Raadsvergadering 28 juni 2012

Transcriptie

1 RAADSVOORSTEL Datum en nummer 15 mei 2012, nummer 056/2012 Raadsvergadering 28 juni 2012 Agendapunt 25 Programmaveld Portefeuillehouder W.C. Scheurwater Wettelijke basis De Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs, de Leerplichtwet, de Kwalificatieplicht, de Regionale meld- en coördinatiewetgeving, de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Wet investeren in jongeren en de (nog in te voeren) Wet op het passend onderwijs en de Wet werken naar vermogen. Onderwerp Lokaal opleidingscentrum (LOC) Gevraagde beslissing Vaststellen van de uitgangspunten toekomst LOC. Financiële consequenties De in de nota geformuleerde ambities hebben ook na 2012 financiële consequenties. Deze consequenties worden meegenomen in de voorjaarsnota De gemeente zal haar partners stimuleren om ook middelen in te zetten voor de realisatie van de gezamenlijke ambities. Aan de raad Het college heeft drie speerpunten van beleid benoemd, onderwijs en arbeidsmarkt, economie en duurzaamheid. Deze speerpunten hebben een nauwe relatie met elkaar Het perspectief op duurzaamheid dient als een paraplu voor het gemeentelijk handelen. We hanteren daarin de definitie, dat duurzame ontwikkeling het zoeken is naar een goed evenwicht tussen economische ontwikkeling, ecologische kwaliteit en de kwaliteit van de samenleving, zoveel mogelijk rekening houdend met de toekomst en ontwikkelingen elders in de wereld. In het kader van de duurzame maatschappelijke ontwikkeling en de economische ontwikkeling van Papendrecht is voor onderwijs en arbeidsmarkt de opdracht om samen met ondernemers en onderwijs te komen tot duurzame oplossingen voor de toekomst van het LOC en het vormgeven van de samenwerking met Fokker op het thema onderwijs en arbeidsmarkt. De aanpak die daarbij gekozen is om in ieder geval bestaande goed werkende projecten te verbinden en uit te breiden. Vanuit de filosofie: laten zien wat er al gebeurt en zorgen dat dat duurzaam verbonden wordt. Concreet aan de slag gaan met elkaar, ieder vanuit eigen verantwoordelijkheid en belang. In deze notitie wordt de voortgang gemeld van de stappen die gezet zijn om te komen tot de uitgangspunten voor het vervolg. 1. Aanleiding Het college heeft drie speerpunten voor beleid geformuleerd: onderwijs en arbeidsmarkt, economie en duurzaamheid. In het voorjaar van 2011 heeft het college besloten om binnen het speerpunt onderwijs en arbeidsmarkt twee ontwikkelingen prioriteit te geven. De eerste ontwikkeling heeft betrekking op het Lokaal Opleidingscentrum (LOC) West-Alblasserwaard. Het LOC is een praktijkgerichte leerwerkomgeving, waarin scholen en bedrijven uit de regio participeren. Doel van het LOC is een betere samenwerking en afstemming tussen het onderwijs en het bedrijfsleven te realiseren. Het LOC is gevestigd aan de Ketelweg en wordt gefinancierd door de gemeente Papendrecht uit het project Manden Maken. 1

2 Op dit moment functioneert het LOC in een aantal opzichten niet optimaal. Daarbij gaat het in het bijzonder om de functie(s), bestuursstructuur, financiering en locatie van het LOC. Bovendien eindigt de financiering in De tweede ontwikkeling is de komst van de JSF- assemblagefabriek van Fokker naar Papendrecht. Het is voor Fokker belangrijk dat er voldoende geschoold personeel beschikbaar is in de regio. De gemeente wil daar een bijdrage aan leveren. Overigens in samenhang met een bredere ontwikkeling van bedrijfsscholen en het regionale programma Arbeidsmarkt. 