Onderwijs Ondersteunend Gedrag. Zomer. Lekker warm. Het zonnetje schijnt. Het strand. Spetter nat. Op reis
|
|
- Fanny Clara Hendrickx
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Onderwijs Ondersteunend Gedrag Zomer Lekker warm Het zonnetje schijnt Het strand Spetter nat Op reis 1
2 Instructie Het programma Goed, Beter, Best! is bedoeld voor ouders met kinderen in de onderbouw van de basisschool: groep nul, één en twee. Goed, Beter, Best! heeft als doel de ouders intensief te betrekken bij het onderwijs aan hun kind zodat de kinderen zich optimaal ontwikkelen, thuis en op school. Bij het uitvoeren van het programma Goed, Beter, Best! in de praktijk is de situatie op de specifieke school (de planning van VVE-thema s, de contactmomenten tussen school en ouders et cetera) leidend voor het plannen van de Goed, Beter, Best! lessen. Het programma Goed, Beter, Best! bestaat uit drie programmaonderdelen: 1. OnderwijsOndersteunend Gedrag (OOG) 2. Educatief Partnerschap (EP) 3. Taal OnderwijsOndersteunend Gedrag (OOG) De VVE-thema s (thema s behorend bij het programma voor voor- en vroegschoolse educatie dat in de onderbouw gebruikt wordt) zijn gekoppeld aan het OOG-programma. De taallessen zijn op drie niveaus (*, **, ***) op hun beurt weer gekoppeld aan de VVE-thema s. Samen met de leerkrachten van de VVE-groepen worden de thema s gepland. Op het moment dat in de onderbouw gewerkt wordt aan bijvoorbeeld het VVE-thema Lente dan wordt dit thema ook leidend in de OOG-lessen en vervolgens in de taallessen. Zo geldt dit ook voor alle overige VVE-thema s. Educatief Partnerschap (EP) De lessen uit het EP-programma kunnen op elk moment gegeven worden. Het is logisch om te starten met het thema Ken de school. Vervolgens kunnen in overleg met de school de andere EP-lessen gepland en aangeboden worden. Taallessen De taallessen op de taalbladen worden binnen de context van het desbetreffende thema uit het OOG-programma aangeboden. Biedt de taallessen nooit aan als op zichzelf staande eenheden. De taallessen zijn op drie niveaus: 1. * Alfa B 2. ** NT2-niveau A1 3. *** NT2-niveau A2/B1 Welk niveau aangeboden wordt is afhankelijk van de uitkomsten uit de intaketoetsen. Een trainer die deze lessen geeft moet gewend zijn om aan zeer heterogene groepen les te geven. Er zullen zowel grote verschillen zijn in het taalniveau van de deelnemers als in opleidingsniveau. Het is daarom van groot belang dat deelnemers aan Goed, Beter, Best! serieus genomen worden in het inbrengen van hun eigen ervaringen en hun eigen cultuur. 2
3 Inhoud Zomer Lessen pagina Lekker warm 4-14 Het zonnetje schijnt Het strand Spetter nat Op reis Taalbladen Zomer Colofon 90 3
4 Lekker warm 4
5 Over groep nul De zomerperiode (voor- en nazomer) biedt vaak veel gelegenheid om het over zomerse onderwerpen te hebben, zoals warm, de zon, schaduw, ijsjes, zwemmen enzovoorts. Wanneer er vakantie- of vrije dagen zijn, wordt er in de groep gepraat over wat je gaat doen of wat je hebt gedaan. Door er boekjes over te lezen en over te spelen, leren kinderen hun belevenissen te verwoorden en te verwerken. Het prentenboek Plons! van Waddel en Barton wordt in peutergroepen veel voorgelezen en gebruikt. In het filmpje (zie werkblad) is het voorlezen uiteraard niet interactief. Vertel dat het lezen van alle woorden niet zo belangrijk is; laat hun kind reageren, aanwijzen, etc. Praat er samen over. Bij het buiten spelen speelt water vaker een rol; het is warm genoeg, dus er mag gekliederd worden. Buiten wordt duidelijk wat de schaduw is. Overweeg twee leuke filmpjes via youtube te laten zie (type in: peuter ontdekt zijn schaduw en/of eva ontdekt haar schaduw ). Om over te praten Hoe ervaren de cursisten de zomer? Genieten zij van warm weer of hebben zij er last van? Komen ze naar hun idee voldoende in de buitenlucht? Volwassenen en kinderen die bedekkende kleding dragen en weinig buiten komen kunnen een tekort aan vitamine D hebben; de buitenlucht kan dit tekort tenietdoen. Merken de ouders het, als de peuters in de groep veel buiten hebben gespeeld? Zijn de kleren dan vies? Wat vinden de cursisten daarvan? Geef aan dat buiten spelen gezond is. Het is prettig als de kinderen makkelijke kleren dragen, waar ze goed mee kunnen spelen. Waar speelt hun kind mee, als het buiten speelt? Buiten kun je lekker rennen, je schaduw ontdekken, met zand en water spelen, fietsen, met de bal spelen, klimmen, schommelen, enzovoorts. Gaan de cursisten weleens een middag naar het strand of bos? Buiten spelen in de natuur geeft peuters de ruimte om lekker met hun lijf te bewegen en de natuur te beleven. Takjes, aarde, zand, water: je vindt het in het bos, in een park of op het strand. Waarover kun je praten in de zomer? Je kunt met je kind praten over de zon, de warmte, warm en koud, welke kleren doe je aan in de zomer, ijs-smelten-water, je kunt zelf waterijsjes maken of een zonneklep. Opdrachten, tips en scores Aan de juf vragen wat het thema is en welke materialen nodig zijn: BII, 2a. Praten met je kind over warm, koud, zomerkleren, afkoelen, het thema zomer in de groep, enzovoorts: CI, 2. Buiten spelen, letten op de schaduw, erover praten, de schaduw stoepkrijten, bewegen etc.: score CI, 9 of CIII, 4. Een zonneklep maken of op andere manieren spelen rondom het thema warm : CI, 9. Het boek Plons! of andere zomerse prentenboeken (voor-)lezen: CV, 7a. Tips voor (zomer-)boeken vragen aan de juf: AIII, 2a. Hulp (aan-) bieden in de klas bij activiteiten of uitstapjes: BIII, 3a. De juf vertellen wat je (thuis/buiten) met je kind hebt gedaan rondom het thema: AI, 2b. 5
6 6
7 7
8 8
9 9
10 10
11 11
12 12
13 13
14 14
15 Het zonnetje schijnt 15
16 Over groep nul Als het mooi weer is, gaan de kinderen veel naar buiten. De zomerperiode wordt gebruikt om veel te genieten van de buitenlucht. Op vrije dagen zoeken veel gezinnen een plek in een park of op het strand. De zon is gezond, maar een kind loopt wel risico te verbranden. Dat is erg pijnlijk voor een jong kind. Het is goed als kinderen én ouders weten dat je insmeren erbij hoort, als je in de warme zon speelt. Zeker in de buurt van water (strand) is goed smeren belangrijk. Een zonnepet beschermt de ogen en zorgt ervoor dat kinderen niet oververhit raken. Om over te praten Wat doen de cursisten met hun kind, als het mooi weer is? Gaan ze weleens picknicken in een park? Of een dagje naar het strand? Gebruiken zij ook zonnebrandcrème voor hun kind? Levert dat problemen op met hun kind? Is hun kind weleens in de zon verbrand? Mag hun kind al weleens een ijsje? Het is voor een peuter nog lastig om een ijsje te eten in de zon. Het ijs smelt snel. Vaak zijn de ijsjes te groot voor een peuter. Je kunt vaak wel een kinderijsje bestellen (met één klein bolletje bijvoorbeeld). Welke smaken zijn favoriet? Je kunt met je peuter over de smaak van ijs praten. Je kunt ook het verschil laten proeven tussen aardbei-ijs en een echte aardbei. Zo oefenen ze hun zintuig: proeven. Opdrachten en scores Insmeren en benoemen wat je insmeert: CIII, 3 en 7b. Praten over strand, over ijsjes, over ijssmaken, CIII, 3 Een ijsje proeven en vergelijken met een vrucht: CI, 9. Zorgen dat het kind niet teveel snoept, een klein ijsje kiezen: CII, 16. Samen picknicken, en praten over wat je buiten ziet: CIII, 4. Je kind mee laten helpen met het voorbereiden: en CIV, 12. Praten over wat je gaat meenemen en het picknicken: CIII, 3. Een waaier knutselen: CI, 9. Het liedje zonnetje of ijsjes zingen: CIII, 6. Een boekje lezen over strand, zon, ijsjes: CV, 7a. Tekst van het digitaal prentenboek Bo en Babs gaan naar het strand Het is een lekker weertje. Bo en Babs gaan naar het strand. Babs draagt de rugzak en Bo trekt de kar. Het is zó warm! Bo heeft zijn zwembroek al aan. En Babs trekt haar zwempak aan. De zon brandt op hun bol. Kom maar Babs, ik smeer je witte velletje goed in. Babs is in de zee. Bo blijft liever op het strand. Hij bouwt een reuzegroot zandkasteel. Woesj! Een grote golf rolt samen met Babs het strand op. Over het mooie zandkasteel van Bo. Het zandkasteel is helemaal stuk. Arme Bo. Babs slaat een arm om hem heen. Ik zorg ervoor, dat jij weer blij wordt. Een ijsje helpt altijd. En Bo. lacht weer! 16
17 17
18 18
19 19
20 20
21 21
22 22
23 23
24 24
25 25
26 26 Het strand
