Toekomstig inzamelsysteem Rest- en GFT-afval - Keuzenotitie

Transcriptie

1 Toekomstig inzamelsysteem Rest- en GFT-afval - Keuzenotitie In opdracht van Gemeente Echt-Susteren Projectnummer M08B0127 Documentnaam F:\Data\Project\Milz08\M08B0127\rapportage\m08b0127.r06a.doc Postadres Postbus EB ARNHEM Nederland T +31(0) F +31(0) Bezoekadres Westervoortsedijk AT ARNHEM Nederland KVK Haaglanden ING Bank Delft IBAN NL 63 ING B /BIC INGBNL2A MWH is ISO9001:2000 en VCA** gecertificeerd

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Randvoorwaarden Inleiding Randvoorwaarden nieuw inzamelsysteem Weging randvoorwaarden 9 3 Inzamelsystemen Inleiding Te beoordelen inzamelsystemen 11 2

3 1 Inleiding De gemeenten Echt-Susteren, Roerdalen, Roermond en Nederweert en Weert hebben op het gebied van de inzameling van rest- en GFT-afval gezamenlijk een contract met Van Gansewinkel. Dit contract loopt op 31 december 2011 af en de in het contract genoemde verlengingsopties zijn reeds benut. Dit gegeven, gekoppeld aan het feit dat het huidige inzamelmiddel (de duobak) zowel economisch als technisch is afgeschreven, heeft de gemeenten Echt-Susteren, Nederweert, Roerdalen en Roermond doen besluiten gezamenlijk te onderzoeken op welke wijze de inzameling van rest- en GFT-afval in de toekomst het best ingevuld kan worden. De gemeente Weert, die contractpartner is binnen het huidige contract, heeft er voor gekozen niet deel te nemen aan dit gezamenlijke traject. De mogelijkheid is er wel dat deze gemeente in een later stadium wel deelneemt, bijvoorbeeld in het geval van een gezamenlijke (Europese) aanbesteding. Dit hangt vanzelfsprekend af van de keuzes die gedurende het traject gemaakt worden. Uitgangspunt voor de deelnemende gemeenten is een gezamenlijk traject waarbij afwijkende keuzes zo veel mogelijk binnen de gezamenlijkheid worden opgevangen. In onderstaand schema is dit gezamenlijke traject gefaseerd weergegeven. evaluatie resultaten evaluatie landelijke ontwikkelingen inzamel systemen visies van gemeenten systeemkeuze eigenschappen gemeente keuze organisatievorm flankerend beleid draaiboek Figuur 1: Traject toekomstig inzamelsysteem gemeenten Echt-Susteren, Nederweert, Roerdalen en Roermond Deze notitie geeft op basis van het rapport Achtergrondinformatie Toekomstig inzamelsysteem resten GFT-afval, de randvoorwaarden die van belang zijn voor de beoordeling van een toekomstig inzamelsysteem. Tezamen met een nog te maken notitie die specifiek ingaat op de mogelijke organisatievormen vormt onderhavige keuzenotitie de basis voor de besluitvorming in de deelnemende gemeenten. Leeswijzer Deze keuzenotitie geeft de vast te stellen randvoorwaarden voor het nieuwe systeem (hoofdstuk 2). Hoofdstuk 3 gaat in op de beschikbare inzamelsystemen en de hieraan gekoppelde en vast te stellen wegingsfactoren. Elke randvoorwaarde (uit hoofdstuk 2) heeft daarbij een eigen wegingsfactor. Na vaststelling van de randvoorwaarden en wegingsfactoren worden in een volgende stap alle inzamelsystemen getoetst. De uitkomst van deze toetsing wordt in een rapportage vastgelegd en wederom ter besluitvorming voorgelegd. 3

