B e g roting 2014 Begroting 2014 Doel van dit document

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "B e g roting 2014 Begroting 2014 Doel van dit document"

Transcriptie

1 Omslag_2014_439x :58 Pagina Doel van dit document De begroting 2014 bevat het door de provincie Fryslân in 2014 te voeren beleid en het geld dat hiermee is gemoeid. 2014

2 2014 Gedeputeerde Staten van Fryslân 10 september 2013

3 Colofon Provincie Fryslân Bezoekadres: Tweebaksmarkt 52 Postadres: Postbus HM Leeuwarden Telefoon: Website: Vormgeving en druk: Provincie Fryslân 2

4 Inhoudsopgave Hoofdstuk Bladzijde Voorwoord 4 Inleiding en leeswijzer 5 Samenvatting 15 Beleidsbegroting 33 1 Programmaplan 1.1 Programma 1 - Bestuur Programma 2 - Verkeer en vervoer Programma 3 - Water Programma 4 - Milieu Programma 5 - Landelijk gebied Programma 6 - Economie, toerisme en recreatie Programma 7 - Sociaal beleid en zorg Programma 8 - Cultuur, taal en onderwijs Programma 9 - Ruimte en wonen Programma 10 - Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Programma 11 - Inzet Nuon-middelen Paragrafen Paragraaf 1 - Provinciale heffingen Paragraaf 2 - Weerstandsvermogen Paragraaf 3 - Onderhoud kapitaalgoederen Paragraaf 4 - Financiering en beleggingen Paragraaf 5 - Verbonden partijen Paragraaf 6 - Grondbeleid Paragraaf 7 - Bedrijfsvoering Paragraaf 8 - Handhaving Paragraaf 9 - Grote projecten Paragraaf 10 - Samenwerkingsverbanden Financiële begroting Introductie financiële begroting Financieel kader Overzicht van baten en lasten exploitatie en investeringen Financiële positie Bijlagen Onderhanden investeringen swijzigingen Verloop vaste activa Verloop reserves, voorzieningen en overlopende passiva Overzicht eindige tijdelijke budgetten Raming EMU-saldo Aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen Uitgangspunten ramingen Kadernotavoorstellen Subsidiestaat Begrippenlijst 310 Specificatie exploitatie - GS budgetautorisatie 314 3

5 Voorwoord Kort na de bekendmaking van de nominering van ús Ljouwert als European Capital of Culture 2018, wat de stad en Fryslân een flinke economische impuls geeft, presenteren wij u met een goed gevoel de begroting Op 3 juli 2013 besloten uw Staten over de kadernota Deze werd aangeboden als een bijzondere nota, omdat zowel de midterm review van het coalitieakkoord als de inzet van de Nuon-middelen voor Wurkje foar Fryslân er deel van uitmaakten. Ja, het is het jaar van Wurkje foar Fryslân, waarmee we de reserve uit de verkoop van Nuon-aandelen inzetten voor de Friese economie. In april stelden Provinciale Staten de nota Wurkje foar Fryslân vast. In de kadernota 2014 zijn de verschillende scenario s voor de inzet van de Nuon-reserve uitgewerkt. Uw Staten hebben gekozen voor scenario 5. Dat is het scenario dat in deze begroting wordt uitgewerkt. Onderdeel van scenario 5 is het samenstellen van een investeringsagenda van 300 miljoen voor de Friese economie en mienskip. Bij de kadernota is hiervoor het afwegingskader vastgesteld. Daarnaast hebben Provinciale Staten een aantal besluiten genomen die vooruitlopen op de investeringsagenda Wurkje Foar Fryslân: Thialf, samenwerkingsagenda s Heerenveen en Smallingerland. Ook amendeerden Provinciale Staten een aantal quick-wins in de kadernota. Deze besluiten vindt u terug in programma 11 Inzet Nuon-middelen. Op 10 oktober bieden wij de investeringsagenda Wurkje foar Fryslân aan. Op basis van deze investeringsagenda zal aan programma 11 verder invulling worden gegeven. In de midterm review rapporteerden wij tussentijds over de voortgang van de in het uitvoeringsprogramma benoemde resultaten. Op basis van deze midterm review hebben wij Provinciale Staten voorgesteld voor welke onderdelen wij onze vrij aanwendbare reserve het komende jaar in willen zetten. We investeren volop in de Friese mienskip. In deze begroting leest u hoe wij dit aanpakken en de investeringen verdelen. Leesbaar, helder, duidelijk en met hart en ziel voor Fryslân. Het college van Gedeputeerde Staten 4

6 Inleiding De begroting 2014 van de provincie is gebaseerd op het coalitieakkoord , het uitvoeringsprogramma en de besluitvorming van Provinciale Staten op 3 juli 2013 over de kadernota In de kadernota 2014 is de balans opgemaakt van de eerste helft van de huidige bestuursperiode: de zogenoemde midterm review of tussenbalans over de uitvoering van het coalitieakkoord en het uitvoeringsprogramma. Op 24 april 2013 hebben Provinciale Staten de nota Wurkje foar Fryslân behandeld. Deze nota bevat de kaders voor een investeringsagenda van 300 miljoen voor de Friese mienskip en economie: de investeringsagenda Wurkje foar Fryslân. Hiervoor wordt de reserve Nuon ingezet. Deze inzet komt bovenop eerder in gang gezette investeringen voor grote infrastructuurprojecten, de Friese meren, kennis en innovatie en talrijke andere grote projecten. In de kadernota 2014 zijn de kaders voor Wurkje foar Fryslân verder vormgegeven, bijvoorbeeld in de vorm van een afwegingskader aan de hand waarvan de investeringsvoorstellen voor de investeringsagenda zijn getoetst. In de kadernota zijn ook een aantal quick wins opgenomen die al in 2013 van start gaan. Via amendementen en moties hebben Provinciale Staten op 3 juli 2013 een aantal aanvullende quick wins benoemd. Al deze investeringen zijn bedoeld om een forse impuls te geven aan de economie en mienskip van onze provincie. De investeringsagenda Wurkje foar Fryslân wordt op 10 oktober aan Provinciale Staten voorgelegd en tegelijk met deze begroting behandeld. Voor de investeringsagenda is een nieuw programma in deze begroting opgenomen: programma 11 Inzet Nuon-middelen. Na vaststelling van begroting en investeringsagenda door Provinciale Staten is er sprake van één integrale begroting In de leeswijzer die hieronder volgt wordt aangegeven in welke hoofdstukken de onderwerpen uit de kadernota 2014 en de moties en amendementen van 3 juli 2013 worden behandeld. 5

7 Leeswijzer De begroting begint met de samenvatting. Hierin staan de kernpunten van de beleidsprogramma s en de financiële begroting. Daarna volgt de eigenlijke begroting. Deze bestaat uit de beleidsbegroting en de financiële begroting. De beleidsbegroting bestaat uit de beleidsprogramma s en de paragrafen. In de financiële begroting worden de baten en lasten uit de beleidsprogramma s en het meerjarige verloop van de begrotingssaldi weergeven. Hierin wordt ook de financiële positie van de provincie behandeld. Hoofdstuk 1 beleidsprogramma s Bestaand en nieuw beleid De beleidsprogramma s bestaan voor het grootste deel uit beleid waarover Provinciale Staten eerder besluiten hebben genomen. Daarnaast zijn de onderwerpen voor nieuw beleid uit de kadernota in de beleidsprogramma s opgenomen. Elke beleidsprogramma begin met een algemeen beleidsveldoverstijgend deel. Dit onderdeel heeft een meerjarig karakter. In dit algemene deel worden het beleid en de totale baten en lasten van het programma meerjarig weergegeven. Om te illustreren dat het beleidsprogramma voor het grootste deel bestaat uit eerder vastgesteld beleid is hier een overzicht opgenomen van relevante onderliggende beleidsnota s, inclusief wet- en regelgeving. Hier wordt ook melding gemaakt van beleidsnota s die nog aan Provinciale Staten worden voorgelegd. Na dit algemene deel worden de beleidsvelden behandeld. Beleidsvelden Elk beleidsveld is ingedeeld naar de drie W-vragen: wat willen we bereiken, wat gaan we daarvoor doen in 2014 en wat mag het kosten? De eerste W-vraag heeft een langetermijnkarakter en gaat over de doelen die we de komende jaren willen realiseren. De tweede W-vraag gaat over de resultaten die we in 2014 willen behalen en de activiteiten die we daarvoor uitvoeren. Bij de derde W-vraag worden de baten en lasten van het rekeningjaar 2012 en de begrotingsjaren 2013 t/m 2017 gepresenteerd. Financiële tabellen 3 e W-vraag In de financiële tabellen staan de baten en lasten van de exploitatiebegroting. De investeringsuitgaven worden behandeld in de financiële begroting en in bijlage 1 Onderhanden investeringen. Na oplevering van deze investeringsprojecten worden de gerealiseerde investeringsuitgaven geactiveerd, d.w.z. in de jaarrekening op de balans verantwoord en worden de afschrijvingslasten opgenomen in de exploitatiebegroting. Structurele budgetten zijn middelen voor jaarlijks terugkomende uitgaven. Deze worden veelal gedekt door de algemene dekkingsmiddelen (baten) in programma 10 of door specifieke uitkeringen van het rijk die op hetzelfde beleidsveld aan de batenkant zijn geraamd. Tijdelijke budgetten zijn uitgaven die aan een specifieke periode zijn toegekend. Onder de kopjes reserves, voorzieningen en overlopende passiva staan de geraamde uitgaven en inkomsten die op rekeningsbasis worden verrekend met de betreffende balansposten. In de jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over inzet en niveaus van deze balansposten. Programma 10 Algemene dekkingsmiddelen Programma 10 is geen beleidsprogramma in de strikte zin van het woord en bevat daarom niet de drie W-vragen. Dit programma bestaat voornamelijk uit baten waaraan nog geen specifieke bestemming is gegeven: uitkering uit het provinciefonds, opcenten op de motorrijtuigenbelasting, divenden uit belegd vermogen, etcetera. Aan de lastenkant van dit programma zijn de financieringskosten en de voorwaardelijke middelen geraamd. Deze voorwaardelijke middelen worden na afzonderlijke besluitvorming door Provinciale Staten via begrotingswijziging overgebracht naar de 6

8 betreffende inhoudelijke programma s. Hier zijn ook de middelen voor enkele onderwerpen uit de kadernota geraamd. Programma 11 Inzet Nuon-middelen Dit nieuwe programma is het raamwerk voor de investeringsagenda Wurkje foar Fryslân. In dit programma wordt de inzet van de reserve Nuon tot en met de Statenvergadering van 3 juli 2013 weergegeven. De beleidsvelden van dit programma zijn ontleend aan de thema s uit de nota Wurkje foar Fryslân: economische en maatschappelijke structuurversterking, versterking menselijk kapitaal, kwaliteitsverhoging leefomgeving. Kadernota 2014 In de tabel achter deze leeswijzer wordt aangegeven waar de onderwerpen uit de kadernota in deze begroting worden behandeld. Deze onderwerpen worden bij de beleidsvelden behandeld: bij de tweede W-vraag en bij de derde W-vraag. De financiële gevolgen van deze onderwerpen zijn verwerkt in de tabellen bij de derde W-vraag. Onder deze tabellen worden de bedragen voor de onderwerpen uit de kadernota nog eens afzonderlijk gepresenteerd. Daarbij wordt per onderwerp de wijze van dekking weergegeven; dekking door inzet van vrij aanwendbare reserve of reserve Nuon. In deze tabellen worden de bedragen die worden gedekt door inzet van de reserve Nuon met een licht blauwe kleur geaccentueerd. In programma 11 is een totaaloverzicht opgenomen van de middelen voor de onderwerpen die worden gedekt door inzet van de reserve Nuon. In bijlage 9 is een totaaloverzicht opgenomen van de onderwerpen uit de kadernota en de middelen die hiermee de komende jaren zijn gemoeid. In dit overzicht wordt aangegeven hoe de dekking is geregeld en in welke beleidsvelden de middelen zijn geraamd. Hoofdstuk 2 Paragrafen De paragrafen geven vanuit een beheersmatige invalshoek een dwarsdoorsnede van de beleidsprogramma s. Het in deze paragrafen beschreven beleid staat ten dienste van de doelstellingen van de beleidsprogramma s. In de begroting 2013 is voor het eerst een paragraaf Grote projecten opgenomen. Daar is nu paragraaf 10 Samenwerkingsverbanden aan toegevoegd. Hoofdstuk 3 Financiële begroting In onderdeel 3.2 wordt is het zogenoemde financieel kader opgenomen: de meerjarige ontwikkeling van het totaal van baten en lasten en de hieruit resulterende begrotingssaldi. De financiële begroting begint met een overzicht van mutaties op de meerjarige begrotingssaldi (2013 t/m 2017): van de begrotingssaldi bij de begroting 2013 (november 2012), via de begrotingssaldi bij de jaarstukken 2012 (mei 2013) en kadernota 2014 (juli 2013) naar de begrotingssaldi bij de begroting Dit is het raamwerk voor de ramingen van baten en lasten in de beleidsprogramma s. Omdat de begrotingssaldi (saldi van baten en lasten voor mutatie vrij aanwendbare reserve) worden verrekend met de vrij aanwendbare reserve wordt vervolgens het verwachte meerjarige verloop van de vrij aanwendbare reserve weergegeven. Na afloop van het begrotingsjaar wordt in de jaarrekening (balans) de daadwerkelijke stand van de vrij aanwendbare reserve verantwoord. Vervolgens wordt ingezoomd op een aantal belangrijke baten en lasten: uitkering uit provinciefonds, opcenten motorruijtuigenbelasting, rendement vermogen, ontwikkeling lasten als gevolg van prijsstijging (nominale ontwikkeling), afschrijvingslasten, etcetera. Ook hier wordt het verloop van de baten en lasten van begroting 2013 naar begroting 2014 weergegeven. 7

9 Vervolgens wordt ingegaan op de effecten van de inzet van de reserve Nuon voor de investeringsagenda Wurkje foar Fryslân op het financieel kader en het weerstandsvermogen. In de financiële begroting wordt ook ingegaan op de zogenoemde REP-middelen (onderdeel van het RSP-convenant rijk en noordelijke provincies) en de bezuinigingstaakstellingen (bedrijfsvoering, subsidiebeleid, programma 2). Onderdeel 3.3 Overzicht van baten en lasten in de begroting bevat een totaaloverzicht van baten en lasten op programmaniveau. Door het vaststellen van de begroting autoriseren Provinciale Staten het College om deze programmabudgetten te gebruiken om de doelen uit de beleidsprogramma s te realiseren. Dit overzicht sluit aan op de financiële tabellen die in het begin van de beleidsprogramma s zijn opgenomen. Naast de ramingen van baten en lasten in de (exploitatie)begroting worden hier ook de ramingen van uitgaven en inkomsten van de investeringsprojecten behandeld. In onderdeel 3.4 wordt ingegaan op de financiële positie van de provincie. Hier wordt onder andere ingegaan op de structurele en tijdelijke baten en lasten en het verwachte verloop van de balansposten reserves, voorzieningen en overlopende passiva. 4. Bijlagen Toelichting op financiële begroting In hoofdstuk 4 is een aantal bijlagen opgenomen die een nadere toelichting geven op de financiële begroting. In bijlage 1 Onderhanden investeringen wordt een overzicht gegeven van de uitgaven en inkomsten van lopende investeringsprojecten. In bijlage 2 swijzigingen wordt per beleidsprogramma aangegeven hoe de begrotingswijzigingen (vanaf de eerste bestuursrapportage 2013) en de mutaties uit de kadernota leiden tot de ramingen van baten en lasten in de beleidsprogramma s van de begroting De tabellen in deze bijlage sluiten aan op de financiële tabellen die in het begin van de beleidsprogramma s zijn opgenomen. Bijlage 4 bevat een gespecificeerd overzicht van het verwachte meerjarige verloop van de balansposten reserves, voorzieningen en overlopende passiva. Veranderingen ten opzichte van begroting 2013 Elk jaar proberen we de begroting toegankelijker te maken. Ook dit jaar is aandacht besteed aan de leesbaarheid van de programma s en paragrafen. Evenals in de begroting 2013 zijn nu een samenvatting en de paragraaf Grote projecten opgenomen. In de samenvatting worden, naast de hoofdlijnen van beleid, nu ook de baten en lasten, de meerjarige begrotingssaldi en de ontwikkeling van de vrij aanwendbare reserve op hoofdlijnen weergegeven (begroting in één oogopslag). Paragraaf 1 Provinciale heffingen: tarieventabel 2014 In paragraaf 1 Provinciale heffingen is de tarieventabel 2014 opgenomen. Deze tabel vloiet voor uit de legesverordening provincie Fryslân Via het ontwerp-besluit bij het statenvoorstel bij de begroting 2014 wordt Provinciale Staten gevraagd de tarieven voor 2014 vast te stellen en deze met ingang van 1 januari 2014 in werking te laten treden. Voorheen werd dit via een afzonderlijk statenvoorstel gedaan. De tarieven veranderen niet ten opzichte van Paragraaf 5 Verbonden partijen Ten opzichte van de begroting 2013 is het overzicht van verbonden partijen in deze paragraaf breder opgezet. Hierin zijn nu ook kolommen opgenomen over bestuurswisselingen/veranderingen in openbaar belang, het resultaat en het vermogen van de verbonden partijen. De financiële gegevens zijn ontleend aan de jaarstukken van deze organisaties. 8

10 Paragraaf 10 Samenwerkingsverbanden Aan de paragrafen is de paragraaf Samenwerkingsverbanden toegevoegd. Deze is nog in ontwikkeling. Begrippenlijst Aan de bijlagen is een begrippenlijst toegevoegd. Digitalisering Evenals vorig jaar is een digitale versie gemaakt met links naar onderliggende beleidsnota s en wet- en regelgeving. Nu zijn ook links vanuit de financiële tabellen in de beleidsprogramma s opgenomen naar specificaties van onderliggende ramingen van baten en lasten. Aandachtspunten De begroting is samengesteld op basis van de besluitvorming tot en met de Statenvergadering van 3 juli 2013 (Kadernota 2014). In enkele programma s worden beleidsnota s aangekondigd die na behandeling van de begroting door Provinciale Staten worden behandeld. Dit betreft bijvoorbeeld onderwerpen waarvoor op basis van eerdere besluitvorming in programma 10 of in reserves al middelen zijn gereserveerd. Van Harinxmakanaal (programma 2) In het najaar behandelen Provinciale Staten een voorstel over de aanwending van de afkoopsom voor het Van Harinxmakanaal. Deze afkoopsom is nu nog begrepen in de vrij aanwendbare reserve. Na besluitvorming door Provinciale Staten worden de financiële consequenties via begrotingswijziging in de begroting 2014 verwerkt. Vervolg Frysk miljeuplan (programma 4) Het geactualiseerde milieuplan wordt in het najaar aan Provinciale Staten voorgelegd. Fryske Utfieringstjinst Miljeu en Omjouwing (Fumo, programma 4) Er is nog geen volledig inzicht in de financiële gevolgen voor de provincie van de inwerkingtreding van de Fumo. Er zijn nog te veel onzekerheden, bijvoorbeeld over de hoogte van de werkelijke kosten en de hoogte van de uitname uit het provinciefonds. Daarom is de overgang naar de Fumo nog niet in deze begroting verwerkt. Begin 2014 zal hierover meer bekend zijn. Hierop komen we terug bij Provinciale Staten. Uitvoeringsprogramma Nota Natuer en Lanlik gebiet (programma 5) Eind 2013 wordt het nieuwe uitvoeringsprogramma Nota Natuer en Lanlik gebiet aan Provinciale Staten voorgelegd. Ook hiervoor geldt dat dit nog leidt tot een wijziging van de begroting. Werken voor derden De lasten en baten die gemoeid zijn met de werkzaamheden die de provincie voor derden verricht zijn nog niet specifiek geraamd bij de betreffende beleidsvelden. Dit betreft bijvoorbeeld de werkzaamheden voor Rijkswaterstaat voor het onderhoud aan het Prinses Margrietkanaal. Dat geldt ook voor de lasten en baten die gemoeid zijn met de dienstverlening aan de Fumo. Voor deze onderwerpen worden nog afzonderlijke voorstellen aan Provinciale Staten voorgelegd die na vaststelling leiden tot wijziging van de begroting. Quick wins In het nieuwe programma 11 is een drietal budgetten ( quick wins ) opgenomen die door Provinciale Staten bij de behandeling van de kadernota 2014 via amendementen beschikbaar zijn gesteld. Deze budgetten worden gedekt door inzet van de reserve Nuon: traineeships, ondersteuning Nederlandse kredietbank/midden- en kleinbedrijf, versnelde 9

11 verbetering energieprestaties woningvoorraad (initiatiefvoorstel Provinciale Staten). De middelen voor deze onderwerpen, die bij nader inzien direct in de betreffende begrotingshoofdstukken opgenomen hadden moeten worden, worden via de eerste wijziging van de begroting naar deze hoofdstukken overgebracht. Dit heeft geen gevolgen voor de uitvoering van deze amendementen. Verwijzingen In de beleidsprogramma s 2, 5, 6, 8 en 9 wordt verwezen naar projecten die behandeld worden in de paragraaf Grote projecten. Sommige onderwerpen worden in meerdere hoofdstukken behandeld. Dat geldt bijvoorbeeld voor de samenwerkingsagenda s Smallingerland-Heerenveen (PS ). Deze worden behandeld in de programma s 2 en 6 en in de paragrafen Grote projecten en Samenwerkingsverbanden. De samenwerkings- en streekagenda s worden ook behandeld in programma 1 en in paragraaf 11 Samenwerkingsverbanden. De Fumo wordt behandeld in programma 4 en in de paragrafen Handhaving en Bedrijfsvoering. Het onderhoud van de infrastructuur wordt behandeld in programma 2 en in paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen. Ook zijn er raakvlakken tussen enerzijds de convenanten in paragraaf 5 Verbonden partijen en anderzijds projecten in de beleidsprogramma s en paragraaf 9 Grote projecten. Friestalige begroting De nu voorliggende begroting is in het Nederlands gesteld. Evenals vorig jaar is ook een volledig Friestalige begroting gemaakt. Omdat de vertaling in het Fries veel tijd vergt wordt de Friestalige begroting later maar wel ruim voor de behandeling door de Statencommissies aan Provinciale Staten voorgelegd. 10

12 Samenhang kadernota 2014 en begroting 2014 Hieronder wordt de relatie weergegeven tussen de onderwerpen uit de kadernota 2014 en de begroting Daarbij wordt uitgegaan van de nummering en de volgorde waarin deze onderwerpen in de kadernota zijn opgenomen. Sommige vakjes zijn blanco omdat de betreffende onderwerpen betrekking hebben op de investeringsagenda Wurkje foar Fryslân, of omdat een afzonderlijk voorstel aan Provinciale Staten wordt voorgelegd. Onderaan worden de amendementen en moties van 3 juli 2013 behandeld. Nr. Onderwerp Bedrag x 1.000, Cofinanciering POP3, Waddenfonds, EFRO en Interreg Dekking Inhoudelijke behandeling in VAR 6.1 Bedrijvigheid 2 Fryslân Fair Trade 150 VAR 4.4 Leefomgeving 3 Generiek programma 6.1 Bedrijvigheid en samenleving Bedrijvigheid (specifieke speerpunten worden eerst in een progr. uitgewerkt alvorens een generiek programma wordt opgesteld) 4 Breedband (is betrokken bij de investeringsagenda WfF) 9 Grote projecten 5 Brede regiomarketing VAR 6.1 Bedrijvigheid 6 Toeristisch 500 VAR 6.2 Recreatie Waddenprogramma en toerisme (voorbereidingskosten) 7 Stimuleringsprogramma Wifi 600 VAR 6.2 Recreatie en toerisme 8 Programma duurzame energie 1000 VAR 6.3 Duurzame energie 9 Funs Skjinne Fryske Enerzy (PS-besluit , is betrokken bij investeringsagenda WfF) 10 Afsluitdijk (is betrokken bij de afweging in het kader van de investeringsagenda WfF) Grote projecten 9 Grote projecten Weidevogellandschappen VAR 5.1 Natuurbeleid 2 Prov. meerjarenprogr. natuur en landelijk gebied 3 Schadevergoeding Ganzenakkoord 4 Kleinschalige infrastructuurprojecten VAR 5.4 Integrale plattelandsontwikkeling VAR 5.1 Natuurbeleid Reserve Nuon (balansverkorting) 2.2 Verbetering infrastructuur 5 Zoutopslag 200 VAR 2.3 Instandhouding provinciale infrastructuur 6 Bedrijventerrein Hallum (taakstellend binnen investeringskredieten van balansverkorting) 2.2 Verbetering infrastructuur Financieel verwerkt in 6.1 Bedrijvigheid 4.4 Leefomgeving 10.7* 10.7* 10.7* 6.3 Duurzame energie 10.7* 10.7* 5.1 Natuurbeleid Via 1 e begrotingswijziging 2.3 Instandhouding provinciale infrastructuur Via 1 e begrotingswijziging 11

13 Nr. Onderwerp Bedrag x 1.000,- Dekking Inhoudelijke behandeling in Financieel verwerkt in 4.5 Nije enerzy foar de mienskip 1 Kulturele Haadsted VAR 8.1 Cultuur Cultuur Grote projecten 2 Nota Grinzen oer VAR 8.1 Cultuur 8.1 Cultuur 3 Nieuw Fries museum 750 VAR 8.1 Cultuur 8.1 Cultuur (kwaliteitsslag) 4 Duurzaam collectiecentrum/museumdepot (PS Een afzonderlijk (dekkings)voorstel wordt aan PS voorgelegd) 8.1 Cultuur 5 Nieuw Thialf (PS en ) Reserve Nuon REP 6.1 Bedrijvigheid + 9 Grote projecten Nieuw Thialf (zie hierboven) 2 Samenwerkingsagenda s Smallingerland** en Heerenveen (PS-besluit ) 3 Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt (Hiervoor worden per speerpunt programma s uitgewerkt.) 5.6 Quick wins 1 Verbeteren binnenhaven Drachten (onderdeel van Samenwerkingsagenda Smallingerland) 2 Subsidieregeling Toerisme Natuurlijk Fryslân (STINAF) 3 Stagnerende projecten recreatie en toerisme Nije enerzjy foar it bestjoer 1 Streekagenda 800 VAR 5.4 Integr. Plattelandsontw Samenwerkingsverbanden RSP- Invest.agenda RSP Reserve Nuon 2.2 Verbetering infrastructuur en 6.1 Bedrijvigheid (Drachten), 9 Grote projecten, 10 Samenwerkings verbanden 650 Reserve Nuon 2.2 Verbetering infrastructuur 6.1 Bedrijvigheid 10.7* 2.2 Verbetering infrastructuur en 6.1 Bedrijvigheid 2.2 Verbetering infrastructuur 6000 Reserve Nuon 6.2 Toerisme en recreatie 6.2 Toerisme en recreatie Reserve Nuon 6.2 Toerisme en 6.2 Toerisme recreatie en recreatie 4 Monumentenregeling Reserve Nuon 8.2 Erfgoed 8.2 Erfgoed Moties en amendementen bij behandeling kadernota door Provinciale Staten op 3 juli 2013 met financiële gevolgen voor de begroting Motie Kleinschalige infrastructurele projecten Initiatiefvoorstel Versnelde verbetering energieprestaties woningvoorraad Amendement Nederlandse kredietbank middelen MKB Fryslân Amendement Traineeships in Fryslân Reserve Nuon (balansverkorting) 2.2 Verbetering infrastructuur Reserve Nuon 6.3 Duurzame energie en 9.3 Wonen Reserve Nuon 6.1 Bedrijvigheid Reserve Nuon 6.1 Bedrijvigheid 2.2 Verbetering infrastructuur 11.3 (via 1 e begr.wijz. naar 6.3 of 9.3) 11.1 (via 1e begr.wijz. naar 6.1) 11.2 (via 1e begr.wijz. naar 6.1 of 12

14 Nr. Onderwerp Bedrag x 1.000,- Amendement Deltaplan digitalisering Motie Verduurzamen en herstructureren van de woningmarkt (is betrokken bij investeringsagenda WfF) Motie Fries Technisch Onderwijsplatform (F-Top) (is betrokken bij investeringsagenda WfF) Dekking Inhoudelijke behandeling in Financieel verwerkt in bedrijfsvoering) Reserve Nuon 8.1 Cultuur 8.1 Cultuur Reserve Nuon 6.3 Duurzame energie, 8.2 Erfgoed en 9.3 Wonen Reserve Nuon * De in beleidsveld 10.7 Overige algemene dekkingsmiddelen geraamde bedragen zijn zogenoemde voorwaardelijke middelen. Na afzonderlijke besluitvorming door Provinciale Staten worden deze middelen via begrotingswijziging overgebracht naar de betreffende programma s. ** Over het innovatiecluster Drachten hebben Provinciale Staten op 3 juli 2013 een afzonderlijk besluit genomen. Dit onderwerp wordt behandeld in de paragraaf Grote projecten. De middelen ( 8 miljoen uit REP-middelen) zijn geraamd in beleidsveld 6.1 Bedrijvigheid. Overige moties bij behandeling kadernota 2014 op 3 juli 2013 Inzichtelijk maken van geldstromen voor samenwerkingsagenda s en streekagenda s Hierover worden Provinciale Staten voorafgaand aan de behandeling van de begroting schriftelijk geïnformeerd. Eenmalige stimuleringsbijdrage van ,- voor project Wetterwâlden Dit wordt gedekt binnen programma 5 of programma 6. Brede regiomarketing In het voorstel voor de brede regiomarketing mee te nemen: onderzoek naar de vraag in welke vorm en mate extra marketingbudget vrijgemaakt kan worden voor Friese gemeenten en ondernemers. Wij gaan participeren in een onderzoek van de Kamer van Koophandel naar de haalbaarheid van ondernemersfondsen voor regiomarketing in gemeenten. Naar verwachting zullen de resultaten hiervan aan het eind van dit jaar bekend zijn. Hier komen op we terug bij Provinciale Staten. Kleinschalige infrastructurele werken Van het budget van 8 miljoen voor kleinschalige infrastructurele werken 2 miljoen te reserveren voor het oplossen van verkeersonveilige situaties voor fietsers en wandelaars. Dit is meegenomen in programma 2 Verkeer en vervoer van deze begroting. Ljouwert Kulturele Haadsted In het geval dat Leeuwarden geen culturele hoofstad wordt in 2018 samen met de gemeente te onderzoeken hoe de infrastructuur die is ontstaan te behouden en verder uit te bouwen en welke regiefunctie met hoeveel menskracht daarvoor nodig is en waar die te positioneren. Deze motie is gelukkig niet meer actueel! 13

15 Daarnaast zijn er nog een paar andere moties: het houden van bijenkassen en -planten op en/of bij het provinciehuis, onderzoeken of gemeenten belangstelling hebben voor het concept van city bikes. Op de afdoening van deze moties wordt via de reguliere weg bij Provinciale Staten teruggekomen. 14

