VVP elektronisch handboek provinciaal beleid Jeugdbeleid januari / 9

Transcriptie

1 HET PROVINCIAAL JEUGDBELEID IN AL Z N DIMENSIES Het begrip Provinciaal jeugdbeleid dekt verschillende ladingen. Je kan het in de eerste plaats beschouwen als de initiatieven die een provinciebestuur onderneemt voor de vrijetijdsbesteding van kinderen en jongeren. Denk maar aan het ondersteunen van het jeugdwerk, het werken rond jeugdwelzijn, het runnen van een jeugdverblijfplaats, of het organiseren van culturele evenementen voor kinderen en/of jongeren. Dit noemt men de sectorale of verticale dimensie van het jeugdbeleid. Jeugdbeleid betekent daarnaast ook dat je rekening houdt met kinderen en jongeren in je beleid binnen andere domeinen. Een overheid neemt constant beslissingen die kinderen en jongeren aanbelangen. Maar dat wil niet zeggen dat men daar ook meteen rekening mee houdt. Als de dienst milieu het milieubeleidsplan maakt, of het ruimtelijk structuurplan opgesteld moet worden, wordt er intern overleg gevoerd met de jeugddienst. Die wijst er op dat er rekening gehouden moet worden met speelbossen, kampplaatsen voor jeugdbewegingen, en dergelijke meer. Dergelijke aanpak rekent men tot de horizontale dimensie van het jeugdbeleid. Een overheid die op dergelijke manier te werk gaat, voert een geïntegreerd jeugdbeleid. Zowel binnen gemeenten, provincies als Vlaamse Gemeenschap groeide het jeugdbeleid voort uit het jeugdwerkbeleid. Onder jeugdwerk verstaat men de klassieke jeugdbewegingen, maar ook speelpleinen, jeugdhuizen, dienstverlenende organisaties die rond bepaalde thema s actief zijn (informatie, participatie in de samenleving, seksualiteit, enzovoort) rekent men hiertoe. Die verruiming van jeugdwerkbeleid naar jeugdbeleid is nog volop bezig. Om die verruiming te illustreren, spreken we in deze tekst soms over het jeugd(werk)beleid. Zowel de gemeenten, de provincies als de Vlaamse Gemeenschap voeren een jeugdbeleid dat (in verschillende mate) een balans zoekt tussen deze factoren. Het provinciaal jeugdbeleid is voornamelijk een tweedelijnsbeleid. De klemtoon ligt op het ondersteunen van actoren die kinderen en jongeren als doelgroep hebben: gemeentelijke jeugddiensten, jeugdwerkorganisaties, schepenen van jeugd, gemeentelijke jeugdraden, enzovoort. Dit neemt niet weg dat de provincies ook zelf jeugdinitiatieven ontplooien, maar liefst toch in samenwerking met andere partners. Doen doen eerder dan zelf doen, dus. In deze tekst wordt het provinciaal jeugdbeleid voorgesteld. Vooreerst komt het wetgevend kader aan bod. Daarna wordt ingegaan op wat er concreet gebeurt rond bepaalde onderwerpen. Helemaal volledig en tot in detail zal dit overzicht niet zijn. Op het einde van de tekst vind je de contactgegevens terug van de provinciale jeugddiensten, waar je terecht kan voor meer informatie. Er wordt in het elektronisch handboek ook een afzonderlijke tekst opgesteld over het provinciale beleid rond jeugdcultuur. VVP elektronisch handboek provinciaal beleid Jeugdbeleid januari / 9