4 2 Randvoorwaarden 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de eerste stap gezet om te komen tot een systeemkeuze. Basis voor deze stap vormen de conclusies uit de beschrijving van de huidige situatie. De conclusies worden in paragraaf 2.2 vertaald in randvoorwaarden voor de systeemkeuze. Paragraaf 2.3 gaat in op de weging van deze randvoorwaarden. Paragraaf 2.4 vervolgens zet de beschikbare inzamelsystemen die in de beschrijving van de huidige situatie aan de orde zijn gekomen af tegen de randvoorwaarden. Deze vergelijking vormt de basis voor het voorstel dat gecombineerd met de organisatievormen het besluitvormingstraject ingaat. 2.2 Randvoorwaarden nieuw inzamelsysteem De randvoorwaarden voor het nieuwe inzamelsysteem hebben betrekking op de volgende aspecten: 1. Afvalscheiding; 2. Duurzaamheid; 3. Kosten; 4. Gebruiksgemak; 5. Toepassing diftar; 6. Kwaliteit openbare ruimte Afvalscheiding Het landelijke afvalbeleid schrijft voor dat een aantal stromen gescheiden ingezameld moet worden (bijvoorbeeld batterijen, elektr(on)ische apparatuur en verpakkingen). Daarnaast wordt als landelijke doelstelling voor huishoudelijk afval 60% hergebruik gehanteerd. De volgende conclusies uit de beschrijving van de huidige situatie hebben betrekking op afvalscheiding: Conclusies prestaties milieu 1. Aan de doelstelling van 60% hergebruik voor het totale huishoudelijk afval: - Voldoen Nederweert en Roerdalen ruim; - Voldoen Echt-Susteren en Roermond. 2. Aan de afgeleide streefwaarde van 150 kg restafval/inw: - Voldoen Nederweert en Roerdalen ruim; - Voldoet Echt-Susteren; - Voldoet Roermond niet. 3. Op basis van de huidige samenstellingsgegevens van het restafval bieden in ieder geval de afvalstromen GFT-afval en kunststoffen in de gemeenten mogelijkheden om de hoeveelheid restafval verder te verlagen. 4

5 Conclusies gemeentelijk afvalbeleid: terugdringen restafval 1. De doelstellingen van het afvalbeleid zijn gericht op een lage hoeveelheid uiteindelijk te verwerken restafval. 2. Aandacht voor preventie in het algemeen en inzetten op gescheiden inzameling van kansrijke deelstromen zoals GFT-afval, kunststoffen en, in mindere mate, oud papier en karton. Conclusies gemeentelijk afvalbeleid: CO 2 reductie afvalscheiding / duurzaam inkopen 1. De gescheiden inzameling van kunststoffen, glas en textiel is uit oogpunt van CO2 reductie aan te bevelen. Bij de afweging voor gescheiden inzameling van GFT-afval en papier dienen andere argumenten in meegenomen te worden (bijvoorbeeld AVI-capaciteit en kosten). 2. Bij het opstellen van het bestek voor de afvalinzameling dienen duurzaamheidscomponenten meegenomen te worden. (Zie ook publicatie Criteria voor duurzaam inkopen van afvalbeheer.) Conclusies gemeentelijk afvalbeleid: kunststofinzameling 1. Kunststoffen spelen een belangrijke rol in het bereiken van de doelstelling op het gebied van het terugdringen van de hoeveelheid restafval. 2. Gemeenten moeten kiezen tussen bron- en nascheiding. 3. Keuze voor kunststoffen wordt meegenomen in de systeemkeuze en de daaruit volgende aanbesteding. Conclusies gemeentelijk afvalbeleid: GFT-afval 1. GFT-afval speelt een belangrijke rol in het bereiken van de doelstelling op het gebied van het terugdringen van restafval. 2. Op het gebied van een doelmatige inzameling van GFT-afval zijn afhankelijk van het te kiezen systeem beleidskeuzes noodzakelijk (tariefstelling, buitengebied). Randvoorwaarden afvalscheiding Wordt optimaal ingezet op afvalscheiding in het algemeen en in het bijzonder op de gescheiden inzameling van GFT-afval en kunststoffen; Kan in het landelijk gebied en bij de hoogbouw gebruik worden gemaakt van beleidsvrijheid op het gebied van GFT-inzameling; Duurzaamheid Duurzaamheid komt bij de afvalinzameling op verschillende manieren aan bod. Het gaat om: Een duurzame logistiek in de vorm van een zo optimaal mogelijke routeplanning zodat de inzamelkilometers minimaal zijn; Een efficiënte inzet van inzamelmiddelen en inzamelvoertuigen. Hieronder wordt verstaan dat gestreefd wordt naar een optimaal gebruik van het beschikbare inzamelvolume: volle inzamelmiddelen en niet rijden met lucht; Het opnemen van duurzaamheidscriteria bij de inkoop van inzamelmiddelen en diensten. De volgende conclusies uit de beschrijving van de huidige situatie hebben betrekking op duurzaamheid: 5

