special machines en automatisering consumptie van zuivel WAT ZIJN DE BELANGRIJKSTE TRENDS? EEN STABIELE MARKT... SEPTEMBER 2014 I N D U S T R Y

Transcriptie

1 SEPTEMBER 2014 I N D U S T R Y ONAFHANKELIJK MAGAZINE VOOR DE VOEDINGSMIDDELENINDUSTRIE - 14 DE JAARGANG NR. 5 MAANDELIJKS (UITGEZONDERD - JANUARI, APRIL, JULI, AUGUSTUS, DECEMBER) AFGIFTEKANTOOR 8500 KORTRIJK 1-2 AFD. - P3A AFZ. - V.U.: EVOLUTION MEDIA GROEP - VLASSTRAAT WIELSBEKE - special machines en automatisering WAT ZIJN DE BELANGRIJKSTE TRENDS? consumptie van zuivel EEN STABIELE MARKT...

2 I N D U S T R Y SEPTEMBER 2014 EEN REALISATIE VAN bvba Evolution Media Group Vlasstraat Wielsbeke Tel Fax HOOFDREDACTIE Els Jonckheere tel els.jonckheere@foodindustry.be REDACTIE Bert Claes Els Jonckheere Stijn Vanbiervliet Mieke Witdouck FOTOGRAFIE Marc Masschelein RECLAMEREGIE Annick Bauwens, tel François Drory, tel ABONNEMENTENSERVICE Jaarabonnement: 35 Buitenland: 54 Tel De abonnementen kunnen maandelijks onderschreven worden ING VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Mieke Witdouck Vlasstraat 17, 8710 Wielsbeke m.witdouck@evolution.be info@evolution.be your partners for the food industry. VOORWOORD 03 Extra zuurstof ACTUA 08 Jaarvergadering Flanders FOOD en Fevia Vlaanderen 12 FAVV heeft nieuwe Gedelegeerd Bestuurder HOE ZOU HET NOG ZIJN MET Thierry Vandererfven, zaakvoerder van Belberry Preserves BEDRIJF IN DE KIJKER 16 Candy Pack lanceert gommen voor volwassenen SPECIAL MACHINES EN AUTOMATISERING 34 Trustbox: 'Bent u klaar voor de EU 1169/2011? 36 Markt van verpakkingsmachines in volle evolutie 40 Slimmer labellen 44 Visiesystemen in de voedingsindustrie 48 Barry Callebaut: Onderhoudsmanager in de voedingsindustrie SPECIAL ZUIVEL 54 Consumptie van zuivel. Een stabiele markt Olympia terug opgebouwd na brand

3 VOORWOORD / food INDUSTRY / SEPTEMBER 2014 / 3 EXTRA ZUURSTOF Voorwoord door Renaat Debergh AFGEVAARDIGD BESTUURDER BELGISCHE CONFEDERATIE ZUIVELINDUSTRIE (BCZ) Op 1 april 2015 is het zover: na 31 jaar verdwijnen de Europese melkquota die de melkproductie aan banden legden. Van boterbergen is inmiddels geen sprake meer. Integendeel, de mondiale vraag naar melk en zuivelproducten is sterk toegenomen en zal in de komende jaren nog verder stijgen. Deze vraagontwikkeling doet zich vooral buiten de E.U. voor en meer specifiek in regio s die nu reeds deficitair in melk zijn. De huidige exportregio s zullen extra melk moeten produceren om aan deze vraag tegemoet te komen. Daarbij is ook een rol voor de E.U. en België weggelegd. Het wegvallen van de melkquota is dus een goede zaak en geeft extra zuurstof aan de Belgische zuivelsector. Anticiperend op het post-quotatijdperk steeg de melkproductie in ons land sinds 2006 al met 13 % of 400 miljoen liter. Daarmee zijn we bij de Europese koplopers. In de komende tien jaar wordt een verdere toename van minstens 500 miljoen liter verwacht. Al deze melk moet uiteraard worden verwerkt. De zuivelindustrie investeerde de voorbije drie jaar aan een ritme van 132 miljoen euro per jaar, waar dit vroeger slechts 90 miljoen euro per jaar betrof. De extra productie zal vooral buiten Europa een markt vinden. China, Indonesië, het Midden-Oosten, Noord-Afrika en heel wat Zuidoost-Aziatische landen kopen gretig zuivelproducten uit ons land aan. Deze nieuwe dynamiek in onze zuivelindustrie komt ook in de cijfers tot uiting. In 2013 scoorde de zuivelindustrie op het vlak van omzet, export en investeringen beter dan de voedingsindustrie in haar geheel. In schril contrast met de ontwikkelingen op de wereldmarkt kent de Europese en Belgische markt voor consumentenproducten moeilijke tijden. De besparingsprogramma s van diverse overheden maken dat de consument minder kan besteden of uit angst voor de toekomst minder uitgeeft. De verbruiker kiest vaker voor private label en premier prix-producten, met als gevolg dat de A-merken of levensmiddelen van hoge kwaliteit het moeilijk krijgen. Voeg daarbij de enorme druk vanuit de retail en dit verklaart waarom de opbrengsten vanuit de consumentenproducten tegenvallen. Willen we de consument op de verzadigde Europese markt verleiden onze hoogkwalitatieve producten te kopen, dan is innovatie rond de thema s gezond plezier, smaak en natuurlijkheid meer dan noodzakelijk. Daarnaast moeten we competitief zijn om de consument voor onze merken te laten kiezen. BCZ roept de nieuwe regionale en toekomstige federale regeringen op om maatregelen te nemen die innovatie stimuleren en de concurrentiekracht van onze sector en de industrie in het algemeen verbeteren. Dan pas zullen we ten volle kunnen inspelen op de nieuwe kansen die de wereldmarkt ons biedt, en tegelijkertijd op onze thuismarkt een lichte groei realiseren. Op deze manier zal de zuivelindustrie in het komende decennium haar steentje kunnen bijdragen aan meer welvaart in ons land.

4 4 / SEPTEMBER 2014 / food INDUSTRY / INTERNATIONAAL NIEUWS OP ZOEK NAAR NPD-INSPIRATIE? BRON VAN HOOGWAARDIGE PECTINE << (Wageningen University & Research Centre, & Pectcof, Nederland) Foto: Een groot deel van de koffiebes wordt weggegooid. Maar daar komt wellicht verandering in. CAMELBERT << (Oleleshwa Enterprises, Kenia; Chr. Hansen, Denemarken) Foto: Eindelijk slaagde een firma erin om van kamelenmelk lekkere kaas te maken BETERE HECHTING MET HYDROCOLLOÏDEN Hydrocolloïden, zoals gommen en ge << (Ohio State University, USA) Foto: Gommen en gemodificeerd zetmeel worden onderschat als middelen om poeders beter te doen hechten. ZOETER DANKZIJ AARDBEI H << (University of Florida, USA) Foto: Zes etherische stoffen uit aardbei doen zoeter smaken.

5 INTERNATIONAAL NIEUWS / food INDUSTRY / SEPTEMBER 2014 / NIEUWE TOEPASSINGEN VOOR RIJSTZEMELENEXTRACT << (US Department of Agriculture) Foto: Een olie- en wasrijk ingrediënt uit rijstzemelen blijkt potentieel voor bakkerijproducten te hebben. KOOLZUUR VERANDERT ZOETHEIDSPERCEPTIE << (Università degli Studi di Napoli Federico II, Italië) Foto: Koolzuur zorgt dat dranken als minder zoet worden ervaren OUDE (PSEUDO-)GRANEN DOEN HET GOED << (University of Colorado-Boulder, USA) Foto: Broden met nieuwe granen onderscheiden zich van andere. Maar er zijn nog optimalisaties mogelijk. AUGMENTED PACKAGING? << (Emco Packaging, VK) Foto: Een zuurstofshock in de verpakking vergroot de houdbaarheid van tal van verse fruit en groenten. LEKKERDERE VETARME SAUZEN, DRESSINGS EN DESSERTS << (University of Massachusetts, USA) Foto: Vetarmere sauzen, dressings en desserts lijken toch op deze met meer vet door de gehaltes aan calcium en ph te wijzigen.

