Jaarverslag en jaarrekening 2012

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jaarverslag en jaarrekening 2012"

Transcriptie

1 Jaarverslag en jaarrekening mei 2013

2 Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Leeswijzer... 4 Hoofdstuk 1 Bericht van de Raad van Toezicht... 5 Hoofdstuk 2 Beleid en organisatie Organisatiemodel Missie en visie Organogram Functies en verantwoordelijkheden Vestigingen en onderwijsaanbod Samenwerking Personeel en organisatie Onderwijs en kwaliteit...23 Hoofdstuk 3 Onderwijsresultaat CSG-vestigingen Augustinuscollege Admiraal de Ruyterlaan Augustinuscollege Diamantlaan CSG Rehoboth Wessel Gansfortcollege Heerdenpad Wessel Gansfortcollege Kluiverboom Wessel Gansfortcollege Winsum...55 Hoofdstuk 4 Financiën Financieel beleid Resultaatanalyse Financiële kengetallen...65 Hoofdstuk 5 Toekomst Organisatieontwikkeling Kwaliteitszorg Begroting Jaarverslag SCOG

3 Bijlagen...74 A. Grondslagen voor de jaarrekening...74 B. Balans per 31 december 2012 na resultaatbestemming...76 C. MB Model B Staat van baten en lasten...78 D. Kasstroomoverzicht...79 E. Toelichting op de balans per 31 december...80 F. Toelichting op de staat van baten en lasten...88 G. VT Verplichte toelichting...96 H. Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen...97 I. Overige gegevens...98 J. Begrippenlijst...99 Jaarverslag SCOG

4 Voorwoord Mag het iets meer zijn? Met dit motto van de CSG begon het afgelopen jaar iedere nieuwsbrief voor het personeel. Als school willen we de leerlingen iets meer meegeven. In de afgelopen jaren is de nadruk vanuit de overheid steeds meer komen te liggen op de verantwoording van schoolbesturen op alle beleidsterreinen. Voor de CSG reden om de interne controle te analyseren met als doel te komen tot noodzakelijke verbeteringen. Met de invoering van de Wet Goed Onderwijsbestuur is door de instelling van een Raad van Toezicht een forse slag gemaakt. Om te komen tot een duurzame verbetering van de kwaliteit van het onderwijs en onderwijsbeleid is een CSG-breed traject opgestart, het zogenoemde Balk-traject 1. Verscherpt toezicht Helaas heeft dit niet kunnen voorkomen dat een aantal afdelingen het predicaat (zeer)zwak heeft gekregen. Voor de inspectie aanleiding om het toezicht op de CSG als geheel aan te scherpen. Voor de CSG aanleiding om delen uit het traject te versnellen. Vanwege én het Balk-traject én het verscherpte toezicht is in dit jaarverslag niet alleen ingegaan op de in het Strategisch Plan opgestelde doelen (hoofdstuk 2) maar ook een hoofdstuk Toekomst (hoofdstuk 5) toegevoegd. Bezuinigingen Met de financiële meevaller die de stichting dit jaar had ten gevolge van het proces van de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs in de stad Groningen en de gelden uit de prestatiebox kunnen we de noodzakelijke kwaliteitsimpulsen geven. Dit betreft echter geen structurele gelden. De aangekondigde bezuinigingen in het regeerakkoord baren ons grote zorgen om ook in de toekomst te zorgen voor kwalitatief goed onderwijs met een breed aanbod op alle vestigingen. Persoonlijke ontwikkeling leerling Met de focus op de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs gericht op het verhogen van de opbrengsten kan gemakkelijk worden vergeten dat het onderwijs iets meer moet zijn. Als onderwijsinstelling hebben we ook een belangrijke rol als het gaat om de persoonlijke ontwikkeling van de leerling en de voorbereiding op de maatschappij. Hierin willen we als CSG blijvend investeren. Lydeke Zandbergen directeur-bestuurder Groningen, mei Genoemd naar het zalencentrum waar het gesprek over de duurzame verbetering van de organisatie is gestart. Jaarverslag SCOG

5 Leeswijzer In dit jaarverslag vindt u de activiteiten en de financiële situatie van de Stichting Christelijk Onderwijs Groningen (SCOG) waar de Christelijke Scholengemeenschap Groningen (CSG) onder valt. Hoofdstuk 1 en 2 In het eerste hoofdstuk staan de samenstelling en de werkzaamheden van de Raad van Toezicht in 2012 centraal. Hoofdstuk 2 bevat een toelichting op de organisatie van de SCOG en de CSG. Hierin vindt u de missie en visie, een organogram en de CSG-vestigingen met hun onderwijsaanbod. Daarnaast wordt toegelicht met welke partners de CSG samenwerkt en hoe ouders en leerlingen bij de school worden betrokken. Tenslotte wordt ingegaan op het gevoerde personeelsbeleid en de stand van zaken met betrekking tot onderwijs en kwaliteit. Hoofdstuk 3, 4 en 5 Vervolgens staan in hoofdstuk 3 staan de vestigingen centraal. Hierin wordt per CSGvestiging ingegaan op de onderwijsresultaten, het schoolprofiel, de onderwijskundige ontwikkelingen, de onderwijsprestaties per afdeling en de doelstellingen voor In het vierde hoofdstuk wordt de financiële situatie van de CSG toegelicht. Tot slot geeft hoofdstuk 5 een doorkijkje naar de ontwikkelingen die de CSG in haar toekomst ziet. Jaarverslag SCOG

6 Hoofdstuk 1 Bericht van de Raad van Toezicht Onderwijskwaliteit was in 2012 een belangrijk thema voor de Raad van Toezicht van de Stichting Christelijk Onderwijs Groningen (SCOG). Als gevolg van het intern verscherpte toezicht ingesteld eind heeft de Raad in haar eerste volledige zittingsjaar een aantal extra vergaderingen belegd met de directeur-bestuurder. In totaal zijn zeven vergaderingen gehouden. Daarnaast heeft de Raad een rondgang gehouden langs alle zes vestigingen, waar ze in gesprek ging met de schoolleiding over onder andere de kwaliteit van het onderwijs. Ook is hierover apart gesproken met de medezeggenschapsraad van de CSG. Uitgevoerde wettelijke taken Onderstaande wettelijke taken zijn volgens de juiste procedures uitgevoerd: Goedkeuren van de begroting en het jaarverslag Toezicht op naleving door bestuur van wettelijke verplichtingen en de code goed onderwijsbestuur Toezien op de doelmatige en rechtmatige verwerving, bestemming en aanwending van de middelen Het aanwijzen van een accountant en het formuleren van een opdracht. De accountant heeft verantwoording afgelegd aan de RvT. Het afleggen van verantwoording in het jaarverslag. Verder treden de voorzitter -maar ook de overige leden- van de Raad van Toezicht op als klankbord voor de directeur-bestuurder en geven zij gevraagd en ongevraagd advies. Toezicht op onderwijskwaliteit Op enkele vestigingen van de CSG is het oordeel van de Inspectie zeer zwak voor de opbrengsten, het didactisch handelen en de kwaliteitszorg. De RvT heeft zich uitgebreid laten informeren over de plannen van aanpak voor verbetering. Ze heeft kritische vragen gesteld aan de directeur- bestuurder over de aansturing en monitoring van dit proces op de korte en lange termijn. Daarnaast heeft ze aangedrongen op een onafhankelijke audit bij de overige vestigingen om CSG breed inzicht te hebben in de stand van zaken met betrekking tot de onderwijskwaliteit. Ze volgt nadrukkelijk de voortgang van het verbetertraject, op basis van de systematische analyses van resultaten die de onderwijsteams aan het bestuur rapporteren. De Raad van Toezicht beraadt zich over het opstellen van scherpere eisen voor minimumkwaliteit in de organisatie. Medewerkers in de organisatie raken steeds meer doordrongen van de consequenties van het verscherpte intern toezicht, zo blijkt uit de verschillende gesprekken. Jaarverslag SCOG

7 Bezoek aan de vestigingen Op vrijdag 5 oktober 2012 bezocht de Raad van Toezicht de zes vestigingen van de CSG. Op elke locatie had zij een gesprek met de schoolleiding over de kwaliteit van het onderwijs, de identiteit en de profilering. Ze werd rondgeleid door de vestiging, of sprak met leerlingen en leraren. De ontmoetingen maakten duidelijk dat de inzet op de locaties groot is om de onderwijskwaliteit te verbeteren. Jaarlijkse evaluatie intern toezicht De intern toezichthouders en de directeur-bestuurder hebben op 19 juni 2012 de governance scan Pas op de plaats gehouden, onder leiding van de Besturenraad. Het jaarlijks evalueren van het eigen functioneren is een verplichting vanuit de Code Goed Onderwijsbestuur Voortgezet Onderwijs. De onderwerpen van de evaluatie waren de drie kanten van governance: de structuur-, communicatie- en gedragskant. Er is geëvalueerd op het niveau van het toezichthoudend orgaan als geheel en op individueel niveau van zowel de intern toezichthouders als de directeur-bestuurder. De toezichthouders en de directeur-bestuurder zijn het afgelopen jaar verder gegroeid in hun rol en in de samenwerking. Een van de aandachtspunten is het verder uitwerken van de werkgeversrol van de RvT. De RvT heeft op verschillende wijze gewerkt aan het vergroten aan haar deskundigheid. De leden zijn aangesloten bij de vereniging van toezichthouders in onderwijsinstellingen ( VTOI) en hebben verschillende seminars hiervan bijgewoond. Een afvaarding is aanwezig geweest bij de Dag van het Toezicht, op 20 april 2012 met het thema Het maatschappelijk speelveld van het toezicht, afwachten of sturen?. Twee leden volgden de leergang waardegedreven toezicht binnen het onderwijs, van Tias Nimbas Business School. Leden van de Raad van Toezicht In de samenstelling van de RvT zijn in het afgelopen jaar geen wijzigingen opgetreden. De voorzitter was aftredend, maar is bereid gevonden zijn lidmaatschap voor één termijn te continueren. De leden zijn: De heer H.J. Wolters, voorzitter, lid auditcommissie en remuneratiecommissie De heer G. Vels, vice-voorzitter lid remuneratiecommissie, commissie identiteit Mevrouw A.M. Nauta, secretaris lid commissie identiteit De heer A.J. Bennink lid commissie identiteit De heer W.J. Molema lid auditcommissie Auditcommissie De auditcommissie heeft het financiële jaarverslag met de controller voorbesproken en beoordeeld, een nieuwe accountant voorgedragen en kwartaalrapportages bekeken. Daarnaast heeft zij de RvT geadviseerd over vaststelling van de procuratieregeling, de begroting voor 2013 en de meerjarenbegroting. De vergoeding voor de RvT is aangepast aan de geldende richtlijnen die de VTOI hiervoor stelt. Jaarverslag SCOG

8 Remuneratiecomissie De remuneratiecommissie heeft in het jaargesprek met de directeur-bestuurder het functioneren besproken en afspraken vastgelegd voor het komende jaar. Commissie Identiteit De christelijke identiteit van de CSG is onderwerp van gesprek geweest in het bezoek aan de zes vestigingen in oktober Daarnaast is erover van gedachten gewisseld tijdens een trenddiscussie. Wat ons samen bindt is de christelijke grondslag, het vormt het bestaansrecht van het CSG onderwijs. Daarom is het belangrijk om ons te bezinnen op onze identiteit. In het komend jaar zal de RvT aan dit onderwerp extra aandacht besteden in verband met de positionering en de maatschappelijke opdracht van het christelijk onderwijs. Graag sluiten we dit verslag af met een woord van dank aan alle medewerkers voor de inzet van het afgelopen jaar. De heer H.J. Wolters, voorzitter Raad van Toezicht Jaarverslag SCOG

9 Hoofdstuk 2 Beleid en organisatie In dit hoofdstuk staat beschreven hoe de organisatie in elkaar zit. Naast de missie en visie is een organogram te vinden en een overzicht van de CSG-vestigingen met hun onderwijsaanbod. Tot slot wordt het personeelsbeleid toegelicht, de samenwerking met partners en de stand van zaken met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs binnen de CSG. 2.1 Organisatiemodel Organisatiemodel De SCOG beheert één school, de Christelijke Scholengemeenschap Groningen (CSG) met één BRIN-nummer. De CSG verzorgt christelijk voortgezet onderwijs aan ongeveer leerlingen op zes vestigingen in Groningen, Hoogezand en Winsum. Achtergrond In 1994 is de Vereniging voor Christelijk Onderwijs Liudger opgericht door een fusie van verschillende schoolverenigingen in en om de stad Groningen. Na verschillende samenvoegingen bestaat de Christelijke Scholengemeenschap Groningen vanaf 2010 uit drie deelscholen; het Augustinuscollege (met 2 vestigingen), het Wessel Gansfortcollege (met 3 vestigingen) en CSG Rehoboth Oprichting Vereniging voor Christelijk Onderwijs Liudger 1995 Nieuwe wet op het voortgezet onderwijs met de lumpsumfinanciering, schoolbesturen kregen meer vrijheid om onderwijs in te richten en zwaardere eisen aan bestuur en verantwoording Samenvoeging De Vinkenborgh en De Wilgenborgh tot Augustinuscollege Travertijnstraat en Wessel Gansfortcollege en De Hamrik tot Wessel Gansfortcollege 1 augustus 2010 De CSG bestaat uit drie deelscholen: Augustinuscollege, CSG Rehoboth en Wessel Gansfortcollege. 14 juni 2011 De vereniging wordt omgezet in een stichting: de Stichting Christelijk Onderwijs Groningen, bestaand uit een Raad van Toezicht en de directeur-bestuurder. december 2011 Augustinuscollege Travertijnstraat gaat naar nieuwbouw Diamantlaan en de Wessel Gansfortcollege Heinsiusstraat naar de Kluiverboom. Jaarverslag SCOG

10 augustus 2012 Voorlopig nieuw organisatiemodel: geen deelscholen, maar zes vestigingen. augustus 2013 Officieel nieuw organisatiemodel Verbeteren onderwijskwaliteit Het jaar 2012 stond in het teken van het verbeteren van kwaliteit van het onderwijs. Met het zogenoemde Balk-traject gaat de CSG: de organisatiestructuur verbeteren, de missie en visie aanscherpen, de besturingsfilosofie verduidelijken en de organisatie van planning-en-control verbeteren. Toelating De CSG kent een toelatingsbeleid waarbij zij is aangesloten bij de afspraken zoals gemaakt voor de gemeenten Groningen, Haren, Ten Boer, Tynaarlo/Zuidlaren. Samen met de ouders, leerling en school van herkomst willen we er zorg voor dragen dat de leerling zo snel mogelijk in de juiste bij de leerling passende route terecht komt. Van ouders en leerlingen vragen we dat ze de identiteit van de school respecteren. 2.2 Missie en visie In 2012 is de missie en in 2013 is de visie opnieuw vastgesteld. Missie De CSG staat voor kwalitatief hoogwaardig, waarde(n)vol onderwijs vanuit haar op de Bijbel en de christelijke traditie geïnspireerde identiteit, in Groningen stad en ommeland. Visie Binnen de CSG werken professionals respectvol samen met ouders en leerlingen aan de ontwikkeling van jonge mensen tot zelfstandige, sociale en competente wereldburgers op het hoogst haalbare niveau van leerling en medewerker. Jaarverslag SCOG

11 2.3 Organogram Organogram 1 januari 2012 tot 1 augustus 2012 Raad van Toezicht CSG/SCOG directeur-bestuurder mevrouw A.G. Zandbergen Medezeggenschapsraad Bestuursbureau Augustinuscollege voorzitter directie de heer P.B. Boon CSG Rehoboth directeur de heer H.G. Schuil Wessel Gansfortcollege voorzitter directie mevrouw A.H. Wehmann Augustinuscollege sectordirecteur havo/vwo de heer W. van Wageningen Augustinuscollege sectordirecteur vmbo/opdc de heer W.J. Hartog Wessel Gansfortcollege sectordirecteur havo/vwo de heer J.B. Westerhof Wessel Gansfortcollege sectordirecteur vmbo de heer J. v.d. Heide (tot 1 augustus )

12 2.3.2 Organogram 1 augustus 2012 tot 1 augustus 2013 Raad van Toezicht SCOG directeur-bestuurder mevrouw A.G. Zandbergen Medezeggenschapsraad CSG-directie directeur-bestuurder mevrouw A.G. Zandbergen en directielid de heer P.B. Boon Bestuursbureau Augustinuscollege Admiraal de Ruyterlaan vestigingsleider de heer W. van Wageningen Augustinuscollege Diamantlaan vestigingsleider de heer W.J. Hartog CSG Rehoboth vestigingsleider de heer H.G. Schuil Wessel Gansfortcollege Heerdenpad vestigingsleider de heer J.B. Westerhof Wessel Gansfortcollege Kluiverboom vestigingsleider de heer W.J.T. Dusseldorp Wessel Gansfortcollege Winsum vestigingsleider de heer B. ten Have Jaarverslag SCOG

13 2.4 Functies en verantwoordelijkheden Raad van Toezicht De Raad van Toezicht is de intern toezichthouder van de stichting. Hierbij gaat het om intern toezicht houden in het perspectief van het afleggen van horizontale en verticale verantwoording, zoals in de Code Goed onderwijsbestuur is beschreven. Er is nadrukkelijk voor gekozen de Raad ook te informeren over de zaken die behoren bij de externe verantwoording (inspectie, gemeente, etc.). Afspraken van de Raad van Toezicht met de directeur-bestuurder zijn vastgelegd in het bestuurlijk toetsingskader. Bestuur Het bestuur van de SCOG is belegd bij de directeur-bestuurder. De SCOG kent één school: de CSG. Bij de directeur-bestuurder ligt de eindverantwoordelijkheid van alle prestaties van de stichting en dus de CSG. Het bestuur stuurt via de doelstellingen welke zijn vastgelegd in het strategisch plan van de stichting = schoolplan van de CSG. Het schoolplan Mag het iets meer zijn? is weliswaar nog van toepassing, maar inmiddels op een aantal plaatsen gedateerd. Directie Om de schoolorganisatie te verbeteren zijn in 2012 de eerste stappen gezet naar een nieuw organisatiemodel. De CSG werkt niet meer met drie deelscholen maar met zes vestigingen, rechtstreeks aangestuurd door de directeur-bestuurder en met elk een vestigingsleider. Hiermee is één managementlaag vervallen. De directeur van het Wessel Gansfortcollege, mevrouw Wehmann, heeft van deze organisatieontwikkeling gebruikt gemaakt om vervroegd uit te treden. De voorzitter directie van de deelschool Augustinuscollege, de heer Boon maakt vanaf 1 oktober 2012 volledig deel uit van de CSG-directie. Vooruitlopend op veranderingen is besloten eventuele ontstane vacatures op het niveau van de directie niet in te vullen. De werkverdeling binnen de directie is gewijzigd, na een positief advies van de medezeggenschapsraad. De CSG-directie ontwikkelt beleid al of niet ondersteund door een stafmedewerker (en/of externe) en laat zich adviseren door de vestigingsleiders. Aangezien de directeur(-bestuurder) tevens bestuurder is, worden aan de hand van de adviezen aansluitend op de DO-vergaderingen al of niet voorgenomen besluiten genomen. De CSG-directie heeft elke week een directieoverleg. Daarnaast is er een maandelijks overleg tussen de CSG-directie en de zes vestigingsleiders. Vestigingsleiders Vestigingsleiders zijn boegbeeld van de vestiging. Zij zijn verantwoordelijk voor en aanspreekbaar op de (leer)ontwikkeling in de vestiging (een leercultuur), op de kwaliteit (in en door- en uitstroom) en op de profilering van de eigen vestiging, gegeven de algemene (onderwijs)kaders zoals vastgesteld door de bestuurder. Pagina 12 van 101

14 Raad van Advies Daarnaast is in september 2012 het besluit genomen om in het najaar van 2013 een Raad van Advies (RvA) in te richten met vertegenwoordiging uit verschillende maatschappelijke instellingen. De RvA zal het bestuur adviseren over het over het beleid van de SCOG. Bestuursbureau De CSG-directie werkt op het bestuursbureau. Daarnaast zitten hier medewerkers die de vestigingen ondersteunen op het gebied van ICT, financiële administratie, scholing, werving en selectie, communicatie, beleid, kwaliteit en onderzoek. Op 1 november 2012 is het bestuursbureau verhuisd van de Westerkade 15-2 naar een nieuw kantoorgebouw aan de Eenrumermaar 4. Per 1 januari 2013 wordt de personeelsadministratie ook op het bestuursbureau gedaan en niet meer door een extern bureau (Metrium). Ouders en leerlingen betrekken De CSG vindt het belangrijk ouders en leerlingen te betrekken bij het onderwijs. Ouders kunnen meeleven, meedoen, meedenken en meebeslissen. Dit kan bij hun zoon/dochter als leerling, richting de hele klas of de vestiging maar ook vanuit de vestiging richting de thuissituatie. De vestigingen maken gebruik van bijvoorbeeld oudercommissies, klankbordgroepen, ouderpanels en leerlingenpanels. We hebben afspraken hierover vastgelegd in de notitie Ouderparticipatie op de CSG (februari 2010). Er is een aantal overleggen waarin ouders kunnen deelnemen. Medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad houdt zich bezig met zaken die de scholengemeenschap als geheel aangaan. De middelen die de medezeggenschapsraad daarbij ter beschikking staan zijn het instemmingsrecht en het adviesrecht (afhankelijk van het soort onderwerp). Daarnaast kan de medezeggenschapsraad gevraagd en ongevraagd advies geven. Elke deelschool heeft een eigen deelraad. De medezeggenschapsraad bestaat uit maximaal 16 leden: de oudergeleding: 4 leden, de leerling-geleding: 4 leden en de personeelsgeleding: 8 leden waarvan tenminste 1 lid uit het onderwijsondersteunend personeel. Pagina 13 van 101

15 2.5 Vestigingen en onderwijsaanbod vestiging plaats aantal leerlingen Augustinuscollege Admiraal de Ruyterlaan Augustinuscollege Diamantlaan Groningen Groningen onderwijsaanbod vmbo-tl, havo, atheneum, atheneumextra 498 afdeling VMBO: vmbo-bb en vmbo-kb afdeling OPDC: havo-onderbouw, vmbo-tl en -gl CSG Rehoboth Hoogezand 357 mavo en mavo+ 1 t/m 4 met TTO Duits, vmbo-bb (met LWOO), vmbo-kb 1 & 2, havo en atheneum 1 t/m 3 Wessel Gansfortcollege Heerdenpad Wessel Gansfortcollege Kluiverboom Wessel Gansfortcollege Winsum Groningen Groningen 857 vmbo-tl, havo, atheneum, atheneum+ 200 vmbo-tl, -kb en -bb (met LWOO) Winsum 298 vmbo-tl en havo 1 t/m Pagina 14 van 101

