: Ontvlechting Gemeente Bergen op Zoom en Stichting Profest

Transcriptie

1 RVB3-15 Gemeente jjf Bergen op Zoom RAADSVERGADERING ~~* "V1Ï23 'i b.*iliising: ; Datum raadsvergadering Nummer Onderwerp : 27 maart 23 : SMD/3/12 : Ontvlechting Gemeente Bergen op Zoom en Stichting Profest Aan de gemeenteraad, Voorstel Voorgesteld wordt: 1. kennis te nemen van het verslag over de wijze waarop de ontvlechting tussen de gemeente Bergen op Zoom en de Stichting Profest heeft plaatsgevonden; 2. met instemming kennis te nemen van de inhoud van de op 7 november 22 gesloten overeenkomst c.q. het daaraan ten grondslag liggende Memorandum van 1 oktober 22; 3. voor wat betreft de dekking van de subsidie Sociale Activering 1999 op basis van de Rekening over 22 nader te bezien of dit dient te leiden tot een aanvulling van de WlW-reserve, en zo dat het geval blijkt te zijn, deze ten laste te brengen van de Voorziening Algemene Risico's; 4. de overige met de ontvlechting samenhangende kosten, op basis van huidige inzichten berekend op op 8.58, ten laste te brengen van de Voorziening Algemene Risico's. Inleiding Met ingang van 1 januari 21 is de subsidierelatie met de Stichting Scala (thans: Profest) beëindigd. Daarmee kwam een einde aan een langdurige samenwerking tussen de gemeente en deze stichting. Tevens kwam daarmee ook een einde aan de samenwerking tussen de Stichting Scala en de Stichting Verenigde Wijkcentra. Gezien de langdurigheid en intensiteit van deze samenwerkingsverbanden waren op dat moment er nog tal van onderlinge relaties. Dat betekende dat er in beide situaties een (met name: financiële) ontvlechting plaats diende te vinden. Om een ordelijke afronding te bevorderen hebben wij in mei 21 Drs. L.A.R. Sturm RA (Deloitte & Touche) verzocht om beide ontvlechtingsprocessen te begeleiden. In de relatie tussen Profest en SVW heeft dit er toe geleid dat op basis van een voorstel van drs. Sturm van 18 april 22 (met, na overleg, een tweetal aanvullingen daarop) overeenstemming is bereikt tussen de besturen van de stichtingen Profest en SVW. Partijen hebben een en ander nogmaals onderling bevestigd in een afsprakenprotocol d.d. 5 juli 22, waarin tevens procedureafspraken zijn opgenomen m.b.t. de contractuele afwikkeling, te weten een formele huur- respectievelijk leningsovereenkomst. Om daaraan volgend tot ontvlechting tussen Profest en de gemeente te komen heeft Drs. Sturm op 1 oktober 22 een Memorandum, en op 3 november 22 een daarop gebaseerde concept-overeenkomst aan beide partijen voorgelegd. Gezien het verstrekkende en verbindende karakter van deze overeenkomst hebben wij op

2 -2-4 november 22 het seniorenconvent geïnformeerd omtrent de inhoud van deze overeenkomst. Op basis van de beraadslagingen hebben wij geconcludeerd dat het seniorenconvent in inhoudelijk opzicht kon instemmen met het spoedig en zonder voorbehoud ondertekenen van de bedoelde overeenkomst. De overeenkomst is vervolgens op 7 november 22 door beide partijen ondertekend. De overeenkomst voorzag, naast afspraken over de afwikkeling van een aantal financiële aangelegenheden, ook in een procedure over de aankoop door de gemeente van het pand Ons Bergen. Dat laatste onderdeel is separaat al aan uw raad voorgelegd en door u bekrachtigd in uw vergadering van januari 23. In het nu aan u voorliggende raadsvoorstel brengen wij aan u verslag uit over de wijze waarop de ontvlechtingsprocessen zijn verlopen, c.q. tot welk resultaten deze hebben geleid. Tot slot leggen wij u een ontwerp-besluit voor dat gericht is op de formele bekrachtiging hiervan. Uitwerking voorstel In het onderstaande zal achtereenvolgens worden ingegaan op: - de ontvlechting tussen de stichtingen SVW en Profest - de ontvlechting tussen de gemeente Bergen op Zoom en de Stichting Profest - de financiële afwikkeling 1. Ontvlechting tussen de stichtingen SVW en Profest aanpak Zoals in de gegeven situatie verwacht mocht worden, bestonden er bij het beëindigen van de samenwerking verschillen van inzicht tussen de besturen van Profest en SVW over de aard en omvang van de onderlinge rechten en verplichtingen. De gemeente heeft daarom Drs. L.A.R. Sturm RA van Deloitte & Touche verzocht om ondersteuning te verlenen bij de financiële ontvlechting tussen beide stichtingen. Om tot een ontvlechting te kunnen komen moest er eerst een goed inzicht zijn in de rechten en verplichtingen die tussen beide stichtingen in geding waren. Daarom is afgesproken dat, als eerste stap in het ontvlechtingsproces, zowel Profest als SVW hun concept-jaarrekening over het jaar 2 zouden opstellen. Daarin zouden beide besturen hun zienswijze weergeven over de wederzijdse vorderingen en schulden. Mede door de, met name bij SVW nogal complexe administratieve situatie over het jaar 2, heeft het geruime tijd geduurd voordat concept-jaarrekeningen konden worden overlegd. In het voorjaar van 22 waren beide jaarrekeningen in concept beschikbaar. Uit de vergelijking bleek dat er inderdaad op een aantal punten inhoudelijke verschillen van inzicht waren. Deze hadden met name betrekking op de doorberekening van administratiekosten, de berekening van verschuldigde huren, doorberekening van BTW en de eventuele verrekening van door de Stichting Profest verricht onderhoud op de locatie Meidoornlaan. Daarnaast waren er enkele verschillen van technisch-administratieve aard. overeenstemming over onderlinge rechten en verplichtingen Op basis van met beide partijen gevoerde gesprekken c.q. door hen beschikbaar gestelde informatie heeft Drs. Sturm op 18 april 22 een voorstel opgesteld om tot een eindafrekening te komen. Dit voorstel is door beide partijen aanvaard. Daarmee is zowel ten aanzien van de inhoudelijke verschillen als ten aanzien van de technisch-administratieve aandachtspunten overeenstemming bereikt.