6 6 / SEPTEMBER 2014 / food INDUSTRY / CLAES MACHINES ONDERSTEUNT NIEUWE MIJLPAAL BIJ DELIDIS Versgroep Peeters-Govers neemt in Gierle zijn nieuwe bedrijfsgebouw in gebruik. De groep bundelt er met dochterbedrijf Delidis zijn activiteiten als groothandelaar in groenten, fruit en vers vlees. Behalve aan de productie biedt het gebouw ook onderdak aan een heus logistiek centrum. Claes Machines stond in voor de uitrusting van de ateliers voor verse vleeswaren en verse bereidingen. De geschiedenis van Peeters-Govers gaat terug tot Het echtpaar Jos en Maria Peeters-Govers specialiseerde zich in de teelt van groenten onder glas. Ze verkochten de groenten op de markt in Mol en Hoogstraten. In de jaren 50 stopte Jos met de eigen productie om zich voluit te richten op zijn rol als groothandelaar in groenten en fruit. Tegelijk bediende Peeters-Govers de consument via een vloot winkelwagens. In de jaren 60 kwamen daar eigen supermarkten bij, in Gierle, Turnhout, Beerse, Berchem, tiviteiten opnieuw uit, met de productie van vers versneden vlees en verse vleeswaren onder de naam Vleba. Vandaag staat met Jan en Wim Peeters de derde generatie aan het hoofd van het bedrijf. Ook zij blijven de groeistrategie van grootvader Peeters en zijn drie zonen volgen. In 2004 had Vleba de bekende wildhandel Huis De Belie uit Antwerpen overgenomen. Eind 2011 rondde Peeters-Govers de acquisitie af van fruitgroothandel Mariëns Fruit, gevolgd door de overname van het Kempisch Vleesbedrijf in En er zijn nog plannen, onder meer de komende vier jaar nog minstens vier nieuwe supermarkten te openen. De acquisities bezorgden het bedrijf een hefboom. Vandaag telt het bedrijf 270 medewerkers en is het goed voor een omzet van 50 miljoen euro. Maar om het traject verder uit te bouwen, waren eerst enkele belangrijke ingrepen nodig. EÉN VERSGROEP In de eerste plaats gaat het om de bundeling van de activiteiten binnen de groep. Sinds 2012 is Delidis de nieuwe naam van de versgroothandel. Onder Delidis komen alle activiteiten van de diverse bedrijven uit de groep samen. Klanten zijn onder meer horecazaken, supermarkten en grootkeukens van ziekenhuizen, rusthuizen, gevangenissen en andere instellingen. Bij Delidis vinden ze alles wat ze nodig hebben op het vlak van groenten, fruit en vlees. De eigen supermarkten blijven actief onder de naam Peeters-Govers. Naast een nieuwe naam, kwam er ook een gloednieuw centrum voor productie en logistiek. Vanuit het nieuwe gebouw kunnen we de verdere schaalvergroting aan, vertelt Jan Peeters. Jan Peeters van Delidis: Met het nieuwe gebouw en de nieuwe uitrusting kunnen we de verdere schaalvergroting van de groep optimaal ondersteunen. De nieuwbouw maakt indruk. Het gebouw is liefst vierkante meter groot. Delidis ontwikkelde een ingenieus plan voor de diverse goederenstromen in productie en logistiek, perfect volgens alle voorschriften en normen op het vlak van hygiëne en voedselveiligheid. Rondom het gebouw zijn er 14 loskades. Op de eerste verdieping centraliseert de groep zijn administratie in 750 vierkante meter kantoorruimte. Wat meteen opvalt in het nieuwe gebouw, is het veelvuldige gebruik van moderne technologie. De toegang tot de diverse ruimtes is met vingerafdrukscanners beveiligd. Overal is er LED-verlichting. Het gebouw maakt gebruik van drievoudige warmterecuperatie. De volledige uitrusting wordt via domotica aangestuurd. Het gebruik van moderne technologie vinden we ook terug in de afdelingen voor verse vleeswaren en verse bereidingen. Claes Machines leverde er het machinepark.

7 PUBLIREPORTAGE / food INDUSTRY / SEPTEMBER 2014 / 7 Claes Machines fungeerde bij Delidis als uniek aanspreekpunt voor de installatie van het complete atelier. NIEUW MACHINEPARK verpakking, legt Jan Peeters uit. Met die drie pijlers maken we het verschil bij de klant. We leveren producten van hoogstaande kwaliteit, op het moment en de manier waarop de klant dat vraagt, en altijd handig en netjes verpakt. Hoe dat in de praktijk gebeurt, merken we tijdens een bezoek aan de gloednieuwe ateliers. Zo installeerde Claes Machines een combikast (Kerres Jet Smoke 2850) en een bak-kookkast met horizontale luchtverplaatsing (Kerres 2850) die Delidis inzet voor de productie van eigen charcuterie. Daarmee differentiëren we ons van de concurrentie, zegt Jan Peeters, ook in onze eigen supermarkten. In het atelier zorgde Claes verder voor een vacuümvuller (Frey F220 SA met wolfkop WK130), een vleesmolen met belading (K+G Wetter MWW E130), een kookketel van 400 liter en één van 200 liter met roerwerk (Thissen & Stecher), een schalensluiter (Henkovac TPS 2000) en een dieptrekker die het product een mooie verpakking meegeeft (Webomatic APS ML3300+). We zien dat de consument stilaan echt klaar is voor de convenience van bereide maaltijden, zegt Jan Peeters. Daar zetten we nu volop op in. Daarom installeerde Claes in het nieuwe gebouw van Delidis ook een compleet uitgeruste nieuwe keuken, voor de productie van uiteenlopende bereidingen. De installatie omvat onder meer een automatische pastakoker, een kantelbraadpan, een inductiefornuis, een steamer, een menger, een vaatwasser en een schalensluiter. Delidis investeert in verpakking: de klant apprecieert de meerwaarde van handig verpakte producten. EÉN AANSPREEKPUNT De investering in het nieuwe gebouw voor productie en logistiek vormt een belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van Delidis. Het gaat inderdaad om een grote inspanning, ook op het vlak van machines, verduidelijkt Jan Peeters. Er komen enkele machines mee uit de oude productieomgeving, maar het overgrote deel van de installatie is splinternieuw. Net omdat het om een heus machi- de samenwerking met Claes Machines. We hoefden ons niet te mengen in de agenda s van diverse leveranciers. Bij Claes hebben we één aanspreekpunt. Claes is de partner waarmee we samen onze behoeften hebben besproken. Dat leidde tot een voorstel, en aansluitend een installatieplan, inclusief alle bijhorende service. We houden aan het hele project een positief gevoel over, besluit Jan Peeters. De mensen van Claes geloven echt in wat ze doen, net als wijzelf. Dat zorgde voor een heel constructieve samenwerking. In de loop van de maand september neemt Delidis het nieuwe gebouw in gebruik. Wie van nabij met de werking van het bedrijf kennis wil maken, kan er terecht tijdens Open Bedrijvendag op zondag 5 oktober. Meer info: Claes Machines Beverlosesteenweg Paal - Beringen T Delidis Kloosterstraat Gierle T

