Convenant De Blauwe As. Samenwerkende overheden Zuidelijke Randmeren

Transcriptie

1 Convenant De Blauwe As Samenwerkende overheden Zuidelijke Randmeren Huizen, 16 februari 2010

2 De ondergetekenden: 1. De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, namens deze, Hoofdingenieur-Directeur Rijkswaterstaat IJsselmeergebied, mevrouw M.M. Smeijers EMPM, hierna te noemen: Rijkswaterstaat, en: 2. Dijkgraaf en Heemraden van het Waterschap Vallei & Eem, vertegenwoordigd door mevrouw J.M.P. Moons, dijkgraaf, hierna te noemen: het Waterschap, en: 3. College van Burgemeester en Wethouders van Nijkerk, vertegenwoordigd door de heer R. Walet, wethouder, hierna te noemen: Nijkerk. 4. College van Burgemeester en Wethouders van Bunschoten, vertegenwoordigd door de heer M. van de Groep, burgemeester, hierna te noemen: Bunschoten. 5. College van Burgemeester en Wethouders van Eemnes, vertegenwoordigd door de heer E.M. van IJken, wethouder, hierna te noemen: Eemnes. 6. College van Burgemeester en Wethouders van Blaricum, vertegenwoordigd door de mevrouw I. de Joode, wethouder, hierna te noemen: Blaricum. 7. College van Burgemeester en Wethouders van Huizen, vertegenwoordigd door de mevrouw P. van Hartskamp, wethouder, hierna te noemen: Huizen. 8. College van Burgemeester en Wethouders van Naarden, vertegenwoordigd door de heer F.H.T.M. van Vugt, wethouder, hierna te noemen: Naarden. 9. College van Burgemeester en Wethouders van Almere, vertegenwoordigd door de heer A. Visser, wethouder, hierna te noemen: Almere. 10. College van Burgemeester en Wethouders van Zeewolde, vertegenwoordigd door de heer J. Huizinga, wethouder, hierna te noemen: Zeewolde. hierna te noemen: de Gemeenten;

3 NEMEN HET VOLGENDE IN AANMERKING: - Partijen hebben op 5 juli 2006 in een convenant Kwaliteit van de Eem, Eemmeer en Gooimeer vastgelegd de bestrijding van de algenoverlast in het Eem- en Gooimeer ter hand te nemen en daartoe maatregelen te willen treffen. De overeengekomen en daarin benoemde te treffen bronen effectgerichte maatregelen staan bekend onder de projectnaam Bestrijding Eutrofiering van de Zuidelijke Randmeren, hierna te noemen: Convenant BEZEM. - Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 5 van het Convenant BEZEM (opstellen gezamenlijk ontwikkelplan door de gemeenten) hebben de acht betrokken randmeergemeenten de Ontwikkelingsvisie 2030 Zuidelijke Randmeren opgesteld. Hierna te noemen: Ontwikkelingsvisie De Ontwikkelingsvisie 2030 biedt een denkrichting voor ruimtelijke ontwikkelingen van de Zuidelijke Randmeren (Gooi- en Eemmeer en Nijkerkernauw) en de omliggende kustzone ter verbetering van de waterkwaliteit, benutting van de verbeterde waterkwaliteit en inpassing van projecten. De visie biedt inzicht in de bestaande kwaliteiten en potenties van het gebied. - De waterkwaliteit en de ruimtelijke ordening van water en kustzone behoort tot de verantwoordelijkheid die is toebedeeld aan de verschillende overheden in het gebied. Naast de acht deelnemende gemeenten zijn dit Rijkswaterstaat, de provincies en de waterschappen. - Partijen streven naar het waarborgen van een evenwicht tussen de recreatie, natuur, economische en toeristische doelstellingen, voor zover dit binnen de taken en bevoegdheden van de partijen vallen. - In de Ontwikkelingsvisie 2030 onderkennen de gemeenten de unieke kwaliteiten van de randmeren en ligt er de wens om de ambities en opgaven benoemd in Deel I van de Ontwikkelingsvisie in samenwerking met de andere overheden verder te verkennen en zo mogelijk uit te werken. - Tegen deze achtergrond wensen partijen de mogelijkheden te onderzoeken hoe de ambities en opgaven uit de Ontwikkelingsvisie 2030 met in achtneming van ieders rol en verantwoordelijkheden nader kunnen worden verkend en mogelijk uitgewerkt met als uiteindelijk doel: helder water met waterplanten zonder overlast van algen, mede in relatie tot de verbetering dan wel handhaving van de ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied. - Partijen hebben dan ook belang bij het maken van afspraken die tot doel hebben en mede zijn gericht op het gebiedsproces in relatie tot de gebiedsontwikkeling; KOMEN OVEREEN ALS VOLGT: Artikel 1. Doelstelling. 1. De samenwerking tussen de partijen wordt overeenkomstig het convenant BEZEM gecontinueerd en waar mogelijk versterkt door de provincies Flevoland, Gelderland, Noord-Holland en Utrecht erbij te betrekken. Het doel van de samenwerking is een gezamenlijk gedragen proces te bevorderen dat het nemen van effectieve en tijdige maatregelen ondersteunt en bevordert. Dit proces is gericht op een structurele samenwerking van verschillende overheden met verschillende beleids- en uitvoeringsinstrumenten. In de samenwerkingsvorm wordt nader bezien waar de organisaties elkaars rol kunnen versterken. 2. Partijen spannen zich -al dan niet gezamenlijk- in de ambities en opgaven zoals weergegeven in Deel I van de Ontwikkelingsvisie 2030 nader vorm te geven, een en ander op basis van de daarin geformuleerde uitgangspunten. Deel II van de Ontwikkelingsvisie 2030 dient als inspiratiebron c.q. verbeelding. 3. Partijen kunnen afspraken maken die leiden tot een samenhangend uitvoeringspakket, waarvan de details worden bepaald en beperkt door de uitgangspunten van zowel de Ontwikkelingsvisie 2030 als het project BEZEM. 4. Partijen initiëren het gesprek over het benutten van kansen in het IJsselmeergebied in relatie tot landelijke en regionale ontwikkelingen.