3 -3- nog resterende aandachtspunten Hiermee was de ontvlechting gerealiseerd in die zin dat er nu duidelijkheid was over de onderlinge rechten en verplichtingen. Dat betekende overigens niet dat er geen financiële relaties meer tussen SVW en Profest waren. In de periode dat voor het gebruik van Ons Bergen nog geen huur werd berekend, was door SVW in eigen beheer een verbouwing in dit pand gerealiseerd. Bij de tussen beide besturen gemaakte afspraken over de invoering van huur, werd tevens overeengekomen dat de Stichting Scala deze investering zou overnemen. Op grond daarvan was in de administratie op het moment van ontvlechting een vordering van SVW op Profest opgenomen voor een bedrag ad In het kader van de ontvlechting is overeengekomen dat deze vordering zou worden omgezet in een lening welke in een periode van 1 jaar zou worden afgelost, of (zoals vastgelegd in een aanvulling d.d. 22 april 22) eerder indien de huur zou worden beëindigd dan wel het pand Ons Bergen zou worden verkocht. Daar stond tegenover dat SVW het saldo op de rekening-courant verhouding ( 9.881) nog aan Profest moest betalen. 2. Ontvlechting Stichting Profest / Gemeente Bergen op Zoom aandachtspunten in financiële relatie Profest / Gemeente Nu er duidelijkheid bestond over de financiële verhoudingen tussen beide stichtingen en daardoor een deel van de jaarrkeningproblematiek 2 was geregeld, kon worden overgegaan tot behandeling van de voorliggende vraagstukken m.b.t. de financiële ontvlechting tussen de Stichting Profest en de gemeente zelve. De aard en langdurigheid van de subsidierelaties tussen de gemeente en de Stichting Profest (rechtsopvolger van respectievelijk de stichtingen Scala, Samenlevingszorg en Sociaal Kultureel Werk) bracht met zich mee dat op het moment waarop de subsidierelatie werd beëindigd nog een groot aantal zaken nadere afronding behoefden. Genoemd worden: de eindafrekening van door de gemeente aan Scala verstrekte jaarlijkse subsidies over de periode 1998 t/m 2; - de eindafrekening van diverse bijzondere subsidies in de periode 1998 t/m 2 (bijvoorbeeld: buurtsportproject, Marokkaans Comité, Op Stap, Preventief Jeugdbeleid etc.) - de eindafrekening van de in 1999 verstrekte subsidie inzake sociale activering c.q. van de in 2 verstrekte zakelijke opdracht voor datzelfde onderwerp; - overname van dat deel van de inventaris van Scala dat betrekking had op de vanaf 21 aan SVW en AMW overgedragen taken; - afrekening van op opgebouwde rechten op vakantiegelden c.q. openstaande verlofdagen; - terugbetaling van een door de gemeente aan Scala verstrekte lening incl. te betalen rente daarop; - afrekening van de door de gemeente toegekende subsidie inzake ID-banen; - diverse vorderingen inzake opgelegde belastingaanslagen en te innen huren. In het begin van het ontvlechtingsproces waren er grote verschillen van inzicht over de aard en omvang van deze onderlinge schulden en vorderingen. Voor een deel kwam dat door verschillen in de wijze waarop bij de gemeente c.q. de Stichting Profest de schulden en vorderingen financieel-administratief waren vastgelegd. Voor een belangrijk deel werd dit echter veroorzaakt doordat beide partijen, afhankelijk van hun positie en juridische overwegingen, tot verschillende zienswijzen kwamen. Door het grote aantal posten dat in geding was, de verschillen in administratieve vastlegging en de verschillen van inzicht was de financiële relatie in aanvang als ondoorzichtig, en de ontvlechting als complex aan te merken.

