IIIIIIIVIVIIIIIIIIIH

Transcriptie

1 College van B&W gemeente Drimmelen T.a.v. mevrouw M. Vos-Kroeze Postbus AA MADE * 2 1 JAV. Z3H Uw kenmerk Datum : 16 januari 2014 Ons kenmerk : DZH/KD/ Contactpers. : K.A. van Damme Betreft : Convenant Duurzaam Bouwen Telefoon : Bijlage : Convenant kristie.vandamme@west-brabant.eu Geacht college, IIIIIIIVIVIIIIIIIIIH 14ink00594 In de laatste vergadering van de Bestuurscommissie Duurzaamheid op 11 december 2013 is de concept-tekst van het Convenant Duurzaam Bouwen West-Brabant geaccordeerd. In de periode daarna zijn de bijlagen die bij het convenant horen gereed gekomen. In het convenant spreken de contractpartijen ambities af voor duurzame woningbouw en utiliteitsbouw. De ambities betreffen zowel nieuwbouw als ingrepen in bestaande gebouwen. Daarnaast maken de partijen afspraken over samenwerking en rolverdeling(taken). Met de ondertekening van het convenant geven de partijen, waaronder de gemeenten, aan dat duurzaam bouwen meer is dan alleen energiezuinigheid. Ook aspecten als comfort en gezondheid bepalen de kwaliteit van de woning. Het convenant heeft een looptijd voor onbepaalde tijd. Na één jaar wordt het convenant geëvalueerd. De conclusie van de evaluatie wordt samen met een advies voor bijsturing voorgelegd aan de stuurgroep bestaande uiteen vertegenwoordiging van gemeenten, bouwbedrijven en woningcorporaties. De andere partijen, de woningbouwcorporaties en de bij Bouwend Nederland aangesloten bedrijven, zijn en worden via aparte kanalen geïnformeerd over het convenant. Ook aan hen wordt verzocht om aan te geven of zij het convenant willen ondertekenen. In de bijlage treft u de volgende documenten aan: Het besluit van de Bestuurscommissie van 11 december 2013 en het onderliggende voorstel aan de Bestuurscommissie Duurzaamheid; Het convenant Duurzaam Bouwen West-Brabant De bijlagen behorende bij het convenant Duurzaam Bouwen Overleg met woningcorporaties en bouwpartijen Begin februari 2014 zal er een informatiebijeenkomst voor de in de regio werkzame woningcorporaties worden gehouden. De bouwpartijen worden via de koepelorganisatie Bouwend Nederland geïnformeerd. Regio West-Brabant I Postbus 503 I 4870 AM Etten-Leur Tel: (076) info(ş)west-brabant.eu I www west-brabant eu Inschrijvingsnr KvK I BNG bankrekening: NL31BNGH

2 3 Relatie met de Strategische Agenda Het convenant geeft uitvoering aan de afspraken die opgenomen zijn in de Uitvoeringsagenda van de Strategische Agenda, waarin de ambitie is opgenomen dat de regio West-Brabant een innovatieve regio is op het gebied van Duurzaam Bouwen. Door middel van een convenant kan hier op een actieve manier een bijdrage aan worden geleverd door zowel gemeenten als woningcorporaties en ontwikkelaars. Wat vragen wij van u? Wij verzoeken u uiterlijk 19 februari 2014 mee te delen of u het convenant wilt tekenen. Als uw gemeente al partner is van het huidige convenant horen wij graag of u instemt met het aangescherpte ambitieniveau. Met vriendelijke groet, B.M.j/aa-delfHeuvel Programmamanager Duurzaamheid

