Extern toezicht, intern toezicht en functioneren van de onderneming

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Extern toezicht, intern toezicht en functioneren van de onderneming"

Transcriptie

1 Uitgangspunten investeringsopgave Oktober 2012 Extern toezicht, intern toezicht en functioneren van de onderneming 1

2 Inhoudsopgave Voorwoord Positie en inbedding binnen Brabantse Waard Kostenopbouw Globale kostenraming Bijkomende kosten Grondkosten: Financiële aspecten Opbrengsten en rendement Huurprijs Vrij op naam verkoopprijs Definities en rendementen Uitgangspunten bij plantoetsing Algemene uitgangspunten bedrijfswaarde berekening Faciliteringsvolume en liquiditeiten Projecten toetsen aan het faciliteringsvolume Uitgangspunten voor bedrijfswaardeberekening Typen vastgoed Fiscaliteiten & juridische aandachtspunten Intergratieheffing: Omzetbelasting (BTW) Overige overwegingen Opzet projectplan Besluitvorming

3 1. Voorwoord Het proces van vastgoedontwikkeling neemt binnen Brabantse Waard een belangrijke plaats in. Het gaat allereerst de komende jaren om aanzienlijke bedragen. Een projectportefeuille voor de komende jaren van ca. 100 mln. is groot, zeker op de schaal van onze organisatie. Een procentueel kleine afwijking aan de voorkant kan leiden tot aanzienlijke verschillen aan de achterkant. Naast het aanzienlijke bedrag neemt ook de diversiteit binnen de projecten toe. Het is essentieel dat op een verantwoorde wijze de voortgang en financiële ontwikkeling van projecten wordt gestuurd aan de voorkant en gevolgd gedurende het proces. De basis voor dit proces is gelegd in het financiële toetsingskader. Het toetsingscriteria nieuwbouw-projecten moet daarop als aanvulling worden gezien. 3

4 2. Positie en inbedding binnen Brabantse Waard Procesmatige inbedding In de RvB schema vastgoedontwikkeling (BBSV) is opgenomen dat elke projectfase wordt afgesloten met een goedkeuring door de bestuur. Deze goedkeuring is gebaseerd op een projectplan. Een cruciaal onderdeel van het projectplan is een analyse en toetsing van de financiële haalbaarheid. De projectleider is verantwoordelijk voor het maken en opstellen van deze financiële analyse. De projectleider gebruikt daarbij het beschikbare rekenmodel en moet daarbij het toetsingskader nieuwbouwprojecten, hetgeen past binnen het kader van het financieel beleid, als basis nemen. De bestuur herziet periodiek dit toetsingskader en stelt dit jaarlijks vast. Toepassingsgebied Alle projectmanagers, manager Vastgoed, manager Financiën en de medewerker Planning en Control moeten kennis hebben genomen van het financieel protocol en in staat zijn de inhoud toe te passen. Het type vastgoed waar dit toetsingskader betrekking op heeft, is breed en omvat onder andere huurwoningen in verschillende marktsegmenten, maatschappelijk vastgoed, commercieel vastgoed niet zijnde woningen en vastgoed bestemt voor de verkoop. Inspelen op trends in de bouwkolom Het is een trend dat de traditionele rollen van aannemer, architect en adviseurs veranderen en dat de posities en verantwoordelijkheden binnen de bouwkolom verschuiven. Het traditioneel aanbesteden komt steeds minder voor. Steeds meer worden door Brabantse Waard bijzondere bouwopgaven gedefinieerd die op hun beurt weer leiden tot een andere risico inschatting. De ontwikkeling op dit vlak tussen nieuwbouw en onderhoud zijn redelijk vergelijkbaar. De volgende situaties zijn voor Brabantse Waard denkbaar: Een concreet plan wordt turn key aangeboden door een aannemer en/of ontwikkelaar. o De vraagprijs moet getoetst kunnen worden. Brabantse Waard is in de gelegenheid om een (niet bouwrijp) onbebouwd stuk grond aan te kunnen kopen. o De marktwaarde van de grond moet beoordeeld kunnen worden. Brabantse Waard krijgt een bouwrijpe kavel aangeboden. o De vraagprijs van de kavel moet getoetst kunnen worden. Brabantse Waard krijgt de mogelijkheid om bestaand vastgoed aan te kopen. o De aankoopwaarde voor exploitatie, maar ook de waarde voor herontwikkeling kan worden getoetst. Brabantse Waard is (mede)eigenaar van bebouwde grond. o Een aantal alternatieve herontwikkeling mogelijkheden moeten financieel getoetst kunnen worden. Er moet kadastrale recherche worden gedaan. De historie van een investering moet worden gecheckt. Daarnaast is het van belang periodiek de waardering van de grondposities en projecten te toetsen. 4

5 5

6 3. Kostenopbouw Het berekenen van bouwkosten is specialistisch en omvangrijk. Het is zeker in de voorfase van projecten niet altijd noodzakelijk om gedetailleerd de kostprijs van een project te berekenen. Zeker omdat in de voorfase nog vaak gebouwdelen aangepast worden. In een groot aantal gebouwen komt het na de globale doorrekening niet tot een project. Om de kosten op het juiste niveau en met de juiste nauwkeurigheid te kunnen bepalen wordt binnen Brabantse Waard uitgegaan van het globale niveau van kengetallen in de vroege fase van projecten en een meer gedetailleerde onderbouwing en verfijning in de vervolgfasen. Bij de verdere uitwerking in deze notitie wordt dit onderscheid gemaakt. 3.1 Globale kostenraming Kengetallen (niveau 1) Het meest eenvoudige en globale niveau is de bouwkosten te berekenen aan de hand van kentallen zoals per m2 BVO 1, per m3 BIH 2, en de prijs per m2 GBO 3. Nadere onderbouwing c.q. verfijning Het is aan te bevelen dat de projectleider een kwalitatieve onderbouwing geeft van bijzondere aspecten die van invloed zijn op de bouwkostenaanname. Zo moet aandacht zijn voor: schaalgrootte van het project in relatie tot het gemiddelde, effectiviteit van het ontwerp (verhouding oppervlak gevel/inhoud; verhouding BVO/GBO), bijzondere kwaliteitselementen zoals bijvoorbeeld de kwaliteit van de gevel, bijzondere architectonische aspecten, duurzaam bouwen, complexiteit van de constructie en niveau van detaillering. In het projectplan beschrijft de projectleider de aannames op bovenstaande punten. Feit is dat er in de initiatief en ontwikkelfase een inschatting wordt gemaakt van kosten waarbij er altijd sprake zal zijn van een marge in positieve of negatieve zin. Per projectfase moet dit percentage minder groot worden. Bij complexe vraagstukken is het regel dat een projectleider, wanneer mogelijk, een externe kostendeskundige de bouwkosten en tevens de bijkomende kosten laat calculeren. Een verdere uitwerking van dit proces is beschreven in de procedure vastgoedontwikkeling en het beslissingsbevoegdhedenschema vastgoedontwikkeling. 3.2 Bijkomende kosten Kengetallen (niveau 1) De bijkomende kosten worden uitgedrukt in een percentage over de bouwkosten. Het betreft kosten die direct toe te rekenen zijn aan het project om het project te kunnen realiseren. Denk daarbij aan architect, constructeur, leges, aansluitkosten, PR kosten, maar 1 BVO = bruto vloeroppervlakte weergegeven in m². 2 BIH = bruto inhoud weergegeven in m³. 3 GBO = gebruiksoppervlakte weergegeven in m². 6