1.1 De opdracht Op 28 juni 2011 heeft het college het startdocument voor de uitwerking van het speerpunt onderwijs en arbeidsmarkt vastgesteld. Hierin wordt opdracht gegeven om uiterlijk 1 augustus 2012 te komen met een helder plan voor de toekomst van het LOC. Daarbij moet in ieder geval duidelijkheid worden gegeven over de financiering, de bestuursstructuur en de locatie van het LOC. Het streven is om per 1 augustus 2014 te beschikken over een LOC dat zelfstandig verder kan en dat in de breedte is verbonden met de Papendrechtse scholen, het bedrijfsleven, het Leerpark in Dordrecht (het Da Vinci College), de Hogeschool Rotterdam, de Technische Universiteit Delft en de Erasmus Universiteit Rotterdam. Ook de beschikbaarheid van voldoende geschoold personeel voor Fokker is onderdeel van de opdracht. Per 1 september 2011 is een projectleider aangesteld voor drie jaar. 2. Uitwerking/onderbouwing In de periode van september 2011 tot april 2012 zijn stappen gezet om te komen tot de uitgangspunten voor de toekomst van het LOC. Voor afstemming over de verschillende stappen heeft naast intern ook extern overleg plaats gevonden. Dit zowel ambtelijk als bestuurlijk met Dordrecht, Alblasserdam en Sliedrecht vanuit het regionaal programma Arbeidsmarkt en in de West-Alblasserwaard specifiek met de daar aanwezige bedrijven en scholen. Hieronder volgt een korte samenvatting van de verschillende stappen: 1) Evaluatie van het functioneren van het LOC 2) Arbeidsmarktanalyse van de West-Alblasserwaard 3) Inventarisatie van de behoeftes en kansen die het bedrijfsleven ziet 4) Inventarisatie van de behoeftes en kansen die het onderwijs ziet 5) Relatie met Masterplan beroepskolom voor de scholen in de West-Alblasserwaard 6) Verbinden van ontwikkelingen, initiatieven en projecten met het LOC 7) Relatie met Fokker en de LOC ontwikkeling 2.1 Evaluatie van het LOC Het LOC is in 2007 gestart aan de Ketelweg. De bedrijven Opnieuw en Co, NTS computertechnologie, HVL, Mampaey en VisserSmitHanab maken gebruik van een deel van de hal voor activiteiten samen met het onderwijs. Deelname vanuit het onderwijs is het praktijkonderwijs van het Spon, de vmbo scholen uit de West- Alblasserwaard en het ROC Da Vinci college. Naast die leerlingen zijn ook activiteiten aangeboden voor basisschoolleerlingen. Het bestuur wordt gevormd uit de directies van de deelnemende scholen. De organisatie bestaat uit een projectleider en een onderwijsassistent. In verschillende werkgroepen worden de activiteiten uitgewerkt. Het project is voor een periode tot eind 2012 gefinancierd vanuit de gemeente Papendrecht met gelden uit het project Manden Maken. De deelnemende gemeentes zijn Alblasserdam, Sliedrecht en Papendrecht. Aan de hand van gesprekken met het bestuur en de gebruikers van het LOC en een SWOT analyse die het bestuur van het LOC heeft gemaakt zijn de volgende conclusies getrokken. Functies: De functies van het LOC zijn goed en dragen bij aan de verbetering afstemming onderwijs en arbeidsmarkt. De vorm waarin heeft beperkingen, met name als het gaat om een bredere betrokkenheid van bedrijven. Ook het risico van uittreding van bedrijven is bij deze beperkte bedrijfsdeelname een factor die van invloed is op een duurzame continuering. De doelgroep is beperkt en zal verbreed dienen te worden om ook het hogere segment van de arbeidsmarkt te kunnen bedienen. Locatie: Ook de locatie heeft beperkingen. De bedrijven moeten op twee plaatsen leermeesters en machines plaatsen terwijl de activiteiten ook in de bedrijven, bedrijfsscholen en scholen kunnen worden gerealiseerd. Met name de grote(re) bedrijven zien geen toegevoegde waarde in de hal. Bestuur Ook bedrijfsbetrokkenheid in bestuurlijke zin ontbreekt in de huidige opzet. Financiën. Gezien de inkomsten uit 2011 is het niet realistisch te verwachten dat voor 2013 en volgende jaren in de huidige vorm de financiën kunnen worden opgebracht door de huidige participanten van het LOC. 2