2 HET DECREET Het Vlaams decreet inzake lokaal, VGC- en provinciaal jeugd(werk)beleid van 14 februari 2003 vormt het wetgevend kader waarbinnen de provincies hun jeugdbeleid deels uitbouwen; het provinciaal beleid is ruimer dan wat decretaal vastligt. Het decreet ontstond door 2 bestaande decreten samen te voegen, namelijk het decreet inzake gemeentelijk jeugdwerkbeleid en het decreet inzake het provinciaal jeugdwerkbeleid. In 2005 werd het decreet een eerste maal herwerkt om de planlast te beperken (wijzigingsdecreet 23 december 2005). In 2006 gebeurde een inhoudelijke evaluatie/ aanpassing. Het opzet werd verruimd van jeugdwerkbeleid naar jeugdbeleid (wijzigingsdecreet 15 december 2006). Het decreet bevat een aantal analoge bepalingen voor gemeentelijk en provinciaal beleid terzake, naast de nodige nuanceringen per beleidsniveau. Het decreet erkent dus de complementariteit tussen het provinciale en lokale jeugdwerkbeleid. Beide beleidsniveaus worden gesubsidieerd op basis van dit decreet. In deze tekst wordt enkel stilgestaan bij het provinciale luik, uiteraard (artikels 16 tot en met 26 van het decreet). HET JEUGDBELEIDSPLAN Het decreet bepaalt dat provincies subsidies ontvangen voor hun jeugdwerkbeleid wanneer zijn een jeugdbeleidsplan opstellen. Het jeugdbeleidsplan moet 2 hoofdstukken en daaraan gekoppeld een financieel overzicht, bevatten. Het eerste hoofdstuk, jeugdwerkbeleid, behandelt de wijze waarop de provincie het jeugdwerk zal ondersteunen, zowel qua subsidies, infrastructuur, kadervorming als materieel. Een bijzondere kerntaak op dit vlak is de ondersteuning van jeugdwerk dat in hoge mate gericht is op kinderen en jongeren met een handicap. Het tweede hoofdstuk gaat in op het jeugdbeleid. In overleg met de jeugdraad wordt een keuze gemaakt van beleidsmaatregelen met gevolgen voor kinderen en jongeren. Daarnaast wordt aangegeven hoe het provinciaal jeugdwerkbeleid aansluiting vindt bij het bredere beleid van de provincie (bijvoorbeeld rond ruimtelijke ordening, milieu, mobiliteit, enz ). De manier waarop de provincies het gemeentelijk jeugd(werk)beleid blijven ondersteunen, wordt ook in dit hoofdstuk beschreven. Het jeugdbeleidsplan wordt opgesteld voor een periode van 6 jaar is het planningsjaar voor het nieuwe plan, dat van 2008 tot 2013 uitgevoerd wordt. Na 3 jaar wordt het grondig geëvalueerd. Het jeugd)beleidsplan is een collectief gedeeld plan: het wordt volgens een participatieve planning opgesteld. De opmaak gebeurt in nauw overleg tussen gedeputeerde, jeugddienst en provinciale jeugdraad. Maar ook provinciaal jeugdwerk, deskundigen inzake jeugdbeleid, gemeentebesturen en gemeentelijke jeugdraden moeten / mogen hun zeg doen over het provinciaal jeugd(werk)beleidsplan. De provincieraad moet het ontwerp van jeugdbeleidsplan goedkeuren vooraleer het ingediend kan worden bij de Vlaamse Gemeenschap. SUBSIDIES Op basis van het decreet ontvangen de provinciebesturen subsidies van de Vlaamse Gemeenschap voor de uitvoering van hun jeugdwerkbeleid. 80 % van de subsidie wordt berekend op basis van het VVP elektronisch handboek provinciaal beleid Jeugdbeleid januari / 9

3 aantal inwoners jonger dan 25 per provincie, 20 % krijgt men voor de bijzondere inspanningen naar jeugdwerk voor kinderen en jongeren met een handicap. Het decreet verplicht de provincies deze subsidie te gebruiken om particuliere jeugdwerkinitiatieven te ondersteunen. Achterliggende filosofie: de provinciebesturen worden het best in staat geacht hoe dit moet gebeuren op provinciale schaal. Onder ondersteuning verstaat men het subsidiëren van de werking en / of het financieel ondersteunen van infrastructuur (bouwen, verbouwen, verwerven