8 8 / SEPTEMBER 2014 / food INDUSTRY / ACTUA TEKST ELS JONCKHEERE - FOTO S FLANDERS FOOD JAARVERGADERING FLANDERS FOOD EN FEVIA VLAANDEREN Over een wereld die aan een hels tempo verandert... Op 12 juni laatsleden organiseerden Flanders FOOD en Fevia Vlaanderen gezamenlijk hun jaarvergadering in de Montil in Affligem. Het was een ietwat speciale editie, want ze ging gepaard met de officiële wissel van de voorzitterssjerp. Maar daarnaast waren er ook nog verschillende sprekers. Als gewoonlijk werd het een namiddag met interessante lezingen die de ruim 200 aanwezigen tijdens het afsluitend walkingdinner stof tot discussie gaven. De jaarvergadering werd geopend door Voorzitter Eddy Van der Pluym (Ter Beke Pluma). Hij vertelde dat hij tien jaar geleden niet had gedacht dat Flanders FOOD intussen zo ver zou staan. We startten als stiefkindje van Fevia met een budget van amper euro. Maar dankzij Claire Bosch, Erwin Lamot en het team dat doorheen de jaren werd uitgebouwd, zijn we erin geslaagd om een duidelijke en belangrijke rol voor de voedingsindustrie te spelen. En dat we effectief op een nood inspelen, bewijzen de ondertussen meer dan driehonderd leden. NIEUWE VOORZITTER... fakkel door aan Jan Vander Stichele (Lotus Bakeries), die op zijn beurt de highlights van Fevia Vlaanderen 2013 op een rijtje zette. Daaruit leerden we dat de voedingsindustrie tot de belangrijkste sector in Vlaanderen is uitgegroeid, met jobs (17,7%), bedrijven (27,1%) en een omzet van 39,2 miljard euro (20,3%). Qua zakencijfer scoorde de sector zelfs bijzonder goed: + 3,6% tegenover -2,5% in de totale industrie. Het enige minpuntje: er werd in ,7% minder geïnvesteerd. Maar daar tegenover staat dat er in de vorige twee jaren al veel werd geïnvesteerd. Vlaanderen neemt maar liefst 82% van de omzet van de Belgische voedingsindustrie voor haar rekening (Brussel 2% en Wallonië 16%). De belangrijkste subsectoren jes (14,4%), zuivel (12,1%), dierenvoeding (8,3%), sappen en groenten (7,9%), waters en frisdranken Jan Vander Stichele (7,3%), bloem en zetmeel (7,1%), brood (5,6%) en bier (5,2%). Qua werkgelegenheid blijft de sector stabiel, maar de bedrijven willen wel meer personeel aanwerven. Alleen geraken vacatures niet ingevuld wegens het tekort aan geschoolde mensen. Jan Vander Stichele: We hebben nieuwe arbeidskrachten per jaar nodig, en dan vooral technici, onderhoudspersoneel en arbeiders. Onze arbeidsbevolking veroudert en er is een structureel tekort aan nieuwe instroom. Goed nieuws is dat de export toeneemt en dat Food. be dus zijn vruchten afwerpt. In 2013 haalde de Vlaamse voedingsindustrie 17,6 miljard van haar omzet uit de uitvoer naar voornamelijk West-Europa. Maar ook het aandeel verre export neemt gestaag toe. Het mooie is dat zowat alle soorten levensmiddelen hun weg naar het buitenland vinden: de export is vrij gelijkmatig verdeeld over de verschillende productgroepen. TOPPRIORITEITEN VOOR 2014 Jan Vander Stichele had het vervolgens over de topprioriteiten voor Fevia Vlaanderen wil verder aan Food.be en export werken. Tevens staat innovatie hoog op de agenda: bedoeling is dat Flanders FOOD meer als broker tussen bedrijven en kennisinstellingen wordt ingezet, alsook dat de totale inspanningen beter worden gebundeld. Tenslotte wil Fevia Vlaanderen de voedingsindustrie op politiek niveau op de kaart zetten, voornamelijk om de hinderpalen inzake export uit de weg te ruimen en de problematieken van werkgelegenheid en loonkosten aan te pakken. Daarnaast blijft de federatie natuurlijk werken aan water, energie, milieu, duurzaamheid, voedingsbeleid, welzijn, verbeteren van de relaties FLANDERS FOOD 3.0 Derde spreker in de rij was Erwin Lamot van Flanders FOOD. Hij schetste een beeld van Flanders FOOD 3.0, de derde levensfase van de organisatie. De missie blijft in grote lijnen

9 ACTUA / food INDUSTRY / SEPTEMBER 2014 / 9 Eddy Van der Pluym Erwin Lamot Steven Van Belleghem Yves Servotte dezelfde: het ondersteunen en faciliteren van de uitbouw van een competitieve, innovatieve en duurzame agro-foodindustrie. Nieuw is wel dat er ketenoverschrijdend zal worden gewerkt. Met andere woorden: er komt een duidelijkere link tussen de agro- en voedingsverwerkende industrie. Tevens zal het aanbod projecttypes worden uitgebreid, de kernthema s worden geactualiseerd en er zullen ondernemersgedreven platformen worden opgericht. Daarnaast wil Flanders FOOD meer de internationale toer opgaan, verbeterde tools voor communicatie, kennistransfer en databeheer lanceren, het team uitbreiden en de organisatiestructuur aanpassen. DRIE KERNTHEMA S Een eerste kernthema van Flanders FOOD 3.0 is kwaliteit, met als subthema s voedselveiligheid, stabiliteit, houdbaarheid, sensoriek, hygiëne en desinfectie, en authenticiteit. Het tweede is evenwichtige voeding, met als subthema s nutritionele verbeteringen, grondstoffen+ en gepersonaliseerde voeding. Derde thema waarop de organisatie wil inzetten is duurzaamheid, en dan voornamelijk door valorisatie van nevenstromen, inperken van voedselverliezen, alternatieve voedselbronnen en lokale en seizoensgebonden producten. Technologie loopt als een rode draad doorheen het actieprogramma. Flanders FOOD zal meer de rol van integrator op zich nemen en nog meer op vraaggedreven onderzoeksprojecten focussen. In dit kader breidt ze de projecttypes uit: vanaf nu zal er zowel collectief onderzoek en studie gebeuren (pool van bedrijven) als Tetra-projecten, landbouwtrajecten (ketenoverschrijdend) en Het gaat niet meer over je product, maar wel over het verhaal dat je brengt. coöperatief PLUS projecten. Deze laatste bestaan uit pools van minstens drie bedrijven (waarvan minstens 1 kmo) en zullen minstens 30% van het onderzoeksbudget in handen van kennisinstellingen geven. ONDERNEMERSGEDREVEN PLATFORMEN Een grote nieuwigheid is de oprichting van de ondernemersgedreven platformen. Erwin Lamot: We willen een one-stop-shop aanbieden waar de bedrijven terechtkunnen voor zowel beleidsdoelstellingen als een stand van zaken op het vlak van kennis en technologie. Tevens krijgt de sector de mogelijkheid om actief mee te denken en te werken aan de agro-foodindustrie van de toekomst, kunnen ze het onderzoek van morgen mee bepalen en concrete projecten uitwerken. Tenslotte moeten de platformen een inspirerend netwerk vormen om tot interessante, nieuwe samenwerkingsverbanden te komen. Amper vijf dagen na het evenement werd trouwens het eerste platform duurzaamheid opgestart. In het najaar volgt een tweede, namelijk kwaliteit en begin 2015 wordt er ook één rond evenwichtige voeding opgezet. Tenslotte gaf Erwin Lamot nog een woordje uitleg bij de internationalisering. Flanders FOOD wil ook internationaal zijn tentakels uitsteken om de bedrijven nog meer in contact te brengen met het onderzoek dat in het buitenland gebeurt. Daarom wil ze de netwerking in de EU uitbreiden via European Food Alliance en een verdere deelname in Europese projecten, zoals Food for Life, Taste2Seas, Frisbee, Food2Market, Susfood, Hightech Europe, NU-Age en Inside Food. ZEKERHEDEN VERDWIJNEN... Na deze uiteenzetting besteeg Yves Servotte, Voorzitter van het Expertpanel VRWI, het sprekersgestoelte. Hij wierp een blik op de voedingsmarkt van Om ons wak- dat aantoonde hoe snel de wereld evolueert. En dan begon hij een betoog dat de aanwezigen een ietwat oncomfortabel gevoel gaf. Want we weten het wel, maar beseffen het nog al te weinig... We leven in tijden waar wat een jaar geleden waar was, dat niet noodzakelijk volgend jaar ook is. Zekerheden verdwijnen, de spelregels zijn niet dezelfde meer. De voedingsindustrie heeft nood aan een roadmap, een soort van kompas om ze te gidsen in de implementatie van een andere manier van werken. Yves Servotte waarschuwde ook: Vandaag

