Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten
|
|
- Elke van de Velden
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam
2 HET GESPREK Opdracht 1. Lees het gesprek. U kunt het gesprek ook beluisteren via en HET GESPREK DEEL 1 Tom en Jade praten met elkaar op het schoolplein. Met wie praat Jade Nederlands? Tom: Jade: Tom: Jade: Tom: Jade: Tom: Jade: Tom: Jade: Hé, hallo, hoe gaat het met jou? Goed! En met jou? Ook goed. En, hoe gaat het met je Nederlands? Het gaat goed, maar ik moet nog veel oefenen met spreken. Ja, dat is belangrijk, spreken. Kun je met iemand oefenen? Met de buren. Ik praat Nederlands met de buren. Ik heb heel aardige buren. Ah, dat is fijn. En met mijn Nederlandse vrienden praat ik ook Nederlands. Ze helpen mij elke week met de Nederlandse les. En met je familie? Met mijn familie praat ik Chinees! Chinees is mijn moedertaal! Hé hallo, hoe gaat het met jou? En hoe gaat het met je Nederlands? Hoi! Het gaat steeds beter. Ik oefen heel veel. 2
3 DE WOORDEN Opdracht 2. Lees de woorden. Zoek deze woorden op in het gesprek op pagina 2. Zet er een streep onder. U kunt het gesprek ook beluisteren via oefenen Als je oefent, dan doe je iets tot het goed gaat. Voorbeeld: Ik moet veel woorden leren. Dus ik oefen elke dag woorden op de computer.. spreken Als je spreekt, dan zeg je iets. Voorbeeld: Spreek jij Somalisch? Een beetje, ik begrijp wel veel, maar ik kan nog niet zoveel zeggen. de buren De buren zijn de mensen die naast je wonen. De buren wonen in dezelfde straat als jij. Voorbeeld: Ik heb heel aardige buren. Wij praten elke dag met elkaar. praten Als je praat, dan zeg je iets. Voorbeeld: Praat jij Nederlands? Een beetje, ik vind het moeilijk, ik kan nog niet veel zeggen. aardig Als de buren aardig zijn, dan doen ze leuk en goed tegen je. Voorbeeld: Mijn buren zijn heel aardig. Ze zeggen altijd Goeiemorgen!. de vrienden Een vriend is iemand die je goed kent en die je aardig vindt. Voorbeeld: Robin is mijn beste vriend. Ik ken hem al twintig jaar en we zien elkaar vaak. helpen Als je iemand helpt, dan doe je goede dingen voor iemand. Je maakt iemand blij. Voorbeeld: Kun je me even helpen? Ik kan het niet alleen. de familie Je familie zijn je vader, je moeder, je oma, je broer, je zus, je oom, tante enzovoort. Voorbeeld: Bijna mijn hele familie woont in China. Alleen mijn broer en ik wonen in Nederland. 3
4 de moedertaal Je moedertaal is de taal die je leerde toen je klein was. Voorbeeld: Mijn moedertaal is Turks, maar ik spreek ook Engels en Nederlands. VRAGEN BIJ HET GESPREK Opdracht 3. Is de zin goed of fout? Zet een kruisje. 1. Jade praat op het schoolplein met haar buren. Goed Fout 2. Jade praat Nederlands met haar buren. 3. De buren van Jade helpen haar bij de Nederlandse les. 4. De moedertaal van Jade is Chinees. Het schoolplein Bekijk de antwoorden op p
5 HET GESPREK Opdracht 4. Lees het gesprek. U kunt het gesprek ook beluisteren via en HET GESPREK DEEL 2 Het gesprek op het schoolplein gaat verder. Waar wonen de vader en moeder van Jade? Tom: Jade: Tom: Jade: Tom: Jade: Tom: Jade: Woont je familie ook in Nederland? Mijn broer woont hier. Hij is hier al twintig jaar. En mijn zus woont hier ook. Zij is hier nu drie jaar. Wij wonen samen in een huis. En je ouders? Mijn vader en moeder wonen in China. O, dat is jammer voor jou. En voor je kinderen! Ja, opa en oma wonen ver weg. Dat is erg jammer. Maar we sturen veel foto s naar China. En we bellen elkaar vaak. Dat is mooi. En volgend jaar gaan we naar China. We gaan bij mijn vader en moeder op bezoek. En bij de rest van de familie natuurlijk! Nederland China 5
