Visplan Amstel, Gooi & Vecht

Transcriptie

1 VBC AGV CONCEPT Visplan Amstel, Gooi & Vecht Deel 1, algemene uitwerking

2

3 Statuspagina Titel Visplan Amstel, Gooi & Vecht Samenstelling Secretariaat VBC AGV in samenwerking met Sportvisserij Nederland Vacant Homepage gooi-en-vecht/ Status CONCEPT JANUARI 2013 Bibliografische referentie: VBC AGV, Visplan AGV. VBC AGV te Amsterdam VBC AGV, Amsterdam Niets uit dit rapport mag worden vermenigvuldigd door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de copyright-houder. Vastgesteld door de visrechthebbende partijen middels een schriftelijke akkoordverklaring, die zijn bijgevoegd in Bijlage II. Voorzitter Naam: Vacant per 8 mei 2012 Handtekening: Secretaris Naam: Vacant per 8 mei 2012 Handtekening:

4

5 Inhoudsopgave 1 Inleiding Huidige situatie gebied en beleid Gebiedsbeschrijving en begrenzing Beleid en beheer visstand, visserij en watersystemen KRW en beleid van Waterschap AGV Aalverordening en Aalbeheerplan Natura Beleid van sportvisserijorganisaties Beleid van beroepsvisserijorganisaties: Huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand Visrechten en visserijgebruik Visrechten Sportvisserijgebruik Beroepsvisserijgebruik Visstand en (vis)watertype Visstand Watertype Viswatertype Visuitzettingen Visonttrekking Vismortaliteit Visserijkundig onderzoek, monitoring en vangstregistratie Regelgeving Controle en handhaving Bereikbaarheid en bevisbaarheid Streefbeelden en Maatregelen Visrechten en visserijgebruik Visstand en viswatertype Visuitzettingen Visonttrekking Vismortaliteit Visserijkundig onderzoek, monitoring en vangstregistratie Regelgeving Controle en handhaving Bereikbaarheid en bevisbaarheid Uitvoeringsprogramma Overige zaken Communicatie Monitoring en evaluatie Divers Bijlagen

6

7 - Inleiding - 1 Inleiding In het Visplan wordt beschreven hoe de visrechthebbende hengelsportverenigingen en beroepsvissers in het beheergebied van Waterschap Amstel, Gooi & Vecht (AGV) het visserijbeheer willen uitvoeren. Bij het visserijbeheer moet rekening worden gehouden met de doelen van Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Het visplan maakt afspraken tussen visrechthebbenden en het Waterschap. Na toetsing wordt door het waterschap aan de hand van de KRW-maatlatten het uitgevoerde visserijbeheer goed of afgekeurd. De visrechthebbende tekenen voor hun eigen visserijbeheer. Dit visplan heeft uitsluitend betrekking op KRW-waterlichamen waar visserijactiviteiten plaatsvinden. Het visserijbeheer van de overige wateren binnen het beheergebied van het Waterschap zullen in een later stadium worden beschreven en worden toegevoegd aan dit Visplan. In lijn met het Rijksbeleid voor de binnenvisserij (Ministerie van LNV, 2009) geeft de Vistandbeheercommissie (VBC) Amstel Gooi & Vecht vorm aan een planmatig visserijbeheer. Noodzakelijk hiervoor is het opstellen van een visplan. Als leidraad voor dit visplan zijn de regionale visserijplannen voor Amstel Gooi & Vecht ( ) en visstandbeheerplannen voor een aantal wateren en deelgebieden gebruikt. Iedere visrechthebbende kan in overleg, gewenste doelen en maatregelen in het visplan (laten) opnemen. Een goed visplan levert daarmee ook een belangrijke bijdrage aan de belangenbehartiging voor de sport- en beroepsvisserij. De actuele situatie is hierbij het vertrekpunt. Hoofddoelstelling: Het bevorderen van een gezonde visstand, een duurzame visserij en een planmatig visstandbeheer in het werkgebied van het Waterschap Amstel Gooi & Vecht, daarbij rekening houdend met de belangen van sportvisserij, beroepsvisserij en passend binnen de kaders van het waterbeheer van het Waterschap. Naast een goede visstand zijn voor de visserij ook een goede bereikbaarheid en bevisbaarheid van de wateren van groot belang. In het visplan wordt daarom beschreven hoe het op dit moment met de bereikbaarheid en bevisbaarheid is gesteld. Ook wordt aangegeven hoe geprobeerd zal worden om knelpunten met betrekking tot deze aspecten op te lossen. Dit visplan is een groeidocument, dat in de komende jaren verder kan worden aangevuld en geconcretiseerd. Vanwege de leesbaarheid bestaat 2013 VBC AGV 1-1

8 - Visplan voor VBC AGV - het visplan uit twee delen. In deel 1 wordt de algemene situatie beschreven en wordt een onderbouwing gegeven van voorgenomen maatregelen. In deel 2 wordt de visserijsituatie per waterlichaam beknopt weergegeven in factsheets visserij. Op de factsheets staan ook de voor het betreffende waterlichaam gewenste maatregelen beschreven VBC AGV 1-2

9 - Huidige situatie gebied en beleid - 2 Huidige situatie gebied en beleid 2.1 Gebiedsbeschrijving en begrenzing Dit visplan heeft betrekking op de KRW waterlichamen in het beheergebied van het Waterschap Amstel, Gooi & Vecht. Het Amsterdam- Rijnkanaal, het Nieuwe Diep en de Diemen zijn buiten beschouwing gelaten, hiervoor is een aparte VBC. In het gebied van Amstel Gooi en Vecht komen veel verschillende watertypen voor. Een omschrijving van deze watertypen zijn terug te vinden in paragraaf 3.2. In het beheergebied van Waterschap Amstel Gooi en Vecht liggen 30 KRW waterlichamen. In Bijlage III is een overzicht van de KRW waterlichamen opgenomen. Topografische ondergrond: Topografische Dienst, Emmen Figuur 2.1 Overzichtskaart plangebied 2013 VBC AGV 2-3