7 ook projectleider- en toezichtkosten. De kosten van de projectleider en opzichter zijn binnen de organisatie bekend. De kosten voor PR betreffen in beginsel sec de externe kosten voor o.a. brochures, een eerste paal en eventueel oplevering. Deze kosten worden begroot op basis van het niveau sober en doelmatig. Nadere onderbouwing c.q. verfijning Wanneer de projectleider meer inzicht heeft in het project, kan het wenselijk zijn dat de bijkomende kosten op een lager, dus meer gedetailleerd niveau, berekend worden. Denk daarbij aan alle (overige) interne uren die de leden van een (interne) projectgroep voor het project moeten maken en de extra werkzaamheden die een projectleider en wellicht opzichter moet verrichten. In het geval dat bijvoorbeeld de bestuur vindt dat het project een goed middel is om Brabantse Waard te profileren en besloten wordt om de PR activiteiten te intensiveren, dan zouden deze kosten gedekt moeten worden door de algemene middelen van Brabantse Waard. Als deze kosten al op een project geboekt moeten worden, dan bij voorkeur op basis van nacalculatie bij de afsluiting van een project. Als deze kosten reeds bij de initiatieffase in de financiële haalbaarheid meegenomen dienen te worden, dan bij voorkeur als % over de bouwkosten. De grondslag voor het bepalen van de hoogte kan worden gebaseerd op een inschatting van het aantal uren maal het interne uurtarief. 3.3 Grondkosten Kengetallen (niveau 1) De werkelijke grondkosten worden apart berekend en getoetst. Echter, zoals eerder aangegeven, kan op basis van ervaringscijfers per type woning een passende grondquote (% van VON) c.q. m² kavelprijs voorlopig worden vastgesteld. Deze grondprijs, overigens is het beter te spreken over passende dekking voor de grondprijs, heeft zelden een directe relatie met de werkelijke grondkosten. In het beste geval kunnen de grondkosten op een passende wijze, conform de gangbare grondquote percentages worden verdeeld over alle type woningen van een plangebied. In deze paragraaf worden twee voorbeelden gegeven. In het eerste voorbeeld wordt de residuele grondwaarde berekend, en in het tweede voorbeeld worden de berekende grondkosten getoetst met ervaringscijfers, kengetallen. 1e voorbeeld In de hierna weergegeven tabel is een voorbeeld berekend van de residuele grondwaarde. Met andere woorden; in dit voorbeeld is de maximale dekking voor de werkelijk te maken grondkosten Deze werkelijke grondkosten kunnen in geval van bijvoorbeeld een herontwikkelingsproject wel twee keer zo hoog zijn. Tabel voorbeeld 1, residuele grondwaarde VON 100% BTW% 19% VON excl. BTW

8 Rendement (marge) ontwikkelaar, % over VON excl. BTW 10% Netto marktwaarde woning Bouwkosten Bijkomende kosten (% van bouwkosten) 18% Grondkosten (residuele grondwaarde excl. BTW) Grondquote = residuele grondwaarde/von excl. BTW 23% De grondkosten moeten worden gekoppeld aan het grondprijzenbeleid van de gemeente Moerdijk. Indien de grondkosten hoger zijn dan dit beleid leidt dit tot afboekingen cq verlies. 2e voorbeeld Om snel inzicht te krijgen in de haalbaarheid van een plan, desgewenst zonder een ruimtelijk programma en exclusief het berekenen van de bouwexploitatie, kan op basis van kengetallen worden beoordeeld of de te maken grondkosten (verwerving en bouwrijp maken e.d.) perspectief op een haalbaar plan bieden. In de volgende tabel is een voorbeeld berekend, op welke wijze de marktwaarde van de grond kan worden getoetst, zonder verdere berekeningen van de bouwexploitatie. Tabel voorbeeld 2, snelle toets of grondprijs marktconform is Oppervlak bruto terrein 357 Oppervlak uitgeefbaar 250 Percentage uitgeefbaar 70% Directe grondkosten per m2 bruto terrein 189 Totale grondkosten per m2 bruto terrein 200 Directe grondkosten per m2 uitgeefbaar 270 Totale grondkosten per m2 uitgeefbaar 286 Verwervingskosten per m2 bruto terrein 120 Verwervingskosten mer m2 uitgeefbaar 171 Referentie verwervingskosten Maximaal 100 Referentie m2 marktkavelprijs (uitgeefbaar) Maximaal 250 8

9 In dit voorbeeld zijn de totale grondkosten per m² uitgeefbaar 286, een referentieprijs voor een m² kavel is 250 (ervaringscijfer). Uit dit simpele voorbeeld kan de conclusie worden getrokken dat de grondkosten hoger zijn. Dat hoeft niet noodzakelijkerwijs te betekenen, dat het project als niet haalbaar wordt gekwalificeerd, maar geeft wel een indicatie dat de haalbaarheid lastig zal worden. Nadere onderbouwing en verfijning Omdat er vaak geen directe relatie is tussen de werkelijke grondkosten en de toe te rekenen grondkosten per type woning, is het belangrijk om in de initiatief- en definitiefase zicht te krijgen op de werkelijke grondkosten van het totale plangebied en deze te vergelijken met de totale dekkingsmogelijkheden (de residuele grondprijs) die het plan kan opbrengen. Het grondprijsbeleid van de gemeente Moerdijk kan voor Brabantse Waard als referentie dienen. 3.4 Financiële aspecten Kosten rente en financiering Bij het berekenen van de rentelasten, gelden de volgende uitgangspunten: over alle te maken kosten worden rentelasten berekend, de hoogte van de rente wordt eenmaal per jaar vastgesteld, uitgaande van de korte termijn notatie. Start en einde berekening rente over de verschillende exploitaties Periode waarover en waar rente wordt gerekend Grondexploitatie Bouwexploitatie Start project Start bouw Ingebruikname vastgoed Startpunt berekening rente over met name de grondkosten en alle bijbehorende kosten Einde berekening rente, eventuele grondrente (zie onderstaand) Startpunt berekening rente over met name de grond en vastgoed en alle bijbehorende kosten Einde berekening rente In bovenstaande tabel is aangegeven over welke periode rente gerekend moet worden per exploitatie. De rentelasten worden in de opzet van de kostenbegroting berekend in zowel de grondexploitatiekosten als de bouwexploitatiekosten. 9

10 4. Opbrengsten en rendement 4.1 Huurprijs In eerste instantie wordt de huurprijs vastgesteld op basis van de huurprijs per m² GBO per maand. Vervolgens wordt de hoogte van de totale maandhuur getoetst aan het huurbeleid en de uitgangspunten in het algemeen financieel toetsingskader. Afhankelijk van de gewenste positie (SVB) wordt de huur aangepast. In een later stadium, meestal planfase, wordt de huurprijs getoetst aan de puntprijs. In geval het vastgoed betreft, dat Brabantse Waard niet dagelijks verhuurt (bijvoorbeeld winkels of duurdere huurwoningen), dan is het wenselijk dat een second opinion wordt aangevraagd bij een makelaar. In geval van bijvoorbeeld intramurale voorzieningen, zal de huurprijs een afgeleide zijn van de daarvoor verantwoordelijke instanties. Praktijk is wel dat ook binnen de financiering van zorg vastgoed steeds meer aansluiting gezocht wordt bij het regulier huren door de zorgvrager en dat met de zorgaanbieder een huurovereenkomst wordt aangegaan voor het gebruik van de zorginfrastructuur. Bij maatschappelijk- en zorg vastgoed wordt een huurcontract gesloten met een minimale duur van 15 jaar. 4.2 Vrij op naam verkoopprijs In eerste instantie wordt de VON prijs bepaald aan de hand van de prijs per m² GBO, desgewenst wordt de VON prijs ook uitgedrukt in bijvoorbeeld de prijs per m³ BIH of m² BVO. Dit kan praktisch zijn, omdat makelaars en aanbieders hun prijs uitdrukken in deze eenheden. De VON prijs wordt uiteraard getoetst aan de VON woningprijs. Het is regel dat voor elk project een niet verkopende makelaar een second opinion geeft. De uitgangspunten waarmee de taxateur / makelaar rekent moeten worden getoetst. 4.3 Definities en rendementen Subsidies of bijdragen Subsidies worden in beginsel achteraf verrekend, tenzij een project pas haalbaar is wanneer de subsidie zeker is gesteld en voor de haalbaarheid van het plan randvoorwaardelijk is. Rendement koop In het geval van koop wordt uitgegaan van een passend rendement per type woning in combinatie met de te huisvesten doelgroep. Bij koopwoningen wordt uitgegaan van vaste percentages zoals deze zijn vastgelegd in het algemene financiële toetsingskader. Rendement huur Bij een huurwoning wordt uitgegaan van de toe te passen disconteringsvoet (gewenst rendement) bij de bedrijfswaarde berekening en afhankelijk van het toegepaste scenario (Brabantse Waard standaard scenario s) wordt een onrendabele top toegestaan. Ook voor het huur segment wordt uitgegaan van vaste percentages zoals deze zijn vastgelegd in het algemene financiële toetsingskader. Disconteringsvoet/ gewenst rendement 10

