Interactief sportief beleid Een onderzoek naar de mogelijke rol van sportverenigingen bij het sportbeleid in de Gemeente Doetinchem

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Interactief sportief beleid Een onderzoek naar de mogelijke rol van sportverenigingen bij het sportbeleid in de Gemeente Doetinchem"

Transcriptie

1 Interactief sportief beleid Een onderzoek naar de mogelijke rol van sportverenigingen bij het sportbeleid in de Gemeente Doetinchem Bachelorthesis Opleiding Bestuurskunde Faculteit der Managementwetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen 9 augustus 2016 Haiko Vink S Begeleider: Prof. Dr. S. van Thiel 1

2 Voorwoord Augustus 2016 Beste lezer, Voor u ligt het eindresultaat van het laatste onderzoek van mijn Bachelor Bestuurskunde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Dit onderzoek is vastgelegd in deze scriptie. Het eind van mijn bachelorstudie is dan ook in zicht. Het waren vier zeer leerzame jaren. Het bestuurskundig curriculum heeft mij veel geboden, maar ook naast het studeren waren het jaren van ontwikkeling. Op persoonlijk en professioneel vlak heeft de tijd niet stil gestaan. Diverse nevenactiviteiten heb ik de afgelopen jaren mogen ontplooien, waarvan een gedeelte op de Radboud Universiteit. De universiteit is voor mij een erg goede plek geweest om mij te ontwikkelen. De komende jaren zal deze ontwikkeling doorgaan met een vervolgstudie en ongetwijfeld ook op andere vlakken. Maar eerst de afsluiting van mijn bachelorstudie, deze scriptie. In dit voorwoord is er ook ruimte om een aantal personen en organisaties te bedanken. Allereerst wil ik mijn scriptiebegeleider Prof. Dr. S. van Thiel erg bedanken voor haar steun en begeleiding gedurende dit proces. Door de feedbackgesprekken werd ik dikwijls over enkele hobbels heen geholpen. Daarnaast wil ik ook medestudent Jeroen IJff bedanken voor het lezen en beoordelen van mijn stukken. Hem wens ik dan ook veel succes met zijn afronding van zijn bachelorscriptie en het vervolg van zijn (studie)loopbaan. Daarnaast ben ik de gemeente Doetinchem en in het bijzonder mijn begeleider Barbara Ulfman erg dankbaar. In tijden waarop het erg onrustig was op persoonlijk vlak heb ik de ruimte gekregen om deze periode zo goed mogelijk in te vullen. Daarnaast heb ik mogen meekijken met diverse dossiers uit de praktijk en binnen de organisatie. Deze extra praktijkaanvulling is een mooie toevoeging op het doorgaans wetenschappelijke curriculum van de universiteit. Voor dit onderzoek is de medewerking van de medewerkers van de gemeente Doetinchem, Sporterservice Doetinchem en bestuurders van de diverse sportverenigingen erg belangrijk geweeste. De verkregen informatie uit deze interviews is erg waardevol gebleken. Ik ben dan ook erg blij met de inzet en bijdrage van deze personen. Ten slotte rest mij nog om u veel leesplezier te wensen. Dit onderzoek probeert de lezer mee te nemen op een reis door het sportbeleid in de Gemeente Doetinchem. Een erg sportieve gemeente, waar in de toekomst interessante dingen staan te gebeuren voor de gemeente, de sporters en de sportverenigingen. Erg veel sportief leesplezier gewenst. Haiko Vink 2

3 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Aanleiding en achtergrond Probleemstelling Relevanties Onderzoeksopzet en methoden Leeswijzer 7 Hoofdstuk 2: Theoretisch kader 2.1 Beleid in het algemeen Interactief beleid: wat is het Interactief beleid: voorwaarden Interactief beleid: bestuursstijlen Interactief beleid: participatieladder Edelenbos en Monnikhof Afwegingskader Conclusie1 17 Hoofdstuk 3: Methodologische verantwoording 3.1 Operationalisering voorwaarden interactief beleid Kwalitatief onderzoek Onderzoeksmethoden Analysetechnieken Betrouwbaarheid en validiteit Casebeschrijving 27 Hoofdstuk 4: Resultaten 4.1 Betrokken organisaties Sportvisie en sportbedrijf Participatie bij totstandkoming sportvisie Participatie bij ontwikkelingen rond sportbedrijf Overige bevindingen (Sportservice Doetinchem en Sportraad) Conclusie 52 Hoofdstuk 5: Conclusie 5.1 Conclusie Aanbevelingen Conclusie Afsluiting 58 Literatuurlijst 59 Bijlagen Bijlage 1: Interviewhandleiding sportverenigingen 61 Bijlage 2: Interviewhandleiding bestuur 64 Bijlage 3: Respondenten interviews 67 3

4 Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Aanleiding en achtergrond In het coalitieakkoord hebben de politieke partijen CDA, VVD, D66, GroenLinks en SGP-CU van de gemeente Doetinchem de gezamenlijke speerpunten voor de coalitieperiode vastgelegd. In dit document wordt gewezen op de veranderende rol van de overheid (Gemeente Doetinchem, 2014a, p. 8). De gemeente Doetinchem gaat steeds meer uit van de eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid van de inwoners. De gemeente gaat pas over tot handelen, als dat echt niet anders kan. De gemeente zal nadrukkelijk samenwerking zoeken met inwoners en betrokken partijen. De rol en passie van de gemeente is: stimuleren, faciliteren, verbinden, samenwerken en participeren (Gemeente Doetinchem, 2014a, p. 8). In dit coalitieakkoord wordt ook het programma jeugd, zorg en welzijn, sport en cultuur gepresenteerd (Gemeente Doetinchem, 2014a, p ). Sport wordt, samen met de sectoren kunst, cultuur, evenementen en (levensbeschouwende) instellingen, benoemd als bindweefsel van de Doetinchemse samenleving (Gemeente Doetinchem, 2014a, p. 7). Sport wordt gezien als doel, want het is belangrijk, leuk en gezond. Sport wordt ook gezien als middel, om beleidsdoelstellingen op andere terreinen te halen (Gemeente Doetinchem, 2014a, p. 26). Sport kan worden in gezet op andere beleidsterreinen zoals gezondheid, (regionale) economie en participatie. Om sport als verbindende schakel tussen al deze beleidsterreinen in te kunnen zetten, zodat sport ook kan verbinden in de buurt en stad, heeft de gemeente de sportverenigingen nodig. Zij vervullen een centrale rol bij het uitvoeren van het sportbeleid (Gemeente Doetinchem, 2014a, p. 27). Naast het coalitieakkoord kent de gemeente Doetinchem ook een visiedocument over sport onder de naam Doetinchem in Vorm (Doetinchem, 2011). Dit document beslaat de periode vanaf 2011 tot en met Hierin worden ook de verbindingen met andere beleidsterreinen benadrukt. Dat is ook terug te lezen in haar visie. De gemeente Doetinchem hanteert voor de periode 2012 tot 2016 de volgende missie: Door slimme verbindingen binnen de sport en tussen sport en andere beleidsdomeinen, sportdeelname en een gezonde leefstijl van de Doetinchemse bevolking stimuleren (Doetinchem, 2011, p. 4). Ook in dit beleidsdocument wordt prioriteit gegeven aan het onder steunen van de sportverenigingen (Doetinchem, 2011, p. 7). De gemeente heeft voor de uitvoering van het beleid dus een belangrijke rol weggelegd voor de sportverenigingen. Het visiedocument nadert zijn einde. Om het huidige visie document op te volgen, wordt op dit moment een nieuwe sportvisie ontwikkeld. Deze zal voortborduren op de oude sportvisie. Naast de ontwikkeling van een nieuwe Doetinchemse sportvisie staat er meer te gebeuren aangaande het sportbeleid in de gemeente Doetinchem. Begin 2016 wordt de mogelijkheid onderzocht voor het oprichten van een sportbedrijf/sportcoöperatie (Doetinchem, 2015a, p.17). Dit sportbedrijf moet een zelfstandige organisatie worden, waarbinnen de sportverenigingen, de gemeenten en andere organisaties binnen het domein sport en bewegen samenwerken aan het onderhoud en beheer van de accommodaties (Doetinchem 2015, p.17). Dit kan eventueel worden gekoppeld aan sportbeleidsdoelstellingen op andere terreinen, zoals gezondheid en participatie. Hiervoor bestaat de organisatie Sportservice Doetinchem al. Dit sportbedrijf zal mogelijk samen worden gevoegd met Sportservice Doetinchem, waarbij deze nieuwe organisatie bedoeld is voor zowel het onderhoud en beheer van de accommodaties en de inzet van sport binnen de andere beleidsdomeinen. Een dergelijke organisatie is niet nieuw binnen het landschap van gemeenten. Er zijn meer gemeenten met een vergelijkbare sportorganisatie. Vaak wordt daarbij gekozen voor de term sportbedrijf, terwijl in Doetinchem ook de term sportcoöperatie wordt gebruikt. 4

5 Sportverenigingen spelen een belangrijke rol bij het (Doetinchemse) sportbeleid. De gemeente Doetinchem heeft de sportverenigingen nodig om zijn beleidsdoelstellingen te halen. De gemeente is zelf namelijk geen aanbieder van activiteiten op het gebied van sport en bewegen. Daarnaast vindt de gemeente het belangrijk om verenigingen te ondersteunen, omdat zij ook een belangrijke rol vervullen bij het behalen van andere beleidsdoelstellingen. Een gedeelte van de sportverenigingen is ook afhankelijk van de gemeente Doetinchem, omdat zij sportaccommodaties huren van de gemeente, vaak tegen een niet al te hoog bedrag. Daarnaast is er ook een subsidie (deelnamesubsidie) om zoveel mogelijk jongeren en mensen met een beperking te laten sporten; dat is goed om de beleidsdoelstellingen te halen en goed voor de verenigingen. De wens om het gemeentelijk beleid minder op te leggen aan de betrokkenen past binnen het idee van interactieve beleidsvorming. Volgens Edelenbos en Monnikhof zijn er drie hoofdargumenten die waarschijnlijk ten grondslag liggen aan deze wens van de gemeente Doetinchem (1998, p.24 ). Allereerst kan interactieve beleidsvorming leiden tot vergroting van het draagvlak van het beleid. In deze casus zouden sportverenigingen en leden van de sportverenigingen dus meer betrokken worden bij het beleid en daardoor meer begrip voor gemeentelijke afwegingen kunnen hebben. Het tweede argument is het kwaliteitsargument. Door sportverengingen bij het beleid te betrekken kan dat leiden tot een betere kwaliteit van beleid. Beleid zal dan meer aansluiten bij wat men wil bereiken (doel van het beleid). Het laatste argument is het democratieargument. Doordat burgers bij interactieve beleidsvorming bezig zij met het vormen van beleid, worden zijn opgeleid tot goede staatsburgers (Edelenbos & Monnikhof, 1998, p. 25). Dat zou de kwaliteit van de democratie ten goede komen. Bovenstaande ontwikkelingen en beleidsambities zijn startpunt van dit onderzoek. Vanuit deze zaken is de onderstaande probleemstelling geformuleerd. 1.2 Probleemstelling Voordat de gemeente Doetinchem bij haar sportbeleid de verenigingen kan betrekken, moeten keuzes worden gemaakt welke vorm het meest geschikt wordt geacht voor de situatie in Doetinchem. Daarvoor is het nodig om eerst onderzoek te doen naar de verschillende vormen van interactieve beleidsvorming en de daarbij behorende voorwaarden in kaart te brengen. Daarvoor dient dit onderzoek. Nadat deze vormen en voorwaarden in kaart zijn gebracht, heeft de gemeente Doetinchem meer informatie om deze keuze op te baseren Doelstelling Uit de bovenstaande bespiegelingen kan de volgende doelstelling van dit onderzoek worden geformuleerd: Het doel van het onderzoek is het doen van aanbevelingen over het gebruik van interactieve beleidsvorming en de daarbij behorende voorwaarden voor de gemeente Doetinchem om bij haar sportbeleid de sportverenigingen te betrekken. De mogelijke rol van de sportverengingen wordt onderzocht voor twee aspecten van het Doetinchemse sportbeleid. Namelijk: 1: De rol van sportverenigingen bij het ontwikkelen van een nieuwe sportvisie. 2: De rol van sportverenigingen bij het mogelijk ontstaan van een sportcoöperatie/sportbedrijf. 5