6 DE WOORDEN Opdracht 5. Lees de woorden. Zoek deze woorden op in het gesprek op pagina 5. Zet er een streep onder. U kunt de woorden ook beluisteren via de broer Een broer is een man of een jongen die dezelfde ouders heeft als jij. Voorbeeld: Mijn broer heet Enco. Hij is drie jaar jonger dan ik. de zus Een zus is een vrouw of een meisje dat dezelfde ouders heeft als jij. Voorbeeld: Mijn zus heet Mara. Ze is twee jaar ouder dan ik. de ouders Je ouders zijn je vader en je moeder. Voorbeeld: Leven je ouders nog? Alleen mijn vader leeft nog. Hij is tachtig jaar oud. jammer Als het jammer is, dan is het niet leuk. Voorbeeld: Sorry, ik kan morgen niet komen. Ik vind het heel jammer! ver weg Als iets ver weg is, dan duurt het lang voor je daar bent. Voorbeeld: China is heel ver weg. Het is heel veel kilometers van Nederland. En het is veel uren vliegen. op bezoek gaan Als je bij je broer op bezoek gaat, dan ga je naar je broer toe, je gaat naar zijn huis. Voorbeeld: Elke zaterdag ga ik op bezoek bij mijn broer. Dan eten we samen en we praten heel veel. volgend jaar Volgend jaar is het jaar dat na dit jaar komt. Als het nu 2011 is, is het volgend jaar Voorbeeld: Volgend jaar ga ik naar Turkije, mijn land. 6
7 VRAGEN BIJ HET GESPREK Opdracht Waar woont de broer van Jade? In Nederland In China 2. Waar woont de zus van Jade? In Nederland In China 3. Waar wonen de ouders van Jade? In Nederland In China 4. Wanneer gaat Jade naar China? Volgende week. Volgend jaar. Bekijk de antwoorden op p
8 SCHRIJVEN Opdracht 7. Samenvatting Schrijf in vijf zinnen op waar het gesprek over gaat. Let op: schrijf dus alleen het belangrijkste op! Bekijk de antwoorden op p
9 OEFENING Opdracht 8. Familie Wie hoort er allemaal bij de familie? Kruis het goede antwoord aan. 1. De moeder hoort bij de familie. Goed Fout 2. De broer hoort bij de familie. Goed Fout 3. De buren horen bij de familie. Goed Fout 4. De ouders horen bij de familie. Goed Fout 5. De zus hoort bij de familie. Goed Fout 6. De vrienden horen bij de familie. Goed Fout 7. De kinderen horen bij de familie. Goed Fout Bekijk de antwoorden op p
10 DE WOORDEN Opdracht 9. Lees de zin. Zet een rondje om het goede antwoord. 1. Als u iets heel vaak probeert, dan bent u aan het helpen oefenen 2. Als uw vrienden heel lief en leuk zijn, dan zijn ze jammer aardig 3. Als u iets zegt, dan bent u aan het helpen praten 4. De taal die uw ouders tegen u spraken toen u klein was, is uw moedertaal familie 5. Als iemand bij u langs komt, dan komt hij op bezoek volgend jaar 6. De broer en zus horen bij de familie de vrienden Bekijk de antwoorden op p
11 SPREKEN Opdracht 10. Wat kunt u zeggen? De familie Kijk naar het voorbeeld. Ik heb een broer. Heeft u een broer? Ja, ik heb een broer. Ik heb een zus. Heeft u een zus? Ja, ik heb een zus. Praat nu zelf! Geef antwoord op de vraag. Ik heb een broer. Heeft u een broer? Ik heb een zus. Heeft u een zus? Ik heb een oom. Heeft u een oom? Ik heb een tante. Heeft u een tante? Ik heb een kind. Heeft u een kind? Ik heb een dochter. Heeft u een dochter? 11
12 Ik heb een zoon. Heeft u een zoon? Mijn familie woont in Ghana. Woont uw familie in Ghana? Mijn broer woont in Ghana. Woont uw broer in Ghana? Mijn ouders wonen in Ghana. Wonen uw ouders in Ghana? Mijn kinderen wonen in Nederland. Wonen uw kinderen in Nederland? 12
13 SCHRIJVEN Opdracht 11. Dat vind ik jammer. Sommige dingen vindt u niet leuk. Dan zegt u: Dat vind ik jammer. Schrijf onder alle zinnen die u niet leuk vindt: Dat vind ik jammer. Onder de andere zinnen schrijft u niets. Kijk naar het voorbeeld: Voorbeeld: 1. Mijn buren helpen mij graag. 2. Mijn buren helpen mij nooit. Dat vind ik jammer. Nu u! 1. Mijn vrienden zijn heel aardig. 2. Mijn buren zijn nooit aardig. 3. Ik oefen veel met spreken, het gaat nog niet zo goed. 4. Ik oefen veel met spreken, het gaat heel goed. 5. Mijn ouders wonen heel ver weg. 6. Mijn ouders wonen bij mij in de buurt. 13
14 7. Mijn zus helpt mij bij het oefenen met Nederlands. 8. Mijn zus helpt mij niet bij het oefenen met Nederlands. 9. Mijn broer komt volgend jaar op bezoek. 10. Mijn broer komt nooit op bezoek. 11. Mijn vrienden praten altijd in hun moedertaal. 12. Mijn vrienden praten nooit in hun moedertaal. Bekijk de antwoorden op p
15 OEFENING Opdracht 12. Wat is de goede zin? Lees de zinnen. Welke zin is het goede antwoord? Kruis het goede antwoord aan. 1. Ga je oefenen met Nederlands? Ja, ik moet veel oefenen, dan kan ik goed leren spreken. Nee, ik hoef mijn moedertaal niet te leren. 2. Wonen jouw ouders ver weg? Ja, mijn ouders wonen in Somalië. Ja, mijn ouders wonen in de buurt. 3. Praat jij altijd in je moedertaal met vrienden? Nee, ik probeer Nederlands te spreken. Nee, ik spreek mijn vrienden volgend jaar pas. 4. Zijn jouw buren aardig? Ja, mijn buren zijn heel lieve en aardige mensen. Ja, mijn buren praten nooit met mij. 5. Bij wie ga jij vaak op bezoek? Bij mijn broer en bij mijn zus ga ik vaak op bezoek. Ik ga vaak op bezoek praten over mijn moedertaal. 6. Ga jij volgend jaar op bezoek bij je zus? Ja, ik ga volgend jaar naar mijn zus in Turkije. Ja, ik ga volgende week mijn zus helpen. Bekijk de antwoorden op p
