PROVINCIE LIMBURG STAD GENK

Transcriptie

1 PROVINCIE LIMBURG STAD GENK GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN (GEM. RUP) ZONEVREEMDE SPORT EN RECREATIE SCHEMMERSHEIDE Op basis van artikel 37, 38 en 39 e.a van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening met zijn wijzigingen. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Opgesteld door TECHNUM N.V. Afdeling Ruimtelijke Planning Ilgatlaan Hasselt Hasselt, de 23 januari februari mei november december 2007 Inge Gorissen, Ruimtelijke Planner opgenomen in het register BVR 5/5/2000, gewijzigd 7/7/2000, 7/11/2003, 23/04/2004 Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van De Secretaris, De Burgemeester, Het College van Burgemeester en Schepenen bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van het publiek op het gemeentehuis werd neergelegd van De Secretaris, De Burgemeester, tot Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van De Secretaris, De Burgemeester,

2 0 INHOUDSTAFEL 0 INHOUDSTAFEL ALGEMENE BEPALINGEN EN VOORSCHRIFTEN Grens van het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Zonevreemde Sport en Recreatie Sportzone Schemmersheide Bestaande toestand Inrichtingsplan Beplantingen Publiciteit Nutsvoorzieningen Werken en handelingen Integraal waterbeheer Algemeen architectonisch voorkomen Terminologie BIJZONDERE BEPALINGEN EN VOORSCHRIFTEN PER ZONE... 6 ART. 1. ZONE VOOR RECREATIE... 6 ART. 2. ZONE VOOR NATUURGEBIED ART. 3. ZONE LANDSCHAPPELIJKE BUFFER ART. 4. ZONE VOOR BUFFER ART. 5. ZONE VOOR TUINEN TECHNUM N.V., Afdeling Ruimtelijke Planning 2

3 1 ALGEMENE BEPALINGEN EN VOORSCHRIFTEN 1.1. Grens van het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Zonevreemde Sport en Recreatie Sportzone Schemmersheide Deze grens duidt het gedeelte van het grondgebied aan, onderworpen aan de voorschriften van bijhorend plan Bestaande toestand De 'bestaande toestand' is de toestand - activiteiten in een gegeven vorm en omvang - bij het opstellen van het RUP 1.3. Inrichtingsplan De inrichting van de zone dient als één geheel ontworpen te worden. De aanduidingen zoals ontsluiting, groenassen, wandelpaden, parkeergelegenheid, positionering van de bebouwing, staan in relatie met elkaar. Het inrichtingsplan is informatief bij de uitwerking van de zone. Bij ieder initiatief of bij iedere stedenbouwkundige vergunningsaanvraag moet aangetoond worden dat de inrichting van de totale zone niet gehypothekeerd wordt. Elke stedenbouwkundige vergunningsaanvraag bevat een toegankelijkheidsadvies Beplantingen De voorgeschreven beplantingen zullen bestaan uit inheemse bomen en struiken. Het betreft beplanting, of plantengroei, die van nature, spontaan voorkomt bij de fysische omstandigheden die zich in deze streek en/of op deze specifieke plaats voordoen. Deze planten kunnen zowel van autochtone oorsprong zijn, dan wel in het verleden ingevoerd en inmiddels geïntegreerd in het natuurlijk milieu Publiciteit De bestaande wetten en reglementen zijn hier van toepassing Nutsvoorzieningen Oprichting van openbare nutsvoorzieningen zoals elektriciteitscabines, verdeelkasten, telefooncellen, buswachthokjes, publieke infopanelen mogen mits voorafgaandelijk advies van de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar in alle bestemmingszones. Deze nutsvoorzieningen moeten zoveel mogelijk landschappelijk, ruimtelijk en vormelijk in de omgeving geïntegreerd worden, zodat ze niet als storende objecten worden waargenomen. TECHNUM N.V., Afdeling Ruimtelijke Planning 3