3 Re Éfo 1 9 Convenant duurzaam bouwen West Brabant Doel van het convenant is de toevoeging van een kwaliteitsimpuls in nieuw te bouwen woningen en de bestaande woningvoorraad bij onderhoud, renovatie en herstructurering. Dit wordt verwezenlijkt door in de planvorming een afgesproken extra inspanning te leveren in duurzame ontwikkeling (voor nadere omschrijving zie begripsbepaling 1). Duurzame ontwikkeling wordt daarbij niet als een toevoeging gezien, maar als integraal onderdeel van het kwaliteitsniveau van een project. Een tweede doel van het convenant is meer eenheid te brengen in aanpak en uitvoering van duurzame ontwikkeling in de regio. Voor de bepaling van het ambitieniveau in dit convenant dient als referentiepunt voor woningcorporaties en ontwikkelaars en de gemeenten de GPR-methode. De methode biedt zowel voldoende houvast als mogelijkheden voor creatieve oplossingen. De kwaliteitstoevoeging van duurzame ontwikkeling betreft zowel het stedenbouwkundig niveau als het niveau van het gebouw. Deze kwaliteitsimpuls heeft uiteraard betrekking op comfort, gezondheid of simpel kwaliteit. Deze kwaliteitsimpuls komt extra tot zijn recht als er samenhang is met de stedenbouwkundige opzet c.q. inrichting van het plangebied, en met een adequaat beheer van de bewoners na oplevering van het project. Ambities Voor de thema's Milieu, Gezondheid, Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde wordt gemiddeld een score van GPR 7,5 gehanteerd. Voor het thema Energie wordt een score van GPR 8 gehanteerd wat voor de woningbouw ongeveer gelijk staat aan EPC van 0,4 (2015). Daarna wordt gestreefd naar een Ĵ.0% scherpere energieprestatie-eis dan opgenomen in het bouwbesluit (EPC of vergelijkbaar). Individuele gemeenten kunnen een hogere ambitie nastreven. Het ambitieniveau is van toepassing op alle nieuwbouwwoningen en ingrepen in de bestaande voorraad met een investeringsniveau van minimaal C ,- (grootschalige renovaties). Bij grootschalig renovaties wordt een 2 label sprong GPR gehanteerd. Het voordeel van het gebruik van GPR is dat maatregelen op andere onderdelen (thema's) van duurzaam bouwen zonder problemen kunnen worden opgenomen. Door middel van dit convenant wordt per thema aangegeven welke extra kwaliteitsimpuls wordt gerealiseerd. De genoemde extra inspanning kan worden gepleegd op de volgende thema's: Milieu Gezondheid en Energie Gebruikskwaliteit Toekomstwaarde binnenmilieu - zorgvuldig materiaalgebruik, rekening houdend met grondstoffen, productie en leefomgeving. - allergeenarm bouwen - EPC 0,4 of lager - afkoppelen en berging in de wijk, niet-uitlogende bouwmaterialen - woongenot (levensloopbestendig, comfort en veiligheid) Convenant Duurzaam Bouwen West-Brabant vs

