komen kijken hoe het er voorstaat in Doetinchem. Wij hebben dus inmiddels een flinke slag gemaakt in de visievorming intern en in het veld.

Transcriptie

1 Onderleggers CJG Agendapunt Centrum voor Jeugd en Gezin Doelgroep: 0-23 jaar Vindplaats: thuis Probleem: Ouders en kinderen weten niet waar zij terechtkunnen voor hun vragen m.b.t. opvoeden en opgroeien. Er zijn teveel loketten. Er ontbreken laagdrempelige voorzieningen voor hulp bij opgroeien en opvoeden. Er is geen eenduidigheid bij organisaties hoe zo n Centrum voor jeugd en gezin eruit zou moeten zien. Centrum voor jeugd en gezin (commitment) Commitment bij alle partners over de beelden en functies, alsmede de beelden bij, de functies van, alsmede de activiteiten om tot een centrum voor jeugd en gezin te komen. Prestatie-indicator:Er is een eenduidige visie over hoe een Centrum voor jeugd en gezin eruit moet zien. Hoofdaannemer: n.t.b. optie: GGD Rol gemeente: initiator; opdrachtgever/toezichthouder Onderaannemer/participanten: Yunio/IJsselkring/BJZ + diverse ketenpartners jeugd n.t.b. Middelen:Rijk Brededoeluitkering Begroting , /2010 Aard project: preventief/curatief Toelichting: Het is belangrijk dat er naast de laagdrempelige inlooppunten in de wijken een duidelijk herkenbare winkel met duidelijk herkenbare producten komt, zodat ouders en kinderen in 1 winkel terechtkunnen voor alles wat ze nodig hebben voor ondersteuning bij opgroeien en opvoeden. Dit moet ook geen probleemwinkel zijn, maar een inspirerend informatie- en adviespunt, niet alleen op gebied van jeugdgezondheid maar op alle levensdomeinen van zorg, wonen, werk en inkomen, ontplooiing etc. Er leven zoveel verschillende beelden van wat een Centrum voor Jeugd en Gezin zou kunnen zijn: een virtuele winkel, een heel nieuw gebouw, een onderdeel van WMO- of gemeentewinkel etc. Het is allereerst zaak hierover met elkaar van gedachten te wisselen om te komen tot een gemeenschappelijk beeld over de functies binnen het eventuele Centrum voor Jeugd en Gezin. Het CJG (Centrum voor jeugd en gezin) is door landelijke, regionale en lokale wensen en ontwikkelingen op de jeugdagenda naar voren geschoven, er is een begin gemaakt met visievorming en er zijn bijeenkomsten bezocht en workshops gevolgd m.b.t. de uitwerking van een CJG en er is gekeken naar voorbeelden landelijk (Rotterdam en Almere) en regionaal (Bronckhorst en Oude-Ijsselstreek). Een van de belangrijkste conclusies is: Er is al heel veel goeds, maar het moet beter/anders georganiseerd worden. Verbreden, Verbinden, versterken, verniewen en denken vanuit ouders en kinderen. Wij moeten uitgaan van wat we al hebben en dat moeten we beter organiseren, maar we moeten vooral de wil tot samenwerking organiseren en dit betekent een cultuuromslag bij organisaties van organisatiedenken naar functiedenken en het betekent ook de klant centraal willen, durven en kunnen stellen. De gemeente moet hierin de regierol op zich nemen. Wethouder Loes van der Meijs is lid geworden van de bende van Bart, een groep wethouders die besloten hebben over een jaar voorop te lopen met de vorming van Centra voor Jeugd en Gezin. Onze visie is derhalve gepresenteerd op een VNGcongres van 11 juni en in het najaar zullen de bendeleden 1

2 komen kijken hoe het er voorstaat in Doetinchem. Wij hebben dus inmiddels een flinke slag gemaakt in de visievorming intern en in het veld. Nu moet er vorm en inhoud worden gegeven aan het proces om te komen tot de daadwerkelijke inrichting. Dit kunnen wij niet zonder het veld van de brede jeugdketen. Er is een procesmanager ingehuurd in de persoon van Jannette Klaver, die de Centra jeugd en gezin in Almere en Lelystad heeft ingericht. In november zal er een bijeenkomst met de sleutelfiguren uit het veld zijn om te komen tot een gedeelde visie en zal er een werkgroep gevormd worden vanuit de diverse organisaties. Daarnaast zal er gesproken worden met ouders en jongeren zelf (ouder- en jongerenparticipatie) De procesmanager zal de rol van kwartiermaker op zich nemen en uiteindelijk zullen we moeten komen tot het gezamenlijk formuleren van een opdracht en het benoemen van een hoofdaannemer. 2

3 2. CJG Agendapunt Opvoedingsondersteuning Doelgroep: 0-18 jaar Vindplaats: thuis Probleem: behoefte aan herkenbare, toegankelijke, laagdrempelige ondersteuning bij opvoeden en opgroeien. Behoefte aan herijking van bestaand aanbod. Herijking aanbod opvoedingsondersteuning Herijking van het aanbod opvoedingsondersteuning: een effectievere inzet van het middel opvoedingsondersteuning 0-12 jr. Voortgang in huidige wijken; uitbreiding in De Huet, Dichteren, Wehl en Gaanderen jr. toegankelijk aanbod vanuit WMOwinkel en vanuit de wijk Prestatie-indicator: Alle ouders van 0-18 jarigen maken bijtijds gebruik van een laagdrempelige vorm van opvoedingsondersteuning Hoofdaannemer: nader te bepalen. Optie GGD Rol gemeente: opdrachtgever/toezichthouder Onderaannemer: Yunio/GGD/BSN Middelen: Rijk (Brede doeluitkering) Provincie (GSO 2 en GSO 3), GD (subsidies GGD/ IJsselkring, aanvullend budget bredeschoolnetwerk) 2008/2009 Aard project: preventief Toelichting: Opvoedingsondersteuning is een maatschappelijke functie die voor iedereen beschikbaar moet zijn. In de vorm van cursussen, (telefonisch/digitaal) spreekuur, in de centra voor jeugd en gezin, in de wijken en op scholen en als ambulante ondersteuning. In Doetinchem bestaat reeds veel aanbod opvoedingsondersteuning, maar het is een lappendeken. De versnippering dient in beeld te worden gebracht en het aanbod dient herijkt te worden en aan te sluiten bij de vraag. Er dient 1 hoofdaannemer/ uitvoerend regisseur te zijn. Verder dient goed gekeken te worden naar vroegsignalering en het bereiken van risicogroepen (outreachend). Ook hierbij is elektronische registratie van belang. Gemeenten zijn in het kader van de WMO wettelijk verantwoordelijk voor: voorlichting en advies, signalering, toeleiding, opvoedingsondersteuning en coördinatie van zorg. Opvoedingsondersteuning is hierin een belangrijke functie en dient geïntegreerd plaats te vinden vanuit Centra voor jeugd en gezin, OK punten of anderszins. Opvoedingsondersteuning gaat ook verder dan hulp bij het opvoeden van jonge kinderen maar heeft ook te maken met thema s als alcohol en drugs, sexualiteit, invloed media, school en beroepskeuze etc. Opvoedingsondersteuning is een probaat preventiemiddel. Door bijtijds ondersteuning te bieden wordt verergering van problematiek en daarmee mogelijke escalatie voorkomen. Inventarisatie is gaande naar het huidige aanbod op het gebied van opvoedingsondersteuning, naar de witte vlekken en de overlappingen. Deze inventarisatie moet een analyse opleveren die bijdraagt aan het antwoord op de vragen hoe de functies informatie en advies, opvoedingsondersteuning en lichtpedagogische hulp vorm en inhoud kunnen krijgen binnen het centrum voor Jeugd en Gezin. 3