10 - Visplan voor VBC AGV Beleid en beheer visstand, visserij en watersystemen KRW en beleid van Waterschap AGV KRW De Kaderrichtlijn Water is een Europese richtlijn die voorschrijft dat de chemische en ecologische waterkwaliteit van de Europese wateren vanaf 2015 aan bepaalde eisen moet voldoen. Met goede motivatie is uitloop tot 2021 of 2027 mogelijk. Enkele belangrijke kenmerken van de KRW zijn: Ecologische doelstellingen staan centraal. De doelstellingen zijn uitgewerkt voor waterplanten, fytoplankton (algen), macrofauna (kleine waterdiertjes) en voor de visstand. De huidige en gewenste toestand wordt uitgedrukt in een score op maatlaten voor deze biologische kwaliteitskenmerken. Alle grotere wateren worden benoemd en begrensd als zogenaamde waterlichamen. De uitwerking van doelstelling en maatregelen vindt plaats op het niveau van deze waterlichamen. De begrenzing van de waterlichamen, de doelstellingen en de te nemen maatregelen zijn vastgelegd in het Waterbeheerplan van AGV ( ) en de waterplannen van de provincies. Er geldt een resultaatsverplichting, waarover moet worden gerapporteerd aan de Europese Commissie Dit visplan richt zich op de visserij en het visstandbeheer in de KRWwaterlichamen in het beheergebied van AGV. Een kaart met alle KRW waterlichamen is opgenomen in Bijlage IV. Aan ieder waterlichaam is een (landelijk afgesproken) typering toegekend. De volgende KRW-typen komen in het gebied van AGV voor: Code Naam M6a Grote ondiepe kanalen zonder scheepvaart M6b Grote ondiepe kanalen met scheepvaart M7b Grote diepe kanalen met scheepvaart M10 Laagveen vaarten en kanalen M14 Ondiepe gebufferde plassen M20 Matig grote diepe gebufferde meren M27 Matig grote ondiepe laagveenplassen M30 Zwak brakke wateren Waterlichamen binnen het waterschap AGV met bijbehorend KRW type en omschrijving zijn terug te vinden in Bijlage III. Voor elk watertype is een maatlat opgesteld waarlangs de visstand wordt beoordeeld. Deze maatlatten zijn te vinden in de rapporten referenties en maatlatten voor natuurlijke watertypen voor de Kaderrichtlijn Water 2013 VBC AGV 2-4

11 - Huidige situatie gebied en beleid - (Stowa, 2007) en omschrijving MEP en maatlatten voor sloten en kanalen voor de Kaderrichtlijn Water (Stowa, 2007). Deze rapporten zijn te downloaden via en dan zoeken op zoekwoord KRW. Voor meer informatie over de KRW binnen het waterschap AGV wordt verwezen naar het waterbeheerplan AGV KRW-deel (AGV, 2010). Dit plan is te downloaden op de website van Waterschap AGV; Specifiek beleid Waterschap AGV AGV heeft ervoor gekozen om het waterbeheerplan als geheel op te splitsen in een deel over de Kaderrichtlijn Water (KRW) en een deel over de overige onderwerpen. Het deel over de KRW is hierboven al toegelicht. In de regionale visserijplannen van Amstel, Gooi & Vecht is voor ieder waterlichaam opgenomen welke maatregelen in de periode tot 2015 genomen kunnen worden. Deels zijn dit specifieke maatregelen gericht op de visstand, zoals het realiseren van vismigratiemogelijkheden of paaiplaatsen. Deze maatregelen worden in de factsheets benoemd. Voor de overige wateren zijn de plannen vastgelegd in het Waterbeheerplan waterschap AGV ; werken aan water in en met de omgeving (2010). Hierin is het volgende opgenomen over Vis. Vis is een vitaal onderdeel van het ecosysteem. Het visstandbeheer vraagt deels om maatregelen die specifiek gericht zijn op vis, zoals het opheffen van vismigratieknelpunten bij gemalen, sluizen of stuwen, het voorkomen dat vis beschadigd of gedood wordt in deze installaties (dierenwelzijn) en de aanleg van paaiplaatsen voor vis. Als laatste redmiddel kan het soms nodig zijn om in een water vissoorten te verwijderen die het bereiken van een evenwichtig ecosysteem ter plaatse in de weg staan. AGV maakt gebruik van kosten-effectieve innovaties van andere waterbeheerders in het opheffen van vismigratieknelpunten. Andere maatregelen die nodig zijn voor een goede visstand liften mee met ecologische herstel- en inrichtingsmaatregelen die zorgen voor het huis van de vis. Beleidsregels en richtlijnen voor inrichting en onderhoud van wateren zijn tevens gericht op een goede visstand. Tenslotte is afstemming en overleg nodig met de Visstandbeheerscommissie en (organisaties van) visrechthebbenden over het bereiken van een gezonde visstand. Het waterbeheerplan omvat een overzicht van de geldende beleidsnota s van AGV. Voor de visserij is (onder andere) het volgende relevant. - Het beleid voor recreatieve gebruiksmogelijkheden wordt uitgewerkt in de beleidsnota Recreatie en Landschap (in voorbereiding) - De nota aan de slag met vismigratie in het beheergebied van AGV (2008) omvat een visie op vismigratie en te nemen maatregelen alsmede de aanwijzing van 35 prioritaire knelpunten. In watergebiedsplannen (voor deelgebieden uit het beheergebied van AGV) worden maatregelen in onderlinge samenhang ontworpen, gepland en uitgevoerd. Een watergebiedplan bevat een visie op een optimale waterhuishoudkundige inrichting en peilbeheer, met aandacht voor kwantiteit, grondwater, kwaliteit, ecologie, waterstaatkundige veiligheid, landbouw, landschaps-, natuur- en cultuurhistorische waarden en recreatieve mogelijkheden. Daarbij is een afweging tussen enerzijds deze belangen en waarden en anderzijds de gebruiksfuncties binnen en rondom 2013 VBC AGV 2-5

12 - Visplan voor VBC AGV - het gebied doorgaans een zeer belangrijk onderdeel Aalverordening en Aalbeheerplan De Europese aalverordening (18 september 2007) voorziet in de bescherming en herstel van de aal en legt de basis voor het Nederlandse aalbeheerplan. In 2009 is het Nederlands aalbeheerplan goedgekeurd door de Europese Commissie. Het plan zet in op een herstel van de Europese aalstand met behoud van een gereguleerde aalvisserij. Dit houdt in dat vanaf 2010 niet meer op aal gevist mag worden in de maanden september, oktober en november. In 2009 gold dit verbod enkel voor oktober en november. De sportvisserij heeft zichzelf een terugzet verplichting opgelegd. Het Nederlandse aalbeheerplan geldt in principe tot 2013, maar de EC biedt de mogelijkheid om in de tussentijd alternatieve beheermaatregelen in te dienen bij de EC, die ter goedkeuring aan ICES (International Council for the Exploration of the Sea) zullen worden voorgelegd. Daarvoor is het Ministerie van EL&I (Economie Landbouw en Innovatie) bezig met het ontwikkelen van een beleid voor decentraal aalbeheer. Naast deze vangstbeperkingen wordt het aalherstel de komende jaren verder vorm gegeven door maatregelen als de uitzet van glasaal en vermindering van palingsterfte bij gemalen en andere waterwerken en bij hydro-elektrische centrales. Ook is er een verplichte vangstregistratie voor aal ingesteld voor de beroepsvisserij Natura 2000 Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden binnen de lidstaten van de Europese Unie. Dit netwerk van natuurgebieden waarborgt het behoud en herstel van biodiversiteit. Natura 2000 heeft niet enkel bescherming van gebieden (habitats) als doel, maar draagt ook bij aan soortenbescherming. Het is een vervanging voor de vroegere Vogel- en habitatrichtlijnen. In het plangebied zijn enkele gebieden benoemd tot Natura 2000 gebied. Het gaat hier om de gebieden Botshol, Naardermeer en de Oostelijke Vechtplassen. Voor deze Natura2000 gebieden worden door de provincie beheerplannen opgesteld VBC AGV 2-6