6 Conclusies prestaties logistiek / gebruik inzamelvolume 1. Het gemiddelde aanbiedpercentage van duobakken ligt in de diftargemeenten tussen 60 en 65%. 2. In de aangeboden duobakken wordt het restafvalvolume tussen de 50 en 60% benut. Voor het GFTafvalvolume is dit percentage 9%. 3. Het verschil in benuttingscijfers heeft tot gevolg dat het beschikbare volume in de inzamelvoertuigen niet efficiënt wordt gebruikt: als het restafvaldeel in de inzamelwagen vol is, is het GFT-afvaldeel nog maar voor 1/4 gevuld. Conclusies gebruik / service / dienstverlenging 1. De duobak als inzamelmiddel heeft voor burgers op het gebied van gebruiksgemak en ruimtebeslag voordelen. 2. Het beperkte volume van een duobak kan vanuit de burgers bezien als een nadeel worden bezien; 3. De duobak als inzamelsysteem in een diftargemeente is voor de gemeente, uit oogpunt van een zuivere toepassing van de vervuiler betaalt, niet optimaal; 4. Gebruik duobaksysteem is voor afvalinzamelaars wat betreft efficiency, logistiek en onderhoud niet optimaal. Conclusies gemeentelijk afvalbeleid: CO 2 reductie afvalscheiding / duurzaam inkopen 1. De gescheiden inzameling van kunststoffen, glas en textiel is uit oogpunt van CO 2 reductie aan te bevelen. Bij de afweging voor gescheiden inzameling van GFT-afval en papier dienen andere argumenten in meegenomen te worden (bijvoorbeeld AVI-capaciteit en kosten). 2. Bij het opstellen van het bestek voor de afvalinzameling dienen duurzaamheidscomponenten meegenomen te worden. (Zie ook publicatie Criteria voor duurzaam inkopen van afvalbeheer.) Conclusies containermanagementsysteem 1. Met een containermanagementsysteem waarbij gebruik wordt gemaakt van registratiemiddelen (chips of dotcodestickers) wordt een koppeling gelegd tussen adres en inzamelmiddel die een adequate inning van de afvalstoffenheffing mogelijk maakt en die mogelijkheden biedt voor logistieke optimalisatie. 2. Een containermanagementsysteem maakt meeliften met de afvalinzameling moeilijker en geeft de gemeente mogelijkheden niet-betalende adressen niet alleen op het gebied van de afvalstoffenheffing in beeld te krijgen. 3. Een containermanagementsysteem geeft mogelijkheden om te sturen (beleidsmatig, logistiek). Randvoorwaarden duurzaamheid Wordt duurzaam gebruik gemaakt van het beschikbare containervolume; Wordt duurzaam gebruik gemaakt van het beschikbare volume van de inzamelvoertuigen; Is het mogelijk de inzameling logistiek te optimaliseren; Is rekening gehouden met duurzaamheidseisen bij de aanschaf van inzamelmiddelen en diensten Kosten Bij kosten gaat het om de te verwachten investeringskosten en inzamelkosten. Deze zijn echter niet altijd goed te voorspellen. De marktsituatie op het moment van aanbesteden kan totaal anders zijn dan waar in de verwachtingen is van uitgegaan. De investeringskosten zijn wat dat betreft beter te voorspellen dan de inzamelkosten. 6