11 Tijd is geld en er is een relatie tussen risico en rendement. Een euro van vandaag heeft een andere waarde dan een euro in de toekomst. Wanneer een euro op een spaarrekening wordt gestort tegen een rente van 3%, dan is de waarde van de euro na een jaar opgelopen tot 1,03. We spreken in dit opzicht ook wel van tijdwaarde van geld. Vergelijkbaar met het spaarrekeningvoorbeeld is het proces van investeren of beleggen, ofwel het opofferen van financiële middelen in het heden ten einde een onzekere toekomstige opbrengstenstroom te genereren. Stel we investeren in een huurwoning van met een jaarlijkse cashflow (huurinkomsten minus kosten) van Wanneer we deze cashflows over een periode van 10 jaar (ver)disconteren tegen een (spaar)rente van 3% is de investering van terug verdiend, waarbij voor het voorbeeld het indirect rendement door waardestijging buiten beschouwing is gelaten. We zijn nu gecompenseerd voor de spaarrente! Het is echter niet ondenkbaar dat we een hoger financieel rendement kunnen eisen. Immers, het verhuren van een woning is risicovoller dan het storten van het geld op de spaarrekening. Om dit risico te compenseren is het belangrijk om de (spaar)rente te verhogen met een risico-opslag. Deze risico-opslag voor commerciële beleggers is bijvoorbeeld gemiddeld 2%. Gesteld dat zij kunnen lenen tegen 4%, dan wordt de disconteringsvoet (4+2) 6%. Wanneer we het voorbeeld tegen 6% disconteren in plaats van de 3% (spaarrentetarief) zal blijken dat de investering onrendabel is. In de praktijk nemen beleggers echter meer factoren bij het bepalen van het gewenste rendement (disconteringsvoet), zoals de categorie, kwaliteit en locatie van het vastgoed. Het risico voor huurwoningen is beduidend lager dan commercieel vastgoed terwijl het risico van bijvoorbeeld maatschappelijk vastgoed weer hoger kan zijn dan sociale huurwoningen. Het is belangrijk om per categorie waarin Brabantse Waard investeert of belegt het risicoprofiel te bepalen. In het verlengde daarvan is het belangrijk het gewenste rendement of disconteringsvoet ook te bepalen. Brabantse Waard kan kiezen voor één disconteringsvoet voor alle categorieën vastgoed. De disconteringsvoet is echter een van de belangrijkste, zo niet meest belangrijke parameter met het grootste effect op de haalbaarheid van een project. Wanneer er sprake is van (hevige) concurrentie, kan die partij die tegen het laagste rendement zijn projecten doorrekent, het hoogste bod doen (op bijvoorbeeld grondaanbiedingen). In het algemeen financieel toetsingskader is dan ook differentiatie aangebracht en zijn per categorie de toe te passen rendementen vastgelegd. Voor het rendement op investeringen hanteert Brabantse Waard de Internal Rate of Return (IRR). De per categorie bepaalde minimale IRR is gekoppeld aan de financieringsverhouding vreemd/eigen vermogen. Daarnaast zijn er criteria die er toe leiden dat binnen vergelijkbare uitgangspunten toch verschillende keuzes worden gemaakt. Enkele voorbeelden: De mate van importantie om in kleine/kwetsbare kernen te investeren. Afhankelijk van een goede (A-lokatie bijvoorbeeld) of slecht (incourant) project kan het gewenste rendement naar boven of onderen worden bijgesteld door een discount of premie. Voor het beleggerscenario kan afhankelijk van de categorie vastgoed (ofwel beleggingsoort) gekozen worden voor een ander rendement (disconteringsvoet). 11

12 In beginsel wordt uitgegaan van de interne rentekosten voet (gebaseerd op de gehele leningenportefeuille). Er kunnen zich echter omstandigheden voordoen dat het wenselijk, opportuun en verdedigbaar is dat op basis van (een gunstige) projectfinanciering de rentevoet wordt gehanteerd. 12

13 5. Uitgangspunten bij plantoetsing 5.1 Algemene uitgangspunten bedrijfswaarde berekening In het geval van vastgoed dat bestemd is voor de verhuur wordt een onderscheid gemaakt tussen de waarderings-, financierings- en investeringsbeslissing. Deze beslissingen kunnen worden getoetst aan de hand van de bedrijfswaarde berekening (Discount Cashflow methode, of te wel op basis van kasstromen). De bedrijfswaarde berekening berekent op basis van de door de bestuur en het waarborgfonds sociale woningbouw (WSW) vast te stellen parameters. Deze parameters worden jaarlijks aangepast op basis van gerealiseerde cijfers en/of gewijzigde (macro) verwachtingen. Een zorgvuldige keuze is belangrijk, omdat dit de waardering uiteindelijk van invloed op het eigen vermogen. 5.2 Faciliteringsvolume en liquiditeiten In het algemeen financieel toetsingskader wordt uitleg gegeven aan het begrip faciliteringsvolume. Er ligt echter een directe relatie met vastgoedontwikkeling. Het is immers mede gebaseerd op de door Brabantse Waard opgegeven investerings- en herfinancieringprognose voor de komende vijf jaren. Bij het bepalen van het volume is WSW er van uit gegaan dat het gehele bedrag aan investeringen wordt aangewend voor bestedingen waarvoor het WSW borging kan verlenen. Indien in de door BW ingediende investeringen ook niet-borgbare projecten zijn opgenomen, wordt het faciliteringsvolume daarvoor gecorrigeerd. Het WSW toetst of Brabantse Waard beschikt over voldoende onderpandwaarde om het faciliteringsvolume toe te kennen. De onderpandwaarde is 50% van de WOZ-waarde van het ingezette onderpand. Het faciliteringsvolume zal op basis van de onderpandwaarde niet snel begrensd zijn. Een tweede voorwaardelijke toets voor het toekennen van gevraagd faciliteringsvolume zijn positieve operationele kasstromen voor vijf prognosejaren. In de operationele kasstroom worden alle verwachte inkomsten en uitgaven opgenomen die uit de exploitatie van het woningbezit voortvloeien, inclusief uitgaven voor rente en aflossing. Voor de rente wordt uitgegaan van de werkelijk verwachte rentelasten. Voor de aflossingsuitgaven wordt in de operationele kasstromen gerekend met een fictie. Verondersteld wordt dat 2% van de uitstaande leningen ultimo boekjaar uit de operationele kasstroom betaald kunnen worden. Een aantal uitgaven mag toegerekend worden aan de investeringen waarmee de exploitatiekasstroom positief wordt gecorrigeerd. De belangrijkste twee in de context van het toetsingscriteria nieuwbouwprojecten zijn rente tijdens de bouw en productie eigen bedrijf. 5.3 Projecten toetsen aan het faciliteringsvolume Naast het toetsen van nieuwe projecten aan het faciliteringsvolume wordt er ook gekeken naar de ruimte in liquiditeitsstromen voor de komende vijf jaren. Een project kan een positieve of negatieve bijdrage leveren aan de kasstromen, afhankelijk van hoe een project is opgebouwd. Als aanname zullen we hierbij de toetsing als volgt gaan beoordelen (per woning is het voorbeeld): 13

14 Stichtingskosten Huuropbrengsten Exploitatielasten Rentelasten Genormeerde aflossing 2% Negatieve kasstroom Deze sociale nieuwbouw huurwoning heeft dus een negatieve bijdrage aan de kasstroom. 5.4 Uitgangspunten voor bedrijfswaardeberekening Bij de bedrijfswaardeberekening wordt uitgegaan van twee standaard scenario s, te weten waardering en investering. In de scenarioanalyse kan ervoor gekozen worden om deze scenario s door te rekenen op basis van minder dan wel meer gunstige parameters, waardoor er (ogenschijnlijk) een meer genuanceerd beeld gaat ontstaan. Nadeel is dat men de neiging kan krijgen elke variant door te rekenen en zo een grote hoeveelheid berekeningen maakt waardoor je door de bomen het bos niet meer ziet. Dit kan worden voorkomen door vooraf goed te analyseren wat de mogelijke risico s zijn van een project en welke financiële analyses toegevoegde waarde hebben. In overleg met de medewerker planning & controll, en afhankelijk van de aard van het project, kunnen alternatieve bedrijfswaarde berekeningen op basis van andere parameters (bijvoorbeeld mooi weer als bewolkt weer ) worden berekend. Binnen Brabantse Waard wordt thans geen onderscheid gemaakt tussen het soort nieuwbouw, eengezinswoningen, appartementen, maatschappelijk vastgoed etc. Voor de berekening van de onderhoudsnorm wordt uitgegaan van de meerjaren onderhoudsbegroting (10 jaar). Indien in het te realiseren nieuwbouwproject gebruik wordt gemaakt van o.a. onderhoudsvriendelijke materialen en hierdoor de onderhoudskosten aanmerkelijk worden gedrukt dan dient hiervoor een onderhoudsbegroting te worden gemaakt. Op basis van die begroting zal voor het investeringsbesluit rekening worden gehouden met die berekende norm. Voor de beheerskosten wordt eveneens een norm gehanteerd, die bepaald wordt door een berekend gemiddelde op basis van de meerjaren begroting (10 jaar). Hierbij wordt kritisch gekeken naar het kostenniveau van de beïnvloedbare bedrijfskosten. In onderstaande tabel zijn opgenomen de parameters voor sociale huurwoningen (< 561,98). Dit wordt als vertrekpunt genomen. Het afwijken van deze bedrijfswaarde is van directe invloed op bedrijfswaarde en het vermogen van de corporatie. 14