13 - Huidige situatie gebied en beleid - Topografische ondergrond: Topografische Dienst, Emmen Figuur 2.2 Overzichtskaart Natura 2000 gebieden 2013 VBC AGV 2-7

14 - Visplan voor VBC AGV Beleid van sportvisserijorganisaties Sportvisserij MidWest Nederland heeft in haar beleidsplan en actieplan 2011 haar beleid opgenomen op het gebied van jeugd, visstand, communicatie en promotie, controle en handhaving, visrechten, VBC s en wedstrijdvissen opgenomen. In 2007 zijn de regionale visserijplannen voor Amstel, en Gooi en Vecht opgesteld door de toenmalige POS en Sportvisserij Nederland in samenwerking met de beroepsvissers en het Waterschap. Hierin is een inventarisatie gemaakt van de knelpunten en maatregelen in het gebied en wordt een toekomstvisie geschetst voor het visstand en visserijbeheer van 2007 tot Sportvissers zijn sinds 2009 verplicht alle gevangen aal direct in hetzelfde water terug zetten. De sportvisserij is van mening dat een totale stop van exploitatie van aal en andere herstelmaatregelen noodzakelijk zijn om het uitsterven van de Europese Aal te voorkomen. Hiermee wordt gevolg gegeven aan het advies van de ICES. Het uitvoeren van actief biologisch beheer (ABB) waarbij witvis wordt verwijderd om het water helder te krijgen wordt als eenzijdige maatregel door de sportvisserij als ongewenst beschouwd. ABB is alleen een optie als alle maatregelen die betrekking hebben op het huis van de vis zijn uitgevoerd. Vervolgens dient men een aantal jaren te wachten tot er zich weer een evenwicht instelt. Als er dan nog een probleem blijkt te zijn kan men besluiten eenmalig in te grijpen. Voorafgaand aan de uitvoering van de maatregel dient hierover overleg plaats te vinden tussen de sportvisserij en de verhuurder/waterbeheerder. De sportvisserij is van mening dat KRW-maatlatten niet altijd realistisch, logisch en toepasbaar zijn (Tauw, 2010) en dat in zo een geval de milieuomstandigheden leidend zijn Beleid van beroepsvisserijorganisaties: De twee visserijbedrijven in het gebied die lid zijn van de VBC zijn lid van de landelijke organisatie voor beroepsbinnenvisserij; de Combinatie voor Beroepsvissers (CvB) en van de regionale organisatie: de Noord-Hollandse Bond Beroepsbinnenvissers. Vissen met verstand De beroepsbinnenvisserij streeft naar een duurzame exploitatie van de visbestanden in het plangebied. In overleg met de landelijke sportvisserij en het ministerie van ELI is daartoe de handleiding Vissen met Verstand geschreven 1 (Werkgroep Visstandbeheer, 2003). Het basisprincipe van VBC AGV 2-8

15 - Huidige situatie gebied en beleid - deze handleiding is dat een zorgvuldig, duurzaam gebruik van de visstand is af te meten aan: 1) de omvang, en 2) de lengtesamenstelling van de geëxploiteerde visstand. Om dit te realiseren is het belangrijk dat de gegevens over vangsten, onttrekking en de daarvoor gebruikte visserijinspanning goed worden bijgehouden. Dat geldt voor zowel beroepsvissers als sportvissers. Zijn die gegevens per vissoort beschikbaar, dan is uit te rekenen hoeveel vis van welke soorten er onttrokken (benut) kan worden om te voldoen aan de eis van duurzaam vissen. Deze exploitatiegrens mag niet overschreden worden. Op basis van de gegevens van sport- en beroepsvissers wordt de visserij (drie)jaarlijks geëvalueerd en eventueel worden de te onttrekken hoeveelheden bijgesteld. Hierover kunnen in de VBC s afspraken worden gemaakt tussen sport- en beroepsvisserij. Ook wordt vastgelegd hoe er gecontroleerd wordt op naleving van de afspraken. Decentraal aalbeheer De beroepsvisserij zet zich in voor een snel herstel van de aalbestanden door actief te werken aan een beheer op maat. Een beheer op basis van veel eigen kennis en inzet van de beroepsvissers zelf, en van nieuwe kennis vanuit de wetenschapschappelijke wereld. Beroepsvissers leveren gegevens aan wetenschappers om decentraal aalbeheer vorm te gaan geven. De beroepsvissers beoefenen eveneens een (generaties oude) praktijk van uitzet van glasaal om de aalbestanden op pijl te houden. Verder zet de beroepsvisserij zich actief in om (gezonde vrouwelijke) schieralen heelhuids langs gemalen en waterkrachtcentrales te laten passeren ( over de dijk zetten ). In de Beleidsvoornemens binnenvisserij en verankering VBC s en visplannen van het Ministerie van LNV (13 november 2009) wordt er mogelijk een rol weggelegd voor de VBC s in de uitvoering van het (toekomstige) decentraal aalbeheer. Voor de leden van de VBC AGV betekent dit dat zij mogelijk mee kunnen gaan werken aan de uitvoering van het decentrale aalbeheer. Download: Vissen met Verstand Richtlijnen voor aanpak duurzame benutting van visstanden voor Visstand Beheer Commissies (pdf-bestand, 44 pagina's, 8,8 mb) 2013 VBC AGV 2-9

16 - Visplan voor VBC AGV - 3 Huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand 3.1 Visrechten en visserijgebruik Visrechten Visrechten zijn in te delen in drie typen: aalvisrecht, schubvisrecht en volledig visrecht. In het gebied komen ook zogenaamde heerlijke visrechten voor. Deze visrechten staan los van het eigendom van grond. Heerlijke visrechten zijn niet in kaart gebracht voor het gebied van AGV. Ook is niet duidelijk of er naast de leden van de Combinatie van Beroepsvissers en hengelsportverenigingen aangesloten bij Sportvisserij Nederland nog meer visrechthebbenden in het gebied actief zijn. Het is van belang om alle visrechten in kaart te brengen. Op zijn de visrechten van de hengelsportverenigingen welke zijn ingebracht in de Landelijke en de Federatieve Lijsten van Viswateren in kaart gebracht. Er wordt aan gewerkt om ook het niet ingebrachte water in kaart te brengen. Sportvisserij Het beheergebied AGV valt onder de regionale sportvisserijorganisatie Sportvisserij MidWest Nederland waarvan negen verschillende verenigingen over visrechten beschikken die van belang zijn in het Visplan. De verenigingen zijn weergegeven in tabel 3.1. Niet bij Sportvisserij Nederland aangesloten hengelsportverenigingen zijn niet in beeld maar moeten in de toekomst benaderd worden om deel te nemen aan de VBC. Tabel 3.1 Overzicht visrechthebbende hengelsportverenigingen Naam Ledenaantal 2010 HSV Hilversum HSV Naarden-Bussum HSV de Toekomst 135 Algemene Weesper Hengelaarsbond HSV Wilnis Algemene Utrechtse Hengelaars Vereniging Amsterdamse Hengelsport Vereniging HSV Breukelen 320 Sportviscentrum Loosdrecht VBC AGV 3-10