of onderhouden). Dit moet verlopen door middel van provinciale reglementen, of uitzonderlijk op basis van een subsidie ad nominatum. PROVINCIES EN GEMEENTEN Het decreet vermeldt voor de provinciebesturen expliciet de opdracht de gemeentebesturen (zowel schepenen als jeugddiensten) te begeleiden / ondersteunen in het voeren van een jeugd(werk)beleid. Dit wil niet zeggen dat de provincies de gemeenten hiervoor subsidiëren, integendeel. De Vlaamse Gemeenschap verleent immers al subsidies aan de gemeenten hiervoor, op basis van hetzelfde decreet. Wel kunnen provincies (tijdelijk en op verzoek! ) intergemeentelijke jeugddiensten of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden subsidiëren. Maar daar mogen ze de Vlaamse subsidies niet voor gebruiken. PROVINCIALE JEUGDRAAD Last but not least verplicht het decreet de provinciebesturen ook hun jeugd(werk)beleid te voeren in overleg met de provinciale jeugdraad. Deze is samengesteld uit: - afgevaardigden van provinciale jeugdwerkinitiatieven; - vertegenwoordigers van gemeentelijke jeugdraden; - geïnteresseerde jeugd uit de provincie die onder geen van beide bovenstaande noemers thuishoren. De jeugdraad wordt mee opgevolgd door een medewerker van de jeugddienst. De provinciale jeugdraad is een adviesraad. Naast het jeugd(werk)beleidsplan, kunnen ook andere aangelegenheden uit het jeugdbeleid onderwerp van een advies zijn. De jeugdraad kan advies uitbrengen op vraag van de deputatie, of op eigen initiatief. Als de deputatie bij een beslissing het advies van de jeugdraad niet volgt, moet zij dit afdoende motiveren. De provinciale jeugdraad is één van de iniatieven die een provinciebestuur neemt om kinderen en jongeren bij haar werking te betrekken. Dit gebeurt ook op andere manieren, gaande van een Kinderprovincieraad in Oost-Vlaanderen tot Limburg voor jongeren, jongeren voor Limburg in inderdaad ja. GEMEENTELIJK JEUGDBELEID ONDERSTEUNEN De provincies hebben dus als opdracht de gemeenten te ondersteunen in het voeren van een jeugdbeleid, wat op verschillende manieren gebeurt. VVP elektronisch handboek provinciaal beleid Jeugdbeleid januari / 9

4 Vooreerst kan men stellen dat de jeugddiensten door hun bereikbaarheid en contacten met het werkveld een soort helpdeskfunctie vervullen. Bijzondere aandacht gaat naar de opmaak en uitvoering van de gemeentelijke jeugd(werk)beleidsplannen. Door middel van studiedagen, andere vorming of infomomenten wordt getracht de aandacht van de gemeentes te vestigen op belangrijke kwesties binnen het jeugdbeleid. De doelgroep bestaat zowel uit schepen van jeugd, jeugdconsulenten als leden van gemeentelijke jeugdraden. Zo hadden de provincies vaak een rol binnen het bovenlokale gebeuren rond de lokale jeugdraden: trefdagen, studiemomenten, ondersteuning regionale overlegtafels, subsidiëring regionale activiteiten, enz Zoals hierboven aangehaald, subsidiëren de provincies de gemeenten niet voor het voeren van hun reguliere jeugdbeleid. Hierop zijn enkele uitzonderingen: subsidies rond jeugdruimte (zie jeugdruimte), en subsidies voor intergemeentelijke jeugddiensten (Vlaams-Brabant). De provincie Oost-Vlaanderen besteedt bijzondere aandacht aan regionale overlegplatformen, en ondersteunt de regionale jeugdconsulent in het Meetjesland (beter bekend als de Meetjesman). In Oost-Vlaanderen is er ook Partitur, dat gemeentelijke participatieprojecten voor kinderen en jongeren financieel ondersteunt. De provincies zijn niet de enige instantie die de gemeenten ondersteunen in het voeren van een jeugdbeleid. Belangrijke partner in het veld is de Vereniging van de Vlaamse Jeugdconsulenten (VVJ). De provincies maken ook deel uit van de Reflectiegroep lokaal en provinciaal jeugdwerkbeleid. Hiervan maken naast de provincies en VVJ ook o.a. het steunpunt jeugd, VVSG, de Vlaamse jeugdraad en VVP deel van uit. De afdeling jeugd van de Vlaamse administratie begeleidt dit overlegorgaan. Het buigt zich over heikele kwesties, maar organiseert ook vorming. Om een voorbeeld te geven : in november en december 2006 gingen er per provincie trefdagen door voor schepenen van jeugd, jeugdconsulenten, lokale jeugdwerkers en leden van lokale jeugdraden over de opmaak van het nieuwe jeugdbeleidsplan. JEUGDRUIMTE Kinderen en jongeren hebben ruimte nodig om zich te ontplooien, zich te amuseren, bij te leren, of kortweg zichzelf te zijn. Niet alleen een fysieke ruimte, hun eigen plekje, maar ook mentale ruimte, dus begrip, respect en tolerantie van de mensen in hun omgeving. Speelpleinen, speelstraten, speelbossen, skateparken, fuifzalen, jeugdhuizen, plekken voor hangjongeren zijn voorbeelden van plekken exclusief voor de jeugd. Maar de jeugdbeweging moet ook een (brandveilig) lokaal hebben, en goede kampplaatsen zijn onontbeerlijk want wie wil er nu altijd naar de Ardennen gaan? Beginnende muziekgroepjes hebben nood aan repetitielokalen. En natuurlijk wil iedereen in z n gemeente een goede fuifzaal, en een fuifreglement dat jongeren toelaat fuiven te organiseren, en zelf te fuiven op een verantwoorde manier: dat spreekt voor zich. Er moet ook over gewaakt worden dat in ruimtelijke structuurplannen (van gemeenten maar ook provincies) voldoende rekening gehouden wordt met de jeugd. Jeugdruimte is de laatste jaren een heel belangrijke issue, en zoals je merkt één met heel veel dimensies. De provincies ontwikkelen er dan ook een gepast beleid rond. De provincie Antwerpen maakte een checklist om jeugdinfrastructuur te testen op o.a. veiligheid en ontwikkelde een ruimtemobiel die een ruimte op haar jeugdvriendelijkheid test. De provincie begeleidde ook een aantal gemeenten in het voeren van een positief fuif- en feestbeleid. Daarnaast geeft de jeugddienst ook adviezen over ruimtelijke ordening. Subsidies zijn er voor de inrichting van geluidsdichte repetitielokalen, en jeugdverblijfcentra kunnen werkingssubsidies krijgen. De jeugddienst wijdde ook één van haar magazines aan het thema. VVP elektronisch handboek provinciaal beleid Jeugdbeleid januari / 9

5 De provincie Limburg lanceerde de campagne GEEF JEUGD RUIMTE! Hierin kwam de problematiek op diverse vlakken aan bod. De jeugddienst geeft er advies over het inrichten van speelruimte. Subsidies en advies zijn er voor het inrichten van fuif- of cultuurruimte voor jongeren. Rond zonevreemde jeugdverblijfcentra werd een pilootproject uitgewerkt. De provincie startte ook een onderzoek hoe alle jeugdruimte er digitaal in kaart gebracht kan worden. In Oost-Vlaanderen werkt men mee aan de kwalitatieve uitbouw van speelpleinwerking door middel van een subsidie. De jeugddienst trekt er zich ook aan of de jeugdwerkinfrastructuur in de provincie wel brandveilig is wat niet wil zeggen