Evidence based practice vraagt een mentaliteitsverandering bij clinicus én onderzoeker

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Evidence based practice vraagt een mentaliteitsverandering bij clinicus én onderzoeker"

Transcriptie

1 Opinie: hoofdstuk 1 Evidence based practice vraagt een mentaliteitsverandering bij clinicus én onderzoeker Peter Vaes Er is een voortdurende en indrukwekkende toename van de beschikbare evidentie over werkzaamheid van fysio- en kinesitherapeutisch handelen (zie kader). Verder zijn er de afgelopen jaren belangrijke inspanningen verricht om de toepassing van bevindingen uit gecontroleerd effectonderzoek in de klinische praktijk te stimuleren en een mentaliteitsverandering hieromtrent tot stand te brengen (Bekkering et al., 2003). Ondanks dit alles is het onduidelijk of deze inspanningen ook hebben geleid tot veranderingen in de kwaliteit van de zorgverstrekking. In deze bijdrage gaat de aandacht naar de manier waarop therapeuten kennis nemen van gegevens uit gecontroleerd klinisch onderzoek en systematische reviews, en die implementeren. Het begrijpen en vertalen van bevindingen uit onderzoeken in de praktijk is niet eenvoudig. Er bestaat ook vaak onenigheid tussen verschillende onderzoeken over welke therapie nu het meest werkzaam is. Zo duikt de vraag steeds weer op wat de therapeut concreet met deze informatie in de praktijk kan doen. Kunnen wij via de richtlijnstrategie uitzien naar vooruitgang? Of maken de vooringenomenheid van vooral de meer ervaren therapeuten en de steeds hogere tijdsdruk vanwege besparingen in de gezondheidszorg het toepassen van een kwalitatief onderbouwde therapiestrategie extra moeilijk? In deze bijdrage worden de belemmeringen die het implementeren van evidence based practice (ebp) in de klinische praktijk in de weg staan beschreven en aan de hand van een voorbeeld, het toepassen van tractie bij een patiënt met lage rugklachten, wordt advies gegeven over de wijze waarop de afstand tussen wetenschap en kliniek kan worden overbrugd. Ook wordt aandacht besteed aan de nieuwe implementatiestrategie die gericht is op het achterhalen en omschrijven van de belemmeringen en discrepanties tussen de huidige klinische praktijk van zorg en de aanbevelingen gepubliceerd in richtlijnen. 3

2 Opinie Hoofdstuk 1 Er zijn op dit ogenblik in het beroepsdomein van fysio- en kinesitherapie 447 praktijkrichtlijnen, 1048 systematische reviews en 4923 klinische studies beschikbaar. Dit aanbod groeit per maand met meer dan 3 richtlijnen, meer dan 22 reviews en meer dan 67 studies (Physiotherapy Evidence Database, Pedro, mei 2005). Wat is evidence based practice? Het baseren van de therapeutische aanpak van een gezondheidsprobleem op het beste bewijs dat via gepubliceerde bevindingen van wetenschappelijk onderzoek beschikbaar is, vormt samen met de klinische expertise van de zorgverstrekker en de verwachtingen van de patiënt de basis van evidence based medicine (ebm) (Sackett et al., 2000). Het kritisch bekijken van de eigen werkwijze, het in de praktijk omzetten van op klinisch onderzoek gebaseerde informatie en het daarover overleggen met de patiënt omschrijft men als evidence based practice (zie kader). Hierbij ligt de klemtoon op het in de praktijk brengen van de beschikbare actuele kennis uit effectonderzoek (Sladek & Philips, 2004). Om hier vooruitgang te boeken is het nuttig te kijken naar de moeilijkheden bij de toepassing van bevindingen uit onderzoek bij het behandelen van de individuele patiënt. Uit de literatuur blijkt dat een genuanceerde visie nodig is, rekening houdend met belangrijke voor- en nadelen van ebp voor de klinische praktijk. Andere aspecten van ebm en ebp kwamen ook aan bod in het Jaarboek Fysiotherapie en Kinesitherapie 2003, hoofdstukken 1 tot en met 3. Evidence based practice begint met de kritische benadering van het persoonlijk klinisch handelen. 1 Wat doen we voor deze patiënt? 2 Waarom volgen we deze therapiestrategie? 3 Kunnen we deze therapie nog verbeteren? EBP en de kwaliteit van gezondheidszorg bevorderen Wanneer we ervan uitgaan dat therapeuten hun patiënten de best denkbare zorg willen bieden, is het sterkste argument om ebp te propageren dat de zorg zo goed mogelijk gebaseerd moet zijn op informatie over wat het best werkt bij patiënten met vergelijkbare klachten. In de academische wereld is er consensus over de wetenschappelijke onderzoeksmethode die het meest geschikt is om als basis te dienen voor het formuleren van een advies over de werkzaamheid van een therapie in de klinische praktijk. De centrale vraag daarbij is de vraag naar de relatie tussen de aangeboden therapie en de 4

3 verandering in gezondheidstoestand van de patiënt. De oorzaak-gevolgrelatie behoort bestudeerd te worden aan de hand van een krachtige en betrouwbare methode. Gerandomiseerd klinisch onderzoek is daarvoor de standaard (Verhagen, 2003). De argumenten om ebp in te voeren en te implementeren zijn lovenswaardig te noemen. Een patiënt is een klant die zorgverstrekking koopt en dus recht heeft op een contract of overeenkomst. Om deze overeenkomst uit te kunnen voeren moet duidelijk worden omschreven wat de doelstellingen en kosten van de interventie zijn, maar ook wat de te verwachten gezondheidswinst kan of zal zijn. Een belangrijke drijfveer van ebp is dat de beroepsgroep die in de traditionele geneeskunde functioneert, een duidelijk onderscheid wenst tussen fysiotherapie/kinesitherapie en alternatieve geneeswijzen die worden toegepast in domeinen die behoren tot het territorium van fysiotherapeuten en kinesitherapeuten. Het invoeren van op evidentie gebaseerde praktijkvoering of ebp kan ook door de uitsluitend in ervaringsdeskundigheid gelovende therapeut niet langer worden genegeerd. Het beste bewijs daarvan is dat de kritische patiënt steeds vaker niet tevreden is met de zorg die is gebaseerd op de uitspraak: We doen het al jaren zo en de mensen zijn over het algemeen erg tevreden met deze therapie. Om te komen tot ebp is op de eerste plaats een mentaliteitsverandering vereist waarbij de therapeut vragen gaat stellen over de werkzaamheid van de therapiestrategie die wordt toegepast. Misschien is dit zelfs de essentie van ebp. Belemmeringen voor de implementatie van EBP Richtlijnen zijn onder andere ontstaan omdat werd vastgesteld dat patiënten onaangepaste of zelfs schadelijke behandelingen kregen (Grol & Grimshaw, 2003). Het wordt steeds duidelijker dat implementatie van richtlijnen niet automatisch volgt als de richtlijn eenmaal is gepubliceerd. Begeleiding en instructie van clinici, bijvoorbeeld in de vorm van workshops en op basis van reële klinische probleemstellingen, is nodig om tot doelmatige implementatie van richtlijnen te komen. Dit vraagt onder andere om een gedragsverandering van de zorgverstrekker (Grol & Grimshaw, 2003). Belemmering: EBP, natte droom van de academicus? De toenemende aandacht voor evidentie als kwaliteitscriterium om te beslissen over de inhoud van verstrekte zorg leek een nieuwe ontwikkeling in te luiden in de kinesitherapie en de fysiotherapie. Het implementeren van dit vaak op medische methodologie gebaseerde onderzoek zou het respect 5

