Jaarplan 2014 Veiligheidshuis Zeeland

Transcriptie

1 Jaarplan 2014 Veiligheidshuis Zeeland

2

3 Inhoud Woord vooraf 1 1. Inleiding 2 2. Algemene stand van zaken 3 3. Overzicht casusoverleggen 4 4. Ontwikkelingen 10 Bijlage: Begroting 2014 en rekening Woord vooraf Voor u ligt ons Jaarplan Naast stilstaan bij nieuwe ontwikkelingen en onze ambities, blikken we ook terug op het jaar Duidelijk is dat het Veiligheidshuis Zeeland niet heeft stilgezeten en zich bleef ontwikkelen in deze moeilijke en onzekere tijden belooft een spannend jaar te worden. Veel hangt af van hoe de decentralisaties vorm zullen krijgen en hoe de gemeenten deze nieuwe verantwoordelijkheden zullen oppakken. Daarnaast is het Veiligheidshuis Zeeland bezig met de implementatie van het Landelijk kader veiligheidshuizen, waarin gesteld wordt dat er regie gevoerd moet worden over de complexe ketenoverstijgende zaken en dat het doelgroepdenken losgelaten moet worden. Niet alleen de gemeenten krijgen meer taken en verantwoordelijkheden, ook het Openbaar Ministerie en zijn justitiële ketenpartners hebben te maken met nieuwe opdrachten en (financiële) doelstellingen. Voorbeeld hiervan is de verdere uitrol van Zo Slim, snel, samen, samenlevingsgericht & simpel Mogelijk (ZSM) in Hoe een en ander zich verhoudt in de samenwerking met de veiligheidshuizen wordt samen met de partners opgepakt. Gelukkig beseft iedereen dat ze niet alleen aan hun opdracht kunnen voldoen zonder de samen- werking van hun ketenpartners te zoeken. Verbindingen, hoe moeilijk ze soms ook zijn, worden gelegd of zullen nog gemaakt worden. Ik wens u veel leesplezier. Bruno Vanassche, directeur Veiligheidshuis Zeeland 1 Verder bouwen aan het Veiligheidshuis Zeeland

4 1. Inleiding Opzet Veiligheidshuis Zeeland In het Veiligheidshuis Zeeland zijn de justitiële keten en de zorg- en welzijnsketen fysiek aan elkaar gekoppeld, om op een zo effectief mogelijke wijze criminaliteit, recidive en overlast tegen te gaan en daarmee de (sociale) veiligheid in Zeeland te verhogen. Uitgangspunt voor de samenwerking tussen de ketenpartners is het leveren van maatwerk, door voor elke in het Veiligheidshuis besproken casus een persoonsgerichte aanpak vast te stellen. Bij die persoonsgerichte aanpak wordt de omgeving betrokken (één gezin, één plan). De beschikbare informatie wordt gebruikt om een zo sluitend mogelijk plan te maken, gericht op de complexe zaken. Krachten van verschillende partners worden gebundeld in een daadwerkelijke samenwerking en in een gezamenlijke betrokkenheid en verantwoordelijkheid. Er wordt regie gevoerd op een efficiënte samenwerking tussen organisaties, waardoor wordt voorkomen dat gezinnen benaderd worden door een veelvoud aan zorgverleners, die ieder uitsluitend de eigen taak uitvoeren. Daarnaast wordt voorkomen dat organisaties langs elkaar heen werken of niet op de hoogte zijn van elkaars betrokkenheid bij een casus. Het zorgt voor afstemming van ieders activiteiten in een bepaalde casus. Doelstellingen De doelstellingen van het Veiligheidshuis zijn: crimineel gedrag voorkomen; recidive terugdringen; een fysiek knooppunt tot stand brengen waar preventie, repressie en (na)zorg met elkaar verbonden worden; veiligheid met zorg en welzijn koppelen, de samenwerking tussen de justitiële en zorg- en welzijnsketen verbeteren en daarmee de effectiviteit van de afzonderlijke instellingen verhogen; de integraliteit van de werkwijze vergroten en daarmee de kwaliteit van de persoonsgebonden aanpak verhogen; de primaire doelgroepen zoveel mogelijk aan het begin van de keten helpen, waarbij door middel van preventie getracht wordt de problematiek klein te houden; zwaardere, geïndiceerde zorg voorkomen. Bestuur Sinds 15 mei 2012 heeft het Veiligheidshuis Zeeland een stichtingsvorm. Er zijn sindsdien geen bestuurswisselingen geweest. Het bestuur bestaat uit: de heer Henny van Kooten, burgemeester Noord-Beveland (voorzitter); de heer Marin de Zwarte, wethouder gemeente Vlissingen; mevrouw mr. Hester Lekkerkerker, hoofd Beleid & Strategie, Openbaar Ministerie. Het Veiligheidshuis zorgt voor afstemming van ieders activiteiten in een bepaalde casus. Jaarplan 2014 Veiligheidshuis Zeeland 2