dat dat in de andere provincies niet gebeurt Vlaams-Brabant focust op jeugdverblijfinfrastructuur, speelruimte en waakt mee over de belangen van kinderen en jongeren in ruimtelijke ordening. Tussen 1999 en 2006 werden in totaal 18 repetitieruimten op 12 verschillende locaties in de provincie gesubsidieerd. In West-Vlaanderen werkte men een eigen provinciaal jeugdruimteplan uit. Hieruit zullen heel wat beleidskeuzes volgen inzake de bovenlokale behoeften inzake ruimte voor de jeugd. Jeugdverblijfscentra kunnen er reeds lang infrastructuurtoelagen krijgen. JEUGDWERK JEUGDWERKBELEID Zoals bij de toelichting van het decreet reeds vermeld, is het een provinciale opdracht het jeugdwerk in de provincie te ondersteunen. Dit gebeurt zowel door middel van subsidiëring, info als vorming. Maar de jeugddienst geeft ook advies over thema s die het jeugdwerk aangaan (bijvoorbeeld infrastructuur), het jeugdwerk kan ook terecht in de provinciale uitleendiensten voor materiaal wanneer ze een activiteit organiseren, enzoverder. Men kan stellen dat het jeugdwerk één van de belangrijkste klanten van het provinciaal jeugd(werk)beleid is, die ook een belangrijke plaats innemen in de provinciale jeugdraden. Voor het jeugdwerk zijn dan ook verschillende ondersteuningsvormen ontwikkeld. Deze variëren per provincie. De provincie Antwerpen zette het Project inclusief jeugdwerk op. Bedoeling is het jeugdwerk zo toegankelijk mogelijk te maken voor alle kinderen en jongeren, ongeacht afkomst, ras, fysieke mogelijkheden, enz Binnen het project worden publicaties, vormingen en pilootprojecten opgezet. Zo zijn er de Blind dates. Dit zijn ontmoetingen die de jeugddienst opzet tussen bijvoorbeeld een jeugdhuis en een groep gehandicapte kinderen en jongeren. Er bestaan volgende subsidiemogelijkheden: - werkingssubsidie aan regionaal jeugdwerk; - werkingssubsidies voor regionale of provinciale coördinatiejeugdverenigingen; - werkingssubsidies voor regionale jeugddiensten; - werkingssubsidies voor regionale jeugdhuizen; - subsidiëring van jeugd(werk)projecten met bovenlokale uitstraling. De Regenboog is de partner van de provincie Limburg voor het uitbouwen van een toegankelijk jeugdwerk. De organisatie focust op jeugdwerk voor o.a. kinderen en jongeren met een handicap, maar is ook een vrijetijdscentrum voor personen met een handicap. Haar knowhow rond werken met kinderen en jongeren met een handicap wordt nu aan het werkveld aangeboden. Alle structurele subsidies aan jeugdorganisaties worden gevat in het reglement subsidies aan provinciale jeugdorganisaties. Binnen het reglement subsidies voor jongereninitiatieven wordt VVP elektronisch handboek provinciaal beleid Jeugdbeleid januari / 9

6 vernieuwend en experimenteel werken in de jeugdsector gestimuleerd. Enkel voor het luik toegankelijk jeugdwerk kunnen ook structureel gesubsidieerde jeugdorganisaties projecten hiervoor indienen. De provincie Oost-Vlaanderen besteedt naast de reguliere dienstverlening aan het jeugdwerk bijzondere aandacht aan het organiseren van overleg binnen de sector. Met het reglement Provinciaal jeugdwerk wordt de werking van bovenlokale jeugdwerkinitiatieven financieel ondersteund. Het gaat hier zowel over regionale structuren van het landelijk jeugdwerk als autonoom regionaal jeugdwerk. Het jeugdwerk kan ook aanvragen indienen binnen het reglement