16 2.6 Samenwerking Passend Onderwijs Een passende onderwijsplek Alle kinderen en jongeren in ons land verdienen een passende onderwijsplek. Dat geldt in het bijzonder voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Leraren, onderwijsondersteunend personeel, schoolleiders en schoolbesturen staan gezamenlijk voor de taak om dat waar te maken. Passend Onderwijs gaat over alle ondersteunende onderwijsvoorzieningen en regelingen die kunnen bijdragen aan een succesvolle en zo mogelijk ononderbroken schoolloopbaan. Nu: Samenwerkingsverband 2.01 De scholen voor regulier voortgezet onderwijs trekken voor de CSG tot op heden samen op in het denominatief ingerichte SV VO De schoolbesturen maken onderling afspraken over de extra ondersteuning voor leerlingen die dat nodig hebben. De afspraken in dit SV zijn geregeld binnen het zorgplan van het SV dat jaarlijks wordt geactualiseerd. Dit SV wordt per ontbonden omdat vanaf die datum de financiering gaat lopen voor de nieuwe Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs. Straks: Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs VO en VO Met het nieuwe stelsel Passend Onderwijs komen er nieuwe samenwerkingsverbanden voor het voortgezet onderwijs. De gezamenlijke besturen zijn sinds 2011 aan de slag met de voorbereidingen voor de invoering van het nieuwe stelsel voor Passend Onderwijs. De invoering betekent, dat er een noodzakelijke fusie komt tussen de beide samenwerkingsverbanden (openbaar en christelijk) in de stad Groningen en de besturen van REC3 en RENN4 (wordt SwV 20.01). In de regio Groningen, Haren, Ten Boer en Tynaarlo (deels) worden de scholen voor voortgezet onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs (cluster 3 en 4) gezamenlijk verantwoordelijk voor alle leerlingen die in deze regio wonen. Voor de beide vestigingen buiten de stad (Wessel Gansfortcollege Winsum en CSG Rehoboth) sluiten we met een dergelijke verbinding aan bij het provinciaal samenwerkingsverband (wordt SwV 20.02). Het geheel moet voor 1 november 2013 bestuurlijk zijn geregeld. De nieuwe financiering vindt plaats vanaf 1 augustus De oude verbanden blijven nog tot 1 augustus 2014 bestaan. Tijdelijk zitten we derhalve in het oude en in de twee nieuwe samenwerkingsverbanden. Rugzakken verdwijnen Per 1 augustus 2014 zijn de huidige rugzakken verdwenen. De budgetten lopen dan via samenwerkingsverbanden. Het samenwerkingsverband heeft besloten een soortgelijke regeling door te laten gaan tot in ieder geval 1 augustus Voor de beschikkingen voor het voortgezet speciaal onderwijs (VSO cluster 3 en 4) is dit met ingang van 1 augustus De beschikkingen voor het praktijkonderwijs (PrO) en leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) worden vanaf 2015 ook bij het samenwerkingsverband ondergebracht. Het Rijk verwacht dat de inzet van de middelen binnen Passend Onderwijs efficiënter, goedkoper en doelmatiger wordt. Pagina 15 van 101

17 Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen (RPO) In 2008 is aan de Wet op het voortgezet onderwijs een artikel 72 toegevoegd over de regionale plannen onderwijsvoorzieningen. De kern ervan is dat de besturen van het voortgezet onderwijs in een bepaalde regio met elkaar een plan indienen bij de minister met betrekking tot die onderwijsvoorzieningen die voor bekostiging in aanmerking zouden moeten komen. In artikel 72 van de wet staat uitvoerig beschreven hoe dat moet gebeuren en aan welke criteria het plan moet voldoen. Eén van de bijzonderheden is dat zo'n plan voor vijf jaar geldt en dan opnieuw moet worden vastgesteld. De SCOG heeft een in 2012 geactualiseerd plan. Besturen christelijk voortgezet onderwijs in Groningen en Netwerk Noord Bestuurders van de christelijke vo-scholen in Drenthe en Groningen hebben regelmatig overleg op het gebied van strategie en beleidsontwikkeling. Hier gaat het om: Assen: Beilen: Emmen: Groningen: Hoogeveen: Meppel: Stadskanaal: CS Vincent van Gogh CSG Beilen Hondsrugcollege CSG, met vestigingen in Groningen, Hoogezand en Winsum Roelof van Echten College CSG Dingstede CSG Ubbo Emmius, met vestigingen in Stadskanaal, Onstwedde, Veendam en Winschoten. VO-raad De VO-raad is een vereniging van 334 schoolbesturen en ruim 600 scholen in het voortgezet onderwijs. Zij bepleit de belangen van de scholen bij overheid, Tweede Kamer, onderwijsinspectie, andere onderwijssectoren en maatschappelijke organisaties. De VO-raad overlegt regelmatig met besturenorganisaties, vakbonden, onderwijsraden en vakverenigingen voor docenten, ouderverenigingen en het LAKS. De VO-raad neemt deel aan samenwerkingsverbanden zoals ESHA (internationale schoolleidersvereniging), Platform Bèta Techniek, Convenant Overgewicht, Convenant LeerKracht en Kennisnet ICT op school. Besturenraad De Besturenraad is een landelijke vereniging van christelijke onderwijsinstellingen in Nederland. Er zijn 540 schoolbesturen aangesloten met 2200 scholen en samen leerlingen. Zij behartigen de belangen van het christelijk onderwijs. Primair Onderwijs De CSG heeft intensief contact met het bestuur van de Vereniging Christelijk Onderwijs Groningen (VCOG), het bestuur van tien christelijke basisscholen in de stad Groningen. Daarnaast onderhouden de vestigingen gericht contact met het basisonderwijs waar dit de doorstroming van leerlingen ten goede komt. Praktijkonderwijs De CSG heeft geen praktijkonderwijs binnen de eigen muren. We onderhouden goede contacten met De Bolster, christelijke school voor praktijkonderwijs. Middelbaar en hoger beroepsonderwijs In de relaties met mbo, hbo en universiteiten ligt het initiatief bij de betrokken teamleiders, decanen en vestigingsleiders. Om hoogbegaafde leerlingen een extra uitdaging te bieden, stimuleert de CSG waar mogelijk het volgen van modules bij hbo en (open) universiteiten. Pagina 16 van 101

18 Gemeente De CSG heeft te maken met drie gemeentes, te weten Groningen, Winsum en Hoogezand- Sappemeer. Overleg met andere schoolbesturen en de gemeentes vindt plaats via het OOGO (het op overeenstemming gericht overleg). In de stad Groningen wordt dit het BBO (breed besturen overleg) genoemd. In de stad Groningen wordt samengewerkt in de werkgroep Samen Over om de doorlopende leerlijnen tussen primair en voortgezet onderwijs te waarborgen. Bedrijfsleven Een goede aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt is belangrijk. De CSG werkt hiertoe in de regio samen met het bedrijfsleven. Door het bedrijfsleven bij het onderwijs te betrekken, wordt de inhoud van het onderwijs meer afgestemd op de wensen en behoeften van regionale bedrijven. Door bedrijven in te schakelen bij de beroepenoriëntatie van leerlingen, krijgen zij een beter beroepsbeeld. Ook kunnen bedrijven worden betrokken bij het ontwerpen van opleidingen, zodat pedagogiek en didactiek meer aansluiten bij de ontwikkelingen in het regionale bedrijfsleven. De CSG participeert in het bedrijfstakgerichte overleg in de technische sector (BTOLPI) en in het Ondernemerstrefpunt (OTP). Samenwerking in de zorgsector gebeurt onder andere in de Carrousel Zorg, die is ontwikkeld om derde klas vmbo-leerlingen van de opleiding zorg en welzijn op een realistische manier kennis te laten maken met de diverse werkvelden binnen de zorginstellingen. De beroepencarrousel is bedoeld voor leerlingen in het derde leerjaar van de theoretische leerweg die een oriëntatie krijgen aangeboden op alle sectoren. Prodoc: project voor professionalisering van docenten De CSG werkt samen met de GSG, NHL en ULO (universitaire lerarenopleiding) aan de professionalisering van docenten. Het doel van het project is om in 2 jaar te komen tot kwalitatief goede en integrale, samenhangende en doorlopende opleidings-, begeleidings- en ontwikkellijnen voor docent-stagiaires tot en met ervaren docenten aan de CSG/GSG. Dit moet leiden tot het op peil brengen, houden en verhogen van de docentkwaliteiten. Betere leraren dus, maar ook leraren die (weer) tevreden en geïnspireerd hun werk als docent kunnen en willen blijven doen. Uiteindelijk zal dit ertoe moeten leiden dat ook de leerlingen beter gaan presteren. Groninger School Vereniging: Horizonproject Het Augustinuscollege Admiraal de Ruyterlaan en de Groninger School Vereniging (GSV) werken samen om bovengemiddeld begaafde basisschoolleerlingen een extra uitdaging te geven. De leerlingen kunnen alvast kennis maken met scheikundige modules en technieken. Pagina 17 van 101

19 2.7 Personeel en organisatie Pagina 18 van 101

20 Tabellen afkomstig uit de werkgeversspiegel van het ABP, situatie per 1 januari De SCOG is werkgever van het personeel van de CSG-vestigingen en van het bestuursbureau. Personeelsbeleid De kracht en kwaliteit van onderwijs zit in de kwaliteit van de medewerkers. Voldoende bevoegd en competent personeel is voorwaarde om goed onderwijs te verzorgen en onderwijskwaliteit steeds te verhogen. Belangrijk is het lerend vermogen van de medewerkers te ontwikkelen zodat zij blijvend toegerust zijn op de snelle veranderingen in de maatschappij. Het personeelsbeleidsplan staat ten dienst van kwalitatief goed onderwijs op de CSG-vestigingen. Doel van het personeelsbeleid De CSG wil een kennisontwikkelschool zijn: een organisatie die kennis produceert op alle lagen. Professionele medewerkers hebben behoefte aan kennisontwikkeling om leerlingen een leeromgeving van kwaliteit te bieden, die hen voorbereidt op de wereld van morgen. Pagina 19 van 101

21 Scholing teamleiders Een van de kwaliteitsslagen die de CSG wil maken is het beter toerusten van de teamleiders. De rol die teamleiders hebben binnen de organisatie is cruciaal. In het bestuursakkoord is geld beschikbaar gesteld voor scholing. Teamleiders volgen een management development-traject (MD-traject) onder leiding van het APS. Dit traject duurt tot en met december 2013 en heeft als doel de competenties van een teamleider en de verdere ontwikkeling te verbeteren. De teamleiders zullen binnen het MD-traject onder andere een 180-graden feedback houden, waarbij ook een aantal van hun teamleden om feedback gevraagd zal worden. Stageplaatsen en leraren opleiden De CSG biedt stageplaatsen aan studenten van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden en van de universitaire opleidingen van de Rijksuniversiteit Groningen. Er zijn drie soorten stages voor basiscursisten, minoren en leraren in opleiding (LIO). Een basiscursist loopt met een docent mee, minoren moeten al wat meer zelfstandig doen en LIO s staan zelfstandig voor de klas. Er is binnen de CSG een LIO-netwerk waarin de studenten onderling ervaringen uitwisselen en netwerken. Docenten die stagiairs begeleiden hebben zelf een driedaagse cursus tot vakcoach gevolgd bij een van de aangesloten lerarenopleidingen. Zij krijgen ook extra tijd voor de begeleiding van stagiairs. Scholentour voor stagiairs en nieuwe collega s Op woensdag 28 november ging een groep nieuwe collega s en LIO s samen met de schoolopleiders op scholentour. Het doel van een scholentoer is een goed geïnformeerde en betrokken collega. Na de aftrap op het bestuursbureau bezochten zij de vestigingen Kluiverboom, Diamantlaan, Winsum en Hoogezand. Het was een gezellige en zinvolle middag. De deelnemers hebben een indruk van een aantal vestigingen en weten meer over de CSG als organisatie en werkgever. Nieuw personeelsinformatie- en salarissysteem Per 1 januari 2012 gebruiken we RAET Online. We verstrekken loonstroken niet meer op papier, medewerkers kunnen deze op REAT Online bekijken. Salarisschalen ingekort In het Convenant Leerkracht is afgesproken dat de salarisschalen LB, LC, LD en LE in de jaren 2009 tot en met 2014 jaarlijks per 1 januari met één trede worden ingekort. Per 1 januari 2012 is de 4e stap gemaakt en hebben deze schalen nog maximaal 14 treden. Uiteindelijk zijn er per 1 januari 2014 nog maximaal 12 treden. Pagina 20 van 101

22 Functiemix (na 1e tranche functiemix) LD LC 2010 LB 2008 (nulmeting) Verzuim (%) CSG landelijk Uitkeringen bij ontslag Het beleid van de CSG ten aanzien van uitkeringen na ontslag is in eerste instantie preventief, dus het voorkomen van ontslag. Het eigen risicodragerschap voor de werkloosheid (25% rechtstreeks en de rest via het omslagstelsel) maakt ook financieel gezien beleid noodzakelijk. De CSG wil een goede en aantrekkelijke werkgever zijn en verbindingen aangaan met personeel via een arbeidsovereenkomst (in het bijzonder onderwijs via een akte van benoeming). Er wordt minimaal gebruik gemaakt van een uitzendbureau. Dat is alleen in noodsituaties aan de orde om de continuïteit van de schoolorganisatie niet in gevaar te brengen. Bijvoorbeeld het acuut uitvallen van een docent in de examenklas, waarbij niet op korte termijn vervanging kan worden geregeld. Daarnaast wordt geen gebruik gemaakt van payroll constructies. Pagina 21 van 101

23 De volgende personeelsinstrumenten worden ingezet om ontslag te voorkomen: Scholing Begeleiding (coachen, video interactie) Functioneringsgesprekken Beoordelingsgesprekken Mobiliteit In sommige situaties valt ontslag niet te voorkomen. Vooral in vervangingssituaties. Vervolgens hebben uitkeringsgerechtigden en potentiële uitkeringsgerechtigden binnen de CSG een recht van voorrang bij het opvullen van vacatures. Voorrangsbenoemingen bij vacatures Verplichte mobiliteit Vrijwillige mobiliteit Minder dan 35% arbeidsongeschikt en een andere functie Tijdelijk regulier personeel Uitkeringsgerechtigden Wet Aanpassing Arbeidsduur (Verstand) Gegadigden spaarverlof Werven Huisvesting In 2012 heeft de CSG te maken gehad met (de afronding) van een aantal nieuwbouwprojecten. In juli 2011 is de Kluiverboom betrokken. Hier is een vmbo-afdeling gehuisvest. De gemeente als bouwheer heeft in 2012 het juridisch eigendom overgedragen aan het bevoegd gezag van drie vestigingen/scholen, die hierin zijn gehuisvest: O2G2 en SCOG. In januari 2012 is het onderwijs op de Diamantlaan gestart. Hierbij was het bevoegd gezag zelf bouwheer en heeft de overdracht van de grond in 2011 plaatsgevonden. Tot oktober 2012 was het bestuursbureau gehuisvest in een (huur)pand aan de Westerkade. Samen met de VCOG (christelijk primair onderwijs) is huisvesting gerealiseerd aan de Eenrumermaar. Van dit pand zijn SCOG en VCOG gezamenlijk eigenaar, waarvoor een vereniging van eigenaren (VVE Trapezium) is opgericht. Klachten De CSG heeft een klachtenregeling die te vinden is op haar website. In 2012 zijn zeven klachten ingediend bij het bestuur en de Landelijke Klachten Commissie (LKC). Ingediend bij bestuur Ingediend bij LKC 2 Opgelost na gesprek met vestigingsleider 4 Opgelost na gesprek met / interventie door directeurbestuurder 1 Klacht door klager ingetrokken Pagina 22 van 101

24 2.8 Onderwijs en kwaliteit Doelen De doelen op het gebied van onderwijs en kwaliteit zoals neergelegd in het CSG schoolplan , zijn gedeeltelijk op de achtergrond geraakt vanwege het verscherpt toezicht van de Inspectie van het Onderwijs en de wijzigingen in de CSG organisatie. Gezien de urgentie om de basis op orde te krijgen is er expliciet voor gekozen om het behalen van een aantal te ambitieuze doelen tot nader orde uit te stellen. Desondanks is een aantal belangrijke doelen wel behaald. De CSG investeert in ICT ten dienste van het onderwijs. Op CSG-niveau is er een kader stellend onderwijskundig ICT-beleidsplan. Uitgangspunten en conclusies zijn in het schoolseizoen in de CSG-deelschoolplannen verwerkt. ICT-beleidsplan In 2012 is er een ICT kader stellend onderwijskundig beleidsplan opgesteld en officieel vastgesteld. Belangrijke aandachtspunten in het plan zijn: investeren in moderne materialen (hard- en software) en in actuele kennis (scholing) over digitale ontwikkelingen; samenhang op ICT-gebied tussen de CSG-vestigingen; personele invulling van de ICT-organisatie, zowel beheersmatig als onderwijskundig; de wijze waarop er regelmatig wordt getoetst of er met betrekking tot onderwijskundige ICT-ontwikkeling voldoende aansluiting is bij de wereld om ons heen en aandacht voor leermiddelenbeleid in bredere zin. De uitgangspunten en conclusies zijn echter nog niet verwerkt in de deelschoolplannen, temeer omdat deze plannen vanwege de wijzigingen in de CSG organisatie anders worden vormgegeven. Verbeteringen ICT-infrastructuur In 2012 is als laatste vestiging Augustinus Admiraal de Ruyterlaan aangesloten op de vernieuwde ICT infrastructuur, hiermee is de migratie van losse netwerken en systemen naar één integrale omgeving een feit geworden. Het beheer van de infrastructuur is gecentraliseerd, ondersteuning op vestigingen is beperkter geworden. De afdeling ICT werkt aan het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening, standaard ICT middelen, centrale helpdesk, beveiliging, draadloos werken zijn hier voorbeelden van. Om als onderwijsorganisatie optimaal de winstpunten uit de vernieuwde ICT voorzieningen te halen is het cruciaal dat bij het verbeteren van de kwaliteit van onderwijs de kwaliteiten van ICT producten worden ingezet. Van migratie naar kwaliteit wordt het thema van de komende jaren De CSG stimuleert het streven naar excellentie door leerlingen en medewerkers. Hiertoe is in het schooljaar de CSG-onderwijsprijs opnieuw opgestart. Pagina 23 van 101

25 Kwaliteitszorg Aan deze doelstelling is bewust niet gewerkt omdat het accent is komen te liggen op de basis op orde, wat betekent: kwaliteitsverbetering van de lessen, verhogen van de opbrengsten en het invoeren van kwaliteitszorg. Voor taal en rekenen worden kwaliteitsgelden ingezet. Verbeterdoelen op het gebied van taal en rekenen sluiten aan bij de situatie van de vestiging. Per school zijn verbeterdoelen geformuleerd en is beschreven welke activiteiten worden ondernomen. Taal- en rekenbeleid CSG breed zijn er kaders voor taal -en rekenbeleid geformuleerd en vastgesteld. Op grond daarvan heeft een deel van vestigingen een rekenbeleidsplan en taalbeleidsplan opgesteld. Twee vestigingen zijn nog in de ontwikkelfase. De plannen zijn opgesteld op basis van een grondige analyse van de huidige situatie en het formuleren van de gewenste situatie. Inmiddels maken alle vestigingen gebruik van genormeerde landelijke toetsen voor taal en rekenen en hebben ze, afhankelijk van de situatie en mogelijkheden op de vestiging, speciale programma s in het leven geroepen om leerlingen goed voor te bereiden op het behalen van het referentieniveau passende bij de opleiding. Tevens hebben alle leerlingen van de CSG deelgenomen aan de pilot rekentoets. Aansluitend bij het eigen specifieke profiel heeft iedere CSG-vestiging invulling gegeven aan: het stimuleren van excellentie; samenwerking in de onderwijsketen gericht op het realiseren van doorlopende leerlijnen; internationalisering; gerichte aandacht voor leerlingen en medewerkers als wereldburgers. Het realiseren van deze doelstelling verschilt per vestiging en is onder andere afhankelijk van het toezichtsarrangement (zie ook hoofdstuk 3). De CSG sluit zich aan bij Vensters voor Verantwoording. Zowel voor de CSG als geheel (bestuursniveau) als voor de individuele CSG-scholen is geïnvesteerd in personele zin om de benodigde gegevens jaarlijks ten behoeve van bestuur en directeuren te kunnen leveren. De huidige kwaliteitszorg is aangepast aan het systeem van de Vensters voor Verantwoording. Gegevens leveren Vensters voor Verantwoording is inmiddels gemeengoed geworden en de CSG kan ieder jaar alle benodigde gegevens leveren. Er moet nog wel gewerkt worden aan de kwaliteitszorg, met name op het niveau van de vestigingen. Daartoe is in 2012 een start gemaakt met een Plan van Aanpak voor de invoering van kwaliteitszorg. Pagina 24 van 101

26 Doorontwikkelen instrumenten In het kader van kwaliteitszorg vindt doorontwikkeling plaats van instrumenten voor het afnemen van enquêtes ten behoeve van de zelfevaluatie van de scholen. Ook vindt monitoring plaats van de realisatie van de doelstellingen zoals die in het strategisch beleidsplan zijn beschreven. Het doorontwikkelen van andere instrumenten ten behoeve van zelfevaluatie is vanwege het verscherpt toezicht van de Inspectie uitgesteld naar het schooljaar In samenwerking met andere VO - scholen in Noord Nederland zullen er collegiale visitaties gehouden worden. De CSG organiseert een overleg met stakeholders. In aansluiting hierop geven de vestigingen in hun schoolplan aan hoe zij ouderpanels en leerling-raden in het kader van kwaliteitszorg en horizontale verantwoording inzetten. Ouder- en leerlingpanels Op alle vestigingen worden er inmiddels ouder- en leerlingenpanels georganiseerd. De opbrengsten van deze panels in combinatie met de uitkomsten van de leerlingen-enquêtes en ouder-enquêtes worden gebruikt om verbeteringen in gang te zetten. De CSG werkt met managementcontracten. Vanaf wordt op basis van het strategisch plan en de (deel)schoolplannen met de leden van de directie jaarlijks een managementcontract opgesteld. Vanaf volgen de teamleiders met een contract n.a.v. het teamplan. Managementcontracten Dit jaar zijn voor het eerst managementcontracten afgesloten met alle vestigingsleiders. Daarnaast is er inmiddels een financiële kaderbrief waarop de vestigingsleiders hun financiële beleid inrichten. Begin schooljaar zal er ook een onderwijskundige kaderbrief worden opgesteld. Er is besloten dat meer aandacht moet uitgaan naar de vakgroepen in het kader van opbrengstgericht werken. Daarmee vervalt het contract met betrekking tot de teamplannen. Pagina 25 van 101

27 2.8.2 (Zeer) zwakke scholen Kwaliteitsonderzoeken In 2012 waren er op drie vestigingen zwakke en zeer zwakke afdelingen. Vandaar dat de inspectie dit jaar (tussentijdse) kwaliteitsonderzoeken heeft uitgevoerd op de betreffende vestigingen. Admiraal de Ruyterlaan Het Augustinuscollege Admiraal de Ruyterlaan is bezocht op 27 november 2012 omdat de opbrengsten op het atheneum onder druk stonden. De afdeling is, mede door tekortkomingen in het primaire proces en de ondersteuning, als zeer zwak beoordeeld. Voor de afdeling havo is in juni 2012 een waarschuwing afgegeven, vanwege de risico s in de opbrengsten. Heerdenpad Voor de afdeling havo van het Wessel Gansfortcollege Heerdenpad geldt dat de kwaliteit langdurig onvoldoende is. Vanaf september 2010 is een aangepast arrangement van toepassing. Het verbetertraject kon op de afgesproken datum uit in het toezichtplan (september 2012) niet worden afgesloten, omdat de opbrengsten voor deze afdeling nog steeds onvoldoende zijn. Op 6 december 2012 is de vestiging weer bezocht in het kader van het TKO. De bevindingen van de inspectie met betrekking tot het primaire proces, de ondersteuningsstructuur en de kwaliteitszorg waren positief. Op dit moment zijn de afdelingen havo en atheneum nog zwak. De opbrengsten van de havo zijn inmiddels voldoende en de prognose voor de afdeling atheneum is positief. Kluiverboom In januari 2011 is voor de afdeling vmbo-kb van het Wessel Gansfortcollege Kluiverboom een aangepast arrangement zwak afgegeven. Na tussentijdse voortgangsgesprekken met de inspectie in februari en juli 2012 is geconstateerd dat het verbetertraject ernstig stagneerde. Het traject is geïntensiveerd en de inspectie heeft een TKO ingelast. Dit onderzoek is uitgevoerd in oktober en november Naar aanleiding van dit onderzoek is voor de afdeling vmbo-kb het arrangement zeer zwak afgegeven, daarbij is ook de afdeling vmbo-bb opgenomen in het traject van geïntensiveerd toezicht. Prestatieafspraken De hoofdinspecteur voortgezet onderwijs heeft op 12 december 2012 een gesprek gevoerd met de directeur-bestuurder over de kwaliteit van het onderwijs op de CSG-vestigingen. Vanwege de lange doorlooptijd van de verbetertrajecten heeft de inspectie besloten om te escaleren binnen het geïntensiveerd toezicht op verschillende afdelingen van de CSG. In het kader van dit escalatietraject heeft de inspectie aangegeven een aantal zeer concrete prestatieafspraken te maken met de CSG in januari De basis op orde Nog voordat deze afspraken zijn gemaakt, heeft de directeur-bestuurder eind december stevige maatregelen genomen om snel de basis op orde te krijgen. Alle vestigingen met een aangepast arrangement hebben de opdracht gekregen om 60-dagenplannen op te stellen voor de periode januari tot en met juni Pagina 26 van 101