6 1.2.2 Onderzoeksvraag De hoofdvraag van dit onderzoek is als volgt geformuleerd: In hoeverre is interactieve beleidsvorming mogelijk en geschikt voor de gemeente Doetinchem om sportverenigingen te betrekken bij haar sportbeleid? Om deze hoofdvraag te kunnen beantwoorden zullen de onderstaande deelvragen moeten worden beantwoord. 1) Welke voorwaarden zijn er te onderscheiden om over te gaan op interactieve beleidsvorming? 2) Welke vormen van interactieve beleidsvorming zijn er te onderscheiden? 3) Zijn de gevonden voorwaarden aanwezig in de gemeente Doetinchem wat betreft het betrekken van sportverengingen bij de ontwikkeling van een nieuwe sportvisie? 4) Zijn de gevonden voorwaarden aanwezig in de gemeente Doetinchem wat betreft het betrekken van sportverengingen bij het mogelijk ontstaan van een sportcoöperatie/sportbedrijf? 1.3 Relevantie Maatschappelijke relevantie Dit onderzoek draagt bij aan het sportbeleid in de Gemeente Doetinchem. Zij zullen na dit onderzoek meer informatie hebben over de vormen van interactieve beleidsvorming en daar hun voordeel mee kunnen doen. De gemeente Doetinchem wil de sportverenigingen graag betrekken bij het sportbeleid, maar waarschijnlijk past niet elke vorm even goed bij de Doetinchemse situatie. Daarnaast maakt dit onderzoek een onderscheid in het betrekken van sportverenigingen bij de sportvisie en bij de ontwikkeling van het sportbedrijf. Dit inzicht kunnen zij later toepassen op de wijze waarop zij sportverengingen betrekken bij deze stromen binnen het beleid in de gemeente. Dit ook relevant voor andere participatietrajecten binnen het sportbeleid of op ander beleidsterreinen in de gemeente Doetinchem. Ook voor andere gemeenten is dit onderzoek mogelijk relevant. Voor de sportverenigingen is dit onderzoek relevant, omdat zij inzicht kunnen krijgen in welke vormen van interactieve beleidsvorming voor hen interessant zijn. Zij kunnen door een toenemende invloed op het beleid ook een andere positie krijgen. Belangrijk voor de sportverenigingen zal zijn of deze nieuwe manier van beleidsvorming past bij hun wensen Wetenschappelijke relevantie Dit onderzoek draagt bij aan de literatuur over interactieve beleidsvorming. Interactieve beleidsvorming is een beleidstroming waar erg veel over geschreven is (Pröpper & Steenbeek, 2009). Er bestaan veel artikelen en boeken over dit thema. Ook zijn er casussen beschreven waarin dit concept werd toegepast. Vaak wordt er achteraf gekeken of er sprake was van interactieve beleidsvorming en hoe dat proces is doorlopen. In dit onderzoek worden de theoretische concepten van interactieve beleidsvorming toegepast op een concrete casus, namelijk het sportbeleid in de gemeente Doetinchem. Deze wetenschappelijke concepten zullen dus waar relevant worden getest op de praktische toepasbaarheid. Het gaat voornamelijk om concepten van bestuurstijlen en randvoorwaarden die zijn opgesteld door Pröpper en Steenbeek (2009). Daarnaast draagt dit onderzoek bij aan de literatuur over sportbeleid in het algemeen. 6

7 1.4 Onderzoeksopzet en methoden Dit onderzoek heeft de vorm van een casestudy (Bleijenbergh, 2013). Het gaat hier om kwalitatief onderzoek binnen een organisatie, in dit geval de gemeente Doetinchem. Bij een casestudy is het gebruikelijk om verschillende onderzoeksmethoden te gebruiken om de casus evenwichtig te kunnen analyseren. Deze triangulatie van methode is nodig om een betrouwbaar beeld van de casus te kunnen krijgen. In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van documentanalyses en worden er interviews gehouden. 1.5 Leeswijzer In het volgende hoofdstuk wordt in gegaan op de wetenschappelijke theorie over interactieve beleidsvorming. Hierin komen ook de voorwaarden voor interactief beleid aan bod. In hoofdstuk 3 volgt het methodologische kader, waarin de methoden uit dit onderzoek worden beschreven. Hoofdstuk 4 bevat de analyse over de twee participatietrajecten en de (mogelijke) rol van sportverenigingen bij deze trajecten. In hoofdstuk 5 wordt de onderzoeksvraag beantwoord en worden er aanbevelingen voor de wetenschap en de praktijk gegeven. 7

8 Hoofdstuk 2: Theoretisch kader Inleiding en leeswijzer In dit hoofdstuk zullen de eerste twee deelvragen worden beantwoord. Er zal antwoord worden gegeven op de vragen: Welke voorwaarden zijn er te onderscheiden om over te gaan op interactieve beleidsvorming? en Welke vormen van interactieve beleidsvormingen zijn er te onderscheiden? Om te komen tot deze antwoorden zal eerst een korte beschouwing worden geven over wat er wordt verstaan onder beleid (paragraaf 2.1). Vervolgens wordt er specifiek ingegaan op interactief beleid. Dit wordt gedaan aan de hand van definities en de belangrijke begrippen interactiviteit en participatie (paragraaf 2.2). Daarna wordt er een antwoord gegeven op de eerste deelvraag en zullen de verschillende kernvoorwaarden van interactieve beleidsvorming worden besproken (paragraag 2.3). Hierna worden eerste de bestuurstijlen (paragraaf 2.4) en daarna de verschillende vormen van interactieve beleidsvorming besproken (paragraaf 2.5). De voorwaarden en bestuurstijlen worden met elkaar in verbinding gebracht in het afwegingskader (paragraaf 2.6.) Ten slotte zullen de belangrijkste conclusies van dit hoofdstuk worden getrokken en wordt er antwoord gegeven op de eerste twee deelvragen (paragraaf 2.7). Het conceptueel model is ook te vinden in de laatste paragraaf. 2.1Beleid in het algemeen Beleid is een term die veel gebruikt wordt om overheidshandelen te beschrijven. Beleid kan dan ook erg veel betekenen en is voor de betekenis deels afhankelijk van de context.. Hoogerwerf en Herweijer omschrijven beleid als het streven naar het bereiken van bepaalde doeleinden met bepaalde middelen en bepaalde tijdskeuzes (2009, p.32). Wanneer de lijn van Hoogerwerf en Herweijer gevolgd wordt is sportbeleid het streven naar het bereiken van bepaalde doelen op het gebied van sport. In de sportbeleidswereld wordt dit sport als doel genoemd. Daarnaast is er een tweede stroom die sport als middel wordt genoemd. In deze stroom wordt sport als beleidsinstrument ingezet voor een ander beleidsdoeleind. Als het gaat om gezondheid, kan sport bijvoorbeeld als instrument worden ingezet om de gezondheid te bevorderen. Er zijn vele andere terreinen te verzinnen waarop sport ingezet kan worden als middel, zoals participatie en economie. Sport is belangrijk voor de maatschappij. Belangrijk als doel, maar zeker ook belangrijk als middel (NOC*NSF, 2009). Interactief beleid is te beschouwen als een bepaalde manier waarop beleid wordt gemaakt. Hierbij gaat het voornamelijk om de manier waarop beleid wordt ontworpen. 2.2Interactief beleid Wat is het? Het ontwikkelen van beleid op een interactieve manier is in de periode vele malen beschreven (Pröpper & Steenbeek, 2009, p 13). Kennis is vergaard en verspreid via allerlei publicaties in boeken, artikelen en rapporten. Kern van interactief beleid is dat het niet zelfstandig door het bestuur of een beleidsmaker wordt bedacht, maar dat er een bepaalde mate van participatie is om tot beleid te komen. Overheden vragen bij interactief beleid betrokkenen om mee te participeren. Betrokkenen kunnen andere overheden en maatschappelijke organisaties zijn, maar ook burgers voor wie het beleid bedoeld is. Participatie en eigen initiatief waren voor 1999 al belangrijk thema s die vaak naar voren kwamen als wens in coalitieakkoorden en andere overheidsdocumenten. De aanverwante begrippen zijn verschoven van het terugdringen van de verzorgingstaat, zelfsturing en deregulering naar burgerinitiatief en het terugdringen van de regeldruk (Pröpper & Steenbeek, 2009, p.13). Sinds 2009 zou je daar ook de terugtrekkende overheid aan toe kunnen voegen. 8

9 Kortom: interactief beleid is de laatste jaren een actueel onderwerp gebleven, ook als is de context wel veranderd. Interactief beleid kan ook worden gezien als een mogelijke oplossing voor de terugtrekkende overheid en het vergroten van de zelfredzaamheid van burgers Definitie Het begrip interactieve beleidsvorming is op vele verschillende manieren gedefinieerd. Vaak gaat het om kleine inhoudelijke verschillen of invalshoeken. Pröpper en Steenbeek (1998) en Edelenbos (1998) hebben het over interactief beleid, terwijl Cornips (2008) het heeft over interactief bestuur. Een andere term die in de literatuur ook nog wordt gebruikt is interactieve beleidsvoorbereiding. Deze term wordt gebruikt door Hoogerwerf en Herweijer (2008). Edelenbos kiest als definitie: Interactieve beleidsvorming houdt in dat burgers in de vormgeving en uitvoering van het beleid worden gekend. Belanghebbende burgers worden in een vroeg stadium bij beleidsvorming betrokken om mee te denken en te praten over problemen en mee te werken aan mogelijke oplossingsrichtingen (Edelenbos, 1998, p. 24). Ook Pröpper en Steenbeek hebben het over interactief beleid, maar daarbij gaat het volgens hem niet uitsluitend om het betrekken van burgers. Voor hem is het interactief beleid het in een zo vroeg mogelijk stadium burgers, maar ook maatschappelijke organisaties en/of andere overheden betrekken (Pröpper & Steenbeek, 1998, p. 293). Buiten dit kleine verschil over wie participeert bij interactief beleid, is zijn definitie verder in lijn met die van Edelenbos. Interactief bestuur is de term die onder andere gebruikt wordt door Cornips (2008). Interactief bestuur is volgens Cornips de verzamelnaam voor beleidsprocessen waarin de overheid mogelijkheden creëert voor de belanghebbende burgers en/of organisaties om in een relatief vroeg stadium van de besluitvorming op een directe wijze te participeren in de voorbereiding, formulering en/of uitvoering van beleid (Cornips, 2008, p. 15). Cornips kiest het perspectief van een overheid, die bij interactief bestuur ruimte geeft aan betrokken om te participeren. De definitie van Cornips is een wat uitgebreidere definitie dan die van Pröpper, Steenbeek en Edelenbos. Ten slotte is ook het begrip interactieve beleidsvoorbereiding te vinden in de literatuur, onder andere bij Hoogerwerf en Herweijer. Zij hebben het vooral over de eerste fase van het beleid, waarin beleidsbepalers slechts spreken met individuele burgers over varianten en mogelijke consequenties van beleid (Hoogerwerf & Herweijer, 2008, p.266). Deze meedenkers mogen eventueel voorkeuren doorgeven, maar daar houdt de invloed van de burgers op. Daarna gaan de beleidsbepalers weer aan de slag en laten zij de burger verder links liggen. Burgers participeren hier slechts in de voorbereidingsfase van beleid, vandaar de door hun gekozen term. In dit onderzoek wordt gekozen voor de term interactieve beleidsvorming. Dit in lijn met de auteurs Edelenbos en Pröpper en Steenbeek. Het gaat in dit onderzoek om participatie van sportverenigingen bij het ontwikkelen van het sportbeleid op gemeentelijk niveau. Onderzocht wordt of die rol verder kan gaan dan alleen het meedenken, dus het gaat niet louter om een inbreng in de beleidsvoorbereiding. Ook gaat het niet om de burger als individu, maar om sportverenigingen. Deze kenmerken komen het sterkst terug in de definitie van Pröpper en Steenbeek. De definitie van interactief beleid in dit onderzoek luidt als volgt: Interactief beleid is een wijze van beleid voeren waarbij overheid in een zo vroeg mogelijk stadium burgers, maatschappelijke organisaties, bedrijven en/of overheden bij het beleid betrekt om in open wisselwerking en/of samenwerking met hen tot de voorbereiding, bepaling, de uitvoering en/of de evaluatie van het beleid te komen (Pröpper & Steenbeek, 1998, 293). 9