15 Omschrijving Parameter Jaarlijkse huurstijging 2,0% Jaarlijkse stijging onderhoud en restwaarde 3,0% Huurderving 1,0% Onderhoud Beheerskosten Restwaarde grond plus opstal -/- sloopkosten (appartementen 212,15 per m² *) 2.500, overige woningen 5.000) contant gemaakt (5,25%). Rekening houden met inflatie 2% IRR 2,5%**) Levensduur 50 jaar *) De grondkosten volgens het gemeentelijk grondprijzenbeleid. **) Voor zorgwoningen geldt een extra risico-opslag van 0,5%. Bij dit type woning is een IRR van 3% noodzakelijk. Voor sociale huurwoningen (< 664,66) worden onderstaande parameters gehanteerd: Omschrijving Parameter Jaarlijkse huurstijging 2,0% Jaarlijkse stijging onderhoud en restwaarde 3,0% Huurderving 1,0% Onderhoud Beheerskosten Restwaarde grond plus opstal -/- sloopkosten (appartementen 212,15 per m² *) 2.500, overige woningen 5.000) contant gemaakt (5,25%). Rekening houden met inflatie 2% IRR 3%**) Levensduur 50 jaar *) De grondkosten volgens het gemeentelijk grondprijzenbeleid. **) Voor zorgwoningen geldt een extra risico-opslag van 0,5%. Bij dit type woning is een IRR van 3,5% noodzakelijk. Voor commerciële huurwoningen worden onderstaande parameters gehanteerd: Omschrijving Parameter Jaarlijkse huurstijging 2,0% Jaarlijkse stijging onderhoud en restwaarde 3,0% Huurderving 1,0% Onderhoud Beheerskosten Restwaarde grond plus opstal -/- sloopkosten (appartementen 251,83 per m² *) 15

16 2.500, overige woningen 5.000) contant gemaakt (5,25%). Rekening houden met inflatie 2% IRR 6,25%**) Levensduur 50 jaar *) De grondkosten volgens het gemeentelijk grondprijzenbeleid. **) Voor zorgwoningen geldt een extra risico-opslag van 0,5%. Bij dit type woning is een IRR van 6,75% noodzakelijk. Voor maatschappelijk vastgoed (niet commercieel) worden andere parameters gehanteerd: Omschrijving Parameter Jaarlijkse huurstijging 3,0% Jaarlijkse stijging onderhoud en restwaarde 3,0% Huurderving 1,0% Onderhoud (planmatig) 650 per 100m2 gbo Beheerskosten 600 per 100m2 gbo Restwaarde grond plus opstal -/- sloopkosten (12.500) 138,89 per m² *) contant gemaakt (5,25%). Rekening houden met inflatie 2%. IRR 4%**) Levensduur Max 40 jaar *) De grondkosten volgens het gemeentelijk grondprijzenbeleid. **) Voor een zorgproject, zoals bijvoorbeeld een steunpunt geldt een extra risico-opslag van 0,5%. Bij dit type project is een IRR van 4,5% noodzakelijk. Gevoeligheidsanalyses, welke moeten worden bepaald door de bestuur, kunnen ook worden gemaakt door verschillende marges op te nemen aan de kosten kant. Zeker in de initiatieffase, wanneer vooral de bouwkosten een relatief grote onzekerheidsmarge kunnen hebben, is het aan te raden om met een bandbreedte van bijvoorbeeld +/- 10 % voor de bouwkosten te rekenen. Ook aan de opbrengstenkant kunnen gevoeligheidsanalyses gemaakt worden door met lagere en/of hogere huur of koopopbrengsten te rekenen. In ieder geval zal gestuurd worden op rendement. Hierbij moet rekening gehouden met het rendement op eigen vermogen en de rente die betaald moet worden voor het vreemd vermogen. Het rendement op eigen vermogen moet minimaal gelijk zijn aan inflatie. Bij gebruik hiervan blijft de waarde van het eigen vermogen intact. Rekening houdende met deze uitgangspunten kan de WACC (Weighted Average Cost of Capital) worden berekend. Hiervan afgeleid wordt de IRR (Internal Rate of Return) bepaald. Het nieuwbouwproject dient te voldoen aan deze rendementseis (IRR). Bij sociale huurwoningen is deze lager dan bij commerciële huurwoningen en koopwoningen, hetgeen 16

17 betekent dat we rekening moeten houden met een onrendabele investering. Dit zal betaald moeten worden uit de winst op verkoop van bestaand bezit. De rendementseisen zullen jaarlijks op basis van de jaarrekening van het voorafgaande jaar en de begroting lopende jaar worden bepaald. 17

18 6. Typen vastgoed De volgende typen (maatschappelijk) vastgoed kunnen binnen Brabantse Waard worden ontwikkeld (het maatschappelijk vastgoed moet voldoen aan de borgingslijst met bestedingsdoelen van het WSW): huurwoningen betaalbaar (tot huurtoeslag grens), huurwoningen duurdere sector (tot maximale huurtoeslaggrens), huurwoningen geliberaliseerde sector, koopwoningen betaalbaar al dan niet onder sociale koopconstructie vallen, koopwoningen duurdere sector, zorgwoningen (verzorgd- en/of beschermd wonen), intramuraal wonen, vastgoed voor (wijk)voorzieningen voor zorg en welzijn, vastgoed voor onderwijs, vastgoed voor gebruik stakeholders of belanghouders (bijvoorbeeld kantoor voor zorginstelling bij zorgappartementen), bij voorkeur geïntegreerd, vastgoed voor commercieel gebruik, geïntegreerd bij een of meerdere vormen van bovenstaande functies, bijvoorbeeld winkels en eventueel kantoorruimtes. 18

19 7. Fiscaliteiten & juridische aandachtspunten In de financiële analyse en als onderdeel van het projectplan wordt opgenomen of fiscaal advies naar aanleiding van BBSH of herzieningswet moet worden gevraagd. Dit advies heeft vooral betrekking op vennootschapsbelasting- en BTW-aspecten. In dit kader wordt ook aandacht besteed aan de juridische entiteit waarbinnen het project wordt uitgevoerd. Het kan zijn dat er een nieuwe vennootschap moet worden opgericht. Dit zal zijn zodra aan de volgende criteria wordt voldaan: - Bij hoge risico s, zoals markt, investering en financiering - Project wordt gerealiseerd met derden (projectontwikkelaars e.d.) Indien dit het geval is, zullen de activiteiten commercieel, met de daarbij behorende tarieven, gefinancierd moeten worden. Immers buiten de toegelaten instelling kan geen gebruik worden gemaakt van de borgingsfaciliteiten van het WSW. In de Herzieningswet, welke naar verwachting in werking treedt op 1 januari 2013 staat vermeld, dat bij het aangaan van verbindingen met andere rechtspersonen of vennootschappen toestemming van de FAW (Financiële Autoriteit Woningcorporaties) een voorwaarde is. De regels rondom het aangaan van verbindingen wordt dus aangescherpt. In het vervolg wordt ingegaan op aspecten die in dit kader van belang zijn. Een en ander moet nog worden gekoppeld aan het nog te ontwikkelen verbindingenstatuut. 7.1 Integratieheffing: Mededeling 26 (besluit 1994) gaf aan dat corporaties onder bepaalde voorwaarden mochten afzien van de integratieheffing met betrekking tot de bouw van voor de verhuur bestemde woningen. Deze regeling is ingetrokken en kan derhalve niet meer worden gebruikt. Daardoor komen ook de BTW-vrije investeringen als grond, leges en eigen loonkosten in de BTW-heffing bij het bouwen op eigen grond. Tot 1 januari 2014 is er een overgangsregeling voor projecten, waarvoor per 31 december 2009 reeds verplichtingen waren aangegaan en de woningen voor 1 januari 2014 in gebruik zullen worden genomen. 7.2 Omzetbelasting (BTW) Activiteiten zijn belast met omzetbelasting of niet. Belast met omzetbelasting wil in het geval van opbrengsten zeggen dat Brabantse Waard de opgelegde BTW moet afdragen (betalen) aan de belastingdienst. En in het geval van kosten mag Brabantse Waard de opgelegde BTW terugvorderen bij de belastingdienst. De stelregel is: a. Belaste opbrengsten btw afdragen aan belastingdienst Bijbehorende kosten btw terugvorderen van belastingdienst b. Onbelaste opbrengsten geen btw, dus niets afdragen aan belastingdienst Bijbehorende kosten wel btw, maar niets terugvorderen bij belastingdienst Per projectactiviteit moet bepaald worden of dit een (on)belaste activiteit is. In de navolgende paragrafen zijn enkele belangrijke activiteiten voor BW toegelicht. 19

