Bundel van de Algemeen Bestuur VRZHZ van 18 februari 2016

Transcriptie

1 Bundel van de Algemeen Bestuur VRZHZ van 18 februari 2016 I Opening Uitnodigingsbrief leden en deelnemers AB.pdf I.1 Agenda oplegnotitie agenda.pdf A Agenda AB 18 febr 2016.pdf I.2 Mededelingen Oplegnotitie AB mededelingen.pdf I.3 Besluitenlijst oplegnotitie AB besluitenlijst.pdf A concept besluitenlijst AB 17 september 2015.pdf B concept besluitenlijst AB 5 november 2015.pdf C concept besluitenlijst AB 25 november 2015.pdf II Ter behandeling II.1 Meldkamers; regionale en landelijke ontwikkelingen - presentatie oplegnotitie AB meldkamers reg en landelijke ontw.pdf II.2 Herijking compensatie kosten crisisnoodopvang oplegnotitie AB herijking compensatie kosten crisisnoodopvang.pdf A herijking compensatie kosten crisisnoodopvang.pdf II.3 Gemeenten Vijfheerenlanden oplegnotitie AB Gemeenten Vijfheerenlanden.pdf A schetsnotitie herindeling Vijfheerenlanden.pdf II.4 Beleidsplan - presentatie oplegnotitie beleidsplan.pdf A Beleidsplan concept 12 okt.pdf B Wensen gemeenten beleidsplan.pdf II.5 RWS en de VRZHZ - presentatie Oplegnotitie AB RWS en de VRZHZ.pdf III Ter kennisname of hamerstukken III.1Reglement samenstelling dagelijks bestuur oplegnotitie samenstelling DB.pdf A Reglement samenstelling dagelijks bestuur Veiligheidsregio Zuid concept.pdf III.2Regionale overeenkomst Noodhulpteam Rode Kruis oplegnotitie Regionale overeenkomst noodhulpteams.pdf IV Overig

2 I Opening Uitnodigingsbrief leden en deelnemers AB.pdf Concern Aan de leden en deelnemers van het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid Uw kenmerk Ons kenmerk Datum /60 4 februari 2016 Onderwerp Bijlage(n) Behandeld door Uitnodiging vergadering AB Agenda en vergaderstukken N. Kaim 18 februari Geachte leden van het algemeen bestuur, Graag nodig ik u namens de voorzitter uit voor de vergadering van het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid op donderdag 18 februari 2016 van 14:00 uur tot 16:00 uur in de Merwedezaal van de Politie Zuid-Holland-Zuid aan de Vissersdijk Beneden 2 te Dordrecht. Bijgaand ontvangt u de agenda en stukken behorend bij deze vergadering. Indien u verhinderd bent, kunt u dit doorgeven aan mevrouw A.R. Wagemans op telefoonnummer of per mail ar.wagemans@vrzhz.nl. Met vriendelijke groeten, Drs. C.H.W.M. Post Mcm Secretaris Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid Postbus 350, 3300 AJ Dordrecht, Bezoekadres: Romboutslaan 105, 3312 KP Dordrecht, T , F , E mail@vrzhz.nl, I

3 I.1 Agenda oplegnotitie agenda.pdf Agendapunt I-1 Registratienummer 2016/41 Voorstel voor de vergadering van: Het algemeen bestuur Datum vergadering: 18 februari 2016 Onderwerp: Gevraagd besluit: Vaststellen agenda Het algemeen bestuur wordt gevraagd: - de agenda d.d. 18 februari 2016 vast te stellen Vergaderstuk: 201/41/A Agenda d.d. 18 februari 2016 Toelichting: Financiële consequenties: Vervolgprocedure: Geen Geen Het voorstel wordt bij de volgende overleggen ingebracht: MT AB OVO CAB AGV Audit commissie DB Anders, nl.... Niet van toepassing Vervolgstappen: Geen Organisatie eenheid Indiener niveau 2 Concerncontroller a.i. Directiesecretaris Concern J. Boons J. Boons dd dd

4 A Agenda AB 18 febr 2016.pdf Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid Agenda 2016/41/A 18 februari 2016 I Opening 1. Vaststellen agenda 2016/41 2. Mededelingen 2016/42 3. Besluitenlijst 2016/43 II Ter behandeling 1. Meldkamers; regionale en landelijke ontwikkelingen - presentatie 2016/44 2. Herijking compensatie kosten crisisnoodopvang 2016/45 3. Gemeenten Vijfheerenlanden 2016/46 4. Beleidsplan - presentatie 2016/47 5. RWS en de VRZHZ - presentatie 2016/48 III Ter kennisname of Hamerstukken 1. Reglement samenstelling dagelijks bestuur 2016/49 2. Regionale overeenkomst Noodhulpteam Rode Kruis 2016/50 IV Overig 1. Rondvraag en sluiting

5 I.2 Mededelingen Oplegnotitie AB mededelingen.pdf Agendapunt I-2 Registratienummer 2016/42 Voorstel voor de vergadering van: Het algemeen bestuur Datum vergadering: 18 februari 2016 Onderwerp: Gevraagd besluit: Mededelingen Het algemeen bestuur wordt gevraagd: - niet van toepassing Vergaderstuk: Toelichting: Financiële consequenties: Vervolgprocedure: Geen De leden van het AB krijgen gelegenheid tot het doen van mededelingen. Geen Het voorstel wordt bij de volgende overleggen ingebracht: MT AB OVO CAB AGV Audit commissie DB Anders, nl.... Niet van toepassing Vervolgstappen: Geen Organisatie eenheid Indiener niveau 2 Concerncontroller a.i. Directiesecretaris Concern J. Boons J. Boons dd dd

6 I.3 Besluitenlijst oplegnotitie AB besluitenlijst.pdf Agendapunt I-3 Registratienummer 2016/43 Voorstel voor de vergadering van: Het algemeen bestuur Datum vergadering: 18 februari 2016 Onderwerp: Gevraagd besluit: Besluitenlijst Het algemeen bestuur wordt gevraagd: - de besluitenlijsten AB d.d. 17 september 2015, 5 november 2015 en 25 november 2015 vast te stellen. Vergaderstuk: 2016/43/A - besluitenlijst AB d.d. 17 september /43/B - besluitenlijst AB d.d. 5 november /43/C - besluitenlijst AB d.d. 25 november 2015 Toelichting: Financiële consequenties: Vervolgprocedure: In navolging van het besluit van 25 november 2015 worden de besluitenlijsten van 17 september 2015 en 5 november 2015 opnieuw geagendeerd ter besluitvorming, samen met de besluitenlijst van 25 november Geen Het voorstel wordt bij de volgende overleggen ingebracht: MT AB OVO CAB AGV Audit commissie DB Anders, nl.... Niet van toepassing Vervolgstappen: De besluitenlijsten AB wordt op Viadesk (intern) en de internetsite geplaatst. Organisatie eenheid Indiener niveau 2 Concerncontroller a.i. Directiesecretaris Concern J. Boons J. Boons dd dd

7 A concept besluitenlijst AB 17 september 2015.pdf Vergaderstuk 2016/43/A Besluitenlijst concept - Van: Overleg: Vergadering van het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio ZHZ Datum: 17 september 2015 Vastgesteld op: Aanwezig Gemeente Dordrecht DHR A.A.M. Brok burgemeester, voorzitter Gemeente Oud-Beijerland DHR K. Tigelaar burgemeester, vicevoorzitter Gemeente Alblasserdam DHR J.G.A. Paans burgemeester Gemeente Binnenmaas DHR A.J. Borgdorff burgemeester Gemeente Cromstrijen DHR J.J. Luteijn burgemeester Gemeente Giessenlanden DHR W. Ten Kate waarnemend burgemeester Gemeente Gorinchem DHR G. Veldhuijzen waarnemend burgemeester Gemeente Hardinxveld-Giessendam DHR R. Augusteijn waarnemend burgemeester Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht DHR J. Heijkoop burgemeester Gemeente Korendijk DHR S. Stoop waarnemend burgemeester Gemeente Leerdam DHR W. van der Leij locoburgemeester Gemeente Molenwaard DHR D.R. van der Borg burgemeester Gemeente Papendrecht DHR C.J.M. de Bruin burgemeester Gemeente Sliedrecht MW G.J. Visser-Schlieker locoburgemeester Gemeente Strijen DHR A.J. Moerkerke burgemeester Gemeente Zederik DHR C.J.J. van Ee burgemeester Gemeente Zwijndrecht DHR D. Schrijer burgemeester Arrondissementsparket Rotterdam DHR R.P.H.G. de Beukelaer Justitie Waterschap Hollandse Delta DHR J.M. Geluk dijkgraaf Veiligheidsregio ZHZ DHR C.H.W.M. Post secretaris Veiligheidsregio ZHZ DHR A. Slofstra directeur brandweer Veiligheidsregio ZHZ MW A.E.T. Wepster directiesecretaris Afwezig Waterschap Rivierenland DHR R.W. Bleker dijkgraaf Politie Eenheid Rotterdam DHR H. de Jong politie eenheid Rotterdam I Opening Agendapunt I /2120 Besluit Vaststellen agenda Het algemeen bestuur wordt gevraagd te besluiten: - de agenda d.d. 17 september 2015 vast te stellen. Conform Pagina 1 van 10

8 Vergaderstuk 2016/43/A Agendapunt I /2121 Toelichting Mededelingen De voorzitter geeft aan dat: het DB heeft overlegd met het DB DG&J. Dit is een plezierig en nuttig treffen geweest waarbij bestuurlijke verbinding is gelegd. Een aantal actualiteiten is besproken en afgesproken is gezamenlijk op te trekken als dit nuttig is en in verbinding met elkaar te blijven. Hiertoe wordt een volgend overleg gepland; het DB heeft naar aanleiding van het meerjarenperspectief gesproken met de centrale ondernemingsraad VRZHZ. Ook dit was een constructief en plezierig gesprek met toegewijde en betrokken medewerkers. De actualiteiten zijn gedeeld en afgesproken is dit over ongeveer een jaar te herhalen; het opstellen van het nieuwe beleidsplan ( ) loopt. Het nieuwe risicoprofiel en de verkregen input vanuit gemeenten vormen hierbij een belangrijke basis. Naast gemeenten worden momenteel ook andere partners bij het opstellen van het plan betrokken. In eerste termijn zal het beleidsplan in het DB en AB van november dit jaar worden behandeld. Daarna wordt het ter consultatie aangeboden aan gemeenten (raden) en partners als OZHZ en DG&J. In maart en april 2016 zullen het DB en AB (met de resultaten van de consultatie verwerkt) dan een voorgenomen besluit nemen, waarna de wettelijke consultatie bij onder andere buurregio s, provincie, waterschappen zal plaatsvinden. Definitieve vaststelling vindt vervolgens plaats in het AB van november 2016; op kleine schaal een passende afscheidslunch heeft plaatsgevonden met de voormalig coördinerend gemeentesecretaris, de heer Beek. Hij heeft dit zeer gewaardeerd en groet het AB VRZHZ; Twijnstra & Gudde een aantal gesprekken heeft gevoerd over de gemeentelijke heroriëntatie van de Vijfheerenlanden. De voorzitter spreekt de hoop uit dat Zuid-Holland Zuid één en ondeelbaar blijft en wenst de collega s van de betrokken gemeenten veel wijsheid in het proces toe. De secretaris informeert over het feit dat een aantal wetten is gewijzigd op het gebied van omgevingsrecht en toezicht. Een overleg met bestuurders van OZHZ, DG&J en VRZHZ wordt gepland om hierover met elkaar van gedachten te wisselen en de consequenties te bespreken. Agendapunt I /2122 Toelichting Besluit Besluitenlijst Het algemeen bestuur wordt gevraagd te besluiten: de besluitenlijst AB d.d. 25 juni 2015 vast te stellen De heer De Bruin geeft aan dat er geen besluitvorming zou plaatsvinden over het meerjarenperspectief. Toch staan er besluiten aan het eind opgenomen. Dit betreft echter conclusies bedoeld als focus voor het DB. Dit wordt op deze wijze overgenomen. Conform, waarbij het besluit van het meerjarenperspectief geen besluit is, maar dit conclusies betreft die als input voor de verdere Pagina 2 van 10

9 Vergaderstuk 2016/43/A uitwerking dienen. II Ter behandeling Agendapunt II /2123 Toelichting Meerjarenperspectief Het algemeen bestuur wordt gevraagd: 1. Kennis te nemen van de uitgewerkte bestuursopdracht. 2. De uitgewerkte voorstellen met een lage bestuurlijke impact vast te stellen (tabel III). 3. De verwachte besparing vanuit Vernieuwde Brandweerzorg in te zetten als dekkingsmiddel voor de resterende opgaven in de begrotingsjaren 2016 e.v.. 4. In te stemmen met de taakstelling van het investeren van 90% van de geraamde investeringen in de jaren 2016 t/m 2018 in combinatie met het inzetten van de bestemmingsreserve kapitaallasten. 5. In te stemmen met het opnemen van de loon- en prijsindex vanaf de begroting 2016 en de gevolgen hiervan voor 2016 te verwerken in 6. Burap-I en voor 2017 e.v. in de (meerjaren)begroting De begrotingen en meerjarenraming aan te passen op basis van het besluit van het algemeen bestuur d.d. 25 november De gemeenten het principebesluit van het algemeen bestuur voor zienswijze voor te leggen. Het AB neemt een voorgenomen besluit dat voor zienswijze wordt voorgelegd aan deelnemende gemeenten. Gemeenten worden gevraagd voor 1 november te reageren (zodat het beeld helder is in het DB van 5 november). Voor enkele gemeenten is dit wellicht lastig haalbaar. Definitieve besluitvorming vindt plaats in het AB van 25 november. Daarom is er ruimte om uiterlijk 25 november te reageren, het is echter fijn als dit zo vroeg mogelijk kan. De portefeuillehouder licht toe dat aangesloten is bij de conclusies van het AB van juni: werk met name de voorstellen met lage bestuurlijke impact uit ( 1,3 mln) en kijk wat daarnaast nog mogelijk is. Dit is uitgewerkt in voorliggend voorstel. In een eerste ronde worden de volgende reacties gegeven: de heer Augusteijn heeft afgestemd met de loco-burgemeester van Sliedrecht dat het mogelijk samenvoegen van brandweerposten dienstig kan zijn, mede gezien de situatie van vrijwilligers. Verder gaat hij akkoord met het voorstel; de heer Paans kan instemmen met voorliggend voorstel. Hierbij tekent hij aan dat er een totale zoekopdracht blijft liggen voor een grotere opgave. Daarnaast wordt de afschrijvingstermijn verlengd van 40 naar 50 jaar. Wellicht kan hier door innovatie over een periode anders tegenaan gekeken worden, past dit dan nog wel?; de heer Borgdorff complimenteert de stellers van het stuk en geeft aan het een goed voorstel te vinden. In het portefeuillehoudersoverleg veiligheid in de Hoekse Waard heeft de heer Post een Pagina 3 van 10

10 Vergaderstuk 2016/43/A zinvolle toelichting gegeven; de heer Ten Kate vindt het voorliggend voorstel herkenbaar, waarbij de besparingen met name worden gezocht in de voorstellen met lage bestuurlijke impact. Inhoudelijk heeft hij de volgende opmerkingen: - de koppeling van de BDUR aan de algemene uitkering gemeenten is niet terecht; - het verlengen van de afschrijvingstermijnen valt lastig. De gemeente heeft financieel overdragen gebaseerd op een termijn van 40 jaar afschrijven. Nu wordt gerekend met 50 jaar. Dit is lastig uitlegbaar in de gemeente; er wordt loyaal over gedragen en daarna gaat de kaasschaaf erover ; de heer Stoop is van mening dat voorliggend voorstel een goede vertaling is van de discussie in juni. Opvallend is dat met onderhoud huisvesting in juni een bedrag gemoeid was van en nu De onderbouwing hiervan is niet helder. Daarnaast vormt de nacalculatie loonkosten een forse post ( ) met plussen en minnen. Daar zou de heer Stoop graag meer informatie over hebben; de heer Luteijn is het eens met de voorgestelde lijn, vanuit Cromstrijen is hier dan ook draagvlak voor. Belangrijk is dat zorgvuldig geformuleerd wordt. Zo is aangegeven dat de inwonerbijdrage niet stijgt. Dit lijkt gezien de BDURontwikkelingen niet te kloppen. Daarnaast is de heer Luteijn van mening dat als gemeenten niet voldoende personeelslasten hebben betaald bij de regionalisering, dit recht gezet moet worden; de heer Moerkerke sluit zich aan bij het voorstel en hoopt dat hiermee rust wordt verkregen. Hij vraagt zich af of zich opgaven zullen of kunnen voordoen in de toekomst; de heer Veldhuijzen deelt de mening van de heer Ten Kate dat koppeling van de BDUR aan het gemeentefonds ongepast is. Daarnaast vraagt hij nog preciezer naar de huisvestingslasten te kijken. Het is de vraag waar deze moeten vallen; de heer De Bruin vindt voorliggend voorstel een goede uitwerking van de vorige bespreking en complimenteert de stellers hiermee. Voor wat betreft de gevraagde besluiten merkt hij op: - gevraagd besluit 2: hier kan de heer De Bruin mee instemmen. Hij ziet echter in de besluitvorming niet de 4,7 mln terug. Er rest immers nog een opgave van 3,4 mln (als de 1,3 mln gerealiseerd wordt); - gevraagd besluit 3: gesproken wordt over een dekkingsmiddel. De 3,9 mln en 4,7 mln moeten gescheiden gehouden worden. De 3,9 mln hoort bij de regionalisering en schaalvergroting. Daarnaast zijn er aanvullende bezuinigingen, deze moeten niet door elkaar gehaald worden. Daarnaast vraagt de heer De Bruin naar een mogelijk tekort van 8 ton in 2020 in het kader van de vernieuwde brandweerzorg; Pagina 4 van 10