4 WBİ Per locatie zal het ambitieniveau in overleg bepaald worden. De GPR zal daarbij uitgangspunt zijn. De gemeenten verbinden zich de ambitie te maximaliseren door op het stedenbouwkundig en/of inrichtingsniveau een hiermee samenhangende kwaliteitsimpuls te geven. De uitwerking dient daardoor in overleg tussen de gemeente en de bouwende partij te gebeuren. Taken van deelnemende partijen a. gemeenten. 1. De gemeente stelt het aangaan van koopovereenkomsten bij overdracht en/of uitgifte van grond -voor zover dat niet in strijd is met eerdere bestuurlijke toezeggingen en rechtens mogelijk is - afhankelijk van de bereidheid van de koper tot het aangaan van een convenant duurzaam bouwen, zoals in deze overeenkomst omschreven. 2. De gemeenten vervullen een voorbeeldfunctie en zullen, mede om die reden, in hun eigen nieuwbouw- en renovatieprojecten en het beheer van hun eigen gebouwen duurzame maatregelen treffen, waarbij het zelfde ambitieniveau wordt aangehouden als voor de andere partijen geldt. 3. Op stedenbouwkundig niveau werkt de gemeente in overleg met de opdrachtgevers de thema's water, energie, groen, natuur en landschap, verkeer en flexibel ontwerpen nader uit. Alle betreffende locaties in de ondertekenende gemeente zullen vanuit hun vaak specifieke karakteristiek aan de hand van een thema worden gelabeld om gemeentebreed een gedifferentieerde aanpak te bewerkstelligen. Deze aanpak dient ruimte te bieden om thema's op projectniveau nader inhoud te kunnen geven. 4. De gemeente ziet toe en controleert steekproefsgewijs op de naleving van het convenant Duurzaam Bouwen. De gemeente spreekt initiatiefnemers aan, indien de in dit kader afgesproken maatregelen tot het overeengekomen kostenniveau niet of onvoldoende zijn getroffen en zal indien rechtens mogelijk alsnog naleving afdwingen. 5. De gemeente brengt actief de mogelijkheid van het treffen van maatregelen c.q. voorzieningen volgens GPR ter kennis aan de toekomstige vrije kavelbouwer. 6. De gemeente wijst binnen de gemeentelijke organisatie een contactpersoon aan, die belast is met de uitvoering van de GPR methode en afstemming van zaken, die verband houden met duurzaam bouwen. 7. De afdelingen binnen de gemeentelijke organisatie, die betrokken zijn bij de (steden)bouw, het beheer van gemeentelijke gebouwen en grond- weg- en waterbouw zullen vertrouwd worden gemaakt met de in dit convenant genoemde GPR en zullen worden bekwaamd in de toepassing ervan. b. woningcorporaties 1. De corporatie zal maatregelen treffen en voorzieningen aanbrengen welke gericht zijn op verhoging van de kwaliteit van de woning door toepassing van onder meer innovatieve voorzieningen. Ook worden de ambities vanuit het convenant meegenomen in zoals nieuwbouwprojecten als grootschalig renovaties. 2. De mogelijke meerkosten van de in het vorige lid bedoelde maatregelen en voorzieningen kunnen in de exploitatieopzet van de woning worden ondergebracht. 3. De corporatie streeft naar maximale toepassing van kostenneutrale maatregelen en voorzieningen. 4. De toepassing van maatregelen en voorzieningen dient te resulteren in een duidelijke meerwaarde voor de (toekomstige) bewoner ten opzichte van traditioneel gebouwde woningen. 5. Woningcorporaties dragen als opdrachtgever bij nieuwbouw-, grootschalig onderhoud- en renovatieprojecten zorg voor het toezicht op de correcte naleving van de in het convenant opgenomen maatregelen door de opdrachtnemer. Convenant Duurzaam Bouwen West-Brabant vs

5 6. Bij ingrepen in de bestaande voorraad (renovaties en grootschalig onderhoud) leggen de woningcorporaties hun plannen in een vroegtijdig stadium van het project (ontwerpfase) ter bespreking voor aan de gemeente. c. projectontwikkelaars 1. De ontwikkelaars zal maatregelen treffen en voorzieningen aanbrengen welke gericht zijn op verhoging van de kwaliteit van de woning door toepassing van onder meer innovatieve voorzieningen. Ook worden de ambities herkenbaar in ontwerp en bestek opgenomen zoals in dit convenant is opgenomen.. 2. Indien van toepassing: de mogelijke meerkosten van de in het vorige lid bedoelde maatregelen en voorzieningen kunnen in de exploitatieopzet van de woning worden ondergebracht. 3. De ontwikkelaar streeft naar maximale toepassing van kostenneutrale maatregelen en voorzieningen. 4. De toepassing van maatregelen en voorzieningen dient te resulteren in een duidelijke meerwaarde voor de (toekomstige) bewoner ten opzichte van traditioneel gebouwde woningen. d. taken van de Regio West-Brabant ( RWB ) 1. De RWB vervult een coördinerende en stimulerende rol voor de aangesloten gemeenten, corporaties, projectontwikkelaars en draagt kennis over. 2. De RWB draagt in samenwerking met de gemeenten zorg voor het jaarlijks verslag en evaluatie van de uitvoering van het convenant 3. De RWB bespreekt de door de gemeenten opgestelde evaluatie- en c.q. voortgangsrapportages met de aangesloten partijen. 4. De RWB coördineert de kennisontwikkeling en voorlichting omtrent het convenant Duurzaam Bouwen West Brabant. 5. De RWB houdt een overzicht van de ondertekenaars van het convenant bij. Toelichting op de werkzaamheden van de projectgroep a. projectgroep In de projectgroep nemen vertegenwoordigers van de corporaties, projectontwikkelaars en gemeenten deel evenals vertegenwoordigers van de RWB en Bouwend Nederland. Als externe onafhankelijke adviseurs zijn toegevoegd de beleidsmedewerker van de OMWB. De voorzitter wordt gekozen uit de deelnemende partijen. De taken van de projectgroep bestaan uit: " advisering en - indien nodig - coördinatie van de concrete projecten van het convenant " voorbereiding van de besluitvorming door de projectgroep De specifieke taak van de voorzitter van de projectgroep bestaat uit: " het leiden van de projectgroepvergaderingen 1 1 het overleggen en aansturen van de projectleider. Het uitdragen van de geformuleerde ambities. De tijdsbesteding van de projectcoördinator maakt onderdeel uit van de Energie Agenda van de Regio West- Brabant. Convenant Duurzaam Bouwen West-Brabant vs