4 Opinie Hoofdstuk 1 voor het beroep in de medische wereld gunstig beïnvloeden. Het zou helpen de indicaties helder te formuleren en de behaalde resultaten te objectiveren. Er zijn echter ernstige problemen die de dromen van de voorstanders van richtlijnen verstoren. Het volgen van richtlijnen zou tijdrovend zijn, hetgeen bij de huidige honorering de toepassing van richtlijnen in de weg zou staan. Opvallend en ontgoochelend is echter vooral dat de druk op de beroepsgroep om te streven naar onderbouwde therapie is uitgegroeid tot een politieke strategie met financiële besparingen als doel. Belemmering: EBP, houding van de therapeut Onderzoek in de Verenigde Staten heeft laten zien dat kinesitherapeuten en fysiotherapeuten het eens waren met de stelling dat het gebruik van wetenschappelijk bewijs in de praktijkvoering nuttig is en dat de kwaliteit van zorgverstrekking kan verbeteren wanneer de informatie uit onderzoek ook werd gebruikt (Jette et al., 2003). Training in het opzoeken van informatie, het regelmatig gebruiken van zoekstrategieën, het vertrouwd raken met databases en het kritisch kunnen selecteren van literatuur bleek bij jonge therapeuten voor minder problemen te zorgen dan bij de (klinisch meer ervaren) oudere collega s. In het onderzoek van Jette c.s. (2003) onder 488 kinesitherapeuten antwoordde 17 procent van de respondenten dat zij minder dan twee artikelen per maand lezen. Een kwart van de deelnemers maakte om klinische beslissingen te onderbouwen minder dan tweemaal per maand gebruik van literatuurgegevens. De meerderheid van de deelnemende therapeuten had toegang tot online-informatie, opvallend genoeg vaker thuis dan op het werk. Als belangrijkste hinderpaal bij het implementeren van ebp werd tijdsgebrek opgegeven (Jette et al., 2003). EBP, daarvoor ontbreekt mij de tijd! Belemmering: een therapeut is geen wetenschapper Om goed te begrijpen wat onderzoeksresultaten voor de klinische praktijk betekenen is het van belang dat de lezer het onderzoek begrijpt. De therapeut is weliswaar geen wetenschapper maar moet wel in staat zijn de bewijskracht van in wetenschappelijke publicaties aangeboden informatie te beoordelen. Dit is niet alleen met richtlijnen op te vangen, vooral omdat er voortdurend nieuw onderzoek met aanvullende informatie wordt gepubliceerd. Een therapeut moet in staat zijn deze gegevens in combinatie met richtlijnen te interpreteren. De onderzoeksmethodologie die wordt toegepast en de wijze waarop hierover wordt gerapporteerd is vaak onduidelijk voor de therapeut 6

5 die niet betrokken is bij wetenschappelijk onderzoek. Wanneer de therapeut buiten de richtlijn kennisneemt van een onderzoek en dit tegenstrijdig lijkt met de richtlijn, moet de therapeut in staat zijn deze contradictie te analyseren om tot eigen conclusies te kunnen komen. In het bachelor-masterprogramma van de opleidingen kinesitherapie en fysiotherapie wordt hier aandacht aan besteed. Een van de competenties van de basisopleiding is het kunnen beoordelen van de kwaliteit én de bewijskracht van een gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek. Duidelijk is echter dat de meerderheid van de huidige klinisch actieve therapeuten niet beschikt over de nodige kennis om snel en accuraat de kwaliteit van effectonderzoek en de betekenis van de resultaten te vertalen naar de praktijk. Daarom dienen richtlijnen regelmatig te worden geactualiseerd om de strategie geloofwaardig te houden. De toegepaste therapie is dan gebaseerd op de ervaring van de therapeut, de informatie uit richtlijnen en de geactualiseerde vaardigheden van de therapeut werkzaam in een specifieke praktijksetting. De therapie die uiteindelijk wordt toegepast, is gebaseerd op de competenties en ervaring van de therapeut, de kennis van de inhoud van de richtlijnen, de beschikbare tijd en de mogelijkheden van de praktijksetting. Het zou een gunstige ontwikkeling zijn indien dit wordt aangevuld met de kritische evaluatie van de meest actuele literatuur door de therapeut. Belemmering: toegankelijkheid van gegevens in de klinische praktijk Een aantal kenmerken zijn bepalend voor de manier waarop de therapeut omgaat met ebp, zoals talenkennis, leeftijd, opleiding, specialisatie en kader van beroepsuitoefening. Ondanks het feit dat ebp in toenemende mate doordringt tot de klinische praktijk, blijkt het effectief toepassen van wetenschappelijke bevindingen in de praktijk erg moeilijk (Maher et al., 2004). Hindernissen die daarbij opduiken zijn de toegankelijkheid en vooral de interpretatie van de beschikbare informatie. Een mogelijke oplossing is het gebruik van een geoptimaliseerd formaat voor het publiceren van onderzoeksbevindingen. Doelstellingen kunnen zijn: het optimaliseren van het effectief gebruik van elektronische databases, het verbeteren van de vaardigheden van therapeuten bij het kritisch interpreteren van gepubliceerd onderzoek en het verbeteren van de toegankelijkheid van de beschikbare evidentie (Maher et al., 2004). Men mag verder niet uit het oog verliezen dat bij gebrek aan gerandomiseerd klinisch onderzoek naar een bepaalde aandoening, alle vormen van informatie, ook pilotstudies, casestudies en minder bewijskrachtig, niet-gecontroleerd onderzoek nuttig is om de kwaliteit van zorg vooruit te helpen. 7

6 Opinie Hoofdstuk 1 Belemmering: bevindingen uit patiëntengroep vertalen naar individuele patiënt De kenmerken van de patiënt die naar de therapeut wordt verwezen, stemmen meestal niet overeen met de in- en exclusiecriteria die onderzoekers in gerandomiseerd klinisch onderzoek hanteren. Het is dus voor de therapeut vaak moeilijk in te schatten of de informatie uit dergelijke onderzoeken ook kan worden vertaald naar de te behandelen de patiënt. Het is de uitdaging voor de auteurs van richtlijnen hiervoor een werkzame strategie aan te bieden. EBP en het implementeren van richtlijnen Omebp in de praktijk mogelijk te maken behoren de beschreven belemmeringen te worden weggenomen. Niet alleen de clinicus, ook de onderzoeker is daarom aan een mentaliteitsverandering toe. De academische wereld behoort rekening te houden met de denkwereld van de clinicus. Ook bij het formuleren van uitgangspunten voor onderzoek en bij de protocolontwikkeling is het voor het slagen van ebp van wezenlijk belang uit te gaan van problemen van de kliniek en rekening te houden met de vertaalslag van de onderzoeksbevindingen naar de klinische praktijk. Zo blijkt bijvoorbeeld het toepassen van stabilisatietraining slechts werkzaam indien de patiënt met lage-rugklachten ook overtuigende kenmerken vertoont van lumbale instabiliteit (Koumantakis et al., 2005). Hiervoor zijn dus ook instrumenten nodig waarmee de aanwezigheid van deze disfunctie in de klinische praktijk kan worden herkend. TABEL 1-1 Specifieke attitudes, kennis en vaardigheden gerelateerd aan het kunnen toepassen van EBP Attitudes Overweeg alternatieve benaderingen voor je praktijkvoering. Stel kritische vragen over de therapiestrategieën die je toepast. Denk na over onbeantwoorde vragen waarmee je wordt geconfronteerd. Engageer je in levenslang leren en erken daarbij dat nieuwe kennis uit onderzoek je huidige inzichten kunnen veranderen. Kennis Weet hoe je wetenschappelijk correcte bewijsvoering kan herkennen. Weet waar je moet zoeken om antwoorden te vinden op je klinische vragen (databases). Weet hoe je de kwaliteit van gepubliceerde informatie op validiteit en relevantie kunt beoordelen (kritische interpretatie). Vaardigheden Ik ben in staat om te beslissen welke vraag aan de basis ligt van de informatie over therapie die ik in de literatuur wil gaan zoeken. Ik ben in staat een vraag zo te formuleren dat ze ook beantwoord kan worden. Ik ben in staat een productief onderzoek van de literatuur uit te voeren. 8

7 Ondanks de verschillende definities van ebp is de essentie van de leerstelling de gepaste integratie van de meest relevante en beste praktijkvoering in de klinische praktijk. Een essentieel onderdeel van ebp is de attitude van de clinicus. Kritisch kijken naar het eigen handelen en kennis en competenties actualiseren vormen daarvoor de basis (tabel 1-1). Voorbeeld van een klinische probleemstelling en EBP Tractie voor lage rugklachten (afb. 1-1) helpt, zegt de clinicus, dat zie ik dagelijks bij een aantal van mijn rugpatiënten. Uit de richtlijn Lage-rugpijn van het kngf blijkt dat verscheidene onderzoeken van hoge methodologische kwaliteit een matig bewijs leveren dat er geen evidentie is voor het toepassen van tractie bij personen met lage-rugpijn (Bekkering et al., 2001). Tractie is niet zinvol bij chronische lage-rugpijn en tractie lijkt niet zinvol bij acute lagerugpijn. De richtlijn Manuele Therapie bij lage-rugpijn versterkt deze stelling nog. Het is aangetoond dat tractietherapie niet effectief is bij patiënten met chronische lage-rugpijn. Er zijn aanwijzingen dat tractietherapie niet effectief is bij patiënten met acute lage-rugpijn (Heijmans et al., 2003). AFBEELDING 1-1 Lumbale tractie met behulp van een elektromotor. Wie heeft gelijk? En wat doe je daar als therapeut mee? Telkens komt naar voren dat het erg moeilijk is conclusies uit groepsonderzoek te vertalen naar de individuele patiënt. Dat blijkt uit de manier waarop therapeuten de beslissing onderbouwen tractie toe te passen bij een patiënt met lage-rugpijn (Harte et al., 2003). Bij het herstellen van een episode van lagerugpijn melden therapeuten, vooral op basis van persoonlijke overtuiging dat zowel bij acute als bij subacute lage-rugpijn patiënten een afname van klachten rapporteren. Deze op empirische informatie en case studies gebaseerde uitspraken worden echter tegengesproken door bevindingen uit vergelijkend 9