10 10 / SEPTEMBER 2014 / food INDUSTRY / ACTUA is de voedingssector nummer 1 in Vlaanderen. Dat is fantastisch. Maar zullen we wel leider blijven? We mogen niet naïef zijn en moeten onze positie beschermen. VIJF AANDACHTSPUNTEN Om die positie te beschermen, moet de sector zich een aantal zaken goed realiseren. Eerst en vooral is er de globalisering: grenzen en afstanden vallen weg, waardoor onzekerheden toenemen. De strijd om grondstoffen groeit. Enkel een sterke dif- rijk gegeven: de klimaatverandering waardoor oogsten worden vernietigd. Derde aandachtspunt: in 2050 zullen er tien miljard mensen op deze planeet wonen. Ter vergelijking: in het jaar 0 waren er 300 miljoen aardbewoners! De vraag is dan ook hoe we de grondstoffen zullen verdelen. Bovendien verandert de 46 naar 76 jaar gestegen. Vierde gegeven: de toenemende urbanisering. In 2070 zal 70% van de bevolking in steden van meer dan één miljoen inwoners leven. Laatste trend: de toenemende obesitas en ondervoeding. ROADMAP: VIJF PRIORITEITEN De roadmap voor de voedingsindustrie pleit voor inspanningen voor een duurzame en veilige supply chain, de introductie van smart factory met accent op kwaliteit en veiligheid, een verdere integratie van gezondheid en voeding, en tenslotte een tweewegcommunicatie doorheen de hele keten. Yves Servotte: Er zijn vijf prioriteitsgebieden: het tegengaan van voedselverspilling en -verlies, de valorisatie van nevenstromen, het aanbieden van functionele voeding, de productie van evenwichtige voeding en de implementatie van de food factory of the future. Verder pleitte hij nog voor smart specialisation, meer innovatie en meer kennisgedreven werken. Een transformatie van de sector en manier van werken is noodzakelijk. Er moeten keuzes worden gemaakt en de hele keten dient de handen in elkaar te slaan om samen te werken. ONDERNEEM NU ACTIE Tenslotte kwam Steven Van Belleghem van B-Conversational aan het woord. Zijn ludieke uiteenzetting was nog maar eens een oogopener. En het draaide rond hetzelfde: alles verandert, aan een razendsnel tempo, we denken dat we tijd hebben, maar dat is een grote vergissing. Vandaag is de klant in controle. Als je wilt verkopen, dan moet je dat doen op een manier dat het niet lijkt alsof je verkoopt. Bedrijven die vandaag goed scoren, tonen een oprechte interesse in hun klanten. Marketing moet anders. Mensen zijn in echte feiten geïnteresseerd, niet in verkooppraatjes. Verras je klanten, stap af van de gemiddelde klant. Het gaat niet meer over je product, maar wel over het verhaal dat je brengt. Praat als bedrijf niet over jezelf, maar vraag wat je voor je klant kan doen. Dit waren enkele van zijn vele tips. Maar de allerbelangrijkste was zonder twijfel: onderneem nu actie, want 2025 is dichterbij dan je denkt!

11 food INDUSTRY / SEPTEMBER 2014 / 11 SIAL 2014 & EMBALLAGE Twee interessante beurzen in Parijs Van 19 tot 23 oktober vindt in Parijs de 50ste editie van SIAL plaats. De organisatoren verwachten een record: meer dan exposanten en bezoekers, afkomstig uit 200 landen. Van 17 tot 20 november kan u in Paris Nord Villepinte dan weer terecht voor Emballage, waar vooral Pack Innovation in de kijker zal staan. Om het traject van de bezoekers te vergemakkelijken, wordt SIAL 2014 in een twintigtal sectoren opgedeeld. Nieuw is dat nu ook exposanten van uitrustingen, technologieën en diensten aanwezig zullen zijn. De 50ste verjaardag wordt in kijker gezet door animatie in de gangen, de aanwezigheid van vijftig grote, internationale chefs die hun inkopen komen doen en een geluid- en lichtspektakel op het voorplein van SIAL (op maandag 20 oktober van 17u tot 20u30). SIAL eist zijn rol op als trendontdekker en ontwikkelaar van innovaties, dankzij SIAL Innovation. Aan de ene kant leidt SIAL, samen met TNS Sofres, een uitgebreid internationaal onderzoek om de opkomende trends inzake voedingsgedrag in kaart te brengen. Anderzijds zullen met het kantoor XTC de beste innovaties ter wereld op het salon worden voorgesteld. World Tour by SIAL biedt dan weer een venster op de wereld van de consumptie. Bedoeling van deze ruimte is de consumenten-retailtrends op de verschillende grote voedingsmarkten wereldwijd te ontleden. En in samenwerking met Sopexa is er op 20 oktober van 10u tot 12u30 op het plateau van SIAL TV de Foodies 2.0 : een uiteenzetting over social-webtrends waarmee de organisator bedrijven in hun 2.0.-communicatie wil gidsen. Bij Emballage 2014 is zonder twijfel de Pack Innovation interessant: een hal waarin een, door een internationale jury gekozen, nieuwigheden worden voorgesteld. De belangrijkste worden trouwens met een Pack Experts Innovation Award beloond. Daarnaast is er Pack Vision, een reeks conferenties over reglementeringen, normen, strijd tegen verspilling, design en drukken, vernieuwende hefbomen van een intergenerationele packaging,... Tevens is er het derde Symop-Forum dat zich richt op verpakkingsmachines, robotica, industriële visie en export. Emballage werkt ook samen met STRATE, een Franse school voor design, om na te gaan hoe de verpakking van morgen eruit zal zien. Daarnaast zal Andrew Gibbs van The Dieline een uiteenzetting geven over creatieve packaging. Join the Global Food Marketplace 400,000 Produkte 6,000 exposanten 100 deelnemende landen Bestel uw toegangsbadge op OKTOBER 2014 PARIS NORD VILLEPINTE, FRANKREICH Images by * «I love SIAL» SIAL, a subsidiary of Comexposium Group Promosalons België Tel : (0) belgium@promosalons.com P A S S I O N F O R F O O D Celebrate years of innovation By GROUP

