Gemeente fj Bergen op Zoom

Transcriptie

1 RMD Gemeente fj Bergen op Zoom Datum Van Aan Kopie aan Onderwerp 23 mei 2007 Het college van B&W De raads- en duoburgerleden Convenant duurzaam bouwen West-Brabant Nr.: Mededeling Huidig convenant D.d. 27 mei 2004 heeft uw raad ingestemd met het Model-Convenant Duurzame Ontwikkeling Woningbouw. Op 13 oktober 2004 is een intentieverklaring ondertekend door de gemeente, de drie in onze gemeente werkzame woningcorporaties en een viertal projectontwikkelaars te weten Stichting Schelde Ontwikkeling en Bouw, Bouwfonds Ontwikkeling, Vesteda Project B.V. en Rabo-Vastgoed B.V.. Nieuw convenant Op initiatief van de Regionale Milieudienst (RMD) is thans na ambtelijk en bestuurlijk overleg met zes gemeenten een Convenant duurzaam bouwen West-Brabant opgesteld. Naast onze gemeente betreffen het de gemeenten Halderberge, Moerdijk, Roosendaal, Rucphen en Woensdrecht. Als een goed uitgangspunt is hiervoor gezien het convenant dat de gemeente Bergen op Zoom heeft afgesloten met plaatselijke woningcorporaties en projectontwikkelaars. Doelstellingen Zowel voor wat betreft doelstellingen als kenmerken is het regionale convenant gestoeld op het Bergse convenant. Doel van het convenant is de toevoeging van een kwaliteitsimpuls in nieuw te bouwen woningen en de bestaande woningvoorraad bij groot-onderhoud, renovatie en herstructurering. Dit wordt verwezenlijkt door in de planvorming een afgesproken extra inspanning te leveren in duurzame ontwikkeling. Een tweede doel van het convenant is meer eenheid te brengen in aanpak en uitvoering van duurzame ontwikkeling in de regio. Investeringsniveau duurzame maatregelen Het huidige Convenant Duurzame Ontwikkeling Woningbouw voorziet in een (netto) investeringsniveau van ten minste 1.500,- per woning. Het referentiekader is het Bouwbesluit. Dit investeringsniveau was destijds in 2004 het maximaal haalbare. In het regionale convenant is het investeringsniveau bepaald op tenminste 5.000,- per woning in de vrije sector en tenminste 2.500,- per woning in de sociale sector. Evaluatie en kennisuitwisseling Het convenant wordt aangegaan voor onbepaalde tijd met om de 2 jaar een evaluatiemoment en eventueel herijkingmoment met de mogelijkheid dat het convenant wordt aangepast naar de nieuwste ontwikkelingen. De

2

3 Gemeente fj Eergen op Zoom opzet van het regionale convenant, de begeleiding ervan door een projectgroep en de periodieke evaluatie waarborgen een continu proces van kennisuitwisseling en kwaliteitsverhoging. Het nieuwe convenant zal met ingang van 23 mei 2007 voor de partijen van toepassing zijn op alle nieuw op te stellen bouwplannen waarvoor nog geen contracten zijn afgesloten. Bestaande contracten met partijen waarin het convenant niet is opgenomen of waarin het huidige convenant met het lagere investeringsniveau is voorzien, dienen uiteraard te worden gerespecteerd. Residuele grondwaardebepaling Gemeentelijke bouwgrond voor projectmatige woningbouw wordt tegenwoordig veelal volgens de zgn. residuele grondwaardemethode verkocht. De residuele grondwaardemethode gaat uit van het principe dat de prijs van de grond bepaald wordt door de waarde van de woning. De residuele grondwaarde wordt berekend door de te verwachten verkoopprijs van de woning te verminderen met de bouwkosten. Op basis van het huidige en nieuwe convenant verplicht de wederpartij zich maatregelen te treffen en voorzieningen aan te brengen welke gericht zijn op verhoging van de kwaliteit van de woning door toepassing van onder meer innovatieve voorzieningen. De toepassing van maatregelen en voorzieningen dient te resulteren in een duidelijke meerwaarde voorde (toekomstige) bewoner ten opzichte van traditioneel gebouwde woningen. De meerkosten van deze maatregelen en voorzieningen dienen geheel in de exploitatieopzet van de woning te worden ondergebracht. Het investeringsbedrag dient dus volledig te zijn ondergebracht in de verkoopprijs of huurprijs van de woning. Vanwege deze verplichting treedt tevens geen vermindering van de berekende grondopbrengsten voor de gemeente op. Ondertekening convenant De RMD heeft de betrokken partijen uitgenodigd het Convenant duurzaam bouwen West-Brabant gezamenlijk te ondertekenen op 23 mei Namens onze gemeente zal de ondertekening door wethouder Hagenaars worden verricht. Bijlagen De volgende bijlagen zijn, als onderdeel van deze raadsmededeling, bijgevoegd: geen De volgende bijlagen zijn, als achtergrondinformatie voor deze raadsmededeling, ter inzage gelegd' Convenant Duurzaam Wonen Hoogachtend, het college van burgemeesteren wethouders van Bergen op Zoom, burgeme Drs. A. Haasnoot A.J.F.M. Linssen Loco-burgemeester

