Meedoen is belangrijker dan winnen? Vergelijking van spelgerichte en prestatiegerichte sport apps in de context van sportmotivatie.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Meedoen is belangrijker dan winnen? Vergelijking van spelgerichte en prestatiegerichte sport apps in de context van sportmotivatie."

Transcriptie

1 Meedoen is belangrijker dan winnen? Vergelijking van spelgerichte en prestatiegerichte sport apps in de context van sportmotivatie. Afstudeerscriptie persuasieve communicatie Bachelor Communicatiewetenschap Universiteit van Amsterdam Jim Kroezen Aantal woorden: 7806 Begeleiding: Lotte Salome

2 ABSTRACT Hoewel voldoende sporten goed is voor de gezondheid zijn er veel mensen die niet aan de normen voldoen. Ontwikkelingen op het gebied van mobiele apps hebben gezorgd voor meer potentiele mogelijkheden om sporten te stimuleren. Er zijn momenteel allerlei soorten apps die tijdens het sporten worden gebruikt, van prestatiegerichte pro apps tot spelgerichte fun apps. In dit onderzoek wordt de vraag gesteld wat de effecten zijn van pro en fun apps en sociale interactie in apps op de sportmotivatie bij gebruikers. In een online experiment is de sportmotivatie van proefpersonen gemeten, nadat deze zijn blootgesteld aan een hardloop app met vier variaties: Een fun app met en zonder sociale interactie en een pro app met en zonder sociale interactie. Er is beperkte steun gevonden voor de verwachting dat pro apps een positiever effect op extrinsieke motivatie hebben dan fun apps. Daarnaast werd tegen verwachting aangetroffen dat pro apps ook een positiever effect hebben op intrinsieke motivatie dan fun apps. Sociale interactie in sport apps lijkt geen effect te hebben op sportmotivatie. De resultaten komen slechts voor een beperkt deel overeen met eerdere kennis over sportmotivatie. In de discussie wordt ingegaan op de mogelijke verklaringen voor de afwijkende resultaten en er worden suggesties gedaan voor vervolgonderzoek om betere inzichten te verkrijgen in de werking van mobiele sport apps en sportmotivatie. Tot slot worden er praktische aanbevelingen gedaan voor de app-industrie en gezondheidspromotie. 2

3 Inhoudsopgave Abstract Introductie Theoretisch Kader Sport apps Sportmotivatie Spel versus prestatie Sociale interactie Geslacht Methode Steekproef Design Materiaal Metingen Afhankelijke variabelen Procedure Analyseplan Resultaten Manipulatiecheck Pro/fun apps en sociale interactie Pro/fun apps en sekse Discussie Theoretische implicaties en vervolgonderzoek Praktische implicaties Limitaties 27 Referenties Bijlage 1: stimulusmateriaal 31 Bijlage 2: vragenlijst

4 Introductie Voldoende beweging levert belangrijke gezondheidsvoordelen op voor mensen van iedere leeftijd. Zo is aangetoond dat voldoende bewegen of sporten gecorreleerd is aan lagere sterftecijfers en een verlaagde kans op hart- en vaatziekte, diabetes en darmkanker (US Department of Health, 2000). Naast dat voldoende sporten de kans op bepaalde chronische ziektes verkleint is aangetoond dat er een lineair verband bestaat tussen de mate van fysieke activiteit en de gezondheidsstatus. Meer fysieke activiteit leidt tot minder gezondheidsrisico s (Warburton, Nicol, & Bredin, 2006). Hoewel de voordelen van voldoende sporten bij veel mensen bekend zijn, bestaan er nog steeds groepen mensen die niet aan de normen voor voldoende beweging voldoen. Het is daarom belangrijk om te onderzoeken hoe mensen beter gestimuleerd kunnen worden om te sporten. De opkomst van nieuwe media, zoals social media websites en smartphone applicaties (apps) kan mogelijk gebruikt worden voor het stimuleren van mensen om te gaan sporten. Er zijn recentelijk smartphone apps verschenen die sporten op een interactieve manier integreren met technologie en social media. Apps als Nike+ en RunKeeper gebruiken GPS-technologie om hardloopresultaten vast te leggen en online te vergelijken met andere lopers (Kranz et al., 2013; Lowe, & ÓLaighin, 2012). Deze combinatie tussen sporten, moderne technologie en social media biedt mogelijk potentie voor het stimuleren van sportief gedrag. Duidelijk is dat deze sport apps steeds populairder worden: Apps als Runkeeper (14 miljoen), Nike+ (11 miljoen) en Runtastic (25 miljoen) rapporteerden vorig jaar gebruikersaantallen van tientallen miljoenen wereldwijd (Voets, 2013). Naast apps die zich richten op het verbeteren van resultaten (pro apps) zijn er apps die een nieuwe dimensie geven aan sporten door sportactiviteiten te integreren met interactieve spelelementen (fun apps). Een voorbeeld van deze laatste vorm is de app Zombies, Run!, waarbij er tijdens het hardlopen een virtuele zombiehorde ontweken moet worden (Van der Zwaag, 2012). Doordat sport apps steeds gevarieerder en populairder worden is het relevant om onderzoek te doen naar de mogelijkheden van deze apps in het stimuleren van sporten. Fun apps bieden een aantal unieke mogelijkheden ten opzichte van pro apps door de combinatie van virtuele spellen met fysieke activiteit. Empirische studies hebben aangetoond dat door fysieke activiteit te integreren met spelelementen en virtuele omgevingen het plezier om te sporten vergroot kan worden (Höysniemi, 2006; IJsselsteijn, De Kort, Westerink, De Jager, & Bonants, 2004; Mulas, Pilloni, & Carta, 2012). Daarnaast is aangetoond dat deelnemers aan sporten met een spelvorm (voetbal, basketbal etc.) meer gemotiveerd worden door het plezier 4

5 om te sporten dan deelnemers aan fysieke activiteiten zonder spelvorm (hardlopen, fitness etc.). Bij dergelijke fitnessactiviteiten spelen zaken als uiterlijk en gewicht een grotere rol in de motivatie (Kilpatrick, Hebert, & Bartholomew, 2005). Mogelijk is dit ook het geval bij smartphone apps en zijn er verschillen waar te nemen in de werking van pro apps en fun apps tijdens het sporten. Een ander belangrijk element van sport apps is de mogelijkheid tot online sociale interactie met anderen. Hardloop apps als Nike+ maken het mogelijk om resultaten met elkaar te delen en te vergelijken. Ook zijn deze apps geïntegreerd met social media websites als Facebook en Twitter ( Nike+ Running App, nd). Sociale doelen kunnen volgens Allen (2003) een belangrijke motivatie zijn om te gaan sporten. Ook is onderzocht dat mensen gemotiveerd kunnen worden om te gaan sporten door zaken als sociale druk en sociale erkenning (Consolvo, Everitt, Smith, & Landay, 2006). De mogelijkheden van sport apps op het gebied van resultatenmonitoring, virtuele spelelementen en online sociale interactie maken het interessant om onderzoek te doen naar de effecten van deze functies op sportmotivatie. Er zijn uitgebreide theorieën over sportmotivatie beschikbaar: self-determination theory en cognitive evalaluation theory (Deci & Ryan, 1985). Deze theorieën geven inzicht in de reden waarom mensen gaan sporten en kunnen helpen bij het optimaliseren van gezondheidspromotie. Er ontbreken echter nog empirische studies die onderzoeken of bestaande kennis over sportmotivatie op het gebied van spel versus fitness en sociale motivaties voor sporten ook van toepassing is op het gebruik van smartphone apps tijdens het sporten. Onderzoek over sport apps dat nu voorhanden is richt zich vooral op het beschrijven van de functies en eventuele mogelijkheden van deze apps (Kranz et al., 2013; Lowe & ÓLaighin, 2012; Mulas, 2012). Er ontbreekt experimenteel onderzoek naar de daadwerkelijke effecten van sport apps in de context van sportmotivatie. In deze studie wordt daarom de vraag gesteld: Wat zijn de effecten van sportieve pro en fun apps en sociale interactie in sport apps op de motivatie om te gaan sporten? Omdat er in eerdere literatuur naar sportmotivatie sterke aanwijzingen zijn voor sekseverschillen zal er ook gekeken worden hoe het geslacht van invloed is op de mogelijke effecten van pro en fun apps en sociale interactie op sportmotivatie (Eccles & Harold, 1991; Fortier, Vallerand, Briere, & Provencher, 1995; Killpatrick et al., 2005). Theoretisch kader 5

6 Sport apps Het gebruik van smartphones groeit en neemt een steeds grotere rol in het dagelijks leven in. In 2013 waren er 1,82 miljard smartphones en 1,5 miljoen mobiele apps beschikbaar. Een gemiddelde gebruiker heeft 41 apps en gebruikt iedere 6,5 minuten minimaal één app (Shevchik, 2013). Smartphone apps zijn softwareapplicaties die speciaal ontwikkeld zijn voor smartphone apparaten. De laatste jaren zijn er apps in alle soorten en maten ontwikkeld, waaronder apps voor tijdens het sporten. Zo zijn hardloop apps bijvoorbeeld populair: Nike+, Runkeeper en Runtastic worden op het moment door miljoenen mensen gebruikt (Voets, 2013). De belangrijkste functie van deze apps is de mogelijkheid om hardloopsessies te ondersteunen door middel van statistieken, zoals afgelegde afstanden en tijden. Deze resultaten worden bijgehouden en kunnen later opnieuw worden geraadpleegd. Hierdoor stellen deze apps de gebruiker in staat om zichzelf uit te dagen en zijn of haar prestaties te verbeteren. Naast individueel kunnen deze apps ook samen met anderen gebruikt worden. Deze online sociale interactie maakt het mogelijk om resultaten van jezelf met anderen te delen. Hardlopers kunnen elkaar aanmoedigen en berichten naar elkaar sturen. Ook zijn deze apps geïntegreerd met social media als Facebook en Twitter ( Nike+ Running App, nd). In het kader van dit onderzoek zullen sport apps, die net als de hier genoemde voorbeelden voornamelijk bedoeld zijn ter ondersteuning en verbetering van trainingssessies en sportprestaties, geformuleerd worden als pro apps. Er zijn ook apps die zich minder richten op het behalen van prestaties en meer op het plezierelement in sport. Deze apps combineren sporten met spelelementen en virtuele omgevingen. Een voorbeeld is de app Zombies, Run!. Hierin rent de gebruiker door een virtuele wereld die gebaseerd is op auditieve feedback. De bedoeling is om te overleven in een virtuele apocalyptische wereld door zombies te ontwijken, missies te behalen en objecten te verzamelen (Van der Zwaag, 2012). Apps waarbij fysieke activiteit wordt gecombineerd met virtuele spellen worden in dit onderzoek geformuleerd als fun apps. Onderzoek naar fitnessactiviteiten laat zien dat wanneer activiteiten als hardlopen of home fitness worden gecombineerd met spelvormen, dit effect kan hebben op de sportmotivatie (Höysniemi, 2006; IJsselsteijn et al., 2004; Mulas et al., 2012). In deze empirische studies zijn participanten verdeeld over condities met of zonder spelvorm. Participanten uit de spelcondities scoorden hoger op motivaties die gerelateerd zijn aan het plezier om te sporten. IJsselsteijn et al. (2004) vonden dat virtuele omgevingen waarbij de gebruiker een groter gevoel van presence (het 6