5 2. Algemene stand van zaken Landelijk kader sinds 2013 Per 1 januari 2013 werken de Nederlandse veiligheidshuizen volgens het nieuwe landelijk kader, opgesteld door en voor alle (landelijke) partners die deel uitmaken van het netwerksamenwerkingsverband. Het kader beschrijft het gedeelde en gewenste perspectief van de veiligheidshuizen. Door dit kader krijgen de gemeenten de verantwoordelijkheid voor de coördinatie van de regionale samenwerking in het veiligheidshuis en is er minimaal één veiligheidshuis per veiligheidsregio. Verder komt de bijdrage van het Ministerie van Veiligheid en Justitie niet meer via het Openbaar Ministerie, maar via de centrumgemeente van de veiligheidsregio (Middelburg), en wordt de focus gelegd op de ketenoverstijgende aanpak van complexe problematiek. Deze ontwikkeling betekent dat we het doelgroepdenken moeten loslaten. Hoe dit vorm krijgt zal in de loop van 2014 meer duidelijk moeten worden. Een eerste aanzet is de integrale procescoördinatie (zie pag. 13). Partners Vorig jaar hebben we enkele nieuwe partners mogen verwelkomen die een vaste werkplek in het Veiligheidshuis ingenomen hebben. MEE Zeeland, William Schrikker Groep en Tragel Zorg hebben zich op de eerste verdieping gevestigd. Nog steeds tonen andere organisaties interesse om zich aan te sluiten. De volledige lijst van partners vindt u op de achterzijde van deze uitgave. Personeel In 2013 beschikte het Veiligheidshuis Zeeland over de volgende formatie: directeur (1 fte); procescoördinator (0,77 fte); In 2013 is de derde verdieping betrokken. managementondersteuning/ administratieve ondersteuning (2,55 fte). Er is een tijdelijke detacheringovereenkomst aangegaan voor de periode van 2014 voor extra administratieve ondersteuning (0,44 fte). In oktober 2013 heeft het College Zorg en Welzijn besloten om in 2014 middelen beschikbaar te stellen voor de verdere doorontwikkeling van de persoonsgebonden aanpak (PGA). Deze middelen worden ingezet voor de nieuwe PGA-procescoördinator. Werkplekken en uitbreiding Omdat in het Veiligheidshuis Zeeland een tekort was aan werkplekken en vergaderruimten, heeft het bestuur in 2012 toestemming gegeven om de derde verdieping van het gebouw in gebruik te nemen. Op 1 april 2013 is deze verdieping na een verbouwing betrokken. Door deze uitbreiding werd het mogelijk de werkplekken weg te halen van de benedenverdieping en daar meer spreekkamers en vergaderruimten te realiseren. Door deze aanpassingen werd het ook mogelijk om de veiligheidsaspecten binnen het kantoor te verbeteren. Automatiseringssysteem GCOS In oktober 2011 is gestart met het automatiseringssysteem Geïntegreerd Casusoverleg Ondersteunend Systeem (GCOS). Het systeem is landelijk geïmplementeerd voor alle veiligheidshuizen. In 2011 zijn we begonnen met de module huiselijk geweld en inmiddels worden ook het hulpverleningscasusoverleg (HCO), leerplichtcasusoverleg (LCO), persoonsgerichte aanpak casusoverleg (PGA), de pilot-overleggen overlastgevende groepen en het veelplegersoverleg ondersteund door GCOS. Hierdoor worden nu alle overleggen, uitgezonderd nazorg ex-gedetineerden, administratief ondersteund. Om GCOS te verbeteren, eenduidig te krijgen en om informatie optimaal te kunnen delen, is er samenwerking tussen verschillende veiligheidshuizen die zich voornamelijk richt op eenduidigheid en uniformiteit. Bovendien is er een werkgroep die zich richt op een effectieve afstemming tussen GCOS en de ZSM-aanpak (zie pag. 10). Daarnaast is er ook een landelijke samenwerking om GCOS in te richten om betere management-informatie te kunnen genereren. 3 Jaarplan 2014 Veiligheidshuis Zeeland