16 Samenvatting Leeuwarden Culturele Hoofdstad Europa 2018 Het is nu officieel. Leeuwarden is uitgeroepen tot culturele hoofdstad van Europa in 2018! Hiermee zetten we Leeuwarden en de hele provincie Fryslân stevig op de culturele kaart. Dat geeft behalve een enorme culturele impuls ook een stevige economische en sociale impuls. Hiermee investeren we in een open mienskip ; niet alleen voor de Friezen, maar voor alle burgers en organisaties die een bijdrage leveren aan maatschappelijke opgaven. Daarbij gaat het om de samenhang tussen landschap en cultuur, tussen stad en platteland en tussen mienskip en diversiteit. Aan de rest van Europa (en de wereld) laten we zien wat deze provincie te bieden heeft. En hoe Leeuwarden en Fryslân zich onderscheiden van daarmee te vergelijken regio s en steden. Financiële positie In de kadernota 2014 is het financieel kader voor deze begroting aangegeven. De ramingen van uitgaven en inkomsten voor 2014 en verdere jaren zijn geactualiseerd. Bij de kadernota zijn afspraken gemaakt over de minimale stand van de vrij aanwendbare reserve ( 10 miljoen). Ook de ramingen van de investeringsuitgaven en daarmee van de afschrijvingslasten zijn geactualiseerd. De effecten van de versnelde afschrijving ten laste van de reserve Nuon zijn daarmee ook verwerkt. Dat geldt ook voor de besluitvorming bij de behandeling van de kadernota 2014 op 3 juli 2013 (amendementen en moties). De raming van de algemene uitkering uit het provinciefonds is gebaseerd op de meicirculaire van het rijk. Wat betreft de ontwikkeling van het zogenoemde accres is uitgegaan van de nulllijn. Ondanks het behoedzaam ramen blijven er onzekerheden. Nieuwe rijksbezuinigingen kunnen via het trap-op-en-trap-af-effect gevolgen hebben voor het provinciefonds. Over het plafond voor bij het rijk te declareren BTW bestaat onzekerheid. Vooralsnog is geen rekening gehouden met een korting op het provinciefonds als gevolg van te hoge BTWdeclaraties. Tegenover de onzekerheden staan de buffers van de provincie. De berekening van de benodigde weerstandscapaciteit is geactualiseerd (paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing). Hieruit blijkt dat de beschikbare weerstandscapaciteit ruim voldoende is om eventuele tegenvallers op te kunnen opvangen. Per saldo is het financieel beeld bij de begroting iets gunstiger uit dan bij de kadernota. Evenals bij de kadernota zien we een (meerjaren)begroting die ook op lange termijn structureel in evenwicht is. De vrij aanwendbare reserve blijft op het afgesproken niveau. Tussenbalans In de kadernota is de mid term review (tussenbalans) opgemaakt van de huidige bestuursperiode. Uit de mid term review kwam naar voren dat we goed op weg zijn bij de uitvoering van ons coalitieprogramma, maar dat voor een aantal in ons uitvoeringsprogramma geformuleerde doelen een extra impuls nodig is. Dat moet gezien worden in de context van de langdurige economische recessie die ook aan onze provincie niet voorbij is gegaan. Context begroting 2014 De voorspellingen van het Centraal Planbureau over de economische ontwikkeling zijn nog steeds somber. De schuldencrisis duurt voort. Het vergt tijd voordat banken, overheden en particulieren in Europa hun balansen op orde hebben. De woningmarkt, de consumptieve bestedingen en daarmee de werkgelegenheid staan onder druk. Dat geldt 15

17 vooral voor de bouwsector in onze provincie. Dit ondanks de grote infrastructuurprojecten die we in gang hebben gezet. Rijksbezuinigingen betekenen lagere inkomsten voor provincies en gemeenten. Ook de geldstroom uit Brussel wordt minder. Door de afnemende financieringsbronnen wordt het moeilijker om samen met gemeenten en andere partijen projecten in gang te zetten. Op korte termijn is van belang dat werkgelegenheid blijft behouden. Voor de langere termijn is een gezonde economische structuur met groeikansen van belang. Doordat de komende jaren veel ouderen stoppen met werken is het van belang dat jongeren aansluiting houden op de arbeidsmarkt. Daarvoor zijn scholing en werkervaring onontbeerlijk. Het is een gezamenlijke verantwoordelijk voor overheden en andere partijen in de mienskip om optimale voorwaarden te bieden voor de ontwikkeling van de economische structuur, de werkgelegenheid en de leefbaarheid van onze provincie. Investeringsagenda Wurkje foar Fryslân In de context van bovengenoemde ontwikkelingen hebben wij met Provinciale Staten afgesproken samen met gemeenten en andere partijen een ambitieuze investeringsagenda op te stellen en hiervoor Nuon-geld in te zetten. Dat doen we onder de noemer Wurkje foar Fryslân. Daarbij zijn de economische structuur, het menselijk kapitaal en de kwaliteit van onze leefomgeving onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dat zijn dan ook de centrale thema s van de investeringsagenda Wurkje foar Fryslân. Deze investeringsagenda wordt tegelijk met de begroting door Provinciale Staten behandeld. Voor de Investeringsagenda Wurkje foar Fryslân is een nieuw programma in de begroting opgenomen: programma 11 Inzet Nuon-middelen. Met dit programma wordt de inzet van de Nuon-middelen op één centrale plek gepresenteerd. Met de investeringsagenda Wurkje foar Fryslân is een bedrag gemoeid van 300 miljoen. Daarnaast wordt een deel van de reserve Nuon ingezet om investeringen versneld af te schrijven. Daarmee ontstaat ruimte in de begroting die binnen programma 11 beschikbaar blijft voor toekomstige bestuursperioden. Bij de inzet van het Nuon-vermogen is rekening gehouden met een buffer in verband met risico s die gemoeid zijn met de inzet van revolverende fondsen. Bovenop de reguliere buffer van 100 miljoen wordt een extra buffer van 100 miljoen aangehouden. Thialf, samenwerkingsagenda s Smallingerland-Heerenveen Via afzonderlijke besluitvorming hebben Provinciale Staten Nuon-middelen beschikbaar gesteld voor Nieuw Thialf ( 30 miljoen) en de Samenwerkingsagenda s Smallingerland- Heerenveen ( 26,4 miljoen, inclusief verbeteren binnenhaven Drachten). Dit betreft onder andere investeringen voor de bereikbaarheid van Heerenveen en de oostelijke poort van het merengebied. Quick wins Bij de behandeling van de kadernota hebben Provinciale Staten besloten een aantal quick wins in de begroting op te nemen. Dit betreft onder andere de stimulering van werkgelegenheid in de toerisme-/recreatiesector, het opknappen van monumenten, een traineeprogramma voor pasafgestudeerden bij profit- en nonprofitoganisaties en ondersteuning van leenfaciliteiten voor (door)startende ondernemers in het midden- en kleinbedrijf, het stimuleren van het energiezuiniger maken van woningen en het verduurzamen en herstructureren van de woningmarkt. Inzet vrij aanwendbare reserve Naast de inzet van Nuon-middelen hebben Provinciale Staten bij de behandeling van de kadernota besloten vanuit de algemene middelen (vrij aanwendbare reserve) nieuw beleid op te nemen in de begroting. Dit betreft onder andere de culturele hoofdstad, 16

18 compensatie van schade door ganzen (een nieuwe provinciale taak), inrichting van landschappen voor de weidevogelpopulatie, cultuurprojecten, (cofinanciering van) projecten op het gebied van economie, natuur en landelijk gebied, ondersteuning van één brede regiomarketingorganisatie, in richting van natuurgebieden en de ondersteuning van streekhuizen in plattelandsregio s. Programma 1 Bestuur en veiligheid Bestuurskwaliteit De provincie streeft naar de verdere versterking van het lokale Friese bestuur. Gedeputeerde Staten hebben per regio een standpunt ingenomen over de toekomstbestendige lokaal-bestuurlijke inrichting van Fryslân. Samen met de gemeenten wordt gewerkt aan een samenhangende gemeentelijke indeling met financieel gezonde en bestuurskrachtige Friese gemeenten. Met ingang van 1 januari 2014 ontstaat door een samenvoeging van Skarsterlân, Lemsterland en Gaasterlân-Sleat de nieuwe gemeente De Friese Meren. Per deze datum is ook de opdeling van de gemeente Boarnsterhim een feit. Dit leidt tot de oprichting van de nieuwe gemeenten Leeuwarden en Heerenveen. Ook vindt een grenscorrectie plaats met de gemeente Súdwest-Fryslân. Uitgangspunten bij het uitoefenen van het interbestuurlijk toezicht zijn vertrouwen in de lokale overheden en extra aandacht voor risicovolle thema s. Het toezicht vindt meer op afstand plaats, wat moet leiden tot minder bestuurlijke drukte. Er geldt nog specifiek toezicht voor de gemeentelijke financiën en het waterschap. Toekomst en profiel provincies Gedeputeerde Staten zullen samen met het overlegorgaan van de provincies (IPO) een duidelijk beeld neerzetten van de toekomst en het profiel van de provincies. Hiertoe wordt ook in 2014 geparticipeerd in het Stip aan de horizon-traject en doen we mee aan het traject Profiel Provincies. Samenwerking Bij de aanpak van maatschappelijke vraagstukken is de provincie gericht op samenwerking. Vanuit de Koöperaasje-gedachte zijn er met vier gemeenten samenwerkingsagenda s ontwikkeld, welke aansluiten op de relevante streekagenda s. De internationale samenwerking vindt veelal plaats via tijdelijke projecten, zoals in Interreg IV-A (Duits grensgebied), Interreg IV-B Noordzee en Interreg IV-C. Daarnaast vindt samenwerking plaats in SNN-verband, waarvoor de provincie Fryslân per 1 juli 2013 het voorzitterschap en het secretariaat verzorgt. Programma 2 Verkeer en vervoer Infrastructuurprojecten Om de bereikbaarheid en de verkeersveiligheid te verbeteren werkt de provincie aan een groot aantal infrastructuurprojecten. Grote infrastructuurprojecten zijn bijvoorbeeld: Leeuwarden-Vrijbaan (N31 Haak om Leeuwarden, Westelijke invalsweg, Drachtsterweg en omgeving, Noordwesttangent), knooppunt Joure, N31 Traverse Harlingen, spoorlijn Leeuwarden Groningen, verruiming van het Prinses Margrietkanaal, N381 Drachten- Drentse grens en de Centrale As. Sommige projecten zijn in voorbereiding, andere zijn in een vergevorderd stadium. 17

19 Verkeersveiligheid Naast de grote infrastructuurprojecten zijn er ook kleine ingrepen voor de verkeersveiligheid en fietsverkeer. In 2014 wordt het lopende investeringsprogramma afgerond. Voor de komende vier jaar wordt 18 miljoen uitgetrokken voor kleine infrastructuurprojecten, onder andere om de verkeersveiligheid te verbeteren. In 2014 worden de fietsvoorzieningen bij de OV-knooppunten verbeterd. Investeringsagenda s Heerenveen en Smallingerland In verband met het niet doorgaan van de spoorlijn Heerenveen-Groningen worden met de gemeenten Heerenveen en Smallingerland investeringsagenda s uitgevoerd. Behalve om de versterking van de economische structuur gaat het daarbij ook om verbeteringen in de infrastructuur. Openbaar vervoer In 2014 wordt de dienstregeling uitgebreid met een derde trein per uur van Leeuwarden naar Meppel. In 2014 willen we ook voorbereidingen starten om een vierde trein vervroegd te laten rijden; al in 2015 in plaats van Dat doen we samen met de NS op basis van eerder gemaakte afspraken. Voor het traject Leeuwarden-Groningen wordt gewerkt aan capaciteitsverbreding om een tweede sneltrein per uur mogelijk te maken. In 2014 doen we onderzoek naar de verdere ontwikkeling van de hoofdstructuur van het openbaar vervoer. Hierbij wordt de mogelijkheid van lightrail bekeken, evenals de mogelijke toepassing van visgraatmodellen ; buslijnen die aansluiten op een spoorlijn. Daarbij wordt ook gekeken naar het verbeteren van de reisinformatie. Om de bereikbaarheid op peil te houden, zoekt de provincie de samenwerking met externe partijen waaronder gemeenten, zorgsector en dorpsbelangen voor het ontwikkelen en opzetten van nieuwe vervoersvormen in het landelijk gebied. De provincie is verantwoordelijk voor het verlenen van concessies (vergunningen) aan bus- en treinvervoerders in het regionaal openbaar vervoer. In de concessie legt de provincie vast aan welke voorwaarden een openbaarvervoerbedrijf moet voldoen. In 2014 worden voorbereidingen getroffen voor de aanbesteding in 2016 van de concessie Zuidoost-Fryslân en de Waddeneilanden. Daarbij wordt expliet aandacht besteed aan de duurzaamheid van het vervoer. Duurzaam vervoer In 2014 onderzoeken we of het nieuwe gasvulpunt in Leeuwarden voor de stadsbussen breder geëxploiteerd kan worden, bijvoorbeeld voor gemeentelijke en provinciale auto s. Onderhoud De provincie is verantwoordelijk voor het onderhoud van provinciale wegen en vaarwegen. Gedacht kan worden aan asfaltonderhoud, bebording, bebakening, markeringen, baggeren, depotbeheer en het maaien en hekkelen. Ook het onderhoud van oevers en bruggen en aquaducten hoort daarbij. Programma 3 Water Fryslân moet een veilige en bewoonbare provincie zijn met voldoende, schoon en veilig water. Ook moeten we in Fryslân op tijd klaar zijn voor de stijgende zeespiegel, de klimaatverandering en de bodemdaling. Regie en toezicht provincie De provincie regisseert het regionale waterbeheer. We maken meerjarenplannen, organiseren het waterbeheer en houden toezicht op de waterbeheerders. Met de belangrijkste waterbeheerder, Wetterskip Fryslân, werken we nauw samen. Niet alleen 18

20 als het gaat om veiligheid, voldoende en schoon water, maar ook om het landschap, de natuur en recreatie. Veenweidegebied In de eerste helft van 2014 ronden we de langetermijnvisie voor het Friese veenweidegebied af: één van de bouwstenen voor het beleid voor de volgende planperiode tot en met 2021, dat wij in 2014 in ontwerp opstellen. Andere bouwstenen zijn de Deltabeslissingen die de Tweede Kamer in 2014 neemt. Met onze inbreng in het nationale Deltaprogramma richten wij ons vooral op de zoetwatervoorziening, het IJsselmeer, de Waddenzee en de zandige kust. Veilige dijken en kaden De dijken (primaire waterkering) moeten voldoen aan de wettelijke normen. Voor de primaire waterkeringen op Vlieland en Terschelling worden in 2014 de tracés van de keringen uitgewerkt en worden zogenoemde zandige keringen aangelegd. Voor de regionale waterkeringen, zoals de boezemkaden, de Lauwersmeerdijk en de voormalige zeedijken, gelden provinciale veiligheidsnormen. Voor de aanpak van de boezemkaden stelt de provincie in ,0 miljoen beschikbaar voor projecten in de beekdalen en het centrale merengebied. Voldoende schoon water Er moet in Fryslân voldoende schoon water zijn; niet te veel en ook niet te weinig. Dat geldt voor grondwater en oppervlaktewater. De juiste waterstanden, de waterkwaliteit en watervoorziening zijn afgestemd op de verschillende functies en grondgebruik. Met gerichte maatregelen voorkomen we wateroverlast, bestrijden we de verdroging van natuurgebieden en wordt de waterkwaliteit verbeterd. Op de Waddeneilanden voeren wij een project uit voor drinkwaterbesparing, samen met waterbedrijf Vitens en de gemeenten. In 2014 dragen wij bij aan de uitvoering van praktijkproeven voor het terugdringen van de verzilting in het noordelijke kleigebied. Schoon water voor Mozambique Onze deelname aan het project Schoon water voor Mozambique verlengen we met twee jaar. Dit project draagt er aan bij dat 1,9 miljoen mensen in derdewereldlanden toegang krijgen tot schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen. Het rijk betaalt deze verlenging; er zijn geen extra kosten voor de provincie en de andere regionale partners aan verbonden. Programma 4 Milieu Het Friese leefmilieu is relatief schoon en de natuurlijke en landschappelijke waarden zijn van internationale betekenis. Niet voor niets werd Fryslân in 2010 uitgeroepen tot mooiste provincie van Nederland. Daarom blijven we inzetten op behoud van de kwaliteit van milieu, natuur en landschap. Hoe we dat doen staat in het Frysk Miljeuplan Hiermee dragen we maximaal bij aan een duurzame ontwikkeling van Fryslân. Om de kwaliteit van de leefomgeving te bevorderen zet de provincie in op structurele maatschappelijke bewustwording en gedragsverandering. Daarbij werken we samen met de Friese Milieufederatie. Afval en grondstoffengebruik Dit kan de provincie niet alleen doen. Het terugdringen van huishoudelijk afval is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van burgers, bedrijven, instellingen en overheden. De provincie draagt hieraan bij door het Afval Actie Programma (AAP). Dit programma is gericht op het verantwoord (her)gebruik van grond- en reststoffen. In 2014 ondersteunen we bedrijven en instellingen bij het opzetten en uitvoeren van projecten 19

21 gericht op verantwoord grondstofgebruik. Bedrijven en instellingen brengen we bij elkaar. Centraal hierin staat het streven naar een economie waarin groene grondstoffen de plaats innemen van fossiele grondstoffen. Geluidsbeperkende maatregelen We pakken geluidknelpunten langs provinciale wegen aan. In 2014 wordt onderzocht welke geluidsbeperkende maatregelen mogelijk zijn bij 25 woningen met een te hoge geluidbelasting door wegverkeer. Dit onderzoek maakt deel uit van het Actieplan Geluid Bodemsanering Ook gaan we door met de bodemsaneringsoperatie. Verontreinigingen op zogenoemde spoedlocaties krijgen de hoogste prioriteit. Deze moeten met spoed gesaneerd of beheerst worden. Het hergebruik van grond uit infrastructuur projecten en baggerspecie wordt voortgezet. Vergunningverlening, toezicht en handhaving De provincie verleent verschillende vergunningen op het gebied van milieu en omgevingsrecht. Op het naleven van deze vergunningen houdt de provincie toezicht. Zonodig wordt handhavend opgetreden. Milieudruk, hinder en veiligheid moeten voldoen aan de gestelde wettelijke normen. Zo ziet de provincie er bijvoorbeeld op toe dat saneerders zich aan de Wet bodembescherming (Wbb) houden. Bij bedrijfslocaties worden eigenaren via vergunningverlening, toezicht en handhaving aangespoord om de risico s tijdig aan te pakken. Vergunningverlening en toezicht worden vanaf 2014 door de Fumo uitgevoerd: de Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (Fumo). De Fumo voert de toezichts- en handhavingstaken uit voor de provincie. De rol van de provincie is meer coördinerend. In deze provinciebrede uitvoeringsorganisatie worden ook taken van gemeenten en het Wetterskip ondergebracht. Fryslân Fair Trade In 2012 werd de provincie Fryslân millenniumprovincie. Nu willen we in 2015 fair trade provincie worden. Daarom voeren wij een campagne om het aantal fair trade gemeenten in onze provincie te vergroten. Programma 5 Landelijk gebied Dit programma is gericht op ecologische en ruimtelijke kwaliteit, waarbij natuur, landschap en landbouw in samenhang worden gezien. Natuurgebieden In Fryslân liggen 20 Natura2000-gebieden, waarvan vier Nationale Parken. Dat zijn onze visitekaartjes. De provincie is verantwoordelijk voor de Nationale Parken Schiermonnikoog en De Alde Feanen. De provincie werkt onder andere aan de aankoop en inrichting van natuurgebieden. Eind 2011 hebben de provincies en het rijk in het Onderhandelingsakkoord Natuur afspraken gemaakt over de decentralisatie van het natuurbeleid naar de provincies. Dit akkoord is door de provincie Fryslân niet aanvaard. Wel werken we mee aan de uitvoering. In 2014 treedt een deel van het decentralisatieakkoord in werking. Door rijksbezuinigingen heeft de provincie haar kerntaken voor natuur en het landelijk gebied opnieuw tegen het licht gehouden. De provincie blijft streven naar een goed werkend netwerk van natuurgebieden. Dit om de verscheidenheid aan flora en fauna te waarborgen. Daarom werkt de provincie aan de totstandkoming, de inrichting en het beheer van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en de bescherming van de 20

22 natuurgebieden buiten de EHS. De inrichting van de zogenoemde robuuste natuurgebieden wordt afgerond. Dit binnen de nieuwe grenzen van de provinciale EHS. Weidevogels Weidevogels zijn een belangrijke cultuurdrager voor de provincie Fryslân. Voor het hele landelijk gebied spannen we ons in om vitale weidevogelpopulaties binnen en buiten de EHS te scheppen. Daarom is in de begroting extra geld uitgetrokken voor inrichtingsmaatregelen voor weidevogellandschappen en voor onderzoek en ondersteuning van initiatieven op het gebied van agrarisch beheer. Het aantal broedparen van de weidevogels moet vergroot worden, met minimaal broedparen van de grutto in (De grutto is gidssoort voor weidevogels.) Wij zetten in op weidevogellandschappen van minimaal 250 hectare, met een totaal van hectare. Als ergens weidevogelgebieden kleiner worden, wordt dat elders gecompenseerd. Deze compensatieplicht wordt uitgewerkt in de Verordening Romte. Ganzen We streven naar winterrust voor de trekganzen en reductie van het aantal zomerganzen. Wij werken mee aan de reductie van het aantal standganzen tot het niveau van Dit op basis van een landelijk akkoord. De provincie betaalt mee aan de maatregelen om de standganzen te reduceren. Op basis van de kadernota is voor de compensatie van schade door ganzen een bedrag van 9,5 miljoen in deze begroting opgenomen. Het Friese landschap Door het instandhouden en herstellen van karakteristieke elementen beschermen we het authentieke Friese landschap. Dit doen we bijvoorbeeld door de aanleg van nieuwe groenstructuren te stimuleren. Bij de aanleg van wegen zoals de Centrale As en de N381 herstellen en verbeteren we het landschap met een actieve gebiedsontwikkeling. Landbouw De landbouw is een belangrijke economische groeifactor. Kansen op versterking en verduurzaming van de agrarische sector pakken wij samen met de agrarische sector op. Daarbij horen ook biologische landbouw met kwaliteitsproducten en de productie van duurzame energie. De provincie stimuleert dergelijke innovaties, bijvoorbeeld door de Dairy Campus, het kenniscentrum voor de melkveehouderij. De Dairy Campus voert onder andere projecten uit op het gebied van duurzame energie, klimaatneutraal boeren, mineralenkringlopen, biodiversiteit, dierenwelzijn en duurzame kwaliteitsproducten. Streekagenda s Het plattelandsbeleid wordt vanaf 2014 aan de hand van streekagenda s uitgevoerd. In vijf gebieden worden streekhuizen opgericht, waar samen met andere partijen aan projecten en gebiedsprocessen wordt gewerkt. Gemeenten, Wetterskip en maatschappelijke organisaties bundelen hun beleid en voeren dat samen uit. Dit met inbreng van bewoners en maatschappelijke organisaties. Op basis van de kadernota is hiervoor acht ton in de begroting opgenomen. Programma 6 Economie, toerisme en recreatie Het economisch beleid van de provincie is gericht op het welzijn en de welvaart voor de hele Friese samenleving. Het versterken van de economische structuur, ook voor de langere termijn, is nodig om werkgelegenheid te behouden en te creëren. Uitgangspunt is een duurzame economische ontwikkeling van Fryslân, op een Frysk eigen wijze. Daarbij wordt ingezet op een transitie naar een economie die gebaseerd is op kennis en innovatie. Dit programma heeft vijf beleidsprioriteiten: watertechnologie, agrofood, zorgeconomie, toerisme & recreatie, duurzame energie. 21

23 Innovatie en werkgelegenheid Watertechnologie: de huidige basis helpen we uit te bouwen tot een Europese Watertechnologiehub met Leeuwarden als kern. Agrofood het uitbouwen van de Friese agrofoodsector voor de groei en het behoud van werkgelegenheid. De verdere ontwikkeling van de Dairy Campus: het vergaren, verrijken en delen van kennis op het gebied van de melkveehouderij en melk in zo ruim mogelijke zin. Het verbeteren van de kennisinfrastructuur voor agrofood. Zorgeconomie: wij brengen het complete speelveld in kaart en bepalen op basis hiervan onze rol. Economie en arbeidsmarkt: het bevorderen van de aansluiting tussen economie en arbeidsmarkt. Europese lobby: in 2014 start een nieuwe Europese subsidieperiode. Met de voorbereidingen is gestart. Om ook vanaf 2014 weer aanspraak te kunnen maken op geld uit Europese programma s en het Waddenfonds moet de provincie geld bijleggen; de provinciale cofinanciering. Op basis van de kadernota 2014 is voor de cofinanciering een bedrag van 7 miljoen in de begroting opgenomen. Toerisme en recreatie Toerisme en recreatie zijn van groot belang voor de werkgelegenheid in Fryslân. De provincie ondersteunt de sector via verschillende programma s: Met het programma Gastfrij Fryslân streven we naar een toename van het aantal bezoekers met 5% per jaar. Met het toeristisch programma Friese Wadden willen we het bruto toeristisch product in 2020 op de Waddeneilanden minimaal op hetzelfde niveau houden als in het topjaar (2010). Voor de kustgemeenten streven we een groei van 20% ten opzichte van 2010 na. Het Friese Merenproject moet de watersportgebieden in Fryslân nog aantrekkelijker maken. Het gaat om grenzeloos varen, het stimuleren van bestedingen aan de wal en mitigatie (beperken uitstoot CO2), ecologie en duurzaamheid. Om projecten op het gebied van recreatie en toerisme een impuls te geven en om de professionalisering van de bedrijfsvoering van de sector recreatie en toerisme te stimuleren is op basis van de kadernota 2014 een bedrag van 7,7 miljoen in de begroting opgenomen. De provincie zet ook in op het vergroten van de beschikbaarheid van Wifi in toeristische gebieden. Hiervoor is op basis van de kadernota een bedrag van 6 ton in de begroting opgenomen. Duurzame energie Dit onderdeel zet in op energiebesparing, duurzame energie, werkgelegenheid en innovatie. Doel is een energiebesparing van 20% ten opzichte van Hierbij zetten we in op energiebesparing in de woningvoorraad, maatschappelijk vastgoed, zakelijk vastgoed, landbouw, mobiliteit en circulaire economie. In 2020 moet 16% van onze energie duurzaam worden opgewekt. In de zogenoemde energiemix richten wij ons op de thema s wind, zon, warmte, energie uit biomassa en kleinschalige en lokale initiatieven. Wij streven er naar om in 2020 op een totaal aantal van energiegerelateerde banen (in alle lagen van de bevolking) in Fryslân te komen. Op het gebied van water en (duurzame) energie wordt onder andere samengewerkt met de gemeente Leeuwarden. Op basis van de kadernota 2014 is voor deze samenwerking een bedrag van 1 miljoen in de begroting opgenomen. 22

24 Op basis van de kadernota is een bedrag van 11,85 miljoen in de begroting opgenomen voor een nieuwe stimuleringsregeling voor het energiezuiniger maken van woningen. Hiermee wordt een impuls gegeven aan de Friese economie. In 2013 hebben Provinciale Staten het besluit genomen te investeren in een grote vernieuwing van schaatssportcentrum Thialf met een topwedstrijdbaan en een apart toptrainingscentrum. Ook bij de vernieuwing van Thialf wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan de duurzaamheid. Programma 7 Sociaal beleid en zorg Dit programma richt zich op het welzijn van alle inwoners van Fryslân. Naast een aantal wettelijke taken is er een provinciaal programma voor sociaal beleid en sport. Doel is kwetsbare groepen deel te laten nemen aan het maatschappelijk en economisch verkeer. Sociaal beleid en zorg De komende jaren wordt het sociaal beleid geïntegreerd in de andere beleidsprogramma s. Het zorgbeleid van de provincies is gericht op het verbeteren van de samenwerking tussen cure, care en aanpalende terreinen. Dit om voldoende en bereikbare basiszorg voor alle inwoners van Fryslân te waarborgen. Jeugdzorg In 2015 gaat de jeugdzorg over naar de gemeenten. Tot die tijd is de provincie verantwoordelijk voor de veiligheid, hulp en zorg voor kinderen. Samen met de gemeenten bereiden we de overgang van taken zo goed mogelijk voor. Sport De provincie stimuleert een goed sportklimaat waarbij alle inwoners de gelegenheid krijgen om te bewegen en te sporten. De traditionele Friese sporten zijn daarbij belangrijk omdat ze een bijdrage leveren aan de cultuur en de promotie van de provincie. Het gaat dan onder meer om kaatsen, fierljeppen en skûtsjesilen. Met het Olympisch plan Fryslân verbeteren we het sportklimaat in onze provincie. Specifieke actiepunten zijn onder andere: ondersteuning van talentontwikkeling, het stimuleren van grootschalige sportevenementen, pilots gezonde sportdorpen, het bevorderen van bedrijfssport. Programma 8 Cultuur, taal en onderwijs Leeuwarden Culturele Hoofdstad Europa 2018 Met Leeuwarden als Culturele Hoofdstad van Europa in 2018 zetten we Leeuwarden en de hele provincie Fryslân stevig op de culturele kaart. Voor de Culturele Hoofdstad 2018 is, op basis van de kadernota 2014, een bedrag van 8,6 miljoen in de begroting opgenomen. Grinzen oer Vanuit het gedachtegoed van de Culturele Hoofdstad 2018 willen wij de mienskip versterken; een mienskip die wil benutten wat de Friezen bindt. Dat doen wij door in te zetten op een steviger culturele basisinfrastructuur. Daarbij zetten wij sterk in op een groeiend aantal mensen in Fryslân dat aan cultuur meedoet; zowel passief als actief. Daarom richten wij ons op een laagdrempelig aanbod van cultuuruitingen, cultuureducatie en amateurkunst in Fryslân voor alle leeftijdsgroepen. Het resultaat moet zijn dat meer Friezen betrokken zijn bij culturele activiteiten en dat de mienskip als 23

25 geheel sterker wordt. Wij willen dat in % van de mensen in Fryslân aan cultuur meedoet. Met deze aanpak richt de provincie zich de komende jaren op de volgende doelen: De uitvoering van de beleidsnota Grinzen oer, met het gedachtegoed van de Culturele Hoofdstad 2018 als rode draad. In de begroting 2012 waren al middelen beschikbaar voor de uitvoering van deze nota tot Voor de uitvoering van de nieuwe beleidsnota Grinzen oer is nu een bedrag van 1,9 miljoen voor 2016 opgenomen. Versterking van de culturele infrastructuur. Het opzetten van een Steunpunt 2.0 en een Orgaan voor de Friese taal. Behoud en versterking van het gebruik van de Friese taal en de regionale en lokale talen in Fryslân. Een doorgaande leerlijn van peuterspeelzalen tot en met universitair onderwijs. De ontwikkeling van academische masters op het gebied van de Friese kennishotspots door de realisatie van een University Campus Fryslân. Fries erfgoed De nota Erfgoed is gericht op het behouden en versterken van het Friese erfgoed. Dat doen wij door behoud en ontwikkeling van cultuurhistorische waarden, bescherming, onderzoek naar en voorlichting over archeologische waarden, restauratie en hergebruik van karakteristieke gebouwen. Daarbij wordt de koppeling gelegd met ruimtelijke plannen en projecten. Cultuurhistorische waarden worden nadrukkelijk opgenomen in deze plannen en projecten. Monumentenregeling Voor restauratie, herbestemming, onderhoud en bouwhistorisch onderzoek wordt een stimuleringsregeling ingesteld. Op basis van de kadernota 2014 is hiervoor een bedrag van 4,2 miljoen in de begroting opgenomen. Deltaplan digitalisering Bij de behandeling van de kadernota 2014 hebben Provinciale Staten besloten een bedrag van maximaal 5 miljoen in de begroting op te nemen voor het project Deltaplan digitalisering. Hiermee worden de zogenoemde big data uit de cultuur- en erfgoedsector, bijvoorbeeld van bibliotheken, archieven en musea, digitaal toegankelijk gemaakt. Het slapende culturele kapitaal wordt hiermee tot leven gewekt. Dit project geeft een belangrijke impuls aan de culturele infrastructuur; en ook aan de economie, de wetenschap en het onderwijs. Verschillende organisaties krijgen de mogelijkheid nieuwe producten beschikbaar te stellen voor bestaande en nieuwe doelgroepen. In het deltaplan worden alle onderdelen van dit programma cultuur, taal, media, letteren, onderwijs en wetenschappen meegenomen. Fries museum Om het nieuwe Fries Museum een goede start te geven ondersteunt de provincie het museum in 2014 met een bedrag van ,-. Programma 9 Ruimte en wonen Fryslân zichtbaar mooier en duurzamer Het beleid voor ruimtelijke ontwikkeling is niet alleen gericht op het economisch versterken, maar ook op het mooier maken van onze provincie. Daarbij horen sterke Friese steden en een vitaal platteland. We dragen bij aan goede en bereikbare voorzieningen om te voorkomen dat de kwaliteit van bestaande steden en dorpen achteruitgaat door krimp. Andere overheden en maatschappelijke partijen betrekken we nadrukkelijk bij het ontwikkelen van nieuwe plannen. 24