jeugdprojecten. In Vlaams-Brabant gaat ook de nodige aandacht naar netwerking tussen lokale of bovenlokale jeugdwerkinitiatieven. Dit wordt met een afzonderlijk subsidiereglement ondersteund. Daarnaast is er ook een subsidiereglement subsidies voor regionaal eerstelijnsjeugdwerk en de mogelijkheid projectsubsidies aan te vragen. West-Vlaanderen voegt nog een extra dimensie toe aan de provinciale ondersteuning van het jeugdwerk. De provincie stimuleert er namelijk grensoverschrijdende contacten, zowel gemeente- als landsgrenzen, in dit geval. De subsidiemogelijkheden: - werkingstoelagen jeugdwerkorganisaties en diensten; - subsidiëring projecten in het jeugdwerk (en startende muziekfestivals); - subsidiëring en promotie van West-Vlaamse producties; - subsidiëring intergemeentelijke jeugdwerkinitiatieven; - subsidiëring grensoverschrijdende initiatieven; UITLEENDIENSTEN EN VERBLIJFCENTRA Socio-culturele verenigingen, waaronder dus ook het jeugdwerk, krijgen ook nog een andere vorm van ondersteuning van de provinciebesturen. In alle provincies bestaan er uitleendiensten waar men audiovisueel materiaal, didactisch materiaal, tenten (in Vlaams-Brabant toch), recycleerbare bekers (West-Vlaanderen) en dergelijke meer kan ontlenen. Dezelfde socio-culturele verenigingen kunnen voor hun vormingsactiviteiten ook terecht in de provinciale verblijfsaccommodatie. Deze is vaak gevestigd in één van de vele provinciale domeinen die de provinciebesturen rijk zijn. In sommige kan je ook kamperen. In Antwerpen is er het Provinciaal Vormingscentrum te Malle. Hier is ook de uitleendienst gevestigd. Deze heeft ook uitleenpunten in Mechelen, Westerlo en Antwerpen. Daarnaast heeft de provincie een sportuitleendienst en de Materialenbank vzw voor leermiddelen over de multiculturele samenleving. Het Vormingscentrum te Malle biedt verblijfsaccommodatie aan. Andere provinciale accomodaties en infrastructuur zijn o.a. het Sporthotel Brasschaat, De Nekker, Provinciaal Centrum Arenberg of het Provinciehuis. In Limburg is er ook een uitleendienst. De provinciale verblijfsaccommodatie (niet exclusief voor jeugd) bevindt er zich in het Dommelhof te Neerpelt. De Abdijschool te Dendermonde in Oost-Vlaanderen werd omgebouwd tot een vormingscentrum voor de jeugd, het PVC. Het provinciebestuur heeft er uitleendiensten in Gent, Sint-Niklaas en Oudenaarde. De uitleendienst van Vlaams-Brabant heeft twee filialen, nl. in Leuven en in Asse. Vlak aan het provinciedomein van Huizingen bevindt zich het vormingscentrum Hanenbos. In West-Vlaanderen werkt men volop aan een eigen jeugdvormingscentrum. De jeugd kan er voor diverse activiteiten nu al terecht in één van de 16 provinciale domeinen. De provincie heeft ook vier uitleenposten audiovisueel materiaal (Brugge, Oostende, Kortrijk en Ieper). VVP elektronisch handboek provinciaal beleid Jeugdbeleid januari / 9