4

5 Convenant duurzaam bouwen West Brabant Doel van het convenant is de toevoeging van een kwaliteitsimpuls in nieuw te bouwen woningen en de bestaande woningvoorraad bij onderhoud, renovatie en herstructurering. Dit wordt verwezenlijkt door in de planvorming een afgesproken extra inspanning te leveren in duurzame ontwikkeling (voor nadere omschrijving zie begripsbepaling 1). Duurzame ontwikkeling wordt daarbij niet als een toevoeging gezien, maar als integraal onderdeel van het kwaliteitsniveau van een project. Een tweede doel van het convenant is meer eenheid te brengen in aanpak en uitvoering van duurzame ontwikkeling in de regio. Voor de bepaling van het ambitieniveau in dit convenant dienen als referentiepunt voor woningcorporaties en ontwikkelaars de concepten uit de BAM-toolkit en voor de gemeenten de GPR-methode. Beide methoden bieden zowel voldoende houvast als mogelijkheden voor creatieve oplossingen. Uitgangspunt is dat de ondertekenende partijen de vaste maatregelen en minimaal de kostenneutrale variabele maatregelen uit de nationale pakketten standaard in hun bouwplannen opnemen. Het zelfde geldt voor het gebruik maken van de richtlijnen betreffende levensloopbestendig bouwen en veilig wonen. De kwaliteitstoevoeging van duurzame ontwikkeling betreft zowel het stedenbouwkundig niveau als het niveau van het gebouw. Deze kwaliteitsimpuls heeft uiteraard betrekking op comfort, gezondheid of simpel kwaliteit. Deze kwaliteitsimpuls komt extra tot zijn recht als er samenhang is met de stedenbouwkundige opzet c.q. inrichting van het plangebied, en met een adequaat beheer van de bewoners na oplevering van het project. Ambities Het ambitieniveau is van toepassing op alle nieuwbouwwoningen en ingrepen in de bestaande voorraad met een investeringsniveau van minimaal ,-. Voor extra inspanningen wordt de laatste jaren steeds meer vanuit concepten (een samenhangend pakket van maatregelen) gewerkt. Op energiegebied is dit bij de recente verlaging van de EPN naar 0,8 al standaard. In dit convenant wordt als bovengrens een EPC van 0,72 aangehouden. Dit omdat de drie gemeenten met BANS-klimaatbeleid (Moerdijk, Halderberge en Bergen op Zoom) zich hiertoe al verplichten. Het voordeel van het gebruik van concepten is dat maatregelen op andere onderdelen (thema's) van duurzaam bouwen zonder problemen kunnen worden meegenomen. Door middel van dit convenant wordt per project aangegeven op welk(e) thema('s) een extra kwaliteitsimpuls wordt gegeven. De genoemde extra inspanning kan worden gepleegd op de volgende thema's: Materiaalgebruik Gezondheid en binnenmilieu Energie Water Ecologie Woonkwaliteit - zorgvuldig materiaalgebruik, rekening houdend met grondstoffen, productie en leefomgeving. 1 ) - allergeenarm bouwen - EPC 0,72 of lager - afkoppelen en berging in de wijk, niet-uitlogende bouwmaterialen - het inpassen van aanwezige landschapselementen door het opstellen van een beeldkwaliteitplan. Voorbeelden van elementen zijn natuurlijke erfafscheidingen, nestelruimtes, natuurlijke waterlopen en houtwallen - woongenot (levensloopbestendig, comfort en veiligheid) 1 ) Zie verder het betreffende onderdeel bij GPR Gebouw. Convenant duurzaam bouwen West Brabant RDC-Brabant, P. Hack/RMD, A. Clarijs maart 2007