26 Kwaliteitsslag Friese woningvoorraad De kwaliteit van wonen is van groot belang voor het mooi houden van Fryslân. Een goede woningvooraad en een leefbare woonomgeving zijn van belang om de gevolgen van demografische ontwikkelingen in goede banen te leiden. Daarom ondersteunen wij gemeenten bij het uitwerken van hun plannen om de woningvoorraad aantrekkelijk te houden of te maken. Dat betekent onder meer levensloopbestendige en energiezuinige woningen. Bij programma 6 werd al melding gemaakt van de nieuwe stimuleringsregeling voor het energiezuiniger maken van woningen. Met de gemeenten maken wij afspraken over een verantwoord woningbouwprogramma. Dit in relatie tot de herstructureringsopgave voor de bestaande voorraad. Verbetering bestaande bedrijventerreinen De provincie ondersteunt de gemeenten bij het uitwerken van plannen om bestaande bedrijventerreinen te verbeteren. Bij de aanleg en uitgifte van nieuwe terreinen stimuleren wij de samenwerking tussen gemeenten. Dit om overcapaciteit te voorkomen. Windmolens Met de windmolens willen we meer elektriciteit opwekken. Nieuwe windmolens worden geconcentreerd op een beperkt aantal locaties. Oude, weinig renderende molens worden weggehaald. 25

27 2014 in één oogopslag Hieronder worden de totale baten en lasten per programma weergegeven. Bedragen X 1.000,- Beleidsprogramma 1. Bestuur en veiligheid Verkeer en vervoer Water Milieu Landelijk gebied Economie, toerisme en recreatie Sociaal beleid en zorg Cultuur, taal en onderwijs Ruimte en wonen Algemene dekkingsmiddelen Inzet Nuon-middelen Totaal voor mutaties reserves Mutaties reserves o.b.v. bestaand beleid: - Stortingen in reserves Onttrekkingen aan reserves Totaal na mutaties reserves Positief begrotingssaldo ssaldo programma's 1 t/m 10 0 ssaldo programma ssaldi Er worden twee begrotingssaldi onderscheiden; enerzijds het begrotingssaldo van de programma s 1 tot en met 10 en anderzijds het saldo van programma 11. Het saldo van de baten en lasten van de programma s 1 t/m 10 wordt verrekend met de vrij aanwendbare reserve (VAR). Na verrekening bedraagt het begrotingssaldo nul. Het positieve begrotingssaldo van programma 11 blijft beschikbaar in dit programma voor toekomstige bestuursperioden. Dit saldo is het gevolg van een aantal positieve en negatieven effecten: vrijval van afschrijvingslasten door het versneld afschrijven van investeringen ten laste van de reserve Nuon (positief), het achterwege laten van de inflatiecorrectie ten laste van de exploitatie op een deel van de Nuon-reserve (positief) en de rendementsderving als gevolg van het inzetten van de reserve (negatief). In de voorliggende begroting is de rendementsderving nog vrij gering. Dat komt omdat deze derving nu alleen nog is berekend voor de inzet van de reserve Nuon voor de concrete projecten uit de kadernota en de quick wins op grond van de besluitvorming op 3 juli Na besluitvorming over nieuwe projecten in het kader van de investeringsagenda Wurkje foar Fryslân komt de hieruit voortvloeiende rendementsderving ten laste van het begrotingssaldo van programma

28 Hieronder worden de baten en lasten per beleidsprogramma grafisch weergegeven. en lasten per beleidsprogramma x Vooral de programma s 6 en 2 maken een belangrijk deel uit van de totale lasten in de (exploitatie)begroting. Dat houdt verband met het aantal en de omvang van de projecten in die programma s (veel grote projecten). De lasten van programma 11 betreffen voornamelijk de extra afschrijvingslasten die gedekt worden door inzet van de reserve Nuon in het kader van de balansverkorting. De inzet van de reserve Nuon is aan de batenkant begrepen in de Onttrekkingen aan de reserves. Hier vallen vooral de programma s 2 en 7 op. Dit betreft vooral doeluitkeringen van het rijk: de brede doeluitkering verkeer en vervoer (programma 2) en de doeluitkering voor jeugdzorg (programma 7). Deze laatste eindigt per 1 januari 2015 in verband met de overdracht van de wettelijke jeugdzorgtaken per die datum naar de gemeenten. Het merendeel van de baten is geraamd in programma 10 Algemene dekkingsmiddelen. Dit betreft vooral de uitkering uit het provinciefonds en in mindere mate de opbrengst uit de opcenten motorrijtuigenbelasting. Deze algemene dekkingsmiddelen hebben voor het merendeel geen specifieke bestemming gekregen en compenseren als het ware de lasten in de andere programma s die niet op specifieke wijze worden gedekt. Daarmee is programma 10 het sluitstuk van de begroting. Mutaties reserves De onttrekking aan de reserves heeft vooral betrekking op de reserves tijdelijke budgetten. De verschuiving van de bestedingsritmes van de tijdelijke budgetten tussen begrotingsjaren verloopt via deze reserves. In het ene jaar worden de reserves tijdelijke budgetten ten laste van de exploitatie gevormd (lasten) en in een volgend begrotingsjaar wordt hieraan onttrokken ten gunste van de exploitatie (baten). 27

29 Hieronder worden de baten en lasten naar soorten weergegeven. Provinciefonds Opcenten motorrijtuigenbelasting Bedragen x 1.000,- uit dividenden Afschrijvingslasten Rentebaten Rentelasten Goederen en diensten Goederen en diensten Beschikking over reserves Vorming van reserves Overdrachten 503 Overdrachten Overige baten Overige lasten Onttrekkingen aan voorzieningen/ overlopende passiva Stortingen in voorzieningen/ overlopende passiva Aan exploitatie toegerekende Bedrijfsvoeringkosten Totaal Totaal Positief begrotingssaldo Hieronder worden de lastensoorten grafisch weergegeven. x per soort Vooral de overdrachten en de afschrijvingslasten maken een groot deel uit van de totale lasten in de (exploitatie)begroting. 28

30 Overdrachten en goederen en diensten Dit zijn uitkeringen of subsidies aan andere partijen veelal andere overheden waartegenover geen directe levering van diensten of goederen door die partijen staat. Als daar wel sprake van is dan vallen de lasten onder de categorie Goederen en diensten. Afschrijvingslasten Afschrijvingslasten vloeien voort uit afschrijving van op de balans geactiveerde investeringsuitgaven. Na oplevering van een investeringsproject worden de betreffende investeringsuitgaven geactiveerd. Uitgaven voor investeringen met economisch nut moeten op grond van de boekhoudkundige regels geactiveerd worden. Uitgaven voor investeringen met maatschappelijk nut mogen geactiveerd worden om grote schommelingen in begrotingssaldi te voorkomen. Vanuit voorzichtigheidsoogpunt wordt geadviseerd deze uitgaven in één keer ten laste van de exploitatie te bregen. Daar is nu sprake van in het kader van de balansverkorting. Als gevolg van de versnelde afschrijvingen van investeringen met maatschappelijk nut (infrastructuur) vallen de afschrijvingskosten in deze begroting hoog uit. Tegenover de extra afschrijvingslasten staat een onttrekking aan de reserve Nuon (bate in programma 11). Bedrijfsvoeringskosten Dit zijn kosten van personeel en aan personeel gerelateerde kosten (huisvesting, automatisering, archief, etc.). Deze kosten worden op basis van de verwachte inzet van de formatie toegerekend aan de beleidsprogramma s. De totale toe te rekenen bedrijfsvoeringskosten bedragen 74,7 miljoen. Hiervan heeft 55,7 miljoen betrekking op personeelslasten. Van de totale toe te rekenen bedrijfsvoeringskosten wordt een klein deel toegerekend aan voorzieningen en investeringen ( 8,5 miljoen). Het restant van 66,2 miljoen wordt toegerekend aan de beleidsprogramma s. In paragraaf 7 Bedrijfsvoering worden de samenstelling en de toerekening van de bedrijfsvoeringkosten aan de programma s gespecificeerd. Kort voor aanvang van het begrotingsjaar 2014 wordt via de interne afdelingsplannen de capaciteitsverdeling opnieuw onder de loep genomen. Dat kan leiden tot een verschuiving van de geraamde bedrijfsvoeringskosten tussen beleidsprogramma s/-velden. Voor het totaal van de geraamde bedrijfsvoering heeft dit geen gevolgen. Overige lasten Tot de overige lasten behoren o.a. administratieve boekingen, belastingen en leges. 29

31 Hieronder worden de batensoorten grafisch weergegeven. x per soort Algemene uitkering provinciefonds De uitkering provinciefonds is een belangrijk algemeen dekkingsmiddel en is berekend aan de hand van de meicirculaire van het rijk. De omvang van het provinciefonds is gekoppeld aan de rijksuitgaven: trap-op-trap- af. Opcenten motorrijtuigenbelasting De opbrengst uit de opcenten motorrijtuigebelasting is gebaseerd op gegevens van de belastingdienst over het wagenpark in onze provincie. Beschikkingen over reserves De beschikkingen over reserves vloeien voort uit eerder genomen besluitvorming over de dekking van beleid. Deze beschikkingen hebben vooral betrekking op de reserves tijdelijke budgetten. Ook de onttrekking aan de reserve Nuon ter dekking van de investeringsagenda Wurkje foar Fryslân valt hieronder. Onttrekkingen aan voorzieningen en overlopende passiva De betreft de geraamde onttrekkingen aan de balansposten voorzieningen en overlopende passiva ter dekking van de specifieke lasten die door deze posten gedekt moeten worden. In de jaarrekening worden de gerealiseerde specifieke lasten verantwoord, evenals de gerealiseerde onttrekkingen aan deze balansposten die daar tegenover staan. Dit betreft veelal middelen van derden (voornamelijk overheden) die voor specifieke doelen zijn bestemd. Voor de overlopende passiva geldt een zogenoemde terugbetalingsverplichting in het geval van niet-besteding. De nog te ontvangen of terug te betalen bedragen worden na afloop van het begrotingsjaar als vordering, respectievelijk schuld verantwoord op de balans (jaarrekening). Het gebruik van voorzieningen en overlopende passiva is verplicht op grond van het Besluit en Verantwoording Provincies en gemeenten (BBV). 30

32 Meerjarige ontwikkeling baten, lasten en begrotingssaldi Hieronder wordt de verwachte meerjarige ontwikkeling van baten, lasten en begrotingssaldi weergegeven. Bedragen x 1 miljoen ,2 291,2 257,9 232,1 582,6 386,3 433,6 375,4 Saldi voor mutaties bestemmingsreserves -203,5-95,1-175,7-143,3 Beschikking over bestemmingsreserves 230,2 128,9 219,5 168,8 Vorming van bestemmingsreserves 43,5 44,8 30,5 0 Saldi na mutaties bestemmingsreserves -16,8-11,0 13,3 25,5 Beschikking over vrij aanwendbare reserve 42,8 37,6 16,4 0 Vorming van vrij aanwendbare reserve 16,2 16,4 0 0 ssaldi na mutaties reserves 9,8 10,3 29,6 25,5 - Waarvan begrotingssaldi programma s 1 t/m ,2 6,2 - Waarvan begrotingssaldi programma 11 9,8 10,3 15,4 19,2 Uit de tabel blijkt een trend van dalende baten en lasten (voor mutaties reserves). De stijging van de lasten in 2016 heeft betrekking op de extra afschrijvingen die in dat jaar worden voorzien in het kader van de balansverkorting. Daartegenover staat een hogere beschikking over de reserve Nuon. Meerjarige ontwikkeling vrij aanwendbare reserve De ontwikkeling van de geraamde begrotingssaldi is van invloed op de verwachte meerjarige ontwikkeling van de vrij aanwendbare reserve. Na afloop van het begrotingsjaar wordt op basis van de gerealiseerde baten en lasten in de jaarrekening het jaarrekeningresultaat bepaald. Dit resultaat wordt dan op de balans toegevoegd aan de vrij aanwendbare reserve. Op basis van de geraamde begrotingssaldi wordt hieronder de verwachte ontwikkeling van de vrij aanwendbare reserve (VAR) weergegeven. Bedragen x 1 miljoen Niveau 31/12 41,7 20,5 18,3 24,5 Afgesproken minimaal niveau 10,0 10,0 10,0 10,0 Vrij inzetbaar deel 31,7 10,5 8,3 14,5 31

33 Weerstandsvermogen en risicobeheersing De benodigde weerstandscapaciteit om tegenvallers op te kunnen vangen is berekend aan de hand van een zogenoemde stresstest. Dit betreft bijzondere tegenvallers. Voor reguliere risico s zijn maatregelen getroffen: voorzichtige ramingen van baten en lasten, voorzieningen, verzekeringen. Voor bijzondere risico s zijn schattingen gemaakt van de kans dat deze zich voltrekken. Dit zijn per definitie subjectieve schattingen. Tegenvallers kunnen zich voordoen bij de uitkering uit het provinciefonds, bijvoorbeeld door nieuwe bezuinigingen van het rijk of door het plafond aan declaraties uit het Btwcompensatiefonds. Ook bij grote projecten en bij revolverende fondsen kunnen zich risico s voordoen. Tegenover de benodigde weerstandscapaciteit staat de beschikbare weerstandscapaciteit. Deze bestaat voor het grootste deel uit reserves waaraan nog geen specifieke bestemming is gegeven. In deze begroting wordt de beschikbare weerstandscapaciteit als ruim voldoende beoordeeld (paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing). In het kader van de inzet van de reserve Nuon voor de investeringsagenda Wurkje foar Fryslân wordt bovenop de buffer van 100 miljoen een extra buffer van 100 miljoen aangehouden. 32

34 Beleidsbegroting 33

35 1.1 Programma 1 Bestuur Portefeuillehouders: de heer J.A. Jorritsma en mevrouw C. Schokker-Strampel Wat willen we bereiken en wat mag het kosten? Vanuit dit programma werken we aan de voorwaarden voor het effectief en efficiënt besturen van Fryslân. De provincie heeft daarbij een interregionale, sectoroverstijgende en verbindende rol. Daarnaast houdt de provincie toezicht op gemeenten en speelt het een actieve rol bij het oplossen van hun bestuurlijke en financiële knelpunten. Samenwerken met gemeenten Om de kwaliteit van de Friese samenleving te versterken, werkt de provincie samen met gemeenten aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Deze samenwerking krijgt vorm door met de grote kernen de samenwerkingsagenda s in te vullen. Met de Friese regio s werken we verder aan de totstandkoming van de streekagenda s. Bestuurskracht gemeenten Voor een effectieve samenwerking is het van belang dat de Friese gemeenten voldoende bestuurskrachtig zijn. De provincie geeft samen met de gemeenten actieve invulling aan het toewerken naar een samenhangende gemeentelijke indeling. Daarvoor is met de gemeenten gesproken over het advies Meer burger, minder bestuur van de commissie Koopmans over de herindeling van onze provincie. Op basis van die gesprekken hebben Gedeputeerde Staten per regio een standpunt ingenomen over de toekomstbestendige lokaal-bestuurlijke inrichting van Fryslân aan het eind van de huidige coalitieperiode, dan wel kort daarna. Provinciale bestuursorganen en reguliere activiteiten In dit programma staan ook de doelstellingen en activiteiten voor de provinciale bestuursorganen: Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koning. Dat geldt ook voor een aantal reguliere zaken, zoals de internationale samenwerking, lobbyactiviteiten, het Samenwerkingsverband Noord-Nederland en juridische zaken en rechtsbescherming. 34

36 Totaal baten en lasten programma 1 Bestuur Bedragen x 1.000,- Realisatie Provinciale Staten en Statengriffie 1.2 Gedeputeerde Staten 1.3 Commissaris van de Koning 1.4 Bestuurskwaliteit gemeenten en toezicht 1.5 Herkenbaar en samenwerkend bestuur 1.6 Juridische zaken en rechtsbescherming Totaal baten Provinciale Staten en Statengriffie 1.2 Gedeputeerde Staten 1.3 Commissaris van de Koning 1.4 Bestuurskwaliteit gemeenten en toezicht 1.5 Herkenbaar en samenwerkend bestuur 1.6 Juridische zaken en rechtsbescherming Totaal lasten Saldo

37 Beleids- en normenkader Relevante Europese en nationale wetten en regelingen Provinciewet Wet algemene regels herindeling (Wet arhi) Rijksbeleidskader gemeentelijke herindeling (2013) Visienota minister Plasterk Bestuur in samenhang (2013) Wet veiligheidsregio's Provinciale verordeningen en nota s Vastgesteld door PS op IPO document Profiel Provincies 21 april 2010 Regierol provincie versterking kwaliteit lokaal bestuur 22 september 2010 Notitie kader voor externe samenwerking provincie Fryslân 25 april 2012 Notitie Internationale Contacten 20 juni 2012 Verordening ondersteuning Statenfracties 17 maart 2010 Door GS vastgestelde uitvoeringsregelingen/nota s Vastgesteld door GS op Reactienota en eindconclusie visie lokaal-bestuurlijke inrichting 21 mei 2012 Noord-Fryslân Reactienota en eindconclusie visie lokaal-bestuurlijke inrichting 18 september 2012 Zuidoost-Fryslân en de Waddeneilanden Visie op de lokaal-bestuurlijke inrichting van Fryslân (= bundeling 18 september 2012 inclusief beide deelvisies) Overig Meer burger, minder bestuur, adviesrapportage commissie Koopmans Bestuursafspraken SNN-nota Duitsland Agenda Beleidsveld 1.1 Provinciale Staten en Statengriffie Wat willen we bereiken? We willen daadkrachtige Provinciale Staten die weloverwogen duurzame besluiten kunnen nemen in een duaal besluitvormingsproces. Dat besluitvormingsproces moet helder en toegankelijk zijn. Verder wil de provincie een Statengriffie die de Staten en de individuele Statenleden professioneel ondersteunt. Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Verbetering werkwijze Provinciale Staten De efficiëntie en effectiviteit van de werkwijze van de Provinciale Staten wordt voortdurend bekeken. Verbetervoorstellen worden door de griffie aan het presidium voorgelegd. Samen met de Statenleden gaan we ook in 2014 verder met het inhoudelijk verbeteren en toegankelijker maken van de provinciale begroting. Hiervoor is een projectgroep ingesteld. We blijven zoeken naar nieuwe mogelijkheden om vergaderingen nog beter te kunnen volgen buiten het provinciehuis. De invoering van elektronisch stemmen helpt daarbij. Na maximaal drie werkdagen staan de vergaderingen op uitgesplitst op agendapunten en sprekers. Stimuleren langetermijnagenda en startnotities Voor efficiëntere besluitvormingsprocedures stimuleren we het werken met een langetermijnagenda en startnotities. Met een langetermijnagenda kan Provinciale Staten zelf aangeven op welke dossiers ze eerst een startnotitie willen ontvangen. Hiermee willen we Provinciale Staten beter positioneren op strategische dossiers. We blijven de afhandeling van moties en toezeggingen scherp monitoren. We zorgen dat de actuele stand van zaken op ieder gewenst moment digitaal geraadpleegd kan worden. 36

38 Verder ondersteunen we de vertegenwoordiging van de Staten in onder meer de algemene vergadering van het Interprovinciaal Overleg (IPO), Programmaraad Noordelijke Rekenkamer en het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN). Vanwege het SNN-voorzitterschap voeren we hier specifieke ondersteunende taken voor uit. Inzet social media We gaan de mogelijkheden om de provinciale politiek te beïnvloeden meer onder de aandacht brengen bij de burgers van Fryslân. Daarbij zetten we ook actief nieuwe media in, zoals Twitter. De in 2013 ontwikkelde app gaan we in 2014 verder optimaliseren. Om vooral jongeren kennis te laten maken met de politiek, organiseren we ook weer het Statenspel, minstens zo vaak als in Onderwerp Doelwaarde 2014 Vergaderstukken PS en commissies Besluiten/ingekomen stukken PS De vergadering uitgesplitst naar agendapunten en sprekers op de provinciale website Tijdige aanlevering conform het Reglement van Orde Tijdige afhandeling (binnen 10 dagen na besluitvorming) Maximaal drie werkdagen na de vergadering Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Structurele budgetten Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Voorzieningen Totaal lasten lasten Toelichting Het tijdelijke budget van ,- in 2015 heeft betrekking op de Provinciale Statenverkiezingen in De toevoeging aan de voorziening van ,- in 2015 betreft de wachtgeldvoorziening voor Statenleden/ondersteuning PS. 37

39 Beleidsveld 1.2 Gedeputeerde Staten Wat willen we bereiken? We willen het college van gedeputeerde staten effectief en efficiënt laten functioneren. Dit geldt zowel voor het individuele lid van Gedeputeerde Staten als voor het college. Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Iedere gedeputeerde wordt ondersteund door een bestuursadviseur. De Commissaris van de Koning wordt ondersteund door een communicatieadviseur. Het gaat hierbij om perswoordvoering, het voorbereiden van publieke optredens en algemene advisering. Samen met andere partijen wordt bij voorkomende gelegenheden gezorgd voor een gepaste vertegenwoordiging van de provincie (representatie). Er is secretariële ondersteuning van het college van gedeputeerde staten en de wekelijkse vergadering wordt voorbereid. In 2014 willen wij dat het college van gedeputeerde staten zo veel mogelijk digitaal werkt. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Doelwaarde 2014 Afspraken Gedeputeerde Staten/Provinciale Staten - Beantwoording Statenvragen op tijd - Nakomen uitvoeren moties - Nakomen toezeggingen - Tijdige aanbieding stukken bij PS 90% 95% 90% 95% Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Structurele budgetten Totaal baten Structurele budgetten Voorzieningen Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting De toevoeging aan de voorziening in 2012 (jaarrekening 2012) betreft de waardeoverdracht van pensioenen voor de leden van het college van gedeputeerde staten. 38

40 Beleidsveld 1.3 Commissaris van de Koning Wat willen we bereiken? In zijn rol als rijksorgaan heeft de Commissaris van de Koning (CvdK) verschillende taken in de provincie namens het rijk. De provincie wil dat hij deze rijkstaken goed kan uitvoeren. Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Burgemeesters en gemeenten De CvdK houdt toezicht op een ordelijk verloop van procedures voor (her)benoemingen en ontslag van burgemeesters. De CvdK voert gesprekken met sollicitanten en rapporteert aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Daarnaast voert hij tweejaarlijkse klankbordgesprekken met burgemeesters. Door de discussie over bestuurskracht van gemeenten heeft de CvdK de afgelopen jaren regelmatig waarnemend burgemeesters benoemd. Hij doet dat altijd in goed overleg met de gemeenteraad. Deze beleidslijn wordt voortgezet. De CvdK brengt in 2014 naar verwachting acht werkbezoeken aan de Friese gemeenten. Samenwerking met overheden De CvdK bevordert in de provincie de samenwerking van de besturen van provincie, gemeente en waterschap met rijksambtenaren en de krijgsmacht. Daarnaast bemiddelt hij bij problemen op het gebied van (inter)bestuurlijke verhoudingen. Naar verwachting wordt in 2013 een wet aangenomen die de CvdK de bevoegdheid geeft om tijdig in te grijpen bij gemeentelijke bestuurlijke problemen en integriteitskwesties. In 2014 zal duidelijk worden wat de gevolgen van deze wet zijn. De CvdK rapporteert ook in 2014 aan de minister van BZK over de uitvoering van zijn rijkstaken. Hij kan gevraagd of ongevraagd advies geven aan de regering of de ministers. Tot slot onderhoudt de CvdK de contacten met het Koninklijk Huis. Openbare orde en veiligheid De CvdK houdt toezicht op veiligheidskwesties en crisisbeheersing, waarbij hij zich vooral richt op de Veiligheidsregio Fryslân. Ook adviseert de CvdK bij de benoeming van korpschefs van politieregio s en andere leidinggevende politiefunctionarissen. Koninklijke onderscheidingen en predicaten De CvdK adviseert over de voorstellen voor het verlenen van een Koninklijke onderscheiding en over aanvragen voor of het verlenen van de predicaten Koninklijk en Hofleverancier. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Doelwaarde 2014 Werkbezoeken aan de Friese gemeenten Aantal werkbezoeken 8 39

41 Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Structurele budgetten Totaal baten Structurele budgetten Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Beleidsveld 1.4 Bestuurskwaliteit gemeenten en toezicht Wat willen we bereiken? Doel is het bevorderen van de kwaliteit van het lokaal bestuur in Fryslân. Dit moet leiden tot financieel gezonde en bestuurskrachtige Friese gemeenten. Voor het eind van de huidige coalitieperiode moet er een breedgedragen beeld zijn van de toekomstige gemeentelijke inrichting van Fryslân (Uitvoeringsprogramma ). Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Versterking gemeentelijke bestuurskracht Met ingang van 1 januari 2014 ontstaat door een samenvoeging van Skarsterlân, Lemsterland en Gaasterlân-Sleat de nieuwe gemeente De Friese Meren. Ook is dan de opdeling van de gemeente Boarnsterhim een feit. Dit leidt tot de oprichting van de nieuwe gemeenten Leeuwarden en Heerenveen en een grenscorrectie met de gemeente Súdwest-Fryslân. Wij verwachten dat de discussie over de bestuurlijke toekomst van gemeenten zich voortzet in Gemeenten denken proactief na over gerichte aanpak van kwetsbaarheden in hun bestuurskracht. Dit komt mede door de decentralisatie van rijkstaken die tot verzwaring leidt van het gemeentelijke takenpakket. Wij zien vooral dynamiek in het noorden van Fryslân. Hier is de bestuurlijke kleinschaligheid het meest pregnant. De gemeenten in dit gebied zijn zelf ook op zoek naar duurzame oplossingen voor de geconstateerde kwetsbaarheid. Gelet op de actuele ontwikkelingen gaan wij ervan uit dat dit in de komende jaren uitmondt in gemeentelijke initiatieven tot samenwerking of herindelingsvoorstellen. Dit sluit aan op het provinciale beleid om dergelijke initiatieven van onderop te faciliteren. Toezicht op Friese gemeenten In het kader van het interbestuurlijk toezicht houdt de provincie toezicht op de uitvoering van medebewindstaken door gemeenten. In 2014 wordt dit toezicht risicogericht en effectief ingevuld. Dit betekent minder bestuurlijke drukte en meer op afstand. Hiernaast houden we specifiek toezicht op de gemeentelijke financiën en het waterschap. Preventief toezicht De Friese Meren, Leeuwarden en Heerenveen Op 1 januari 2014 is de nieuwe gemeente De Friese Meren een feit. De gemeente Boarnsterhim wordt per die datum samengevoegd met de gemeente Leeuwarden 40

42 (noordelijk deel) en Heerenveen (zuidelijk deel). De begrotingen 2014 van deze nieuwe gemeenten kunnen niet voor de gestelde termijn (1 januari 2014) worden vastgesteld. Vanwege het overschrijden van de wettelijke termijn worden deze gemeenten in 2014 onder preventief toezicht gesteld. Als de nieuwe raad de begroting heeft vastgesteld, kan mogelijk een vereenvoudigde toezichtsvorm toezicht op maat worden toegepast. Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Structurele budgetten Totaal baten Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Beleidsveld 1.5 Herkenbaar en samenwerkend bestuur Wat willen we bereiken? Wij willen dat de provincie Fryslân herkend wordt als bestuurslaag. Rol en takenpakket van de provincie moeten duidelijk zijn. Bij de aanpak van maatschappelijke vraagstukken is de provincie gericht op samenwerking. Zo zijn de samenwerkingsagenda s met de vier grote kernen in Fryslân volop in uitvoering. Er zijn streekagenda s tot stand gekomen voor alle regio s en het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) is efficiënter en slanker geworden. Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Uitvoeringsprogramma Bestuursafspraken De provincie zal haar rol als middenbestuur en regionale speler waarmaken binnen de kaders van de Bestuursafspraken tussen rijk, Interprovinciaal Overleg (IPO), Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Unie van Waterschappen (UvW). Daarbij gaat het vooral om het versterken van de rol van de provincie als gebiedsregisseur op het ruimtelijk-economisch en cultureel domein. Dat kan bijvoorbeeld door het ontwikkelen van integrale ontwikkelingsvisies, het houden van toezicht en het meehelpen bij het oplossen van bestuurlijke en financiële knelpunten van gemeenten. Toekomst en profiel provincies In aanloop naar de Statenverkiezingen van 2015 wil Fryslân, samen met het IPO, een duidelijk beeld neerzetten van de toekomst en het profiel van de provincies. Daarom blijven wij ook in 2014 participeren in het Stip aan de horizon-traject. Op basis van ontwikkelingen voor de lange termijn en de bijbehorende maatschappelijke opgaven wordt hierin een toekomstvisie geformuleerd voor de rol en taken van provincies. Ook zullen wij deelnemen in het traject Profiel provincies. Hierin worden de prestaties van de provincies zichtbaar gemaakt op een aantal maatschappelijke opgaven kerntaken. 41

43 Uitvoeren samenwerkings- en streekagenda s Vanuit de koöperaasje-gedachte zoeken wij nadrukkelijk de samenwerking met andere overheden en partijen op, binnen en buiten Fryslân. Met vier gemeenten in Fryslân (Leeuwarden, Súdwest-Fryslân, Smallingerland en Heerenveen) hebben wij strategische samenwerkingsagenda s waarmee projecten van gezamenlijk belang worden uitgevoerd. Er wordt daarbij speciaal gelet op een goede inhoudelijke aansluiting van de vier samenwerkingsagenda s op de relevante streekagenda s. Deze zijn uiterlijk in 2014 operationeel. De inzet is primair gericht op de projecten uit de eerste jaarschijf 2014 en de bijbehorende uitvoeringsprogramma s. De gezamenlijke projecten worden verder toegelicht in programma 5 Landelijk gebied en paragraaf 10 Samenwerkingsverbanden. Voortzetten internationale samenwerking De internationale samenwerking van de provincie wordt vooral vormgegeven via tijdelijke projecten, zoals in Interreg IV-A (Duits grensgebied), Interreg IV-B Noordzee en Interreg IV-C. Ook onderwerpen als minderheidstalen en Waddenzee vragen om een internationale aanpak. Met het oog op het toekomstige cohesiebeleid (geld uit Brussel) komt de focus voor samenwerking vooral te liggen op Noordwest-Duitsland/Niedersachsen. Voor de periode wijzen de eerste signalen op een sterke afname van middelen uit Brussel voor het noorden (-70%). Een meer thematische en liefst grensoverschrijdende aanpak is vereist. Voorbeelden hiervan zijn samenwerking in Brussel, bestuurlijke contacten en afstemming van de infrastructuur. Fryslân pleegt de inzet vooral in SNN-verband en waar relevant met Niedersachsen. Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) De zwaartepunten van het SNN zullen de komende jaren veranderen. De uitvoering van programma s en regelingen wordt minder belangrijk omdat er vanaf 2014 aanzienlijk minder geld uit Brussel beschikbaar komt. De inkrimping van de Uitvoeringsorganisatie van het SNN wordt inmiddels doorgevoerd. De bestuurlijke rol van het SNN richt zich steeds meer op gemeenschappelijke belangenbehartiging, inclusief de lobby gericht op Den Haag en Brussel voor specifiek noordelijke onderwerpen. De terreinen waarop de samenwerking zich richt: Europa 2020: het nieuwe Europese Cohesiebeleid en het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, beide voor de periode Dit wordt op landsdeelniveau verder uitgewerkt; het Topsectorenbeleid van het rijk (ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie); de Structuurschets Infrastructuur en Ruimte; behoud van rijksdiensten voor het noorden. Sinds 1 juli 2013 verzorgt de provincie Fryslân het voorzitterschap (CvdK J.A. Jorritsma) en het secretariaat (provinciesecretaris A.J. van den Berg) van het SNN. Als SNNvoorzitter wil de CvdK in samenspraak met de maatschappelijke en bestuurlijke partners de lobbyorganisatie verbeteren om het noorden in Den Haag en Brussel sterker op de kaart te zetten. Een meer open relatie met het bedrijfsleven kan ook bijdragen aan een sterk en samenhangend internationaal profiel dat de kansen voor de export vergroot. Intensivering lobby in Den Haag en Brussel Jaarlijks organiseren we activiteiten om de banden met Den Haag en Brussel te verstevigen. Daarnaast brengen wij via gerichte presentaties in Den Haag en Brussel de sterke punten van Fryslân en Noord-Nederland onder de aandacht. 42