4 1.7. Werken en handelingen Werken en handelingen (heraanleg van terreinen, afbraak en heropbouw van bebouwing, ) in de toekomst dienen te gebeuren met zo weinig mogelijk hinder voor de beschermde landschappen en habitatten in de omgeving. Dit door gebruik te maken van de best mogelijke technieken. De mogelijke hinder die ontstaat door de werken (geluidshinder, stofhinder, geurhinder, ) dient dus tot een minimum beperkt. Dit betekent dat indien er door omstandigheden toch enige vorm van hinder te verwachten valt men de nodige voorzorgsmaatregelen dient te treffen om de hinder te beperken. Deze maatregelen gelden voor zowel werken met impact op korte als op lange termijn Integraal waterbeheer Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Artikel 8 van dat decreet luidt: "... de overheid die over een vergunning, een plan of programma moet beslissen, draagt er zorg voor, door het weigeren van de vergunning of door goedkeuring te weigeren aan het plan of programma dan wel door het opleggen van gepaste voorwaarden of aanpassingen aan het plan of programma, dat geen schadelijk effect ontstaat of zoveel mogelijk wordt beperkt en, indien dit niet mogelijk is, dat het schadelijk effect wordt hersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd. Dit decreet en latere wijzigingen gelden in alle omstandigheden. Daken en verharde oppervlakken die onder toepassing vallen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening Aan het besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater moet voldaan worden. Openbare wegenis, daken en verharde oppervlakken die niet onder toepassing vallen van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening Ook voor de bestaande en nieuw aan te leggen openbare wegenis, de eventueel andere bestaande verharde oppervlakte of daken, voor de daken op percelen kleiner dan 3 are, de verharde oppervlakken kleiner dan 200 m² en de andere uitzonderingen die opgenomen zijn in stedenbouwkundige verordening, moet de maximaal mogelijke afkoppeling, infiltratie (niet voor vervuild water) en buffering van hemelwater nagestreefd binnen het globale concept van het project. Dit wil zeggen dat een gescheiden stelsel moet aangelegd worden voor nieuwe infrastructuur en maximaal wordt nagestreefd voor bestaande infrastructuur. Indien geen hergebruik van regenwater mogelijk is, wordt in eerste instantie de maximale infiltratie van hemelwater vooral afkomstig van dakwater beoogd, afhankelijk van de infiltratiecapaciteit van de grond en in tweede instantie de eventuele infiltratie of buffering van hemelwater afkomstig van andere verharde oppervlakken. De normen voor infiltratie en buffering zijn minimaal de normen zoals beschreven in de Code van goede praktijk voor het aanleggen van rioleringen (omzendbrief 16 juli 1996). Het aanleggen van een hemelwaterinstallatie en/of infiltratievoorziening is verplicht en wordt toegelaten in alle bestemmingszones. Het hemelwater moet in eerste instantie zo veel als mogelijk herbruikt worden. Hiertoe dienen de nodige voorzieningen getroffen te worden bij het oprichten van de gebouwen. TECHNUM N.V., Afdeling Ruimtelijke Planning 4

5 1.9. Algemeen architectonisch voorkomen De architectuur van alle nieuwbouw zal waardig, eenvoudig en kwaliteitsvol zijn. Iedere constructie of groep constructies dient op architecturaal gebied in harmonie te zijn met de omgeving en tevens op zichzelf een harmonisch geheel te vormen o.a. door gepast gebruik van de aard en de kleur van de materialen, vormgeving en volume. Alle constructies moeten opgetrokken worden uit materialen die qua duurzaamheid en uitzicht verantwoord zijn. Ze moeten harmonisch passen in de omgeving en bovendien moeten ze onderling een samenhorend geheel vormen Terminologie Bestaande bebouwing: Bebouwingscoëfficiënt: Bouwhoogte: Constructie: Gebouw: Vloeroppervlakte: Verharding: Al de constructies (het geheel aan gebouwen) aanwezig op het terrein zoals grafisch weergegeven op het plan bestaande toestand. De bebouwingscoëfficiënt is de verhouding van het geheel van de bebouwde terreinoppervlakte op de totale terreinoppervlakte van de betreffende bestemmingszone. Hoogte van een bouwwerk, die indien niet anders is aangeduid, wordt gemeten vanaf het grondpeil, bestaand maaiveld of voorliggende stoep tot de bovenkant voorgeveldakrand (deksteen, kroonlijst of dergelijke). Elk bouwwerk, van hout, steen, beton, metaal of ander bouwmateriaal, dat met de grond verbonden is of erop geplaatst is. Een door de mens gemaakte, toegankelijke, overdekte en geheel of gedeeltelijk omsloten ruimte. De buitenwerks gemeten oppervlakte van alle bovengrondse bouwlagen van een gebouw. Verharding kan gesloten verharding, half of open - verharding zijn. Gesloten verhardingen zijn asfalt, klinkers of beton. Betonverharding is niet toegestaan. Half - verhardingen zijn: steenslag, grind, dolomiet, puin. Puin is niet toegelaten. Zij zijn waterdoorlatend. Open - verhardingen bestaan uit ongebonden grofkorrelig materiaal. Dit is waterdoorlatend. TECHNUM N.V., Afdeling Ruimtelijke Planning 5