11 Vergaderstuk 2016/43/A - gevraagd besluit 4: er dient ook naar technische afschrijving gekeken te worden, niet alleen naar de economische; - gevraagd besluit 5: deze parkeert de heer De Bruin nu graag; - gevraagd besluit 6: het is vreemd nu te besluiten naar aanleiding van een besluit dat nog genomen moet worden. Daarnaast vraagt de heer De Bruin aandacht voor hoe zaken worden genoteerd. Zo staat er dat de bijdrage van gemeenten niet wordt verhoogd. Er is echter wel sprake van besparingsverliezen, waarmee gemeenten er wel op inboeten; de heer Schrijer vindt het voorstel goed en acht het verstandig niet de 4,7 mln door te zetten, maar voor de 1,3 mln te kiezen; de heer Heijkoop (Ambacht) geeft aan dat voorliggend voorstel de grootste gemeenschappelijkheid heeft. Hij vraagt hiernaast echter ook om continue op zoek te gaan naar innovatie/vernieuwing wat vaak gepaard gaat met efficiency; mevrouw Visser licht toe dat binnen Sliedrecht geen draagvlak bestaat voor de 4,7 mln. Ingestemd wordt met het voorstel van 1,3 mln, waarbij de rust binnen de organisatie en de veiligheid van medewerkers van belang wordt geacht. Mogelijke nieuwe opgaven zullen op hun merites beoordeeld moeten worden en de innovatie-gedachte wordt onderschreven; de heer Heijkoop (Molenwaard) informeert dat het bedrag van 1,3 mln vanuit Molenwaard hoger had gemogen. Er is echter draagvlak voor, waarmee het een goed plan is en waarmee rust gecreëerd kan worden. De heer Heijkoop vraagt wat er gebeurt als de 5,2 mln niet gehaald wordt. Is er dan een plan B of zijn er aanvullende maatregelen? Vanuit Molenwaard is men niet gelukkig met het voorstel rondom afschrijvingen. Er is opgeplust en nu wordt de termijn weer verlengd; de heer Van Ee sluit zich aan bij de woorden van de heer Ten Kate. Daarnaast is hij blij met het voorstel, waarin duidelijke en uitlegbare keuzes worden voorgelegd. De heer Van Ee vraagt een mogelijke discussie over het sluiten van kazernes met voorzichtigheid te voeren, dit veroorzaakt immers onrust. Juist ook vanwege de brand in Lexmond. Onder de inwoners leeft het idee dat dit vanwege de bezuinigen is geweest. Mensen voelen zich onveiliger. Daar moeten we ook in de communicatie gevoelig voor zijn; de heer Van der Leij gaat akkoord met het voorliggend voorstel. Hij schaart zich hierbij achter de opmerkingen over nadere bezuinigingen; de heer Brok is als voorzitter blij met voorliggend afgewogen voorstel. Dit past binnen de cultuur van de VRZHZ en doet recht aan de hoge kwaliteit. Het is goed om nu duidelijkheid en helderheid over het meerjarenperspectief te hebben. De portefeuillehouder, de heer Tigelaar, merkt op dat er een aantal punten op tafel ligt voor discussie. Hierbij is het zo dat hoe langer een Pagina 5 van 10

12 Vergaderstuk 2016/43/A proces duurt, hoe meer punten erbij komen (bijvoorbeeld huisvesting). Er moet een keer een streep onder. Voor wat betreft het punt over de BDUR en de algemene uitkering van gemeenten is het logisch dat ook gekeken wordt wat er binnen gemeenten gebeurt. Het is aan iedere gemeente voor zich om daar wel/geen dekking uit te halen. Uiteraard dient goed naar de tekst te worden gekeken alvorens deze naar Colleges wordt verstuurd. Dit geldt zeker voor de loonkosten. Het overzicht dat de bestuurders hebben ontvangen heeft betrekking op één component uit de De andere componenten zijn minder terug te redeneren naar afzonderlijke gemeenten. Daar zal in de tekst nog een nadere toelichting over worden opgenomen. Vanuit de huidige inzichten wordt op dit moment een besluit genomen. Hierbij is vanuit de inhoud gekeken naar mogelijkheden. Als maatregelen niet haalbaar blijken te zijn is er sprake van een nieuwe opgave, waar opnieuw over gesproken zal worden. De secretaris licht naar aanleiding van de reacties het volgende toe: in de bezuiniging van 3,9 mln naar aanleiding van de regionalisering van de brandweer zijn PM-posten opgenomen. Onder andere doordat de uitkomsten van de pilots met betrekking tot bezetting tankautospuit niet bekend zijn. De taakstelling van 3,9 mln blijft echter bestaan. Als bedragen tegenvallen zal dit uiteraard opnieuw ter tafel komen; bij het besluit over het project vernieuwde brandweerzorg is uitgegaan van een fijnmazig netwerk van brandweerposten. Dit maakt de pilots bezetting tankautospuit onder andere mogelijk. Er kan niet aan twee knoppen tegelijk gedraaid worden (én minder brandweerposten én bezetting voertuigen), daarom is het niet verstandig nu over het sluiten/samenvoegen van posten te spreken; het klopt dat taken zijn overgedragen en er nu bezuinigd wordt. Dat wordt gerealiseerd met impact op de inwonersbijdrage. Ook uit de organisatie wordt bezuinigd. Deze bezuinigingen komen terug in de gemeentelijke kas of worden verrekend met financiële nadelen; het domein van veiligheid is ernstig in beweging. Toekomstige opgaven worden dan ook niet uitgesloten. Geprobeerd wordt echter een robuuste en stabiele VRZHZ te behouden. Gekeken kan dan worden hoe mogelijke nadelen opgevangen kunnen worden. We kennen de opgaven niet precies, maar zullen hier zoveel mogelijk op anticiperen; de Raad voor de financiële verhoudingen (RFV) spreekt over de herverdeling van de BDUR. Hierbij maakt het Rijk de koppeling met het gemeentefonds. Wij hebben hierop per brief aangegeven dit oneigenlijk te vinden. De RFV heeft deze koppeling echter toch in stand gehouden. Pagina 6 van 10

13 Vergaderstuk 2016/43/A De directeur Brandweer licht toe dat in het DB ook is gesproken over onderhoud van kazernes. Gekeken wordt hoe zo veel als mogelijk met zelfwerkzaamheid en in eigen beheer zaken kunnen worden opgelost. In een tweede ronde worden de volgende reacties gegeven: de heer Luteijn vraagt dat wanneer scherp naar de personeelslasten wordt gekeken; is het dan een gezamenlijke verantwoordelijkheid om dit op te lossen of wordt besloten hier een streep onder te zetten?; de heer Stoop vindt dat inderdaad ergens een streep moet worden gezet en we niet alsmaar moeten terug grijpen; de heer Moerkerke committeert zich bij eventuele nieuwe opgaven niet aan opties uit de bovenste twee rijen; de heer Veldhuijzen vraagt goed naar het verschil in inkomsten en uitgaven van huisvesting te kijken; de heer De Bruin kan zich er niet in vinden. Hij is van mening dat het bestuur 3,4 mln laat lopen en wil de zoektocht graag overeind houden; de heer Heijkoop (Molenwaard) vraagt of er overeenstemming is over een totale bezuinigingsopgave van 5,2 mln (3,9 + 1,3); de heer Paans geeft aan dat helderheid nodig is; er moet een keuze worden gemaakt. Daarnaast is het goed als de organisatie permanent op zoek gaat naar verbetermogelijkheden. Er zal over de (personeelslasten) zoveel mogelijk inzicht gegeven worden. Dit wordt verwerkt in de tekst van het stuk, waarbij de Auditcommissie aan de voorkant besluit hoe er inhoudelijk mee om te gaan. Daarmee komt het stuk iets later naar de gemeenten. Besluit Agendapunt II /2124 Besluit Conform, waarbij: aan besluit 2 gekoppeld wordt: als een bezuiniging niet haalbaar blijkt is er sprake van een nieuwe opgave en komt dit terug in het AB; bij besluit 6 geldt: met in achtneming van het traject van zienswijzen dat nog volgt; besluit 8 wordt toegevoegd: de zoektocht naar meer efficiencymogelijkheden is permanent door innovatief te denken en te handelen. Wijziging BDUR 2017 Het algemeen bestuur wordt gevraagd: kennis te nemen van: 1. De verwachte ontwikkeling in de BDUR uitkering en de algemene uitkering van het gemeentefonds 2. De verhoging van de gemeentelijke bijdragen bij verlaging van de BDUR uitkering in te besluiten de verwachte mutaties van de BDUR uitkering te verwerken in de BURAP 2016 en de (meerjaren)begroting Conform Pagina 7 van 10

14 Vergaderstuk 2016/43/A Agendapunt II /2125 Toelichting Doorontwikkeling bevolkingszorg Het algemeen bestuur wordt gevraagd: in te stemmen met de in de notitie omschreven richting rond: 1. de definitieve inbedding van bureau Gemeenten binnen de VRZHZ per 1 januari 2016 en hiermee de huidige formatieve omvang van bureau Gemeenten (4,3 fte) onder te brengen binnen de VRZHZ; 2. de inhoud van de ontwikkelagenda voor 2015 t/m 2017; 3. de wijze van afleggen van verantwoording en evaluatie; 4. handhaving van de eerder afgesproken termijn van eind 2016 voor evaluatie van de subregionale crisisorganisaties; 5. het op korte termijn starten van het gesprek over en een visie te vormen voor doorontwikkeling/verdergaande regionalisering van de bevolkingszorg. Naar aanleiding van de stukken en een korte toelichting wordt gesproken over de volgende aspecten: er moet duidelijkheid zijn over de financiële effecten, dit wordt nader uitgewerkt. Wellicht kan er sprake zijn van een besparing door het samenvoegen van de multidisciplinaire organisatie en gemeenten. Dit is echter nog niet zeker. Uitgegaan wordt van het feit dat de bijdrage van gemeenten gelijk blijft. Er komt een technische begrotingswijziging; het governance-vraagstuk (verantwoordelijkheid, bevoegdheid en rollen) wordt nader uitgewerkt. Wettelijk gezien verzorgt de coördinerend gemeentesecretaris de aansturing. De samenhang met onder andere de directeur VR en hoofd van de organisatie-eenheid wordt hierbij in overleg met gemeentesecretarissen nader uitgewerkt en geregeld; de (kwaliteits)verschillen tussen subregio s en gemeenten zijn groot. Uit de evaluatie zou naar voren kunnen komen dat een aantal gemeenten op lokaal niveau het been moeten bijtrekken; de besluiten 4 (evaluatie 2016) en 5 (visie doorontwikkeling) hangen met elkaar samen. De afspraak is dat eerst geëvalueerd wordt en dat daarna met de conclusies gesproken wordt over doorontwikkeling. Dit neemt niet weg dat er sprake is van een aantal kwetsbare processen en dat het goed is nu reeds na te denken over mogelijke opties voor doorontwikkeling. Besluitvorming vindt echter pas na de evaluatie plaats. Besluit Agendapunt II /2126 Conform Gemeenschappelijke regeling Het algemeen bestuur wordt gevraagd: in te stemmen met de inhoud van het Wijzigingsbesluit Gemeenschappelijke Regeling VRZHZ; in te stemmen met het voorleggen van het Wijzigingsbesluit Gemeenschappelijke Regeling VRZHZ ter besluitvorming aan de deelnemende gemeenten na de Pagina 8 van 10

15 Vergaderstuk 2016/43/A Toelichting vergadering van het algemeen bestuur op 17 september Artikel 13, lid 1 gaat over het DB-lidmaatschap. Besloten wordt het DB te laten bestaan uit 3 tot 4 leden (in plaats 2 tot 4 leden) en het artikel hierop aan te passen. Het college van Zwijndrecht wil gezien het risicoprofiel van de gemeente graag haar positie in het DB continueren en vraagt dit te verankeren in de GR. Wettelijk gezien kan dit echter niet in de GR verankerd worden. De Wgr stelt immers dat AB-leden DB-leden kunnen ontslaan als DB-lid. Er is dan niet een andere burgemeester uit dezelfde gemeente die in het DB kan plaatsnemen omdat de GR dit voorschrijft. Daarnaast wordt het wenselijk geacht dat het DBlidmaatschap niet altijd aan dezelfde gemeenten gekoppeld is. Desondanks zou het vreemd zijn als een gemeente met een groot risicoprofiel niet in het DB is afgevaardigd. Besloten wordt daarom een DB-reglement te maken waarin onder andere beschreven wordt hoe de samenstelling van het DB plaatsvindt en waarbij het risicoprofiel een rol speelt. Dit reglement wordt in het AB vast gesteld. Gevraagd wordt om naast de begroting ook de jaarrekening voor zienswijze aan de raden aan te bieden. Om een tweetal redenen wordt hier niet mee ingestemd: 1. De huidige wijzigingen betreffen alleen technische wijzigingen naar aanleiding van de wijziging van de Wgr. Dit voorstel kan eventueel bij een latere inhoudelijke wijziging van de GR worden betrokken. 2. Het is de vraag welke toegevoegde waarde dit heeft (naast de Auditcommissie en de accountant). Daarnaast bemoeilijkt dit het proces. Besluit III Conform, waarbij artikel 13, lid 1 wordt aangepast in 3 tot 4 leden (in plaats van 2 tot 4 leden ) en besloten wordt een DB-reglement te maken waarin onder andere beschreven wordt hoe de samenstelling van het DB plaatsvindt en waarbij het risicoprofiel een rol speelt. Ter kennisname of Hamerstukken Agendapunt III /2127 Besluit Agendapunt III /2128 Besluit Agendapunt III /2129 Portefeuilleverdeling dagelijks bestuur Het algemeen bestuur wordt gevraagd: kennis te nemen van de gewijzigde bestuurlijke portefeuilleverdeling. conform Vergaderschema bestuur 2016 Het algemeen bestuur wordt gevraagd: kennis te nemen van het vergaderschema bestuur conform Conceptverslag auditcommissie Het algemeen bestuur wordt gevraagd: kennis te nemen van het conceptverslag van de auditcommissie d.d. 28 augustus 2015 Pagina 9 van 10

16 Vergaderstuk 2016/43/A Besluit Agendapunt III /3532 Besluit conform Operationele commandovoering brandweer Het algemeen bestuur wordt gevraagd: kennis te nemen van: de aanpassing van de operationele commandovoering Brandweer Zuid-Holland Zuid in verband met de herziening van de OVD-gebieden en het verruimen van de vastgestelde opkomsttijd van de OVD s. conform IV Overig Agendapunt IV-1 Toelichting Rondvraag Kolonel Bastin is voor het laatst bij het AB VRZHZ aanwezig. Hij dankt het AB hartelijk voor de samenwerking en geeft een korte toelichting op de samenwerking. De voorzitter dankt de heer Bastin voor zijn betrokkenheid en verbindend vermogen. Het is ook het laatste AB met mevrouw Wepster. De voorzitter dankt haar namens het AB voor haar inzet en wenst haar veel succes in haar nieuwe baan. Pagina 10 van 10

17 B concept besluitenlijst AB 5 november 2015.pdf Vergaderstuk 2016/43/B Besluitenlijst concept - Van: Overleg: Vergadering van het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio ZHZ Datum: 5 november 2015 Vastgesteld op: Aanwezig Gemeente Dordrecht DHR A.A.M. Brok burgemeester, voorzitter Gemeente Oud-Beijerland DHR K. Tigelaar burgemeester, vicevoorzitter Gemeente Alblasserdam MW D.A. Zandvliet locoburgemeester Gemeente Binnenmaas DHR H.C.J. Van Etten locoburgemeester Gemeente Cromstrijen DHR J.J. Luteijn burgemeester Gemeente Giessenlanden DHR W. Ten Kate waarnemend burgemeester Gemeente Hardinxveld-Giessendam DHR R. Augusteijn waarnemend burgemeester Gemeente Korendijk DHR S. Stoop waarnemend burgemeester Gemeente Leerdam DHR M. Houtman burgemeester Gemeente Molenwaard DHR D.R. van der Borg burgemeester Gemeente Papendrecht DHR C.J.M. de Bruin burgemeester Gemeente Sliedrecht DHR A.P.J. van Hemmen burgemeester Gemeente Strijen DHR A.J. Moerkerke burgemeester Gemeente Zederik DHR C.J.J. van Ee burgemeester Gemeente Zwijndrecht DHR D. Schrijer burgemeester Arrondissementsparket Rotterdam MW L. van der Wees Justitie Waterschap Hollandse Delta DHR J.M. Geluk dijkgraaf Politie Eenheid Rotterdam DHR H. de Jong politie eenheid Rotterdam Veiligheidsregio ZHZ DHR C.H.W.M. Post secretaris Veiligheidsregio ZHZ MW R. Van der Berg Coördinerend gemeentesecretaris Veiligheidsregio ZHZ MW J. Boons directiesecretaris Afwezig Gemeente Alblasserdam DHR J.G.A. Paans burgemeester Gemeente Binnenmaas DHR A.J. Borgdorff burgemeester Gemeente Gorinchem DHR G. Veldhuijzen waarnemend burgemeester Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht DHR J. Heijkoop burgemeester Arrondissementsparket Rotterdam DHR R.P.H.G. de Beukelaer Justitie Waterschap Rivierenland DHR R.W. Bleker dijkgraaf I Opening Agendapunt I /4011 Besluit Vaststellen agenda Het algemeen bestuur wordt gevraagd te besluiten: - de agenda d.d. 5 november 2015 vast te stellen. Conform Pagina 1 van 5

18 Vergaderstuk 2016/43/B Agendapunt I /4012 Toelichting Agendapunt I /4018 Besluit Mededelingen De heer Post informeert aan de hand van een aantal sheets over de stand van zaken opvang vluchtelingen. Deze sheets zijn als bijlage achter dit verslag opgenomen. Besluitenlijst Het algemeen bestuur wordt gevraagd te besluiten: de besluitenlijst AB d.d. 14 oktober 2015 vast te stellen. Conform II Ter behandeling Agendapunt II /4013 Toelichting Reflecties en impressies Het algemeen bestuur wordt gevraagd te besluiten: Kennis te nemen van de reflecties en impressies met betrekking tot de vluchtelingenopvang. De leden van het algemeen bestuur krijgen de gelegenheid hun ervaringen met de opvang van vluchtelingen te delen. De overeenkomstige reacties zijn: positieve ervaring met de groepen vluchtelingen; ondanks mogelijke weerstand vooraf is het draagvlak bij de burgers groot met een grote inzet van vrijwilligers; heb aandacht voor de behoefte van burgers aan gevoel van veiligheid en toezicht; de ambtelijke belasting is aanzienlijk, een belasting langer dan vier weken is niet aan te raden; er zijn verschillende (bestuurlijke dan wel ambtelijke) gremia opgericht om de capaciteitsvraag te beheersen. Enkele leden van het bestuur verzoeken om niet alleen de aantallen vluchtelingen in crisisnoodopvang en noodopvang weer te geven maar ook wat binnen de regio gebeurt aan andersoortige opvang zoals het realiseren van een AZC, woningen voor statushouders en GGZAarrangementen. De extra inspanning die gemeenten hierop leveren heeft zeker ook effect op de vluchtelingenkwestie. Het onderscheid aan categorieën groeit hiermee naar elkaar toe. De voorzitter geeft aan dat deze andersoortige opvang wel degelijk bijdraagt aan het huidige vraagstuk maar dat de veiligheidsregio s tot op heden nog niet is gevraagd om hier een coördinerende rol in te spelen. De provincie heeft hier een formele positie in. In het bestuurlijk overleg met de provincie en in het overleg met het COA zal dit onderwerp besproken worden, de leden van het bestuur worden hierover geïnformeerd. De heer De Bruin geeft aan dit in deze urgente problematiek een kunstmatig onderscheid te vinden. Linksom of rechtsom komen beide aspecten van de vluchtelingenproblematiek terecht bij de gemeenten. Pagina 2 van 5