6 Per locatie zal het ambitieniveau in overleg bepaald worden. De GPR Tilburg en de Toolkit Duurzame Woningbouw van de BAM zullen daarbij leidraad zijn. Het geheel aan extra inspanningen wordt geconcretiseerd door toepassing van een extra investeringsniveau van tenminste 5000,- per woning voor de nieuwbouw van woningen in de vrije sector én tenminste 2500,- per woning voor woningen in de sociale sector. Hierin is het saldo van eventueel meer- en minderwerk met betrekking tot die duurzame voorzieningen verrekend. Het referentiekader is het Bouwbesluit. De gemeenten verbinden zich de kwaliteitsimpuls te maximaliseren door op het stedenbouwkundig en/of inrichtingsniveau een hiermee samenhangende kwaliteitsimpuls te geven in samenhang met het gekozen thema. De uitwerking van het thema dient daardoor in overleg tussen de gemeente en de bouwende partij te gebeuren. Taken van deelnemende partijen a. gemeenten. 1. De gemeente stelt het aangaan van koopovereenkomsten bij overdracht en/of uitgifte van grond -voor zover dat niet in strijd is met eerdere bestuurlijke toezeggingen en rechtens mogelijk is - afhankelijk van de bereidheid van de koper tot het aangaan van een convenant duurzaam bouwen, zoals in deze overeenkomst omschreven. 2. De gemeenten vervullen een voorbeeldfunctie en zullen, mede om die reden, in hun eigen nieuwbouw- en renovatieprojecten en het beheer van hun eigen gebouwen duurzame maatregelen treffen, waarbij het zelfde ambitieniveau wordt aangehouden als voor de andere partijen geldt. 3. Op stedenbouwkundig niveau werkt de gemeente in overleg met de opdrachtgevers de thema's water, energie, groen, natuur en landschap, verkeer en flexibel ontwerpen nader uit. Alle betreffende locaties in de ondertekenende gemeente zullen vanuit hun vaak specifieke karakteristiek aan de hand van een thema worden gelabeld om gemeentebreed een gedifferentieerde aanpak te bewerkstelligen. Deze aanpak dient ruimte te bieden om thema's op projectniveau nader inhoud te kunnen geven. 4. De gemeente ziet toe en controleert steekproefsgewijs op de naleving van het convenant Duurzaam Bouwen. De gemeente spreekt initiatiefnemers aan, indien de in dit kader afgesproken maatregelen tot het overeengekomen kostenniveau niet of onvoldoende zijn getroffen en zal indien rechtens mogelijk alsnog naleving afdwingen. 5. De gemeente brengt actief de mogelijkheid van het treffen van maatregelen c.q. voorzieningen ter kennis aan de toekomstige vrije kavelbouwer, bijvoorbeeld door middel van foldermateriaal, gevoegd bij aanvraag- en meldingsformulieren voor een bouwvergunning. 6. De gemeente wijst binnen de gemeentelijke organisatie een contactpersoon aan, die belast is met de beantwoording van vragen en afstemming van zaken, die verband houden met duurzaam bouwen. 7. De afdelingen binnen de gemeentelijke organisatie, die betrokken zijn bij de (steden)bouw, het beheer van gemeentelijke gebouwen en grond- weg- en waterbouw zullen vertrouwd worden gemaakt met de in dit convenant genoemde pakketten en zullen worden bekwaamd in de toepassing ervan. b. woningcorporaties Convenant duurzaam bouwen West Brabant RDC-Brabant, P. Hack/RMD, A. Clarijs maart 2007