6 2 BIJZONDERE BEPALINGEN EN VOORSCHRIFTEN PER ZONE ART. 1. ZONE VOOR RECREATIE RICHTINGGEVEND VERORDENEND ZONE TOELICHTING BIJ DE GEWENSTE ORDENING ESSENTIËLE ASPECTEN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN ZONE VOOR RECREATIE 1.1 ALGEMENE BEPALINGEN Dit gebied is aangeduid voor de bestendiging en uitbreiding van de bestaande recreatieve voorzieningen op lokaal niveau in relatie tot zowel de leefgemeenschappen als de aanwezige natuurwaarden. Een gedeelte van het woonuitbreidingsgebied en het ontginningsgebied nabestemming woonuitbreidingsgebied worden omgezet naar natuurgebied. Het betreft een uitbouw van sport en spel in open lucht, voetbal, atletiek, jeugdactiviteiten, Lokale recreatieve activiteiten voor de leefgemeenschappen er rond, namelijk Boxbergheide en Winterslag. Jeugdhuis Binnen de zone ligt het accent op recreatieve activiteiten in open lucht, gaande van sport en spel, atletiek, voetbal en aanverwanten. Binnen de zone is de oprichting van constructies en andere voorzieningen slechts beperkt toegestaan. Bebouwingsmogelijkheden worden wel toegestaan in de daartoe voorziene zones A en B BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN Deze zone is bestemd voor de inrichting van een recreatieve cluster met verschillende mogelijkheden wat betreft sport-, spel -, recreatieve - en jeugdactiviteiten. De sporten spelen zich af in open lucht zoals voetbal, atletiek, petanque, skaten, multifunctionele sport en speelvelden en aanverwanten. De toegelaten recreatieve activiteiten hebben een lokaal karakter en mogen geen hinder veroorzaken aan de omgeving. Voldoende aandacht voor de inpassing van infrastructuur en bebouwing: betere landschappelijke integratie, inpassing in het natuurgebied en een verbetering van de inpassing in het omliggende woongebied aan de Delweg, TECHNUM N.V., Afdeling Ruimtelijke Planning 6

7 Wetzandstraat, de Hortensiastraat en de Bijenstraat. 1.2 BEPALINGEN M.B.T DE BEBOUWING EN INRICHTING Alle randinfrastructuur, zoals kleinschalige constructies en veiligheidsaccommodatie, verlichting, dug-out, lage afsluitingen, vangnetten gerelateerd aan de recreatieve activiteit zijn toegestaan in de zone voor recreatie. Bebouwing en andere infrastructuur worden voorzien in een daartoe aangeduide zone A en B. De inpassing in de omgeving staat voorop. Het inrichtingsplan is informatief. Iedere aanvraag moet aantonen dat de totale inrichting van de zone niet gehypothekeerd wordt. 2 belangrijke doelen: - het programma realiseren en - aandacht voor de inpassing in de omgeving d.m.v. een gepaste landschapsinkleding BEBOUWINGS- EN INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN Terreinwerken zijn toegestaan in functie van het goed functioneren van de toegestane recreatieve activiteiten met aandacht voor een degelijke landschappelijke inpassing. Het inrichtingsplan is informatief bij de invulling van de zone. Bij iedere stedenbouwkundige vergunningsaanvraag moet aangetoond worden dat de inrichting van de totale zone niet gehypothekeerd wordt. De noodzakelijke constructies ten behoeve van de uitrusting van de terreinen zoals veiligheidsnetten, o.a opvangnetten, afsluitingen en lage afsluitingen, dug-outs, zitbanken etc mogen opgericht worden in deze zone. Ook is in deze zone het aanbrengen van verlichting toegestaan. Dit moet gebeuren op basis van de principes van duurzaamheid. In de zone is het aanleggen en/of oprichten van de nodige accommodatie ten behoeve van de sport en spel - activiteiten dus toegelaten met uitzondering van gebouwen, overdekte tribunes en parking. Die laatste worden ingeplant in de hiervoor specifiek aangeduide zones. Het aanleggen van kunststofvelden is toegestaan. Het aantal overdekte dug-outs wordt beperkt tot maximum 4 (2 per wedstrijd voetbalveld) en met een maximale oppervlakte van 15 m² elk. De dug-outs dienen opgetrokken in esthetisch verantwoorde materialen die harmonisch inpassen in de omgeving. Betonplaten, houten paletten, recuperatiemateriaal en nabootsende materialen worden niet toegestaan. Wat afsluitingen betreft zijn paal - en draadafsluitingen begeleid door een levende haag toegelaten, doch dient een natuurlijke TECHNUM N.V., Afdeling Ruimtelijke Planning 7