27 Over groep nul In groep nul wordt vaak met zand gespeeld. De kinderen vinden het prettig om het zand te voelen en ermee te experimenteren. Er is vaak een zandtafel in de groep. Buiten is er meestal een zandbak. Zand geeft veel speelmogelijkheden. Scheppen, bakjes vullen, zandsoep maken met water en zand Natuurlijk maken de kinderen zandtaartjes; ze ervaren dat je met nat zand beter kunt bakken dan met droog zand. Op het strand zijn de mogelijkheden nog groter. Het zand nodigt de kinderen uit tot grof-motorische bewegingen, zoals tunnels graven en bergen maken. Maar ook fijn-motorische activiteiten komen aan de orde: taartjes bakken, glad maken, kneden van zand. De verschillen in motorische ontwikkeling tussen jongens en meisjes zijn hierbij vaak te herkennen. Voor ouders is het goed om te weten dat zand en water basismaterialen voor peuters zijn. Om over te praten Mag jouw kind in de zandbak spelen? Mag jouw kind vies worden? Is er een ( schone ) zandbak bij jou in de buurt? Ga je weleens naar het strand? Als het warm is, is het belangrijk om je kind goed in te smeren. Een t-shirt en een pet helpen ook tegen verbranden. Vertel dat het bij minder warm weer juist fijn is om naar het strand te gaan. Dan is het minder druk. En je hoeft je minder zorgen te maken over het verbranden in de zon. Speelmaterialen: zeef, vormpjes, emmer, schepje, harkje, gieter, etc. Zijn er verschillen tussen jongens en meisjes te zien bij het spelen in het zand? Tip voor een activiteit Ga samen met je kind naar de speeltuin, waar een zandbak is en misschien ook een peuterbadje. Het strand is helemaal geweldig: één grote zandbak en water genoeg om slootjes en kanalen te graven en zandtaartjes te bakken. Soms is het genoeg om zand ergens in te doen en er weer uit te gooien. Je kunt samen schelpen verzamelen; daarmee kun je versieringen in het zand maken of ze sorteren op vorm of kleur. Je kunt ook het strand naspelen thuis. Ga samen zonnen, zwemmen in de zee, droog je af en eet samen een broodje op het (nep) strand. Zoek samen een prentenboek over de zomer en het strand. Wijs samen aan wat je allemaal ziet op het strand. Scores en opdrachten Doen alsof-spel: CIV, 9a. Tekenen en erover praten: CIII, 9c en CIV, 9a. Een boekje lezen: CV, 6a. Naar het strand, samen spelen: CIV, 15c. Plaatjes kijken, benoemen: CIII, 6b. NB. Zorg voor papier en kleurpotloden voor de tekenopdracht. 27
28 28
29 29
30 30
31 31
32 32
33 33
34 34
35 35
36 36 Spetter nat
37 Over groep nul In de meeste VVE-programma s is er speciaal aandacht voor water. Een veel gebruikt boekje is Plons! van Martin Waddell en Jill Barton. Spetteren met water is een geliefde bezigheid van peuters. Buiten (in de zon én in de regen), maar ook binnen (watertafel, bakjes vullen, bootje laten drijven). Daarnaast speelt water natuurlijk een rol bij het handjes wassen (wassen, schoonmaken), plantjes water geven (natuur), en liedjes als Alle eendjes zwemmen in het water en Visje, visje in het water. Een filmpje (kleutergroep) over drijven en zinken: zie schooltv.nl/beeldbank. Klik op peuters en kleuters, type in: drijven of zinken. Om over te praten Voor peuters is met water spelen heerlijk. Water ontspant, verkoelt en geeft plezier. Je snapt water het best door er niet alleen over te praten of lezen, maar door het te voelen! Lekker nat worden, spetteren en sproeien met water, een beker vullen enzovoorts. Met een badje of een teiltje en wat voorwerpen, zoals een spons, een gieter, rietjes, grote en kleine bekers, een bootje en lege plastic flessen kunnen kinderen lang spelen. Laat zo mogelijk in de les zien/laat ouders exploreren wat een kind daar allemaal mee kan doen. Zo zien ouders hoe gemakkelijk dit thuis te realiseren is. Praat over de begrippen die kinderen leren als ze thuis en in groep nul met water spelen, zoals nat-droog, warm-koud, vol-leeg (beker), druppels, regen, waterplas, enzovoorts. In het filmpje Meike aan het spelen met water (zie plusopdracht) zie je een voorbeeld hiervan; Meike zegt hierin o.a. : koud, zwaar, optillen en dragen. Als de cursisten dingen benoemen terwijl ze samen met hun kind met water spelen, leert hun kind hiervan. Sommige peuters zijn wat angstig voor water, vooral in bad (bij het haren wassen) en inhet zwembad. Besteed dan nog meer aandacht aan leuk spelen met water. Zo maak je je peuter vroeg watervrij ; speel samen in het peuterbadje van het zwembad, zwem samen met je kind in een zwembandje etc. Er zijn peuterzwem-uurtjes in het zwembad. Echt oefenen voor een diploma hoeft niet eerder dan op 5 jarige leeftijd. Neem geen risico: laat je kind nooit alleen in een badje! Scores en opdrachten Lekker kliederen met water (een teiltje, een paar plastic bakjes; of blazen met een rietje in het water), en erover praten: score CI, 9 en CIII, 3. Je kind laten helpen met afwassen, buiten schrobben, de ramen lappen, de auto wassen: CIV, 12. Er zijn ook boekjes te vinden over water, over douchen of in bad, en natuurlijk ook over regen. Filmpje kijken wat kun je doen met water? en thuis doen wat je op het filmpje ziet: CI, 9. Boekjes lezen over water: score CV, 7a. Een spel met opdrachten doen ( laat het bootje varen ): score CI, 9. Een liedje zingen (visje in het water) of een versje opzeggen over het bad: score CIII, 6. 37
38 38
39 39
40 40
41 41
42 42
43 43
44 44
45 45
46 46
47 47
48 48 Op reis
49 Over groep nul Op reis gaan is bij uitstek een onderwerp waar peuters veel doen alsof-spel bij spelen. De huishoek wordt omgebouwd tot een reishoek met koffers, kleding en allerlei spullen om mee op reis te nemen. Logeren, ergens anders slapen en op vakantie gaan: dat is spannend en leuk. Het is aanleiding om te praten over: is daar ook een bed? Wat is daar anders? Wat ga je doen? Naar wie/ met wie ga je? Wat neem je mee? Wat (of wie) ga je van thuis missen? Ook spelen alle peuters wel eens treintje, of zitten ze met stoeltjes naast en achter elkaar in de auto. ga je reizen met de auto, met de trein, met het vliegtuig? (vervoersmiddelen) Praten over: waar gaan we heen? Is het daar warm of koud? Wat hebben we nodig? Vraag in groep nul op welke manier het onderwerp op reis gaan aan de orde komt in de groep. Wat gaan de peuters doen? Welk boekje wordt gelezen? Liedjes? Om over te praten Vraag de ouders of zij weten wat er in de groep wordt gedaan aan dit thema. Wissel de eigen ervaringen met reizen uit. Heeft hun kind ook al eens gereisd? Hoe ging dat? Gaat hun kind weleens bij iemand logeren? Krijgt het kind dan een eigen koffer of tas mee? Praat over de relatie tussen op reis gaan en vervoer, vakantie, je koffer pakken enzovoorts. Kijk of je reisfolders kunt laten zien en een prentenboek over logeren en/of reizen. Praat over doen alsof: speelt jouw kind weleens een fantasiespel? Bijvoorbeeld een tas inpakken, met een laken een hut bouwen en daar slapen, doen alsof je een auto bestuurt enzovoorts). Vertel dat het doen-alsof van peuters heel goed is voor hun ontwikkeling. Ze verwerken vaak allerlei dingen die ze hebben meegemaakt in het spel. Ze gebruiken taal en ze leren spelenderwijs veel over de wereld: hoe gaan de dingen, hoe heten de dingen, hoe ga je met elkaar om? Vertel dat echt lang reizen voor een kind vooral vermoeiend is; praat over hoe je daarmee om kunt gaan. Wissel ervaringen uit: liedjes en verhalen luisteren in de auto, of spelletjes doen zoals het aanwijzen van de rode (of grijze) auto s. Tips voor activiteiten met het kind Samen doen alsof je op reis gaat, zie opdracht. Ook: verzinnen hoe het is als je op reis bent, etc. Bekijk reisfolders of zoek een prentenboek over logeren of reizen. Benoem samen wat je ziet. Het spel ik ga op reis en ik neem mee kun je thuis met echte materialen spelen. Dat verhoogt het begrip en het speelplezier voor peuters. Praten, zingen en luisteren in de auto is gezellig; zie het filmpje in de plusopdracht. Scores en opdrachten Doen alsof spel: CIV, 9a. Benoemen van plaatjes en echte materialen: CIII, 6b. Samen een boekje lezen: CV, 6a. (zelf kiezen: CV, 7). Een liedje zingen, een fantasielied of -gesprek: CIV, 16a en CIII, 16b. NB het liedje advocaatje ging op reis : deze luisteropdracht in de les is vrij pittig. Het inleidend praatje in het filmpje kun je overslaan. De gitaardocent zingt het lied wel duidelijk. De eerste twee coupletjes zijn (voor het zelf zingen) voldoende. Dat op die leeftijd niemand weet wat een advocaatje is, is generaties lang al geen probleem.. 49
50 50
51 51
52 52
53 53
54 54
55 55
56 56
57 Taalbladen Zomer 57
58 T Zomer Het is zomer. Het is bijna vakantie. We gaan in juli op reis! Don gaat op reis in de zomer. Zijn zus Mien gaat ook mee. Ze gaan op reis met de auto. Ze gaan naar een mooie plek. Mama huurt een huis met een tuin. In het land spreekt Don een andere taal. De auto zit vol. Wat neem je mee op reis? De auto zit vol met koffers en tassen. De tas van Mien zit vol met kleren. Don neemt zijn hoed, jas en bal mee. Sam gaat op reis met de trein. Hij gaat naar een stad. In de stad is het koel en niet heet. Een stad met een plein. Piet gaat op reis met de bus. Kim gaat op reis met de boot. Ze gaat naar de zee en het zand. De zon is lekker warm. De zee is net een bad. Plons! Kim wordt dan lekker nat. Spat spat spat! Pas op een golf! Kim slaapt in een hut.