4 -4- aanpak afspraken bij beëindiging subsidierelatie In november 2 is, na een als uiterst moeizaam te kenmerken periode, met het bestuur van Scala overeensteming bereikt over de beëindiging van deze relatie. Daarbij zijn ook enkele eerste afspraken gemaakt over de wijze waarop de ontvlechting zou plaatsvinden. Van de zijde van de stichting Profest werd met name als voorwaarde gesteld dat de gemeente dat deel van de inventaris zou overnemen dat betrekking had op de door AMW en SVW voort te zetten taken. Wij hebben ons op dat moment in beginsel daartoe bereid verklaard. Het daarvoor te betalen bedrag zou worden bepaald in nader overleg over de tot die inventaris te rekenen onderdelen c.q. de daaraan toe te kennen waarde. Op ons verzoek zijn daarnaast nog afspraken gemaakt over de overgangsperiode tussen 1 januari tot 31 maart 21. De periode tussen het tijdstip waarover overeenstemming over het beëindigen van de subsidierelatie werd bereikt (medio november 2) c.q. het tijdstip waarop die beëindiging zou ingaan (1-1-21) was dusdanig kort dat er onvoldoende tijd was om op basis van een sociaal statuut op zorgvuldige wijze tot herplaatsing van de medewerkers te komen. Overeengekomen werd dat Scala nog tot 3 maart 21 als formele werkgever zou optreden. De gemeente verklaarde zich daarbij bereid om de in relatie tot deze operationele taak door Scala te maken zakelijke kosten te vergoeden. algemene uitgangspunten bij verdere uitwerking Bij de verdere uitwerking van de ontvlechting heeft voor ons steeds voorop gestaan dat de inhoudelijke taken zo goed als mogelijk zouden moeten kunnen worden voortgezet en verder ontwikkeld. In het bijzonder is daarenboven ook steeds uitgangspunt geweest dat de bij de ontvlechting betrokken medewerkers daarvan geen financieel nadeel mochten ondervinden. Daarnaast is, zoals in het raadsvoorstel d.d. 3 januari 23 over dat onderwerp al is aangegeven, er in het bijzonder ook naar gestreefd om de continuïteit van het gebruik van het pand 'Ons Bergen' als wijkaccommodatie zo goed als mogelijk te waarborgen. conservatoir beslag op Ons Bergen Zoals hiervoor al werd gesteld hadden beide partijen op een aantal financiële aandachtspunten verschillende zienswijzen. Tussen de gemeente en Profest bestond bij de aanvang van het ontvlechtingsproces daarom ook een aanmerkelijk verschil van inzicht in het te verwachten totaalresultaat van de financiële ontvlechting. Voor een groot aantal posten moest nadere uitwerking plaatsvinden. Op één punt was de situatie echter volstrekt duidelijk. De gemeente had in 1995 aan de toenmalige Stichting Samenlevingszorg (later. Stichting Scala) een lening verstrekt waarvan de laatste aflossings- en rentetermijnen in november 1999, respectievelijk november 2 waren vervallen. Het totale bedrag hiervan was ruim 37.. Omdat de betaling hiervan uitbleef heeft de gemeente in mei 21 conservatoir beslag gelegd op het pand Ons Bergen. Omdat Profest van mening was dat zij geen schuld, maar per saldo juist een (haar inziens: zeer omvangrijke) vordering op de gemeente had, is dat beslag van die zijde bestreden. De rechtbank constateerde in haar uitspraak van 4 juni 22 dat de andere posten die in het geding een rol speelden, en waarop de Stichting Profest haar vermeende vordering baseerde, nog onvoldoende uitgewerkt waren. De conclusie was dan ook dat de Stichting Profest in het ongelijk werd gesteld. Met het beslag op Ons Bergen werd enige zekerheid gevestigd inzake de inbaarheid van gemeentelijke vorderingen. Tevens werd hierdoor gewaarborgd dat de gemeente betrokken zou moeten worden bij eventuele voornemens om tot verkoop van het pand over te gaan.

5 -5- betaling subsidie ID-banen In het voorjaar van 22 werd door Profest dringend verzocht om, in verband met ernstige liquiditeitsproblemen, op korte termijn over te gaan tot uitbetaling van de volgens Profest nog verschuldigde subsidiebedragen. Naar aanleiding hiervan is besloten om over te gaan tot uitbetaling van de (inhoudelijk geheel afgehandelde) eindafrekening inzake de subsidie ID-banen over het jaar 2 ad ca Hierbij werd meegewogen dat volgens de op dat moment van uitwerking bestaande inzichten, mits en indien bij de eindafrekening van de subsidies en opdrachten zou blijken dat door Scala aan de gestelde voorwaarden was voldaan, er per saldo inderdaad sprake zou zijn van een vordering van Profest op de gemeente die de te betalen subsidie ID-banen in enige mate overtrof. Mede na raadpleging van jurisprudentie werd besloten om over te gaan tot betaling van deze subsidie, zulks echter onder de voorwaarde dat: de vorderingen van gemeente inzake huren en belastingaanslagen tot een bedrag ad ruim 9. hierop in mindering zouden worden gebracht; - pas tot uitbetaling zou worden overgegaan nadat er sluitende afspraken zouden zijn gemaakt over de financiële ontvlechting tussen Profest en SVW; - Profest schriftelijk opdracht had gegeven aan haar accountant om zo spoedig mogelijk een aan de subsidievoorwaarden voldoende eindafrekening voorde opdracht 'sociale activering' te laten opstellen. nadere ordening en analyse Het bovenstaande leidde er toe dat in één keer tot afrekening werd gekomen van alle posten die niet specifiek samenhingen met de voormalige subsidierelatie tussen de gemeente en Profest. Om voor de overige aandachtspunten op systematische wijze tot afwikkeling te komen is vervolgens een werkwijze gevolgd waarbij: - het (grote) aantal punten dat nog moest worden afgerond werd geordend in een achttal aandachtsgebieden; - vervolgens per aandachts gebied een nadere analyse heeft plaatsgevonden van de situatie; - per aandachtsgebied in een brief aan Profest het gemeentelijk standpunt terzake kenbaar werd gemaakt; - Profest werd verzocht om per aandachtsgebied aan te geven of zij die zienswijze onderschreef, dan wel aan te geven op grond van welke overwegingen zij tot een andere zienswijze of berekening kwam. advies Drs. Sturm Het resultaat hiervan was dat op een aantal aandachtsgebieden overeenstemming werd bereikt, en op andere punten een verschil in zienswijze bleef bestaan. In deze situatie hebben wij Drs. Sturm verzocht om te onderzoeken of er mogelijkheden aanwezig waren om langs minnelijke weg tot een afwikkeling te komen. Dit onderzoek heeft op 1 oktober 22 geresulteerd in een door hem opgesteld Memorandum, op 3 november 22 gevolgd door een grotendeels op dat Memorandum gebaseerde concept-overeenkomst. Na de hiervoor gemelde raadpleging van het seniorenconvent is de overeenkomst op 7 november 22 ondertekend. resultaten Vooreen volledig overzicht van de resultaten verwijzen wij u naar de ter inzage liggende stukken, in het bijzonder de overeenkomst van 7 november 22 en het daaraan ten grondslag liggende Memorandum van 1 oktober 22. Onderstaand wordt kort ingegaan op de vanuit inhoudelijk en/of financieel opzicht meest van belang zijnde onderdelen. overname inventaris Hiervoor werd al aangegeven dat bij de beëindiging van de subsidierelatie de Stichting Profest als voorwaarde had gesteld dat de gemeente de inventaris zou overnemen. Die voorwaarde werd, mede met het oog op gevormde jurisprudentie, als aanvaardbaar beschouwd. De inventaris werd aangeschaft in een situatie waarin de Stichting er van uit mocht gaan dat dekking van de afschrijvingslasten gevonden zou kunnen worden in de