16 DE WOORDEN Opdracht 13. Familie, vrienden of buurtgenoten? Zet de mensen in de goede rij. Kijk naar het voorbeeld. De familie De vrienden De buurtgenoten De zus de zus de broer de buren de vrienden de ouders de buurman de vriend de buurvrouw de kinderen de vriendin Bekijk de antwoorden op p
17 SPREKEN Meepraten U kunt Meepraten beluisteren via Doe samen met uw taalvriend de spreekopdrachten. Lees samen. De een leest A, de ander B. Vraag uw taalvriend ook of u de woorden goed heeft uitgesproken. Opdracht 14. Lees samen met uw taalvriend. A: Goeiemorgen! Goeiemorgen! A: Hoe gaat t? Hoe gaat t? A: Ook goed. Ook goed. B: Hé, hallo! Hé, hallo! A: Ja hoor, prima! A: Ja hoor, prima! B: Goed hoor, en met jou? Goed hoor, en met jou? B: En de kinderen? Alles goed? En de kinderen? Alles goed? B: En je ouders, alles goed? En je ouders, alles goed? A: Alles goed, dank je wel. Alles goed, dank je wel. B: Dat is mooi. Nou, ik ga weer. Dat is mooi. Nou, ik ga weer. A: Ja, tot ziens! Groeten thuis! Ja, tot ziens! Groeten thuis! LEZEN B: Zal ik doen. En tot gauw! Zal ik doen. En tot gauw! 17
18 Opdracht 15. Lees. DE INFORMATIE. Familie, vrienden en buurtgenoten. Luister goed. In Nederland krijgen de meeste mensen twee kinderen. Een gezin met twee kinderen komt dus het meeste voor. Maar er zijn ook veel gezinnen met één kind is of drie kinderen. Grote gezinnen, gezinnen met meer dan drie kinderen dus, zijn er weinig. De gemiddelde leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind krijgen is zevenentwintig jaar. De kinderen gaan meestal op zichzelf wonen na hun twintigste jaar. Ze gaan dan vaak alleen wonen. Of ze gaan samenwonen met een partner. Trouwen doen Nederlanders gemiddeld rond hun dertigste jaar. Hoe belangrijk is familie in Nederland? Voor Nederlanders zijn familie en vrienden vaak even belangrijk. Via school of opleiding, of via sportclubs of andere vrijetijdsbesteding leer je andere mensen kennen. Als je elkaar aardig vindt, kun je zelfs vrienden worden. Soms hebben mensen meer contact met hun vrienden dan met hun familie. Of mensen veel of weinig contact hebben met hun buren is verschillend. In steden hebben mensen vaak minder contact met hun buren dan in kleinere plaatsen. Maar we zeggen wel: Een goede buur is beter dan een verre vriend.?? VRAAG VAN DE LES?? Waar woont de familie van Jade? TIP VAN DE WEEK 1 In Nederland zijn familie en vrienden vaak even belangrijk. Ook gaan Nederlanders vaak vroeg alleen wonen en pas laat trouwen. Hoe is dat in uw land? Denk hier goed over na. Wat zijn de verschillen en wat is hetzelfde? TIP VAN DE WEEK 2 Een familie is vaak heel groot. Bedenk wie er allemaal bij u familie horen en waar deze familie woont. Als u dit bedenkt dat kunt u makkelijk een gesprek voeren over familie. Wat kunt u zeggen over deze familieleden: - Kinderen - Ouders - Broers en Zussen - Opa en oma 18
19 TIP VAN DE WEEK 3 Op kunt u meer informatie vinden over familie. Bekijk de aflevering Familie van het programma Taalklas. PRAKTIJK Opdracht 16. Kijk in de praktijk. PRAKTIJKOPDRACHT De opdracht bij deze les is: Praat met een vriend of vriendin over familie? - Vraag waar de familie woont. - Vertel waar uw familie woont. - Hoe groot is uw familie? En die van uw vriend of vriendin? - Bedenk nog meer vragen en voer het gesprek. De volgende les begint dus met een bespreking van de praktijkopdracht. GRAP VAN DE WEEK Ouders. Wat is het rare aan ouders? Antwoord: Eerst leren ze je lopen en praten en als je oud bent zeggen ze: Stil zitten en mond houden! 19
