NOTITIE. Code: /

Transcriptie

1 Code: / NOTITIE Algemene opmerkingen en wijzigingen ten aanzien van de voorgestelde aanpassingen van het Reglement voor de Binnenvisserij en het Reglement Minimummaten en Gesloten Tijden Door PVIS, als organisatie waar ook de CvB en PO-IJsselmeer onder vallen, in te dienen commentaren op de voorgestelde aanpassingen van de reglementen in de visserijwet. Inleiding: Onderstaande reactie van de beroepsbinnenvisserij is afgestemd met CvB, PO-IJsselmeer, PVIS en de Vereniging Vaste Vistuigen. De reactie bestaat uit twee delen. Een eerste deel met algemeen commentaar en alternatieve voorstellen en vervolgens commentaar en voorstellen per wetsartikel. Algemene opmerkingen ten aanzien van de voorgestelde aanpassingen van het Reglement voor de Binnenvisserij en het Reglement Minimummaten & Gesloten Tijden. A. Aanpassingen geven de beroepsvisserij op een aantal punten mogelijkheden: De mogelijkheid om met korven op zoetwaterkreeften en wolhandkrabben te vissen kan voor de beroepsvisserij een extra bron van inkomsten geven. Het opnemen van de rivierprik en de meerval in de visserijwet kan, mits de vangperiode verruimd wordt, ook de economie van een deel van de sector versterken. B. Visplannen als alternatief voor veel regels: Het ministerie van EL&I gaat binnenkort met de beroepsbinnenvisserij praten over de toekomstvisie voor deze sector. Een onderdeel daarvan is de decentrale planmatige bevissing per VBC-gebied. Voor soorten waarvoor geen Europese beschermingsregels zijn ingesteld kunnen veel van de zaken die nu nog in deze Reglementen zijn opgenomen (met name Minimummaten en Gesloten Tijden) op het decentrale VBC-niveau afgesproken, vastgelegd en gehandhaafd worden. Overheidstoezicht op zelfcontrole kan dan in de plaats komen van het vaak ontbreken van handhavingcapaciteit. Decentraal ontwikkelde regels hebben draagvlak bij sportvissers en beroepsvissers en geven handhavers ook de autoriteit om deze logische regels streng te handhaven. C. Gelijke behandeling sportvisserij en beroepsvisserij: De CvB is er een voorstander van om de sportvisserij zo veel mogelijk de ruimte te geven en mensen op deze manier van de natuur te laten genieten. De CvB is echter van mening dat de overheid niet met twee maten moet meten. Daar waar mogelijk moet ook de beroepsvisserij de ruimte gegeven worden. Voor de aal, waarvoor een Europese herstelopgave ligt, begrijpen wij dat de ruimte Europees en Nationaal ingeperkt wordt. Het inperken van de ruimte vindt echter eenzijdig plaats. Voor de