6 3. Overzicht casusoverleggen Dit hoofdstuk biedt een overzicht van doelstellingen en deelnemers per casusoverleg, aangevuld met het aantal besproken casussen in Ook in 2013 hebben we de gemeenten, inclusief de Centra voor Jeugd en Gezin, nog meer betrokken bij onze casusoverleggen. Volgens het landelijk kader zullen de veiligheidshuizen zich meer gaan richten op de complexe problematiek en zal de indeling in doelgroepen (jeugd, plegers van huiselijk geweld, veelplegers en ex-gedetineerden) losgelaten worden. De verwachting is dan ook dat er in de toekomst minder soorten casusoverleggen zullen zijn. Hulpverleningscasusoverleg Het hulpverleningscasusoverleg (HCO) is een wekelijks screeningsoverleg in hulpverleningskader met betrekking tot jeugdigen tot 18 jaar. Doelstellingen Het komen tot een passend hulpverleningsaanbod voor een jeugdige wiens persoonlijke situatie hier aanleiding toe geeft; het verlenen van de benodigde ondersteuning en hulpverlening aan risicojongeren en hun gezinnen ter preventie van jeugdcriminaliteit; regievoering op multi-probleemgezinnen en overlastgevende jeugdgroepen; het voorkomen van dubbelingen in de hulpverlening. Deelnemende partijen Procescoördinator Veiligheidshuis (voorzitter); Politie Zeeland; Bureau Jeugdzorg; Maatschappelijk Werk Walcheren (JIT/VET); Stichting Juvent; Informatie-uitwisseling met Maatschappelijk Werk, MEE Zeeland, leerplichtambtenaren en partners van de CJG s. Procescoördinator van het HCO en LCO, Marieke Dekkers. Behandelde casussen in Uitbreiding naar 23 jaar als pilot Het hulpverleningscasusoverleg (HCO) heeft zich altijd beperkt tot jongeren tot 18 jaar. Uit een klein intern onderzoek is gebleken dat er veel (zorg)meldingen zijn vanuit de politie in de leeftijd van 18 tot 23 jaar, waarvan niet duidelijk is of er iets mee gedaan wordt. Dit willen we anders. Momenteel is het Veiligheidshuis Zeeland in gesprek met politie, de Centra voor Jeugd en Gezin en de Regionale Bureaus Leerlingzaken om deze leeftijdsgroep ook mee te nemen in het casusoverleg en zo de leeftijdsgrens van het HCO uit te breiden naar 23 jaar. Op die manier sluiten we ook beter aan bij de leeftijdsgrens die het CJG hanteert en sluiten we aan op de implementatie van de adolescentenwetgeving die tot doel heeft een betere overdracht te realiseren tussen 18- en 18+. Na een half jaar willen we deze uitbreiding evalueren. Voor de provincie Zeeland gaat het naar schatting om ongeveer vierhonderd meldingen. Pilots Dauwendaele en Goese Polder Sinds geruime tijd is er binnen de wijken Dauwendaele te Middelburg en Goese Polder te Goes sprake van groepen jongeren die probleemgedrag vertonen. Dit begint meestal als overlast, maar kan uiteindelijk uitmonden in criminele activiteiten zoals drugs dealen en het plegen van overvallen, inbraken en dergelijke. Samen met deze gemeenten hebben het Veiligheidshuis, de partners van Centra voor Jeugd en Gezin, Jaarplan 2014 Veiligheidshuis Zeeland 4

7 de Regionale Bureaus Leerlingzaken (RBL s, ook wel RMC Leerplicht genoemd) en alle justitiepartners de handen ineengeslagen voor een pilot om te zorgen voor een integrale, gezamenlijke en structurele aanpak voor deze groepen. De doelstellingen zijn: het creëren van een integrale aanpak van probleemjongeren, het tegengaan van probleemgedrag van een nieuwe generatie jongeren door middel van preventieve aanpak, de preventie en repressie beter op elkaar afstemmen en ervoor zorgen dat dezelfde taal gesproken wordt. Een evaluatie voor de pilot Goese Polder (in 2013 zijn 35 jongeren besproken) heeft in het najaar 2013 plaatsgevonden. De voorzitter van het overleg Goese Polder heeft positief geadviseerd naar het Goese college van B&W, dat vervolgens gevraagd heeft het overleg te continueren. Dit overleg zal blijvend geëvalueerd worden. In 2014 wordt de pilot Dauwendaele geëvalueerd; in 2013 zijn 29 jongeren besproken. In het Dauwendaele-overleg werden in jongeren besproken. 5 Jaarplan 2014 Veiligheidshuis Zeeland

8 Persoonsgerichte aanpak casusoverleg meerderjarigen en minderjarigen In 2012 is gestart met dit persoonsgerichte aanpak (PGA) casusoverleg. In navolging van andere regio s is toen een lijst gemaakt van woninginbrekers, overvallers en straat rovers die aan bepaalde criteria voldoen. Het casusoverleg vindt eenmaal per twee weken plaats. In 2013 heeft de integrale persoonsgerichte aanpak zich verder ontwikkeld, waardoor de veelplegers die in 2013 ook op de genoemde lijst stonden, vanaf 2014 apart worden besproken in het veelplegersoverleg (zie pag. 7). Door de ketenpartners in het Veiligheidshuis wordt tijdens het PGA casusoverleg een topselectie van de groslijst besproken en een plan van aanpak geformuleerd. Daarbij geldt in zijn algemeenheid dat aan hoe meer criteria een cliënt voldoet, hoe hoger de prioriteit voor aanpak zou moeten zijn. Deze cri teria zijn: verslaving, laag of extreem hoog IQ, problemen op het gebied van geestelijke gezondheid, financiële problemen, gebrekkige dagbesteding, kwetsbare familie of zorgsysteem, zwak/ondermijnend sociaal net werk, kwetsbare woonomgeving en actief binnen een zogenoemd hotspotgebied. Op deze personen wordt vanuit preventief, repressief en nazorgperspectief door justitiële en niet-justitiële (zorg)partners een toe gesneden reactie geformuleerd, waarna de besproken personen intensief worden gevolgd en aangepakt. De kracht van de PGA zit in de tijdige en onderling afgestemde bijdrage van alle partijen die hierin een rol kunnen spelen. Doelstellingen Lik-op-stukaanpak van de bij de onderscheiden delictsoorten betrokken verdachten; op het individu afgestemde inzet van straf en zorg; voorkomen van besmetting door de verdachte van zijn sociale omgeving; ontwikkeling van intelligence. Deelnemende partijen Openbaar Ministerie; Leger des Heils; Stichting Mozaïk; Reclassering Nederland; Jeugdreclassering (Bureau Jeugdzorg); Verslavingsreclassering (Emergis); GGD; MEE Zeeland; Zeeuwse gemeenten (met name de ambtenaren openbare orde en veiligheid); De Waag; coördinatoren Centrum voor Jeugd en Gezin; nazorg ex-gedetineerden; Politie Zeeland; Raad voor de Kinderbescherming. Jaarplan 2014 Veiligheidshuis Zeeland 6