44 Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Structurele budgetten Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Beleidsveld 1.6 Juridische zaken en rechtsbescherming Wat willen we bereiken? De provincie wil de juridische kwaliteit van provinciale producten borgen. In het verlengde hiervan willen we een goede rechtsbescherming tegen besluiten van het provinciaal bestuur. Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Juridische coördinatie en advisering We verzorgen de juridische coördinatie en advisering voor in beginsel alle voorkomende juridische dienstverlening. Het gaat hierbij om het publiekrechtelijke, privaatrechtelijke en Europeesrechtelijke zaken. Bewaken juridische kwaliteit Vanuit een centrale benadering wordt de juridische kwaliteit van de provinciale producten geborgd. Afhandelen bezwaar- en beroepschriften en klachten Voor een deskundige en onafhankelijke beoordeling van bezwaar- en beroepschriften en klachten is een externe adviescommissie ingesteld. Deze commissie adviseert over de te nemen beslissingen op bezwaarschriften, administratieve beroepschriften en klachten. Het beleid is erop gericht zoveel mogelijk bezwaarschriften door overleg en mediation af te doen, in plaats van via de formele procedure. Deze benadering is in de afgelopen jaren succesvol gebleken en wordt voortgezet. In 2014 is er extra speciale aandacht voor het binnen de gestelde termijn afhandelen van bezwaarschriften. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Doelwaarde 2014 Afhandeling bezwaarschriften Tijdige afhandeling 95% 43

45 Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Structurele budgetten Totaal baten Structurele budgetten Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten

46 1.2 Programma 2 Verkeer en vervoer Portefeuillehouders: mevrouw S.A.E. Poepjes (verkeer en vervoer) en de heer J.G. Kramer (openbaar vervoer) Wat willen we bereiken en wat mag het kosten? Grote en kleine infrastructuurprojecten We versterken de hoofdinfrastructuur in Fryslân met de grote infrastructuurprojecten die op dit moment in voorbereiding en uitvoering zijn. Deze projecten worden uitgewerkt in paragraaf 9 Grote projecten. We houden onze provinciale wegen bij de tijd door kleine ingrepen voor de verkeersveiligheid en het fietsverkeer. In 2014 ronden we het oude investeringsprogramma af. Voor de komende vier jaar trekt de provincie in totaal 18 miljoen uit voor kleine infrastructuurprojecten. Onderhoud Wij beheren en onderhouden onze provinciale infrastructuur zo efficiënt mogelijk. Door heldere beleidskaders wordt inzichtelijk welke keuzes er mogelijk zijn voor het onderhoudsniveau, inclusief de bijbehorende kosten. Voor de herijking van de onderhoudsbeleidskaders wordt eind 2013 een voorstel voorgelegd aan Provinciale Staten. Subsidies De fietsveiligheid is de afgelopen jaren onvoldoende verbeterd. Wij stellen tijdelijk een subsidie in vanuit de BDU-middelen (Brede Doeluitkering verkeer en vervoer) waarmee gemeenten de veiligheid van het fiets- en landbouwverkeer kunnen verbeteren. Daarnaast geven wij prioriteit aan het in stand houden en verbeteren van het openbaar vervoer tot een duurzaam systeem. Ook het stimuleren van veilig verkeersgedrag heeft prioriteit. Trein Leeuwarden-Zwolle In 2014 wordt de dienstregeling uitgebreid met een derde trein van Leeuwarden naar Meppel. We willen in 2014 ook de start van de vierde trein voorbereiden om deze vervroegd te laten rijden, al in 2015 in plaats van Dit op basis van afspraken die in 2012 met NS zijn gemaakt over een bediening van vier treinen per uur tussen Leeuwarden en Zwolle. 45

47 Totaal baten en lasten programma 2 Verkeer en vervoer Bedragen x 1.000,- Realisatie Planvorming en programmering, bestuurlijke samenwerking 2.2 Verbetering infrastructuur 2.3 Instandhouding provinciale infrastructuur 2.4 Openbaar vervoer Verkeerseducatie en mobiliteitsbeïnvloeding Totaal baten Planvorming en programmering, bestuurlijke samenwerking 2.2 Verbetering infrastructuur 2.3 Instandhouding provinciale infrastructuur 2.4 Openbaar vervoer Verkeerseducatie en mobiliteitsbeïnvloeding Totaal lasten Saldo Toelichting De verschillen tussen de begroting 2013 en 2014 bij beleidsveld 2.2 houden verband met tijdelijke kredieten (RSP) en overlopende passiva (BDU). Bij beleidsveld 2.3 heeft het verschil tussen de realisatie 2012 (jaarrekening) en de begrotingen 2013 en verder betrekking op de ontvangen afkoopsom voor het Van Harinxmakanaal. De afkoopsom is via de voorziening toegevoegd aan de vrij aanwendbare reserve. Dit in afwachting van het bestedingsvoorstel dat in het najaar van 2013 aan Provinciale Staten wordt voorgelegd. Na besluitvorming door Provinciale Staten wordt de afkoopsom definitief in de begroting verwerkt. Beleids- en normenkader Europese en nationale wet- en regelgeving Wegenwet Waterstaatswet Planwet Verkeer en Vervoer Wet brede doeluitkering (BDU) Waterwet Wet Personenvervoer Aanbestedingswet 2012, incl. proportionaliteitswet en RAW Provinciale verordeningen en beleidsnota s Vastgesteld door PS op Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan (PVVP 2006) 15 maart 2006/26 oktober 2011 Vaarwegenverordening provincie Friesland 27 juni 1991 (Actualisatie in 2014) 46

48 Beleids- en normenkader Wegenverordening provincie Friesland 5 juli 2000 Nota Strategisch onderhoud provinciale infrastructuur februari 2006 Aanpassing onderhoudsbeleid bij begroting november 2007 Investeringsagenda Drachten Heerenveen 18 juli juli 2013 Door GS vastgestelde uitvoeringsregelingen en -nota s Vastgesteld door GS op Meerjarenprogramma vervanging en renovatie kunstwerken december 2011 Uitvoeringsprogramma verkeer en vervoer 2013 (Actualisatie in 2014) Strategienota Verkeersveiligheid Actieplan fietsveiligheid 2013 Kwaliteitsnet landbouwverkeer 2013 In 2014 aan PS voor te leggen nota s Vaarwegenverordening, aanpassing als gevolg van invoering Waterwet Voorstel Traverse Lemmer Een herijkt beleidskader beheer en onderhoud wordt eind 2013 aan Provinciale Staten voorgelegd. In het najaar van 2013 wordt ook een voorstel over de invulling van de afkoopsom voor het Harinxmakanaal aan Provinciale Staten voorgelegd. Beleidsveld 2.1 Planvorming en programmering, bestuurlijke samenwerking Wat willen we bereiken? We zorgen dat we steeds kunnen werken vanuit plannen en beleidskaders die zijn toegesneden op de actuele ontwikkelingen. Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Inspelen op ontwikkelingen We stellen een uitvoeringsprogramma op voor Daarbij spelen we in op de verkeersontwikkelingen en de effecten van het beleid. Met een monitoringprogramma houden we deze ontwikkelingen en effecten in de gaten. Samenwerking We werken actief samen met andere provincies in het IPO en het SNN. Wij organiseren het Overleg Verkeer en Vervoer Fryslân (OVVF). Het Regionaal Orgaan verkeersveiligheid Fryslân (ROF) maakt hier deel van uit. Met het rijk overleggen wij over het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). Dit overleg vindt ten minste één keer per jaar plaats. Basis hiervoor is de Gebiedsagenda Noord-Nederland. Brede Doeluitkering verkeer en vervoer Wij beheren de Brede Doeluitkering verkeer en vervoer (BDU). Deze uitkering wordt mogelijk ondergebracht in het provinciefonds, maar we weten nog niet wanneer. De BDU-middelen worden besteed aan de door Provinciale Staten vastgestelde prioriteiten: openbaar vervoer en veilig verkeersgedrag. Het grootste deel van de BDU is nodig voor de exploitatie van het openbaar vervoer (beleidsveld 2.4). Wij betalen exploitatiebijdragen aan vervoerders. Deze bijdragen worden op grond van de concessievoorwaarden geïndexeerd op basis van de kostenontwikkeling. Omdat we deze kostenontwikkeling niet vooraf weten, is deze 47

49 indexering niet verwerkt in de geraamde lasten. Zie ook beleidsveld 2.4 Openbaar vervoer. De BDU-bijdrage van het rijk wordt ook geïndexeerd. Wij dekken de indexering die wij moeten betalen aan de vervoerders uit de indexering die wij van het rijk ontvangen over de BDU. Het rijk beslist ieder jaar opnieuw over de toekenning van deze indexering. Wanneer het rijk de indexering niet of niet volledig toekent, vervalt deze dekking en is herprioritering nodig. Bereikbaarheid Leeuwarden De gemeente Leeuwarden krijgt van de provincie een bijdrage op grond van de overeenkomst Programma Bereikbaarheid Leeuwarden. Een deel van de bijdragen volgens deze overeenkomst wordt verstrekt uit het Mobiliteitsfonds Leeuwarden. Zie ook paragraaf 9 Grote projecten. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Doelwaarde 2014 Uitvoeringsprogramma Beschikbaarheid Uitvoeringsprogramma Gereed 2015 BDU Bestedingsplan 2015 Gereed Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Structurele budgetten Overlopende passiva Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Overlopende passiva Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting De fluctuatie tussen begroting 2013 en 2014 bij het onderdeel tijdelijke budgetten heeft betrekking op het programma Bereikbaarheid Leeuwarden en het project Revitalisering Tesselschadestraat. De overlopende passiva betreffen de brede doeluitkering verkeer en vervoer (BDU). Het verschil tussen de baten en lasten houdt verband met de rentetoerekening. Beleidsveld 2.2 Verbetering infrastructuur Wat willen we bereiken? De provincie wil het wegennet in Fryslân duurzaam veilig inrichten. Daarnaast willen we de bereikbaarheid over de weg, het spoor en over water verbeteren. 48

50 Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Traverse Lemmer Het verbeteren van de traverse Lemmer is een oplossing voor de verminderde doorstroming en de overlast voor de omgeving op deze belangrijke route richting Zuidwest-Fryslân. Een voorstel hierover aan Provinciale Staten is in maart 2013 ingetrokken. In overleg met bewoners en belanghebbenden worden de problematiek en de verschillende alternatieven opnieuw bekeken. In 2014 wordt een nieuw voorstel aan Provinciale Staten voorgelegd. Rijksproject Rijksweg A7 Sneek Het project Rijksweg A7 Sneek loopt door tot begin Het laatste deel gaat om de reconstructie van de Woudvaartbrug en de realisatie van een fietsbrug over de Woudvaart, gecombineerd met groot onderhoud. Tegelijkertijd worden enkele herstelwerkzaamheden uitgevoerd. Vooralsnog is binnen het budget van het project een bedrag van ,- gereserveerd voor inpassingswerkzaamheden. Deze passen in het project Waterstad, maar kunnen daaruit niet worden gedekt. De gemeente Súdwest- Fryslân heeft via de samenwerkingsagenda gevraagd om een financiële bijdrage voor deze werkzaamheden. Afspraken hierover zullen nog verder worden vastgelegd. De werkzaamheden worden naar verwachting in 2015 afgerond. Grote projecten In paragraaf 9 Grote projecten worden onderstaande infrastructurele werken behandeld: 1. Bereikbaarheidsprojecten Leeuwarden-Vrijbaan a. N31 Haak om Leeuwarden b. Westelijke invalsweg c. Drachtsterweg en omgeving d. Noordwesttangent 2. N31 Traverse Harlingen 3. Verruiming Prinses Margrietkanaal 4. N381 Drachten-Drentse grens 5. De Centrale As 6. RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen (uit de investeringsagenda Drachten-Heerenveen, PS 3 juli 2013) 7. Knooppunt Joure 8. RSP Spoorprojecten a. Capaciteitsvergroting Leeuwarden-Zwolle b. Capaciteitsvergroting Leeuwarden-Groningen c. Station Werpsterhoek In bijlage 1 Onderhanden investeringen is een totaaloverzicht van de onderhanden investeringen opgenomen. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Doelwaarde 2014 Majeure infrastructurele projecten Kleine en reguliere projecten uit het PVVP Uitvoering conform planning zoals opgenomen in het uitvoeringsprogramma Uitvoering conform planning zoals opgenomen in het uitvoeringsprogramma Ten minste 90% Ten minste 90% Toelichting Bij langlopende projecten wordt de planning tussentijds bijgesteld. De opgenomen doelwaarde heeft betrekking op de meest recente planning. Ten minste 90% van de projecten is op tijd gereed. De betreffende projecten zijn ook opgenomen in bijlage 1 Onderhanden investeringen 49

51 Voorstellen Kadernota 2014 /Investeringsagenda Wurkje foar Fryslân Investeringsagenda Drachten Heerenveen, incl. quick win Verbeteren binnenvaarthaven Drachten Deze investeringsagenda wordt behandeld in de Kadernota In het verlengde daarvan hebben Provinciale Staten op 3 juli 2013 via een afzonderlijk statenvoorstel de Investeringsagenda Drachten Heerenveen vastgesteld. Deze agenda is gericht op het versterken van kansrijke economische clusters en het openbaar vervoer. In totaal gaat het om een bedrag van 75,9 miljoen (inclusief quick win verbetering binnenhaven Drachten): RSP-investeringsagenda: 24 miljoen RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen: 25,5 miljoen uitvoering Samenwerkingsagenda Heerenveen voor RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen: 15 miljoen (dekking reserve Nuon, programma 11) uitvoering Samenwerkingsagenda Smallingerland (Oostelijke Poort Merengebied): 10,75 miljoen Wurkje foar Fryslân (dekking reserve Nuon, programma 11). Dit onderdeel betreft programma 6 Economie, toerisme en recreatie. 0,65 miljoen voor quick win verbeteren binnenhaven Drachten (dekking reserve Nuon, programma 11). Drachten is op noordelijke schaal de meest gunstige vestigingsplaats voor overslag van weg naar water. Om Drachten een aantrekkelijke locatie te laten blijven en in de toekomst verder te laten groeien, moeten enkele knelpunten in Drachten worden aangepakt, bijvoorbeeld de slechte bereikbaarheid van het voor- en natransport Loswal en De Lier (infrastructuur). Wanneer de klinkerwegen worden vervangen door nieuwe asfaltwegen, zijn de aan de haven gebonden bedrijven beter bereikbaar. Verwachte werkgelegenheidseffecten: 16 arbeidsjaren. In het najaar van 2013 ontvangen Provinciale Staten een plan van aanpak voor de uitvoering van deze projecten. Zie ook paragraaf 9 Grote projecten. Kleinschalige infrastructurele projecten /verkeersveiligheid De kleinschalige maatregelen in het kader van fase A van het Provinciaal Verkeer- en Vervoersplan (PVVP) zijn praktisch afgerond. De laatste projecten komen gereed in 2014 en Provinciale Staten hebben bij de besluitvorming over de begroting miljoen beschikbaar gesteld voor het voortvarend oplossen van verkeersknelpunten. De uitvoering van deze projecten loopt door in In de kadernota 2014 is een bedrag van 8 miljoen opgenomen voor de komende vier jaar om het beleid van kleinschalige aanpassingen te kunnen voortzetten. De dekking van dit bedrag wordt betrokken bij de investeringsagenda Wurkje foar Fryslân. Van dit bedrag wordt tenminste 2 miljoen besteed aan fietsmaatregelen (motie ChristenUnie 3 juli 2013). Bij de behandeling van de Kadernota 2014 door Provinciale Staten op 3 juli 2013 is een motie (CDA) aangenomen om een bedrag van 10 miljoen te investeren in een aantal specifieke quick win-projecten : N351, N353, N354, N358, N361, N380, N384, N392- N380, N393 en N919. Deze investering is betrokken bij de balansverkorting. In de motie wordt ook verzocht aan te geven welke bestaande middelen uit programma 2 voor verkeersveiligheid kunnen worden ingezet, vooral voor overdracht van enkele wegen, mogelijke ovondes in de N369 en voor het verkeersveilig maken van de N359 (Leeuwarden Bolsward Lemmer). Hiervoor wordt een afzonderlijk voorstel aan Provinciale Staten voorgelegd. 50

52 Bedrijventerrein Hallum Bij het bedrijventerrein Hallum is sprake van bereikbaarheids- en milieuproblemen. Hiervoor is een bedrag van 2 miljoen nodig. Dit bedrag moet gevonden worden binnen de investeringskredieten die betrokken zijn bij de balansverkorting. Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Overlopende passiva Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Reserves Overlopende passiva Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting De tijdelijke budgetten hebben betrekking op bijdragen in RSP-projecten en Bereikbaarheid Leeuwarden. De post overlopende passiva betreft de BDU. De lagere lasten en baten in 2013 worden veroorzaakt doordat betalingen uit eerdere jaren in 2013 teruggeboekt zijn. De reserve heeft voor 2012 (jaarrekening) betrekking op het project A7. Voorstellen kadernota 2014 /investeringsagenda Wurkje foar Fryslân In bovenstaande tabel zijn de ramingen voor onderstaande onderwerpen uit de kadernota 2014 / investeringsagenda Wurkje foar Fryslân verwerkt (dekking uit reserve Nuon, programma 11). Lagere afschrijvingslasten a.g.v. S/T versnelde afschrijving (dekking reserve Nuon) bedragen x 1.000,- Afschrijvingslasten Majeure projecten T Afschrijvingslasten Overige infra wegen T Afschrijvingslasten Infra oud wegen T Afschrijvingslasten reguliere en kleine T projecten Totaal Dekking reserve Nuon bedragen x 1.000,- Verbeteren binnenhaven Drachten i.h.k.v. de samenwerkingsagenda Smallingerland (quick win Kadernota/Wurkje foar Fryslân) Bereikbaarheid gebiedsontwikkeling Heerenveen (afonderlijk PS-besluit ) S/T T T

53 * Conform het statenvoorstel Investeringsagenda Drachten Heerenveen zoals op 3 juli 2013 vastgesteld door Provinciale Staten gaat het in totaal om een bedrag van 15 miljoen. Voor 2018 wordt een bedrag van 3,25 miljoen geraamd en voor ,25 miljoen. Dekking reserve Nuon Totaal bedragen x 1.000,- Kleinschalige infrastructuurprojecten Dit betreft de op 3 juli 2013 door Provinciale Staten aangenomen motie over infrastructuur/wegenprojecten ( 10 miljoen). De dekking van het bedrag van 8 miljoen uit de kadernota 2014 voor kleinschalige infrastructurele projecten wordt betrokken bij de investeringsagenda Wurkje foar Fryslân. Beleidsveld 2.3 Instandhouding provinciale infrastructuur Wat willen we bereiken? De provincie zorgt dat het provinciaal wegen- en vaarwegennet goed wordt onderhouden, inclusief de kunstwerken. Het onderhoud van de infrastructuur wordt ook behandeld in paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen. Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Onderhoud We onderhouden het provinciale net van wegen en vaarwegen. De taken bestaan onder meer uit asfaltonderhoud, bebording en bebakening, markeringen, het maaien en hekkelen, onderhoud oevers, onderhoud, vervanging en renovatie van kunstwerken, baggeren en depotbeheer. Actualisatie onderhoudsbeleidskader Het onderhoud van de provinciale infrastructuur wordt uitgevoerd op basis van het door Provinciale Staten vastgestelde scenario 1 uit de nota Strategisch onderhoud provinciale infrastructuur. De onderhoudsstrategie is gebaseerd op economische doelmatigheid en gericht op het in stand houden van de functionaliteit en de constructieve veiligheid van de infrastructuur tegen zo laag mogelijke kosten. Nieuwe ontwikkelingen geven aanleiding om de vastgestelde beleidskaders te herijken. Het gaat bijvoorbeeld om de verandering in het beheerde areaal van wegen en vaarwegen en keuzes over milieueisen. Hierdoor moeten keuzes gemaakt worden over het beschikbare budget en/of het onderhoudsniveau. Een herijkt beleidskader beheer en onderhoud wordt eind 2013 aan Provinciale Staten voorgelegd. De financiële gevolgen van de beleidskeuzes worden betrokken bij de kadernota Kunstwerken Voor de renovatie van kunstwerken is het Meerjarenprogramma vervanging en renovatie kunstwerken van toepassing. Hiervoor is 8 miljoen per jaar beschikbaar. In 2014 wordt verder onderzoek gedaan naar de constructieve veiligheid. Dit voor de planning in de volgende jaren. Verder worden werkzaamheden voorbereid voor de volgende kunstwerken: stationsbrug Franeker, brug Stroomkanaal, de van Panhuisbrug. De werkzaamheden aan het viaduct Winsum, de brug Rogsloot, de Ruytenschildbrug, de brug Warns en de Kerkslootbrug worden uitgevoerd. 52

54 Beheer We beoordelen verzoeken om ontheffingen op grond van de Wegenverordening en de Vaarwegenverordening. Bediening We bedienen bruggen en sluizen op basis van het door Provinciale Staten vastgestelde bedieningsregime en de overeenkomsten met derden. Van Harinxmakanaal In het najaar van 2013 wordt het voorstel over de invulling van de afkoopsom van Harinxmakanaal aan Provinciale Staten voorgelegd. Op basis daarvan worden de kosten van de werkzaamheden voor het Van Harinxmakanaal in de begroting verwerkt. Baggerdepots We verwerken en bewerken baggerspecie om hergebruik van ingedroogde bagger mogelijk te maken. Daarnaast wordt een start gemaakt met het herinrichten en afstoten van de depots, waaronder een berging van ernstig verontreinigd slib op het depot Meersloot. Dit is mede afhankelijk van de strengere regelgeving die ophanden is. Gladheidbestrijding en ijsbreken Naast het reguliere onderhoud op de wegen en vaarwegen, bestrijden we winterse overlast op het provinciale net van wegen en vaarwegen. We bestrijden gladheid op de wegen met zoutstrooien en houden een aantal vaarwegen bij ijsgang bevaarbaar met ijsbreken. Het zout wordt zodanig opgeslagen en uitgestrooid dat we voldoen aan de milieuregelgeving. Werken voor derden Per 1 januari 2014 is het rijk eigenaar van het Prinses Margrietkanaal. De provincie blijft wel een aantal werkzaamheden uitvoeren voor het rijk, zoals brug- en sluisbediening, onderhoudswerkzaamheden voor de vaarwegen en kunstwerken. Verder voert de provincie nog werkzaamheden uit voor diverse gemeenten. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Doelwaarde 2014 Onderhoud van (vaar)wegen, oevers en kunstwerken Renovatie kunstwerken Tijdige afhandeling van aanvragen ontheffingen wegen- en vaarwegenverordening Niveau conform vastgestelde 90% beleidskaders Gereedkomen op basis van meerjarenplan 90% Kunstwerken zoals opgenomen in het uitvoeringsprogramma Termijn Algemene Wet Bestuursrecht 100% Bediening bruggen en sluizen Conform vastgestelde bedieningsregime 100% Beschikbaar maken van Beschikbaarheid 90% baggerspecie voor hergebruik Gladheidbestrijding en ijsbreken Conform afspraken gladheidsbestrijding en ijsbreken 100% Toelichting De doelwaarde voor het onderhoud van (vaar)wegen, oevers en kunstwerken is op 90% gesteld omdat het beschikbare budget voor groot onderhoud mogelijk onvoldoende is om te voldoen aan het in 2006 en 2007 vastgestelde beleidskader. Voorstel kadernota 2014: zoutopslag Dit betreft het aanpassen van de zoutloodsen opdat de opslag van het zout voldoet aan de milieuvergunning. Het gaat om een eenmalige uitgave van ,-. 53

55 Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Voorzieningen Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Voorzieningen Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting In 2012 heeft de provincie de afkoopsom voor het Van Harinxmakanaal ontvangen voor groot en achterstallig onderhoud. Deze afkoopsom is via de voorziening toegevoegd aan de vrij aanwendbare reserve. Dit in afwachting van het bestedingsvoorstel dat in het najaar van 2013 aan Provinciale Staten wordt voorgelegd. Na besluitvorming door Provinciale Staten wordt de afkoopsom definitief in de begroting verwerkt. Vooralsnog zijn de middelen voor het onderhoud vanaf 2014 voorwaardelijk geraamd in programma 10 ( 2,1 miljoen per jaar). Ook de werkzaamheden voor het Prinses Margrietkanaal zijn nog conform de huidige situatie in deze begroting opgenomen. Per 1 januari 2014 wordt het rijk eigenaar van het kanaal en voeren wij de werkzaamheden voor het rijk uit ( werken voor derden ). Deze aanpassing is nog niet in de begroting verwerkt. De tijdelijke budgetten hebben betrekking op onderhoudsbaggeren, afwerking depots en onderstaand kadernotavoorstel. Voorstel kadernota 2014 In bovenstaande tabel is de raming voor onderstaand voorstel uit de kadernota 2014 verwerkt. Dekking vrij aanwendbare reserve S/T bedragen x 1.000,- Zoutopslag T 200 Beleidsveld 2.4 Openbaar vervoer Wat willen we bereiken? Wij willen de bereikbaarheid met het openbaar vervoer op peil houden en verbeteren. Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Regionaal openbaar vervoer Voor het regionale openbaar vervoer is de provincie verantwoordelijk voor het verlenen van OV- concessies voor bus en trein in Fryslân en het daaruit voortvloeiende 54

56 concessiebeheer. In een concessie legt de provincie vast aan welke voorwaarden een openbaarvervoerbedrijf moet voldoen. Wij beheren de concessies, onder andere door controle en monitoring, gericht op naleving van de gemaakte afspraken. Dit is een continue taak die wordt uitgevoerd volgens de uitgangspunten in de Nota Concessiebeheer OV van De gegevens vanuit deze monitoring worden gebruikt voor doorontwikkeling van het beleid. Wij betalen vanuit de BDU exploitatiebijdragen aan vervoerders. Deze bijdragen worden op grond van de concessievoorwaarden geïndexeerd op basis van de kostenontwikkeling. Omdat we deze kostenontwikkeling niet vooraf weten, is deze indexering niet verwerkt in de geraamde lasten van dit beleidsveld. Programma Duurzaam OV In 2014 onderzoeken we of het in 2013 gerealiseerde gasvulpunt voor de stadsbussen in Leeuwarden breder te exploiteren is, bijvoorbeeld voor gemeentelijke en provinciale auto s. We starten de voorbereiding voor de aanbesteding in 2016 van de concessie Zuidoost en de Waddeneilanden. Daarvoor besluiten we welke duurzame brandstof we eventueel uitvragen in de komende aanbesteding Zuidoost-Fryslân en de Waddeneilanden. Ook besluiten we wat we doen met de concessies voor de Waddeneilanden die eind 2016 aflopen: apart aanbesteden, samenvoegen of bij de concessie Zuidoost-Fryslân onderbrengen. Om de bereikbaarheid op peil te houden, zoekt de provincie de samenwerking met externe partijen waaronder gemeenten, zorgsector en dorpsbelangen voor het ontwikkelen en opzetten van nieuwe concepten van vervoer in het landelijk gebied. Dit moet leiden tot het met provinciale subsidie starten van pilots voor nieuwe vervoersvormen. De bundeling van Wmo-vervoer en landelijk OV is hierin een belangrijke peiler. Ook de verdere ontwikkeling van de Opstapper maakt hier deel vanuit. In de bereikbaarheid van het platteland speelt ketenmobiliteit een grote rol. In 2014 gaan we hiervoor de fietsvoorzieningen bij de OV-knooppunten verbeteren. In 2014 onderzoeken we ook de verdere ontwikkeling van de hoofdstructuur van het OV. Hierbij wordt de mogelijkheid van lightrail bekeken en de mogelijke toepassing van visgraatmodellen (buslijnen die aansluiten op een spoorlijn). Ook reisinformatie is ondereen van deze onderzoeken. Spoorvervoer Leeuwarden-Zwolle In 2014 wordt de dienstregeling uitgebreid met een derde trein van Leeuwarden naar Meppel. We willen in 2014 ook de start van de vierde trein voorbereiden om deze vervroegd te laten rijden, al in 2015 in plaats van Dit op basis van afspraken die in 2012 met NS zijn gemaakt over een bediening van vier treinen per uur tussen Leeuwarden en Zwolle. Leeuwarden-Groningen In 2013 zijn maatregelen vastgesteld om een extra sneltrein toe te kunnen voegen aan de treindienst tussen Leeuwarden en Groningen. Die worden in 2014 verder uitgewerkt. In worden 2014 kabels en leidingen verlegd als voorbereiding op de start van de aanpassing van de spoorinfrastructuur. Hiervoor worden aannemers gecontracteerd. In het voorjaar van 2014 wordt het ontwerp-tracébesluit gepubliceerd. Het milieueffectrapport maakt hier deel vanuit. Voorafgaand aan de publicatie worden informatiemarkten georganiseerd. 55

57 Haltes en busstations Eind 2014 worden de nieuwe provinciale abri s op basis van de in 2013 gehouden aanbesteding geplaatst. In 2014 wordt er gewerkt aan nieuwe busstations in Bolsward en Joure. Naar verwachting zijn deze in 2015 klaar. Investeringsagenda Drachten-Heerenveen Deze agenda die 3 juli 2013 is vastgesteld door Provinciale Staten is ook gericht op de versterking van het openbaar vervoer. Zie paragraaf 9. Grote projecten. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Doelwaarde 2014 Kernen met openbaar vervoer Uitbreiding treinvervoer Leeuwarden-Zwolle Vervanging provinciale haltes Aandeel van de kernen met openbaar vervoer 100% (volgens definities PVVP) In 2014 besluitvorming vierde trein in Alle provinciale abri s en fietsenstallingen bij haltes vernieuwd 100% Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Tijdelijke budgetten Overlopende passiva Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Overlopende passiva Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting De overlopende passiva betreffen de BDU-middelen. Het verschil tussen de baten en lasten houdt verband met de rentetoerekening. Beleidsveld 2.5 Verkeerseducatie en mobiliteitsbeïnvloeding Wat willen we bereiken? Wij dragen bij aan het verbeteren van de verkeersveiligheid door verkeerseducatie en handhaving. We doen dit op basis van het PVVP en de hierop gebaseerde Strategie verkeersveiligheid Ook stimuleren wij carpoolen en het gebruik van fiets en openbaar vervoer door het maken van afspraken met bedrijven, informatievoorziening en publiekscampagnes. 56