6 Reg, : 1 b. de projectleider De projectleider wordt geleverd door de Regio West-Brabant en is de vooruitgeschoven post van de projectgroep en de rechterhand van de voorzitter van de projectgroep. De projectleider ontlast de individuele projectgroepleden van diverse werkzaamheden die aanvullend zijn op het bestaande werk in de eigen organisatie. Daarmee zorgt de projectleider voor continuïteit van de uitvoering. De taken voor de projectleider bestaan uit: " Opstellen/ uitwerken agenda en verslaglegging * Voortgangsbewaking " Signalering van afwijkingen " Doen van voorstellen voor verbetering aan de projectgroep " Diverse hand- en spandiensten bij de uitvoering zelf: * De projectleider wordt aangestuurd en gemandateerd door de voorzitter van de projectgroep. De leden van de projectgroep koppelen in ieders eigen organisatie, bestuurlijk, de voortgang terug. c. monitoring Om de resultaten uit het convenant goed te kunnen monitoren worden door partijen de volgende activiteiten uitgevoerd: 1. In de jaarlijkse kennisuitwisselingactiviteit wordt geëvalueerd in hoeverre de verschillende convenantpartijen aan hun ambities hebben kunnen voldoen. 2. De gemeenten brengen jaarlijks verslag uit van de uitvoering van de convenantafspraken aan de projectgroep duurzaam bouwen. 3. De woningcorporaties brengen jaarlijks verslag uit van de uitvoering van de convenantafspraken aan de projectgroep duurzaam bouwen. Bijlagen Bij dit convenant horen de volgende bijlagen: 1. Een voorbeeld-prestatieovereenkomst 2. Een voorbeeld-samenwerkingsovereenkomst 3. Een voorbeeld-handhavingsprotocol Slotbepalingen L Dit convenant wordt aangegaan voor onbepaalde tijd met elk jaar een evaluatiemoment en eventueel herijkingmoment met de mogelijkheid dat het convenant op aangeven van een of meerdere partijen wordt aangepast/geactualiseerd naar de nieuwste ontwikkelingen. 2. Alle in dit convenant vermelde bedragen zijn inclusief BTW. 3. Dit convenant eindigt onverminderd de wettelijke mogelijkheden tot ontbinding als de partijen dit overeenkomen en/of indien en voor zover een wettelijke regeling voorziet in het onderwerp, waarop dit convenant betrekking heeft. 4. Dit convenant gaat gelden op de dag van ondertekening. Convenant Duurzaam Bouwen West-Brabant vs