9 Veelplegersoverleg Het veelplegersoverleg vindt vanaf 2014 eens per twee weken plaats in het Veilig heidshuis Zeeland. Personen uit deze doelgroep plegen veelvuldig strafbare feiten, volharden in hun crimineel gedrag en komen door dit gedrag stelselmatig in contact met justitie. Zij zijn de vaste klanten in een draaideurproces van politie, justitie, gemeentelijke diensten en zorg-instellingen. De criminaliteit door deze doelgroepen veroorzaakt - ondermeer door de veelheid - door gaans grote overlast voor burgers en bedrijven. Daarbij tast deze criminaliteit en overlast de leefbaarheid in de woongebieden ernstig aan. Doelstellingen Het beter op elkaar aan laten sluiten van de fasen van opsporing, vervolging, detentie, nazorg en hulpverlening voor een veelpleger; de realisering van een goede hand having van de openbare orde en daarmee de overlast veroorzaakt door een veelpleger of doorstromer tot een minimum beperken; het in kaart brengen van de criminele carrière van een veel pleger of doorstromer in een dossier, zodat de rechter een beter beeld krijgt van de persoon van de dader en een weloverwogen keuze voor de strafmaat kan worden gemaakt. Deelnemende partijen Politie Zeeland; Openbaar Ministerie; Dienst Justitiële Inrichtingen; Reclassering Nederland; Emergis; nazorg ex-gedetineerden. Aangehouden veelplegers in Netwerk- en trajectberaad nazorg jeugd Het netwerk- en trajectberaad nazorg jeugd vindt wekelijks plaats. Hier worden werkzaamheden met betrekking tot exgedetineerde minderjarigen op elkaar afgestemd. Verder wordt informatie uitgewisseld en vindt in geval van hoog recidiverisico overleg met relevante ketenpartners plaats. Deelnemende partijen Raad voor de Kinderbescherming (voorzitter); Jeugdreclassering (begeleiding tijdens proeftijd); Justitiële Jeugdinrichting (telefonisch); Reclassering Nederland; vertegenwoordiger(s) van de dertien gemeenten, indien wenselijk. Behandelde casussen in Doelstellingen Het terugdringen van recidive middels een effectief, sluitend en passend nazorgtraject; het realiseren van een zo goed mogelijke aansluiting tussen de detentieperiode van een inwoner van één van de Zeeuwse gemeenten en zijn/haar leven na detentie. Medewerkers van de Jeugdreclassering. 7 Jaarplan 2014 Veiligheidshuis Zeeland

10 Screeningsoverleg huiselijk geweld Het screeningsoverleg huiselijk geweld wordt met ingang van 2014 driemaal in plaats van tweemaal per week gehouden. Huiselijk geweld is geweld dat gepleegd wordt door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer. Met geweld wordt daarbij bedoeld iedere vorm van aantasting van de persoonlijke integriteit. Geweld kan lichamelijk geweld zijn, maar ook geestelijk of seksueel geweld. Bij huiselijk geweld zijn diverse personen betrokken; er is altijd sprake van een slachtoffer en een pleger en soms zijn er ook nog kinderen aanwezig, die zelf betrokken zijn bij of getuige zijn van huiselijk geweld. De samenwerking binnen de huiselijk geweldketen en de integrale aanpak van huiselijk geweld beoogt het geweld te signaleren, te stoppen, herhaling te voorkomen en hulp te bieden aan alle betrokkenen. Naast opsporing en vervolging van de dader is daarbij goede hulpverlening aan alle betrokkenen van groot belang. Tijdig ingrijpen kan verdere mishandeling voorkomen. Om deze reden is het noodzakelijk dat diverse instanties uit de justitiële en hulpverleningsketen betrokken zijn bij de aanpak van huiselijk geweld. Doelstellingen Het op elkaar aan laten sluiten van de activiteiten in de justitiële- en de hulpverleningsketen met betrekking tot daders, slachtoffers en (eventuele) kinderen die betrokken zijn bij huiselijk geweld; preventie van huiselijk geweld; de oplegging, uitvoering en handhaving van een huisverbod in geval van huiselijk geweld; de bescherming van jeugdigen die in aanraking komen met huiselijk geweld. Deelnemende partijen Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Zeeland (ASHGZ, voorzitter); Politie Zeeland; Openbaar Ministerie; Reclassering Nederland; Emergis; Agathos; GGD; Bureau Jeugdzorg; Maatschappelijk Werk Walcheren; Stichting Maatschappelijk Werk Oosterschelderegio; Stichting Maatschappelijk Werk Zeeuws-Vlaanderen; Slachtofferhulp Nederland; MEE Zeeland; Leger des Heils. Behandelde casussen in Jaarplan 2014 Veiligheidshuis Zeeland 8

11 Casusoverleg nazorg ex-gedetineerden Het casusoverleg nazorg exgedetineerden vindt één keer per twee weken plaats. Hier worden de werkzaamheden met betrekking tot deze doelgroep op elkaar afgestemd. Ook wordt informatie over (toekomstige) ex-gedetineerden uitgewisseld en kan in een situatie waarbij sprake is van een hoog recidiverisico een (meer) specifiek overleg georganiseerd worden met relevante ketenpartners. Doelstelling Het realiseren van een zo goed mogelijke aansluiting tussen de detentieperiode van een inwoner van één van de Zeeuwse gemeenten en zijn/haar leven na detentie. Deelnemende partijen Coördinator nazorg ex-gedetineerden (voorzitter); vertegenwoordiger(s) gemeenten; vertegenwoordiger maatschappelijke dienstverlening van de penitentiaire inrichting Torentijd te Middelburg; reclasseringswerker Reclassering Nederland; reclasseringswerker Emergis Justitiële Verslavingszorg; Leger des Heils; Stichting Mozaïk. Behandelde casussen in 2013 Instroom gedetineerden: 467 Uitstroom gedetineerden: 461 Leerplichtcasusoverleg Het leerplichtcasusoverleg (LCO) wordt om de twee weken gehouden. Uitgangspunt is dat niet alleen de processen-verbaal worden besproken, maar ook de zaken waarvan men voornemens is een proces-verbaal op te maken. Dit kan als resultaat hebben dat een jongere uit het justitiële circuit gehouden wordt, maar ook kan er indien nodig sneller ingegrepen worden en hulpverlening ingezet worden. Hierbij wilden we de verbinding straf en zorg nog meer versterken. Doelstelling Snellere aanpak van (dreigende) vroegtijdige schoolverlaters om te voorkomen dat ze in een strafrechtelijk circuit terechtkomen. Deelnemers LCO-coördinator; Maatschappelijk Werk Walcheren (Vroeg Erbij Team); Leerplichtambtenaren en trajectbegeleiders regio s Oosterscheldebekken, Walcheren en Zeeuws-Vlaanderen; Jeugdreclassering (BJZ); Raad voor de Kinderbescherming; Openbaar Ministerie; Halt Zuid-West Nederland. De entree van de derde verdieping. Behandelde casussen in Jaarplan 2014 Veiligheidshuis Zeeland

12 4. Ontwikkelingen Zittingen Sinds 2012 worden er door het Openbaar Ministerie de zogeheten Transactie in persoon-zittingen (TRIPzittingen) gehouden voor minderjarigen. Intussen zijn deze zittingen uitgebreid met hoorzittingen en de zogenoemde Taakstraf Openbaar Ministerie-zittingen (TOM-zittingen) voor volwassenen. Dit betekent dat er wekelijks gemiddeld twee zittingsdagen in het Veiligheidshuis gepland zijn. Voordeel van deze zittingen in het Veiligheidshuis is dat de verdachte na de zitting direct afspraken kan maken over zijn/haar afdoening met de Reclassering of de Raad voor de Kinderbescherming. Delen van gegevens en privacy Eind vorig jaar hebben mevr. mr. J.J.A. van Boven en dhr. drs. P.J. Gunst op het stadhuis te Vlissingen een presentatie gegeven over het delen van gegevens in allerlei samenwerkingsverbanden. Landelijk is op initiatief van het Zorg- en Veiligheidshuis Tilburg een pilot gestart om een antwoord te kunnen geven hoe hier mee om te gaan. Rond oktober 2013 werd een werkdocument opgeleverd met daarbij een stappenplan hoe we kunnen omgaan met het delen van gegevens in onze samenwerkingsverbanden. De tekst van het werkdocument over de uitgangspunten bij de maatschappelijke opgave leest u in het kader hiernaast. Het Veiligheidshuis ervaart de noodzaak om aan de slag te gaan met dit werkdocument. Vorig jaar is hier dan ook een werkgroep voor opgericht in samenwerking met ambtelijke ondersteuning vanuit de dertien gemeenten. Op basis van dit stuk zal de werkgroep in 2014 initiatieven nemen om dit verder uit te werken en acties te ondernemen. Pilot Zo Slim, snel, samen, samenlevingsgericht & simpel Mogelijk Zo Slim, snel, samen, samenlevingsgericht & simpel Mogelijk (ZSM) is voor de regio Zeeland/West-Brabant in 2013 van start gegaan. ZSM is één Jaarplan 2014 Veiligheidshuis Zeeland 10

13 Het werkdocument over de noodzaak van het delen van gegevens In de maatschappelijke opgave wordt beschreven dat het delen van gegevens tussen instanties nodig is om beter aan de gestelde opgaven van gemeenten en hun veiligheidshuizen te kunnen werken. Het gaat om een adequate aanpak van onder meer criminele jeugdgroepen, nazorg ex-gedetineerde burgers, veelplegers, multiprobleemgezinnen (aanpak achter de voordeur) en de aanpak kindermishandeling. Maar het gaat ook om overlast-bestrijding en een betere en veiliger leefomgeving. Hiervoor is tijdig signaleren en interveniëren in het leven van een burger of gezin met meervoudige problematiek onvermijdelijk. Een betere en snellere informatie-uitwisseling tussen de betrokken partners is een noodzakelijke randvoorwaarde. Het onvoldoende uitwisselen en samenwerken tussen instanties is niet alleen nadelig voor de direct betrokkenen, maar heeft ook gevolgen voor de samenleving door toenemende kosten en maatschappelijke schade. Een voorbeeld: er wordt jaarlijks tien miljard euro besteed aan de hulpverlening aan gezinnen met meerdere problemen, maar een kwart daarvan is verspilling. De slagkracht van de samenwerking gaat regelmatig teloor door de veelheid aan interpretaties van privacy. Beroepsgroepen hanteren verschillende visies en principes. Soms verschuilt men zich hierachter of is er handelingsverlegenheid. Het zijn niet alleen de regeltjes, maar ook de wijze waarop de professionals hiermee omgaan. Veel professionals benutten de mogelijkheden nog niet ten volle, terwijl de huidige wet- en regelgeving hen wel mogelijkheden biedt. Hier is dus nog veel te winnen. Een groeiend aantal organisaties en medewerkers verbinden zich in samenwerking en raken verstrikt in een grote hoeveelheid onderling verschillende privacyprotocollen. Door de één wordt dit als een belemmering gezien en door de anderen als een legitimatie om alles met elkaar te delen. Alle reden voor het creëren van een meer eenduidig kader en een meer eenduidige professionele praktijk. Met deze maatschappelijke opgave wordt de noodzaak tot een betere informatie-uitwisseling en informatieverrijking onderbouwd vanuit de verantwoordelijkheid en taakstelling van gemeenten en instellingen. Deze taken en verantwoordelijkheden zijn de legitimatie om de informatie te kunnen delen en hierin minder terughoudend te zijn dan thans vaak het geval is. Niet alleen de betrokkenen zelf hebben hier belang bij, ook de samenleving als geheel. In deze maatschappelijke opgave is een diversiteit aan opgaven inzichtelijk gemaakt. Allereerst hebben we gekeken naar de problemen die de huidige werkwijze met zich meebrengt. Daarna worden die (wettelijke) taken van gemeenten in kaart gebracht, die vereisen dat tussen partners informatie moet worden gedeeld. Dit betreft taken waarbij het gaat om het eerder signaleren van zorg of risico s, met als consequentie dat in een vroeg stadium risicosignalen bijeengebracht moeten worden. Ook in de uitvoering rondom een persoon of gezin is een doorgaande informatie-uitwisseling vereist om tot afgestemde zorg en interventies te komen. Hiervoor is betere informatieuitwisseling noodzakelijk zowel in als tussen de domeinen zorg en veiligheid. Vervolgens tonen nieuw beleid, onderzoek en experimenten dezelfde noodzaak aan. Uit: Werkdocument Grondslag samenwerken zorg en veiligheid, mr. J.J.A. van Boven en drs. P.J. Gunst, 1 oktober Jaarplan 2014 Veiligheidshuis Zeeland

14 van de speerpunten van het actieprogramma Minder regels, meer op straat van minister Opstelten. Het sluit ook aan op de strategienota Perspectief op 2015 van het Openbaar Ministerie, waarin de ambitie wordt uitgesproken om waar mogelijk te sturen op de instroom van zaken, om zo de selectiviteit van het strafrecht te vergroten. ZSM is een werkproces in de strafrechtketen dat er op gericht is veel voorkomende criminaliteit daadkrachtig aan te pakken. Instrument daarvoor is het delen van informatie door Openbaar Ministerie en ketenpartners. Landelijk zijn de ketenpartners bezig met de doorontwikkeling van ZSM, met name de aansluiting tussen ZSM en de veiligheidshuizen. In Zeeland participeren we in de pilot rondom huiselijk geweld. Doel hiervan is een uniforme werkwijze te ontwikkelen waarin de doelstellingen van zowel de veiligheidshuizen als de ZSM-werkwijze elkaar versterken en de werkprocessen op elkaar aansluiten. De receptie op de begane grond. Dit zou moeten leiden tot effectieve en efficiënte interventies voor complexe gebieds- en locatiegebonden problematiek en de persoonsgebonden aanpak. MensCentraal De taken en verantwoordelijkheden van de gemeenten worden per 2015 fors uitgebreid op het gebied jeugd, begeleiding en werk/inkomen. Speerpunten bij de verschillende decentralisaties zijn: het voorkomen van inzet van dure zorg door vroegsignalering en effectiever en efficiënter werken door samenhang in de zorg (bij jeugd: één gezin, één plan). De afgelopen jaren zijn er in het domein jeugd en onderwijs verschillende netwerken opgezet of uitgebreid ter bevordering van de samenwerking, zoals het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), het Veiligheidshuis, Regionaal Bureau Leerlingzaken (RBL, ook wel aangeduid als RMC/Leerplicht) en Zorgadviesteams. Hiermee zijn echter nieuwe risico s ontstaan: jeugdigen worden in meerdere casusoverleggen besproken en er worden meerdere plannen gemaakt zonder dat professionals dat van elkaar weten. In 2010 is vanuit RBL het systeem MensCentraal onder de aandacht gebracht. Het is een kapstoksysteem waarin gemeentelijke applicaties en koppelingen met landelijke systemen binnen het werkproces beschikbaar worden gesteld aan de professional. Het zorgt ervoor dat ketenpartners op de hoogte zijn van het verloop van elkaars dienstverlening. In 2013 is een pilot gestart in de gemeente Goes om voor de gehele provincie Zeeland samenwerking met behulp van MensCentraal te beproeven. Aan deze pilot nemen CJG, RBL, het Veiligheidshuis en de Goese gemeenteafdelingen Zorg en Activering & Inkomen deel. In de eerste fase van de pilot is een integraal klantbeeld ontwikkeld. Met dit klantbeeld hebben medewerkers van verschillende organisaties een gedeeld overzicht van de informatie over een klant. Het betreft feitelijke informatie (leeftijd, opleiding, werkervaring enz.) en informatie over de dienstverlening (uitkeringen, lopende trajecten enz.). De eerste ervaringen van gebruikers zijn positief. Zo hoeven medewerkers van het CJG en het Veiligheidshuis minder telefoontjes te plegen om te achterhalen waar de cliënt nog meer bekend is. Ze krijgen direct overzicht over lopende trajecten bij andere organisaties en kunnen zich zo snel een beeld vormen over de grootte van de problematiek, om vervolgens contact op te nemen met de betreffende casemanagers voor afstemming van acties. MensCentraal levert tijdswinst op en ondersteunt een brede blik op de klant en zijn proble- Jaarplan 2014 Veiligheidshuis Zeeland 12

15 Werkplekken op de derde verdieping. matiek. Meer integraal werken sluit aan bij de benodigde wijzigingen in het sociale domein. In januari 2014 evalueert de stuurgroep deze pilot. Voor het regionaal opererende Veiligheidshuis is het noodzakelijk dat informatie van alle Zeeuwse gemeenten toegankelijk is. Hiervoor moeten op regionaal niveau beslissingen genomen worden. Integrale procescoördinatie In het gezamenlijk bestuurlijk overleg van het Districtscollege (DC) en het College Zorg en Welzijn (CZW) van 13 juni 2013 is gesproken over de versterking van het steunpunt Huiselijk Geweld, de coördinatie nazorg ex-gedetineerden en de PGA/WOS-coördinator (persoonsgerichte aanpak die gerela- teerd kan worden aan woninginbraken, overvallen en straatroof). Hierbij werd opgemerkt dat het wenselijk is dat er samenhang is tussen de taken van het CZW en het Veiligheidshuis. Er werd gesteld dat een integrale werkwijze noodzakelijk is, waarop een visie moet worden ontwikkeld. Met deze visie moet de regie van de gemeenten in complexe zaken worden verankerd. Gemeenten hebben de afgelopen jaren steeds meer taken en verantwoordelijkheden gekregen voor de regie van zorg voor kwetsbare burgers. In de nabije toekomst zullen nog meer taken in het sociaal domein naar gemeenten komen (met name jeugd). De wetgever verwacht dat gemeenten zullen sturen op samenhang, zowel in beleid als in uitvoering. Samenhang betekent ook hier een integrale, multidisciplinaire aanpak bij meervoudige problematiek en dus vergaande samenwerking, zowel tussen de individuele gemeenten als met de partners in het veld. Gemeenten zijn daarmee ook verantwoordelijk voor de samenwerking en de aansluiting tussen veiligheid en zorg. Dit gebeurt op Zeeuws niveau via het Veiligheidshuis. Door de samenwerking in het Veiligheidshuis wordt het mogelijk meer samenhang en een betere verbinding te organiseren tussen de (lokale) zorgketens en de strafrechtketen. Namens de Zeeuwse gemeenten voeren op dit moment drie verschillende organisaties vanuit het Veiligheidshuis de procescoördinatie van drie verschillende doelgroepen. Het betreft de nazorg van ex-gedeti- 13 Jaarplan 2014 Veiligheidshuis Zeeland

16 neerden, de persoonsgebonden aanpak van de Top 100 high impact criminelen en de coördinatie van casussen rond huiselijk geweld. In grote lijnen voeren deze drie dezelfde werkzaamheden uit met veel dezelfde zorg- en strafrechtpartners. Dit komt doordat genoemde probleemvelden vaak onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Toch wordt geconstateerd dat er nog mensen of probleemgezinnen tussen wal en schip terechtkomen. Om efficiënt te werken, eenduidig strakke regie namens gemeenten te voeren en elke ernstige multiprobleemsituatie aan te pakken, willen we hier samenhang in aanbrengen. Informatieplein In het Regionaal beleidsplan Zeeland/West-Brabant is de ambitie uitgesproken om binnen de districten (waarvan Zeeland er één is) de gezamenlijke informatiepositie te versterken. Dit met het doel binnen de gemeenten de fysieke en sociale veiligheid te vergroten, waarbij speciaal aandacht is voor het voorkomen en bestrijden van zogenoemde high impact criminaliteit zoals woninginbraken, overvallen, straatroof (WOS) en geweld (de thema s ondermijning en zware georganiseerde criminaliteit zijn regionaal belegd). Inmiddels zijn we daadwerkelijk van start gegaan met het Zeeuwse informatieplein. Op dit plein wordt samengewerkt door politie, Openbaar Ministerie en afgevaardigden van de Zeeuwse gemeenten. Er is voor gekozen om in de vorm van een pilot een analyse te maken van (het verhoogde aantal) woninginbraken in de gebieden Dauwendaele en Souburg in de gemeenten Middelburg Een dossierkast in het Veiligheidshuis. en Vlissingen. Er wordt integraal informatie verzameld, verwerkt en geïnterpreteerd over de locaties, objecten, omgeving, daders en slachtoffers van woninginbraken. Deze intelligence wordt ter beschikking gesteld aan de driehoeken en de integrale stuuren weegploeg ten behoeve van de besluitvorming. Het doel hiervan is het keuzeproces ondersteunen ( Wat pakken we aan? ) en aanzetten tot gerichte effectieve integrale aanpak van criminaliteit ( Hoe pakken we het aan? ). Het Veiligheidshuis Zeeland kan steeds met het formuleren van groeps- en/of persoonsgerichte plannen van aanpak een wezenlijke bijdrage leveren aan het realiseren van de gekozen strategie. Veranderingen rond aanpak huiselijk geweld Met ingang van januari 2014 wordt de GGD Zeeland verantwoordelijk voor het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Zeeland (ASHGZ). Dat betekent Jaarplan 2014 Veiligheidshuis Zeeland 14

17 dat de GGD het (tijdelijke) werkgeverschap, sinds januari 2006 uitgevoerd door de Stichting Maatschappelijk Werk en Welzijn Oosterschelderegio (SMWO), definitief overneemt. Ook in 2014 zullen de medewerkers van het ASHGZ gebruikmaken van huisvesting in het Veiligheidshuis, wat ervoor zorgt dat de samenwerking met verschillende ketenpartners goed geborgd is. In oktober 2013 is het team ASHGZ versterkt met een extra procesregisseur/coördinator. In januari 2014 wordt deze versterking uitgebreid, waardoor er drie procesregisseurs in dienst zijn (32 uur per week), één ondersteunde medewerker (32 uur per week) en één administratief medewerker (32 uur per week). Deze versterking is noodzakelijk om optimaal te kunnen werken volgens het Landelijk Handelingsprotocol SHG, waarbij ook de nieuwe Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling opgenomen is. Daarnaast zal het screeningsoverleg driemaal per week plaatsvinden in plaats van tweemaal. In 2014 wordt nog meer ingezet op de intensivering van het ASHGZ en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Het streven is te komen tot één frontoffice. Naar verwachting worden het ASHGZ en het AMK met ingang van 1 januari 2015 samengevoegd tot één organisatie. Tragel Zorg gaat verbinding aan met Veiligheidshuis Tragel Zorg levert zorg en diensten aan mensen met een verstandelijke beperking in Zeeland en heeft locaties voor wonen, logeren, werk en dagbesteding in Zeeuws-Vlaanderen. Tragel Zorg heeft veel kennis opgebouwd rond complexe, multiprobleemzorgvragen. Ondersteund door een eigen kennis- en behandelcentrum met artsen, gedragsdeskundigen, verpleegkundigen en paramedici begeleiden medewerkers van Tragel Zorg dagelijks ongeveer zeshonderd cliënten. Specialisaties zijn verblijf en dagbesteding voor kinderen, jeugdige licht verstandelijk gehandicapten (j-lvg), ambulante begeleiding en dagbesteding in het kader van forensische zorg en ambulante begeleiding van multiprobleemgezinnen en moeders met kinderen. In samenwerking met Stichting Mozaïk voert Tragel Zorg ook ambulante behandeling uit bij complexe zorgvragen. Tragel Zorg en het Veiligheidshuis Zeeland gaan in 2014 de samenwerking met elkaar versterken. Informeel overleg 15 Jaarplan 2014 Veiligheidshuis Zeeland

18 Bijlage Begroting Veiligheidshuis Zeeland 2013 De begroting 2014 is opgesteld in een financieel-economisch onrustige tijd. Met de beschikbare middelen is getracht om de ambities van het Veiligheidshuis Zeeland te realiseren. Kosten Personeellasten (extra 1 procescoördinator PGA) Huisvesting Organisatiekosten Automatisering Projecten - - Totaal lasten Opbrengsten Rijksbijdrage Werkplekvergoeding ketenpartners Bijdrage Zeeuwse gemeenten Externe financiering projecten - - Overige opbrengsten (middelen van CZW voor procescoördinator PGA) Totaal baten Saldo voor bestemming Toevoeging/onttrekking aan reserves/egalisatiereserve Saldo na bestemming - - Jaarplan 2014 Veiligheidshuis Zeeland 16

19

20 Partners van het Veiligheidshuis Zeeland Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Zeeland Bureau Jeugdzorg Zeeland/Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Zeeland Dienst Justitiële Inrichtingen Emergis Gemeenten Borsele, Goes, Hulst, Kapelle, Middelburg, Noord-Beveland, Reimerswaal, Schouwen-Duiveland, Sluis, Terneuzen, Tholen, Veere en Vlissingen GGD Zeeland Halt Zuid-West Nederland Leger des Heils Maatschappelijk Werk Walcheren MEE Zeeland Openbaar Ministerie Politie Zeeland Provincie Zeeland Raad voor de Kinderbescherming Reclassering Nederland Slachtofferhulp Nederland Stichting DOOR Stichting Juvent Stichting Maatschappelijk Werk Oosterschelderegio Stichting Maatschappelijk Werk Zeeuws-Vlaanderen (tot eind 2013) Stichting Mozaïk Tragel Zorg William Schrikker Groep Contactgegevens Stadhuisplein 8a, 4382 LG Vlissingen Colofon Februari 2014 Uitgave: Veiligheidshuis Zeeland Foto s: Ruud de Jonge, Veiligheidshuis Zeeland Redactie: Tekstuwel, Goes Vormgeving en productie: Nilsson communicatiekunstenaars, Goes Oplage: 200 ex.