzame Samenleving www.gdindex.nl info@gdindex.nl 0317-750645 1 De GDI omvat de 3 dimensies van duurzaamheid: Mens & Maatschappij,

Nadere informatie

Aantal huwelijken, huwelijksontbindingen, partnerschappen en partnerschapsontbindingen per woonplaats in 2015

Aantal huwelijken, huwelijksontbindingen, partnerschappen en partnerschapsontbindingen per woonplaats in 2015 Aantal huwelijken, huwelijksontbindingen, partnerschappen en partnerschapsontbindingen per woonplaats in 215 Huwelijk Huwelijksontbinding Partnerschap Partnerschapsontbinding Woonplaats Man % Vrouw % Man

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 031 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met het regelen van de mogelijkheid een deel van

Nadere informatie

Factsheet persbericht. Toekomst van studenten onzeker

Factsheet persbericht. Toekomst van studenten onzeker Factsheet persbericht Toekomst van studenten onzeker Inleiding Studententijd De overheid komt met steeds meer nieuwe wetten en voorstellen om te bezuinigen en de student te motiveren zijn/haar studie in

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

Stand van zaken gemeentelijke woonvisies

Stand van zaken gemeentelijke woonvisies Stand van zaken gemeentelijke woonvisies Colofon Teksten Jeroen de Leede (VNG) Dataverwerking Marieke de Haan (VNG Informatiecentrum) Opmaak Chris Koning (VNG) Januari 2016 2 Vereniging van Nederlandse

Nadere informatie

Monitor Nieuwe Woningen tot en met het derde kwartaal 2011

Monitor Nieuwe Woningen tot en met het derde kwartaal 2011 Monitor Nieuwe Woningen tot en met het derde kwartaal 2011 INHOUD INHOUD... 3 AANBOD VAN NIEUWE KOOPWONINGEN OP BASIS VAN DOOR DE AANGESLOTEN ORGANISATIES GEACCEPTEERDE PLANNEN... 7 TABEL 1 NIEUW AANGEBODEN

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s

Bekendheid Overijsselse regio s Rapport Bekendheid Overijsselse regio s Resultaten 1-meting december Rapportage: januari 2010 Bestemd voor: Jolanda Vrolijk, Provincie Overijssel nbtc nipo research postadres Postbus 458 2260 MG Leidschendam

Nadere informatie

Financiering woningaanpassingen een onderzoek van seniorenorganisatie ANBO

Financiering woningaanpassingen een onderzoek van seniorenorganisatie ANBO 27-05-2015 Financiering woningaanpassingen een onderzoek van seniorenorganisatie ANBO Over dit onderzoek Dit onderzoek over wonen en verhuizen is uitgevoerd door seniorenorganisatie ANBO. Het betreft een

Nadere informatie

Weging Gezondheidsenquête, vanaf 2010

Weging Gezondheidsenquête, vanaf 2010 Weging Gezondheidsenquête, vanaf 2010 Jan-Willem Bruggink en Marieke van Herten Inleiding 2010 is het eerste jaar na het Herontwerp van de Gezondheidsenquête (GE). Na het herontwerp is de GE een mixed

Nadere informatie

Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO. schoolbesturen, gemeenten en provincies

Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO. schoolbesturen, gemeenten en provincies Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO schoolbesturen, gemeenten en provincies Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO schoolbesturen, gemeenten en provincies Opdrachtgever: Ministerie

Nadere informatie

Deze formule is uitstekend geschikt voor de jonge studenten om zich voor te bereiden op school of een examen.

Deze formule is uitstekend geschikt voor de jonge studenten om zich voor te bereiden op school of een examen. EASY LANGUAGES Verblijf bij een privéleraar - Totale onderdompeling U wilt graag een taalprogramma volgen en een verbluffend resultaat behalen? Een verblijf bij een privé leraar is ideaal om binnen een

Nadere informatie

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL Veldwerk Optimaal B.V. 's-hertogenbosch, januari 2011 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 2 1.1

Nadere informatie

Op de vraag of men de artikelen zelf in het Engels schrijft, gaf één wetenschapper het volgende aan:

Op de vraag of men de artikelen zelf in het Engels schrijft, gaf één wetenschapper het volgende aan: NEDERLANDS, TENZIJ Onderzoek Vakgroep Marktkunde en Marktonderzoek RUG In dit onderzoek zijn de volgende vragen geformuleerd: Welke factoren zijn op dit moment van invloed op de beslissing of Nederlandse