7 gevoel ergens daadwerkelijk te zijn) heeft een positief effect hebben op plezier en competentie tijdens het sporten. Plezier en competentie vormen in eerder onderzoek twee belangrijke componenten van intrinsieke sportmotivatie (Ryan, Frederick, Lepes, Rubio, & Sheldon, 1997). De hierboven beschreven empirische studies suggereren dat een combinatie van (virtuele) spelvormen met sport mogelijk een positief effect heeft op de sportmotivatie. Sportmotivatie Een belangrijke theorie binnen sportmotivatie is de self determination theory [SDT] (Deci & Ryan, 1985). Motivatie wordt door Deci en Ryan (1985) gedefinieerd als de onderliggende waarom van gedrag. In SDT worden verschillende soorten sportmotivatie geordend in intrinsieke en extrinsieke motivatie. Intrinsieke motivatie komt vanuit het individu zelf en wordt voortgedreven door het plezier of de interesse in de taak. Extrinsieke motivatie komt van buiten het individu en wordt gedreven door externe factoren. De motivatie wordt hier niet gedreven door de taak zelf maar door de gevolgen van het doen van de taak, bijvoorbeeld in de vorm van beloningen (Deci & Ryan, 1985). Motivatie is geordend in een continuüm op basis van de mate van zelfbeschikking. Bij intrinsieke motivatie is een hogere mate van zelfbeschikking aanwezig. De motivatie om te gaan sporten komt vanuit de persoon zelf, bijvoorbeeld omdat iemand het leuk vind om te sporten. Bij extrinsieke motivatie is de mate van zelfbeschikking lager. In dat geval zijn er factoren van buitenaf die van invloed zijn op de motivatie. Hierbij kan gedacht worden aan iemand die sport omdat hij/zij er goed uit wilt zien. De motivatie wordt nu niet gedreven doordat diegene het leuk vind om te sporten (hoge zelfbeschikking), maar door een externe beloning, zoals er goed uitzien (lage zelfbeschikking) (Pelletier, Fortier, Vallerand, Tuson, Briere, & Blais, 1995). De aanwezigheid van intrinsieke motivatie wordt verklaard door de cognitive evaluation theory [CET] (Deci & Ryan, 1980). Iemand is meer intrinsiek gemotiveerd wanneer er sprake is van een hoge mate van zelfbeschikking. Daarnaast stelt CET dat de perceptie van eigen competentie leidt tot een verhoogde mate van intrinsieke motivatie. Wanneer iemand het idee heeft dat hij/zij goed is in een sport, zal dat positief zijn voor de mate van intrinsieke motivatie (Deci & Ryan, 1980). Het effect van waargenomen competentie op intrinsieke motivatie is door Vallerand en Reid (1984) op experimentele wijze getoetst en ook zij vonden sterke bewijzen voor CET. Intrinsiek gemotiveerd gedrag is gedrag dat gemotiveerd wordt door de voldoening 7

8 van het uitvoeren van de handeling zelf. Uit bestaande literatuur blijkt dat de meeste theoretici het er over eens zijn dat de belangrijkste voldoening uit intrinsiek gemotiveerd gedrag afkomstig is van het gevoel van competentie of plezier (Deci & Ryan, 1980; Deci & Ryan, 1985; Pelletier et al., 1995; Ryan et al., 1997). Competentie is het verlangen om uitdagingen aan te gaan en vaardigheden te verbeteren. Plezier is het verlangen om plezier te hebben of gestimuleerd te worden (Ryan et al., 1997). Extrinsiek gemotiveerd gedrag is gedrag dat gemotiveerd wordt door externe beloning en dus niet door de handeling zelf. Uit sportonderzoek blijkt dat lichaams-gerelateerde motieven voornamelijk extrinsiek van aard zijn. Hieronder valt fitness: het verlangen om fit, sterk en energiek te zijn. Daarnaast zijn er uiterlijke motieven: namelijk het verliezen van gewicht of het verbeteren van het uiterlijk (Ryan et al., 1997). In de literatuur wordt ook het sociale aspect van sportmotivatie benoemd (Allen, 2003; Consolvo et al., 2006). Sociale interactie is een belangrijke functie van sport apps en wordt in de volgende paragrafen gedetailleerder besproken. Plezier, competentie, fitness, uiterlijk en sociale interactie vormen in dit onderzoek de vijf componenten waaruit sportmotivatie is opgebouwd. Spel versus prestatie Intrinsieke motivatie is meer gerelateerd aan lange termijn aanhankelijkheid dan extrinsieke motivatie (Deci & Ryan, 1985; Ryan et al, 1997). Dit betekent dat mensen die gemotiveerd worden door intrinsieke motieven zoals plezier en competentie meer geneigd zijn om langer door te gaan met het beoefenen van een sport dan mensen die gemotiveerd worden door extrinsieke (lichamelijke) motieven (Deci & Ryan, 1985; Ryan et al, 1997). Ryan et al. (1997) vergeleken proefpersonen in de activiteiten taekwondo en aerobics. Uit het onderzoek bleek dat taekwondo participanten hoger scoorden in plezier en competentie (intrinsiek), terwijl aerobic participanten hoger scoorden in lichaams-gerelateerde motieven (extrinsiek). Killpatrick et al. (2005) en Frederick en Ryan (1993) vonden vergelijkbare resultaten in onderzoeken waarbij fitnessactiviteiten werden vergeleken met sportparticipatie (fysieke activiteit waarbij er sprake is van een spelvorm met (in)formele regels). Respondenten gaven aan dat fitnessactiviteiten meer gerelateerd zijn aan extrinsieke motivatie en sportparticipatie wordt meer gerelateerd aan intrinsieke motivatie (Frederick & Ryan, 1993; Killpatrick et al., 2005). Wanneer deze resultaten in het licht worden gezet van SDT kunnen we beargumenteren dat sportparticipatie meer gemotiveerd wordt door plezier en competentie en daarnaast ook meer gerelateerd is aan lange termijn aanhankelijkheid. Fitnessactiviteiten zijn meer extrinsiek gemotiveerd en zijn minder gerelateerd aan lange termijn aanhankelijkheid 8

9 (Deci & Ryan, 1985; Frederick, & Ryan, 1993; Killpatrick et al., 2005; Ryan et al., 1997). Deze processen werken mogelijk op dezelfde manier wanneer er gesport wordt met behulp van smartphone apps. In dat geval zouden gebruikers van hardloop apps meer extrinsiek gemotiveerd zij. Eerder onderzoek heeft echter aangetoond dat door fitnessactiviteiten uit te breiden met spelvormen en virtuele omgevingen dit een positief effect heeft op intrinsieke motivaties als plezier en competentie (Höysniemi, 2006; IJsselsteijn et al., 2004; Mulas et al., 2012). Door hardlopen te combineren met een fun app zou hetzelfde bereikt kunnen worden. In dat geval zal het gebruik van een fun app tijdens het hardlopen er toe leiden dat er in grotere mate sprake is van een spelvorm tijdens het sporten. Hardlopen wordt op deze wijze meer een sportactiviteit dan een fitnessactiviteit. Wanneer dit ook gecombineerd wordt met virtuele omgevingen kan dit een positief effect hebben op intrinsieke motieven: plezier en competentie. Pro apps hebben voornamelijk de functie van het bijhouden van resultaten en statistieken. Deze apps zijn gericht op het verbeteren van prestaties. Dit kunnen zowel fitnessresultaten als uiterlijk gerelateerde resultaten zijn. In beide gevallen zal er op basis van eerdere literatuur sprake zijn van extrinsieke motivatie bij het gebruik van pro apps. Omdat pro apps het makkelijker maken om de eigen voortgang bij te houden en het doel hebben om het resultaat te stimuleren wordt verwacht dat pro apps positiever zullen werken op extrinsieke sportmotivaties dan fun apps. Daarnaast is sociale interactie een belangrijke functie van sport apps. Verwacht wordt dat sociale interactie gerelateerd is aan extrinsieke motivatie. De sociale motieven om te sporten zijn namelijk in veel gevallen extrinsiek. Iemand sport bijvoorbeeld omdat hij erkenning wil krijgen van anderen. Sociale interactie als component van sportmotivatie zal hier ingedeeld worden bij extrinsieke motivatie (Ryan et al., 1997). Op basis van de hierboven beschreven paragraaf, worden de volgende twee hypotheses geformuleerd: H1: Pro app hebben een positiever effect op extrinsieke sportmotivaties (uiterlijk, fitness & sociaal) dan fun apps. H2: Fun apps hebben een positiever effect op intrinsieke sportmotivaties (plezier & competentie) dan pro apps. Sociale interactie Allen (2003) heeft een sociale kijk op sportmotivatie. Uit haar studie blijkt dat participanten sociale doelen hebben om te sporten. Onder deze doelen vallen het ontwikkelen van sociale 9