19 Vergaderstuk 2016/43/B Als de gemeenten in de regio allen hun achterstanden inhalen en één statushouder op de 1000 inwoners (is ca. 500), bovenop de reguliere taakstelling, extra huisvesten dan ontstaat de hoognodige ruimte in de azc s en wordt het probleem structureel aangepakt. Hij stelt dat de gemeenten nu hier bijeen zijn en als de voorzitter hecht aan dat formele onderscheid, dan kan de vergadering kortstondig geschorst worden en er inhoudelijk en in samenhang doorgesproken worden. De voorzitter neemt het voorstel niet over. Uitgangspunt voor de regio blijft een kleinschalige opvang maar dan wel uitgebreider dan de huidige opvang van personen per locatie. Bovendien is het van belang dat groepen binnen de verschillende categorieën van opvang zo min mogelijk versleept hoeven worden. Agendapunt II /4014 Toelichting Besluit Kostenverdeling crisisnoodopvang en noodopvang binnen VRZHZ Het algemeen bestuur wordt gevraagd kennis te nemen van de uitgangspunten voor een mogelijke kostenverdeling. Oorspronkelijk was het de bedoeling om de leden van het algemeen bestuur een objectiveerbaar model voor te leggen inzake de mogelijke kostenverdeling van de kosten voor crisisnoodopvang en noodopvang. Om tot een dergelijk model te komen is echter meer tijd nodig en dit onderwerp wordt daarom geagendeerd voor de volgende vergadering van het algemeen bestuur. Een objectiveerbaar model voor mogelijke kostenverdeling agenderen voor de volgende vergadering. III Ter kennisname Agendapunt III /4015 Besluit Terugkoppeling overleg veiligheidsregio s met COA en DG Vreemdelingenzaken Het algemeen bestuur wordt gevraagd te besluiten: Kennis te nemen van de terugkoppeling overleg veiligheidsregio s met COA en DG Vreemdelingenzaken Conform IV Overig Agendapunt IV-1 Toelichting Rondvraag Geen rondvraag. Pagina 3 van 5

20 Vergaderstuk 2016/43/B Bijlage hand-outs presentatie Pagina 4 van 5

21 Vergaderstuk 2016/43/B Pagina 5 van 5

22 C concept besluitenlijst AB 25 november 2015.pdf Vergaderstuk 2016/43/C Besluitenlijst concept - Van: Overleg: Vergadering van het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio ZHZ Datum: 25 november 2015 Vastgesteld op: Aanwezig Gemeente Dordrecht DHR A.A.M. Brok burgemeester, voorzitter Gemeente Oud-Beijerland DHR K. Tigelaar burgemeester, vicevoorzitter Gemeente Alblasserdam DHR J.G.A. Paans burgemeester Gemeente Binnenmaas DHR A. Mol locoburgemeester Gemeente Cromstrijen DHR J.J. Luteijn burgemeester Gemeente Giessenlanden DHR W. Ten Kate waarnemend burgemeester Gemeente Gorinchem DHR G. Veldhuijzen waarnemend burgemeester Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht DHR J. Heijkoop burgemeester Gemeente Korendijk DHR S. Stoop waarnemend burgemeester Gemeente Leerdam DHR M. Houtman burgemeester Gemeente Molenwaard DHR D.R. van der Borg burgemeester Gemeente Papendrecht DHR C.J.M. de Bruin burgemeester Gemeente Sliedrecht DHR A.P.J. Van Hemmen burgemeester Gemeente Strijen DHR A.J. Moerkerke burgemeester Gemeente Zederik DHR G. Bos locoburgemeester Gemeente Zwijndrecht DHR D. Schrijer burgemeester Arrondissementsparket Rotterdam DHR R.P.H.G. de Beukelaer Justitie Veiligheidsregio ZHZ DHR C.H.W.M. Post secretaris Veiligheidsregio ZHZ DHR A. Slofstra directeur brandweer Veiligheidsregio ZHZ MW J. Boons directiesecretaris Afwezig Gemeente Binnenmaas DHR A.J. Borgdorff burgemeester Gemeente Hardinxveld-Giessendam DHR R. Augusteijn waarnemend burgemeester Gemeente Zederik DHR C.J.J. van Ee burgemeester Waterschap Rivierenland DHR R.W. Bleker dijkgraaf Waterschap Hollandse Delta DHR J.M. Geluk dijkgraaf Politie Eenheid Rotterdam DHR H. de Jong politie eenheid Rotterdam Pagina 1 van 9

23 Vergaderstuk 2016/43/C I Opening Agendapunt I /4019 Toelichting USAR in Nepal - presentatie Het algemeen bestuur wordt gevraagd te besluiten: - kennis te nemen van de presentatie van de heer P.L.J. Bos inzake de werkzaamheden van USAR.nl in Nepal. De heer Bos, huidig landelijk commandant USAR houdt een presentatie over de inzet van het USAR-team in Nepal in april Een deel van de sheets is toegevoegd aan de besluitenlijst. Agendapunt I /4020 Besluit Agendapunt I /4021 Toelichting Vaststellen agenda Het algemeen bestuur wordt gevraagd te besluiten: - de agenda d.d. 25 november 2015 vast te stellen. Conform Mededelingen Naar aanleiding van het overlijden op 16 november van de heer Bandell, oud-voorzitter van de VRZHZ, wordt een minuut stilte in acht genomen. De VRZHZ is genomineerd voor de Don Berghuis Innovatie-Award, de leden van het algemeen bestuur zullen geïnformeerd worden hoe hierop gestemd kan worden. Binnen de ambtelijke organisatie is de heer Vermeulen benoemd als hoofd Bedrijfsvoering en de heer Bron als hoofd Voorbereiding op Rampen en Crises. Ten aanzien van het vluchtelingendossier meldt de heer Brok dat het overleg met het COA, ondanks alle inspanningen, nog moeizaam verloopt. Dat betekent onder andere dat het tot op heden niet mogelijk is gebleken om de mensen binnen de regio te behouden. Gemeenten worden nogmaals opgeroepen om direct of indirect een rol te spelen bij de opvang van vluchtelingen. De heer Brok bedankt de gemeenten die de ruimte zien om verlenging van crisisnoodopvang te realiseren. Het AZC in s Gravendeel gaat deze week open. Het ministerie van V&J heeft een brief gestuurd aangaande de veiligheid van publieksevenementen. In een volgende vergadering van het algemeen bestuur zal geagendeerd worden hoe de regionale handreiking Publieksevenementen zich verhoudt tot de brief van het ministerie. Pagina 2 van 9

24 Vergaderstuk 2016/43/C Agendapunt I /4022 Toelichting Besluit Besluitenlijst Het algemeen bestuur wordt gevraagd te besluiten: de besluitenlijsten AB d.d. 17 september en 5 november 2015 vast te stellen. De heer De Bruin vraagt naar de juiste versie van de besluitenlijst van 5 november. Vaststelling van de besluitenlijsten wordt geagendeerd voor de volgende vergadering. Besluitenlijsten van 17 september en 5 november agenderen voor de volgende vergadering van het algemeen bestuur. II Ter behandeling Agendapunt II /4023 Toelichting Regionalisering brandweerkazernes Het algemeen bestuur wordt gevraagd: de voorgenomen besluiten uit het algemeen bestuur van 25 juni 2015 definitief vast te stellen, en daarmee in te stemmen met: 1. De verwerving van alle brandweerkazernes van de gemeenten in de regio ZHZ door de VRZHZ, die nog niet in eigendom zijn van de VRZHZ vanuit de overname in de 1 e tranche (zie besluit AB november 2013), tegen de getaxeerde waarde. Met uitzondering van de beslispunten 2, 3, 4 en De wijziging van de overdrachtsvorm (huur in plaats van koop) van de volgende kazernes: a. Middeldiepstraat 44 te Sliedrecht; b. Poldermolen 8 te Papendrecht; c. Nijverheidsstraat 2a te Strijen; d. Voorstraat 88 te Groot-Ammers [Molenwaard]; e. Oranjepark 13 te Dordrecht. 3. Het niet overnemen van de kazerne Berkenlaan 2 te Klaaswaal [Cromstrijen] eigendom, maar wel in facilitair beheer (constructie: ingebruikgeving om niet) in afwachting van de besluitvorming over de vervanging van deze kazerne. 4. Het aangaan van een erfpachtsovereenkomst voor de kazerne Rijnstraat 1c te Hardinxveld- Giessendam. 5. Het overnemen van de kazernes opgeleverd na , conform de overdracht in de 1 e tranche op verzoek van de gemeente, tegen de boekwaarde. 6. De (financiële) kaders voor de overdracht en het beheer van de brandweerkazernes. 7. De rekenrapporten per gemeente (opvraagbare documenten). 8. De begroting van de totale beheerlasten (incl. bedrijfsvoering) voor huisvesting: a. deze lasten per gemeente te verrekenen via de bij regionalisering in 2012 ingestelde box 4 huisvesting; b. vast te stellen dat het op totaalniveau van alle gemeenten het een financieel budgettair neutrale wijziging is; c. de extra bedrijfsvoeringslasten worden opgevangen door de daling van de directe lasten, basis: geactualiseerde begroting 2010; d. dat door het doorvoeren van maatregelen invulling is gegeven aan de bezuinigingstaakstelling van 15% op het totaal van huisvesting en aan het besluit van het AB van september 2014 om de uitbreiding van de indirecte lasten op te vangen vanuit efficiencymaatregelen. De behandeling van dit onderwerp is het sluitstuk van een lange periode. Er zijn diverse zienswijzen ontvangen die echter geen invloed hebben op de besluitvorming. Een aantal reacties wordt besproken: Gorinchem vraagt naar het definitieve rekenpercentage. Dit bedraagt 2,4% en dit leidt tot een lastenverlichting van Pagina 3 van 9

25 Vergaderstuk 2016/43/C Besluit Agendapunt II /4024 Toelichting Besluit ,--; Hardinxveld-Giessendam vraagt aandacht voor de samenvoeging van twee kazernes. Dit wordt nu echter buiten beschouwing gelaten; De heer Luteijn (Cromstrijen) vraagt aandacht voor de mogelijke nieuwbouw en geeft aan dat geen nieuwbouw leidt tot nieuwe onderhandelingen; De heer Heijkoop (Hendrik-Ido-Ambacht) geeft aan dat de raad op 24 november uiteindelijk toch toestemming heeft kunnen geven. Conform Meerjarenperspectief Het algemeen bestuur wordt gevraagd: de voorgenomen besluiten uit het algemeen bestuur van 17 september 2015 definitief vast te stellen, d.w.z.: De uitgewerkte voorstellen met een lage bestuurlijke impact vast te stellen. Als een bezuiniging niet haalbaar is, is er sprake van een nieuwe opgave die opnieuw in het bestuur besproken wordt. De verwachte besparing vanuit Vernieuwde Brandweerzorg in te zetten als dekkingsmiddel voor de resterende opgaven in de begrotingsjaren 2016 e.v.. In te stemmen met de taakstelling van het investeren van 90 % van de geraamde investeringen in de jaren 2016 t/m 2018 in combinatie met het inzetten van de bestemmingsreserve kapitaallasten. In te stemmen met het opnemen van de loon- en prijsindex vanaf 2016 en de gevolgen hiervan voor 2016 te verwerken in Burap-I en voor 2017 e.v. te verwerken in de (meerjaren)begroting De begrotingen en meerjarenraming aan te passen. De zoektocht naar efficiencyvoordelen permanent te laten zijn, door innovatief te denken, handelen en doen. Er zijn diverse zienswijzen ontvangen die echter geen invloed hebben op de besluitvorming. De heer Brok geeft aan dat de zienswijze van Dordrecht op 15 december behandeld zal worden. Het algemeen bestuur bespreekt de verschillende zienswijzen. Een aantal zienswijzen vraagt naar het onderzoeken van de mogelijkheden voor maatregelen met een midden en hogere impact. Dit is in de vergadering van 17 september reeds afgesproken. De auditcommissie heeft aangegeven dat na besluitvorming in het bestuur een begrotingswijziging wordt opgesteld. Met het besluit op het MJP weten zowel het bestuur als de medewerkers van de VRZHZ wat de opgave zal zijn voor de komende jaren. Conform Agendapunt II /4025 Toelichting Gemeenschappelijke regeling Het algemeen bestuur wordt gevraagd: met inachtneming van ontvangen zienswijzen van gemeenten, definitief in te stemmen met de inhoud van het Wijzigingsbesluit Gemeenschappelijke Regeling VRZHZ. Er zijn diverse zienswijzen ontvangen die echter geen invloed hebben op de besluitvorming. Gesproken wordt over de mogelijkheid om een zienswijze op de jaarrekening in te voeren. De heer Tigelaar geeft aan dat de voor- en nadelen van een dergelijke wijziging goed afgewogen Pagina 4 van 9

26 Vergaderstuk 2016/43/C Besluit moeten worden. Dit onderwerp wordt voor een volgende vergadering geagendeerd. Naar aanleiding van de zienswijze van Zwijndrecht zal een reglement worden opgesteld over de samenstelling van het dagelijks bestuur. Dit reglement zal 17 december in het DB worden behandeld. Conform. Toegevoegd wordt dat een voorstel opgesteld wordt aangaande de voor- en nadelen van het invoeren van een zienswijze op de jaarrekening. Agendapunt II /4026 Toelichting Besluit Agendapunt II /4027 Toelichting Besluit Burap II Het algemeen bestuur wordt gevraagd: in te stemmen met: 1. De tweede bestuursrapportage 2015; 2. De voorgestelde begrotingswijzigingen: a. Directie VR, begrotingswijziging b. Risico- en Crisisbeheersing, begrotingswijziging c. Bedrijfsvoering, begrotingswijziging d. Gemeenten, begrotingswijziging e. Brandweer, begrotingswijziging f. GHOR, begrotingswijziging g. Algemene middelen, begrotingswijziging h. Projecten, begrotingswijziging i. GMC, begrotingswijziging het voordeel op de kapitaallasten van 0,8 miljoen, bij het vaststellen van deze burap, te doteren aan de reserve egalisatie kapitaallasten; 4. de overschrijding van de, uit de reserve organisatieontwikkeling gefinancierde, deelprojecten Zorgcontinuïteit (overschrijding van ), Evenementenloket (overschrijding van 3.186) en Informatiehuishouding ( ) te dekken uit de nu bekende restanten uit andere deelprojecten (totale restant ); 5. de resterende reserve organisatieontwikkeling (prognose ultimo ) in 2016 te mogen inzetten om de benoemde projecten te kunnen afronden. De heer Tigelaar geeft aan dat de Burap minder omvangrijk is geworden. De auditcommisie vraagt nog wel om een managementsamenvatting bij de volgende Burap. Conform Begrotingsrichtlijnen 2017 Het algemeen bestuur wordt gevraagd: in te stemmen met de begrotingsrichtlijnen Enkele leden van het algemeen bestuur geven aan dat een eenduidige methodiek bij gemeenschappelijke regelingen zoals bij de gemeenten wenselijk is. Hiermee wordt de ambtelijke voorbereiding ook vergemakkelijkt. Afgesproken wordt dat de uniformiteit gezocht wordt en dat een apart voorstel wordt ingebracht over de BBP-systematiek. Conform onder voorbehoud van de realisatie van een uniforme systematiek. Pagina 5 van 9

27 Vergaderstuk 2016/43/C Agendapunt II /4028 Toelichting Besluit Agendapunt II /4029 Toelichting Besluit Oefenterrein Het algemeen bestuur wordt gevraagd: in te stemmen met: het bedrijfsplan van Spinel Veiligheidscentrum B.V.; de financiering van het opleidings- en oefenterrein via de VRZHZ; de begrotingswijziging 2016/05.1 behorende bij de implementatie van het bedrijfsplan van Spinel Veiligheidscentrum B.V.; het uitvoeren van een evaluatie van het bedrijfsplan in de jaren 2017 en kennis te nemen van: het voornemen van de verbonden partijen ZHZ Investerings B.V. en de ZHZ Participatie B.V. tot het integreren van passiva en activa van beide vennootschappen in Spinel Veiligheidscentrum B.V. voor het in eigendom hebben, het beheren en onderhouden en het exploiteren van de opstallen op Spinel 100 (het opleidings- en oefenterrein) te Dordrecht; de conceptbegroting 2016 van Spinel Veiligheidscentrum B.V.: de beëindigingsovereenkomst tussen ZHZ Participatie B.V. en Falck; de 'Overeenkomst van geldlening' tussen de VRZHZ aan ZHZ Participatie B.V. ten behoeve van de transitievergoeding bij de beëindiging van de PPS. De heer Bos (Zederik) vraagt of de auditcommissie ook naar het voorstel heeft gekeken. Dit is niet het geval, dit onderwerp hoort thuis in de AVA. De heer Post geeft ter verduidelijking van enkele vragen een toelichting op het ontstaan van het Spinel Veiligheidscentrum. De eventuele risico s worden goed gemonitord. De heer Luteijn (Cromstrijen) vraagt naar informatie die gedeeld kan worden met de raden alvorens een uitnodiging volgt voor de officiële opening van Spinel Veiligheidscentrum. Hiertoe wordt een raadsinformatiebrief opgesteld. Conform met als aanvulling dat een raadsinformatiebrief wordt opgesteld ter voorbereiding op de officiële opening. Gemeenten Vijfheerenlanden Het algemeen bestuur wordt gevraagd: kennis te nemen van het rapport van BMC aangaande de indicatie van de uittredingskosten als gevolg van mogelijke herindeling gemeenten Leerdam, Vianen en Zederik. Er heeft een gesprek plaatsgevonden tussen de leden van het dagelijks bestuur en de burgemeesters Van Ee en Houtman en hiervan is een brief opgemaakt. Afgesproken is dat de twee veiligheidsregio s (VRU en VRZHZ) vanuit de inhoud verbinding gaan zoeken. De heer Houtman vult nog aan dat in het rapport van BMC gesproken wordt over uittreding maar dat dit niet correct is. Er is sprake van een organisatiewijziging met een verschuiving van grenzen van veiligheidsregio s. Conform Pagina 6 van 9

28 Vergaderstuk 2016/43/C Agendapunt II /4284 Toelichting Compensatie kosten crisisnoodopvang Het algemeen bestuur wordt gevraagd: in te stemmen met: de uitgangspunten in dit voorstel; een vergoeding voor gemaakte kosten crisisnoodopvang van maximaal 105,-- per vluchteling per nacht voor de periode tot en met 31 december 2015; het beleggen van de kassiersfunctie bij de VRZHZ; de bijdrage van COA ten behoeve van de crisisnoodopvang te doen laten toekomen aan de VRZHZ; de toetsing van de nacalculatie door de auditcommissie; de mogelijkheid aan het algemeen bestuur om na een hogere vergoedingsgrondslag van het COA een nader besluit te nemen voor de niet gedekte gemeentelijke kosten voor (crisis)noodopvang de financiering van het verschil tussen de lasten (vergoedingen aan de gemeenten) en de baten (bijdrage van het COA) vanuit het geprognotiseerde positieve resultaat van de VRZHZ (prognose tweede bestuursrapportage 0,8 mln). Een en ander conform bijgaande begrotingswijziging. De leden van het algemeen bestuur krijgen de gelegenheid om hun reactie te geven op het voorstel. Gevraagd wordt onder andere naar de periode na 31 december 2015, de mogelijke vergoeding door het Rijk en de coördinerende rol van de VRZHZ. Een aantal leden geeft aan dat dit voorstel voortkomt uit een crisissituatie waarin geen tijd en mogelijkheid is geweest om alles vooraf door te denken. De heer Brok verwacht dat het draagvlak in gemeenten afneemt als er geen compensatie voor de kosten komt en dat het voorstel een achtervang biedt voor een mogelijk bestuursakkoord van de VNG. Er is behoefte aan duidelijkheid over de kosten bij diverse gemeenteraden. De heer De Bruin (Papendrecht) benadert het voorstel vanuit drie invalshoeken en geeft een toelichting hierop: de financiën van de VRZHZ (kwetsbaar en broos, zie bezuinigingsdiscussie en besluitvorming rekeningoverschotten); de vluchtelingenproblematiek (benadering vanuit het hart maar waarbij het hoofd koel gehouden moet worden, zowel crisisnoodopvang als huisvesting statushouders is aan de orde); legitimiteit van het voorstel (met dit voorstel neemt de VRZHZ een positie en verantwoordelijkheid over van de gemeenten, het voorstel wordt niet gezien als kerntaak van de VRZHZ en daarmee is het bestuur niet gelegitimeerd het besluit rechtmatig te nemen). Vanuit deze invalshoeken is hij niet akkoord met het voorstel en brengt een ander voorstel in (hieronder één op één weergegeven): a) laat conform eerdere en recente besluitvorming meerjarig financieel perspectief, de rekeningoverschotten primair ten goede komen aan de financiële taakstelling van de VR op haar kerntaak, secundair retourneer overschotten per saldo rechtstreeks aan de gemeenten; b) maak inzichtelijk c.q. verantwoord de kosten die de VR maakt Pagina 7 van 9