7 De volgende conclusies uit de beschrijving van de huidige situatie hebben betrekking op kosten: Conclusies kosten 1. De kosten gemoeid met de inzameling van restafval en GFT-afval bedragen circa per aansluiting en maken circa 15% (Roermond) en 20% (andere gemeenten) uit van de totale afvalbeheerkosten. 2. De huidige inzamelkosten liggen onder het gemiddelde als ze afgezet worden tegen de inzamelkosten in qua stedelijkheid vergelijkbare gemeenten. Conclusies containermanagementsysteem 1. Met een containermanagementsysteem waarbij gebruik wordt gemaakt van registratiemiddelen (chips of dotcodestickers) wordt een koppeling gelegd tussen adres en inzamelmiddel die een adequate inning van de afvalstoffenheffing mogelijk maakt en die mogelijkheden biedt voor logistieke optimalisatie. 2. Een containermanagementsysteem maakt meeliften met de afvalinzameling moeilijker en geeft de gemeente mogelijkheden niet-betalende adressen niet alleen op het gebied van de afvalstoffenheffing in beeld te krijgen. 3. Een containermanagementsysteem geeft mogelijkheden om te sturen (beleidsmatig, logistiek). Randvoorwaarden kosten: Wordt marktconform gewerkt wat betreft inzameltarieven; Wordt alleen bij die adressen ingezameld die ook daadwerkelijk afvalstoffenheffing betalen Gebruiksgemak Het bepalen van gebruiksgemak is voer voor discussie. De veronderstelling is dat bewoners uit oogput van ruimtebeslag één container altijd prefereren boven twee containers. Echter, tevredenheidonderzoeken in gemeenten met een alternerend systeem laten zien dat bewoners op eenzelfde manier tevreden zijn over de afvalinzameling dan bewoners in gemeenten met andere systemen. Ook zijn er gemeenten waar bewoners gebruik maken van 3 minicontainers en waar de tevredenheid goed is. Dit gegeven van wennen aan een nieuwe situatie en die dan vervolgens ook als goed beoordelen maakt gebruiksgemak een aspect waarvoor het niet eenvoudig is een eenduidige randvoorwaarde te formuleren. De volgende conclusies uit de beschrijving van de huidige situatie hebben betrekking op gebruiksgemak: Conclusies gebruik / service / dienstverlenging 1. De duobak als inzamelmiddel heeft voor burgers op het gebied van gebruiksgemak en ruimtebeslag voordelen. 2. Het beperkte volume van een duobak kan vanuit de burgers bezien als een nadeel worden bezien; 3. De duobak als inzamelsysteem in een diftargemeente is voor de gemeente, uit oogpunt van een zuivere toepassing van de vervuiler betaalt, niet optimaal; 4. Gebruik duobaksysteem is voor afvalinzamelaars wat betreft efficiency, logistiek en onderhoud niet optimaal. 7

8 Randvoorwaarden gebruiksgemak: Wordt een minimaal ruimtebeslag bij de burger gerealiseerd; Wordt een zo groot mogelijk volume voor rest- en GFT-afval gerealiseerd De vervuiler betaalt Ieder systeem kan op meer of mindere mate omgaan met het principe de vervuiler betaalt. Indien een gemeente gedifferentieerde tarieven wil toepassen op basis van aanbod van afval zijn er verschillende mogelijkheden om hier invulling aan te geven. Bij de systeemkeuze wordt de mate van de vervuiler betaalt als randvoorwaarde meegenomen. De randvoorwaarde de vervuiler betaalt is niet van toepassing voor de gemeente Roermond. De volgende conclusies uit de beschrijving van de huidige situatie hebben betrekking op de vervuiler betaalt oftewel sturen met de afvalstoffenheffing : Conclusies sturen met de afvalstoffenheffing 1. Door het gebruiken van afrekensystemen wordt in meer of minder mate recht gedaan aan het principe de vervuiler betaalt. 2. Door af te rekenen op basis van gewicht wordt de koppeling tussen de hoeveelheid afval en het tarief gerealiseerd; het afrekenen op basis van frequentie levert een meer indirecte koppeling voor de burger, maar levert wel logistieke voordelen op. Het afrekenen op basis van wegen-frequentie combineert deze twee kenmerken. 3. Het meest toegepaste systeem is het volume/frequentie systeem. Dit systeem biedt zowel de burger als de inzamelaar mogelijkheden tot optimaliseren. Randvoorwaarden sturen met de afvalstoffenheffing: Wordt invulling gegeven aan het principe de vervuiler betaalt. Wordt op een zo praktisch mogelijke wijze gestuurd met de afvalstoffenheffing. Zijn de risico s van ongewenst gedrag beheersbaar en staan in verhouding tot de voordelen Kwaliteit openbare ruimte (Het verbeteren van) de kwaliteit van de openbare ruimte is een aspect dat wordt beïnvloed door het afvalinzamelsysteem. Zo vervangt een aantal gemeenten ter verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte alle bovengrondse verzamelcontainers door ondergrondse en worden nieuwe verzamelcontainers per definitie ondergronds geplaatst. Een ander voorbeeld van de koppeling afvalinzameling en openbare ruimte is het volgende uitgangspunt dat sommige gemeenten hanteren bij het invoeren van een afvalinzamelsysteem: Geen afvalzakken in het straatbeeld. De gemeente Venlo is een voorbeeld van een gemeente die dit uitgangspunt hanteert. Kunststofinzameling met behulp van zakken is in een dergelijke gemeente dan ook geen optie. Randvoorwaarden kwaliteit openbare ruimte: Is de aantasting van de kwaliteit van de openbare ruimte minimaal. 8