17 - Huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand - Een aantal hengelsportverenigingen hebben een apart samenwerkingsverband. Stichting Sportvisserij Breukelveense en Loosdrechtse Plassen bestaat uit HSV Hilversum, de Algemene Utrechtse Hengelaars Vereniging (AUHV) en de Gewestelijke pachtcomissie (GWPC). De Gewestelijke pachtcomissie bestaat uit: HSV Lopikerwaard, HSV Breukelen, HSV de Bilt, HSV Maarssen en de Montfoortse HSV. Beroepsvisserij In het AGV gebied zijn twee visserijbedrijven gevestigd: 1) Visserijbedrijf de Vuntus te Loosdrecht, 2) Visserijbedrijf Hoetmer uit Nederhorst den Berg. Samen hebben of huren zij zo n 1750 ha viswater. De rechten betreffen zowel aalvisrecht als volledig visrecht. In bepaalde gevallen is sprake van een Schriftelijke Toestemming of Heerlijk Visrecht. Beroepsvisserij vind o.a. plaats in de volgende wateren: - Wijde Blik - Polder Muijeveld - Loosdrechtseplassen Vuntus - Polder Loenderveen - s-gravelandsevaart (gedeeltelijk) - Stichts Ankeveense Plassen - Spiegel- en Blijkpolderplas - De Vecht (gedeeltelijk) - Fort Uitermeer - Fort Ronduit Op de Vinkeveense plassen wordt ook beroepsmatig gevist. Gegevens over deze visserij zijn (nog) niet bij de VBC bekend omdat de visrechthebbende beroepsvissers (nog) niet zijn aangesloten bij de VBC Sportvisserijgebruik Sportvisserij Het gebied van AGV is een divers gebied waar verschillende typen sportvissers kunnen vissen. In de factsheets wordt specifiek beschreven wat de sportvisserijtypes zijn van het waterlichaam. De volgende typen sportvissers zijn te onderscheiden in: - De karpervisser - De snoekvisser - De snoekbaarsvisser - De wedstrijdvisser - De vliegvisser - De recreatievisser Jeugdige en mindervalide hengelaars stellen aanvullende eisen aan de veiligheid, bereikbaarheid en toegankelijkheid van het water. Afhankelijk van het type visser wordt vanaf de kant of vanuit de boot gevist. Door karpervissers wordt ook s nachts gevist. De verschillende typen sportvissers en de eisen die aan de oever en viswater worden gesteld zijn in Bijlage VI nader beschreven VBC AGV 3-11

18 - Visplan voor VBC AGV - Hoe vaak, waar en door welk type sportvisser er in het gebied gevist wordt is niet bekend. Het is wenselijk om hier een beter beeld van te krijgen. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van het onderzoek van Sportvisserij Nederland en IMARES dat momenteel wordt uitgevoerd (2012). De verwachting is dat het gebruik van de sportvissers in deze regio overeenkomen met het landelijk gemiddelde. Wedstrijdvissen Het wedstrijdvissen gebeurt op grote schaal in het gebied. Hier wordt doorgaans op vaste wedstrijdtrajecten gevist. Deze trajecten zijn grotendeels terug te vinden in de rapportage Belangrijke visoevers in kaart (Weijman, 2008). Daarnaast worden de viswedstrijdprogramma s op de websites van de hengelsportverenigingen gepubliceerd Beroepsvisserijgebruik De beroepsvissers in het gebied vissen met de volgende vistuigen die allen voldoen aan de gestelde eisen: fuiken elektrovisapparaat zegens aalvistuigen Verdere gegevens zijn bekend bij beroepsvissers en worden nog aangevuld. Visserijbedrijf Hoetmer V.O.F. (voorheen visserijbedrijf De Googh) bestaat vanaf 1700 en is hiermee een van de oudste familiebedrijven van Nederland en daarmee van cultuurhistorische waarde voor het gebied. Beide visserijbedrijven worden regelmatig ingeschakeld voor visserijkundige onderzoeken in het gebied en zijn in het bezit van verschillende diploma s op het gebied van visstandbemonstering, visstand beheer en bemonstering volgens de Kaderrichtlijn Water. De verschillende typen beroepsmatige visserij zijn in Bijlage VII beschreven VBC AGV 3-12

19 - Huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand Visstand en (vis)watertype Visstand Een beschrijving van de visstand per waterlichaam is weergegeven in de factsheets. Hiervoor is gebruik gemaakt van de KRW-monitoring uit 2006 en de aanvullende monitoring in In de factsheets worden de meest recente gegevens weergegeven die bij de VBC bekend zijn. De trend is de laatste 10 tot 15 jaar aan verandering onderhevig als gevolg van het terugdringen van eutrofiëring. Gevolg hiervan is een vermindering van de voedselrijkdom waardoor minder draagvlak voor visbiomassa ontstaat. Door het schoner worden van het water verandert ook de samenstelling van de visstand. Snoek is in veel wateren goed vertegenwoordigd als gevolg van de waterplantenbegroeiing in de oeverzones. De lengtesamenstelling van de visstand is in veel wateren onevenwichtig. De lengteklasse van centimeter is vaak slecht vertegenwoordigd. Oorzaak is waarschijnlijk een intensieve aalscholverpredatie en gebrek aan schuilgelegenheid Watertype Door verschillen in het landschap kunnen oppervlaktewateren in de regio een uiteenlopend karakter hebben. De KRW-waterlichamen binnen AGV zijn allemaal sterk veranderd of kunstmatig. Het betreft bijna allemaal stilstaande wateren. In dit visplan zijn de typeringen van de KRW waterlichamen van AGV opgenomen. Bij deze typering is gebruik gemaakt van de indeling van de Nederlandse oppervlaktewateren door CUWVO (Coördinatiecommissie Uitvoering Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren) en STOWA (Stichting Toegepast Onderzoek 2013 VBC AGV 3-13