29 Vergaderstuk 2016/43/C in het kader van haar coördinerende rol in zake de opvang van migranten; c) vervul als VR die coördinerende rol naar het Rijk/coa door daar maximaal de kosten van gemeenten en VR te kunnen verhalen; d) coördineer de verevening van eventueel resterende kosten onder die gemeenten, die zich daarvoor uitspreken, zonder die kosten (voorfinanciering e.d.) zelf over te nemen; e) kom zo nodig desnoods, in afwijking van a en eenmalig, met een voorstel het rekeningoverschot 2015 aan alle gemeenten te retourneren opdat zij hun kosten in deze zelf en naar eigen inzicht kunnen compenseren; f) coördineer overleg tussen de gemeenten inzake de huisvesting van statushouders, betrek daarbij zowel de achterstanden over afgelopen jaren, als een vrijwillige extra taakstelling van 1:1000 inwoners per De heer Brok vraagt de overige leden van het algemeen bestuur of zij het nieuwe voorstel in behandeling willen nemen. Zo ja, dan wordt niet besloten over het bestuursvoorstel. Dit is niet het geval en daarom wordt alle leden gevraagd of zij akkoord gaan met het oorspronkelijke voorstel zoals dit geagendeerd stond. De meerderheid van de leden is akkoord, de heer De Bruin niet. Hij betwist de legitimiteit van het voorstel, geeft aan zich niet gebonden te voelen aan het besluit en is niet akkoord met het perspectief uit de laatste alinea van het voorstel. Hij verzoekt om het opnemen van het alternatieve voorstel en zijn standpunten in het verslag. De heer Ten Kate (Giessenlanden) geeft aan dat de GGZAarrangementen eerder onvoldoende naar voren gekomen is maar dat deze nu in het voorstel worden benoemd. Hij geeft aan dat hij akkoord is met het voorstel waarin geen verdere financiële invulling wordt gegeven aan de GGZA-arrangementen omdat dit niet tot de taak van de VRZHZ behoort. Er wordt nogmaals een oproep gedaan om de portefeuillehouders volkshuisvesting bijeen te brengen waar het gaat om een mogelijk solidariteitsvoorstel voor de opvang van statushouders. Besluit III De heer Post licht ten slotte toe dat ten aanzien van de legitimiteit van het voorstel de gemeenschappelijke regeling in artikel 3 en 4 voldoende basis biedt om het voorstel te agenderen. Wellicht dat een tegenonderzoek volgt. Conform Ter kennisname of Hamerstukken Agendapunt III /4030 Begrotingswijziging doorontwikkeling bevolkingszorg Het algemeen bestuur wordt gevraagd: in te stemmen met de begrotingswijziging horende bij het besluit doorontwikkeling bevolkingszorg Pagina 8 van 9

30 Vergaderstuk 2016/43/C Besluit Agendapunt III /4031 Besluit Agendapunt III /4032 Besluit Agendapunt III /4034 Besluit Agendapunt III /4035 Besluit Conform Kaders waarderen en afschrijven Het algemeen bestuur wordt gevraagd: in te stemmen met de Nota waarderings- en afschrijvingsbeleid Conform Controleprotocol accountantscontrole Het algemeen bestuur wordt gevraagd: in te stemmen met het controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening 2015 Conform Actualisatie RCP Het algemeen bestuur wordt gevraagd: kennis te nemen van de actualisatie van het Regionaal Crisisplan (inclusief operationele regeling). Conform Concept verslag auditcommissie Het algemeen bestuur wordt gevraagd: kennis te nemen van het conceptverslag van de auditcommissie d.d. 29 oktober Conform IV Overig Agendapunt IV-1 Rondvraag Toelichting Pagina 9 van 9

31 II.1 Meldkamers; regionale en landelijke ontwikkelingen - presentatie oplegnotitie AB meldkamers reg en landelijke ontw.pdf Agendapunt II-1 Registratienummer 2016/44 Voorstel voor de vergadering van: Het algemeen bestuur Datum vergadering: 18 februari 2016 Onderwerp: Meldkamers; regionale en landelijke ontwikkelingen Gevraagd besluit: Het algemeen bestuur wordt gevraagd: kennis te nemen van: - de meldkamerontwikkelingen regionaal en landelijk; - de samenwerkingsovereenkomst inzake nieuwe meldkamer locatie Rotterdam en daarmee verbonden investering en terugbetalingsverplichting; - de financieringsovereenkomst voor de nieuwe meldkamer locatie Rotterdam. Vergaderstuk: 2016/44/A - samenwerkingsovereenkomst inzake nieuwe meldkamer Rotterdam (ten behoeve van de samenvoeging Meldkamers Zuid-Holland Zuid en Rotterdam Rijnmond) 2016/44/B - Financieringsovereenkomst verbouw en inrichting meldkamer locatie Rotterdam Genoemde vergaderstukken zijn vanwege de omvang van de stukken opvraagbaar bij het secretariaat, mevrouw A.R. Wagemans via ar.wagemans@vrzhz.nl. Toelichting: Presentatie De heer Sjaak Seen, Regionaal Kwartiermaker KLMO locatie Rotterdam en algemeen projectleider samenvoeging meldkamers Zuid-Holland-Zuid & Rotterdam-Rijnmond, zal bij dit agendapunt een korte presentatie verzorgen over de stand van zaken van de samenvoeging van beide meldkamers, de procedure rondom de financiële overdracht en situatie rondom de Gateway review / heroriëntatie LMO. Het proces tot nu toe Het project samenvoeging meldkamers RR en ZHZ is in 2011 gestart. Toen is besloten de Gemeenschappelijke MeldKamer Rotterdam Rijnmond (GMK RR) en de Gemeenschappelijke MeldCentrale Zuid-Holland Zuid (GMC ZHZ) samen te voegen. In 2012 besloot de Minister van V&J dat deze nieuwe meldkamer gevestigd wordt op de huidige locatie in Rotterdam, het WPC. Het proces werd vertraagd toen duidelijk werd dat sprake was van de oprichting van een Landelijke Meldkamer Organisatie (LMO). Op 20 oktober

32 2013 is het Landelijke Transitieakkoord meldkamer van de toekomst getekend en in het verlengde hiervan is de Kwartiermaker Landelijke Meldkamerorganisatie (KLMO) benoemd. In het transitieakkoord is onder andere vastgelegd dat er één landelijke meldkamerorganisatie (de LMO) met maximaal 10 locaties komt. Na de ondertekening van het transitieakkoord Meldkamer van de toekomst waren richting en grove kaders bekend en is door beide veiligheidsregio s weer vol gas gegeven op het eerder ingezette samenvoegingstraject. Om dit te kunnen realiseren is op 5 februari 2015, middels een besluit van het algemeen bestuur, de Business Case Samenvoeging Meldkamers Rotterdam-Rijnmond en Zuid-Holland Zuid vastgesteld. Hiermee is formeel besloten tot de bouw van een nieuwe meldkamer Rotterdam in het WPC voor beide regio s en een investering van 12 miljoen. Eerder genomen besluiten Tijdens het AB-VRZHZ van 5 februari 2015 is het zogenaamde overdrachtsdossier bestuurlijk vastgesteld. Dit dossier bestaat uit: 1. Business Case samenvoeging meldkamers RR en ZHZ. Dit document handelt over de bestuurlijke en personele consequenties en gevolgen voor werkprocessen, huisvesting en ICT. 2. Nulmeting meldkamer Zuid-Holland Zuid. PwC heeft bij alle meldkamers in Nederland een nulmeting uitgevoerd. 3. Transitiedocument; belangrijkste uitgangspunten voor de onderhandelingen met de LMO. Dit document vormt de basis voor het (concept) regionale transitieakkoord. Financiering Om de investering zoals opgenomen in de business-case te kunnen doen zijn financiële middelen nodig ( inclusief BTW voor huisvesting en inclusief BTW voor ICT, gezamenlijk ,-). De Nationale Politie is bereid de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond (VRR), die de kassiersfunctie voor het project vervult, onder garantie van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (V&J) een lening te verstrekken, waarbij te zijner tijd de kapitaallasten worden overgedragen aan de Landelijke Meldkamer Organisatie. Dit past binnen het toekomstperspectief dat de samengevoegde meldkamer op termijn zal worden overgedragen aan de Landelijke Meldkamer Organisatie, die een bijzonder onderdeel is van de Nationale Politie. Met instemming van het dagelijks bestuur VRZHZ d.d. 17 december 2015 is hiertoe een financieringsovereenkomst afgesloten tussen de Nationale Politie en de VRR. Als voorwaarde voor deze financieringsovereenkomst stelde de Nationale Politie dat er een samenwerkingsovereenkomst tussen alle partners in de meldkamer Rotterdam wordt gesloten, waarin zij zich committeren aan de investering en hun deel van de terugbetalingsverplichting. Het dagelijks pagina 2 van 4

33 bestuur heeft hier eveneens mee ingestemd op 17 december jl. De samenwerkingsovereenkomst eindigt na overdracht van de nieuwe meldkamer aan de LMO. Wanneer, en de wijze waarop deze overdracht zal plaatsvinden, wordt in een later stadium vastgelegd in de overdrachtsdocumenten. De samenwerkingsovereenkomst is ondertekend door: De voorzitter van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond De voorzitter van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid De voorzitter van de Gemeenschappelijke Regeling Dienst Gezondheid en Jeugd ZHZ, in deze als vertegenwoordiger van de Regionale Ambulancevoorziening Zuid-Holland Zuid, Als laatste ondertekent de Nationale Politie de overeenkomsten, waarbij V&J gelijktijdig de garantstelling zal ondertekenen. Op dit moment is nog niet duidelijk welke investeringen op het gebied van ICT lokaal nog nodig zijn, waardoor het exacte bedrag voor de financieringsovereenkomst nog niet bekend is. De investeringen op het gebied van ICT zullen in ieder geval lager uitvallen dan in eerste instantie is geraamd in de Business-case zoals vastgesteld dd Om de nieuwe meldkamer Rotterdam op de geplande datum (augustus 2017) in gebruik te kunnen nemen, zullen op korte termijn de eerste aanbestedingen en gunningen plaats moeten vinden en is sprake van grotere investeringen. Juridische consequenties De samenwerkingsovereenkomst is een bevestiging van de afspraken die al in de business case waren vastgelegd. In de samenwerkingsovereenkomst wordt de afspraak dat de VRR (namens de stuurgroep van het project) optreedt als opdrachtgever voor de investeringen nog eens bevestigd. Dit betekent wel dat als in de toekomst problemen ontstaan in de uitvoering de VRR te allen tijde aan zet is. Financiële consequenties: De financiële consequenties wijken op één punt af van de Business Case en dat is dat de afschrijvingsperiode voor huisvesting gelijk is gesteld aan de looptijd van het huurcontract (was 15 jaar wordt 10 jaar). Deze voorwaarde is door LMO/Politie gesteld, omdat zij bij einde huurcontract de mogelijkheid willen hebben te kiezen voor een andere locatie zonder dat sprake is van een restwaarde. De gevolgen hiervan zijn voor de totale periode van 10 jaar dat de totale kapitaallasten toenemen met ca , (over 10 jaar) uitgaande van een rentepercentage van 0,85% (zoals afgegeven door de Politie); deze extra lasten worden conform de vigerende verdeelsleutel verdeeld over de partijen. pagina 3 van 4

34 De hieruit voortvloeiende extra lasten (ca 7.000,--/jaar) passen binnen de huidige (meerjaren)begroting van de VRZHZ. Vervolgprocedure: Het voorstel wordt bij de volgende overleggen ingebracht: MT AB OVO CAB AGV Audit commissie DB Anders, nl.... Niet van toepassing Vervolgstappen: Er wordt een tekenmoment georganiseerd waarbij de Nationale Politie de samenwerkingsovereenkomst en de financieringsovereenkomst ondertekent en V&J gelijktijdig de garantstelling ondertekent, waarmee de financiering is geëffectueerd. Organisatie eenheid Indiener Concerncontroller a.i. Directiesecretaris Concern C.H.W.M. Post I. van Blijderveen J. Boons dd dd dd pagina 4 van 4

35 II.2 Herijking compensatie kosten crisisnoodopvang oplegnotitie AB herijking compensatie kosten crisisnoodopvang.pdf Agendapunt II-2 Registratienummer 2016/45 Voorstel voor de vergadering van: Het algemeen bestuur Datum vergadering: 18 februari 2016 Onderwerp: Herijking compensatie kosten crisisnoodopvang Gevraagd besluit: Het algemeen bestuur wordt gevraagd: In te stemmen met voorliggende herijking van het besluit van 25 november 2015 inzake kosten crisisnoodvang inhoudende: de kosten voor crisisnoodopvang niet meer te maximeren op 105,-- maar de totale kosten die zijn gemaakt voor crisisnoodopvang te compenseren onder aftrek van de vergoeding van het COA; dekking van de gemaakte kosten, naar schatting maximaal ,-, te laten plaatsvinden vanuit het positieve jaarresultaat 2015 van de VRZHZ (prognose tweede bestuursrapportage 0,8 mln); afhankelijk van het landelijke vraagstuk over de compensatie van de BTW op deze kosten, het beroep op het positieve resultaat te corrigeren. Vergaderstuk: 2016/45/A Herijking compensatie kosten crisisnoodopvang Toelichting: In de vergadering van het algemeen bestuur van 25 november 2015 is een besluit genomen voor de compensatie van de kosten van gemeenten die in 2015 zijn gemaakt voor crisisnoodopvang. Deze compensatie wordt bekostigd uit een beroep op het positieve resultaat van de VRZHZ over Inmiddels is gebleken dat het COA een hogere vergoedingsgrondslag hanteert dan oorspronkelijk bij het voorstel van 25 november 2015 is gedacht, namelijk 100,-- in plaats van 40,-- per vluchteling per nacht. Deze hogere vergoedingsgrondslag geeft ruimte om het besluit van 25 november te herijken, zoals destijds ook bij het voorstel van 25 november is afgesproken. Voorgesteld wordt om de kosten voor crisisnoodopvang niet meer te maximeren op 105,-- maar de totale kosten die zijn gemaakt voor crisisnoodopvang uitgaande boven de vergoeding van het COA te compenseren. Hierbij worden dezelfde uitgangspunten gehanteerd die bij het oorspronkelijke voorstel zijn benoemd, te weten: het betreft alleen kosten voor crisisnoodopvang, gemaakt in het jaar 2015; het betreft niet de kosten die gerelateerd zijn aan de inzet van

36 personeel (zowel ambtelijk als via inhuur). Uitzondering hierop zijn kosten die gemaakt zijn voor de inzet van beveiliging. kosten voor eenmalige ((bouw)technische) investeringen (in, om en aan de opvanglocatie waar na vertrek van de vluchtelingen geen voordeel meer uit behaald wordt) worden inbegrepen. Financiële consequenties: Vervolgprocedure: De huidige raming van een beroep op het positieve jaarresultaat 2015 bedraagt ,--. Aangezien het kosten voor 2015 betreft, zullen deze worden verwerkt in onze jaarrekening 2015, aansluitend aan de vastgestelde begrotingswijziging AB 25 november 2015, ( vergaderstuk 2015/4284/B). In de jaarrekening zal afzonderlijk inzicht worden geboden in deze kosten. Mocht blijken dat de BTW toch teruggevorderd kan worden via het BTW compensatiefonds, dan zal de vergoeding door de VRZHZ aan de gemeenten hierop gecorrigeerd worden. Het voorstel wordt bij de volgende overleggen ingebracht: MT AB OVO CAB AGV Audit commissie DB Anders, nl.... Niet van toepassing Vervolgstappen: Nadere uitwerking van het besluit. Organisatie eenheid Indiener niveau 2 Concerncontroller a.i. Directiesecretaris Concern J. Boons I. van Blijderveen J. Boons dd dd dd pagina 2 van 2

37 A herijking compensatie kosten crisisnoodopvang.pdf Vergaderstuk 2016/45/A Herijking Compensatie kosten voor crisisnoodopvang 1 Aanleiding De veiligheidsregio s is halverwege 2015 door de provincie gevraagd een coördinerende en ondersteunende rol te vervullen bij het realiseren van locaties voor crisisnoodopvang en noodopvang. Binnen onze regio is op deze vraag actief gereageerd door gemeenten en veiligheidsregio en dit heeft geleid tot de realisatie van diverse locaties voor crisisnoodopvang en inmiddels ook noodopvang. Op 25 november 2015 heeft het algemeen bestuur een besluit genomen op de verdeling van de kosten voor crisisnoodopvang. Dit besluit houdt in dat gemeenten die kosten hebben gemaakt voor het realiseren van crisisnoodopvang maximaal 105,-- per vluchteling per nacht gecompenseerd krijgen uit het positieve resultaat in 2015 van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. Gemeenten die minder kosten hebben gemaakt dan deze 105,-- worden gecompenseerd tot hun gemaakte kosten per vluchteling per nacht. Dit betekent dat gemeenten niet meer vergoeding zullen ontvangen dan de gemaakte (benoemde) kosten. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten vastgesteld: het betreft alleen kosten voor crisisnoodopvang, gemaakt in het jaar 2015; het betreft niet de kosten die gerelateerd zijn aan de inzet van personeel (zowel ambtelijk als via inhuur). Uitzondering hierop zijn kosten die gemaakt zijn voor de inzet van beveiliging en tolken; kosten voor eenmalige ((bouw)technische) investeringen (in, om en aan de opvanglocatie waar na vertrek van de vluchtelingen geen voordeel meer uit behaald wordt) worden inbegrepen. Een belangrijk onderdeel hierbij is de vergoeding van het COA. Ten tijde van het besluit van het algemeen bestuur bedroeg deze vergoeding 40,-- per vluchteling per nacht, inmiddels is in het onderhandelaarsakkoord van de VNG afgesproken dat dit 100,-- zal worden met terugwerkende kracht. Deze aanpassing van de vergoedingsgrondslag van het COA geeft aanleiding om het besluit van 25 november te herijken. 2 Herijking besluit 25 november 2015 Naar aanleiding van het besluit van 25 november 2015 is de gemeenten die kosten hebben gemaakt voor crisisnoodopvang gevraagd om deze kosten tot en met 31 december 2015 inzichtelijk te maken. Het proces hiervoor loopt nog maar het blijkt dat enkele gemeenten die, met inachtneming van de uitgangspunten zoals hierboven is vermeld, hogere kosten (inclusief BTW) hebben gemaakt dan 105,--. Het betreft de gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, Leerdam en Oud-Beijerland. 1