20 HOE GAAT HET? Opdracht 17. Kent u de woorden? Kruis aan. Oefenen Spreken De buren Praten Aardig De vrienden Helpen De familie De moedertaal De broer De zus De ouders Jammer Ver weg Op bezoek gaan Volgend jaar Kunt u ook een zin maken met de woorden? Opdracht 18. Kunt u het in het Nederlands? Deze les ging over familie, vrienden en buurtgenoten. U heeft geleerd om te praten over familie, vrienden en buurtgenoten en om antwoord te geven op vragen. En u? Kunt u een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten? Kunt u antwoord geven op vragen over uw familie? Kunt u dat nu goed? Of een beetje? Of nog niet zo goed? Schrijf het op. Zet een kruisje. Goed Gaat wel Niet zo goed... Ik kan een gesprek voeren over vrienden, familie en buurtgenoten. Ik kan antwoord geven op vragen. 20
21 ANTWOORDBLAD Opdracht Fout, Jade praat met Tom op het schoolplein. 2. Goed. 3. Fout, de vrienden van Jade helpen haar bij de Nederlandse les. 4. Goed. Opdracht In Nederland. 2. In Nederland. 3. In China. 4. Volgend jaar. Opdracht 7. Samenvatting Let op! Dit is een samenvatting van het gesprek, hierin staan de belangrijkste dingen uit het gesprek. Uw vijf zinnen kunnen anders zijn! Ingrid en Jade praten met elkaar op het schoolplein. Ingrid vraagt hoe het gaat met het Nederlands van Jade. Jade vertelt dat het goed gaat maar dat ze nog veel moet oefenen. Jade vertelt ook dat ze met haar buren en met haar vrienden Nederlands praat. Met haar familie praat Jade Chinees. Ingrid en Jade praten op het schoolplein over de familie van Jade. Jade vertelt dat haar broer in Nederland woont, net als haar zus. De ouders van Jade wonen in China. Jade vindt het jammer dat haar vader en moeder zo ver weg wonen. Jade gaat volgend jaar op bezoek. Opdracht Goed 2. Goed 3. Fout 4. Goed 5. Goed 6. Fout 7. Goed Opdracht Oefenen 2. Aardig 3. Praten 4. Moedertaal 5. Op bezoek 6. De familie 21
22 Opdracht Mijn vrienden zijn heel aardig. 2. Mijn buren zijn nooit aardig. Dat vind ik jammer! 3. Ik oefen veel met spreken, het gaat nog niet zo goed. Dat vind ik jammer! 4. Ik oefen veel met spreken, het gaat heel goed. 5. Mijn ouders wonen heel ver weg. Dat vind ik jammer! 6. Mijn ouders wonen bij mij in de buurt. 7. Mijn zus helpt mij bij het oefenen met Nederlands. 8. Mijn zus helpt mij niet bij het oefenen met Nederlands. Dat vind ik jammer! 9. Mijn broer komt volgend jaar op bezoek. 10. Mijn broer komt nooit op bezoek. Dat vind ik jammer! 11. Mijn vrienden praten altijd in hun moedertaal. Dat vind ik jammer! (of eigen mening) 12. Mijn vrienden praten nooit in hun moedertaal. Opdracht Ja, ik moet veel oefenen, dan kan ik goed leren spreken. 2. Ja, mijn ouders wonen in Somalië. 3. Nee, ik probeer Nederlands te spreken. 4. Ja, mijn buren zijn heel lieve en aardige mensen. 5. Bij mijn broer en bij mijn zus ga ik vaak op bezoek. 6. Ja, ik ga volgend jaar naar mijn zus in Turkije. Opdracht 13. De familie De vrienden De buurtgenoten de zus de vriendin de buurman de broer de vriend de buurvrouw de ouders de vrienden de buren de kinderen Vraag van de les. De ouders van Jade wonen in China. De broer en de zus van Jade wonen in Nederland. 22
23 II OEFENEN VOOR HET INBURGERINGEXAMEN Deze les over familie, vrienden en buurtgenoten past in het thema Omgangsvormen, waarden en normen van KNS van het Inburgeringexamen. OEFENEN VOOR HET EXAMEN LUISTEREN Luister naar het gesprek van de les. Luister via of via daarbij de vragen van opdracht 6. OEFENEN VOOR HET EXAMEN LEZEN Voor het examen Lezen kunt u oefenen met opdracht 12 en 15 uit deze les. Ook kunt u oefenen met de extra leesopdracht hieronder. Extra Opdracht 1. Leesopdracht Bekijk de hieronder en beantwoord de vragen. 1. Wie heeft deze gestuurd? a. Opa. b. Oma. c. Een vriend. 2. Wat is het onderwerp van deze ? a. Hoe het in Nederland gaat. b. Hoe het met opa en oma gaat. c. Hoe je een schrijft. 3. Wat betekent We zijn erg benieuwd? a. Nederland is nieuw voor ons. b. We zijn erg blij. c. We willen het heel graag weten. 23
24 OEFENEN VOOR HET EXAMEN SCHRIJVEN Bespreek de opdrachten 7 en 11 uit deze les met uw taalvriend. Maak ook de extra schrijfopdracht. Extra Opdracht 2. Schrijfopdracht. Lees de tekst van de van Oma. Schrijf een antwoord op de . Let op: - Beantwoord alle vragen uit de . - Begin de zin met een hoofdletter en eindig met een punt. - Zorg dat duidelijk is voor wie en van wie de is. 24