3 Het bestuur van het LOC heeft op 27 maart 2012 besloten de vestiging van het LOC aan de Ketelweg per 15 december 2012 te beëindigen. De activiteiten zullen na de zomervakantie niet aan de Ketelweg worden gecontinueerd. Gezien de uitgangspunten voor een nieuw arrangement wordt gekozen voor het handhaven van de activiteiten maar dan bij de bedrijven, bedrijfsscholen en scholen en zo nodig vanuit een centrale locatie voor de coördinatie en voor activiteiten die niet elders kunnen worden gerealiseerd. De continuering van de lopende activiteiten op meerdere locaties wordt het komend half jaar nog geregeld door de huidige organisatie. Het najaar zal worden benut om de hal te ontmantelen. Met de gebruikers zijn gesprekken gevoerd en in ieder geval een van de bedrijven heeft aangegeven er te willen blijven. De bedrijven zullen betrokken blijven bij het nieuwe arrangement in de vorm van stages, projecten en incidentele activiteiten. Het bestuur van het LOC hecht groot belang aan het borgen van de activiteiten en zal samen met de nieuwe partners uit het bedrijfsleven het nieuwe arrangement concretiseren. 2.2 Arbeidsmarktanalyse van de West-Alblasserwaard Het OCD heeft aanvullend op de Arbeidsmarktmonitor Drechtsteden 2011 een analyse gemaakt voor de West- Alblasserwaard. Centrale vraag daarbij was: hoe is het bedrijfsleven in de West-Alblasserwaard samengesteld en welke vooruitzichten zijn er wat betreft de vraag en het aanbod op de arbeidsmarkt en de mogelijke knelpunten in de personeelsvoorziening? Belangrijkste bevindingen uit die analyse zijn: - De West Alblasserwaard (gemeenten Alblasserdam, Papendrecht en Sliedrecht) kent ten opzichte van de beroepsbevolking een relatief grote marktsector waarin industrie (scheepsbouw, vliegtuigonderdelen, metaal en metaalbewerking, toeleveranciers maritieme cluster), bouw (vooral natte waterbouw), groothandel en transport prominent en bovengemiddeld aanwezig zijn. - Jongeren kiezen in het onderwijs net als elders in de regio en Nederland in afnemende mate voor vmboberoepsvormend en daarbinnen ook voor vmbo-techniek. In 4 jaar tijd is de deelname hier met circa 17% gedaald, terwijl de doelgroep nagenoeg in omvang gelijk is gebleven. Dit heeft gevolgen voor de instroom in bepaalde sectoren van het mbo, waar we in mbo-techniek (vooral niveau 2) een daling van het aantal leerlingen zien. Het aantal deelnemers mbo-economie nam echter zo sterk toe dat over de hele linie sprake is van een groei in deelname aan het mbo, met name niveau 4. Jongeren in de West-Alblasserwaard kiezen op het mbo naar verhouding overigens nog wel vaker voor techniek dan jongeren uit de rest van de regio. Dit zal te maken hebben met de van oudsher sterke industrie en bouwsector in de regio. - Tussen 2010 en 2020 verlaten (binnen het huidige pensioenregime) naar schatting zo n werkzame personen uit de West-Alblasserwaardse beroepsbevolking het arbeidsproces. Dat betekent - ongeacht de omvang van de economische groei - jaarlijks een groot aantal baanopeningen. Inclusief de verwachte - duidelijk kleinere - uitbreidingsvraag zijn dat er vanaf 2013 naar schatting zo n 700 per jaar. Hoewel de totale beroepsbevolking tot 2020/2025 nog stabiel blijft kunnen er zich dan toch (grote) knelpunten in de personeelsvoorziening voor gaan doen. Landelijk worden knelpunten vooral voorzien op vrijwel alle niveaus in de techniek en op hogere niveaus in zorg en onderwijs. Gelet op de economische structuur zijn in de West- Alblasserwaard met name in de techniek knelpunten te verwachten. In zijn algemeenheid is duidelijk dat in alle delen van de economie sprake is van een trendmatige upgrading van de gevraagde niveaus, met als gevolg in het algemeen minder goede arbeidsmarktperspectieven voor jongeren met een opleiding op mbo-2 of lager. 