Nadere informatie

Rapportage Publieksonderzoek. De Helderse Duinen

Rapportage Publieksonderzoek. De Helderse Duinen Rapportage Publieksonderzoek De Helderse Duinen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding: wat was de opdracht? 5 2. Wat hebben we gedaan? 9 3. Conclusies 13 4. Bijlagen 23 Rapportage Publieksonderzoek - De Helderse

Nadere informatie

Participatie en behoeften van katholieken in IJburg

Participatie en behoeften van katholieken in IJburg Participatie en behoeften van katholieken in IJburg Rapport nr. 584 februari 2009 drs. Sylvia Grevel drs. Joris Kregting Kaski onderzoek en advies over religie en samenleving Toernooiveld 5 6525 ED Nijmegen

Nadere informatie

Groepsgrootte in het basisonderwijs

Groepsgrootte in het basisonderwijs Groepsgrootte in het basisonderwijs 2014-2017 Inleiding Groepsgrootte is een belangrijk onderwerp voor veel leerkrachten, ouders en leerlingen in het basisonderwijs. Er is niet wettelijk vastgelegd hoeveel

Nadere informatie

Factsheet persbericht. Helft allochtone stagiairs vermoedt discriminatie bij sollicitatie

Factsheet persbericht. Helft allochtone stagiairs vermoedt discriminatie bij sollicitatie Factsheet persbericht Helft allochtone stagiairs vermoedt discriminatie bij sollicitatie Inleiding Stageperiode Om een stageplek te vinden moeten vrijwel alle studenten solliciteren. Maar hebben allochtone

Nadere informatie

Factsheet Competenties Ambtenaren

Factsheet Competenties Ambtenaren i-thorbecke Factsheet Competenties Ambtenaren Competenties van gemeenteambtenaren - nu en in de toekomst kennis en bedrijf Gemeenten werken steeds meer integraal en probleemgestuurd aan maatschappelijke

Nadere informatie

Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018

Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018 Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018 Daniël de Rijke BSc In opdracht van de NBvK Juni 2018 Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018 Daniël de Rijke/NBvK, juni 2018 Pagina!1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1

Nadere informatie

Verhuiswensen ouderen komen moeilijk uit

Verhuiswensen ouderen komen moeilijk uit Verhuiswensen ouderen komen moeilijk uit mei 2018, Leo Prins en Paul de Vries - Ouderen verhuizen zeer weinig. Van alle senioren in een koopwoning wil 6,6 procent verhuizen, maar dat lukt maar 2,3 procent.

Nadere informatie

Totaal

Totaal Aantal huwelijken, huwelijksontbindingen, partnerschappen en partnerschapsontbindingen per woonplaats in 2013 Huwelijk Huwelijksontbinding Partnerschap Partnerschapsontbinding Woonplaats Man % Vrouw %

Nadere informatie

Totaal

Totaal Aantal huwelijken, huwelijksontbindingen, partnerschappen en partnerschapsontbindingen per woonplaats in 2012 Huwelijk Huwelijksontbinding Partnerschap Partnerschapsontbinding Woonplaats Man % Vrouw %

Nadere informatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente Deventer Karen Teunissen April 2006 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Bekendheid en betrokkenheid 4 Samenvatting 8 Hoofdstuk 2 Communicatie 9 Samenvatting 12

Nadere informatie

Rapport. van Kamer van Koophandel Nederland. Startersprofiel 2012. Datum uitgave. Januari 2013. onderwerp Startende ondernemers in beeld

Rapport. van Kamer van Koophandel Nederland. Startersprofiel 2012. Datum uitgave. Januari 2013. onderwerp Startende ondernemers in beeld Rapport Startersprofiel 2012 van Datum uitgave Januari 2013 onderwerp Startende ondernemers in beeld Pagina 1 van 12 Inhoudsopgave 1 Samenvatting... 3 2 Kerncijfers startende ondernemers... 4 2.1 Meer

Nadere informatie

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Veldwerk Optimaal B.V. 's-hertogenbosch, september 2013 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 2

Nadere informatie

Regiobericht 1.0 Noord

Regiobericht 1.0 Noord Economie, innovatie, werk en inkomen 1 Kenmerken van het landsdeel Het landsdeel Noord bestaat uit de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. De provincies werken samen in het Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen Bijlage Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen Behorend bij het rapport VMBO-opleiding Rijn- en binnenvaart in Nijmegen ; Onderzoek naar de behoefte aan een VMBO-opleiding Rijn-

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s

Bekendheid Overijsselse regio s Rapport Bekendheid Overijsselse regio s Resultaten 2-meting december Rapportage: januari 2011 Bestemd voor: Aljona Wertheim-Davygora, Provincie Overijssel nbtc nipo research postadres Postbus 458 2260

Nadere informatie

Factsheet Demografische ontwikkelingen

Factsheet Demografische ontwikkelingen Factsheet Demografische ontwikkelingen 1. Inleiding In deze factsheet van ACB Kenniscentrum aandacht voor de demografische ontwikkelingen in Nederland en in het bijzonder in de provincie Noord-Holland.