25 25
26 OEFENEN VOOR HET EXAMEN SPREKEN Doe opdracht 10 en 14 uit deze les met uw taalvriend. OEFENEN VOOR HET EXAMEN KNS Kijk naar films van ETV Op de website ETV.nl vindt u films die gaan over familie. Extra Opdracht 3. Bekijk de film over familie van het programma Taalklas op Extra Opdracht In het filmpje kan de baby praten. Wie ziet de baby? 2. Wat krijgt de baby voor cadeautje? 3. Hoe heet de broer van de baby en hoe oud is hij? 4. Hoe heet de zus van de baby en hoe oud is zij? Extra Opdracht 5. Doe mee met de oefeningen in het filmpje. 26
27 ANTWOORDBLAD OEFENEN VOOR HET INBURGERINGSEXAMEN Extra Opdracht Wie heeft deze gestuurd? a. Oma. 2. Wat is het onderwerp van deze ? a. Hoe het in Nederland gaat. 3. Wat betekent We zijn erg benieuwd? a. We willen het heel graag weten. Extra Opdracht 4. In het filmpje kan de baby praten. Wie ziet de baby? 1. Mama 2. Papa 3. Oma Wat krijgt de baby voor cadeautje? Een knuffel, een hondje Hoe heet de broer van de baby en hoe oud is hij? Peter, 6 jaar Hoe heet de zus van de baby en hoe oud is zij? Anne, 4 jaar Kijk voor meer informatie over het inburgeringexamen op: Maak de voorbeeldexamens. Beginnersles 42 van Station Nederlands gaat ook over het examen. 27
Opstartlessen. Les 1. Kennismaken
www.edusom.nl Opstartlessen Les 1. Kennismaken Wat leert u in deze les? Uzelf voorstellen Kennismaken Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam HET GESPREK
Opstartlessen. Les 2. Wonen. Wat leert u in deze les? Veel succes! Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont.
www.edusom.nl Opstartlessen Les 2. Wonen Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam
Thema In en om het huis.
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis. Les 22. Een huis zoeken Wat leert u in deze les? Praten over uw huis Informatie over het vinden van een nieuwe woning Praten over wat afgelopen is Veel succes!
Beginnerslessen. Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen
Beginnerslessen Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen Wat leert u in deze les? Gesprekken over het inburgeringsexamen begrijpen. Welke examens bij het inburgeringsexamen horen. Waar u kunt oefenen met de
Thema Gezondheid. Les 3. De huisarts
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 3. De huisarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de huisarts. Een man, meneer Bashir, is aan de beurt. Hij praat met de huisarts over zijn probleem. Wat
Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek
www.edusom.nl Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Taban gaat met zijn dochter voor het eerst naar de bibliotheek. Hij schrijft haar in bij de bibliotheek. Daarna laat Soumiya
Lesbrief 14. Naar personeelszaken.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 14. Naar personeelszaken. Wat leert u in deze les? Wanneer u zeggen en wanneer jij zeggen. Je mening geven en naar een mening vragen. De voltooide tijd gebruiken.
Lesbrief 35. AOW aanvragen.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 35. AOW aanvragen. Wat leert u in deze les? Informatie over AOW begrijpen. Uitleg vragen. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den
Thema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw, Maria, gaat weer naar de winkel om over werk te
Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen
www.edusom.nl Opstartlessen Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u iets lekker vindt of ergens van houdt. Praten over eten en drinken. Praten over boodschappen
Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek ntwoord geven op vragen Inleiding Maria heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het
Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes! www.edusom.nl
www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema Dit is een herhalingsles. U heeft vier gesprekken van Kofi gelezen. In deze gesprekken was Kofi op zijn werk. U heeft in les 12, 13, 14 en 15 veel
Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer
Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Een man, meneer Wong, gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er zitten veel mensen.
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje
Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager
Lesbrief 6. Gezondheid
www.edusom.nl Opstartlessen Lesbrief 6. Gezondheid Wat leert u in deze les? Praten met de dokter. Zinnen maken. Zeggen dat iets niet zo is. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente
Thema Op het werk. Les 15. Vrij vragen
www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 15. Vrij vragen Kofi is op het werk. Hij wil een dag vrij. Hij vraagt het aan de vrouw op het kantoor. Zou het Kofi lukken? Souad komt op kantoor. Zij wil ook een dag
Thema Gezondheid. Les 5. De tandarts
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Bashir komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen
Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang
Thema Kinderen en school. Demet TV Lesbrief 9. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. belt naar een kinderdagverblijf. Is er plaats? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat inschrijven
Thema Op zoek naar werk
Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager
Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen
www.edusom.nl Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen Het is belangrijk om veel woorden te leren. In deze extra les vindt u extra woorden bij de Opstartlessen 1 t/m 5. Kijk ook eens naar
Thema Gezondheid. Les 2. De wachtkamer
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Een man, meneer Bashir, gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er
Thema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Opbellen naar een bedrijf. Wat leert u in deze les? Een telefoongesprek naar een bedrijf begrijpen. Een gesprek over een advertentie begrijpen.
Thema In en om het huis.
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis. Les 23. Veilig verkeer Wat leert u in deze les? Hoe kinderen veilig kunnen spelen op straat Praten met de buren over de buurt en het verkeer Woorden met een
Thema Op zoek naar werk. Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek.
Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang
www.edusom.nl Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. Ze belt naar een kinderdagverblijf. Is er een plaats vrij? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Inleiding heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het eerste deel van het
Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken
Thema Op zoek naar werk. Demet TV Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria
Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek
Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Taban gaat met zijn dochter voor het eerst naar de bibliotheek. Hij schrijft haar in bij de bibliotheek. Dan laat Soumiya aan Taban en Ama
Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.
Thema Gezondheid Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes! 1 HET GESPREK
Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?
Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een
Lesbrief 8. Een taxi bellen
www.edusom.nl Opstartlessen Lesbrief 8. Een taxi bellen Wat leert u in deze les? Een taxi bellen. Het tegenovergestelde van dingen zeggen. Zeggen wat u mooi vindt, of waar u gek op bent. Veel succes! Deze
Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts
Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Wong komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen goed zijn. Wat leert
Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De huisarts
Thema Gezondheid Lesbrief 3. De huisarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de huisarts. Een man, meneer Wong, is aan de beurt. Hij praat met de huisarts over zijn probleem. Wat leert u in deze les?
Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten
Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Het is weer netjes
Thema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 10. Het eindgesprek. Wat leert u in deze les? Een eindgesprek voeren. Informatie vragen en geven. Het verschil tussen werk en vrijwilligerswerk. De
Opstartlessen. Lesbrief 9. Muziek. Wat leert u in deze les? Veel succes! www.edusom.nl
www.edusom.nl Opstartlessen Lesbrief 9. Muziek Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u iets mooi vindt. Een gesprek voeren over muziek. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente
Thema Op het werk. Lesbrief 12. In de pauze.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 12. In de pauze. Wat leert u in deze les? Iemand gelijk geven. Nee zeggen. Uw mening geven. Van twee woorden één woord maken. Veel succes! Deze les is ontwikkeld
Les 5. In het ziekenhuis.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 5. In het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? Een gesprek in het ziekenhuis begrijpen. Woorden omschrijven. Welke vragen u kunt stellen in het ziekenhuis. Vragen
Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden van les 12, 13, 14 en 15. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag
Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken
Thema Gezondheid. Lesbrief 1. Een afspraak maken Deze les gaat over een afspraak maken. Een afspraak met de dokter. U gaat naar de huisarts. Eerst moet u een afspraak maken. U praat met de assistente.
Lesbrief 7. Leren & werken
www.edusom.nl Opstartlessen Lesbrief 7. Leren & werken Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over leren en werken. Zeggen dat iets mooier of leuker is. Goede zinnen maken. Veel succes! Deze les is
Thema Op het werk. Les14. Opdrachten
www.edusom.nl Thema Op het werk. Les14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Daarna
Thema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 29. Bellen over een probleem Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over een probleem op het werk. Woorden die aangeven hoe vaak
Thema Gezondheid Beginnerslessen
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Beginnerslessen Les 1. Een afspraak maken Deze les gaat over een afspraak maken. Een afspraak met de dokter. U gaat naar de huisarts. Eerst moet u een afspraak maken.
Les 35. Een nieuw paspoort
http://www.edusom.nl Thema Het stadhuis Les 35. Een nieuw paspoort Wat leert u in deze les? Informatie over het aanvragen en verlengen van uw paspoort of identiteitskaart. Vragen stellen bij het loket.