6 -6- subsidieverstrekking van de daarnavolgende jaren. Uit de jurisprudentie blijkt dat het op korte termijn beëindigen van de subsidierelatie op zich toelaatbaar is, maar de subsidiegever juist op dit type aspecten gehouden is om tot een adequate oplossing te komen. Teneinde tot een bepaling van de waarde van de betrokken inventaris te komen werd door Profest op 11 april 21 een door haar acccountant ondertekende specificatie overlegd waaruit bleek dat de boekwaarde van de per 31 december 2 overgedragen inventaris ca. 14. bedroeg. Als vervolg hierop is ter plaatse de aanwezigheid en het toekomstig gebruik van de daarin genoemde inventarisstukken nader geïnventariseerd. Dit heeft er in geresulteerd dat de boekwaarde van de overgedragen inventaris in overleg is vastgesteld op 88.. Voor een deel van die inventaris (met name het kantoormeubilair op de locaties Meidoomlaan en Kometenlaan) werd bij de inventarisatie geconstateerd dat het gebruik daarvan werd voortgezet door de agogische c.q. financieel-boekhoudkundige medewerkers die met ingang van 1 april 21 in dienst waren getreden bij de Stichting AMW (thans: Traverse). De boekwaarde van dit deel van de inventaris bedroeg op ruim 49.. Op de afspraken die met de Stichting Traverse zijn gemaakt over de overname van deze inventaris is in het raadsvoorstel voor uw vergadering van 3 januari 23 al afzonderlijk ingegaan. Voor een ander deel van de inventaris ad ca. 39. moest worden geconstateerd dat er geen mogelijkheden waren tot voortgezet gebruik, zodat dit moest worden aangemerkt als een desinvesteringsveriies. Het betrof hier met name aanschaffingen op het gebied van automatisering, die noch bij Traverse, noch bij SVW inzetbaar waren. In de overeenkomst is, in aansluiting op de in november 2 over dit onderwerp al gemaakte afspraken, bepaald dat dit desinvesteringsveriies ten laste van de gemeente zou worden gebracht. In het jaar 21 hebben wij terzake reeds een voorschot ad ca. 34. betaald. Dat bedrag is ten laste van het resultaat op de rekening 21 gebracht. Het nu nog te verwerken nadeel bedraagt derhalve ca. 5.. vakantiegelden Eén van de richtinggevende uitgangspunten bij de ontvlechting was dat de betrokken medewerkers daar geen financieel nadeel van mochten ondervinden. Met het oog op dat uitgangspunt en de reeds destijds bestaande liquiditeitsproblematiek bij de Stichting Profest heeft de gemeente daarom in mei 21 het vakantiegeld over de periode juni 2 t/m maart 21, (alsook diverse andere nagekomen loonkosten zoals herrekening salaris vanaf 1 januari 21, opgebouwde rechten op eindejaarsuitkering, etc) rechtstreeks aan de betrokken medewerkers voorgeschoten.. Naast de liquiditeitsproblematiek speelde hierbij ook een rol dat de Stichting Profest aangaf dat zij naar haar oordeel hier ook geen financiële verantwoordelijkheid voor behoefde te dragen. De Stichting heeft zich op het standpunt gesteld dat vakantiegelden altijd betaald werden uit de subsidie van het jaar waarin de uitbetaling plaats vond. Nu met ingang van 21 die subsidie was beëindigd, dienden deze kosten volgens Profest door de gemeente gedragen te worden. Van de zijde van de gemeente is steeds als standpunt ingenomen dat de betaling van vakantiegelden een verantwoordelijkheid is van de formele werkgever. Nu de gemeente met het oog op de belangen van de werknemers rechtstreeks de netto vakantiegelden aan hen had betaald - voorgeschoten, ontstond vervolgens uit dien hoofde een vordering op de Stichting Profest. Daarbij werd wel onderkend dat er een samenhang bestond tussen de betaling van deze vakantiegelden en de voormalige subsiderelatie tussen de gemeente en de Stichting. Voorzover dat tot een financiële verplichting door de gemeente zou leiden, zou dat echter nimmer de vorm kunnen aannemen van een rechtstreekse werkgeverrelatie t.o.v. de betrokken medewerkers, maar zou dit betrekking hebben op een door de gemeente te betalen aanvullende subsidie.