8 Opinie Hoofdstuk 1 effectonderzoek (Borman et al., 2003). Maar ook hier is geen consensus. In een recent overzicht worden de bevindingen met betrekking tot de effectiviteit van tractie bij lage-rugklachten nog inconclusive genoemd (Harte et al., 2003). Het wordt daarbij steeds duidelijker dat de geïsoleerde effecten van tractie in een therapieprogramma niet duidelijk objectief zijn vast te stellen. Het is van belang bij de individuele patiënt de kenmerken te herkennen die wijzen op een mogelijk gunstig effect van tractie. Trial and error zal hierbij voorlopig althans de meest geschikte methode zijn. Wanneer voorzichtig lumbale tractie wordt toegepast, kan de kinesitherapeut beoordelen of er invloed is op de klachten. Daarna kan men bij de individuele patiënt met acute of subacute lage-rugpijn beslissen de tractie voort te zetten. De therapeut kan daarbij gebruikmaken van eenvoudige meetinstrumenten om de effecten van tractie te objectiveren. De pijnvragenlijst van McGill met correcte toepassing van vas-scores en/of vragenlijsten als de Oswestryvragenlijst voor beperkingen bij lage-rugpijn of de Roland-Morris-vragenlijst naar beperkingen kunnen nuttig zijn. In elk geval dient de correcte uitvoering en dosering van de lumbale tractie te worden bewaakt om een werkzaam effect mogelijk te maken (afb. 1-2). Wanneer in wetenschappelijk onderzoek naar het behandelen van acute en subacute lage-rugklachten een vergelijking wordt gemaakt tussen een therapie gebaseerd op de klachten van de individuele patiënt en een therapie gebaseerd op de richtlijn, komt men tot leerzame vaststellingen (Fritz et al., 2003). In richtlijnen voor de behandeling van lage-rugpijn wordt geadviseerd slechts minimale interventies toe te passen, zoals advies en instructies, gedurende de eerste weken na een episode van acute lage-rugpijn. Opvallend is dat er in onderzoek slechts zelden wordt gekeken naar de effecten van specifieke interventies bij patiënten met lage-rugpijn (bijv. lumbale tractie). Onderzoek toont het succes van therapiestrategieën die gebaseerd zijn op het klasseren van patiënten op basis van kenmerken die een indicatie vormen voor een specifieke interventie. Die vormt dan een onderdeel van een ruimere therapiestrategie (Fritz et al., 2003). Dit creëert ruimte voor het ontwikkelen van een nieuwe dimensie in de richtlijn, waarop de therapeut eenvoudig de te volgen strategie bij de individuele patiënt kan inspireren. Onderzoek naar natuurlijk herstel na bijvoorbeeld een episode van acute lage-rugklachten kan meer duidelijkheid brengen in prognostische factoren. Als bepaalde kenmerken bij patiënten herkend kunnen worden, kunnen ze worden ondergebracht in subgroepen. Onderzoek naar de optimale therapie voor elke subgroep kan de herkenbaarheid van de individuele patiënt en de voorspelbaarheid van de reactie op de interventie mogelijk maken. 10

9 AFBEELDING 1-2 Onverantwoorde uitvoering van lumbale tractie. 11

10 Opinie Hoofdstuk 1 Inventariseren van natuurlijk herstel van een aandoening kan helpen patiëntenprofielen te herkennen. Zo kunnen beslissingen uit (gerandomiseerd klinisch) onderzoek onder groepen patiënten met vermelding van subgroepen en bijbehorende kenmerken helpen bij het vaststellen van het profiel waarin de individuele patiënt thuishoort. Advies over welke therapieonderdelen het meest werkzaam zijn, wordt dan gemakkelijker te vertalen naar de individuele patiënt. Acceptatie en gebruik van evidentie in de praktijk In welke mate het internationaal invoeren van een richtlijn voor lagerugpijn het klinisch handelen van therapeuten heeft beïnvloed, is steeds vaker onderwerp van studie (Albright et al., 2001). In Canada is de invloed van de richtlijnen op de klinische praktijkvoering van kinesitherapeuten onderzocht (Li & Bombardier, 2001). In het totaal reageerden 569 van de 785 geselecteerde therapeuten (72,5%). Alleen de antwoorden van therapeuten die per week meer dan 10 procent patiënten met lage-rugpijn behandelden, werden in aanmerking genomen. Een vraag was in welke mate therapeuten vonden dat de richtlijn voor lage-rugpijn nuttig was voor het gebruik in de klinische praktijk. Slechts 46 procent van de respondenten was het hier (volledig) mee eens. Therapeuten blijken de richtlijn over het algemeen wel te gebruiken, maar men voelt zich onzeker over de waarde ervan. Er bleek uit dit onderzoek een duidelijke voorkeur voor het toepassen van elektroen thermotherapeutische modaliteiten met een op zijn minst onduidelijke werkzaamheid (Li & Bombardier, 2001). Uit onderzoek van Mayer en Piterman (1999) bleek dat het aanvaarden van de in richtlijnen aangeboden evidentie veeleer werd beïnvloed door de relevantie voor de dagelijkse praktijk, door lokale factoren bepaald door de omstandigheden en door de patiënt, dan door de kracht van de evidentie of de kritische beoordeling van de kwaliteit van deze evidentie (Mayer & Piterman, 1999). De implementatie van richtlijnen voor lage-rugpijn in Zweden blijkt met grote terughoudendheid te gebeuren. Wanneer gevraagd werd naar de mate waarin deze van invloed waren op de praktijk, was het antwoord van 42 procent van de artsen en 37 procent van de kinesi- en fysiotherapeuten dat men niet vertrouwd was met de richtlijn (n = 235). Het begrip rode vlaggen was bij 40 procent van de artsen en 25 procent van de therapeuten onbekend. Het nut van de richtlijn voor de klinische praktijk werd door 54 procent van de artsen en 56 procent van de therapeuten erkend en ondersteund. Gevraagd naar hun gedrag in de klinische praktijk, rapporteerden ze dat de kernpunten van de richtlijn wel werden gevolgd (Overmeer et al., 2005). Ook in Nederland heeft onderzoek naar de implementatie van richtlijnen aan het licht gebracht dat alleen het publiceren en ter beschikking stellen van 12

11 richtlijnen, de zogenaamde passieve implementatie, niet werkt (Bekkering et al., 2003). Op deze manier slaagt men er niet in veranderingen te bereiken in het gedrag van gezondheidszorgverstrekkers. Deze gedragsverandering is nodig om nieuwe therapiestrategieën ingang te doen vinden. De nieuwe implementatiestrategie is daarom gericht op het achterhalen en omschrijven van de belemmeringen en discrepanties tussen de huidige klinische praktijk van zorg en de aanbevelingen van de richtlijnen (zie kader). De meest frequent gerapporteerde belemmeringen voor het toepassen van richtlijnen zijn gerelateerd aan het gebrek aan kennis of vaardigheden van de therapeut. Richtlijnen en klinische praktijk botsen ook vooral omdat men in het diagnostisch proces nog steeds hoofdzakelijk aandacht besteedt aan de stoornissen in fysiologische functies. Het ingeburgerde gebruik van passieve fysiotherapeutische interventies en de pijncontingente benadering blijken samen met de verwachtingen van de patiënt het implementeren van de adviezen uit de richtlijn in de weg te staan. De strategie werd verder ontwikkeld op basis van een model om gedragsverandering te bereiken bij de professionele zorgverstrekker. Aanbevelingen werden daarbij gebaseerd op systematische observaties van de effectiviteit van het toepassen van de interventies zoals aanbevolen in de richtlijnen. De nieuwe implementatiestrategie bestond uit uiteenlopende interventies, zoals opleiding, discussie, rollenspel, feedback en reminders (Bekkering et al., 2003). Om EBP te realiseren is onder andere een gedragsverandering van zorgverstrekkers noodzakelijk. Mogelijk kan men hierbij gebruikmaken van het stappenmodel voor het bewerkstelligen van een gedragsverandering bij patiënten: openstaan begrijpen willen kunnen doen volhouden (Van der Burgt & Verhulst, 1996). Conclusie Onderzoekers zijn er zich steeds vaker van bewust dat de methodologie en de rapportage van klinisch onderzoek moeten worden afgestemd op de implementatie in de klinische praktijk. Onderzoek naar de implementatie van richtlijnen laat zien welke hinderpalen er zijn voor het praktisch gebruik van de adviezen die in richtlijnen worden geformuleerd. Opvallend is evenwel de vooringenomenheid en terughoudendheid van therapeuten ten aanzien van het toepassen van richtlijnen. Zij blijken in de praktijk vaak niet in staat de evidence in de praktijk toe te passen. In de eerste plaats omdat ze onvoldoende kennis hebben van de inhoud, maar ook omdat ze de implicatie omslachtig en tijdrovend achten. Er is ook een gebrek aan vertrouwen bij therapeuten omdat ze in de praktijk bij de individuele patiënt menen vast te stellen dat de adviezen van de richtlijn niet opgaan. Dit wordt geïllustreerd doordat het ontbreken van gunstige effecten van tractie bij lage-rugpijn in 13