9 2.2.7 Overzicht randvoorwaarden Randvoorwaarden afvalscheiding Wordt optimaal ingezet op afvalscheiding in het algemeen en in het bijzonder op de gescheiden inzameling van GFT-afval en kunststoffen; Kan in het landelijk gebied gebruik worden gemaakt van beleidsvrijheid op het gebied van GFTinzameling. Randvoorwaarden duurzaamheid Wordt duurzaam gebruik gemaakt van het beschikbare containervolume; Wordt duurzaam gebruik gemaakt van het beschikbare volume van de inzamelvoertuigen; Is het mogelijk de inzameling logistiek te optimaliseren; Is rekening gehouden met duurzaamheidseisen bij de aanschaf van inzamelmiddelen en diensten. Randvoorwaarden kosten: Wordt marktconform gewerkt wat betreft inzameltarieven; Wordt alleen bij die adressen ingezameld die ook daadwerkelijk afvalstoffenheffing betalen. Randvoorwaarden gebruiksgemak: Wordt een minimaal ruimtebeslag bij de burger gerealiseerd; Wordt een zo groot mogelijk volume voor rest- en GFT-afval gerealiseerd. Randvoorwaarden sturen met de afvalstoffenheffing: Wordt invulling gegeven aan het principe de vervuiler betaalt. Wordt op een zo praktisch mogelijke wijze gestuurd met de afvalstoffenheffing. Zijn de risico s van ongewenst gedrag beheersbaar en staan in verhouding Randvoorwaarden kwaliteit openbare ruimte: Is de aantasting van de kwaliteit openbare ruimte minimaal. 2.3 Weging randvoorwaarden Bij het beoordelen van de verschillende inzamelsystemen zullen de onderscheiden randvoorwaarden niet allemaal even zwaar meewegen in de uiteindelijke keuze. Naast de onderlinge verschillen tussen de randvoorwaarden vullen de gemeenten deze weging (wellicht) anders in. In onderstaande tabel zijn de randvoorwaarden uit paragraaf 2.2 voorzien van een wegingsfactor. Het gaat hier om de weging die door de ambtelijke werkgroep is voorgesteld. 9

10 Tabel 1: Randvoorwaarden en hun onderlinge weging Randvoorwaarde Echt-Susteren Nederweert Roerdalen Roermond Afvalscheiding 20% 20% 20% 20% a. Mogelijkheid scheiden GFT en kunststoffen 15% 15% 15% 15% b. Mogelijkheid gebruikmaken beleidsvrijheid 5% 5% 5% 5% Duurzaamheid 20% 20% 20% 20% c. Inzet beschikbaar containervolume 6% 6% 6% 6% d. Inzet beschikbaar inzamelvoertuigvolume 6% 6% 6% 6% e. Mogelijkheid routes te optimaliseren 4% 4% 4% 4% f. Duurzaam inkopen 4% 4% 4% 4% Kosten 20% 20% 20% 20% g. Marktconforme inzameltarieven 10% 10% 10% 10% h. Koppeling inzameldienst adres 10% 10% 10% 10% Gebruiksgemak 10% 10% 10% 20% i. Ruimtebeslag 5% 5% 5% 10% j. Volume voor rest- en GFT-afval 5% 5% 5% 10% Sturen met de afvalstoffenheffing 20% 20% 20% 5% k. Invullen de vervuilier betaalt 8% 8% 8% 0% l. Sturen met de afvalstoffenheffing 8% 8% 8% 5% m. Risico s ongewenst gedrag 4% 4% 4% 0% Kwaliteit openbare ruimte 10% 10% 10% 15% n. Aantasting openbare ruimte 10% 10% 10% 15% 10