20 - Visplan voor VBC AGV - Waterbeheer). Binnen AGV kunnen we de volgende watertypen onderscheiden: 1. Kanalen Een kanaal is een lijnvormig gegraven watergang met een functie voor de beroepsscheepvaart en onderscheidt zich daarmee van de vaarten in het gebied. De inrichting van een kanaal is ook primair gericht op deze functie. De oevers zijn veelal beschoeid met stalen damwanden of met stenen (basaltblokken) vastgelegd. Binnen AGV komen wel enkele kanalen voor zoals het Hilversums kanaal. 2. Ondiepe meren en plassen In het plangebied komen veel ondiepe meren en plassen voor, o.a. het Naardermeer, de Ankerveense plassen, Kortenhoefse plassen, Loenderveense plassen, Loosdrechtse plassen, Breukelveense plas, Vinkeveense plassen en het Abcoudermeer. De meeste van deze plassen zijn ontstaan door vervening en zijn tot ongeveer drie meter diep. 3. Petgaten Petgaten zijn ontstaan door de winning van veen voor turfproductie. Deze wateren zijn over het algemeen niet dieper dan twee meter en vaak zijn ze aan het verlanden. Door wind en erosie kunnen de smalle legakkers verdwijnen en ontstaan er grotere wateroppervlaktes. In de doodlopende delen kunnen verlandingsgebieden ontstaan. De vis kan vrij migreren in een petgaten/plassen systeem. Voor de visserij belangrijke petgatensystemen binnen AGV worden aangetroffen bij de Spiegel- en Blijkpolderplas, Kievietsbuurt te Loosdrecht, de petgaten bij de Vinkeveense plassen en de Tienhovense plassen. 4. Boezemwater Boezemwater binnen het gebied van AGV bestaat uit de Vechtboezem, de s-gravelandse Vaartboezem en verschillende oude riviertjes die tegenwoordig dienst doen als boezemwater, zoals de Amstel, Waver en Angstel. De Vecht heeft nog het uiterlijk van een kronkelende rivier, maar doet tegenwoordig ook dienst als boezem: Een tekort aan water wordt er mee aangevuld en de stroomsnelheid is gering. 5. Sloten Sloten zijn watergangen tot acht meter breedte. De functie is het afvoeren en tijdelijk bergen van overtollig water van naastgelegen land. In het gebied van AGV liggen sloten in het veen-, zand- en in rivierkleigebieden. Een stelsel van sloten (ook wel tochten of weteringen genoemd) is van oorsprong rechtlijnig om zoveel mogelijk grond voor de landbouw te kunnen benutten en monden uit op boezemwater. Door afslag van de oever en baggerwerkzaamheden hebben sloten en vaarten in veengebieden vaak een onregelmatig patroon gekregen VBC AGV 3-14

21 - Huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand - 6. Weteringen, tochten of vaarten Weteringen, tochten of vaarten zijn watergangen breder dan circa acht meter. De functie is het afvoeren en tijdelijk bergen van overtollig water uit sloten. Vaarten tochten en weteringen zijn over het algemeen dieper dan sloten. De maximale diepte is circa anderhalve meter. Weteringen liggen voornamelijk in de polder Groot Wilnis (veldwetering en Bijleveld), Boezem Gooi & Vecht, Horstermeer en Meeruiterdijkse Polder, Vechtboezem en s Gravelandse boezem. 7. Stedelijk water Tot de stedelijke wateren worden grachten, singels, overstortvijvers, ondiepe plassen en vijvers gerekend. Stedelijk water maakt slechts een klein deel uit van het totale oppervlak binnen AGV. Stedelijke wateren liggen onder andere in de plaatsen Amsterdam, Amstelveen, Uithoorn, Hilversum, Naarden en Huizen. In het gebied komen enkele fortgrachten voor die ook tot dit type worden gerekend. 8. Zandwinputten Deze putten zijn ontstaan door het afgraven van zand ten behoeve van wegen- en woningbouw. Na afgraven van het zand blijft er vaak een erg diep gat over, met diepten tot soms wel meer dan 50 meter. Het talud is vaak erg steil en het bodemverloop is grillig. Deze grote diepte is vooral aanwezig in de Spiegel en Blijkpolderplas, Wijde Blik en Grote Maarsseveense plas en de Ouderkerkerplas Viswatertype Voor de viswatertypering is de OVB-viswatertypering gebruikt. Belangrijkste sleutelfactoren bij de typering van stilstaande wateren zijn het doorzicht van een water en de bedekking met water- en moerasplanten. In de factsheets is het viswatertype per waterlichaam beschreven. Het meest voorkomende viswatertype is het snoek-blankvoornviswatertype. 3.3 Visuitzettingen Sportvisserij De hengelsportverenigingen zetten beperkt vis uit om de visstand aantrekkelijk te houden voor hun leden. Op kleine afgesloten wateren waar specifiek een sportvisserijfunctie op zit wordt wel eens witvis uitgezet (met name blankvoorn, zeelt en brasem) en karper. Op boezemwateren en plassen wordt enkel karper uitgezet. Het gaat hierbij nooit om grote aantallen, maar om onderhoudsuitzettingen van met name spiegelkarpers waarbij de omvang van het bestaande bestand, uitgaande van een jaarlijkse sterfte aangevuld wordt door bijzettingen. Voor De AWHB, HSV Naarden Bussum, HSV Wilnis, Stichting Sportvisserij Breukeleveense en Loosdrechtse plassen en de AHV is bekend dat zij spiegelkarperprojecten hebben. Een spiegelkarperproject is een project 2013 VBC AGV 3-15

22 - Visplan voor VBC AGV - waarbij op planmatige wijze spiegelkarper wordt uitgezet en waarbij de uitzetting wordt gemonitord. Deze monitoring vindt plaats door sportvissers die de vissen vangen en foto s maken van de schubbenpatronen waardoor de vissen individueel herkenbaar zijn. Stichting Sportvisserij Breukeleveense en Loosdrechtse plassen zet ook schubkarper uit. Karper plant zich in het gebied van AGV nauwelijks voort en is in een jong stadium gevoelig voor predatie van snoek en aalscholver, daarom is uitzetting gewenst om een aantrekkelijke visserij te mogelijk te maken. In welke wateren vis wordt uitgezet staat weergegeven in de factsheets en in Tabel VBC AGV 3-16

23 - Huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand - Tabel 3.2 Overzicht van visuitzettingen HSV aantal/kg toekomst Waterlichaam Gaasperplas AHV in karpers klein karperbestand handhaven van 30 kg per ha. Maximaal 3 vissen per ha. Loosdrechtse plassen, Vuntus en Breukelveense plassen Hilversum, AUHV en GWPU Ieder jaar 150 kg schub en 150 kg spiegelkarper Ieder jaar 150 kg schub en 150 kg spiegelkarper Vaarten vechtstreek Naarden Bussum Vesting Naarden: 2007, 2008, 2010 en 2012: 100 kg karper per jaar kg zeelt. Naarden: om de 3 jaar onderhoudsuitzettingen karper. Om de 2 jaar zeelt. AWHB Naardertrekvaart: 2001: 50 karpers / 50 kg Noorder IJ-plas AHV 2005: 50 karpers Vaarten westeramstel AHV karpers op de Amstel bij Uithoorn Vinkeveense plassen AWHB 2009: 60 karpers, 2012: 100 karpers Jaarlijks onderhoudsuitzettingen Sloterplas AHV Sinds uitzettingen van in totaal 200 stuks. 2011: 40 stuks klein karperbestand handhaven van 50 kg per ha. Maximaal 5 vissen per ha. Noorder IJ-Plas AHV Sinds uitzettingen van in totaal 85 karpers klein karperbestand handhaven van 30 kg per ha. Maximaal 3 vissen per ha. Ouderkerkerplas AHV Sinds uitzettingen van in totaal 70 karpers klein karperbestand handhaven van 30 kg per ha. Maximaal 3 vissen per ha VBC AGV 3-1