7 1. De corporatie zal maatregelen treffen en voorzieningen aanbrengen welke gericht zijn op verhoging van de kwaliteitvan de woning door toepassing van onder meer innovatieve voorzieningen. Ook worden de ambities herkenbaar in ontwerp en bestek opgenomen. 2. De mogelijke meerkosten van de in het vorige lid bedoelde maatregelen en voorzieningen kunnen in de exploitatieopzet van de woning worden ondergebracht. 3. De corporatie streeft naar maximale toepassing van kostenneutrale maatregelen en voorzieningen. 4. De toepassing van maatregelen en voorzieningen dient te resulteren in een duidelijke meerwaarde voor de (toekomstige) bewoner ten opzichte van traditioneel gebouwde woningen. 5. Woningcorporaties dragen als opdrachtgever bij nieuwbouw-, onderhouds- en renovatieprojecten zorg voor het toezicht op de correcte naleving van de in het convenant opgenomen maatregelen door de opdrachtnemer. 6. Bij ingrepen in de bestaande voorraad (renovaties en onderhoud) leggen de woningcorporaties hun plannen in een vroegtijdig stadium van het project (ontwerpfase) ter bespreking voor aan de gemeente. c. projectontwikkelaars 1. De ontwikkelaars zal maatregelen treffen en voorzieningen aanbrengen welke gericht zijn op verhoging van de kwaliteit van de woning door toepassing van onder meer innovatieve voorzieningen. Ook worden de ambities herkenbaar in ontwerp en bestek opgenomen. 2. Indien van toepassing: de mogelijke meerkosten van de in het vorige lid bedoelde maatregelen en voorzieningen kunnen in de exploitatieopzet van de woning worden ondergebracht. 3. De ontwikkelaar streeft naar maximale toepassing van kostenneutrale maatregelen en voorzieningen. 4. De toepassing van maatregelen en voorzieningen dient te resulteren in een duidelijke meerwaarde voor de (toekomstige) bewoner ten opzichte van traditioneel gebouwde woningen. d. taken van de RMD 1. De RMD vervult een coördinerende en stimulerende rol voor de aangesloten gemeenten, corporaties, projectontwikkelaars en draagt kennis over. 2. De RMD draagt in samenwerking met de gemeenten zorg voor de jaarlijkse monitoring en evaluatie van de uitvoering van het convenant 3. De RMD bespreekt de door de gemeenten opgestelde evaluatie- en c.q. voortgangsrapportages met de aangesloten partijen. 4. De RMD coördineert de kennisontwikkeling en voorlichting omtrent het convenant duurzame ontwikkeling woningbouw West Brabant. Convenant duurzaam bouwen West Brabant RDC-Brabant, P. Hack/RMD, A. Clarijs maart 2007

8 5. De RMD houdt een overzicht van de ondertekenaars van het convenant bij. Toelichting op de werkzaamheden van de projectgroep a. projectgroep In de projectgroep nemen vertegenwoordigers van de corporaties, projectontwikkelaars en gemeenten deel evenals vertegenwoordigers van de RMD en Bouwend Nederland. Als externe onafhankelijke adviseurs zijn toegevoegd de regionaal duboconsulent (RDC) en de adviseur klimaatbeleid van SenterNovem. De voorzitter wordt gekozen uit de deelnemende partijen. De taken van de projectgroep bestaan uit: advisering en - indien nodig - coördinatie van de concrete projecten van het convenant voorbereiding van de besluitvorming door de projectgroep De specifieke taak van de voorzitter van de projectgroep bestaat uit: het leiden van de projectgroepvergaderingen het overleggen en aansturen van de projectleider. Het uitdragen van de geformuleerde ambities. De tijdsbesteding van de projectcoördinator maakt onderdeel uit van het Uitvoeringsprogramma verduurzamen energiehuishouding West-Brabant en wordt jaarlijks vastgesteld. b. de projectleider De projectleider wordt geleverd door de Regionale Milieudienst en is de vooruitgeschoven post van de projectgroep en de rechterhand van de voorzitter van de projectgroep. De projectleider ontlast de individuele projectgroepleden van diverse werkzaamheden die aanvullend zijn op het bestaande werk in de eigen organisatie. Daarmee zorgt de projectleider voor continuïteit van de uitvoering. De taken voor de projectleider bestaan uit: Opstellen/ uitwerken agenda en verslaglegging Voortgangsbewaking Signalering van afwijkingen Doen van voorstellen voor verbetering aan de projectgroep Diverse hand- en spandiensten bij de uitvoering zelf: De projectleider wordt aangestuurd en gemandateerd door de voorzitter van de projectgroep. De leden van de projectgroep koppelen in ieders eigen organisatie, bestuurlijk, de voortgang terug. c. monitoring Om de resultaten uit het convenant goed te kunnen monitoren worden door partijen de volgende activiteiten uitgevoerd: 1. In de jaarlijkse kennisuitwisselingactiviteit wordt geëvalueerd in hoeverre de verschillende convenantpartijen aan hun ambities hebben kunnen voldoen. Convenant duurzaam bouwen West Brabant RDC-Brabant, P. Hack/RMD, A. Clarijs maart 2007