2.3 Inventarisatie van de behoefte en kansen die het bedrijfsleven ziet In de aanpak van het project is ervoor gekozen het bedrijfsleven actief te gaan benaderen. Het bedrijfsleven dient veel meer dan tot nu toe de lead te nemen als het gaat om het ontwikkelen van de samenwerking met het onderwijs en onderzoeksinstellingen. Dit sluit ook aan bij het topsectorenbeleid van het ministerie van Economie, Landbouw & Innovatie (EL&I). In het najaar van 2011 zijn individuele gesprekken gevoerd met in eerste instantie de grotere bedrijven in de West-Alblasserwaard (o.a.fokker, IV-groep, IHC, Bakker Sliedrecht, BosKalis), met de vraagstelling of de arbeidsmarktanalyse en de toekomstige problematiek die daarin geschetst wordt herkenbaar is. Doel van deze gesprekken was om met de vraagformulering vanuit het bedrijfsleven de verdere stappen in het project te kunnen vormgeven. Aan de hand van die gesprekken is met behulp van enkele van deze bedrijven een bijeenkomst georganiseerd op 7 maart 2012 met als thema Focus op techniek. De bijeenkomst heeft erin geresulteerd, dat alle aanwezige bedrijven hebben geconstateerd, dat het zinvol is als bedrijfsleven samen te werken, gezien de voordelen die dat heeft voor ieder afzonderlijk. Zij willen daarin ook verantwoordelijkheid nemen. Gesproken is over overeenkomsten en verschillen tussen de bedrijven als het gaat om instroom techniek. Er is veel overeenstemming over zaken waar de bedrijven tegen aan lopen. Wat ook opviel was dat de bedrijven hierover weinig met elkaar spreken. Enkele opmerkingen die zijn gemaakt: Verwachtingen van studenten zijn hoog, ze denken dat ze al heel snel een managementfunctie kunnen 3

4 vervullen. Technische basis van leerlingen is onvoldoende. Vergrijzing neemt toe (hoge gemiddelde leeftijd) de vervanging van medewerkers die met pensioen gaat wordt daarmee moeilijk. Geen idee waar je de aanwas vandaan kunt halen. Geen idee hoe jongeren worden voorbereid op stages door het onderwijs. Geen inzicht in wat jongeren motiveert en wat hun belevingswereld is. Over de hele breedte vmbo tot hbo onvoldoende afstemming met wat bedrijf nodig heeft tussen onderwijs en bedrijven. Jongeren enthousiast maken voor techniek, daar is veel te winnen. Teveel initiatieven los van elkaar. Veel uitval, ook vanwege sociale omstandigheden van jongeren. Goede ervaringen met bedrijfsscholen, kleinschalig, goed georganiseerd. Welke oplossingsrichtingen zijn er of kunnen ontwikkeld worden en wat is daarvoor nodig. Concrete samenwerking bedrijven en scholen (gastlessen, docentenstages etc.). Invloed van het bedrijfsleven op lesprogramma s. Opzetten van een Technisch vakcollege (koppelen aan Masterplan). Bijvoorbeeld in Gorinchem Gilde college. Bedrijven als vrienden Branchegericht werken veel bedrijven al samen aan promotie techniek. Vangnetconstructie gezamenlijk met onderwijs voor leerlingen met sociale problematiek. Aansluiten bij wijze waarop jongeren communiceren. Structuur brengen in overleg. Organisatie simpel opzetten (niet te bureaucratisch). Imago versterken door de hele keten (van po tot wo) lager in de keten zichtbaar maken van techniek, bv vanaf het basisonderwijs. Allerlei werkvormen creëren zoals vakantiewerk in de techniek. Wederzijdse verwachtingen nakomen. 2.4 Inventarisatie van behoeften en kansen die het onderwijs ziet De opbrengst van de bijeenkomst wordt met de onderwijspartners besproken en de komende periode door de bedrijven en het onderwijs met ondersteuning van de gemeente uitgewerkt in drie werkgroepen: projecten/activiteiten, organisatie/structuur en technisch vakcollege. Een concrete stap is dat op 6 juni 2012 een bijeenkomst georganiseerd wordt met de docenten en domeinleiders techniek uit de West-Alblasserwaard om met elkaar de arbeidsmarktanalyse en de mogelijke consequenties daarvan te bespreken. Afgesproken is al snel aan de slag te gaan met de eerste projecten (liefst komend schooljaar). 