Thema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 7. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar
Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer
Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer Deze les gaat over praten in de wachtkamer. Meneer Bashir gaat naar de huisarts. Hij moet even wachten. Hij zit in de wachtkamer. Er zitten veel mensen. Ze praten.
Thema Kinderen en school
http://www.edusom.nl Thema Kinderen en school Lesbrief 18. Het 10-minutengesprek. Wat leert u in deze les? Vergelijkingen maken. Zeggen hoe vaak iets gebeurt. Verkleinwoordjes. Veel succes! Deze les is
Thema Op zoek naar werk. Les 7. Naar het uitzendbureau.
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 7. Naar het uitzendbureau. Wat leert u in deze les? Een gesprek bij het uitzendbureau begrijpen. Hoe je je kunt inschrijven bij het uitzendbureau. Wat u
Jezus vertelt, dat God onze Vader is
Eerste Communieproject 26 Jezus vertelt, dat God onze Vader is Jezus als leraar In les 4 hebben we gezien dat Jezus wordt geboren. De engelen zeggen: Hij is de Redder van de wereld. Maar nu is Jezus groot.
Thema Op het werk. Les 13. Hoe werkt de machine?
www.edusom.nl Thema Op het werk Les 13. Hoe werkt de machine? Kofi is op het werk. Kofi moet aan de machine werken. De chef vertelt Kofi eerst hoe de machine werkt. Dan werkt Kofi met de machine. De machine
Les 33. Zwangerschap
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 33. Zwangerschap Wat leert u in deze les? Informatie begrijpen over zwanger zijn. Zeggen dat u zwanger bent of dat u zich niet lekker voelt. Woorden die hetzelfde
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om
Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De huisarts
Thema Gezondheid Lesbrief 2. De huisarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de huisarts. Een man, meneer Kaya, is aan de beurt. Hij praat met de huisarts over zijn probleem. Wat leert u in deze les?
Les 34. Meedoen in het verpleeghuis
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 34. Meedoen in het verpleeghuis Wat leert u in deze les? Informatie over de activiteiten in het verpleeghuis begrijpen Van twee woorden één lang woord maken Vragen
Les 4. De fysiotherapeut.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 4. De fysiotherapeut. Inleiding Deze les gaat over praten met de fysiotherapeut. Een man, meneer Bashir, belt de fysiotherapeut. Hij maakt een afspraak. Hij zegt
Thema Op het werk. Les 12. De eerste werkdag
www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 12. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. Kofi gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef
Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen
Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen Kofi is op het werk. Hij wil een dag vrij. Hij vraagt het aan de vrouw op het kantoor. Zou het Kofi lukken? Souad komt op kantoor. Zij wil ook een dag vrij.
Lesbrief 38. Aangifte doen van geboorte
http://www.edusom.nl Beginnerslessen Lesbrief 38. Aangifte doen van geboorte Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u aangifte gaat doen van een geboorte. Woorden van bezit. Veel succes! Deze les
Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk Les 11. Herhaling Inleiding Deze les is een herhalingsles van de vier gesprekken van les 7 tot en met 10. Wat leert u in deze les? Vragen
Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?
Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een
Les 4. Naar de apotheek.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 4. Naar de apotheek. Wat leert u in deze les? Waarschuwen. Een bijsluiter lezen. Informatie vragen en om hulp vragen. Wat u kunt zeggen als u iets niet weet of
werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd
werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd 6.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken Badria wordt vandaag 5 jaar. Jan koopt een boek voor Badria.
Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag
Thema Op het werk. Demet TV Lesbrief 8. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt
Thema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 30. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 27, 28 en 29. Informatie vragen bij een instelling. Veel succes! Deze
Thema In en om het huis
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Les 26. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 22, 23, 24 en 25 Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag
Actielessen. Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek. Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl
http://www.edusom.nl Actielessen Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek Wat leert u in deze les? Hoe je kunt leren in de bibliotheek en op het internet Grammatica: voltooide tijd Veel succes! Deze les is
Thema Kinderen en school.
www.edusom.nl Thema Kinderen en school. Les 20. Op het schoolplein Taban brengt zijn dochter Ama naar school. Hij praat met een moeder van een ander kind op het schoolplein. De moeder heet Meryem. Waar
Thema Kinderen en school. Lesbrief 10. Voor het eerst naar school
Thema Kinderen en school. Lesbrief 10. Voor het eerst naar school brengt zijn dochter Ama voor het eerst naar school. Hij praat met de juf. Ama is al op een peuterspeelzaal geweest. Is Ama verlegen? Wat
Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts
Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. De man (meneer Onuso / Bashir) komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen
Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht. Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de leerkracht. Zinnen maken met omdat. Hulp vragen. Veel succes! Deze les
Les 2. Naar het ziekenhuis.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes!