11 3 Inzamelsystemen 3.1 Inleiding De volgende conclusies uit de beschrijving van de huidige situatie hebben betrekking op de vervuiler betaalt oftewel sturen met de afvalstoffenheffing : Conclusies inzamelsystemen 1. De meeste gemeenten maken gebruik van een systeem van alternerende inzameling van minicontainers voor monostromen. 2. Het inzetten van de duobak voor restafval en voor kunststoffen is een nieuwe variant. 3. Voor hoog- en gestapelde bouw worden steeds vaker ondergrondse brengvoorzieningen met toegangssystemen toegepast. 4. Een klein aantal gemeenten heeft een systeem waarbij de GFT-inzameling is vervangen door een systeem dat vooral gericht is op de inzameling van de T-fractie (tuinafval). 5. De aandacht voor het terugdringen van de hoeveelheid restafval maakt de discussie over de invulling van de zorgplicht zoals deze is opgenomen in de Wet milieubeheer actueel. Niet elk inzamelsysteem past bij de situatie in de gemeenten. In de beschrijving van de huidige situatie zijn de volgende systemen beschreven:: A. Varianten met twee minicontainers; B. (Tarief)zak; C. Duobak-varianten; D. (Ondergrondse) verzamelcontainers voor de gehele gemeente. 3.2 Te beoordelen inzamelsystemen Op basis van een eerste beoordeling vallen het systeem (tarief)zak en systeem totaal overgaan op (ondergrondse) verzamelcontainers voor de gehele gemeente af. Deze beoordeling heeft enerzijds te maken met de aspecten service en kwaliteit openbare ruimte en anderzijds met het aspect praktische uitvoerbaarheid op de korte termijn. De aspecten service en kwaliteit openbare ruimte gelden voor het systeem (tarief)zak. Met dit systeem is de service voor de burger en de kwaliteit openbare ruimte niet optimaal. Het inrichten van een netwerk van ondergrondse verzamelcontainers voor restafval voor de gehele gemeente wordt qua (financiële) uitvoerbaarheid op korte termijn niet realistisch geacht. Deze twee systemen worden in de verdere beoordeling dan ook niet meegenomen. De beschikbare varianten van twee containers en duobak-varianten worden in onderstaande tabel toegelicht. Voor de kunststofinzameling is alleen in de varianten A4 en A5 uitgegaan van het invoeren van een haalsysteem. Voor de andere varianten is geen keuze gemaakt. In het geval van diftar op basis van volume/frequentie heeft het kiezen voor een bepaalde vorm kunststofinzameling logistieke gevolgen. Het duurt immers langer voordat een restafvalcontainer vol is en aan de weg gezet wordt, indien de kunststoffen in veel lagere hoeveelheden in het restafval belanden. 11

12 Tabel 2: Inzamelsystemen en varianten daarbinnen Variant Restafval GFT-afval Kunststoffen Diftar A1: Duobak registreren Duobak Duobak Niet/zakken/brengen Geen Duobak Mini s A2: Duobak volume Duobak Duobak Niet/zakken/brengen Volume A3: Duobak wegen Duobak Duobak Niet/zakken/brengen Wegen A4: Duobak rest/kunststof + mini GFT Duobak Minicontainer Duobak Volume A5: Duobak rest/kunststof + bladkorf tuinafval Duobak Bladkorf Duobak Volume B1: Twee mini s registreren Minicontainer Minicontainer Niet/zakken/brengen Geen B2: Twee mini s volume Minicontainer Minicontainer Niet/zakken/brengen Volume B3: Twee mini s volume/frequentie Minicontainer Minicontainer Niet/zakken/brengen Volume/frequentie B4: Twee mini s wegen Minicontainer Minicontainer Niet/zakken/brengen Wegen B5: Één mini bladkorf tuinafval Minicontainer Bladkorf Niet/zakken/brengen Volume A-1: A1: Duobak registreren. Dit is het huidige inzamelsysteem van de gemeente Roermond. De inzameling van de stromen restafval en gft vindt wekelijks plaats door middel van een duobak container. De containerledigingen worden geregistreerd om oneigenlijk gebruik uit te sluiten, maar er wordt niet op basis van deze registratie afgerekend. Door het gebruik van een duocontainer blijft de afvalscheiding gelijk. Er is geen prikkel op het inzetbaar containervolume. De kosten zijn relatief hoog omdat de containers iedere week worden geleegd. Uit oogpunt van ruimtebeslag is het gebruiksgemak hoog. Het diftar-aspect is niet aanwezig. A2: Duobak volume Huishoudens kunnen bij een volumesysteem kiezen uit verschillende containerformaten Binnen een duobak systeem wordt deze keuze vaak bepaald door het verplaatsen van het tussenschot. De hoogte van de heffing is vervolgens afhankelijk van de verdeling die men gekozen heeft. De prikkel bestaat er uit dat huishoudens met een kleiner volume restafval hier ook minder voor betalen. De inzameling van de stromen restafval en gft vindt wekelijks plaats. Door het gebruik van een duocontainer blijft de afvalscheiding nagenoeg gelijk. De containervolumes worden slechts minimaal aangepast. De kosten zijn relatief hoog omdat de containers iedere week worden geleegd. Uit oogpunt van ruimtebeslag is het gebruiksgemak hoog. Het diftar-aspect is weinig aanwezig. A-3: Duobak wegen Dit is het huidige inzamelsysteem van de gemeenten Echt-Susteren, Nederweert en Roerdalen. De inzameling van de stromen restafval en gft vindt wekelijks plaats door middel van een duobak container. Diftar vindt plaats op basis van een vast bedrag vermeerderd met een bedrag per kilogram afval (restafval en GFT-afval). 12

13 Door het gebruik van een duocontainer blijft de afvalscheiding nagenoeg gelijk. De containervolumes worden slechts minimaal aangepast. De kosten zijn relatief hoog omdat de containers iedere week worden geleegd. De registratie is daarnaast zeer uitgebreid. Uit oogpunt van ruimtebeslag is het gebruiksgemak hoog. Het diftar-aspect is maximaal aanwezig. A-4: Duobak rest/kunststof + mini GFT Dit is het inzamelsysteem dat in Venlo in twee stadsdelen wordt beproefd. De duocontainer wordt ingezet voor de inzameling van restafval en kunststoffen. Hierdoor kan de inzamelfrequentie van deze duocontainer naar 1x per twee weken. Daarnaast de GFT stroom in een separate minicontainer opgehaald met dezelfde frequentie van 1x per twee weken. Door het gebruik van een duocontainer en een extra minicontainer kan optimaal invulling worden gegeven aan de afvalscheiding. De containervolumes kennen meer flexibiliteit, zijn evenwichtiger verdeeld, maar twee stromen worden nog steeds in een keer aangeboden. De kosten zijn lager omdat de containers alternerend worden geleegd. Uit oogpunt van ruimtebeslag is het gebruiksgemak lager. Het diftar-aspect is weinig aanwezig. A-5: Duobak rest/kunststof + bladkorf tuinafval Dit is het inzamelsysteem zoals A-4 maar dan tuinkorven voor tuinafval. Het is een mix van het Venlo-model en het model-horst a/d Maas. De duocontainer wordt ingezet voor de inzameling van restafval en kunststoffen. Hierdoor kan de inzamelfrequentie van deze duocontainer naar 1x per twee weken. De GF fractie wordt niet langer separaat ingezameld. Voor de T-fractie (tuinafval) worden bladkorven geplaatst in de wijken. Door het gebruik van een duocontainer voor plastics wordt deze stroom gescheiden van het restafval. Doordat er geen huis-aan-huis inzamelsysteem is voor het GFt zal de afvalscheiding van deze stroom achteruit gaan.. De containervolumes zijn evenwichtiger verdeeld, maar twee stromen worden nog steeds in een keer aangeboden. De kosten zijn lager omdat de containers alternerend worden geleegd. Uit oogpunt van ruimtebeslag is het gebruiksgemak hoog. Het diftar-aspect is weinig aanwezig. B-1: Twee mini s registreren Dit is een systeem dat in veel gemeenten in Nederland wordt toegepast. Er is een separate minicontainer voor restafval en GFT. Het rest- en GFT-afval wordt alternerend ingezameld. Het aanbiedpercentage van de gft container ligt iets lager dan het aanbiedpercentage van de restafvalcontainer. De containerledigingen worden geregistreerd om oneigenlijk gebruik uit te sluiten, maar er wordt niet op basis van deze registratie afgerekend. Door het gebruik van twee minicontainers wordt de afvalscheiding bevorderd. Doordat de stromen in een separaat inzamelmiddel worden ingezameld worden doorgaans alleen volle containers aangeboden. De kosten zijn lager omdat de containers alternerend worden geleegd. Uit oogpunt van ruimtebeslag is het gebruiksgemak lager. Het diftar-aspect is niet aanwezig. 13

14 B-2: Twee mini s volume Dit systeem komt in Nederland minder voor. Er is een separate minicontainer voor restafval en GFT. De inwoner kan hierin zelf het volume kiezen, en de tariefstelling is gebaseerd op het gekozen containervolume. Het rest- en GFT-afval wordt alternerend ingezameld. Doordat men kan kiezen voor een lager volume, is doorgaans het aanbiedpercentage van beide stromen hoog. Door het gebruik van twee minicontainers wordt de afvalscheiding bevorderd. Doordat de stromen in een separaat inzamelmiddel worden ingezameld is het volumebeslag beter dan met duocontainers. De kosten zijn lager omdat de containers alternerend worden geleegd. Uit oogpunt van ruimtebeslag is het gebruiksgemak lager. Het diftar-aspect is weinig aanwezig. B-3: Twee mini s volume/frequentie Dit is het inzamelsysteem waarbij betaald moet worden voor het aantal keren dat een bepaald gekozen volume container aan de weg gezet wordt. Het rest- en GFT-afval wordt alternerend ingezameld. In Limburg wordt het onder andere in Venray, Beesel en Gennep toegepast. Een aangepaste vorm waarbij een bepaald aantal keren aanbieden in het vastrecht zet en daarboven betaald moet worden, wordt onder andere toegepast in de gemeente Leudal. Door het gebruik van twee minicontainers wordt de afvalscheiding bevorderd. Door de diftarprikkel op frequentie vindt er een optimaler gebruik van het containervolume plaats. De kosten zijn lager omdat de containers alternerend worden geleegd. Uit oogpunt van ruimtebeslag is het gebruiksgemak minder. Het diftar-aspect tenslotte scoort hoger doordat het tarief voor restafval los staat van het eventuele tarief van GFT-afval. B4: Twee mini s wegen Dit is het inzamelsysteem waarbij afval wordt gewogen. Rest- en GFT-afval worden alternerend in separate minicontainers ingezameld. In Limburg is dat in Margraten, Eijsden en Mook en Middelaar. Door het gebruik van twee minicontainers wordt afvalscheiding bevorderd. Door op gewicht af te rekenen worden containers die niet helemaal vol zijn ook aangeboden. Hierdoor vindt er geen optimaal gebruik van de beschikbare containercapaciteit plaats. De kosten zijn lager omdat de containers alternerend worden geleegd. Uit oogpunt van ruimtebeslag is het gebruiksgemak minder. Het diftaraspect is maximaal aanwezig B5: Één mini bladkorf tuinafval Dit is het inzamelsysteem waarbij de restafvalfractie 1keer per twee weken wordt ingezameld. De GF fractie wordt niet langer separaat ingezameld. Voor de T-fractie (tuinafval) worden bladkorven geplaatst in de wijken. 14

15 De afvalscheiding van de GFT stroom gaat er waarschijnlijk op achteruit. Doordat de restafvalstroom in een separaat inzamelmiddel worden ingezameld is het volumebeslag beter dan met duocontainers. De kosten zijn laag omdat er slechts één container alternerend hoeft te worden geleegd. Uit oogpunt van ruimtebeslag is het gebruiksgemak hoog. Het diftar-aspect is weinig aanwezig. 15