7 Trefwoordenlijst WB] 1. Duurzame ontwikkeling het zodanig vormgeven van de woon- en leefomgeving, dat volgende generaties zo min mogelijk met onaanvaardbare milieu- en energiedruk worden belast. Hiermee wordt bedoeld, dat gebruik, ingrepen en toevoegingen in de gebouwde omgeving, zowel woningbouw als utiliteitsbouw, geschieden met een efficiënte en effectieve benutting van grondstoffen, hulpmiddelen en energie, maar tevens, dat er een duurzame ontwikkeling van woning en woonomgeving plaatsvindt, waarbij woningen kunnen worden gerealiseerd of verbeterd, welke zich in kwalitatief opzicht onderscheiden door toepassing van innovatieve voorzieningen en maatregelen en flexibele ontwerpen. 2. Bestaande voorraad In het geval van het treffen van ingrijpende voorzieningen aan de bestaande woningvoorraad vanaf een investeringsniveau van C ,- vormt voor de wederpartij toepassing van duurzame maatregelen en voorzieningen als bedoeld in GPR. 3. GPR Instrument ontwikkeld door de gemeente Tilburg waarbij ontwerpgegevens worden omgezet naar prestaties op het gebied van kwaliteit en duurzaamheid. Geschikt om prestatiegericht ambities te formuleren en gericht op flexibiliteit bij het ontwerp en duidelijkheid bij toetsing van projecten. Aldus overeengekomen te en ondertekend op gemeente voor deze: wethouder 2. gemeente. voor deze: wethouder Convenant Duurzaam Bouwen West-Brabant vs

8 1 Bijlage 1 Voorbeeld prestatie-overeenkomst Behorende bij het Regionaal convenant Duurzaam Bouwen West-Brabant In het project wordt GPR Gebouw versie 4.1 ļ 4.2 toegepast. Berekeningen worden gemaakt voor een representatieve selectie van woningen. De projectontwikkelaar levert voor dit project GPR Gebouw berekeningen voor de volgende woningen c.q. gebouwen: nieuwbouw: woningtype omschrijving < rijwoning > < hoekwoning > < vrijstaande woning > < appartementengebouw > < galerijwoning > utiliteitsbouw, gebouwfunctie omschrijving < onderwijsgebouw > bv. basisschool < kantoor > bv. kantoor bedrijf < bedrijfshal > bv. bedrijf < logiesgebouw > bv. bedrijf < bijeenkomstgebouw > bv. bedrijf < winkelgebouw (retail) > bv. bedrijf bestaande bouw < woningtype 1 > Complex < woningtype 2 > < woningtype 3 > De projectontwikkelaar realiseert de volgende scores voor de aangegeven woningen of utilitaire gebouwen, eventueel met de beschreven aanvullende bepalingen. Bijlage 1 Convenant Duurzaam Bouwen West-Brabant vs

9 Ambities convenant GPR Gebouw thema te bereiken score nadere bepalingen voor project < aanvullende doelstelling uit gemeentelijke beleid > Energie 8,0 Energieprestatie (EPG) 10 X scherper dan eis Bouwbesluit Milieu beleid waterhuishouding / FSC/ uitlogende gemiddeld 7,5 materialen gezondheid over deze vier gebruikskwaliteit thema's Levensloopbestendigheid, politiekeurmerk toekomstwaarde Bijlage 1 Convenant Duurzaam Bouwen West-Brabant vs

10 KWB Bijlage 2 Voorbeeld samenwerkingsovereenkomst Behorende bij het Regionaal convenant duurzaam bouwen West-Brabant Ondergetekenden: Gemeente Bij deze vertegenwoordigd door burgemeester en wethouders van, handelend ter uitvoering van het besluit van, verder te noemen "de gemeente"; fcontractspartip, Statutair gevestigd te bedrijfsvoerende aan de te bij deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door,, verder te noemen " "; Verklaren het volgende te zijn overeengekomen: In deze overeenkomst wordt verstaan onder: a. project : b. projectgebied : c. ontwerpplan : In het project wordt GPR Gebouw versie toegepast. Bijlage 2 Convenant Duurzaam Bouwen West-Brabant vs

11 9 3 ÉįWBJ Berekeningen worden gemaakt voor een representatieve selectie van woningen. De projectontwikkelaar levert voor dit project GPR Gebouw berekeningen voor de volgende woningen c.q. gebouwen: nieuwbouw: woningtype omschrijving < rijwoning > < hoekwoning > < vrijstaande woning > < appartementengebouw > < galerijwoning > utiliteitsbouw, gebouwfunctie omschrijving < onderwijsgebouw > bv. basisschool < kantoor > bv. kantoor bedrijf < bedrijfshal > bv. bedrijf < logiesgebouw > bv. bedrijf < bijeenkomstgebouw > bv. bedrijf < winkelgebouw (retail) > bv. bedrijf bestaande bouw < woningtype 1 > Complex < woningtype 2 > < woningtype 3 > Bijlage 2 Convenant Duurzaam Bouwen West-Brabant vs