12 Opinie Hoofdstuk 1 onderzoek vaak niet door de reactie van de patiënt op de individueel (precies gedoseerde) tractietherapie kunnen worden bevestigd. Zeker is dat bij een groot aantal therapeuten een gedragsverandering nodig is, bijvoorbeeld gebaseerd op het model openstaan begrijpen willen kunnen doen volhouden. Verder blijft het noodzakelijk te wijzen op het belang van evidentie voor klinisch handelen en therapeuten ertoe aan te zetten kennis te nemen van de inhoud van richtlijnen. Dit kan worden bereikt door de wetenschappelijke bevindingen uit onderzoek goed naar de klinische praktijk te vertalen. Hierdoor wordt evidence based practice ondersteund en dit kan in de toekomst bijdragen tot het verbeteren van de communicatie tussen wetenschappers en clinici, maar op de eerste plaats wellicht tussen clinici en patiënten. Literatuur Albright J, Allman R, Bonfiglio RP, Conill A, Dobkin B, Guccione AA, Hasson S, Russo R, Shekelle P, Susman JL, Wells GA, Tugwell P, Brosseau L, Robinson VA, Graham ID, Shea BJ, McGowan J. Philadelphia panel evidence-based clinical practice guidelines on selected rehabilitation interventions: Overview and methodology. Physical Therapy 2001;81(10): Bekkering GE, Engers AJ, Wensing M, Hendriks HJM, Tulder MW van, Oostendorp RAB, Bouter LM. Development of an implementation strategy for physiotherapy guidelines on low back pain. Australian Journal of Physiotherapy 2003;49(3): Bekkering GE, Hendriks HJM, Koes BW, Oostendorp RAB, Ostelo RW, Thomassen J, Tulder MW van. KNGF-richtlijn Lage-rugpijn. NTvFT 2001;111:3. Borman P, Keskin D, Bodur H. The efficacy of lumbar traction in the management of patients with low back pain. Rheumatology International 2003;23(2):82-6. Burgt M van der, Verhulst F. Doen en blijven doen. Patiëntenvoorlichting in de medische praktijk. Bohn Stafleu Van Loghum, Fritz JM, Delitto A, Erhard RE. Comparison of classification-based physical therapy with therapy based on clinical practice guidelines for patients with acute low back pain. A randomized clinical trial. Spine 2003;28(13): Grol R, Grimshaw J. From best evidence to best practice: effective implementation of change in patients care. Lancet 2003;362(9391): Harte AA, Baxter GD, Gracey JH. The efficacy of traction for back pain: A systematic review of randomized controlled trials. Archives of Physical Medicine and Rehabilitation 2003;84(10): Heijmans WF, Hendriks HJ, Esch M van der, Pool-Goudzwaard A, Scholten-Peeters GG, Tulder MW van, Wijer A de, Oostendorp RAB. KNGF-richtlijn Manuele Therapie bij lage-rugpijn. NTvFT 2003;113:3. Jette DU, Bacon K, Batty C, Carlson M, Ferland A, Hemingway D, Hill J, Ogilvie L, Volk D. Evidence-based practice: beliefs, attitudes, knowledge, and behaviors of 14

13 physical therapists. Physical Therapy 2003;83: Koumantakis GA, Watson PJ, Oldham JA. Trunk muscle stabilization training plus general exercise versus general exercise only: Randomized controlled trial of patients with recurrent low back pain. Physical Therapy 2005;85(3): Li LC, Bombardier C. Physical therapy management of low back pain: An exploratory survey of therapist approaches. Physical Therapy 2001;81(4): Maher CG, Sherrington C, Elkins M, Herbert RD, Moseley AM. Challenges for evidence-based physical therapy: Accessing and interpreting high-quality evidence on therapy. Physical Therapy 2004;84(7): Mayer J, Piterman L. The attitudes of Australian GPs to evidence-based medicine: a focus group study. Family Practice 1999;16(6): Overmeer T, Linton SJ, Holmquist L, et al. Do evidence-based guidelines have an impact in primary care? A cross-sectional study of Swedish physicians and physiotherapists. Spine 2005;30(1): Physiotherapy Evidence Database. Sackett DL, Strauss SE, Richardson WS, Rosenberg W, Haynes RB. Evidencebased medicine: how to practice and teach EBM, 2nd edn. Edinburgh: Churchill Livingstone, Sladek R, Philips P. What is evidence-based practice? Australian Journal of Physiotherapy 2004;12-1:6-9. Verhagen A. Evidence Based Medicine. In: Smits-Engelsman B, Vaes P, Verhagen A, Scholten-Peeters G, redactie. Jaarboek Fysiotherapie en Kinesitherapie Houten/Mechelen, Bohn Stafleu Van Loghum. 15

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE

HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Vrije Universiteit Brussel UMC St Radboud, Nijmegen NPi, Amersfoort 1 NVMT 4e LUSTRUM VAN HARTE PROFICIAT 2 WAAROM

Nadere informatie

KNGF-richtlijnen bij Lage-rugpijn: Fysiotherapie of Manuele therapie? Dr. Erik J.M. Hendriks Prof. Dr. Rob A.B. Oostendorp

KNGF-richtlijnen bij Lage-rugpijn: Fysiotherapie of Manuele therapie? Dr. Erik J.M. Hendriks Prof. Dr. Rob A.B. Oostendorp KNGF-richtlijnen bij Lage-rugpijn: Fysiotherapie of Manuele therapie? Dr. Erik J.M. Hendriks Prof. Dr. Rob A.B. Oostendorp 1 2 Met dank aan de auteurs KNGF-richtlijn Manuele therapie (2003) Heijmans M,

Nadere informatie

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Universitair Medisch Centrum Utrecht Verplegingswetenschappen cursusjaar

Nadere informatie

Evidence based nursing: wat is dat?

Evidence based nursing: wat is dat? Evidence based nursing: wat is dat? Sandra Beurskens Lector kenniskring autonomie en participatie van mensen met een chronische ziekte Kenniskring autonomie en participatie EBN in de praktijk: veel vragen

Nadere informatie

Paramedisch OnderzoekCentrum

Paramedisch OnderzoekCentrum Manueeltherapeutische classificaties voor lage-rugpijn: uitdaging voor de toekomst. Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Prof.dr. Janusz Bromboszcz Opbouw Relevantie van classificaties voor MT Profielen KNGF-richtlijn

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2015-2016 Stage-opdrachten Tijdens stage 3 worden 4 stage-opdrachten gemaakt (waarvan opdracht 1 als toets voor de

Nadere informatie

Peer review EBM. Ontwikkeld door WVVK in opdracht van Pro-Q-Kine

Peer review EBM. Ontwikkeld door WVVK in opdracht van Pro-Q-Kine Peer review EBM Inleiding Doelstellingen? Attitude: bereid zijn om evidence based te handelen, om expertise te delen, om evidentie te bespreken Kennis: wat is EBM, wat is evidentie, wat is een richtlijn,

Nadere informatie

EVIDENCE-BASED ALLIED HEALTH CARE. Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp

EVIDENCE-BASED ALLIED HEALTH CARE. Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp EVIDENCE-BASED ALLIED HEALTH CARE Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Nederlands Paramedisch Instituut UMC St Radboud Hogeschool van Arnhem en Nijmegen NVLF 1 ORIËNTATIE op LOGOPEDIE NVLF Visie 2000-2005 NVLF

Nadere informatie

Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag?

Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag? Fysiotherapie en Benigne Pijn: Welke vraag? Prof. dr. Rob A.B. Oostendorp Nederlands Paramedisch Instituut Amersfoort UMC St Radboud, Nijmegen Werkgroep Onderzoek Kwaliteit AANDACHTSPUNTEN doel conventionele

Nadere informatie

Domeinbeschrijving manuele therapie NVMT

Domeinbeschrijving manuele therapie NVMT Domeinbeschrijving manuele therapie NVMT Voor u ligt de domeinbeschrijving manuele therapie. Deze beschrijving vormt de uitkomst van het project domeinbeschrijving manuele therapie dat door het bestuur

Nadere informatie

Wetenschappelijk onderzoek bij lage rugpijn: wat en hoe moeten we meten?

Wetenschappelijk onderzoek bij lage rugpijn: wat en hoe moeten we meten? Samenvatting 403 Wetenschappelijk onderzoek bij lage rugpijn: wat en hoe moeten we meten? Lage rugpijn (LRP) is wereldwijd de meest voorkomende oorzaak van beperkingen. Dit blijkt uit studies naar ziektelast

Nadere informatie

Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn

Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Epidemiologie, preventie, diagnostiek,

Nadere informatie

Acute Low Back Pain Screenings Questionnaire (ALBPSQ)

Acute Low Back Pain Screenings Questionnaire (ALBPSQ) Acute Low Back Pain Screenings Questionnaire (ALBPSQ) S.J. Linton en K. Halldén, 1996 Instructie DOEL(GROEP): Prognostische en inventariserende vragenlijst De Acute Low Back Pain Screening Questionnaire

Nadere informatie

EBM. Domein arts. Overwegingen bij domein arts

EBM. Domein arts. Overwegingen bij domein arts EBM Wetenschappelijke uitkomsten uit klinisch relevant prognostisch, diagnostisch en therapeutisch onderzoek. Kennis, ervaring, persoonlijke waarden en verwachtingen van de dokter zelf. De individuele

Nadere informatie

19/03/2012. Integratie van ICF in het kinesitherapeutisch. dossier en klinisch redeneren INHOUD

19/03/2012. Integratie van ICF in het kinesitherapeutisch. dossier en klinisch redeneren INHOUD Integratie van ICF in het kinesitherapeutisch dossier en klinisch redeneren Schroyen Valentin Lic. Kinesitherapie Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Kinesitherapeuten (WVVK) Opleiding Kinesitherapie

Nadere informatie

Evidence-Based Nursing. Bart Geurden, RN, MScN

Evidence-Based Nursing. Bart Geurden, RN, MScN Evidence-Based Nursing Bart Geurden, RN, MScN Trends in Verpleegkunde Jaren 1980: Systematisch werken Focus op proces Jaren 1990: Verpleegkundige diagnostiek Focus op taal Aandacht verschuift van proces

Nadere informatie

Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting

Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting 155 Chapter 9 Samenvatting SAMENVATTING Richtlijnen en protocollen worden ontwikkeld om de variatie van professioneel handelen te reduceren, om kwaliteit van

Nadere informatie

Epidurale en periradiculaire injecties bij chronische rugklachten is geen te verzekeren prestatie

Epidurale en periradiculaire injecties bij chronische rugklachten is geen te verzekeren prestatie Onderwerp: Epidurale en periradiculaire injecties bij chronische rugklachten is geen te verzekeren prestatie Samenvatting: Soort uitspraak: Datum: 10 juli 2007 Uitgebracht aan: Er is onvoldoende evidence

Nadere informatie

Paramedisch OnderzoekCentrum

Paramedisch OnderzoekCentrum Van bruine klapper tot Extremiteiten. Manuele therapie in enge en ruime zin Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Boekpresentatie 25 augustus 2006 Wat kunt u verwachten? Boekzwangerschap: van knop naar extremiteit

Nadere informatie

Cochrane Netherlands. Cursus Evidence-Based Practice voor zorgprofessionals

Cochrane Netherlands. Cursus Evidence-Based Practice voor zorgprofessionals Cochrane Netherlands Cursus Evidence-Based Practice voor zorgprofessionals Utrecht, 7 en 9 november 2018 Achtergrond Iedere zorgprofessional neemt gedurende een werkdag continu beslissingen, bijvoorbeeld

Nadere informatie

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Congres Focus op Onderzoek, 22 juni 2015 Gerda de Kuijper, AVG/senior senior onderzoeker CVBP/UMCG Dederieke Festen AVG/senior onderzoeker

Nadere informatie

Klinisch redeneren moeilijker dan het lijkt! Em. prof. dr. Rob Oostendorp Drs. Geert Rutten Dr. Janneke Harting Prof. dr. Ria Nijhuis van der Sanden

Klinisch redeneren moeilijker dan het lijkt! Em. prof. dr. Rob Oostendorp Drs. Geert Rutten Dr. Janneke Harting Prof. dr. Ria Nijhuis van der Sanden Klinisch redeneren moeilijker dan het lijkt! Em. prof. dr. Rob Oostendorp Drs. Geert Rutten Dr. Janneke Harting Prof. dr. Ria Nijhuis van der Sanden Wat kunt u verwachten? Spreek- en behandelkamer van

Nadere informatie

MULTIDISCIPLINAIRE VISIE op DIAGNOSTIEK en BEHANDELING van het LUMBOSACRAAL RADICULAIR SYNDROOM

MULTIDISCIPLINAIRE VISIE op DIAGNOSTIEK en BEHANDELING van het LUMBOSACRAAL RADICULAIR SYNDROOM MULTIDISCIPLINAIRE VISIE op DIAGNOSTIEK en BEHANDELING van het LUMBOSACRAAL RADICULAIR SYNDROOM 1 HNP-onderzoek UMC St Radboud Evidence-based handelen bij postoperatief LRS: een uitdaging! Prof.dr. Rob

Nadere informatie

Ik zorg dus ik Phamous. Meten en verbeteren. Achtergronden: Multidisciplinaire Richtlijn Schizofrenie 2012 (1)

Ik zorg dus ik Phamous. Meten en verbeteren. Achtergronden: Multidisciplinaire Richtlijn Schizofrenie 2012 (1) Implementatie van shared decision making in het behandelproces door invoering van FUR (Follow Up Rom) gesprekken 31 januari 2013 Marga van Leersum Verpleegkundig Specialist (MANP) UMCG, UCP Ik zorg dus

Nadere informatie

FYSIOTHERAPIE, OP Z N KOP?

FYSIOTHERAPIE, OP Z N KOP? FYSIOTHERAPIE, OP Z N KOP? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Kwaliteitsavond RGF West Brabant 1 2 3 4 5 6 OPBOUW van de LEZING waarom ja tegen West-Brabant evidence based practice (EBP) ketenzorg: wat betekent

Nadere informatie

ZELFMANAGEMENTONDERSTEUNING IN DE CHRONISCHE ZORG COMPETENTIES BIJ (STUDENT)VERPLEEGKUNDIGEN

ZELFMANAGEMENTONDERSTEUNING IN DE CHRONISCHE ZORG COMPETENTIES BIJ (STUDENT)VERPLEEGKUNDIGEN ZELFMANAGEMENTONDERSTEUNING IN DE CHRONISCHE ZORG COMPETENTIES BIJ (STUDENT)VERPLEEGKUNDIGEN Veerle Duprez Prof. dr. Ann Van Hecke AANLEIDING Beroeps- & opleidingsprofiel Mensen met chronische aandoening

Nadere informatie

Themamiddag ter gelegenheid van de instelling van het lectoraat van dr. Frits Oosterveld 21 maart 2002 Saxion Hogeschool Enschede

Themamiddag ter gelegenheid van de instelling van het lectoraat van dr. Frits Oosterveld 21 maart 2002 Saxion Hogeschool Enschede Themamiddag ter gelegenheid van de instelling van het lectoraat van dr. Frits Oosterveld 21 maart 2002 Saxion Hogeschool Enschede 20-3-2013 Lectoraat Frits Oosterveld 1 Frits, van harte proficiat! 20-3-2013

Nadere informatie

Acute Low Back Pain Screening Questionnaire (ALBPSQ) S.J. Linton & K. Halldén (1996)

Acute Low Back Pain Screening Questionnaire (ALBPSQ) S.J. Linton & K. Halldén (1996) Acute Low Back Pain Screening Questionnaire (ALBPSQ) S.J. Linton & K. Halldén (1996) DOEL(GROEP): Inventariserende vragenlijst De Acute Low Back Pain Screening Questionnaire (ALBPSQ) is een biopsychosociaal