4 3. Agendapunt Homestart Doelgroep:0-6 jaar Vindplaats: thuis Probleem: Ouders kunnen soms door omstandigheden de druk van alledag niet aan en lopen hierdoor vast. Men ervaart een gebrek aan emotionele en sociale steun die professionals vaak niet kunnen bieden. Homestart Inzet van vrijwilligers die praktische hulp, vriendschap en ondersteuning bieden aan gezinnen in stressvolle situaties. Prestatie-indicator: ouders met emotionele en sociale problemen met jonge kinderen kunnen een beroep doen op een steuntje in de rug van een vrijwilliger. Een beroep op professionele hulp wordt voorkomen. (versterking sociaal netwerk) Hoofdaannemer:Yunio Rol gemeente: opdrachtgever/toezichthouder Onderaannemers/participanten: Yunio/vrijwilligers Middelen: Rijk (brede doeluitkering) , /2008/2009 Aard project: preventief/vrijwillig Toelichting: Bij dit project wordt een beroep gedaan op de kracht van vrijwilligers, zij helpen ouders weer te gaan geloven in hun eigen kracht en hun zelfoplossend vermogen. Het zelfvertrouwen van de ouders wordt versterkt, hun sociale netwerk wordt versterkt en er wordt op een laagdrempelige en relatief goedkope manier voorkomen dat er ernstige en langdurige problemen ontstaan in een gezin. Homestartvrijwilligers bieden praktische hulp, vriendschap en ondersteuning in gezinnen in stressvolle omstandigheden. Bij Homestart wordt gebruik gemaakt van normale menselijke kwaliteiten als, warmte, humor en optimisme. Deze manier van werken sluit naadloos aan bij de principes van de WMO en van wijkgericht werken. Het is belangrijk dat ook deze vrijwilligers hun (signalerende) plek in de jeugdketen vinden. De vraagbehoefte van jonge gezinnen, in regionaal verband, naar deze ondersteuning neemt sterk toe. In 2007 is in verband met deze vraagtoename (van 18 gezinnen) het aantal coördinatie-uren (tijdelijk) verhoogd van 24 uur naar 36 uur. Het totaal aantal gezinnen dat nu van Homestart gebruik maakt komt daarmee op 54 gezinnen. Voor 2008 komen daarmee de kosten voor de gemeente Doetinchem op 8.523,--. 4

5 4. CJG Agendapunt casuscoördinatie Doelgroep 0-23 jarigen Vindplaats:thuis/wijk Probleem Geen of gebrekkige samenhang en afstemming van zorg en hulpverlening bij een jeugdige. Vaak zijn er nu bij een multiprobleemcasus zoveel hulpverleners betrokken, zodat ouders en kinderen niet meer weten bij wie ze voor wat moeten zijn en de betrokken hulpverleners niet van elkaar weten wat ze doen. Hiermee is de klant niet gediend en gebeuren er in het ergste geval ongelukken. Casuscoördinatie Leggen van relaties tussen zorgstructuren en andere samenwerkingsverbanden met het multiprobleemloket en uitbreiding van het loket met het oog op een betere doorverwijzing en snellere interventies Prestatie-indicator: De klant heeft 1 aanspreekpunt, die de casus coördineert Aannemer: Nader te bepalen. Optie:GGD Aannemer/participanten: IJsselkring/Lindenhout + diverse ketenpartners jeugd n.t.b. Middelen: Rijk: BDU Begroting /2010 Aard project: preventief/curatief Toelichting: Zowel voor de klant als voor de professional is duidelijkheid m.b.t. casuscoördinatie van levensbelang. Het moet volkomen duidelijk zijn wie op welk moment voor het traject verantwoordelijk is voor de casus en de klant moet deze casemanager ten alle tijden weten te vinden en deze casemanager dient ten alle tijden de klant te kunnen vinden. Er kan aangesloten worden bij bv. het loket multiprobleemsituaties, dat kan fungeren als casuscoördinatiepunt. Mogelijkheden om casuscoördinatie vorm te geven zijn het Multiprobleemloket, een eventueel wijkzorgteam, binnen het gezin kan gezinscoaching een oplossing zijn. Casuscoördinatie zal onderdeel uitmaken van het Centrum voor Jeugd en Gezin, waarschijnlijk op 2 niveaus: op Multiprobleemniveau = zwaardere coördinatie van zorg en op casemanagementniveau= lichtere coördinatie van zorg. Daaronder bevinden zich de andere functie/niveaus van het CJG. In 2008 is vanuit het beleidsveld OGGZ gestart met de opzet van Lokale Zorgnetwerken. In de coördinatie van zorg op multiprobleemniveau ligt hier een duidelijke relatie met het CJG. En er wordt ook gekeken of de hoogste schaal van coördinatie van zorg binnen het CJG georganiseerd kan worden door de LZNW De bovengenoemde aansluiting Multiproblemloket en wijkzorgteam en gezinscoaching zijn dus vanwege voortschrijdend inzicht vervangen door inbedding in CJG en aansluiting bij Lokale zorgnetwerken. 5

6 5. CJG Agendapunt Lokale Zorgnetwerken Doelgroep 0-23 jarigen Vindplaats:thuis/wijk/peuterspeelzaal,kinderopvang/school Probleem Geen of gebrekkige samenhang en afstemming van zorg en hulpverlening bij een jeugdige. Vaak zijn er nu bij een multiprobleemcasus zoveel hulpverleners betrokken, dat ouders en kinderen niet meer weten bij wie ze voor wat moeten zijn en de betrokken hulpverleners niet van elkaar weten wat ze doen. Hiermee is de klant niet gediend en gebeuren er in het ergste geval ongelukken. Lokale Zorgnetwerken Leggen van relaties tussen zorgstructuren en andere samenwerkingsverbanden met het multiproblemloket en uitbreiding van het loket met het oog op een betere doorverwijzing en snellere interventies Prestatie-indicator: De klant heeft 1 aanspreekpunt, die de casus coördineert Hoofdaannemer: Wilma Meere Projecten Aannemer/participanten: Brede jeugdketen Middelen: OGGZ + regiocontract GSO3 Begroting: , /2009 Aard project: preventief/curatief Toelichting: In het OGGZ beleidskader en in het plan van aanpak van de 8 Achterhoekse gemeenten wordt ervan uit gegaan dat hulpverlening in meervoudige probleemsituaties alleen effectief kan zijn als de problemen in samenhang en tegelijkertijd worden aangepakt. De ambitie is geformuleerd om hierin een kwaliteitsslag te maken. Een lokaal zorgnetwerk is een structuur waarin zowel vroegsignalering, preventie als casusoverleg/regie met betrekking tot multiproblemproblematiek een plek krijgen in lokale ketenunits. Het is een sluitende ketenaanpak in iedere gemeente van de regio Achterhoek op basis van gezamenlijke afspraken met eigen accenten. In 2008 is vanuit het beleidsveld OGGZ Wilma Meere ingehuurd om een aanzet te geven om te komen tot de inrichting van Lokale Zorgnetwerken. Wat betreft de coördinatie van zorg, waar het hier om gaat, betreft het voor de 0-23 jarigen dezelfde ketenpartners en bovendien raakt het CJG en bepaalt voor een groot deel de jeugdagenda. De ambtenaren jeugd hadden het veld echter toegezegd samen met hen op te trekken en hadden met de tot standkoming van de jeugdagenda in samenspraak met het veld een enorm vertrouwen op gebouwd en een wil tot samenwerking georganiseerd, die dreigde af te brokkelen toen het veld in een presentatie over de Lokale Zorgnetwerken constateerde dat hun netwerken: ZAT (Zorgadviesteam), JAT (Jeugdadviesteam), Multiproblemloket en buurtnetwerken jeugdhulpverlening dreigden te worden opgeheven. Hierdoor is grote onrust ontstaan in de jeugdketen. Inmiddels is de interne afstemming op bestuurlijke en ambtenlijk niveau verbeterd en zal het veld in het invoeringsproces meer meegenomen dienen te worden. 6