2.5 Relatie met Masterplan beroepskolom voor de scholen in de West-Alblasserwaard Het Convenant Masterplan Beroepskolom VMBO-MBO is door alle VMBO scholen in de Drechtsteden, het Wellant College en het Da Vinci college op 6 maart 2012 getekend. Doel van het Masterplan beroepskolom VMBO-MBO Drechtsteden is het creëren en behouden van toekomstbestendig beroepsonderwijs in de Drechtsteden waarbij partijen bereid zijn het eigenbelang hieraan ondergeschikt te maken. Wat kunnen VMBO- MBO-scholen in de Drechtsteden vanuit gezamenlijke verantwoordelijkheid doen om te zorgen dat leerlingen worden opgeleid voor beroepen waar de arbeidsmarktbehoefte aan heeft? Voor de realisering van de hiervoor genoemde gezamenlijke doelstelling en agenda spreken partijen af een proces te starten voor de vorming van een entiteit Masterplan beroepskolom VMBO-MBO Drechtsteden. De vorm van de entiteit is afhankelijk van de taken, bevoegdheden en zeggenschap die scholen en eventueel gemeenten hierin willen onderbrengen. Partijen zetten zich maximaal in en voelen zich moreel verbonden om de contouren van de entiteit duidelijk te hebben voor de zomer Partijen hebben afgesproken het proces van herschikking van VMBO opleidingen in de Drechtsteden te starten. Ze streven ernaar de voorstellen van herschikking te hebben afgerond uiterlijk 1 oktober Partijen streven ernaar het proces van herschikking in werking te laten treden per augustus Scholen in de West-Alblasserwaard zijn in het kader van het Masterplan met elkaar in gesprek om tot een gezamenlijk voorstel te komen hoe het VMBO de komende jaren vorm kan krijgen. Aandachtspunten daarbij zijn, locaties, opleidingsrichtingen en vraagsturing van bedrijven. Dit heeft uiteraard gevolgen voor de Papendrechtse scholen, maar op dit moment is nog niet duidelijk welke consequenties dit heeft. 2.6 Verbinden van ontwikkelingen, initiatieven en projecten gerelateerd aan het LOC Geconstateerd kan worden dat heel veel gebeurt op het thema onderwijs/arbeidsmarkt. Vanuit brancheorganisaties, regionale en lokale platforms techniek, bedrijfsscholen, kennisinstituten, projecten vanuit de landelijke overheid, regionale programma s. Er is een breed scala van projecten, gericht op onderwijs/arbeidsmarkt en techniek. 4

5 Enkele daaruit gelicht: In de eerste plaats het topsectorenbeleid van het ministerie van EL&I. In de 9 topsectoren is de human capital agenda prominent aanwezig. Bij alle topsectoren dreigt een tekort aan goed geschoold technisch personeel. Als daar geen oplossingen voor komen dreigt de kennis uit Nederland te verdwijnen en zal dat grote consequenties hebben voor de werkgelegenheid, de innovatiekracht en de concurrentiepositie van het bedrijfsleven. In de West-Alblasserwaard zijn bedrijven betrokken bij de innovatiecontracten vanuit de topsectoren: IHC met het Deep sea mining-project, Fokker in de topsector high tech systems en materials met de toepassing van composieten en de scheepsbouwsector met de projecten slimme en duurzame schepen. De wet werken naar vermogen In de Drechtraad is op 3 april 2012 een plan van aanpak voor de invoering van de Wet werken naar vermogen vastgesteld. Als belangrijk uitgangspunt is gekozen dat de Wet werken naar vermogen niet op zichzelf staat, maar onlosmakelijk is verbonden aan het arbeidsmarktbeleid. De Drechtraad hanteert als missie van de Wwnv in de Drechtsteden zoveel mogelijk mensen vanuit een uitkering een plaats te geven op de arbeidsmarkt en daarbij mensen in hun kracht te plaatsen: alle talenten benut.daarbij stelt de Drechtraad de volgende doelstellingen centraal: - De afhankelijkheid van een uitkering wordt tot het maximale teruggedrongen, tegen zo laag mogelijke kosten; - Het maximaal benutten en creëren van kansen op de arbeidsmarkt wordt als de belangrijkste taak beschouwd; - Voor mensen voor wie werken op de reguliere arbeidsmarkt geen optie is, wordt een sociaal vangnet georganiseerd; Het regionaal Programma Arbeidsmarkt, dat uitgevoerd wordt door Dordrecht bestaat uit drie programmalijnen: van school naar