59 T1 Wijs het goede plaatje aan en schrijf woord het juiste trein boot hoed stad zee bus
60 T2 Verdeel de woorden van de plaatjes in lettergrepen en kleuren een evenveel aantal vakjes.
61 T3 lezen ik reis met de trein de trein of met de boot wat neem ik mee? ik neem een tas mee ik reis met de trein de trein of met de boot wat neem ik mee? ik neem een tas mee
62 T4 lees en schrijf ik met de boot met de trein of de reis neem wat ik? tas mee ik een mee trein schrijven mee met de neem trein tas boot reis wat ik
63 T5 lees en schrijf hut zon bal tas h _ t z _ n b _ l t s hu _ zo _ ba _ ta ut _ on _ al as lees ik zit in de hut en schrijf ik zie de zon ik pak de bal ik heb een tas ik ben..
64 T6 Welk plaatje hoort bij het juiste woord?
65 T6 Vul het juiste woord in.
66 T7 het is heet ik zweet ik doe mijn jas uit ik speel met de bal in de tuin Lees en vul in: h _ t is h t _ k zw t _ k d m n j _ s t _ k sp l m _ t de b _ l in de t n Vul in: tuin zon jas heet bal zweet
67 T8 lezen Maak de woorden af. boot trein zee zand tas stad vol reis plein bus b t tr n z z nd t s st d v l r s pl n b s Zet een rondje om de woorden hut boot bus spat hutthuuutthhuthhhuuutt bootbotbbobotbbbootboot buuusbsbussbussbussbus spppaatttspattssspattspat
68 T9 Schrijf het goede woord van of met: 1 ik ga op reis opa 2 de tas is Pim 3 ik sta mijn oma in de rij 4 ga je haar naar een warm land Schrijf Ali bus met gaat de reis op Ali gaat 2 Ali gaat 3 Ali gaat 4 Ali gaat 5 Ali gaat 6 Ali gaat
69 T Zomer Het is zomer en het is bijna zomervakantie. Veel mensen met kinderen gaan in juli op reis! Don gaat op reis in de zomer. Zijn zus Mien gaat ook mee. Ze gaan op reis met de auto. Ze gaan naar een land waar de zon schijnt. De zon is lekker warm. Ze gaan naar een mooie plek. De ouders van Don en Mien huren een huis met een tuin. In het land spreekt Don een andere taal. De auto zit vol met spullen. Wat neem je mee op reis? De auto zit vol met koffers en tassen. De tas van Mien zit vol met kleren. Mien neemt ook een zwempak en handdoek mee. Don neemt zijn zwembroek, strandstoel en zijn hoed mee. De hoed is voor in de zon, voor als het heet is. Sam gaat op reis met de trein. Hij gaat naar een stad met een plein. Op het plein staat in het midden een fontein. Piet gaat op reis met de bus naar Italië. Hij houdt niet van vliegen. Kim gaat op reis met een schip. Ze houdt van de zee en het zand. Kim gaat naar een eiland. Ze slaapt in een hut van stro. Tim gaat op reis met het vliegtuig.
70 T1 Schrijven. Maak de woorden af. vliegen v g koffers k f s zwempak z m k zwembroek z m k vliegtuig v gt fontein f t vakantie v k e tassen t s Schrijven Schrijf zelf de zinnen op. Let op de hoofdletters en de punt! 1 Don op in de 2 Zijn Mien ook 3 Ze op met 4 Ze naar land waar de 5 De is 6 De zit vol met 7 Wat je op 8 De zit vol met en 9 De van Mien zit vol met 10 Mien ook een
71 T2 Vragen bij zomer Omcirkel waar of niet waar. 1. Sam gaat op reis met de bus. Waar / niet waar 2. Hij gaat naar een stad met een plein. Waar / niet waar 3. Op het plein staat geen fontein. Waar / niet waar 4. Piet gaat op reis met de bus naar Italië. Waar / niet waar 5. Hij houdt van vliegen. Waar / niet waar 6. Kim gaat op reis met een schip. Waar / niet waar 7. Ze houdt niet van de zee en het zand. Waar / niet waar 8. Kim gaat naar een eiland. Waar / niet waar 9. Ze slaapt in een hotel. Waar / niet waar 10. Tim gaat op reis naar een ver land. Waar / niet waar Vragen bij zomer Welk woord moet weg? Omcirkel zomer nest plein zee vogel stoel schip vliegtuig fontein trein bal lamp stad koffer schip zon klimrek pret hond schommel vogel hut park bus tas mus winter reizen vis weer eiland regen
72 T3 Dictee
73 T4 Schrijven. Geef antwoord. Schrijven 1. Wie gaat op reis met de auto? 2. Wie gaat op reis met de bus? 3. Waar gaat Sam naar toe? 4. Wat staat er op het plein? 5. Waar gaat Tim naar toe? Vul in en kies zelf de goede vorm van het werkwoord: liggen, vliegen, schijnt, hebben, slapen, heeft, wil, gaat, vindt, wordt, pak, is, ga, neem, stop, houden Vandaag.... ik mijn koffer. Het... zomervakantie en ik. op vakantie met mijn vriendin! Wat...ik mee op reis? In de koffer.. ik mijn handdoek en mijn zwempak. We van zwemmen in de zee. We graag op het strand. Vandaag... we met het vliegtuig naar Spanje. Daar...de zon! We.....heel veel zin in de vakantie. We...in een hotel. Het hotel ook een zwembad. Ik.... ook de steden in Spanje zien. Mijn vriendin. liever op het strand liggen. Zij. het goed als we eerst naar de steden gaan en daarna naar het strand. Het.. heel gezellig!
74 T5 Schrijven Zet de woorden in de goede volgorde 1 met ik altijd reis naar ga de trein op 2 naar wij met de gaan vliegtuig in zomer het Frankrijk 3 België vandaag reis we gaan bus met de op naar 4 koffer handdoek in mijn ik zwembroek stop mijn en mijn 5 reis maken hij wil schip een graag een op 6 de in kinderen zomer en gaan oma bij de logeren opa 7 jou met zon wil wel een de land naar warm waar ik Schrijven gaan, zijn Schrijf met elk van bovenstaande werkwoorden 2 zinnen. Probeer de zinnen goed te schrijven. Gebruik ook de woorden uit de kolom: Bijvoorbeeld: ik ga op reis met de trein. trein vriend opa vriendin land oma vliegtuig zon ouders broer bus auto schip koffer warm strand tent hotel zomer weekend ochtend fiets caravan camping
75 T6 Schrijven Maak 2 zinnen met mijn. Maak 2 zinnen met jouw. Maak 2 zinnen met zijn. Maak 2 zinnen met haar. Maak 2 zinnen met ons. Maak 2 zinnen met jullie. Gebruik ook deze woorden schip koffer warm strand tent hotel zomer weekend ochtend fiets caravan camping trein vriend opa vriendin land oma vliegtuig zon ouders broer bus auto Maak 2 zinnen met hun Schrijven Vul in: hem, haar, mij, het, jou, ons, ze, je, hem, jullie, ze 1. Ga je met ons op reis? Ja, ik zal... vragen aan mijn ouders. 2. Mijn ouders zeggen tegen... dat ik met. op reis mag. 3. Heb je gezegd dat we naar Spanje gaan? Ja, ik heb... gezegd. 4. Mag ik met... meerijden naar het vliegveld? Kom je naar... toe? 5. Moet je koffer nog inpakken, of heb je.....al ingepakt? 6. Willen jullie een bal meenemen? Ik kan... niet vinden. 7. We hebben ook nieuwe badkleding. Heb je... al gezien? 8. Mag ik van jou een koffer lenen? Zal ik... ophalen? 9. Waar liggen de paspoorten? Ik heb... in de la gezien. 10. Hoe vind je mijn koffer? Ik vind.... heel mooi.