7 6. Agendapunt Outreachend jongerenwerk Doelgroep:10-23 jaar Vindplaats: thuis/ wijk Probleem: Het jongerenwerk van vandaag is niet meer van de jeugd van vandaag en sluit niet aan bij hun snelle belevingswereld van internet, gamen, spannende sporten, uitgaan en evenementen. Niet alle jongeren worden bereikt. Het is niet duidelijk welke doelgroepen door welke organisaties bediend worden. Er is geen integrale afstemming. Outreachend Jongerenwerk Opzetten vernieuwend outreachend jongerenwerk: nieuwe aanpak voor jongeren die niet door reguliere kanalen bereikt worden. Prestatie-indicator: Er is een passend aanbod voor de diverse jongeren- doelgroepen, van normaal, tot hinderlijk tot overlastgevend. Het aanbod sluit aan bij de vraag van de jongeren en de jongerenwerker komt achter het bureau c.q. uit het buurthuis vandaan. Organisaties werken optimaal samen volgens regiemodel Hoofdaannemer: Nader te bepalen. Rol gemeente: opdrachtgever/toezichthouder Onderaannemers/participanten: IJsselkring, Gemeente/C2U, Lindenhout/JEKK/politie Middelen: GD buget jeugdagenda Begroting: , Aard project: preventief/curatief/repressief Toelichting: Veel jeugd wordt niet bereikt door het jongerenwerk. Er is te weinig activiteitenaanbod voor de diverse doelgroepen en het is niet duidelijk welke doelgroepen door wie bediend worden. Bestaand aanbod sluit vaak niet aan bij de vraag Tot 14 jaar wordt de meeste jeugd in de wijken bediend door het sociaal-cultureel werk, het jeugdopbouwwerk bestaat niet als zodanig als specialisme. Bovenwijks/stedelijk wordt het jongerenopbouwwerk verzorgd door PLUTUS. We praten hier over opbouwwerk en niet over jeugdhulpverlening. Plutus bemoeit zich niet met hinderlijk en/of overlastgevende jongeren. Er was dus een gat bij de overlastgevende jeugd. Het JEKK deed een gedeelte in de preventieve sfeer, maar vooral ambulant en gedeeltelijk op straat. Er was behoefte aan een straathoekwerker voor de overlastgevers. Deze is gevonden binnen het nachtwachtenproject. Voor een passend activiteitenaanbod voor moeilijke doelgroepen zijn de werkers van IJsselkring, JEKK/Lindenhout en C2U/gemeente met elkaar in gesprek. Deze integrale bottom-up benadering moet echter wel een echelon hoger ingebed worden. Er is inmiddels gestart met een Pilot overlastgevende jeugd in de wijk de Huet. Uit de pilot de Huet is naar voren gekomen, wat we eigenlijk al wisten, dat je moeilijke doelgroepen bereikt door er naar toe te gaan en vervolgens een aanbod neerzet, dat aansluit bij de belevingswereld van de doelgroep. Het outreachend werken van IJsselkring beperkt zich momenteel vooral tot het ophalen van de vraag uit de netwerken. Het JEKK en de jeugdtoezichthouders werken meer op de straat en het JEKK met name ook achter de voordeur. In het kader van het preventieve jeugdbeleid is het outreachtend werken door de diverse instellingen in samenhang belangrijk. Hierdoor worden diverse doelgroepen bereikt en iedereen word ingezet op z n kerncompetenties. Het outreachend werken zal verder worden uitgebreid in o.a wijkveiligheidsteams, Centra voor Jeugd en Gezin etc. 7

8 7. Agendapunt Project Toeleiding Zorg Multiprobleemjongeren Doelgroep Multiprobleemjongeren van 18 tot 25 jaar Vindplaats: wijk Probleem: Tot 18 jaar is er (geïndiceerde) jeugdhulpverlening voor multiprobleemjongeren, via Bureau Jeugdzorg, Lindenhout, Ggnet etc., maar voor niet geïndiceerde 18+ jongeren met multiprobleem casuïstiek is geen adequate opvang voorhanden. Daarnaast zijn het jongeren die voor de hulpverlening vaak moeilijk te bereiken zijn, je moet ze dus actief opzoeken in hun sociale omgeving. Project Toeleiding Zorg Multiprobleemjongeren 18 tot 25 jaar Prestatie-indicator: Bereiken en toeleiden naar passend aanbod, hulpverlening, dagbesteding, huisvesting van multiprobleemjongeren uit Doetinchem en omgeving Hoofdaannemer: Lindenhout Rol gemeente: opdrachtgever/toezichthouder Onderaannemer/participanten: Iriszorg, Ggnet, Stichting JOD, Site Middelen OGGZ Begroting: , /2009 Aard project: preventief/curatief Toelichting: Multiprobleemjongeren hebben weinig vertrouwen in de hulpverlening en bereiken de reguliere hulpverlenings instellingen niet. Zij dienen outreachend te worden benaderd. Het is van belang dat zij een vertrouwensband met een hulpverlener krijgen en dat deze de casus coördineert. Outreachend werken en casuscoördinatie zijn sleutelwoorden in de methodiek. Zowel voor de klant als voor de professional is duidelijkheid m.b.t. casuscoördinatie van levensbelang. De jongere zal worden toegeleid naar een passend aanbod: Eventueel Jongerenhotel Doetinchem en JOD (Jongerenopvang Doetinchem) voor wonen. Begeleiding wordt dan nog geboden door Lindenhout/Ggnet. Verder kunnen de jongeren worden toegeleid naar de projecten TRADAR en eventueel Gelderland helpt scoren Het project Toeleiding Zorg Multiprobleemjongeren was opgezet door Lindenhout als opvolger van het project coach en zwerfjongeren, waarvan de financiering vanuit de provincie werd stopgezet. Het is een regionaal project en is aanvankelijk ingediend voor het regiocontract GSO3 en is niet gehonoreerd omdat er in de projectopzet een aantal onduidelijkheden zaten over de zaken die via AWBZ en/of zorgkantoor gefinancierd zouden kunnen worden. De oorspronkelijke begroting was hierdoor ook te hoog uitgevallen. Het project is herschreven en de begroting is aangepast. Daarnaast kan het project als sleepnet gaan dienen om jongeren op te vissen van de straat en uit te zetten in de diverse opvangvormen, zoals Iriszorg, JOD (Jongerenopvang Doetinchem) en Jongerenhotel Doetinchem. Waardoor ook de coördinatie op o.a. JOD en het Jongerenhotel geregeld is en er een sluitend aanbod van woonvoorzieningen (zwerf)jongeren ontstaat onder 1 paraplu, gecoördineerd vanuit Lindenhout. 8