12 12 / SEPTEMBER 2014 / food INDUSTRY / ACTUA TEKST ELS JONCKHEERE - FOTO S FAVV/ARCHIEF FAVV HEEFT NIEUWE GEDELEGEERD BESTUURDER Herman Diricks over zijn plannen... Sinds 1 mei 2014 heeft het FAVV een nieuwe Gedelegeerd Bestuurder. Ir. Herman Diricks is geen onbekende, want hij stond mee aan de wieg van het Voedselagentschap, werkt er al twaalf jaar en leidde intussen al twee van de vier afdelingen. Niet alleen zijn interne ervaring, maar ook zijn kennis over de field en wetgeving zullen ongetwijfeld mee aan de basis hebben gelegen om aan Ir. Herman Diricks de hoogste positie binnen het FAVV toe te kennen. Food Industry had een gesprek met de nieuwe kapitein van het schip en polste naar zijn plannen voor de toekomst. Kan u ons eerst even vertellen wie u bent en welke carrière u tot nu toe hebt doorlopen? Ir. Herman Diricks (55): Ik ben in 1983 aan de UGent als Ingenieur voor Scheikunde en Landbouwindustrie afgestudeerd, een richting die nu als Bio-Ingenieur is gekend. Hoewel het mijn bedoeling was om te doctoreren, had ik me toch voor een overheidsexamen ingeschreven. Toen bleek dat ik voor een functie bij het Ministerie van Landbouw was geselecteerd, heb ik het zekere voor het onzekere genomen. En zo komt het dat ik me daar gedurende vier jaar heb bezig gehouden met de erkenning van fytofarmaceutische producten. Vervolgens heb ik acht jaar de IT-dienst binnen het Ministerie van Landbouw gereorganiseerd en geleid, om daarna de staf van de Secretaris-Generaal te vervoegen. Daarna ben ik nog een jaar als adviseur op het Kabinet van Landbouw actief geweest. Toen had ik het een beetje gehad met overheidsfuncties en besloot ik me als zelfstandig consultant voor de voedingsindustrie te lanceren. Hierbij richtte ik me voornamelijk op de implementatie van kwaliteitssystemen. Maar twee jaar later, in 2002, kreeg ik de kans om de functie van Directeur-Generaal Algemene Diensten van het FAVV op mij te nemen. Het leek me fantastisch om mee te helpen een nieuwe overheidsinstantie uit te bouwen. Dat deze zich dan ook nog eens op voedselveiligheid toespitste, was voor mij de kers op de taart. Want na de dioxinecrisis was het vertrouwen in de levensmiddelenindustrie en de toezichthoudende overheidsdiensten danig getaand. Er waren drastische ingrepen nodig om de organisatie van het toezicht op de voedselketen te verbeteren en zo ook de reputatie van de bedrijven in de voedselketen terug op te waarderen. Het FAVV leek me daartoe het perfecte instrument. Vier jaar later ben ik dan Directeur-Generaal Controlebeleid geworden, een job die ik gedurende zeven jaar met veel plezier heb gedaan. Maar het werd stilaan tijd voor iets anders. Vandaar dat ik niet heb geaarzeld om me kandidaat te stellen voor de functie van Gedelegeerd Bestuurder. Wat is volgens u uw toegevoegde waarde voor het FAVV? Ir. Herman Diricks: Eerst en vooral ken ik het reilen en zeilen van het FAVV: ik was er immers vanaf het begin bij betrokken. Daarnaast heb ik twee van de vier afdelingen geleid. Doordat ik aan het hoofd van Controlebeleid heb gestaan, heb ik enerzijds zicht op wat er op het terrein gaande is en anderzijds ken ik de verzuchtingen van zij die we controleren, onder meer dankzij het gestructureerde overleg met de sectororganisaties. Daarnaast heb ik ook meegewerkt aan de uitbouw van een internationaal netwerk van Voedselagentschappen. De combinatie van dit alles zorgt ervoor dat ik erover kan waken dat het FAVV zijn opdracht naar behoren vervult, en dit op een manier dat het maatschappelijk wordt aanvaard. We moeten ervoor zorgen dat de consument voldoende wordt beschermd zonder dat de ondernemers onnodige lasten krijgen opgelegd.

13 ACTUA / food INDUSTRY / SEPTEMBER 2014 / 13 Bent u van plan om iets aan het beleid te veranderen? Ir. Herman Diricks: We hebben het beleid altijd samen met alle Directeur-Generaals en het middenkader uitgetekend. Met andere woorden: ik heb steeds mijn bijdrage kunnen leveren en kreeg de kans om mee te discussiëren tot we tot een beleid kwamen waar we allemaal achter stonden. Ik zie dus geen enkele reden om drastische veranderingen door te voeren, wat niet wil zeggen dat er geen verdere evolutie mogelijk is. Momenteel zijn we trouwens bezig met de ontwikkeling van ons businessplan voor Ook dit gebeurt in overleg en we bouwen verder op de realisaties uit het ver- op crisissen zijn voorbereid en voldoende met alle stakeholders overleggen. Het accent zal nog meer op goede communicatie komen te liggen. Want als je controles uitvoert en aan wetgeving werkt, dan is het noodzakelijk dat iedereen begrijpt waarom deze zaken gebeuren. Daarnaast willen we de poot van niet-toezichtsgebonden opdrachten verder uitbouwen: vorming, informatievoorziening, verdere uitwerking van sectorgidsen,... De bedoeling is dat elke operator heel goed weet waaraan hij zich dient te houden. Tenslotte willen we onze inspecties, naast het klassieke con- groepen richten. Want veel subsectoren van de voedingsindustrie zijn dankzij de autocontrolegidsen heel goed bezig als het op voedselveiligheid aankomt. Helaas zijn er nog enkele groepen die minder goed scoren. Het is onze taak dat ook zij op hetzelfde niveau als de rest spelen. Wat zullen volgens u de belangrijkste uitdagingen binnen uw functie zijn? zonder twijfel de grootste uitdaging. We zullen op een creatieve manier met budgettaire beperkingen moeten omgaan. Want we moeten besparen, terwijl dit geen effect op een correcte werking van de organisatie mag hebben. Verder zullen we met talrijke nieuwe technische evoluties rekening moeten houden: nanotechnologie, intelligente verpakkingen,... Deze zullen ongetwijfeld interessante perspectieven voor de voedingsproducenten openen. Maar we merken dat de consument zich snel zorgen maakt. Dus zullen we ervoor moeten zorgen dat we met adequate regelgeving proactief op deze tendensen inspelen. Ook moeten we ons voorbereiden op nieuwe problemen of fenomenen, bijvoorbeeld ontstaan door de klimaatverandering. Zo ging iedereen ervan uit dat vooral de levensmiddelen van dierlijke oorsprong aan contaminaties onderhevig waren. Maar we worden met de neus op de feiten gedrukt dat ook plantaardige voeding soms aanzienlijke risico s voor de volksgezondheid kan opleveren. Daarnaast zullen we de evoluties inzake insectenteelt en -consumptie op de voet moeten volgen en ervoor zorgen dat de HACCP-plannen zeker alle risico s op dat vlak afdekken. Tenslotte moeten we rekening houden met maatschappelijke evoluties, zoals de bezorgdheid van de burger over voedselverspilling. In feite komt het erop neer dat we alle nieuwe evoluties tijdig in kaart moeten brengen en erop inspelen, zodat we op een gegeven moment niet voor voldongen feiten zullen komen te staan. In 2013 diende het FAVV zoveel te besparen dat werd gevreesd dat de af- gedrang zou komen. Is dit probleem Ir. Herman Diricks: Dit was een bijzondere situatie. We hadden al bijzondere inspanningen geleverd om te besparen: acht miljoen euro in totaal. En dan werd ons gevraagd om nog beter te doen. Helaas was dat in de praktijk niet haalbaar zonder dat de dienstverlening in het gevaar kwam. Gelukkig konden we tot een compromis komen. Hierdoor heeft onze werking er niet onder te lijden gehad en konden we de dit naar de toekomst toe kunnen garanderen, is moeilijk te zeggen. Want we hebben geen zicht op de extra besparingen die ons eventueel nog te wachten staan. We blijven gebruik van ons werkingsbudget, zodat we op korte termijn met minder middelen evenveel kunnen blijven doen. Op langere termijn moeten we evenwel terug de middelen krijgen om onze taak naar behoren uit te voeren. Hoe is de relatie tussen het FAVV en de voedingsbedrijven? Wat kan er nog beter? Ir. Herman Diricks: Zowel met de levensmiddelenbedrijven als de sectororganisaties hebben we doorheen de jaren een goede verstandhouding opgebouwd, die op vertrouwen is gebaseerd. We hebben veel overlegmomenten en er wordt met een open geest gediscussieerd. Hierdoor komen we veelal tot een oplossing waarin iedereen zich kan vinden. Dus eerlijk gezegd: ik zou niet weten wat er nog beter kan. Bezoek ons op Intrafood:14 stand 606 at yourrr r service BARIAS Roeselare - België TEL Bekijk nu hoe we u van dienst kunnen zijn op