Nadere informatie

Het jaar van YouTech.nl in cijfers

Het jaar van YouTech.nl in cijfers 2014 Het jaar van YouTech.nl in cijfers In 2014 bezochten 260.378 personen onze website en bekeken ze gemiddeld 1,54 pagina s. Het gemiddelde bezoek duurde ongeveer een minuut en 80% van de bezoekers hield

Nadere informatie

Onderzoek Alumni Bètatechniek

Onderzoek Alumni Bètatechniek Onderzoek Alumni Bètatechniek 0 meting - Achtergrond Eén van de knelpunten op de Nederlandse arbeidsmarkt is een tekort aan technisch geschoolden. De Twentse situatie is hierin niet afwijkend. In de analyse

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-049 8 juli 2008 9.30 uur In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad Sterkste groei aan noordoostzijde Randstad Ook meer huishoudens in Noord-Brabant

Nadere informatie

Onderzoekmemorandum Innovatie en de Lissabonagenda

Onderzoekmemorandum Innovatie en de Lissabonagenda Onderzoekmemorandum Innovatie en de Lissabonagenda Inleiding Nederland werkt, net als de andere Europese landen aan de Lissabon-doelstellingen van de EU om te komen tot een dynamische en concurrerende

Nadere informatie

Quickscan leerlingendaling PO en VO Schoolbesturen, gemeenten, provincies

Quickscan leerlingendaling PO en VO Schoolbesturen, gemeenten, provincies Quickscan leerlingendaling PO en VO Schoolbesturen, gemeenten, provincies Frank Scholten Janneke Huizenga Quickscan leerlingendaling PO en VO 2016 3 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Schoolbesturen PO...

Nadere informatie

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Peiling 1 januari 2014 D.T.P. Van Hassel R.J. Kenens 2 CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN OEFENTHERAPEUTEN Peiling 1 januari 2014 D.T.P. van Hassel R.J. Kenens

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Factsheet persbericht. Studenten: stagebegeleiding scholen schiet tekort

Factsheet persbericht. Studenten: stagebegeleiding scholen schiet tekort Factsheet persbericht Studenten: stagebegeleiding scholen schiet tekort Inleiding Stageperiode Een stageperiode is voor veel studenten de meest leerzame periode van de schoolcarrière. Maar hoe moeilijk

Nadere informatie

ACE-GROEP T TALEN07/08

ACE-GROEP T TALEN07/08 ACE-GROE T TALEN07/08 ANTICIATIVE CONTINUING EDUCATION taalcursussen WWW.GROET.BE ACE Groep t. spreek snel een taal! ACE-Groep T organiseert taalcursussen waarin mondelinge communicatie centraal staat.

Nadere informatie

4 Onderzoeksverantwoording

4 Onderzoeksverantwoording 4 Onderzoeksverantwoording Het onderzoek Het veldwerk van de Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven 2005 liep 11 weken en vond plaats van 19 september tot en met 6 december 2005. In totaal zijn 38.030 bedrijven

Nadere informatie

Rapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO. april 2009. Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc. Paterswolde, april 2009

Rapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO. april 2009. Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc. Paterswolde, april 2009 Rapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO april 2009 Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc Paterswolde, april 2009 Postbus 312 9700 AH Groningen Pr. Irenelaan 1a 9765 AL Paterswolde telefoon:

Nadere informatie

De aanvullende tandzorgverzekering Samenvatting Bijna iedereen heeft een aanvullende verzekering Aanvullend verzekerd voor: 2006 2007

De aanvullende tandzorgverzekering Samenvatting Bijna iedereen heeft een aanvullende verzekering Aanvullend verzekerd voor: 2006 2007 Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Judith de Jong, Marloes Loermans, Marjan van der Maat, De aanvullende tandzorgverzekering, NIVEL, 2008) worden gebruikt.u

Nadere informatie

De intermediair voor verantwoord lenen. Leef met je hart, leen met verstand.

De intermediair voor verantwoord lenen. Leef met je hart, leen met verstand. De intermediair voor verantwoord lenen. Leef met je hart, leen met verstand. Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden lening aanvragen in 2015 Onlangs is door Geldshop een grootschalig onderzoek

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s

Bekendheid Overijsselse regio s Rapport Bekendheid Overijsselse regio s Resultaten 3-meting december 2011 Rapportage: januari 2012 Bestemd voor: Aljona Wertheim-Davygora, Provincie Overijssel nbtc nipo research postadres Postbus 458

Nadere informatie

Vakantiegedrag. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van jou verwacht? Factoren die van invloed zijn op vakantiegedrag. Wat is vakantiegedrag?