9 8. Schoolzorgstructuren Agendapunt Herijking Schoolzorgstructuren Doelgroep:4-18 jaar Vindplaats: school Probleem: Scholen zijn belangrijke vindplaatsen van jeugd en het is belangrijk dat er op scholen niet alleen plaats is voor kennisoverdracht, maar ook voor o.a. zorg. Zitten de juiste partijen aan tafel? Herijken schoolzorgstructuren Herijken schoolzorgstructuren, nadrukkelijk door partners zelf: afspraken met de juiste partners om op alle scholen in basis- en voortgezet onderwijs Prestatie-indicator: Op alle scholen voor basis- zowel als voor voortgezet onderwijs zitten de juiste personen uit de jeugdketen aan tafel en functioneren brede zorgstructuren, c.q.schoolconsultatieteams Hoofdaannemer: Onderwijs Rol gemeente: opdrachtgever/toezichthouder Onderaannemer/participanten: ketenpartners jeugd n.t.b. Middelen: Onderwijs 2008/2009 Aard project: preventief/curatief In het basisonderwijs en in het voortgezet onderwijs bestaan schoolconcultatieteams (t.w. Jeugdadviesteams en ZorgAdviesteams). De provincie Gelderland heeft in een beleidsadvies Zorgstructuren in en rondom ROC s geformuleerd, met de bedoeling een efficiënte zorgstructuur rondom leerlingen te realiseren. Op het Graafschapcollege draait een pilot om multidisciplinaire zorgteams op te starten. Scholen hebben te maken met jongeren met psychosociale of met psychiatrische problematiek. Om ook deze jongeren optimaal de kans te bieden hun school af te maken is een sluitende aanpak, waarin interne en externe hulpverleners samenwerken noodzakelijk. In deze teams zijn vertegenwoordigd: Structureel: Zorgdecaan school,bureau Jeugdzorg, AMW IJsselkring/Sensire, GSJ Lindenhout, Ggnet-jongeren, Iriszorg,verslavingszorg, REC4 ambulante begeleiding (LGF),Leerplichtambtenaar, RMC trajectbegeleider, Politie, GGD. Vragen die spelen rondom de JAT en de buurtnetwerken zijn: zijn deze teams complementair aan elkaar of is er sprake van overlap. Is voorzetting JAT s noodzakelijk of is aanwezigheid van buurtnetwerken voldoende. Is aansluiting van het JAT bij het multiprobleemloket een optie, financiering van voortzetting JAT s. Er zijn in het onderwijs allerlei bewegingen gaande om de schoolzorgstructuren te verbeteren. Allereerst streeft men naar eenzelfde naamgeving, n.l ZAT s = zorgadviesteams op alle scholen. Dit zijn de interne schoolzorgstructuren. Het maatschappelijk werk is hierin nog niet overal aanwezig. In het primair onderwijs fungeert in 4 wijken waar Bredeschoolnetwerken zijn de opvoedingsondersteuning als maatschappelijk werk om de moeilijke doelgroep te bereiken. Op de scholen voor Voortgzet onderwijs ontbreekt het schoolmaatschappelijk werk. Vanuit het samenwerkingsverband VO is men bezig dit nu te realiseren i.s.m. MEE. In het MBO (Graafschapcollege) is een ZAT operationeel, waarbinnen binnenkort ook schoolmaatschappelijk werk aan zal schuiven, tijdelijk gefinancierd door het RMC daarnaast is BJZ in opdracht van de provincie (convenant jeugdbeleid/jeugdzorg) vaste partner. Het schoolmaatschappelijke werk binnen het MBO zal een pilot zijn, in afwachting van structurele financiering. De discussie bij schoolmaatschappelijke werk is, of de scholen of de gemeenten dit moeten betalen. Naast de ontwikkeling van de schoolstructuren loopt de ontwikkeling van de lokale zorgnetwerken, waarbij dezelfde 9

10 partners aan tafel zitten en waarbij zich de vraag aandient of en waar de overlap zit, hoe e.e.a. op elkaar moet worden afgestemd en hoe dit opgelost moet worden. Met name in het onderwijsveld is grote onrust ontstaan omdat men zich bedreigd voelt door de Lokale Zorgnetwerken. 10

11 9. Schoolzorgstructuren Agendapunt Passend Onderwijs Doelgroep:4-18 jaar Vindplaats: school Probleem: Kinderen die wegens een stoornis of handicap geen regulier onderwijs kunnen volgen staan op een wachtlijst en de helft van het aantal scholen in het speciaal onderwijs presteert slecht. Passend Onderwijs Prestatie-indicator: Het kind moet centraal staan. Er moet passend onderwijs zijn voor elk kind. Het stelsel moet vereenvoudigd en het onderwijs meer resultaatgericht. Hoofdaannemer: Nader te bepalen. Optie Younieq Rol gemeente: toezichthouder Onderaannemer/participanten: ketenpartners jeugd n.t.b. Middelen: Rijk, onderwijsinstellingen 2008/2009 Aard project: preventief/curatief Toelichting: Passend onderwijs gaat over leerlingen die wegens een stoornis of handicap geen regulier onderwijs kunnen volgen. Zij volgen aangepast onderwijs op een reguliere school, of zitten op het speciaal onderwijs. Momenteel staan veel zorgleerlingen op een wachtlijst of zitten zelfs thuis. Daarnaast heeft de inspectie geconstateerd dat de helft van het aantal scholen in het in het speciaal onderwijs zwak of zeer zwak presteert. De kwaliteit moet dus omhoog, en het moet voor ouders eenvoudiger worden om de juiste aanpak voor hun kind te krijgen. Daarom worden er de komende jaren regionale netwerken opgezet, waarin scholen, regionale expertisecentra (REC s) en jeugdzorg een rol spelen. Ouders van zorgleerlingen kunnen zich melden bij 1 loket. Het regionale netwerk bekijkt wat het kind aankan, welke aanpak daarvoor nodig is en zorgt dat het kind passend onderwijs krijgt. Door een aantal van dit soort pilots op te zetten, zal duidelijk worden wat in de praktijk wel en niet werkt. De resultaten hiervan vormen de basis voor een nieuwe wet, die in 2011 in werking moet treden. Younique (voormalig OPDC) heeft in Doetinchem het voortouw genomen met de invoering van het passend onderwijs en is hierover in gesprek met o.a. MEE, samenwerkingsverband WSNS en met Bureau Jeugdzorg. Dit alles in samenwerking met de scholen voor PO, VO, WEC en het MBO. Andere relevante partijen zullen worden uitgenodigd zich aan te sluiten. Er zal gekeken moeten worden hoe de ontwikkeling van passend onderwijs, het kind centraal en de 1 loket gedachte zich verhouden met de ontwikkeling van de vorming van de Centr voor jeugd en gezin en de Lokale zorgnetwerken. 11