14 14 / SEPTEMBER 2014 / food INDUSTRY / ACTUA Dankzij mijn carrière beschik ik over de troeven om erover te waken dat het FAVV zijn opdracht naar behoren vervult, en dit op een manier dat het maatschappelijk wordt aanvaard. Het FAVV wil de poot van niet-toezichtsgebonden opdrachten verder uitbouwen. Bestaat er een benchmarking van voedselveiligheid? Zo niet, hoe kan u incidenten in de juiste context plaatsen? In november 2013 schreef De Standaard op basis van een rapport van de Europese Commissie dat het Belgische voedselagentschap talrijke problemen met de hygiëne niet opmerkte. Wat is uw repliek hierop? Ir. Herman Diricks: Dit zijn eigenlijk twee totaal onafhankelijke vragen. Het Europees controleorgaan FVO (Food and Veterinary van onze werking, en daar scoren we over het algemeen goed tot zeer goed in vergelijking met andere landen. Helaas hebben ze één missie eruit gehaald waar het ietwat was misgelopen, en dit werd uitvergroot. We waren daar niet bijster gelukkig over en hebben ons ongenoegen dan ook geuit. De terechte aanbevelingen nemen we wel ernstig. Deze worden in een actieplan gegoten dat minstens twee keer per jaar door het directiecomité op opvolging wordt gecontroleerd. Met andere woorden: we staan zeker open voor verbeteringen. Maar voedselveiligheid echt benchmarken, is ontzettend moeilijk omdat het een containerbegrip is dat op internationaal niveau heel verschillend kan worden ingevuld. Vanuit onze Belgische situatie hebben we een set van barometers uitgewerkt die de ambitie heeft op een eenvoudige wijze een algemene indicatie van de situatie op het vlak van barometer voor de voedselveiligheid (naast de barometers dierengezondheid en plantengezondheid) is gebaseerd op een dertigtal indicatoren met gegevens van inspecties, autocontrolesystemen, bemonstering,... Wij hebben wel het belangrijke voordeel dat we één van de weinige agentschappen zijn die door haar integratie en performante IT-systemen over al deze informatie onder bruikbare vorm beschikt. De barometer wordt jaarlijks berekend als een verschil met het vorige jaar. Na enkele jaren kunnen we nu ook een tendens weergeven. Veel voedingsbedrijven klagen over tiesystemen. Is er geen harmonisatie mogelijk? Hebben jullie plannen op dit vlak? Ir. Herman Diricks: Wij zijn daar zelf vragende partij voor, maar als overheid hebben we hier weinig vat op omdat heel wat van deze systemen door de sectoren zelf worden opgelegd. We hebben natuurlijk onze autocontrolegidsen, maar we hebben er steeds over gewaakt dat deze op complementaire wijze kunnen worden geaudit. We pleiten er dan ook voor dat de sectororganisaties de nodige initiatieven nemen. Zo hebben we een tijd geleden de vraag gelanceerd om de autocontrolegidsen modulair te maken, zodat de bedrijven die modules eruit kunnen nemen die voor hun onderneming van toepassing zijn. Want nu vallen de activiteiten van ondernemingen soms binnen het toepassingsdomein van verschillende gidsen. Mogen de voedingsbedrijven in de toekomst nog nieuwigheden of veranderingen van het FAVV verwachten? Ir. Herman Diricks: Zoals eerder aangegeven, staan er geen grote veranderingen op stapel. We willen onze werking wel van een volledig elektronisch loket op het programma. Bedoeling is dat de levensmiddelenbedrijven er alle informatie, checklists, aanvraagformulieren, analyse- en inspectieverslagen,..., kunnen terugvinden. Daarnaast willen we de procedés verder vereenvoudigen en vergemakkelijken. Tenslotte zullen we het systeem van de check- Hoe ziet u de toekomst van de Belgische voedingsindustrie? Wat zijn de sterke en zwakke punten van de levensmiddelenproducenten? Ir. Herman Diricks: Onze hoofddoelstelling bestaat erin de voedselveiligheid te bewaren. En op dat vlak scoren de levensmiddelenproducenten goed. Alleen... het zijn de economische omstandigheden die de toekomst zullen bepalen. Volgens mij zullen bedrijven in de toekomst meer moeten samenwerken, voornamelijk om de export ten te ontsluiten. Fevia doet dit weliswaar al, maar de samenwerking tussen de bedrijven onderling kan volgens mij nog beter. Op het vlak van voedselveiligheid zullen de producenten vooral hun aandacht meer op de aankoop van ingrediënten en halffabricaten moeten richten, en meer bepaald op de bestanddelen die van buiten Europa komen. Want de risico s op contaminaties zijn in deze contreien toch nog veel groter dan op het continent. We werken nu al samen met een aantal sectororganisaties om ons controleprogramma en hun sectorale bemonsteringsplannen hierop af te stemmen. Toch ben ik hoopvol gestemd. Belgische troeven om in een erg competitieve wereld overeind te blijven. Het zijn vaak KMO s kunnen opstellen. Gecombineerd met een goede bewaking van de veiligheid van de voedselketen kunnen ze veel aan!

15 Continue groei, bijzondere innovaties en het hoogste technische niveau dat is VALVE WORLD EXPO in Düsseldorf. Centraal staan ventielen en armaturen, het totale spectrum aan toebehoren en ontwikkelde en doorontwikkelde technologieën. De VALVE WORLD CONFERENCE, het belangrijkste evenement van de branche, analyseert de toekomst van de markt aan de hand van wetenschappelijke inzichten. Düsseldorf turns it on! 9e internationale vakbeurs met congres voor industrie-armaturen Düsseldorf, Duitsland, 2 4 december 2014 Een kwestie van smaak. Bescherming van goede smaak met Protadur. Smaak hebben en behouden: gassen uit de Protadur -reeks beschermen levensmiddelen tegen bederf en smaakverlies. Met de uitgebalanceerde Protadur -gassen kunt u koelen, invriezen, carboniseren, inertiseren, dehydrateren en opschuimen. Protadur zorgt ervoor dat uw product en verpakking smaakvol beschermd worden; en dat alles volgens de richtlijn 178/2002/EG. Resultaat: volledige rechtszekerheid voor u en een optimale smaakzekerheid voor uw producten. Supported by: Sponsored by: Wilt u een smaakvol aanbod? Neem dan gerust contact met ons op! Voor meer informatie: Fairwise BVBA Hubert Frère-Orbanlaan 213 _ B-9000 Gent Tel. +32 (9) _ Fax +32 (9) info@fairwise.be Gassen, service en knowhow Westfalen BVBA Jaargetijdenlaan 100/ Brussel Tel Fax l.smits@westfalen.be