12 De projectontwikkelaar realiseert de volgende scores voor de aangegeven woningen of utilitaire gebouwen, eventueel met de beschreven aanvullende bepalingen. Ambities convenant GPR Gebouw thema te bereiken score voor project nadere bepalingen < aanvullende doelstelling uit gemeentelijke beleid > Energie 8,0 Energieprestatie (EPG) 10 Vo scherper dan eis Bouwbesluit Milieu Gezondheid Gebruikskwaliteit Toekomstwaarde gemiddeld 7,5 over deze vier thema's beleid waterhuishouding 1 FSC1 uitlogende materialen Levensloopbestendigheid, politiekeurmerk Ondertekening Datum vastleggen afspraken Plaats Datum De gemeente De ontwikkelaar (naam) (naam) Bijlage 2 Convenant Duurzaam Bouwen West-Brabant vs

13 Bijlage 3 HANDHAVINGSPROTOCOL Behorende bij het Regionaal convenant duurzaam bouwen West-Brabant Toetsing, terugkoppeling naar ontwikkelaar (corporatie) en architect en registratie van prestaties vormen cruciale elementen in de procedure. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten: De opdrachtgevers (ontwikkelaar, corporatie of particuliere organisatie) nemen verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van de GPR Gebouw berekeningen en voor het bijhouden van wijzigingen die in de loop van het proces worden doorgevoerd. De feitelijke werkzaamheden kunnen worden overgedragen aan de architect en/of de directievoering van de bouw. De opdrachtgever bespreekt in de VO/DO fase een voorlopige berekening. De opdrachtgever levert bij de aanvraag van de bouwvergunning een GPR Gebouw berekening [GPR indiening] die aan de vastgelegde afspraken voldoet. De toetsing in de vergunningsfase wordt uitgevoerd door het gemeentelijk Bouwtoezicht. Het gemeentelijk projectmanagement kan de ontwikkelende partijen aanspreken op basis van de ondertekende projectverklaring. Het gemeentelijk Bouwtoezicht voert in de fase van uitvoering steekproefsgewijze toetsing uit. De opdrachtgever zorgt voor wijziging van de GPR Gebouw berekening op basis van het opgeleverde resultaat. De gemeente zorgt voor een centrale registratie van de resultaten van GPR Gebouw berekeningen. Bijlage 3 Convenant Duurzaam Bouwen West-Brabant vs

14 Voorstel Bestuurscommissie Duurzaamheid c: CONVENANT DUURZAAM BOUWEN (GO-03) Bestuurscommissie Duurzaamheid Datum 11 december 2013 Status Ter bespreking INLEIDING In de Bestuurscommissie van oktober is het Plan van Aanpak convenant Duurzaam Bouwen besproken. In de weken daarna is er hard gewerkt aan het vormgeven van het nieuwe convenant en heeft u een overzicht ontvangen van de verschillen tussen GPR en BREEAM. In bijlage 03c.01 is de concept-tekst voor het nieuwe convenant opgenomen. Afbakening In dit convenant spreken de contractpartijen ambities af voor duurzame woningbouw en utiliteitsbouw. De ambities betreffen zowel nieuwbouw als ingrepen in bestaande gebouwen. Daarnaast maken de partijen afspraken over samenwerking en rolverdeling(taken). Met de ondertekening van het convenant geven de gemeenten aan dat duurzaam bouwen meer is dan alleen energiezuinigheid. Ook aspecten als comfort en gezondheid bepalen de kwaliteit van de woning. Het convenant heeft een looptijd voor onbepaalde tijd. Over twee jaar wordt het convenant geëvalueerd. De conclusies van de evaluaties worden samen met een advies voor bijsturing voorgelegd aan de stuurgroep bestaande uit een vertegenwoordiging van gemeenten, bouwbedrijven en woningcorporaties. KERN VOORSTEL Bij het convenant horen een aantal bijlagen. Deze worden in overleg met W/E adviseurs voorbereid. Het gaat dan om: Voorbeeld prestatie-afspraken met woningcorporaties; Voorbeeld projectovereenkomst met projectontwikkelaars; Een handreiking voor handhaving van de afspraken uit het convenant. Overleggen met woningcorporaties en bouwpartijen In november wordt Bouwend Nederland de Baronie en Bouwend Nederland West- Brabant, als overkoepelende organisaties van de in de regio werkzame bouwpartijen, op de hoogte gebracht van de stand van zaken. Na vaststelling van de tekst door de Bestuurscommissie op 11 december zullen deze partijen hiervan op de hoogte worden gebracht met daarbij het verzoek om de individueel aangesloten bedrijven op te roepen het convenant te tekenen. In januari 2014 zal er een bijeenkomst worden georganiseerd door RWB om alle in de regio aanwezige woningcorporaties te informeren over het convenant en hen op te roepen om deel te nemen. Planning Besluitvorming ondertekening convenant: 11 december 2013 Besluitvorming door individuele deelnemer: dec 2013/jan 2014 Informeren Bouwend Nederland: november/december 2013