10 relaties en het samen beleven van plezier. Daarnaast onderschreven de participanten dat sociale erkenning en sociale status een rol speelt in de motivatie om te sporten (Allen, 2003). Volgens Allen (2003) zijn deze sociale motivaties ook gerelateerd aan het plezier dat mensen ondervinden tijdens sporten. Een beperking van dit onderzoek zit in het feit dat de participanten alleen uit vrouwen bestonden. Er zal dus kritisch gekeken moeten worden of deze processen ook voor mannen gelden. In verdere paragrafen wordt dieper ingegaan op mogelijke sekseverschillen bij sportmotivatie. Sociale motivatie in combinatie met bewegen is eerder empirisch onderzocht. Consolvo, Everitt, Smith en Landay (2006) vonden dat proefpersonen in een sociale conditie vaker hun doelen voor fysieke activiteit behaalden dan proefpersonen in een persoonlijke conditie, zonder interactie met anderen. Dit ging aan de hand van een experiment met een stappenteller op een mobiele telefoon waarin de resultaten werden bijgehouden. Deelnemers kregen van te voren doelen opgelegd voor een bepaald aantal stappen per dag. In de sociale conditie was het voor deelnemers mogelijk om met anderen deelnemers in contact te komen en elkaars resultaten te bekijken. Het positieve effect van deze interactie op het aantal stappen wordt door Consolvo et al. (2006) toegeschreven aan de aspecten sociale druk, sociale erkenning en communicatie. Foster, Linehan, Kirman, Lawson en James (2010) vonden vergelijkbare resultaten in een ander experiment met een stappenteller. Ditmaal werd de sociale conditie geïntegreerd met Facebook. Het totaal aantal stappen van personen in de sociale conditie lag significant hoger dan personen in de niet-sociale conditie (Foster et al., 2010). De resultaten werden toegeschreven aan de wijze waarop deelnemers in de sociale conditie elkaars resultaten konden vergelijken en tevens de mogelijkheid hadden om elkaar commentaar te geven. Ook hier lijkt er sprake te zijn van de aspecten die Consolvo et al., (2006) eerder vonden: sociale erkenning, sociale druk en communicatie. Een belangrijk onderdeel van sport apps is de sociale interactie met anderen. Vaak is dit een combinatie van functies binnen de app en de integratie met social media als Facebook. Bij sport apps is het mogelijk om resultaten van online vrienden te bekijken en er kan met elkaar gecommuniceerd worden, bijvoorbeeld door middel van reacties op elkaars resultaten ( Nike+ Running App, nd). Aangezien sociale aspecten belangrijk zijn voor de motivatie om te sporten (Allen, 2003) en sociaal geïntegreerde smartphone apps op een zeer vergelijkbare manier werken als de stappentellers in eerder empirisch onderzoek wordt er verwacht dat sociaal interactieve elementen in sport apps een positief effect hebben op de sportmotivatie. In het kader van SDT kan gesteld worden dat sociale aspecten van motivatie (sociale druk en 10

11 sociale erkenning) onder extrinsieke motivatie vallen. Er is immers sprake van beloningen van buitenaf en niet afkomstig van de handeling zelf (Deci & Ryan, 1985). Daarom wordt verondersteld dat het positieve effect van sociale elementen op sportmotivatie alleen geldt voor extrinsieke motivatie (uiterlijk, fitness en sociaal). Het effect op de sociale component ligt het meest voor de hand, maar verwacht wordt dat aspecten als sociale druk ook van invloed kunnen zijn op de uiterlijk en fitness componenten. Op basis hiervan is de volgende hypothese opgesteld: H3: Sociaal interactieve elementen in sport apps hebben een positiever effect op extrinsieke sportmotivaties (uiterlijk, fitness & sociaal) dan apps zonder sociale elementen. Wanneer pro apps, fun apps en sociale interactie met elkaar in interactie komen kan dit mogelijk van invloed zijn op de effecten op sportmotivatie. Verwacht wordt dat het wel of niet aanwezig zijn van sociale elementen in pro en fun apps van invloed is op de effecten van deze apps op sportmotivatie. In het kader van SDT is vastgesteld dat sociale motivatie extrinsiek is en er dus sprake is van een lagere mate van zelfbeschikking. Uitgegaan van dit continuüm kan verwacht worden dat wanneer er elementen worden toegevoegd aan pro apps, die de zelfbeschikking nog verder verlagen, er sprake is van een versterkt positief effect op extrinsieke motivatie. Het positievere effect van pro apps ten opzichte van fun apps op extrinsieke motivatie (uiterlijk, fitness en sociaal) wordt dus mogelijk versterkt door de aanwezigheid van sociale elementen. Bij fun apps wordt een omgekeerd effect verwacht. Door elementen toe te voegen aan fun apps, die de zelfbeschikking verlagen, zou het effect op intrinsieke motivatie verzwakt moeten worden. Er is dan immers sprake van een lagere mate van zelfbeschikking. Er wordt dus verwacht dat sociale elementen het positievere effect van fun apps ten opzichte van pro apps op intrinsieke motivatie (plezier en competentie) afzwakken. Op basis hiervan volgen de volgende twee hypotheses: H4: Het positievere effect van pro apps ten opzichte van fun apps op extrinsieke sportmotivaties (uiterlijk, fitness & sociaal) is groter wanneer er sprake is van sociale interactie in de sport app, dan wanneer er geen sprake is van sociale interactie. H5: Het positievere effect van fun apps ten opzichte van pro apps op intrinsieke sportmotivaties (plezier & competentie) is kleiner wanneer er sprake is van sociale interactie in de sport app, dan wanneer er geen sprake is van sociale interactie. 11

12 Geslacht Sekseverschillen op het gebied van sportmotivatie zijn in eerdere studies onder de aandacht geweest. In de studie van Killpatrick et al. (2005) troffen de onderzoekers verschillen in motivatie aan tussen mannen en vrouwen. Zo scoorden mannen hoger op de motivatievariabelen competitie en plezier, vrouwen scoorden hoger op gewichtsmanagement. Eccles en Harrold (1991) vonden dat vrouwen over het algemeen negatiever zijn in hun perceptie van hun eigen competentie om te sporten. Mannen hebben meer vertrouwen in hun eigen sportvaardigheden. Dit verschil begint volgens hen al op jonge leeftijd (Eccles & Harrold, 1991). Het verschil in vertrouwen in eigen kunnen, zou een verklaring kunnen zijn voor het verschil in waarde dat mannen en vrouwen hechten aan competentie tijdens sporten. In een andere studie over sekseverschillen vonden de onderzoekers tegenstrijdige resultaten. De onderzoekers vonden dat vrouwen een hogere mate van zelfbeschikking ondervinden in hun sportmotivatie: meer intrinsiek gemotiveerd (Fortier et al., 1995). De data in deze studie was echter afkomstig van (professionele) atleten en het is goed mogelijk dat deze processen op een andere manier werken bij recreationele sporters. Amarose en Horn (2000) vonden bijvoorbeeld dat sporters die een sportbeurs hadden lager scoorden op intrinsieke motivatie. Het feit dat iemand sport op hoog niveau en mogelijk daar zijn of haar beroep van kan maken is per definitie meer gerelateerd aan extrinsieke motivatie. Naast verschillen tussen mannen en vrouwen op competitie en gewichtscontrole vonden Killpatrick et al. (2005) ook verschillen in de manier waarop mannen en vrouwen onderscheid maken tussen sport en fitness. Vrouwen zien gewicht als een belangrijker motief voor fitness dan mannen. Ook relateren vrouwen fitness meer aan een goede gezondheid dan sportparticipatie, terwijl dit bij mannen ongeveer gelijk is (Killpatrick et. al., 2005). Vrouwen worden meer gemotiveerd door lichaams-gerelateerde motieven (meer extrinsiek) en mannen worden meer gemotiveerd door plezier en competentie (meer intrinsiek). Ook is er voor vrouwen minder verschil tussen sportparticipatie en fitness dan bij mannen. Wanneer dit vertaald wordt naar een situatie met sport apps wordt verwacht dat het positieve effect van pro apps op uiterlijk, fitness en sociaal hoger is bij vrouwen dan bij mannen. Vrouwen worden immers meer gemotiveerd door deze motieven dan mannen. Bij fun apps wordt verwacht dat het positieve effect op plezier en competentie juist lager zal zijn bij vrouwen dan bij mannen. Vrouwen worden namelijk minder gemotiveerd door plezier en competentie. Daarnaast is er voor vrouwen minder verschil tussen sportactiviteiten met (in)formele regels en 12

13 spelelementen en fitnessactiviteiten (zonder regels of spelelement) dan bij mannen. Hieruit worden de laatste twee hypotheses opgesteld: H6: Het positievere effect van pro apps ten opzichte van fun apps op extrinsieke sportmotivaties (uiterlijk, fitness & sociaal) is hoger bij vrouwen dan bij mannen. H7: Het positievere effect van fun apps ten opzichte van pro apps op intrinsieke sportmotivaties (plezier & competentie) is kleiner bij vrouwen dan bij mannen. De behandelde concepten en verwachte relaties zijn schematisch weergegeven in figuur 1. Soort sport app (pro/ fun) Sociale interactie (wel/niet) Geslacht Sportmotivatie - Intrinsiek - Plezier - Competentie - Extrinsiek - Uiterlijk - Fitness - Sociaal Figuur 1. Conceptueel model met de besproken variabelen in de blokken en de richting van de verwachte relaties aangegeven met pijlen. Methode Steekproef Dataverzameling vond plaats door middel van een online experiment dat via websites en e- mail is verspreid. Behalve dat deelnemers boven de achttien jaar moesten zijn waren er geen verdere eisen gesteld aan de doelgroep. Er is gekozen voor een convenience sample methode 13