9 2. De gemeenten brengen jaarlijks verslag uit van de uitvoering van de convenantafspraken aan de projectgroep duurzaam bouwen. 3. De woningcorporaties brengen jaarlijks verslag uit van de uitvoering van de convenantafspraken aan de projectgroep duurzaam bouwen. Slotbepalingen 1. Dit convenant wordt aangegaan voor onbepaalde tijd met om de 2 jaar een evaluatiemoment en eventueel herijkingmoment met de mogelijkheid dat het convenant op aangeven van een of meerdere partijen wordt aangepast/geactualiseerd naar de nieuwste ontwikkelingen. 2. Alle in dit convenant vermelde bedragen zijn inclusief BTW. 3. Dit convenant eindigt onverminderd de wettelijke mogelijkheden tot ontbinding als de partijen dit overeenkomen en/of indien en voor zover een wettelijke regeling voorziet in het onderwerp, waarop dit convenant betrekking heeft. 4. Dit convenant gaat gelden op de dag van ondertekening en heeft de kracht van een overeenkomst naar burgerlijk recht. Convenant duurzaam bouwen West Brabant RDC-Brabant, P. Hack/RMD, A. Clarijs maart 2007

10 Trefwoordenlijst 1. Duurzame ontwikkeling het zodanig vormgeven van de woon- en leefomgeving, dat volgende generaties zo min mogelijk met onaanvaardbare milieu- en energiedruk worden belast. Hiermee wordt bedoeld, dat gebruik, ingrepen en toevoegingen in de gebouwde omgeving, zowel woningbouw als utiliteitsbouw, geschieden met een efficiënte en effectieve benutting van grondstoffen, hulpmiddelen en energie, maar tevens, dat er een duurzame ontwikkeling van woning en woonomgeving plaatsvindt, waarbij woningen kunnen worden gerealiseerd of verbeterd, welke zich in kwalitatief opzicht onderscheiden door toepassing van innovatieve voorzieningen en maatregelen en flexibele ontwerpen. 2. Bestaande voorraad 3. BANS-klimaatbeleid 4. Nationale Pakketten 5. Vaste maatregelen 6. Variabele maatregelen 7. GPR In het geval van het treffen van ingrijpende voorzieningen aan de bestaande woningvoorraad vanaf een investeringsniveau van ,- vormt voor de wederpartij toepassing van duurzame maatregelen en voorzieningen als bedoeld in het Nationaal Pakket het uitgangspunt. BANS (Bestuurs Akkoord Nieuwe Stijl): in 1999 hebben overheden onder andere afgesproken zich meer in te zetten voor de reductie van broeikasgassen. Gemeenten die op basis van de afspraken klimaatbeleid hebben omtwikkeld, hebben zich verplicht tot een aantal maatregelen in verschillende sectoren, waaronder woningbouw. Het bij dit convenant behorende pakket van milieumaatregelen voor de nieuwbouw en het beheer van woningen, in overleg met de bouwwereld opgesteld door de Stichting Bouwresearch, welk pakket variabele en vaste maatregelen bevat omtrent materialen, energie, water, afval en gezondheid, alsmede de nationale pakketten duurzaam bouwen Utiliteitsbouw, Stedenbouw en Grond- weg- en waterbouw. milieumaatregelen uit het Nationaal Pakket, welke universeel toepasbaar zijn in ieder bouwproces. milieumaatregelen uit het Nationaal Pakket, welke vanwege technische of financiële barrières niet universeel toepasbaar zijn. Instrument ontwikkeld door de gemeente Tilburg waarbij ontwerpgegevens worden omgezet naar prestaties op het gebied van kwaliteit en duurzaamheid. Geschikt om prestatiegericht ambities te formuleren en gericht op flexibiliteit bij het ontwerp en duidelijkheid bij toetsing van projecten. 8. Toolkit duurzame woningbouw Convenant duurzaam bouwen West Brabant RDC-Brabant, P. Hack/RMD, A. Clarijs maart 2007 Instrument waarin een aantal woningconcepten zijn uitgewerkt met een optimale samenhang tussen betaalbaarheid, duurzaamheid en wooncomfort. Deze zijn praktijkgericht uitgewerkt in de vorm van kwaliteitsprofielen en energieconcepten.