76 T7 Dictee
77 T8 Schrijven ik-mij hij-hem het-het wij-ons zij-hen/ze jij-jou zij-haar u-u jullie-jullie Schrijf 3 zinnen met woorden uit de eerste rij. Schrijf 3 zinnen met woorden uit de tweede rij. Maak ook gebruik van deze woorden schip koffer warm zwembad stad plein strand tent hotel zomer weekend ochtend fiets caravan camping zee strand water trein vriend opa vriendin land oma vliegtuig zon ouders zus zwembroek tas broer bus auto fontein zwempak boot gaan staan vinden lopen reizen willen moeten zijn meenemen liggen blijven inpakken Schrijven Schrijf 2 zinnen met elk van deze woorden: Wie Wat Wanneer Hoe Waarom Kies daarbij deze woorden: schip koffer warm zwembad stad plein strand tent hotel zomer weekend ochtend land caravan camping zee strand water trein vriend opa vriendin land oma vliegtuig zon ouders zus zwembroek tas broer bus auto fontein zwempak boot Probeer de zinnen goed te schrijven en zet achter elke zin een vraagteken (?). Bijvoorbeeld: Wanneer ga je op reis?
78 T9 Schrijven Vul het boekingsformulier in: 1: 2: 3: 4: Maak nu hele zinnen van de antwoorden.
79 T Zomer Het is bijna zomervakantie. Veel mensen met kinderen gaan in juli op reis! Don gaat op reis in de zomer met zijn zus Mien. Dit jaar gaan ze samen, zonder ouders. Ze gaan op reis met de auto naar een land waar de zon schijnt. Don en Mien houden van het strand en van de zee. De ouders van Don en Mien hebben een huisje gereserveerd op een mooie plek met een grote tuin. De auto zit vol met spullen. Het was lastig voor Mien om haar koffer in te pakken. Ze wil ook te veel spullen meenemen. De auto zit uiteindelijk vol met koffers en tassen. De tas van Mien zit vol met kleren en boeken. Don heeft niet heel veel spullen ingepakt. Hij heeft alleen noodzakelijke spullen ingepakt, zoals zijn tandenborstel en zwembroek. Vrouwen nemen altijd te veel spullen mee op reis! Sam gaat op reis met de trein naar Duitsland. Hij gaat verschillende steden bezoeken. Sam houdt van mooie, oude pleinen met grote fonteinen. Piet gaat op reis met de bus naar Italië. Hij gaat niet met het vliegtuig, want hij houdt niet van vliegen. Kim gaat op reis met een cruiseschip. Het is de eerste keer dat ze op zo n groot schip vaart. Kim wil kapitein worden en ze houdt heel veel van de zee en het strand. Kim gaat naar verschillende eilanden in de oceaan. Op de eilanden slaapt ze in een mooie hut van hout met een dak van stro. Op het eiland zijn ook hangmatten waar je lekker in kan luieren. Tim gaat op reis met het vliegtuig. Hij is piloot en reist graag. Hij gaat op reis naar een ver land. Hij is al naar veel verre landen geweest. Dit jaar gaat zijn zoontje met hem mee. Ze gaan veel wandelen en ze gaan naar mooie plekken toe.
80 T1 Hebben en zijn De werkwoorden hebben en zijn moet je iets anders vervoegen dan de gewone werkwoorden. Je kunt dus niet zo maar en van het werkwoord afhalen en dan gewoon vervoegen in het enkelvoud en meervoud. hebben zijn enkelvoud ik heb ik ben je/jij/u hebt je/jij/u bent hij/zij/het(kind) heeft hij/zij/het(kind) is meervoud we/wij hebben we/wij zijn jullie hebben jullie zijn ze/zij hebben ze/zij zijn Vul de goede vorm van het werkwoord hebben of zijn in. 1 Ik drie treinkaartjes. (hebben) 2 Wij nu op weg naar Frankrijk. (zijn) 3 Ashra een zwarte koffer. (hebben) 4 Deze koffer heel zwaar. (zijn) 5 Deze boeken heel dik. (zijn) 6 Mijn zoon blij dat hij mag zwemmen. (zijn) 7 Hij mooie zwembandjes. (hebben) 8 U mooie duikspullen. (hebben) 9 De kinderen vandaag geen school. (hebben) 10 De vakantie begonnen. (zijn) Schrijf bij elke de persoon de juiste vorm van het werkwoord. vliegen vertrekken Ik Ik Jij/je Jij/je Hij/zij/het Hij/zij/het Wij/we Wij/we Jullie Jullie Zij/ze Zij/ze
81 T2 Vervoeg nu zelf de volgende werkwoorden: lopen, wandelen, maken en vissen. Werkwoorden die niet eindigen op en Voor de ik-vorm haal je alleen de n af van het hele werkwoord. hele werkwoord ik je/jij/u we/wij hij/ze/zij/het jullie/ze/zij staan sta staat staan gaan ga gaat gaan slaan sla slaat slaan doen doe doet doen zien zie ziet zien Vul nu een van de werkwoorden in die niet op en eindigen. Kijk goed naar de juiste vorm van het werkwoord. gaan 1 Ik elk jaar met mijn zus op vakantie naar Portugal. doen 2 We niet zo veel op vakantie. staan 3 Er veel mensen te wachten in de rij voor de bus. zien 4 Je overal volle koffers van reizigers. slaan 5 Sommige mensen hun koffers op in de schuur. doen 6 jij ook veel op vakantie? gaan 7 Of u maar een keer naar een stad? staan 8 Jullie ook altijd in een lange rij voor een treinkaartje. zien 9 je dan wel eens een bekende Nederlander in het vliegtuig? gaan 10 Nee, die met een privé vliegtuig.
82 T3 Werkwoorden met een v en met een z Bij de ik-vorm verandert de v in een f en de z in een s. hele werkwoord ik je/jij/u we/wij hij/ze/zij/het jullie/ze/zij geven geef geeft geven verven verf verft verven verhuizen verhuis verhuist verhuizen reizen reis reist reizen Vul de juiste vorm van het werkwoord in. reizen 1 Ik vaak naar het buitenland. zweven 2 Het vliegtuig boven de wolken. durven 3 Dat jij toch niet. lezen 4 Mijn broer veel. schrijven 5 Zij een verhaal. Vul de juiste vorm van het werkwoord in. zijn hebben 1 Ik vrolijk. Ik zin om te reizen. 2 Jij lief. Jij vliegangst. 3 U oud. U vakantie. 4 Hij reisleider. Hij vrij. 5 Zij stewardess. Zij vakantie. 6 Wij piloten. Wij een caravan. 7 Jullie te laat. Jullie een mooie tent. 8 Zij kapitein. Zij twee treinkaartjes. Schrijf de ik-vorm van het werkwoord op. Schrijf dan de hij-vorm erachter. 1 lopen ik hij 2 reizen ik hij 3 vliegen ik hij 4 blijven ik hij 5 lezen ik hij 6 nemen ik hij 7 varen ik hij 8 zitten ik hij
83 T4 Trappen van vergelijking We kunnen dingen met elkaar vergelijken, bijvoorbeeld: klein, kleiner het kleinst. Trap 1 : het woord waar we mee beginnen, in dit geval dus: klein. Trap 2 : de vergrotende trap: kleiner. Bij de vergrotende trap komt er achter het beginwoord, vaak gevolgd door: dan. Bijvoorbeeld: hij is kleiner dan zijn broer. Trap 3 : de overtreffende trap: het kleinst. Bij de overtreffende trap komt het voor het bijvoeglijk naamwoord en st erachter. Bijvoorbeeld: maar zijn zus is het kleinst. Let wel goed op de spelling: groot -groter (dan) -het grootst dun -dunner (dan) -het dunst lief -liever (dan) -het liefst vies -viezer (dan) -het viest Bij een woord dat op een r eindigt, komt er bij de tweede trap der achter, bijvoorbeeld: ver verder - het verst, duur, duurder, het duurst. Enkele uitzonderingen zijn: goed - beter (dan) - het best veel meer (dan) het meest weinig minder (dan) het minst graag liever (dan) het liefst Maak de trappen van vergelijking. 1 Dit meisje is dik, dat meisje is nog, maar zijn buurmeisje is het. 2 Ons huis is groot, dat huis is nog, maar het hoekhuis is het is veel, 25 is, maar 100 is het. 4 Handbal is leuk, voetbal is nog, maar tennis is het. 5 Een fiets is duur, een brommer is nog, maar een auto is het. Vul de goede vorm in. 1 Een stad is een dorp. (druk) 2 Rotterdam is Breda. (groot) 3 Ik vind mijn zus mijn buurmeisje. (lief) 4 Een kilo is een pond. (zwaar) 5 Een half ei is een lege dop. (goed) 6 Amerika is van Nederland Engeland. (ver) 7 Sinaasappels zijn appels. (duur) 8 Ik houd van kip, maar nog van vis. (veel) 9 Ik heb onvoldoendes vorig jaar. (weinig) 10 Een auto rijdt een fiets. (snel)
84 T5 Dictee
85 T6 Vul de goede vorm in. Denk ook als het nodig is aan dan. 1 zuur Een citroen is een sinaasappel. 2 laag Een huis is een flatgebouw. 3 veel Een eerste klas kaartje kost 50,-. 4 weinig Honderd is duizend. 5 mooi In de zomer is het weer in de winter. 6 duur Vliegen is dan reizen met de trein. 7 goedkoop Jouw koffer is de mijne. 8 moeilijk Frans is Engels. 9 ver De zon is de maan. 10 zwaar Deze tas is die tas. Vul de goede vorm in. Denk ook als het nodig is aan dan en het. 1 lang Mijn broer is dan mijn zus, maar mijn vader is. 2 dik Hoe meer je eet, hoe je wordt. 3 laag Een helikopter vliegt een vliegtuig. 4 mooi De zwarte koffer is dan de grijze, maar ik vind de rode koffer. 5 goed Een rustige reis is een onrustige reis. 6 leuk Ik vind de kerstvakantie de herfstvakantie. 7 leuk Maar zomervakantie is het! 8 graag Ik reis een bromfiets een fiets. 9 weinig Ik heb weinig zomerkleding, mijn zus heeft nog, maar mijn broer heeft het. 10 rijk Mijn buren zijn wij. Vul de goede vorm in. 1 klein Kinderen zijn dan moeders. 2 goed Zij heeft nul fouten, ze is de in de klas. 3 veel 40 is dan lekker Vis is dan vlees. 5 duur Een vliegticket is dan een treinkaartje. 6 weinig Twee buskaartjes kosten dan drie buskaartjes. 7 groot Rusland is het land van de wereld. 8 goed Ze was ziek, maar nu is ze. 9 vies De uitlaatgassen van een vliegtuig zijn dan die van de auto. 10 laag Nederland ligt dan Spanje.