12 10. BSN Agendapunt Ouderparticipatie Doelgroep:0-23 jaar Vindplaats: school/wijk Probleem: Het zijn in de eerste plaats de ouders die verantwoordelijk zijn voor hun kinderen. Het is van groot belang ouders te betrekken bij de ontwikkeling van hun kind dat zich afspeelt bij het 2 e en 3 e leefmilieu (school en vrije tijdsbesteding/wijk) Ouderparticipatie Voortzetten en versterken van Bredeschoolnetwerk, o.a. van het thema ouderparticipatie Prestatie-indicator: ouders denken, zijn betrokken en beslissen mee over wat er met hun kind gebeurt en pakken hun verantwoordelijkheid op. Hoofdaannemer: IJsselkring Rol gemeente: opdrachtgever/toezichthouder Onderaannemer/participanten: BSN Middelen: Gemeente: budget Jeugdagenda 2008 Aard project: preventief Toelichting: Het zijn in de eerste plaats de ouders die verantwoordelijk zijn voor de opvoeding en het gedrag van hun kind. Ouders worden ondersteund bij de opvoeding van hun kinderen. Ouderparticipatie zal vooral vanuit de BSN 12- en 12+ gerealiseerd kunnen worden (d.m.v. vraaggericht te werken), maar ook via informatie en voorlichting via de centra voor jeugd en gezin (WMOtaak) kan hiertoe een poging gedaan worden. Verder moeten ouders veel meer betrokken worden bij allerlei overleggen, ook op beleidsniveau. Ouders zijn op verschillende manieren betrokken bij de activiteiten van het bredeschoolnetwerk. Bijvoorbeeld als gebruiker/deelnemer van een activiteit (bij opvoedondersteuning), als begeleider/vrijwilliger bij een activiteit. Daarnaast zijn zij ook betrokken bij de activiteiten van de afzonderlijke organisaties die onderdeel uitmaken van het bredeschoolnetwerk (in de ouderraad of MR van een school, de oudercommissie van de peuterspeelzaal o.i.d.) waardoor zij betrokken zijn en invloed hebben in en op de organisaties en betrokken zijn bij activiteiten. Betrokkenheid van ouders c.q ouderparticipatie blijft een van de uitgangspunten van de activiteiten van het bredeschoolnetwerk en is a.h.w. een integraal onderdeel daarvan en wordt als zodanig opgenomen in het beleidskader en de afspraken. Om ouders meer te betrekken bij wat er leeft bij de jongeren wordt in het najaar in de Huet een begin gemaakt met een training die bedoeld is voor volwassenen. De training rijkt handvaten aan waarmee men sterker en steviger staat om moeilijke situaties proberen op te lossen. Zo leert men gesprekstechnieken aan, krijgt men te horen hoe je een relatie opbouw met jeugd het beste kan aanpakken, komt men te weten wie wanneer en waarvoor verantwoordelijk is en leert men wat er leeft bij de jeugd. 12

13 11. BSN Agendapunt Pilot Bredschoolnetwerk Doelgroep:0-12 jaar Vindplaats: De brede jeugdketen + BSN Probleem: Er is een roep om regie uit de gemeente. Maar de vraag is hoe regie gevoerd moet worden en hoe dit gedragen moet worden door de partners in de keten. Toepassen regiemodel op herijking Bredeschoolnetwerk Prestatie-indicator: Er wordt een regiemodel ontwikkeld, waarin regie en ketensamenwerking vorm en inhoud krijgen en van waaruit er weer een gezamenlijke focus ontstaat en de rollen en taken binnen het BSN opnieuw gedefinieerd kunnen worden. Hoofdaannemer: IJsselkring Rol gemeente: initiator,opdrachtgever/toezichthouder Onderaannemer/participanten: BSN/voortgezet onderwijs Middelen: GD/BSN 2008 Aard project: beleidsvormend Toelichting: Zorgstructuren in en rondom de school en een activiteitenaanbod in en om de school worden geboden in het Bredeschoolnetwerk 12-. Het Bredeschoolnetwerk wordt geëvalueerd. Het is tijd voor een time-out. Er dient opnieuw gekeken te worden naar de gezamenlijke focus en naar rollen en taken van de partners van het netwerk. Een pilot met het regiemodel biedt hierin een handleiding. Het regiemodel heeft alle noodzakelijke stappen in zich dat maakt dat alle elementen van de aanbevelingen uit het evaluatierapport opgepakt worden. Het stellen van kaders, de wegnemen van vrijblijvendheid door een hoofdaannemer te benoemen die afspraken moet maken met de onderaannemers, het sturen op opbrengsten door middel van het maken van prestatieafspraken, het herijken van overlegstructuren, het benoemen en verduidelijken van rollen en verantwoordelijkheden komen bij dit regiemodel allemaal aan bod. De eerste stap binnen het regiemodel is het komen tot een gezamenlijke focus. De gemeente heeft in samenwerking met de stuurgroep bredeschoolnetwerk en het wijkwerk inhoudelijke strategische en tactische kaders neergezet. Dit houdt in dat is gekeken naar welke onderwerpen en thema s tot het domein van het bredeschoolnetwerk horen en waar de partners en bondgenoten zich inhoudelijk concreet mee bezig gaan houden. Tijdens de behandeling van deze beleidskaders in de raadscommissie maatschappelijke zaken is gebleken dat de gemeenteraad meer behoefte heeft aan kaders met betrekking tot het fenomeen bredeschoolontwikkeling an sich. De beleidskaders worden opnieuw neergezet (raad november) en binnen deze kaders kan het bredeschoonetwerk zich verder ontwikkelen. Tegelijkertijd worden de volgende stappen binnen het regiemodel gezet. IJsselkring heeft hiertoe een eerste voorzet gedaan richting de stuurgroep bredeschoolnetwerk om voor het opdrachtnemerschap met daarbij behorende taken een verantwoordelijkheden in aanmerking te komen. Verschillende modellen (met verschillende hoofdaannemers t.w. ofwel IJsselkring ofwel de stuurgroep bredeschoolnetwerk) worden door de stuurgroep uitgewerkt en wordt hieruit uiteindelijk een keuze gemaakt. Centrale discussie hierbinnen is of het mogelijk is om binnen een samenwerkingsverband te werken met één hoofdaannemer. Als hiertoe gekozen wordt is het belangrijk dat er 13

14 commitment is over doelstellingen en middelen en dat er vertrouwen is tussen de partijen en bondgenoten. Streven is dat op 1 januari 2009 afspraken hieromtrent hierover zijn afgerond. 14