11 Toelichting op het duurzaam bouwen convenant West Brabant 1. Aanleiding In september 2005 is er een workshop bij de Regionale Milieudienst West-Brabant voor de woningcorporaties en zorginstellingen gehouden over ontwikkelingen in de gebouwde omgeving en een praktijk voorbeeld inzake het toepassen van warmtepompen. Tijdens deze bijeenkomst is er gepeild om te komen tot een regionaal convenant duurzaam bouwen. Men stond hier positief tegenover. In januari 2006 is er een bestuurlijk overleg gehouden met de 6 regio gemeenten en ook zij hebben het groene licht gegeven om te werken aan het totstandkomen van een regionaal convenant. Een goed uitgangspunt hiervoor werd gezien in het convenant dat de gemeente Bergen op Zoom heeft afgesloten met plaatselijke corporaties en projectontwikkelaars 2. Doel/omschrijving convenant Toevoegen van een kwaliteitsimpuls in nieuw te bouwen woningen en de bestaande voorraad ( onderhoud, renovatie en herstructurering). Dit wordt verwezenlijkt door in planvorming een afgesproken extra inspanning te leveren in duurzaam bouwen. Onder duurzaam bouwen wordt verstaan een samenhangend pakket maatregelen op één of meer van de onderdelen: o Materiaalgebruik o Gezondheid en binnenmilieu *) o Energie o Water o Ecologie o Woonkwaliteit Deze maatregelen kunnen op meerdere schaalniveaus worden toegepast en dienen per project te worden vastgesteld. 3. Deelnemers convenant De 6 gemeenten in de regio West Brabant ( Bergen op Zoom, Halderberge, Moerdijk, Roosendaal Rucphen en Woensdrecht) en de in dit gebied actieve woningcorporaties. Hierbij moet gestreefd worden naar ondertekening door alle betrokken organisaties. Dit ter wille van de gelijkwaardigheid. Het convenant wordt ook open gezet voor projectontwikkelaars en de branchevereniging Bouwend Nederland. 4. Inspanning van de deelnemers Woningcorporaties: creëren besparingen en inspanningen in projecten Projectontwikkelaars Bouwend Nederland Gemeenten: coördinatie, ondersteuning van corporaties, projectontwikkelaars en Bouwend Nederland, extra inspanning in communicatie, kennisuitwisseling, inspanningen op stedenbouwkundige opzet van de wijk. Stedenbouwkundig plan verplichten van een programma van eisen vanuit de gemeente in de plannen op te nemen. 5. Kenmerken convenant: eenvoudige opzet beperkt aantal afspraken heldere, eenduidige afspraken mogelijkheid tot flexibiliteit inbouwen (creativiteit deelnemers is belangrijk) looptijd geen einddatum, een evaluatie of herijkingmoment om de 2 jaar inbouwen communicatiemomenten (overleg) mogelijkheid inbouwen van begeleiding en kennisoverdracht in de beginfase door: RDC (Regionaal Dubo Consulentschap), RMD (Regionale Milieudienst West-Brabant) en SenterNovem. Het bijgevoegde voorstel voorziet in een optimale vrijheid voor opdrachtgevers, en de mogelijkheid om duidelijke thema's te kiezen, bijvoorbeeld op basis van het karaktervan een locatie of de

12 doelgroep. Het gevolg van deze opzet is een duidelijke kwaliteitsimpuls voor woning en woonomgeving. Hiermee kunnen alle betrokken partijen hun voordeel doen. Een groot voordeel van het convenant is bovendien de uitwisseling van kennis, wat weer ten goede komt aan genoemde kwaliteitsimpuls. Het kan alleen maar bijdragen aan een beter woonmilieu in de regio. l)waaronder ook veiligheid en comfort