15 Voorstel Bestuurscommissie Duurzaamheid Informatiebijeenkomst woningcorporaties: januari 2014 Ondertekenen nieuw convenant: februari 2014 Kosten Deelname aan het convenant is kosteloos. Werken met GPR, zoals uitgangspunt is in het convenant, is niet kosteloos. Er zijn twee mogelijkheden: a. Via de regio kan er een regiolicentie worden afgesloten. De kosten hiervoor bedragen in 2014 C 850,- per gemeente per jaar. Hierbij is, in tegenstelling tot voorgaande jaren, 5 uur ondersteuning van de Helpdesk inbegrepen. Een introductiecursus GPR kost in-company C 895,- (max. 12 deelnemers). Deze kosten komen, gelet op het regionale belang, voor rekening van RWB. b. Via de regio kan een servicelicentie worden afgesloten. De kosten hiervoor bedragen in 2014 C 1.850,- per gemeente per jaar. Hierbij is inbegrepen: Onbeperkt gebruik GPR Gebouw regiolicentie Beheer regiolicentie door W/E adviseurs 1 aanspreekpunt voor alle gemeenten in de regio bij W/E adviseurs 5 uur GPR Helpdesk per gemeente 8 uur Project- of implementatieadvies per gemeente Jaarlijkse GPR Gebouw Update-cursus Facturatie per gemeente Advies CADO Het voorstel is besproken in het CADO van 19 november Het CADO adviseert het volgende: De ambitie in het convenant voor energie is te laag. Voorgesteld wordt om de formulering zodanig aan te passen dat er bij nieuwbouw uitgegaan wordt van een o scherpere norm als wettelijk geldig is. Hiermee vervalt de zin 'Deze ambitie kan te zijner tijd worden aangescherpt als in het bouwbesluit een EPC van 0,4 is opgenomen'. Individuele gemeenten die een hogere ambitie willen nastreven, zijn daar vrij in. Gelet op de praktijk wordt voorgesteld om de ambities voor de thema's Milieu, Gezondheid, Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde gemiddeld een 7,5 te hanteren, i.p.v. elk thema afzonderlijk. Een regiolicentie af te sluiten ter grootte van C 850 per gemeente per jaar. De kosten worden voorgeschoten door RWB en in rekening gebracht bij de afzonderlijke gemeenten. Er worden vraagtekens geplaatst bij de laatste zin:'.. en heeft de kracht van een overeenkomst naar burgerlijk recht'. Deze zin heeft geen toegevoegde waarde en kan geschrapt worden. Het tekenen van het convenant is een goede aangelegenheid om als regio te communiceren over de ambities voor energiebesparing, duurzame energieopwekking en duurzaam bouwen. ADVIES VOOR BESLUITVORMING 1. De concept-tekst te bespreken; 2. Het advies van het CADO over te nemen; 3. De tekst van het convenant en de daarbij behorende bijlagen aan te bieden aan de gemeenten met het verzoek een besluit te nemen over deelname aan het convenant.