16 16 / SEPTEMBER 2014 / food INDUSTRY / VERVOLGVERHAAL TEKST ELS JONCKHEERE - FOTO S BELBERRY PRESERVES HOE ZOU HET NOG ZIJN MET... THIERRY VANDERERFVEN, Zaakvoerder van Belberry Preserves Toen we in 2008 Thierry Vandererfven interviewden, stond hij al acht jaar aan het roer van Belberry Preserves. Pas toen zat het bedrijf op kruissnelheid met export naar 25 landen en een jaarlijkse groei van 25%. De jonge zaakvoerder was vast van plan om dit succes te consolideren en zette volop in op de ontwikkeling van nieuwe producten. Anno 2014 is de stroom aan nieuwigheden wat ingetoomd, maar Belberry Preserves blijft groeien en is intussen een wereldwijde referentie van hoogkwalitatieve producten die op fruit zijn gebaseerd. U streefde in 2008 een jaarlijkse groei van 25% na. Bent u in dat opzet geslaagd? Thierry Vandererfven: Uitgezonderd het crisisjaar 2009 zijn we er inderdaad in geslaagd ons zakencijfer jaarlijks met 25 à 30% te laten toenemen. Vorig jaar haalden we zelfs een groei van 35%. Intussen bedraagt onze omzet drie miljoen euro en verwerken we jaarlijks driehonderd ton fruit. Om deze cijfers te kunnen halen, hebben we enkele jaren geleden onze productieruimte uitgebreid. Bij de toenmalige 650 m 2 hebben we nog m 2 bijgezet. Maar intussen zitten we al weer op onze limiet qua productiecapaciteit. Vandaar dat we in mei 2016 naar een volledig nieuw bedrijfspand op de Evolis-site in Kortrijk willen verhuizen. Daar hebben we een terrein van m 2 gekocht waar we in eerste instantie een gebouw van m 2 zullen neerpoten. Hoe slaagt u erin om dergelijke groeicijfers te blijven voorleggen? Thierry Vandererfven: We zijn op export blijven inzetten. Intussen leveren we al aan 35 landen wereldwijd. Sinds 2008 zijn er twee grote kleppers bijgekomen: de Verenigde Staten en Rusland. Daarnaast hebben we ook meer afzetgebieden in Azië en het Midden-Oosten gekregen. Maar nog belangrijker is dat onze verkoop in de bestaande exportlanden continu toeneemt. Zo was Spanje vroeger een kleine markt voor ons, maar is het nu al ons vierde belangrijkste afzetgebied. Hoe komt u aan een groter marktaandeel in de bestaande afzetlanden? Thierry Vandererfven: Enkele jaren geleden hebben we besloten om de focus van speciaalzaken en kruideniers naar de grote department stores te verleggen. Hierdoor zijn de volumes enorm toegenomen. En in België zijn we ons meer op de retail gaan richten. Bovendien produceren we ook voor industriële voedingsbedrijven, zoals chocolade- en koekjesfabrikanten. Tenslotte hebben we een plaatsje in de farmaceutica verworven. Voor dit marktsegment maken we vliersiropen die vervolgens door apothekers worden gebruikt om er een receptuur van hoestsiroop mee te brouwen. Betekent dit dat Belberry Preserves ook de kaart van private label heeft getrokken? Thierry Vandererfven: Op gegeven moment is de Belgische retail naar ons toe gekomen met de vraag of we in private label waren geïnteresseerd. En natuurlijk zijn we op deze opportuniteit ingegaan. Vandaag halen we nog steeds de helft van onze omzet uit verkoop in eigen land, en daarvan is intussen 15% private label. Vorig jaar lanceerde Belberry Preserves vier confituren met een specifieke smaak die uitermate geschikt zijn om bij kazen te serveren. U had in 2008 ook een winkel in Tokio geopend. Werd daar een vervolg aan gebreid? Thierry Vandererfven: Helaas heeft de winkel in Tokio vier jaar geleden zijn deuren moeten sluiten wegens onrendabel. Maar het was een mooie ervaring waarvan we veel hebben opgestoken. We staan nog altijd open om een dergelijk avontuur in een ander land te beginnen. Maar dit zal altijd samen met een partner zijn, want het is niet onze ambitie om zelf een winkelketen uit te bouwen.

17 Bewerkt u de buitenlandse markten zelf? En hoe vindt u uw klanten? Thierry Vandererfven: We kiezen er bewust voor om uitsluitend met distributeurs en groothandels te werken. Het zou immers een al te grote verkoop- en distributieorganisatie vragen om alle landen zelf te beleveren. Door deze strategische keuze kunnen we de export vooralsnog met zijn tweeën aan. Mijn salesmanager en ikzelf staan in voor de prospectie en opvolging. We zoeken onze klanten voornamelijk via beurzen. Daarnaast kijken we met welke distributeurs andere voedingsbedrijven die in de lijn van Belberry Preserves liggen, werken. Tenslotte vragen we geregeld aan Flanders Investment & Trade om ons informatie over importeurs te bezorgen. In 2008 was u aan een razendsnel tempo het gamma aan het uitbreiden. Bent u nog altijd zo innovatief bezig? Thierry Vandererfven: In de periode hebben we echt wel het onderste uit de kan gehaald. Omdat we toen al een veertigtal breide reeks suikervrije varianten, werd het alsmaar moeilijker om nieuwe recepturen te bedenken. Vandaar dat we besloten om andere fruitgebaseerde producten te ontwikkelen. Zo lanceerden we in 2006 acht verschillende marmelades. En in 2007 startten we met de fabricatie van vlierbessen-, cranberry- en blauwe bessensiropen. In datzelfde jaar speelden we eveneens in op de vraag van patissiers en chef-koks naar vruchtencoulis op basis van vers fruit. In 2008 lanceerden we vervolgens de vruchtenazijn. En in samenwerking met Barry Callebaut ontwikkelden we de Satongo : een mix bijgekomen, maar niet meer aan hetzelfde tempo als voordien. In 2012 ontwikkelden we de pâte de fruits: vruchtensnoepjes op basis van vruchtenpuree en suiker. In hetzelfde jaar pakten we eveneens met de balsamico s uit: dit is een glaze op basis van balsamico uit Italië en een vruchteninfuus, bestemd voor alle mogelijke culinaire serveren. En op SIAL 2014 zullen we met een nieuwe lijn van vier soorten ketchups staan. Deze zijn respectievelijk met mango, rode bieten, gele peper en tomaten gemaakt. Al uw producten worden in glazen verpakkingen aangeboden, terwijl de meeste voedingsmiddelen vandaag in een (al dan niet recycleerbare) kunststofverpakking op de markt worden gebracht. Waarom blijft u bij glas zweren? Thierry Vandererfven: Glazen verpakkingen hebben verschillende aan een temperatuur van meer dan 80 C af te vullen. Hierdoor behaal je een bewaartijd van minstens 24 maanden. Met kunststofverpakkingen moet je aan lagere temperaturen afvullen, waardoor je noodzakelijkerwijs conserveringsmiddelen dient te gebruiken om eenzelfde bewaartijd te halen. Bovendien is glas gemakkelijk In 2007 startte Belberry Preserves met de fabricatie van vlierbessen-, cranberry- en blauwe bessensiropen. stapelbaar, wordt het volledig gerecycleerd en straalt het traditie uit. Dat laatste is voor ons belangrijk, aangezien we nog steeds op een semi-ambachtelijke manier werken en we bij de ontwikkeling van onze producten naar recepten uit de oude doos teruggrijpen. Wat zijn uw plannen en doelstellingen voor de komende jaren? Thierry Vandererfven: We beseffen maar al te goed dat een jaarlijkse groei van 25 à 30% op termijn geen haalbare kaart is. Vandaar dat we onze doelstelling nu naar 20% hebben bijgeschaafd. We willen nog meer exporteren, dit door een uitbreiding van de bestaande markten. Maar het is tevens onze ambitie om nieuwe afzetgebieden in het Midden-Oosten en Azië aan te boren. Tevens hebben we de intentie om Australië en Zuid-Amerika veroveren. Qua uitbreiding van het gamma hebben we nog wel enkele ideeën, zoals een bioassortiment. In elk geval hebben we onze limieten nog lang niet bereikt, noch qua afzetmogelijkheden, noch op het vlak van innovatie. En met onze nieuwe fabriek zullen we onze productiecapaciteit met een factor drie kunnen optrekken, waardoor we meteen klaar zijn om nog jaren een serieuze groei aan te kunnen. WIE IS BELBERRY PRESERVES Belberry Preserves ontstond uit een delicatessenzaak die de ouders van Thierry Vandererfven in 1956 oprichtten. Toen hij de zaak in 1990 overnam, besloot hij de business buiten de muren van deze winkel te brengen. Thierry Vandererfven startte met kerijen, delicatessen- en kaaswinkels, chocolatiers,... verkocht. Maar hij wilde meer. In 2000 richtte hij Belberry Preserves op, ren naar het buitenland te trekken. Vanaf dan ging de bal aan het rollen. Intussen telt Belberry Preserves 10 personeelsleden en 130 verschillende recepturen.