15 12. Agendapunt Harmonisatie peuterspeelzaalwerk en kinderopvang Doelgroep: 0-4 jaar Vindplaats: peuterspeelzaal en kinderopvang Probleem: Het primaire proces van het peuterspeelzaalwerk en de kinderdagopvang heeft veel overeenkomsten. Echter de leeftijd en de financiering van beide werksoorten verschilt. Ook de ontstaansgeschiedenis is verschillend. Het streven van het kabinet is dat er voor alle kinderen kwalitatief goede opvang is in peuterspeelzalen en kinderopvang. De ontwikkelingskansen van kinderen worden vergroot en alle kinderen die dat nodig hebben, krijgen daarbij voor- en vroegschoolse educatie aangeboden (VVE). Het kabinet streeft ernaar dat in 2011 peuterspeelzalen en kinderopvang naar elkaar zijn toegegroeid. Harmonisatie peuterspeelzaalwerk en kinderopvang (nieuw) en aanbod VVE voor de gehele doelgroep VVE Prestatie-indicator: Het realiseren van één kindercentrum en aanbod VVE in zowel kinderopvang als peuterspeelzalen. Hoofdaannemer: Yunio en intiatiefnemer Rol gemeente: toezichthouder Onderaannemer: - Middelen: GD subsidie peuterspeelzaalwerk, rijk (VVE middelen) en rijk (tegemoetkoming kosten kinderopvang aan ouders) Start: 1 e kwartaal 2008 (pilot door Yunio) Resultaat: start 4 e kwartaal 2008 Aard project: We zijn in afwachting van het definitieve plan van Yunio en zal vervolgens ter beoordeling aan de raad worden voorgelegd. Uitgangspunt van de gemeente is om de mogelijkheid van extra bekostiging vooral te richten op het vergroten en versterken van het aanbod VVE en het bereiken van de doelgroep VVE. Het uiteindelijke doel van de harmonisatie is dat alle kinderen (peuters) die het nodig hebben deel kunnen nemen aan een intensief taalprogramma in het kader van VVE. 15

16 13. Agendapunt Conveant Veilige School Doelgroep:Basisonderwijs en Voortgezet onderwijs incl speciaal onderwijs Vindplaats: school Probleem: In en om school is in de huidige tijd de veiligheid niet meer gegarandeerd. Convenant Veilige School Afspraken over veiligheid op scholen, onder andere over de inzet van de politie en de aansluiting bij de Brede School. Prestatie-indicator: Via een integrale aanpak wordt de veiligheid op school geborgd. Hoofdaannemer: Scholen Rol gemeente: initiator/toezichthouder Onderaannemer/participanten: gemeente, politie + diverse ketenpartners jeugd. Middelen: GD budget veiligheid Begroting: 5.000, Aard project: preventief Toelichting: Het is van belang dat er in en om school een veilig klimaat heerst. Dit stelt eisen aan het gedrag van een ieder. Het gedrag op scholen is gezien opvoedingsproblematiek en vervagende maatschappelijke normen en waarden niet altijd meer gegarandeerd en het is belangrijke om hier wat aan te doen en gezamenlijk afspraken te maken. Een veilige school is een zaak van ons allemaal. Bepaalde vormen van gedrag kunnen niet getolereerd worden, bv. bij pesten en bij wetsovertredingen, zoals geweldsdelicten, bezit van wapens etc. dient de politie ingeschakeld te worden. Inmiddels hebben politie en gemeente zowel op bestuurlijk als inhoudelijk niveau het voortouw genomen om de scholen te benaderen en commitment te krijgen voor het sluiten van een convenant. Een convenant Veilige School met daarbij behorende Golden Rules is opgesteld. Dit convenant is in juli voorgelegd aan de scholen. Hierop zijn door de scholen geen wijzigingen aangebracht. In het vierde kwartaal oktober/november zal er een tweede bijeenkomst volgen waar het convenant ondertekend zal worden. Tevens zal dan een werkgroep geformeerd worden die concreet in de praktijk met het oppakken van diverse thema s aan de slag zal gaan. 16

17 14. Agendapunt Kamers met Kansen Doelgroep:jongeren van 15 tot 25 jaar met huisvestingsproblematiek Vindplaats: werk en studie Probleem: Er is een gebrek aan structurele opvang (huisvesting en begeleiding) voor jongeren tussen 15 en 25 jaar die hun draai in de maatschappij nog niet gevonden hebben. Kamers met Kansen Voorziening voor jongeren die woonbegeleiding nodig hebben. Prestatie-indicator: Er komen 24 woonplekken bij voor jongeren uit Doetinchem en omgeving. Hoofdaannemer: Lindenhout Rol gemeente: toezichthouder/facilitator Middelen: GD budget Jeugdagenda Begroting: , /2009 Aard project: preventief/curatief Toelichting: Er is een gebrek aan jongerenhuisvesting in Doetinchem en omgeving. Gewone jongeren,maar ook jongeren die nog een steuntje in de rug nodig hebben kunnen moeilijk een kamer vinden, waardoor organisaties, als RADAR, de Stoog, Lindenhout en Ggnet hun jongeren niet kwijt kunnen. Het is de bedoeling van Site om short-stay facilities te organiseren waar een magic-mix kan wonen van jongeren, eventueel ouderen die tijdelijk woonruimte zoeken en van jongeren die nog een vorm van begeleiding nodig hebben. Deze begeleiding zal geboden worden door de reguliere instanties. Daarnaast zal een huismeester + ingezet worden voor toezicht in de avonden en in het weekend, als de jongeren thuis zijn. Verder zal gezorgd worden voor een 24 uurs achtervang bij eventuele escalaties. Dit project vormt samen met de projecten Toeleiding Zorg Multiprobleemjongeren van Ggnet/Lindenhout en met TRADAR een complete zorgmodule 15 tot 25 jarigen. Het project Kamers met Kansen kent al een lange opstartfase. Probleem was de begeleiding. Hiervoor was aanvankelijk een veel te hoge kostenpost begroot. Vervolgens werd het project niet gehonoreerd door het regiocontract en ontstond er een nog groter financieel probleem waardoor het project niet kon starten. Hiervoor zijn nu de volgende oplossingen gevonden. Het project zou door Lindenhout, vanuit het project toeleiding zorg multiprobleemjongeren gecoordineerd kunnen worden. Wijkwachten hadden met loonkostensubsidie kunnen worden ingezet in het toezicht. De gemeente en Site zijn er na 3 jaar nog steeds niet in geslaagd om tot elkaar te komen. Hierdoor wordt de operationalisering van het concept kamers met kansen niet kansrijk genoeg en zal worden overgegaan naar de ontwikkeling van nieuwe projecten jongerenhuisvesting i.s.m Lindenhout en C2U. De gemeente neemt hierin de regie. Op Site zal een beroep worden gedaan om kamers en andere passende huisvesting beschikbaar te stellen. 17

18 15. Agendapunt JOD (Jongerenopvang Doetinchem) Doelgroep:jongeren van 15 tot 25 jaar met huisvestingsproblematiek Vindplaats: werk en studie Probleem: Er is een gebrek aan structurele opvang (huisvesting en begeleiding) voor jongeren tussen 15 en 25 jaar die hun draai in de maatschappij nog niet gevonden hebben. JOD Jongerenopvang Doetinchem Voorziening voor jongeren die woonbegeleiding nodig hebben. Prestatie-indicator: Er wordt tijdelijke een passsend woonaanbod gerealiseerd voor jongeren die nog niet zelfstandig kunnen wonen. Hoofdaannemer: Stichting JOD Rol gemeente: toezichthouder/facilitator Middelen: GD budget OGGZ Begroting: /2009 Aard project: preventief/curatief Toelichting: In de overgang van thuis naar zelfstandig wonen kunnen jongeren door gebrek aan vaardigheden in de problemen raken. Deze jongeren missen om diverse redenen de aansluiting op de reguliere weg van wonen, leren en werken. In het uiterste geval kan dit leiden tot dak/thuisloosheid, met risico s op afglijden in de criminaliteit. Huisvesting is een essentiele voorwaarde om weer toe te komen aan het verwerven van vaardigheden op andere leefgebieden, zoals beheer van financien, studie/werk en vrije tijd. In Doetinchem is te weinig betaalbare huisvesting voor niet geïndiceerde jongeren. Het probleem van dit gebrek aan betaalbare huisvesting voor risicojongeren werd in de praktijk geconstateerd door Jeugdtoezichthouder Jeffry Gemmink en hij nam samen met oud huisarts Dick Koster en Joop Sars het initiatief een woning in te richten om een vijftal jongeren te huisvesten. Dit initiatief vanaf de werkvloer is gehonoreerd door de gemeente Doetinchem middels een subsidie. De voorziening draait uitstekend en voorziet duidelijk in een behoefte en het idee verdient navolging. 18