4 Artikel 2. Organisatie. 1. Samenwerkende partijen bieden ruimte om toe te treden aan andere overheden die de doelstelling uit artikel 1 kunnen onderschrijven. Partijen komen minimaal tweemaal per jaar bijeen, ter bespreking en afstemming van de ontwikkelingen als omschreven in het vorige artikel. 2. De begeleiding van het proces wordt verzorgd door een projectgroep bestaande uit ambtelijke vertegenwoordigers (de adviesgroep) van de betrokken partijen. Daarnaast is er een stuurgroep ingesteld, bestaande uit bestuurlijke vertegenwoordigers van de betrokken organisaties. Artikel 3. Communicatie. 1. Partijen spannen zich blijvend in om de Ontwikkelingsvisie 2030 in het IJsselmeergebied uit te dragen en de voortgaande gebiedsontwikkeling goed in woord en beeld te vertalen. Partijen stellen elkaar op de hoogte van ontwikkelingen op het eigen grondgebied, die relevant zijn voor de ambities en opgaven van de Zuidelijke Randmeren. 2. Jaarlijks informeren partijen elkaar over de vorderingen die gepleegd worden ter zake het aanbrengen van inrichting- en bronmaatregelen, alsook over de effectbestrijding in het Gooi- en Eemmeer en Nijkerkernauw, zoals overeengekomen in het convenant BEZEM. 3. Partijen voeren nader overleg over de vorm en wijze waarop met andere actoren in het gebied wordt gecommuniceerd, alsmede over de daaraan verbonden uitvoeringskosten. Artikel 4. Wijziging van het convenant. 1. Indien een partij, na inwerkingtreding van deze overeenkomst, wijziging, aanvulling, tussentijdse beëindiging of verlenging van dit convenant wenst, formuleert zij een voorstel daartoe. 2. Partijen nemen een gezamenlijk gedragen besluit naar aanleiding van het in het eerste lid van dit artikel bedoelde voorstel. 3. Een voorstel tot wijziging zoals bedoeld in het eerste lid wordt geacht te zijn afgewezen wanneer partijen niet binnen zes maanden na ontvangst van een dergelijk voorstel een schriftelijk besluit tot wijziging hebben genomen. 4. Partijen zullen de overeengekomen wijziging, aanvulling, tussentijdse beëindiging of verlenging door middel van een schriftelijke wijzigingsovereenkomst vastleggen. Artikel 5. Onvoorziene omstandigheden. Bij het optreden van omstandigheden die op het tijdstip van ondertekening van dit convenant redelijkerwijze niet waren te voorzien of konden worden voorzien en die op enigerlei wijze van invloed zijn op de nakoming van dit convenant, treden partijen met elkaar in overleg. Een verzoek om overleg als bedoeld wordt door een partij schriftelijk gedaan. Het verzoek bevat een aanduiding van de bedoelde omstandigheden. Artikel 6. Inwerkingtreding en looptijd. Dit convenant treedt in werking nadat dit door alle partijen is ondertekend en geldt tot en met 31 december 2015.

5 Aldus overeengekomen te HUIZEN d.d. 16 februari 2010 en ondertekend in negenvoud, Namens Rijkswaterstaat Namens het college van Dijkgraaf & Heemraden van Waterschap Vallei & Eem Namens het College van Burgemeester en Wethouders van Nijkerk Namens het College van Burgemeester en Wethouders van Bunschoten Namens het College van Burgemeester en Wethouders van Eemnes Namens het College van Burgemeester en Wethouders van Blaricum Namens het College van Burgemeester en Wethouders van Huizen Namens het College van Burgemeester en Wethouders van Naarden Namens het College van Burgemeester en Wethouders van Almere Namens het College van Burgemeester en Wethouders van Zeewolde