24

25 - Huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand - Beroepsvisserij Vissoorten die door de beroepsvissers uitgezet worden zijn glasaal, pootaal, witvis en forel. Informatie per betreffend water wordt opgenomen in de factsheets. 3.4 Visonttrekking Sportvisserij Nederlandse sportvissers nemen soms vis mee voor eigen consumptie, dit betreft bijna uitsluitend snoekbaars en in mindere mate baars en snoek. Steeds meer wateren in het gebied worden door een veranderende waterkwaliteit steeds helderder waardoor geschikt leefmilieu voor de snoekbaars sterk terugloopt. Wateren als de Vinkeveense Plassen en de Wijde Blik zijn hier sprekende voorbeelden van. Aangezien er sinds 2009 een landelijk meeneemverbod voor paling geldt, is de huidige visonttrekking door sportvissers beperkt tot snoekbaars en in mindere mate baars. Foto: Toine Aarts Aasvis Behalve het onttrekken van vissen voor consumptie, wordt ook vis onttrokken om als aasvis te dienen. Dit is vooral kleine witvis die door sportvissers wordt gebruikt om roofvissen te vangen. Sinds het verbod op de levende aasvis wordt er echter door het merendeel van de roofvissers met kunstaas gevist. De hoeveelheden die worden onttrokken om als (dode) aasvis te dienen zijn verwaarloosbaar klein VBC AGV 3-1

26 - Visplan voor VBC AGV - Beroepsvisserij Vist op paling, schubvis en kreeft. 3.5 Vismortaliteit Naast de gereguleerde visonttrekking door de sport- en beroepsvisserij, spelen ook andere factoren een rol bij vismortaliteit. Hieronder worden deze factoren beschreven. Stroperij In het gebied vindt stroperij plaats met beroepsvistuigen en de hengel. Dit is onwenselijk en moet worden tegengegaan. De controlerende instanties moeten adequaat op meldingen kunnen reageren. Aalscholvers Nederland herbergt een grote aalscholverpopulatie. Aalscholvers komen verspreid over heel Nederland voor en de afgelopen decennia is het aantal broedparen sterk toegenomen. Binnen het gebied van VBC AGV zit een grote kolonie aalscholvers bij het Naardermeer. De aalscholver kan een groot effect hebben op de visstand door predatie. Vis tot 40 centimeter staat op het menu van de aalscholver. Per aalscholver wordt tot 500 gram vis per dag gegeten. Door de hengelsportverenigingen binnen het werkgebied van de VBC wordt aangegeven dat aalscholvers plaatselijk een groot probleem zijn voor de visbestanden in hun wateren. De totale omvang van de predatie is moeilijk in te schatten. Gemalen STOWA heeft van 2008 t/m 2010 onderzoek gedaan naar mogelijke schade aan vissen bij het passeren van gemalen. De belangrijkste conclusies zijn dat gemiddeld ruim 10% van de vis wordt gedood en 1% beschadigd raakt bij passage door gemalen. Grotere vissen (>15 cm) hebben een veel grotere kans beschadigd te raken, van die groep was 23% dood en 11% beschadigd. Voor de paling blijken gemalen een grote migratiebarrière te vormen. Zo overleeft het merendeel van de palingen passage door schroefpompgemalen niet. Voor meer informatie wordt verwezen naar het rapport Worden vissen in de maling genomen (STOWA, 2010). Wintersterfte Wintersterfte is een (vaak plotseling) optredende vissterfte, veroorzaakt door slechte milieuomstandigheden die direct of indirect het gevolg zijn van de ijsbedekking van het water. De slechte milieuomstandigheden zijn vaak het gevolg van de zuurstofconsumptie door bacteriën die organisch materiaal afbreken én consumptie van zuurstof door vissen. Hierdoor kan het zuurstofgehalte onder het ijs sterk afnemen. Door de afbraak van organisch materiaal kunnen ook giftige afbraakproducten (zoals zwavelwaterstof, ammoniak) ontstaan. Op kleine ondiepe wateren waar een dikke bagger laag voor komt vindt sneller wintersterfte plaats. Wintersterfte is op grote wateren zoals het IJsselmeer en de grote rivieren 2013 VBC AGV 3-2

27 - Huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand - nooit gemeld, ook niet tijdens extreem strenge winters. Wintersterfte treedt meestal op in kleinere (vaak afgesloten) ondiepe wateren met een veen of modderbodem, waar bij de afbraak van bodemmateriaal veel zuurstof uit het water wordt verbruikt. Bij een hoge visbezetting zal eerder sterfte optreden dan bij een lage visbezetting. De grootste vissen gebruiken de meeste zuurstof en zullen het eerst sterven. Soorten als ruisvoorn, zeelt, kroeskarper en de grote modderkruiper kunnen zuurstofarme perioden beter overleven dan andere soorten. Zomersterfte en Riooloverstorten Zomersterfte is een (vaak plotseling) optredende vissterfte, veroorzaakt door slechte milieuomstandigheden die direct of indirect het gevolg zijn van extreem warm weer, al dan niet gevolgd door hevig onweer. De oplosbaarheid van zuurstof neemt af bij een stijgende watertemperatuur, waardoor wateren tijdens de zomer vaak minder zuurstof bevatten dan tijdens de winter. Als koudbloedig dier heeft een vis in de zomer echter een snellere stofwisseling dan in de winter, waardoor een grotere zuurstofbehoefte bestaat. Hierdoor kan juist in de zomermaanden een verlaging van het zuurstofgehalte snel tot problemen leiden. De slechte milieuomstandigheden worden vaak als gevolg van de zuurstofconsumptie door bacteriën die organisch materiaal afbreken verder versterkt. Zomersterfte treedt dan ook meestal op in kleinere (vaak afgesloten) ondiepe wateren met een veen of modderbodem, waar bij de afbraak van bodemmateriaal veel zuurstof uit het water wordt verbruikt. De meeste en meest extreme gevallen van zomersterfte treden vooral op in wateren waarin bij veel regenval in korte tijd (onweer) riooloverstort optreedt. Hierdoor kan het zuurstofgehalte in zeer korte tijd sterk afnemen. Door de afbraak van het organisch materiaal dat met zo n overstort meekomt kunnen ook giftige afbraakproducten (zoals zwavelwaterstof, ammoniak) ontstaan. De grootste vissen gebruiken de meeste zuurstof en zullen het eerst sterven. Soorten als brasem, kolblei en winde kunnen relatief slecht tegen lage zuurstofgehalten. Soorten als zeelt, kroeskarper en de grote modderkruiper kunnen beter tegen lage zuurstofgehaltes. 3.6 Visserijkundig onderzoek, monitoring en vangstregistratie Voor alle KRW waterlichamen binnen waterschap AGV loopt in opdracht van het waterschap een continue KRW-monitoring. Beroepsvissers worden ingezet bij deze monitoringen. De resultaten hiervan worden kort weergegeven in de factsheets. Daarnaast hebben hengelsportverenigingen in het gebied verschillende visserijkundige onderzoeken laten uitvoeren door Sportvisserij Nederland. Na zo n visstandbemonstering ontvangt de hengelsportvereniging een rapport met aanbevelingen over de inrichting, beheer en onderhoud van het viswater. Een overzicht van alle relevante visstandonderzoeken worden in Bijlage V weergegeven. Hengelvangsten registratie (HVR)/ Mijn VISmaat. Sportvissers verzamelen gegevens over de visstand die een goede aanvulling kunnen geven op de bestaande monitoringsprogramma s. Dagelijks zijn er door heel Nederland vele sportvissers actief die hun vangsten bij houden. Met name om trends in de visstand te analyseren, of 2013 VBC AGV 3-3