19 16. Agendapunt Huiskamerproject (ex-)ama s en andere allochtone jongeren Doelgroep: jarige Allochtone jongeren die een hand nodig hebben om hun weg naar de reguliere instanties te vinden. Het betreft ongeveer 60 jongeren. Vindplaats: werk en studie Probleem: Allochtone jongeren, veelal zonder ouders komen in problemen die zij zelf niet op kunnen lossen en zij weten de weg naar de reguliere instanties niet te vinden Huiskamerproject (ex-) AMA s en andere allochtone jongeren OP WEG Huiskamerproject ex-ama s en andere allochtone risicojongeren:individuele coaching om zelfredzaamheid en integratie te realiseren Prestatie-indicator: Na 1 ½ jaar zijn alle allochtone risicojongeren in beeld en in traject. Hoofdaannemer: KIONDA/LSG Rol gemeente: opdrachtgever/toezichthouder Onderaannemer/participanten: Herma Koster en diverse ketenpartners jeugd n.t.b. Middelen:Provincie (doelsubsidie) + GD reserve WIN Begroting: , , /2009 Aard project: preventief/curatief Toelichting: Doelgroepen: (ex) AMA s, genaturaliseerd of i.b.v. een verblijfsvergunning, (ex) AMA s in procedure, die hopen op verblijfsvergunning of pardonregeling, Uitgeprocedeerde (ex)ama s die of in aanmerking komen voor generaal pardon, of uitgezet zullen worden. (ex) AMA s niet meer woonachtig, maar wel regelmatig verblijvend in Doetinchem. Doelstelling: Alle AMA s staan op eigen benen en waar dit nog niet gelukt is, is er een warme overdracht naar een professioneel begeleider die voortgang van de ingeslagen weg borgt. Door individuele coaching de zelfredzaamheid van de doelgroepen zodanig bevorderen dat maximale toegankelijkheid van en toeleiding naar reguliere instanties word bereikt. Dit voorkomt problemen en bevordert de integratie. Huiskamerproject is eigenlijk een foute benaming. Het project Op weg geeft via voornamelijk spreekuren en ook outreachend werken begeleiding aan allochtonen die de weg nog niet geheel zelfstandig kunnen vinden. Wat zij vooral tegenkomen is dat zij geen (Nederlands) netwerk (familie, vrienden, collega s) hebben om op terug te vallen. Bij instanties aankloppen zijn zij niet gewend. Dit is in andere culturen niet gebruikelijk. Voor problemen klop je aan bij familie en vrienden en je helpt elkaar. Als zij naar een instantie gaan hopen zij daar ook een vriend, een deskundige medewerker te vinden, die hen op weg wil helpen. Er wordt dus vooral geconstateerd dat er behoefte is aan netwerkversterking en deskundigheidsbevordering bij organisaties. Momenteel zijn er 53 jongeren in beeld bij het project, waarvan er 38 in traject genomen zijn. Door een aantal organisatorische problemen is het project niet per , maar per opgestart. 19

20 17. CJG Agendapunt Vroegsignalering Doelgroep:0-23 jaar Vindplaats: peuterspeelzalen/kinderopvang/school/wijk Probleem: Organisaties zetten alleen hun eigen deskundigheid in en signaleren vaak geen problematieken buiten hun eigen gezichtsveld, zoals bv. huiselijk geweld, sexueel misbruik, drank en drugsproblematiek etc. Deskundigheidsbevordering: vroegtijdig signaleren gedragsproblemen Afspraken met partners over doel, doelgroepen, alsmede werkwijze bij een systeem voor vroegsignalering en hoe om te gaan met privacy, alsmede relaties met de landelijke verwijsindex en het elektronisch kinddossier in ontwikkeling Prestatie-indicator: Hulpverleners worden deskundiger op meerdere gebieden en signaleren hierdoor bijtijds problemen Hoofdaannemer: Nader te bepalen. Optie GGD Rol gemeente: opdrachtgever/toezichthouder Onderaannemer/participanten: Lindenhout, IJsselkring diverse ketenpartners jeugd. Middelen: budget: Rijk,provincie, GD nader te bepalen 2008/2009 Aard project: preventief Toelichting: Bij een integrale ketenbenadering hoort samenwerking en deskundig worden op elkaars gebied. Een belangrijk thema is dat problemen vroegtijdig gesignaleerd, gedeeld en gecoördineerd worden. Hierbij worden ongelukken, zoals Maasmeisjes en Savanna s voorkomen. Een belangrijk onderdeel (van een Centrum voor jeugd en gezin) is een centraal meld- en registratiepunt, waardoor inzichtelijk is wie bij een kind of jongere betrokken is. Voorop staat dat de afzonderlijke hulpverleners snel en efficiënt op de hoogte zijn van elkaars expertise en betrokkenheid. Gedacht wordt aan een index die met het kind en zijn gezin als middelpunt (systeem) laat zien wie er allemaal betrokken zijn. In een later stadium kunnen koppelingen met de landelijke verwijsindex en het elektronisch kinddossier in ontwikkeling worden gelegd. Relatie met verwijsindex en zorgstructuur 0-4 jarigen De zorgstructuur 0-4 jarigen is opgenomen in het convenant jeugdbeleid/jeugdzorg van de provincie Gelderland. Berkelland en Bronckhorst zijn trekker van dit project. Er worden trainingen gegeven aan peuterspeelzaalleidsters en kleuterleidsters in signaleren. Binnen VVE wordt er gescreend op taalachterstanden, maar er kunnen tegelijkertijd andere zaken gesignaleerd worden. Op peuterspeelzalen en in de kinderopvang moeten ook interne schoolzorgstructuren komen. Mij meervoudige problematiek moeten zij doorverwijzen naar de Lokale Zorgnetwerken. 20