58 Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Verkeerseducatie Wij gaan door met Permanente Verkeers Educatie (PVE). Daarbij wordt extra aandacht besteed aan: alcohol, medicijnen en drugs, snelheid, ouderen, beginnende (brom-) fietsers en jonge automobilisten (18 t/m 24 jaar). Voor de uitvoering wordt samengewerkt met gemeenten en verkeersveiligheidspartners. Handhaving De handhaving vindt plaats op basis van geconstateerde problemen. Over handhaving organiseren wij regelmatig overleg tussen de handhavingspartners en partners uit het Regionaal Orgaan verkeersveiligheid Fryslân (ROF). Mobiliteitsmanagement Wij werken samen met de gemeente Leeuwarden aan mobiliteitsmanagement in het kader van het project Vrij Baan. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Doelwaarde 2014 Aandacht voor jongeren Aantal scholen met het Ten minste 140 verkeersveiligheidslabel Aandacht voor jonge automobilisten Aantal deelnemers Trials 400 Aandacht voor jonge automobilisten en alcohol Aantal deelnemers 80 Alcoholvrij op weg Aandacht voor jonge automobilisten, alcohol en Aantal evenementen 18 drugs Responsible Young Drivers Ouderen Aantal deelnemers 400 rijvaardigheidsdag senioren Voorlichting/campagnevoering Aantal wisselingen van uitingen op mottoborden 6 Toelichting De onderdelen jonge automobilisten, jonge automobilisten met alcohol en ouderen hebben een marge van 10%. Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Overlopende passiva Totaal baten Structurele budgetten Overlopende passiva Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting De overlopende passiva betreffen BDU-middelen. Het verschil tussen de baten en lasten houdt verband met de rentetoerekening. 57

59 1.3 Programma 3 Water Portefeuillehouder: mevrouw C. Schokker-Strampel Wat willen wij bereiken en wat mag het kosten? Wij willen een veilige en bewoonbare provincie, met gezonde en veerkrachtige watersystemen die we duurzaam kunnen gebruiken. Het gaat daarbij om watersystemen waarin economische en ecologische ontwikkelingen met elkaar in evenwicht zijn. De provincie richt zich met haar beleid op de toekomst, zodat wij in Fryslân op tijd klaar zijn voor de stijgende zeespiegel, klimaatverandering en bodemdaling. De koers die in de afgelopen jaren is ingezet, is vastgelegd in het uitvoeringsprogramma Koersfêst mei nij realisme. Daarin staat als gewenst resultaat dat Fryslân ook in 2015 voldoende, schoon en veilig water heeft. Regie en toezicht provincie De provincie heeft in het regionale waterbeheer een regierol. We organiseren het waterbeheer in de provincie, houden toezicht op de waterbeheerders en stellen beleid en normen vast. We stellen dat beleid eens in de zes jaar vast in het Waterhuishoudingsplan. In 2014 stellen we in ontwerp het beleid op voor de volgende planperiode tot en met Het uitvoeren van het waterbeleid en het nemen van de nodige maatregelen is in handen van de waterbeheerders, in het bijzonder Wetterskip Fryslân. Die stelt daarvoor eens in de zes jaar het Waterbeheerplan vast. Integrale aanpak In de koers voor het waterbeheer past aandacht voor een integrale aanpak, duurzaamheid, ruimtelijke kwaliteit en innovatieve technieken. Om natuur, recreatie en landschap te versterken is in de periode 2014 tot en met 2019 in totaal 6 miljoen aan provinciale middelen beschikbaar. Daarmee kan Wetterskip bij de veiligheidsaanpak van oevers en kaden ook aandacht besteden aan natuur, landschap en recreatie. Zo knopen we verschillende beleidsdoelen aan elkaar. In 2014 gebeurt dat in de beekdalen en het centrale merengebied. en lasten programma 3 Water Bedragen x 1.000,- Realisatie Waterveiligheid Voldoende water Schoon water Totaal baten Waterveiligheid Voldoende water Schoon water Saldo

60 Beleids- en normenkader Europese en nationale wetten en regelingen Waterwet, Waterbesluit en Waterregeling Waterschapswet Wet Milieubeheer en Besluit kwaliteitseisen en monitoring water Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden EU-kaderrichtlijn Water (KRW)/Dochterrichtlijn voor grondwater EU-richtlijn Overstromingsrisico's Hoogwaterschermingsprogramma (HWBP) voor primaire keringen Natuurbeschermingswet, Flora- en faunawet, Natura 2000 Nationaal Waterplan, Stroomgebiedbeheerplan Rijn-Noord Bestuursakkoord Water Provinciale verordeningen en beleidsnota s Vastgesteld door PS op Provinciaal Waterhuishoudingsplan (waarin de 7 november 2009 KRW-Beslisnota 2008 is verwerkt) (actualisatie in 2015) Provinciale Waterverordering 7 november 2009 (actualisatie in 2015) Waterschapreglementen (Fryslân, Noorderzijlvest en 4 december 2007 Zuiderzeeland) Aanpak GGOR in Fryslân (gewenst grond- en 22 juni 2005 oppervlaktewater regime) Evaluatie hogere zomerpeilen Veenweidegebied 9 februari 2011 Door GS vastgestelde Vastgesteld door GS op uitvoeringsregelingen/beleidsnota s Regionaal Bestuursakkoord Waterketen 19 februari 2010 Notitie Aanpassing beleid Koude- en Warmteopslagsystemen 22 maart 2005 Beleidsnotitie en stimuleringsprogramma Warmte en 7 mei 2012 koudeopslag in Fryslân Notitie zandige kust April 2012 In 2014 aan PS voor te leggen nota s Langetermijnvisie voor het Friese veenweidegebied, eerste helft van Ontwerp 4 e Waterhuishoudingsplan , november/december 2014, inclusief de aanpassing van de provinciale waterverordening. Toelichting Waterhuishoudingsplan Het nieuwe waterbeleid bouwt voort op het huidige 3e Waterhuishoudingsplan dat eind 2015 afloopt. Het vormt een bouwsteen voor de integrale Omgevingsvisie die we in 2016 opstellen. Voor de doelen en maatregelen voor de Kaderrichtlijn Water stellen we in 2014, als afzonderlijk document, samen met Groningen, Drenthe en de drie noordelijke waterschappen de ontwerp-beslisnota voor Rijn-Noord en Nedereems op. Doelen en maatregelen voor Fryslân nemen we op in het ontwerp 4 e Waterhuishoudingsplan. Beleidsveld 3.1 Waterveiligheid Wat willen we bereiken? Wij willen een veilige provincie. De primaire waterkering moet daarom voldoen aan de wettelijke normen. We zorgen dat de Friese belangen van deze waterkeringen doorwerken in het landelijke beleid. Ook de regionale waterkeringen, zoals de boezemkaden, de Lauwersmeerdijk en de voormalige zeedijken, moeten voldoen aan de provinciale veiligheidsnormen. In de ruimtelijke ordening wordt rekening gehouden met de ruimte die nodig is voor de keringen, ook in de toekomst. Wij spannen ons in om de versterking van de waterkeringen zodanig uit te voeren dat ze bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit van de provincie. 59

61 Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Primaire waterkeringen Voor de veiligheid van de primaire waterkeringen stelt het rijk het beleid vast. De provincie volgt de ontwikkelingen en brengt de Friese belangen in bij het opstellen van het landelijke beleid. De beheerders toetsen periodiek of hun waterkeringen aan de veiligheidsnormen voldoen. Uit de derde veiligheidstoetsing (2011) bleek dat ongeveer 80 km dijk langs de Waddenzee en het IJsselmeer nog niet aan de normen voldoet. Aan het verbeteren van deze waterkeringen wordt gewerkt door uitvoering van het hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP2 en nhwbp). Wetterskip voert volgens HWBP2 elf dijkversterkingen uit in Fryslân. Daarvan zullen er in 2014 in totaal negen zijn afgerond. De Afsluitdijk wordt integraal versterkt in nauwe samenwerking met het rijk. Wij zien erop toe dat de waterkeringbeheerders het programma voor de versterkingen van de dijken volgens de planning uitvoeren. Bij het beoordelen van de dijkversterkingsplannen kijken wij onder meer naar hoe de LNC-waarden (landschap, natuur en cultuurhistorie) zijn meegenomen. Ook bevorderen we dat de beheerders de mogelijkheden van innovatieve en integrale oplossingen benutten. Op 20 oktober 2012 is met het rijk bestuurlijke overeenstemming bereikt over de ligging van de primaire waterkeringen op Vlieland en Terschelling. In 2014 zullen de tracés van de keringen verder worden uitgewerkt (MIRT-Planuitwerking) en zullen de zandige keringen worden aangelegd (MIRT-Planrealisatie). Wij beoordelen het projectplan van Rijkswaterstaat en stellen vast of er een milieueffectrapportage moet worden opgesteld en welke vergunningen nodig zijn. Ook geven wij aan op welke wijze de reserveringszones berekend en vastgesteld moeten worden. Deltaprogramma Het Deltaprogramma is een nationaal programma waarin de rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen samenwerken met maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven en kennisinstituten. Centraal staan de vragen hoe we kunnen zorgen dat we ook in de toekomst veilig blijven tegen hoog water en we voldoende zoet water hebben. Voor de provincie Fryslân zijn de strategieën en programma s van belang die uitgewerkt worden voor de zoetwatervoorziening, IJsselmeer, Waddenzee en zandige kust. We participeren actief in deze (deel)programma s. In 2014 neemt de Tweede Kamer de Deltabeslissingen. Deze beslissingen krijgen onder andere hun doorwerking in het nieuwe Waterhuishoudingsplan en vervolgens in de Omgevingsvisie. Regionale keringen Wetterskip houdt in het reguliere beheer de huidige toestand van de Lauwersmeerdijk en de voormalige zeedijken (onder andere de Oude Bildtdijk) in stand. Daarmee voldoet het waterschap aan de provinciale normen. Voor de boezemkaden voert Wetterskip het Herstelprogramma Oevers en Kaden uit. Voor de integrale aanpak hiervan stellen wij in de periode in totaal 6 miljoen beschikbaar. In 2014 staan projecten in de beekdalen en het centrale merengebied op het programma. Verder toetst het waterschap in de periode de boezemkaden aan de provinciale veiligheidsnormen. De provincie ziet toe op dit proces. 60

62 Bestrijding muskus- en beverratten De waterschappen zorgen dat er geen schade ontstaat aan de waterkeringen door muskus- en beverratten. Met 0,25 vangsten per uur heeft men de populatie in de hand. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Doelwaarde 2014 Primaire waterkeringen Aantal uitgevoerde versterkingsplannen 9 Boezemkaden Aantal kilometers 44 Muskusrattenbestrijding Aantal vangsten per uur 0,25 Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Structurele budgetten Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting De tijdelijke budgetten betreffen de integrale aanpak van oevers en kaden. Voor 2014 gaat het om een bedrag van 2 miljoen en in de periode om een jaarlijks bedrag van 0,8 miljoen. Daarnaast is in ,- en in ,- beschikbaar voor innovatie van primaire waterkeringen. In 2016 worden de tijdelijke budgetten voor het Waterhuishoudingplan, conform, Uitvoeringsprogramma Koersfêst mei nij realisme omgezet in een structureel bedrag van ,- per jaar. Beleidsveld 3.2 Voldoende water Wat willen we bereiken? Zorgen voor voldoende water, betekent niet te veel en niet te weinig. Dat streven geldt voor ons grondwater en het oppervlaktewater. Onder normale omstandigheden richten wij ons op duurzaam peilbeheer. Om de gevolgen van extreme neerslag en droogte te beperken, streven we naar een robuust en veerkrachtig ingericht watersysteem. Duurzaam peilbeheer Met een duurzaam peilbeheer willen wij de verschillende functies en vormen van grondgebruik zo goed mogelijk bedienen met de juiste waterstanden en watervoorziening. Om schade te voorkomen kijken we ook naar de bestaande functies. Negatieve effecten voor natuurgebieden, gebouwen en landbouw moeten worden voorkomen. We streven naar het herstellen van verdroogde natuurgebieden. Hiermee geven we invulling aan de resultaatverplichting op grond van de Europese Kaderrichtlijn Water. 61

63 Regionale wateroverlast Om de gevolgen van de klimaatsverandering op te vangen, richten de waterbeheerders met technische en ruimtelijke maatregelen een robuust en veerkrachtig systeem in. Leidend zijn daarbij de provinciale normen voor regionale wateroverlast die bepalen hoe vaak wateroverlast (water op het land of de straat) mag voorkomen. Zoetwatervoorziening Voor een goed waterbeheer is het van belang dat we watertekorten voorkomen en een evenwichtige verdeling van het water uit het IJsselmeer in perioden van droogte kunnen waarborgen. De landbouw krijgt daarbij bijzondere aandacht, net als de gevolgen van verzilting, maaivelddaling door veenoxidatie en aantasting van bebouwing en natuur. Grondwaterbeheer Bij het grondwaterbeheer streven we naar: Duurzaam gebruik van grondwater, zonder onevenredige schade aan andere belangen; Betrouwbare en duurzame drinkwaterwinning, met in 2020 grondwater voor maximaal 50% als bron; Bijdrage aan de CO2-reductie en een vermindering van het gebruik van fossiele brandstoffen door het stimuleren van bodemenergiesystemen, de zogenaamde Warmte- en Koudeopslagsystemen (WKO-systemen). Wat gaan we daarvoor doen in 2014? De provincie ziet erop toe dat afspraken worden nagekomen en de benodigde maatregelen worden uitgevoerd. We doen dat aan de hand van rapportages en reguliere contacten met de waterbeheerders. Watergebiedplannen We bewaken de voortgang van het opstellen van de watergebiedplannen voor het bepalen van het gewenste peilbeheer. Het gaat jaarlijks om het peilbeheer voor gemiddeld ha. Met het waterschap hebben we afgesproken dat de plannen in 2015 klaar zijn. Wij sturen op het vertalen van het provinciale beleid in het waterbeheer. Veenweidegebied De langetermijnvisie voor het veenweidegebied komt in 2014 tot een afronding met besluitvorming in Provinciale Staten. De visie komt tot stand vanuit een brede gebiedsgerichte aanpak en samen met alle betrokken partijen. De visie vormt de basis voor het toekomstige beleid en de inrichting van het Friese veenweidegebied. Inrichting watersysteem De provincie beoordeelt de voortgang in de voorbereiding en realisering van maatregelen die nodig zijn om het vasthouden, bergen en afvoeren van water goed te kunnen regelen. De waterbeheerder zorgt voor boezemuitbreiding, retentiegebieden, extra open water in de polders (deelsystemen) en maatregelen in stedelijke gebieden. Nu duidelijk is geworden dat realisering van een groot gemaal bij Lauwersoog in 2015 niet haalbaar is, beraden wij ons op de ontstane situatie voor de afwatering van Fryslân. Aanpak verdroogde natuur Verdroging komt in Fryslân voor in ongeveer ha natuurgebied. In het derde Waterhuishoudingplan is een TOP-lijst van verdroogde gebieden opgenomen. Deze gebieden krijgen prioriteit bij de bestrijding van de verdroging. Verdrogingsbestrijding richt zich vooral op de Natura 2000-gebieden met een grondwateropgave uit de Kaderrichtlijn Water. Doel was jaarlijks voor 500 ha maatregelen te nemen. Door de rijksbezuinigingen op natuur is het realistischer uit te gaan van maximaal 250 ha per 62

64 jaar. Dat neemt niet weg dat de provincie steeds probeert om met slimme combinaties wat extra te doen. Zoetwatervoorziening In het nationale Deltaprogramma Zoetwater wordt studie gedaan naar de huidige en toekomstige watervoorziening. Daarbij wordt in beeld gebracht welke maatregelen eventueel nodig zijn. De provincie levert een bijdrage aan het programma en brengt daarbij de Friese belangen in voor een evenwichtige waterverdeling. Verzilting De verzilting in het noordelijk kleigebied blijft aandacht vragen. Uit studies blijkt op langere termijn een toenemende verzilting in de wortelzone. In aanvulling daarop gaan LTO en de waterschappen op verschillende plaatsen langs de waddenkust praktijkproeven uitvoeren (project Spaarwater) om maatregelen te toetsen op hun bijdrage aan het terugdringen van de verzilting. Met de inzet van de tijdelijke budgetten van het 3 e Waterhuishoudingsplan dragen wij daaraan in 2014 financieel bij. Warmte- en Koudeopslag De provincie verleent vergunningen voor systemen van warmte- en koudeopslag. In 2012 is begonnen met de uitvoering van de beleidsnotitie en het stimuleringsprogramma Warmte- en Koudeopslag (WKO-systemen) in Fryslân. De uitvoering van het stimuleringsprogramma ronden wij begin 2014 af. Deze systemen passen goed in het provinciale beleid voor duurzame energie. Drinkwatervoorziening Bij aanvragen voor vergunningen voor grondwateronttrekkingen voor de drinkwatervoorziening, kijken wij naar het juiste evenwicht tussen vraag en aanbod. Onder andere op de Waddeneilanden voeren we met waterbedrijf Vitens en de gemeenten een project uit voor drinkwaterbesparing, als onderdeel van het Friese Bestuursakkoord Waterketen. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Doelwaarde 2014 Regionaal watersysteem Uitvoering van maatregelen in ha s 150 ha Gewenst peilbeheer Ha s in het traject gewenst peilbeheer ha Verdroging Ha s waarvoor maatregelen worden genomen 250 ha Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Tijdelijke budgetten Voorzieningen Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Voorzieningen Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten

65 Toelichting Het tijdelijke budget van ,- betreft de kosten in 2014 voor het uitvoeren van de praktijkproeven (project Spaarwater) in het kader van de bestrijding van verzilting. De voorzieningen hebben betrekking op de opbrengst en besteding van de Grondwaterheffing. De bedrijfsvoeringkosten worden voor ruim ,- gedekt uit de opbrengst van de grondwaterheffing. Beleidsveld 3.3 Schoon water Wat willen we bereiken? Wij willen een bijdrage leveren aan de verbetering van de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater. Daarbij gaat om de verbetering van de chemische en ecologische toestand en de inrichting van de watersystemen. Ook dragen wij er sinds 2009 aan bij dat het aantal mensen dat wereldwijd geen schoon water en sanitaire voorzieningen heeft, in 2015 met de helft is verminderd. Dit is de zogenoemde millenniumdoelstelling 7 van de Verenigde Naties. Verbetering waterkwaliteit Het realiseren van de waterkwaliteitsdoelen (chemie, ecologie en de inrichting) is langetermijnwerk, dat voor een belangrijk deel door de Europese regelgeving gestuurd wordt. De doelen zijn gekoppeld aan de jaren 2015, 2021 en Het verbeteren van de algemene waterkwaliteit draagt bij aan het bereiken van een goede waterkwaliteit in natuurgebieden en zwemwaterlocaties. Met het oog op de drinkwatervoorziening streeft de provincie naar extra bescherming van de kwaliteit van het grondwater in grondwaterbeschermingsgebieden. Waterketen Emissies uit de waterketen mogen geen belemmering vormen voor het realiseren van de chemische en ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater. Door goed met elkaar samen te werken, voeren de partijen in de waterketen hun taken zo doelmatig, transparant, duurzaam en innovatief mogelijk uit. Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Kaderrichtlijn Water We zien erop toe dat de waterbeheerders de maatregelen voor de verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater uitvoeren volgens de afspraken en de regels van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Inmiddels is 232 km natuurvriendelijke oever (met een oppervlakte van 55 ha) aangelegd en zijn bij tientallen gemalen en stuwen vispassages aangebracht. Het waterschap gaat in 2014 door met dergelijk maatregelen. Onder andere in zogenaamde synergieprojecten waarmee verschillende doelen worden gerealiseerd en waaraan ook het rijk bijdraagt. De grondwateropgave uit de Kaderrichtlijn Water is, voor wat betreft de bestrijding van de verdroging, gekoppeld aan de Natura 2000-gebieden met grondwaterafhankelijke habitattypen. Op basis van de beheerplannen Natura 2000 gaan we in 2014 verder met het bestrijden van de verdroging binnen deze gebieden. In 2014 stelt het rijk, samen met de regionale partijen, het Ontwerp Stroomgebiedbeheerplan op. In dit plan geven we invulling aan het KRWmaatregelenpakket voor de nieuwe planperiode. 64

66 Grondwaterbescherming Om duidelijkheid te krijgen over de kwaliteit van het grondwater en de risico s op verontreiniging, stellen we gebiedsdossiers op voor de grondwaterbeschermingsgebieden. Daarbij kijken we ook naar de grenzen van deze gebieden en de voor het grondwater gebruikte meet- en monitoringsmethoden. In samenwerking met gemeenten, Vitens en het waterschap stelt de provincie bij deze gebiedsdossiers maatregelprogramma s op. In 2014 leggen we de gebiedsdossiers, inclusief maatregelenprogramma s, voor besluitvorming voor aan de betrokken partijen. Daarna volgt uitvoering van de maatregelen. Verder monitoren we jaarlijks de grondwaterkwaliteit in het Provinciale Meetnet Grondwater. Zwemwater Bij de bestaande 48 zwemwaterplaatsen in oppervlaktewater zien wij erop toe: Dat de aangewezen zwemwaterplaatsen voldoen aan de gestelde eisen; Dat waterschappen, gemeenten en ander beheerders de noodzakelijke maatregelen uitvoeren. Dit onder andere op basis van de in 2011 opgestelde zwemwaterprofielen; Dat er goede en actuele informatie over de toestand van het zwemwater beschikbaar is op internet, de zwemwatertelefoon en op de borden bij zwemplaatsen; Dat het landelijk zwemwaterportaal wordt voorzien van actuele informatie. Voor de locaties die in de kwaliteitsklasse slecht zijn ingedeeld, evalueren we de maatregelen. Het waterschap actualiseert de zwemwaterprofielen voor deze locaties. Waterketen De provincie beoordeelt gemeentelijke rioleringsplannen aan de hand van het Waterhuishoudingsplan. Waterbeheerders controleren de emissies uit de waterketen. Die emissies moeten voldoen aan de chemische en ecologische doelen die voor het ontvangende water gelden. De waterbeheerders nemen de nieuwe KRW-normen voor oppervlaktewater op in de lozingsvergunningen voor de rioolwaterzuiveringsinstallaties. In het Bestuursakkoord Waterketen hebben gemeenten, waterschappen, provincie en Vitens afspraken gemaakt over het uitvoeren van taken en projecten. Daarvoor hebben deze partijen het Duurzaamheids- en innovatieprogramma waterketen Fryslân opgesteld en extra geld gereserveerd. Dit programma is bedoeld om de doelmatigheid in de periode met 15 tot 20% te verbeteren. In 2014 rollen we de besparingsmogelijkheden en innovatieprojecten uit bij de partners in de waterketen. Concrete maatregelen voor samenwerken, innovatie en communicatie moeten in 2020 leiden tot een structurele besparing van 12 miljoen in de hele Friese waterketen. Schoon water voor Mozambique Met onze deelname aan het project Schoon water voor Mozambique ondersteunt de provincie millenniumdoelstelling 7 van de Verenigde Naties. Samen met gemeenten, Vitens en het waterschap dragen we er aan bij dat 1,9 miljoen mensen in derdewereldlanden toegang hebben tot schoon water en sanitaire voorzieningen. De planning voor dit project is aangepast. Er wordt twee jaar langer met de projectactiviteiten doorgegaan. In 2014 worden de projectactiviteiten uitgebreid naar vier noordelijke steden. De betrokken partijen vullen het oorspronkelijke projectplan aan met activiteiten voor sanitatie van huishoudens. Het rijk betaalt deze verlenging; er zijn geen extra kosten voor de provincie en de andere regionale partners aan verbonden. 65

67 (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Doelwaarde 2014 Kwaliteit oppervlaktewater Zwemwaterlocaties Waterketen Aantal vispassages en km natuurvriendelijke oevers Percentage opgestelde zwemwaterprofielen en geplaatste borden Aantal uit te voeren projecten uit het Friese Bestuursakkoord Waterketen 10/75 km 100% 5 à 9 Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Tijdelijke budgetten Overlopende passiva Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Overlopende passiva Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting De samenwerking in de waterketen heeft in 2012 geleid tot een innovatieprogramma voor de waterketen. Vanaf 2012 lopen de baten en lasten van het programma via de provinciale begroting (overlopende passiva). De tijdelijke budgetten betreffen vooral de provinciale bijdrage aan de projecten uit het uitvoeringsprogramma Fries Bestuursakkoord Waterketen. In 2014 en 2015 gaat het daarbij om ,-, resp ,-. Voor de extra inspanningen die voortvloeien uit de Europese zwemwaterrichtlijn is ,- beschikbaar. 66

68 1.4 Programma 4 Milieu Portefeuillehouder: mevrouw S.A.E. Poepjes Wat willen we bereiken en wat mag het kosten? Het Friese leefmilieu is relatief schoon en de natuurlijke en landschappelijke waarden zijn van internationale betekenis. Niet voor niets werd Fryslân in 2010 uitgeroepen tot mooiste provincie van Nederland. Friezen zijn trots op hun provincie en willen graag de mooiste blijven. Daarom zetten we in op behoud van de kwaliteit van milieu, natuur en landschap. We willen deze kwaliteit ook verder verbeteren en op een verantwoorde manier benutten. Hoe we dat doen staat in het Frysk Miljeuplan Met het provinciaal milieubeleid willen we maximaal bijdragen aan een duurzame ontwikkeling van Fryslân. Frysk Miljeuplan Het Frysk Miljeuplan bestaat uit drie sporen. Allereerst wil de provincie zorgen dat het milieu aan alle wettelijke normen voldoet. Ten tweede zetten we in op het verantwoord omgaan met de natuurlijke voorraden in de Friese leefomgeving. Ten slotte willen we dat duurzaamheid een belangrijk uitgangspunt wordt in ons handelen. Daarmee zorgen we ervoor dat wat goed is ook goed blijft. Het Frysk Miljeuplan is concreter uitgewerkt in het Frysk Miljeuprogramma De jaarlijkse monitor van dit programma laat zien dat de uitvoering goed op gang is gekomen. Er liggen echter kansen voor verbetering, onder meer door het programma beter aan te sluiten op de beleidsvisie Economie. Daartoe leggen we in het najaar van 2013 een bijgesteld Miljeuprogramma aan Provinciale Staten voor. Deze begroting is nog gebaseerd op het oorspronkelijke programma. 67

69 Totaal baten en lasten programma 4 Milieu Bedragen x 1.000,- Realisatie Basiskwaliteit en bewustwording 4.2. Eco-effectiviteit Duurzaam bodembeheer 4.4. Leefomgeving Regie en strategie toezicht en handhaving 4.6. Uitvoering vergunningverlening, toezicht en handhaving Totaal baten Basiskwaliteit en bewustwording 4.2. Eco-effectiviteit Duurzaam bodembeheer 4.4. Leefomgeving Regie en strategie toezicht en handhaving 4.6. Uitvoering vergunningverlening, toezicht en handhaving Totaal lasten Saldo Toelichting De tijdelijke budgetten nemen na 2015 af door het aflopen van het Bodemsaneringsprogramma De begrote baten voor 2013 en verdere jaren zijn lager dan de werkelijke baten in 2012 door de verrekening van de implementatiekosten RUD/FUMO met derden in Beleids- en normenkader Europese en nationale wetten en regelingen Wet milieubeheer Besluit kwaliteitseisen wet milieubeheer Besluit kwaliteitseisen en monitoring water Waterwet Wet bodembescherming Besluit bodemkwaliteit Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en activiteitenbesluit Besluit externe veiligheid inrichtingen Besluit externe veiligheid buisleidingen Besluit risico s zware ongevallen Circulaire normering risico s gevaarlijke stoffen Ontgrondingswet Vuurwerkbesluit Luchtvaartwet Wet luchtverontreiniging Wet geluidhinder Flora- en faunawet 68

70 Beleids- en normenkader Europese en nationale wetten en regelingen Vogel- en Habitatrichtlijn Natuurbeschermingswet Nationaal Milieubeleidsplan Provinciale verordeningen en beleidsnota s Vastgesteld door PS op Frysk Miljeuplan februari 2011 Frysk Miljeuprogramma februari 2011 Actualisatie in najaar 2013 Gemeenschappelijke regeling Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en 17 oktober 2012 Omjouwing Provinciale milieuverordening Fryslân gepland september 2013 Provinciale milieu- en ontgrondingsverordening Ontgrondingenverordening Friesland 29 december 2005 Nota Fryslân Duurzaam 22 april 2009 Convenant bodemontwikkelingsbeleid en spoedlocaties 10 juli 2009 Door GS vastgestelde uitvoeringsregelingen/-nota s Vastgesteld door GS op Nota duurzame bedrijfsvoering 15 december 2009 Fries Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid augustus 2011 Actieplan geluid ontwerp vastgesteld op 21 mei 2013 In 2014 aan PS voor te leggen nota s Vervolg Frysk Miljeuplan in het jaar 2015 en verder, eerste kwartaal 2014 Monitoringrapportage Frysk Miljeuprogramma over het jaar 2013, tweede kwartaal 2014 Financiële gevolgen invoering FUMO, inclusief decentralisatie van taken naar gemeenten Beleidsveld 4.1 Basiskwaliteit en bewustwording Wat willen we bereiken? Doel van dit beleidsveld is dat de kwaliteit van de leefomgeving op orde blijft. Dit is een doel binnen meerdere beleidsvelden. We zetten daartoe onder meer in op een structurele maatschappelijke bewustwording en gedragsverandering. Om ons doel te bereiken willen we daarnaast blijvend inzicht hebben in de kwaliteit van de Friese leefomgeving. Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Jaarlijks rapporteren we over de voortgang van de uitvoering van het Frysk Miljeuprogramma in de monitoringrapportage. Deze rapportage laat zien waar het beleid en de uitvoering tekortschieten en welke mogelijkheden er zijn om bij te sturen. In 2014 rapporteren we over de uitvoering in het jaar Het Frysk Miljeuprogramma voorziet in een begin- en een eindmeting met de doelenmonitor. Hierin laten we zien hoe het staat met de realisatie van de wettelijke en bestuurlijke doelen. De eindmeting wordt eind 2014 uitgevoerd. De maatschappelijke bewustwording en gedragsverandering stimuleren we met uiteenlopende projecten gericht op burgers, bedrijven en maatschappelijke instellingen. 69

71 (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Doelwaarde 2014 Basiskwaliteit Monitoring Miljeuprogramma Rapportage over 2013 Doelenmonitor Eindmeting 2014 Toestand Leefmilieu Geen rapportage in 2014 Gedragsverandering Ecologische voetafdruk van de Friese burger 3,4 hectare Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Structurele budgetten Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting De tijdelijke budgetten nemen vanaf 2014 af door het in 2014 aflopen van het Frysk Miljeuplan De middelen voor het vervolgtraject zijn voorwaardelijk geraamd in programma 10. Beleidsveld 4.2 Eco-effectiviteit Wat willen we bereiken? Doel van dit beleidsveld is dat duurzaamheid een algemeen geaccepteerd en toegepast uitgangspunt wordt bij het ontwerpen van producten en productieprocessen. Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Verantwoord gebruik grondstoffen In 2014 ondersteunen we bedrijven en instellingen bij het opzetten en uitvoeren van projecten gericht op verantwoord grondstofgebruik. Bedrijven en instellingen die hieraan willen werken, brengen we bij elkaar. Samen proberen we nieuwe verdienmodellen te ontwikkelen. Centraal hierin staat het streven naar een circulaire economie. Daarin nemen groene grondstoffen de plaats in van fossiele grondstoffen en sluiten kringlopen op een lokale of regionale schaal. Het concept Cradle-to-cradle is één van de concepten die we hierbij gebruiken. Stimuleren bewustwording en gedragsverandering We bevorderen maatschappelijke bewustwording en gedragsverandering bij burgers, bedrijven en instellingen met uiteenlopende stimuleringsprojecten. Zogenoemde lerende netwerken spelen hierin een belangrijke rol. 70