20 Verder in dit hoofdstuk wordt toegelicht welke projectkosten niet belast zijn met BTW. Er kan vanuit worden gegaan dat overige project- en bouwkosten belast zijn met BTW. Verhuur Verhuur en verpachting van onroerende zaken zijn, behoudens enkele uitzonderingen, vrijgesteld van omzetbelasting. Dit betekent dat de verhuurder (Brabantse Waard) over de huurtermijnen geen omzetbelasting hoeft te betalen, maar ook dat hij de hem in rekening gebrachte omzetbelasting wegens bijvoorbeeld aanschaf, verbetering of onderhoud van de verhuurde zaak niet kan aftrekken. 20

CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING

CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING Onroerende zaken in exploitatie, bestemd voor verkoop Bij het bepalen van de bedrijfswaarde van voor verkoop bestemde huurwoningen verwijst de richtlijn voor woningcorporaties (RJ 645) naar de richtlijn

Nadere informatie

Investerings- en financieel statuut

Investerings- en financieel statuut Investerings- en financieel statuut Inleiding Het belang van financiële sturing is in de afgelopen jaren toegenomen. Wijzigingen in de wettelijke regels, waaronder de scheiding van DAEB en niet-daeb activiteiten

Nadere informatie

Woningstichting Berg en Terblijt

Woningstichting Berg en Terblijt Woningstichting Berg en Terblijt Investeringsstatuut 1. Inleiding Sinds 1 juli 2015 is de nieuwe Woningwet van kracht. De nieuwe Woningwet geeft bij de governance aspecten ook extra aandacht aan verbindingen

Nadere informatie

15 november 2012. Investeringsstatuut Maasvallei

15 november 2012. Investeringsstatuut Maasvallei 15 november 2012 Investeringsstatuut Maasvallei Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Beleid en strategie 3 3 Processen 4 4 Strategische samenwerking en verbindingen 4 5 Risicobeheersing 5 6 Financiën 5 6.1 Financieel

Nadere informatie

Grondprijzenbrief 2015 Gemeente Stichtse Vecht

Grondprijzenbrief 2015 Gemeente Stichtse Vecht Grondprijzenbrief 2015 Gemeente Stichtse Vecht 28 mei 2015 Inleiding Deze grondprijzenbrief geeft uitvoering aan de Nota Grondbeleid 2013 waarin het grondbeleid en de te hanteren instrumenten zijn vastgelegd.

Nadere informatie

15 november Investeringsstatuut Maasvallei

15 november Investeringsstatuut Maasvallei 15 november 2012 Investeringsstatuut Maasvallei Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Beleid en strategie 3 3 Processen 4 4 Strategische samenwerking en verbindingen 4 5 Risicobeheersing 5 6 Financiën 5 6.1 Financieel

Nadere informatie

INVESTERINGSSTATUUT WOONSTICHTING SSW

INVESTERINGSSTATUUT WOONSTICHTING SSW INVESTERINGSSTATUUT WOONSTICHTING SSW Vastgesteld: 23 november 2016 INVESTERINGSSTATUUT WOONSTICHTING SSW 1. Inleiding De Governancecode Woningcorporaties 2015 beveelt aan dat woningcorporaties beschikken

Nadere informatie

Notitie grondprijzen 2014

Notitie grondprijzen 2014 Notitie grondprijzen 2014 1 Samenvatting grondprijzen 2014 In onderstaande tabel zijn de prijzen voor het jaar 2014 samengevat. Ter vergelijking zijn de prijzen van 2012 opgenomen. De grondprijzen worden

Nadere informatie

Vastgoedrekenen - middag

Vastgoedrekenen - middag Vastgoedrekenen - middag Den Haag, 16 maart 2016 FGH Bank, een brede kijk op vastgoed Uw docenten: Naam: Functie: Bedrijf: Ing. M. Chris de Ruiter MRE MRICS RT Directeur Vastgoedwaardering Naam: Functie:

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2012 Corporatie in Perspectief L0249 Helmond CFV 2012 Corporatie in Perspectief L0249 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Samenstelling van het bezit 5 2 Volkshuisvestelijke

Nadere informatie

Alternatieve financieringsbronnen voor duurzaamheid. 4 maart 2013

Alternatieve financieringsbronnen voor duurzaamheid. 4 maart 2013 Alternatieve financieringsbronnen voor duurzaamheid 4 maart 2013 Aanleiding Het woonakkoord verminderd de investeringscapaciteit van woningcorporaties Het WSW wil dat de schuld per woning niet teveel oploopt

Nadere informatie

NOTITIE GRONDPRIJZEN BAARLE-NASSAU Notitie Grondprijzen Gemeente Baarle-Nassau

NOTITIE GRONDPRIJZEN BAARLE-NASSAU Notitie Grondprijzen Gemeente Baarle-Nassau NOTITIE GRONDPRIJZEN BAARLE-NASSAU 2019 Notitie Grondprijzen 2019 1 Gemeente Baarle-Nassau INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 3 2. BEGRIPSBEPALING 4 3. GRONDPRIJZEN WONINGBOUW 5 3.1 Huurwoningen 5 3.1.1 Bereikbare

Nadere informatie

Knelpuntenanalyse Novelle en BTIV 2015

Knelpuntenanalyse Novelle en BTIV 2015 Knelpuntenanalyse Novelle en BTIV 2015 Frank Vermeij Augustus 2014 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Aanpak... 3 3 Juridische scheiding... 3 3.1 Aannames... 3 3.2 Resultaten... 4 4 Administratieve scheiding...

Nadere informatie

Investeringsstatuut Stichting Woontij

Investeringsstatuut Stichting Woontij Investeringsstatuut Stichting Woontij 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Procedures en besluitvorming 4 3. Organisatorische toets 5 4. Strategische koers 5 5. Financiële toets 6 6. Risicotoets 8 7. Partnerselectie

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2009 Corporatie in Perspectief L1548 Amstelveen CFV 2009 Corporatie in Perspectief L1548 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Vraag- / aanbodverhoudingen 4 1.3 Situering

Nadere informatie

Investeringsstatuut. Van Alckmaer voor Wonen

Investeringsstatuut. Van Alckmaer voor Wonen Investeringsstatuut Van Alckmaer voor Wonen Vastgesteld op 13 maart 2015 Inhoudsopgave 1 Algemeen... 2 1.1 Inleiding... 2 1.2 Toepassingskader... 2 1.3 Positionering van het investeringsstatuut... 2 2

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2013 Corporatie in Perspectief L1909 Utrecht CFV 2013 Corporatie in Perspectief L1909 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Samenstelling van het bezit 5 2 Volkshuisvestelijke

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2013 Corporatie in Perspectief L0837 Nieuwegein CFV 2013 Corporatie in Perspectief L0837 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Samenstelling van het bezit 5 2 Volkshuisvestelijke

Nadere informatie

Van Marktwaarde naar Beleidswaarde

Van Marktwaarde naar Beleidswaarde Van Marktwaarde naar Beleidswaarde Een handvat voor het nemen van investeringsbeslissingen in sociaal vastgoed januari 2018 De Marktwaarde is totaal ongeschikt voor het nemen van verantwoorde investeringsbeslissingen

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2009 in Perspectief L0339 Woningbouwvereniging 't Goede Woonhuys Hilversum CFV 2009 in Perspectief L0339 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Vraag- / aanbodverhoudingen

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2013 Corporatie in Perspectief L0565 Alphen aan den Rijn CFV 2013 Corporatie in Perspectief L0565 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Samenstelling van het bezit 5 2 Volkshuisvestelijke

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2011 Corporatie in Perspectief L1691 Apeldoorn CFV 2011 Corporatie in Perspectief L1691 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Situering van het corporatiebezit: indicatie

Nadere informatie

Grondprijzenbrief 2015

Grondprijzenbrief 2015 Grondprijzenbrief 2015 Inleiding De grondprijzenbrief 2015 geeft de door de gemeente Ede te hanteren prijzen weer voor gronden die in Ede door de gemeente worden uitgegeven met verschillende bestemmingen.