86 T7 Vul het goede woord in: rijkste, groter, grootste, moeilijker, hoger, aardigste, hoogste, snelst, sneller, drukker 1. Van de treinen is de Thalys het. 2. Amsterdam is dan Utrecht. 3. Chinees is dan Nederlands. 4. Welk land is het van de wereld? 5. Een stad is dan een dorp. 6. De toren van de moskee is dan een flat. 7. Domtoren in Utrecht is de kerktoren van Nederland. 8. Een bromfiets rijdt snel, maar een motor rijdt. 9. Een auto rijdt het. 10. Van al mijn vrienden is Dinant de. Vul de juiste woorden in. 1 groot Mijn huis is jouw huis. Maar zijn huis is het. 2 graag Hij eet graag tomaten, maar ik eet paprika s. 3 dik Zijn kinderen zijn dan de mijne. 4 mooi Door het weer gaat iedereen naar buiten. 5 lang We gaan een reis maken dit jaar. Maak nu zelf 10 zinnen met de trappen van vergelijking: mooi, dik, dun, groot, klein, lang, weinig, veel, stom, leuk
87 T8 Dictee
88 T9 Woordzoeker t t y s k n f x g w a q u x g a p i m d t e y n w s g w n m k m h l d u g x k r t c b w k y s q f x f s s p x r p z v c w f i f j f z j x p e p o y k f b t v j w g m t u i v o p r y q z c j w g q d a a h d v o t v e r z a u t v g t j n h f c w y o y m q v p r s o q e t u t b k a o j d b s g s n n v v y r j x h q i o a g t d m a w z w g p n m a a r d b e i f k w f c m d h w e s p a e d l a m v l i n d e r h o i c r l m s n k o g j p z o l a c e t n h m v c w m s r p c l r u a y b o w g h j s v l s l t o n g r z u k x y n t g n s e n n t w g k z b x h v h l b n s c h e l p n i f n x o k z m v h t q s s o z d m v q f h d a i i p v o i u x e k x e o e n l p l c q b o b x c d o j z t z l l u f c q n g e a g l x f m y o y i f u p d q e o w q x o z z o r k w p z d y f a o w q d i h u o h h a l f v n d z n m a z s n d m h i h g e f y p z u z i b v e w o k p p h y w d a p v p w o f d p o f z f j b y r e f g v r b v c o f k a e s a n d a a l q r x h u y z i w u s e i d z m o r j b s o m m x t m r t x i d b o p v v a e g f o f y w c d g z o q m g d b e g c d r h q z x u i a z a n d k o r r e l d n w i n d r d r f x x k c y l m d q k o l x v e c p c s j k v t s z r s z f o a x f f m z n q g a q f k b r s n t e r m u l h j o x o z e e n k l s o w n t n i v q s q t w v u l c p h v z a n e n y w k w w q n a k l t g w t v l e j e c a l y m d x h a n m p p o u w q n v z p i m f g a t i k n j e l k z w e m v l e u g e l t j e s a g e f z e o x d p b c s q a o g x t r k a b d d f k d h l j y z b e r d x e g p u i a z n n h p c x y n r r w n l o c d j e k g r q v r j a e s q k g w m k q j b f w i v o g e l t q f j o e l k c y s t r a n d f x h f u y a n y l g f d b z v x i x n e s d b p z j s v y d o w z t p e m o k s p b v r a z m s r i w o o v s n k m o a e n z z p s b u e b e n k t c r Zoek de volgende 33 woorden: zomer, schaduw, steen, zeef, zoen, wesp, tong, vakantie, parasol, vlinder, zonnebril, zwembroek, picknick, zwemvleugeltjes, wind, zee, sandaal, sjaal, slippers, tomaat, aardbei, zonnehoed, vogel, taal, strandstoel, spat, wang, zonnecrème, strand, zon, schelp, wolk, zandkorrel.
89
90 Onderwijs Ondersteunend Gedrag Colofon Goed, Beter, Best! is een cursusprogramma voor ouders met kinderen in groep nul en is tevens geschikt voor ouders van kinderen in groep 1 en 2. In deze cursus wordt ouderbetrokkenheid en onderwijsondersteunend gedrag gecombineerd met Nederlandse taallessen. De cursus bestaat uit de volgende onderdelen: OnderwijsOndersteunend Gedrag (63 lessen in 13 thema s) en per thema Taalbladen Educatief Partnerschap (18 lessen in 6 thema s) Trainershandleiding Goed, Beter, Best! is ontwikkeld door Stichting de Meeuw en Alsare ontwikkeling en advies in opdracht van de gemeente Rotterdam. Planontwikkeling en coördinatie: Laura van der Baan (Alsare ontwikkeling en advies) Tekst en ontwikkeling OnderwijsOndersteunend Gedrag en Educatief Partnerschap: Marian Veldhuis (Stichting de Meeuw) Tekst en ontwikkeling Taalbladen in onderdeel OnderwijsOndersteunend Gedrag: Alsare ontwikkeling en advies Tekst en ontwikkeling Trainershandleiding: Stichting de Meeuw en Alsare ontwikkeling en advies Vormgeving lessen: Marian Veldhuis (Stichting de Meeuw) Projectleiding: Caty Bulte en Francis Wesseling (Stichting de Meeuw) Research: Marian Veldhuis, Anja van der Zanden, Greetje Heeren en Annette Diender (Stichting de Meeuw) Projectassistentie: Ida Zornic (Stichting de Meeuw) ISBN/EAN: Dit project kon worden gerealiseerd dankzij een bijdrage van het Europees Integratiefonds.
Onderwijs Ondersteunend Gedrag. Lente. Lente buiten. De kinderboerderij. Jonge dieren. Pasen. Het weer. Voorjaarsbloemen
Onderwijs Ondersteunend Gedrag Lente Lente buiten De kinderboerderij Jonge dieren Pasen Het weer Voorjaarsbloemen 1 Instructie Het programma Goed, Beter, Best! is bedoeld voor ouders met kinderen in de
Nadere informatieInformatie van de school
Educatief Partnerschap Informatie van de school De schoolgids Een ouderbijeenkomst De nieuwsbrief/de website 1 Instructie Het programma Goed, Beter, Best! is bedoeld voor ouders met kinderen in de onderbouw
Nadere informatieEducatief Partnerschap. Ouders op school. Helpen in de groep. De ouderraad en de medezeggenschapsraad. Hulpouders
Educatief Partnerschap Ouders op school Helpen in de groep De ouderraad en de medezeggenschapsraad Hulpouders 1 Instructie Het programma Goed, Beter, Best! is bedoeld voor ouders met kinderen in de onderbouw
Nadere informatieEducatief Partnerschap. Ken de school. Het schoolgebouw. Bouwen en groepen. Wie werken er op school?
Educatief Partnerschap Ken de school Het schoolgebouw Bouwen en groepen Wie werken er op school? 1 Instructie Het programma Goed, Beter, Best! is bedoeld voor ouders met kinderen in de onderbouw van de
Nadere informatieEducatief Partnerschap. Ken de school. Het schoolgebouw. Bouwen en groepen. Wie werken er op school?
Educatief Partnerschap Ken de school Het schoolgebouw Bouwen en groepen Wie werken er op school? 1 Instructie Het programma Goed, Beter, Best! is bedoeld voor ouders met kinderen in de onderbouw van de
Nadere informatieEducatief Partnerschap. Samen opvoeden. Opvoeden thuis. Huisbezoek. Regels op school en thuis
Educatief Partnerschap Samen opvoeden Opvoeden thuis Huisbezoek Regels op school en thuis 1 Instructie Het programma Goed, Beter, Best! is bedoeld voor ouders met kinderen in de onderbouw van de basisschool:
Nadere informatieActiviteiten die we gaan doen:
Hoe gepast is dit thema, de warmte is goed aanwezig. De watertafel staat nu al buiten. In week 24 gaan we van start met ons nieuwe thema Oef wat warm! In dit thema leren de kinderen het verschil tussen
Nadere informatie16. En nu vakantie! Vakantie. Waar ga jij het liefst naar toe op vakantie? Schrijf dat op. Wat doe jij het liefste in de vakantie? Schrijf dat ook op.
Les 1 16. En nu vakantie! 1 Waar ga jij het liefst naar toe op vakantie? Schrijf dat op. Wat doe jij het liefste in de vakantie? Schrijf dat ook op. Les 2 Les 2. 1. Leuk! We gaan kamperen Vul in de zinnen
Nadere informatieMEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1
MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden
Nadere informatieOef, wat is het warm!