10 Interactief beleid wordt soms veranderd in interactieve beleidsvorming, omdat het dan gaat over nieuw te vormen beleid op een interactieve manier. Voor de term overheid wordt in dit onderzoek meestal de term bestuur gekozen, omdat dit beter overeenkomt met de andere termen binnen de literatuur. De burgers, maatschappelijke organisatie, bedrijven en/of overheden worden aangeduid als participant wanneer het niet uit uitmaakt of onduidelijk is of wie of welke type organisatie het gaat. Interactief beleid gaat verder dan inspraak en participatie In dit onderzoek lopen inhoud en proces soms door elkaar wat betreft interactief beleid. Interactief beleid kan gaan over het proces, dus om handelingen om verenigingen te betrekken. Interactief beleid heeft ook een inhoudelijke component, als het gaat om beslissingen samen nemen en invloed van de participant. Verenigingen moeten de mogelijkheid hebben om wat te zeggen (proces), maar moeten ook gehoord worden (inhoud). Een duidelijke splitsing tussen proces en inhoud zou de situatie anders in kaart brengen, waardoor andere hierop gerichte aanbevelingen gedaan zouden kunnen worden. (Pröpper & Steenbeek, 2009 ). Inspraak gaat ook over het betrekken van burgers of belanghebbenden en is vaak een vaststaand onderdeel van besluitvorming door de overheid. Participatie gaat over deelname en meedenken en dus invloed op een bepaalde idee, concept of beleidsterrein. Interactief beleid is maken en uitvoeren van beleid door de overheid in samenwerking met externe partijen. Het hoeft hier dus niet uitsluitend te gaan om gemeentelijke beleid, maar het kan ook gaan op ideeën van en initiatieven van deze externe partijen. De concepten inspraak en participatie worden hieronder uitgelegd, waarbij ook de verschillen met interactief beleid aan bod komen Inspraak Bij interactief beleid probeert de overheid in een zo vroeg mogelijk stadium beleid samen te maken met burgers en maatschappelijke organisaties. In een open wisselwerking probeert men samen tot resultaten te komen die door alle partijen gedragen worden (Pröpper & Steenbeek, 2009, p 48). Interactiviteit gaat verder dan inspraak. Inspraak kan wel een onderdeel zijn van de interactieve stijl, maar alleen inspraak is niet voldoende om te spreken over interactieve beleidsvorming. Inspraak is een door de overheid georganiseerde mogelijkheid voor burgers en maatschappelijke organisaties om hun mening te geven over het beleid dat er al ligt (Pröpper & Steenbeek, 2009, p. 48). Uiteraard kan de overheid deze mening meenemen bij het beleid of het beleid daar op aanpassen, maar samenwerking bij interactieve beleidsvorming is veel fundamenteler. Daar gaat het niet om een beleidsvoorstel dat er al ligt waar burgers dan ook nog iets over te zeggen hebben. Interactief beleid gaat over het samen ontwikkelen van het beleid, waarbij de keuze voor het beleid ook gezamenlijk kan worden aangepakt Participatie Het begrip participatie komt terug op vele beleidsterreinen. Gemeentelijke afdelingen hebben hier vaak mee te maken op terreinen zoals de Wet maatschappelijke ondersteuning of Wet participatiebudget (Jager-Vreugdenhil, 2011). De term participatie is onder te verdelen in vier verschillende hoofdtypen. Deze hoofdtypen zijn: (1) economische participatie, (2) politieke participatie of beleidsparticipatie, (3) onderwijsparticipatie en (4) maatschappelijke en sociale participatie (Jager-Vreugdenhil, 2011, p. 80). Voor dit onderzoek zijn er parallellen met de hoofdtypen politieke of beleidsparticipatie en maatschappelijke participatie en sociale participatie van belang. Wat betreft politieke of beleidsparticipatie gaat om het laten deelnemen van burgers en andere organisaties aan het beleidsproces. Deze deelname kan plaats vinden in elke fase van het beleid, maar de meest voorkomende fases zijn de voorbereiding, totstandkoming en uitvoeringsfase 10

11 van het beleid. Interactieve beleidsvorming lijkt wat dat betreft sterk op de term participatie zoals gebruikt in deze zin. Hierdoor zijn ook participatieladders bruikbaar als het gaat om interactief beleid. Maatschappelijke participatie wordt zelden consequent gebruikt en vaak ook niet gedefinieerd (Jager-Vreugdenhil, 2011). Volgens Jager-Vreugdenhil is het verschil tussen maatschappelijke en sociale participatie dat bij maatschappelijke participatie wordt deelgenomen aan formele organisaties in het private domein, terwijl bij sociale participatie deelname juist geschiedt in informele en ongeorganiseerde verbanden zoals sociale netwerken (2008, p. 85). Maatschappelijke of sociale participatie gaat dus bijvoorbeeld om mee doen binnen een bepaalde commissie van een vereniging, terwijl een praatje aan de bar van die vereniging weer valt onder sociale participatie. Deze vormen van participatie zijn vaak één van de doelen van beleid. Beleid dat gericht is om mensen weer deel te laten nemen in de buurt, als vrijwilliger bij verengingen of in de strijd tegen eenzaamheid. Voor dit onderzoek naar interactieve beleidsvorming is de politieke of beleidsparticipatie het meest relevant. Interactieve beleidsvorming bestaat bij de gratie van participatie door burgers en andere organisaties; anders klopt die term interactief immers niet meer. Interactief duidt op een wisselwerking tussen de bestuurders uit het publieke domein met burgers en organisaties die meedoen aan het beleidsproces; zij participeren. 2.3 Interactief beleid voorwaarden Vaak bestaat de neiging om gewoon maar te beginnen aan interactief beleid. Volgens Pröpper en Steenbeek is dat niet de juiste aanpak (2009, p.138). Vooraf moet een aantal zaken in kaart gebracht worden. Dit gaat onder meer om het analyseren van de problematiek, kijken naar de actoren en de doelstellingen bepalen. Hieruit volgt een bepaald beeld van de beleidssituatie. Deze beleidsituatie kan worden beoordeeld aan de hand van kernvoorwaarden. Na deze analyse kan er gekeken worden welke vorm van interactief beleid hier het beste bij past. Om te komen tot de meest complete set van voorwaarden worden de kernvoorwaarden van Pröpper en Steenbeek (2009) gebruikt. Voorwaarden voor interactief beleid zijn te beschouwen als een risicoanalyse. Mochten er op sommige voorwaarden twijfels bestaan over de geschiktheid, dan is de kans op het slagen van interactief beleid minder groot. Daar kan dan bovendien het ambitieniveau op aan worden gepast. In deze paragraaf worden zes kernvoorwaarden beschreven. De zes kernvoorwaarden voor interactief beleid volgens Pröpper en Steenbeek zijn (2009, p.52): 1) Openheid 2) Duidelijkheid over rol en inbreng van het bestuur en van de participanten 3) Meerwaarde van participatie 4) Constructieve relatie tussen bestuur en deelnemer(s) 5) Geschikte problematiek 6) Voldoende personele capaciteit en hulpmiddelen Deze zes kernvoorwaarden worden hieronder per voorwaarde uitgediept naar zaken van algemene aard, voorwaarden voor het bestuur en voorwaarde voor de participant. Bij een enkele voorwaarde enkele voorwaarde is de overlap te groot en deze driedeling niet mogelijk. Voorwaarden die gaan over het samenspel tussen bestuur en participant worden gezien als algemene voorwaarden. 11

12 Kernvoorwaarde 1: Openheid Algemeen: Voor interactieve beleidsvorming is het van belang, dat er in ieder geval enige beleidsruimte zijn. Het kan bij interactieve beleidsvorming niet zo zijn dat de inhoud van het beleid al helemaal vaststaat. Interactief beleid is alleen van nut als er ruimte is om dit beleid in te vullen tussen participant en bestuur. Bestuur: Het bestuur moet er van tevoren voor kiezen om invloed te delen met de participant. Zij laten ruimte over voor invulling door de participant(en). Daarnaast moet het bestuur ook de participanten inzicht verschaffen in de uiteindelijke keuzes. Participanten zijn deelgenoot geworden van de beleidsvoorbereiding en zullen dus openheid verwachten in de keuzes die hierop volgen. Participant: Interactief beleid vergt van zowel het bestuur als de participant een instelling van geven en nemen. Participanten moeten dus niet alleen meedoen om hun eigen belang te dienen, maar moet ook gedeeltelijk gericht zijn op het algemeen belang. Daardoor is bereidheid om op eigen inzichten en kennis te delen met het bestuur ook van belang. Het is dus belangrijk dat de participant ook meebeweegt en niet onveranderlijk is in eigen opvattingen en opstelling. Kernvoorwaarde 2: Duidelijkheid over rol en in breng van het bestuur en van de participanten Algemeen: Vooraf moet duidelijk worden gemaakt welke rol het bestuur en participanten spelen in het proces en wat ze van elkaar kunnen verwachten. Bestuur: Het bestuur moet vooraf een beeld hebben waar zij naar toe wil in het proces en dat ook delen met de participant. Hierdoor weet de participant beter wat er van hem verwacht wordt en loopt de participant aan het eind niet tegen teleurstellingen aan. Participant: De participanten moeten van elkaar ook weten wie welke rol heeft. Dit is ook belangrijk als participanten vanuit verschillende deelterreinen aanschuiven. Niet elke participant hoeft op dezelfde momenten even veel te zeggen te hebben, maar vooraf moet dat wel duidelijk zijn. Kernvoorwaarde 3: Meerwaarde participatie Algemeen: Interactief beleid draait om een samenwerking tussen participant en bestuur. Deze samenwerking is echter het middel en geen doel op zich. Het is een middel om samen meer te bereiken dan alleen. Deze meerwaarde kan voor het bestuur en voor de participant anders zijn. Als zowel het bestuur als de participant deze meerwaarde herkennen, dan zal interactief beleid eerder plaats kunnen vinden, omdat bereidheid dan groter is om samen te werken. Bestuur: Het bestuur verwacht door beleid samen te gaan ontwikkelen met participanten een bepaalde meerwaarde te creëren. Het kan zijn dat het bestuur kennis, kunde of middelen missen om het beleid zelfstandig te maken, waardoor inbreng van participanten gewenst is. Ook is het mogelijk dat voor een gedeelte van het beleid de participant tevens uitvoerder is. Daarom kan de meerwaarde ook in draagvlak zitten. Hierdoor is het ook mogelijk dat het beleid beter aan zal sluiten bij de uitvoering. Participant: Voor de participant is het van belang dat zij deze meerwaarde van hun eigen inbreng herkennen en dus ook bij kunnen dragen aan het proces. Zij zullen deelgenoot worden van het beleid, dus moeten zich hier ook aan kunnen en willen committeren. Daarnaast is het ook van belang dat participant een bepaald voordeel kan halen door mee te werken aan interactieve beleidsvorming. Kernvoorwaarde 4: Constructieve relatie tussen bestuur en participanten Algemeen: De constructieve relatie geldt voor de wisselwerking tussen bestuur en participanten. Bestuur en participanten moeten in een bepaalde mate afhankelijk van elkaar zijn, zodat ze elkaar ook echt nodig hebben bij het ontwikkelen van beleid. Daarnaast is het ook 12