Nadere informatie

Prachthuis rendabele sociale huurwoning. Wooncongres 2015 Platform 31

Prachthuis rendabele sociale huurwoning. Wooncongres 2015 Platform 31 Prachthuis rendabele sociale huurwoning Wooncongres 2015 Platform 31 Inhoudsopgave 1. Het Prachthuis in Oudeland Waar hebben we het eigenlijk over? Welke marktpositie neemt het in? 2. Het Proces & bouwmethodiek

Nadere informatie

FINANCIËLE BIJLAGE VOORSTEL MFC. Inleiding

FINANCIËLE BIJLAGE VOORSTEL MFC. Inleiding FINANCIËLE BIJLAGE VOORSTEL MFC Inleiding Om een solide financiële basis onder het Multifunctioneel Centrum (hierna: MFC) te realiseren is gezocht naar aanvullende partners. Inmiddels zijn de deelnemende

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2010 Corporatie in Perspectief L0669 Roermond CFV 2010 Corporatie in Perspectief L0669 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Situering van het corporatiebezit: indicatie

Nadere informatie

NOTITIE GRONDPRIJZEN GILZE EN RIJEN Notitie Grondprijzen Gemeente Gilze en Rijen

NOTITIE GRONDPRIJZEN GILZE EN RIJEN Notitie Grondprijzen Gemeente Gilze en Rijen NOTITIE GRONDPRIJZEN GILZE EN RIJEN 2019 Notitie Grondprijzen 2019 1 Gemeente Gilze en Rijen INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 3 2. BEGRIPSBEPALING 5 3. GRONDPRIJZEN WONINGBOUW 6 3.1 Huurwoningen 6 3.1.1 Bereikbare

Nadere informatie

Integraal Vastgoedrekenen. Den Haag

Integraal Vastgoedrekenen. Den Haag Integraal Vastgoedrekenen Den Haag Uw docent vandaag: Naam: Functie: Bedrijf: Jeroen de Jong Senior Gebiedseconoom http://www.linkedin.com/in/jeroencdejong/ Basisboek Vastgoedrekenen (3 e druk, 2016) Programma:

Nadere informatie

Nota van B&W. Onderwerp Afsluitend krediet woonrijpmaken Monacopad

Nota van B&W. Onderwerp Afsluitend krediet woonrijpmaken Monacopad Onderwerp Afsluitend krediet woonrijpmaken Monacopad Nota van B&W Portefeuille J. Nieuwenburg Auteur Mevr. I.M.C. Vlugt Telefoon 5113679 E-mail: i.vlugt@haarlem.nl SO/PM Reg.nr. 226228 Te kopiëren: A,B,C,D

Nadere informatie

BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V.

BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V. BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V. VERONDERSTELLINGEN Vraagprijs 2.500.000 (pand en inventaris). Inkomsten: In totaal 40 kamers; Bezetting kamers: T1 45%, T2 52%, T3 63%, vanaf T4 en verder 68%;

Nadere informatie

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2010

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2010 Halfjaarcijfers 2010 INHOUD Blad Balans per 30 juni 2010 3 Winst- en verliesrekening over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010 4 Kasstroomoverzicht over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010

Nadere informatie

Rotterdams Vastgoedfonds VI CV. Halfjaarcijfers 2010

Rotterdams Vastgoedfonds VI CV. Halfjaarcijfers 2010 Halfjaarcijfers 2010 INHOUDSOPGAVE Blad Balans per 30 juni 2010 3 Winst- en verliesrekening over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010 4 Kasstroomoverzicht over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2012 Corporatie in Perspectief L0921 Almelo CFV 2012 Corporatie in Perspectief L0921 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Samenstelling van het bezit 5 2 Volkshuisvestelijke

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2012 Corporatie in Perspectief L0692 Haarlem CFV 2012 Corporatie in Perspectief L0692 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Samenstelling van het bezit 5 2 Volkshuisvestelijke

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2009 Corporatie in Perspectief L2103 Amsterdam CFV 2009 Corporatie in Perspectief L2103 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Vraag- / aanbodverhoudingen 4 1.3 Situering

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2009 Corporatie in Perspectief L0108 Amsterdam CFV 2009 Corporatie in Perspectief L0108 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Vraag- / aanbodverhoudingen 4 1.3 Situering

Nadere informatie

Integraal Vastgoedrekenen 22 & 23 maart 2017

Integraal Vastgoedrekenen 22 & 23 maart 2017 Integraal Vastgoedrekenen 22 & 23 maart 2017 Uw docenten: Naam: Functie: Jeroen de Jong sr. Gebiedseconoom Bedrijf: Basisboek Vastgoedrekenen (3 e druk, 2016) Naam: Functie: André Deleroi sr. Taxateur

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2009 Corporatie in Perspectief L0160 Aalten CFV 2009 Corporatie in Perspectief L0160 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Vraag- / aanbodverhoudingen 4 1.3 Situering van

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2009 Corporatie in Perspectief L1979 Rotterdam CFV 2009 Corporatie in Perspectief L1979 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Vraag- / aanbodverhoudingen 4 1.3 Situering

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2009 Corporatie in Perspectief L0079 Rotterdam CFV 2009 Corporatie in Perspectief L0079 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Vraag- / aanbodverhoudingen 4 1.3 Situering

Nadere informatie

*A * Memo. onderwerp Impliciete subsidies grond en vastgoed. kenmerk A datum 12/08/

*A * Memo. onderwerp Impliciete subsidies grond en vastgoed. kenmerk A datum 12/08/ Memo ** onderwerp afzender M. Langerak datum 12/08/2015 afdeling Ruimte kenmerk e-mail m.langerak@zuidplas.nl 1. Inleiding Impliciete of verkapte subsidieverlening komt onder meer tot stand als de gemeente

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2012 Corporatie in Perspectief L0689 Ridderkerk CFV 2012 Corporatie in Perspectief L0689 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Samenstelling van het bezit 5 2 Volkshuisvestelijke

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2009 Corporatie in Perspectief Rotterdam Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Vraag- / aanbodverhoudingen 4 1.3 Situering van het corporatiebezit: indicatie fysieke ingrepen

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2009 Corporatie in Perspectief Geertruidenberg Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Vraag- / aanbodverhoudingen 4 1.3 Situering van het corporatiebezit: indicatie fysieke

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2012 Corporatie in Perspectief Eindhoven Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Samenstelling van het bezit 5 2 Volkshuisvestelijke gegevens 2.1 Verhuur 2.1.1 Verhuurgegevens

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2009 Corporatie in Perspectief Zwolle Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Vraag- / aanbodverhoudingen 4 1.3 Situering van het corporatiebezit: indicatie fysieke ingrepen

Nadere informatie

* A14.03658* Grondprijsbrief 2015. 1. Inleiding. 2. Voorwaarden

* A14.03658* Grondprijsbrief 2015. 1. Inleiding. 2. Voorwaarden Grondprijsbrief 2015 1. Inleiding Bij de begroting 2013 heeft de raad van de gemeente Noordenveld de Kadernota Grondprijzen 2013-2016 en Grondprijsbrief 2013 vastgesteld In de Kadernota is het beleidskader

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2012 Corporatie in Perspectief L1962 Eindhoven CFV 2012 Corporatie in Perspectief L1962 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Samenstelling van het bezit 5 2 Volkshuisvestelijke

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2012 Corporatie in Perspectief Rotterdam Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Samenstelling van het bezit 5 2 Volkshuisvestelijke gegevens 2.1 Verhuur 2.1.1 Verhuurgegevens

Nadere informatie

Financieel Statuut. Woonstichting SSW

Financieel Statuut. Woonstichting SSW Financieel Statuut Woonstichting SSW Vastgesteld: RvC 21 januari 2014 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Interne sturing SSW... 3 3 Financiële kaders SSW... 4 4 Vertaling van de financiële kaders naar de