Oef, wat is het warm! In het thema Oef, wat warm! staat warm weer en het verschil tussen warm en koud centraal. Oef, wat warm! vindt bij uitstek plaats tijdens een warm voorjaar of een warme zomer. Het
Nadere informatieAuditieve analyse: één of twee lettergrepen drie of meer lettergrepen
Auditieve analyse: één of twee lettergrepen drie of meer lettergrepen reis vliegtuig trein koffer zon reizen tent zwemmen zee duikbril zwemband zwembroek badpak zand emmer logeren vakantie kamperen hotelkamer
Nadere informatiejuni 2015 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Naar de camping
juni 2015 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Naar de camping Naar de camping 1 We slapen in een tent. Dat zijn we zo gewend. tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Refrein: Dan gaan
Nadere informatieThemabrief. Wij gaan op vakantie 11-05-2015-09-07-2015. PSZ Het Talent, De Wildestraat 38-40, Schiedam t: 06-42062584 e:pszhettalent@komkids.
Themabrief Wij gaan op vakantie 11-05-2015-09-07-2015 PSZ Het Talent, De Wildestraat 38-40, Schiedam t: 06-42062584 e:pszhettalent@komkids.com Wat willen wij? Het laatste thema van dit schooljaar staat
Nadere informatieOef, wat warm! En natuurlijk gaan we zelf ook lekker met water spelen, spetteren en spatten!
Oef, wat warm! Vanaf week 25 (maandag 17 juni) t/m week 30 (vrijdag 26 juli) hebben wij op de Boerderij het thema; Oef, wat warm! In het thema Oef wat warm! staat warm weer en het verschil tussen warm
Nadere informatieLespakket Zomerzon. Instructieblad groep 1 & 2. Inhoud pakket - Achtergrondinformatie. Lessuggesties:
Lespakket Zomerzon Instructieblad groep 1 & 2 Inhoud pakket - Achtergrondinformatie - Instructieblad groep 1 & 2 - Materialen van het pakket: * Memoriespel * 2 potjes voor de kievitsbonen * 1 potje voor
Nadere informatieBasiswerkboek Gebaren 0-3 jaar, aanvulling
Basiswerkboek Gebaren 0-3 jaar, aanvulling Inhoudsopgave Inleiding 2 Toetsing 3 Aanbieden 4 Gebaren Algemeen 5 Familie 16 Eten en drinken 20 Binnen en buiten spelen 33 Verzorging en kleding 44 Het weer
Nadere informatieVakantie opvang Steendijkpolder presenteert het thema: Op vakantie!
Vakantie opvang Steendijkpolder presenteert het thema: Op vakantie! Wij hebben zin in de zomervakantie! Om de dagen waarop uitstapjes gepland staan zo soepel mogelijk te laten verlopen, vragen wij u om
Nadere informatieThemabrief. Mei, juni en juli 2016. Peuterspeelzaal Viooltjes. Stockholm 1 3124 SG Schiedam 06-18837111
Themabrief Mei, juni en juli 2016 Peuterspeelzaal Viooltjes Stockholm 1 3124 SG Schiedam 06-18837111 Wat willen wij? De komende maanden willen we in de peuterspeelzaal werken aan het Wij gaan op thema
Nadere informatieVerkeer. Onderwijs Ondersteunend Gedrag. Wat rijdt daar? Stoep en straat. Tatuu - tatuu! Vliegen en varen. Regels in het verkeer
Onderwijs Ondersteunend Gedrag Verkeer Wat rijdt daar? Stoep en straat Tatuu - tatuu! Vliegen en varen Regels in het verkeer Met de trein en met de bus 1 Instructie Het programma Goed, Beter, Best! is
Nadere informatieThema brief thema Vakantie
Op de Gertrudis zijn we bezig met het thema Vakantie van Kleuterplein. We praten, lezen, zingen en spelen over allerlei dingen die met vakantie te maken hebben. In deze ouderbrief leest u wat we in de
Nadere informatieGrammatica Zinsontleding. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6
Grammatica Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6 Inhoudsopgave Zinnen knippen 4 Het onderwerp 7 De persoonsvorm 11 Het gezegde 17 Het werkwoordelijk gezegde 21 Het naamwoordelijk gezegde 24 Het lijdend
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 4 Wonen
Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 1 bij 4.1 ** Uitleg voor de docent: Op de volgende pagina vind je een blad met plaatjes. Knip de plaatjes uit en doe ze in een envelop. Geef elk tweetal een envelop.
Nadere informatieWat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.
103 103 HOOFDSTUK 7 Wat gaan we doen? WOORDEN 1 Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 2 Op 22 november zijn we 25 jaar
Nadere informatieACTIVITEITEN JAARPLAN 2015 KINDERDAGVERBLIJF WERELDPLEK
ACTIVITEITEN JAARPLAN 2015 KINDERDAGVERBLIJF WERELDPLEK HET ACTIVITEITEN JAARPLAN IN DE PRAKTIJK PUK & Ko Het kinderdagverblijf en de peuterspeelzaal van Kindercentrum Wereldplek werken sinds 2009 met
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 4 Wonen
Boven: Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 2 bij 4.1 * slaapkamer 2 trap Beneden: tuin garage TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 4-1 Opdracht 3 bij 4.1 ** Vertel. Wat voor huis heb jij? - Woon je in
Nadere informatieMelkweg. Naar de speelzaal. Lezen van Alfa B naar Alfa C. Taal en ouders: Peuters. Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann
Melkweg Lezen van Alfa B naar Alfa C Naar de speelzaal Taal en ouders: Peuters Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Colofon Melkweg: Naar de speelzaal, 0 Dit boekje is een uitgave van Stichting
Nadere informatiewerkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL
werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL 7.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 2 3 Badria vindt Nederlands moeilijk. De juf komt op huisbezoek.
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 1 Voorstellen
Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,
Nadere informatieVeertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel
Veertien leesteksten Leesvaardigheid A1 Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek Ad Appel Uitgave: Appel, Aerdenhout 2011-2016 Verkoopprijs: 1,95 Ad Appel Te bestellen via www.adappelshop.nl
Nadere informatieTips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind?
Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind? Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind? Ga op ooghoogte met je kind zitten Door op ooghoogte te gaan zitten tijdens
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 3 Kinderen
Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.
Nadere informatieij / ei/ sch 9 De geit is grijs Kijk en schrijf de... A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X IJ Z
Pen! nr. 9 - De geit is grijs versie 1 november 2017 1 9 De geit is grijs de geit het schaap Kijk en schrijf de... ij / ei/ sch Pen! nr. 9 - De geit is grijs versie 1 november 2017 2 9.1 Lees, luister
Nadere informatiePapa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.
Bezoek op kantoor Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Ton en Toya hebben wat problemen thuis.
Nadere informatieMet dit lekkere warme weer zijn we lekker gaan wandelen in het park bij ons in de buurt.
Het Kwetternest 3-jarigen Deze week zijn we begonnen met het thema OEF WAT WARM! We hebben in de groep een echte ijswinkel gemaakt. De kinderen kunnen naar hartenlust ijsjes kopen en eten. In de grote
Nadere informatieStrand-woordzoeker G E I C W K V X L D S R K O W J T A O B A B N L J R J R H P Q B B Q P A I N A U L D B E D P A H R P E B D A T E N H R O P B P M V
Strand-woordzoeker Zon, zee, strand! Zoek de woorden uit de lijst op in de woordzoeker en streep ze door. De letters kunnen meer dan een keer gebruikt worden! ZONNEBRAND PARASOL BADPAK SCHELP STRANDBAL
Nadere informatieVoorbereiding/nodig. Het doel wat we deze week willen bereiken is:
Wat gaan we doen? In het thema Ik en mijn familie staat familie centraal. De kinderen ontdekken welke mensen bij hun familie horen ze praten over jong en oud, verschillende familieleden, verjaardagen en
Nadere informatieOp het strand. Ben jij ook wel eens aan zee geweest? En heb je toen ook schelpen gezocht? Waar was jij in de vakantie? Ik was. mesheft.
Op het strand Els en Tim zijn terug. Ze zijn op vakantie geweest. Helemaal naar Frankrijk. Ze hebben daar gespeeld met nieuwe vriendjes. Ook hebben ze gezwommen in zee. Op het strand lagen mooie schelpen.
Nadere informatieWelkom bij reisbureau UN1EK!