14 waarin proefpersonen via verschillende online kanalen zijn benaderd. Onder andere via Facebook, en diverse internetfora. In totaal hebben 348 personen meegedaan aan het online onderzoek. Daarvan hebben 244 personen de vragenlijst volledig ingevuld (30% missing). Van het totaal aantal proefpersonen is 52,5 % vrouw en de gemiddelde leeftijd is 31,22 jaar (SD= 13,69). Binnen de steekproef heeft 36,0% van de proefpersonen een HBO opleiding voltooid, 36,5% van de proefpersonen een WO opleiding en 26,6% van de proefpersonen een MBO opleiding of lager. Daarnaast heeft 57,5% van de proefpersonen aangegeven dat hij/zij minimaal één keer per week hardloopt. Design Om de causale effecten van pro en fun apps en sociale interactie in sport apps op de sportmotivatie te onderzoeken is een 2 (pro app/ fun app) x2 (sociale interactie/ geen sociale interactie) factorieel-tussengroepen design ontworpen. Participanten zijn random verdeeld over één van de vier condities. In elke conditie zijn de vijf componenten van de afhankelijke variabele sportmotivatie (plezier, competentie, uiterlijk, sociaal, fitness) gemeten. Geslacht is niet opgenomen in het design, maar is achteraf geanalyseerd als extra quasi-experimentele variabele. Materiaal Er is in de vier condities gemanipuleerd op enerzijds de soort app (pro en fun) en anderzijds de aanwezigheid van sociaal-interactieve functies. Participanten zijn random verdeeld over de vier mogelijke condities en kregen op basis daarvan beeldmateriaal van een fictieve app te zien. Dit beeldmateriaal bestond uit een video waarin te zien was hoe de app door een vrouw werd gebruikt tijdens het hardlopen. In beeld verschenen teksten die uitleg gaven over de functies van de app en de daadwerkelijke geluidseffecten van de app waren te horen. Het videomateriaal is ondersteund met afbeeldingen waarin screenshots met de belangrijkste functies uit beide apps te zien waren samen met uitlegteksten die de afbeeldingen beschreven. In de pro condities was het beeldmateriaal afkomstig van een prestatiegerichte app en in de fun condities werd er gebruik gemaakt van een spel app waarin de speler virtuele zombies moet ontwijken. De video s en afbeeldingen bestonden uit bewerkte versies van promomateriaal van bestaande apps. Participanten kregen te horen dat het om een fictieve, 14

15 voor dit onderzoek ontwikkelde app ging: Running App!. Het beeldmateriaal is zo bewerkt dat de bestaande logo s van de apps zijn weggewerkt. Binnen de twee verschillende apps is er ook gemanipuleerd op sociale interactie. Voor elk van de twee apps is een sociale versie en een niet-sociale versie gemaakt. In de sociale condities werden in de video en afbeeldingen expliciete details getoond van de sociale functies binnen de app (zoals mogelijkheid tot delen, reageren en integratie met social media) en van gebruikers die berichten delen met en ontvangen van anderen. Al het beeldmateriaal is via de online vragenlijst aan de participanten getoond (zie bijlage 1 voor verdere details over het stimulusmateriaal). Voordat het daadwerkelijke onderzoek heeft plaatsgevonden is het materiaal getest onder een select aantal proefpersonen. In deze pre-test is de werking van de manipulatie getest. De deelnemers aan de pre-test (n=22) gaven aan dat de condities voldoende verschillen op spel (M= 4,27, SD= 0,91, n= 11) versus prestatie (M= 5,82, SD= 0,75, n= 11), t (19,34) = ; p < 0,001, 95% CI [-2,29, -0,81] en sociaal (M= 5,08, SD= 1,56, n= 12) versus nietsociaal (M= 3,50, SD= 1,08, n= 10), t (19,42) = -2,80; p= 0,011, 95% CI [-2,77, - 0,40]. Beide variabelen zijn gemeten op een zevenpunts-schaal. Metingen De vijf componenten van sportmotivatie, plezier, uiterlijk, fitness, sociaal en competentie, zijn gemeten door gebruik te maken van de in het verleden betrouwbaar gebleken motivation for physical activities measure-revised (MPAM-R) schaal. Cronbach s alpha waardes van de vijf sub-schalen varieerden in het originele onderzoek tussen 0,78 en 0,92 (Ryan et. al., 1997). Proefpersonen werden gevraagd zich op basis van de stimulus zo goed mogelijk in te leven in de situatie. Vervolgens werden zij gevraagd op basis daarvan de stellingen te beantwoorden van de componenten: plezier, uiterlijk, fitness, sociaal en competentie. Enkele voorbeeldvragen uit de MPAM-R schaal zijn: Wanneer ik zou hardlopen met Running App! maakt mij dat gelukkig, Ik zou hardlopen met Running App! om mijn conditie te verbeteren en Ik zou hardlopen met Running App! om iets te doen samen met anderen. Alle stellingen van de MPAM-R schaal zijn gemeten met zevenpunts-likertschalen. Daarnaast bestond de vragenlijst uit de controlevragen: Hoe vaak sport u, Hoe vaak loopt u hard, Hoe vaak gebruikt u een smartphone app tijdens het sporten (gemeten met een vijfpunts-schaal: nooit, zelden, soms, regelmatig, vaak). Om vast te stellen dat de pro/fun en sociale/niet-sociale condities ook daadwerkelijk zo werden ervaren door de participanten is in de vragenlijst een manipulatiecheck opgenomen. Proefpersonen werden na het zien van de stimulus gevraagd om via een zevenpunts-semantische schaal aan te geven in hoeverre zij de 15

16 fictieve app spelgericht of prestatiegericht vonden. Sociale interactie werd gemeten met een zevenpunts-likert stelling: In hoeverre denkt u dat deze sport app geschikt is om naast het hardlopen ook online in contact te komen met anderen?. Tot slot is er gevraagd naar de demografische gegevens geslacht, leeftijd en opleidingsniveau (het hoogste of het huidige opleidingsniveau). De volledige vragenlijst is opgenomen in bijlage 2. Afhankelijke variabelen Na een factoranalyse zijn de 30 items van de MPAM-R schaal gereduceerd tot 5 componenten met Eigenwaardes hoger dan 1. De factoren komen inhoudelijk overheen met de theoretische componenten van sportmotivatie (plezier, uiterlijk, sociaal, fitness en competentie). Op basis van deze factoranalyse zijn de volgende variabelen gevormd: Motivatie plezier (M= 4,27, SD= 1,60, = 0,96), motivatie uiterlijk (M= 3,30, SD= 1,48, = 0,89), motivatie sociaal (M= 2,42, SD= 1,24, = 0,87), motivatie fitness (M= 5,22, SD= 1,79, = 0,98), motivatie competentie (M= 4,51, SD= 1,64, = 0,95) (de motivatievariabelen zullen verderop in de tekst worden aangeduid zonder het voorvoegsel motivatie). De variabelen zijn ieder opgebouwd uit schalen van vijf tot zeven items en zoals verwacht zijn de schalen voldoende betrouwbaar voor verdere analyses (zie Cronbach s alpha waardes). De variabelen vormen elk een component van sportmotivatie (waarom iemand sport) en de waardes van elke variabele geven aan hoe belangrijk dit component is in de reden om te gaan hardlopen met de getoonde app. Een score van 1 betekent dat het component geheel niet belangrijk is voor de motivatie en een score van 7 betekent dat het component zeer belangrijk is voor de motivatie. Procedure Het onderzoek vond online plaats via het softwareprogramma Qualtrics. Participanten konden meedoen door op de toegestuurde link te klikken. De vragenlijst kon tussen 8 april en 23 april 2014 op elk uur van de dag online worden ingevuld. Na een uitleg over het onderzoek, de fictieve app en de informed consent begon de vragenlijst. Het eerste deel bestond uit de controlevragen over de hoeveelheid sporten en het gebruik van sport apps. Vervolgens werd het stimulusmateriaal getoond. Na de stimulus kregen participanten de MPAM-R schaal en daarna de vragen met betrekking tot de manipulatiecheck. Als laatste vulden participanten de demografische controlegegevens in. Aan het eind van de vragenlijst werden participanten bedankt en kregen zij de mogelijkheid tot het stellen van vragen en/of het geven van opmerkingen. 16

17 Analyseplan Statistische analyses zijn uitgevoerd met SPSS Statistics. Na componenten- en betrouwbaarheidsanalyse zijn de effecten van pro/fun apps, sociale interactie en geslacht op de afhankelijke variabelen plezier, uiterlijk, fitness, sociaal en competentie geanalyseerd door middel van een multi-way analysis of variance (MANOVA). Resultaten Manipulatiecheck Uit een t-toets tussen onafhankelijke groepen blijkt dat er een significant verschil is tussen proefpersonen uit de pro app condities (n= 131, M= 5,26, SD= 1,28) en proefpersonen uit de fun app condities (n= 115, M= 3,51, SD= 1,62) in de mate waarin zij de getoonde app als enerzijds spelgericht of anderzijds prestatiegericht hebben beoordeeld, op een schaal van 1 tot 7, t (215,97) = 9,28; p < 0,01, CI 95% [1,38, 2,12]. Uit een tweede t-toets tussen onafhankelijke groepen blijkt dat proefpersonen uit de sociale condities (n= 124, M= 5,42, SD= 1,42) en proefpersonen uit de niet-sociale condities (n=121, M= 4,34, SD= 1,56) significant verschillen in de mate waarin zij de getoonde app geschikt vonden voor sociale interactie, op een schaal van 1 tot 7, t (243) = 5,68; p < 0,01, CI 95% [0,71, 1,46]. Hieruit blijkt dat proefpersonen in de fun app condities de getoonde app daadwerkelijk meer spelgericht vonden dan proefpersonen in de pro app condities en dat proefpersonen in de sociale condities de getoonde app daadwerkelijk geschikter vonden voor sociale interactie dan proefpersonen in de niet-sociale condities. Mogelijke effecten van pro/fun apps en sociale interactie op plezier, competentie, uiterlijk, sociaal en fitness kunnen daarom worden toegeschreven aan de manipulatie van de onafhankelijke variabelen pro/fun apps en sociale interactie. Pro/fun apps en sociale interactie Tabel 1a: Gemiddeldes en standaarddeviaties van motivatie plezier, motivatie competentie, motivatie uiterlijk, motivatie sociaal, motivatie fitness in de groepen pro/fun apps en sociale- 17