38 Vergaderstuk 2016/45/A Omdat de vergoedingsgrondslag door het COA is verhoogd, geeft dit ruimte om het besluit van 25 november 2015 te herijken. Er is hierbij gekeken naar de kosten die de gemeenten hebben gemaakt voor crisisnoodopvang. Hierbij zijn in tegenstelling tot het voorstel van 25 november 2015 ook de kosten die Gorinchem heeft gemaakt voor de beveiliging van de locatie die oorspronkelijk voor crisisnoodopvang was bestemd, opgenomen. Dit betreft een bedrag van ,-- (inclusief BTW). In onderstaande tabel wordt de aanpassing van het besluit van 25 november 2015 inzichtelijk gemaakt: Bij 1 wordt uitgegaan van het besluit van 25 november 2015 met een COAvergoedingsgrondslag van 40,-- en het effect hiervan op het positieve resultaat van de VRZHZ. Bij 2 wordt uitgegaan van het besluit van 25 november 2015 met een COAvergoedingsgrondslag van 100,-- en het effect hiervan op het positieve resultaat van de VRZHZ. Bij 3 wordt uitgegaan van een herijking van het besluit van 25 november 2015 met een vergoedingsgrondslag van 100,-- en de compensatie van de kosten van de gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, Leerdam, Oud-Beijerland en Gorinchem. Vergoedingsgrondslag COA Beroep op positieve resultaat Besluit 25 november , ,-- 2 Besluit 25 november 2015 en onderhandelaarsakkoord VNG 100, ,-- 3 Herijking besluit 25 november ,-- Max ,-- Bovenstaande gegevens zijn gebaseerd op declaratiegegevens van de gemeenten over Er wordt nog nader onderzocht welk deel van deze kosten door de gemeenten zelf declarabel zijn via het BTW compensatiefonds. Dit is een landelijk vraagstuk waarover nog geen duidelijkheid bestaat. Dat betekent dat het beroep op het positieve resultaat van de VRZHZ uitgaat van een maximum van ,--. Mocht blijken dat de BTW toch teruggevorderd kan worden via het BTW compensatiefonds, dan zal de vergoeding door de VRZHZ aan de gemeenten hierop gecorrigeerd worden. 2

39 II.3 Gemeenten Vijfheerenlanden oplegnotitie AB Gemeenten Vijfheerenlanden.pdf Agendapunt II-3 Registratienummer 2016/46 Voorstel voor de vergadering van: Het algemeen bestuur Datum vergadering: 18 februari 2016 Onderwerp: Gevraagd besluit: Gemeenten Vijfheerenlanden Het algemeen bestuur wordt gevraagd: kennis te nemen van de stand van zaken inzake het onderzoek gevolgen herindeling gemeenten Vijfheerenlanden. in te stemmen met de uitgangspunten zoals deze in de notitie zijn verwoord. Vergaderstuk: 2016/46/A Schetsnotitie Afwegingskader consequenties fusie naar Vijfheerenlanden Toelichting: Financiële consequenties: Vervolgprocedure: De Veiligheidsregio Utrecht en de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid onderzoeken gezamenlijk de betekenis van de mogelijke herindeling van de gemeenten Leerdam, Vianen en Zederik. In voorliggende schetsnotitie worden de leden van het algemeen bestuur geïnformeerd over de uitgangspunten van dit onderzoek, de inhoudelijke en organisatorische aspecten en de mogelijke financiële impact. Wordt nog nader onderzocht. Het voorstel wordt bij de volgende overleggen ingebracht: MT AB OVO CAB AGV Audit commissie DB Anders, nl.... Niet van toepassing Vervolgstappen: De leden van het algemeen bestuur worden geïnformeerd over het vervolg van het onderzoek. Organisatie eenheid Indiener niveau 2 Concerncontroller a.i. Directiesecretaris Concern J. Boons J. Boons dd dd

40 pagina 2 van 2

41 A schetsnotitie herindeling Vijfheerenlanden.pdf Schetsnotitie Afwegingskader consequenties fusie naar Vijfheerenlanden Versie: B

42

43 1. Inleiding In de tweede helft van 2016 is door de colleges van de gemeenten Leerdam, Vianen en Zederik, mede op basis van het rapport Code Samen, uitgesproken een fusie voor te staan en met een voorkeur voor aansluiting bij de Provincie Utrecht. Deze voorkeur was voor het Dagelijks Bestuur reden om een eerste (externe) berekening te maken van mogelijke uittredingskosten (zie het BMC-rapport in de bijlage) De raadsbehandelingen van 10 november 2015 in de drie betreffende gemeenten leverden het beeld op dat de herindeling collectief werd gedeeld, maar dat de raden van Leerdam en Vianen de voorkeur geven aan aansluiting bij de Provincie Utrecht en de gemeente Zederik bij Zuid- Holland. Na deze raadsuitspraken, hebben de drie betreffende colleges vastgehouden aan haar voorkeur voor de Provincie Utrecht. Vóór de raadsbehandeling heeft op 5 november 2015 een gesprek plaatsgehad van het Dagelijks Bestuur met de drie betreffende burgemeesters (de heer Van Ee vertegenwoordigde tevens de burgemeester van Vianen: de heer Groeneweg). Hiertoe heeft het Dagelijks Bestuur op 25 november 2015 een bevestiging van de gemaakte afspraken gestuurd, hetgeen op 16 december 2015 door de gemeenten Leerdam, Vianen en Zederik bevestigd is (zie bijlage bij deze schetsnotitie). Naast de uitgewisselde perspectieven is de kern van de gemaakte afspraken dat de directies van de Veiligheidsregio s Utrecht en Zuid-Holland Zuid komen tot een onderzoek van de veiligheidstechnische en financiële aspecten van de mogelijke provinciekeuze. De drie gemeenten hebben in hun brief van 16 december verzocht om de resultaten van dit onderzoek voor 1 maart kenbaar te maken. Hierop zal nog een reactie worden gestuurd waarin de verbinding wordt gemaakt met het onderzoek van de Interprovinciale Commissie Vijfheerenlanden. De werkzaamheden van deze commissie wordt onderstaand toegelicht. Op 12 januari 2016 heeft GS van de Provincie Zuid-Holland besloten tot de instelling van een Interprovinciale Commissie Vijfheerenlanden (IPC) bestaande uit twee leden uit GS Utrecht en twee uit Zuid-Holland (i.c. R.A.M. van der Sande en A.W. Bom-Lemstra). Deze IPC zal in de plaats treden van GS en is op 3 februari 2016 ingesteld door een besluit van de Provinciale Staten. Namens de provincie Utrecht zijn mevrouw A.M.A. Pennarts-Pouw en de heer R.W. Krol benoemd. Door GS Utrecht en Zuid-Holland is in het besluitvormende document afgesproken dat als het herindelingsonderzoek van de IPC geen doorslaggevende verschillen aan het licht brengt voor een voorkeursprovincie, de voorkeur van de drie gemeenten zwaarwegend is voor de provinciekeuze in het herindelingsontwerp. De provinciekeuze is voor de leden van de Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland zeker geen uitgemaakte zaak. Een gedegen inhoudelijke vergelijking is belangrijk voor de keuze van de provincie, zoals we eerder met de provincie Utrecht en betrokken gemeenten hebben afgesproken. Zorgvuldigheid naar de drie gemeenten en de betrokken regio s is belangrijk en hiervoor zal het nodige in kaart worden gebracht, aldus gedeputeerde Rogier van der Sande.

44 De gemeenten Giessenlanden, Gorinchem en Molenwaard hebben een brief gestuurd aan GS Zuid-Holland om door de IPC ook Evenwichtige Regionale Verhoudingen en gebiedscongruentie te betrekken (zie bijlage). Ambtelijk is vanuit de Provincie Zuid-Holland bekend dat de IPC naar verluid als volgt te werk zal gaan: Vraagstelling/gesprek met de drie gemeenten Vraagstelling/gesprek met de omliggende gemeenten Vraagstelling/gesprek aan de grote gemeenschappelijke regelingen Vraagstelling/gesprek maatschappelijke partners (waterschappen, politie, OM, sociale dienst,, ) Voor de vraagstelling aan (het bestuur van) de Veiligheidsregio ZHZ zal met de VRZHZ in contact worden getreden tot het doen van een voorstel (uiteraard i.s.m. de VRU). Ondanks dat de vraagstelling van IPC nog onbekend is en er nog geen verzoek ligt, hebben de directies van de VRU en VRZHZ samengezeten om een aantal aspecten reeds inzichtelijk te maken, hetgeen gebruikt zal worden op de vraagstelling van de IPC en kan dienen als afwegingskader. Deze schetsnotitie beoogt eerste inzichten te delen betreffende de stand van zaken op de volgende aspecten: 1. Uitgangspunten. 2. Inhoud. 3. Organisatorisch. 4. Financieel.

45 Ad 1 Uitgangspunten Door directies van de VRU en VRZHZ zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd: 1. Gegeven de rol en functie van de veiligheidsregio in het geheel van de keten van veiligheid, dient 1 het werkgebied van de veiligheidsregio minimaal 2 congruent te zijn aan het werkgebied van de GGD, Ambulancedienst, Omgevingsdienst, Politie, Openbaar Ministerie en de meldkamer. 2. Gegeven de wettelijk verplichte deelname van een gemeente in een GR Veiligheidsregio, mag een vermindering van het aantal deelnemers niet leiden tot een (structurele) kostenverhoging bij de andere deelnemers. 3. Ondanks de autonome rechtspersonen van de VRU en VRZHZ mag het verschuiven van de bestuurlijke grens niet leiden tot structurele meeruitgaven voor het geheel; tenzij identificeerbaar en gedegen gemotiveerd. 1 Ontleend aan het feit dat crisismanagement gebaat is bij algemeen aanvaarde waarden van eenvoud, overzicht en rust. 2 Voor zover al niet wettelijk bepaald zoals voor de GGD.

46 Ad 2 Inhoudelijk 2.1 Dijkringen In de eerste beschouwing van dijkringen en overeenkomstige bestuurlijke inrichting hebben de twee directies van de VRU en VRZHZ aangegeven dat er de wenselijkheid ligt dat er congruentie is tussen dijkringen en de bestuurlijke inrichting in Veiligheidsregio s. Gezien de omvang van de het risico/consequentie van overstroming, vergemakkelijkt dit de bestuurlijke besturing van een dergelijk incident. Hier tegenover staat de vraag in welke mate een afwijking tot onacceptabele risico s zou leiden. Bij de beoordeling op congruentie tussen veiligheidsregio s, waterschappen en dijkringen ontstaat het volgende beeld: Deze kaarten geven aan dat: - De Alblasserwaard/Vijfheerenlanden (inclusief Vianen) wordt omringd door dijkring 16, met de aantekening dat dijkring 16 de gemeente Gorinchem doorsnijdt; - Dijkring 16 geheel onderdeel uitmaakt van het Waterschap Rivierenland; - Dijkring 14 is gelegen in 6 veiligheidsregio s en 5 waterschappen. Gegeven de wenselijkheid voor congruentie en anderzijds de veel toegepaste dé-congruentie tussen veiligheidsregio s en dijkringen, vraagt zowel een grotere als een kleinere doorsnijding van de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden door een dijkring een grotere/kleinere planafstemming tussen de VRU en VRZHZ. Een dergelijke planafstemming is geen onbekende planfiguur gezien de toepassing hiervan tussen de VRMWB en VRZHZ in geval van incidenten op Moerdijk. 2.2 Regionaal risicoprofielen

47 Bij de beoordeling op inhoudelijke verschillen wordt nog nader uitgevoerd aan de hand van de twee regionaal risicoprofielen (RRP). Het RRP van VRU geeft het volgende beeld: Het RRP van VRZHZ geeft het volgende beeld:

48 Er volgt hieruit nog een aanvullende en zo mogelijk objectiveerbare analyse op de vraag: a. Is het risicoprofiel in voldoende mate vergelijkbaar? b. Wat is de impact van een verschuiving van de provinciale grens voor het RRP? c. Wat is het risicoprofiel van de nieuwe gemeente? d. Is er een analyse mogelijk (aangenomen dat een VR zich inhoudelijk en kwalitatief vergelijkbaar richt op de risico s in het RRP) of er een materieel verschil is in het onderbrengen van de risico s in de VRU of de VRZH? e. Wat is het resultaat van deze analyse? f. Wat zijn verschillen in operationele prestaties van de VRU in Vianen versus de VRZHZ in Leerdam en Zederik? In welke mate deze analyse objectiveerbare materiële verschillen in beeld zal brengen, is momenteel nog niet te beantwoorden.

49 Ad 3 Organisatorisch Een provinciekeuze heeft invloed op de inrichting van de organisatie van de VRZHZ. Hiertoe loopt nog een nadere analyse, maar kan verlopen volgens twee scenario s: 1 Vianen (i.c. de nieuwe gemeente) komt te vallen onder VRZHZ: De VRZHZ krijgt een uitbreiding van 1 bruto gemeente met inwoners (= 3,3% van de begroting VRZHZ en 1,4% van de begroting VRU) Puntsgewijs heeft de uitbreiding de volgende consequenties: Er komt een vrijwillige brandweerpost met materieel en huisvesting bij en zal onderdeel worden van het bestaande cluster; De organisatie zal qua inrichting voor het systeem van crisisbeheersing, ghor, bedrijfsvoering, risicobeheersing een te verwaarlozen vergrotingsdruk kennen. 2 Zederik en Leerdam (i.c. de nieuwe gemeente) vallen onder VRU: De VRZHZ wordt kleiner door verkleining met bruto 2 gemeenten met inwoners (= 8,3% van de begroting VRZHZ) Puntsgewijs heeft de verkleining de volgende consequenties: De financiële dekking van centrale afdelingen als bestuursondersteuning, operationele zaken, risicobeheersing, ghor, bedrijfsvoering zal met 8,3% afnemen, terwijl de kostenbeïnvloeding niet direct afneemt. Zo is het bijvoorbeeld niet mogelijk een deel van de blusboot af te zagen. Aldus ontstaat hier de uitdaging voor de directies VRU en VRZHZ managerial maatregelen inzichtelijk te maken hoe dergelijke kosten slechts tijdelijk tot een verhoging zullen leiden (zie uitgangspunt 3). Wanneer de gemeenten Leerdam en Zederik geen onderdeel uitmaken van de VRZHZ, is objectiveerbaar dat de clusterlocatie Gorinchem a-centraal ligt en aldus zal bezien worden in welke mate deze vestiging de centrumrol (op bedrijfseconomische gronden) zal blijven vervullen. Onze VRZHZ heeft voor de brandweertaken een indeling in clusters. De verkleining van de VRZHZ zal het aantal clusters doen verminderen en daarmee de dienovereenkomstige organisatie-inrichting. De omvang van de vermindering clusters dient alsdan nog bezien te worden.

50 Ad 4 Financieel BMC-onderzoek Door de provincie Zuid-Holland is in het rapport Regionale effecten bestuurlijke heroriëntatie Alblasserwaard-Vijfheerenlanden van maart 2015 is aangegeven dat de desintegratiekosten op basis van termijn van 3 jaar voor Leerdam 4,3 mln. en voor Zederik 3,0 mln. zouden bedragen. Op basis van het rapport Richting Vijfheerenlanden hebben de gemeenten Leerdam, Vianen en Zederik van de provinciale analyse in september 2015 afstand genomen. Dit werd onderbouwd met het argument dat het in het kader van een gemeentelijke fusie ondoenlijk is om zonder onderhandelingen gedetailleerde uitspraken te doen over desintegratiekosten en tot een redelijk en billijk resultaat te komen. Om toch een indicatie van desintegratiekosten te verkrijgen en om vroegtijdig de fusiegemeente hiermee bekend te maken (gezien uitgangspunt 2), heeft het BMC in opdracht van het DB van de VRZHZ in oktober 2015 een eerste beoordeling gemaakt van de omvang van de achterblijvende kosten bij een provincievoorkeur voor Utrecht (zie bijlage). Hieruit blijkt dat desintegratiekosten (bij 5 jaar) indicatief zou uitkomen op 3,8 mln. voor Leerdam en 3,0 mln. voor Zederik. De berekening van BMC draagt een indicatief karakter en is bepaald door middel van de indirecte methode door het verschil van de huidige inwonerbijdrage en de over te dragen kostenposten, te verklaren als niet beïnvloedbare desintegratiekosten. Voor de bepaling van dit afwegingskader, is het van belang de directe methode toe te passen, hetgeen nu in voorbereiding is. Directe methode bepaling desintegratiekosten Door de directies van de VRU en VRZHZ vindt momenteel een scherpe analyse van kosten die geen dekking meer hebben bij óf de vermindering bij de VRU óf de vermindering bij de VRZHZ 3. Gegeven de het uitgangspunt 3 zal van deze benoemde/identificeerbare categorieën worden aangegeven met welke maatregel deze kosten een tijdelijk karakter dragen voor naar inschatting welke tijdseenheid. Ook een specifieke taakopdracht door de nieuwe gemeente aan de VR zal hierbij bezien worden. 3 De directe kosten (kazernes, materieel, manschap etc.) zal ook inzichtelijk worden, maar levert geen desintegratiekosten op doordat deze kunnen worden overgedragen aan de overnemende partij.

51 Het op te maken inzicht kan bijvoorbeeld de volgende concrete voorbeelden dragen: de kosten voor de blusboot (per jaar een afschrijflast van ca 350K zal voor 8% wegzakken, hetgeen 30K betekent). Wanneer het risicoprofiel van de nieuwe gemeente Vijfheerenlanden (als effectgebied van een groot incident) een blusboot noodzaakt, kan de Vijfheerenlanden hiertoe de VRU een maatwerkopdracht geven, die de VRU bij de VRZHZ afneemt (gelijk aan wat we met de blusboot en de VRMWB doen); de kosten van de directie hebben een verminderde dekking van 8%, hetgeen tijdelijk is door externe bijdragen hetzij reorganisatie bij personeel verloop. Binnen de VRU en de VRZHZ is een groep van financials en controllers inmiddels gebonden op de opdracht tot het maken van deze analyse, welke naar verwachting medio februari het eerste concept zal opleveren. Bijzondere aspecten bij de financiële impact Door zowel de VRU als de VRZHZ zal tevens de impact verhelderd worden van veranderde inwoneraantallen / verzorgingsgebied voor de Bdur en de kosten voor de GMC. Voor de Bdur is het grofmazig beeld dat deze in gelijke mate met de inwoners dalen/stijgen. Bij daling geeft dit een daling van 300K. Voor de GMC betaalt de VRZHZ jaarlijks 950K aan de GMC, wat naar evenredigheid met het inwoneraantal ca. 70K impact zal hebben.