Nadere informatie

Cochrane Netherlands. Cursus Evidence-Based Practice voor zorgprofessionals

Cochrane Netherlands. Cursus Evidence-Based Practice voor zorgprofessionals Cochrane Netherlands Cursus Evidence-Based Practice voor zorgprofessionals Utrecht, 6 en 7 oktober 2016 Achtergrond Iedere zorgprofessional neemt gedurende een werkdag continu beslissingen, bijvoorbeeld

Nadere informatie

e-exercise bij knie en heup artrose

e-exercise bij knie en heup artrose e-exercise bij knie en heup artrose Ontwikkeling, evaluatie en implementatie Corelien Kloek (TiU, NIVEL, UMCU, HU) Daniël Bossen (HvA), Joost Dekker (VUmc), Dinny de Bakker (TiU, NIVEL), Cindy Veenhof

Nadere informatie

Cursus Evidence-Based Practice voor zorgprofessionals. Utrecht, 14 en 15 oktober 2015. Cochrane

Cursus Evidence-Based Practice voor zorgprofessionals. Utrecht, 14 en 15 oktober 2015. Cochrane Cursus Evidence-Based Practice voor zorgprofessionals Utrecht, 14 en 15 oktober 2015 Cochrane Achtergrond Iedere zorgprofessional neemt gedurende een werkdag continu beslissingen, bijvoorbeeld over welke

Nadere informatie

Dr. Hilde Verbeek 15 april 2014. Department of Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1

Dr. Hilde Verbeek 15 april 2014. Department of Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1 Dr. Hilde Verbeek 15 april 2014 Department of Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1 Doelstelling Nurses on the Move Bijdragen aan verbetering kwaliteit van zorg in verpleeg- en

Nadere informatie

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Congres Focus op Onderzoek, 22 juni 2015 Gerda de Kuijper, AVG/senior senior onderzoeker CVBP/UMCG Dederieke Festen AVG/senior onderzoeker

Nadere informatie

Huisarts of hometrainer?

Huisarts of hometrainer? Huisarts of hometrainer? In het literatuuroverzicht werden zes studies opgenomen. Vier studies onderzochten het effect van training op ziekteverzuim, drie daarvan bestudeerden tevens de effecten op klachten

Nadere informatie

Implementatie van richtlijnen. Dr. Hester Vermeulen Afdeling Chirurgie, Academisch Medisch Centrum Amsterdam Amsterdam School of Health Professions

Implementatie van richtlijnen. Dr. Hester Vermeulen Afdeling Chirurgie, Academisch Medisch Centrum Amsterdam Amsterdam School of Health Professions Implementatie van richtlijnen Dr. Hester Vermeulen Afdeling Chirurgie, Academisch Medisch Centrum Amsterdam Amsterdam School of Health Professions Even voorstellen Dr. Hester Vermeulen Verpleegkundige

Nadere informatie

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie. Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan

Nadere informatie

De Spit Gids. 20 januari. De Gids naar een snel herstel van Spit!

De Spit Gids. 20 januari. De Gids naar een snel herstel van Spit! De Spit Gids 20 januari 2015 Spit is de meest voorkomende klacht in het bewegend functioneren. Dit boek over spit geeft je alle basis informatie met betrekking tot wat het inhoud, hoe lang het normaal

Nadere informatie

but no statistically significant differences

but no statistically significant differences but no statistically significant differences Astma is een chronische aandoening, die niet te genezen is. Met de passende zorg kunnen symptomen tot een minimum worden gereduceerd en zou een astma patiënt

Nadere informatie

De 7 stappen van een CAT

De 7 stappen van een CAT De 7 stappen van een CAT Patiënt (praktijk) Vertaalslag (expert) Wetenschap (literatuur) 1 klinisch scenario trefwoorden 2 klinische vraag 3 literatuur search 4 kritisch beoordelen artikel 7 bottom line

Nadere informatie

MODULE Evidence Based Midwifery

MODULE Evidence Based Midwifery VZW Vlaamse Organisatie van Vroedvrouwen vzw MODULE Evidence Based Midwifery Van Schoonbekestraat 143 Sint-Jacobsmarkt 84 2018 Antwerpen 2000 Antwerpen Programma Overzicht Dag 1: maandag 8 november 2010

Nadere informatie

Paramedisch OnderzoekCentrum

Paramedisch OnderzoekCentrum Hoorcollege 3 maart 2006 Thema: lage-rugpijn Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Opbouw Langdurige lage-rugpijn (profiel 3a) versus (lage-rugpijn met chronisch pijngedrag (profiel 3b) Relevantie van classificaties

Nadere informatie

Biopsychosociaal model

Biopsychosociaal model Biopsychosociaal model binnen de behandeling van whiplash-patiënten Wendy Peeters, MScMT Dr. Arianne Verhagen Prof. dr. Rob Oostendorp 1 23-03-2001 Doel presentatie State of the art wetenschappelijke evidentie

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

Inleiding Methodologie Master MBRT Hogeschool INHOLLAND 27 november Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp

Inleiding Methodologie Master MBRT Hogeschool INHOLLAND 27 november Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Inleiding Methodologie Master Hogeschool INHOLLAND 27 november 2003 Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp WAT GAAN WE DOEN? Inleiding op Evidence-based Practice (EBP) Diagnostisch onderzoek onderzoek Interventieonderzoek

Nadere informatie

Evidence Based Nursing

Evidence Based Nursing Evidence Based Nursing - filosofie - Bart Geurden, RN, MScN Van verpleegkundige Diagnostiek naar evidence-based handelen Medische Diagnostiek >1900 Multi- Disciplinaire Problemen 1980- Verpleegkundige

Nadere informatie

Het schrijven van een artikel of casus voor Oedeminus

Het schrijven van een artikel of casus voor Oedeminus Het schrijven van een artikel of casus voor Oedeminus Procedure De redactie van Oedeminus verheugt zich op uw bijdrage aan ons blad. Voor u uw kennis, inzichten en ideeën op papier zet, is het goed om

Nadere informatie

Evidence Based Practise versus Practice Based Evidence

Evidence Based Practise versus Practice Based Evidence Evidence Based Practise versus Practice Based Evidence Dr. John Verhoef (Lector) Lectoraat Eigen Regie Hogeschool Leiden, Cluster Zorg verhoef.j@hsleiden.nl Waar hebben we het over? Evidence Based Practice

Nadere informatie

Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap

Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap hoop voor de toekomst! Em. Prof. Dr. Haije Wind, verzekeringsarts Amsterdam, 14 maart 2019 Amsterdam UMC locatie AMC, Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid,

Nadere informatie

Beroepsprofiel FT, KNGF 2005 Competentieprofiel, SROF Wat doen we ermee? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp

Beroepsprofiel FT, KNGF 2005 Competentieprofiel, SROF Wat doen we ermee? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Beroepsprofiel FT, KNGF 2005 Competentieprofiel, SROF 2005 Wat doen we ermee? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Beroepsprofiel FT 2005 Domein Fysiotherapie Waarom een beroepsprofiel? Een nieuw beroepsprofiel?

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Inleiding.

Hoofdstuk 1. Inleiding. 159 Hoofdstuk 1. Inleiding. Huisartsen beschouwen palliatieve zorg, hoewel het maar een klein deel van hun werk is, als een belangrijke taak. Veel ongeneeslijk zieke patiënten zijn het grootse deel van

Nadere informatie

NVMT - kaderdag 25 april

NVMT - kaderdag 25 april NVMT - kaderdag 25 april 2002 1 RICHTLIJNEN MANUELE THERAPIE en LAGE-RUGPIJN een huwelijk uit liefde of een gedwongen huwelijk? NVMT - kaderdag 25 april 2002 2 Inhoud Algemene inleiding richtlijnen NVMT-richtlijn

Nadere informatie

Systematische reviews op het gebied van complementaire en alternatieve geneeskunde: belang, methoden en voorbeelden uit de acupunctuur

Systematische reviews op het gebied van complementaire en alternatieve geneeskunde: belang, methoden en voorbeelden uit de acupunctuur Samenvatting Systematische reviews op het gebied van complementaire en alternatieve geneeskunde: belang, methoden en voorbeelden uit de acupunctuur Dit proefschrift heeft ten doel bij te dragen aan het

Nadere informatie

LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT:

LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT: Op weg naar een Kamer Mondzorg Josef Bruers LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT: Quality for the future 4 oktober 2013 Kamer Mondzorg Werktitel voor een initiatief om in Nederland te komen

Nadere informatie

Factsheet Manuele therapie en therapeutische mogelijkheden bij zuigelingen (0-1 jaar)

Factsheet Manuele therapie en therapeutische mogelijkheden bij zuigelingen (0-1 jaar) 1/4 Manuele therapie en therapeutische mogelijkheden bij zuigelingen (0-1 jaar) Auteurs F. Driehuis, MSc, FT Prof. dr. M.W.G. Nijhuis - van der Sanden, KFT E. R. I. C. Saedt, MT B. H. van der Woude, MT