18 /niet-sociale interactie. Plezier n M SD Conditie Soort app Sociale interactie 1 Fun app Niet 59 3,75 1,79 2 Wel 57 4,11 1,63 3 Pro app Niet 64 4,76 1,27 4 Wel 67 4,40 1,52 Competentie n M SD Conditie Soort app Sociale interactie 1 Fun app Niet 59 4,17 1,76 2 Wel 57 4,40 1,83 3 Pro app Niet 64 4,90 1,63 4 Wel 67 4,52 1,26 Uiterlijk n M SD Conditie Soort app Sociale interactie 1 Fun app Niet 59 3,23 1,54 2 Wel 57 3,24 1,57 3 Pro app Niet 64 3,42 1,47 4 Wel 67 3,30 1,38 Sociaal n M SD Conditie Soort app Sociale interactie 1 Fun app Niet ,23 2 Wel 57 2,49 1,31 3 Pro app Niet 64 2,56 1,34 4 Wel 67 2,34 1,07 Fitness n M SD Conditie Soort app Sociale interactie 1 Fun app Niet 59 4,99 2,00 2 Wel 57 4,78 2,04 3 Pro app Niet 64 5,62 1,45 4 Wel 67 5,40 1,60 Noot. N= 244 Tabel 1b: Resultaten tweefactor-manova voor motivatie plezier, motivatie competentie, motivatie uiterlijk, motivatie sociaal, motivatie fitness in de groepen pro/fun apps en sociale- /niet-sociale interactie. Sum of Squares df Mean Square F p 18

19 Plezier Soort app (pro/ fun) 27, ,27 11,24 <0,001* Sociale interactie 0,01 1 0,01 0,00 0,951 Soort app * Sociale interactie 7,31 1 7,31 3,01 0,084 Fout 589, ,43 Totaal 5141, Competentie Soort app (pro/ fun) 10, ,80 4,09 0,044* Sociale interactie 0,32 1 0,32 0,12 0,727 Soort app * Sociale interactie 5,78 1 5,78 2,19 0,141 Fout 642, ,64 Totaal 5673, Uiterlijk Soort app (pro/ fun) 0,94 1 0,94 0,42 0,516 Sociale interactie 0,20 1 0,20 0,09 0,766 Soort app * Sociale interactie 0,23 1 0,23 0,11 0,745 Fout 537, ,21 Totaal 3227, Sociaal Soort app (pro/ fun) 0,42 1 0,42 0,27 0,602 Sociale interactie 0,02 1 0,02 0,01 0,911 Soort app * Sociale interactie 3,54 1 3,54 2,31 0,130 Fout 371, ,53 Totaal 1806, Fitness Soort app (pro/ fun) 23, ,90 7,56 0,006* Sociale interactie 2,97 1 2,87 0,94 0,334 Soort app * Sociale interactie 0,00 1 0,00 0,00 0,981 Fout 768, ,16 Totaal 7515, Noot. *p < 0,05 Er is een tweefactor-manova uitgevoerd waarin gekeken is naar de effecten van blootstelling aan pro en fun apps in samenhang met sociale interactie in deze apps, op de variabelen plezier, competentie, uiterlijk, sociaal en fitness. Er is een significant hoofdeffect van pro en fun apps op plezier, competentie en fitness, maar er zijn geen significante verschillen tussen wel of geen sociale interactie. Personen in de pro app conditie scoren gemiddeld 4,58 (SD= 1,41) op plezier en personen in de fun app conditie scoren gemiddeld 3,93 (SD= 1,70) op plezier, op een schaal van 1 tot 7, F (1, 249) = 12,40, p = 0,001. Personen in de pro app conditie scoren gemiddeld 4,71 (SD= 1,47) op competentie en personen in de fun app conditie scoren gemiddeld 4,29 19

20 (SD= 1,79) op competentie, op een schaal van 1 tot 7, F (1, 245) = 4,04, p = 0,046. De resultaten tonen aan dat blootstelling aan pro apps leidt tot een hogere mate van plezier en competentie dan blootstelling aan fun apps. Dit is niet in lijn met verwachtingen waardoor hypothese 1 wordt verworpen. Personen in de pro app conditie scoren gemiddeld 5,51 (SD= 1,52) op fitness en personen in de fun app conditie scoren gemiddeld 4,89 (SD= 2,01) op fitness, op een schaal van 1 tot 7, F (1, 247) = 7,48, p = 0,007. Er zijn geen significante verschillen aangetroffen tussen pro en fun apps op de variabelen uiterlijk en sociaal. De tweede hypothese wordt dus in beperkte mate ondersteund. Uit de twee-factor MANOVA blijkt dat er geen significante verschillen zijn tussen de sociale en de niet-sociale conditie bij de variabele uiterlijk, sociaal en fitness. Dit betekent dat er geen duidelijke verschillen zijn tussen blootstelling aan apps met sociale interactie en blootstelling aan apps zonder sociale interactie, bij de variabelen uiterlijk, sociaal en fitness en op basis daarvan wordt hypothese 3 verworpen. Op basis van de twee-factor MANOVA zijn er geen interactie-effecten zijn tussen de soort app (pro/fun) en sociale interactie op plezier, competentie, uiterlijk, sociaal en fitness. Er is geen sprake van een vergroot positiever effect van pro apps ten opzichte van fun apps op extrinsieke motivatie (uiterlijk, sociaal, fitness) wanneer het gecombineerd is met sociale interactie in apps dan wanneer er geen sociale interactie is in de app. Tevens is er geen verlaagd positiever effect van fun apps ten opzichte van pro apps op intrinsieke motivatie (plezier, competentie) wanneer er sprake is van sociale interactie in de app dan wanneer er geen sprake is van sociale interactie in de app. Dit betekent dat hypothese 4 en hypothese 5 worden verworpen. Pro/fun apps en sekse Tabel 2a: Gemiddeldes en standaarddeviaties van motivatie plezier, motivatie competentie, motivatie uiterlijk, motivatie sociaal, motivatie fitness in fitness in de groepen pro/fun apps en sekse. Plezier n M SD Groep Soort app Sekse 1 Fun app Vrouw 52 3,97 1,50 2 Man 62 3,98 1,84 3 Pro app Vrouw 76 4,69 1,35 4 Man 54 4,42 1,49 Competentie n M SD 20

21 Groep Soort app Sekse 1 Fun app Vrouw 52 4,64 1,58 2 Man 62 4,10 1,86 3 Pro app Vrouw 76 4,86 1,25 4 Man 54 4,43 1,70 Uiterlijk n M SD Groep Soort app Sekse 1 Fun app Vrouw 52 3,54 1,47 2 Man 62 3,04 1,56 3 Pro app Vrouw 76 3,66 1,39 4 Man 54 2,92 1,37 Sociaal n M SD Groep Soort app Sekse 1 Fun app Vrouw 52 2,58 1,23 2 Man 62 2,23 1,28 3 Pro app Vrouw 76 2,36 1,22 4 Man 54 2,56 1,20 Fitness n M SD Groep Soort app Sekse 1 Fun app Vrouw 52 5,30 1,63 2 Man 62 4,67 2,18 3 Pro app Vrouw 76 5,57 1,46 4 Man 54 5,39 1,63 Noot. N= 244 Tabel 2b: Resultaten tweefactor-manova voor motivatie plezier, motivatie competentie, motivatie uiterlijk, motivatie sociaal, motivatie fitness in de groepen pro/fun apps en sekse. Sum of Squares df Mean Square F p Plezier Soort app (pro/ fun) 20, ,07 8,38 0,004* Sekse 1,00 1 1,00 0,42 0,520 Soort app * Sekse 1,07 1 1,07 0,45 0,505 Fout 574, ,40 Totaal 5101, Competentie Soort app (pro/ fun) 4,71 1 4,71 1,86 0,174 Sekse 14, ,33 5,67 0,018* Soort app * Sekse 0,24 1 0,24 0,09 0,760 Fout ,53 21

22 Totaal 5622, Uiterlijk Soort app (pro/ fun) 0,00 1 0,00 0,00 0,966 Sekse 22, ,95 10,95 0,001* Soort app * Sekse 0,87 1 0,87 0,42 0,519 Fout 503, ,10 Totaal 3207, Sociaal Soort app (pro/ fun) 0,21 1 0,21 0,14 0,714 Sekse 0,32 1 0,32 0,21 0,650 Soort app * Sekse 4,52 1 4,52 2,96 0,087 Fout 366, ,53 Totaal 1798, Fitness Soort app (pro/ fun) 14, ,70 4,86 0,028* Sekse 9,72 1 9,72 3,21 0,074 Soort app * Sekse 2,93 1 2,93 0,97 0,326 Fout 725, ,03 Totaal 7464, Noot. *p < 0,05 Op basis van een tweede twee-factor MANOVA waarin gekeken is naar het effect van pro en fun apps in samenhang met sekse, op plezier, competentie, uiterlijk, sociaal en fitness zijn er geen interactie-effecten gevonden tussen sekse en pro/fun apps op uiterlijk (F (1, 244) = 0,42, p = 0,874) en sociaal (F (1, 244) = 2,96, p = 0,087). Proefpersonen in de pro app conditie scoren hoger op fitness dan personen in de fun app conditie. Dit verschil is groter bij vrouwen (M= 5,57, SD= 1,46) dan bij mannen (M= 5,39, SD= 1,63) maar niet significant, F (1, 244) = 0,97, p = 0,326. Hypothese 6 wordt dus niet voldoende ondersteund. Tevens zijn er geen interactie-effecten tussen sekse en pro/fun apps op plezier (F(1, 244) = 0,45, p = 0,505) en competentie (F(1,244) = 0,09, p = 0,760). Hypothese 7 wordt daarom verworpen. Discussie In dit onderzoek is de vraag gesteld wat de effecten zijn van pro en fun apps en de aanwezigheid van sociale interactie op de sportmotivatie bij gebruikers van sport apps. Hiervoor is een experimenteel design ontworpen waarbij proefpersonen in vier condities zijn blootgesteld aan een sport app (fun app sociaal, fun app niet-sociaal, pro app sociaal en pro 22