7 -7- In de overeenkomst is de zienswijze van de gemeente verwoord. Geconstateerd wordt dat de Stichting Profest Profest vanuit haar rol als formele werkgever verantwoordelijk is voor de betaling van deze nagekomen loonkosten. Daarnaast wordt in de overeenkomst geconstateerd dat de gemeente hier een verantwoordelijkheid heeft vanuit haar rol als subsidiegever. Voor wat betreft de kosten die betrekking hebben op de periode na 1 januari 21 is de situatie duidelijk. Profest trad vanaf dat moment in formele zin als werkgever op, onder de uitdrukkelijke afspraak dat inzake de hieruit voortvloeiende kosten door de gemeente een subsidie zou worden verstrekt. Het recht op vakantiegeld werd voor een deel ook opgebouwd in de periode vóór de beëindiging van de subsidierelatie (de periode mei t/m december 2). Volgens huidige inzichten terzake de waarderingsregels in het kader van de jaarrekening zou Profest voor deze rechten een verplichting in haar balans hebben moeten opnemen, en zouden de vakantiegelden vanuit deze post, en dus door Profest, betaald moeten worden. Geconstateerd moet echter worden dat in de praktijk de opname van zo'n voorziening bij een groot aantal nonprofit organisaties, en zo ook bij Scala, niet gebruikelijk was. Daarbij geldt dat, indien Scala en haar voorgangers wel zo'n voorziening hadden opgebouwd, de in de rekening opgenomen personeelskosten over dat jaar steeds enigszins hoger zouden zijn geweest. Omdat de gemeente gedurende een lange periode de subsidie heeft vastgesteld op basis van deze werkelijke loonkosten, zou daarmee ook de subsidie in elk van die jaren enigszins hoger zijn geweest. In de overeenkomst is daarom opgenomen dat de gemeente een bijdrage een bijdrage verstrekt ad 9% van bij de subsidiebepaling vastgestelde formatie. De hoogte van de door de gemeente te verstrekken bijdrage inzake én de voor opgebouwde rechten, en de kosten van het eerste kwartaal 21, zijn berekend op ca Omdat in 21 al 22.2 is uitbetaald inzake netto vakantiegelden, bedraagt het nog te verwerken nadeel 1.8. vakantierechten Naast het recht op vakantiegeld waren door de medewerkers ook rechten opgebouwd op nog op te nemen vakantiedagen. Door Traverse is op 27 augustus 21 een overzicht opgesteld waaruit blijkt dat op basis van het dan geldend salarisniveau de op 1 april 21 bestaande rechten een bedrag ad ca. 25. vertegenwoordigden, waarvan ca werd opgebouwd in de periode vóór In de overeenkomst is bepaald dat hiervoor een zelfde werkwijze gevolgd wordt als geldt voor de vakantiegelden, d.w.z. dat de gemeente 9% van de opgebouwde vakantierechten van de bij de subsidie betrokken formatie voor haar rekening zal nemen. In concreto komt dit er op neer dat: - het saldo van de tussen 1 januari en 31 maart 21 opgebouwde vakantierechten ad 12.2 geheel voor rekening van de gemeente komt; - van de vóór 1 januari 21 opgebouwde rechten 9.4 ten laste van de gemeente, en 3.4 ten laste van de Stichting Profest komt. sociale activering In het kader van de ontvlechting is, behalve aan zaken die specifiek met de beëindiging van de subsidierelatie verband hielden, ook ingegaan op de afronding van zaken die ook zonderde beëindiging van de subsidierelatie afgehandeld hadden moeten worden. In het bijzonder is daarbij aandacht gegeven aan de afronding van de verstrekte subsidie c.q. opdracht in het kader van de sociale activering. In 1999 is een subsidie ad f 15. (ca. 68.) toegekend voor de realisatie van 21 trajecten Sociale Activering. Daarbij werd er van uitgegaan dat voor de bekostiging hiervan een beroep gedaan zou kunnen worden op door het Rijk, in het kader van de WlW-regelingen, daarvoor beschikbaar gestelde gelden.