13 belangrijk dat er een bepaalde mate van gemeenschappelijke doelstellingen zijn. Het is een voordeel als participanten en bestuur al vaker hebben samengewerkt, zodat zij elkaar goed kennen. Dit betekent overigens niet dat bestuur en participanten geen andere belangen kunnen hebben, maar de persoonlijke verhoudingen moeten wel werkbaar zijn en men moet tot een oplossing willen komen. Participanten: Het is ook belangrijk dat participanten onderling een constructieve relatie hebben en met elkaar kunnen samenwerken. Kernvoorwaarde 5: Geschikte problematiek Algemeen: Bij deze voorwaarde gaat het erom dat het probleem waarvoor beleid gemaakt gaat worden goed past bij de mogelijkheden die interactief beleid kan bieden. Beleid dat op de korte termijn ingevoerd moet worden is bijvoorbeeld ongeschikt voor interactief beleid. Ook als het probleem onderdeel is van een veel groter en complexer probleem, waar zelfs het bestuur weinig grip op heeft, is interactief beleid waarschijnlijk niet de meest logische keuze. Het is van belang dat de problematiek hanteerbaar blijft. Het moet voor participanten dus niet te technisch zijn. Er zijn genoeg typen problematiek te vinden die niet geschikt zijn voor interactief beleid. Technische vraagstukken of vraagstukken met bepaalde geheimhoudingsplicht lenen zich logischerwijs niet goed voor interactieve beleidsvorming. Kernvoorwaarde 6 Voldoende personele capaciteit en hulpmiddelen Bestuur: Interactieve beleidsvorming vraagt van de beleidsambtenaren en andere betrokken medewerkers een behoorlijke tijdinspanning. Interactief beleid maak je niet zomaar. Hiervoor moeten bijvoorbeeld bijeenkomsten worden georganiseerd. Participanten: Ook vanuit de participanten moet er voldoende tijd zijn om mee te kunnen doen aan het maken van beleid. Dat kost tijd en energie. Voor professionals die worden gevraagd om mee te doen aan het beleid is dat vaak makkelijker dan wanneer de gewone burger als participant wordt betrokken bij het beleidsproces. Daarnaast is het ook van belang dat de participant niet wordt overvraagd om mee te werken aan beleid. Deze overvraging optreden als de participant te veel tijd moet steken en het proces. Dat kan komen doordat het traject te veel van de participant vraagt of dat de participant te veel andere bezigheden heeft. In de literatuur wordt beschreven dat deze voorwaarden enige samenhang kennen (Pröpper & Steenbeek, 2009). Ook is het mogelijk dat het eigenlijk over dezelfde zaken gaat, die slechts op een andere manier worden belicht. Daar is het mogelijk dat sommige bevindingen onder meerdere voorwaarden kunnen vallen. Ondanks deze samenhang en overlapping is dit de meest complete rij van voorwaarden die op dit moment te vinden is in de literatuur. Bovenstaande voorwaarden met beschrijvingen zijn afkomstig uit het boek interactief beleid, elke situatie is anders (Pröpper & Steenbeek, 2009, p 52-62). 2.4 Interactief beleid: bestuurstijlen Nadat de beleidsproblematiek goed onderzocht is en men een beeld heeft gevormd van de hierboven genoemde kernvoorwaarden moet uit deze informatie een logische keuze gemaakt worden voor een bestuursstijl. De particpatieladder van Pröpper en Steenbeek (2009) is een middel om een keuze te maken voor de meest geschikte bestuurstijl. Deze bestuurstijlen worden besproken in deze paragraaf. De bestuurstijlen zijn beschrijvingen van de rol en houding van het bestuur richting de participanten. De participatieladder is een instrument om de verschillende bestuurstijlen te onderscheiden en die daarbij te koppelen aan de rol van de participant. Deze ladder werkt als een trap. Hoe hoger je op de trap staat, hoe uitgebreider de rol van de participant. Hoe meer de participant in kan brengen en hoe minder het bestuur dus zelf bepaalt en hoe interactiever 13

14 het beleid. De participatieladder van Pröpper en Steenbeek (2009, p 17) staat hieronder afgebeeld: Figuur 1: Participatieladder (Pröpper & Steenbeek, 2009) De verschillende bestuursstijlen van onder naar boven zijn (Pröpper & Steenbeek 2009, p 67): 1) Gesloten autoritaire stijl Het bestuur ontwerpt haar eigen beleid. Het bestuur bedenkt, bepaalt en beslist hoe het beleid eruit moet komen te zien. Gesloten wil zeggen dat het bestuur hier ook geen mededelingen over doet. De participant heeft geen rol en is vaak niet eens op de hoogte van dit beleid, want er wordt immers geen informatie verstrekt. 2) Open autoritaire stijl Het bestuur handelt vergelijkbaar met de gesloten autoritaire stijl, maar zij doen hier wel mededelingen over. Dat kan zijn om het beleid te kunnen laten slagen of steun te vinden voor het beleid. De participant heeft bij deze bestuursstijl de rol van toeschouwer of ontvanger van de bekendgemaakte informatie. Zij worden geïnformeerd over bepaalde beleidsambities. Ook kan het beleid voor hen bedoeld zijn, denk aan een reclamecampagne. 3) Consultatieve stijl Het bestuur heeft al een bepaalde ambitie uitgewerkt of een bepaald plan opgesteld. Dit plan wordt vervolgens aan de participant voorgelegd. Het gaat hier om een gesloten plan waarop de mening van de participanten wordt gevraagd. Het gaat dus niet om meedenken of richting bepalen van het beleid. 14

15 De participant heeft de rol als adviseur over het eindontwerp. Zij kunnen commentaar geven op de door het bestuur gemaakte plannen. Het is vervolgens aan het bestuur of zij hier iets mee doen. 4) Participatieve stijl Het bestuur vraagt binnen een bepaald kader de participanten om hun advies uit te brengen. Binnen dit kader is er veel ruimte voor de participant om mee te denken en dus ook te sturen richting een bepaalde oplossing. Het bestuur geeft hierbij dus enige ruimte en invloed aan de participant. De participant heeft de rol van adviseur en meedenker. Bij deze bestuurstijl gaat er om dat participant ook daadwerkelijk ruimte krijgt om invloed uit te oefenen op het beleidsvoorstel. Dit moet verder gaan dan het delen van de mening van de participant. 5) Delegerende stijl Het bestuur geeft bevoegdheden aan participanten of bepaalde instanties voor het uitwerken en uitvoeren van het beleid. Het bestuur geeft kaders aan, waar binnen de participant vrijheid heeft om beleid te maken. De participant is medebeslisser. Vaak heeft het invloed op de kaders die gemaakt moeten worden en binnen deze kaders heeft het nagenoeg alle vrijheid om het beleid zelf vorm te geven. De kaders en de beslissingsbevoegdheid van deze kaders liggen nog wel bij het bestuur zelf. 6) Samenwerkende stijl Het bestuur betrekt de deelnemers volledig bij het beleid dat gemaakt moet worden. Dit gebeurt op basis van gelijkwaardigheid. De participant is partner van het bestuur. Zij voeren bijvoorbeeld samen een project uit en hebben allebei verantwoordelijk voor het beleid. De participant is te beschouwen als samenwerkingspartner. 7) Faciliterende stijl Het bestuur heeft zelf een kleinere rol dan de participant. Het bestuur ondersteunt waar nodig de participant. Dit kan gaan om kennis, maar ook om geld. De participant is initiatiefnemer en zelf bedenker van het beleid. Zij kunnen het echter niet alleen en daarvoor vragen zij van het bestuur de hulp die zij nodig hebben. Bovenstaande bestuurstijlen zijn niet allemaal te typeren als interactief beleid. Interactief beleid gaat verder dan alleen het raadplegen van participanten. Raadplegen wordt ook wel inspraak genoemd. De consultatieve bestuurstijl is dus niet interactief te noemen. Interactief beleid gaat nog een stap verder. Een bestuurstijl kun je interactief noemen vanaf het moment dat participanten echt ideeën aan kunnen dragen en zelf oplossingsrichtingen voor problemen aan kunnen dragen (Pröpper & Steenbeek, 2009, p. 69). Vanaf de participatieve bestuursstijl zou je de bestuurstijlen interactief kunnen noemen, mits de deelnemers ook echt wat te zeggen hebben. Niet interactief zijn dus de gesloten autoritaire stijl, de open autoritaire stijl en de consultatieve stijl. Wel interactief zijn de participatieve stijl, de delegerende stijl, de samenwerkende stijl en de faciliterende stijl. 2.5 Interactief beleid: participatieladder Edelenbos en Monnikhof Naast de participatieladder van Pröpper en Steenbeek bestaat er ook een participatieladder van Edelenbos en Monninkhof. Deze participatieladder is gebaseerd op de participatieladder van Arnstein (1969). Arnstein ontwierp een participatieladder met als gedachte dat het er mogelijk een herverdeling van de macht bestaat, waarbij de personen die de macht hebben gekregen deze weer gedeeltelijk zouden afstaan naar personen zonder deze macht. De participatieladder van Arnstein kende acht treden (1969). Deze participatieladder is daarna 15

16 door vele auteurs aangevuld en gewijzigd. Ook de auteurs Edelenbos en Monninkhof zijn vanuit de participatieladder van Arnstein verder gaan bouwen. Zij onderscheiden vijf participatieniveaus (Edelenbos en Monnikhof, 2001). Het gaat om de niveaus: informeren, raadplegen, adviseren, coproduceren en meebeslissen. Deze niveaus zijn te beschouwen als vijf gradaties van interactiviteit (Edelenbos, Klok & Tatenhove, 2006). Hoe hoger op de lader, hoe meer er sprake is van een vorm met een hogere interactiviteit. Wordt er gekozen voor een vorm waarbij alleen geïnformeerd wordt (eerste trap), dan is er dus maar een beperkte mate sprake van interactiviteit. Dit wordt opgebouwd naar het hoogste niveau dat door de auteurs meebeslissen wordt genoemd (vijfde trap). Hierbij is de mate van interactiviteit het hoogst. Al deze vijf vormen om tot beleid te komen hebben dus een in meer of mindere mate een interactief karakter. Meebeslissen en coproduceren zijn in ieder geval vormen van interactief beleid, terwijl adviseren op de grens zit van interactief beleid. Informeren en raadplegen zijn in ieder geval niet interactief te noemen. Er kan gekozen worden voor één van de vijf vormen, maar vaak is er al sprake van een bepaalde vorm zonder dat er een keuze moment aan vooraf is gegaan. 2.6 Afwegingskader Voor de toepassing van de kernvoorwaarden en bestuursstijlen is een afwegingskader ontwikkeld (Pröpper & Steenbeek 2009, p.35). De relevante gedeeltes voor dit onderzoek zijn hieronder afgebeeld. De pijlen geven een relatie aan die het best valt te omschrijven als past bij. Beleidssituatie * Inhoudelijke problematiek * Actoren * Doelstellingen *(Kern)voorwaarden Bestuursstijl(en) Interactieve beleidsaanpak Figuur 2: Het afwegingskader op basis van de theorie van Pröpper en Steenbeek (2009). Zoals te zien is in de bovenstaande figuur moet de beleidssituatie passen bij de gekozen bestuurstijl. De gekozen bestuursstijl moet ook weer passen bij de interactieve beleidsaanpak. Bij elkaar passen is een relatie die uiteraard twee kanten op werkt. De beleidssituatie wordt in dit onderzoek geïnterpreteerd als vaststaand. Door deze in kaart te brengen wordt het mogelijk om dedaarbij meest geschikte bestuurstijl te kiezen. Aan de hand van deze bestuursstijl kan de mate van interactiviteit worden bepaald. 16