2 Ons kenmerk: / Pagina: 2 beroepsvisserij geldt een zeer streng: Nee, tenzij terwijl voor de sportvisserij er een: Ja, gaat uw gang maar benadering gehanteerd wordt. De voorgestelde aanpassingen van het Reglement Binnenvisserij (artikel 6, eerste lid) en artikel 7) geven de sportvisserij de mogelijkheid om het hele jaar rond met de worm te vissen (het favoriete voedsel van de aal) en overal s nachts te vissen (de periode dat de aal het best gevangen kan worden). Hier zijn wij niet op tegen. Waar de CvB wel op tegen is, is het volgende: a. In de toelichting wordt er met geen woord gesproken over de handhaving. Voor de beroepsvisserij geldt een zeer streng overheidstoezicht op de zelfcontrole door de sector. Weet de sector dit aantoonbaar niet te regelen dan betekend dat einde visserij (bijvoorbeeld wolhandkrab). Een dergelijke benadering zou ook voor de sportvisserij moeten gelden als het gaat om de aal. VOORSTEL: in de toelichting bij de regeling duidelijkheid scheppen over hoe de overheid toezicht op zelfcontrole door de sportvisserij vorm gaat geven, welke eisen de overheid stelt aan deze zelfcontrole en hoe men op een transparante wijze de zelfcontrole evalueert. b. Sportvissers wordt geadviseerd om de gevangen aal met (ingeslikte) haak terug te zetten. Daarbij wordt geadviseerd om de lijn door te knippen en niet de haak uit de paling te halen. Over de overleving van deze teruggezette paling is geen wetenschappelijk onderzoek verricht. D. Voorkomen van calamiteiten in plaats van paniekvisserij: In de nota van toelichting bij de voorgenomen wijziging in het Reglement voor de binnenvisserij (onderdeel G) kondigt het ministerie aan dat: In de uitvoeringsregeling visserij zal nog een nieuwe bepaling worden toegevoegd dat een generieke vrijstelling geeft van het verbod om beroepsvistuigen te gebruiken in situaties waarin als gevolg van baggeractiviteiten of drooglegging van een water sprake is van dreiging van vissterfte, of in geval van calamiteiten waarbij sprake is van vissterfte. Deze benadering zal het aantal paniekvisserijen drastisch doen toenemen. Aannemers en baggeraars zullen eerder geneigd zijn om gewoon te beginnen en in geval van calamiteiten hun eigen (onkundige) personeel inzetten voor het verwijderen van de vis. VOORSTEL: huidige verplichting voor het inschakelen van deskundige beroepsvissers handhaven en daarbij een wettelijke verplichting opnemen dat dit soort activiteiten vooraf gemeld moeten worden, zodat de vis voor uitvoering kan worden verwijderd. Deze benadering kan een groot aantal calamiteiten voorkomen middels het deskundig, van te voren, verwijderen van de vis. Geheel voorkomen van calamiteiten (riooloverloop, zuurstofloosheid onder ijs) is onmogelijk. In voorkomende gevallen zal echter altijd een beroepsvisser (van de, via het internet te raadplegen, lijst met beroepsvissers) ingeschakeld moeten worden. Omstanders hoeven niet te wachten met ingrijpen maar kunnen, na melding bij een centraal meldpunt (van RWS?), proberen om met schepnetten of handmatig vis over te plaatsen in afwachting van een deskundige beroepsvisser. De beroepsvisser heeft deskundigheid op het gebied van afvissen, maar kennis en juiste materialen voor tijdelijke opslag van vis langs het water en transport van vis. De kosten voor het minimaliseren van de vissterfte na een calamiteit zullen hiermee vermoedelijk ook eerder voor rekening van de veroorzaker van de calamiteit komen. Van de ingeschakelde beroepsvisser mag ook verslaglegging en centrale melding van de calamiteit verlangd worden.

3 Ons kenmerk: / Pagina: 3 E. Belang van een goede registratie van beroepsvisserijbedrijven op de binnenwateren: Een belangrijk hulpmiddel bij de handhaving van het rechtmatig gebruik van beroepsvistuigen en het in de handel brengen van zoetwatervis is de lijst van beroepsvissers, zoals die door EL&I is opgesteld. De CvB en PVIS beschikken inmiddels over deze lijst, maar moeten constateren dat deze niet compleet is. Voor zelfcontrole door de sector en overheidstoezicht op deze zelfcontrole zal de lijst compleet en actueel moeten zijn. Punten per wijzigingsvoorstel: REGLEMENT VOOR DE BINNENVISSERIJ: Vanuit Zeeland komt het verzoek om het kanaal door Zuid Beveland als kustwater aan te wijzen en daarmee buiten het reglement voor de binnenvisserij te plaatsen. Artikel 1 Invoeren kreeftenkorf als toegestaan vistuig voor geregistreerde beroepsvissers prima. Met de kreeftenkorf kunnen zowel zoetwater als zoutwater kreeften gevangen worden. De kreeftenvisserij in Zeeland heeft haar eigen gesloten tijden. Het is logisch dat dit vangtuig in deze gebieden onder hetzelfde regime gaan vallen. Voorstel is: gebruik van term kunststof in plaats van plastic en gaas als toevoeging. Gebruik schepnet. Voorstel: In de toelichting bij dit onderdeel van de regeling duidelijk blijven vermelden dat te allen tijde toestemming nodig is van de visrechthebbende. Ook graag vermelden dat wanneer de visrechthebbende zelf wordt ingeschakeld bij het onderzoek dit meer informatie oplevert. Constateert de visrechthebbende dat door verkeerd gebruik van het schepnet schade aan de vis en overige waterdieren wordt toegebracht dan kan toestemming geweigerd of ingetrokken worden. Artikel 3 Goed dat in de regeling opgenomen wordt dat sportvissers geen vis mogen verkopen. Voorstel dit artikel anders verwoorden: Het is voor vissers die niet voldoen aan de, door de Minister gestelde, criteria voor beroepsvisserij niet toegestaan gevangen vis in de handel te brengen, te koop aan te bieden of te vervreemden. In de toelichting bij dit artikel opnemen dat een overtreding van dit artikel een economisch delict is en dat de koper van de vis daarmee ook een economisch delict (heling) pleegt. Artikel 6 eerste lid Ten aanzien van het gebruik van de worm in de gesloten tijd voor bepaalde aassoorten. Het is belangrijk dat er eerst onderzoek plaatsvindt en overheidstoezicht op zelfcontrole duidelijke is