28 - Visplan voor VBC AGV - verspreiding van vis in kaart te brengen zijn deze gegevens geschikt. Online voeren sportvissers hun vangsten in en komen zo terecht in een landelijke database. Het aantal ingevoerde vissen binnen het gebied van AGV bedraagt momenteel binnen 1150 geviste sessies. In het gebied zijn 18 verschillende vissoorten geregistreerd die met de hengel gevangen werden. Figuur 3.1 geeft een overzicht van het aantals-aandeel van de meest gevangen vissen binnen het gebied. De gegevens zijn verzameld vanaf 2003 tot en met Vanaf de zomer van 2012 komt er een geheel nieuwe app., een mobiele website en een reguliere website onder de naam Mijn VISmaat. Het gebruikersgemak en de sportvisser staan hierin centraal. Sportvissers kunnen t.z.t. terecht op Bij spiegelkarperprojecten zoals die van de AHV worden karper uitzettingen ondersteund door uitgebreide monitoring door hengelvangstregistraties van hun karpervissende leden. Figuur 3.1 Hengelvangsten binnen AGV In het gebied van AGV zijn twee verenigingen (HSV Maarssen en de AUHV) zeer actief met HVR bezig. In de Kleine Plas te Maarsseveen zijn meer dan vangsten geregistreerd. Vangstenregistratie beroep De Beroepsvisserij beschikt over eigen vangstgegevens. Deze worden nog weergegeven ten behoeve van het visplan. Beroep is deskundig en werkt mee aan bemonsteringen in het gebied VBC AGV 3-4

29 - Huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand Regelgeving De Visserijwet (1963) biedt een basisbescherming voor de Nederlandse visstand. Visrechthebbenden hebben de mogelijkheid om aanvullende voorwaarden op te nemen in de schriftelijke toestemmingen. Deze voorwaarden zijn in de factsheets per water uitgewerkt. Sportvisserij De Algemene Voorwaarden Gebruik Vispas uit de Landelijke Lijst van Viswateren gelden voor alle vispashouders. Voor sportvissers welke zijn aangesloten bij een hengelsportvereniging in de regio van AGV (Sportvisserij MidWest Nederland) gelden in het bijzonder de onderstaande aanvullende bepalingen: Voor alle wateren binnen Sportvisserij MidWest Nederland geldt, tenzij bij het betreffende water anders is vermeld, naast de algemene voorwaarden ook: - Het is verboden per visdag meer dan 2 snoekbaarzen met een minimummaat van 42 cm of 10 baarzen met een minimummaat van 22 cm voor handen te hebben, tenzij de vergunning voor een water anders vermeldt. - Het is verboden snoek, paling of karper mee te nemen, voor handen te hebben of te vervoeren. Elke gevangen snoek of karper moet direct worden teruggezet in het water waar deze werd gevangen. - Het is verboden te vissen binnen een afstand van 25 meter van uitstaande beroepsvistuigen. Voor alle wateren van de AHV geldt voor snoekbaars een minimummaat van 55 cm. Voor bijzondere aanvullende bepalingen per waterlichaam wordt verwezen naar de factsheets en zijn ook terug te vinden in de voorwaarden van de betreffende hengelsportvereniging. Beroepsvisserij Vist beperkt op aal i.v.m. aalbeheerplan; in 2010 en 2011 was er een vangstverbod van 3 maanden. In principe geldt dit ook voor In de nabije toekomst is het wellicht mogelijk om te vissen onder het decentraal aalbeheer. In de gesloten periode mag wel met aangepaste aalfuiken op kreeft gevist worden wanneer hier ontheffing voor is afgegeven door EL&I. Er vinden regelmatig controles vanuit het Ministerie plaats VBC AGV 3-5

30 - Visplan voor VBC AGV Controle en handhaving Onder controle wordt verstaan het controleren op het in bezit hebben van geldige visdocumenten en op het naleven van de in de Visserijwet en de schriftelijke toestemming opgenomen bepalingen en voorwaarden. Er zijn twee vormen van controle: publiekrechtelijk en privaatrechtelijk. Publiekrechtelijke controle wordt uitgevoerd door beëdigde ambtenaren (Politie, AID of BOA), privaatrechtelijk controle wordt uitgevoerd door vrijwilligers zonder strafrechtelijke bevoegdheid. De sanctionering is wettelijk geregeld. Per overtreding zijn boetebedragen vastgesteld. Deze zijn te vinden op de website van Sportvisserij Nederland. Privaatrechtelijke controle - door hengelsportcontroleurs De hengelsportverenigingen hebben eigen hengelsportcontroleurs. Deze hebben een opleiding gehad bij Sportvisserij Nederland en zijn voorzien van een controlepas en duidelijk herkenbare kleding. Deze verenigingscontroleurs hebben geen wettelijke bevoegdheid. In totaal hebben de verenigingen 46 hengelsportcontroleurs Tabel 3.3 Controleurs per hengelsportvereniging Hengelsportvereniging controleurs HSV Hilversum 1 HSV Naarden-Bussum 4 Algemene Utrechtse Hengelaars Vereniging 19 Amsterdamse Hengelsport Vereniging 12 HSV Maarssen 9 Publiekrechtelijke controle KLPD, AID, BOA De publiekrechtelijk controle in het plangebied wordt uitgevoerd door KLPD, plaatselijke politiekorpsen, politiemilieudienst en BOA s in dienst van de sportvisserij of terreinbeherende organisaties. BOA s Sportvisserij De BOA s in het controlenetwerk van de sportvisserij registreren hun activiteiten in het BOA-registratiesysteem. Er zijn in 2010 binnen het gebied van AGV 303 personen gecontroleerd door Boa s en er zijn 40 proces-verbalen uitgeschreven. Daarnaast zijn er nog eens 90 waarschuwingen uitgedeeld. In 2011 zijn er 683 personen gecontroleerd en 55 proces verbalen uitgeschreven. Er zijn dat jaar 143 waarschuwingen gegeven (Aalderen, 2011). In Figuur 3.2 en Figuur 3.3 zijn kaarten weergegeven zodat men kan zien waar en hoe vaak er gecontroleerd is. Relatief is het aantal gecontroleerde vissers die een proces verbaal kregen met 6% afgenomen. Sportvisserij MidWest Nederland zet in 2012 sterk in op het uitbreiden van het aantal BOA s, controle netwerk en controleactiviteiten op de visserijwet. De AHV voert ook controles uit door middel van BOA s, maar deze staan niet in het landelijke systeem geregistreerd. Naast deze controles worden er ook met grote regelmaat controles uitgevoerd door het recreatieschap midden Nederland. De omvang van 2013 VBC AGV 3-6