13 De volgende partijen hebben interesse getoond 1. Bouwfonds MAB Ontwikkeling B.V. t.a.v. de heer J. van Engelshoven Postbus HM Eindhoven 2 Rabo Vastgoed B.V. t.a.v. mevrouw P. de Jong Postbus HG Utrecht 3 Vesteda Project B.V. t.a.v. de heer M. Feron Postbus BE Maastricht 4 AM Wonen-zuid t.a.v. d e heer A. Bol Postbus HB Eindhoven 5 Amvest B.V. t.a.v. de heer R. Peeters Postbus AK Amsterdam 6 GEM Bergen op Zoom t.a.v. de heer J. Geuskens Jac. Obrechtlaan 5a 4611 AP Bergen op Zoom 7 Blauwhoed Eurowoningen B.V. t.a.v. de heer R. Wagner Postbus CN Rotterdam 8 Johan Matser Projectontwikkeling B.V. t.a.v. de heer A. Bol Postbus AH Hilversum 9 Aannemersbedrijf Van Agtmaal B.V. t.a.v. de heer J. Verbraak Postbus AA Oudenbosch

14 10 Ballast Nedam t.a.v. de heer K. Bruins Slot Postbus LS Eindhoven 11 Berlaere Vastgoedontwikkeling B.V. t.a.v. de heer Van den Berk Postbus AJ Best 12 BVF projectmanagement b.v. t.a.v. de heer G. Kraakman Postbus ZJ Limmen 13 Vandam Invest b.v. t.a.v. T. van Dam Boekenrodeweg HM Aerdenhout 14 Proper Stok t.a.v. de heer E. Schouten Postbus DB Rotterdam 15 Heijmans Vastgoed t.a.v. ir. J.C.M. Kleijn Postbus CA Breda 16 de Bunte Vastgoed Zuidb.v. t.a.v. de heer D.N. van der Vegt Postbus EB Breda 17 Aan de Stegge Roosendaal t.a.v. de heer B. Moens Postbus BK Roosendaal

15 18 BVR-groep n.v. t.a.v. de heer J.W.R. Vromans Postbus BK Roosendaal woningcorporaties 19 Bernardus Wonen t.a.v. de heer E. van Stevendaal Postbus AB Oudenbosch 20 Stichting Woningbouw Zevenbergen t.a.v. de heer J. A. M. Bosters Postbus AA Zevenbergen 21 Woningbouwvereniging Brabants Westhoek t.a.v. de heer De Jong Postbus AB Klundert 22 Aramis t.a.v. de heer A. van Reekum Postbus AE Roosendaal 23 Stichting Wonen West Brabant t.a.v. de heer W. van de Bergh Postbus AE Bergen op Zoom 24 Woningstichting Soomland t.a.v. de heer A.G. van Hees Postbus AB Bergen op Zoom 25 Castria Wonen t.a.v. de heer C.L. van de Wege Postbus AB Halsteren

16 26 Stichting Zorgvoorwonen t.a.v. de heer B. Hartman Postbus ZGSprundel 27 Woningstichting Woensdrecht t.a.v. de heer H. de Wolf Postbus AB Hoogerheide 28 Woningstichting Geertruidenberg t.a.v. de heer B. Kuyten Postbus AC Geertruidenberg overigen: 29 Bouwend Nederland Regio Zuid t.a.v. mevrouw H. Stappers Postbus AV Tilburg Gemeenten: 30 het college van B&W van de gemeente Bergen op Zoom t.a.v. de heer F. Suijkerbuijk Postbus AA Bergen op Zoom 31 het college van B&W van de gemeente Roosendaal t.a.v. mevrouw R. Beulen Postbus KA Roosendaal 32 het college van B&W van de gemeente Halderberge t.a.v. de heer K. Postma Postbus AA Oudenbosch 33 het college van B&W van de gemeente Moerdijk t.a.v. de heer A. Crane Postbus AA Zevenbergen

17 34 het college van B&W van de gemeente Rucphen t.a.v. de heer A. Schrauwen Postbus ZG Rucphen 35 het college van B&W van de gemeente Woensdrecht t.a.v. de heer A. Bogers Postbus AA Hoogerheide