Nadere informatie

1 Evidence-based practice: een inleiding

1 Evidence-based practice: een inleiding 1 Evidence-based practice: een inleiding R.W.J.G. Ostelo, R.A. de Bie, A.F. Lenssen en A.P. Verhagen In de zeventiende eeuw had de Britse Marine een serieus probleem: er stierven meer soldaten ten gevolge

Nadere informatie

Wetenschappelijke vorming in de huisartsopleiding

Wetenschappelijke vorming in de huisartsopleiding Versiedatum: 0-0-06 Pagina van 5 De wetenschappelijke onderbouwing van het huisartsgeneeskundig handelen vormt een belangrijke leidraad voor de huisarts. Deze moet een wetenschappelijke onderbouwing kunnen

Nadere informatie

VAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE

VAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE VAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE Drs. Willemke Stilma Docent verpleegkunde HvA Mede met dank aan dr. Anne Eskes 1 INHOUD 5 stappen EBP Formuleren van een klinische vraagstelling PICO Zoekstrategie

Nadere informatie

EBP- Hoe pak jij het aan. Dr. Irene Jongerden

EBP- Hoe pak jij het aan. Dr. Irene Jongerden EBP- Hoe pak jij het aan Dr. Irene Jongerden i.jongerden@vumc.nl Inhoud Goede zorg en EBP Organiseren EBP in eigen instelling Wat heb je nodig? Hoe pak je het aan Hoe wordt het in VUmc aangepakt Ervaringen

Nadere informatie

Drs. Nathan Hutting Dr. Sarah Detaille

Drs. Nathan Hutting Dr. Sarah Detaille Drs. Nathan Hutting Dr. Sarah Detaille Inhoud presentatie Aspecifieke KANS Project GRIP op KANS Ontwikkeling GRIP op KANS Inhoud programma Voorlopige resultaten A-specifieke KANS Aan werk of activiteiten

Nadere informatie

Paramedisch OnderzoeksCentrum

Paramedisch OnderzoeksCentrum BIOPSYCHOSOCIALE MANUELE THERAPIE: hoe is de implementatie op de werkvloer? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Prof.dr. William Duquet Welke verrassing? Aanleiding Vraagstelling SCEGS-systematiek Biopsychosociale

Nadere informatie

Zoeken naar evidence

Zoeken naar evidence Zoeken naar evidence Faridi van Etten-Jamaludin Clinical librarian Medische Bibliotheek AMC 2 december 2008 Evidence Based Practice? Bij EBP worden klinische beslissingen genomen op basis van het best

Nadere informatie

DIRECTE TOEGANKELIJKHEID MANUELE THERAPIE VANUIT WETENSCHAPPELIJK PERSPECTIEF

DIRECTE TOEGANKELIJKHEID MANUELE THERAPIE VANUIT WETENSCHAPPELIJK PERSPECTIEF DIRECTE TOEGANKELIJKHEID MANUELE THERAPIE VANUIT WETENSCHAPPELIJK PERSPECTIEF Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp 18-2-2013 Jaarcongres Fysiotherapie 2003 1 BESTAAT ER EVIDENCE VOOR DIRECTE TOEGANKELIJKHEID MANUELE

Nadere informatie

Het behandelprogramma Vroege Intensieve Neurostimulatie

Het behandelprogramma Vroege Intensieve Neurostimulatie Onderwerp: Samenvatting: Soort uitspraak: Zorgvorm: Vroege intensieve neurorevalidatie bij volwassenen Het CVZ heeft een literatuuronderzoek verricht naar de stand van de wetenschap en praktijk van VIN.

Nadere informatie

De Lage Rugpijn. 20 januari. De Gids naar een snel herstel van lage rugpijn!

De Lage Rugpijn. 20 januari. De Gids naar een snel herstel van lage rugpijn! De Lage Rugpijn 20 januari 2015 Lage rugpijn is de meest voorkomende klacht in het bewegend functioneren. Dit beknopte boek over lage rugpijn geeft je alle basis informatie met betrekking tot wat het inhoud,

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Global Perceived Effect (GPE)

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Global Perceived Effect (GPE) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Global Perceived Effect (GPE) 31-03-2014 Review: R.A.H.M. Swinkels Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende

Nadere informatie

Evidence Based Practice

Evidence Based Practice Evidence Based Practice V&VN VAR Netwerkdag 25 november 2016 'Leiderschap met lef' Dr. Getty Huisman de Waal, RN Basis voor alledaagse beslissingen Traditie Ervaring Intuïtie Anekdote Eén artikel Financieel

Nadere informatie

Wetenschappelijk Onderzoek Is Evidence Based Practice informatie beschikbaar voor iedereen? Jef Adriaenssens RN, MsN, PhD

Wetenschappelijk Onderzoek Is Evidence Based Practice informatie beschikbaar voor iedereen? Jef Adriaenssens RN, MsN, PhD Wetenschappelijk Onderzoek Is Evidence Based Practice informatie beschikbaar voor iedereen? Jef Adriaenssens RN, MsN, PhD Evidence Based Practice 2 "the integration of the best research evidence with clinical

Nadere informatie

Inhoud. inleiding de schouder 1 9. Redactie 1 0. Auteurs 1 1. Voorwoord 1 6

Inhoud. inleiding de schouder 1 9. Redactie 1 0. Auteurs 1 1. Voorwoord 1 6 Redactie 1 0 Auteurs 1 1 Voorwoord 1 6 inleiding de schouder 1 9 1 Patiënten met schoudersyndromen in de huisarts- en fysiotherapiepraktijk 2 1 Inleiding 2 2 Patiënten met schoudersyndromen in de huisartspraktijk

Nadere informatie

Opvolgrapport Aanbeveling voor goede medische praktijkvoering actieve opsporing van chlamydia trachomatis-infecties in de huisartspraktijk

Opvolgrapport Aanbeveling voor goede medische praktijkvoering actieve opsporing van chlamydia trachomatis-infecties in de huisartspraktijk Opvolgrapport Aanbeveling voor goede medische praktijkvoering actieve opsporing van chlamydia trachomatis-infecties in de huisartspraktijk Auteur: Veronique Verhoeven Augustus 2009 Conclusie van deze opvolging

Nadere informatie

Marike van der Schaaf Juultje Sommers. Evidence statement voor fysiotherapie op de intensive care

Marike van der Schaaf Juultje Sommers. Evidence statement voor fysiotherapie op de intensive care Marike van der Schaaf Juultje Sommers Evidence statement voor fysiotherapie op de intensive care Marike van der Schaaf Juultje Sommers Evidence statement voor fysiotherapie op de intensive care ISBN 978-90-368-0903-0

Nadere informatie

PARAMEDISCH CURSUSSEN & OPLEIDINGEN. Brochure

PARAMEDISCH CURSUSSEN & OPLEIDINGEN. Brochure 2018 PARAMEDISCH CURSUSSEN & OPLEIDINGEN LAGE RUGPIJN PAIN AND MOTOR INTERACTIONS Brochure OPLEIDINGSINSTITUUT CIVA B.V. Organisatie cursus Organiserende instelling CIVA B.V. Adresgegevens Rumpenerstraat

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Sinds enkele decennia is de acute zorg voor brandwondenpatiënten verbeterd, hetgeen heeft geresulteerd in een reductie van de mortaliteit na verbranding, met name van patiënten

Nadere informatie

EBP: het nemen van beslissingen

EBP: het nemen van beslissingen EBP: het nemen van beslissingen EBP platform werkgroep Erica Baarends, Ergotherapie Ingrid Driessen en Xandra Gielen, Creatieve Therapie Saskia Duymelinck, Vepleegkunde Jacques Geraets, Fysiotherapie Michelle

Nadere informatie

Voeding en gezondheid anno 2016

Voeding en gezondheid anno 2016 Voeding en gezondheid anno 2016 Anke van den Brand, stafmedewerker gezonde voeding, VIGeZ Diabetessymposium Gent, 14 november 2016 1 AANDACHT VOOR GEZONDE VOEDING EN GEZONDHEID NEEMT TOE 2 Aandacht voor

Nadere informatie

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase Inleiding Door de toenemende globalisering en bijbehorende concurrentiegroei tussen bedrijven over de hele wereld, de economische recessie in veel landen, en de groeiende behoefte aan duurzame inzetbaarheid,

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding 214 Inleiding Als werknemers door ziekte twee jaar niet hebben kunnen werken of maar gedeeltelijk hebben kunnen werken, kunnen zij een arbeidsongeschiktheidsuitkering aanvragen bij UWV. Mede op basis van

Nadere informatie

17-5-2014 GEFELICITEERD! Evidence-based logopedie. Evidence-based logopedie: 10 jaar! Taakverdeling. Wat ben jij? @hannekekalf

17-5-2014 GEFELICITEERD! Evidence-based logopedie. Evidence-based logopedie: 10 jaar! Taakverdeling. Wat ben jij? @hannekekalf Evidence-based logopedie - wat is er in 10 jaar veranderd? GEFELICITEERD! Dr. Hanneke Kalf hanneke.kalf@radboudumc.nl www.hannekekalf.nl @hannekekalf 15 mei 2014 @hannekekalf Evidence-based logopedie:

Nadere informatie

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE?