8 afsluiting zoals een dichte haagstructuur of houtkant voorkeur te krijgen. De lage afsluiting rond het speelveld, al dan niet voorzien met reclame, wordt opgetrokken in esthetisch verantwoorde materialen. Het gebruik van betonplaten is niet toegelaten. Verhardingen worden enkel toegestaan in de zones A en B. Zie verder zone voor bebouwing. De landschappelijke waarde van deze zone zal verhoogd worden door een gepaste groenaanplanting, voornamelijk bestaande uit opgaande kleine landschapselementen, zodanig dat een optimale integratie in het omliggende landschap bereikt wordt, bijvoorbeeld voor de afbakening van de verschillende speelvelden, trainingsvelden, trapveldjes. Ook de niet benutte ruimten dienen met een beplanting te worden ingekaderd. Bij de aanleg zal gebruik gemaakt worden van overwegend inheemse standplaatsgeschikte soorten, in harmonie met de omringende begroeiing. De bestaande hoogstambomen moeten zo veel als haalbaar behouden blijven. zone voor bebouwing In de zones A en B worden bouwwerken en/of andere voorzieningen toegestaan op basis van bijhorende voorwaarden en beperkingen opgevolgd worden. Beperkte bebouwing is noodzakelijk voor het optimaal functioneren. De zones A en B geven de zones aan waarbinnen gebouwd mag worden. De situering van de zones volgt uit de plaats van de bestaande bebouwing en uit de omgeving. Bebouwing is enkel toegestaan binnen de daartoe afgebakende zone op het grafisch plan, namelijk de zones A en B. In de zone A wordt, naast de oprichting van het clublokaal met toebehoren (tribune, berging, sanitair, kleedruimtes, ) en het jeugdhuis, ook de inrichting van de toegang en van parkeervoorzieningen toegestaan. Om eenheid te bekomen wordt gestreefd naar een uniform gebruik van materialen en soorten beplantingen, aansluitend met het omliggende natuurgebied. Het optimaal functioneren van de lokale recreatieve cluster staat voorop, mits de nodige inspanningen tot inpassing in dit bos- en heidegebied. Doordacht materiaalgebruik. Voldoende parkeerruimte noodzakelijk voor het dagdagelijkse gebruik. In de zone A is toegestaan: clublokaal met toebehoren, berging, sanitair, kantine, tribune, terreinverlichting jeugdhuis, alle inrichtingen voor sport en spel. Parkeergelegenheid is ook toegestaan. TECHNUM N.V., Afdeling Ruimtelijke Planning 8