Vakantiegedrag. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van jou verwacht? Factoren die van invloed zijn op vakantiegedrag. Wat is vakantiegedrag? Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over vakantiegedrag van mensen. Het maakt je duidelijk waarom mensen met vakantie gaan en hoe de keuze voor een vakantie tot stand komt. Wat wordt er van jou

Nadere informatie

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken De Nederlandse bancaire vorderingen 1 op het buitenland zijn onder invloed van de economische crisis en het uiteenvallen van ABN AMRO tussen

Nadere informatie

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters Dit document bevat de volgende gegevens: Een overzicht van de burgemeesters naar politieke partij in de periode 2002-2017. Een overzicht van het aandeel vrouwelijke

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Onderzoek Marktaandelen Hulp bij het Huishouden pagina 1 van 12

Inhoudsopgave. Onderzoek Marktaandelen Hulp bij het Huishouden pagina 1 van 12 Rapportage Onderzoek marktaandelen Hulp bij het Huishouden Inhoudsopgave Inleiding Onderzoeksopzet. Verantwoording. Definities Tabellen en Cirkeldiagrammen. Uitleg tabellen in de bijlagen. Cirkeldiagram

Nadere informatie

BESTUURLIJKE VERNIEUWING?

BESTUURLIJKE VERNIEUWING? BESTUURLIJKE VERNIEUWING? De rol van de provincie en de Eerste Kamer 11 maart 2015 Nederlanders willen leden Eerste Kamer direct kunnen kiezen 1 I&O Research vroeg in haar laatste peiling 2 naar een aantal

Nadere informatie

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Open teelten Landbouw 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 14 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Bijlagen hoofdstuk 2 Demografie en ruimtegebruik Carola Simon

Bijlagen hoofdstuk 2 Demografie en ruimtegebruik Carola Simon Thuis op het platteland. De leefsituatie van platteland en stad vergeleken. Anja Steenbekkers, Carola Simon, Vic Veldheer (red.). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, januari 2006 Bijlagen hoofdstuk

Nadere informatie

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Werkloosheid Redenen om niet actief te Sociaal Economische Trends 2013 Sociaaleconomische trends Werkloosheid Redenen 2004-2011 om niet actief te zijn Stromen op en duren de arbeidsmarkt Werkloosheidsduren op basis van de Enquête beroepsbevolking

Nadere informatie

Factsheet persbericht

Factsheet persbericht Factsheet persbericht Studenten: meer werken noodzaak door hogere studiekosten 13 januari 2011 Inleiding Van november 2010 tot begin januari 2011 hield Zoekbijbaan.nl het Nationale Bijbanen Onderzoek.

Nadere informatie

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018 Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018 Thema cultuur - De positie van Utrecht uitgelicht Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl @onderzoek030

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006 Resultaten eindmeting, januari 2006 O&S Nijmegen januari 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen de

Nadere informatie

Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding.

Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Internet meest gebruikte informatiebron bij zoeken naar passende zorgverzekering Marjan van der Maat &

Nadere informatie

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014 Alfahulp en huishoudelijke hulp Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014 Inhoudsopgave Geschreven voor Achtergrond & doelstelling 3 Conclusies 5 Resultaten 10 Bereidheid tot betalen 11 Naleven regels 17

Nadere informatie

Fries burgerpanel Fryslân inzicht

Fries burgerpanel Fryslân inzicht Fries burgerpanel Fryslân inzicht Wij gaan er van uit dat we zo lang mogelijk in onze eigen woonomgeving kunnen blijven. Fries burgerpanel over voorzieningen in Fryslân september 2015 Wij gaan er van uit

Nadere informatie

Diversiteit in Provinciale Staten

Diversiteit in Provinciale Staten Diversiteit in Provinciale Staten In aanloop naar de verkiezingen van 2 maart inventariseerde E-Quality, hét kenniscentrum voor emancipatie, gezin en diversiteit, de kandidatenlijsten (zie werkwijze) van

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s

Bekendheid Overijsselse regio s Rapport Bekendheid Overijsselse regio s Resultaten 0-meting december 2008 Rapportage: januari 2009 Bestemd voor: Jolanda Vrolijk, Provincie Overijssel nbtc nipo research postadres Postbus 458 2260 MG Leidschendam

Nadere informatie