8 -8- Bij de uitvoering van de over 1999 gemaakte afspraken is gebleken dat de gekozen wijze van subsidiering onvoldoende basis bood voor een goede aansturing en verantwoording. Voor het jaar 2 is er daarom voor gekozen om een (met BTW belaste) zakelijke opdracht te verstrekken. In het voorjaar van 22 moest worden geconstateerd dat niet alleen over het jaar 1999, maar ook over het jaar 2 nog onvoldoende verantwoordingsinformatie beschikbaar was om tot gehele of gedeeltelijke declaratie van de kosten in het kader van de WlW-regelingen te kunnen komen. Dat was één van de redenen om in het voorjaar van 22 aan de eerdergenoemde betaalbaarstelling van de subsidie ID-banen als voorwaarde te verbinden dat Profest schriftelijk opdracht zou geven aan haar accountant om zo spoedig mogelijk hiervoor een aan de subsidievoorwaarden voldoende eindafrekening te laten opstellen. Een en ander heeft er uiteindelijk toe geleid dat er in een samenwerking tussen de directie van Profest, enkele voormalige medewerkers van Scala, de accountant en de gemeente naar gestreefd is om alsnog tot een zodanige verantwoordingsinformatie te komen dat zoveel als mogelijk aan de voorwaarden van de WIW zou kunnen worden voldaan. Ten aanzien van de verantwoordingsinformatie over het jaar 1999 moest worden geconstateerd dat inmiddels - conform de daartoe bij AMW / Traverse gehanteerde richtlijnen - de desbetreffende cliëntdossiers waren vernietigd. Een reconstructie, en daarmee declaratie van gemaakte kosten was alleen daardoor al niet meer mogelijk. Daarbij moest op basis van juridisch advies worden vastgesteld dat aan de in 1999 gekozen wijze van subsidiëring zodanige gebreken kleefden, dat - alhoewel ook van de zijde van Scala een meer professionele aanpak verwacht had mogen worden -terugvordering van de verstrekte subsidie vrijwel als niet haalbaar moest worden beschouwd. In de overeenkomst is daarom bepaald dat dat dit nadeel ten laste van de gemeente komt. Voor het jaar 2 is een zakelijke opdracht verstrekt, en heeft derhalve ook een strikt zakelijke afwikkeling plaatsgevonden. Uit de beschikbaar gekomen informatie is gebleken dat in totaal 13 cliënten (beoogd was: 2) met toestemming van de gemeente in traject zijn genomen. Daarbij is geconstateerd dat: - een deel van de begeleidende taken is uitgevoerd na (en daarmee dus niet voor vergoeding aan Profest in aanmerking komt); - een deel van de cliënten is begeleid door op ID-banen werkzame medewerkers (die al op ID-basis werden gesubsidieerd, en derhalve niet opnieuw voor subsidiëring in aanmerking kwamen). Op grond van de beschikbare informatie hebben wij bij brief van 3 augustus 22 aan Profest medegedeeld dat wij de eindafrekening hebben vastgesteld op f ( 7.843). Omdat terzake een voorschot was betaald ad f 12. ( ) betekende dit dat per saldo een bedrag ad f ( 46.61) werd teruggevorderd. Het bovenstaande brengt met zich mee dat voor het jaar 1999 de oorspronkelijk dekking uit de WlW-gelden niet kan worden gerealiseerd, en er derhalve een nadeel is ad ca Voor het jaar 2 geldt dat zowel de betaling aan Profest als de veronderstelde dekking uit de WlW-gelden aanmerkelijk lager is dan vooraf werd begroot. Per saldo is hier sprake van een neutraal budgettair effect. nog af te ronden aandachtspunten Met het voorgaande was aan het eind van het kalenderjaar 2 op een groot deel van de aandachtspunten tot definitieve afronding gekomen. Dat was nog niet het geval voor. - de definitieve eindafrekening van de subsidies over de jaren 1998 t/m 2; - de vaststelling van de vergoeding van de werkgeverskosten over het eerste kwartaal 21. Zoals in de volgende paragraaf zal worden toegelicht hebben wij voorgesteld om ten aanzien van deze posten de eindafrekening vast te stellen op het niveau van de verstrekte voorschotten.

9 -9-3. Financiële afwikkeling afspraken over verrekening vorderingen gemeente en lening SVWbij aankoop Ons Bergen Naast de vaststelling van de hoogte van de onderlinge vorderingen en schulden, was het gezien de financiële positie van de Stichting Profest, ook van belang dat de door de gemeente en SVW te betalen bedragen ook zoveel als haalbaar betaald zouden worden. Met het oog hierop werd in de door Drs. Sturm voorbereide overeenkomst van 7 november 22 opgenomen dat inzake de door Profest te ontvangen koopsom voor het pand Ons Bergen - verrekening zou plaatsvinden inzake de door Profest nog aan de gemeente verschuldigde aflossings- en rentermijnen (NB: dit was de post waarvoor ook conservatoir beslag op het pand Ons Bergen was gelegd) - conform de tussen Profest en SVW gemaakte afspraken de lening van SVW ad 37. zou worden afgelost. beslag Belastingdienst Bij de uitvoering van de overeenkomst is gebleken dat ook door de Belastingdienst beslag op Ons Bergen was gelegd. Geconstateerd moest worden dat de vorderingen van de Belastingdienst in rangorde vóór gingen op die van de gemeente, en deze weer op die van SVW. Dit had tot gevolg dat na aflossing van de hypotheek c.q. de betaling van de aan Belastingdienst verschuldigde bedragen nog slechts ca. 7.5 van de verkoopopbrengst van Ons Bergen kon worden bestemd voor de aflossing van de door de gemeente verstrekte lening. Voor de aflossing van de lening van SVW waren geen middelen beschikbaar. faillissement Stichting Profest Bij brief van 23 december 22 heeft de Stichting Profest aan haar schuldeisers medegedeeld dat zij zich genoodzaakt zag het faillissement van de stichting aan te vragen. Op basis van de definitief afgeronde aandachtspunten bedroeg de per saldo vordering van de gemeente op dat moment nog ca Omdat: - voorzienbaar was dat, gezien de positie van Profest dit niet meer tot betaling zou leiden; - afronding van de nog openstaande aandachtspunten inzake eindafrekening subsidies en vergoeding werkgeverskosten 1 e kwartaal 21 wellicht nog tot een beperkte aanpassing op de per saldo vordering, maar niet meer tot daadwerkelijke betalingen zou leiden; is aan Profest medegedeeld dat de gemeente eenvoudhalve bereid is om zowel ten aanzien van de eindafrekening subsidies als ten aanzien van de werkgeverskosten eerste kwartaal 21 de eindafrekening vast te stellen op het niveau van de verstrekte voorschotten. Daarmee zou de vordering van de gemeente op de stichting Profest derhalve definitief worden vastgesteld op de genoemde Op 14 januari 23 is het faillissement van de Stichting Profest uitgesproken. Wij gaan er van uit dat de curator in aansluiting op onze brief de vordering van de gemeente vaststelt op Gezien de financiële situatie bij de Stichting dient deze vordering vermoedelijk als geheel of grotendeels oninbaar te worden aangemerkt. De per saldo vordering van SVW bedraagt ca Ook hier moet er van worden uitgegaan dat invordering vermoedelijk als geheel of grotendeels oninbaar moet worden aangemerkt.