Nadere informatie

VERDIEPING FINANCIAL RISK - UITLEG EN BEREKENING FINANCIËLE RATIO S

VERDIEPING FINANCIAL RISK - UITLEG EN BEREKENING FINANCIËLE RATIO S VERDIEPING FINANCIAL RISK - UITLEG EN BEREKENING FINANCIËLE RATIO S 1 Risico Beoordelingsmodel WSW Risico Management Model WSW baseert zijn risicobeoordeling op het bedrijfsmodel van een corporatie WSW

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2012 Corporatie in Perspectief Zwolle Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Samenstelling van het bezit 5 2 Volkshuisvestelijke gegevens 2.1 Verhuur 2.1.1 Verhuurgegevens

Nadere informatie

Nota Grondprijzen 2016

Nota Grondprijzen 2016 Postbus 1 3430 AA Bezoekadres Stadsplein 1 3431 LZ www.nieuwegein.nl Grondbedrijf en Vastgoedzaken Nota Grondprijzen 2016 Datum 5 januari 2016 Auteur Mark Slingerland Versie Vastgesteld door B&W op 12

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2012 Corporatie in Perspectief L1560 Texel CFV 2012 Corporatie in Perspectief L1560 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Samenstelling van het bezit 5 2 Volkshuisvestelijke

Nadere informatie

Grondprijzennota 2013

Grondprijzennota 2013 Grondprijzennota 2013 1 Grondprijzennota 2013 2 Hoofdstuk Blz. 1. Inleiding 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Methode van grondprijsbepaling 4 1.3 Uitzonderingen 4 1.4 Uitgangspunten 4 1.5 Aansprakelijkheid 4 2.

Nadere informatie

Trends ontwikkeling financiële positie woningcorporaties

Trends ontwikkeling financiële positie woningcorporaties Trends ontwikkeling financiële positie woningcorporaties Het WSW is in overgegaan op een nieuwe wijze van risicomonitoring van woningcorporaties, op basis van kasstromen in plaats van bedrijfswaarde. In

Nadere informatie

Onderwerp: exitstrategie De Meerlanden. Datum: mei 2013 (concept)

Onderwerp: exitstrategie De Meerlanden. Datum: mei 2013 (concept) Onderwerp: exitstrategie De Meerlanden Datum: mei 2013 (concept) 1. Vraagstelling: Door de commissie Ruimte is gevraagd een exitstrategie De Meerlanden uit te werken d.w.z. 1. verkoop aandelen De Meerlanden

Nadere informatie

De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning

De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning Hieronder wordt ingegaan op de fiscale consequenties van de aankoop en het bezit van een recreatiewoning die zodanig met de (onder)grond is verbonden

Nadere informatie

Directie Wijk & Stad Ingekomen stuk D61 (PA 28 september 2011) Ontwikkelingsbedrijf. Ons kenmerk P300/11.00033. Datum uw brief

Directie Wijk & Stad Ingekomen stuk D61 (PA 28 september 2011) Ontwikkelingsbedrijf. Ons kenmerk P300/11.00033. Datum uw brief Directie Wijk & Stad Ingekomen stuk D61 (PA 28 september 2011) Ontwikkelingsbedrijf Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) (024) 329 91 11 Telefax (024) 329

Nadere informatie

Notitie grondprijzen 2012

Notitie grondprijzen 2012 Notitie grondprijzen 2012 1 Samenvatting grondprijzen In onderstaande tabel zijn de prijzen voor het jaar 2012 samengevat. Ter vergelijking zijn de prijzen van 2011 opgenomen. De grondprijzen worden toegelicht

Nadere informatie

NOTITIE GRONDPRIJZEN GILZE EN RIJEN 2015

NOTITIE GRONDPRIJZEN GILZE EN RIJEN 2015 NOTITIE GRONDPRIJZEN GILZE EN RIJEN 2015 Ontwerp en samenstelling: Gemeente Gilze en Rijen Ons kenmerk 14int03410 Afdeling Financiºn, Planning & Control/Planeconomie Eric van Mierlo 16 december 2014 Met

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2009 Corporatie in Perspectief L1061 Stichting Woningcorporatie Plicht Getrouw Ede CFV 2009 Corporatie in Perspectief L1061 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Vraag-

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2009 Corporatie in Perspectief L1910 Oldenzaal CFV 2009 Corporatie in Perspectief L1910 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Vraag- / aanbodverhoudingen 4 1.3 Situering

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2009 Corporatie in Perspectief L1879 Bergen op Zoom CFV 2009 Corporatie in Perspectief L1879 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Vraag- / aanbodverhoudingen 4 1.3 Situering

Nadere informatie

Addendum behorende bij de vaststellingsovereenkomst Belastingplicht Woningcorporaties (d.d. 15 januari 2007) Projectgroep Belco 14 maart 2007

Addendum behorende bij de vaststellingsovereenkomst Belastingplicht Woningcorporaties (d.d. 15 januari 2007) Projectgroep Belco 14 maart 2007 Addendum behorende bij de vaststellingsovereenkomst Belastingplicht Woningcorporaties (d.d. 15 januari 2007) Projectgroep Belco 14 maart 2007 INHOUDSOPGAVE I Partijen II Addendum en Vaststellingsovereenkomst

Nadere informatie

Versie 2013-08. TREASURYSTATUUT Stichting Woontij

Versie 2013-08. TREASURYSTATUUT Stichting Woontij Versie 2013-08 TREASURYSTATUUT Stichting Woontij 1. Inleiding Een groot deel van de kosten bij een wooncorporatie bestaat uit rente. Richtlijnen ten aanzien van financieren en beleggen zijn belangrijk.

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2012 Corporatie in Perspectief L0740 Menterwolde CFV 2012 Corporatie in Perspectief L0740 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Samenstelling van het bezit 5 2 Volkshuisvestelijke

Nadere informatie

HAALBAARHEIDSONDERZOEK

HAALBAARHEIDSONDERZOEK 193 Hartogstraat 7a Slot vastgoedbeheer Zoetermeer HAALBAARHEIDSONDERZOEK Hartogstraat 7a Plaats 18 Den Haag 8 januari 2009 INLEIDING Op verzoek van Slot vastgoedbeheer heeft ons bureau een onderzoek verricht

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2013 Corporatie in Perspectief Rotterdam Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Samenstelling van het bezit 5 2 Volkshuisvestelijke gegevens 2.1 Verhuur 2.1.1 Verhuurgegevens

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening... 3 2.1 Balans per 31 12 2015 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2015...

Nadere informatie

VASTGOEDSTURING OP COMPLEXNIVEAU

VASTGOEDSTURING OP COMPLEXNIVEAU VASTGOEDSTURING OP COMPLEXNIVEAU INLEIDING In onze voorgaande blog hebben we verschillende gangbare waarderingsmethoden toegelicht: de historische kostprijs, de bedrijfswaarde en de marktwaarde. Dit deden

Nadere informatie

Nota Grondprijzen 2015

Nota Grondprijzen 2015 Postbus 1 3430 AA Bezoekadres Stadsplein 1 3431 LZ www.nieuwegein.nl Grondbedrijf en Vastgoedzaken Nota Grondprijzen 2015 Datum 5 januari 2015 Auteur Mark Slingerland Versie Vastgesteld door B&W op 13

Nadere informatie

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2011

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2011 Halfjaarcijfers 2011 INHOUD Blad Balans per 30 juni 2011 3 Winst- en verliesrekening over de periode 1 januari 2011 t/m 30 juni 2011 4 Kasstroomoverzicht over de periode 1 januari 2011 t/m 30 juni 2011

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2013 Corporatie in Perspectief L0676 Gaasterlân-Sleat CFV 2013 Corporatie in Perspectief L0676 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Samenstelling van het bezit 5 2 Volkshuisvestelijke

Nadere informatie

Basiscursus Vastgoedrekenen Den Haag, 16 maart 2017

Basiscursus Vastgoedrekenen Den Haag, 16 maart 2017 Welkom 1 Basiscursus Vastgoedrekenen Den Haag, 16 maart 2017 FGH Bank, een brede kijk op vastgoed Uw docenten: Naam: Functie: Bedrijf: Ing. M. Chris de Ruiter MRE MRICS RT Directeur Taxaties & Research

Nadere informatie

Woningbouwvereniging Bergopwaarts L1226

Woningbouwvereniging Bergopwaarts L1226 Woningbouwvereniging Bergopwaarts L1226 Versie I, januari 217 verslagjaar Colofon Versie I, januari 217 Verslagjaar Den Haag, januari 217 Foto omslag: Chris Pennarts Achtergrond in Perspectief (CiP) is

Nadere informatie

2. De opbrengstpotentie van het huidige schoolterrein aan het Ot en Sienpad

2. De opbrengstpotentie van het huidige schoolterrein aan het Ot en Sienpad Keuzenotitie scholencomplex Ot en Sienpad Huissen De Financiële aspecten. Naast de algemene notitie met de bijbehorende 6 bijlagen waarin de voor- en nadelen en de omgeving factoren en de financiële gevolgen

Nadere informatie

Algemeen. Gemeente Giessenlanden t.a.v. de heer E. Kraaijeveld Postbus ZG HOORNAAR. gemeente Giessenlanden: memo inzake MFC Noorderhuis

Algemeen. Gemeente Giessenlanden t.a.v. de heer E. Kraaijeveld Postbus ZG HOORNAAR. gemeente Giessenlanden: memo inzake MFC Noorderhuis Deloitte Belastingadviseurs B.V. Indirect Tax Wilhelminakade 1 3072 AP Rotterdam Postbus 2031 3000 CA Rotterdam Nederland Tel: 088 288 2888 Fax: 088 288 9963 www.deloitte.nl Gemeente Giessenlanden t.a.v.