23 app niet-sociaal). Bij de proefpersonen uit alle condities is de sportmotivatie gemeten aan de hand van de componenten plezier, competentie (intrinsiek) en uiterlijk, sociaal, fitness (extrinsiek). Op basis van de resultaten zijn er verschillen tussen blootstelling aan pro apps en blootstelling aan fun apps in de sportmotivatie. Pro app gebruikers scoorden hoger op plezier en competentie dan fun app gebruikers. Dit komt niet overeen de verwachting dat fun app gebruikers meer intrinsiek gemotiveerd zouden zijn dan pro app gebruikers en dus hoger zouden scoren op plezier en competentie. Een mogelijke verklaring voor dit afwijkende resultaat kan liggen in de achterliggende motieven van mensen om te beginnen met sporten. Mensen die alleen sporten om fitter of gezonder te worden en dus extrinsiek gemotiveerd zijn kunnen mogelijk meer plezier ondervinden door de toevoeging van een spelelement, zoals blijkt uit het onderzoek naar home fitness van IJsselsteijn et al. (2004). Wanneer iemand een sport als hobby beoefent kunnen intrinsieke motieven als het plezier in hardlopen of de wil om beter te worden al belangrijk genoeg zijn voor de motivatie, waardoor toevoeging van een spel app weinig tot geen effect zal hebben. Het is goed mogelijk dat de vergelijking tussen extrinsieke fitnessactiviteiten en intrinsieke sportactiviteiten die Killpatrick et al. (2005) maken niet opgaat voor mensen die hardlopen als hobby. Mogelijk worden hobby-hardlopers juist meer intrinsiek gemotiveerd door middelen die hun helpen om beter te worden. De manier waarop pro apps de gebruiker ondersteunen in het verbeteren van prestaties zou kunnen leiden tot een betere perceptie van eigen competentie en volgens CET leidt dat tot een hogere intrinsieke motivatie (Deci & Ryan, 1980). Aangezien 57,5% van de deelnemers aan dit onderzoek minstens één keer per week hardloopt, zou dit kunnen verklaren waarom de pro app condities juist hoger scoren op intrinsieke motivatie. Voor de tweede hypothese dat pro apps een positiever effect hebben op extrinsieke motivatie dan fun apps is gemengde steun gevonden. Pro app gebruikers scoren hoger op fitness dan fun app gebruikers, maar niet hoger op sociaal en uiterlijk. Deze resultaten komen deels overeen met de eerdere verwachtingen op basis van SDT, maar er is niet voldoende steun gevonden om te stellen dat de processen in SDT op dezelfde manier werken bij sport apps (Deci & Ryan, 1985). Verwacht werd dat sociale interactie in sport apps een positief effect heeft op extrinsieke motivaties (uiterlijk, sociaal en fitness). Deze verwachting is niet ondersteund door de resultaten. Gebruikers van sociale apps scoren niet hoger op uiterlijk, sociaal en fitness dan gebruikers van niet-sociale apps. Deze resultaten zijn niet in overeenstemming met eerdere onderzoeken die het belang van sociale aspecten in sportmotivatie en effecten van sociale erkenning en sociale druk beschreven (Allen, 2003; Consolvo et al., 2006). Hier zijn 23

24 een aantal mogelijke verklaringen voor. Het kan zijn dat de sociale aspecten die Allen (2003) beschrijft voornamelijk van toeppassing zijn bij teamsporten en niet of in mindere mate bij een individuele sport als hardlopen. De sociale interactie in sport apps die hardlopen meer een sociale sport zouden moeten maken werken mogelijk anders dan offline sociale interactie. Ook is het mogelijk dat huidige gebruikers van sport apps, de sociale functies als vanzelfsprekend beschouwen. Onderzoekers stellen dat de toename van interactieve en sociale media in de afgelopen jaren heeft geleid tot een ander soort mediawijsheid dan gebruikelijk was bij traditionele media (Potter, 2012; Livingstone, 2004). Door de toename van social media in de laatste jaren kan het zijn dat online sociale interactie gewoon gevonden wordt, waardoor het wellicht niet meer de impact heeft die het een aantal jaar geleden had, ten tijde van het onderzoek van Consolvo et al. (2006). Een laatste verklaring is dat de effecten van sociale druk en sociale erkenning pas optreden wanneer mensen zich er daadwerkelijk van bewust zijn dat er sprake is van een competitie tegen anderen, zoals in het onderzoek van Consolvo et al. (2006). Deze effecten zouden minder kunnen optreden wanneer iemand hardloopt zonder zich bewust te zijn van enige vorm van competitie. In vervolgonderzoek zou er gekeken kunnen worden naar de effecten van sociale functies in sport apps op de sportmotivatie, waarbij er rekening gehouden wordt met de invloed van competitie. Er is ook gekeken naar het mogelijke interactie-effect tussen pro/fun apps en sociale interactie. Verwacht werd dat sociale pro apps een extra groot effect hebben op extrinsieke motivatie (uiterlijk, sociaal, fitness) in vergelijking met niet-sociale pro apps en dat sociale fun apps een verlaagd effect hebben op intrinsieke motivatie (plezier, competentie) vergeleken met niet-sociale fun apps. Deze verwachtingen zijn echter niet ondersteund door de resultaten. Dit is voor een deel toe te schrijven aan de eerdere resultaten die geen steun bieden voor de verwachte hoofdeffecten van pro/fun apps en sociale interactie op sportmotivatie. Ook kan vastgesteld worden dat de processen in SDT, waarop deze verwachtingen gebaseerd zijn, niet volledig toepasbaar zijn op sport apps (Deci & Ryan, 1985). Tot slot is gekeken naar de invloed van sekse op de mogelijke effecten van pro/fun apps op de sportmotivatie. Verwacht werd dat het positievere effect van pro apps ten opzichte van fun apps op extrinsieke motivatie (uiterlijk, sociaal, fitness) hoger is bij vrouwen dan bij mannen. Vrouwen in de pro app conditie scoorden hoger op fitness dan mannen in de pro app conditie, maar dit verschil was niet significant. Daarnaast was er verwacht dat het positievere effect van fun apps ten opzichte van pro apps op intrinsieke motivatie (plezier, competentie) hoger is bij mannen dan bij vrouwen, maar ook hiervoor is geen steun gevonden in de 24

SPORT IN DE WERELD VAN APPS & SOCIALE MEDIA

SPORT IN DE WERELD VAN APPS & SOCIALE MEDIA SPORT IN DE WERELD VAN APPS & SOCIALE MEDIA Een onderzoek naar sportmotivatie en het effect van de causale oriëntaties uit de Self-Determination Theory Naam: Britta Glimmerveen Studentnummer: 10251642

Nadere informatie

Sporten, delen en liken Onderzoek naar het effect van het delen van sportprestaties, via social media, op de motivatie om te sporten.

Sporten, delen en liken Onderzoek naar het effect van het delen van sportprestaties, via social media, op de motivatie om te sporten. Sporten, delen en liken Onderzoek naar het effect van het delen van sportprestaties, via social media, op de motivatie om te sporten. Bob Hartsink 10261745 10 juni 2014 Afstudeerscriptie persuasieve communicatie

Nadere informatie

Sportapplicaties en social media als stimulans voor een sportievere levensstijl

Sportapplicaties en social media als stimulans voor een sportievere levensstijl Sportapplicaties en social media als stimulans voor een sportievere levensstijl Naam: Anouk Jansen Studentnummer: 10002964 Universiteit: Universiteit van Amsterdam Opleiding: Communicatiewetenschap Afstudeerproject:

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Artikel. Lara Peeters. Laurens Vreekamp JDE-SEMUX.3V-13. Seminar. Blok C. Aantal woorden: 1221

Artikel. Lara Peeters. Laurens Vreekamp JDE-SEMUX.3V-13. Seminar. Blok C. Aantal woorden: 1221 Artikel Lara Peeters 1622966 Laurens Vreekamp JDE-SEMUX.3V-13 Seminar Blok C 1 Aantal woorden: 1221 Voorwoord Mijn keuze om persuasive design nog verder te gaan onderzoeken is gebaseerd op mijn toekomst

Nadere informatie

BAMBEA BewegeninAmsterdammet

BAMBEA BewegeninAmsterdammet BAMBEA BewegeninAmsterdammet Nicky Nibbeling, Joey van der Bie, Ben Kröse Beacons en Marije Baart De La Faille-Deutekom Hogeschool van Amsterdam Speerpunt UrbanVitality Aanleiding Fysieke inactiviteit

Nadere informatie

Huiswerk, het huis uit!

Huiswerk, het huis uit! Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Een onderzoek naar het effect van claims op de consument Student: Floortje van Helden Studentnummer: 10444491 Docent: Charlotte Blom, werkgroep 2 Universiteit

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Gezonder leven, meer bewegen: Hoe het gebruik van sociale media in sportapplicaties mensen kan motiveren om meer te sporten

Gezonder leven, meer bewegen: Hoe het gebruik van sociale media in sportapplicaties mensen kan motiveren om meer te sporten Gezonder leven, meer bewegen: Hoe het gebruik van sociale media in sportapplicaties mensen kan motiveren om meer te sporten Universiteit van Amsterdam Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Naam Lotte

Nadere informatie

Wie doet aan sport? Een korte analyse van sportparticipatie uit het Vlaams Tijdsbestedingsonderzoek 2013

Wie doet aan sport? Een korte analyse van sportparticipatie uit het Vlaams Tijdsbestedingsonderzoek 2013 Wie doet aan sport? Een korte analyse van sportparticipatie uit het Vlaams Tijdsbestedingsonderzoek 2013 Situering Onze maatschappij houdt ons graag een ideaalbeeld voor van een gezonde levensstijl, waarbij

Nadere informatie

Weerzin tegen lezen of weer zin om te lezen?

Weerzin tegen lezen of weer zin om te lezen? Weerzin tegen lezen of weer zin om te lezen? Roel van Steensel Vrije Universiteit Amsterdam Erasmus Universiteit Rotterdam Deze lezing Waar komt de motivatie om te lezen vandaan? Hoe hangt motivatie samen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

en duurzame inzetbaarheid

en duurzame inzetbaarheid Sensortechnologie en duurzame Lectoraat Arbeidsparticipatie Hanzehogeschool Groningen: Dr. Hilbrand Oldenhuis (Senior-onderzoeker lectoraat Arbeidsparticipatie) Dr. Louis Polstra (Lector Arbeidsparticipatie)

Nadere informatie

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Respondent: Jill Voorbeeld Email: voorbeeld@testingtalents.nl Geslacht: vrouw Leeftijd: 39 Opleidingsniveau: wo Vergelijkingsgroep: Normgroep marketing

Nadere informatie

Hardlopen en motivatie. De rol van fitnessapplicaties

Hardlopen en motivatie. De rol van fitnessapplicaties Hardlopen en motivatie De rol van fitnessapplicaties Naam: Hans Schoemaker Studentnummer: 5623154 Begeleider: Rhianne Hoek Concept Bachelor Thesis Universiteit van Amsterdam Communicatiewetenschap Persuasieve

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Zaltbommel 30 mei 2016 Leadership Connected! Where Business meets Science 1 Inleiding Onderzoeksrapport Leadership Connected In tijden waarin ontwikkelingen

Nadere informatie

Gezonde voedingskeuzes stimuleren onder mbo-studenten; ontwikkeling van een app

Gezonde voedingskeuzes stimuleren onder mbo-studenten; ontwikkeling van een app Gezonde voedingskeuzes stimuleren onder mbo-studenten; ontwikkeling van een app Codename Future, Waag Society en De Haagse Hogeschool Hebben de handen ineengeslagen om een prototype te ontwikkelen van

Nadere informatie

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg Spelen in het groen Effecten van een bezoek aan een natuurspeeltuin op het speelgedrag, de lichamelijke activiteit, de concentratie en de stemming van kinderen Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders

Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders Marleen Weulen Kranenbarg Cyber-offenders versus traditional offenders An empirical comparison Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) S 209 Nederlandse samenvatting Cyber-delinquenten versus traditionele

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Eerst zien dan geloven!