4 Ons kenmerk: / Pagina: 4 alvorens de vangstmogelijkheden voor de aal verruimd worden (zie onderdeel C van onze reactie). Artikel 7 2a: verruimen van de nachtvisserij met de hengel pas na wetenschappelijk onderzoek naar vangkans en overleving aal s nachts en met de worm (zie onderdeel C van onze reactie hierboven) 2b: bij de vistuigen waarvoor het verbod op de nachtvisserij geldt, zou het electrovisapparaat opgenomen kunnen worden. Per VBC en in de visplannen kan dan deze vorm van visserij vorm gegeven worden. 2d: Voorstel is om ook de gewone zegen vrij te stellen van het verbod op de nachtvisserij. In de grote rivieren is de nachtvisserij met de zegen al toegestaan (i.v.m. minder scheepvaart bijvoorbeeld). De zegenvisserij kan vaak efficiënter uitgevoerd worden in de nacht. Met minder inspanning (brandstof en tijd) kan de visserij evenveel vis vangen. Voor de handhaving is er geen verschil aangezien de zegenvisserij buiten het IJsselmeer altijd in het zicht (voeren van lampen is verplicht) van de oever gebeurd. Artikel 9: Onze Minister kan in de daarbij aan te wijzen wateren het vissen verbieden binnen een door Onze Minister te bepalen afstand van vispassages, stuwen, sluizen en gemalen. De CvB is verheugd dat het ministerie het advies van de CvB voor maatwerk per locatie heeft overgenomen. Wij kunnen ook begrijpen dat de Minister zich deze mogelijkheid verschaft, maar zijn beducht voor eenzijdig opgelegde maatregelen. Het maatwerk, zoals het plaatsen van fuiken, vangen en overzetten van schieraal langs gemalen, kan alleen lokaal goed gebeuren. Voorstel: In de toelichting vermelden dat afspraken over de bevissing bij migratieknelpunten in VBC-verband (met sportvisserij, beroepsvisserij en waterbeheerder) besproken worden en in een visplan vastgelegd worden. Ook vermelden dat het uitgangspunt bij het overleg dient te zijn de duurzame doelmatige bevissing in relatie tot beschermde trekvissen die niet gevangen mogen worden. Voor wat betreft de bevissing aan de zeezijde van de migratieknelpunten zal ook in overleg met belanghebbenden daar afspraken gemaakt moeten worden over de bevissing. Het reglement voor de binnenvisserij is hier niet van toepassing. Welke bevoegdheden Onze Minister heeft om het vissen te verbieden op deze locaties is nu niet duidelijk. REGLEMENT MINIMUMMATEN EN GESLOTEN TIJDEN 1985: Het voorstel van het ministerie is om voor de Fint, de Rivierprik, de Zeeprik en de Meerval een jaarrond gesloten periode in te voeren. Op geen van deze soorten wordt door beroepsvissers gericht gevist, maar deze worden wel in zeer beperkte mate (maar wel steeds meer) bijgevangen bij de fuikenvisserij en zijn economisch interessant of zouden dat kunnen worden als de bijvangst legaal aangevoerd zou kunnen worden. De meerval is een predator van de aal (sportvissers gebruiken aal vaak als aas) en regulering en duurzaam gebruik van deze vissoort, in overleg met de sportvisserij, ziet de beroepsvisserij als positief.

5 Ons kenmerk: / Pagina: 5 Voor de Fint geldt ook nog dat deze vrijwel direct sterft na vangst in de fuiken. Het terugzetten is dan ook in strijd met de breed gedragen maatschappelijke wens om alle bijgevangen consumptiewaardige vis zonder overlevingskans aan te landen en te benutten voor menselijke consumptie. De meeste vistuigen van de binnenvisserij (fuiken, zegen, vallen) zijn bedoeld om vis levend aan te voeren en kennen het probleem van dode bijvangst niet, maar de Fint vormt hierop een uitzondering. Voorstel van de CvB: Geen gesloten tijd invoeren voor deze soorten. In de verplichte visplannen (in de toekomst opgenomen in de visserijwet) of in de huurovereenkomsten en de schriftelijke toestemmingen van sportvissers en beroepsvissers (privaatrecht) voorwaarden voor het behoud van de bijvangst opnemen. Een hieraan gekoppelde vangstregistratie kan veel inzicht verschaffen in de trend in de bestanden. Rijswijk, 15 augustus 2011 ir. D.A.M. Risseeuw secretaris