18 Hoe bouwt u uw Food & Agri business optimaal uit? Vraag advies aan uw ING Relationship Manager. Als ondernemer in de voedings- en agro-industrie moet u met heel wat rekening houden. Want de belangrijkste industriële sector in België is constant in beweging. En dan komt het erop neer de juiste beslissingen te nemen die ook op lange termijn hun vruchten afwerpen. Daar helpt ING u graag bij. Want bij ons krijgt u advies van een Relationship Manager die de sector door en door kent. Van de marktsituatie tot de leveranciers en de afnemers. Het gevolg? U krijgt financiële oplossingen die voldoen aan uw specifieke behoeften. Zo maken we samen uw onderneming nog succesvoller. Op de lange termijn. ing.be/business Aanbod van bankdiensten onder voorbehoud van aanvaarding door ING België en wederzijds akkoord. De voorwaarden en modaliteiten (reglementen, tarieven en andere aanvullende informatie) zijn beschikbaar bij uw ING Relationship Manager of op ING België nv Bank/Kredietverlener Vennootschapszetel: Marnixlaan 24, B-1000 Brussel RPR Brussel Btw: BE BIC: BBRUBEBB IBAN: BE Verantwoordelijke uitgever: Inge Ampe Sint-Michielswarande 60, B-1040 Brussel.

19 AQUARAMAVAKBEURS werkt samen met AquaFlanders, TNAV en Vlario. Eén plus één is drie: vanuit die wetenschap zaten de organisatoren van de Aquarama Vakbeurs en de Aquaflandersstudiedag vorig jaar rond de tafel om hun afzonderlijke evenementen te verenigen tot een krachtig geheel. Met succes, want anno 2014 wordt de formule netjes herhaald. Samen met de TNAV Workshop en de medewerking van Vlario zorgt dat voor een event waar de hele Vlaamse en Belgische waterwereld gretig gebruik van maakt om bij te praten en extra kennis op te doen. De Aquarama Vakbeurs is op 23 oktober aan de negende editie toe (Brabanthal Leuven-Haasrode, 10u-18u). Door de jaren heen heeft onze organisatie zich vooral tot een gedroomd netwerkevenement ontwikkeld, blikt Filip Cossement terug. Wij danken de populariteit ervan aan het consistent vasthouden aan de formule: dit is nog altijd de enige beurs in België die zich uitsluitend op water focust. Ons evenement biedt het ideale forum om de temperatuur van de sector te meten, nieuwe oplossingen te ontdekken en de banden met klanten en leveranciers te versterken. STUDIEDAG AQUAFLANDERS De AquaFlanders-studiedag wisselt om de twee jaar af tussen beleidsthema s en technische aspecten. Nadat vorig jaar de focus lag op assetmanagement voor drink- en afvalwater, stippelde het team van Marc Buysse nu een interessant programma uit, dat ook zijn inspiratie vindt in het memorandum dat AquaFlanders indiende bij de vorming van de nieuwe Vlaamse regering. TNAV-WORKSHOP Water in de industrie is het centrale thema van de TNAV-workshop. Er wordt onder meer gefocust op het vierjarige VIS-traject De Blauwe Cirkel, de recuperatie van grondstoffen uit water en de verwijdering van stikstof uit afvalwater. CONTACTNAMIDDAG VLARIO Naar goede gewoonte tekent ook Vlario, het overlegplatform en kenniscentrum voor de Vlaamse riolerings- en afvalwaterzuiveringssector, present op de Aquarama Vakbeurs. Tijdens de contactnamiddag zal onder meer Wendy Francken het publiek wegwijs maken in enkele belangrijke updates en tendensen. AQUARAMA TRADE FAIR FOR WATER TECHNOLOGY 23 OKTOBER 2014 BRABANTHAL LEUVEN Het enige netwerk-event rond watertechnologie in België! + TNAV WORKSHOP + AQUAFLANDERS STUDIEDAG + VLARIO CONTACTDAG Bezoekers kunnen zich (verplicht) registreren. De toegang is gratis. Deelnemers aan de workshop en de studiedag betalen wel een bijdrage. >> Programma en registratie op

20 20 - SEPTEMBER 2014 / food INDUSTRY MAXIMALE LEVERINGSBETROUWBAARHEID De Belgische producent van gevogeltespecialiteiten Volys Star heeft met het CSB-System zijn leverprestatie en -betrouwbaarheid gemaximaliseerd. Vanaf de installatie van de eerste CSB-module in 2007 is het bedrijf uit Lendelede bovengemiddeld gegroeid. Tegenwoordig genereert Volys Star met ca. 430 medewerkers een jaarlijkse omzet van ruim 100 miljoen euro. Het dagelijkse productie- en pickvolume is tegenwoordig dubbel zo groot als vroeger. Projectmanager Geert Werbrouck is dan ook zeer tevreden: De software past gewoonweg perfect bij ons als gevogeltespecialist. Op termijn zullen we bij Volys Star nog maar één systeem voor de bedrijfsvoering inzetten, en dat is het CSB-System. ALTIJD KLAAR OM TE LEVEREN Het systeem levert uitstekende prestaties, in het bijzonder op het vlak van servicekwaliteit en klanttevredenheid. De medewerkers de orderaanname. Er is een automatische beschikbaarheidscontrole ingericht, die op elk gewenst moment over de laatste informatie beschikt met betrekking tot voorraadbestanden, ressources, capaciteiten en productie- en verwerkingsorders. Zo kan exact worden aangegeven of de gewenste bestelling op tijd kan worden geleverd. Wanneer bepaalde producten niet op voorraad zijn, berekent het systeem automatisch de eerstvolgende mogelijke productie- en leverdatum, of doet het systeem een voorstel voor het gebruik van alternatieve producten. Vroeger konden we onze leverafspraken niet altijd nakomen, wat natuurlijk tot problemen met onze klanten leidde. Tegenwoordig hebben we een leveringsbetrouwbaarheid van 100 procent. Elke geaccepteerde bestelling wordt binnen de gestelde levertermijn geleverd, aldus Geert Werbrouck. FOUTIEF GEËTIKETTEERDE PRODUCTEN ZIJN VERLEDEN TIJD Ook de leveringsnauwkeurigheid is aanzienlijk verbeterd. Door een uitgebalanceerde combinatie van orderpicksysteem, prijsetiketteereenheden en laadcontrole zijn foutieve leveringen zo goed als uitgesloten.eerst worden de vervaardigde producten naar het orderpickmagazijn getransporteerd, dat volgens FIFO-principe is georganiseerd. Daar zorgt de software voor de toewijzing van voorraadlocaties. Met behulp van de mobiele CSB-oplossing M-ERP vindt vervolgens de orderpicking op basis van order plaats. Mobiele eindapparaten loodsen de orderpickers naar de betreffende producten en geven alle orderinformatie direct op het display weer. Daarmee heeft Volys Star de papieren pickbon vaarwel gezegd. Een ander voordeel van mobiele orderpicking is dat de software de meest optimale route voor de orderpicker berekent. Daardoor kon het pickvolume aanzienlijk worden vergroot. De gepickte producten worden vervolgens met behulp van prijsetiketteermachines, die door het CSB-System worden aangestuurd, gewogen en volgens de wensen van de klant geëtiketteerd. Bij Volys Star bepaalt de klant hoe het etiket eruitziet. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met elke individuele wens. Het detailniveau van de vermelde informatie is daarbij deels zeer verschillend. Sommige etiketten zijn zelfs meertalig. In totaal zijn 500 verschillende lay-outs in gebruik een echte uitdaging voor de medewerkers. Om die reden