21 18. Agendapunt Horecateam Veilige Binnenstad Doelgroep:uitgaande jongeren van 13 tot 27 jaar Vindplaats: wijk Probleem: Jongeren zorgen voor overlast in het Doetinchemse uitgaansleven Horecateam Veilige Binnenstad Inzet jeugdtoezichthouders (binnen nachtwachten) op aanpak overlastgevende groepen in het uitgaansleven. Prestatie-indicator: De overlastgevende groepen en hun problemen zijn in beeld en worden aangepakt, waardoor de overlast in het uitgaansleven afneemt Hoofdaannemer: C2U Rol gemeente: opdrachtgever/toezichthouder Onderaannemer/participanten: gemeente, politie, JEKK Middelen: Rijk (doeluitkering BZK) + GSO 2. Voor dit project zijn middelen beschikbaar tot april 2009 Begroting: , /2008/2009/2010 Aard project: preventief, curatief, repressief Toelichting: Om een veilige binnenstad te garanderen is een integrale aanpak vereist van gemeente, politie en jongerenwerk. Er wordt een outreachend jongerenwerker/jeugdtoezichthouder ingezet om problemen vroegtijdig te signaleren en jongeren aan te spreken op hun gedrag. De jongerenwerker werkt samen met een aantal toezichthouders van de gemeente Doetinchem (nachtwachten) en met de politie, die het geheel coördineert en ingrijpt bij calamiteiten. Via een achtervang van trajectbegeleiders worden de jongeren op traject gezet om ze weer op het spoor te krijgen. Zij kunnen onder andere worden doorverwezen naar: Reguliere instanties Gelderland helpt scoren Tradar Kamers met kansen Het project Horecateam Veilige binnenstad is in april 2007 gestart op BZK gelden. Voorwaarde van BZK was dat het project zou worden vervolgd op provinciale of gemeentelijke middelen. Vanaf april 2008 tot april 2009 loopt het project door op provinciale middelen GSO2. Hierna is het aangemeld om te worden voortgezet op gemeentelijke middelen en zou het daarmee regulier zijn ingebed voor 1 jaar. Het project is gepresenteerd op diverse landelijke podia: CVV, landelijk politiedagen en op het congres Nog Veiliger. Er is belangstelling van diverse gemeenten. Dit heeft BZK doen besluiten om samen met de gemeente Doetnchem Bureau Beke uit Arnhem in te huren voor een grondige evaluatie van het project en het opstellen van een rapport dat als handboek kan worden gebruikt voor een eventuele landelijke uitrol Dit rapport Beke zal eind van de zomer worden opgeleverd en in oktober worden gepresenteerd door Bureau Beke en de gemeente Doetinchem. Hiervoor is minister Guusje ter Horst uitgenodigd. Daarnaast is het project aangemeld voor de Hein Roethof prijs. 21

22 19. Agendapunt Wijkveiligheidsteams Doelgroep:hangjongeren van 13 tot 23 jaar Vindplaats: wijk Probleem: Jongeren zorgen voor overlast in de Doetinchemse wijken Wijkveiligheidsteams Inzet jeugdtoezichthouders, wijkwachten en politie volgens aanpak horecateam veilige binnenstad, i.s.m. JEKK en IJsselkring. Haalbaarheidsonderzoek. Voorwaarde: achterwacht politie Prestatie-indicator: De overlastgevende groepen en hun problemen zijn in beeld en worden aangepakt, waardoor de overlast in de wijken afneemt en het veiligheidsgevoel van bewoners toeneemt Hoofdaannemer: C2U Rol gemeente: opdrachtgever/toezichthouder Onderaannemer/participanten: gemeente, politie, JEKK, IJsselkring Middelen: Hiervoor zijn tijdelijke gemeentelijke middelen beschikbaar gesteld: budget wijkwerk, budget veiligheid, budget jeugdagenda Begroting: , /2009 Aard project: preventief, curatief, repressief Toelichting: Om een veilige binnenstad te garanderen is een integrale aanpak gerealiseerd van gemeente, politie en jongerenwerk. Er wordt een outreachend jongerenwerker/jeugdtoezichthouder ingezet om problemen vroegtijdig te signaleren en jongeren aan te spreken op hun gedrag. De jongerenwerker werkt samen met een aantal toezichthouders van de gemeente Doetinchem (nachtwachten) en met de politie, die het geheel coördineert en ingrijpt bij calamiteiten. Via een achtervang van trajectbegeleiders worden de jongeren op traject gezet om ze weer op het spoor te krijgen. Zij kunnen onder andere worden doorverwezen naar: Reguliere instanties Gelderland helpt scoren Tradar Kamers met kansen/jongerenhotel Doetinchem De methodiek van het horecateam veilige binnenstad kan ook worden toegepast in de wijken. Er bereiken ons nu signalen uit de wijken dat het met name tussen en uur onveilig is door o.a. overlastgevende jongeren. In deze uren zouden wijkwachten ingezet kunnen worden, die in samenwerking met politie en jeugdtoezichthouders, JEKK en IJsselkring de overlast aanpakken. Voorwaarde hiervoor is voldoende back-up vanuit de politie. Er zijn in 2008 verschillende gesprekken geweest met de politie. Politie en gemeente staan positief tegenover de inzet van wijkveiligheidsteams, maar de achtervang en coördinatie vanuit de politie moeten goed geregeld worden. Hierover lopen momenteel gesprekken. Verder wordt er met de input vanuit de pilot de Huet: waar bevinden zich de overlastgevende groepen, wie zijn het en wat moet er voor aanbod op en wie doet wat, door C2U en Lindenhout een plan uitgewerkt over de operationalisering van de wijkveiligheidsteams. De verwachting is dat zij in het 4 e kwartaal 2008 operationeel zullen zijn. 22

23 20. Agendapunt Bar Veilig Doelgroep:uitgaande jongeren van 13 tot 23 jaar Vindplaats: wijk Probleem: Jongeren zorgen voor overlast in het Doetinchemse uitgaansleven. Barpersoneel heeft te kampen met probleemjongeren Project Bar Veilig Training van horecapersoneel over voorkomen van en omgaan met agressie Prestatie-indicator: Horecapersoneel maakt deel uit van de keten jeugd en veilig uitgaan Hoofdaannemer: Gemeente/Trimbosinstituut Rol gemeente: hoofdaannemer Onderaannemer/participanten: C2U, gemeente, politie,jekk, horeca-exploitanten Middelen: Rijk (ministerie BZK) 2008/2009 Aard project: preventief Toelichting: Om een veilige binnenstad te garanderen is een integrale aanpak vereist van gemeente, politie en jongerenwerk, maar ook horecapersoneel dient zijn plek in de keten jeugd en veilig uitgaan te krijgen. Bar Veilig is een preventieprogramma afkomstig uit Canada. Deze aanpak Safer Bars genaamd wordt momenteel door het Trimbosinstituut in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken vertaald naar de Nederlandse situatie. Middels het project nachtwachten zijn er contacten met BZK en is Doetinchem gevraagd pilot-gemeente voor Safer Bars/Bar Veilig te zijn. Horecapersoneel zal getraind worden om agressie in bars te voorkomen, door middel van kennis van middelen, veilig schenken (barcode), omgaan met jeugd: geprekstechniek, signalering, verwijzing. Aangezien horecapersoneel niet de verantwoordelijkheid van een sociaal werker op zich kan nemen is het belangrijke dat men kan doorverwijzen en ligt hier een verbinding met het Horecateam Veilige Binnenstad Het project zit voor en rond de zomer in de wervingsfase. Over de inhoudelijke proceskant van het project zijn afspraken gemaakt met het Trimbos-instituut. In september zullen de eerste cursussen starten. En de laatste cursussen zullen in oktober gegeven worden. Het is de bedoeling dat de monitoring en het onderzoek van het Trimbos tot maart 2009 loopt. 23