Nadere informatie

Verhuurderheffing en effecten investeringsfaciliteit

Verhuurderheffing en effecten investeringsfaciliteit Verhuurderheffing en effecten investeringsfaciliteit Johan Conijn & Wolter Achterveld 30 mei 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Gevolgen verhuurderheffing... 3 3 Gevolgen nieuwe investeringsfaciliteit,

Nadere informatie

Gooilanden. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning

Gooilanden. Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning Gooilanden Fiscaal memorandum: Investeren in een recreatiewoning 1. Inleiding 2. Omzetbelasting 2.1 Btw-ondernemer 2.2 Aftrek van voorbelasting 2.2.1 Geen privé gebruik recreatiewoning 2.2.2 Privé gebruik

Nadere informatie

Stichting Portaal L0117

Stichting Portaal L0117 Stichting Portaal L117 Versie I, januari 217 verslagjaar 215 Colofon Versie I, januari 217 Verslagjaar 215 Den Haag, januari 217 Foto omslag: Chris Pennarts Achtergrond in Perspectief (CiP) is een uitgave

Nadere informatie

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV Jaarbericht Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV 2014 Inhoudsopgave 1. Algemeen 2 2. Jaarrekening 3 2.1 Balans per 31-12-2014 (voor winstbestemming) 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2014 4 2.3 Kasstroomoverzicht

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2013 Corporatie in Perspectief L2004 Delft CFV 2013 Corporatie in Perspectief L2004 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Samenstelling van het bezit 5 2 Volkshuisvestelijke

Nadere informatie

Woningbouwvereniging Anna Paulowna. Investeringsstatuut. Versienummer: Datum: 7 maart Woningbouwvereniging Anna Paulowna

Woningbouwvereniging Anna Paulowna. Investeringsstatuut. Versienummer: Datum: 7 maart Woningbouwvereniging Anna Paulowna Investeringsstatuut Versienummer: 2017.01 Datum: 7 maart 2017 1 INLEIDING onderschrijft zo veel mogelijk de Governancecode voor Woningcorporaties. In deze code is extra aandacht voor verbindingen en risico

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening (x 1.000)... 3 2.1 Balans per 31 12 2016 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2013 Corporatie in Perspectief Geertruidenberg Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Samenstelling van het bezit 5 2 Volkshuisvestelijke gegevens 2.1 Verhuur 2.1.1 Verhuurgegevens

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2013 Corporatie in Perspectief L0582 Hardinxveld-Giessendam CFV 2013 Corporatie in Perspectief L0582 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Samenstelling van het bezit 5

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2010 Corporatie in Perspectief L1777 Moerdijk CFV 2010 Corporatie in Perspectief L1777 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Situering van het corporatiebezit: indicatie

Nadere informatie

Woningbouwvereniging Vecht en Omstreken L1585

Woningbouwvereniging Vecht en Omstreken L1585 Woningbouwvereniging Vecht en Omstreken L1585 Versie I, januari 217 verslagjaar 215 Colofon Versie I, januari 217 Verslagjaar 215 Den Haag, januari 217 Foto omslag: Chris Pennarts Achtergrond in Perspectief

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2010 Corporatie in Perspectief L0928 Tilburg CFV 2010 Corporatie in Perspectief L0928 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Situering van het corporatiebezit: indicatie

Nadere informatie

De herziene residuele grondwaarden zijn hieronder vetgedrukte aangegeven.

De herziene residuele grondwaarden zijn hieronder vetgedrukte aangegeven. Nummer : 12-10.2010 Onderwerp : Herziening exploitatieopzetten Korte inhoud : Herziening exploitatieopzetten Uithuizen, 27 mei 2010 AAN DE RAAD. Inleiding Jaarlijks dienen de exploitatieopzetten van de

Nadere informatie

Corporatie in Perspectief

Corporatie in Perspectief Analyse CFV 2011 Corporatie in Perspectief L0762 Hardenberg CFV 2011 Corporatie in Perspectief L0762 Inhoud 1 Algemeen 1.1 Algemene gegevens corporatie 4 1.2 Situering van het corporatiebezit: indicatie

Nadere informatie

Gemeente Den Haag. Wijkontwikkelingsmaatschappij Den Haag Zuid West BV

Gemeente Den Haag. Wijkontwikkelingsmaatschappij Den Haag Zuid West BV Gemeente Den Haag Wijkontwikkelingsmaatschappij Den Haag Zuid West BV Henk Harms 13 november 2013 Het Ves'a debacle Vreemde posi'e R dam en Den Haag in achtervang CFV, WSW en BZK louter gefocust op financiën

Nadere informatie

HET RENDEMENT. De aankoopprijs en huurinkomsten geven een Bruto Aanvangsrendement (BAR = huuropbrengst/totale aankoopprijs) van 5.42%.

HET RENDEMENT. De aankoopprijs en huurinkomsten geven een Bruto Aanvangsrendement (BAR = huuropbrengst/totale aankoopprijs) van 5.42%. HET RENDEMENT 23-5-2015 www.hetrendement.be Bart@hetrendement.be 0476/941477 BTW-BE 0598.805.645 IBAN BE77 1430 9238 6642 Ezelstraat 71, 8000 Brugge De woning staat te koop voor 630.000 bij vastgoed Acasa,

Nadere informatie

MFC Heerewaarden Investering en exploitatiekosten Datum: 27 mei 2014 Opdrachtgever: Gemeente Maasdriel Auteur: Wendie Hardeman en Edwin van de Voort

MFC Heerewaarden Investering en exploitatiekosten Datum: 27 mei 2014 Opdrachtgever: Gemeente Maasdriel Auteur: Wendie Hardeman en Edwin van de Voort MFC Heerewaarden Investering en exploitatiekosten Datum: Opdrachtgever: Auteur: 27 mei 2014 Gemeente Maasdriel Wendie Hardeman en Edwin van de Voort Inleiding In de periode februari mei 2014 is door en

Nadere informatie

Activiteiten Beter Wonen in ALMELO

Activiteiten Beter Wonen in ALMELO Bijlage 3 Financiële paragraaf Beter Wonen Het bod in aantallen In onderstaande tabellen wordt de inhoud van het bod van Beter Wonen, zoals hiervoor is verwoord, concreet gemaakt in meetbare grootheden

Nadere informatie

Memo bij grondexploitatie De Drenkeling 2013

Memo bij grondexploitatie De Drenkeling 2013 Memo bij grondexploitatie De Drenkeling 2013 Gemeente Westvoorne V. 131030 RESIDUEEL 30 oktober 2013 Sander Vonk Inhoudsopgave Inleiding 2 1. Het plan 2 2. Gehanteerde parameters 3 3. Boekwaarde 4 4. Fasering

Nadere informatie

Grondprijzennota. Gemeente Stein Afdeling Maatschappelijk en Ruimtelijk Beleid december 2014

Grondprijzennota. Gemeente Stein Afdeling Maatschappelijk en Ruimtelijk Beleid december 2014 Grondprijzennota 2015 Gemeente Stein Afdeling Maatschappelijk en Ruimtelijk Beleid december 2014 1. INLEIDING De grondprijzennota wordt opgesteld binnen de door de Raad vastgestelde kaders van de Nota

Nadere informatie