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? Onderwerp: Hoe lees ik een wetenschappelijk artikel? Marjolein Snaterse, docent/onderzoeker Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam TOCH MAAR WEER: EVIDENCE BASED PRACTICE

Nadere informatie

Persoonsgerichte zorg in richtlijnen: contradictie of paradox? Trudy van der Weijden 16 juni 2017

Persoonsgerichte zorg in richtlijnen: contradictie of paradox? Trudy van der Weijden 16 juni 2017 Persoonsgerichte zorg in richtlijnen: contradictie of paradox? Trudy van der Weijden 16 juni 2017 Welkom Namens NHG en UM, CAPHRI, vakgroep HAG Speciaal welkom aan: - Familie en vrienden - Sprekers - Medewerkers

Nadere informatie

Richtlijnen: Minimaal vereiste - of optimale zorg? Stollen of uitdagen

Richtlijnen: Minimaal vereiste - of optimale zorg? Stollen of uitdagen Richtlijnen: Minimaal vereiste - of optimale zorg? Stollen of uitdagen Teus van Barneveld Directeur, Kennisinstituut van Medisch Specialisten Regieraad: '51 ziekenhuizen is voldoende' Kwaliteitsinstituut

Nadere informatie

Klinisch wetenschappelijk onderzoek: een studentengids

Klinisch wetenschappelijk onderzoek: een studentengids Klinisch wetenschappelijk onderzoek: een studentengids Eerste druk, 2016 2016 Paul Emons isbn: 9789048439867 nur: 890 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl Hoewel aan de totstandkoming

Nadere informatie

Samenvatting. Effectiviteit van geïsoleerde lage-rugtraining

Samenvatting. Effectiviteit van geïsoleerde lage-rugtraining Samenvatting In dit proefschrift zijn drie delen te onderscheiden. In het eerste deel wordt in drie gerandomiseerde, gecontroleerde studies (trials) de effectiviteit van geïsoleerde lagerugtraining onderzocht

Nadere informatie

Welkom op de implementatie cursus KNGF-richtlijn Manuele Therapie bij Lage-rugpijn

Welkom op de implementatie cursus KNGF-richtlijn Manuele Therapie bij Lage-rugpijn Welkom op de implementatie cursus KNGF-richtlijn Manuele Therapie bij Lage-rugpijn Samengesteld door: Marcel Heijmans, MSc Leo Hagenaars Dr. Erik Hendriks Prof.dr. Rob Oostendorp 2 Opzet van de cursus

Nadere informatie

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen. FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN NAAMSESTRAAT 69 BUS 3500 3000 LEUVEN, BELGIË m Stageproject bijlage 1: Leidraad bij het functioneringsgesprek Naam stagiair(e):.. Studentennummer:. Huidige opleiding

Nadere informatie

Evidence Based Practice in de alledaagse praktijk. Definitie EBP 16-4-2015

Evidence Based Practice in de alledaagse praktijk. Definitie EBP 16-4-2015 Evidence Based Practice in de alledaagse praktijk Lies Braam, verpleegkundig specialist neurologie 26 maart 2015 V &VN neurocongres Definitie EBP Bij EBP gaat het om klinische beslissingen op basis van

Nadere informatie

Healing is a matter of time, but it is sometimes also a matter of opportunity

Healing is a matter of time, but it is sometimes also a matter of opportunity Healing is a matter of time, but it is sometimes also a matter of opportunity Hippocrates (c. 460 BC - 377 BC) 2018 Bastin Hofman, Wijk bij Duurstede BELANGRIJKE NOOT VOOR DE LEZER: Behoudens de in of

Nadere informatie

Paramedisch OnderzoekCentrum

Paramedisch OnderzoekCentrum IMPLEMENTATIE: welke weg? Prof.dr. Rob Oostendorp Dr. Michel Wensing Prof.dr. Richard Grol Implementatie Kenmerken implementatie (ZON, 1997; Gezondheidsraad, 2000). Procesmatige en planmatige invoering.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

23-1-2014. Classificeren en meten. Overzicht van de officiële definities van de meter sinds 1795. Raymond Ostelo, PhD. Klinimetrie

23-1-2014. Classificeren en meten. Overzicht van de officiële definities van de meter sinds 1795. Raymond Ostelo, PhD. Klinimetrie Raymond Ostelo, PhD Professor of Evidence-Based Physiotherapy Dept. Health Sciences EMGO+ Institute for Health and Care Research VU University Amsterdam, the Netherlands r.ostelo@vumc.nl 1 Classificeren

Nadere informatie

Whiplash: Van structuur naar gezondheidsprofiel Waarom deze titel?

Whiplash: Van structuur naar gezondheidsprofiel Waarom deze titel? Whiplash: Van structuur naar gezondheidsprofiel Waarom deze titel? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp wetenschappelijk directeur, Nederlands Paramedisch Instituut, Amersfoort; bijzonder hoogleraar Paramedische

Nadere informatie

WAT NEMEN WE MEE NAAR HUIS

WAT NEMEN WE MEE NAAR HUIS NVMT-Congres 2003 1 WAT NEMEN WE MEE NAAR HUIS PROF.DR. Rob A.B. Oostendorp NVMT-Congres 2003 2 OMVANG van het GEZONDHEIDSPROBLEEM NEKPIJN NVMT-Congres 2003 3 OMVANG van NEKPIJN GUEZ e.a., Acta Orthop

Nadere informatie

Paramedisch OnderzoekCentrum

Paramedisch OnderzoekCentrum Pijngerelateerde vrees voor (her)letsel: inschatten of meten? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Ronald van de Ven MSc Olaf van der Zanden MSc Prof.dr. Willen Duquet Wat te verwachten? Inleiding / probleemstelling

Nadere informatie

Kennis in Beweging. 30/10/14 MTP Fysiotherapie/KBC Haaglanden 1

Kennis in Beweging. 30/10/14 MTP Fysiotherapie/KBC Haaglanden 1 Kennis in Beweging 30/10/14 MTP Fysiotherapie/KBC Haaglanden 1 Eisen en doelen overheid Opdracht Kwaliteitsinstituut: maak kwaliteit transparant. Kwaliteitsstandaarden & Meetinstrumenten Tripartiet (patiënten,

Nadere informatie

Bij gebrek aan bewijs

Bij gebrek aan bewijs Bij gebrek aan bewijs kennis is macht! internet in de spreekkamer P.A. Flach Bedrijfsarts Arbo- en milieudienst RuG 09-10-2006 1 3 onderdelen 1. Wat is EBM 2. Zoeken in PubMed 3. Beoordelen van de resultaten

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

HOOFDSTUK 1: INLEIDING 168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet

Nadere informatie

Comorbiditeit & richtlijnen: gaat dat samen?

Comorbiditeit & richtlijnen: gaat dat samen? Comorbiditeit & richtlijnen: gaat dat samen? TRANZO ZORGSALON 14 oktober 2010 Marjolein Lugtenberg TRANZO, UvT/ PZO, RIVM Richtlijnen o Ter verbetering van kwaliteit van zorg o Bron van evidence-based

Nadere informatie

Evidence-based Medicine (EBM) in de verzekeringsgeneeskunde

Evidence-based Medicine (EBM) in de verzekeringsgeneeskunde Evidence-based Medicine (EBM) in de verzekeringsgeneeskunde Muntendam symposium, 13-12-2010 Rob Kok, Jan Hoving, Jos Verbeek, Paul Smits, Frederieke Schaafsma, Sarah Ketelaar en Frank van Dijk Evidence

Nadere informatie

Evidence Based Practice

Evidence Based Practice Hoe lees je als verpleegkundige een artikel? Anne-Margreet van Dishoeck en Marjolein Snaterse Namens de Werkgroep Wetenschappelijk onderzoek; Mattie Lenzen Ingrid Schiks Henri van de Wetering Ellen van

Nadere informatie