Welkom bij reisbureau UN1EK! Voor de komende zes weken hebben wij een leuk vakantieprogramma klaarliggen. Check jezelf bij binnenkomst in bij onze balie. Daar krijg je een stempel in jouw eigen paspoort
Nadere informatieProgramma zomervakantie 2015. locatie Kameleon
Programma zomervakantie 2015 Thema: Camping Kameleon Belangrijk! Bij lekker warm weer, neem dan je zwemspullen mee en misschien gaan we naar zwembad de Houtvaart! Denk verder aan goede schoenen en regenkleding
Nadere informatieTaalontwikkeling: woordenschat en woordgebruik passieve woordenschat
Thema Bobbi in de zomer Taalontwikkeling: woordenschat en woordgebruik passieve woordenschat Wijst de juiste persoon aan als een bepaalde naam wordt genoemd (papa, mama). Wijst bij het benoemen van twintig
Nadere informatieAuditieve oefeningen bij het thema: opa en oma
Auditieve oefeningen bij het thema: opa en oma Boek van de week: 1; Superoma en de redding van blauwbil 2; Bij opa en oma 3; Met opa in het donker 4; De knotsgekke avonturen van opa Smoezel Verhaalbegrip:
Nadere informatieOnderwijs Ondersteunend Gedrag. Wonen. Ons huis. Groot en klein. Bouwen. Mijn kamer
Onderwijs Ondersteunend Gedrag Wonen Ons huis Groot en klein Bouwen Mijn kamer 1 Instructie Het programma Goed, Beter, Best! is bedoeld voor ouders met kinderen in de onderbouw van de basisschool: groep
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatieWelkom op de eigen pagina van speelzaal Humpie Dumpie, seizoen
Welkom op de eigen pagina van speelzaal Humpie Dumpie, seizoen 2013 2014 OEF WAT IS HET WARM Ons laatste thema voor de vakantie is Oef wat is het warm. We gaan het hebben over warm en koud, wat voor kleren
Nadere informaties Speelbrief ZO LEES IK PIPPO PIPPO-thema prentenboeken JULI 2017 Speelbrief - Juli p1
THEMA: OP VAKANTIE MET DE ALLERKLEINSTEN! s Speelbrief JULI 2017 Aapje Pippo gaat met de trein op reis. Bruintje Beer en peuter Max spelen aan de waterkant en nijntje logeert bij haar opa en oma. Allemaal
Nadere informatieJe bent nu al bijna vier jaar en dan mag je naar school. Eerst mag je een paar ochtenden komen kijken.
Hoera! Wat leuk dat je bij ons naar school mag. Je wilt vast graag weten wat we allemaal gaan doen. Daarom staat dit boekje op de website van school. Hier staan heel veel belangrijke dingen die handig
Nadere informatieB I N G O. Autobingo. zomer. 2. Gele auto. Slapend iemand. Rivier Brommer Rode auto Trein Zee. Zelfde auto als die van jullie
Vakantie doeboek Kijk goed uit de auto. Kruis weg wat je ziet. Wie heeft de bingokaart als eerste vol? Autobingo zomer B I N G O Gele auto Elektrische auto Brandweerauto Vrachtwagen Slapend iemand Rivier
Nadere informatieVAKANTIEOPVANG HOLY, GROEP GROEN
VAKANTIEOPVANG HOLY, GROEP GROEN Deze zomervakantie hebben we als thema Camping Holy. Ben jij wel eens op vakantie geweest naar een camping? Campings heb je in Nederland maar ook in het buitenland. Meestal
Nadere informatieLEESTIP. Speel- & Leerbrief JULI 2015 1. Marja Baeten. Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar SPELEN MET WATER! JULI 2015.
Pedagogisch werken met plezier s Speel- & Leerbrief JULI 2015 SPELEN MET WATER! Water: het kost bijna niets, het is bijna overal en het is zo heerlijk verfrissend in de zomer! Kortom, een prima speelmateriaal
Nadere informatieMelkweg. Goede reis. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Reizen
Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Goede reis Reizen Colofon Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B: Goede reis, 0 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern is een uitgave
Nadere informatieALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN
STER IN LEZEN ALFA A LES 1: NAAR SCHOOL 1 Ziek 1 b 2 3 b 4 a a B maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag C Dit is een vraag Hoe gaat het? Het gaat wel. En met jou? Waarom kom je niet?
Nadere informatieNIEUWSBRIEF VAN PEUTERSPEELZAAL OLLEKE BOLLEKE JUNI 14
NIEUWSBRIEF VAN PEUTERSPEELZAAL OLLEKE BOLLEKE JUNI 14 BESTE OUDERS/ VERZORGERS, Het einde van het schooljaar nadert, dus tijd voor ons laatste thema: water, wat doe je ermee. Onze themakast hebben we
Nadere informatieOnderwijs Ondersteunend Gedrag. Herfst. Het bos. Regen en wind. Kriebelspinnen. Herfstpret
Onderwijs Ondersteunend Gedrag Herfst Het bos Regen en wind Kriebelspinnen Herfstpret 1 Instructie Het programma Goed, Beter, Best! is bedoeld voor ouders met kinderen in de onderbouw van de basisschool:
Nadere informatieWielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting
Zwijsen Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting Inhoud Inleiding 3 Materialen 3 Voor het eerst naar school 4 Doelstelling 4 Opbouw prentenboek en plakboek 4 Werkwijze 5 Ouders 5 2 Inleiding Voor
Nadere informatieVoor het eerst naar school
Voor het eerst naar school Welkom op De Wonderboom Uw kind gaat binnenkort voor het eerst naar school. We wensen jullie een fijne tijd toe op De Wonderboom. Dit boekje informeert over verschillende zaken
Nadere informatieLicht en donker Licht
H Licht en donker Licht groep 1-2 09 tijdsduur 80 minuten kerndoelen 1, 32, 42 en 54 lesdoelen De leerling: weet dat licht nodig is om te zien kent een aantal lichtbronnen, waarvan sommige uit zichzelf
Nadere informatieRegen. ( 20 oktober 14 november)
Regen ( 20 oktober 14 november) In Nederland regent het vaak. Kinderen komen dus van jongs af aan in aanraking met regen. In het thema leren de kinderen allerlei begrippen die met regen te maken hebben.
Nadere informatieLesdoelen De kinderen herkennen voorzetsels in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten
groep 6 vakantie instaples 1 taal Lesdoelen De kinderen herkennen voorzetsels in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal Lesduur 25 minuten Aanwijzingen bij de les Algemene
Nadere informatieNaam: Welkom op De Leer!
Naam: Welkom op De Leer! Basisschool De Leer St. Michielsstraat 6 7255 AP Hengelo 0575-46 17 15 Welkom! Hallo, Je bent nu al bijna vier jaar en dan kom je bij ons in de klas. Nu mag je een paar keer komen
Nadere informatieOnderwijs Ondersteunend Gedrag. Mensen. Dit ben ik. Wij horen bij elkaar. Opa en oma. Baby s. Knuffels en vriendjes
Onderwijs Ondersteunend Gedrag Mensen Dit ben ik Wij horen bij elkaar Opa en oma Baby s Knuffels en vriendjes 1 Instructie Het programma Goed, Beter, Best! is bedoeld voor ouders met kinderen in de onderbouw
Nadere informatieOPA EN OMA DE OMA VAN OMA
Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en
Nadere informatieZomervakantie de Graspiepers Week 1
Week 1 Maandag 11 juli Wat gaan we doen vandaag? Herinneren jullie je nog de voetbal clinic van afgelopen meivakantie? Vandaag gaan we daar op door bij voetbalvereniging Victoria! Laat zien wat je kunt
Nadere informatieWat leuk dat jullie gaan werken in ons zomerwerkboek. In het werkboek vind je allemaal leuke oefeningen en spelletjes om te maken in de zomervakantie.
Wat leuk dat jullie gaan werken in ons zomerwerkboek. In het werkboek vind je allemaal leuke oefeningen en spelletjes om te maken in de zomervakantie. Fijne vakantie! Lieve groetjes van alle Praatjuffen.
Nadere informatieVoorjaarsboekje Voorjaarsboekje
naam: Voorjaarsboekje Voorjaarsboekje 1 Ukkies Ben Bus rijdt door Leesstad. 'Wat hoor ik toch?' zegt Ben. Hoe heet elk ukkie? Trek een lijn. 'Zit er een vogel op het dak?' Ben zet de bus stil en stapt
Nadere informatieBaby s houden van boeken! voorlezen leuk, gezellig én leerzaam!
Baby s houden van boeken! voorlezen leuk, gezellig én leerzaam! Waarom zo vroeg beginnen? Baby s kunnen veel meer dan je denkt. Luisteren Vanaf de eerste dag luistert je baby naar jouw stem. Al begrijpt
Nadere informatieHallo wereld! Schrijf een reisverhaal
Doel: Deze les is een oefening in creatief schrijven. De kinderen schrijven een reisverhaal. Doelgroep: Basisonderwijs groep 4 en hoger. Als voorbereiding op deze les kunt u het digitale boek Mus op het
Nadere informatieNederland. Activiteitenprogramma. Zomervakantie 2017 Locatie. BSO Alles Kids Locatie de Vlinder Admiraal Helfrichlaan GA Dieren
Nederland Locatie de Vlinder Maandag 17/7 Dinsdag 18/7 Woensdag 19/7 Vandaag gaan we Delfts blauwe tegeltjes maken. We gaan oud-hollandse spelletjes spelen. Heerlijke pannnenkoeken gaan we maken met stroop,
Nadere informatieInhoud. Inleiding 7. Eindverslag 86. Extra opdrachten 90. Tips voor op school 94
Inhoud Inleiding 7 deel 1 lees- en kijkbio Hoofdstuk 1 Verhalen vertellen 10 Hoofdstuk 2 Zelf verhalen vertellen 12 Hoofdstuk 3 Voorlezen 16 Hoofdstuk 4 Verhalen lezen 18 Hoofdstuk 5 Verhalen in boeken
Nadere informatieZomerkriebels 2015 Zo BSO aan de Van Vredenburchweg
Zomerkriebels 2015 Zo BSO aan de Van Vredenburchweg Zomer 2015 Inhoudsopgave Inleiding 3 Week 1 4 Maandag 13 juli 4 Dinsdag 14 juli 4 Woensdag 15 juli 4 Donderdag 16 juli 4 Vrijdag 17 juli 4 Week 2 5 Maandag
Nadere informatieVAKANTIE BSO 11 juli tot en met 19 augustus 2016
VAKANTIE BSO 11 juli tot en met 19 augustus 2016 Welkom in het programmaboekje van de vakantie BSO. Dit jaar werken wij de hele zomervakantie met het thema Zon zee & strand Voor iedere dag hebben wij leuke
Nadere informatieInhoud. Voorbereiding. Waar ga je naar toe. Hoe doe je het met School. Een probleem. Ik heb niks te doen. Dag en nacht varen.
Inhoud Voorbereiding Waar ga je naar toe Hoe doe je het met School Een probleem Ik heb niks te doen Dag en nacht varen De wereld rond Geen eten Vissen Bang voor vissen haaien Snorkelen Terug INLEIDING.
Nadere informatieMelkweg. Wat leert je kind? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Taal en ouders: de basisschool
Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Wat leert je kind? Taal en ouders: de basisschool Colofon Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B: Wat leert je kind?, 2013 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 1 Voorstellen
Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 2 bij 1.2 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. Cursist A Cursist
Nadere informatieLesdoelen De kinderen herkennen het werkwoord in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten
groep 5 vakantie instaples 1 taal Lesdoelen De kinderen herkennen het werkwoord in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal Lesduur 25 minuten Aanwijzingen bij de les
Nadere informatieestafette estafette Tijd voor vrije tijd! Tijd voor vrije tijd! Mireille Geus Mireille Geus Tijd voor vrije tijd!
Tijd voor vrije tijd! Slapen moet, naar school gaan moet. En vrij zijn, doen wat je wilt, dat moet ook. Dat staat zelfs in een afspraak tussen heel veel landen. Kinderen hebben recht op vrije tijd. Mireille
Nadere informatieOnderwijs Ondersteunend Gedrag. Ziek en gezond. Van top tot teen. Bij de dokter. Het ziekenhuis. Gezond zijn
Onderwijs Ondersteunend Gedrag Ziek en gezond Van top tot teen Bij de dokter Het ziekenhuis Gezond zijn 1 Instructie Het programma Goed, Beter, Best! is bedoeld voor ouders met kinderen in de onderbouw
Nadere informatiePRAATPRET DOE EN PRAAT BOEKJE VOOR THUIS
PRAATPRET DOE EN PRAAT BOEKJE VOOR THUIS Thema 1: Ik (lichaam/familie) Dit boekje is van:................. Logo gemeente Auteursteam Projectgroep Kinderklanken & Peuterpraat Margriet van Engen Maaike Preijde
Nadere informatieActiviteitenprogramma 2014 06.01 t/m 07.02
Activiteitenprogramma 2014 06.01 t/m 07.02 Locatie: KDV Voorbeeld: Groep: 0-4 jaar Data Dag Competentie Activiteit 0-2jaar Activiteit 2-4 jaar 06.01 Maandag Kijk, ik maak contact, blazen maar, spelletje
Nadere informatieHoe gaat het in groep 1/2 b
Hoe gaat het in groep 1/2 b Binnenkomst: - Als je op school komt hang je je jas op je eigen haakje onder je tent. Je tas zet je op de plank. - In de klas geef je de juf een hand en je pakt een spelletje
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 3 Kinderen
Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.
Nadere informatieWij zijn van 10 juli t/m 18 augustus geopend en hebben een leuk programma met veel zomerse activiteiten die passen bij het thema ; Camping.
Welkom Jongens en Meisjes bij camping Holy. Wij zijn van 10 juli t/m 18 augustus geopend en hebben een leuk programma met veel zomerse activiteiten die passen bij het thema ; Camping. We gaan natuurlijk
Nadere informatieh a r l e k ij n - Thema zomer KDV Juli/augustus 2016
h a r l e k ij n - Thema zomer KDV Juli/augustus 2016 Hierbij presenteren wij het thema zomer. We hebben al flink veel mooi weer gehad ( en ook veel regen), maar we hopen er ook een zonnige zomer van te
Nadere informatieZOMERBOEKJE 2. Zoek de vijf verschillen!
ZOMERBOEKJE 1 ZOMERBOEKJE 2 Zoek de vijf verschillen! ZOMERBOEKJE 3 ZOMERBOEKJE 4 Heb jij de teksten op de vorige pagina gelezen? Dan lukt het je vast om deze puzzel te maken! HORIZONTAAL 3. De hoorns
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 2 Boodschappen
Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Opdracht 1 bij 2.1 ** Cursist A: vertel wat je eet of drinkt. Vraag wat cursist B eet of drinkt. Cursist B: geef antwoord. Voorbeeld Cursist A: Ik eet een tomaat.
Nadere informatieWelke voorkeur heb jij?
Pedagogische vaardigheden: Welke voorkeur heb jij? Als pedagogisch medewerker maak je in de omgang met de kinderen in jouw groep gebruik van verschillende pedagogische vaardigheden. Wat zijn jouw voorkeursvaardigheden
Nadere informatieLesbrief caravan en thema vakantie
Lesbrief caravan en thema vakantie Kamperen kun je op verschillende manieren doen. wild kamperen op een camping Wild kamperen. Wild kamperen doe je door zo maar ergens je tentje op te zetten, dus niet
Nadere informatieBest tof. Asma haalt haar schouders op. Ik weet niet eens of ik niet mag, zegt ze.
Niet naar Texel Je gaat naar Samara, zegt de vader van Asma. Met het vliegtuig naar opa en oma; is dat niet fijn? Asma kijkt haar vader met grote ogen aan. Naar opa en oma?, herhaalt ze verbaasd. Ja, knikt
Nadere informatieWat gaan we doen meenemen Wie werken er Wat gaan we doen: Meenemen: Tip Wie werken er: Wat gaan we doen Meenemen Wie werken er Wat gaan we doen:
Zomervakantie week 1 Maandag 22 juli Wat gaan we doen:vandaag zijn we in het water te vinden. Bommetje, glijden of duiken? Het kan allemaal vandaag. Waar we gaan zwemmen is aan jullie maar dat het een
Nadere informatieLes 3. Familie, vrienden en buurtgenoten
www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les
Nadere informatieM i j n o u d e r s g a a n s c h e i d e n
M i j n o u d e r s g a a n s c h e i d e n W E R K B O E K E C H T S C H E I D I N G, S T E U N J E K I N D M I J N W E R K B O E K Dit werkboek is speciaal voor kinderen met gescheiden ouders. Er zijn
Nadere informatieDe leerlingen: leren en ervaren dat mensen niet zonder water kunnen leven. zien waar water voor wordt gebruikt.
Water 2 Speuren naar water Doelen Begrippen De leerlingen: leren en ervaren dat mensen niet zonder water kunnen leven. zien waar water voor wordt gebruikt. de druppel, stromend water Materialen Tip Lamineer
Nadere informatieGROEP 55 EN 66. Vriendschap. Kom erbij!
GROEP 55 EN 66 Vriendschap VRIENDSCHAP Kom erbij! inhoud Vriendschap: Kom erbij! 3 1. Ken jij je vriend(in)? 4 2. Een bijzondere vriendschap 6 3. Een naamdicht 8 4. Woordzoeker 9 5. Complimentjes 10 6.
Nadere informatieActiviteiten De Boeg & De Bobo s groep 1 t/m 4 Zomervakantie week 1: 6 t/m 10 juli. Thema: de Olympische Zandspelen
groep 1 t/m 4 Zomervakantie week 1: 6 t/m 10 juli Thema: de Olympische Zandspelen De eerste week van de zomervakantie staat helemaal in het teken van sport en spel. Alle kinderen van De Boeg en De Bobo
Nadere informatieWeek 1. Donderdag 14 juli Vandaag staat er een uitstapje voor je geboekt naar Aqualand Playa del Delftse hout.
HOERA, het is eindelijk zomervakantie, heerlijk 6 weken vrij! Deze zomervakantie verandert onze BSO in All inclusief resort t Palet. Een heerlijke plek om jouw vakantie door te brengen! Zo kan je genieten
Nadere informatieGoudhaantjes en Babbelaars
Maandag 13-7-2015 Week 1: 13 t/m 17 juli 2015 Vandaag gaan wij een fietstocht maken door de Broekpolder, daar gaan wij een hele gezellige dag beleven. Zorg er in ieder geval voor dat je fiets klaar staat
Nadere informatieMiauw! Miauw!
Onderbouw Thema: jaloezie Miauw! Een verhaal over een meisje dat jaloers is op haar babyzusje. Sinds Dian een zusje heeft moet ze de aandacht van moeder delen. Dat vindt Dian soms heel moeilijk. Miauw!
Nadere informatieRV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164
R.K. Basisschool De Vlinder RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164 GOEDE STUDIEGEWOONTEN Bij goed studeren (leren) of huiswerk maken
Nadere informatie*Tijdens dit thema leren de kinderen verschillende plaatsen te benoemen bijv. op de kast, in het bedje, onder de tafel enz.
WELKOM PUK!!! Van week 35 t/m 40 gaan wij van start met het thema Welkom Puk. De vakantie is weer voorbij, dat betekent dat er nieuwe baby s en kinderen bij ons op De Boerderij komen. Zo wordt ook Puk
Nadere informatieMoshi gaat met het vliegtuig naar Malawi
Malawi Auditieve analyse: 1.2 Eén en twee lettergrepen 1.3 Drie of meer lettergrepen Auditieve synthese 4.1 Lettergrepen samenvoegen tot een woord 4.2 Letters samenvoegen tot een woord Zon varken Malawi
Nadere informatie