72 Fairtrade We geven verder uitvoering aan het Plan van aanpak Fryslân Millennium Provincie. In 2014 is de uitvoering gericht op het behouden van de titel Millennium Provincie. Daarnaast willen we de volgende stap maken op weg naar het behalen van de titel Fairtrade Provincie in Het vergroten van het aantal Friese Fairtrade Gemeenten speelt hierin een sleutelrol. We ondersteunen lokale werkgroepen dan ook bij het behalen van deze gemeentelijke titel. Zie ook beleidsveld 4.4. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Doelwaarde 2014 Stimuleren projecten Aantal gerealiseerde projecten 4 circulaire economie/ Cradle-to-cradle Gedragsverandering Actieve lerende netwerken 7 Aantal branches dat participeert in lerende netwerken 7 Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Tijdelijke budgetten Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting De tijdelijke budgetten nemen vanaf 2014 af door het in dat jaar aflopen van het Frysk Miljeuplan Door het aflopen van de subsidieregeling Leren voor duurzame ontwikkeling zijn vanaf 2013 geen baten en lasten geraamd. Beleidsveld 4.3 Duurzaam bodembeheer Wat willen we bereiken? De provincie wil dat de Friese bodem op een verantwoorde manier wordt gebruikt. Daarnaast willen we dat de locaties die de spoedlijst met humane risico s staan voor 31 december 2015 zijn gesaneerd of beheerst. 71

73 Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Afspraken bodembeheer In het Convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties zijn met het rijk afspraken gemaakt over duurzaam bodembeheer. We gaan deze afspraken verder uitvoeren. We bekijken de bodem daarbij niet meer apart, maar als onderdeel van de totale leefomgeving. Wat in de ondergrond gebeurt, heeft direct invloed op ontwikkelingen in de bovengrond. Dit stemmen we de komende jaren beter op elkaar af. Het rijk stelt een structuurvisie voor de ondergrond op. Hierin worden maatschappelijk opgaven beschreven en worden ruimtelijke keuzes gemaakt. We sluiten hierbij aan, maar formuleren wel specifieke Friese belangen. De maatschappelijke opgaven voor Fryslân zijn voor een groot deel ook vastgelegd in het Streekplan en het Waterhuishoudingsplan. Aanpak spoedlocaties De aanpak van de spoedlocaties is vastgelegd in het Plan de campagne/projectenplan (GS-besluit 18 juli 2012). We voeren dit plan in 2014 verder uit, zodat we het plan uiterlijk in 2015 kunnen afronden. Het plan richt zich op zowel particuliere projecten (vangnetgevallen), waterbodemsaneringen als bedrijfslocaties. Bij bedrijfslocaties worden eigenaren via vergunningverlening, toezicht en handhaving aangespoord om de risico s tijdig aan te pakken. Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing De taken voor vergunningverlening en handhaving bodemsanering zijn vastgelegd in de Wet bodembescherming. Met ingang van januari 2014 brengen we deze taken onder bij de Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO). Onze rol als provincie is vanaf 2014 daarom meer coördinerend. We zien toe op de uitvoering van de taken die de FUMO vanaf 1 januari 2014 zijn toebedeeld. De in de planningslijst opgenomen (water)bodemsaneringen worden door de provincie uitgevoerd. En als daar afspraken over zijn gemaakt, gebeurt dat samen met Wetterskip Fryslân. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Nulmeting Streefwaarden Beoordelen sanerings- en nazorgplannen Toezicht en handhaving Aanpak spoedlocaties Worden besluiten wel of niet op tijd afgegeven Uitvoeren Handhaving uitvoeringsprogramma (HUP), onderdeel bodem 2012 (eerste kwartaal: 100%) HUP % 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Plan de Campagne/projectenplan 18 juli % 100% 100% 72

74 Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Overlopende passiva Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Overlopende passiva Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting De lasten nemen na 2015 af door het aflopen van het Bodemsaneringsprogramma De spoedeisende saneringen worden conform het door Provinciale Staten vastgestelde programma uitgevoerd. Beleidsveld 4.4 Leefomgeving Wat willen we bereiken? Doel van dit beleidsveld is dat Fryslân een gezonde provincie is en blijft voor mens, plant en dier. Hiervoor is onder meer een structurele maatschappelijke bewustwording en gedragsverandering nodig. Wat gaan we daarvoor doen in 2014? In 2014 laten we onderzoeken welke geluidsbeperkende maatregelen mogelijk zijn bij 25 woningen met een te hoge geluidbelasting door wegverkeer. Dit onderzoek maakt deel uit van het Actieplan Geluid We coördineren de uitvoering van het Fries Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid Met het programma verhogen we de kwaliteit van de uitvoering van het externe veiligheidsbeleid door provincie, gemeenten en veiligheidsregio. Externe veiligheid gaat over de risico s die ontstaan bij de productie, transport, opslaan of vervoer van gevaarlijke stoffen. Verminderen huisafval We gaan in 2014 door met het uitvoeren van ons Afval Actie Programma (AAP). De projecten uit dit programma richten zich op het verantwoord gebruik van grondstoffen, en het hergebruik van reststoffen. Zo dragen deze projecten bij aan het verminderen van de hoeveelheid te verbranden of te storten huishoudelijk afval. In 2014 voeren we projecten uit die op verschillende manieren bijdragen aan de kwaliteit van de Friese leefomgeving. Dit doen we samen met de Friese Milieufederatie. Veel van deze projecten zijn gericht op bewustwording en gedragsverandering van consumenten. 73

75 (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Doelwaarde 2014 Samen met gemeenten burgers en bedrijven inspireren en uitdagen om hoeveelheid huishoudelijk afval in Fryslân met 25% te verminderen. Het betreft een inspan-ningsverplichting, het percentage is een streefwaarde. Percentage reductie van de hoeveelheid huishoudelijk afval per inwoner in de eindverwerking ten opzichte van % Voorstel kadernota 2014 Fryslân Fair Trade Conform het uitvoeringsprogramma werd de provincie Fryslân in 2012 een millenniumprovincie. In hetzelfde jaar is gestart met de andere opdracht: in 2015 Fairtrade provincie worden. De hiervoor door Provinciale Staten beschikbaar gestelde middelen zijn ingezet voor maatschappelijk verantwoord vermogensbeheer (participatie in Oikocredit). De overige kosten zijn gedekt uit het budget Frysk Miljeuplan In verband met het aflopen van dit plan is hiervoor op basis van de Kadernota 2014 een bedrag van ,- in de begroting opgenomen. Dit bedrag is ondermeer bedoeld voor subsidies aan partijen die mede invulling geven aan het realiseren van de ambitie Fairtrade Provincie te worden. Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Structurele budgetten Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting De tijdelijke budgetten nemen vanaf 2015 af door het aflopen van het Frysk Miljeuplan en het Fries Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid. Voorstel Kadernota 2014 In bovenstaande tabel is de raming van onderstaand onderwerp uit de kadernota 2014 verwerkt. Dekking vrij aanwendbare reserve S/T bedragen x 1.000,- Fryslân Fairtrade T

76 Beleidsveld 4.5 Regie en strategie toezicht en handhaving Wat willen we bereiken? Doel is dat Friese bedrijven en burgers voldoen aan alle wettelijke milieunormen. Provincie, gemeenten en Wetterskip Fryslân zien hierop toe en nemen maatregelen bij overtredingen. Ze doen dit in nauwe samenwerking. De bevoegde gezagsorganen voldoen daarbij aan de kwaliteitscriteria die de wet aan deze organisaties stelt. Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) In 2014 start de FUMO. De FUMO voert de toezichts- en handhavingstaken uit van de provincie. De uitvoeringsdienst werkt adequaat samen met de partners en de bevoegde gezagsorganen. De afspraken over de dienstverlening van de FUMO worden uitgewerkt in een dienstverleningsovereenkomst. Alle bevoegde gezagsorganen én de FUMO moeten op 1 januari 2015 voldoen aan kwaliteitscriteria. Indien nodig voeren bevoegde gezagsorganen daarvoor een verbeterplan uit. Om de bevoegde gezagsorganen daarbij te ondersteunen, voeren we een implementatietraject kwaliteit uit. In jaarprogramma s maken we afspraken over samenwerking en gezamenlijke activiteiten. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Doelwaarde 2014 Kwaliteit toezicht en handhaving Percentage van de Friese handhavingsorganisaties dat voldoet aan de wettelijke kwaliteitscriteria 100% Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Tijdelijke budgetten Overlopende passiva Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Overlopende passiva Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting De tijdelijke budgetten nemen vanaf 2014 af door het aflopen van het Frysk Miljeuplan en regievorming RUD/FUMO. De in 2013 en verdere jaren geraamde baten en lasten zijn lager dan de in 2012 gerealiseerde baten en lasten door de verrekening van implementatiekosten RUD/FUMO met derden. De overlopende passiva hebben betrekking op het Uitvoeringsprogramma RUD/FUMO. 75

77 In 2012 is de toerekening van de bedrijfsvoeringskosten op basis van de inzet van de formatie abusievelijk ten laste van dit beleidsveld gebracht in plaats van beleidsveld 4.6 Uitvoering vergunningverlening, toezicht en handhaving. Beleidsveld 4.6 Uitvoering vergunningverlening, toezicht en handhaving Wat willen we bereiken? Doel is dat Friese bedrijven en burgers voldoen aan alle wettelijke milieunormen. Wij voeren wettelijke taken uit op het gebied van de fysieke leefomgeving. Deze taken bestaan uit het verlenen van vergunningen, ontheffingen en het behandelen van meldingen. Daarnaast houden wij toezicht op de naleving van de voorschriften en algemene regels en gaan wij zo nodig over tot handhaving. Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Fryske utfieringstsjinst miljeu en omjouwing (Fumo) Onze taken worden vanaf 2014 uitgevoerd door de Fumo, waarin ook gemeenten en Wetterskip taken onderbrengen. Deze bundeling van taken heeft tot doel bij alle overheden in de provincie tot hetzelfde hoge kwaliteitsniveau te komen. Voor een aantal taken uit het Besluit risico s zware ongevallen 1999 (BRZO) wordt samengewerkt met andere noordelijke regionale uitvoeringsdiensten. Door middel van een mandaat en een dienstverleningsopdracht worden de bevoegdheden en afspraken van deze taken aan de Fumo opgedragen. De Fumo is op het moment van opstellen van deze begroting nog in een opbouwfase. Dat betekent dat er nog de nodige onzekerheden bestaan. Het bedrijfsplan van de Fumo is deels nog gebaseerd op aannames en kengetallen. Er is gerekend met een bijdrage van de provincie bestaande uit een vaste bijdrage per inrichting en een maatwerkbijdrage voor plustaken. Bij de zogenoemde plustaken maken provincie en de Fumo afspraken over de af te nemen diensten en bijbehorende kosten. Daarbij is uitgegaan van de huidige praktijk. Het is de bedoeling dat er bevoegdheden overgaan van provincie naar gemeenten. Vooralsnog is aangenomen dat de bijbehorende korting op het provinciefonds gelijk oploopt met een evenredige daling van de kosten. De uitname uit het provinciefonds zal naar verwachting opgenomen zijn in de septembercirculaire Op dit moment voorziet de provincie een beperkt tekort voor de Fumo. In de eerste bestuursrapportage 2013 raamden we dit op ,- per jaar. Op grond van de efficiencytaakstelling voor de Fumo moet dit de komende jaren teruglopen. Afhankelijk van de inhoud van de septembercirculaire en de werking van de Fumo in de praktijk zal dit verder bekeken worden. Via een afzonderlijk Statenvoorstel worden de consequenties van de Fumo aan Provinciale Staten voorgelegd. Vergunningverlening Het ambitieniveau van voorgaande jaren wordt gehandhaafd en waar mogelijk aangescherpt. Hierover zullen wij met de Fumo afspraken maken. We volgen de wet- en regelgeving. Als hierin wijzigingen komen, bekijken we of we vergunningen moeten aanpassen. Ook kijken we of vergunningen ouder dan vijf jaar nog voldoen aan de huidige stand van zaken. We werken goed samen met andere overheden, vooral met de 76

78 Friese gemeenten en Wetterskip Fryslân. De Fumo biedt daar een uitstekend platform voor. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Nulmeting Streefwaarden Afgeven vergunningen, ontheffingen, enz. Actualiteit Juridisch houdbare vergunningen Tijdigheid 2011: 90-95% 90-95% 95% 95% 95% Ouderdom vergunning 5 jaar, tenzij doorgelicht 2011: 100% 100% 100% 100% 100% Percentage Niet uitgevoerd 95% 95% 95% 95% Toezicht en handhaving Ons toezicht is afgestemd op de bij een bedrijf aanwezige risico s en het naleefgedrag. We zetten veel capaciteit in als de risico s hoog zijn of het naleefgedrag niet goed is. Dat betekent dat wij bedrijven met lagere risico s en een goed naleefgedrag minder vaak controleren. Er wordt gewerkt aan een bindende landelijke sanctiestrategie, volgens het zogenoemde BRZO-model (Besluit risico s zware ongevallen 1999). Met de Fumo worden afspraken gemaakt over een uitvoeringsprogramma 2014, inclusief vergunningverlening. Hierin wordt uitgewerkt hoe de aanpak er in de praktijk uitziet. Bij de uitvoering wordt samengewerkt met interne en externe partners. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Nulmeting Streefwaarden Toezicht en handhaving Afhandeling klachten Overtredingen worden opgepakt en waar de eerste aanschrijving niet het gewenste effect heeft, wordt handhavend opgetreden Direct optreden bij ernstige risicovolle overtredingen Klachten worden in behandeling genomen en tijdig afgehandeld Niet uitgevoerd Niet uitgevoerd Niet uitgevoerd >90% >90% >90% >90% 100% 100% 100% 100% >95% >95% >95% >95% Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Structurele budgetten Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten

79 Toelichting Het verschil in de bedrijfsvoeringskosten tussen 2012 en 2013 en verder is toegelicht bij beleidsveld 4.5 Regie en strategie toezicht en handhaving. In de begroting is de overgang naar de Fumo nog niet integraal verwerkt. Dat zal op basis van een besluit op grond van een afzonderlijk Statenvoorstel worden gedaan. 78

80 1.5 Programma 5 Landelijk gebied Portefeuillehouders: de heer J.G. Kramer en mevrouw S.A.E. Poepjes (Mijnbouwwet) Wat willen we bereiken en wat mag het kosten? Ons doel is een landelijk gebied in Fryslân met hoogwaardige ecologische en ruimtelijke kwaliteit (planet) en een renderende landbouw en plattelandseconomie (profit). Mensen voelen zich goed (leefbaarheid) in onze provincie en hebben oog voor de waarde van ecologie en ruimtelijke kwaliteit (people). We werken vanuit dit programma aan: de aankoop en inrichting van natuur; de zorg voor het landschap; de structuurverbetering voor de landbouw; een sociaaleconomisch sterke landbouw; de leefbaarheid op het platteland. Het beleid staat op hoofdlijnen in het Streekplan, het Waterhuishoudingsplan en de nota Natuer en Lanlik gebiet. In de thematische nota s staan de concrete acties. In het provinciaal Meerjarenplan Landelijk Gebied (pmjp) staan de concrete prestaties die de provincie levert, samen met onze partners voor het landelijk gebied. Veranderingen takenpakket provincie Eind 2011 hebben de provincies en het rijk in het Onderhandelingsakkoord Natuur afspraken gemaakt over de decentralisatie van het natuurbeleid. Dit akkoord is door de provincie Fryslân niet aanvaard. Wel werken we mee aan de uitvoering. De provincies hebben de kerntaak om invulling en uitvoering te geven aan het natuurbeleid, in het bijzonder aan de herijkte Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Met het aantreden van het kabinet Rutte II heeft het rijk de wens om een plus te zetten op de eerder afgesproken herijkte EHS. Het rijk stelt daarvoor extra middelen beschikbaar. In 2014 zijn in een Hoofdlijnennotitie Natuur (met extra afspraken tussen provincies en rijk) door het rijk de nieuwe ambities uitgewerkt, in nauwe samenspraak met het Interprovinciaal Overleg. Het natuurakkoord rijk-provincies heeft grote impact op het beleidsveld Natuurbeleid. Het betekent ook dat de provincie haar kerntaken voor natuur en het landelijk gebied opnieuw tegen het licht heeft moeten houden. Het resultaat hiervan staat in de Nota Natuer en Lanlik gebiet, zowel beleidsmatig als financieel. Deze nota wordt aangevuld met de uitwerking van het weidevogelbeleid, dat komt in 2014 voor besluitvorming in PS. De decentralisatie van het faunabeheer gaat in per Dit is van belang voor het ganzenbeleid, dat in april 2013 is vastgesteld. Voor de uitvoering van de Nota Natuer en Lanlik gebiet wordt in 2014 een nieuw uitvoeringsprogramma voor natuur, landschap en landbouw van kracht. Daarbij werken we integraal in gebiedsprojecten. Deze zullen steeds meer in de streekagenda s worden opgenomen, die begin 2014 zullen starten. Met de streekagenda s wordt de huidige aanpak (Plattelânsprojekten) met grote inbreng van bewoners en maatschappelijke organisaties voorgezet. Eind 2013 wordt het nieuwe uitvoeringsprogramma van de Nota Natuer en Lanlik gebiet voor de periode aan Provinciale Staten voorgelegd. De uitwerking hiervan moet nog vertaald worden naar de begroting. Hiervoor zal gelijktijdig met de vaststelling 79

81 van het programma een financiële en inhoudelijke begrotingswijziging aan PS worden voorgelegd. Omdat de onderhandelingen over de rijksmiddelen nog niet zijn afgerond, kan dit programma nu nog niet worden meegenomen. en lasten programma 5 Landelijk gebied Bedragen x 1.000,- Realisatie Natuurbeleid Landschapsbeleid Landbouwbeleid Integrale plattelandsbeleid Totaal baten Natuurbeleid Landschapsbeleid Landbouwbeleid Integrale plattelandsbeleid Totaal lasten Saldo Beleids- en normenkader Europese en nationale wetten en regelingen Wet Inrichting Landelijk gebied (WILG) Meerjarenprogramma Ontsnippering Provinciale verordeningen en nota s Vastgesteld door PS Streekplan 2007 Provinciaal Waterhuishoudingsplan Frysk Miljeuplan Provinciaal Meerjarenprogramma Landelijk gebied (pmjp) 2006 (actualisatie 2014) Nota Ecologische Verbindingszones 2005 Úitwerkingsagenda Streekplan 2008 Inrichtingsplan Franekeradeel-Harlingen mei 2012 Landbouwagenda 2011 Koersnotitie Weidevogels februari 2013 Notitie Gans in Balans April 2013 Nota Plattelânsbelied Kadersubsidieverordening en Subsidieverordening pmjp Fryslân (voor projecten) Belangrijkste punten van het nieuwe stelsel voor Subsidie Natuur en september 2009 Landschap (SNL) Subsidieverordening Natuur en Landschap 2010 en Kwaliteitsimpuls oktober 2012 Natuur en Landschap 2010 Investeringskrediet Grondaankopen (IKG) april 2009 nota Natuer en Lanlik gebiet Door GS vastgestelde uitvoeringsregelingen en nota s Vastgesteld door GS op Natuurbeheerplan jaarlijks Beheerplan Natura 2000-gebieden (in ontwikkeling sinds 2009) Werkplan Weidevogels 2007 Uitvoeringsnotitie Weidevogels 2013 Uitvoeringsnotitie Ganzenbeleid 2013 Werkplan Soortenbeleid 2007 Beleidsregels Flora- en faunawet 2010 Beheer- en inrichtingsplannen van vier Nationale Parken

82 Beleids- en normenkader Opkrikplannen 20 weidevogelgebieden 2009 Beleidskader voor Nationale Landschappen Nieuw toetsingskader Subsidieregeling Agrarische Bedrijfsverplaatsing 2010 Werkboek Grutsk op e Romte (uitwerking van de kernkwaliteiten april 2012 landschappen) Agenda landschap/beleidskader Landschapsbeheer Friesland 2011 In 2014 aan PS voor te leggen nota s Uitvoeringsprogramma Nota Natuer en Lanlik Gebiet Nota Weidevogels Landbouwagenda Verkennende notitie Visserij Notitie Gemeenschappelijk landbouwbeleid/plattelandsontwikkelingsprogramma Voorstel teelt genetisch gemodificeerde gewassen in Fryslân Wadloopverordening Wijziging Streekplan in verband met de zoutwinning (indien noodzakelijk) Streekagenda s voor de plattelandsgebieden Waddeneilanden, Noordwest, Noordoost, Zuidoost en Zuidwest-Fryslân Beleidsveld 5.1 Natuurbeleid Wat willen we bereiken? Ons centrale doel is het herstel van de biodiversiteit en het koppelen van kansen voor natuur en economie. Wij werken daarbij mee aan de Europese verplichtingen van het rijk. Daarnaast willen we een breed draagvlak creëren voor het behoud en ontwikkelen van de natuurkwaliteiten, zodanig dat ze ten goede komen aan en ten dienste staan van de mensen in Fryslân. De betrokkenheid van mensen en organisaties bij natuur, landschap en cultuurhistorie wordt zo versterkt. Natura 2000 en EHS De formele verantwoordelijkheid voor het opstellen van de 20 beheerplannen is verdeeld tussen de provincie (6 plannen), het ministerie van Economische Zaken (10 plannen), het ministerie van Verkeer en Waterstaat (3 plannen) en provincie Drenthe (1 plan). GS stelt de zes Friese plannen vast. Met de overige plannen dient de provincie formeel in te stemmen. De afronding van de beheerplannen Natura 2000 hangt voor de stikstofgevoelige gebieden af van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). In het voorjaar 2014 treedt de PAS in werking. Alle Natura 2000-beheerplannen worden in 2014 vastgesteld. In 2014 treedt een deel van het decentralisatieakkoord Natuur in werking. Dit houdt dat de uitvoering van 15 van de 20 Friese beheerplannen onder verantwoordelijkheid van de provincie valt. Voor die gebieden is de provincie ook verantwoordelijk voor de uitvoering van de PAS-maatregelen. In de gebieden Alde Feanen en Schiermonnikoog werken we voor het opstellen van de beheerplannen samen met de Nationale Parken. Doel is een goede koppeling te verkrijgen tussen de beheer- en inrichtingsplannen van de Nationale Parken en de Natura 2000-beheerplannen. De afronding van de Natura 2000-beheerplannen is nabij. Daarbij willen wij komen tot maatschappelijk gedragen beheerplannen. De vaststelling van de beheerplannen gebeurt in Voor de uitvoering willen wij contracten afsluiten met de terreinbeherende organisaties en Wetterskip Fryslân. Verder richten we ons op het afmaken en afronden 81

83 van een aantal robuuste natuurgebieden. Dit binnen de nieuw herijkte provinciale EHS. Daarbij willen we in Fryslân een samenhangend stelsel van natuurgebieden creëren, bestaand uit EHS en Natura2000, om zo de biodiversiteit te waarborgen. Natuurbeheer Wij streven naar een kwalitatief goed en effectief natuurbeheer met lagere beheerkosten en meer veerkracht voor de natuur. Bij het nieuwe Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL) is voor alle natuurgebieden aangegeven wat de natuurdoelen zijn. Ook is in het landelijke Meerjarenprogramma Ontsnippering aangegeven welke barrières in wegen weggenomen moeten worden. Dit om een goede verbinding tussen natuurgebieden te realiseren. Nationale Parken De Nationale Parken zijn belangrijk als visitekaartje en publiekstrekker van de provincie. Wij zetten de ondersteuning van twee van de Friese Nationale Parken (Schiermonnikoog en de Alde Feanen) voort. Ook streven we naar een verbinding tussen de Rottige Meenthe en Nationaal Park Weerribben-Wieden. Natuur buiten de EHS: weidevogels Voor het hele landelijk gebied spannen we ons in voor vitale weidevogelpopulaties binnen en buiten de EHS. Daarvoor werken we aan de Nota Weidevogels. Doel is het aantal broedparen van de weidevogels te vergroten, met minimaal broedparen van de grutto in 2020 (de grutto is gidssoort voor weidevogels). Wij zetten in op weidevogellandschappen van minimaal 250 ha, met een totaal van ha. De aanpak voor weidevogels worden uitgewerkt in de nieuwe nota, die begin 2014 aan PS zal worden voorgelegd. De compensatieplicht bij ruimtelijke ingrepen in weidevogelgebieden wordt voortgezet. De uitwerking hiervan wordt opgenomen in de Verordening Romte. Natuur buiten de EHS: ganzen We streven naar een goede opvang van trekganzen in rustgebieden. Wij werken mee aan de reductie van het aantal standganzen tot het niveau van Dit conform het landelijk akkoord over de uitvoering ganzenbeleid dat op 6 december 2012 is gesloten. Wij betalen mee aan de maatregelen om de standganzen te reduceren. Op 24 april 2013 is de ganzennotitie Gans in balans door Provinciale Staten vastgesteld. In deze notitie is het landelijke ganzenakkoord verder uitgewerkt. Naast het ganzenbeleid is de provincie ook verantwoordelijk voor het schadevergoedingsbudget. Dat budget dat bedoeld is voor de schadevergoedingen die vooral door de aanwezigheid van ganzen is ontstaan. Groene wetten De provincie is verantwoordelijk voor advisering en het verlenen van vergunningen en ontheffingen in het kader van de Natuurbeschermingswet (Nb-wet), de Flora- en faunawet (Ffw) en de Boswet. Waar de economie en vooral de landbouwschade ondervindt van fauna, zetten we ontheffingverlening vanuit de Ffw in. Dit is geregeld in het Faunabeheerplan van de Faunabeheereenheid. In het kader van de Boswet streven we naar behoud van het areaal bos in Fryslân. Met de Wadloopverordening zorgen wij dat er goed opgeleide gidsen ingezet worden om verantwoord wadlopen mogelijk te maken. Ecologie en economie Voor heel Fryslân streven we naar een goede afstemming van ecologie en economie. Zo wordt bij het Friese Merenproject de zogenaamde Eco2-benadering (ecologie en economie gaan hand in hand) ingezet. Vooral bij ruimtelijke ontwikkelingen, peilbesluiten en het zoeken naar gas en zout wordt vroegtijdig ecologisch geadviseerd. Als flora en fauna worden geschaad door ruimtelijk-economische ontwikkeling wordt door het ministerie van EZ de Ffw-ontheffingverlening ingezet. Wat gaan we daarvoor doen in 2014? 82

84 Het uitvoeringsprogramma bij de Nota Natuer en Lanlik Gebiet wordt begin 2014 door Provinciale Staten behandeld. De uitvoering vindt plaats binnen de kaders van het decentralisatieakkoord Natuur. We zetten het realiseren van ecologische doelen bij infrastructurele werken, het Friese Merenproject en waterschapswerken vanuit het principe Eco2 voort. Het rijk heeft in 2013 geld ter beschikking gesteld voor vijf natuurprojecten: Beekdal Linde, Sneekermeer, Drents-Friese Wold, Bûtenfjild en Sippenfennen en Swette de Burd. Voor deze projecten worden plannen van aanpak opgesteld en uitgevoerd. Natuurbeheer We voeren het natuurbeheer uit binnen en buiten de EHS. Lopende contracten uit de programmeringsfase provinciaal Meerjarenprogramma worden geleidelijk afgerond. Voor het nieuwe meerjarenprogramma Landelijk gebied worden nieuwe contracten aangegaan, met aandacht voor gebiedscollectieven. Weidevogels Binnen het weidevogelbeleid worden de weidevogellandschappen aangewezen en ingericht. Wij gaan verder met de provinciale regie op onderzoek en monitoring voor beleid. Dit alles in afstemming met de betrokken organisaties. Zie ook hieronder bij voorstellen uit Kadernota Ganzen We voeren het ganzenbeleid uit voor de schadevergoeding, de instelling van rustgebieden en de reductie van standganspopulaties. Zie ook hieronder bij voorstellen uit kadernota Natura 2000 Alle Natura 2000-beheerplannen worden in 2014 vastgesteld. Hiermee begint de uitvoeringsfase van deze plannen. Daarbij zijn wij verantwoordelijk voor de uitvoering van de maatregelen. Onderdeel daarvan zijn de PAS-maatregelen in de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. Voor de uitvoering sluiten we overeenkomsten af met de terreinbeherende organisaties en Wetterskip. Groene wetten We behandelen de vergunningen, ontheffingen en adviezen voor de Nb-wet, de Ffw en de Boswet conform vereisten. Na de inwerkingtreding van de landelijke PAS in 2014 start de vergunningverlening aan vooral agrarische bedrijven volgens de PAS. Op basis van de evaluatie in 2010 wordt geen energie meer gestoken in de Jacobskruiskruid-verordening. Wij stellen een nieuwe verordening voor Wadlopen op. De uitvoering van de Mijnwet wordt voortgezet. Dit doen wij door het ministerie van EZ van adviezen te voorzien. Er wordt meegewerkt aan het formaliseren van zoutwinning onder de Waddenzee. In IPOverband werken we mee aan de totstandkoming van een nieuwe Natuurwet en de decentralisatie van taken, waaronder het Faunafonds. Tot slot werken we mee aan de uitvoering van het Ganzenakkoord. 83

85 Voorstellen kadernota 2014 / investeringsagenda Wurkje foar Fryslân Schadevergoeding ganzenakkoord In het kader van het Onderhandelingsakkoord Natuur heeft het rijk het Faunafonds per gedecentraliseerd naar de provincies. Dit betekent dat de provincie vanaf 1 januari 2014 verantwoordelijk is voor de afhandeling en uitbetaling van de aanvragen voor schadevergoedingen. De kosten worden sindsdien bij de provincie in rekening gebracht. We voldoen hiermee aan de verplichting mee te werken aan de uitwerking van het Onderhandelingsakkoord Natuur en de daarvan afgeleide afspraken uit het Ganzenakkoord tussen IPO en G-7 om schade aangericht door ganzen (deels) te vergoeden. Conform de kadernota 2014 is voor de periode een bedrag van 9,5 miljoen in de begroting opgenomen. Weidevogellandschappen Weidevogels zijn een belangrijke cultuurdrager voor de provincie Fryslân. Het aantal weidevogels blijft dalen. Daarom hebben Provinciale Staten op 27 februari 2013 in de koersnotitie weidevogels besloten tot een beleidsaanpassing. Dit om het dalende aantal weidevogels om te buigen naar levensvatbare en duurzame populaties. Binnen het nieuwe beleid zetten we in op het optimaliseren van kritische (omgevings)factoren voor weidevogels. Conform de kadernota 2014 is voor de periode een bedrag van 2,8 miljoen in de begroting opgenomen. Dit bedrag is ondermeer bestemd voor fysieke inrichtingsmaatregelen voor weidevogellandschappen en voor onderzoek en ondersteuning van initiatieven op het gebied van agrarisch beheer. Genoemd bedrag is in afwachting van een afzonderlijk Statenvoorstel (nota Weidevogels) als voorwaardelijk geraamd in programma 10 Algemene dekkingsmiddelen. Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Overlopende passiva Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Reserves Voorzieningen Overlopende passiva Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting Vanaf 2013 zijn geen tijdelijke baten geraamd. Dit houdt verband met het vervallen van de rijkscofinanciering voor het visserijfonds van ( , -). Structurele lasten: voor de uitvoering van de Nota Natuer zijn voor een aantal onderwerpen structurele middelen ( 7,6 miljoen) beschikbaar, onder andere voor beheergelden EHS, weidevogels, Nationale Parken en Nationale Landschappen. De overlopende passiva hebben betrekking op middelen voor de wadloopverordening. Reserves: het opgenomen bedrag is bedoeld als budget voor de aankopen voor natuur en landschapsherstel (Nota Natuer en Lanlik gebiet). Voorzieningen: het genoemde bedrag van ,- is een voorziening voor de vervanging van de boot van It Fryske Gea. Dit conform langlopende afspraken. 84