werk, van uitkering naar werk en van werk naar werk. In de focus op maritiem en de aansluiting bij de topsectoren van het Ministerie van EL&I is de verbinding met de Strategische economische agenda van de Drechtsteden gemaakt. Alle programmalijnen zijn ook voor de West-Alblasserwaard van belang en er vindt afstemming plaats over wie wat doet. Vanuit Papendrecht zit de projectleider onderwijs en arbeidsmarkt in de werkgroep Maritieme Campus (mede in verband met de relatie maritiem en luchtvaart). Bureau Onderwijs/arbeidsmarkt Gorinchem. Dit bureau is ondergebracht bij de regionale sociale dienst Alblasserwaard-Vijfheerenlanden en biedt een scala aan activiteiten voor bedrijven en onderwijs in die regio. Bij het tweejaarlijkse evenement in Gorinchem Game on participeren ook bedrijven uit de West- Alblasserwaard. Kennisinfrastructuur Mainport Rotterdam (KMR). Deze organisatie biedt ondersteuning als het gaat om onder andere het vormen van technetkringen, RDM campus en Duurzaamheidfabriek. Op deze locaties krijgen innovaties vorm waar het bedrijfsleven behoefte aan heeft. Jet-Net ( 10 jaar geleden door Philips, Shell en andere multinationals opgezet) en Platform Betatechniek, landelijke initiatieven, die gericht met bedrijven en scholen projecten ontwikkelen en uitvoeren voor HAVO, VWO en technasiumleerlingen. Conceptnota Onderwijs Focus op talentontwikkeling. In de nota worden vier programma s geformuleerd die met elkaar het onderwijsbeleid voor de periode vormen. Een van deze programma s is het programma Onderwijs en Arbeidsmarkt. Een belangrijk onderdeel van dit programma is de ontwikkeling van een plan van aanpak voor de continuering van het LOC concept. Het programma is in nauwe samenwerking met het onderwijsveld en het bedrijfsleven tot stand gekomen. In dit kader is bijvoorbeeld een aantal interactieve bijeenkomsten georganiseerd, waarin input is verzameld voor het programma. De definitieve kadernota onderwijs wordt op 28 juni 2012 ter vaststelling aan de gemeenteraad aangeboden. Een van de uitwerkingen van de kadernota is het Integraal huisvestingsplan. Voor de uitwerking voor het voortgezet onderwijs van het IHP worden de ontwikkelingen rondom het Masterplan beroepskolom meegenomen. 2.7 Relatie met Fokker en de LOC ontwikkeling Eind 2011 is een samenwerkingsovereenkomst vastgesteld door de gemeenteraad met Fokker over de vestiging van het hoofdkantoor en de bouw van een assemblagefabriek, waarin ook afspraken zijn opgenomen over Onderwijs en Arbeidsmarkt. Ook in het BidBook voor de JSF is het onderwerp Onderwijs en Arbeidsmarkt specifiek opgenomen. Fokker heeft de wens om samen met de gemeente Papendrecht en andere bedrijven een opleidings- en arbeidspool te vormen. Begin dit jaar heeft de gemeente Papendrecht een verzoek ontvangen van Fokker over de huisvesting van hun bedrijfsschool. Fokker heeft aan de gemeente Papendrecht het verzoek gedaan of binnen de gemeente 5

6 mogelijkheden beschikbaar zijn voor de huisvesting van de bedrijfsschool. De overwegingen van Fokker voor dit verzoek zijn de coördinatievoordelen die vestiging van de school in Papendrecht heeft en een versterking van de samenwerkingsrelatie die er is met de gemeente ook als het gaat om onderwijs en arbeidsmarkt. De gemeente heeft hierop het Willem de Zwijgercollege en Fokker met elkaar in contact gebracht om de mogelijkheden in het gebouw van het Willem de Zwijgercollege met elkaar te bekijken. Na deze bezichtiging heeft Fokker aangegeven een voorkeur te hebben voor een van de mogelijkheden, aangedragen door het Willem de Zwijgercollege. Het Willem de Zwijgercollege heeft meer ruimte beschikbaar in het gebouw dan noodzakelijk voor het geven van onderwijs. De ruimte dient aangepast te worden voor de bedrijfsschool.het Willem de Zwijgercollege heeft niet de middelen om die aanpassingen te verrichten. Het