9 Parking met groenvoorzieningen. De zone B is eveneens voorzien voor de oprichting van een clublokaal met toebehoren tribune, berging, sanitair, kleedruimtes, en de nodige toegang en parkeermogelijkheden. De zone B is eveneens voorzien voor de oprichting van een clublokaal met toebehoren kantine, tribune, berging, sanitair, kleedruimtes, en de nodige toegang en parkeermogelijkheden. Het clublokaal mag enkel gebruikt worden in functie van de bestemming van het recreatiegebied. De gebouwen moeten zoveel mogelijk landschappelijk geïntegreerd worden in de onmiddellijke omgeving. Het kunnen functioneel verschillende entiteiten zijn, maar ze moeten architecturaal en ruimtelijk één geheel vormen. Alle constructies worden opgetrokken in duurzame, functionele en esthetisch verantwoorde materialen die harmonisch inpassen in de omgeving. Het gebruik van betonplaten, houten paletten, recuperatiemateriaal en nabootsende materialen is niet toegelaten. Nieuwe bebouwing wordt opgetrokken aansluitend aan de bestaande gebouwen en, in geval van volledige afbraak, op dezelfde locatie als de afgebroken gebouwen (heropbouw). In zone A een B/T van 0,1: dit houdt een bebouwingsoppervlakte in van ongeveer 1029 m2. In zone B een B/T van 0,19: dit houdt een bebouwingsoppervlakte in van ongeveer 1074 m2. De bebouwingscoëfficiënt B/T bedraagt maximum: 0,1 voor zone A, inclusief overdekte ruimte 0,19 voor zone B, inclusief overdekte ruimte De bebouwingscoëfficiënt is de maximum toegestane bebouwingsoppervlakte gedeeld door de totale terreinoppervlakte van de respectievelijke zone aangeduid met A en B. De bouwhoogte bedraagt: voor zone A: maximaal 2 bouwlagen, dit is maximum 6,00m te meten van het niveau van het bestaande maaiveld tot bovenkant van de dakrand; dakrandhoogte (lage zijde) van de losstaande tribune maximaal 3.50 m. Dit is een staantribune. voor zone B: maximaal 1 bouwlaag, dit is maximum 3,00m te meten van het niveau van het bestaande maaiveld tot TECHNUM N.V., Afdeling Ruimtelijke Planning 9

10 bovenkant van de dakrand; dakrandhoogte (lage zijde) van de tribune maximaal 3.50 m. Dit is een staantribune. Terreinverharding in de zones A en B: De parking, paden, het terras mogen aangelegd worden in een gesloten -, half of open verharding, zoals omschreven in het punt terminologie van de Algemene bepalingen. Het oppervlaktewater moet ter plaatse opgevangen worden en kunnen bezinken. 1.3 BEPALINGEN M.B.T BEHEER Het betreft het beheer van de parking bij de recreatiezones A en B. Inrichting en beheer door de gemeente BEHEERSVOORSCHRIFTEN De parking wordt onderhouden en beheerd door de gemeente. TECHNUM N.V., Afdeling Ruimtelijke Planning 10

11 ART. 2. ZONE VOOR NATUURGEBIED RICHTINGGEVEND VERORDENEND ZONE TOELICHTING BIJ DE GEWENSTE ORDENING ESSENTIËLE ASPECTEN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN ZONE VOOR NATUURGEBIED 2.1 ALGEMENE BEPALINGEN Dit is een zone, bestemd als woonuitbreidingsgebied en ontginningsgebied nabestemming woonuitbreidingsgebied, die herbestemd wordt naar natuurgebied, ter bescherming van het ecologisch en biologisch zeer waardevol heide- en bosgebied. Het behoud, beschermen en versterken van het bestaande bos - en heide gebied BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN De natuurgebieden zijn bestemd voor het behoud, de bescherming en het herstel van het plaatselijk natuurlijk milieu; namelijk bos- en heidegebied. Zacht recreatief medegebruik is toegestaan (wandelen). In de heide is fietsen niet toegestaan. ZONE VOOR NATUURGEBIED MET AANDUIDING S Uitgezonderd in de zone S is een activiteit toegestaan: het betreft enkel een schutterij zoals beschreven. Als deze activiteit stopt worden de bepalingen van zone voor natuurgebied van kracht. De schutterij betreft geen lawaaisport, de geluidshinder is slechts zeer beperkt. Het betreft een historische gilde/schutterij met als activiteit klepschieten met staande wip. Dit, in tegenstelling tot bijvoorbeeld kleiduifschieten, produceert dit nagenoeg geen geluid. Luchtdrukschieten is ook toegestaan. Lawaaisporten worden niet toegestaan. Binnen de zone S betreft het uitsluitend de recreatieve activiteit van de schutterij. Alleen deze activiteit is daar toegestaan. Als deze activiteit wordt stopgezet dan moet deze deelzone natuurgebied worden. In de zone S is enkel de situering van een schutterij toegestaan met de activiteiten klepschieten en luchtdrukschieten die geen lawaaihinder veroorzaken. Indien deze activiteit wordt stopgezet dan wordt deze zone S zone voor natuurgebied en gelden de voorschriften van dit artikel. TECHNUM N.V., Afdeling Ruimtelijke Planning 11