86 Overlopende passiva: dit betreft bijdragen vanuit Noord-Holland en Groningen (baten) en de lasten die voortvloeien uit uitvoering van de wadloopverordening. Grote natuurprojecten lente-akkoord: in 2013 is 10,5 miljoen door het rijk beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de vijf grote natuurprojecten. Voor de uitvoering van deze projecten stellen wij plannen van aanpak vast. Nadat de plannen van aanpak zijn vastgesteld, zal het bestedingsritme via begrotingswijziging worden aangepast. Voorstel kadernota 2014 In bovenstaande tabel is onderstaand voorstel uit de Kadernota 2014 verwerkt. Dekking vrij aanwendbare reserve S/T bedragen x 1.000,- Schadevergoeding Ganzenakkoord S Toelichting De totale kosten voor schadevergoeding op grond van het Ganzenakkoord zullen dalen van 8,65 miljoen in 2014 naar 7,975 miljoen in Deze kosten worden deels gedekt uit bijdragen van derden, uit bestaande budgetten en het voorstel uit de kadernota. De daling wordt veroorzaakt door onder meer het vervallen van beheervergoedingen, maximalisatie van het beschikbare bedrag voor schadevergoedingen voor trekganzen en maximalisatie van het beschikbare bedrag voor de maatregelen voor standganzen. Beleidsveld 5.2 Landschapsbeleid Wat willen we bereiken? Fryslân is uniek omdat het zoveel verschillende landschappen kent. Omdat landschap niet bij gemeentegrenzen ophoudt, nemen wij de verantwoordelijk voor de landschappelijke kwaliteit op provinciaal niveau. Wij werken daarin vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid samen met gemeenten, belangengroeperingen en anderen. Wij willen bereiken dat de diversiteit van Friese landschapstypen en hun ontwikkelingsgeschiedenis herkenbaar blijven en de ruimtelijke kwaliteit en het identiteitsgevoel versterkt worden. Daarnaast willen we dat landschap een inspiratiebron is voor nieuwe ontwikkelingen en een kernkwaliteit is voor nieuwe sociaaleconomische impulsen. We willen ons als provincie selectief inzetten voor het Friese landschap. Daarom hebben we in onze visie Grutsk op e Romte de landschappelijke en cultuurhistorische kernkwaliteiten in samenhang geanalyseerd en gewaardeerd. Op basis hiervan zijn structuren van provinciaal belang aangewezen. Grutsk zal begin 2014 als thematische structuurvisie ter vaststelling aan Provinciale Staten worden aangeboden. Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Integrale gebiedsprojecten Wij investeren in landschap, bij voorkeur in integrale gebiedsprojecten. De middelen worden nu geconcentreerd in de integrale gebiedsprojecten Centrale As, N381 en Harlingen-Franekerdeel. De komende jaren zijn minder generieke middelen beschikbaar voor herstel en versterking van het landschap. Wij zetten ons streven naar actief herstel van landschapselementen voort in onze Nationale Landschappen Noardlike Fryske Wâlden en 85

87 Zuidwest-Fryslân en daarbuiten. Daarnaast werken we aan draagvlak voor instandhouding van het landschap en het zoeken naar financieringsvormen voor herstel van het landschap. De gezamenlijke provincies ondersteunen een particulier initiatief om een landelijke organisatievorm voor de Nationale Landschappen actief te houden. Deze gaat ook op zoek naar externe financieringsbronnen. Als provincie blijven we de komende jaren het bereikte draagvlak voor de twee Friese Nationale Landschappen en het op bescheiden schaal realiseren van projecten ondersteunen. De uitvoering van het herstel van landschapselementen en het behoud van het draagvlak voor de instandhouding van het landschap, programmeren wij in het Uitvoeringsprogramma Natuer en Lanlik gebiet. Noardlike Fryske Wâlden Voor de Noardlike Fryske Wâlden zijn alle landschapselementen geïnventariseerd. Dit dient mede als basis voor monitoring en handhaving. Hierbij werken we samen met de gemeenten een landschapsbrede, integrale visie uit. Na de nulmeting van landschappelijke elementen in de Noardlike Fryske Wâlden volgt een opzet voor een nulmeting van de kwaliteit van de verschillende landschapstypen. Op basis van de beleidsvisie ronden we begin 2014 een actualisatie van Fryske diken yn t grien af. Dit als onderdeel van een op te stellen integrale visie op het wegontwerp. Wij ondersteunen de Stichting Landschapsbeheer Friesland die vooral werkt aan de actieve deelname van burgers aan landschapsactiviteiten. We zetten de advisering van projectleiders van provincie, gemeenten en Dienst Landelijk Gebied voort. Daarbij gaat het om onderwerpen als het Friese Merenproject, invulling natuurontwikkeling, inpassing boerderijen, inpassing van weidevogellandschappen, projecten van Wetterskip en het project Afsluitdijk. Onze inzet voor landschap via het zogenoemde ruimtelijke spoor komt aan de orde in Programma 9 Ruimte en wonen. Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Tijdelijke budgetten Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting Structureel: voor 2014/2015 wordt de budgetsubsidie voor Landschapsbeheer Friesland aangevuld met ,-. Dit ter compensatie van de vervallen rijkssubsidie. Met de bestaande ondersteuning van LBF ( ,-) leidt dit tot een bedrag van ,-. Daarnaast is er ,- beschikbaar voor de Nationale Landschappen. Tijdelijk: dit betreft het budget voor het herstel van landschapselementen ( ,-) en het project Gebiedsontwikkeling Harlingen-Franekeradeel. 86

88 Beleidsveld 5.3 Landbouwbeleid Wat willen we bereiken? Wij streven naar het behoud en de verdere ontwikkeling van een landbouw die duurzaam rendeert en duurzaam produceert. Tegelijkertijd willen we een landbouw die zich niet alleen ontwikkelt in schaalvergroting, maar ook meer bijdraagt aan een duurzame samenleving. Wij willen de kansen benutten voor blauw-groene diensten, zorg en recreatie. Ook duurzame kwaliteitsproducten, zoals biologische landbouw en streekproducten willen wij verder ontwikkelen. Daarnaast streven wij naar versterking van duurzaamheid binnen de landbouw door ondersteuning van de productie van duurzame energie en bijdragen aan een biobased economy. De komende jaren willen wij onze doelen realiseren door in het omgevingsbeleid de landbouw de ruimte te bieden. Daarbij dragen wij als gebiedsregisseur bij aan de randvoorwaarden waarbinnen de landbouw zich kan ontwikkelen, bijvoorbeeld met subsidie op kavelruil. Begin 2014 zullen Provinciale Staten een nieuwe landbouwagenda behandelen. Hierin staan de doelen en maatregelen voor: landbouw en omgevingsbeleid; landbouw en inrichting en beheer van het landelijke gebied; landbouw en kennis en innovatie. Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Inrichting en beheer landelijk gebied Met steun van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van Europa en private ondernemingen creëren we meer mogelijkheden voor vergoedingen voor maatschappelijke diensten door agrarische bedrijven. Alle gemeenten passen bij de beoordeling van bouwaanvragen vanaf 1,5 ha een werkwijze toe zoals die van de Nije Pleats. Dat leidt zichtbaar tot betere resultaten in de ruimtelijke inpassing van nieuwe agrarische bedrijfsgebouwen. Dat geldt ook voor de beperking van uitstoot van licht. Wat structuurversterking van de landbouw betreft nemen we, buiten de drie grote gebiedsprojecten, voor ha structuurversterkende maatregelen in uitvoering. In het glastuinbouwproject Waddenglas in Sexbierum streven we om substantieel grond uit Fase I uit te geven voor de realisatie van het duurzame energieconcept. Dairy Campus Wij stimuleren en ondersteunen de ontwikkeling van de landbouw en de toepassing van kennis en innovatie op het terrein van duurzaam ondernemen. Onze speerpunten zijn de realisatie van de Dairy Campus en de programma s die daar gaan draaien. Met die programma s werken we aan duurzame energie, klimaatneutraal en klimaatbestendig boeren, het sluiten van mineralenkringlopen, biodiversiteit en ruimtelijke kwaliteit, dierwelzijn en volksgezondheid en de productie van duurzame kwaliteitsproducten. We zetten hier waar mogelijk POP3-middelen voor in. 87

89 Kennis en innovatie De nieuwe bedrijfsgebouwen voor de Dairy Campus zijn klaar. Het kenniscentrum voor de melkveehouderij is al gestart met kennisprojecten. Ook in 2014 ondersteunen we weer initiatieven op het gebied van landbouw en duurzaam omgaan met natuurlijke hulpbronnen. Minstens twee initiatieven hebben betrekking op de biologische landbouw en op boeren die over willen schakelen naar biologische landbouw. Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Begoting Tijdelijke budgetten Totaal baten Tijdelijke budgetten Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting : het FYLG-deel vervalt in 2014 omdat de landbouwagenda betrekking heeft op de periode De resterende middelen betreffen kavelruil ( ,-) en innovatie ( ,-). Tijdelijke lasten: in 2014 stopt de landbouwagenda. Daarmee vervalt een post van ,- voor de landbouw. Verder is het beschikbare bedrag voor kavelruil verlaagd van 1,3 miljoen naar 0,7 miljoen (Nota Natuer). Daarmee wordt deze post verlaagd met ruim 1,4 miljoen. Voor kennis en innovatie in de landbouw is voor 2014 een bedrag van 0,5 miljoen toegevoegd. Per saldo betekent dit een wijziging van circa 0,9 miljoen. Beleidsveld 5.4 Integrale plattelandsontwikkeling Wat willen we bereiken? Plattelandsbeleid Ons belangrijkste doel is het Friese platteland leefbaar en vitaal te houden. Doel is ook om het platteland en het bijbehorende beleid een goede plek te geven in alle provinciale beleidsvelden. De leefbaarheid en sociaal-economische ontwikkeling van het platteland worden zo veel mogelijk bevorderd. Wij hebben daarbij te maken met trends als afnemende bevolkingsgroei, vergrijzing, individualisering, diversificatie, klimaatveranderingen, duurzaamheid en energie. De provincie streeft naar een blijvend en goed toekomstperspectief voor bewoners van het platteland. Het gaat dan om bereikbaar werk (werken), bereikbare voorzieningen (leven) en een bloeiend gemeenschapsleven in goede ruimtelijke omstandigheden (beleven en wonen). De rol van de provincie is die van kennismakelaar en facilitator. Bij de ruimtelijke opgaven in de gebiedsontwikkeling, neemt de provincie leefbaarheid en welzijn steeds mee als invalshoek. Doarpswurk werkt als provinciale stichting mee aan dit uitgangspunt. 88

90 Streekagenda Met de streekagenda s wordt vormgegeven aan de Koöperaasje Fryslân. De provincie Fryslân wil in de plattelandsregio s samen met gemeenten, Wetterskip en maatschappelijke organisaties beleid bundelen en gezamenlijk uitvoeren. Dit gebeurt in een gezamenlijke streekagenda waarin in een vierjarig uitvoeringsprogramma de afspraken over gezamenlijke doelen en middelen worden vastgelegd. Tegelijk wordt de bestuurlijke en ambtelijke drukte in die gebieden teruggedrongen. In de aanpak van de streekagenda komt ook de huidige bottom-up werkwijze terug (Plattelânsprojekten), met een grote inbreng van bewoners en maatschappelijke organisaties. De start van de streekagenda s is op 1 januari In de vijf gebieden worden streekhuizen opgericht, waar gezamenlijk aan projecten en gebiedsprocessen kan worden gewerkt. Meerjarenprogramma Natuur en landelijk gebied Het provinciaal Meerjarenprogramma Landelijk gebied (pmjp) is een integraal programma voor plattelandsontwikkeling voor de periode Het pmjp bestaat uit 33 doelen en onderwerpen. Deze vloeien voort uit alle beleidsvelden die in dit begrotingsprogramma zijn opgenomen. De prestaties zoals vastgelegd in het pmjp zijn in gang gezet, voor zover ze niet zijn vervallen als gevolg van het Onderhandelingsakkoord. In de jaren 2014 en 2015 worden de onderwerpen afgerond die vanuit het pmjp nog in uitvoering zijn. Zie ook hieronder bij voorstellen uit Kadernota Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Plattelandsbeleid Integrale plattelandsontwikkeling We gaan verder met de uitvoering van de Nota Plattelandsbeleid. We ontwikkelen projecten die tot vernieuwing van de plattelandsontwikkeling leiden. Speerpunten zijn onder andere: krimp, duurzaamheid, streekproducten en spreiding van voorzieningen. Bij uitvoering worden adviezen gegeven die zorgen voor het toevoegen van ontwikkelingskwaliteiten op het platteland. In 2014 wordt in het kader van de integrale Beleidsagenda Bevolkingsontwikkeling Frysân ook ingezet op de leefbaarheid van de dorpen en de spreiding van voorzieningen. Budgetsubsidie-instelling We zorgen voor adequate afspraken over de ondersteuning van dorpsbelangen en andere groepen op het Friese platteland bij het bevorderen van leefbaarheid en een efficiënt werkende steunfunctieorganisatie. Daarvoor wordt Doarpswurk gesubsidieerd als steunfunctie voor de ondersteuning van de inwoners van het Friese platteland, vooral de dorpsbelangen, de dorpshuisbesturen en andere belangengroepen. Duurzaamheid is één van de provinciale speerpunten waaraan ook door Doarpswurk wordt gewerkt. 89

91 (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Doelwaarde 2014 Plattelandsbeleid Dorpshuizen die ook duurzaamheid meenemen 6 in ver- of nieuwbouw Dorpsvisies die ook demografische 6 ontwikkelingen meenemen Er wordt een provinciebreed programma 1 opgezet voor de ontwikkeling van streekproducten Blijvende inzet op bottom-up-projecten 20 Streekagenda Afronding pmjp Uitvoering lopende projecten PM Grote projecten, waaronder Gebiedsontwikkelingen Franeker-Harlingen en Centrale As Zie paragraaf Grote projecten Voorstellen kadernota 2014 / investeringsagenda Wurkje foar Fryslân Streekagenda Doel is te komen tot een effectieve gezamenlijke inzet van provincie, gemeenten, Wetterskip en maatschappelijke organisaties in de Friese plattelandsregio s op belangrijke gemeenschappelijke bovenlokale opgaven. Hiervoor is conform de Kadernota 2014 voor de periode een bedrag van ,- in de begroting opgenomen. Deze middelen zijn ondermeer bestemd voor het faciliteren van de Streekhuizen. Genoemd bedrag is in afwachting van een afzonderlijk Statenvoorstel, als voorwaardelijk geraamd in programma 10 Algemene dekkingsmiddelen. Zie ook paragraaf 10 Samenwerkingsverbanden. Provinciaal meerjarenprogramma natuur en landelijk gebied (pmjp) In 2013 is het pmjp afgelopen. Dit in de zin dat uiterlijk in dat jaar alle projecten van start zijn gegaan. Deze projecten worden in de jaren 2014 en 2015 afgerond. Doel is activiteiten mogelijk maken die nodig zijn om het programma goed te kunnen draaien. Hiervoor is conform de Kadernota 2014 voor de periode een bedrag van 2 miljoen in de begroting opgenomen. Deze middelen zijn noodzakelijk om de resultaatafspraken met het rijk te bereiken en zijn, in afwachting van een afzonderlijk Statenvoorstel, als voorwaardelijk geraamd in programma 10 Algemene dekkingsmiddelen. Het programma natuur en landelijk gebied gaat over de uitvoering van natuurmaatregelen in Natura en overige natuurgebieden. Ook wordt uitvoering gegeven aan de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW), landbouwstructuurmaatregelen, en verbetering van het landschap. De middelen zijn bestemd voor activiteiten die nodig zijn om het programma goed te kunnen draaien. Te denken valt aan communicatiewerkzaamheden, kosten van bijeenkomsten, rapportages (zoals evaluatie en midtermreview), geld voor leden van gebiedscommissies, onderzoek, vergunningen, monitoring, juridische kosten, IPO-werkzaamheden, voorbereidingswerkzaamheden voor projecten (zoals bestek maken) en opdrachten voor derden. 90

92 Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Tijdelijke budgetten Voorzieningen Overlopende passiva Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Reserves Voorzieningen Overlopende passiva Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting Tijdelijke baten: in 2012 is in het kader van de afronding ILG een decentralisatieuitkering aan de provincie uitgekeerd. In 2013 zijn de rijksmiddelen voor de afronding van het ILG in het provinciefonds opgenomen. Structurele lasten: dit betreft de jaarlijkse bijdrage aan de Stichting Doarspwurk. Tijdelijk budgetten: in de tabel wordt de overgang van het pmjp naar het nieuwe programma Natuur en Landelijk gebied duidelijk zichtbaar. De verantwoording van de uitvoering van het pmjp vond plaats in beleidsveld 5.4. Dit betekende dat de prestaties en middelen voor natuur, landschap en landbouw in paragraaf 5.4 waren opgenomen. In het kader van de afronding van dit programma zijn in de jaren 2014 en 2015 nog tijdelijke middelen begroot. Die zijn nodig zijn om de nog lopende projecten binnen dit programma af te ronden. Vanaf de begroting 2014 worden beleid en middelen geconcentreerd in de beleidsvelden Natuur (5.1), Landschap (5.2) en Landbouw (5.3). Hierdoor komt de samenhang tussen beleid, uitvoering en middelen binnen een beleidsveld duidelijker naar voren. Dit betekent dat de omvang van de middelen in deze beleidsvelden toeneemt, terwijl de omvang in beleidsveld 5.4 sterk afneemt. In 2016 en 2017 zijn alleen nog de middelen voor de uitvoering van de nota Plattelandsbeleid in beleidsveld 5.4 opgenomen. De overlopende passiva betreffen de projecten Technische Hulp Leader. Deze worden in 2013 afgerond. 91

93 1.6 Programma 6 Economie, toerisme en recreatie Portefeuillehouders: de heer J.H.J. Konst, mevrouw J.A. de Vries, mevrouw S.A.E. Poepjes, mevrouw C. Schokker-Strampel en de heer J.A. Jorritsma Wat willen we bereiken met dit programma en wat mag het kosten? Met het economisch beleid van de provincie werken we aan welzijn en welvaart voor de hele Friese samenleving. We leveren een bijdrage aan het versterken van de economische structuur en streven daarbij naar het vergroten van de werkgelegenheid. Doel is een duurzame economische ontwikkeling van Fryslân, op een Frysk eigen wijze. Hierbij zetten we nadrukkelijk in op een transitie naar een economie die gebaseerd is op kennis en innovatie. Dit is uitgewerkt in de economische beleidsvisie Dit beleid is geconcretiseerd in de thema s watertechnologie, agrofood, zorgeconomie, toerisme en recreatie, duurzame energie en een aantal algemene onderwerpen. Middelen en instrumenten In de economische beleidsvisie zijn de middelen op een rijtje gezet. Voor de nieuwe Europese programmaperiode hoopt de provincie wederom een deel van de Europese structuurfondsen en cohesiegelden naar Noord-Nederland te halen. Duidelijk is al wel dat er ten opzichte van de huidige periode ( ) minder geld beschikbaar komt voor Friese projecten. De lobby hiervoor is in volle gang. Wij zijn bezig om twee nieuwe instrumenten op te zetten: het Doefonds en het Fûns Skjinne Fryske Enerzjy (FSFE). De inzet van Nuon-middelen wordt betrokken bij de investeringsagenda Wurkje foar Fryslân. Beleidsvelden Beleidsveld 6.1 Bedrijvigheid gaat over onze algemene inzet voor de Friese economie. Ook lichten we hier drie van de vijf beleidsprioriteiten toe: watertechnologie, agrofood, zorgeconomie. In beleidsveld 6.2 Toerisme en recreatie gaan we in op toerisme, waaronder het Friese Merenproject. Beleidsveld 6.3 Duurzame energie behandelt de initiatieven om het gebruik van duurzame energie te stimuleren. Totaal baten en lasten programma 6 Economie, toerisme en recreatie Bedragen x 1.000,- Realisatie Bedrijvigheid Toerisme en recreatie 6.3 Duurzame energie Totaal baten Bedrijvigheid Toerisme en recreatie 6.3 Duurzame energie Totaal lasten Saldo

94 Beleids- en normenkader Provinciale verordeningen en nota s Vastgesteld door PS op Plan van aanpak Friese Meren 20 december 2000 Koers op Fryslân, Friese Merenproject 2e fase februari 2007 Herijking, prioritering en programmamanagement 2 e fase Friese 5 november 2008 Merenproject Evaluatie van het Friese Merenproject februari 2011 Uitvoeringsprogramma Friese Merenproject november 2011 (actualisatie in 2013) Agenda Netwerk Noordoost (ANNO) 21 december 2011 Convenant A7-zone februari 2006 Convenant Westergozone maart 2007 Uitvoeringsplan Fan Fryslân 22 september 2010 Uitvoeringsagenda Fryslân Toeristische Topattractie 9 februari 2011 (actualisatie in 2013) Beleidskader REP 25 januari 2012 Beleidsvisie Economie 19 september 2012 Beslisdocument Fûns Skjinne Fryske Enerzjy 27 februari 2013 Investeringsagenda Drachten-Heerenveen 3 juli 2013 Voorzien in 2013 Uitvoeringsprogramma Duurzame energie 16 oktober 2013 Businessplan Fûns Skjinne Fryske Enerzjy 16 oktober 2013 Doefonds 16 oktober 2013 Midterm review Uitvoeringsprogramma Friese Merenproject oktober Toeristisch programma Wadden 16 oktober 2013 Uitvoeringsprogramma Agrofood 27 november 2013 Uitvoeringsprogramma Recreatie en Toerisme 27 november 2013 Investeringsplan Breedbandinfrastructuur in Fryslân 27 november 2013 Stimuleringsprogramma Wifi 18 december 2013 De Nieuwe Afsluitdijk 2 e helft 2013 Door GS vastgestelde uitvoeringsregelingen/nota s Vastgesteld door GS op Subsidieregeling Toerisme Natuurlijk Fryslân (STINAF) 23 juni 2009 (actualisatie in 2013) Uitvoeringsplan Fan Fryslân 22 september 2010 (loopt af in 2014) Subsidieregeling elektrificering Friese verhuurvloot 12 april 2011 Uitvoeringsagenda elektrisch varen februari 2012 Subsidieregeling stimuleren elektrisch varen 24 april 2012 Notitie Sinnestroom 24 april 2012 Subsidieregeling stimuleren oplaadpunten elektrisch varen 26 juni 2012 Actieplan aansluiting economie en arbeidsmarkt December 2012 Uitvoeringsplan De Nieuwe Afsluitdijk Januari 2013 In 2014 aan Provinciale Staten voor te leggen nota s: Uitvoeringsprogramma Watertechnologie (tweede helft 2014) De economische uitvoeringsprogramma s Duurzame energie, Agrofood en Gastvrij Fryslân (recreatie en toerisme) worden in het najaar van 2013 door Provinciale Staten behandeld. Over de planning van alle uitvoeringsprogramma s economie hebben Provinciale Staten een afzonderlijke brief ontvangen (kenmerk ). 93

95 Beleidsveld 6.1 Bedrijvigheid Wat willen we bereiken? Onder dit beleidsveld vallen de beleidsprioriteiten watertechnologie, agrofood en zorgeconomie. Daarnaast is er een generiek stimuleringsbeleid. Hieronder vallen de activiteiten die niet direct binnen een speerpunt vallen, zoals het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Watertechnologie Doel is de huidige basis uit te bouwen tot een Europese Watertechnologiehub, met Leeuwarden als fysieke kern. We willen de watercampus realiseren, met Fryslân als proeftuin voor innovatieve watertechnologie. We willen valorisatie (van kennis naar kassa) van de excellente kennispositie watertechnologie naar meer bedrijvigheid en werkgelegenheid. Tot slot streven we naar een hoogwaardige watertechnologiesector met kenniswerkers in 2020 en een forse toename van werkgelegenheid bij de toeleverende maakindustrie en dienstverlening. Agrofood Hoofddoel is de kracht en het innovatieve vermogen van de Friese agrofoodsector verder uit te bouwen voor behoud en groei van de werkgelegenheid. Daarnaast willen we de beschikbaarheid bevorderen van goed gekwalificeerd personeel en een goede, flexibele, ook internationaal aansprekende, kennisinfrastructuur. Zorgeconomie Het belang van de zorgeconomie voor de sociaal-economische ontwikkeling van Fryslân neemt naar verwachting de komende jaren alleen maar toe. De provincie ziet volop kansen voor initiatieven en concepten die leiden tot meer bedrijvigheid en werkgelegenheid. Vooral de aansluiting met agrofood (gezonde voeding) biedt volop kansen in Fryslân. Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Watertechnologie Wij zetten ons in voor een langjarige financiering van Wetsus-onderzoek tot 2020 uit REP, rijksmiddelen en Europese middelen. Wij faciliteren de valorisatie van de excellente kennispositie naar meer bedrijvigheid en werkgelegenheid. Door actieve projectverwerving en adviezen zorgen wij dat de aanwezige Europese, nationale en regionale budgetten goed worden benut. Wij stimuleren en faciliteren de samenwerking in het watertechnologiecluster. Wij spelen een actieve rol in de internationale profilering en branding van de Europese watertechnologiehub. Agrofood Wij stimuleren projecten die bijdragen aan een duurzame, innovatieve voedselketen. Hiertoe is door de drie noordelijke provincies het cluster agrofood/biobased economy in het leven geroepen. Wij zetten in op de verdere ontwikkeling van de Dairy Campus, waarbij de hele agrofoodketen in beeld is. Wij ondersteunen het onderwijsveld, kennisinstellingen en bedrijfsleven om een stevige, flexibele kennisinfrastructuur voor de agrofood op te zetten. Het initiatief van de Dairy Chain Friesland sluit hier goed bij aan. In het uitvoeringsprogramma Agrofood is dit project verder toegelicht. 94

96 Zorgeconomie Wij willen voor het speerpunt zorgeconomie eerst het complete speelveld in kaart brengen inclusief de rol die wij kunnen spelen, alvorens een besluit te nemen over het opstellen van een zelfstandig uitvoeringsprogramma zorgeconomie. De zorg en de zorginfrastructuur en daarop aansluitend de zorgeconomie zijn op dit moment sterk aan ontwikkelingen onderhevig. Dit is mede ingegeven door de drie decentralisaties, de gevolgen van de krimp, de bezuinigingen en gevolgen van rijksbeleid op de Friese zorginfrastructuur. Bij de uitwerking van het thema zorgeconomie wordt gekeken naar dwarsverbanden met de andere economische thema's zoals o.a. agrofood, toerisme en aansluiting passende beroepen en onderwijsstructuur. We werken aan een vervolg op het netwerk Healthy Ageing Network North Netherlands (HANN2), waarin Fryslân, Groningen en Drenthe gezamenlijk participeren. Dit netwerk legt de focus op innovatieve productontwikkeling en business development gericht op gezond ouder worden. Wij betrekken de Friese partijen nog beter bij dit netwerk. Onderwijs en arbeidsmarkt We stimuleren de ontwikkeling van een ecosysteem in Drachten (zie de paragraaf Grote projecten). We geven mede gestalte aan de ontwikkeling van het Centrum Duurzaam waarbij we aansluiten op het project E-college dat gericht is op het duurzaam invoeren van nieuwe technieken in het mbo. We vertalen de ambities zoals geformuleerd in de Techniekagenda Noord Nederland. Deze techniekagenda speelt in op de toekomstige tekorten in de technieksectoren en is onze bijdrage aan het Nationaal Techniekpact We participeren in de stuurgroep van het project Technisch Beroepsonderwijs in Fryslân. Dit project heeft als doel om enerzijds de techniekroutes in het vmbo aantrekkelijker te maken en anderzijds om de instroom in techniekopleidingen te verhogen. Met dit project wordt al ingespeeld op de ambities zoals geformuleerd in de Techniekagenda Noord Nederland. In samenwerking met UWV, gemeenten, onderwijsveld en bedrijfsleven spelen we in op de jeugdwerkloosheid. Met de landelijk en lokaal beschikbare middelen initiëren we projecten om de positie van jongeren op de arbeidsmarkt te versterken. Lobby Europees geld We zetten ons in om ook voor de periode over Europese middelen (EFRO en Interreg) te beschikken. Hiervoor zijn verschillende lobbyacties gaande. Daarnaast werken we in SNN-verband aan de nieuwe Operationele Programma s EFRO, Interreg, ESF en POP. In 2014 starten de nieuwe programma s. Zie ook hieronder bij de onderwerpen uit de Kadernota Samenwerking met gemeenten De vier grote gemeenten Leeuwarden, Heerenveen, Smallingerland en Súdwest-Fryslân (F4) hebben een gezamenlijk rapport opgeleverd over de verkenning naar de economische samenwerking. Deze verkenning wordt in 2014 uitgevoerd. De regie ligt bij de gemeenten. Ondernemersplein Fan Fryslân In het Ondernemersplein werken de Kamer van Koophandel, NOM, Syntens en de provincie samen. Het convenant tussen de vier partijen over de samenwerking in het Ondernemersplein loopt eind 2013 af. Over de rol van de provincie na 1 januari 2014 is nog geen besluit genomen. Dit is mede afhankelijk van het fusieproces tussen Kamer van Koophandel en Syntens die zich nadrukkelijker willen manifesteren via het Ondernemersplein. Het is de verwachting dat de provincie zich gaat terugtrekken als partner en meer op afstand gaat staan. 95

97 Grote projecten Deze projecten worden beschreven in de paragraaf Grote projecten. Voor beleidsveld 6.1 zijn de volgende projecten relevant: Heerenveen, stad van sport (Nieuw Thialf) Europese watertechnologiehub Dairy Campus Fryslân Breedbandinfrastructuur in Fryslân Innovatiecluster Drachten (voorheen Technocampus) Doefonds Samenwerkingsverbanden De Agenda Netwerk Noordoost (ANNO) en de Samenwerkingsagenda Smallingerland worden behandeld in de paragraaf Samenwerkingsverbanden. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Doelwaarde 2014 Watertechnologie Langjarige financiering Wetsus geregeld Aantal projecten Meer bedrijvigheid en werkgelegenheid geregeld 5 stijging Agrofood Aantal projecten 5 (ketenprojecten en crosssectorale projecten) Zorgeconomie Afbakening van onze rol op het gebied Keuzes gemaakt van de zorgeconomie. Onderwijs en arbeidsmarkt Projecten op het gebied van onderwijs en arbeidsmarkt 7 Toelichting De indicatoren zijn nog in ontwikkeling. Het opstellen van een monitoringskader (met de juiste indicatoren) maakt deel uit van de op te stellen economische uitvoeringsprogramma s. Voorstellen kadernota 2014 / investeringsagenda Wurkje foar Fryslân Nieuw Thialf Vooruitlopend op de behandeling van de Kadernota 2014 hebben Provinciale Staten op 26 juni 2013 besloten een subsidie van 50 miljoen ter beschikking te stellen voor de wedstrijdhal Thialf. Dit bedrag wordt voor 20 miljoen gedekt uit REP (regionaal deel) en voor 30 miljoen uit de reserve Nuon. Provinciale Staten stemden in met de deelneming in de Thialf-rechtspersonen, in de plaats van Aegon en Essent, tegen een bedrag van 4 miljoen. Zie ook paragraaf 9 Grote projecten. Cofinanciering POP3, Waddenfonds, EFRO en Interreg Om ook vanaf 2014 weer aanspraak te kunnen maken op de Europese programma s en het Waddenfonds is eigen provinciaal cofinancieringsbudget nodig. Hiervoor is op basis van de Kadernota 2014 voor de jaren 2014 en 2015 een bedrag van 7 miljoen. in de begroting opgenomen. Daarmee wordt ingezet op de beleidsprioriteiten in de beleidsvisie Economie, de nota Natuer en Lanlik gebiet en de Landbouwagenda. Brede regiomarketing Dit voorstel gaat in op de ondersteuning van één brede regiomarketingorganisatie voor Fryslân. Het gaat in totaal om een bedrag van ,- verdeeld over vier jaar in de periode Per 1 januari 2014 staat er een robuuste regiomarketingstructuur voor geheel Fryslân. Hierin zijn de activiteiten van Beleef Friesland, Tourist Info Fryslân en Fan Fryslân geïntegreerd. Doelgroepen zijn bezoekers, bedrijven en bewoners. Deze middelen zijn, in afwachting van een afzonderlijk Statenvoorstel, voorwaardelijk geraamd in programma 10 Algemene dekkingsmiddelen. 96