schoolbestuur is bereid de ruimte over te dragen naar de gemeente. Fokker wil de ruimte kant en klaar huren en niet zelf zorgen voor de noodzakelijke aanpassingen. De gemeente Papendrecht treedt op als verhuurder en heeft de mogelijkheid de gedane investeringen in de huur te verrekenen. De vestiging van de bedrijfsschool van Fokker is om de volgende redenen van belang voor Papendrecht: Fokker wil graag haar onderwijsfaciliteiten dichtbij de fabriek en heeft bovendien de wens om in de nabije toekomst de opleidingen uit te breiden met een opleiding composieten, een opleidingsrichting, die voor meerdere branches relevant is. Die uitbreidingsmogelijkheid is er ook. Het Willem de Zwijger College kampt met financiële problemen. Overdracht van de ruimte die de school niet nodig heeft zorgt dat het exploitatietekort voor de school lager wordt. Voorkomen leegstand van gebouwen past binnen het beleid om duurzaam om te gaan met de beschikbare huisvestingsmogelijkheden. In de ruimte die beschikbaar is bestaat tevens de mogelijkheid om een deel daarvan voor de coördinatie en activiteiten van het LOC te gebruiken. Na sluiting van de Ketelweg kunnen de activiteiten vanuit de nieuwe ruimte georganiseerd gaan worden. Vestiging van de bedrijfsschool is een eerste concrete stap in de samenwerking tussen Fokker en de gemeente Papendrecht op het terrein van onderwijs/arbeidsmarkt. 3. Uitgangspunten voor het nieuwe arrangement LOC Voorgaande stappen hebben een aantal bouwstenen opgeleverd voor de doorstart van het LOC. De precieze uitwerking van de contouren is nog niet helder, maar uit het voorgaande kunnen wel een aantal uitgangspunten worden bepaald. In het nieuwe arrangement is het van belang gebruik te maken van hetgeen er al is in plaats van weer nieuwe zaken op te starten. Slim verbindingen leggen met bestaande initiatieven, waarin een gezamenlijke coördinatie wel essentieel is. Zowel bedrijven als scholen zien vaak door de bomen het bos niet meer en er gaat veel energie verloren in het naast elkaar organiseren van zaken. Een ronde langs bedrijven heeft inzicht gegeven in de vele mogelijkheden aan faciliteiten (tot een bus voor presentaties toe van het bedrijf Control Techniques uit Sliedrecht, waarin allerlei besturingssystemen gedemonstreerd kunnen worden) die beschikbaar zijn en op dit moment nog onvoldoende benut. Een goede aansluiting tussen het profiel van het LOC en het lokale en regionale sociaal-economische profiel. Gezien de bedrijvigheid in deze regio is het belangrijk de focus te leggen op techniek, omdat daar de grootste tekorten gaan ontstaan op de arbeidsmarkt. Een goede aansluiting op het topsectorenbeleid van de rijksoverheid. In deze regio zijn grote bedrijven betrokken bij de topsectoren vanuit het ministerie van EL&I, zoals BosKalis, IHC Merwede met het Deep sea mining-project in het topteam Water en Fokker in het topteam High Tech Systems & Materials. Focus op de raakvlakken tussen luchtvaart en maritiem, gezien de toepassing van innovatieve materialen, biedt mogelijkheden voor verschillende bedrijven in deze regio en biedt perspectief aan hoger opgeleiden. Bovendien hebben dergelijke projecten een enorme uitstraling voor het imago van techniek. Een goede aansluiting op de bestaande bedrijfsscholen van Fokker, IHC, Bakker Sliedrecht, Pon Cat en Scheepswerf Slob. Een goede aansluiting op de regionale ambitie rond de Piek Maritiem. Binnen de techniek is een groot deel van de bedrijvigheid in de West-Alblasserwaard gericht op de maritieme industrie en er wordt gewerkt aan het vormgeven van een maritieme campus. Een brede vertegenwoordiging en leidende rol van het bedrijfsleven. Er wordt een bedrijvenkring opgezet die bestaat uit bedrijven uit de regio die werkzaam zijn in de sectoren maritiem en luchtvaarttechnologie. Deze bedrijvenkring richt zich op het bevorderen van de instroom van techniekleerlingen. Vanuit de evaluatie is gebleken dat er een willekeurige samenstelling is van deelnemende bedrijven in het LOC en dat de hal daardoor ook te weinig uitstraling heeft om bij aan te sluiten. Gekozen is om voor de nieuwe aanpak te starten met de grote bedrijven, gezien de uitstraling naar de doelgroepen om dat vervolgens te gaan verbreden naar het MKB. 6