10 -1- Financiele overwegingen & Dekking inleiding Uit het bovenstaande blijkt dat bij de ontvlechting aanzienlijke negatieve financiële effecten zijn geconstateerd. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat niet alle hier genoemde kosten ook direct hun oorzaak vinden in de ontvlechting als zodanig: - de problematiek inzake vakantiegelden en vakantierechten is niet ontstaan, maar wel actueel geworden door de ontvlechting; - de afrekening van de trajecten Sociale Activering zou ook zonder de nu optredende ontvlechting tot overeenkomstige uitkomsten hebben geleid; - de kosten van vakantiegelden c.q. vakantierechten hebben voor een deel betrekking op het eerste kwartaal van 21 en zijn vanuit dat opzicht te beschouwen als 'normale' uitvoeringskosten voor het jaar 21. overzicht van met overeenkomst samenhangende financiële consequenties In de onderstaande tabel wordt een samenvatting gegeven van de met de overeenkomst samenhangende financiële consequenties (bedragen met een minleken geven aan dat er sprake is van extra kosten t.o.v. hetgeen tot dusver in de begroting is verwerkt, een plusteken geeft een voordeel aan). Tabel 1: Overzicht nog te verwerken financiële gevolgen Bedrag in a. Desinvesteringsverlies inventaris b. Vakantiegelden (21/22) c. Vakantierechten (21/22) d. Afrekening subsidies e. Door Profest te vergoeden gerechtskosten f. Kosten begeleiding Drs. Sturm 22 (incl. BTW) g. Kosten juridische adviezen 22 (incl. BTW) Totaal exclusief Sociale Activering h. Sociale activering Totaal inclusief Sociale Activering De posten genoemd onder a, b, c en h zijn reeds in het voorafgaande toegelicht. Ten aanzien van de overige posten wordt onderstaand kort een nadere toelichting gegeven: ad d: betreft het saldo van diverse posten (voor specificatie, zie Memorandum); ad e: bij uitspraak inzake beslag 'Ons Bergen' is Profest veroordeeld tot het vergoeden van juridische kosten; ad f: kosten begeleiding Drs. Sturm; ad g: kosten juridische adviezen inzake totstandkoming overeenkomst. Naast de bovengenoemde kosten moet er nog rekening mee gehouden worden dat de per saldo vordering op de Stichting Profest ad 24.5 vermoedelijk voor een substantieel gedeelte of geheel oninbaar zal blijken te zijn.

11 -11- consequenties voor Stichting Verenigde Wijkcentra Behalve voor de gemeente zelf hebben de ontwikkelingen in de afgelopen jaren ook gevolgen gehad voor de Stichting Verenigde Wijkcentra. Daarbij is discussie mogelijk, en ook gevoerd, over de relatie tussen het ontstaan van financiële knelpunten en de verantwoordelijkheden van betrokken partijen om die tot een oplossing te brengen. In overleg met de Stichting hebben wij besloten om een voorstel voor te bereiden dat zich niet richt op de wordingsgeschiedenis van de financiële problematiek, maar op de financiële randvoorwaarden die nodig zijn om de Stichting in staat te stellen om de haar toegewezen taken op het gewenste niveau te kunnen uitvoeren. In dat kader zal in maart a.s. door de Stichting een financiële meerjarenraming voorde periode worden overlegd, alsook een concept-jaarrekening over het jaar 22. Op basis hiervan zullen wij in overleg met de Stichting vaststellen of en in welke mate er sprake is van: a. een (gebrek aan) evenwicht tussen de structurele ontwikkeling van lasten en baten; b. knelpunten in de (ontwikkeling van) de vermogenspositie; c. knelpunten in de (ontwikkeling van) de liquiditeitspositie. Indien en voorzover daar aanleiding toe bestaat zullen wij nadere voorstellen aan u voorleggen om tot oplossing van knelpunten te komen. Zulke oplossingen kunnen, zo is afgesproken, zowel gevonden worden in voorstellen tot aanpassing van de subsidie als in inhoudelijke aanpassingen in de door SVW uit te voeren taken. Wij zullen hierbij, op basis van de dan beschikbare informatie, ook de invorderbaarheid van de bij Profest uitstaande lening betrekken. dekking: kosten Sociale Activering In de Rekening over het jaar 1999 is verondersteld dat voorde kosten van kosten sociale activering dekking gevonden zou kunnen worden vanuit de voor de uitvoering van de WIW ingestelde reserve. Nu dat niet mogelijk blijkt, moet in beginsel de Reserve, ten laste van het resultaat over 22 weer met hetzelfde bedrag verhoogd worden. Geconstateerd wordt dat vanuit anderen hoofde zich in de administratie / Rekening over 22 ook een (op zich hiervan los staande) tegengestelde beweging voordoet. In de declaraties bij het Rijk over voorgaande jaren zijn naast de directe kosten van trajecten etc. ook 'bijkomende' kosten gedeclareerd zoals door de gemeente gemaakte huisvestingskosten, bureaukosten etc. Die kosten waren in de rekeningen over die jaren geheel ten laste van de gemeente zelf gebracht. Indien de declaraties conform worden vastgesteld dient hier derhalve nog een boeking plaats te vinden met een tegengesteld budgettair effect. Bij het opstellen van de Rekening over 22 zal hiervan een gedetailleerde berekening worden gemaakt. Op grond van de thans bestaande inzichten wordt er van uitgegaan dat per saldo geen aanvulling van de reserve noodzakelijk is. dekking: overige kosten Voorgesteld wordt de overige nog te verwerken kosten ad ten laste te brengen van de Voorziening Algemene Risico's. Alhoewel op dat punt nog geen voldoende duidelijkheid bestaat, stellen wij op praktische gronden eveneens voor om het nadeel dat eventueel ontstaat door het gedeeltelijk of geheel niet invorderbaar zijn van de vordering op de Stichting Profest (naar huidige inzichten maximaal ) eveneens ten laste van de Voorziening Algemene Risico's te brengen. Het totaal aan deze voorziening te onttrekken bedrag bedraagt derhalve 8.58.

12 -12- Bijlagen De volgende bijlage is, als onderdeel bij dit raadsvoorstel, bijgevoegd: a. Begrotingswijziging De volgende bijlage is als achtergrondinformatie voor dit raadsvoorstel ter inzage gelegd: a. Overeenkomst d.d. 7 november 22. De volgende bijlage is vertrouwelijk ter inzage gelegd. b. Memorandum d.d. 1 oktober 22 Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom, De secretaris, De burgemeester, Mr. P.B.J.M. Thomassen Dhr. PAC.M. van der Velden.

13 & Gemeente jj Bergen op Zoom De raad van de gemeente Bergen op Zoom; gezien het voorstel van het college van 25 februari 23, nr. SMD/3/12; gelet op; BESLUIT: 1. kennis te nemen van het verslag over de wijze waarop de ontvlechting tussen de gemeente Bergen op Zoom en de Stichting Profest heeft plaatsgevonden; 2. met instemming kennis te nemen van de inhoud van de op 7 november 22 gesloten overeenkomst c.q. het daaraan ten grondslag liggende Memorandum van 1 oktober 22; 3. voor wat betreft de dekking van de subsidie Sociale Activering 1999 op basis van de Rekening over 22 nader te bezien of dit dient te leiden tot een aanvulling van de WlW-reserve, en zo dat het geval blijkt te zijn, deze ten laste te brengen van de Voorziening Algemene Risico's; 4. de overige met de ontvlechting samenhangende kosten, op basis van huidige inzichten berekend op op 8.58, ten laste te brengen van de Voorziening Algemene Risico's. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van ar y v.,, - De griffier, F.P.deVos

14 Besluit tot wijziging van de begroting Gemeente Bergen op Zoom Provincie Noord-Brabant Dienstjaar 23 Nummer Begrotingswijziging behorende bij de ontvlechting Gemeente Bergen op Zoom en Stichting Profest. SECTOR : AFDELING : SMD WES Beheers-begrotingswijziging: Begrotingswijziging behorende bij raadsvoorstel: SMD 3/12 Te behandelen in de volgende Commissies: Bestuur & Veiligheid Middelen Maatschappelijke Dienstverlening & Cultuur Ruimtelijke Ontwikkeling, Uitvoering & Beheer De raad van de gemeente Bergen op Zoom besluit; de begroting van de Algemene Dienst voor bovengenoemd dienstjaar, met goedkeuring van de bovengenoemde commissies, onder bovengenoemde nummering en omschrijving te wijzigen als hierna aangegeven. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van 27-mrt-3 25-feb-3 Ter kennisname gebracht van Commissie Middelen van eretaris, beoogd griffier, de voorzitter, wg. Dhr. F.P. de Vos wg. Dhr. P.A.C.M. van der Velden Ingevolge artikel 263 van de gemeentewet ter kennisneming gezonden aan Gedeputeerde Staten. Datum van toezending : 27febmafi2oo3 Sector Afdeling Aantal : Middelen : Middelenbeleid en -beheer : -2-

15 Wijziging (meerjaren-)begroting Cat. Prod/kpl GRBR KSTP PRJC OBJS OBJC Externe producten: Product: P P P451 V V612 Lasten Begr. Begr. Begr. Begr Baten Begr. Begr. Begr. Begr Interne producten: 461 K99 V V K99 V V G ~! Investeringen / reserves en voorzieningen: Toelichting : Met ingang van 1 januari 21 is de subsidierelatie met de stichting scal (thans Profest) beëindigd. Daarmee kwam een einde aan een langdurige samenwerking tussen de gemeente en deze stichting. De ontvlechting is niet vanzelf gegaan en er is een adviseur aangetrokken om de ontvlechting te regelen. De financiële gevolgen zijn in het raadsvoorstel onder het punt financiële overwegingen opgenomen en bedragen 56.43,. Tevens zijn er nog ontwikkelingen waarbij het niet zeker is of de vorderingen op profest invorderbaar zijn zodat wordt voorgesteld om hier een bedrag ad , voor op te nemen. Voorgesteld wordt om het totaal ad 8.588, ten laste van de voorziening algemene risicos te brengen.