17 2.8 Conclusie Beleid is volgens Hoogerwerf en Herweijer het streven naar het bereiken van bepaalde doeleinden met bepaalde middelen en bepaalde tijdskeuzes (2009, p.32). Dit onderzoek gaat over een bepaald type beleid, namelijk interactief beleid. Interactief beleid is een wijze van beleid voeren waarbij overheid in een zo vroeg mogelijk stadium burgers, maatschappelijke organisaties, bedrijven en/of overheden bij het beleid betrekt om in open wisselwerking en/of samenwerking met hen tot de voorbereiding, bepaling, de uitvoering en/of de evaluatie van het beleid te komen (Pröpper & Steenbeek, 1998, 293). Om te kiezen voor interactief beleid en dus met participanten samen te gaan werken moet er wel worden voldaan aan een aantal voorwaarden. Pröpper en Steenbeek onderscheiden zes kernvoorwaarden. Deze zes kernvoorwaarden zijn te beschouwen als clusters van voorwaarden waaraan bepaalde voorwaarde moet worden voldaan. De zes kernvoorwaarden zijn (Pröpper & Steenbeek, 2009, p. 52): 1) Openheid 2) Duidelijkheid over de rol en inbreng van bestuur en van de participanten 3) Meerwaarde participatie 4) Constructieve relatie tussen bestuur en participanten 5) Geschikte problematiek 6) Voldoende personele capaciteit en hulpmiddelen Als er in een bepaalde mate wordt voldaan aan deze voorwaarden kan er gekozen worden voor een interactieve bestuursstijl. Hiervoor is de participatieladder van Pröpper en Steenbeek (2009, p.67) gebruikt. De bestuurstijlen die te bestempelen zijn als niet interactief zijn: gesloten autoritaire stijl, open autoritaire stijl en de consultatieve stijl De bestuurstijlen die te bestempelen zijn als interactief zijn: participatieve stijl, delegerende stijl, samenwerkende stijl, faciliterende stijl. Daarnaast is de participatieladder van Edelenbos en Monninkhof (2001) gebruikt om vormen van beleidsaanpak uit een te zetten. Het gaat om de vormen informeren, raadplegen, adviseren, coproduceren en meebeslissen. Voor de relatie tussen de beleidssituatie, waarbinnen gekeken kan worden of er aan de randvoorwaarden wordt voldaan en de bestuursstijlen is gebruik gemaakt van het afwegingskader dat eveneens is ontworpen door Pröpper en Steenbeek (2009). Hieruit valt op te maken dat de beleidsituatie en de bestuurstijl bij elkaar moeten passen om de grootste kans te hebben op een succesvolle beleidsaanpak. Op basis van het bovenstaande afwegingskader kan het volgende conceptueel model worden ontworpen (zie volgende bladzijde): 17

18 Beleidssituatie * Inhoudelijke problematiek * Actoren * Doelstellingen *(Kern)voorwaarden (Pröpper & Steenbeek, 2009): 1: Openheid 2: Duidelijk rol participanten en bestuur 3: Meerwaarde participatie 4: Constructieve relatie 5: Geschiktheid problematiek 6: Voldoende personele capaciteiten en hulpmiddelen Bestuursstijl(en) Op basis van particpatieladder (Pröpper & Steenbeek, 2009): - gesloten autoritaire stijl - open autoritaire stijl - consultatieve stijl - participatieve stijl - delegerende stijl - samenwerkende stijl - faciliterende stijl (Interactieve) Beleidsaanpak Op basis van participatieladder (Edelenbos en Monnikhof, 2001) - informeren - raadplegen - adviseren - coproduceren - meebeslissen = past bij cursief: niet interactief Figuur 3: Conceptueel model 18

19 Hoofdstuk 3: Methodologische verantwoording In dit hoofdstuk wordt de methodologische aanpak van dit onderzoek naar interactief sportbeleid verantwoord en toegelicht. In paragraaf 3.1 worden de operationalisaties besproken. Hierin wordt beschreven wat er gemeten en gevraagd wordt. In paragraaf 3.2 wordt algemene informatie gegeven over kwalitatief onderzoek. In paragraaf 3.3 worden de gebruikte onderzoeksmethoden beschreven. In paragraaf 3.4 worden beschreven hoe de verzamelde documenten zijn geanalyseerd. In paragraaf 3.5 komende methodologische beperkingen aan bod. In paragraaf 3.6 worden kort de cases sportvisie en sportbedrijf besproken. 3.1 Operationalisering voorwaarden interactief beleid In deze paragraaf worden de kernvoorwaarden voor interactief beleid vanuit de theorie van Pröpper en Steenbeek (2009) geoperationaliseerd. Voor het conceptueel model zie het vorige hoofdstuk. In de tabel op de volgende bladzijde is te zien hoe begrippen zijn geoperationaliseerd. Van elke dimensie is een definitie gegeven over hoe deze voorwaarde gezien kan worden met het oog op dit onderzoek naar sportbeleid in de gemeente Doetinchem. Deze definities zijn verdeeld in dimensies. Enkele voorwaarden bestaan uit verschillende dimensies en het is goed om dit vooraf uiteengezet te hebben, zodat deze dimensies en dus de voorwaarde beter zijn te herkennen in de praktijk. Als laatste is nog aangegeven of verwacht wordt dat de benodigde informatie gevonden wordt met in documenten en/of tijdens interviews. Deze tabel met de voorwaarden is te vinden op de volgende pagina s. Om te laten zien hoe deze operationalisaties zijn gedaan worden de eerste twee variabelen hieronder besproken. Variabele 1: Openheid De variabel openheid is de eerste kernvoorwaarde van de zes kernvoorwaarden van Pröpper en Steenbeek (2009). Deze variabele houdt in dat er een mogelijkheid is tot het betrekken van andere partijen en dat de gemeente hier ook toe bereid is. Er moet ruimte zijn binnen het beleid. Beleid moet dus niet onveranderlijk zijn en van te voren al vaststaan. Daarnaast moet de gemeente ook bereid zijn om deze ruimte samen met de participanten in te vullen. Hieruit is de definitie voor dit onderzoek opgesteld. De definitie van deze variabele voor dit onderzoek luidt als volgt: het bestuur heeft de mogelijkheid en is bereid om vroegtijdig autonomie af te staan aan sportverenigingen. Uit deze definitie zijn drie indicatoren opgesteld die in ieder geval van belang zijn. De eerste indicator is geformuleerd als: sportverenigingen worden (tijdig) uitgenodigd. Deze indicator houdt in dat sportverenigingen betrokken worden bij het beleid en dus ruimte hebben om mee te denken of samen te werken. Tijdig gaat erover dat dit niet pas gebeurt als het beleid al vast staat. De tweede indicator is: beslissingen worden samen genomen. Interactief beleid gaat over het samenwerken. Uiteindelijk zouden de beslissingen ook samen kunnen worden genomen of verenigingen moeten ook echt invloed hebben gehad op de gemaakte beslissingen. Er moet wat met de inbreng van verenigingen gebeuren. De derde indicator is als volgt geformuleerd: geen vaststaande beleidsdoelstelling. Er moet ruimte binnen het beleid zijn, die opgevuld kan worden door de verenigingen. Als deze indicator ontbreekt, dan is interactief beleid niet mogelijk, want dan zouden verenigingen geen invloed kunnen hebben en heeft participatie voor verenigingen bij voorbaat dus weinig zin. De laatste variabele zou eventueel in documenten staan, zeker als er al bepaalde vaststaande beleidslijnen bestaan. Alle drie de variabelen zullen in ieder geval ter sprake komen tijdens de interviews, zodat dus uiteindelijk beoordeel kunnen worden. 19

Burger- en overheidsparticipatie Theoretisch kader

Burger- en overheidsparticipatie Theoretisch kader Burger- en overheidsparticipatie Theoretisch kader Inleiding Deze notitie beschrijft het theoretisch kader van de begrippen burger- en overheidsparticipatie. Het is tegelijkertijd bedoeld als agenda voor

Nadere informatie

BURGERPARTICIPATIE April 2013 (2 e versie)

BURGERPARTICIPATIE April 2013 (2 e versie) BURGERPARTICIPATIE April 2013 (2 e versie) Inleiding: De gemeente Zederik wil haar burgers betrekken bij het beleid met als motto: De burger centraal. Deze nota gaat over de rol van de gemeente in relatie

Nadere informatie

Er zijn (grote) belangen van burgers gemoeid met het onderwerp: neen stop ja ga door. Er is voldoende beïnvloedingsruimte voor inbreng van betrokkenen

Er zijn (grote) belangen van burgers gemoeid met het onderwerp: neen stop ja ga door. Er is voldoende beïnvloedingsruimte voor inbreng van betrokkenen Stroomschema Burgerparticipatie Stap 1 situatieschets Omschrijf de beleidssituatie: Wat is het probleem? Breng de complexiteit in beeld. Wie zijn de spelers en wat zijn hun belangen? Maak een krachtenveldanalyse

Nadere informatie

Wijkraad Lent - Rekenkamer Nijmegen

Wijkraad Lent - Rekenkamer Nijmegen Wijkraad Lent - Rekenkamer Nijmegen Hieronder een eerste en tweede reactie van de Rekenkamer. 1 Bijlage: Ambitiedocument Burgerparticipatie met bijbehorende Verordening te downloaden via deze link. Eerste

Nadere informatie

Kaders voor burgerparticipatie

Kaders voor burgerparticipatie voor burgerparticipatie 1 Inhoud Pagina Hoofdstuk 3 1. Inleiding 1.1 Doel van deze notitie 1.2 Opbouw van deze notitie 4 2. Algemeen 2.1 Twee niveaus: uitvoering en meedenken over beleid 2.2 Tweerichtingsverkeer

Nadere informatie

Burgerparticipatie in Alkmaar. Gemeente Alkmaar

Burgerparticipatie in Alkmaar. Gemeente Alkmaar Burgerparticipatie in Alkmaar Gemeente Alkmaar 1 Burgerparticipatie in Alkmaar Aanleiding en ambitie In het kader van het programma Harmonisatie is ook het burgerparticipatiebeleid opnieuw bekeken. Voor

Nadere informatie

Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad

Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad 5 juli 2018 Raadswerkgroep Burgerparticipatie In november 2017 heeft een aantal raadsleden zich opgegeven om de Raadswerkgroep Burgerparticipatie te vormen

Nadere informatie

WAT KAN EEN SPORTBEDRIJF DOETINCHEM VOOR U BETEKENEN?

WAT KAN EEN SPORTBEDRIJF DOETINCHEM VOOR U BETEKENEN? WAT KAN EEN SPORTBEDRIJF DOETINCHEM VOOR U BETEKENEN? Ter voorbereiding op de thema-avond van 26 januari: 10 vragen en antwoorden over een mogelijk sportbedrijf in Doetinchem 1. Waarom een sportbedrijf?

Nadere informatie

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting Een brede kijk op onderwijskwaliteit E e n o n d e r z o e k n a a r p e r c e p t i e s o p o n d e r w i j s k w a l i t e i t b i n n e n S t i c h t i n g U N 1 E K Samenvatting Hester Hill-Veen, Erasmus

Nadere informatie

I Inleiding. Startnotitie Burgerparticipatie binnen de gemeente Cuijk. Vastgesteld in de rekenkamercommissie van 23 februari 2010.

I Inleiding. Startnotitie Burgerparticipatie binnen de gemeente Cuijk. Vastgesteld in de rekenkamercommissie van 23 februari 2010. Startnotitie Burgerparticipatie binnen de gemeente Cuijk Vastgesteld in de rekenkamercommissie van 23 februari 2010 I Inleiding De Rekenkamercommissie doet onafhankelijk onderzoek naar het gevoerde beleid

Nadere informatie

Werkmap sportvereniging. Interactieve beleidsontwikkeling voor en door leden

Werkmap sportvereniging. Interactieve beleidsontwikkeling voor en door leden Werkmap sportvereniging Interactieve beleidsontwikkeling voor en door leden Pagina 1 Inleiding Samenwerken en uitwisselen van kennis, is het motto van het. Een projectteam dat bestaat uit een samenwerking

Nadere informatie

Stand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek financiële ondersteuning sportverenigingen door de gemeente

Stand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek financiële ondersteuning sportverenigingen door de gemeente Bijlage 2: Stand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek financiële ondersteuning sportverenigingen door de gemeente De Rekenkamer heeft haar onderzoek naar de financiële

Nadere informatie

Samen Leren: kwaliteit en impact van ondersteuning. Karin Sok Willem-Jan de Gast

Samen Leren: kwaliteit en impact van ondersteuning. Karin Sok Willem-Jan de Gast Samen Leren: kwaliteit en impact van ondersteuning Karin Sok Willem-Jan de Gast Outcome? Impact Effecten Outcome Resultaten Output Activiteiten Outcome en kwaliteit Impact Effecten Outcome Indicatoren

Nadere informatie

De Utrechtse Participatiestandaard

De Utrechtse Participatiestandaard De Utrechtse Participatiestandaard Participatie leidt tot betere projecten, betere afwegingen en besluitvorming en tot meer draagvlak. Bij ieder project is de vraag aan de orde wanneer en in welke mate

Nadere informatie

VRAGENBOOM INTERACTIEF WERKEN [IBO-protocol]

VRAGENBOOM INTERACTIEF WERKEN [IBO-protocol] VRAGENBOOM INTERACTIEF WERKEN [IBO-protocol] Inleiding De vragenboom is een hulpmiddel om weloverwogen te bepalen of en in welke vorm interactief wordt gewerkt. Bij het aanbieden van de ingevulde vragenboom

Nadere informatie

Plan van aanpak Onderzoek kwaliteit raadsvoorstellen. Mei 2018

Plan van aanpak Onderzoek kwaliteit raadsvoorstellen. Mei 2018 Plan van aanpak Onderzoek kwaliteit raadsvoorstellen Mei 2018 Rekenkamer Maastricht Samenstelling: Mevrouw prof. dr. Klaartje Peters (voorzitter) Mevrouw prof. dr. Jacobine van den Brink De heer drs. Ton

Nadere informatie

Ridderkerk dragen we samen!

Ridderkerk dragen we samen! Ridderkerk dragen we samen! Inleiding In mei 2015 heeft de gemeenteraad de startnotitie vastgesteld met de titel Ridderkerk dragen we samen! De subtitel luidt: van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie.

Nadere informatie

MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING

MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING P5, 30 januari 2014 TU DELFT - BK - RE&H/UAD Wilson Wong INHOUD - Onderwerp en context - Onderzoeksopzet - Theoretisch

Nadere informatie

Hervormingen in het lokaal re-integratiebeleid. Plan van aanpak quick scan

Hervormingen in het lokaal re-integratiebeleid. Plan van aanpak quick scan Hervormingen in het lokaal re-integratiebeleid Plan van aanpak quick scan Juni 2014 Colofon Rekenkamer Súdwest-Fryslân dr. M.S. (Marsha) de Vries (hoofdonderzoeker, secretaris) dr. R.J. (Rick) Anderson

Nadere informatie

PROCESPLAN INTERACTIEF WERKEN LANGEDIJK ONTWIKKELT MET WATER Vastgesteld door college van B&W d.d. 26 april 2016

PROCESPLAN INTERACTIEF WERKEN LANGEDIJK ONTWIKKELT MET WATER Vastgesteld door college van B&W d.d. 26 april 2016 PROCESPLAN INTERACTIEF WERKEN LANGEDIJK ONTWIKKELT MET WATER Vastgesteld door college van B&W d.d. 26 april 2016 Conform: De Langedijker werkwijze, Notitie interactief werken gemeente Langedijk op basis

Nadere informatie

opzet onderzoek aanbestedingen

opzet onderzoek aanbestedingen opzet onderzoek aanbestedingen 1 inleiding aanleiding In het onderzoeksplan 2014 van de Rekenkamer Barendrecht is aangekondigd dat in 2014 een onderzoek zal worden uitgevoerd naar aanbestedingen van de

Nadere informatie

Interactief werken gemeente Zeist:

Interactief werken gemeente Zeist: Interactief werken gemeente Zeist: 'Samen doen door interactie' 1. Inleiding Eén van de projecten van Op Weg Naar De Kern ging om het vormgeven van interactieve planvorming. In dat kader hebben we het

Nadere informatie

Leidraad voor omgaan met initiatieven van inwoners of van de gemeente. Korte versie

Leidraad voor omgaan met initiatieven van inwoners of van de gemeente. Korte versie Leidraad voor omgaan met initiatieven van inwoners of van de gemeente Korte versie Inleiding Oldebroek voor Mekaar is samenwerken aan een sterke en leefbare samenleving. Inwoners, ondernemers, maatschappelijke

Nadere informatie

onderzoeksopzet burgerparticipatie

onderzoeksopzet burgerparticipatie onderzoeksopzet burgerparticipatie 2 burgerparticipatie 1 inleiding aanleiding Op 7 oktober 2015 heeft de Rekenkamer Capelle aan den IJssel een zogenoemde stemkastsessie georganiseerd met de raad. Op basis

Nadere informatie

RKC Medemblik Opmeer. Notitie onderzoeksopzet

RKC Medemblik Opmeer. Notitie onderzoeksopzet Notitie onderzoeksopzet Rekenkamerrapport: Burgerparticipatie en de rol van de raad 25 mei 2016 Rekenkamercommissie Medemblik - Opmeer 1 Inhoudsopgave 1 Aanleiding onderzoek 3 2 Inleiding, doelstelling

Nadere informatie

concept-algemene inspraak- en participatieverordening gouda

concept-algemene inspraak- en participatieverordening gouda Bijlage 3. regeling nummer 1.4.1 concept-algemene inspraak- en participatieverordening gouda nr. 1.4.1 g. indien het belang van inspraak of participatie niet opweegt tegen het belang van handhaving van

Nadere informatie

Imrat Verhoeven Uva/AISSR. Vormgeven aan overheidsparticipatie

Imrat Verhoeven Uva/AISSR. Vormgeven aan overheidsparticipatie Imrat Verhoeven Uva/AISSR Vormgeven aan overheidsparticipatie In een notendop Activerende verzorgingsstaat leidt tot meer nadruk verhoudingen burgers onderling Hoe democratisch zijn die verhoudingen eigenlijk?

Nadere informatie

(Burger) participatie. De raad aan zet!? ZomerRaad Dinsdag 14 juli 2015 Tessa van den Berg

(Burger) participatie. De raad aan zet!? ZomerRaad Dinsdag 14 juli 2015 Tessa van den Berg (Burger) participatie De raad aan zet!? ZomerRaad Dinsdag 14 juli Tessa van den Berg AGENDA - Welke soorten en vormen van (burger)participatie zijn er? - Een korte theoretische introductie - Wat is en

Nadere informatie

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld December 2011 1. Inleiding In 2003 bezocht de burgemeester van de gemeente Barneveld samen met de politie en de woningstichting de dorpskernen van de gemeente

Nadere informatie

PARTICIPATIE VOLGENS FONTYS

PARTICIPATIE VOLGENS FONTYS PARTICIPATIE VOLGENS FONTYS BELANG VAN PARTICIPATIE Wie studeert of werkt bij Fontys, weet: wij hechten veel waarde aan de mening van onze studenten en medewerkers. Bij het maken van beleid en bij het

Nadere informatie

Bijeenkomst afstudeerbegeleiders. 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie

Bijeenkomst afstudeerbegeleiders. 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie Bijeenkomst afstudeerbegeleiders 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie Doel deel II bijeenkomst vandaag Afstudeerbegeleiders zijn geinformeerd over inhoud Medmec jaar vier (scriptievaardigheden) Afstudeerbegeleiders

Nadere informatie

Participatie in Enschede 23 maart 2017

Participatie in Enschede 23 maart 2017 Participatie in Enschede 23 maart 2017 Wat heeft de rekenkamer onderzocht? Participatie is een breed begrip en kent verschillende betekenissen. In dit rapport hanteren we het begrip in de betekenis van

Nadere informatie

Samen aan de IJssel Inleiding

Samen aan de IJssel Inleiding Samen aan de IJssel Samenwerking tussen de gemeenten Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel, kaders voor een intentieverklaring en voor een onderzoek. Inleiding De Nederlandse gemeenten bevinden

Nadere informatie

De kaders in de kadernota Een onderzoek naar de kadernota van de gemeente Súdwest-Fryslân

De kaders in de kadernota Een onderzoek naar de kadernota van de gemeente Súdwest-Fryslân De kaders in de kadernota Een onderzoek naar de kadernota van de gemeente Súdwest-Fryslân Colofon Rekenkamer Súdwest-Fryslân dr. R.J. (Rick) Anderson (lid) drs. J.H. (Jet) Lepage MPA (voorzitter) dr. M.S.

Nadere informatie

Zo kijkt VVJ naar participatie 1

Zo kijkt VVJ naar participatie 1 Zo kijkt VVJ naar participatie Groeien naar meer participatief besturen Groeien naar, want kun je niet snel snel, en niet in je eentje Participatief besturen : is voor VVJ een voorwaarde voor goed beleid

Nadere informatie

Non satis scire WP 4 Pilot opzet peer feedback. Aanleiding

Non satis scire WP 4 Pilot opzet peer feedback. Aanleiding Non satis scire WP 4 Pilot opzet peer feedback Aanleiding De lerarenopleiding van de Rijksuniversiteit Groningen werkt mee aan het SURF-project Nonsatis scire. In het kader van dit project wordt een pilot

Nadere informatie

De Utrechtse Participatiestandaard

De Utrechtse Participatiestandaard De Utrechtse Participatiestandaard Participatie leidt tot betere projecten, betere afwegingen en besluitvorming en tot meer draagvlak. Bij ieder project is de vraag aan de orde wanneer en in welke mate

Nadere informatie

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid Plan van aanpak Rekenkamer Maastricht februari 2007 1 1. Achtergrond en aanleiding 1 De gemeente Maastricht wil maatschappelijke doelen bereiken.

Nadere informatie

gfedcb Besluitenlijst d.d. d.d.

gfedcb Besluitenlijst d.d. d.d. Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Eenheid/Cluster/Team ST/PU/CO Participatieladder 1- Notagegevens Notanummer 2007.40363 Datum 21-11-2007 Portefeuillehouder Burgemeester 2- Bestuursorgaan

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Feedforward en beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase studiejaar 2014-2015 VT-DT Feedforwardformulier afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord 7

Inhoudsopgave. Voorwoord 7 Inhoudsopgave Voorwoord 7 1 Beginselen van academisch-juridisch onderzoek 9 1.1 Academisch-juridisch onderzoek 9 1.2 Verschillen met ander juridisch onderzoek 10 1.3 Het onderzoeksproces 11 1.4 Eisen waaraan

Nadere informatie

Charlotte Altena. Wel woorden, geen daden. Een onderzoek naar burgerparticipatie in gemeente Capelle aan den IJssel

Charlotte Altena. Wel woorden, geen daden. Een onderzoek naar burgerparticipatie in gemeente Capelle aan den IJssel Charlotte Altena Wel woorden, geen daden Een onderzoek naar burgerparticipatie in gemeente Capelle aan den IJssel Zichtbaar op de foto is het gemeentehuis van Capelle aan den IJssel (Van Diest Montage,

Nadere informatie

Samenwerken aan welzijn

Samenwerken aan welzijn Samenwerken aan welzijn Richting en houvast 17 november 2017 Het organiseren van welzijn Het afgelopen jaar hebben we met veel inwoners en maatschappelijke partners gesproken. Hiermee hebben we informatie

Nadere informatie

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding Helmond, 16 juni 2016 Puck Lamers Master Onderwijswetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen drs. Monique van der Heijden dr. Jeannette Geldens Kempelonderzoekscentrum

Nadere informatie

Werkstijl Oog voor kwaliteit, zorgvuldigheid en timing (vorm en inhoud)vanuit eigen expertise ingezet

Werkstijl Oog voor kwaliteit, zorgvuldigheid en timing (vorm en inhoud)vanuit eigen expertise ingezet 2011/33242 Bijlage Uitwerking van treden van de participatieladder Trede 1: Informeren De gemeente bepaalt in grote mate zelf de agenda voor besluitvorming en houdt betrokkenen hiervan op de hoogte. Het

Nadere informatie

Scholder an Scholder Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0

Scholder an Scholder Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0 Scholder an Scholder 2.0 - Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0 Opdracht Bestuurlijk Overleg Sport; 7 december 2016 Evaluatie van scholder an scholder (1.0) leert

Nadere informatie

Onderzoeksopzet Communicatie

Onderzoeksopzet Communicatie Onderzoeksopzet Communicatie Rekenkamercommissie Heerenveen Februari 2009 Rekenkamercommissie Heerenveen: onderzoeksopzet communicatie 1 Inhoudsopgave A. Wat willen we bereiken 1. Aanleiding en achtergronden

Nadere informatie

Visie en Methoden Mondiaal Burgerschap

Visie en Methoden Mondiaal Burgerschap Visie en Methoden Mondiaal Burgerschap De KNVB gelooft in de maatschappelijke meerwaarde van voetbal. Voetbal brengt de samenleving in beweging. Zo n 300.000 vrijwilligers zijn in Nederland actief bij

Nadere informatie

Deelnemers: denktank uit de samenleving, gemeenteraad, college en ambtelijk managementteam

Deelnemers: denktank uit de samenleving, gemeenteraad, college en ambtelijk managementteam Samen bouwen aan het huis van de democratie in Bloemendaal Verslag werkatelier over participatie en samenspel tussen samenleving en gemeentebestuur op 4 juni 2015 van 20:00 tot 23:00 uur in het Dorpshuis

Nadere informatie

De 7 stappen van je participatieproces - handleiding

De 7 stappen van je participatieproces - handleiding De 7 stappen van je participatieproces - handleiding 1 1) Doelstellingen helder krijgen De eerste vraag die we moeten beantwoorden is niet Hoe gaan we dit doen? maar wel vragen zoals: - Waarom doen we

Nadere informatie

Bowling alone without public trust

Bowling alone without public trust Bowling alone without public trust Een bestuurskundig onderzoek naar de relatie tussen een ervaren sociaal isolement van Amsterdamse burgers en de mate van publiek vertrouwen dat deze burgers hebben in

Nadere informatie

Gouwplein. Erasmus Universiteit Rotterdam

Gouwplein. Erasmus Universiteit Rotterdam Erasmus Universiteit Rotterdam Gouwplein Hoe het Gouwplein in Oud-Charlois door een experimenteel burgerinitiatief van een ruwe en afstotelijke plek is veranderd in een welkome speel- en ontmoetingsplek.

Nadere informatie

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten: Opdrachtformulering kwartiermaker integrale welzijnsopdracht Aanleiding De gemeenteraad van de gemeente Tiel heeft in haar vergadering van juli 2014 het besluit genomen om een inhoudelijke discussie te

Nadere informatie

De nazorg van pleegzorg voor pleegouders

De nazorg van pleegzorg voor pleegouders 2014 Onderzoek en Innovatie Projectresultaat Dit onderzoek is verricht ten behoeve van het studieonderdeel Onderzoek &innovatie van de opleiding Pedagogiek aan de HAN te Nijmegen De nazorg van pleegzorg

Nadere informatie

Project: Ontwikkelen van Outcome-indicatoren voor de Zorg Advies Teams, Tilburg Dossiernummer: 50-50405-99 ZonMw, 18-07-2013

Project: Ontwikkelen van Outcome-indicatoren voor de Zorg Advies Teams, Tilburg Dossiernummer: 50-50405-99 ZonMw, 18-07-2013 Project: Ontwikkelen van Outcome-indicatoren voor de Zorg Advies Teams, Tilburg Dossiernummer: 50-50405-99 ZonMw, 18-07-2013 Projectgroep: Gemeente Tilburg: Mw. M. Lennarts, beleidsmedewerker, dhr. W.

Nadere informatie

Aan de Gemeenteraad AFRONDEN EVALUATIE INTERACTIEF BELEID EN START VAN HET VERVOLGPROGPROGRAMMA BURGERPARTICIPATIE.

Aan de Gemeenteraad AFRONDEN EVALUATIE INTERACTIEF BELEID EN START VAN HET VERVOLGPROGPROGRAMMA BURGERPARTICIPATIE. Aan de Gemeenteraad AFRONDEN EVALUATIE INTERACTIEF BELEID EN START VAN HET VERVOLGPROGPROGRAMMA BURGERPARTICIPATIE. Wat er aan vooraf ging: Nota interactief beleid (Titel: Van twee kanten) 2005 Twee experimenten

Nadere informatie

Rekenkamercommissie. Onderzoeksplan subsidiebeleid

Rekenkamercommissie. Onderzoeksplan subsidiebeleid Rekenkamercommissie Onderzoeksplan subsidiebeleid gemeente Best Oktober 2015 Rekenkamercommissie gemeente Best Drs. J. J.M. van den Heuvel, Voorzitter Drs. M.A. Koster RA, Lid J.M. van Berlo (secretaris)

Nadere informatie

Samenvatting : In deze startnotitie worden de uitgangspunten en het proces om tot een Basisdocument Burgerparticipatie te komen beschreven.

Samenvatting : In deze startnotitie worden de uitgangspunten en het proces om tot een Basisdocument Burgerparticipatie te komen beschreven. Voorstel aan : Gemeenteraad van februari 2011 Nummer : 9 Onderwerp : Burgerparticipatie Bijlage(n) : 1. Overzicht participanten 2. Manieren van participeren 3. Concept raadsbesluit Samenvatting : In deze

Nadere informatie

Samen met leden beleid maken, we doen toch niets anders? Co-creatie versterkt het draagvlak. Adviezen, tips en regels.

Samen met leden beleid maken, we doen toch niets anders? Co-creatie versterkt het draagvlak. Adviezen, tips en regels. 06 Samen met leden beleid maken, we doen toch niets anders? Co-creatie versterkt het draagvlak. Adviezen, tips en regels. tekst: Erik van co- Laar en Therèse van t Westende-de Bijl 26 vm juni 2013 creatie

Nadere informatie

Invloed op burgerparticipatie

Invloed op burgerparticipatie Invloed op burgerparticipatie Een onderzoek naar drie factoren van burgerparticipatie op gemeentelijk niveau. Invloed op burgerparticipatie Een onderzoek naar drie factoren van burgerparticipatie op gemeentelijk

Nadere informatie

Kadernota Burgerparticipatie 2013 Investeren in betrokkenheid. Gemeente Reusel-De Mierden

Kadernota Burgerparticipatie 2013 Investeren in betrokkenheid. Gemeente Reusel-De Mierden Kadernota Burgerparticipatie 2013 Investeren in betrokkenheid Gemeente Reusel-De Mierden 1 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 1. Inleiding... 4 1.1 Aanleiding... 4 1.2 Probleemstelling... 4 1.3 Doelstelling...

Nadere informatie

Startdocument participatieproces LAB071

Startdocument participatieproces LAB071 Startdocument participatieproces LAB071 Dit startdocument beschrijft het participatieproces in het kader van de Verkenning Leidse Agglomeratie Bereikbaar (LAB071). Het bevat de nadere uitwerking van hoofdstuk

Nadere informatie

Juni Visie op Sportbeleid VVD Smallingerland

Juni Visie op Sportbeleid VVD Smallingerland Juni 2016 Visie op Sportbeleid VVD Smallingerland 1. Algemeen Tot op heden bestaat de gemeentelijke aandacht voor sport hoofdzakelijk uit het zorg dragen voor instandhouding van accommodaties. Tevens is

Nadere informatie

Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015

Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015 Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015 Onderzoeksopzet van de Rekenkamercommissie voor Vlagtwedde en Bellingwedde Inleiding De gezamenlijke Rekenkamercommissie (RKC) van de gemeenten Vlagtwedde en Bellingwedde

Nadere informatie

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Weert, 6 september 2011. Rekenkamer Weert Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. De wijze van onderzoek 4. Deelvragen

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase 2014-2015 VT-DT ONDERZOEKSVERSLAG 1 Bijlage 5c Beoordelingsformulier onderzoeksverslag

Nadere informatie

Protocol Interactieve Beleidsontwikkeling (IBO)

Protocol Interactieve Beleidsontwikkeling (IBO) Protocol Interactieve Beleidsontwikkeling (IBO) 1 Inleiding interactief werken Binnen de gemeente wordt reeds op vele terreinen op interactieve wijze het beleid ontwikkeld. Bijvoorbeeld het IVVP en de

Nadere informatie

Voorbeeld monitoring en evaluatie gemeente Enschede

Voorbeeld monitoring en evaluatie gemeente Enschede Voorbeeld monitoring en evaluatie gemeente Enschede Lees het volledige stappenplan voor alle informatie en tips over het monitoren en evalueren van het beleid rondom de inzet van buurtsportcoaches of raadpleeg

Nadere informatie

Integraal (sport) beleid. Lerende Netwerken 18 april Zaanstad

Integraal (sport) beleid. Lerende Netwerken 18 april Zaanstad Integraal (sport) beleid Lerende Netwerken 18 april Zaanstad Gemeente Katwijk Aanleiding sportnota Visie op sport en bewegen Integrale en interactief benadering Proces Sportnota Realisering combinatiefuncties

Nadere informatie

Cultuur in Samenspraak? Evaluatie van een interactief beleidsproces

Cultuur in Samenspraak? Evaluatie van een interactief beleidsproces Cultuur in Samenspraak? Evaluatie van een interactief beleidsproces Ter afronding van de bachelor Bestuurskunde Enschede, 18 juni 29 F. Starke, S9113 Examinator Universiteit Twente: Meelezer Universiteit

Nadere informatie

Projectvoorstellen maken

Projectvoorstellen maken Projectvoorstellen maken 1. Kader 1.1. Gebruiksaanwijzing 1.2. Wat zijn de eisen aan een projectvoorstel? 2. Inleiding 2.1 Signalering 2.2 Vooronderzoek 2.3 Probleemsituatie 3. Doelstellingen en randvoorwaarden

Nadere informatie

Plan van aanpak. Jongerenraad Moerdijk

Plan van aanpak. Jongerenraad Moerdijk Plan van aanpak Jongerenraad Moerdijk Inhoud Aanleiding... 3 Jongerengemeenteraad 2015... 3 Beleid... 3 Missie... 3 De rol van de jongerenraad in gemeente Moerdijk... 3 Wat heeft de jongerenraad nodig?...

Nadere informatie

Reimerswaal VERKIEZINGSPROGRAMMA RAADSPERIODE HET KAN ANDERS! STEM GEWOON CDA!

Reimerswaal VERKIEZINGSPROGRAMMA RAADSPERIODE HET KAN ANDERS! STEM GEWOON CDA! Reimerswaal VERKIEZINGSPROGRAMMA RAADSPERIODE 2014-2018 HET KAN ANDERS! STEM GEWOON CDA! Reimerswaal Het kan anders Ons land verandert snel. Niet alleen kennen we op dit moment in Nederland financieel

Nadere informatie

Besluit van de communicatieadviseur van de gemeente Oirschot houdende regels omtrent Burgerparticipatie in Oirschot

Besluit van de communicatieadviseur van de gemeente Oirschot houdende regels omtrent Burgerparticipatie in Oirschot GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Oirschot Nr. 151799 16 juli 2018 Besluit van de communicatieadviseur van de gemeente Oirschot houdende regels omtrent Burgerparticipatie in Oirschot Inleiding

Nadere informatie

Afdeling Samenleving Februari Concept-nota burgerparticipatie gemeente Woudrichem

Afdeling Samenleving Februari Concept-nota burgerparticipatie gemeente Woudrichem Afdeling Samenleving Februari 2012 Concept-nota burgerparticipatie gemeente Woudrichem Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Wat is burgerparticipatie? 3 2. Doelen burgerparticipatie 3 3. Participatievormen

Nadere informatie

Participatieverslag Nieuw & Anders

Participatieverslag Nieuw & Anders Participatieverslag Nieuw & Anders Op 26 en 31 maart vonden twee bijeenkomsten plaats met de titel Nieuw & Anders plaats. Twee bijeenkomsten die druk bezocht werden door vrijwilligers, verenigingen en

Nadere informatie

Delfts Doen! Delftenaren maken de stad

Delfts Doen! Delftenaren maken de stad Inhoud A Delfts Doen! Delftenaren maken de stad 1 Delfts Doen! Delftenaren maken de stad P lannen maken in de stad doe je niet alleen. Een goed initiatief vraagt samenwerking en afstemming met bewoners,

Nadere informatie

onderzoeksopzet aanbesteding zorg en welzijn - deel 1

onderzoeksopzet aanbesteding zorg en welzijn - deel 1 onderzoeksopzet aanbesteding zorg en welzijn - deel 1 2 aanbesteding zorg en welzijn 1 1 inleiding aanleiding Op donderdag 4 september 2014 heeft de Rekenkamer Capelle aan den IJssel met de raad een zogenoemde

Nadere informatie

Van : L. de Ridder DMS nr: 11.04347 Aan : Gemeenteraad Datum : 19 mei 2011 Onderwerp : Start duurzaamheidsbeleid c.c. :

Van : L. de Ridder DMS nr: 11.04347 Aan : Gemeenteraad Datum : 19 mei 2011 Onderwerp : Start duurzaamheidsbeleid c.c. : INTERN MEMO Van : L. de Ridder DMS nr: 11.04347 Aan : Gemeenteraad Datum : 19 mei 2011 Onderwerp : Start duurzaamheidsbeleid c.c. : Aanleiding Duurzaamheid is een speerpunt in het coalitieakkoord en het

Nadere informatie

Participatie binnen het gemeentelijk mobiliteitsbeleid Specialisatiecursus VSV 28ǀ02ǀ2013. Samenvatting en conclusies

Participatie binnen het gemeentelijk mobiliteitsbeleid Specialisatiecursus VSV 28ǀ02ǀ2013. Samenvatting en conclusies Participatie binnen het gemeentelijk mobiliteitsbeleid Specialisatiecursus VSV 28ǀ02ǀ2013 Samenvatting en conclusies Bart Meert Projectmanager Verkeer en Mobiliteit Imagine the result Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

PLEIDOOI DOORONTWIKKELING HUIS VAN EEMNES TEN BEHOEVE VAN BEHOUD, VERSTERKEN EN VERBETERING VAN VOORZIENINGEN EN LEEFBAARHEID VOOR DE GEMEENSCHAP VAN

PLEIDOOI DOORONTWIKKELING HUIS VAN EEMNES TEN BEHOEVE VAN BEHOUD, VERSTERKEN EN VERBETERING VAN VOORZIENINGEN EN LEEFBAARHEID VOOR DE GEMEENSCHAP VAN Eemnes, 28 maart 2018. Onderwerp: Pleidooi Stichting Huis van Eemnes/St. De Hilt & Bibliotheek Gooi en meer in het kader van de noodzakelijke doorontwikkeling van het Huis van Eemnes als gemeenschapshuis

Nadere informatie

Gouwplein. Erasmus Universiteit Rotterdam

Gouwplein. Erasmus Universiteit Rotterdam Erasmus Universiteit Rotterdam Gouwplein Hoe het Gouwplein in Oud-Charlois door een experimenteel burgerinitiatief van een ruwe en afstotelijke plek is veranderd in een welkome speel- en ontmoetingsplek.

Nadere informatie

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden HANDOUT SCENARIO-ONTWIKKELING Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden SCENARIO-ONTWIKKELING I n h o u d Scenario-ontwikkeling 1 1 Wat zijn scenario s? 1 2 Waarom

Nadere informatie

2 de bijeenkomst Contactraad SRM. 19 maart 2018

2 de bijeenkomst Contactraad SRM. 19 maart 2018 2 de bijeenkomst Contactraad SRM 19 maart 2018 AGENDA 1. Opening & toelichting oproep politiek en inspreekbeurt bij Beeldvormende Avond 2. Verslag vorige Contactraad 26 februari jl. 3. Terugblik op BVA

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

Stand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek financiële ondersteuning sportverenigingen door de gemeente

Stand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek financiële ondersteuning sportverenigingen door de gemeente Jaarverslag 2017 Bijlage 1: Stand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek financiële ondersteuning sportverenigingen door de gemeente De Rekenkamer heeft haar onderzoek naar

Nadere informatie

COMMUNICATIE & PARTICIPATIE. Samenleven in Leiderdorp. Met elkaar voor een sterke samenleving

COMMUNICATIE & PARTICIPATIE. Samenleven in Leiderdorp. Met elkaar voor een sterke samenleving 3D COMMUNICATIE & PARTICIPATIE Samenleven in Leiderdorp Met elkaar voor een sterke samenleving 1 Inhoud De opgave... 3 Communicatiedoelstellingen... 3 Communicatieaanpak... 5 Doelgroepen, belangen en invloed...

Nadere informatie

Communicatieplan Stichting Welzijn Baarn

Communicatieplan Stichting Welzijn Baarn Communicatieplan Stichting Welzijn Baarn Namen: Xavier van der Stelt Anika Schouten Janneke Geerling Kelly Hoogenboezem Utrecht, 5 juni 2013 Inhoudsopgave Blz. 1. Inleiding... 3 2. Wat speelt er momenteel

Nadere informatie

Programma van Eisen, gemeente Ede Een samenwerkingsdocument om tot de gewenste maatschappelijke effecten te komen

Programma van Eisen, gemeente Ede Een samenwerkingsdocument om tot de gewenste maatschappelijke effecten te komen Programma van Eisen, gemeente Ede Een samenwerkingsdocument om tot de gewenste maatschappelijke effecten te komen Inleiding Bij de vaststelling van de nieuwe subsidieverordening in de gemeenteraad d.d.

Nadere informatie

Grondbeleid en grondprijsbeleid Gemeente Weert

Grondbeleid en grondprijsbeleid Gemeente Weert Onderzoeksaanpak Grondbeleid en grondprijsbeleid Gemeente Weert september 2013 Rekenkamer Weert 1. Achtergrond en aanleiding Het grondbeleid van de gemeente Weert heeft tot doel bijdrage te leveren, met

Nadere informatie

Scriptiegroep. Bijeenkomst 08

Scriptiegroep. Bijeenkomst 08 Scriptiegroep Bijeenkomst 08 Inhoudselementen van een scriptie Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding Bronnenonderzoek Afstudeerproject Conclusie Samenvatting Literatuurlijst Bijlagen Inhoudsopgave Routekaart

Nadere informatie

Samenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck

Samenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck Samenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck 2016-2017 Inhoud Voorwoord... 3 Doelstellingen monitor sociaal domein... 3 Meetbare doelstellingen... 4 Rol van raad en college... 4 Visie,

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Onderzoek doen

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Onderzoek doen Samenvatting Maatschappijwetenschappen Onderzoek doen Samenvatting door Lotte 2060 woorden 2 jaar geleden 0 keer beoordeeld Vak Maatschappijwetenschappen Maatschappijwetenschappen: onderzoek doen Hoofdstuk

Nadere informatie

Cliëntenparticipatie bij het ontwikkelen van kwaliteitsinstrumenten in de zorg

Cliëntenparticipatie bij het ontwikkelen van kwaliteitsinstrumenten in de zorg Cliëntenparticipatie in de zorg VOLLEDIGE Definitiekaart VOLLEDIGE Argumentenkaart VOLLEDIGE Optiekaart Definitiekaart Cliëntenparticipatie Wat is in de zorg en wat zijn de doelen hiervan? Deze kaart biedt

Nadere informatie

Burgerparticipatie. 22 mei 2008

Burgerparticipatie. 22 mei 2008 Burgerparticipatie mei 008 Inleiding De gemeente Terneuzen laat meer en meer zien, dat de burger de belangrijkste 'klant' van de gemeente is. De overtuiging wint veld, dat samenwerking met en participatie

Nadere informatie

Afdeling Samenleving November Concept-nota burgerparticipatie gemeente Woudrichem

Afdeling Samenleving November Concept-nota burgerparticipatie gemeente Woudrichem Afdeling Samenleving November 2011 Concept-nota burgerparticipatie gemeente Woudrichem Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Wat is burgerparticipatie? 3 2. Doelen burgerparticipatie 3 3. Participatievormen

Nadere informatie

BEOORDELING PROFIELWERKSTUK VMBO-T Piter Jelles!mpulse

BEOORDELING PROFIELWERKSTUK VMBO-T Piter Jelles!mpulse Namen:. Onderwerp: Inleiding Dit is het beoordelingsgrid van het sectorwerkstuk van Piter Jelles!mpulse. Het grid bestaat uit drie categorieën: Proces Inhoud Presentatie Elke rij vormt een onderdeel van

Nadere informatie

Bachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal

Bachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal Vakbeschrijvingen derde jaar EBM: In het derde jaar volg je enkele verdiepende vakken, schrijf je de bachelorscriptie en heb je een vrije keuzeruimte. Je kunt deze ruimte invullen met keuzevakken (o.a.

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017 opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017 Aanleiding Met ingang van 1 januari 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de cliëntondersteuning voor alle inwoners, voorheen was dit een verantwoordelijkheid

Nadere informatie