7 Een aanbod voor alle onderwijsrichtingen en niveaus. Uit de evaluatie is gebleken, dat de functies van het LOC belangrijk zijn om te behouden. Om een voorbeeld te geven het zeer succesvolle po vo traject, waar jaarlijks ruim 700 leerlingen van de groepen 7 en 8 van de basisscholen aan deelnemen, draagt bij aan kennis over techniek. Het in een echte bedrijfsomgeving kennis maken met de echte bedrijfsomgeving en daar leer/werkervaring opdoen draagt bij tot een bewuste afweging welke richting een jongere kiest voor zijn vervolgopleiding of baanperspectief. Naast deze doelgroep is het ook belangrijk de doelgroep van havisten en vwo ers actief te gaan betrekken. De tekorten gelden voor de hele keten en gezien de ontwikkelingen dat de maakindustrie zich steeds meer gaat richten op het ontwikkelen van nieuwe toepassingen (als het eenvoudig gemaakt kan worden gaat het vaak naar lage lonenlanden) zal de vraag naar hoger opgeleide leerlingen alleen maar toenemen. Uit de gesprekken met betrokkenen wordt de behoefte uitgesproken te gaan starten met concrete projecten en te kiezen voor een groeimodel, waar gebruik gemaakt wordt van onder meer reeds bestaande initiatieven. Concrete acties starten en die ook duurzaam organiseren. Liever minder activiteiten, maar wel duurzaam, dan veel zaken op ad hoc basis organiseren. 4. Vervolgstappen Zoals eerder gemeld verwachten de scholen begin oktober duidelijkheid te hebben over de herschikking van de opleidingen in het kader van het Masterplan Beroepskolom vmbo-mbo. Dit kan consequenties hebben voor opleidingsrichtingen en locaties. Om de voorstellen vanuit het onderwijs mee te kunnen nemen in het plan zal een voorstel voor een doorstart van het LOC na de zomer worden opgesteld. Aan de hand van onderstaande uitgangspunten zal met de werkgroepen en het bestuur van het LOC gewerkt worden aan het opstellen van een businessplan volgens de uitgangspunten zoals bij de opdrachtformulering vastgesteld. Het doel is, dat voldoende gekwalificeerd personeel beschikbaar is en blijft met de focus op techniek. Functies Kennismaken met techniek voor verschillende doelgroepen (leerlingen in de volle breedte van het onderwijs, maar ook ouders en zij-instromers). Innovaties en samenwerking met opleidingen op het terrein van luchtvaart en maritiem bevorderen. Vormen van contractonderwijs, gezamenlijke opleidingstrajecten voor twee of meer bedrijven, stages, carrousels, leerwerkbedrijven, po/vo projecten, specifieke beroepsgerichte opleidingen, profielwerkstukken, vakantiewerk, etc. Doelgroepen in het nieuwe arrangement zijn leerlingen in de hele keten (van primair onderwijs tot universitair) en ook zij-instromers. Bestuur Verantwoordelijkheid van bedrijven en deelname/betrokkenheid overheid en scholen ook bestuurlijk. Financiën Aandeelhouderschap voor de gezamenlijke organisatie, coördinatie en ontwikkelings- en promotiekosten. Bedrijven en scholen leveren menskracht en middelen voor de projecten waarin ze participeren. Locatie Meerdere locaties waar de functies worden gerealiseerd, in bedrijfsscholen, scholen,(o.a. technisch paviljoens), leerwerkbedrijven, bedrijven. Organisatie Centrale plaats voor coördinatie en ontwikkeling en uitvoering van projecten en innovaties, die niet binnen de bestaande voorzieningen passen. Alle relevante stukken zijn voor u ter inzage gelegd. Burgemeester en wethouders van Papendrecht, de secretaris, de burgemeester, R.G. Beek C.J.M. de Bruin 7