52 Bijlagen: Besluit Voordracht IPC Brief Giessenlanden, Molenwaard en Gorinchem Brief Leerdam, Vianen en Zederik Rapport BMC

53

54

55

56

57

58

59

60

61

62 Vergaderstuk 2015/3848/B Indicatie kosten uittreding als gevolg van mogelijke herindeling gemeenten Leerdam, Vianen en Zederik Rapport Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid BMC Oktober 2015 mr F.A.H. Piepers MPM Projectnummer: Correspondentienummer: AD

63 INDICATIE KOSTEN UITTREDING ALS GEVOLG VAN MOGELIJKE HERINDELING GEMEENTEN LEERDAM, VIANEN EN ZEDERIK INHOUD HOOFDSTUK 1 INLEIDING 2 HOOFDSTUK 2 JURIDISCH KADER 3 HOOFDSTUK 3 INDICATIE UITTREDINGSSOM Inleiding Rapporten Inhoudelijke en financieel neutraal Schadeberekening Gemeentelijke bijdrage Meegeven taak, personeel, materieel, budget Des-integratiekosten Bezuinigingsopgaaf Financiële risico s Reserves en voorzieningen Indexering Frictiekosten Uittredingssom Vergelijking impact toe- en uittreden 10 HOOFDSTUK 4 SAMENVATTING EN CONCLUSIES 11 1/15

64 INDICATIE KOSTEN UITTREDING ALS GEVOLG VAN MOGELIJKE HERINDELING GEMEENTEN LEERDAM, VIANEN EN ZEDERIK Hoofdstuk 1 Inleiding De gemeenten Leerdam, Vianen en Zederik hebben de haalbaarheid van het samengaan in een nieuwe gemeente Vijfheerenlanden laten onderzoeken. In de komende maanden zal het haalbaarheidsonderzoek Richting Vijfheerenlanden worden besproken met de gemeenteraden. De mogelijke datum van herindeling is 1 januari Een herindeling van de drie gemeenten betekent ook een herindeling tussen de provincies Zuid-Holland en Utrecht en een aanpassing van de huidige indeling van de veiligheidsregio s Zuid-Holland- Zuid (VRZHZ) en Utrecht (VRU). Afhankelijk van de keuzes die uiteindelijk worden gemaakt, moeten beide Veiligheidsregio s derhalve rekening houden met het toe- dan wel uittreden van de betrokken gemeenten. Voor VRZHZ is dit aanleiding inzicht te willen krijgen in de financiële gevolgen. De vraag is tweeledig: Wat is het juridisch kader voor de financiële gevolgen van uittreding? Wat is de indicatieve hoogte van de uittredingskosten? Het doel van dit rapport is deze vragen te beantwoorden zodat de (financiële) gevolgen en de belangen van VRZHZ en de achterblijvende deelnemende gemeenten in de afweging kunnen worden betrokken. Gezien het stadium waarin de besluitvorming zich bevindt, is gekozen voor een indicatie berekening van de uittredingssom op hoofdlijnen. Er is gebruikgemaakt van (digitaal) beschikbare informatie, er zijn geen interviews gehouden. Het rapport bevat mede daarom geen gedetailleerde berekeningen. Het rapport richt zich uitsluitend op de beantwoording van de vragen en geeft geen inhoudelijk oordeel over de mogelijke herindeling. Bij de beantwoording van de vragen is onder meer gebruikgemaakt van de Resultatenrekening 2014, het Meerjarenperspectief en de Begroting 2016 met het onderliggende cijfermateriaal. Indien de herindeling per 1 januari 2018 doorgaat, zal op basis van de dan bekende feiten, omstandigheden en cijfers en overleg met alle betrokkenen de definitieve uittredingssom moeten worden bepaald. Verder is gebruikgemaakt van de rapporten Regionale effecten bestuurlijke heroriëntatie Alblasserwaard- Vijfheerenlanden, Quick scan (maart 2015) in opdracht van de provincie Zuid-Holland en het rapport Richting Vijfheerenlanden, Haalbaarheidsonderzoek Vijfheerenlanden (september 2015) in opdracht van de gemeenten Leerdam, Vianen en Zederik. 2/15

65 INDICATIE KOSTEN UITTREDING ALS GEVOLG VAN MOGELIJKE HERINDELING GEMEENTEN LEERDAM, VIANEN EN ZEDERIK Hoofdstuk 2 Juridisch kader Het juridisch kader waarbinnen de (financiële) gevolgen in geval van herindeling moeten worden bepaald, bestaat uit de Gemeenschappelijke Regeling (GR) zelf, de wet algemene regels herindeling (ARHI) en de jurisprudentie. In bijlage 1 zijn de relevante bepalingen opgenomen. Het Nederlandse grondgebied is verdeeld in regio s op grond van artikel 8 van de Wet veiligheidsregio s. Gemeenten zijn verplicht een GR te treffen (artikel 9 van de Wet veiligheidsregio s). Artikel 39 van de GR VRZHZ bepaalt daarom dat toetreding en uittreding van gemeenten alleen mogelijk is na wijziging van de verdeling van gemeenten in regio s. Is dat het geval, dan regelt het algemeen bestuur (AB) van VRZHZ de gevolgen en kan daaraan voorwaarden verbinden. Het AB heeft geen nadere regeling getroffen voor het uittreden van deelnemende gemeenten. De wet ARHI stelt algemene regels voor herindeling. Deelnemers aan de VRZHZ moeten binnen zes maanden na datum herindeling de benodigde voorzieningen treffen, waaronder de financiële gevolgen van de uittreding. Daarbij kan worden afgeweken van de bepalingen van de GR. Ingeval verrekening aan de orde is, moet het bedrag (en zo nodig de wijze van betaling) door de colleges van gedeputeerde staten van de provincies Zuid-Holland en Utrecht worden vastgesteld. De colleges zullen dit bij voorkeur doen op basis van een gezamenlijk voorstel vanuit de betrokken gemeenten en VRZHZ en VRU. Uit de jurisprudentie komt naar voren de uittredende gemeenten de reële schade van de VRZHZ en de overblijvende gemeenten moeten vergoeden. Het gaat om schade die rechtstreeks het gevolg is van het uittreden. Onder schade wordt verstaan de ongedekte, voor rekening van de regeling blijvende, onontkoombare en onvermijdbare structurele kosten bij een gelijkblijvende jaarlijkse bijdrage van de overige deelnemers. Een overbruggingsperiode van vijf jaar te rekenen vanaf de datum van uittreding, is gebruikelijk omdat van de VRZHZ mag worden verwacht dat het zich binnen die periode kan aanpassen aan de gewijzigde omstandigheden. De reserves en voorzieningen en eventueel langlopende verplichtingen kunnen in de verrekening worden betrokken. De desintegratieschade wordt berekend in de vorm van een uittredingssom. Daarnaast moeten uittredende gemeenten de eenmalige frictiekosten, bijvoorbeeld financieel en juridisch advies over de uittreding, vergoeden. Het bepalen van de uittredingsom zal in goed overleg met alle betrokken partijen tot stand moeten komen waarbij het resultaat redelijk en billijk moet zijn. Dat betekent dat de uittredende gemeenten bereid moeten zijn de reële schade te vergoeden. De achterblijvende gemeenten hoeven immers niet de herindeling te financieren maar zijn hoeven er ook niet aan te verdienen. 3/15

66 INDICATIE KOSTEN UITTREDING ALS GEVOLG VAN MOGELIJKE HERINDELING GEMEENTEN LEERDAM, VIANEN EN ZEDERIK Hoofdstuk 3 Indicatie uittredingssom 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de indicatieve uittredingssom berekend. In paragraaf 2 wordt kort ingegaan op twee eerder verschenen rapporten waarin wordt ingegaan op de uittredingskosten. In de paragrafen 3.3 tot en met 3.12 worden de uitgangspunten en aannames in de berekening stapsgewijs toegelicht. In paragraaf 3.13 wordt de indicatie van de uittredingssom gepresenteerd. In de laatste paragraaf wordt inzicht gegeven in de impact op de VRZHZ bij toedeling van de nieuw te vormen gemeente aan provincie Zuid-Holland (Vianen treedt toe) dan wel Utrecht (Leerdam en Zederik treden uit). 3.2 Rapporten In het rapport Regionale effecten bestuurlijke heroriëntatie Alblasserwaard- Vijfheerenlanden wordt een raming gemaakt van de des integratiekosten. De raming is gebaseerd op een aandeel vaste kosten (90%), rekening houdend met het karakter van de taken die onderdeel uitmaken van het samenwerkingsverband. Vervolgens is dit vertaald naar de gemeentelijke financiële bijdragen uitgaande van een termijn (3 jaar) waarop de desintegratiekosten worden berekend. In deze grove, conservatieve berekening is geen rekening gehouden met het overhevelen van kosten naar het nieuwe samenwerkingsverband. Leerdam Zederik Jaarlijkse bijdrage Des-integratiekosten In het rapport Richting Vijfheerenlanden wordt nadrukkelijk afstand genomen van de analyse en berekening in het hiervoor genoemde rapport. Dit wordt onderbouwd met het argument dat het in het kader van een gemeentelijke fusie ondoenlijk is om zonder onderhandelingen gedetailleerde uitspraken over de desintegratiekosten te doen en tot een redelijk en billijk resultaat te komen. 3.3 Inhoudelijke en financieel neutraal Bij het bepalen van de gevolgen van uittreding gelden twee uitgangspunten: 1. De uittreding leidt niet tot een negatieve aanpassing van beleidsdoelstellingen en een verlaging van het niveau van dienstverlening. 2. De financiële bijdragen van de achterblijvende gemeenten nemen niet toe als (direct) gevolg van de uittreding. Het is belangrijk dat gemeenten die uit een GR willen treden voorafgaand aan besluitvorming over uittreding de financiële voorwaarden onderzoeken op basis waarvan een gemeente kan uittreden. 3.4 Schadeberekening Voor het bepalen van de uittredingssom wordt een schadeberekening opgesteld op basis van de gebruikelijke begrotingssystematiek. In de berekening wordt rekening gehouden met 4/15

67 INDICATIE KOSTEN UITTREDING ALS GEVOLG VAN MOGELIJKE HERINDELING GEMEENTEN LEERDAM, VIANEN EN ZEDERIK de feitelijke mogelijkheden om taken, personeel en budgetten mee te geven (in dit geval aan de GGDrU of de uittredende gemeenten) dan wel door bezuinigen en saneren de schade te beperken. Daarnaast wordt rekening gehouden met het aandeel van de uittredende gemeenten in het vermogen van de Dienst. De berekening moet worden gemaakt per datum herindeling, derhalve 1 januari In dit rapport is de berekening opgesteld met behulp van de (voorlopige) begroting Dat betekent dat er substantiële verschillen kunnen ontstaan als te zijner tijd de definitieve uittredingssom wordt bepaald. 3.5 Gemeentelijke bijdrage Vertrekpunt in de berekening is de jaarlijkse (gelijkblijvende) gemeentelijke bijdrage. Voor Leerdam respectievelijk Zederik bedraagt deze op basis van de begroting , en , (zie voor een specificatie bijlage 2). In de berekening wordt conform jurisprudentie een overbruggingsperiode van vijf jaren gehanteerd, te rekenen vanaf de datum van uittreding (1 januari 2018). Totdat de gemeenten zijn uitgetreden, betalen zij volledig mee en hebben zij alle rechten en plichten van een volwaardig lid. Voor het berekenen van de uittredingssom wordt de gemeentelijke bijdrage contant gemaakt over een periode van 5 jaar. Er is gerekend met een geschatte rente van 1%. Het precieze percentage zal per 1 januari 2018 op basis van de dan geldende rentetarieven moeten worden bepaald. Leerdam Zederik CW gemeentelijke bijdrage , , 3.6 Meegeven taak, personeel, materieel, budget De begroting van de VRZHZ is opgebouwd uit een algemene inwonerbijdrage aan de VR en een boxen-bijdrage. Op basis van een analyse op hoofdlijnen kan naar verwachting voor het onderdeel Brandweer (box 1) een deel van taak, personeel, materieel en budget aan de VRU worden overgedragen. Het gaat om de volgende posten. Meegeven, per jaar Leerdam Zederik Salarissen en vergoedingen , , Opleiden en oefenen , , Materieel, veiligheidsvoorzieningen , , Totaal , , Wat betreft de salarissen en vergoedingen is alleen rekening gehouden met de kosten voor de commandant en vrijwilligers. De personele inzet op brandpreventie, opleiden/oefenen, materieel en onderhoud en administratie zijn niet meegenomen omdat hiervoor een ontvlechting van cluster Giessendam, Leerdam en Zederik moet plaatsvinden (aandeel Leerdam en Zederik (70,2%) en deze taken deels centraal worden georganiseerd en in samenhang moet worden bezien. De kosten voor opleiding en oefenen kunnen worden meegegeven voor zover het geen vaste kosten betreft. Daarom is alleen uitgegaan van de materiële budgetten en is geen 5/15

68 INDICATIE KOSTEN UITTREDING ALS GEVOLG VAN MOGELIJKE HERINDELING GEMEENTEN LEERDAM, VIANEN EN ZEDERIK rekening gehouden met de centrale salariskosten en kosten oefenterrein. De kosten zijn bepaald naar rato van het aandeel inwonerbijdrage in box 1. Voor materieel en veiligheidsvoorzieningen is uitgegaan van de opgave door de brandweer, gebaseerd op de gezuiverde referentiebegroting Huisvesting is niet meegenomen vanuit de aanname dat dit een financieel neutraal verloop heeft. Bij het meegeven van deze kosten ontstaan desintegratiekosten, vanwege de kosten die achterblijven, die te maken hebben met (de afbouw van) de overcapaciteit die ontstaat in de personele en de materiële sfeer. Voorbeeld hiervan zijn de hiervoor genoemde loonkosten die niet zijn meegenomen. Het gaat om een bedrag van afgerond , voor Leerdam en , voor Zederik. De verwachting is dat in overleg met de VRU nog een substantieel deel hiervan kan worden mee gegeven waardoor de desintegratiekosten lager uitvallen. 3.7 Des-integratiekosten De omvang van de op te lossen jaarlijkse des-integratiekosten is dan als volgt. Leerdam Zederik Gemeentelijke bijdrage , , Af: meegeven aan VR Utrecht , , Restant (afgerond) , , Een analyse op hoofdlijnen van de begroting 2016 laat zien dat afbouw van de desintegratiekosten niet eenvoudig is. Alleen waar het box 3 maatwerk betreft, kan een op een worden afgebouwd (Leerdam 2016: 1.500, ). Wat betreft de personele kosten laat onderstaand overzicht bijvoorbeeld zien dat een naar rato berekening op basis van de inwonerbijdrage leidt tot een afbouw van circa 1 fte, te verdelen over verschillende functies. Productgroep Formatie in fte Bezetting in fte Medewerkers (niet vrijwilligers) Medewerkers (vrijwilligers) totaal aantal medewerkers Directie veiligheidsregio 16,16 13, Risico- en Crisisbeheersing 12,50 12, Bedrijfsvoering 27,22 24, Gemeenten 1,15 1, Brandweer 242,10 217, GHOR 9,18 8, GMC Projecten Totaal 308,31 278, Dat wil niet zeggen dat geen sprake is van elasticiteit in de desintegratiekosten, maar deze is om meerdere redenen beperkt en vraagt een langere periode om op een realistische manier af te kunnen bouwen. Daarvoor is bovendien gedetailleerd inzicht per kostensoort nodig. In het kader van de afbakening van dit rapport zijn derhalve geen aannames gedaan over de mogelijke omvang en het (geleidelijke) tempo in de afbouw van de desintegratiekosten. Het ligt meer voor de hand deze afbouw macro te benaderen in samenhang met de bezuinigingsmaatregelen die al zijn afgesproken. Dit betekent dat VRZHZ vanaf 1 januari 2013 rekening moet houden met een extra structurele bezuinigingsopgaaf van minimaal ,. 6/15

69 INDICATIE KOSTEN UITTREDING ALS GEVOLG VAN MOGELIJKE HERINDELING GEMEENTEN LEERDAM, VIANEN EN ZEDERIK 3.8 Bezuinigingsopgaaf Bij de begroting 2016 heeft de VRZHZ een bezuinigingsopgaaf van , ingecalculeerd. Het tekort is ontstaan als gevolg van het herijkingsvraagstuk (tekort in structurele dekking personele en materiële budgetten), een btw-nadeel als gevolg van te lage compensatie (BDU), ontwikkeling loonkosten (nacalculatie verschillen, cao) en genomen bestuursbesluiten. Op basis van scenario s zijn maatregelen gekozen die moeten leiden tot oplossing van het tekort. Het project Vernieuwde Brandweerzorg levert een grote bijdrage en is bij de regionalisering in 2013 ingesteld met als doel vanaf 2020 de gemeentelijke bijdrage te kunnen verminderen. Door onder andere de voorkant van de veiligheidsketen meer risicogericht te benaderen (minder formatie), uitrukken met variabele bezetting, terugbrengen van het aantal beroepsbrandweermensen en een efficiëntieslag door onder meer vermindering management en differentiatie van de materieelinzet. De organisatie heeft zich verbonden aan het realiseren van een besparing van 1,4 miljoen op basis van scenario s met een lage bestuurlijke impact. Voor scenario s met een grotere bestuurlijke impact is niet besloten omdat de beleidsdoelstellingen en kwaliteit van dienstverlening dan te zeer onder druk komen te staan. Ter illustratie is de bijbehorende tabel opgenomen. Netto besparing Voorstel Uitwerking juni Afbouw communicator Uitbesteding ICT-diensten Verlagen onderhoud huisvesting Verlengen afschrijvingstermijn kazernes van 40 naar 50 jaar Verlagen investeringsbedrag vervanging ICT-infrastructuur 2017 Harmoniseren verbindingen Aanbesteding mobiele telefonie GHOR zorgcontinuïteit Organisatie-ontwikkeling Netto besparing, per saldo Daarnaast wordt een aantal te nemen maatregelen onderzocht om toekomstige tegenvallers te kunnen opvangen. Het totale bezuinigingspakket bevestigt de aanname dat de elasticiteit van de desintegratiekosten beperkt is. In het meerjarenoverzicht is te zien dat er vanaf 2020 ruimte ontstaat in de begroting om de bestaande bestuurlijke afspraak van vermindering van de inwonerbijdrage na te komen. Daarvoor is wel noodzakelijk dat het bezuinigingspakket wordt gerealiseerd. 7/15

70 INDICATIE KOSTEN UITTREDING ALS GEVOLG VAN MOGELIJKE HERINDELING GEMEENTEN LEERDAM, VIANEN EN ZEDERIK Basis: prijspeil Opgave begroting Af: eerdere bestuursbesluiten Af: voorstellen lage bestuurlijke impact Verwachte besparing Vernieuwde Brandweerzorg Restant opgave Tekorten op te vangen door het voor 90% realiseren van de geraamde investeringen en de inzet van de Bestemmingsreserve kapitaallasten pm pm Saldo (+ = tekort. - = overschot) In de indicatieve berekening van de uittredingssom kan met deze daling van de gemeentelijk bijdrage met , rekening worden gehouden door het aandeel van Leerdam en Zederik in mindering te brengen op de des-integratiekosten, naar rato van de algemene inwonerbijdrage. Daling inwonerbijdrage 2020 e.v. Leerdam Zederik Naar rato 4,27% 2,83% Aandeel inwonerbijdrage , , Het definitieve aandeel zal moeten worden bepaald aan de hand van het inzicht in de voortgang en verwachtingen in de realisatie van het bezuinigingspakket en de nader te onderzoeken maatregelen. En uiteraard rekening houdend met de financiële risico s die zich in 2016 en verder kunnen voordoen. 3.9 Financiële risico s In het Meerjarenperspectief wordt ook gewaarschuwd voor risico s. Hierbij kan worden gedacht aan het in onvoldoende mate realiseren van de bezuinigingsopgaaf. Als het resultaat van bijvoorbeeld de pilots wijziging uitrukdiscipline niet het gewenste resultaat hebben ontstaat er een tekort ter grootte van , en ,. Daarnaast speelt de afname van de BDUR-uitkering vanaf 2017 (circa , te compenseren door hogere gemeentelijke bijdrage) en andere risico s ter grootte van , zoals toegelicht in de begroting Verder zijn materiele- en loonkostenstijgingen te verwachten Reserves en voorzieningen De begroting 2016 laat per 31 december 2016 een algemene reserve van , zien. Uit de paragraaf weerstandsvermogen blijkt dat deze slecht vrij is voor ,. De bestemmingsreserves bedragen , waarvan het grootste gedeelte niet vrij (onder meer dekking kapitaallasten) is en anderen per 1 januari 2015 worden opgeheven. (de reserve veiligheidsregio en Opleiden & Oefenen). Voor de berekening van de uittredingssom kan het aandeel in het vrije gedeelte van de algemene reserve in mindering worden gebracht. 8/15

71 INDICATIE KOSTEN UITTREDING ALS GEVOLG VAN MOGELIJKE HERINDELING GEMEENTEN LEERDAM, VIANEN EN ZEDERIK Voor de voorzieningen geldt dat deze alleen worden meegerekend indien en voor zover de taken, personeel of materieel waarop zij betrekking hebben, worden overgedragen. Daar is nu geen inzicht in. Aandeel algemene reserve Leerdam Zederik Naar rato algemene inwonerbijdrage 4,27% 2,83% Aandeel, afgerond , , 3.11 Indexering In de afgelopen jaren heeft de VRZHZ geen rekening gehouden met een loon- en prijsindex. Feitelijk is hiermee een bezuiniging gerealiseerd. In 2016 wordt ook de nullijn gehanteerd. De verwachting is dat in de komende jaren de prijsindex weer wordt toegepast. In de berekening is daarmee nog geen rekening gehouden Frictiekosten Frictiekosten komen ten laste van de uittredende gemeente. Deze kosten zijn de eenmalige kosten en worden ten laste gebracht nadat het voornemen tot uittreden formeel bekend is gemaakt. Deze frictiekosten worden bij voorkeur in overleg vooraf met de uittredende gemeenten afgesproken. In de berekening worden deze kosten daarom niet meegenomen Uittredingssom Op basis van het voorgaande is de berekende uittredingssom berekend op basis van de volgende uitgangspunten en aannames: Gelijkblijvende beleidskwaliteit en dienstverlening. Berekening op basis van begroting De definitieve uittredingssom zal opnieuw moeten worden berekend op basis van de begroting Inwonerbijdrage als uitgangspunt voor de berekening, uitgaande van een overbrugging van 5 jaar vanaf datum uittreding. Contante waarde voor een reeks betalingen, 5 jaar, 1%. Meegeven taak, personeel, materieel en budget voor deel van box 1. Geen directe afbouw verdere des-integratiekosten vanwege bezuinigingsopgaaf en toekomstige financiële risico s. Aandeel in vrije deel algemene reserve in mindering op uittredingssom. Geen indexering van de kosten op basis van begroting Frictiekosten niet berekend (PM), in overleg te bepalen. De berekening leidt tot de volgende indicatieve uittredingssom. In bijlage 3 en 4 zijn de specificaties van de berekeningen opgenomen. Leerdam Zederik Totaal Uittredingssom , , , De uittredingssom kan naar boven en beneden afwijken. Op het moment dat het besluit tot herindeling is genomen, kan in overleg tussen de betrokken gemeenten, de VRU en de VRZHZ op basis van de actuele cijfers onderzoek worden gedaan welke kosten kunnen worden meegegeven dan wel afgebouwd. 9/15

72 INDICATIE KOSTEN UITTREDING ALS GEVOLG VAN MOGELIJKE HERINDELING GEMEENTEN LEERDAM, VIANEN EN ZEDERIK 3.14 Vergelijking impact toe- en uittreden Begroting 2016 Leerdam Zederik Vianen Inwoners gebied VRU Inwoners gebied VRZHZ Inwoners ,24% 2,82% 1,56% Begroting VRU , Begroting VRZHZ , , Inwonerbijdrage, totaal , , , Uit dit overzicht blijkt dat het effect van uittreding van Leerdam en Zederik uit de VRZHZ groter is (7,06%) dan de uittreding van Vianen uit de VRU (1,56%). Dit effect wordt versterkt door het feit dat de begrotingsgrondslag van de VRZHZ ongeveer de helft is van de VRU. Dat betekent dat het naar verwachting voor de VRU relatief eenvoudiger is de afbouw van de des-integratiekosten te realiseren. De grondslag en het afbouwpotentieel zijn immers groter en de des-integratiekosten in absolute zin kleiner. Omgekeerd biedt toetreding van Vianen voor de VRZHZ een kans de grondslag te verbreden. 10/15

73 INDICATIE KOSTEN UITTREDING ALS GEVOLG VAN MOGELIJKE HERINDELING GEMEENTEN LEERDAM, VIANEN EN ZEDERIK Hoofdstuk 4 Samenvatting en conclusies De gemeenten Leerdam, Vianen en Zederik gaan mogelijk over tot het vormen van een nieuwe gemeente Vijfheerenlanden. Dat betekent ook een herindeling tussen de provincies Zuid-Holland en Utrecht en aanpassing van de veiligheidsregio s Zuid-Holland-Zuid en Utrecht. Beide Veiligheidsregio s, VRZHZ en VRU moeten rekening houden met het toe- dan wel uittreden van de betrokken gemeenten. De uittredende gemeenten moeten de schade vergoeden die het direct gevolg zijn van de uittreding. Uitgangspunt is dat de uittreding niet leidt niet tot een negatieve aanpassing van beleidsdoelstellingen en een verlaging van het niveau van dienstverlening. Verder is een uitgangspunt dat de financiële bijdragen van de achterblijvende gemeenten niet toenemen. Van de VRZHZ mag worden verwacht dat zij er alles aan doet om de des-integratiekosten te beperken en af te bouwen. De berekening van de uittredingssom en frictiekosten vindt in goed overleg plaats tussen de deelnemende gemeenten, VRZHZ en VRU. Het college en gedeputeerde staten van de provincies Zuid-Holland-Zuid en Utrecht stellen uiteindelijk het bedrag en de wijze van betaling vast. Op basis van uitgangspunten en aannames is op hoofdlijnen een indicatieve uittredingssom berekend uitgaande van de begroting De uittredingssom zal lager uitvallen naar mate er meer kosten kunnen worden meegegeven dan wel afgebouwd. De beperkte elasticiteit in de kosten wordt mede veroorzaakt door de forse bezuinigingsopgaaf die in de komende jaren moet worden gerealiseerd en de financiële risico s die zich voor kunnen doen. Uitgaande van een overbrugging van 5 jaar bedraagt de indicatieve uittredingsom als volgt. Leerdam Zederik Totaal Uittredingssom , , , De uittredingssom kan naar boven en beneden afwijken. Op het moment dat het besluit tot herindeling is genomen, zal in overleg tussen de betrokken gemeenten, de VRU en de VRZHZ op basis van de actuele cijfers de hoogte van de definitieve uittredingssom worden bepaald. Een vergelijking van een aantal kerngegevens uit de begroting 2016 van de VRZHZ laat zien dat de impact (7,06%) van uittreding Leerdam en Zederik op de VRZHZ groter is dan de impact van uittreding Vianen op de VRU (1,56%). De toetreding van Vianen betekent voor de VRZHZ een kans de grondslag te verbreden. 11/15

74 INDICATIE KOSTEN UITTREDING ALS GEVOLG VAN MOGELIJKE HERINDELING GEMEENTEN LEERDAM, VIANEN EN ZEDERIK Bijlage 1 Juridisch kader Gemeenschappelijke Regeling VRZHZ Artikel 39 Toetreding en uittreding 1. Toetreding van colleges van burgemeester en wethouders tot de gemeenschappelijke regeling of uittreding van colleges van burgemeester en wethouders uit de gemeenschappelijke regeling is slechts mogelijk na wijziging van de verdeling van gemeenten in regio s, als bedoeld in artikel 8 van de wet. 2. Het algemeen bestuur regelt de gevolgen van de toetreding of de uittreding en kan voorwaarden verbinden aan de toetreding en de uittreding. Wet algemene regels herindeling Artikel 41 ( ) 4. De deelnemers aan een gemeenschappelijke regeling als bedoeld in het derde lid treffen, voor zoveel nodig, binnen zes maanden na de datum van herindeling met toepassing van de Wet gemeenschappelijke regelingen de uit de gewijzigde gemeentelijke indeling voortvloeiende voorzieningen. Zij kunnen daarbij afwijken van de bepalingen van de gemeenschappelijke regeling met betrekking tot wijziging en opheffing van de regeling en het toe- en uittreden van deelnemers. ( ) Artikel Indien in verband met het bepaalde in de artikelen 39, 41, 44, 45 en 48 een verrekening tussen gemeenten dient plaats te vinden, worden de besturen van die gemeenten gehoord, het bedrag en, zo nodig, de wijze van betaling vastgesteld: a. ( ) b. door de colleges van gedeputeerde staten van de betrokken provincies in onderling overleg indien de desbetreffende wijziging van de gemeentelijke indeling dan wel grenscorrectie gepaard gaat met wijziging van de provinciegrens; ( ) 12/15

75 INDICATIE KOSTEN UITTREDING ALS GEVOLG VAN MOGELIJKE HERINDELING GEMEENTEN LEERDAM, VIANEN EN ZEDERIK Bijlage 2 Begroting 2016: overzicht inwonerbijdragen Gemeenten Gemeentelijke BOXBIJDRAGE % in Inwoners bijdrage aan Box 1 Box 3 Box 4 Box 5 Totaal totale 2016 begroting VR bijdrage bijdrage bijdrage Bijdrage bijdrage 1 Alblasserdam ,54% 2 Dordrecht ,71% 3 Hendrik-Ido-Ambacht ,07% 4 Papendrecht ,16% 5 Sliedrecht ,60% 6 Zwijndrecht ,63% Drechtsteden ,72% 7 Giessenlanden ,14% 8 Gorinchem ,40% 9 Hardinxveld- Giessendam ,23% 10 Leerdam ,69% 11 Molenwaard ,84% 12 Zederik ,28% Alblasserwaard- Vijfheerenlanden ,57% 13 Binnenmaas ,72% 14 Cromstrijen ,33% 15 Korendijk ,33% 16 Oud-Beijerland ,83% 17 Strijen ,51% Hoeksche Waard ,72% Totaal ,00% Bijdrage per inwoner 10,20 13/15

76 INDICATIE KOSTEN UITTREDING ALS GEVOLG VAN MOGELIJKE HERINDELING GEMEENTEN LEERDAM, VIANEN EN ZEDERIK Bijlage 3 Berekening Indicatie uittredingssom Leerdam Uittredingskosten Leerdam, datum uittreding Jaarlijks Uittredings som Bijdrage gemeente (obv 2016) totaal Inwonerbijdrage, jaarlijks gelijkblijvend, contant 5 jaar, 1 % Af: Direct meegeven (benadering aandeel in directe kosten brandweercluster GLZ) Salarissen & Vergoedingen Materieel en veiligheidsvoorzieningen Opleiden en oefenen Af: Afbouwen desintegratiekosten Stopzetten maatwerk Afbouw naar rato inwonerbijdrage Af: Aandeel verminderde gemeentelijke bijdrage vanaf 2020, derhalve 3 jaar Naar rato algemene inwonerbijdrage* 4,27% Af: Aandeel 'vrije' algemene reserve Naar rato algemene inwonerbijdrage* 4,27% Indicatie uittredingssom * obv aandeel kolom 'gemeentelijke bijdrage aan begroting VR' in overzicht bijlage 1 14/15

77 INDICATIE KOSTEN UITTREDING ALS GEVOLG VAN MOGELIJKE HERINDELING GEMEENTEN LEERDAM, VIANEN EN ZEDERIK Bijlage 4 Berekening Indicatie uittredingssom Zederik Uittredingskosten Zederik, datum uittreding Jaarlijks Uittredings som Bijdrage gemeente (obv 2016) totaal Inwonerbijdrage, jaarlijks gelijkblijvend, contant 5 jaar, 1 % Af: Direct meegeven (benadering aandeel in directe kosten brandweercluster GLZ) Salarissen & Vergoedingen Materieel en veiligheidsvoorzieningen Opleiden en oefenen Af: Afbouwen desintegratiekosten Stopzetten maatwerk - Afbouw naar rato inwonerbijdrage Af: Aandeel verminderde gemeentelijke bijdrage vanaf 2020, derhalve 3 jaar Naar rato algemene inwonerbijdrage* 2,83% Af: Aandeel 'vrije' algemene reserve Naar rato algemene inwonerbijdrage* 2,83% Indicatie uittredingssom * obv aandeel kolom 'gemeentelijke bijdrage aan begroting VR' in overzicht bijlage 1 15/15

78 II.4 Beleidsplan - presentatie oplegnotitie beleidsplan.pdf Agendapunt II-4 Registratienummer 2016/47 Voorstel voor de vergadering van: Het algemeen bestuur Datum vergadering: 18 februari 2016 Onderwerp: Beleidsplan Gevraagd besluit: Het algemeen bestuur wordt gevraagd: - kennis te nemen van de mondelinge toelichting op het beleidsplan en het te doorlopen proces; - het concept Beleidsplan VRZHZ te bespreken. Vergaderstuk: 2016/47/A concept Beleidsplan VRZHZ /47/B overzicht wensen gemeente t.b.v. beleidsplan Toelichting: In 2015 liep de beleidsperiode van het beleidsplan VRZHZ af ( ). Met instemming van het bestuur is besloten deze periode met één jaar te verlengen, en is besloten dat het nieuwe beleidsplan betrekking heeft op de periode In het dagelijks bestuur van 5 november 2015 is het concept Beleidsplan VRZHZ voorgelegd. Vervolgens is het beleidsplan voorgelegd aan gemeenten, AGV en partnerorganisaties. In de aanbiedingsbrief bij het beleidsplan is gevraagd zienswijzen in te dienen. Dit is echter niet juist, artikel 14 Wet veiligheidsregio s zegt: voorafgaand aan de vaststelling van het beleidsplan overlegt de burgemeester van een gemeente in het gebied van de veiligheidsregio met de gemeenteraad over het ontwerpbeleidsplan. Dit vraagt een andere aanpak van het proces waartoe onderstaande planning is opgesteld en reeds per brief over is gecommuniceerd: 5 november 2015 Eerste behandeling in DB VRZHZ Januari 2016 Informatie ambtenaren gemeenten 18 februari 2016 Concept beleidsplan in vergadering algemeen bestuur Januari tot 15 mei 2016 Overleg burgemeesters met raden 15 juni 2016 Voorgenomen besluit DB VRZHZ 8 juli 2016 Voorgenomen besluit AB VRZHZ Juli tot en met oktober 2016 (Wettelijke) consultatie (buurregio s, provincie, waterschappen, etc) 23 november 2016 Definitieve vaststelling door DB VRZHZ 15 december 2016 Definitieve vaststelling door AB VRZHZ

79 Input beleidsplan Bij het opstellen van het beleidsplan is onder meer de input gebruikt zoals deze is aangedragen bij de herziening van het regionaal risicoprofiel. In het voorjaar van 2015 heeft de formele consultatie ronde onder de gemeenten plaatsgevonden, zoals de Wvr in artikel 15 voorschrijft: Het bestuur van de veiligheidsregio stelt het risicoprofiel vast na overleg met de raden van de deelnemende gemeenten, waarbij het bestuur de raden tevens verzoekt hun wensen kenbaar te maken omtrent het in het beleidsplan op te nemen beleid. Op 25 juni 2015 heeft de vaststelling van de herziening van het regionaal risicoprofiel plaatsgevonden. U ontvangt bijgaand een overzicht van kenbaar gemaakte wensen omtrent het in het beleidsplan op te nemen beleid, en waar deze in het beleidsplan zijn verwerkt. Presentatie In de vergadering van het algemeen bestuur gaat de heer R.P. Bron, hoofd hoofdafdeling risico- en crisisbeheersing, nader in op de inhoud van het concept Beleidsplan en het te doorlopen proces. Financiële consequenties: Vervolgprocedure: Geen Het voorstel wordt bij de volgende overleggen ingebracht: MT AB OVO CAB AGV Audit commissie DB Anders, nl.... Niet van toepassing Vervolgstappen: Het concept Beleidsplan is ter consultatie voorgelegd aan de gemeenten, de commissie van advies gemeentesecretarissen veiligheid (AGV) en diverse partnerorganisaties. Vervolgens wordt het beleidsplan met de reacties opnieuw geagendeerd in het bestuur in juni en juli Organisatie eenheid Indiener niveau 2 Concerncontroller a.i. Directiesecretaris Concern C.H.W.M. Post J. Boons dd dd pagina 2 van 2

80 A Beleidsplan concept 12 okt.pdf Vergaderstuk 2016/47/A Beleidsplan VRZHZ Versie: 12 oktober 2015

81 Versie 0.8 pagina 2 van 59

82 Inhoudsopgave 1 Samenvatting Inleiding Algemeen Leeswij zer Zuid-Holland Zuid en de Veiligheids regi o Het ris icoprofiel van Zuid -Holla nd Zuid De VRZHZ Miss ie Visie Wettelijke en nie t-we t te li jke taken Wettelijke taken Niet -we tte l ijke taken Fina ncie el kader Strateg isc he bele idsdoelstellingen Beleid prior it aire ris ico s Samenwerken Risicob eheersing I nleid ing Visie - focus op de voorkant Uitg angspunten Beleidsreal isati e Samenwerking bij ris ico beheersing Risicogeric ht werken Risicocomm un icati e Eveneme nte nbele id Incidentbestrijding (p reparatie en uitvoerin g) Meldkamer en LMO Brandweerzorg (preparatie en repressie) Mu lt idis cip li na ir optreden in opgeschaa lde situ at ies Crisisbeheersing en ram penbestrijding Bevolkings zorg GHOR Crisiscomm un icatie Herste l uit ontwric hte situ at ie Vakbekwaamhe id - mono en mul ti Brandweer GHOR Mu lt i Versie 0.8 pagina 3 van 59

83 6 Bedrij fsvoering I nleid ing Visie HRM Beleidscyclus Fina ncië n I CT Commun icatie I nformatievoorzie ni ng /I nformat iema nageme nt Beleidsreal isati e Bijlagen Lijs t van afko rti ngen Terugblik vorige beleids periode Meerjaren oefenbele idspla n VRZHZ Voorwoord I nleid ing Miss ie, visie en strateg i e Uitvoering Organisatie en Middele n Risicoparagraaf Operationele prestat ies VRZHZ Aanvulle nde voorzieningen en ma atregelen noodzakelijk voor brandweerzorg Versie 0.8 pagina 4 van 59

84 1 Samenvatting De gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid is opgericht door en werkt voor de 17 Gemeenten in de regio. De regeling stelt als doelen van de VRZHZ: a. de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing, de geneeskundige hulpverlening (bij ongevallen en rampen), met behoud van lokale verankering, bestuurlijk en operationeel op regionaal niveau binnen het samenwerkingsgebied te integreren, teneinde een doelmatige en slagvaardige hulpverlening te verzekeren, mede op basis van een gecoördineerde voorbereiding; b. een platform voor samenwerking te zijn voor aan hulpverlening gelieerde diensten, partners dan wel organisaties en andere openbare lichamen. Met voorliggend beleidsplan voldoet de VRZHZ binnen de context van de gemeenschappelijke regeling aan hetgeen in artikel 14 van de Wet Veiligheidsregio s (Wvr) gesteld is. Een belangrijke basis voor dit beleidsplan is het in 2015 geheel herziene regionaal risicoprofiel. Daarnaast zijn het brandrisicoprofiel en de Nationale Risicobeoordeling belangrijke bronnen. Het bestuur van de Veiligheidsregio heeft acht prioritaire risico s benoemd voor de komende beleidsperiode. Vijf prioritaire risico s vloeien voort uit het Regionaal Risicoprofiel: een overstroming van dijkring 16 (Alblasserwaard/Vijfheerenlanden); een overstroming van dijkring 22 (Eiland van Dordrecht); een overstroming van dijkring 21 (Hoeksche Waard); een langdurige stroomuitval (langer dan 24 uur); een incident met gevaarlijke stoffen in de spoorzone Dordrecht/Zwijndrecht. Daarnaast heeft het bestuur de volgende drie risico s als prioritair benoemd: het (langer) zelfstandig wonen van verminderd zelfredzame personen; een ongeval met gevaarlijke stoffen bij bedrijven binnen; effecten van incidenten met gevaarlijke stoffen buiten onze regio. Op basis van de missie en de visie van de organisatie en gegeven het regionaal risicoprofiel heeft de VRZHZ een elftal strategische beleidsdoelen voor de komende beleidsperiode bepaald: 1. Het bewaken van de operationele slagkracht; 2. Het bewaken van de operationele slagkracht betekent bij de brandweer onder meer het behouden van een fijnmazig netwerk van brandweerposten; 3. Het op orde houden van de (brandweer)zorg; 4. Het realiseren van gedragsbeïnvloeding bij de burger om de brandveiligheid en de zelfredzaamheid te vergroten; 5. Het voorbereiden op incidenten die voort kunnen komen uit het regionaal risicoprofiel en het brandrisicoprofiel; 6. Het in eerste instantie richten op het voorkomen van (escalatie tot) incidenten door te investeren op risicobeheersing; 7. Het faciliteren van een operationele crisisorganisatie die in staat is om een ramp/crisis gedurende meerdere dagen te managen; 8. Het coördineren van de voorbereiding op crises door te investeren in partnerschappen. 9. Het direct of indirect adviseren van het bevoegd gezag in vraagstukken, trends en ontwikkelingen betreffende de fysieke veiligheid inclusief brandveiligheid; 10. Het versterken van de relatie met het lokaal bestuur; pagina 5 van 59

85 11. Het actief leveren van een bijdrage aan de landelijke strategische agenda zolang dit relevant is voor het bereiken van de VRZHZ-doelen. In dit beleidsplan wordt per onderdeel aangegeven hoe de strategische beleidsdoelstellingen worden gerealiseerd. Hierbij geldt als nadrukkelijk financieel kader de door het bestuur aan de VRZHZ gegeven financiële taakstelling. Tegelijkertijd wordt daar waar mogelijk de samenwerking met partners en buurregio s gezocht bij het realiseren van de beleidsdoelen. De VRZHZ gaat meer nadruk leggen op zelfredzaamheid, veiligheidsbewustzijn en de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven. De focus ligt op het voorkomen van branden en ongevallen, conform de Wvr. Dit betekent dat de VRZHZ zich in haar taakuitvoering zo veel mogelijk inspant voor risicobeheersing en risicogerichtheid, onder meer via het uitvoeren van het programma risicobeheersing. Deze koerswijziging vindt geleidelijk plaats, met gebruikmaking van natuurlijke momenten en beschikbare capaciteiten en technieken. De VRZHZ handelt hiermee naar de mogelijkheden die er zijn. Een belangrijk instrument om veiligheidsbewustzijn, zelfredzaamheid en zo mogelijk ook acceptatie van risico s in de samenleving te versterken is risicocommunicatie, dat in samenwerking met partners wordt ingezet. Voor wat betreft de incidentbestrijding zal in de komende beleidsperiode de vorming van de Landelijke Meldkamer Organisatie (LMO) zijn beslag krijgen. Voor de VRZHZ is belangrijk dat de kwaliteit van het meldkamerproduct gewaarborgd blijft voor alle productgroepen en de aansluiting met de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing optimaal blijft. De brandweer richt zich in aansluiting op de landelijk gedeelde visie Brandweer over morgen op vernieuwing van de brandweerzorg waarbij de focus ligt op slagvaardigheid, effectiviteit en versterking van de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van de maatschappij. Daarnaast wordt specifiek verder gewerkt aan harmonisatie van de brandweer, binden en boeien van vrijwilligers, operationele informatievoorziening en proces Materieel en logistiek. Het multidisciplinair optreden in opgeschaalde situaties focust zowel op de integrale prestaties van de hoofdstructuur als van de afzonderlijke processen daarbinnen. De hoofdstructuur staat gesteld met een 24/7 operationele en daadkrachtige crisisorganisatie die ook met nieuwe rampen en crises kan omgaan. Daarbij is specifiek aandacht voor doorontwikkeling en professionalisering van de processen crisiscommunicatie en informatiemanagement. Bevolkingszorg kent een eigen, bestuurlijk vastgestelde, ontwikkelagenda. Op basis van een evaluatie eind 2016 wordt de verdere professionalisering van bevolkingszorg vormgegeven. De GHOR voert haar spilfunctie tussen openbaar bestuur, veiligheid en gezondheidszorg uit in de voorbereiding op, en tijdens, grote incidenten, rampen en crises. De focus ligt op samenwerking tussen publieke gezondheidstaken en GHOR taken, naast veerkracht in de acute zorg. De extramuralisering in de care-sector noopt tot aanpassing van planvorming en preparatie vanuit de GHOR. Cruciaal bij dit alles is het vakbekwaam worden en vakbekwaam blijven van de functionarissen in de (crisis-) organisatie. Zowel mono- als multidisciplinair wordt de cyclus van een leven lang leren versterkt. Randvoorwaardelijk voor de uitvoering van dit beleidsplan is een gezonde bedrijfsvoering. Alle PIJOFACH taken dragen bij de aan operationaliteit van de organisatie en zorgen voor een transparante verantwoording aan het bestuur. De VRZHZ wil een goed werkgever voor haar medewerkers blijven. De deelterreinen communicatie en informatiemanagement krijgen in de Versie 0.8 pagina 6 van 59

86 komende beleidsperiode een specifieke impuls. Met name voor informatie(-management) geldt dat dit in toenemende mate randvoorwaardelijk is voor het succes van de operatie. De VRZHZ wil toepassen wat hiertoe landelijk beschikbaar is, zonder zelf actief te innoveren. Versie 0.8 pagina 7 van 59

87 2 Inleiding 2.1 Algemeen Op 1 juli 2009 hebben de colleges van de 17 gemeenten in Zuid-Holland Zuid de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid opgericht. Op 1 januari 2010 is de organisatie Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid (VRZHZ) daadwerkelijk gestart. In oktober van dat zelfde jaar is de Wet veiligheidsregio s (Wvr) in werking getreden, die samen met de Wet gemeenschappelijke regelingen en Wet publieke gezondheid de grondslag vormt voor de VRZHZ. De VRZHZ is een organisatie waar ruim 1000 collega s werken, hiervan zijn er ruim 750 vrijwilligers. In de gemeenschappelijke regeling VRZHZ wordt het doel van de organisatie als volgt omschreven: a. de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing, de geneeskundige hulpverlening (bij ongevallen en rampen), met behoud van lokale verankering, bestuurlijk en operationeel op regionaal niveau binnen het samenwerkingsgebied te integreren, teneinde een doelmatige en slagvaardige hulpverlening te verzekeren, mede op basis van een gecoördineerde voorbereiding; b. een platform voor samenwerking te zijn voor aan hulpverlening gelieerde diensten, partners dan wel organisaties en andere openbare lichamen. De meldkamer (Gemeenschappelijke Meld Centrale, GMC) valt onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van de VRZHZ, maar het beheer ervan is uitbesteed aan de landelijke politie, Eenheid Rotterdam. Gemeenten hebben de taak van de gemeentelijke rampenbestrijding niet overgedragen aan de VRZHZ. De coördinatie daarvan is wel te beschouwen als de uitvoering van een wettelijke (multidisciplinaire) taak. Bovendien is er een eigenstandige rampenbestrijdingstaak op regionaal niveau. Samewerking vindt plaats op grond van een gemeenschappelijke regeling. De regio Zuid-Holland Zuid is het meest zuidelijke deel van de provincie Zuid-Holland. De regio beslaat een oppervlakte van 836 km² verdeeld over de Hoeksche Waard, Drechtsteden en Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. Onze regio kent ruim inwoners verdeeld over zeventien gemeenten. Met voorliggend beleidsplan voldoet de VRZHZ aan hetgeen in artikel 14 van de Wet Veiligheidsregio s (Wvr) gesteld is: het bestuur van de veiligheidsregio stelt ten minste eenmaal in de vier jaar een beleidsplan vast. Dit beleidsplan beslaat de beleidsperiode 1/1/2017 tot en met 31/12/2020 en is opgesteld in samenspraak met de partners van de VRZHZ (regionaal en bovenregionaal) en meer specifiek met de gemeenten en de buurregio s. De realisatie van de beleidsdoelen uit de vorige beleidsperiode hebben mede aan de basis gestaan van dit beleidsplan 2. Voor wat betreft de gemeenteraden heeft dit plaatsgevonden bij de consultatie van de raden over het Regionaal Risicoprofiel, conform artikel 15 lid 3 Wvr. Actualisatie van het beleidsplan gebeurt twee jaar na vaststelling. Na vier 1 De termijn van het vorige beleidsplan is op basis van een bestuurlijk besluit met één jaar verlengd 2 Zie voor een overzicht bijlage 7.2 Versie 0.8 pagina 8 van 59

88 jaar volgt een herziening. Zo zijn de beleidskaders in een dynamische omgeving binnen redelijke termijn te herijken. Het beleidsplan wordt uitgewerkt in jaarplannen en daaraan gelieerde afdelingsplannen. 2.2 Leeswijzer Dit beleidsplan start in hoofdstuk 3 met de basis: de hoofdlijnen van het risicoprofiel en een weergave van missie, visie, wettelijke en niet-wettelijke taken van de VRHZ. Dat resulteert in strategische beleidsdoelstellingen voor de komende periode. In hoofdstuk 4 wordt beschreven hoe risicobeheersing vorm gaat krijgen en welke resultaten hiermee worden beoogd. Incidentbestrijding staat centraal in hoofdstuk 5, waarbij de verschillende onderdelen mono en multi van de operationele organisatie centraal staan. In hoofdstuk 6 wordt beschreven hoe bedrijfsvoering het primaire proces ondersteunt, per onderdeel van de PIJOFACH taken. De bijlagen gaan dieper in op een aantal onderdelen. Hierin is onder meer een terugblik op de vorige beleidsperiode opgenomen. Ook het oefenbeleidsplan is als bijlage opgenomen, evenals de operationele prestaties van de (onderdelen van de) veiligheidsregio. Versie 0.8 pagina 9 van 59

89 3 Zuid-Holland Zuid en de Veiligheidsregio 3.1 Het risicoprofiel van Zuid-Holland Zuid De regio Zuid-Holland Zuid is laaggelegen, omgeven en doorsneden door rivieren en kenmerkt zich door een verstedelijkt gebied in de kern en een overwegend landelijk gebied aan de flanken. Het gebied kenmerkt zich tevens door de vestiging van risicovolle industriële bedrijvigheid. De regio is door zijn ligging een logistiek- en vervoersknooppunt van nationaal belang. Er is sprake van een hoge concentratie van transportbewegingen met gevaarlijke stoffen, zowel over de weg (A15, A16, A27, A29 en N3), het water (de (Oude) Maas, de Kil, de Merwede, het Hollandsch Diep en de Noord), het spoor (reguliere spoorlijn over Dordrecht en Zwijndrecht, spooremplacement Kijfhoek, de Betuweroute en HSL) als per buisleiding. De regio wordt in het noordwesten begrensd door het Botlekgebied en de Rotterdamse haven en in het zuidwesten door het industrieterrein en havengebied van Moerdijk en omgeving. Mede door bovenstaande kenmerken staat de regio bloot aan een veelheid aan risico s. Om te kunnen beoordelen hoe ernstig deze risico s zijn, stelt iedere veiligheidsregio een regionaal risicoprofiel op. Het regionaal risicoprofiel geeft een zo realistisch mogelijk antwoord op de vraag wat kan ons overkomen, hoe waarschijnlijk is het dat het ons overkomt en hoe erg is het als het gebeurt?. Een regionaal risicoprofiel is een wettelijk verplichte inventarisatie en analyse van de in de regio aanwezige risico s plus de risico s uit aangrenzende gebieden. In opmaat naar de beleidsperiode heeft het algemeen bestuur van de VRZHZ een nieuw regionaal risicoprofiel vastgesteld. Het betreft een volledige herziening van het eerste risicoprofiel uit In dit regionaal risicoprofiel wordt de focus niet alleen gelegd op de risicosituaties die daadwerkelijk aanwezig zijn, maar wordt ook verkend welke voorzienbare ontwikkelingen kunnen leiden tot nieuwe risico s of tot het wegnemen daarvan. Zo kunnen voorzienbare trends en ontwikkelingen worden beschouwd, zoals nieuwe technologieën, nieuwe of toekomstige wet- en regelgeving of bijvoorbeeld geplande ruimtelijke ontwikkelingen. Het regionaal risicoprofiel gaat uit van scenario s zich daadwerkelijk kunnen voordoen in onze regio (geen waarschijnlijkheid), realistisch van aard zijn (geen worst case) en overstijgend aan het dagdagelijkse werk van de hulpdiensten. Relatie met nationale risicobeoordeling De risico s waaraan de regio wordt blootgesteld zijn voor een deel regiospecifiek (de risico s zijn aanwezig door activiteiten en functies in of het karakter en de geografische ligging van het gebied) en voor een ander deel als generiek aan te merken (de risico s zijn in de VRZHZ aanwezig maar niet in hogere mate dan in de rest van Nederland, denk bijvoorbeeld aan een pandemie of extreem weer). Met betrekking tot deze laatste categorie risico s wordt aangesloten bij de Nationale Risicobeoordeling, welke binnen de rijksbrede Strategie Nationale Veiligheid jaarlijks wordt opgesteld. Relatie met brandrisicoprofiel Het regionaal risicoprofiel maakt inzichtelijk welke risicovolle situaties kunnen leiden tot een ramp of crisis. Deze rampen en crises die een grote impact en omvang (regionaal) hebben, komen maar zelden voor. Het brandrisicoprofiel daarentegen is gebaseerd op branden, die in Versie 0.8 pagina 10 van 59

90 de dagelijkse praktijk voorkomen. Deze zijn in de regel klein van omvang (gebouw), maar komen veel voor. In tegenstelling tot het regionaal risicoprofiel is er voor het brandrisicoprofiel geen landelijke standaard ontwikkeld. De Brandweer ZHZ heeft de afgelopen jaren verschillende risicoanalyses uitgevoerd om te bepalen waar de brandveiligheidsnadruk op gelegd moet worden. Deze opzichzelfstaande analyses betreffen de volgende: De uitwerking bestuurlijk gemotiveerd afwijken als onderdeel van het dekkingsplan brandweer. In dit beleidsinstrument worden het brandrisicoprofiel en een aantal compenserende maatregelen omschreven. Een deeluitwerking van het project Vernieuwde brandweerzorg te weten de herijking van de bouwwerkenvoorraad (brandveiligheidstoezicht en advies) op basis van een brandrisicoanalyse. Deze risicoanalyses dienen als tijdelijke basis in de komende beleidsperiode. De brandweer heeft de ambitie uitgesproken om te komen tot één profiel waarbij niet alleen de risico s in relatie tot brand aan de orde komen, maar ook ongevallen anders dan bij brand. Een alomvattend brandweerrisicoprofiel dat recht doet aan de wettelijk opgedragen taak van de brandweer (zie ook paragraaf 5.2 onder het kopje Operationele prestaties). Prioritaire risico s Als grootste risico s in de veiligheidsregio zijn op basis van het regionaal risicoprofiel te benoemen: een overstroming van dijkring 16 (Alblasserwaard/Vijfheerenlanden); een overstroming van dijkring 22 (Eiland van Dordrecht); een overstroming van dijkring 21 (Hoeksche Waard); een langdurige stroomuitval (langer dan 24 uur); een incident met gevaarlijke stoffen in de spoorzone Dordrecht/Zwijndrecht. Deze prioritaire scenario s verdienen bijzondere aandacht en vragen om een intensieve samenwerking met onze strategische partners, waaronder in het bijzonder de waterschappen en nutsbedrijven in de voorbereiding op de crisisbeheersing. Bestuurlijk prioritaire risico s Naar aanleiding van het concept van dit regionaal risicoprofiel hebben de gemeenteraden en wettelijk adviseurs hun zienswijze hierop kenbaar gemaakt en aangegeven wat op basis hiervan hun wensen voor dit nieuwe regionale beleidsplan zijn. Aan de risico s als gevolg van het (langer) zelfstandig wonen van verminderd zelfredzame personen en het risico van een ongeval met gevaarlijke stoffen bij bedrijven, zowel binnen als buiten onze regio, wordt in dit verband door diverse gemeenten aandacht gevraagd in de komende beleidsperiode. Versie 0.8 pagina 11 van 59

91 Prioritaire risico s vet opnemen in overzicht. Opmaak dwars. Beïnvloedbaarheid van risico s Niet alle risico s zullen kunnen worden verkleind, zo nuchter moeten we zijn. Als logisch vervolg op het regionaal risicoprofiel zal worden verkend welke risico s in positieve zin te beïnvloeden zijn (beïnvloedingsanalyses) en welke partners daarin een rol kunnen spelen. Vervolgens kan via het risicogericht werken (zie hoofdstuk 4) daadwerkelijke veiligheidswinst of acceptatie van risico s worden bewerkstelligd. Halverwege de komende beleidsperiode is deze beïnvloedingsanalyse voor de prioritaire risico s voltooid. Op basis daarvan zal worden bezien of bijstelling of aanscherping van het beleidsplan noodzakelijk is. Doorwerking in beleid Het regionaal risicoprofiel is een belangrijke pijler onder dit beleidsplan en is leidend voor de voorbereiding op rampenbestrijding en crisisbeheersing. Het regionaal risicoprofiel heeft o.a. tot doel afgewogen strategische beleidskeuzes te maken en vervolgens de (beperkt) beschikbare middelen zo gericht mogelijk in te zetten op de belangrijkste risico s. In het hiernavolgende schema worden de prioritaire risico s op basis van het regionaal risicoprofiel weergegeven. In de aanpak van de risico s zal de veiligheidsregio haar rol pakken daar waar zij eigenstandige taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden draagt. In overige gevallen zal zij een beroep doen op partners, bedrijven en maatschappelijke organisaties. In paragraaf 3.5 wordt de beleidsinspanning van de VRZHZ t.a.v. deze risico s weergegeven. Versie 0.8 pagina 12 van 59