Eerst zien dan geloven! Eerst zien dan geloven! Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude. Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Sophie de Jong (10416293)

Nadere informatie

Effectiviteit en bruikbaarheid van verschillende werkvormen EVS in de opleiding van jeugdsportbegeleiders

Effectiviteit en bruikbaarheid van verschillende werkvormen EVS in de opleiding van jeugdsportbegeleiders Effectiviteit en bruikbaarheid van verschillende werkvormen EVS in de opleiding van jeugdsportbegeleiders J. De Bouw, K. De Martelaer, K. Struyven en L. Haerens 31/12/2011 Inleiding Aanleiding onderzoek:

Nadere informatie

Een praktijkreviewstudie naar het motiveren van leerlingen met verschillende prestatieniveaus en sociale en etnische achtergrond

Een praktijkreviewstudie naar het motiveren van leerlingen met verschillende prestatieniveaus en sociale en etnische achtergrond Een praktijkreviewstudie naar het motiveren van leerlingen met verschillende prestatieniveaus en sociale en etnische achtergrond Ineke van der Veen, Desirée Weijers, Liselotte Dikkers, Lisette Hornstra

Nadere informatie

SPORTMONITOR Jeroen Stragier, PhD Bart Vanhaelewyn

SPORTMONITOR Jeroen Stragier, PhD Bart Vanhaelewyn SPORTMONITOR 2016 Jeroen Stragier, PhD Bart Vanhaelewyn JEROEN STRAGIER Postdoctoraal onderzoeker UGent Vakgroep Sport- & bewegingswetenschappen Vakgroep Communicatiewetenschappen DIGIMETER Jaarlijkse

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Samenvatting afstudeeronderzoek

Samenvatting afstudeeronderzoek Samenvatting afstudeeronderzoek Succesfactoren volgens bedrijfsleven in publiek private samenwerkingen mbo IRENE VAN RIJSEWIJK- MSC STUDENT BEDRIJFSWETENSCHAPPEN (WAGENINGEN UNIVERSITY) IN SAMENWERKING

Nadere informatie

Variabele Beloning: Een lonend idee?

Variabele Beloning: Een lonend idee? Variabele Beloning: Een lonend idee? Student: Carla Op Heij (S420259) Werfpad 3a 5212 VJ Den Bosch Interne begeleider: Prof. dr. G.H.M. Evers Externe begeleider: Drs R.I.G. Blankemeijer Periode: Februari

Nadere informatie

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Het effect van doelstellingen

Het effect van doelstellingen Het effect van doelstellingen Inleiding Goalsetting of het stellen van doelen is een van de meest populaire motivatietechnieken om de prestatie te bevorderen. In eerste instantie werd er vooral onderzoek

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 220 Nederlandse Samenvatting Summary in Dutch Teams spelen een belangrijke rol in moderne organisaties (Devine, Clayton, Phillips, Dunford, & Melner, 1999; Mathieu, Marks, & Zaccaro, 2001). Doordat teams

Nadere informatie

Evaluatie Alkmaar City Run by Night 2017

Evaluatie Alkmaar City Run by Night 2017 Oktober 2017 Evaluatie Alkmaar City Run by Night 2017 Voor iedereen een app Jet van der Werf, Joan Dallinga en Marije Deutekom Lectoraat Kracht van Sport, Hogeschool van Amsterdam / InHolland Dit onderzoek

Nadere informatie

Gezondheidsvaardigheden in de Nederlandse volwassen bevolking Het doel van het eerste deel van dit proefschrift, was te onderzoeken in hoeverre

Gezondheidsvaardigheden in de Nederlandse volwassen bevolking Het doel van het eerste deel van dit proefschrift, was te onderzoeken in hoeverre Samenvatting Inleiding In Nederland wordt van burgers verwacht dat zij een zelfstandige en verantwoordelijke rol vervullen met betrekking tot hun gezondheid en zorg. Dit is het gevolg van verschillende

Nadere informatie

Samenvatting. Sportsocialisatie en de rol van de school

Samenvatting. Sportsocialisatie en de rol van de school Samenvatting Sportsocialisatie en de rol van de school Om verschillende redenen speelt sport een belangrijke rol in de samenleving. Een gangbare gedachte is dat sportparticipatie gerelateerd is aan allerlei

Nadere informatie

Voor het onderzoek vragen wij een online vragenlijst in te vullen, deze duurt ongeveer 15 minuten. Uw antwoorden worden vertrouwelijk behandeld.

Voor het onderzoek vragen wij een online vragenlijst in te vullen, deze duurt ongeveer 15 minuten. Uw antwoorden worden vertrouwelijk behandeld. Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen over het lange termijn effect van de deelname aan het hardloopevenement de Dam tot Damloop 2014. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de Hogeschool van

Nadere informatie

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren:

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren: INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 4 1. Toets met behulp van SPSS de hypothese van Evelien in verband met de baardlengte van metalfans. Ga na of je dezelfde conclusies

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

SAMENVATTING Dijkstra, Coosje.indd :45

SAMENVATTING Dijkstra, Coosje.indd :45 SAMENVATTING Samenvatting INTRODUCTIE Grote sociaal economische gezondheidsverschillen zijn een groeiend probleem in bijna alle Westerse landen. In Nederland leven mensen met een lagere opleiding gemiddeld

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

Innovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid.

Innovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid. Innovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid. In het kader van het project Innovatie van dienstverlening doet ICOON onderzoek naar de vraag onder welke omstandigheden

Nadere informatie

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van

Nadere informatie

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R 14. Herhaalde metingen Introductie Bij herhaalde metingen worden er bij verschillende condities in een experiment dezelfde proefpersonen gebruikt of waarbij dezelfde proefpersonen op verschillende momenten

Nadere informatie

Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest

Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest Respondent: Johan den Doppelaar Email: info@123test.nl Geslacht: man Leeftijd: 37 Opleidingsniveau: hbo Vergelijkingsgroep: Nederlandse beroepsbevolking

Nadere informatie

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Introductie Flexibiliteit is een belangrijke eigenschap in de huidige snel veranderende maatschappij. In

Nadere informatie

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL?

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK NAAR DE INVLOED VAN FACEBOOK OP DE RELATIE TUSSEN MERK EN MENS ENGAGEMENT OP FACEBOOK, HEEFT DAT NOU ZIN? Engagement. Als er één term is die

Nadere informatie

DE INVLOED VAN POPULARITEIT OP DE PERCEPTIE VAN KWALITEIT

DE INVLOED VAN POPULARITEIT OP DE PERCEPTIE VAN KWALITEIT DE INVLOED VAN POPULARITEIT OP DE PERCEPTIE VAN KWALITEIT Lisa Nguyen Bachelor Thesis 2016 Eerste begeleider: Erica van Herpen Tweede lezer: Ynte van Dam Inhoudsopgave Abstract... 3 Inleiding... 4 Probleemstelling...

Nadere informatie

Effect publieksvoorlichting

Effect publieksvoorlichting Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting

Nadere informatie

Bachelor thesis Persuasieve Communicatie

Bachelor thesis Persuasieve Communicatie Bachelor thesis Persuasieve Communicatie APP YOU GO! Een onderzoek naar de invloed van mobiele applicaties (apps) op de zelfeffectiviteit en de motivatie om te gaan en blijven sporten en bewegen. Naam:

Nadere informatie

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven Onderzoek werkstress, herstel en cultuur De rol van vrijetijdsbesteding 6 februari 2015 Technische Universiteit Eindhoven Human Performance Management Group ir. P.J.R. van Gool prof. dr. E. Demerouti /hpm

Nadere informatie

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

De invloed van burgerbronnen in het nieuws De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep

Nadere informatie

Coach-scan: een feedback tool voor (beginnende) coaches. Tamara GoudenKansen.eu

Coach-scan: een feedback tool voor (beginnende) coaches. Tamara GoudenKansen.eu Coach-scan: een feedback tool voor (beginnende) coaches Tamara Kramer Tamara.Kramer@han.nl @Tamara_Kramer GoudenKansen.eu Voorstellen Tamara Onderzoeker/promovendus Talentidentificatie tennis Coaches Veel

Nadere informatie

Bewonerspanel Decemberpeiling 2017 Gezondheidstechnologie. Utrecht.nl/onderzoek

Bewonerspanel Decemberpeiling 2017 Gezondheidstechnologie. Utrecht.nl/onderzoek Bewonerspanel Decemberpeiling 2017 Gezondheidstechnologie Utrecht.nl/onderzoek Inleiding Gezondheidstechnologieën Gezondheidstechnologie Gezondheidstechnologie maakt steeds meer deel uit van ons leven.