Thema Kinderen en school
http://www.edusom.nl Thema Kinderen en school Lesbrief 20. Het adviesgesprek. Wat leert u in deze les? Advies vragen. / woorden die hetzelfde betekenen. Advies geven. / woorden die hetzelfde betekenen.
Les 5. Tijd & het weer
www.edusom.nl Opstartlessen Les 5. Tijd & het weer Wat leert u in deze les? Praten over het weer. Praten over de tijd. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam
Thema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 28. Geld lenen Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met een bank over geld lenen. Woorden en zinnen gebruiken die gaan over het
Thema Op zoek naar werk
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 9. Het sollicitatiegesprek. Wat leert u in deze les? Een sollicitatiegesprek voeren. De voltooide tijd gebruiken. Vragen naar interesse stellen en
Thema In en om het huis
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Les 24. Boodschappen doen in de supermarkt Wat leert u in deze les? Welke zinnen en woorden u kunt gebruiken tijdens het boodschappen doen. Welke producten
Lesbrief 40. Een nieuwe woning zoeken
http://www.edusom.nl Beginnerslessen Lesbrief 40. Een nieuwe woning zoeken Wat leert u in deze les? Waar u op kunt letten als u een nieuwe woning zoekt. Een gesprek voeren over een nieuwe woning. Uitdrukkingen!
Thema Nederlandse cultuur en gewoontes
http://www.edusom.nl Thema Nederlandse cultuur en gewoontes Lesbrief 32. Mag ik even uitpraten? Wat leert u in deze les? Eén lange zin maken van twee korte zinnen. Je mening geven. Veel succes! Deze les
Thema Kinderen en school. Les 18. Voor het eerst naar school
Thema Kinderen en school. Les 18. Voor het eerst naar school Taban brengt zijn dochter Ama voor het eerst naar school. Hij praat met de juf. Ama is al op een peuterspeelzaal geweest. Is Ama verlegen? Wat
Lesbrief 3. De fysiotherapeut.
MDS-65 speakerstand Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De fysiotherapeut. Inleiding Deze les gaat over praten met de fysiotherapeut. Een man, meneer Kaya, belt de fysiotherapeut. Hij maakt een afspraak. Hij
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken
Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria en
Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen
Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 2 bij 1.2 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. Cursist A Cursist
Thema In en om het huis
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Lesbrief 25. Een jurk ruilen. Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u een jurk gaat ruilen. Verleden tijd gebruiken. Vragen stellen. Veel succes! Deze
Thema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Lesbrief 28. De belastingaanslag. Wat leert u in deze les? Informatie over uw inkomsten begrijpen. Informatie over uw uitgaven begrijpen.
Thema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Lesbrief 27. De vakopleiding. Wat leert u in deze les? Praten over het verleden, het heden en de toekomst. Een gesprek voeren met de studieadviseur.
Thema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek.
http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek. Wat leert u in deze les? Moeten en hoeven gebruiken. Vragen hoe het met uw kind gaat. Veel succes! Deze les is ontwikkeld
Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.
De familieblues Tot mijn 15e noemde ik mijn ouders papa en mama. Daarna niet meer. Toen noemde ik mijn vader meester. Zo noemde hij zich ook als hij lesgaf. Hij was leraar Engels op een middelbare school.
Actielessen. Les 5. Feest in de buurt! Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl
http://www.edusom.nl Actielessen Les 5. Feest in de buurt! Wat leert u in deze les? Nieuwe woorden Grammatica: werkwoorden in de verleden tijd Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente
Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.
Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.
Lesbrief 41. Verhuizen
http://www.edusom.nl Beginnerslessen Lesbrief 41. Verhuizen Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over verhuizen. Zinnen maken met: als dan. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente
Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.
Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me
Thema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Lesbrief 30. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden uit les 27, 28 en 29. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van:
OPA EN OMA DE OMA VAN OMA
Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en
U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.
TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een
Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!
Hallo Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou Als je ouders uit elkaar zijn kan dat lastig en verdrietig zijn. Misschien ben je er boos over of denk je dat het jouw
Actielessen. Lesbrief 1. Nederlands leren. Wat leert u in deze les? Veel succes!
http://www.edusom.nl Actielessen Lesbrief 1. Nederlands leren Wat leert u in deze les? Op welke manieren je Nederlands kunt leren. Zinnen met als. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente
Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.
Formeel en informeel Tijdens je stage praat je veel met mensen. Soms is het een officieel gesprek, soms een gezellig praatje met een collega. Dit noem je formele en informele gesprekken. Formeel betekent
Les 1. Bij de huisarts
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 1. Bij de huisarts Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de huisarts. Uw klachten beschrijven. Vragen stellen aan de huisarts. Vragen van de huisarts
VERLENGEN KOPEN RUILEN BETALEN
http://www.edusom.nl Thema In en om het huis VERLENGEN KOPEN RUILEN BETALEN Lesbrief 26. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 22, 23, 24 en 25. Veel succes! Deze les is ontwikkeld