12 2.2 BEPALINGEN M.B.T INRICHTING INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN Maximaal behoud en versterking van de bestaande ecologische en biologische waarde van het gebied. Het aanwezige naaldhout omvormen naar loofhoutaanplantingen. In deze zone mag geen bebouwing en verharding voorkomen. ZONE VOOR NATUURGEBIED MET AANDUIDING S: BEBOUWING In de zone S worden bouwwerken en/of andere voorzieningen toegestaan op basis van bijhorende voorwaarden. De beperkingen moeten opgevolgd worden. In de zone S is enkel de inrichting van een schutterij toegestaan, met de daarbij horende gebouwen en attributen. In de zone S is enkel de inrichting van een schutterij toegestaan, met de daarbij horende gebouwen en attributen. Het clublokaal mag enkel gebruikt worden in functie van de bestemming van de schutterij. De gebouwen moeten zoveel mogelijk landschappelijk geïntegreerd worden in de onmiddellijke omgeving. Het kunnen functioneel verschillende entiteiten zijn, maar ze moeten architecturaal en ruimtelijk één geheel vormen. Alle constructies worden opgetrokken in duurzame, functionele en esthetisch verantwoorde materialen die harmonisch inpassen in de omgeving. Het gebruik van betonplaten, houten paletten, recuperatiemateriaal en nabootsende materialen is niet toegelaten. Nieuwe bebouwing wordt opgetrokken aansluitend aan de bestaande gebouwen en, in geval van volledige afbraak, op dezelfde locatie als de afgebroken gebouwen (heropbouw). In de zone S een B/T van 0,07: dit houdt een bebouwingsoppervlakte van ongeveer 295 m2. De bebouwingscoëfficiënt B/T bedraagt maximum: 0,07 voor zone S, inclusief overdekte ruimte De bebouwingscoëfficiënt is de maximum toegestane bebouwingsoppervlakte gedeeld door de totale terreinoppervlakte van de zone aangeduid met S. De bouwhoogte bedraagt: voor zone S; maximaal 1 bouwlaag, dit is maximum 3,00m te meten van het niveau van het bestaande maaiveld tot bovenkant van de dakrand. TECHNUM N.V., Afdeling Ruimtelijke Planning 12

13 Terreinverharding in de zone S: enkel verharding i.f.v. de recreatieve activiteit (inclusief bebouwing). Geen verharding voor toegang, noch voor parking. Het oppervlaktewater moet ter plaatse opgevangen worden en kunnen bezinken. In de zone S, dient het bestaande bomenbestand maximaal bewaard te blijven. ONTSLUITINGS- PUNT Het behoud van de bestaande, onverharde ontsluiting naar de parking behorend bij de zone S: de schutterij. 2.3 BEPALINGEN M.B.T BEHEER De ontsluiting wordt, door middel van een holle vierkantjeslijn met pijl, op een indicatieve manier weergegeven op het grafisch plan. Het betreft in het principe het behoud van de bestaande onverharde toegang. Deze ontsluiting mag niet verhard worden. Als de sportactiviteit waarnaar deze ontsluiting leidt stopt en de nabestemming natuurgebied van kracht wordt moet deze ontsluiting verdwijnen uit het natuurgebied BEHEERSVOORSCHRIFTEN Het betreft het beheer inzake een natuurgebied. Inrichting en beheer door de gemeente. Het natuurgebied, met zacht recreatief medegebruik (= enkel wandelen), wordt onderhouden en beheerd door de gemeente. Er wordt een beheersplan voor opgesteld, waarin een omvorming naar loofhoutaanplanting wordt ingeschreven. TECHNUM N.V., Afdeling Ruimtelijke Planning 13

14 ART. 3. ZONE LANDSCHAPPELIJKE BUFFER RICHTINGGEVEND VERORDENEND ZONE TOELICHTING BIJ DE GEWENSTE ORDENING ESSENTIËLE ASPECTEN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN ZONE VOOR LANDSCHAPPE- LIJKE BUFFER 3.1 ALGEMENE BEPALINGEN Dit is een overgangszone tussen de recreatiezones en het natuurgebied (heide- en bosgebied). Inkleding van de recreatiezone Integratie in de omgeving Het creëren van een overgangszone, met een maximaal behoud en versterking van het bestaande bomenbestand BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN De zones voor landschappelijke buffer zijn bestemd voor het maximaal behoud en de versterking van de bestaande groenstructuur, als overgangszones naar het heide- en bosgebied. Voor het behoud ervan dienen de nodige beschermingsmaatregelen genomen te worden. 3.2 BEPALINGEN M.B.T DE INRICHTING INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN Zacht recreatief medegebruik; enkel in de vorm van onverharde voetpaden. Maximaal behoud en versterking van het bestaande inheemse bomenbestand. In deze zone mag geen bebouwing en geen verharding voorkomen. 3.3 BEPALINGEN M.B.T BEHEER Inrichting van onverharde voetpaden (recreatief medegebruik enkel voor de wandelaar) BEHEERSVOORSCHRIFTEN Het betreft het beheer inzake een groengebied, meer bepaald een zone voor landschappelijke buffer. Inrichting en beheer door de gemeente De landschappelijke buffer wordt onderhouden en beheerd door de gemeente. Er wordt een beheersplan opgesteld. De situering en inrichting van onverharde voetpaden en de eventuele omvorming van naaldhout naar loofhout wordt in dit beheersplan geregeld. TECHNUM N.V., Afdeling Ruimtelijke Planning 14

15 ART. 4. ZONE VOOR BUFFER RICHTINGGEVEND VERORDENEND ZONE TOELICHTING BIJ DE GEWENSTE ORDENING ESSENTIËLE ASPECTEN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN ZONE VOOR BUFFER 4.1 ALGEMENE BEPALINGEN Een dichte groenzone met vooral een esthetische en afschermende functie BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN Het betreft een dichte buffer bestaande uit te behouden en/of te versterken groen als overgangszone tussen de recreatieve activiteit en de omliggende woningen. 4.2 BEPALINGEN M.B.T DE INRICHTING INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN Bestaande hagen dienen bewaard te blijven en waar nodig versterkt, om zo de aangrenzende woningen te bufferen t.o.v. de recreatieve-, sport - en jeugdactiviteiten en om zo voldoende privacy te garanderen. Visuele afscherming t.o.v. het omliggende woonweefsel. Een dichte buffer bestaande uit een dichte struiklaag met verspreid staande hoogstambomen. De planten die voorkomen in de buffer zijn inheems. Ze heeft een afschermende functie. In deze zone mag geen bebouwing opgericht worden. Er mag geen verharding voorkomen. De bufferzone mag niet doorbroken worden. 4.3 BEPALINGEN M.B.T BEHEER Het betreft het beheer inzake een groengebied, meer bepaald een zone voor dichte buffer. Inrichting en beheer door de gemeente BEHEERSVOORSCHRIFTEN De dichte buffer wordt onderhouden en beheerd door de gemeente. Er wordt een beheersplan opgesteld. TECHNUM N.V., Afdeling Ruimtelijke Planning 15

16 ART. 5. ZONE VOOR TUINEN RICHTINGGEVEND VERORDENEND ZONE TOELICHTING BIJ DE GEWENSTE ORDENING ESSENTIËLE ASPECTEN STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN ZONE VOOR TUINEN 5.1 ALGEMENE BEPALINGEN Dit is een zone voor de inrichting van een privé tuin bij de woningen. Privé tuin bij de woningen BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN Deze zone is uitsluitend bestemd voor de inrichting van privé tuinen bij de woning. 5.2 BEPALINGEN M.B.T DE INRICHTING INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN De tuinen mogen omheind worden om het privé karakter te bewaren. De tuin mag omheind worden, er mag geen bebouwing voorkomen. Deze zone mag volledig omheind worden om het privé karakter te bewaren. De omheining kan in de vorm van een haag of een draad begroeid met klimop. Er mag geen terras, verharding of bebouwing voorkomen. Een beplanting in deze zone is verplicht. De inrichting van de zone gebeurt met beplantingen die uit inheemse bomen bestaan. Het betreft beplanting, of plantengroei, die van nature spontaan voorkomt bij de fysische omstandigheden die zich in deze streek en/of op deze specifieke plaats voordoen. Deze planten kunnen zowel van autochtone oorsprong zijn, dan wel in het verleden ingevoerd en inmiddels geïntegreerd in het natuurlijk milieu. TECHNUM N.V., Afdeling Ruimtelijke Planning 16