31 - Huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand - deze controles is nog niet bekend. Figuur 3.2 In 2010 Uitgevoerde BOA controles binnen AGV 2013 VBC AGV 3-7

32 - Visplan voor VBC AGV - Figuur 3.3 In 2011 Uitgevoerde BOA controles binnen AGV 2013 VBC AGV 3-8

33 - Huidige situatie visserij, visserijbeheer en visstand Bereikbaarheid en bevisbaarheid Een goede bereikbaarheid en bevisbaarheid is voor de sportvisserij een cruciale voorwaarde. Men moet bij het water kunnen komen (bereikbaarheid) en er dient aan het water voldoende ruimte te zijn om te kunnen vissen (bevisbaarheid). De vereiste bevisbaarheid is afhankelijk van het type sportvisser. Zo zal bijvoorbeeld voor de wedstrijdvisserij een parcours noodzakelijk zijn, waarbij om de 15 meter een visplek is. Op de factsheets visserij staat aangegeven welke sportvistypen gebruik maken van het water en of er problemen zijn wat betreft bereikbaarheid en bevisbaarheid. Voor de belangen wat betreft bereikbaarheid en bevisbaarheid voor de sportvisserij wordt het rapport Belangrijke visoevers in kaart, (Weijman, 2008) gebruikt VBC AGV 3-9

34 - Visplan voor VBC AGV - 4 Streefbeelden en Maatregelen Algemeen In dit hoofdstuk worden per thema het streefbeeld en mogelijke (gewenste) maatregelen geschetst. Gemeenschappelijke streefbeelden van beroeps- en sportvisserij staan bovenaan. Daarna komen afzonderlijke streefbeelden van sport- en beroepsvisserij. Bij het opstellen van dit eerste visplan van de VBC Amstel Gooi en Vecht is gebleken dat nog niet alle informatie aanwezig was om de factsheets visserij voor alle waterlichamen compleet in te vullen. Wel is duidelijk geworden welke omissies er nog zijn. De eerste taak voor de VBC die volgt uit dit visplan is om die ontbrekende gegevens te verzamelen. Streefbeeld Sportvisserij: In 2013 zijn de factsheets visserij compleet met gegevens van sport en beroepsvisserij. In 2013 is het uitvoeringsprogramma van het visplan gemaakt. Maatregelen Sportvisserij: Ontbrekende informatie in de factsheets visserij verzamelen en verwerken van sport en beroepsvisserij. In de VBC een planning opstellen van de voorgenomen maatregelen en deze in het uitvoeringsprogramma verwerken. 4.1 Visrechten en visserijgebruik Streefbeeld: Algemeen Helderheid en criteria over verhuur van visrechten door het Waterschap. Een duidelijk overzicht van de visrechten binnen het gebied. Sportvisserij Beter overzicht sportvisserijgebruik binnen het gebied. In principe alle wateren in het beheergebied bevisbaar, ten behoeve van de sportvisser. Uitgangspunt is dat het sportvissen overal mag plaatsvinden, op grond van het waterschapsbeleid rond passief recreatief medegebruik. Sportvisserijmogelijkheden op grond van actieve openstelling (visstekken, wedstrijdtrajecten, nachtvislocaties) worden behouden en 2013 VBC AGV 4-10

35 - Streefbeelden en Maatregelen - indien ze door herinrichting verdwijnen worden alternatieve locaties beschikbaar gesteld. Er zijn voldoende mogelijkheden in het gebied voor het nachtvissen. Er is één regeling voor het hele plangebied. Beroepsvisserij In voorkomende gevallen visrechten verhuren aan zowel sport als beroep. In principe alle wateren bevisbaar voor beroep Beroep inschakelen in gehele beheersgebied voor onderzoek, bemonsteringen en vis in nood wanneer gebruik beroepsvistuigen gevraagd is. Mogelijke maatregelen Algemeen Sport, VBC & Waterschap: Visrechten binnen het beheersgebied inventariseren. Sport & beroep: Niet bij overkoepelende organisaties aangesloten hengelsportverenigingen en beroepsvissers benaderen om hun visserijgebruik in kaart te brengen. Waterschap: Het actualiseren van het beleid van het waterschap met betrekking tot uitgifte visrechten. Sportvisserij Sport: In kaart brengen sportvisserijgebruik binnen het gebied. Beroepsvisserij Bij het uitgeven van (nieuwe) visrechten moet zowel sport als beroep benaderd worden. 4.2 Visstand en viswatertype Streefbeeld: Algemeen De visstand in het gebied is gevarieerd en past bij de milieuomstandigheden. De bestanden zijn evenwichtig opgebouwd, alle jaarklassen zijn vertegenwoordigd. De VBC streeft realistische doelen voor de visstand na. Het watersysteem is ecologisch gezond en biedt voldoende paai-, opgroei- en schuilgelegenheid. De inrichting en het beheer zijn hierop afgestemd. Door het gebruik van verschillende vormen van monitoring (hengelvangsten, KRW-monitoring) ontstaat een goed beeld van de visstand. De monitoringsresultaten worden jaarlijks geëvalueerd zodat er een goed beeld is van de trends in de visstand. Trends in de visstand worden waar mogelijk gekoppeld aan veranderingen in inrichting, predatie, waterkwaliteit etc. Vis kan vrij migreren binnen de waterlichamen waardoor paai-, foerageer- en overwinteringsgebieden met elkaar in verbinding staan VBC AGV 4-11

36 - Visplan voor VBC AGV - Op grond van de evaluatie adviseert de VBC het waterschap over de inrichting en het beheer van de waterlichamen. Daarnaast zijn de leden van de VBC actief betrokken bij de uitwerking van diverse KRW-doelen in concrete maatregelen. Sportvisserij Er wordt geen beheersvisserij uitgevoerd en de het Waterschap heeft een terughoudende houding ten opzichte van actief biologisch beheer. Beroepsvisserij Een goed en planmatig beheer, dat leidt tot een duurzame en aantrekkelijke vispopulatie voor zowel sport- als beroepsvisserij binnen de mogelijkheden van een specifiek viswater, op de volgende wijze: - Een lange termijn evenwichtige (alle lengtes aanwezig) opbouw van de vispopulatie in het beheergebied, - Een gedifferentieerde (lengtesamenstelling) vispopulatie waarbij gestuurd kan worden in aantallen per lengteklassen (m.n relevant voor karper, snoek en snoekbaars) naar specifiek water of aan te wijzen deelgebied binnen het beheergebied. Mogelijke maatregelen Sportvisserij Waterschap: In beeld brengen van vismigratie knelpunten die migratie tussen paai, opgroei en overwinteringsgebieden belemmert en deze aanpakken. Allen: De VBC zal de mogelijkheden onderzoeken om te kijken of het mogelijk is een aal-reservaat in te stellen in het gebied. Beroepsvisserij Periodiek uitvoeren van onderzoek en bemonsteringen om een goed overzicht te krijgen van de vispopulatie op langere termijn en de ontwikkeling daarvan VBC AGV 4-12