Nadere informatie

Wensen en behoeften huidige en potentiële hardlopers Extra vragen NOC*NSF Maandmeting november 2018

Wensen en behoeften huidige en potentiële hardlopers Extra vragen NOC*NSF Maandmeting november 2018 Wensen en behoeften huidige en potentiële hardlopers Extra vragen NOC*NSF Maandmeting november 2018 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Onderzoeksresultaten 3 Onderzoeksverantwoording 4 Contact 2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Samenvatting: Summary in Dutch

Samenvatting: Summary in Dutch Samenvatting: Summary in Dutch Hoofdstuk 1: Kindermishandeling en Psychopathologie in een Multi-Culturele Context: Algemene Inleiding Dit proefschrift opent met een korte geschiedenis van de opkomst van

Nadere informatie

E-Health en de huisarts. Digitaal Stadspanel Rotterdam. Achtergrond. Methode. Contact met de huisarts

E-Health en de huisarts. Digitaal Stadspanel Rotterdam. Achtergrond. Methode. Contact met de huisarts E-Health en de huisarts Digitaal Stadspanel Rotterdam Achtergrond Een taak van de gemeente is het bevorderen van de gezondheid van haar inwoners. In haar nota Publieke Gezondheid 2016-2020 Rotterdam Vitale

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Sport index t/m 18 jaar Meting 48 december 2016 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 6 5 7 Sportdeelname Index december 2016 Sportdeelname afgelopen maand Sportdeelname

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

VOORBEELDRAPPORT MARKETING EN SALES POTENTIEEL TEST

VOORBEELDRAPPORT MARKETING EN SALES POTENTIEEL TEST VOORBEELDRAPPORT MARKETING EN SALES POTENTIEEL TEST Respondent: J. de Vries ( voorbeeld) E- mailadres: jdevries@example.com Geslacht: Man Leef tijd: 32 Opleiding sniveau: HBO Verg elijking sg roep: Normg

Nadere informatie

Beschrijvende statistieken

Beschrijvende statistieken Elske Salemink (Klinische Psychologie) heeft onderzocht of het lezen van verhaaltjes invloed heeft op angst. Studenten werden at random ingedeeld in twee groepen. De ene groep las positieve verhaaltjes

Nadere informatie

MOVE(F)IT. Elvera Overdevest, MSc Onderzoeker lectoraat Omgeving en Gezondheid

MOVE(F)IT. Elvera Overdevest, MSc Onderzoeker lectoraat Omgeving en Gezondheid MOVE(F)IT HET GEBRUIK VAN ACTIVITY TRACKERS BIJ MENSEN MET EEN LAGE SOCIAAL-ECONOMISCHE POSITIE (SEP) Elvera Overdevest, MSc Onderzoeker lectoraat Omgeving en Gezondheid 1 INHOUD Even voorstellen Wat is

Nadere informatie

NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX ACHMEA SPORT INDEX T/M 18. Meting 25 Januari 2015. In opdracht van NOC*NSF

NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX ACHMEA SPORT INDEX T/M 18. Meting 25 Januari 2015. In opdracht van NOC*NSF NOC*NSF SPORTDEELNAME INDEX ACHMEA SPORT INDEX T/M 18 Meting 25 2015 In opdracht van NOC*NSF GfK Sportdeelname Index 2015 1 Inhoudsopgave 1 Sportdeelname Index 2015 2 Sportdeelname afgelopen maand 3 Sportdeelname

Nadere informatie

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen 133 SAMENVATTING Sociale vergelijking is een automatisch en dagelijks proces waarmee individuen informatie over zichzelf verkrijgen. Sinds Festinger (1954) zijn assumpties over sociale vergelijking bekendmaakte,

Nadere informatie

PROJECT INTERACTIEVE MULTIMEDIA ASSIGNMENT 4 BESCHRIJVING

PROJECT INTERACTIEVE MULTIMEDIA ASSIGNMENT 4 BESCHRIJVING PROJECT INTERACTIEVE MULTIMEDIA ASSIGNMENT 4 Maarten Hoogendoorn mhn296 Eric Nieuwenhuijsen enn430 BESCHRIJVING Voor opdracht 2 willen wij een interactief videospel maken dat gebruik maakt van de data

Nadere informatie

Rapportage gouden voornemens 2016

Rapportage gouden voornemens 2016 Rapportage gouden voornemens 2016 Extra vragen NOC*NSF Sportdeelname maandmeting december 2015 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 Inleiding Management Summary Onderzoeksresultaten Onderzoeksverantwoording Contact

Nadere informatie

Job Demands-Resources Interventions

Job Demands-Resources Interventions Job Demands-Resources Interventions Nederlandse samenvatting Dr. Jessica van Wingerden MBA MCC Introductie Bijna een decennium geleden ontstond de meest recente financiële crisis die tot op de dag van

Nadere informatie

Bijlage A: Aanbevelingen

Bijlage A: Aanbevelingen Bijlage A: Aanbevelingen Reeds goede bekendheid en status Het CJG is goed bekend onder Apeldoornse professionals. Daarnaast is het deel van de professionals die al eens hebben doorverwezen naar het CJG,

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar Meting 40 april 2016 In opdracht van NOC*NSF 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 6 5 7 Sportdeelname Index april 2016 Sportdeelname afgelopen maand

Nadere informatie

Valorisatieverslag. Master thesis Onderwijswetenschappen

Valorisatieverslag. Master thesis Onderwijswetenschappen Valorisatieverslag Master thesis Onderwijswetenschappen 2017-2018 Student: Marianne den Hertog Studentnummer: 4159616 Datum: 25-06-2018 Lesgeven aan (hoog)begaafde leerlingen in de reguliere klas Hoe kunnen

Nadere informatie

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Auteur A.R. Goudriaan E-mailadres alex@goudriaan.name Datum 16 november 2008 Versie 1.0 Titel Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Computeraffiniteit belangrijk op kantoor tevredenheid over de automatiseringsafdeling

Nadere informatie

18 december 2012. Social Media Onderzoek. MKB Nederland

18 december 2012. Social Media Onderzoek. MKB Nederland 18 december 2012 Social Media Onderzoek MKB Nederland 1. Inleiding Er wordt al jaren veel gesproken en geschreven over social media. Niet alleen in kranten en tijdschriften, maar ook op tv en het internet.

Nadere informatie

Nationaal Sportonderzoek

Nationaal Sportonderzoek Motieven en belemmeringen om te sporten en bewegen naar levensfase Bron https://www.allesoversport.nl ( februari 2019) Hoe maak je de drempels om te gaan bewegen zo klein mogelijk? De motivaties en belemmeringen

Nadere informatie

Sportclubs en Sociale Media

Sportclubs en Sociale Media Sportclubs en Sociale Media Wilko de Graaf DSO, 7 november 2013 Sportclubs en Sociale Media Mike Muller en Wilko de Graaf Kenniskring Sport, Management en Ondernemen Domein Bewegen, Sport en Voeding Hogeschool

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Samenvatting (Dutch summary) Deze studie onderzocht seksueel risicogedrag van homoseksuele mannen in vaste relaties, voornamelijk onder mannen die deelnemen aan de Amsterdamse Cohort Studies onder Homoseksuele

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar Meting 29 Mei 2015 In opdracht van NOC*NSF 1 1 2 3 4 5 6 7 8 Inhoudsopgave Sportdeelname Index mei 2015 Sportdeelname afgelopen maand

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden Bestuursstaf Advies en ondersteuning Venlo, juli 2017 Onderzoek & Statistiek 2 Samenvatting In maart 2018 vinden er in Venlo gemeenteraadsverkiezingen

Nadere informatie

De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen. Pascal van Vliet ANR: 888951. Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij. Datum: 13 februari 2014

De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen. Pascal van Vliet ANR: 888951. Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij. Datum: 13 februari 2014 1 De Perceptie van Fair-Trade Producten door Mannen Pascal van Vliet ANR: 888951 Bachelor thesis Psychologie en Maatschappij Datum: 13 februari 2014 Docent: Dhr. R. M. A. Nelissen Universiteit van Tilburg

Nadere informatie

WENSEN EN BEHOEFTEN HUIDIGE EN POTENTIËLE HARDLOPERS

WENSEN EN BEHOEFTEN HUIDIGE EN POTENTIËLE HARDLOPERS WENSEN EN BEHOEFTEN HUIDIGE EN POTENTIËLE HARDLOPERS In opdracht van NOC*NSF Bijlage bij rapportage Sportdeelname Index November 01 GfK 014 Sportdeelname Deelname Index Hardlooprapportage 1 Inleiding GfK

Nadere informatie

Het voorspellen van de kans op vallen de hoeveelheid en kwaliteit van het alledaags lopen als risicofactoren

Het voorspellen van de kans op vallen de hoeveelheid en kwaliteit van het alledaags lopen als risicofactoren amenvatting 123 amenvatting 125 Het voorspellen van de kans op vallen de hoeveelheid en kwaliteit van het alledaags lopen als risicofactoren Vallen is één van de meest belangrijke oorzaken van letsel

Nadere informatie

Rapportage. Vertrouwelijk. De volgende tests zijn afgenomen: Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-H) D Demo. Naam. 5 januari 2014

Rapportage. Vertrouwelijk. De volgende tests zijn afgenomen: Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-H) D Demo. Naam. 5 januari 2014 Rapportage De volgende tests zijn afgenomen: Test Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-H) Status Voltooid Vertrouwelijk Naam Datum onderzoek Emailadres D Demo 5 januari 2014 D@Demo.com Inleiding Motivatie

Nadere informatie

Motieven en belemmeringen

Motieven en belemmeringen Motieven en belemmeringen Kirsten Visser (SCP) m.m.v. Remko van den Dool (Mulier Instituut) 1 Motieven en belemmeringen Achtergrond Vraag naar vragenblok motieven en belemmeringen voor sporten en bewegen

Nadere informatie

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming Exploratieve bewegingen in haptische waarneming Haptische waarneming is de vorm van actieve tastwaarneming waarbij de waarnemer de eigenschappen van een object waarneemt door het object met zijn of haar

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Motivatie volwassenen om te sporten en bewegen

Motivatie volwassenen om te sporten en bewegen Motivatie volwassenen om te sporten en bewegen Factsheet 2019/2 Remko van den Dool Figuur 1 Motivatie om te sporten en bewegen, volgens bevolking 18 tot 79 jaar, naar meting en mate van sporten en bewegen

Nadere informatie

VERTROUWEN IN MEDIA IN NEDERLAND. September 2017

VERTROUWEN IN MEDIA IN NEDERLAND. September 2017 VERTROUWEN IN MEDIA IN NEDERLAND September 2017 INTRODUCTIE Het vertrouwen in overheden, bedrijfsleven, media en NGO s daalt wereldwijd (bron: Edelman Trust barometer), eigenlijk al sinds de recessie in

Nadere informatie

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar Meting 34 oktober In opdracht van NOC*NSF 1 1 2 3 4 6 5 7 Inhoudsopgave Sportdeelname Index oktober Sportdeelname afgelopen maand Sportdeelname

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie