PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN SCHRIFTELIJKE PROEF 07 MEI 2016

Transcriptie

1 BIBF B E R O E P S I N S T I T U U T V A N E R K E N D E B O E K H O U D E R S E N F I S C A L I S T E N Wet van 22 april 1999 IPCF I N S T I T U T P R O F E S S I O N N E L D E S C O M P T A B L E S E T F I S C A L I S T E S A G R É É S Loi du 22 avril 1999 PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN SCHRIFTELIJKE PROEF 07 MEI 2016 DEEL I I. BOEKHOUDEN: /40 III. PLICHTENLEER(I): /10 Sub-Totaal: /50 A B C D E p. 1

2 ZONE VOORBEHOUDEN AAN DE CORRECTOREN 07 MEI Deel I I. BOEKHOUDING /40 A. ALGEMENE BOEKHOUDING /15 B. WETGEVING OP DE BOEKHOUDING EN DE JAARREKENING VAN DE ONDERNEMING + OPSTELLEN, ANALYSE EN KRITISCHE /15 BEOORDELING VAN DE JAARREKENING C. ALGEMENE BEGINSELEN VAN HET FINANCIEEL BEHEER /5 D. ORGANISATIE VAN DE BOEKHOUDINGSDIENSTEN EN DE ADMINISTRATIEVE DIENSTEN VAN DE ONDERNEMING /5 III. PLICHTENLEER (I) /10 TOTAAL DEEL I : /50 p. 2

3 PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN VOOR ERKENDE BOEKHOUDERS EN ERKENDE BOEKHOUDERS FISCALISTEN BIBF Koninklijk Besluit van 20 januari 2003 en Koninklijk Besluit van 27 september 2015 SCHRIFTELIJKE PROEF 07 MEI 2016 DEEL 1 Algemene Instructies Er zijn 2 delen voorzien voor deze schriftelijke proef : - het eerste deel zal plaatsvinden van 09u00 tot 12u00 u. (betreft vragen A tot E : boekhouding en deontologie ) - het tweede deel van 13u30 tot 16u00 u (betreft vragen F tot K : belastingen en recht) Gelieve op ELK blad van deze examenreeks uw naam, voornaam en BIBF-nummer (zie oproepingsbrief) te vermelden Enkel het gebruik van een rekenmachine, BIBF-rekeningenstelsel, de BIBF-Fiscus op zak, de BIBF-Codex (papieren versie) en een blauwe of zwarte balpen (geen potlood of rode balpen) zijn toegelaten Het niet naleven van deze bovenvermelde voorwaarden zal leiden tot het verplicht verlaten van de aula en de ongeldigheid van dit examen. Dit examen bestaat uit een reeks vragen, gegroepeerd in 3 deeldomeinen : Boekhouding (40 punten), Fiscaliteit (35 punten), Vennootschapsrecht en andere rechtstakken (25 punten) Dit examen (met modelantwoorden) zal uiterlijk 15 dagen na dit examen worden gepubliceerd op Om toegelaten te worden tot het mondeling gedeelte voor het bekomen van de titel van erkend boekhouder BIBF, dient de kandidaat minstens 50% van de punten op het schriftelijk gedeelte te behalen en bovendien minstens 60 % van de punten op deeldomein boekhouden en 50% op het vak deontologie. De kandidaten erkend boekhouder fiscalist dienen bovendien minstens 60 % te behalen op het deeldomein inzake fiscaliteit (= 21 op 35 punten op deeldomein II). VEEL SUCCES!!!!!! p. 3

4 DEELDOMEIN BOEKHOUDING./40 Alle journaalposten moeten een datum en een omschrijving bevatten. De rekeningen moeten minstens uit 3 cijfers bestaan. Voor elke opgave wordt verondersteld dat het boekjaar samenloopt met het kalenderjaar, tenzij in de opgave anders vermeld. A. ALGEMENE BOEKHOUDING /15 Vraag A. 1. /6 Gegevens De kleine vennootschap Jan ROBES is eigenaar van een onroerend goed dat zij in 2001 aankocht voor een totaal van ,00 (waarvan voor de grond). Het afschrijvingspercentage bedraagt 4 % lineair. Met de bijkomende kosten en de BTW hoeft geen rekening meer gehouden te worden. In 2016 verkoopt vennootschap het onroerend goed voor de som van ,00. Vraag : 1. Geef de boekhoudkundige verrichtingen betreffende de verkoop. 2. Geef de boekingen wetende dat de vennootschap kiest voor de gespreide belasting van de gerealiseerde meerwaarde. Het belastingstarief is 33,99 %. Antwoord : Louter informatief : Aanschaffingswaarde ,00 Geboekte afschrijvingen ,00 Boekwaarde van het gebouw ,00 Verkoopprijs ,00 Gerealiseerde meerwaarde ,00 p. 4

5 1. Boeking van de verkoop (3 punten). 410/400 Overige vorderingen/klanten , Geboekte afschrijvingen Terrein Onroerende goederen Meerwaarde op realisatie van materiële 741 vaste activa ,00 Alternatieve versie 41/40 OVerige vorderingen/klanten Verkoop van onroerende goederen Geboekte afschrijvingen /763 Verkoop van onroerende goederen 2200 Terreinen 2210 Gebouwen 763/ Gespreide belasting (3 punten) Overboeking naar de uitgestelde belastingen , Overboeking naar de belastingvrije reserves Belastingvrije reserves ,00 Uitgestelde belastingen op meerwaarden op materiële vaste activa ,00 p. 5

6 Vraag A. 2. /3 Gegevens Op basis van dezelfde gegevens van vraag A.1. Begin 2011 werd het onroerend goed geherwaardeerd voor een bedrag van ,00 (waarvan voor de grond). Herwaardering die tevens afgeschreven wordt vanaf dat ogenblik. De vennootschap heeft de herwaarderingsmeerwaarde overgeboekt naar de beschikbare reserves. Vraag : Geef de boekhoudkundige verrichtingen betreffende de verkoop in Antwoord : Louter informatief Aanschaffingswaarde ,00 Geboekte Meerwaarde ,00 Geboekte afschrijvingen ,00 Geboekte afschrijving meerwaarde ,00 Boekwaarde van het gebouw ,00 Verkoopprijs ,00 Gerealiseerde meerwaarde ,00 p. 6

7 Boeking van de verkoop 410/400 Overige vorderingen/klanten , Geboekte afschrijvingen onroerend goed , Geboekte afschrijvingen meerwaarde terrein , Niet-afgeschreven gedeelte meerwaarde gebouw Terrein Onroerende goederen Geboekte meerwaarden op terrein Geboekte meerwaarde op gebouw 741 Alternatieve versie Meerwaarde op realisatie van materiële vaste activa ,00 41/40 OVerige vorderingen/klanten Verkoop van onroerende goederen Geboekte afschrijvingen Geboekte afschrijving meerwaarde Herwaarderingsmeerwaarden /763 Verkoop van onroerende goederen Aanschaffingsprijs terreinen Aanschaffingsprijs gebouwen Geboekte meerwaarde gebouwen Geboekte meerwaarde terreinen Meerwaarden op de realisatie van activa /Andere bedrijfsopbrengsten p. 7

8 Vraag A. 3. /3 Gegevens 02/01/2015: Mevrouw Lekkerbek en Mijnheer Goedgesmaakt richten de BVBA "Ondernemerscoach" op met een geplaatst kapitaal van EUR, volstort ten belope van EUR. Op 20/11/2015 voorziet de zaakvoerder behoefte aan bijkomende middelen en hij vraagt de aandeelhouders om samen bijkomend euro kapitaal te storten (oproep tot volstorting). Vragen : 1. Welke is de eerste boeking bij de oprichting nieuwe vennootschap? 2. Zou u iets boeken op 20/11/2015? Zo ja : welke boeking? Antwoorden : 1. Boeking op Niet opgevraagd kapitaal 100 Geplaatst kapitaal , Opgevraagd niet gestort kapitaal Niet opgevraagd kapitaal 6.200, Bank Opgevraagd niet gestort kapitaal 6.200,00 Alternatieve versie I boeking op Bank 6.200, Niet opgevraagd kapitaal Kapitaal ,00 oprichting en storting minimum kapitaal Alternatieve versie II. 101 Niet opgevraagd kapitaal Kapitaal , Bank Niet opgevraagd kapitaal 6.200,00 p. 8

9 Boeking vóór oprichting (facultatief) 550 Bank 6.200,00 Diverse schulden voorschotten op kapitaal 6.200,00 Indien je dit opschreef moet je wel een overboeking doen bij de oprichting van de vennootschap Diverse schulden ontvangen ,00 voorschotten op Opgevraagd, niet volgestort kapitaal 6.200, Niet opgevraagd kapitaal Geplaatst kapitaal , Opgevraagd, niet volgestort kapitaal Niet opgevraagd kapitaal 6.200,00 Situatie van de grootboekberekeningen bij de oprichting 550 Bank 6.200, Niet opgevraagd kapitaal Geplaatst kapitaal ,00 Cfr praktisch boekhouden BIBF publicatie 01/2005 p 18 (auteur Prof dokter De Lembre) 2. Ja 1 punt 410 Opgevraagd niet gestort kapitaal 101 Niet opgevraagd kapitaal 6.400,00 20/11/2015 Verzoek tot volstorting van 6.400,00 in kapitaal p. 9

10 Vraag A. 4. /3 Gegevens De kleine vennootschap IK MAAK ALLES. Voorraad Begin boekjaar Einde boekjaar Grondstoffen , ,00 Goederen in bewerking 7.500, ,00 Afgewerkte producten , ,00 Totaal , ,00 Vraag: Boek de voorraadwijzingen op het einde van het boekjaar. Antwoord of 6090 Voorraadwijziging grondstoffen Voorraad grondstoffen 5.000, Goederen in bewerking Voorraad goederen in bewerking 1.500, In de voorraad gereed product Voorraad Afgewerkt product 1.000, In de voorraad gereed product 1.000, Voorraadwijziging grondstoffen 5.000, Goederen in bewerking Grondstoffen Voorraad goederen in bewerking Afgewerkte producten 1.000,00 p. 10

11 B. WETGEVING OP DE BOEKHOUDING EN DE JAARREKENING VAN DE ONDERNEMING + OPSTELLEN, ANALYSE EN KRITISCHE BEOORDELING VAN DE JAARREKENING /15 Vraag B. 1. /5 Gegevens De kleine BVBA Goedgeboerd dient in het boekjaar N een winst van ,00 toe te wijzen. In de balans vinden we, voor de toewijzing van winst van het boekjaar N, volgende bedragen Rekening ,00 Rekening ,00 Rekening ,00 De algemene vergadering respecteert alle wettelijke bepalingen en beslist het resultaat als volgt te verdelen : a. Een tantième van 1.000,00 b. Een dividend 2.000,00 c. Een beschikbare reserve van ,00 d. Het saldo naar over te dragen resultaat Vraag: Geef alle boekingen van de resultaatsbestemming van het boekjaar N. Antwoord Overgedragen verlies van het vorig ,00 Overgedragen verlies , Toevoeging aan de wettelijke reserve Wettelijke reserve 360, Tantièmes zaakvoerder Tantièmes over het boekjaar 1.000, Uit te keren winst Dividenden over het boekjaar 2.000,00 p. 11

12 6921 Toevoeging aan de overige reserves Beschikbare reserve , Over te dragen winst Overgedragen winst 1.640,00 Vraag B. 2. /8 Duid de juiste stelling(-en) aan! Er worden geen punten toegekend bij een onvolledig of (gedeeltelijk) foutief antwoord 1. Jaarverslag Alle vennootschappen moeten een jaarverslag opmaken Alle beursgenoteerde vennootschappen moeten een jaarverslag opmaken Een CVOA met als aandeelhouders Jan A, Piet B, Joris C, en Korneel D en BVBA Baardemaekers moet geen jaarverslag opmaken Niet genoteerde kleine vennootschappen mogen geen jaarverslag opmaken Een Comm. V. moet geen jaarverslag opmaken Antwoord Jaarverslag : duid de juiste stelling(en) aan! - 2 punten (alles juist of niets) Alle vennootschappen moeten een jaarverslag opmaken Alle beursgenoteerde vennootschappen moeten een jaarverslag opmaken Een CVOA met als aandeelhouders Jan A, Piet B, Joris C, en Korneel D en BVBA Baardemaekers moet geen jaarverslag opmaken Niet genoteerde kleine vennootschappen mogen geen jaarverslag opmaken Een Comm. V. moet geen jaarverslag opmaken Cfr. Art 94 Wetboek vennootschappen 2. Schema s Jaarrekening Grote ondernemingen moeten het volledig schema gebruiken Kleine ondernemingen moeten het verkort schema gebruiken Verzekeringsondernemingen die door de Koning zijn toegelaten overeenkomstig de wetgeving betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen mogen hun jaarrekening volgens een specifiek schema opstellen Er bestaat een afzonderlijk schema voor geconsolideerde jaarrekeningen Een VOF gebruikt enkel een verkort schema voor de neerlegging van de jaarrekening p. 12

13 Antwoord 2 punten (alles juist of niets) Grote ondernemingen moeten het volledig schema gebruiken Kleine ondernemingen moeten het verkort schema gebruiken (neen zij mogen) verzekeringsondernemingen die door de Koning zijn toegelaten overeenkomstig de wetgeving betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen mogen hun vennootschappelijke jaarrekening volgens een specifiek schema opstellen (neen zij moeten) Er bestaat een afzonderlijk schema voor geconsolideerde jaarrekeningen Een VOF gebruikt enkel een verkort schema voor de neerlegging van de jaarrekening Zie Art 97 Wetboek vennootschappen 3. Jaarrekening vennootschap in vereffening Op de datum van de ontbinding (beslissing van de A.V.) moet een jaarrekening opgemaakt en gepubliceerd worden Bij de definitieve sluiting van de vereffening wordt telkens en voor de laatste keer een jaarrekening gepubliceerd Bij neerlegging moet op de eerste bladzijde van de jaarrekening de benaming van de onderneming steeds worden aangevuld met de woorden "in vereffening". De vereffenaar moet enkel bij aanvang en bij de sluiting van de vereffening een jaarrekening neerleggen De vereffenaar moet de jaarrekening voorleggen voor goedkeuring door de algemene vergadering Antwoord 2 punten (alles juist of niets) Op de datum van de ontbinding (beslissing van de A.V.) moet een jaarrekening opgemaakt en gepubliceerd worden. Neen, dit is geen verplichting (het is wel aanbevolen door het CBN) Bij de definitieve sluiting van de vereffening wordt telkens en voor de laatste keer een jaarrekening gepubliceerd. Neen dit is geen verplichting, het zou uitzonderlijk,maar dus niet telkens, zijn indien de datum van de definitieve sluiting samen valt met de normale afsluitdatum. Bij neerlegging moet op de eerste bladzijde van de jaarrekening de benaming van de onderneming steeds worden aangevuld met de woorden "in vereffening". De vereffenaar moet enkel bij aanvang van de vereffening en bij de sluiting een jaarrekening neerleggen. Neen, de vereffenaar moet jaarlijks en dit tot zolang de vereffening niet gesloten is, een jaarrekening opmaken en publiceren. De vereffenaar moet de jaarrekening voorleggen voor goedkeuring door de algemene vergadering. Neen de algemene vergadering moet geen goedkeuring geven Advies 2011/8 van 6 april "Verslaggeving bij ontbinding en vereffening" van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN), p. 13

14 4. Wie moet een jaarrekening publiceren? Alle vennootschappen De NV, de BVBA, de Comm. VA, de CVOA en de ESV zijn in normale omstandigheden verplicht een jaarrekening te publiceren. Een natuurlijk persoon handelaar met een omzet van meer dan Een landbouwvennootschap Een gefuseerde, opgeslorpte of gesplitste vennootschap voor de periode tussen de afsluitingsdatum van het laatste boekjaar waarvoor de jaarrekening is goedgekeurd en de datum vanaf dewelke de handelingen van de te fuseren, op te slorpen of te splitsen vennootschap geacht worden te zijn verricht voor rekening van de verkrijgende vennootschap. Een COMM.V en VOF met een omzet van Antwoord 2 punten (alles juist of niets) Alle vennootschappen (neen, vennootschappen met een onbeperkte aansprakelijkheid die klein zijn vb niet) De NV, de BVBA, de Comm. VA, de CVOA en de ESV zijn in normale omstandigheden verplicht een jaarrekening te publiceren. De CVOA hoort niet thuis in het rijtje want hier is een onbeperkte aansprakelijkheid, De CVOA dient dus geen jaarrekening neer te leggen, tenzij in uitzonderlijke gevallen. Een natuurlijk persoon handelaar met een omzet van meer dan Neen, de omzet speelt ook geen rol. Een natuurlijk persoon handelaar is steeds vrijgesteld Een landbouwvennootschap. Neen, is vrijgesteld. Een gefuseerde, opgeslorpte of gesplitste vennootschap moet voor de periode tussen de afsluitingsdatum van het laatste boekjaar waarvoor de jaarrekening is goedgekeurd en de datum vanaf dewelke de handelingen van de te fuseren, op te slorpen of te splitsen vennootschap geacht worden te zijn verricht voor rekening van de verkrijgende vennootschap. (Dit is een aanbeveling van de NBB : zie Een COMM.V en VOF met een omzet > Neen, een Commanditaire vennootschap en een vennootschap onder firma zijn normaal vrijgesteld. De omzetgrens ( ) is een bedrag dat afkomstig is uit het KB van 12/9/1983 mbt de boekhouding van ondernemingen maar heeft niets te zien met de publicatie van de jaarrekening. Cfr ook o.m. Art 97 W Venn. p. 14

15 Vraag B. 3. /2 Vraag Wat is het verschil tussen afschrijvingen en waardeverminderingen? Antwoord : Het verschil wordt uiteengezet in artikel 45, 1 en 2 lid van het K.B. van 30 januari 2001 tot uitvoering van het wetboek van vennootschappen. Onder " afschrijvingen " verstaat men de bedragen ten laste van de resultatenrekening genomen, met betrekking tot oprichtingskosten en tot immateriële en materiële vaste activa waarvan de gebruiksduur beperkt is, ten einde hetzij het bedrag van deze oprichtingskosten en van de eventueel geherwaardeerde aanschaffingskosten van deze vaste activa te spreiden over hun waarschijnlijke nuttigheids- of gebruiksduur, hetzij deze kosten ten laste te nemen op het ogenblik waarop zij worden aangegaan. Onder " waardeverminderingen " verstaat men correcties op de aanschaffingswaarde van de actiefbestanddelen, andere dan die vermeld in het vorige lid, om rekening te houden met al dan niet als definitief aan te merken ontwaardingen bij het afsluiten van het boekjaar. p. 15

16 C. ALGEMENE BEGINSELEN VAN HET FINANCIEEL BEHEER /5 Vraag C.1 /1 Gegevens De bvba De Kousenboetiek heeft op 31 oktober 2015 volgende tussentijdse balans. Vast actief ,00 Kapitaal ,00 (volledig afgeschreven) Reserves 1.860,00 Voorraad ,00 Schulden op > 1 jaar ,00 Klanten 4.250,00 Schulden op < 1 jaar 3.500,00 Bank 2.330,00 rekening courant Zaakvoerder 4.900,00 Totaal ,00 Totaal ,00 Vraag Bereken de solvabiliteitstratio, uitgedrukt in percent. Antwoord Eigen vermogen / Totaal vermogen ,00 / ,00 = 34% (0,34) Vraag C.2 /4 Gegevens De situatie van de vennootschap in C.1. is na winstverdeling per 31/12/2015 de volgende Vast actief ,00 Kapitaal ,00 (volledig afgeschreven) Reserves 1.860,00 Winst van het boekjaar ,00 Voorzieningen 2.000,00 Voorraad ,00 Schulden op > 1 jaar ,00 Klanten ,00 Schulden op < 1 jaar 6.300,00 Bank 6.330,00 rekening courant Zaakvoerder 2.900,00 Totaal ,00 Totaal ,00 p. 16

17 Vragen 1. Bereken de solvabiliteitsratio (uitgedrukt in %) na deze gewijzigde situatie. 2. Geef minstens twee concrete gebeurtenissen die deze ratio kunnen beïnvloeden. 3. Bereken de rentabiliteitsratio van het eigen vermogen. Antwoorden : 1. Eigen vermogen / Totaal vermogen ,00 / ,00 = 45% (0,45) (1 punt) 2. winstverdeling kapitaalsverhoging door nieuwe inbrengen voorraadwijzigingen wijzigingen R/C zaakvoerder schuldenlast verminderen wijzigingen in de voorzieningen.( 2 punten) 3. Resultaat van het boekjaar/eigen vermogen : ,00 /32.660,00 = 0,37(1 punt) p. 17

18 D. ORGANISATIE VAN DE BOEKHOUDING EN DE ADMINISTRATIEVE DIENSTEN VAN DE ONDERNEMING. /5 Vraag D.1. /3 Gegevens De boekhouder van de onderneming ontvangt de inkomende facturen en klasseert deze in een map Te betalen facturen. Hij stuurt een kopie naar de verantwoordelijke van de aankopen die de bestelling heeft geplaatst. De boekhouder heeft geen kopie van de bestelbon. Hij ontvangt van de verantwoordelijke van de aankopen de kopie van de factuur terug met zijn visum om te betalen. Eens betaald wordt de originele factuur uit de map te betalen facturen gelicht en in de map betaalde facturen geklasseerd. Op het einde van de maand boekt de boekhouder de betaalde facturen door de boeking kosten (6 ) aan bank. VRAAG: Duid de fouten aan in de procedure en geef de mogelijke oplossingen tot verbetering van het systeem ANTWOORD Hier worden twee fouten gemaakt 1,5 punten : a. gebrek aan interne controle door de aankoper zelf en alleen te laten controleren of de levering overeenstemt met de bestelling en hiervoor zijn toelating tot betalen te laten geven. Oplossing : Aankoopverantwoordelijke : geeft bestelbon aan magazijnier Magazijnier : vergelijkt bestelbon met de ontvangen bestelling Financiële dienst : controleert de gefactureerde bedragen, de betalingsvoorwaarden en doet de betalingen b. De boekhouding is slecht georganiseerd 1,5 punten : - de inkomende facturen moeten zonder verwijl ingeschreven worden; - 0,5 punt -indien dit niet gebeurt geven de balansen geen beeld op van uitstaande schuld t.o.v. de leveranciers 0,5 punt -er zijn geen hulpdagboeken : art III 84 Wetboek economisch recht 0,5 punt p. 18

19 Vraag D.2. /2 In welke sector spreekt men over een geregistreerd kassasysteem (GKS)? Antwoord Horeca p. 19

20 E. PLICHTENLEER /10 Geef steeds een korte toelichting bij uw antwoord en bevestig dit door de vermelding van het artikel/de artikelen van wettelijke of reglementaire bepalingen die van toepassing zijn Vraag E.1. /2 Gegevens De heer Patrick DUPMANS is extern stagiair boekhouder-fiscalist BIBF en ingeschreven met nummer Hij oefent het beroep van boekhouder uit als zaakvoerder van de BVBA ALL GOOD. Deze vennootschap is ingeschreven op het tableau van de erkende boekhoudvennootschappen onder nummer Teneinde zijn werkzaamheden als boekhouder te vergemakkelijken besluit hij om in de vennootschap van grootste cliënt (een transportbedrijf) zowel aandelen te verwerven als zaakvoerder te worden. Vraag 1. Kan hij deze aandelen verwerven en dit mandaat als zaakvoerder opnemen? 2. Geef minstens twee reden voor uw antwoord en dit aan de hand van het Reglement van Plichtenleer. Antwoord 1. Neen; 2. Art 4 onafhankelijkheid; Art 21 onverenigbaarheid handelsactiviteiten. Vraag E.2. /2 Gegevens Mevrouw Arabelle BERGWATER was extern stagiair boekhouder-fiscalist BIBF en ingeschreven met nummer Zij was stagiair BIBF vanaf 01/01/2011 tot en met 31/12/2013 doch heeft de stage niet op voldoende wijze kunnen beëindigen. In 2015 is zij als natuurlijke persoon zelfstandige in hoofdberoep en doet zij nog steeds de boekhouding van haar voornaamste cliënt. Zij legt ook de jaarrekening neer en tekent onder haar naam met de vermelding van haar BIBF-titel en haar BIBF-stagenummer. p. 20

21 Vraag 1. Mag zij het beroep van boekhouder als zelfstandige blijven uitoefenen? 2. Mag zij de titel blijven gebruiken? Geef in uw antwoord de toepasselijke wettelijke en/of reglementaire bepalingen. Antwoord 1. Neen art 46, lid 2 van de wet van 22/04/1999 ; 2. Neen art 46, lid 1 van de wet van 22/04/1999. Niemand mag de beroepstitel voeren van erkende boekhouder, "erkende boekhouder-fiscalist, stagiair boekhouder of stagiair boekhouder-fiscalist of een andere titel die tot verwarring zou kunnen leiden met één van voormelde beroepstitels, als hij niet ingeschreven is op het tableau van de leden, of op de lijst van stagiairs gehouden door het Beroepsinstituut. Niemand mag als zelfstandige voor rekening van derden in hoofd- of bijberoep het beroep van boekhouder uitoefenen als hij niet ingeschreven is op het tableau van titularissen van het beroep, of op de lijst van stagiairs gehouden door het Beroepsinstituut. Vraag E.3. /2 Gegevens De heer Victor MONDA, erkend boekhouder-fiscalist met BIBF-nr oefent het beroep uit via een burgerlijke boekhoudvennootschap. Een van zijn vrienden is verzekeringsmakelaar en die vraagt of zijn boekhoudvennootschap 10 % van de aandelen van zijn verzekeringsvennootschap zou willen verwerven. De boekhoudvennootschap oefende het beroep van verzekeringsmakelaar uit via een mandaat als onbezoldigd zaakvoerder in een verzekeringsvennootschap. Vraag Mag de heer Victor MONDA vanuit deontologisch oogpunt dergelijk voorstel aanvaarden? 1. Voor wat betreft het verwerven aan aandelen 2. Voor het mandaat als zaakvoerder Geef in uw antwoord tevens de toepasselijke wettelijke en/of reglementaire bepalingen. p. 21

22 Antwoorden 1. Aandelen: neen, de vennootschap mag enkel deelnemingen hebben in andere vennootschappen van uitsluitend professionele aard [FR. Tekst niet juist] (art 8, 6 KB15/02/2005) ; 2. Mandaat : neen, absoluut verbod op verzekeringsactiviteiten (art 21 Reglement van Plichtenleer). Vraag E.4. /2 Gegevens De onlangs opgerichte BVBA SOKEROP is een nieuwe cliënt. Vraag Leg uit, wat is een permanent dossier? Geef twee elementen die zich in het permanent dossier moeten bevinden met betrekking tot identificatie van de cliënt. Antwoord 1. Het permanent dossier van de cliënt is een verzameling van documenten die alle informatie bevat nodig voor de beroepsbeoefenaar om zijn opdracht uit te voeren. Het wordt aangemaakt bij de aanvang van de opdrecht en bijgehouden tot 10 jaar na het beëindigen Statuten van de BVBA; - Ondernemingsnummer BVBA; - Geboorteplaats en- datum van de mandatarissen; - Identiteitskaart of paspoort van de mandatarissen p. 22

23 Vraag E.5. /2 Gegevens U bent extern lid van het BIBF. Een trouwe cliënt, die in hetzelfde kantoorgebouw werkt, neemt met u contact om u in kennis te stellen van een aantal wijzigingen in zijn situatie. Uit het daaruitvolgende gesprek blijkt dat : Hij wil een vennootschap naar Belgisch recht oprichten Maatschappelijke zetel te Antwerpen; Er zijn twee oprichters en uw cliënt wordt zaakvoerder. Uw cliënt kent de twee oprichters/vennoten, die afkomstig zijn uit Cyprus, blijkbaar niet; De twee oprichters/vennoten doen een inbreng in natura Op dit ogenblik is de oorsprong van de middelen ongekend. Activiteit: bouw. Ondanks diverse vragen aan uw cliënt bekomt u geen verdere informatie omtrent de identiteit van de oprichters en de oorsprong van de fondsen. Vraag: Hoe gaat u reageren? Antwoord 1. opmaak verslag atypische verrichting 2. zakenrelatie met vennootschap weigeren wegens onmogelijkheid identificatie/verificatie UBO en dit in combinatie verhoogd risico (Cyprus, bouwsector, ) 3. Melding CFI. p. 23

24 BIBF B E R O E P S I N S T I T U U T V A N E R K E N D E B O E K H O U D E R S E N F I S C A L I S T E N Wet van 22 april 1999 IPCF I N S T I T U T P R O F E S S I O N N E L D E S C O M P T A B L E S E T F I S C A L I S T E S A G R É É S Loi du 22 avril 1999 PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN SCHRIFTELIJKE PROEF 07 MEI 2016 DEEL II II. FISCALITEIT : /35 III. RECHT : /15 Sub-Totaal: /50 F. G. H. I. J. K. p. 24

25 ZONE VOORBEHOUDEN AAN DE CORRECTOREN 07 MEI Deel II II. FISCALITEIT (inclusief beginselen van registratie- en successierechten alsook de beginselen inzake douane en accijnzen) /35 F. BTW /10 G. PERSONENBELASTING /10 H. VENNOOTSCHAPSBELASTING /10 I. BELASTINGSPROCEDURES /5 III. VENNOOTSCHAPSRECHT EN ANDERE RECHTSTAKKEN (II) /15 J. VENNOOTSCHAPSRECHT EN DE WETGEVING IN VERBAND MET ONDERNEMINGEN IN MOEILIJKHEDEN K. BEGINSELEN VAN HET ARBEIDS- EN SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHT /10 /5 TOTAAL DEEL II : /50 p. 25

26 PRAKTISCH BEKWAAMHEIDSEXAMEN VOOR ERKENDE BOEKHOUDERS EN ERKENDE BOEKHOUDERS FISCALISTEN BIBF Koninklijk Besluit van 20 januari 2003 en Koninklijk Besluit van 27 september 2015 SCHRIFTELIJKE PROEF 07 MEI 2016 DEEL II Algemene Instructies Er zijn 2 delen voorzien voor deze schriftelijke proef : - het eerste deel zal plaatsvinden van 09u00 tot 12u00 u. (betreft vragen A tot E : boekhouding en deontologie ) - het tweede deel van 13u30 tot 16u00 u (betreft vragen F tot K : belastingen en recht) Gelieve op ELK blad van deze examenreeks uw naam, voornaam en BIBF-nummer (zie oproepingsbrief) te vermelden Enkel het gebruik van een rekenmachine, BIBF-rekeningenstelsel, de BIBF-Fiscus op zak, de BIBF-Codex (papieren versie) en een blauwe of zwarte balpen (geen potlood of rode balpen) zijn toegelaten Het niet naleven van deze bovenvermelde voorwaarden zal leiden tot het verplicht verlaten van de aula en de ongeldigheid van dit examen. Dit examen bestaat uit een reeks vragen, gegroepeerd in 3 deeldomeinen : Boekhouding (40 punten), Fiscaliteit (35 punten), Vennootschapsrecht en andere rechtstakken (25 punten) Dit examen (met modelantwoorden) zal uiterlijk 15 dagen na dit examen worden gepubliceerd op Om toegelaten te worden tot het mondeling gedeelte voor het bekomen van de titel van erkend boekhouder BIBF, dient de kandidaat minstens 50% van de punten op het schriftelijk gedeelte te behalen en bovendien minstens 60 % van de punten op deeldomein boekhouden en 50% op het vak deontologie. De kandidaten erkend boekhouder fiscalist dienen bovendien minstens 60 % te behalen op het deeldomein inzake fiscaliteit (= 21 op 35 punten op deeldomein II). VEEL SUCCES!!!!!! p. 26

27 DEELDOMEIN FISCALITEIT (inclusief beginselen van registratie- en successierechten alsook de beginselen inzake douane en accijnzen)./35 F. BTW /10 Tenzij anders aangegeven zijn de vermelde bedragen steeds exclusief BTW Vraag F. 1. /2,5 Kan de margeregeling toegepast worden in de volgende situaties (alle andere voorwaarden zijn vervuld)? Antwoorden met JA of NEEN. 1. Verkoop door een handelaar in occassiewagens van een bestelwagen gekocht van een VZW, een BTW-vrijgestelde belastingplichtige? 2. Doorverkoop door een particulier van een voertuig dat voorheen tweedehands gekocht was bij een autohandelaar? 3. Verkoop door een architect aan een autohandelaar van de auto die hij gebruikte voor zijn activiteit? 4. Verkoop door een autohandelaar van een motorfiets die hij gekocht had van een particulier? 5. Verkoop van een bestelwagen door een Belgische autohandelaar aan zijn Franse collega? Antwoord 1. Verkoop door een handelaar in occassiewagens van een bestelwagen gekocht van een VZW, een BTW-vrijgestelde belastingplichtige? JA 2. Doorverkoop door een particulier van een voertuig dat tweedehands gekocht was bij een autohandelaar? NEEN 3. Verkoop door een architect aan een autohandelaar van de NEEN p. 27

28 auto die hij gebruikte voor zijn activiteit? 4. Verkoop door een autohandelaar van een motorfiets die hij gekocht had van een particulier? JA 5. Verkoop van een bestelwagen door een Belgische autohandelaar aan zijn Franse collega? JA/NEEN Vraag F. 2. /5 Gegevens: Een 100 % Btw-plichtige vennootschap doet volgende verrichtingen 1) Aankoop van een leesbril (250,00 ); 2) Inrichting van een kinderkribbe voor opvang van kinderen (minder dan 3 jaar) van het personeel (10.000,00 ); 3) Een kleine verbouwing aan de burelen (500,00 ); 4) Aankoop nieuwe gsm voor gemengd gebruik (600,00 ); 5) Aankoop Nespresso cups voor het klantenonthaal (100,00 ) Vraag : 1. Zeg telkens of de BTW, al of niet aftrekbaar is, 2.Geef voor elke verrichting ook de roosters van de BTW-aangifte, met de passende bedragen!! Antwoorden : 1. Nee, niet aftrekbaar ,50 2.Ja, aftrekbaar , ,00 OF , ,00 p. 28

29 , ,00 3. Ja, aftrekbaar , , , ,00 4. Ja, aftrekbaar 59 94, ,50 5. Nee, niet aftrekbaar ,00 Vraag F. 3. /2,5 Vraag 1. Wat is sinds 01 januari 2016 het maximale omzetcijfer dat men niet mag overschrijden om te kunnen genieten van het BTW-vrijstellingsregime? Antwoord 1,5 punt ,00 (voorheen ,00 ) 2. Wat gebeurt er als die limiet overschreden wordt? Antwoord - 0,5 punt 1) De belastingplichtige dient bij de grensoverschrijdende verkoop, onmiddellijk zijn Btw-Controlekantoor daarvan in kennis te stellen. Bij voorkeur door middel van een aangetekend schrijven, maar een gewoon schrijven of een elektronisch bericht wordt eveneens aanvaard; 2) Een lichte overschrijding van maximum 10 % wordt toegestaan; 3) Op de grensoverschrijdende verkoop dient reeds Btw gerekend te worden: 4) De belastingplichtige kan opteren voor de regeling maand- of kwartaalaangiften, of, indien er voor zijn sector een forfaitaire regeling bestaat, kan hij ook opteren voor deze forfaitaire regeling. 3. Wanneer moet een onderneming die geniet van het BTW vrijstellingsregime eventueel een jaarlijkse klantenlisting indienen? Antwoord 0,5 punt Ja, vóór 31/03 van elk jaar. p. 29

30 p. 30

31 p. 31

32 G. PERSONENBELASTING /10 Vraag G.1. /5 Gegevens Duid aan of de volgende stellingen juist of fout zijn: De vergoeding die een handelaar verkrijgt ingevolge een verzekering gewaarborgd inkomen bij ziekte is belastbaar als een beroepsinkomen De prijs die een handelaar voor het overlaten van zijn cliënteel ontvangt bij zijn definitieve stopzetting op 65-jarige leeftijd wordt in geen geval aan progressief tarief belast De blote eigenaar van een gebouw wordt in de personenbelasting niet belast op het onroerend inkomen ervan en is evenmin de onroerende voorheffing verschuldigd Inkomsten uit de cessie van auteursrechten moeten steeds worden aangegeven De vergoeding van 10,00 EUR die een werknemer maandelijks van zijn werkgever verkrijgt voor de verplaatsing met de wagen van en naar het werk is steeds vrijgesteld Kosten van kinderopvang met fiscaal attest tegen 10 /dag zijn integraal aftrekbaar (aan alle voorwaarden is voldaan) Dividenden van buitenlandse aandelen moeten door een rijksinwoner steeds worden aangegeven. De winst die een loontrekker maakt bij de verkoop van een ongebouwd onroerend goed dat hem door zijn ouders 7 jaar eerder werd geschonken, is niet belastbaar De door een particulier ontvangen huurgelden van een gemeubeld appartement aan de kust moeten steeds voor 40% worden aangegeven Een gedwongen meerwaarde kan in hoofde van een handelaar gespreid worden belast, ongeacht de gebruiksduur van het betreffende actief in de onderneming Antwoord JUIST FOUT De vergoeding die een handelaar verkrijgt ingevolge een verzekering gewaarborgd inkomen bij ziekte is belastbaar als een beroepsinkomen De prijs die een handelaar voor het overlaten van zijn cliënteel ontvangt bij zijn definitieve stopzetting op 65-jarige leeftijd wordt in geen geval aan progressief tarief belast De blote eigenaar van een gebouw wordt in de personenbelasting niet belast op het onroerend inkomen ervan en is evenmin de onroerende voorheffing verschuldigd JUIST FOUT p. 32 X X X

33 Inkomsten uit de cessie van auteursrechten moeten steeds worden aangegeven De vergoeding van 10,00 EUR die een werknemer maandelijks van zijn werkgever verkrijgt voor de verplaatsing met de wagen van en naar het werk is steeds vrijgesteld Kosten van kinderopvang met fiscaal attest tegen 10 /dag zijn integraal aftrekbaar (aan alle voorwaarden is voldaan) Dividenden van buitenlandse aandelen moeten door een rijksinwoner steeds worden aangegeven. De winst die een loontrekker maakt bij de verkoop van een ongebouwd onroerend goed dat hem door zijn ouders 7 jaar eerder werd geschonken, is niet belastbaar De door een particulier ontvangen huurgelden van een gemeubeld appartement aan de kust moeten steeds voor 40% worden aangegeven Een gedwongen meerwaarde kan in hoofde van een handelaar gespreid worden belast, ongeacht de gebruiksduur van het betreffende actief in de onderneming X X X X X X X Vraag G.2. /5 Kruis telkens het juiste antwoord aan 1. De maximale termijn om te antwoorden op een bericht van wijziging is : drie maanden vanaf de postdatum vermeld op de briefomslag; zes maanden vanaf de datum van verzending van het bericht van wijziging; zes maanden vanaf de derde werkdag na het verzenden van het bericht van wijziging; één maand vanaf de derde werkdag na het verzenden van het bericht van wijziging; Geen van voorgaande antwoorden is correct 2.De belastingplichtige is in 2014 van zijn echtgenote gescheiden en de wijziging van het domicilie is geregistreerd op 18/11/2014. Bij de aangifte van het aanslagjaar 2015 moet u: twee onderscheiden aangiftes indienen met telkens de rechterkolom ingevuld twee onderscheiden aangiftes indienen met telkens de linkerkolom ingevuld hetzij een gemeenschappelijke aangifte, hetzij twee onderscheiden aangiftes indienen, maar elk vult steeds zijn eigen kolom in als betrof het een gemeenschappelijke aangifte de administratie informeren en wachten tot wanneer zij u een hiervoor bestemd formulier overmaakt. Geen van voorgaande antwoorden is correct p. 33

34 3. Wat zijn de gevolgen van een aanslag van ambtswege wanneer geen aangifte werd ingediend? ik zal belast worden op het inkomen van vorig jaar; ik zal belast worden op ,00 en ik kan mijn beroepskosten aftrekken; ik zal belast worden op ,00 maar de administratie moet haar bewering bewijzen; ik zal belast worden op ,00, ik kan niets aftrekken en ik onderga de omkering van de bewijslast Geen van voorgaande antwoorden is correct 4. Welke van deze kosten zijn aftrekbaar voor een zelfstandig boekhouder? Toner voor de printer, riemen papier herstelling van het dak van de private woning het schoolgeld van het kind dat voor verzekeringsmakelaar studeert de auto van de echtgenote, ambtenaar bij Financiën en zaakvoerder van de onderneming, de gordijnen van het salon het nieuwe bureaumeubilair De GSM-kosten een forfait voor de dranken en representatiekosten voor het bureau een ipad voor de dochter 5. Welk middel kan door de fiscale administratie gebruikt worden om aan te tonen dat een belastingplichtige blijkbaar boven zijn middelen leeft? De indiciaire afrekening p. 34

35 H. VENNOOTSCHAPSBELASTING /10 Vraag H.1. /5 Vraag Verschillende fiscale gunstmaatregelen uit de vennootschapsbelasting zijn voorbehouden aan de zgn. kleine vennootschappen conform art.15 van de vennootschappenwet. Noem er 10 op? Antwoorden 0,5 punt per antwoord 1. Een volledige jaarafschrijving toepassen in het eerste jaar van de investering 2. De bijkomende aankoopkosten in één keer afschrijven indien gewenst 3. Het basistarief voor de notionele intrestaftrek verhogen met 0,5% 4. De verhoogde investeringsaftrek vragen voor veiligheidsinvesteringen % kostenaftrek toepassen voor beveiligingskosten 6. De vrijgestelde investeringsreserve aanleggen ( wel cumulverbod met de notionele intrestaftrek) 7. Voorafbetalingen achterwege laten gedurende de eerste drie boekjaren vanaf de oprichting zonder dat zij daarvoor een belastingvermeerdering oplopen 8. Aandelen vervreemden met meerwaarde ( na een bezitsduur van minstens 1 jaar ) zonder dat zij de 0,412 % belasting verschuldigd zijn 9. De aftrek voor octrooi-inkomsten vragen zonder dat zij over een eigen onderzoekscentrum beschikken jaar wachten ( i.p.v. 8 jaar ) voor belastingvrije uitkering van hun tegen 10 % RV vastgeklikte reserves in kapitaal 11. Verlaagde RV toepassen op dividenden uitgekeerd op in geld volstort kapitaal vanaf ( VVPRbis-kapitaal ) 12. Dividendtoekenningen doen zonder dat zij worden onderworpen aan de fairnesstax van 5,15 % 13. Voor gewone investeringen tussen en : de eenmalige investeringsaftrek van 4 % vragen ( wel cumulverbod met de notionele intrestaftrek ) 14. De liquidatiereserve aanleggen 15. De verhoogde investeringsaftrek vragen voor bepaalde digitale investeringen vanaf aanslagjaar Hogere vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing. p. 35

36 Vraag H.2. /3 Gegevens BVBA «Het mooie cijfer» heeft voor het aanslagjaar 2015 een belastbare winst van ,00. Daar de aan de aandeelhouders uitgekeerde dividenden de in het WIB 92 vastgelegde grenzen hebben overschreden kan de vennootschap niet genieten van het verlaagd tarief. grenzen Voorschotten betaald in 2014 : VA1 : ,00 VA 2 : 8.500,00 VA3 : 7.250,00 VA 4. : 250,00 Toe te rekenen roerende voorheffing: 1.527,25 Vraag Bereken de uiteindelijk nog verschuldigde belasting en geef de gedetailleerde berekening. Antwoord Berekening van de vennootschapsbelasting Basis Tarief Belasting Normaal tarief ,00 33% ,60 Aanvullende 1.042, ,60 3% crisisbijdrage Saldo vennootschapsbelasting ,27 Saldo vennootschapsbelasting : 1 punt Toe te rekenen elementen Saldo vennootschapsbelasting ,27 Toerekenbare voorheffingen ,25 Voorafbetalingen ,00 p. 36

37 Verhoging Basis Bedrage Verschuldigde belasting ,60 Aanvullende crisisbelasting 1.042,67 Berekeningsbasis vermeerdering ,27 Voorheffingen ,25 Basis ,02 Gemiddeld percentage 1,69 (of 1,6875) Globale vermeerdering 578,32 Voordeel voorafbetalingen VA ,00 x 2,25% = VA ,00 x 1,88 (1,8750)% VA ,00 x 1,5 % VA4 250,00 x 1,13% (1.1225) 225,00 159,80 108,75 2,83 Totaal voordeel 496,38 Ontoereikende verhoging Naar nul in toepassing van COMM.IB 81,94 art. 218/13 WIB 92 Saldo te betalen vennootschapsbelasting 8.271,02 Basis : 0,5 punt Totaal voordeel : 0,5 punt Saldo : 1 punt Vraag H.3. /1 Gegeven: BVBA CALCULA, kleine vennootschap investeert op 1 maart 2016 in de aankoop van een programma voor elektronisch facturatie met een certificaat. Vraag: Kruis aan welk percentage van éénmalige investeringsaftrek in rekening mag gebracht worden? 0% 3,5% 8% 10,5% 13,5% 20,5% geen van bovenstaande Antwoord 13,5% : KMO's en zelfstandigen die investeren in digitale vaste activa die dienen voor de integratie en exploitatie van digitale betalings- en factureringssystemen, of voor de beveiliging van informatie- en communicatietechnologie, kunnen vanaf het aanslagjaar 2016 genieten van een verhoogde investeringsaftrek (basispercentage + 10 percentpunten). Cfr KB 02/12/2015 p. 37

38 Vraag H.4. /1 Kruis de correcte bewering(-)en aan Het basispercentage van de investeringsaftrek voor kleine vennootschappen bedraagt 8%. Grote vennootschappen kunnen genieten van een gewone investeringsaftrek. De kleine vennootschap die in 2016 een investeringsaftrek doet kan in 2017 genieten van een notionele intrestaftrek. De vakantiewoning van de zaakvoerder van de kleine vennootschap BVBA Zonnekloppers komt niet in aanmerking voor de investeringsaftrek. Antwoord KB 02/12/2015 Het basispercentage van de investeringsaftrek voor kleine vennootschappen bedraagt 8%. Grote vennootschappen kunnen genieten van een gewone investeringsaftrek. De kleine vennootschap die in 2016 een investeringsaftrek doet kan in 2017 genieten van een notionele intrestaftrek. De vakantiewoning van de zaakvoerder van de kleine vennootschap BVBA Zonnekloppers komt niet in aanmerking voor de investeringsaftrek. p. 38

39 I. BELASTINGPROCEDURES/ REGISTRATIERECHTEN EN SUCCESSIERECHTEN /5 Vraag I.1. /5 Gegevens De heer Filip Vermeersch stelt vast dat hij bij het invullen van zijn aangifte in de personenbelasting over het aanslagjaar 2014 een rekenfout heeft begaan waardoor hij in het vak van de winsten een bedrag heeft vermeld van ,00 in plaats van ,00. De administratie heeft reeds op 10 februari 2015 de aanslag in de personenbelasting over het aanslagjaar 2014 gevestigd. Het aanslagbiljet werd op 12 februari 2015 verstuurd. Vraag De heer Vermeersch vraagt u op 1 maart 2015 of hier nog aan verholpen kan worden en zo ja, op welke manier? Is dit hetzelfde op 1 maart 2016? Leg gedetailleerd uit en geef het toepasselijk wetsartikel. 1. Antwoord op 1 maart 2015 Er is een materiële vergissing gebeurd en de heer Vermeersch kan, bij toepassing van artikel 376 WIB 92, de bevoegde inspecteur der belastingen verzoeken hem ambtshalve ontheffing te verlenen van de overbelasting die voortvloeit uit de materiële vergissing. Niets belet evenwel de heer Vermeersch om overeenkomstig artikel 371 WIB 92 een bezwaarschrift in te dienen bij de bevoegde diensten. Dit moet gebeuren binnen een termijn van zes maanden, te rekenen van de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet om geldig te zijn. Artikel(s) vermeld : 1 punt Termijn(en) vermeld : 1 punt Bezwaar : 0,5 punt 2. Antwoord op 1 maart 2016 Neen. Een bezwaarschrift is nu niet meer mogelijk gezien de wettelijke termijn voor een bezwaar is verlopen. Echter, er is een materiële vergissing gebeurd en de heer Vermeersch kan dus, bij toepassing van artikel 376 WIB 92, nog altijd de bevoegde inspecteur der belastingen verzoeken hem ambtshalve ontheffing te verlenen van de overbelasting die voortvloeit uit de materiële vergissing. De heer Vermeersch beschikt daartoe over een termijn van vijf jaar te rekenen vanaf 1 januari van het jaar waarin de belasting is gevestigd. De termijn om ambtshalve ontheffing te vragen voor de bewuste aanslag in de PB ving dus aan op 1 januari 2015 en eindigt op 31 december Materiële vergissing vermeld : 1 punt Periode 5 jaar : 0,5 punt Omschrijving periode van 1 januari 2015 tot 31 december 2019 : 1 punt p. 39

40 III. DEELDOMEIN VENNOOTSCHAPSRECHT EN ANDERE RECHTSTAKKEN (II)./15 Geef waar gevraagd een korte toelichting bij uw antwoord en bevestig dit door de vermelding van het artikel/de artikelen van wettelijke of reglementaire bepalingen die van toepassing zijn J. VENNOOTSCHAPSRECHT, ONDERNEMINGEN IN MOEILIJKHEDEN /10 Vraag J.1. /2 Gegevens In het kader van de ontbinding van een vennootschap stelt de buitengewone algemene vergadering een vereffenaar aan. Vraag Omcirkel de correcte stelling. Antwoord 1. deze aanstelling moet altijd bevestigd of gehomologeerd worden door de rechtbank; 2. deze beslissing tot aanstelling dient slechts uitzonderlijk bevestigd of gehomologeerd te worden door de rechtbank 3. deze beslissing tot aanstelling dient nooit bevestigd of gehomologeerd te worden door de rechtbank 4. een aanstellingsbeslissing is niet vereist, daar de op het ogenblik van de ontbinding in functie zijnde bestuurders geacht worden de vereffenaars te zijn. Vraag J.2. /4 Hoe worden de niet-statutaire zaakvoerders van een BVBA benoemd? 1. Door welk orgaan? door de algemene vergadering 2. Kunnen ze worden afgezet en hoe? Ze worden afgezet bij beslissing van de algemene vergadering, bij eenvoudige meerderheid (ad nutum-afzetbaarheid) p. 40

41 3. Wat wanneer een rechtspersoon wordt benoemd? Dan moet er een vaste vertegenwoordiger worden aangeduid (art. 61, 2 W.Venn.) 4. Wat moet de enige zaakvoerder (tevens enige vennoot) doen wanneer hij voor een belangenconflict is geplaatst? Hij moet een bijzonder verslag opstellen dat hij samen met de jaarrekening moet neerleggen (art. 261 W.Venn.) Vraag J.3. /4 1. Wat moet en kan de externe erkende boekhouder-fiscalist doen wanneer hij merkt dat de continuïteit van een klant (handelsvennootschap)bedreigd is? (1 punt) Geef het wettelijke wetsartikel (1 punt). Hij moet zijn cliënt op een omstandige wijze inlichten omtrent de continuïteitsbedreiging (art. 10 WCO) 2. Mag of moet de externe erkende boekhouder-fiscalist antwoorden wanneer de Kamer voor Handelsonderzoek hem een vragenlijst stuurt m.b.t. zijn cliënt? Geef het wettelijke wetsartikel (1 punt). Hij moet antwoorden op de vragen van de Kamer voor Handelsonderzoek (art. 12 WCO) p. 41

42 K. BEGINSELEN VAN HET ARBEIDS EN SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHT /5 Vraag K.1. /3 Gegevens Een cliënte neemt met u contact naar aanleiding van een probleem dat zich heeft voorgedaan met een werknemer. Een werknemer werd op heterdaad betrapt bij het plegen van een diefstal van klein materiaal uit het depot en bovendien heeft hij de depotverantwoordelijke, die getuige was van de diefstal, geslagen alvorens te vluchten. Uw cliënte deelt mee dat zij haar werknemer wil ontmoeten en confronteren met de feiten. Zij wil de werknemer ontslaan om dringende reden Vragen 1. Wanneer moet het ontslag om dringende reden worden betekend? 2. Onder welke vorm(-en) kan deze betekening gebeuren? Alle mogelijkheden! 3. Uw cliënte vraagt u welke opzegtermijn zij dient in acht te nemen. Wat gaat u antwoorden? Antwoord 1. Binnen de drie werkdagen volgende op het moment dat de opzeggevende partij kennis heeft gekregen van de feiten die aan de grondslag van het ontslag liggen art 35, 3 lid Arbeidsovereenkomstenwet. 1 punt 2. Aangetekend schrijven, gerechtsdeurwaardersexploot of door de afgifte van geschrift aan de andere partij - art 35, lid 5 en 6 Arbeidsovereenkomstenwet 1 punt als alle mogelijkheden opgesomd zijn 3. Er dient geen opzegtermijn te worden gerespecteerd. art 35, lid 5 en 6 Arbeidsovereenkomstenwet 1 punt Art 35 Wet 03/07/1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten p. 42

43 Vraag K.2. /2 Vraag 1. Welke bijdragen zijn vanaf 2016 voor het leven vrijgesteld bij de aanwerving van een eerste werknemer? 2. Op welke type arbeidsovereenkomst(-en) is dit van toepassing? Antwoord 1. Basis werkgeversbijdragen (niet de bijzondere sectorale bijdragen : sluiting van ondernemingen ) ; 2. Arbeidsovereenkomsten ongeacht of ze voor bepaalde of onbepaalde duur zijn F.O.D : werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg p. 43