28 Daarnaast is contact gezocht met de Task Force (Z)ZS om geschikte procesbegeleiders te selecteren voor het Augustinuscollege Admiraal de Ruyterlaan en het Wessel Gansfortcollege Kluiverboom. Verder is Cap Gemini benaderd om afspraken te maken over auditbezoeken op de overige vestigingen om een goed beeld te krijgen van de kwaliteit van het onderwijs binnen de CSG als geheel. Al eerder dat jaar waren er audits op de vestigingen met een toezichtsarrangement om de voortgang in het verbetertraject vast te stellen. Structurele verbetering Naast bovengenoemde acties is er in overleg met de stafmedewerker onderwijs en kwaliteit besloten om een start te maken met kwaliteitszorg en opbrengstgericht werken op de vestigingen om zodoende naast de korte termijn verbeteractiviteiten te werken aan structurele verbeteringen op de lange termijn. (Zie ook hoofdstuk 5). Van basis via beter naar goed De eerste zorg voor de CSG was in 2012, en zal dat ook in 2013 nog zijn, om de basiskwaliteit op orde te krijgen. Er is een monitoringgroep samengesteld die de voortgang van de verbetertrajecten nauwkeurig volgt en richting geeft aan de nodige aanpassingen van het verbetertraject. Alle vestigingen van de CSG worden met regelmaat bezocht door de door de beleidsadviseur onderwijs en kwaliteit, ondersteund door een extern deskundige op het gebied van onderwijskwaliteit. Opbrengstgericht werken Zoals eerder vermeld is er een Plan van Aanpak kwaliteitszorg opgesteld en een heldere planning gemaakt om alle vestigingen te begeleiden bij het opzetten van goede kwaliteitszorg en opbrengstgericht werken. 0-metingen en doelen 2015 In het kader van prestatiemonitor bestuursakkoord zijn er op alle vestigingen 0-metingen uitgevoerd en doelen geformuleerd tot 2015 die ertoe moeten leiden dat de vestigingen gaan uitblinken op verschillende gebieden, zoals het goed presteren op de kernvakken, opbrengstgericht werken, omgaan met verschillen, ambitieuze leercultuur, goed HRM-beleid op alle niveaus en sterk leiderschap. Verbeteren lessen Zowel op het niveau van de CSG als op de vestigingen zijn in 2012 verschillende initiatieven ontplooid om deze doelen in 2015 te behalen. Zo is er op alle vestigingen een stevig begin gemaakt met taal-en rekenbeleid (zie doelen). Het opbrengstgericht werken zal worden meegenomen in het kwaliteitszorgtraject. Alle vestigingen zijn bezig met het verbeteren van de kwaliteit van de lessen in het kader van een ambitieuze leercultuur en we zien dat er eerste stappen zijn gezet om beter om te gaan met verschillen. Een goed voorbeeld van de ambitieuze leercultuur is het programma intersectoraal op het Augustinuscollege Diamantlaan. De twee atheneum afdelingen van de CSG hebben een atheneum plus klas en de internationalisering neemt binnen de CSG een prominente plek in, met als uitblinker het tweetalig onderwijs Duits op de CSG Rehoboth. Pagina 27 van 101

29 Maatschappelijke stage Alle vestigingen hebben een programma voor maatschappelijk stage in het kader van burgerschapsvorming. Zij zijn van plan om dit door te zetten ondanks het feit dat de subsidie voor deze stage zal worden stopgezet. Management Development Traject Parallel hieraan loopt het Management Development Traject om het onderwijskundig en persoonlijk leiderschap van de teamleiders te verbeteren. Hierdoor kunnen zij stevig leiding en richting kunnen geven aan de activiteiten in het kader van de basiskwaliteit van het onderwijs en het groeien naar excellentie. Pagina 28 van 101

30 Hoofdstuk 3 Onderwijsresultaat CSG-vestigingen In dit hoofdstuk staan de vestigingen centraal. Per CSG-vestiging wordt ingegaan op de onderwijsresultaten, het schoolprofiel, de onderwijskundige ontwikkelingen, de onderwijsprestaties per afdeling en de doelstellingen voor Augustinuscollege Admiraal de Ruyterlaan Schoolprofiel Kernwaarden Het Augustinuscollege Admiraal de Ruyterlaan richt de organisatie en het onderwijs in volgens kernwaarden die in 2011 zijn vastgesteld. Opereren vanuit de kernwaarden betekent voor alle medewerkers, leerlingen en ouders voortdurend leren, bijstellen en verbeteren. De kernwaarden op deze vestiging zijn: Wij zien elkaar Wij doen mee Wij leren Wij bieden kwaliteit Wij nemen verantwoordelijkheid Wij kijken verder. Natuureducatie De atheneum-extra klas 1 en 2 hebben gewerkt aan een module WaterXplore, een opdracht vanuit het Waterschap. De leerlingen deden onderzoek naar het recreatiegebied Lauwersoog en bedachten hoe het gebied de komende jaren aantrekkelijk én beveiligd blijft voor het water. Daarvoor moesten ze een plan met betrekking tot de dijken opleveren. Als eindresultaat gaven ze de provincie een advies in de vorm van een presentatie met een deskundige jury. Ook de andere brugklassen hebben vanuit het Instituut voor Natuureducatie (IVN) een ecologisch of energiebesparend project gedaan. CanSat programma Acht atheneum 6 leerlingen zijn een jaar bezig geweest met het project CanSat voor hun profielwerkstuk. CanSat komt uit Amerika en wordt sinds 2007 georganiseerd door de Technische Universiteit Delft. Deze levert het materiaal en de kennis, zodat de leerlingen concreet aan de slag kunnen gaan. Er wordt een satelliet met een raket gelanceerd tot een hoogte van 1000 m. De blikjes (cans) worden daar uitgeworpen en vallen terug naar de aarde. Onderweg verrichten de leerlingen metingen en sturen ze data naar een door de leerlingen gebouwd grondstation, net zoals echte satellieten. Dit jaar heeft de vestiging geen podiumplaats kunnen bemachtigen, maar er is een nieuwe groep leerlingen gestart die in 2013 weer aan deze wedstrijd meedoet. Pagina 29 van 101

31 Internationalisering De leerlingen van de atheneum-3 klassen bezoeken een school in het buitenland en ontvangen de leerlingen die ze daar hebben leren kennen voor een retourbezoek. De voertaal van de internationaliseringsweken is Engels terwijl de scholen uit een niet-engelstalig gebied komen. Hiermee wordt beoogd dat alle leerlingen, in een voor hen vreemde taal, moeten communiceren. De scholen zijn deels oude bekenden deels nieuwe scholen. Zo wordt het netwerk steeds verder uitgebreid. Voor de leerlingen van havo-4 en atheneum-5 is in 2012 een profielexcursie georganiseerd met buitenlandse bestemmingen. Dit is geen uitwisseling met andere scholen, maar het programma is wel toegesneden op de profielen. Oriëntatie op beroepen In de havo-3 klassen wordt door middel van een tweeweekse stage, het programma Check the Bizz, gewerkt aan oriëntatie op beroepen. Deze oriëntatie draagt bij aan de profielkeuze voor de bovenbouw. In havo 4 doet een groep leerlingen mee aan de havo-carrousel. Ook hier staat de kennismaking met beroepen ter voorbereiding op een goede studiekeuze centraal. De havocarrousel is een door de VO-raad ondersteund project in het kader van loopbaanoriëntatie en - begeleiding (LOB) Onderwijskundige ontwikkelingen Onderwijsproces In de begeleiding van de brugklasleerlingen is verdere ervaring opgedaan met de studielesmethode Tumult, gekoppeld aan de methode Leefstijl. Tumult voldoet goed voor de leerlingen van de brugklassen. Voor de atheneum-2 en -3 klassen wordt gezocht naar een alternatief, aansluitend bij de studielesmethode voor de atheneum-extra klas (Breingeheimen). Versterking vakken Vanuit de werkgroepen taal en rekenen is gewerkt aan het ontwikkelen van visie op het reken- en taalonderwijs en aan de ondersteuning voor de rekentoets die in maart 2013 werd afgenomen. In de lessentabellen is expliciet de koppeling gemaakt tussen de vakken Nederlands en geschiedenis voor het talenonderwijs en de vakken wiskunde en natuurkunde voor het rekenonderwijs. Ook op andere vlakken is aan de lessentabel gewerkt. In de onderbouw is meer nadruk gelegd op vaklessen (en daardoor minder op opvangmogelijkheden). Dat moet leiden tot versterkte programma s in het bijzonder voor voor de kernvakken (Nederlands, Engels, wiskunde). Opbrengsten Hoewel in schooljaar gewerkt werd aan het verbeteren van de opbrengsten, heeft dat niet tot een positief oordeel van de inspectie geleid. De ondernomen verbeteracties waren de totstandkoming van de PTA s, een uitgebreide en inhoudelijke training voor het schoolexamen en centraal examen en de aanscherping van de overgangsnormen naar een eenduidig systeem van bevordering/afwijzing. Daarnaast zijn er projecten gestart, zoals toetsing, determinatie, inzet ICT, huiswerk, werkvormen en structuur in de les. Deze waren niet voldoende concreet uitgewerkt en hebben nog te weinig concreet resultaat opgeleverd. Dit jaar heeft de vestiging een prioritering aangebracht in de verbeteractiviteiten en de projecten aangescherpt met het doel om tot duurzame verbetering van het onderwijs te komen. Pagina 30 van 101

32 Ondersteuning Begin schooljaar 2012/2013 is een nieuwe zorgcoördinator gestart. Deze is samen met de teamleider begonnen met het stroomlijnen van de ondersteuning en het onderbrengen ervan in één systeem. Mogelijk wordt in 2013 de invoering van passend onderwijs een belangrijke motor om te komen tot integraal nascholingsbeleid op het gebied van ondersteuning. Kwaliteitszorg Kwaliteitszorg was in 2012 voornamelijk gericht op de totstandkoming van de PTA s en de bespreking van de eindexamenresultaten (met gebruikmaking van de WOLF-gegevens van het CITO) na de eerste beoordeling van het eindexamen. Meldkamer In het schooljaar is op de vestiging een meldkamer ingericht. In het eerste deel van de cursus is hard gewerkt om het aantal onverklaarde absenties naar 0 te brengen. Een eerste evaluatie wijst uit dat het experiment zijn vruchten afwerpt. In mei 2013 besluit de vestiging over de definitieve inrichting van de meldkamer Onderwijsprestaties per afdeling Voor een uitgebreide toelichting zie Resultaat vmbo-tl Pagina 31 van 101

33 Toelichting resultaat vmbo-tl Het slaagpercentage tot en met de cursus 2011/2012 ligt iets boven het landelijk gemiddelde na een daling in 2009/2010. De invoering van een doorwerkprogramma tot aan de eerste dag van het CSE heeft hier merkbaar positieve invloed op gehad. Het verschil SE-CE ligt op het landelijk gemiddelde. Het wordt de leerlingen niet te makkelijk gemaakt, maar ook niet te moeilijk. Dat levert een bovengemiddeld slagingspercentage op. Het gemiddelde examencijfer voor het CSE ligt op het gemiddelde, maar zou iets hoger mogen en kunnen zijn voor de vestiging. Het beïnvloeden van de leerlingenmotivatie is daartoe waarschijnlijk het beste middel. De doorstroom in de bovenbouw fluctueert sterk. Dit komt door de resultaten van de groep die in 2009/2010 examen deed. Daarna ligt het rendement bovenbouw weer op het gemiddelde. Resultaat havo Pagina 32 van 101

34 Toelichting resultaat havo Bij de havo valt op dat (procent)scores vergeleken met het landelijk gemiddelde geen bijzonder afwijkend beeld vertonen. Maar de percentielscores lijken een andere taal te spreken. Het slaagpercentage, de centraal-examenscore en de doorstroom onderbouw wijzen allemaal op een lage positie. Een lichte stijging in het jaar 2011/2012 is waarneembaar, maar nog te weinig om een positief beeld neer te zetten. Duidelijk beter scoort de havo op de indicator verschil tussen SE en CE. Resultaat atheneum Pagina 33 van 101

35 Toelichting resultaat atheneum Ook bij het atheneum lijkt de absolute score niet direct verontrustend. De percentielscores vertonen echter eenzelfde beeld als bij de havo. Deze zitten in de onderste regionen met een kleine opleving in het jaar 2011/2012, behalve voor de doorstroom in de bovenbouw. Dat is een verassend beeld gezien het percentage en de afwijking ten opzichte van het landelijk gemiddelde en de percentielscore. De gesignaleerde vermenging van havo- en atheneum-leerlingen in de bovenbouw van het atheneum zal hier voor een deel debet aan zijn. Betere determinatie en een scherper bevorderingsbeleid moeten hier effect gaan sorteren. Binnen het atheneum zullen de resultaten daarvan later merkbaar zijn gezien de langere doorlooptijd van leerlingen Doelstellingen voor 2013 De belangrijkste doelenstellingen voor 2013 zijn: De kwaliteit van de lessen is geborgd in ontwikkelplannen per docent en in afspraken met vaksecties. Toetsen worden afgenomen binnen de gemaakte afspraken op CSG-niveau, vestigingsniveau en vaksectieniveau. De vestiging heeft een duidelijke visie op de functie van huiswerk binnen het totale onderwijsleerproces. De inhoud van de les is afgestemd op de leerbehoefte van de leerlingenpopulatie en daarbinnen leerlingenprofielen in een klas (maximaal twee niveaugroepen). Het leerstofaanbod is afgestemd op de prestaties en leerbehoefte van de leerlingen. Vakwerkplannen zijn door de vaksecties herijkt en uitbereid met het onderdeel toetsen. Pagina 34 van 101

36 3.2 Augustinuscollege Diamantlaan Schoolprofiel Leerlingen voelen zich thuis Het Augustinuscollege Diamantlaan is een actieve vestiging waar alle medewerkers, de leerlingen en de ouders er samen het allerbeste van maken. Het is belangrijk dat leerlingen zich thuis voelen en dat ze met plezier naar school gaan. Er wordt een warme, veilige en overzichtelijke leeromgeving geboden, in het bijzonder voor de leerlingen van het OPDC die meer zorg en ondersteuning nodig hebben. Nieuw gebouw In januari 2012 is gestart in een nieuw gebouw waar het intersectoraal programma van het vmbo goed tot zijn recht kan komen. Ook heeft het OPDC een goede, veilige plek voor de leerlingen. Het gebouw onderscheidt zich door vorm en kleurgebruik van andere scholen. Dit alles is van invloed op de gebruikers. Eenheid afdelingen VMBO en OPDC Er is gewerkt aan het bewerkstellingen van meer eenheid tussen de afdelingen OPDC en VMBO. Dit is weerbarstige materie omdat beide afdelingen te maken hebben met een beladen verleden van wij/zij. Dit blijft een punt van zorg. Intersectoraal programma In de bovenbouw volgen leerlingen een intersectoraal programma (ISP). In de praktijk betekent het dat ze in klas 3 veel onderwerpen zelf mogen kiezen uit een breed aanbod variërend van: hotel, restaurant, de zorg, maar ook bouw, wonen en interieur, metaal, elektro- en installatietechniek. Alle leerlingen krijgen tevens een commercieel programma aangeboden. Het intersectoraal programma krijgt steeds meer body. Voor de vierde klas worden modules ontworpen en de contacten met de ROC s zijn verbeterd. De praktijk- en theorievakken in klas 3 en 4 vmbo overleggen vaker en intensiever. Portfolio Op de vestiging wordt niet alleen met rapportcijfers gewerkt, maar ook met een portfolio. De leerling bewaart alles wat hij/zij gemaakt heeft in een map. De mentor, de leerling en de ouders gaan regelmatig met elkaar hierover in gesprek. De portfolio s krijgen steeds beter inhoud en vorm. Pagina 35 van 101

37 Verrijkingsuren en LOB De verrijkingsuren en loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB worden inhoudelijk beter ingevuld. Enkele voorbeelden hiervan: Playing for Success FC Groningen is in oktober 2010 in de Euroborg gestart met het maatschappelijke project Playing for Success. De doelstelling is om leerprestaties te verbeteren door leerlingen op vrijwillige basis een naschools programma aan te bieden in een motiverende en uitdagende omgeving. Leerlingen volgen hier een lesprogramma van tien weken om hun vaardigheden in taal, rekenen en ICT te verbeteren. De taal- en rekenlessen worden in de praktijk in en om het voetbalstadion uitgevoerd. Zo worden bijvoorbeeld door middel van het opmeten van de doelen in Euroborg rekensommen gemaakt. De leerlingen doen mondeling en schriftelijk verslag van wedstrijden en persconferenties van FC Groningen, om op die manier hun taalvaardigheid verder te ontwikkelen. Rehwinkel ereburger Borg aan Zee Maandag 16 april 2012 werd burgemeester Rehwinkel ereburger van Borg aan Zee. Een delegatie van leerlingen en docenten was uitgenodigd bij de burgemeester. Zij lieten hem de maquette van de stad zien en maakten hem ereburger door hem de erepenning om te hangen. Borg aan Zee is een loopbaan-leerproject dat ontwikkeld is op de Diamantlaan. Leerlingen worden in een gecontroleerde situatie in aanraking gebracht met leerervaringen. Wat zijn mijn mogelijkheden, wat zijn mijn interesses, waar ben ik al goed in en wat vind ik leuk om te doen? Het doel is dat leerlingen een bewuste keuze maken voor een richting in de bovenbouw en zich oriënteren op een vervolgstudie op de mbo Onderwijskundige ontwikkelingen Onderwijsproces Het voltallige onderwijspersoneel is intensief geschoold in het gebruik van activerende werkvormen binnen de les en het didactisch gebruik van het digibord. Er wordt meer ingezet op scholing van de medewerkers. Hierbij geldt het credo: Het maakt niet uit wat je schoolt, als je maar schoolt. Natuurlijk binnen de context van het onderwijs. Zorgcoördinatoren en handelingsplannen In de tweede helft van 2012 zijn voor het OPDC en vmbo zorgcoördinatoren benoemd. Zij nemen werk van de teamleiders uit handen. Handelingsplannen moeten vanaf het huidige schooljaar volgens format worden ingevuld. Voor de meldkamers is een protocol opgesteld hoe te handelen in welke situaties. Opbrengsten De vestiging heeft beleid gemaakt op de doorstroom van klas 2 naar 3 vmbo en OPDC. De opbrengsten zijn in kaart gebracht met een nulmeting en onder leiding van een extern adviseur geanalyseerd. In het kader van kwaliteitszorg wordt nagedacht over verbeterplannen. De uitwerking hiervan vindt plaats in Pagina 36 van 101

38 Kwaliteitszorg De vestiging heeft geconstateerd dat de analyse van opbrengsten en diverse uitkomsten te wensen over laat. Vandaar dat er een begin is gemaakt met planmatig werken volgens de Gantsystematiek, een visueel hulpmiddel om de planning en voortgang van een project te laten zien. Daarnaast is er nagedacht over de visie en strategische doelen voor de vestiging. Ook is er een start gemaakt met het portfolio kwaliteit van de Diamantlaan; een database met alle relevante documenten Onderwijsprestaties per afdeling In de opbrengsten zijn alleen de examenresultaten van 2012 terug te vinden. De doorstroomgegevens zijn slechts weergaven van vorige jaren. Voor een uitgebreide toelichting zie Resultaat vmbo-(g)t Pagina 37 van 101

39 Toelichting resultaat vmbo-(g)t Het vmbo-(g)t wordt alleen op het OPDC aangeboden. Als gevolg van de nieuwe slaagzakregeling is hier een probleem ontstaan. In de klassen zijn grotere verschillen ontstaan, waardoor het percentage gezakten hoger is dan vorige jaren. Ook is het aantal leerlingen dat examen doet op dit niveau erg klein, waardoor één gezakte leerling een groter effect heeft. De resultaten op het centraal examen zijn lager, omdat er geen hulpmiddelen gebruikt mogen worden. Dit mag bij het schoolexamen wel. Resultaat vmbo-kb Pagina 38 van 101

40 Toelichting resultaat vmbo-kb Het vmbo-kb boekt goede resultaten. De centrale examens zijn goed gemaakt en de verschillen tussen CE en SE zijn alleszins acceptabel. Ook hier heeft de nieuwe slaag-zakregeling effect, waardoor de slagingspercentages lager zijn. Resultaat vmbo-bb Pagina 39 van 101

41 Toelichting resultaat vmbo-bb De slagingspercentages van vmbo-bb volgen de trend die zich al jaren laat zien. Wel is op te merken dat de verschillen tussen CE-SE steeds kleiner worden Doelstellingen voor 2013 De belangrijkste doelstellingen voor 2013 zijn: Het leerstofaanbod, de didactiek en het klassenmanagement zijn afgestemd op de leerbehoefte en prestaties van de leerlingen binnen heterogene klassen. De onderlinge verschillen tussen OPDC en VMBO zijn sterk verminderd, er wordt meer gebruik worden gemaakt van elkaars expertise en aanwezigheid. Het determinatiebeleid is transparant door intensiever contact met het primair onderwijs, er worden kwalitatief goede en landelijke genormeerde toetsen gebruikt met adequate normering, het pedagogisch cijferen is aan banden gelegd. De planontwikkeling is ingericht volgens de PDCA-cyclus. De communicatie naar ouders, leerlingen en externe contacten is transparant en duidelijk. De kwaliteitszorg is een cyclisch proces waarin met regelmaat tevredenheid van ouders, leerlingen en medewerkers wordt gemeten, opbrengsten worden geanalyseerd, doelen worden gesteld en kent een adequate cyclus van jaargesprekken. Pagina 40 van 101

42 3.3 CSG Rehoboth Schoolprofiel Meer dan geslaagd! De CSG Rehoboth is een kleinschalige, sfeervolle vestiging, waar het personeel alle leerlingen bij naam kent. De christelijke identiteit komt tot uitdrukking in de wijze van omgang met elkaar. Respect voor jezelf, respect voor de ander, daar draait het om! Aandacht voor de leerlingen, ouders, de medewerkers en de omgeving is van groot belang voor het welbevinden en de resultaten. Tweetalig onderwijs (TTO) Duits voor de mavo Met het tweetalig programma Duits is de CSG Rehoboth de enige in Nederland die mavoleerlingen de kans biedt op het wereldwijd erkende Goethe-certificaat. Zij weet dit te realiseren mede dankzij partners zoals de Hanzehogeschool, de Provincie, het Europees Platform, de EDR (Eems Dollard Regio) en bedrijfsleven in Duitsland en in de regio. In de eerste klassen is het onderdeel van het lesprogramma. In klas 2 kunnen de leerlingen kiezen of ze verder willen met TTO. Ze krijgen dan enkele vakken in het Duits, waaronder aardrijkskunde, economie en lichamelijke opvoeding. In klas 3 gaan leerlingen op stage in een Duitstalig bedrijf in Nederland en hebben projectweken. Aan het eind van klas 3 doen leerlingen mee aan het Goethe-examen. Winnaar 1 e onderwijsprijs Duitse taal Op de dag van de Duitse taal, 19 april 2012, won CSG Rehoboth de 1e prijs voor Duitse taal Dit is een prijs voor innovatieve en inspirerende projecten in het primair en voortgezet onderwijs. De jury noemde: het tweetalig onderwijsproject een voorbeeld voor ondernemend onderwijs, dat leerlingen goede perspectieven biedt op de arbeidsmarkt. Het is opmerkelijk dat een betrekkelijk kleinschalige school in staat is om zo'n project op te zetten en te continueren. In oktober 2012 kreeg dit project de tweede plaats bij de provinciale onderwijsprijzen. Open Atelier Het Open Atelier is een ruimte in de kelder van het gebouw waar leerlingen na schooltijd onder het genot van een kop thee en een tosti, creatief bezig kunnen zijn. Het initiatief is, vanaf de start 5 jaar geleden, een groot succes. Het aantal leerlingen dat het Open Atelier bezoekt groeit ieder jaar. Zelfs oud-leerlingen komen nog regelmatig even langs om een middagje mee te doen of om één van de vele workshops te volgen. Vieringen Vieringen nemen een bijzondere plek in binnen de vestiging. De vieringen worden altijd gecombineerd met goede doelen, waardoor er sprake is van een verdieping van het samen vieren. Tijdens de paasviering van 2012 is er een actie gehouden voor een school in Gambia en is er aandacht besteed aan het onderwijs in dit land. Workshops voor leerlingen In 2012 heeft de vestiging het workshopprogramma voor de leerlingen op de vrijdagmiddagen weer nieuw leven ingeblazen. Leerlingen kunnen op geheel vrijwillige basis aan een activiteit deelnemen. De onderliggende gedachte van dit aanbod is gericht op het realiseren van verbindingen tussen de leerlingen onderling waarbij de gemeenschappelijke interesse voor een activiteit wordt ingezet om dit doel te bereiken. Pagina 41 van 101

43 Ondersteuning bij dyslexie In 2012 heeft de inspectie een themabezoek aan de vestiging gebracht en onderzoek verricht naar het niveau waarop dyslexie-ondersteuning wordt aangeboden. De uitkomst was zeer positief. Het goed verzorgde dyslexie aanbod is inmiddels bekend bij de basisscholen in de omgeving Onderwijskundige ontwikkelingen Schoolmaatschappelijk werk De vestiging wil de leerlingen goede ondersteuning bieden, maar ook grenzen stellen wat betreft inzet van het eigen personeel. Daarom heeft de vestiging in 2012 met eigen middelen een schoolmaatschappelijk werker ingehuurd. Interne time-out voorziening De absentie-preventiemedewerker en de zorgcoördinator zijn gestart met de pilot Time-out voorziening. Leerlingen die even niet aan de les kunnen deelnemen, gaan kort naar de time-out medewerker. Deze voorziening is er op gericht dat leerlingen zo snel mogelijk weer aan de les kunnen deelnemen, zodat er zo min mogelijk onderwijstijd verloren gaat voor de betreffende leerling. Evaluatie van dit project zal in juni 2013 plaatsvinden. Vakwerkplannen en toetsbeleid In 2012 zijn alle secties gestart met het ontwikkelen van de vakwerkplannen inclusief toetsen. In juni 2013 moet de afronding plaatsvinden. Pilot Taal in Ontwikkeling (Tio) Nederlands Dit schooljaar is gestart met het project Taal in Ontwikkeling (Tio), een webbased programma, gericht op de veelzijdige ontwikkeling van schriftelijke taalvaardigheden. Het programma besteedt veel aandacht aan het leerproces, zonder de productgerichtheid van leerlingen uit het oog te verliezen. Leerlingen leren schrijven op een niveau dat hen met succes door het examen loodst, maar dat ook daarna (in het vervolgonderwijs of het bedrijfsleven) functioneel is. In de praktijk blijkt dat het programma bij uitstek geschikt is voor differentiatie in de klas en de leerlingen voortdurend feedback geeft op hun leervorderingen. Professionalisering van docenten In september, oktober en november 2012 hebben alle personeelsleden een driedaagse scholing gehad in gesprekstechnieken met ouders en leerlingen. In januari 2013 volgde een cursus digibord en in februari hebben alle docenten een cursus activerende werkvormen gevolgd. Pagina 42 van 101

44 3.3.3 Onderwijsprestaties per afdeling Voor een uitgebreide toelichting zie Resultaat mavo Toelichting resultaat mavo Het onvertraagd doorstromen van klas 3 naar diploma is ook in 2012 onvoldoende. Vandaar dat er dit schooljaar een actieplan is opgesteld met het doel om het rendement bovenbouw minimaal op het landelijk gemiddelde te brengen. Op verschillende manieren zal worden gewerkt aan het verbeteren rendement bovenbouw, zowel op korte termijn, door het aanbieden van extra ondersteuning, als op lange termijn door een stringenter determinatiebeleid in de onderbouw. Pagina 43 van 101

45 Resultaat havo Toelichting resultaat havo De doorstroom van de onderbouw ligt boven het landelijk gemiddelde. Gezien het lage rendement bovenbouw op de mavo-afdeling is het zaak om te onderzoeken hoe leerlingen het doen op de vestiging of school waar ze de bovenbouw havo volgen. Binnen de CSG wordt hier steeds meer samengewerkt om een goed doorstroom tussen de vestigingen te bewerkstelligen Doelstellingen voor 2013 De belangrijkste doelstellingen voor 2013 zijn: In het cursusjaar 2013/2014 beschikken alle vaksecties over vakwerkplannen en genormeerde toetsen. Bij 80% van de lessen is sprake van een duidelijke structuur, doelgerichtheid, het gebruik activerende werkvormen en efficiënt gebruik van de onderwijstijd. De basis voor opbrengstgericht werken en kwaliteitszorg is aanwezig. Het onvertraagd doorstromen van klas 3 naar diploma is voldoende, het slagingspercentage is hoger dan 93%, het gemiddelde CE cijfer is hoger dan het landelijk gemiddelde CE cijfer en verschil tussen SE-CE blijft op het huidige niveau. Pagina 44 van 101

46 3.4 Wessel Gansfortcollege Heerdenpad Schoolprofiel Erkende cultuurprofielschool Wessel Gansfortcollege Heerdenpad is een open christelijke school die respectvol omgaat met alle geloofsovertuigingen. Het is een erkende cultuurprofielschool waar veel culturele activiteiten worden georganiseerd en de kunstvakken prominent in het curriculum aanwezig zijn. Het niveau bij de kunstvakken is hoog. Het motto is: Uit de kunst! Atheneum+ Voor leerlingen die meer uitdaging nodig hebben is er een programma met verrijking, meer diepgang en een hoger abstractieniveau. Leerlingen in de onderbouw krijgen drie extra vakken; Spaans, filosofie en drama. Aan het einde van het 3e leerjaar krijgen ze een certificaat. Het programma in de bovenbouw bevat zelf te kiezen modules van de Open Universiteit en daarnaast Cambridge Advanced English. In 2012/2013 hebben de eerste leerlingen hun bovenbouwcertificaat ontvangen. Socrates Honour Society De vestiging Heerdenpad verzorgt een lidmaatschap bij Socrates Honour Society voor leerlingen die goed presteren. Een aantal atheneum-6-leerlingen uit het vorig cursusjaar hebben dit lidmaatschap aangeboden gekregen. De 10% best presenterende leerlingen en studenten komen in aanmerking en ontvangen een officiële uitnodiging. Zij krijgen de mogelijkheid om masterclasses en seminars te volgen en maken kans op een scholarship. Onderwijs weer op niveau In 2010 is de vestiging onder verscherpt toezicht bij de inspectie geplaatst, eerst voor de havo en later ook voor de afdeling atheneum. De afgelopen jaren is een inhaalslag gemaakt. De kwaliteit van lessen is sterk verbeterd en het onderwijs is meer eigentijds geworden met o.a. digiborden in alle lokalen. De organisatie is strakker en beter geworden en er is meer focus op de resultaten. In december 2012 zijn de havo en het atheneum van zeer zwak teruggegaan naar zwak. De visitatie cultuur in november 2012 leidde tot een positief oordeel. Dit betekent dat de vestiging weer voor 4 jaren het keurmerk Erkende Cultuurprofielschool mag dragen. Internationalisering Van oudsher zijn er contacten met scholen in het buitenland. In de 2e helft van dit cursusjaar zijn de leerlingen van atheneum 5 een week op uitwisseling geweest naar Mirandola in Italië. De Italiaanse scholieren zijn ook een week in Nederland op bezoek geweest. Omdat de leerlingen bij elkaar verblijven leren ze de cultuur van de ander kennen. Ook voor de afdeling vmbo-tl doet de vestiging aan uitwisseling. Klas 3 heeft meegedaan aan een uitwisseling van 6 landen. Dit vindt één keer per twee jaren plaats. Voor de tussenliggende jaren zijn er contacten gelegd met een Zweedse school. Voor de leerlingen in havo 4 zijn er buitenlandreizen naar Praag, Berlijn en de Ardennen. Deze vinden eind april plaats. Het begint een traditie te worden die door leerlingen en ouders wordt gewaardeerd. Pagina 45 van 101

47 3.4.2 Onderwijskundige ontwikkelingen De kwaliteit van de les Er zijn met alle docenten afspraken gemaakt over structuur in de lessen, activerende werkvormen, aandacht voor taal en opbrengstgericht werken. Begeleiding van leerlingen De begeleiding van de leerlingen door mentoren is verschoven van gesprekken over welbevinden naar gesprekken over studieresultaten. De taken van de mentor zijn in een boekje vastgelegd. Zowel voor bovenbouw- als voor onderbouwleerlingen is huiswerkbegeleiding en bijles beter georganiseerd. De ondersteuning van leerlingen is praktischer en directer vormgegeven, waarbij taken en verantwoordelijkheden duidelijk zijn vastgelegd. Ook wordt er meer proactief en preventief gewerkt, vooral bij de meldkamer. Eigentijds onderwijs Door de plaatsing van digiborden in alle lokalen zijn de docenten in staat hun onderwijs meer uitdagend aan te bieden. Expert-docenten leren hun collega s in cursussen hoe ze optimaal gebruik kunnen maken van de mogelijkheden die deze apparatuur biedt. Rekenen en taal Ter voorbereiding op de toekomstige reken- en taaltoetsen bij het examen heeft de vestiging in 2011 voor beide onderdelen een coördinator aangesteld. Deze coördinatoren hebben in 2012 een beleidsnotitie opgesteld en een planning gemaakt voor de uitvoering. Dit heeft onder andere geleid tot rekenlessen in vrijwel alle leerjaren, deelname aan een pilot rekenexamen, een nieuw remedial-teachingprogramma in de onderbouw en aandacht voor taal in alle lessen. Organisatie De opzet van de organisatie is in 2012 sterk veranderd. De vestigingsleider vormt samen met de vier teamleiders de schoolleiding. Teamleiders sturen elk 15 tot 20 docenten aan en voeren jaarlijks met hen een jaargesprek. Daarnaast hebben de teamleiders een of meerdere portefeuilles en zijn meer dan voorheen betrokken bij de hele organisatie. De vaksecties zijn weer op de kaart gezet en hebben in de jaarplanning een vaste plek gekregen. De vestigingsleider stuurt de teamleiders en het onderwijs ondersteunend personeel aan. Er is een vaste cyclus van teamvergaderingen, vaksectievergaderingen, vaksectie-directiegesprekken, PTA-gesprekken over resultaten, mentorenvergaderingen en personeelsbijeenkomsten. Betrokkenheid en communicatie Om de communicatie met alle betrokkenen te verbeteren zijn er nieuwe initiatieven ontwikkeld. Er is een tweemaandelijks nieuwsbulletin voor medewerkers en ouders. Er zijn in alle afdelingen ouder- en leerlingen panels, waar twee keer per jaar met elkaar gesproken wordt over onderwijskundige zaken. Voor het voltallige personeel is er eens per twee maanden een personeelsbijeenkomst waarop informatie uitgewisseld wordt, aan scholing wordt gedaan en over onderwijs wordt gesproken. Pagina 46 van 101

48 3.4.3 Onderwijsprestaties per afdeling Voor een uitgebreide toelichting zie Resultaat atheneum Toelichting resultaat atheneum De verwachting is dat in 2013 de opbrengsten weer voldoende zullen zijn, temeer omdat er een stijgende lijn zichtbaar is in de gemiddelde CE cijfers het afgelopen jaar. Het verschil tussen het SE en CE neemt af. Pagina 47 van 101

49 Resultaat havo Toelichting resultaat havo De meerjarenopbrengsten van de havo waren na inspectiepublicatie op grond van de examenresultaten in 2012 weer voldoende. De prognose is dat de havo-afdeling in 2013 weer een basisarrangement krijgt. De kwaliteit van het onderwijs is sterk verbeterd. Pagina 48 van 101

50 Resultaat vmbo-tl Toelichting resultaat vmbo-tl Alhoewel het vmbo op grond van de meerjaren opbrengstenkaart nog niet in de gevarenzone komt, is er uitgezonderd het verschil SE-CE een lichte daling waarneembaar op de overige opbrengstindicatoren, zowel in percentielscores als percentages. Eind 2012 werd duidelijk dat de prognoses voor de overgang van leerjaar 3 naar 4 en het slaginspercentage in leerjaar 4 verre van rooskleurig zijn. Dit zal zeker consequenties hebben voor de doorstroom bovenbouw en wellicht ook voor het gemiddelde examencijfer. De vestiging heeft inmiddels een reeks maatregelen genomen om verbetering aan te brengen. Pagina 49 van 101

51 3.4.4 Doelstellingen voor 2013 De belangrijkste doelstellingen voor 2013 zijn: Atheneum terug naar basistoezicht, havo en vmbo tl behouden hun status. In alle afdelingen ligt het gemiddeld cijfer voor het centraal examen minimaal op het landelijk gemiddelde. Alle verbeteringen van de kwaliteit van het onderwijs en de schoolorganisatie zijn op een goede manier geborgd. De kwaliteitszorg is verder geprofessionaliseerd. Recht doen aan verschillen en gedifferentieerd lesgeven is een vaste manier van werken binnen de lessen. Het personeel heeft plezier in het werk, krijgt meer eigen verantwoordelijkheid, wordt uitgedaagd om goed onderwijs te ontwikkelen en legt verantwoording af over de resultaten en de geleverde prestaties. Pagina 50 van 101

52 3.5 Wessel Gansfortcollege Kluiverboom Schoolprofiel Nieuw schoolgebouw Deze vestiging werkt met heterogene klassen en een intersectoraal programma in de bovenbouw. Daarnaast biedt deze vestiging leerwegondersteunend onderwijs. Het Wessel Gansfortcollege Kluiverboom deelt een nieuw schoolgebouw met het H.N. Werkman College (vmbo) en het Heyerdahl College (praktijkonderwijs). In dit moderne gebouw zijn alle lokalen voorzien van digiborden. Daarnaast zijn er goed uitgeruste keukens en een werkplaats waar verschillende technieken geoefend kunnen worden. De vestiging heeft veel contacten met het bedrijfsleven, zodat er binnen en buiten school kan worden geleerd. De sfeer op deze vestiging is gezellig en gemoedelijk, omdat leerlingen en docenten elkaar goed kennen. Intersectoraal programma Leerlingen worden in klas 1 en 2 voorbereid op het intersectorale programma van de bovenbouw. Vanaf het derde leerjaar kan er gekozen worden uit twee uitstroomprofielen: dienstverlening & commercie of technologie & commercie. Bij dienstverlening & commercie worden de leerlingen voorbereid om te kunnen werken in o.a. winkels, kantoren, jongerencentra, restaurants, keukens en kapsalon. Bij technologie & commercie worden de leerlingen voorbereid om te kunnen werken in o.a. de installatie-, elektro-, voertuig- en metaaltechniek en houtbewerking. Zowel in het derde als vierde leerjaar lopen de leerlingen stage bij bedrijven in verschillende sectoren. Samenwerking met de Hanzehogeschool In juli en december 2012 hebben de leerlingen het project Kerst voor Kameroen in samenwerking met studenten van de Hanzehogeschool georganiseerd Onderwijskundige ontwikkelingen Verbeterplan De kaderberoepsgerichte leerweg heeft begin 2011 het predicaat zwak gekregen. Eind 2012 heeft de basisberoepsgerichte leerweg het predicaat zwak gekregen en de kaderberoepsgericht leerweg is van zwak naar zeer zwak gegaan. Voor alle leerwegen wordt gewerkt met een verbeterplan. Dit verbeterplan bestaat uit meerdere 90-dagen plannen, waarin de doelstellingen en tijdpad helder en resultaatgericht zijn verwoord. Deze plannen hebben een logische opbouw qua urgentie en systematiek en worden structureel gemonitord en daar waar nodig aangescherpt. Dit om de kwaliteit van de lessen te verhogen en daarmee de leerlingen optimaal voor te bereiden op het mbo. Kwaliteit van de lessen Routines en afspraken rond pedagogisch beleid zijn gestandaardiseerd. Docenten werken met een gestandaardiseerde lesopbouw. De mentor is spil van de leerlingbegeleiding en kent een adequate uitvoering. Eén van de belangrijkste monitorinstrumenten is het doen van lesbezoeken. Deze lesbezoeken worden gedaan door collega s en externen. Er is een start gemaakt met de ontwikkeling van het reken- en taalbeleid. Pagina 51 van 101

53 Professionalisering docenten Docenten Nederlands, Engels en wiskunde volgen een OBIT-training (onthouden, begrijpen, integreren en toepassen). Alle docenten hebben een training interactiekruis, een trainingsmiddag Lessen in Orde en drie trainingsmiddagen schrijven van handelingsplannen gevolgd. Dit jaar is er een start gemaakt met het nader invullen van het intersectorale programma. Het PTA is hierop aangepast. Ondersteuning De afdeling zorg is opnieuw ingericht. De processen zijn in kaart gebracht en er wordt door een ieder gewerkt volgens de opgestelde richtlijnen. Alle informatie wordt digitaal bijgehouden in het leerlingenzorgsysteem Onderwijsprestaties per afdeling Resultaten vmbo-bb Pagina 52 van 101

54 Toelichting resultaat vmbo-bb Het rendement onderbouw is erg hoog, waarschijnlijk is dit mede reden voor de onvoldoende doorstoom bovenbouw en het relatief lage slagingspercentage. Betere determinatie in de onderbouw moet hier verbetering inbrengen. Verbetering CE cijfers door o.a. inzet gerichte examentraining. Daarnaast wordt momenteel gewerkt aan een beter pedagogisch klimaat in combinatie met gestructureerde lessen en wordt er examentraining gegeven om het slagingspercentage te verhogen en het gemiddelde CE cijfer op peil te houden. Resultaat vmbo-kb Pagina 53 van 101

55 Toelichting resultaat vmbo-kb Ook voor deze afdeling geldt dat er sprake is van een zeer hoog rendement onderbouw in combinatie met een zeer laag rendement bovenbouw. De maatregelen die genomen worden voor de afdeling vmbo-bb gelden ook voor deze afdeling. Het verschil SE-CE laat een dalende lijn zien. Het is doel om het verschil terug te brengen beneden de 0,3 en dit vast te houden. Hoewel het slagingspercentage het afgelopen jaar aanzienlijk beter is dan het jaar daarvoor blijft het zaak om deze indicator goed in de gaten te houden, omdat het lage percentage in nog meegenomen wordt in de meerjarenopbrengsten Doelstellingen voor 2013 De belangrijkste doelstellingen voor 2013 zijn: De vestiging maakt effectief gebruik van de onderwijstijd. De vaksecties bestaan uit minimaal twee docenten. Er is een start gemaakt met het opstellen van een vakwerkplan. Groepen in de onderbouw zijn evenwichtig van samenstelling. Er is beleid op de instroom en zij-instroom ontwikkeld. Alle leerlingen worden frequent getoetst. De cijfers zijn per periode vastgesteld (minimaal 3) en vooraf beschreven. Zelfevaluatie is uitgevoerd door gesystematiseerde lesobservaties. Observatie door docenten en vestigingsleiding ten behoeve van intervisie en feedback. Instructie en afstemming van de lessen. Examenvoorbereiding- en examentraining is een integraal onderdeel van het schooljaar in leerjaar 4. De examentraining is herkenbaar in de planning voor de leerlingen van leerjaar vier opgenomen. De voorbereiding daarvan vindt plaats aan de start van het schooljaar. Pedagogisch en didactisch klimaat: Eind schooljaar zijn nieuwe regels vastgesteld. Optimaliseren ondersteuning en aansluiting bij onderwijsbehoeften. Verstoringen van de lessen, op welke wijze dan ook, is tot een minimum beperkt. Een verschil van minder dan 0,3 punt tussen SE- en CSE. Het niveau van leerlingen voor Nederlands, Engels en rekenen wordt systematisch onderzocht en aanpassing in ondersteuning van de leerling vindt plaats Pagina 54 van 101

56 3.6 Wessel Gansfortcollege Winsum Schoolprofiel Wessel Winsum Wereldwijd! Het Wessel Gansfortcollege Winsum is een kleinschalige vestiging waar iedereen elkaar kent. Het huisbezoek, de kennismaking van de mentor bij de leerling thuis, is een vast onderdeel in de brugklas. Met het motto "Wessel Winsum Wereldwijd"! willen we leerlingen bewust laten worden van hun Europees- en wereldburgerschap. Thuiswerkvrij onderwijs In de eerste twee leerjaren werkt de vestiging met thuiswerkvrij onderwijs(two). Dit betekent dat leerlingen thuis geen schoolwerk doen. Hierdoor is de schooldag iets langer. De leraren geven op een zodanig wijze les, dat het huiswerk als het ware onderdeel van de les zelf is. Naast het lesgeven besteedt de leraar tevens aandacht aan leren leren, zelfstandig werken, leren samenwerken, leren communiceren en leren plannen. Taaldorp De moderne vreemde talen organiseren elk jaar het taaldorp. Leerlingen uit de tweede klas kunnen een aantal dagen spreekvaardigheid oefenen en tonen dat in een natuurgetrouw nagemaakte omgeving met kraampjes en winkeltjes. Internationalisering Contacten met scholen en leerlingen uit andere landen vergroten het respect en het begrip voor andere gewoonten, levensomstandigheden en culturen. Voor klas 1 t/m 3 wordt eens per 2 jaar een Winterberg langlaufdag georganiseerd. In 2012 kon er helaas geen uitwisseling plaats vinden omdat de school in Gandekesee in een fusie verwikkeld was. Daarom is een dag in Duitsland doorgebracht met een rondleiding door Bremen. In de mediatheek is het project van klas 2 afgerond. In klas 4 kan, als er genoeg animo is onder de leerlingen, een afsluitende buitenlandse reis plaats vinden. De laatste reis was naar Parijs Onderwijskundige ontwikkelingen Taal en rekenen In schooljaar zijn in klas1 t/m 3 extra rekenuren ingevoerd met het oog op de verplichte rekentoets en het doel om het rekenniveau te verhogen. Door de verzelfstandiging van de vestigingen is er nu een eigen taal- en rekencoördinator die taal- en rekenbeleid ontwikkelt. Ondersteuningsuren en nascholing Om de examenresultaten, met het oog op de strengere exameneisen, te verbeteren zijn in het voorexamenjaar en in het examenjaar extra ondersteuningsuren ingevoerd, keuzewerktijduren (KWT-uren). Er is dit schooljaar een gericht examentrainingsprogramma geschreven en uitgevoerd. Om de resultaten van de exacte vakken te verbeteren hebben de docenten een didactische nascholing gevolgd. Pagina 55 van 101

57 Eigentijds onderwijs Alle lokalen zijn voorzien van digiborden. Voor een goed onderwijskundig en didactisch gebruik van digiborden is in 2012 een cursus gestart voor het onderwijzend personeel. De cursus loopt het gehele schooljaar door. Professionalisering De bekwaamheidsdossiers van het personeel zijn op orde. Lesobservaties en tevredenheid van leerlingen worden in de gesprekkencyclus meegenomen. Collegiale lesobservaties maken inmiddels een vast onderdeel uit van de werkwijze binnen de vestiging. Vakwerkplannen In 2012 is veel werk verzet om de vakwerkplannen uit te werken, inclusief toetsen en normering per vakgebied. Daartoe zijn vaksecties gevormd van geclusterde vakken: moderne talen, zaakvakken, wiskunde, Nederlands, creatieve vakken en lichamelijke opvoeding Onderwijsprestaties per afdeling Voor een uitgebreide toelichting zie Resultaten vmbo-tl Pagina 56 van 101

58 Toelichting resultaat vmbo-tl Het slagingspercentage ligt onder het landelijk gemiddelde. Ondanks de strengere exameneisen in schooljaar is het slagingspercentage niet veel lager geworden. Het effect van een betere examentraining heeft hieraan bijgedragen. Het verschil SE-CE is de laatste jaren steeds kleiner geworden. De afstemming van het SE op het CE is de laatste 2 jaren een punt van aandacht geweest, hierdoor scoort deze indicator goed. De cijfers van het centraal examen liggen op het niveau van het landelijk gemiddelde. Om deze indicator voldoende te houden zal er de komende jaren aandacht zijn voor een betere begeleiding van leerlingen bij de vakkenpakketkeuze en een goed werkende examentraining. De doorstroom onderbouw ligt boven het landelijk gemiddelde. Om de problemen met de doorstroming bovenbouw op te lossen zal een heroverweging van de overgangsnormen onderbouw nodig zijn, evenals een betere determinatie onder andere op basis van landelijk genormeerde toetsen. De doorstroming bovenbouw is onvoldoende. De 100% score in de onderbouw levert een lager rendement op in de bovenbouw. Het missen van overgangsnormen die betrekking hebben op de pakketkeuze in het examenjaar zorgt voor verkeerde keuzes van leerlingen. De leerdiscipline buiten schooltijd is laag, het huiswerk wordt onvoldoende gemaakt. Het pas starten met huiswerk in klas 3 heeft hier invloed op. Een goede analyse is noodzakelijk om zicht te krijgen op de oorzaken van het lage bovenbouw rendement. Op grond daarvan kan gerichte actie worden ondernomen. Pagina 57 van 101

59 Resultaat havo (onderbouw) Toelichting resultaat havo Hier is maar 1 indicator aanwezig. De doorstroming onderbouw is boven het landelijk gemiddelde Doelstellingen voor 2013 Voor de afdeling vmbo gelden in 2013 de volgende doelstellingen: Het percentage leerlingen in leerjaar 3 zonder zittenblijven scoort op of boven het landelijk gemiddelde. Het percentage leerlingen van het 3e leerjaar naar diploma zonder zitten blijven is substantieel gestegen ten opzichte van 2010/2011. Het slaagpercentage van de vmbo-tl ligt weer op het landelijk gemiddelde niveau. Zowel het SE- als het CE-cijfer is minimaal van het landelijk gemiddelde niveau. Het verschil tussen SE-cijfer en CE-cijfer is kleiner dan 0.5. De onderwijstijd voor iedere leerling voldoet aan de wettelijk gestelde eisen. Met alle medewerkers wordt minimaal één functioneringsgesprek per jaar gehouden. Er is sprake van een meer professionele organisatie met een opbrengstgerichte organisatiecultuur, minder vrijblijvendheid en strakkere aansturing. De kwaliteitszorg zal verbeterd worden door: o Een gedeelde visie op onderwijs en leren en de koppeling aan vakwerkplannen; o Een meerjarenbeleid gekoppeld aan de visie op onderwijs en leren; o Het systematisch werken met jaarprogramma s; o De verdere invoering van resultaatverantwoordelijkheid; o De invoering van verbeterde rapportagelijnen en meetinstrumenten. Pagina 58 van 101

60 Hoofdstuk 4 Financiën 4.1 Financieel beleid De CSG heeft een decentrale opzet. De CSG-vestigingen hebben elk hun eigen begroting en exploitatierekening. Hiernaast wordt een aparte begroting en exploitatierekening voor het bestuursbureau opgesteld. De zes vestigingsbegrotingen en de begroting van het bestuursbureau vormen samen de begroting van de CSG. De begroting is taakstellend en valt onder de verantwoordelijkheid van de directeur-bestuurder. Nieuw beoordelingskader Op verzoek van het ministerie van OCW heeft de commissie Don het rapport Financieel beleid van onderwijsinstellingen opgesteld. In dit rapport is een financieel beoordelingskader voor het onderwijs ontwikkeld met nieuwe kengetallen en signaleringsgrenzen. Naast de bekende ratio s als solvabiliteit, liquiditeit en rentabiliteit, wordt een onderwijsinstelling voortaan ook beoordeeld op basis van de zogenaamde kapitalisatiefactor. Deze is in de plaats gekomen van het weerstandsvermogen. Kapitalisatiefactor Bij de kapitalisatiefactor wordt het totale kapitaal uitgedrukt in een percentage van de totale baten. Om ongelijkheid tussen scholen met en zonder gebouwen op de balans te voorkomen, worden gebouwen op het kapitaal in mindering gebracht. De commissie Don adviseert een bovengrens van 60% voor kleine en 35% voor grote (jaarlijkse baten meer dan 12 miljoen) instellingen. De CSG behoort tot de grote instellingen. De kapitalisatiefactor komt per 31 december 2012 uit op 48% en bevindt zich dus ruimschoots boven de bovengrens van 35%. Financiële situatie De CSG is een financieel gezonde organisatie. De liquiditeit (weerbaarheid korte termijn) van 2,29 en solvabiliteit exclusief voorzieningen (weerbaarheid lange termijn) van 68% kunnen als ruim voldoende worden gezien. De kapitalisatiefactor is door de nieuwbouw iets afgenomen. Een bron van zorg voor de komende jaren blijft de onzekerheid over toekomstige bezuinigingen. De onzekerheid over de toekomstige toekenning van de doelsubsidies maakt het moeilijk deze bedragen structureel in te zetten. Daarnaast heeft de CSG ook te maken met oplopende kosten door de functiemix die niet volledig uit de bekostiging worden gedekt. Treasury- en financieringsbeleid In januari 2012 heeft de Raad van Toezicht het treasurystatuut van de CSG vastgesteld. Het treasurybeleid van de CSG vindt plaats binnen de kaders van de regeling van de minister van OCW. In de praktijk betekent dit dat gelden (afhankelijk van de renteontwikkeling) worden weggezet op een deposito- of dagelijks opvraagbare spaarrekening. Bij deposito s wordt bij de afloopdata gestreefd naar een gelijkmatige verdeling over het hele jaar. Pagina 59 van 101

61 De saldo s per 31 december 2012 zijn als volgt: De looptijd voor deze producten is niet langer dan 3 maanden, waardoor de CSG voldoet aan de kaders van de regeling van de minister en aan haar eigen treasurystatuut. Beleggen en belenen De SCOG heeft op 24 januari 2012 een treasurystatuut vastgesteld. De uitvoering van het treasurybeleid gebeurt binnen de kaders van de regeling Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010 van de minister van onderwijs van 16 september 2009 (nr. FEZ/CC/150185). In dit treasurystatuut is opgenomen dat financiële middelen die op lange termijn niet nodig zijn voor betalingen, uitsluitend risicomijdend zullen worden belegd. De beleggingen voldoen tenminste aan een AA / Aa rating. Voor 2012 geldt dat de SCOG geen beleggingen heeft. De te ontvangen rijksbekostiging is bedoeld voor de lopende exploitatie-uitgaven. De grote investeringen (m.n. huisvesting) worden in overleg met de gemeente gefinancierd. Daarom wordt hier niet ingegaan op het opnemen van leningen op korte of lange termijn. Voor 2012 geldt dat de SCOG geen beleningen heeft. Pagina 60 van 101

62 Risicobeheersing Het interne risicobeheersings- en controlesysteem was in 2012 aanwezig, was van voldoende niveau en heeft gewerkt. De belangrijkste verbeteringen hebben onder andere te maken met de ICT en met planning en control. De planning en control-cyclus geeft inzicht in eventuele risico s op onvoldoende opbrengsten, dalen van de kwaliteit van het onderwijsleerproces en tekortkomingen in de kwaliteitszorg op de vestigingen. Hiervoor is in 2012 een format ontwikkeld voor managementrapportages. Met gebruik van dat format zullen de vestigingen begin 2013 voor het eerst aan de directeur-bestuurder rapporteren over de ontwikkelingen. Dit gaat om een set van indicatoren verdeeld over de domeinen van het INK model. Het is de bedoeling dat er drie keer per jaar zal worden gerapporteerd. Met het toezichthoudend orgaan, de Raad van Toezicht, worden de belangrijkste bevindingen besproken tijdens de eindbespreking van de jaarstukken, eind mei Aantal leerlingen Het voornaamste risico is de fluctuatie van het leerlingenaantal. Het leerlingenaantal op 1 oktober van het jaar x heeft effect op de rijksbekostiging van het boekjaar x+1. Per jaar worden op diverse momenten schattingen gemaakt van het aantal leerlingen voor het volgend schooljaar. Begin mei is het aantal leerlingen vrijwel definitief voor het volgend schooljaar. Als het aantal leerlingen verschilt met de (meerjaren-)begroting dan wordt er tijdig bijgestuurd. Minder leerlingen betekent minder bekostiging. Minder geld voor leerkrachten kan betekenen dat contracten niet verlengd worden voor het komend schooljaar. Als er meer leerlingen komen dan gepland, dan geldt het omgekeerde. Dit houdt in dat er in de begroting van het huidig boekjaar een tekort ontstaat. Dit tekort kan gedekt worden uit de reserve Personeel. Eind 2012 bedroeg deze reserve ,-. Pagina 61 van 101

63 4.2 Resultaatanalyse Pagina 62 van 101

64 Resultaatanalyse op hoofdlijnen Het resultaat voor bestemming bedraagt 2,2 miljoen. Dit resultaat is op hoofdlijnen als volgt tot stand gekomen: De SCOG heeft in 2012 geld ontvangen van de gemeente Groningen. Dit was het resultaat van de overeenkomst die is gesloten tussen de gemeente en de twaalf besturen voor bijzonder onderwijs in de gemeente Groningen. De overeenkomst is een gevolg van de onderhandelingen die het bijzonder onderwijs heeft gevoerd naar aanleiding van de verhoging van de bruidsschat en de vermogensreparatie van het openbaar onderwijs. De SCOG heeft in 2012 hiervoor 1,5 miljoen ontvangen. De bekostiging van het leerplusarrangement van voorgaande jaren is vrijgevallen ten gunste van het resultaat. Het bedrag op de beginbalans bedroeg ,-. Daarnaast heeft de CSG suppletieaangiften met betrekking tot de loonheffing en de omzetbelasting ingediend. Eenmalig is hierdoor een bedrag van ,- ontvangen van de belastingdienst. Hiertegenover stonden ook extra kosten voor de fiscale adviezen van ,-. Ook is er sprake van een eenmalige dotatie aan de onderhoudsvoorziening van ,- (kosten). Met betrekking tot automatisering is ,- meer uitgegeven dan begroot. Het geld dat is vrijgekomen uit de Stichting Beheer is, naast de opgenomen vordering die we hiervoor hadden, bestemd voor de tekorten van automatisering. Er heeft een waardevermindering plaatsgevonden op een pand. Deze waardevermindering bedraagt en is verwerkt in de afschrijvingskosten. Resultaatanalyse uitgebreid Een toelichting van de posten waarbij de realisatie ,- meer is dan begroot: Bij 3.1 Rijksbijdragen OCW (+ 1,5 miljoen) De rijksbijdragen OCW betreffen: a. personele en de materiële rijksbijdrage; De realisatie is ,- hoger dan de begroting, onder andere doordat in de begroting van een lager aantal leerlingen uit is gegaan. Begroot aantal leerlingen was en werkelijk bedraagt Een verschil van 6 lwoo leerlingen en 16 reguliere leerlingen. b. de overige subsidies; De overige subsidies OCW zijn 1,2 miljoen hoger dan begroot. Dit betreft de vrijval van leerplusarrangement van ,- Voorgaande jaren stond dit op de balans. Omdat de subsidie niet geoormerkt is en we geen terugbetalingsverplichting hebben, stond deze onterecht op de balans en is dit in 2012 vrijgevallen. In het bestuursakkoord van 14 december 2011 is aangegeven dat we in aanmerking komen voor een subsidie prestatiebox. Deze was bij het opstellen van de begroting nog niet bekend. Het bedrag voor de prestatiebox is ,-. c. een correctie wegens inkomensoverdrachten (bekostiging van VAVO). Inkomensoverdrachten VAVO was begroot ,- en dit is werkelijk ,-. Verschil bedraagt ,- negatief. Bij 3.4 Baten werk i.o. derden ( ,-) Wegens het uit dienst gaan van een medewerker is er voor minder gedetacheerd. Daarnaast was er detachering begroot voor het samenwerkingsverband. Deze is echter vermeld onder de doorbelasting ten laste van projecten, onder de lonen en salarissen. Pagina 63 van 101

65 Bij 3.5 Overige baten (+ 3,0 miljoen) De overige baten zijn ruim 3 miljoen hoger dan begroot. Dit is voornamelijk te verklaren door: 1,5 miljoen van de gemeente Groningen ,- wegens suppletie omzetbelasting ( ,-) en loonbelasting ( ,-) ,- wegens het liquideren van Stichting Beheer ,- lesplaatsen OPDC die gefactureerd worden aan andere scholen ,- van de gemeente Hoogezand voor het aanschaffen van nieuw meubilair voor CSG Rehoboth ,- RZB leerlingen ,- extra middelen van O2G2 betreffende Wessel Gansfortcollege Kluiverboom Bij 4.1 Personele lasten ( ,-) Het verschil in realisatie en begroot van de lonen en salarissen bedraagt 1,3 miljoen. In de begroting is een doorbelasting van 1,4 miljoen meegenomen voor de inzet van personeel ten gunste van de doelsubsidies. In overleg met de accountant gaan we de doorbelasting van personeel niet meer in de financiële administratie opnemen. Per saldo 0,1 miljoen positief. Dit komt door de doorbelasting van personeelskosten aan het samenwerkingsverband van ,-. De overige personeelslasten zijn ,- lager dan begroot. Dit komt voornamelijk door de post personeel niet in loondienst. De kosten van inhuur van personeel konden meestal ten laste van de prestatiebox gebracht worden. Bij 4.2 Afschrijvingen ( ,-) De afschrijvingslasten zijn inclusief de waardevermindering op een pand van Daarnaast is de begroting eind van het 3 e kwartaal 2011 opgesteld. De afschrijvingen die toen zijn meegenomen waren de verwachte afschrijvingen op basis van de tot dan gedane investeringen. Bij 4.3 Huisvestingslasten ( ,-) a. De grootste post betreft de dotatie van de onderhoudsvoorziening ( ,-). Deze is vooral toegenomen vanwege de onderhoudsdotatie voor het Augustinuscollege Admiraal de Ruyterlaan en voor het Wessel Gansfortcollege Heerdenpad. b. Daarnaast is er een onderschrijding op energie en water (-/ ,-). De kosten waren vooraf moeilijk in te schatten, vanwege twee nieuwe gebouwen (aan de Diamantlaan en de Kluiverboom). Bij 4.4 Overige lasten ( ,-) De administratie- en beheerslasten zijn ,- meer dan begroot. Dit komt onder andere door overschrijdingen op automatiseringskosten ( ,-), public relations ( ,-), accountantskosten ( ,-), kantoorbenodigdheden ( ,-) en contributies ( ,-). De kosten voor inventaris, apparatuur en leermiddelen zijn ,- minder dan begroot. Doordat er geen uren doorbelast worden naar de doelsubsidies vallen de kosten lager uit dan begroot. Daarnaast zijn er kosten gemaakt voor de prestatiebox, die niet begroot zijn. De inkomsten voor de prestatiebox waren ,- en de kosten ,-. De kosten zijn voornamelijk gemaakt voor het verbeteren van de kwaliteit. Bestemmingsreserves Het voorstel voor de bestemming van het resultaat ( 2,2 miljoen) is verwerkt in de jaarrekening. Pagina 64 van 101

66 4.3 Financiële kengetallen Balans Weerstands vermogen grondslagen OCW Weerstands vermogen gecorrigeerd voor bestemmings reserves Kapitalisatiefactor Solvabiliteit exclusief voorzieningen Solvabiliteit inclusief voorzieningen Liquiditeit Exploitatie Rentabiliteit Bestuurlijk toetsings kader CSG Signalerings waarden van de CVO* 2012 Voldoet aan toetsings kader en signalerings waarden CVO 2011 Voldoet aan toetsings kader en signalerings waarden CVO > 25% n.v.t. 41% ja; n.v.t. 36% ja; n.v.t. n.v.t. n.v.t. 23% n.v.t. 20% n.v.t. tussen maximaal 35% 48% ja; nee 52% ja; nee 35% en 55% n.v.t. n.v.t. 68% n.v.t. 57% n.v.t minimaal 50% minimaal1,5; maximaal 3,0 minimaal 20% 75% ja; ja 64% ja; ja minimaal 0,5; maximaal 1,5 2,28 ja; nee 1,73 ja; nee tussen minimaal 0%; 7,2% nee; nee 6,6% nee; nee -2% en +3% maximaal 5% * Commissie Vermogenspositie Onderwijsinstellingen (CVO) Weerstandsvermogen op basis van grondslagen OCW Met ingang van het jaar 2007 zijn scholen verplicht verantwoording af te leggen over het weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen wordt verkregen door het totale eigen vermogen, zonder onderscheid naar bestemmingsreserves en private reserves uit te drukken in een percentage van de totale rijksbaten. Door het OCW is in 2007 gekozen voor de volgende signaleringsgrenzen: Weerstandsvermogen kleiner dan 10% mogelijk te weinig reserve, kan duiden op risicovolle situatie Weerstandsvermogen tussen 10% en 40% reserves op normaal niveau Weerstandsvermogen groter dan 40% reserves buitensporig hoog Met een weerstandsvermogen van 41% bevinden de reserves van de CSG zich op een buitensporig hoog niveau. Weerstandsvermogen gecorrigeerd voor bestemmingsreserves Dit weerstandsvermogen wordt verkregen door het totale eigen vermogen exclusief de bestemmingsreserves uit te drukken in een percentage van de totale rijksbaten. Solvabiliteit exclusief voorzieningen De solvabiliteit geeft de verhouding aan tussen het eigen vermogen en het totale vermogen. Het geeft aan in hoeverre de stichting in staat is de totale schuldenlast te voldoen. Pagina 65 van 101

67 Kapitalisatiefactor (Commissie Don) Bij de kapitalisatiefactor wordt het totale kapitaal (exclusief gebouwen) uitgedrukt in een percentage van de totale baten. De commissie Don adviseert een bovengrens van 60% voor kleine en 35% voor grote (jaarlijkse baten > 12 miljoen) instellingen. Op basis van de balanspositiepositie per 31 december 2012 bedraagt de kapitalisatiefactor voor de CSG 48%. Solvabiliteit inclusief voorzieningen Bij de berekening van dit percentage wordt het eigen vermogen vermeerderd met de voorzieningen alvorens het wordt uitgedrukt in een percentage van het eigen vermogen. Een solvabiliteitspercentage van 75% is ruim voldoende. Liquiditeit De liquiditeit geeft aan in hoeverre een organisatie in staat is haar verplichtingen op korte termijn te voldoen. Het verhoudingscijfer komt tot stand door de liquide middelen te vermeerderen met de vlottende activa en dit totaal vervolgens te delen op de schulden op korte termijn. Met een verhoudingscijfer van 2,28 kan de liquiditeit van de CSG als uitstekend worden beoordeeld. Rentabiliteit De rentabiliteit wordt berekend door het resultaat uit gewone bedrijfsvoering te delen door de totale baten. De rentabiliteit is met 7,2% aan de hoge kant. Pagina 66 van 101

68 Hoofdstuk 5 Toekomst Dit hoofdstuk bevat informatie over het verbetertraject dat gestart is. Dit is een traject voor de langere termijn: het Balk-traject en voor de korte termijn: De basis op orde 5.1 Organisatieontwikkeling Het Balk-traject Er is een aantal zaken die niet gaan zoals het zou moeten. Dit blijkt uit rapporten van de onderwijsinspectie, onderzoek door externen en signalen uit de organisatie: 1. Onvoldoende opbrengsten 2. Onduidelijkheid over centraal >< decentraal; sterk wij >< zij denken 3. Ontbreken sturingsinstrumenten, zowel op centraal als decentraal niveau 4. Ontbreken aanspreekcultuur 5. Onvoldoende transparantie en communicatie Daarom is begin 2012 een traject uitgezet, dat vanwege de locatie waar de eerste bijeenkomst plaatsvond -zalencentrum Balk- binnen de CSG bekend staat onder de naam Balk-traject. Een initiatief van de directie dat een impuls gaat geven aan de inrichting van een kwalitatief sterke CSG. Een CSG die de toekomst met een gerust hart tegemoet kan zien. Er wordt een noodzakelijke kwaliteitsverbetering tot stand gebracht om ervoor te zorgen dat de komende decennia goed onderwijs geboden kan worden. Bestuursakkoord Recente ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs stellen scherpere eisen aan de sector, maar bieden ook volop kansen voor verbetering. Centraal staat het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en het bevorderen van hogere prestaties van alle leerlingen. Deze ambitie is vastgelegd in het Bestuursakkoord VO-Raad OCW Hierin zijn een aantal prestatieafspraken gemaakt. 1. Leerlingen behalen goede prestaties op de kernvakken én worden breed gevormd. 2. Scholen werken systematisch aan het maximaliseren van prestaties van leerlingen, dat wil zeggen ze werken opbrengstgericht. 3. Leraren signaleren verschillen tussen leerlingen niet alleen de gemiddelde leerlingen, maar ook de cognitief zwakkere en sterkere leerlingen en gaan hier op een adequate wijze mee om. 4. Op scholen is sprake van een ambitieuze leercultuur waar excellentie wordt gestimuleerd en hoogbegaafdheid wordt ondersteund. 5. Op scholen is sprake van een lerende cultuur waarin het niet alleen draait om het leren van leerlingen, maar ook om het leren van leraren en schoolleiders. Goed HRM-beleid is daarvoor een voorwaarde. Pagina 67 van 101

69 5.1.1 Verbeteracties Bij elke constatering is een aantal verbeteracties afgesproken, waarvan een deel al uitgevoerd is: 1. De opbrengsten verhogen In 2013 is een begin gemaakt met het inrichten van het proces dat moet leiden tot het in korte tijd op orde brengen van de basis. Met de basis wordt in dit kader bedoeld, het pedagogisch, didactisch handelen van de docenten op de vestigingen. 2. De organisatiestructuur verbeteren Schooljaar 2012/2013 is een overgangsjaar waarin al gewerkt wordt met een vereenvoudigde organisatiestructuur. Dit geeft meer duidelijkheid en richting. Na de fusie was de bedoeling dat de vestigingen op een natuurlijke manier naar elkaar toe zouden groeiden. Dit blijkt de onderwijskwaliteit geen goed te doen. Daarom is er nu een stap gemaakt naar een meer directieve sturing, de CSG is één school en kent eenheid in normen. Uitgangspunt blijft dat de vestigingen centraal staan in de benadering naar leerlingen en ouders. Elke vestiging heeft zijn eigen profiel en onderwijsaanbod, zoals bijvoorbeeld tweetalig onderwijs, thuiswerkvrij onderwijs of als Erkende Cultuurprofielschool. De basis is een duidelijke koers, waarop we kunnen bijsturen. Daarom is een nieuwe missie en visie vastgesteld. In 2013 gaat de CSG kernwaarden omschrijven. Kernwaarden geven aan waar de CSG voor staat, wat ons verbindt, wie we willen zijn, wat er essentieel is in onze houding of handelen en waar we in ons werk in geloven. De CSG wil werken met vijf kernwaarden, waarvan drie centraal. Elke vestiging kan twee of drie eigen kernwaarden formuleren, waarmee zij vervolgens kleur kan geven aan haar eigen vestigingsorganisatie en onderwijsvisie, passend binnen de CSG. 3. Ontwikkelen sturingsinstrumenten In 2012 is begonnen met het opstellen van een kaderbrief, managementrapportages en managementcontracten. 4. Cultuur bevorderen van samenwerken en van elkaar leren De cultuur van de CSG willen we ook in dit project onder de loep nemen. De CSG staat een cultuur voor, waarin men beter samenwerkt, samenwerking vanzelfsprekend vindt en van elkaar leren als heel normaal beschouwt. Ook aan de communicatie wordt gericht aandacht besteed. Dit gaat zowel over de interne als de externe communicatie. 5. Verbeteren transparantie en communicatie De besturingsfilosofie bepaalt de wijze waarop de CSG mede in relatie tot de Raad van Toezicht en de vestigingen wil sturen. Bij de besturingsfilosofie staat het maken van een aantal belangrijke keuzes centraal: In hoeverre wenst het management te sturen op een mix van input (middelen), throughput (proces) en output (resultaten)? In welke mate worden hierbij verantwoordelijkheden ge(de)centraliseerd en de taakuitvoering geconcentreerd? Welke indelingsvorm wordt dan primair gekozen voor de organisatie (functioneel) en welke competenties (mensen) zijn in de vorm van leidinggeven en coördinatie vereist? Hoe is de relatie tussen de verschillende hiërarchische lagen, welke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden heeft elke managementlaag? Pagina 68 van 101

70 Bestuursbureau Het bestuursbureau moet de vestigingen ontzorgen, zodat de vestigingen zich kunnen focussen op het geven van onderwijs en het bieden van zorg. Dit verreist een deskundig (onderwijs)ondersteunend bestuursbureau. Functiegebouw Een nieuwe organisatiestructuur vraagt ook om stil te staan bij het functiegebouw van de CSG. Dit geldt zowel voor de lijn en de staf. Functies met taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden vragen om passende functieomschrijvingen zowel voor het management als voor de staf, het docerend en ondersteunend personeel. Een op onderdelen nieuw functiebouwwerk is daarom voor de CSG noodzakelijk, waarbij mensen niet náár functies worden toegeschreven, maar gezocht wordt naar een juiste match tussen functie en functionaris. HRM Dit heeft uiteraard implicaties voor het HRM-beleid dat ontwikkeld moet worden. Daar waar mensen of ook teams over (nog) onvoldoende vaardigheden beschikken passend bij de functie en functiebeschrijving, zal scholing noodzakelijk zijn. Hierbij kan gedacht worden aan het investeren in leiderschap- en MD-trajecten, teamvorming, etc. Ook de overgang van oude naar nieuwe functies is een punt van aandacht. De medezeggenschapsraad (en de pmr) van de CSG zal bij dit gehele traject van begin af aan bij betrokken worden. Strategische opdrachten De CSG gaat haar strategisch beleid vormgeven aan de hand van een aantal essentiële strategische opdrachten. Deze strategische opdrachten vormen de kern van het handelen van de CSG de komende jaren (tot ). De komende maanden wordt geformuleerd welke concrete strategische resultaten er over een termijn van vier jaar als CSG moeten worden neerzet en welke resultaten dan op de individuele vestigingen zichtbaar moeten zijn. Pagina 69 van 101

71 5.2 Kwaliteitszorg Vestigingsleider Begin 2013 is er een aanzet gemaakt voor het plan van aanpak kwaliteitszorg, waarmee de CSG aangeeft welke richting ze op wil met kwaliteitszorg. Verder staat hierin hoe kwaliteitszorg verbonden is met de al in gang gezette ontwikkelingen op het gebied van missie, visie, strategie en beleid en de inrichting van de planning- en control cyclus. De focus van kwaliteitszorg ligt op vestigingsniveau met als doel dat de CSG zichtbaar kwaliteitszorggericht denken en werken vertoont in het gedrag van medewerkers in alle lagen van alle vestigingen. Plan van aanpak Op basis van verzamelde gegevens op de vestigingen wordt een plan van aanpak en een draaiboek voor de inrichting en invoering van kwaliteitszorg uitgewerkt met de rol die het bestuursbureau heeft in de ondersteuning. Werkwijze invoering kwaliteitszorg visie/missie/ koers doelen meetinstrumenten kwaliteitszorgsysteem Uitbouwen Bij het ontbreken van een duidelijke visie en een kwaliteitszorgsysteem op vestigingsniveau is het raadzaam te starten bij wat er al beschikbaar is aan doelen en meetinstrumenten en dat uit te bouwen. Het betrekken van medewerkers in dit proces voedt bewustzijn van de tekortkomingen en vergroot betrokkenheid van medewerkers bij de oplossing en het kwaliteitszorggericht werken in de school. Het is van belang dat in het ontwerp en de uitvoering aansluiting gemaakt wordt op de actualiteit van het werkveld en extern toezicht. Na ordening van de eigen middelen worden hiaten zichtbaar. Het opvullen van de hiaten zal leiden tot een CSG-breed en eenduidig ontwerp. Eenduidig Vervolgens kan per vestiging verbinding worden gemaakt met een eenduidig systeem van kwaliteitszorg door gelijke werkwijze in meten, evalueren en doelen stellen. Dit is ook in grote lijnen een eenduidige cyclus van planning en control. Er kan in deze fase op elk moment verbinding gemaakt worden tussen kwaliteitszorg en visie. Het is mogelijk dat het leidt tot aanpassingen van criteria binnen meetinstrumenten, maar zal geen groot effect hebben op het systeem. Door kwaliteitsmetingen af te stemmen op je visie en de doelen wordt de focus van de organisatie hierop gericht. Draagvlak Het invoeren van kwaliteitszorg is naast het neerzetten van een organisatorisch systeem ook leren verbeteren van collega s. Succesvolle kwaliteitszorg heeft draagvlak nodig en moet deel uitmaken van de reguliere processen in de school. Medewerkers moeten hun gemiddelde niveau van kwaliteitszorggericht werken en denken gaan opschalen. Daar heb je hulp bij nodig en hierin moet je samen oefenen. Pagina 70 van 101

72 Werkvloer De beleidsmedewerker onderwijs, kwaliteit en onderzoek werkt samen met externe deskundige aan een plan van aanpak voor invoering van een op de werkvloer toegespitste vorm van kwaliteitszorg. Het systeem en de methode van invoering zal gelden voor vestigingen. Invoering gebeurt in nauwe samenwerking met de vestigingsleiding en de medewerkers. Draaiboek Er wordt een draaiboek opgesteld voor de werkwijze en stappen die moeten worden genomen binnen het traject. Dit zal worden besproken met de vestigingsleiders en op grond daarvan zal een planning worden gemaakt voor het invoeringstraject op de verschillende vestigingen. Good practice en gesignaleerde mogelijkheden voor vestigingsoverstijgende ondersteuning worden meegenomen in de operationele invoering per vestiging. Eventueel worden wijzigingen aangebracht na afloop van het pilotjaar. Tijdpad Door de wisselende staat van kwaliteitszorg kan pas na inventarisatie van de werkelijke behoefte inzichtelijk worden gemaakt hoeveel tijd naar verwachting nodig is om de doelstelling te realiseren. Gezien de huidige situatie die veel van de vestigingen vergt, is een invoeringsperiode van 3 maanden per vestiging voorzien, waarna één jaarcyclus als pilotjaar geldt en waarbinnen het verbeteren van vaardigheden van medewerkers op basis van feedback en opgedane ervaring nog een half jaar in beslag zal nemen. Kwaliteitszorg op vestigingsniveau en verbindingen Kwaliteitszorg dient op vestigingsniveau verbinding te maken met: Bestuursvisie Kernwaarden CSG Meerjarenplan Kaderbrief financieel Kaderbrief inhoudelijk Managementcontracten Onderwijsvisie vestiging Kernwaarden vestiging Schooleigen kritieke succesfactoren Strategisch plan/vierjarig schoolplan Jaarevaluatie Onderwijsjaarverslag Jaarplan Managementrapportage (MARAP) Meerjaren exploitatiebegroting Meerjaren investeringsbegroting Exploitatiebegroting (elk jaar) Investeringsbegroting (elk jaar) Pagina 71 van 101

73 Cyclisch & doelgericht PDCA 4 jarencyclus CSG Jaarcyclus Vestigingen 4-jarig schoolplan Exploitatiebegroting (1 en 3 jaar) Investeringsbegroting (1 en 3 jaar) P&C cyclusplanning Jaarplan Scholingsplan Schoolgids Verbeterplannen Actieplannen Bezinning Planning Bezinning Planning Jaarverslag Inspectierapporten Maraps Bestuursrapportage Evalueren Uitvoering Kaderbrieven Management toolkit Jaarverslag IDU analyses Lesobservaties Auditrapport Inspectierapport Zelfevaluatierapport Collegiale visitatie Enquêtes Evaluatie Uitvoering Reglementen Protocollen Handleidingen Pagina 72 van 101

74 5.3 Begroting 2013 De begroting 2013 is op 6 december 2012 door de raad van toezicht goedgekeurd en op 7 december 2012 door de directeur-bestuurder vastgesteld. Op 21 december 2012 heeft de directeur-bestuurder een eerste begrotingswijziging ingediend, welke op 15 januari 2013 door de raad van toezicht akkoord is bevonden. De begroting inclusief begrotingswijziging sluit met positief, welke toegevoegd kan worden aan de algemene reserve. Pagina 73 van 101

75 Bijlagen A. Grondslagen voor de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de regelgeving Jaarverslaglegging OCW, de richtlijnen van de raad voor de jaarverslaggeving (RJ) en Burgerlijk Wetboek Boek 2 Titel 9. A.1 Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. A.2 Balans Materiele Vaste Activa De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien de realiseerbare/ actuele waarde lager is dan de boekwaarde, is er sprake van een bijzondere waardevermindering. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. Slijtende investeringen worden na het jaar van aanschaf lineair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Als ondergrens van de te activeren activa wordt gehanteerd. De gehanteerde afschrijvingspercentages zijn gebaseerd op de voor de betreffende materiële vaste activa geschatte gebruiksduur: - gebouwen en terreinen jaar - inventaris en apparatuur 4-15 jaar - boeken 4 jaar Schoolgebouwen, waarvan het juridisch eigendom berust bij de Stichting en het economisch eigendom bij de gemeente, zijn niet in de balans opgenomen. De kosten van groot onderhoud aan de binnenkant alsmede het buitenschilderwerk van de schoolgebouwen worden ten laste gebracht van de onderhoudsvoorziening. Pagina 74 van 101

76 Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen voor oninbaarheid. Liquide middelen Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen. Algemene Reserve Dit betreft de niet-gebonden reserve die voortkomt uit de door (semi-)overheidsinstellingen bekostigde activiteiten. Via resultaatbestemming worden jaarlijkse overschotten in een boekjaar toegevoegd en tekorten onttrokken. De algemene reserve vormt een buffer ter waarborging van de continuïteit van de Christelijke Scholengemeenschap Groningen. Bestemmingsreserves De hieronder opgenomen publieke en private reserves zijn bedoeld voor specifieke toekomstige uitgaven die uit de huidige beschikbare middelen gedekt moeten worden. Per bestemmingsreserve is aangegeven of deze is opgebouwd uit privaatrechtelijke dan wel publiekrechtelijke middelen. Voorzieningen De voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De voorziening ter gelijkmatige verdeling van lasten voor groot onderhoud van gebouwen wordt bepaald op basis van de te verwachten kosten over een reeks jaren. De voorziening wordt lineair opgebouwd. Het uitgevoerde onderhoud wordt ten laste van deze voorziening gebracht. Vlottende passiva De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde. A.4 Staat van baten en lasten Baten Onder baten wordt verstaan de baten die rechtstreeks aan het jaar zijn toe te rekenen en die in het jaar als gerealiseerd kunnen worden beschouwd. Verwachte baten waarvan het niet zeker is of deze worden gerealiseerd zijn voorzichtigheidshalve niet als baten verantwoord. Opbrengsten hoeven nog geen inkomsten te zijn. Lasten De lasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Kosten hoeven nog geen uitgaven te zijn. Pagina 75 van 101

77 B. Balans per 31 december 2012 na resultaatbestemming Pagina 76 van 101

78 Pagina 77 van 101

79 C. MB Model B Staat van baten en lasten Pagina 78 van 101

80 D. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij deze methode wordt het nettoresultaat aangepast voor posten van de winst- en verliesrekening die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in het verslagjaar, mutaties in de balansposten en posten van de winst- en verliesrekening waarvan de ontvangsten en uitgaven niet worden beschouwd als behorende tot de operationele activiteiten. De afschrijvingen ad is inclusief de waardevermindering en exclusief de desinvesteringen 5.310, de vrijval van de egalisatie (is geboekt onder de overige baten) ad en sluit aan met de afschrijvingen conform de winst- en verliesrekening ad De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit liquide middelen onder aftrek van gerealiseerde bankkredieten. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. De mutatie liquide middelen ( ) komt overeen met de mutatie van de stand van liquide middelen tussen 31/12/2011 en 31/12/2012. Pagina 79 van 101

81 E. Toelichting op de balans per 31 december 1. Activa Vaste activa Materiële vaste activa Het pand aan de Eenrumermaar heeft een aanschafprijs van 1,3 miljoen. Na het taxeren van het pand in mei 2013 door een onafhankelijke taxateur blijkt dat de taxatiewaarde is. De toegepaste methode voor het bepalen van de taxatiewaarde is de huurwaarde kapitalisatiemethode, welke gebruikelijk is voor dit soort objecten. De belangrijkste veronderstelling die gebruikt is in de bepaling van de marktwaarde is de prijs van 130,- per m2. Daarnaast is er gekeken naar referentiepanden om de taxatiewaarde te bepalen. Doordat de boekwaarde per 31/12/2013 hoger is dan de taxatiewaarde, is het pand boekhoudkundig afgewaardeerd. Deze waardevermindering bedraagt en is in de winst- en verliesrekening onder de afschrijvingskosten verwerkt. Pagina 80 van 101

82 Vlottende activa * zie uitsplitsing hieronder Het Leerling gebonden budget (LGF) wordt beschikt voor een schooljaar. Het totale beschikkingsbedrag 2012/ 2013 ad zal volgend boekjaar ontvangen worden. De beschikking voor het schooljaar 2012/ 2013 is derhalve voor 5/12 (5 maanden 2012) meegenomen als vordering op het OCW. Daarnaast hebben we geld ontvangen voor leerlingen die door ons al bij DUO zijn afgemeld, maar nog niet als zodanig door DUO verwerkt zijn. Met betrekking tot schooljaar 2011/ 2012 hebben we hiervoor teveel ontvangen. Dit is in mindering gebracht op de vordering op het OCW. De vordering van 1 op OCW heeft betrekking op de bekostiging over de periode augustus - december Als gevolg van de overgang van de bekostiging van schooljaar naar kalenderjaar per 1/1/2006 zal deze vordering naar verwachting niet worden uitbetaald. Formeel blijft de vordering van op OCW bestaan. Om te komen tot een reële weergave van het weerstandsvermogen is de vordering op 1 na afgeboekt. De salarisvoorschotten hebben voornamelijk betrekking op een voorschot wegens een verhuizing van een personeelslid. Dit bedrag is in 2013 ontvangen. De vordering stichting beheer is in 2012 ontvangen. De stichting beheer is in 2012 worden opgeheven. Het saldo van de stichting, totaal , is ten gunste van de CSG gekomen. Hiervan is de vordering afgelost en van het restant is een bestemmingsreserve voor automatisering gevormd, conform het raadsbesluit van 27 maart Pagina 81 van 101

83 De vordering op de werkweken, excursies en uitwisselingen betreft reeds gedane uitgaven van werkweken, excursies en uitwisselingen welke nog plaats moeten gaan vinden en waarvoor nog geen of geringe bedragen voor zijn ontvangen. De vooruitbetaalde kosten betreffen facturen welke in 2012 zijn ontvangen en betaald, maar die betrekking hebben op Hieronder valt onder andere de schoolovereenkomst van Microsoft , kosten voor de fietsenstalling en kosten voor het portaal , De te ontvangen bedragen heeft voor betrekking op O2G2 inzake verrekening Kluiverboom. Deze bedragen zijn in 2013 ontvangen. De te ontvangen rente is in 2013 ontvangen. Vanaf het najaar van 2012 is de financiële administratie nauwer betrokken bij de debiteurenadministratie, aangezien vanaf 1 januari 2013 de debiteurenadministratie niet langer uitbesteed zal worden aan een administratiekantoor. Hierdoor hebben we veel beter inzicht in de openstaande vorderingen en kunnen we een betere inschatting maken van de voorziening. Ruim moeten we nog ontvangen van de in november 2012 gefactureerde vrijwillige ouderbijdrage. Na de eerste facturatie heeft 64% betaald. Na het versturen van een rekeningoverzicht in december is 63% van de toen openstaande vorderingen ontvangen. In april zal er nogmaals een rekeningoverzicht worden verstuurd. De verwachting is dat we ongeveer 1/3 nog zullen ontvangen. Daarom is een bedrag van opgenomen in de voorziening. Daarnaast zijn er vorderingen waarvoor een incassobureau is ingeschakeld, totaal De verwachting is dat we hier de helft nog van binnen krijgen, hoewel dat verspreid zal zijn over enkele jaren. Dit betekent een dotatie van de voorziening van Hieruit volgt de stand van de voorzieningen op 31/12 van = De dotatie van bestaat naast de dotatie van de huidige stand, ook de dotatie van de afgeboekte vorderingen ad Dit betreffen vorderingen waar geen overeenkomst aan ten grondslag ligt. Hiervan heeft betrekking op de algemene vrijwillige ouderbijdrage 2011/2012. Pagina 82 van 101

84 Liquide middelen Zie het kasstroomoverzicht voor de mutatie 1/1/2012 en 31/12/2012 van de liquide middelen. Pagina 83 van 101

85 2 Passiva 2.1 Eigen vermogen Algemene reserve Aan de algemene reserve wordt het resultaat minus het te bestemmen resultaat aan bestemmingsreserves toegevoegd. Bestemmingsreserve (publiek) De bestemmingsreserve personeel is bedoeld om eventuele tegenvallers door een ongunstige klassendeler op te vangen en om eventuele personele knelpunten op te lossen. De Bapo reserve is het saldo van de gespaarde uren, uitgedrukt in euro s, tegen een verwachte kans van uitbetalen van 75%. De nieuwbouwreserve schoolgebouwen is in 2008 gevormd door een stelselwijziging. Na 2008 is deze reserve ongewijzigd. In 2012 heeft hier een onttrekking plaatsgevonden van de afschrijving van de eigen investering in het pand van de Diamantlaan. Uit de nieuwbouwreserve bestuursbureau is het bedrag van de afschrijving 2012 ( 8.000) en de waardevermindering ( ) onttrokken. De reserve vaksecties betrof het totaal aan banksaldo van de vaksecties. Alle bankrekeningen van de vaksecties zijn in 2012 opgeheven. Pagina 84 van 101

86 De reserve automatisering bestaat uit een toevoeging vanuit de gelden van Stichting beheer ( ) en een onttrekking van het tekort van de automatiseringskosten ( ). De Groninger gelden betreft het geld dat we in 2012 hebben ontvangen van de Gemeente Groningen. Bestemmingsreserve (privaat) De mutatie in het Verenigingskapitaal/ ouderbijdrage betreft een mutatie van meer kosten dan opbrengsten in de specifieke ouderbijdrage (40.000) en meer opbrengsten dan kosten van de specifieke ouderbijdrage ( ) en het vormen van een voorziening dubieuze debiteuren dan wel de afboeking van debiteuren ( ). De laatste mutatie van het boekenfonds is in 2007 geweest. Herwaarderingsreserve De herwaarderingsreserve betreft een reserve op de inventaris van het OPDC. Deze zou in 10 jaarlijkse termijnen afgeboekt worden. Echter, de inventaris van het OPDC is met de verhuizing niet meegegaan. De herwaarderingsreserve kan derhalve afgeboekt worden. Voorgaand jaar is de inventaris al gedesinvesteerd. 2.2 Voorzieningen M.b.t. de voorzieningen is er sprake van een kortlopend en een langlopend gedeelte. Dit is als volgt opgebouwd: De voorziening jubilea is berekend aan de hand van de verwachte levensduur (conform cbs cijfers), de geschatte blijfkans en het uit te keren bedragen bij 25, 40 en 50 jaar ambtsjubileum. Het kortlopende deel is geschat op 10% van de voorziening. De onderhoudsvoorziening is gevormd ter egalisatie van uitgaven voor planmatig onderhoud. Deze voorziening is onderbouwd door een onderhoudsplan vertaald naar de financiële effecten over een periode van 10 jaar. Pagina 85 van 101

87 2.3 Kortlopende schulden Vooruitontvangen subsidies OCW De vooruitontvangen subsidies OCW betrof in 2011 voornamelijk leerplusarrangement Dit bedrag is in 2012 vrijgevallen ten gunste van het resultaat. Met betrekking tot de VSV gelden is vooruitontvangen en met betrekking tot de maatschappelijke stage is vooruitontvangen. Schoolprojecten De schoolprojecten betreffen de projecten Talentenmap (44.000) en Carrousel ( ). We hebben een talentenmap ontwikkeld en deze mappen worden verkocht aan andere scholen. Met betrekking tot Carrousel zijn wij penvoerder. Gesubsidieerde projecten Met betrekking tot de gesubsidieerde projecten is gekeken welke projecten afgerond zijn. Het saldo van deze projecten is vrijgevallen, ten gunste van het resultaat. Pagina 86 van 101

88 Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule De SCOG heeft in 2012 geen subsidies zonder verrekeningsclausule welke verantwoord dienen te worden. Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule G2-A Aflopend per ultimo verslagjaar G2-B Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Pagina 87 van 101

89 F. Toelichting op de staat van baten en lasten 3. Baten 3.1 OB Overheidsbijdragen * zie uitsplitsing hieronder De rijksbijdragen OCW betreffen de personele en de materiële rijksbijdrage. Deze worden bepaald op basis van het leerlingenaantal per 1 oktober. De realisatie is hoger dan de begroting, onder andere doordat in de begroting van een lager aantal leerlingen uit is gegaan. Begroot aantal leerlingen was en werkelijk bedraagt Een verschil van 6 lwoo leerlingen en 16 reguliere leerlingen. De overige subsidies OCW zijn hoger dan begroot. De overige subsidies worden ook wel doelsubsidies genoemd. Het grootste gedeelte betreft leerplusarrangement. Voorgaande jaren stond dit op de balans. Aangezien de subsidie niet geoormerkt is en we geen terugbetalingsverplichting hebben, stond deze onterecht op de balans. Het bedrag van voorgaande jaren en het bedrag van is daarom in 2012 als bate verantwoord. LGF was gebudgetteerd onder de Overige Rijksbijdragen. Aangezien het een aanzienlijk bedrag is, is ervoor gekozen deze apart inzichtelijk te maken. De kwaliteitssubsidie is in 2012 afgeschaft. Pagina 88 van 101

90 Op 14 december 2011 was er een bestuursakkoord waarin is aangegeven dat we in aanmerking zouden komen voor een subsidie prestatiebox. Deze was bij het opstellen van de begroting nog niet bekend. 3.2 Overige overheidsbijdragen en subsidies Onder de overige overheidsbijdragen en subsidies valt dyslexie (3.800) en overige. Onder overige valt de subsidie van de combinatiefunctionaris welke in 2012 definitief toegekend is door de gemeente Groningen ( ), Gezonde Veilige School en een subsidie met betrekking tot Tweetalig onderwijs AB Andere baten Baten contractonderwijs zijn de baten wegens detachering in het onderwijs. Wegens het uit dienst gaan van een medewerker is er voor minder gedetacheerd. Daarnaast was er detachering begroot aan het samenwerkingsverband. Deze is echter vermeld onder de doorbelasting ten laste van projecten, onder de lonen en salarissen. 3.4 Overige baten De detachering betreft detachering anders dan in het onderwijs. Hierover dragen we ook btw af. Deze detachering is niet begroot in In 2012 is de detachering beëindigd. De specifieke ouderbijdrage betreft de bijdrage voor de fietsenstalling, kluisjes, excursies, sport etc. De bedragen voor de ouderbijdrage 2012/ 2013 waren pas na de goedkeuring van de begroting bekend. Sommige posten werden voorheen door de scholen zelf gefactureerd dan wel werd het geld geïnd in de klas. Dit bleef buiten de boekhouding van de CSG. Pagina 89 van 101

91 Doordat de debiteurenadministratie eind 2012 in huis werd gehaald (niet meer door een extern bureau), kwamen dit soort zaken aan het licht. Vanaf eind 2012 verloopt alle facturatie door onze eigen debiteurenadministratie. De overige baten zijn ruim 3 miljoen hoger dan begroot. Dit is voornamelijk te verklaren door: 1,5 miljoen ontvangst van de gemeente Groningen zie opmerking wegens suppletie omzetbelasting ( 440k) en loonbelasting ( 77k) wegens het liquideren van Stichting Beheer lesplaatsen OPDC welke gefactureerd worden aan andere scholen van de Gemeente Hoogezand voor het aanschaffen van nieuw meubilair voor de Rehoboth RZB leerlingen Opmerking 1: De SCOG ontvangt van de gemeente Groningen gelden als resultaat van de overeenkomst die is gesloten tussen de gemeente en de twaalf besturen voor bijzonder onderwijs in de gemeente Groningen. De overeenkomst is een gevolg van de onderhandelingen die het bijzonder onderwijs heeft gevoerd naar aanleiding van de verhoging van de bruidsschat en de vermogensreparatie van het openbaar onderwijs. Pagina 90 van 101

92 4. LA Lasten 4.1 Personeelslasten * zie uitsplitsing hieronder Het verschil in het totaal realisatie versus begroot van de lonen en salarissen bedraagt 1,3 miljoen. In de begroting is een doorbelasting van 1,4 miljoen meegenomen voor de inzet van personeel ten gunste van de doelsubsidies. De doorbelasting van personeel wordt niet meer apart in de financiële administratie gerubriceerd. Per saldo 0,1 miljoen positief. Dit komt door de doorbelasting van personeelskosten aan het samenwerkingsverband ad Gemiddeld hadden we in fte in dienst (2011: 343 fte). Deze zijn als volgt onderverdeeld: Pensioenen voor het personeel zijn ondergebracht bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP). Er is sprake van een toegezegde pensioenregeling. De werkgever heeft in het geval van een tekort geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen anders dan hogere toekomstige premies. De dekkingsgraad is een belangrijke graadmeter voor de financiële toestand van pensioenfondsen. Het geeft de verhouding aan tussen het vermogen en de pensioenen die ABP nu en in de toekomst moet uitbetalen. Als de dekkingsgraad bijvoorbeeld 110% is, dan staat tegenover elke 100 die ABP moet uitbetalen aan gepensioneerden, op dat moment 110 aan vermogen. Aan het eind van het vierde kwartaal 2012 bedroeg de dekkingsgraad van Stichting Pensioenfonds ABP 96%. Dit is te laag. Het ABP gaat daarom ook aanvullende maatregelen nemen door verlaging pensioen met 0,5% per 1 april 2013 (definitief) en een mogelijke aanvullende verlaging in Pagina 91 van 101

93 Tot het pensioengevend inkomen behoren alle inkomensbestanddelen in geld die een werknemer uit hoofde van zijn dienstverhouding van zijn werkgever ontvangt, met enkele uitzonderingen. Zie voor meer informatie het pensioenreglement van het ABP ( De onttrekking (negatieve dotatie) personele voorzieningen is een: onttrekking van de voorziening jubilea ad een toevoeging van de voorziening jubilea ad een afname van de schuld inzake spaarverlof (klokuren) van (606 uren). 4.2 Afschrijvingen Voornamelijk met betrekking tot automatisering was de verwachting meer te investeren. Hoewel de kosten van automatisering wel hoger zijn dan begroot, zijn de investeringen niet hoger dan begroot. Hierdoor is er minder afgeschreven. De afschrijving op studieboeken zijn voorgaande jaren onder de overige kosten 4.4.4, overige materiële lasten gerubriceerd. De vergelijkende cijfers 2011 en de begroting 2012 zijn op deze rubriceringsaanpassing aangepast. De afschrijvingen zijn inclusief de boekwaarde van de desinvesteringen en de afwaardering naar actuele waarde. De desinvesteringen voor gebouwen bedraagt dat en voor inventaris en apparatuur bedraagt het 899. Totaal De waardevermindering/ afwaardering bedraagt voor de gebouwen De actuele waarde ( ) is lager dan de verkrijgingsprijs ( 1,3 miljoen) en is daarom afgewaardeerd. Zie voor meer informatie de paragraaf in de balans met betrekking tot de materiële vaste activa. Pagina 92 van 101

94 4.3 Huisvestingslasten De onderschrijding op energie en water komt doordat het erg moeilijk in te schatten was, wat het zou gaan kosten voor de twee nieuwe gebouwen (Diamantlaan en Kluiverboom). De dotatie onderhoudsvoorziening is toegenomen voornamelijk vanwege de onderhoudsdotatie voor het Augustinus Admiraal de Ruyterlaan en voor het Wessel Gansfort Heerdenpad. 4.4 Overige lasten * zie uitsplitsing hieronder De reis- en verblijfkosten waren voorheen opgenomen onder de loonkosten. Vanaf 2012 is dit apart inzichtelijk gemaakt. Pagina 93 van 101

95 * De post administratie en beheer bestaat uit: * In de administratie en beheerslasten zijn tevens de accountantskosten opgenomen. Een specificatie hiervan is: Met betrekking tot 2011 geldt, dat het administratiekantoor in 2012 nog factureert over het afgelopen jaar. Tevens heeft de accountant kosten extra in rekening gebracht voor het uitgeven van een uitzonderingsrapportage en het bespreken en opstellen van het accountantsverslag ( 5.900). Hiermee was in de begroting geen rekening gehouden. De fiscale adviezen zijn voor het indienen van de suppletie van de omzetbelasting geweest. Dit heeft geleid tot een teruggave van totaal over de jaren 2006 tot en met De jaren 2011 en 2012 zullen in de loop van 2013 berekend en ingediend worden. Pagina 94 van 101

96 Doordat er geen uren doorbelast worden naar de doelsubsidies (zie ook de paragraaf onder de lonen) vallen de kosten aanzienlijk lager uit dan begroot. Daarnaast zijn er kosten gemaakt voor de prestatiebox, welke niet begroot zijn (zie ook de inkomsten van de doelsubsidies). De inkomsten voor de prestatiebox waren en de kosten De kosten zijn voornamelijk gemaakt voor het verbeteren van de kwaliteit. De werving betreft personeelswerving en leerlingenwerving Personele verplichtingen zijn uitgaven welke gedaan zijn voor het personeel. Dit is onder andere voor arbo , diverse personeelsactiviteiten , kosten inzet vrijwilligers en begeleiding personeel De kosten van de personeelsactiviteiten zijn aanzienlijk gestegen (van naar ). In 2013 zal er een HRM medewerker aangenomen/ ingehuurd worden en één van de taken zal het schrijven van beleid ten aanzien van personeelsactiviteiten zijn. De kantinekosten zijn Hier staan opbrengsten tegenover van Er was een verlies op de kantine begroot van , maar het werkelijk verlies bedraagt (vorig jaar ). In 2012 en 2013 is er een onderzoek naar de kantine gedaan door twee studenten van de Hanzehogeschool Groningen, afdeling accountancy. Zij hebben de processen rondom de kantine in kaart gebracht. Het onderzoek is nog niet volledig afgerond, maar één van de uitkomsten is, dat er geen sluitende geld-goederenbeweging is. De overige materiële lasten betreft de afboeking van de debiteuren dan wel het vormen van de voorziening debiteuren ( meer dan begroot) en de kosten waarvoor de specifieke ouderbijdrage bestemd is namelijk de werkweken, excursies, (sport- )activiteiten, vieringen/ wijdingen etc meer dan begroot. Hiertegenover staan ook de hogere inkomsten. Per saldo hebben we echter een verlies gemaakt op deze uitgaven. Het voorstel is om het verschil te onttrekken van de private bestemmingsreserve. De vergelijkende cijfers 2011 zijn ten opzichte van de jaarrekening 2011 aangepast, vanwege de afschrijvingskosten op de werkboeken. Deze zijn voorheen opgenomen in de Overige Materiële lasten en vanaf 2012 worden deze inzichtelijk gemaakt onder de afschrijvingen rubriek FB Financieel en buitengewoon Pagina 95 van 101

97 G. VT Verplichte toelichting Model E: Verbonden Partijen De Stichting beheer is in 2012 geliquideerd en de opbrengsten zijn ten goede gekomen aan de SCOG. Model H: Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders Pagina 96 van 101

98 H. Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen 1. Kunst Op de vestigingen staan in en om de gebouwen kunst. In 2010 is de kunst door een kunsthandelaar getaxeerd op De kunst is niet opgenomen in de activa. Elk jaar wordt de lijst met kunst naar de vestigingen gestuurd en wordt geïnventariseerd of de kunst nog aanwezig is. 2. Mogelijke vergoeding uitbreiding Diamantlaan In het nieuwe pand aan de Diamantlaan hebben we een eigen investering gedaan. Met de gemeente Groningen is mondeling afgesproken dat, indien het leerlingenaantal stijgt met 60 leerlingen en dit voor twee achtereenvolgende jaren geldt, dan ontvangt de CSG de extra investering terug t.w.v incl. btw. Hiervoor is in 2012 een officiële aanvraag bij de gemeente Groningen ingediend. 3. Vordering OCW De vordering van 1,- op OCW heeft betrekking op de bekostiging over de periode augustus - december Als gevolg van de overgang van de bekostiging van schooljaar naar kalenderjaar per 1/1/2006 zal deze vordering naar verwachting niet worden uitbetaald. Formeel blijft de vordering van op OCW bestaan. Teneinde echter te komen tot een reële weergave van het weerstandsvermogen is de vordering op 1 na afgeboekt. 4. LGF Het Leerling gebonden budget (LGF) wordt beschikt voor een schooljaar. Het totale beschikkingsbedrag zal volgend boekjaar ontvangen worden. De beschikking voor het schooljaar 2012/ 2013 is derhalve voor 5/12 (5 maanden 2012) meegenomen als vordering op het OCW op de balans. Met betrekking tot 7/12 hebben we dus wel een toekenning ontvangen, maar aangezien dit betrekking heeft op 2013, is het geen vordering op de balans. Uiteraard zijn het wel rechten uit Langlopende contracten Tot niet uit de balans blijkende verplichtingen horen ook diverse langlopende contracten. Dit zijn o.a. contracten ten aanzien van huur van het bestuursbureau (tot 1 oktober 2013), huur kopieerapparatuur en levering van leermiddelen (door middel van aanbesteding). Hieronder volgen de contracten: Met betrekking tot Océ dient opgemerkt te worden dat de contractwaarde exclusief het verbruik is. Pagina 97 van 101

99 I. Overige gegevens Controle verklaring Gebeurtenissen na balansdatum In 2013 hebben er geen gebeurtenissen plaatsgevonden die noemenswaardig zijn voor deze jaarrekening. Voorstel tot bestemming van het resultaat Vooruitlopend op het bestuursbesluit is het resultaat over het jaar 2012 als volgt verwerkt in de jaarrekening: Pagina 98 van 101

School en functieprofiel. Directeur-Bestuurder. Christelijke Scholengemeenschap Groningen (SCOG/CSG)

School en functieprofiel. Directeur-Bestuurder. Christelijke Scholengemeenschap Groningen (SCOG/CSG) School en functieprofiel Directeur-Bestuurder Christelijke Scholengemeenschap Groningen (SCOG/CSG) Hengelo, 11 februari 2014 Inhoudsopgave 1. Informatie over de Christelijke Scholengemeenschap Groningen

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. CSG De Heemgaard Apeldoorn Afdelingen havo en vwo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. CSG De Heemgaard Apeldoorn Afdelingen havo en vwo RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK CSG De Heemgaard Apeldoorn Afdelingen havo en vwo Plaats: Apeldoorn BRIN-nummer: 08SG-0 Onderzoek uitgevoerd op: 20 december 2012 Conceptrapport

Nadere informatie

VOORTGANGSGESPREK. het Ashram College, vestiging Alphen a/d Rijn HAVO VMBOGT VWO

VOORTGANGSGESPREK. het Ashram College, vestiging Alphen a/d Rijn HAVO VMBOGT VWO VOORTGANGSGESPREK het Ashram College, vestiging Alphen a/d Rijn HAVO VMBOGT VWO Plaats : Alphen aan den Rijn BRIN nummer : 04DF C1 BRIN nummer : 04DF 00 HAVO BRIN nummer : 04DF 00 VMBOGT BRIN nummer :

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING (OKV) CHRISTELIJK COLLEGE DE POPULIER, AFDELING VWO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING (OKV) CHRISTELIJK COLLEGE DE POPULIER, AFDELING VWO RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING (OKV) CHRISTELIJK COLLEGE DE POPULIER, AFDELING VWO Plaats: Den Haag BRIN-nummer: 02GJ Registratienummer: 3280363 Onderzoek uitgevoerd op: 8

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK (TKO) DOCKINGA COLLEGE, afdeling VWO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK (TKO) DOCKINGA COLLEGE, afdeling VWO RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK (TKO) DOCKINGA COLLEGE, afdeling VWO Plaats: Dokkum BRIN-nummer: 00ZX-0 en 00ZX-08 Onderzoek uitgevoerd op: 18 december 2012 Conceptrapport verzonden

Nadere informatie

School en functieprofiel. Vestigingsdirecteur. CSG Augustinus

School en functieprofiel. Vestigingsdirecteur. CSG Augustinus School en functieprofiel Vestigingsdirecteur CSG Augustinus Hengelo (o), Mei 2014 1 Inhoudsopgave 1. Over CSG Augustinus 1.1. Algemene informatie 3 1.2. Organisatiestructuur 4 1.3. Identiteit 4 1.4. Missie

Nadere informatie

Wessel Gansfortcollege vestiging Heerdenpad

Wessel Gansfortcollege vestiging Heerdenpad Wessel Gansfortcollege vestiging Heerdenpad Film bekijken? Scan met Layar! vmbo-theoretisch leerweg (tl) havo, atheneum, atheneum+ 900 leerlingen Uit de kunst! Ongeveer 900 leerlingen komen elke dag naar

Nadere informatie

Functie Unitleider Salarisschaal Werkterrein Activiteiten Context

Functie Unitleider Salarisschaal Werkterrein Activiteiten Context Functie Salarisschaal Werkterrein Activiteiten Unitleider LD en evt. arbeidsmarkttoelage Management -> Overig management Beleid mede voorbereiden, ontwikkelen, implementeren en evalueren Coördinatie van

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Varias College. Afdeling vmbo kaderberoepsgerichte leerweg

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Varias College. Afdeling vmbo kaderberoepsgerichte leerweg RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Varias College Afdeling vmbo kaderberoepsgerichte leerweg Plaats: Den Haag BRIN-nummer: 20MJ-0 Arrangementsnummer: 127357 Onderzoek uitgevoerd op:

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Bonaventuracollege

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Bonaventuracollege RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING Bonaventuracollege Burggravenlaan vmbo-tl Plaats: Leiden BRIN-nummer: 21GW Arrangementsnummer: 120604 Onderzoek uitgevoerd op: 9 december 2010

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. Marnix College VMBOGT

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. Marnix College VMBOGT KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017 Marnix College VMBOGT Plaats : Ede Gld BRIN nummer : 02UP C1 BRIN nummer : 02UP 00 VMBOGT Onderzoeksnummer : 291544 Datum onderzoek

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK UNIE NOORD, LUCIA PETRUS MAVO AFDELING VMBO-TL

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK UNIE NOORD, LUCIA PETRUS MAVO AFDELING VMBO-TL RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK UNIE NOORD, LUCIA PETRUS MAVO AFDELING VMBO-TL Plaats: Rotterdam BRIN-nummer: 02VG-4 Registratienummer: 3482635 Onderzoek uitgevoerd op: 11 december 2012 Conceptrapport

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK (TKO) CSG Calvijn, vestiging Groene Hart, afdeling vwo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK (TKO) CSG Calvijn, vestiging Groene Hart, afdeling vwo RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK (TKO) CSG Calvijn, vestiging Groene Hart, afdeling vwo Plaats: : Barendrecht BRIN-nummer : 16PK-9 Registratienummer : 3101915 Onderzoek uitgevoerd

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING KADER Christelijke Scholengemeenschap Veenendaal VMBOGT

RAPPORT ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING KADER Christelijke Scholengemeenschap Veenendaal VMBOGT RAPPORT ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING KADER 2012 Christelijke Scholengemeenschap Veenendaal VMBOGT Plaats : Veenendaal BRIN nummer : 02MF C1 BRIN nummer : 02MF 00 VMBOGT Onderzoeksnummer : 279275

Nadere informatie

TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Montessori Scholengemeenschap Amsterdam(IVKO) HAVO

TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Montessori Scholengemeenschap Amsterdam(IVKO) HAVO TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Montessori Scholengemeenschap Amsterdam(IVKO) HAVO Plaats : Amsterdam BRIN nummer : 16PS C2 BRIN nummer : 16PS 04 HAVO Onderzoeksnummer : 286534 Datum onderzoek : 3 december

Nadere informatie

Tussentijds kwaliteitsonderzoek bij

Tussentijds kwaliteitsonderzoek bij RAPPORT VAN BEVINDINGEN Tussentijds kwaliteitsonderzoek bij Yn de Mande Plaats : Schiermonnikoog BRIN-nummer : 04JI Onderzoeksnummer : 125980 Datum schoolbezoek : 14 juni 2012 Rapport vastgesteld te Leeuwarden

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Het Baken Park Lyceum, afdeling havo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Het Baken Park Lyceum, afdeling havo RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Het Baken Park Lyceum, afdeling havo Plaats: Almere BRIN-nummer: 01FP-1 Registratienummer: 3138656 Onderzoek uitgevoerd op: 12 mei 2011 Conceptrapport

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. De Passie Rotterdam Afdeling vwo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. De Passie Rotterdam Afdeling vwo RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK De Passie Rotterdam Afdeling vwo Plaats: Rotterdam BRIN-nummer: 27RW-0 HB: 3485035 Arrangementsnummer: 226237 Onderzoek uitgevoerd op: 22 november

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK HAVO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK HAVO RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK HAVO Plaats : Leeuwarden BRIN nummer : 20DL 06 HAVO Onderzoeksnummer : 253981 Datum onderzoek : 15 oktober 2013 Datum vaststelling : 10 december 2013 Pagina

Nadere informatie

Wessel Gansfortcollege vestiging Heerdenpad

Wessel Gansfortcollege vestiging Heerdenpad Wessel Gansfortcollege vestiging Heerdenpad vmbo-theoretisch leerweg (tl) havo, atheneum, atheneum+ 900 leerlingen Uit de kunst! Ongeveer 900 leerlingen komen elke dag naar het Wessel Gansfortcollege vestiging

Nadere informatie

Jaarplan De Berkel

Jaarplan De Berkel Jaarplan De Berkel 2016-2017 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Voorwoord 3 Inleiding 4 School en positionering 5 Kwaliteit 5 Team en leiderschap 5 Onderwijs 6 Personeel 6 Administratie 6 Beheer 6 2 van 7 Voorwoord

Nadere informatie

obs Willem Eggert Herstelonderzoek

obs Willem Eggert Herstelonderzoek obs Willem Eggert Herstelonderzoek Datum vaststelling: 4 april 2019 Samenvatting De kwaliteit van het onderwijs hebben wij in november 2017 als zeer zwak beoordeeld, omdat de kwaliteit van de lessen onvoldoende

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Deel A Kengetallen en terugblik op het afgelopen schooljaar. Deel B Doelstellingen en jaarplan. Inleiding. School. 1.

Inhoudsopgave. Deel A Kengetallen en terugblik op het afgelopen schooljaar. Deel B Doelstellingen en jaarplan. Inleiding. School. 1. Inhoudsopgave Inleiding School Deel A Kengetallen en terugblik op het afgelopen schooljaar 1. Leerlinggegevens 1.1 Algemene gegevens 1.2 Gegevens m.b.t. passend onderwijs 2. Toezicht Onderwijsinspectie

Nadere informatie

TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Scholengemeenschap Maarsbergen VMBOK

TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Scholengemeenschap Maarsbergen VMBOK TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Scholengemeenschap Maarsbergen VMBOK Plaats : Maarsbergen BRIN nummer : 07KP C1 BRIN nummer : 07KP 00 VMBOK Onderzoeksnummer : 279808 Datum onderzoek : 18 november 2014

Nadere informatie

TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Frater van Gemert, afdeling vmbo theoretische leerweg

TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Frater van Gemert, afdeling vmbo theoretische leerweg RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Frater van Gemert, afdeling vmbo theoretische leerweg Plaats: Tilburg BRIN-nummer: 20GD-1 Arrangementsnummer: Onderzoek uitgevoerd op: 18 september

Nadere informatie

HOOFDSTUK 8 VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT

HOOFDSTUK 8 VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT HOOFDSTUK 8 VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT INLEIDING Sinds 24 oktober 2011 is het Raad van Toezichtmodel bij de Meerwaarde operationeel. De dagelijkse leiding is vanaf die datum in handen van een eenhoofdig

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Gregorius College Afdeling vwo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Gregorius College Afdeling vwo RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Gregorius College Afdeling vwo Plaats: Utrecht BRIN-nummer: 01KF-00/02 Arrangementsnummer: 726178 HB: 3485391 Onderzoek uitgevoerd op: 15 november 2012 Conceptrapport

Nadere informatie

Artikel 7 Opdracht Stichting Onderwijs Primair heeft de opdracht uitgewerkt naar vijf kernwaarden:

Artikel 7 Opdracht Stichting Onderwijs Primair heeft de opdracht uitgewerkt naar vijf kernwaarden: Concretisering Code Goed Bestuur voor Onderwijs Primair Inleiding De leden van de PO-Raad hebben in 2010 de Code Goed Bestuur vastgesteld als leidraad voor goed bestuur in het primair onderwijs. Het bestuur

Nadere informatie

TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Esprit scholengroep Mundus College VMBOK

TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Esprit scholengroep Mundus College VMBOK TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Esprit scholengroep Mundus College VMBOK Plaats : Amsterdam BRIN nummer : 17YS C1 BRIN nummer : 17YS 00 VMBOK Onderzoeksnummer : 286215 Datum onderzoek : 27 november 2015

Nadere informatie

functieprofiel lid en voorzitter raad van toezicht

functieprofiel lid en voorzitter raad van toezicht functieprofiel lid en voorzitter raad van toezicht geleding datum advies selectie en 26-09-2014 benoemingscommissie RvT advies CvB/MT 29-09-2014 voorgenomen besluit raad van toezicht 27-11-2014 advies

Nadere informatie

De inspectie besteedt tenslotte aandacht aan de schooldocumenten.

De inspectie besteedt tenslotte aandacht aan de schooldocumenten. Op 28 juni 2005 heeft de Inspectie van het Onderwijs basisschool 'Okba Ibnoe Nafi' bezocht in het kader van jaarlijks onderzoek. Bij jaarlijks onderzoek vormt de inspectie zich een oordeel over: De wijze

Nadere informatie

TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Reitdiep College Kamerlingh Onnes HAVO VWO

TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Reitdiep College Kamerlingh Onnes HAVO VWO TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Reitdiep College Kamerlingh Onnes HAVO VWO Plaats : Groningen BRIN nummer : 13ZU C1 BRIN nummer : 13ZU 00 HAVO BRIN nummer : 13ZU 00 VWO Onderzoeksnummer : 286282 Datum

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Maerlant Brielle. Afdeling havo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Maerlant Brielle. Afdeling havo RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Maerlant Brielle Afdeling havo Plaats: Brielle BRIN-nummer: 11ZH-0 Arrangementnummer: 189317 Onderzoek uitgevoerd op: 17 januari 2013 Conceptrapport

Nadere informatie

Vernieuwd toezicht: wat betekent dat voor het bestuur? Het toezicht op besturen en scholen per 1 augustus 2017

Vernieuwd toezicht: wat betekent dat voor het bestuur? Het toezicht op besturen en scholen per 1 augustus 2017 Vernieuwd toezicht: wat betekent dat voor het bestuur? Het toezicht op besturen en scholen per 1 augustus 2017 Inleiding Het onderwijs verandert. En het toezicht verandert mee. Vanaf 1 augustus 2017 houden

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Het Baken Park Lyceum, afdeling vwo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Het Baken Park Lyceum, afdeling vwo RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Het Baken Park Lyceum, afdeling vwo Plaats: Almere BRIN-nummer: 01FP-1 Registratienummer: 3195466 Onderzoek uitgevoerd op: 12 mei 2011 Conceptrapport

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Willem de Zwijger College, afdeling vwo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Willem de Zwijger College, afdeling vwo RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING Willem de Zwijger College, afdeling vwo Plaats: Papendrecht BRIN-nummer: 20AE-0 Arrangementsnummer: 187799 Onderzoek uitgevoerd op: 9 en 11

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG St. Gregorius College HAVO

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG St. Gregorius College HAVO KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2016 St. Gregorius College HAVO Plaats : Utrecht BRIN nummer : 01KF C1 BRIN nummer : 01KF 00 HAVO Onderzoeksnummer : 289444 Datum onderzoek : 17

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Schoter scholengemeenschap Afdeling vwo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Schoter scholengemeenschap Afdeling vwo RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Schoter scholengemeenschap Afdeling vwo Plaats: Haarlem BRIN-nummer:20RC Arrangementsnummer: 3075141 Onderzoek uitgevoerd op: 8 maart 2011 Conceptrapport

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Leeuwenhartschool

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Leeuwenhartschool RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Leeuwenhartschool Plaats : Oud-Beijerland BRIN nummer : 06UQ C1 Onderzoeksnummer : 288946 Datum onderzoek : 14 juni 2016 Datum vaststelling : 6 juli

Nadere informatie

Het Stedelijk Lyceum afdeling De Wissel School voor praktijkonderwijs : Enschede

Het Stedelijk Lyceum afdeling De Wissel School voor praktijkonderwijs : Enschede RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Het Stedelijk Lyceum afdeling De Wissel School voor praktijkonderwijs Enschede Plaats : Enschede BRIN-nummer : 19NG-0 Onderzoek uitgevoerd op : 5

Nadere informatie

Directeur Markland College Zevenbergen

Directeur Markland College Zevenbergen School- en functieprofiel Directeur Markland College Zevenbergen (S14 CAO-VO) Versie 31/10/2014 Sollicitatieprocedure Informatie: Neem contact op met Jan de Boom, tel. 06-11 00 65 53; jan.de.boom@beteor.nl.

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ RSG PANTARIJN VMBO-PRO LOCATIE WAGENINGEN, AFDELING VMBO-B

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ RSG PANTARIJN VMBO-PRO LOCATIE WAGENINGEN, AFDELING VMBO-B RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ RSG PANTARIJN VMBO-PRO LOCATIE WAGENINGEN, AFDELING VMBO-B Plaats: Wageningen BRIN-nummer: 16YV Onderzoeksnummer: 157077 HB: 3183329 Onderzoek uitgevoerd

Nadere informatie

Profielschets leden van de raad van toezicht

Profielschets leden van de raad van toezicht Profielschets leden van de raad van toezicht Competentieprofiel voor de raad van toezicht behorend bij de statuten van Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden 23 mei 2016 Preambule In het licht van good

Nadere informatie

Jaarplan De Berkel

Jaarplan De Berkel Jaarplan De Berkel 2017-2018 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Voorwoord 3 School en positionering 4 Kwaliteit 4 Team en leiderschap 4 Onderwijs 5 Personeel 5 Administratie 5 Beheer 5 Doelen 6 2017, De Berkel,

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Wessel Gansfortcollege Heerdenpad Afdeling vwo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Wessel Gansfortcollege Heerdenpad Afdeling vwo RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Wessel Gansfortcollege Heerdenpad Afdeling vwo Plaats: Groningen BRIN-nummer: 14RP Arrangementsnummer: Onderzoek uitgevoerd op: 12 juni 2012 Conceptrapport

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ ETTY HILLESUM LYCEUM, ARKELSTEIN

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ ETTY HILLESUM LYCEUM, ARKELSTEIN RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ ETTY HILLESUM LYCEUM, ARKELSTEIN Plaats: Deventer BRIN-nummer: 01VJ-6 Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd op: dinsdag 27 oktober Conceptrapport verzonden op: 30

Nadere informatie

Carbooncollege Rombouts, afdeling vwo en havo Brunssum

Carbooncollege Rombouts, afdeling vwo en havo Brunssum RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK KWALITEITSVERBETERING Carbooncollege Rombouts, afdeling vwo en havo Brunssum Plaats: Brunssum BRIN-nummer: 18DO-0 Arrangementsnummer: 185757 (havo), 185758 (vwo) Onderzoek

Nadere informatie

Groenhorst vmbo Velp. Bijzondere gebeurtenissen in Omgevingsfactoren Groenhorst vmbo Velp. Inhoudelijke resultaten Groenhorst vmbo Velp 2016

Groenhorst vmbo Velp. Bijzondere gebeurtenissen in Omgevingsfactoren Groenhorst vmbo Velp. Inhoudelijke resultaten Groenhorst vmbo Velp 2016 Groenhorst vmbo Velp Groenhorst Velp is een vmbo en mbo school met een Groen- Creatief profiel. Dit profiel is zowel in ons onderwijsportfolio als in onze hele uitstraling zichtbaar. Het vmbo heeft drie

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Stedelijk Dalton Lyceum, afdeling vwo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Stedelijk Dalton Lyceum, afdeling vwo RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Stedelijk Dalton Lyceum, afdeling vwo Plaats: Dordrecht BRIN-nummer: 24PY-0 HBnummer:3217542 Onderzoek uitgevoerd op: 8 november 2011 Rapport vastgesteld

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN NADERONDERZOEK. IJburgcollege

RAPPORT VAN BEVINDINGEN NADERONDERZOEK. IJburgcollege RAPPORT VAN BEVINDINGEN NADERONDERZOEK IJburgcollege Plaats: Amsterdam BRIN-nummer:28DH-00 edocsnummer: 4258514 Onderzoek uitgevoerd op: 29 mei 2013 Conceptrapport verzonden op: 20 juni 2013 Rapport vastgesteld

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Luzac College Amsterdam afdelingen havo en vwo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Luzac College Amsterdam afdelingen havo en vwo RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Luzac College Amsterdam afdelingen havo en vwo Plaats : Amsterdam BRIN-nummer : 30CW Onderzoek uitgevoerd op : 13 december 2010 Conceptrapport verzonden op :

Nadere informatie

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK SCHOOLONTWIKKELPLAN 2017-2021 SAMEN UNIEK Instemming van de medezeggenschapsraad: 23 januari 2017 1 Inhoud 1. Voorwoord... 3 2. Missie... 4 3. Visie... 4 4. Zes pijlers... 5 5. Kernwaarden en ambities...

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK ROC WEST-BRABANT. Prinsentuin Breda. Afdeling vmbo gemengde leerweg (vmbo-gl)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK ROC WEST-BRABANT. Prinsentuin Breda. Afdeling vmbo gemengde leerweg (vmbo-gl) RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK ROC WEST-BRABANT Prinsentuin Breda Afdeling vmbo gemengde leerweg (vmbo-gl) Plaats: Breda BRIN: 21CY-2 Onderzoek uitgevoerd op: 10 november 2011

Nadere informatie

Korte versie beleidsplan

Korte versie beleidsplan Korte versie beleidsplan 2015 2019 Voorwoord In dit strategisch beleidsplan Ieder talent blijft tellen beschrijft de Stichting Archipel Scholen de richting waarin de organisatie zich de komende vier jaar

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. cbs Koningin Juliana

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. cbs Koningin Juliana RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK cbs Koningin Juliana Plaats : Wilnis BRIN nummer : 09UW C1 Onderzoeksnummer : 292388 Datum onderzoek : 7 februari 2017 Datum vaststelling : 6 april 2017 Pagina

Nadere informatie

Managementstatuut VO - PO

Managementstatuut VO - PO Managementstatuut VO - PO Versie 10-10-2017 1 Basis Wet en regelgeving Statuten art. 6 lid 3 WVO art. 32c / WPO art. 31 CAO-VO / CAO-PO Archief CvB CA 1.0 Van toepassing op/voor Gehele scholengroep Over-

Nadere informatie

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP OBS MOLENBEEK

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP OBS MOLENBEEK DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP OBS MOLENBEEK Plaats : Enschede BRIN-nummer : 16NC Onderzoeksnummer : 120274 Datum schoolbezoek : 13 Rapport vastgesteld te Zwolle

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING (OKV) Thorbecke Voortgezet Onderwijs, Afdeling VWO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING (OKV) Thorbecke Voortgezet Onderwijs, Afdeling VWO RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING (OKV) Thorbecke Voortgezet Onderwijs, Afdeling VWO Plaats: Rotterdam BRIN-nummer: 15HX-0 Registratienummer: 3416702 Onderzoek uitgevoerd op:

Nadere informatie

T O E Z I C H T S K A D E R

T O E Z I C H T S K A D E R T O E Z I C H T S K A D E R Eindversie; vastgesteld door bestuur SWV PO de Meierij d.d. 4 februari 2016 Preambule Het Toezichthoudend bestuur past de Code Goed Onderwijsbestuur toe zoals deze is opgesteld

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK (TKO) CHRISTELIJK COLLEGE DE POPULIER, AFDELING VWO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK (TKO) CHRISTELIJK COLLEGE DE POPULIER, AFDELING VWO RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK (TKO) CHRISTELIJK COLLEGE DE POPULIER, AFDELING VWO Plaats: Den Haag BRIN-nummer: 02GJ Arrangementsnummer: 162437 Onderzoek uitgevoerd op: 25 oktober

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Trajectum College vmbo-k

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Trajectum College vmbo-k RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Trajectum College vmbo-k Plaats: Utrecht BRIN-nummer: 24TJ-0 Arrangementsnummer: 172777 HB: 3232045 Onderzoek uitgevoerd op: 15 november 2011 Conceptrapport

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. o.b.s. De Aanloop

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. o.b.s. De Aanloop RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK o.b.s. De Aanloop Plaats : Valthermond BRIN nummer : 18TP C1 Onderzoeksnummer : 282725 Datum onderzoek : 18 juni 2015 Datum vaststelling : 28 oktober

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. RSG Stad en Esch HAVO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. RSG Stad en Esch HAVO RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING RSG Stad en Esch HAVO Locatie Zuideinde Plaats: Meppel BRIN-nummer: 25 CL-0 Onderzoek uitgevoerd op: 6 december 2011 Conceptrapport verzonden

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ BASISSCHOOL MISTE CORLE Plaats : Winterswijk BRIN-nummer : 18ZG Onderzoek uitgevoerd op : 3 november 2009 Rapport vastgesteld te Zwolle op 30 maart 2010 HB 2811938/9

Nadere informatie

Jaarverslag Medezeggenschapsraad RSG Enkhuizen. Schooljaar 2014/2015

Jaarverslag Medezeggenschapsraad RSG Enkhuizen. Schooljaar 2014/2015 Jaarverslag Medezeggenschapsraad RSG Enkhuizen Schooljaar 2014/2015 Oudergeleding - Mw. D. Tillema (voorzitter) - Dhr. E. de Myttenaere/Dhr. P. Koopmann - Mw. E. Steenhuis Personeelsgeleding - Mw. Y. Boomstra

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING KADER het Anna van Rijn College, locatie Albatros VMBOGT VWO

RAPPORT ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING KADER het Anna van Rijn College, locatie Albatros VMBOGT VWO RAPPORT ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING KADER 2012 het Anna van Rijn College, locatie Albatros VMBOGT VWO Plaats : Nieuwegein BRIN nummer : 18WS C1 BRIN nummer : 18WS 00 VMBOGT BRIN nummer : 18WS

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. Chr. Sg. De Hoven, locatie Windroos VMBOK

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. Chr. Sg. De Hoven, locatie Windroos VMBOK KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017 Chr. Sg. De Hoven, locatie Windroos VMBOK Plaats : Gorinchem BRIN nummer : 00YH C5 BRIN nummer : 00YH 06 VMBOK Onderzoeksnummer

Nadere informatie

Profielbeschrijving Voorzitter College van Bestuur. Pagina 1

Profielbeschrijving Voorzitter College van Bestuur. Pagina 1 Profielbeschrijving Voorzitter College van Bestuur Pagina 1 Contactgegevens Stichting Hervormde Scholen De Drieslag Lange Voren 88 3773 AS Barneveld info@dedrieslag.nl www.dedrieslag.nl Datum 28-01-2015

Nadere informatie

Passend Onderwijs. Passend onderwijs komt eraan!

Passend Onderwijs. Passend onderwijs komt eraan! Passend Onderwijs 2e Passend onderwijs komt eraan! Nederland krijgt een nieuw onderwijsstelsel met de naam Passend Onderwijs. Per 1 augustus 2014 (de invoering is een jaar uitgesteld) voeren alle scholen

Nadere informatie

Datum Betreft Bestuursakkoord PO-Raad-OCW 2012-2015. Geacht schoolbestuur,

Datum Betreft Bestuursakkoord PO-Raad-OCW 2012-2015. Geacht schoolbestuur, a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Onze referentie 349195 Datum Betreft Bestuursakkoord PO-Raad-OCW 2012-2015 Geacht

Nadere informatie

vmbo theoretische leerweg (tl), havo, atheneum, atheneum+ 820 leerlingen

vmbo theoretische leerweg (tl), havo, atheneum, atheneum+ 820 leerlingen vmbo theoretische leerweg (tl), havo, atheneum, atheneum+ 820 leerlingen De CSG Wessel Gansfort is een open christelijke school, waar elke dag ongeveer 820 leerlingen onderwijs volgen. Iedereen is van

Nadere informatie

Onderzoeksnummer : 125048 Datum schoolbezoek : 27 maart 2012 Rapport vastgesteld te Zoetermeer op 25 april 2012.

Onderzoeksnummer : 125048 Datum schoolbezoek : 27 maart 2012 Rapport vastgesteld te Zoetermeer op 25 april 2012. RAPPORT VAN BEVINDINGEN Tussentijds kwaliteitsonderzoek bij De Akkers Plaats : Rotterdam BRIN-nummer : 18TM Onderzoeksnummer : 125048 Datum schoolbezoek : 27 maart 2012 Rapport vastgesteld te Zoetermeer

Nadere informatie

vmbo bb en kb, ondersteuningsgroepen bb, kb en tl 500 leerlingen

vmbo bb en kb, ondersteuningsgroepen bb, kb en tl 500 leerlingen vmbo bb en kb, ondersteuningsgroepen vmbo bb, kb en tl 500 leerlingen Leren door te doen Wij zijn een open christelijke school voor voortgezet onderwijs in de stad Groningen. Onze school is een plek waar

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Trevianum Scholengroep. atheneum

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Trevianum Scholengroep. atheneum RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING Trevianum Scholengroep atheneum Plaats: Sittard BRIN-nummer: 01MO-0 Arrangementsnummer: 185817 Onderzoek uitgevoerd op: 9 mei 2012 Conceptrapport

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. CSG De Lage Waard HAVO VWO

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. CSG De Lage Waard HAVO VWO KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017 CSG De Lage Waard HAVO VWO Plaats : Papendrecht BRIN nummer : 16QA C1 BRIN nummer : 16QA 00 HAVO BRIN nummer : 16QA 00 VWO Onderzoeksnummer

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. KWALITEITSONDERZOEK GUIDO DE BRES, ARNHEM afdeling vmbo-tl

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. KWALITEITSONDERZOEK GUIDO DE BRES, ARNHEM afdeling vmbo-tl RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK GUIDO DE BRES, ARNHEM afdeling vmbo-tl Plaats: Arnhem BRIN-nummer: 00JT-03 Arrangementsnummer: 220117 Onderzoek uitgevoerd op: 7 november 2012 Conceptrapport

Nadere informatie

Toezichtkader Bestuur

Toezichtkader Bestuur Toezichtkader Bestuur Vastgesteld bestuur CBO Zeist e.o. : 12 november 2013 Vastgesteld GMR : 19 november 2013 Inhoudsopgave 1. Vooraf... 2 1.2 Wat zijn de ontwikkelingen... 2 2. Taken van het bestuur...

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Meerwegen Scholengroep, vestiging Corderius College VMBOGT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Meerwegen Scholengroep, vestiging Corderius College VMBOGT RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Meerwegen Scholengroep, vestiging Corderius College VMBOGT Plaats : Amersfoort BRIN nummer : 14RC C4 BRIN nummer : 14RC 04 VMBOGT Onderzoeksnummer : 275137 Datum

Nadere informatie

School- en functieprofiel. Bonhoeffer College. Afdelingsleider bovenbouw Havo/VWO. Bruggertstraat. Enschede

School- en functieprofiel. Bonhoeffer College. Afdelingsleider bovenbouw Havo/VWO. Bruggertstraat. Enschede School- en functieprofiel Bonhoeffer College Afdelingsleider bovenbouw Havo/VWO Bruggertstraat Enschede Enschede, Februari 2015 Bonhoeffer College, locatie Bruggertstraat Organisatie Het Bonhoeffer College

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. Leeuwarder Lyceum HAVO

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. Leeuwarder Lyceum HAVO KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017 Leeuwarder Lyceum HAVO Plaats : Leeuwarden BRIN nummer : 20DL C1 BRIN nummer : 20DL 00 HAVO Onderzoeksnummer : 290775 Datum onderzoek

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. o.b.s. De Hasselbraam

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. o.b.s. De Hasselbraam RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK o.b.s. De Hasselbraam Plaats : Leek BRIN nummer : 12MY C1 Onderzoeksnummer : 286568 Datum onderzoek : 25 februari 2016 Datum vaststelling : 18 mei

Nadere informatie

Ondersteuningsprofiel

Ondersteuningsprofiel Ondersteuningsprofiel 2016-2017 Algemeen Inleiding Onze school maakt deel uit van het samenwerkingsverband VO 20.02. Samen met alle scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs in de gemeenten zorgen we

Nadere informatie

Toetsingskader Raad van Toezicht van de onderwijsstichting Esprit. Onderwijsstichting Esprit

Toetsingskader Raad van Toezicht van de onderwijsstichting Esprit. Onderwijsstichting Esprit Toetsingskader Raad van Toezicht van de onderwijsstichting Esprit Onderwijsstichting Esprit Toetsingskader Raad van Toezicht van de onderwijsstichting Esprit Visie en Toezicht Conform artikel 2 lid 2 van

Nadere informatie

Toezichtskader SBO De Vlieger

Toezichtskader SBO De Vlieger Toezichtskader SBO De Vlieger 12 april 2017 Op 1 augustus 2015 is stichting De Vlieger opgericht; sindsdien functioneert SBO De Vlieger als een zelfstandige school met een eigen directeur-bestuurder en

Nadere informatie

Managementsstatuut 22.09 6.5

Managementsstatuut 22.09 6.5 Managementsstatuut 22.09 6.5 Artikel 1. In dit statuut wordt verstaan onder: a. managementstatuut: een reglement met taken en bevoegdheden van het college van bestuur en de van bestuurswege gemandateerde

Nadere informatie

Reglement intern toezicht

Reglement intern toezicht Reglement intern toezicht De raad van toezicht van de Stichting Scala College en Coenecoop College besluit gelet op richtlijn 23 van de Code Goed Onderwijsbestuur VO d.d. 4 juni 2015 en artikel 2 lid 1

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. PRO Praktijkonderwijs Assen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. PRO Praktijkonderwijs Assen RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK PRO Praktijkonderwijs Assen Plaats : Assen BRIN nummer : 18BR 00 PRO BRIN nummer : 18BR C1 Onderzoeksnummer : 289192 Datum onderzoek : 21 juni 2016 Datum vaststelling

Nadere informatie

TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Baken Stad College VMBOB VMBOGT VMBOK

TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Baken Stad College VMBOB VMBOGT VMBOK TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Baken Stad College VMBOB VMBOGT VMBOK Plaats : Almere BRIN nummer : 01FP C2 BRIN nummer : 01FP 00 VMBOB BRIN nummer : 01FP 00 VMBOGT BRIN nummer : 01FP 00 VMBOK Onderzoeksnummer

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING COMENIUS COLLEGE, AFDELING VWO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING COMENIUS COLLEGE, AFDELING VWO RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING COMENIUS COLLEGE, AFDELING VWO Plaats: Hilversum BRIN-nummer: 03FO-0 Arrangementsnummer: 169057 Onderzoek uitgevoerd op: 28 oktober 2011 Conceptrapport

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE SPRONG, SCHOOL VOOR PRAKTIJKONDERWIJS

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE SPRONG, SCHOOL VOOR PRAKTIJKONDERWIJS RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ DE SPRONG, SCHOOL VOOR PRAKTIJKONDERWIJS Plaats: Terneuzen BRIN-nummer: 26LL Onderzoek uitgevoerd op: 8 september 2009 Rapport verzonden op: 20 november 2009 Rapport

Nadere informatie

BESCHRIJVING BESTUURLIJKE ORGANISATIE VERENIGING GEREFORMEERD ONDERWIJS MIDDEN BRABANT BASISSCHOOL IMMANUËL BEST

BESCHRIJVING BESTUURLIJKE ORGANISATIE VERENIGING GEREFORMEERD ONDERWIJS MIDDEN BRABANT BASISSCHOOL IMMANUËL BEST BESCHRIJVING BESTUURLIJKE ORGANISATIE VERENIGING GEREFORMEERD ONDERWIJS MIDDEN BRABANT BASISSCHOOL IMMANUËL BEST Versie 10.0 / revisie datum 16/09/2012 INHOUD 1 Inleiding 2 Bestuurlijke organisatie 2.1

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ t HOOGHE LANDT, AFDELING VWO Plaats: Amersfoort BRIN-nummer: 00ML-05 Onderzoeksnummer: 75849 Onderzoek uitgevoerd op: 30 november 2009 Conceptrapport verzonden op:

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK BIJ SBO DE SATELLIET

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK BIJ SBO DE SATELLIET RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK BIJ SBO DE SATELLIET Plaats : Haarlem BRIN-nummer : 15AK-C1 Arrangementsnummer : 75249 Onderzoek uitgevoerd op : 1 april 2010 Rapport vastgesteld

Nadere informatie

Onderwijsinspectie Vernieuwing in het toezicht

Onderwijsinspectie Vernieuwing in het toezicht Onderwijsinspectie Vernieuwing in het toezicht Het onderwijs verandert, het toezicht verandert mee Toezicht moet aansluiten op de praktijk van het onderwijs en de verwachtingen die ouders, leerlingen en

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. obs De Zeester

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. obs De Zeester RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK obs De Zeester Plaats : Beverwijk BRIN nummer : 27ML C1 Onderzoeksnummer : 287224 Datum onderzoek : 16 februari 2016 Datum vaststelling : 6 april 2016 Pagina

Nadere informatie

: Capelle aan den IJssel

: Capelle aan den IJssel RAPPORT VAN BEVINDINGEN Tussentijds kwaliteitsonderzoek bij Montessorischool Capelle Plaats : Capelle aan den IJssel BRIN-nummer : 16FT Onderzoeksnummer : 125434 Datum schoolbezoek : 3 april 2012 Rapport

Nadere informatie

Toezichtkader RSV Breda VO Inleiding.

Toezichtkader RSV Breda VO Inleiding. Toezichtkader RSV Breda VO 3003. Inleiding. In het toezichtkader van de Inspectie voor het Onderwijs is onder kwaliteitsaspect management en organisatie de indicator 2.6. als volgt beschreven: Het samenwerkingsverband

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Christelijk Lyceum Delft Locatie Molenhuispad Afdeling vwo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Christelijk Lyceum Delft Locatie Molenhuispad Afdeling vwo RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Christelijk Lyceum Delft Locatie Molenhuispad Afdeling vwo Plaats: Delft BRIN-nummer: 01GX-0 Arrangementsnummer: 156778 Onderzoek uitgevoerd op: donderdag 13

Nadere informatie

VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF

VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF Inleiding De raad van toezicht van Laverhof heeft de wettelijke taak toezicht te houden op de besturing door de raad van bestuur en op de algemene gang van zaken binnen Laverhof

Nadere informatie

Inleiding. Begrippenkader

Inleiding. Begrippenkader Beleidsplan opbrengstgericht personeelsmanagement bij De Veenplas Beleid en doelen voor het thema Personeel voor de jaren 2013 2016 Vastgesteld juli 2013 Inleiding Wij beschouwen onze leerkrachten als

Nadere informatie