7 JEUGDWELZIJN Het provinciaal jeugdbeleid richt zich vooral op de vrijetijd, met de nadruk op vrijetijdsbesteding / - beleving. In de meeste provincies is de dienst jeugd een onderdeel van het departement welzijn. Dit resulteert soms ook in een specifiek welzijnsbeleid voor de doelgroep jeugd opnieuw vanuit de filosofie specifieke beleidslijnen op te zetten voor de doelgroep kinderen en jongeren. Dit komt echter niet in elke provincie voor, of toch niet op dezelfde manier / in dezelfde mate. In Oost-Vlaanderen ondersteunt men actief de sector bijzondere jeugdbijstand, en focust men op integrale jeugdhulpverlening. Dit gebeurt ondermeer aan de hand van subsidie (investerings- en projectsubsidies voor organisaties uit de sector bijzondere jeugdbijstand, bijvoorbeeld), maar ook door de organisatie van het Overlegplatform Bijzondere Jeugdbijstand. De provincie houdt ook een vinger aan de pols wat betreft de evoluties binnen het concept integrale jeugdhulp. In West-Vlaanderen draait het ook rond integrale jeugdhulp. De provincie zorgt er voor degelijke opvang- en begeleidingsfaciliteiten in de bijzondere jeugdbijstand. Er is ook een provinciaal vereffeningsfonds voor minderjarige daders. De provincie wil ook een coördinerende rol opnemen inzake opvoedingsondersteuning. Er is een subsidiereglement voor infrastructuurtoelagen bijzondere jeugdbijstand, en één voor overlegplatforms jeugd en welzijn. De provincie Limburg ondersteunt o.a. het Centrum voor Maatschappelijke Gelijkheid en Jeugdwelzijn (CMGJ), een dienstencentrum voor jeugdwelzijnswerkingen dat zich ook inspant voor toegankelijkheid in de jeugdsector. In Vlaams-Brabant tot slot is er een subsidieregeling voor organisaties die een werking ontplooien naar maatschappelijk kwetsbare jongeren. JEUGDCULTUUR EN RANDANIMATIE De provincies voeren sinds jaren een interessant beleid op het vlak van jeugdcultuur. Wie is er niet vertrouwd met de Kunstbende? En misschien heeft u ooit al iets gehoord van of over de provinciale popconcoursen? Wel, omdat het aanbod zo interessant is, vindt u er binnenkort verder in het elektronisch handboek een aparte tekst over terug. Naast jeugdculturele activiteiten organiseren de provincies nog andere evenementen voor kinderen en jongeren in de provinciale domeinen, en elders. Het aanbod varieert van muziekfestivals voor kinderen (Pennenzakkenrock in Antwerpen, Popeiland in Oost-Vlaanderen of vanaf 2007 Pepernoot in Vlaams- Brabant), Grabbelpasactiviteiten en Roefeldagen in provinciale domeinen, tot Kinderhoogdagen rond cultuur in Vlaams-Brabant, de kinderboerderij of het Suske en Wiske-museum in Antwerpen of het Spruitenbal in Oost-Vlaanderen. JEUGDDIENSTEN U heeft gemerkt dat er heel wat gebeurt binnen het provinciale jeugdbeleid. Samen met de gedeputeerden van jeugd, vormen de jeugddiensten de drijvende kracht achter dit alles. Niet alleen organiseren ze vorming, activiteiten en voeren ze overleg met partners en belanghebbenden. Ze functioneren ook als een helpdesk voor gemeentelijke jeugddiensten of provinciaal jeugdwerk. Op regelmatige basis verspreiden ze ook informatie over het provinciaal jeugdbeleid en ander nieuws uit de VVP elektronisch handboek provinciaal beleid Jeugdbeleid januari / 9

8 jeugdsector door middel van een nieuwsbrief. Neem zeker eens een kijkje op hun website het adres vind je op de volgende pagina. Pieter Dielis VVP-stafmedewerker VVP elektronisch handboek provinciaal beleid Jeugdbeleid januari / 9

9 Voor meer informatie: Antwerpen Joke Verschueren T jeugd@admin.provant.be Limburg Luc Flipkens T jeugd@limburg.be Oost-Vlaanderen Jan Cools T jeugddienst@oost-vlaanderen.be Vlaams-Brabant Katrijn Van Duffel T jeugddienst@vlaamsbrabant.be West-Vlaanderen Luc Termont T jeugd@west-vlaanderen.be VVP elektronisch handboek provinciaal beleid Jeugdbeleid januari / 9