98 Investeringsagenda Smallingerland De investeringsagenda wordt behandeld in de Kadernota In het verlengde daarvan hebben Provinciale Staten op 3 juli 2013 via een afzonderlijk Statenvoorstel de Investeringsagenda Drachten-Heerenveen vastgesteld. Deze agenda is gericht op het versterken van kansrijke economische clusters en het openbaar vervoer. In totaal gaat het om een bedrag van 75,9 miljoen, inclusief verbetering binnenhaven Drachten: RSP-investeringsagenda: 24 miljoen; RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen: 25,5 miljoen; uitvoering Samenwerkingsagenda Heerenveen voor RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen: 15 miljoen (dekking reserve Nuon) Uitvoering Samenwerkingsagenda Smallingerland: 10,75 miljoen voor Oostelijke Poort Merengebied (dekking reserve Nuon); 0,65 miljoen voor quick win verbeteren binnenhaven Drachten (dekking uit reserve Nuon). In het najaar van 2013 ontvangen Provinciale Staten een plan van aanpak voor de uitvoering van de betreffende projecten. Zie ook paragraaf 9 Grote projecten. Nederlandse kredietbankmiddelen MKB Fryslân (amendement PS ) Bij de behandeling van de kadernota 2014 hebben Provinciale Staten besloten om 5 miljoen bij te dragen aan het fonds van de Nederlandse Kredietbank (NKB). Het fonds wordt opgericht om te voorkomen dat MKB-bedrijven in Fryslân omvallen. Vanuit dit fonds leent de NKB aan (door)startende mkb ers. Het bedrag van 5 miljoen is geraamd in programma 11 (dekking reserve Nuon). Traineeships in Fryslân (amendement PS ) Op 3 juli 2013 hebben Provinciale Staten op basis van amendement besloten een bedrag van 5 miljoen beschikbaar te stellen voor een traineeship van één jaar voor jonge mensen, die recentelijk zijn afgestudeerd aan het mbo, hbo of wo. Het betreft een traineeship bij profit- en non-profitorganisaties. Het geld wordt beschikbaar gesteld omdat jong geschoolde mensen die in de toekomst van groot belang zijn voor onze regio, moeilijk werk kunnen vinden. Het bedrag van 5 miljoen is geraamd in programma 11 (dekking reserve Nuon). Generiek programma bedrijvigheid en samenleving In de kadernota 2013 was de Staten een programma bedrijvigheid en samenleving beloofd, als één van de uitvoeringsprogramma s van de economische beleidsvisie. Wij hebben echter gemeend eerst de specifieke speerpunten in een programma uit te werken alvorens een generiek programma op te stellen. Breedbandinfrastructuur Fryslân Dit voorstel uit de kadernota 2014 wordt betrokken bij de investeringsagenda Wurkje foar Fryslân. Zie ook paragraaf 9 Grote projecten. 97

99 Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Overlopende passiva Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Reserves Overlopende passiva Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting De tijdelijke budgetten nemen af vanaf 2013 door het aflopen van Fryslân Fernijt III en de afname van de jaarlijkse decentralisatie-uitkering van het Waddenfonds. De overlopende passiva hebben betrekking op het Waddenfonds en Fryslân Fernijt III. Voorstellen kadernota 2014 / investeringsagenda Wurkje foar Fryslân In bovenstaande tabel zijn de ramingen voor onderstaande onderwerpen uit de kadernota 2014 verwerkt. Onderwerp bedragen x 1.000,- Cofinanciering POP3, Waddenfonds, EFRO en Interreg Innovatiecluster Drachten (afzonderlijk Statenvoorstel PS , totaal 8 mln. uit RSP-REP) Samenwerkingsagenda Smallingerland (afzonderlijk Statenvoorstel PS ) Nieuw Thialf (afzonderlijk Statenvoorstel PS ) Dekking S/T Vrij aanwendbare reserve RSP-REPmiddelen T T Reserve Nuon T Reserve Nuon T Beleidsveld 6.2 Toerisme en recreatie Wat willen we bereiken? De sector recreatie en toerisme moet een proactieve en volwaardige sector worden. Daarnaast wil de provincie de werkgelegenheid in deze sector laten groeien. Toerisme en recreatie zijn van groot belang voor de werkgelegenheid in Fryslân. Van de beroepsbevolking in Fryslân werkt ongeveer 7% in de toeristische sector. De totale bestedingen in deze sector bedragen in Fryslân jaarlijks 1 miljard. 98

100 Programma Gastfrij Fryslân Met het programma Gastfrij Fryslân willen we het aantal bezoekers met 5% per jaar laten toenemen. Dit willen wij realiseren door: meer (inter)nationale voorstellingen; versterking van de toeristische basis- en kennisinfrastructuur; de sector te helpen om slimme verdienmodellen te ontwikkelen; een kwaliteitsverbetering en verduurzaming van de recreatief-toeristische sector. Toeristisch programma Friese Wadden De omzet en werkgelegenheid in de toeristische sector wordt aangeduid als Bruto Toeristisch Product (BTP). Het streven is om dit BTP in 2020 op de Waddeneilanden minimaal op hetzelfde niveau te houden als in het topjaar Voor de kustgemeenten streven we een groei na van 20% ten opzichte van Het Friese Merenproject Dit project wordt behandeld in paragraaf 9 Grote projecten. Wat gaan we daarvoor doen in 2014? We voeren het huidige beleid uit via het Friese Merenproject en het Toeristisch programma Friese Wadden. In november 2013 wordt het uitvoeringsprogramma Gastvrij Fryslân aan de Staten voorgelegd. Dit nieuwe programma borduurt voort op de nota Fryslân Topattractie van Nederland en Fan Fryslân. Uitvoeringsprogramma Gastvrij Fryslân Wij zetten in op een forse toename van (internationale) bezoekers op basis van interessante voorstellingen met (inter)nationale allure. Wij willen jaarlijks minstens één internationale toeristische topvoorstelling naar onze provincie halen. De recreatief-toeristische basisinfrastructuur wordt versterkt door de volgende acties: Per 1 januari 2014 staat er een robuuste regiomarketingstructuur voor geheel Fryslân. Hierin zijn de activiteiten van Beleef Friesland, Tourist Info Fryslân en Fan Fryslân geïntegreerd. De programmalijn Friese Wouden ontwikkelen wij verder in nauwe samenwerking met de Zuidoost-gemeenten en de stakeholders. De programmalijn Elfsteden gaan wij verder vormgeven op projectniveau en binnen de nieuwe regiomarketingstructuur. Het Toeristisch Programma Friese Wadden staat in de startblokken. Wij gaan samen met de Friese gemeenten en het Friese toeristische bedrijfsleven de huidige routenetwerken wandelen, fietsen en varen robuuster maken. Het streven is een positie in de top drie van de kwaliteitsmonitor in Wij gaan een programma opzetten om de witte plekken binnen de huidige routenetwerken te verwijderen. Wij zorgen voor een toeristische koepeldatabase. Dit heeft als doel het kennisniveau over het Friese toerisme onder de gemeenten en het bedrijfsleven een impuls te geven. Wij brengen in 2014 een toerismeatlas uit en gaan zorgen voor een monitoringsysteem. Wij organiseren verschillende expertsessies om de sector recreatie en toerisme te helpen nieuwe en slimme verdienmodellen te ontwikkelen waar de gebruikers actief aan bijdragen. Uitvoering Toeristisch Programma Wadden Provincie en gemeenten gaan samen met andere stakeholders aan de slag met projecten uit het Toeristische Programma Friese Wadden. Waar mogelijk wordt het Waddenfonds hiervoor ingezet, maar wellicht ook Europese middelen. De organisatie van het Toeristisch Programma Wadden sluit aan op de streekagenda s. We werken ook aan waddenbrede projecten, samen met andere provincies en Werelderfgoed Waddenzee- 99

101 partners. Deze samenwerking volgt op de duurzame toerismestrategie voor het Werelderfgoed Waddenzee die begin 2014 internationaal wordt vastgesteld. Zie ook hieronder bij de onderwerpen uit de kadernota 2014 / investeringsagenda Wurkje foar Fryslân. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Doelwaarde 2014 Gastvrij Fryslân Toename aantal bezoekers per jaar 5% Gastvrij Fryslân Internationale toeristische topvoorstelling in 1 Fryslân Voorstellen kadernota 2014 / investeringsagenda Wurkje foar Fryslân Stagnerende projecten recreatie en toerisme ( quick win ) Er is sprake van een cluster van een tiental relatief kleine toeristische projecten die uitvoeringsgereed zijn en waarvoor de cofinanciering gereed is. Deze kunnen echter niet uitgevoerd worden door de uitputting van de PMJP-budgetten. Het zijn veelal gemeentelijke projecten die goed aansluiten bij het provinciaal beleid. Met een provinciale bijdrage van ,- kan een investering worden losgetrokken van 2,7 miljoen. Door de uitputting van de PMJP-middelen is er ook stagnatie in de uitrol van vuilwaterafvoersystemen in havens. Met een provinciale bijdrage van 1 miljoen kunnen 10 tot 15 projecten samen met gemeenten en Wetterskip uitgevoerd worden. In totaal is in deze begroting op basis van de Kadernota 2014 voor de jaren 2013 en 2014 een bedrag van bijna 1,7 miljoen opgenomen (dekking reserve Nuon). Subsidieregeling Toerisme Natuurlijk Fryslân ( quick win ) Met de subsidieregeling Toerisme Natuurlijk Fryslân (STINAF) wordt de sector recreatie en toerisme gestimuleerd om extra te investeren in de verduurzaming en kwaliteitsverbetering van de bedrijfsvoering. De regeling is in 2012 gestopt. Op basis van de Kadernota 2014 is in de begroting voor de jaren een bedrag van 6 miljoen opgenomen (dekking reserve Nuon). Daarmee wordt een impuls gegeven aan de werkgelegenheid in de sector. Toeristisch Programma Wadden Met gerichte strategische projecten en acties willen we met dit programma de economische positie van de toeristisch-recreatieve sector in de waddengemeenten versterken. Voor 2014 ligt de nadruk op de organisatie en voorbereiding van projecten. Het voorstel betreft de voorbereidingskosten van ,-. Deze middelen zijn, in afwachting van een afzonderlijk Statenvoorstel (Toeristisch programma Wadden), als voorwaardelijk geraamd in programma 10 (dekking vrij aanwendbare reserve). Stimuleringsprogramma Wifi Met het stimuleringsprogramma Wifi wordt de beschikbaarheid van Wifi in de publieke ruimte in toeristische gebieden geregeld. Een bedrag van ,-. is, in afwachting van een afzonderlijk Statenvoorstel, als voorwaardelijk geraamd in programma 10 (dekking vrij aanwendbare reserve). De kosten betreffen een grootschaliger uitrol in de provincie. 100

102 Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Overlopende passiva Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Reserves Overlopende passiva Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting In 2014 is ten opzichte van 2012 en 2013 sprake van een aanzienlijke stijging van de lasten. Na 2015 doet zich vervolgens een sterke daling voor naar een structureel lager niveau. Dit wordt verklaard door het Friese Merenproject dat in 2014 volop in de uitvoeringsfase is beland en in 2016 wordt afgerond. De tijdelijke budgetten voor het Friese Merenproject worden hierdoor fors aangesproken. Aan de batenkant leidt dit ook tot tijdelijk hogere baten door bijdragen van derden. De overlopende passiva hebben betrekking op de Subsidieregeling Toerisme Natuurlijk Fryslân Voorstellen kadernota 2014 / investeringsagenda Wurkje foar Fryslân In bovenstaande tabel zijn de ramingen voor onderstaande onderwerpen uit de kadernota 2014 verwerkt. Dekking reserve Nuon bedragen x 1.000,- Stagnerende projecten recreatie en toerisme ( quick win ) Subsidieregeling Toerisme Natuurlijk Fryslân STINAF ( quick win ) S/T T T Beleidsveld 6.3 Duurzame energie Wat willen we bereiken? Inzetten op groene groei is een maatschappelijke uitdaging. Vergroening van de energievoorziening is daar een belangrijk onderdeel van. Fryslân wil en kan hierin een prominente rol spelen. Niet alleen vanuit een zorg voor de leefomgeving, maar ook vanuit het besef dat deze transitie voor de economie enorme kansen biedt. Fryslân wil samen met de Noord-Nederlandse partnerprovincies in het Energy Valleygebied koploper en natuurlijk laboratorium zijn in de energietransitie. Hierbij wordt de verbinding met andere Friese speerpuntsectoren zoals agrofood en watertechnologie steeds belangrijker. 101

103 Energiebesparing en duurzame energie De provincie neemt de doelstelling vanuit de EU en richt zich op een energiebesparing van 20% ten opzichte van Wij zetten in op de thema s energiebesparing in de woningvoorraad, maatschappelijk vastgoed, zakelijk vastgoed, landbouw, mobiliteit en circulaire economie. Daarnaast willen we in % van onze energie duurzaam opwekken. In de energiemix richten wij ons op de thema s wind, zon, warmte, energie uit biomassa en kleinschalige en lokale initiatieven. Energiegerelateerde banen Naast de twee energiedoelstellingen is ons doel om in 2020 in totaal energiegerelateerde banen (in alle lagen van de bevolking) in Fryslân te realiseren. Met dit doel richten wij ons ook op het versterken van de innovatiepositie van onze provincie. Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Om onze doelen te bereiken, moeten we ons bewust zijn van onze rol in de energietransitie. Deze rollen zijn per thema, per project en per fase in de uitvoering van het programma verschillend. De provincie faciliteert, jaagt aan, is opdrachtgever en treedt op als bevoegd gezag. Ons financiële instrumentarium krijgt in 2014 een forse impuls met de inwerkingtreding van het Fûns Skjinne Fryske Enerzjy (FSFE). In veel gevallen zullen wij een rol spelen in de voorbereiding van businesscases die vervolgens kunnen worden overgedragen aan de fondsbeheerder van het FSFE. Ook spelen wij een rol in het faciliteren van lokale, kleinschalige initiatieven. Wij zetten het Doefonds en Fryslân Fernijt in om innovaties in het Friese MKB te bevorderen. Wij intensiveren onze contacten met onze partners en maken daarin heldere uitvoeringsafspraken. Onze primaire partners zijn de Friese gemeenten, Energy Valley, de NOM, de provincies Groningen, Drenthe en Noord-Holland, het Friese MKB, de Friese Milieu Federatie, Doarpswurk, de Friese kennisinstellingen, woningbouwcorporaties, de zuivelsector en Alliander. Wij versterken onze netwerken in Den Haag en Brussel en zoeken gericht naar mogelijkheden voor (inter)nationale samenwerking en verwerving van Europese middelen voor de nieuwe programmaperiode. Doelstelling 1: energiebesparing Er worden corporatiewoningen en particuliere woningen verbeterd met minimaal twee energielabels. We voeren de Fryske Challenges uit op de terreinen water en energie voor Friese scholen. Mede op basis van deze resultaten maken we een plan van aanpak voor de grootschalige aanpak van maatschappelijk vastgoed. Wij voeren het Koploperproject en het project Boppeslach uit. Hierin werken ruim 300 Friese bedrijven aan energiebesparing en verduurzaming van hun zakelijk vastgoed. In 2014 participeren er 150 agrariërs in studiegroepen ter bevordering van energiebesparing in hun bedrijfsvoering. 100 agrariërs maken hun bedrijf 20% energiezuiniger. Wij richten ons binnen duurzame mobiliteit verder op de toepassingsmogelijkheden van Liquified Natural Gas (LNG) in de scheepvaart en het zwaardere wegtransport. Wij zetten met onze partners een Centre of Expertise op rondom duurzaam varen. Wij onderzoeken verder de mogelijkheden van duurzame brandstoffen binnen de concessie Zuidoost-Fryslân. Wij dragen op basis van marktvragen bij aan de verdere vormgeving van businesscases rondom energiebesparing (woningvoorraad, maatschappelijk vastgoed, zakelijk vastgoed, landbouw, mobiliteit en circulaire economie) voor het FSFE. 102

104 Doelstelling 2: energieproductie Na vaststelling van de structuurvisie voor windenergie ontwikkelen we een gedragen sanerings- en participatiemodel. De structuurvisie Windenergie wordt naar verwachting in het voorjaar van 2014 door Provinciale Staten behandeld. Zie hiervoor programma 9. Wij ontwikkelen samen met corporaties en zorginstellingen een plan voor zonnestroom voor corporatiewoningen. Wij faciliteren lokale en kleinschalige initiatieven, in nauwe samenwerking met de Enerzjy Kooperaasje Fryslân (EKF), de Energiewerkplaats, de Friese Milieufederatie en Doarpswurk. Wij dragen op basis van marktvragen bij aan de verdere vormgeving van businesscases rondom energieproductie (wind, zon, warmte en biogas) voor het FSFE. Het uitvoeringsprogramma Duurzame energie wordt naar verwachting in het najaar van 2013 door Provinciale Staten behandeld. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Doelwaarde 2014 Besparing energie Energiebesparing in PJ per jaar Verdere energiebesparing Productie duurzame energie Duurzame energieproductie in PJ per jaar Hogere duurzame energieproductie Werkgelegenheid Aantal arbeidsplaatsen Stijging aantal arbeidsplaatsen Toelichting In het uitvoeringsprogramma staan de volgende doelen centraal: 20% reductie van het energieverbruik in 2020 ten opzichte van 2010, uitgedrukt in PJ. 16% duurzame energieproductie in 2020, uitgedrukt in PJ energiegerelateerde banen in 2020, uitgedrukt in arbeidsplaatsen. Om te bepalen of we deze doelen (tijdig) gaan halen, gaan we de effecten van de uitvoering van het programma monitoren. Aangezien de effecten vaak op langere termijn zichtbaar worden, meten we om de twee jaar. We voeren in de programmaperiode drie effectmetingen uit, waarvan de eerste als nulmeting per 1 januari 2014 plaatsvindt. De tweede meting is op 1 januari 2016 en de derde en laatste is op 1 januari De trend van deze metingen willen we gaan doortrekken naar 2020, zodat we een goede indicatie krijgen of de beoogde doelen in 2020 gehaald worden. Voorstellen kadernota 2014 / investeringsagenda Wurkje foar Fryslân Programma duurzame energie De samenwerkingsagenda op het gebied van water en energie met de gemeente Leeuwarden wordt gecontinueerd voor de periode Op basis van de kadernota 2014 is hiervoor voor de jaren 2016 en 2017 een bedrag van 1 miljoen in de begroting opgenomen (dekking vrij aanwendbare reserve). 103

105 Versnelde verbetering energieprestaties woningvoorraad (initiatiefvoorstel PS ) Bij de behandeling van de kadernota hebben Provinciale Staten op basis van een initiatiefvoorstel besloten een bedrag van 11,85 miljoen beschikbaar te stellen voor een nieuwe subsidieregeling (dekking reserve Nuon). Deze stimuleringsregeling voor het energiezuiniger maken van Friese woningen zal een impuls geven aan de Friese economie. Het bedrag van 11,85 miljoen voor de versnelde verbetering van energieprestaties van de woningvoorraad (initiatiefvoorstel PS ) is in programma 11 geraamd. Grote projecten Nieuwe Afsluitdijk en Fûns Skjinne Fryske Enerzjy Deze grote projecten worden behandeld in paragraaf 9 Grote projecten. Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Tijdelijke budgetten Overlopende passiva Totaal baten Tijdelijke budgetten Overlopende passiva Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting In 2013 is incidenteel een decentralisatie-uitkering Sterke regio s ontvangen. De overlopende passiva hebben betrekking op Duurzame Energie Elektrisch Voortbewegen. Voorstel kadernota 2014 / investeringsagenda Wurkje foar Fryslân In bovenstaande tabel is de raming van onderstaand onderwerp uit de kadernota 2014 verwerkt. Dekking vrij aanwendbare reserve S/T bedragen x 1.000,- Programma duurzame energie T

106 1.7 Programma 7 Sociaal beleid en zorg Portefeuillehouder: mevrouw C. Schokker-Strampel Wat willen we bereiken met dit programma en wat mag het kosten? Dit programma richt zich op het welzijn en welbevinden van alle inwoners van Fryslân. De beleidsterreinen Sociaal beleid en zorg zijn geen kerntaken meer van de provinciale overheid. Voor het sociaal beleid wordt daarom geen zelfstandig beleid meer ontwikkeld. De sociale en zorgcomponent integreren we de komende jaren in andere provinciale beleidsterreinen en kerntaken. Jeugdzorg De wettelijke taken voor de jeugdzorg in onze provincie worden vanaf 2015 overgedragen aan de gemeenten in Fryslân. Samen met de gemeenten werken we in 2014 aan een zorgvuldige overdracht. Tot de overdracht is de provincie verantwoordelijk voor de uitvoering van wettelijke jeugdzorgtaken. Dit houdt in dat wij verantwoordelijk zijn voor de veiligheid en zorg voor jeugdigen met zware opvoed- en of groeiproblemen. Het gaat om de toegang tot zorg van Bureau Jeugdzorg en de uitvoering van de zorg door Jeugdhulp Friesland, de jeugdzorgaanbieder. Sport in Fryslân We willen een goed sportklimaat in Fryslân. Hierbij moeten alle inwoners in de gelegenheid zijn op een passende manier te sporten en te bewegen. In dit sportklimaat nemen de Friese sporten een belangrijke plaats in. Totaal baten en lasten programma 7 Sociaal beleid en zorg Bedragen x 1.000,- Realisatie Sociaal beleid Jeugdzorg Sport Totaal baten Sociaal beleid Jeugdzorg Sport Totaal lasten Saldo Toelichting Tot het jaar 2015 blijft de provincie verantwoordelijk voor de uitvoering van de provinciale jeugdzorg. De doeluitkering van het rijk is tot en met 2014 begroot bij zowel de baten als de lasten. 105

107 Beleids- en normenkader Kaderstellende beleidsnota s/relevante wetten en regelingen Relevante Europese en nationale wetten en regelingen Wet maatschappelijke ondersteuning Wet op de jeugdzorg Provinciale verordeningen en beleidsnota s Vastgesteld door PS op Sociale Agenda december 2007 Verlenging Sociale Agenda mei 2012 Transitie Sociaal beleid en zorg 23 januari 2013 Sportnota Sport beweegt Fryslân mei 2009 (Actualisatie in 2013) Sportnota (op basis van evaluatie Sportnota November en scenario 2 van de takendiscussie) Door GS vastgestelde uitvoeringsregelingen/beleidsnota s Vastgesteld door GS op Uitvoeringsprogramma Sport 2014 december 2013 Olympisch plan Fryslân juni 2012 Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2014 september 2013 Beleidsveld 7.1 Sociaal beleid Wat willen we bereiken? De provincie wil dat er een goede kwaliteit, spreiding, bereikbaarheid en toegankelijkheid is van welzijn- en zorgvoorzieningen. Dit binnen een passende woon- en leefomgeving. Hierbij zijn alle inwoners in de gelegenheid om in sociale verbanden te leven en deel te nemen aan de samenleving. Sociaal beleid is in 2016 geen zelfstandig beleid meer, maar een integraal onderdeel van andere beleidsvelden. De sociale en zorgcomponent integreren we de komende jaren in andere provinciale beleidsterreinen en kerntaken. Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Transitie Sociaal beleid en zorg We stimuleren de samenwerking tussen provincie, gemeenten en maatschappelijke en steunorganisaties voor een verantwoorde transitie Sociaal beleid en zorg. We stimuleren dat sociale en zorgaspecten worden meegenomen in nieuwe nota s. Na vaststelling van de Verordening en Uitvoeringsregeling wordt het budget sociale kwaliteit opengesteld voor het subsidiëren van sociale interventies. In samenwerking met gemeenten wordt de Sociale Spiegel ingericht en de wettelijke taak voor steunfunctiewerk verder gedefinieerd. De Sociale Spiegel van Fryslân beschrijft en analyseert de leefsituatie van de Friese bevolking. De uitvoering van het sociaal beleid en het zorgbeleid krijgt een volwaardige plek in de streek- en samenwerkingsagenda s. Jeugd en gezin De provincie stimuleert een ondersteunt gemeenten, Centra Jeugd en Gezin en (onderwijs)instellingen om de methodiek Groei verder in te voeren. We ondersteunen en stimuleren pilots voor beleids- en sturingsinformatie. Dit in relatie tot de Sociale Spiegel. Maatschappelijke participatie Via de toepassing van Social Return geven we concrete invulling aan de inzet van mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Dit doen we in nauwe samenwerking met gemeenten. We stimuleren en ondersteunen gemeenten bij het 106

108 ontwikkelen van SROI-beleid (social return on investment). De provincie werkt samen met de Stellingwerven aan het verbeteren van de sociaal-economische en fysieke omgeving van mensen in een achterstandssituatie. Zorg, welzijn en wonen Met Zorgbelang maken we productafspraken over integrale belangenbehartiging en klachtensignalering en -afhandeling. We ondersteunen de pilot Kaljouw (VWS) waarmee onderwijs- en zorginstellingen een actieve bijdrage leveren aan voldoende en kwalitatief goed personeel om zorg en welzijn te kunnen blijven bieden. De kansen voor sociale interventies worden gesignaleerd en uitgewerkt. Daarbij houden we rekening met de demografische ontwikkelingen en dragen we bij aan een toekomstgerichte leef-en woonomgeving. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Doelwaarde 2014 Jeugd en gezin Maatschappelijke participatie Zorg, welzijn en wonen Aantal (nieuwe) gemeenten waar de signaleringsmethodiek in de voor- en vroegschoolse educatie Groei in uitvoering is Aantal pilots beleid- en sturingsinfo Aantal projecten met Social Return (SR) Aantal ondersteuningsactiviteiten aan gemeenten in kader van SR Aantal projecten die gericht zijn op het voorkomen van overerving van armoede in de Stellingwerven Aantal pilots personeel in de zorg Aantal sociale interventies (projecten) Toelichting De projecten, pilots en activiteiten worden door derden uitgevoerd, waardoor in dit overzicht vooral procesindicatoren en resultaten vermeld staan. De concrete resultaten worden in de bestuursrapportages en jaarverslagen vermeld. Bij de pilots voor beleid- en sturingsinfo gaat het om Wgr-regio s (Wet gemeenschappelijke regeling). Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten

109 Toelichting De daling van het structurele budget ( ) wordt veroorzaakt door het opheffen van het SIF-projectengeld in verband met de bezuiniging op het subsidiebeleid. De tijdelijke budgetten betreffen de middelen voor Transitie Sociaal Beleid en de verplichtingen voor het Sociaal Investerings Fonds (SIF). Beleidsveld 7.2 Jeugdzorg Wat willen we bereiken? We willen bereiken dat jeugdigen in Fryslân opgroeien tot sociale en zelfredzame burgers in een goede en veilige leef- en leeromgeving. Dit willen we realiseren door belemmeringen in de ontwikkeling van jeugdigen en hun opvoeding op te lossen, te verminderen of te compenseren. Dit houdt in dat: elke jeugdige die recht heeft op zorg, zo snel mogelijk een passend zorgaanbod ontvangt en dat deze zorg adequaat en zorgvuldig wordt ingezet; de zorg zo dicht mogelijk bij huis en rond de jeugdige en het gezin wordt georganiseerd; de zorg zo optimaal mogelijk aansluit bij de behoefte van de jeugdige en het gezin; de eigen kracht en sociale netwerken van de jeugdige en het gezin optimaal worden benut; er zo veel mogelijk wordt uitgegaan van één zorgplan voor de jeugdige en het gezin, met één hulpverlener; er voldoende en een kwalitatief goed zorgaanbod is, zodat jeugdigen niet hoeven te wachten op zorg. Wat gaan we doen in 2014? Transitie In mei 2013 is landelijk het Transitieplan Jeugd opgesteld voor de verdere voorbereiding van de invoering van het nieuwe jeugdstelsel per 1 januari De nieuwe Jeugdwet wordt naar verwachting uiterlijk 1 januari 2014 in het Staatsblad gepubliceerd. Vervolgens hebben de gemeenten en het veld een jaar voorbereidingstijd tot het moment van transitie. De provincie bereidt zich voor op de overdracht van de wettelijke jeugdzorgtaken per 1 januari 2015 naar de gemeenten. Dit willen we doen door een bijdrage te leveren aan de totstandkoming van de visie van de Friese gemeenten op het door hen gewenste nieuwe stelsel. Verder moet de provincie de subsidierelaties met de betreffende instellingen tijdig en zorgvuldig beëindigen. Ten slotte moeten we de kwaliteit en de kwantiteit borgen van de provinciale jeugdzorg en de continuïteit van zorg na de transitie. Samen met de gemeenten is er een denktank gestart over de financiën en de sturing en is er een denktank Organisatie samengesteld. We voeren de acties uit het Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2014 uit. Dit uitvoeringsprogramma is een jaarlijkse uitwerking van het provinciaal beleidskader In verband met de transitie per 1 januari 2015 wordt het uitvoeringsprogramma voor de laatste keer opgesteld. Dat doen we samen met gemeenten. Daarbij wordt actief geanticipeerd op de transitie. 108

110 Wat we gaan doen in 2014 is onder meer: zorgen dat jeugdigen binnen negen weken de nodige zorg krijgen, tenzij BJZ Friesland langer wachten verantwoord vindt; het optimaliseren van de aansluiting tussen BJZ en alle Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) en aanpalende terreinen, zoals onderwijs; het zo snel en efficiënt mogelijk laten verlopen van de instroom, doorstroom en uitstroom en de specialistische zorg door het stimuleren van de doorontwikkeling van de CJG s; zorgen dat er jaarlijks door BJZ onderzoeksgegevens worden geleverd over de vraag naar jeugdzorg op korte, middellange en lange termijn; de doorontwikkeling van de informatiedatabanken, genaamd 1 Friese wachtlijst; het blijven sturen op goede afstemming tussen de toegang tot de zorg en het zorgaanbod; het invoeren van de nog ontbrekende prestatie-indicatoren voor zorg die werkt; het evidence based maken van bestaande zorgprogramma s, zoals het Omgangscentrum, de jeugdcoach, de gezinscoach, het programma make up your mind. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Nulmeting Doelwaarden Voldoende aanbod aan provinciaal gefinancierde geïndiceerde jeugdzorg Geen wachtlijsten bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Geen jongere wacht langer dan 9 weken op provinciaal gefinancierde jeugdzorg, tenzij BJZ vindt dat langer wachten verantwoord is Het aantal meldingen (=jongeren) waarbij niet binnen vijf dagen is vastgesteld of die meldingen in onderzoek moeten worden genomen 1 januari 2009: 54 4e kwartaal 2008: n.v.t. n.v.t. 0 0 n.v.t. n.v.t. Toelichting De streefwaarden voor 2015, 2016 en 2017 zijn niet ingevuld omdat de provincie na de overdracht aan de gemeenten per 1 januari 2015 niet meer verantwoordelijk is voor de jeugdzorg. Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Tijdelijke budgetten Voorzieningen Overlopende passiva Totaal baten Tijdelijke budgetten Overlopende passiva Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten

111 Toelichting Voor de uitvoering van de provinciale jeugdzorg krijgen we tot het jaar 2015 een doeluitkering van het rijk. In het verleden is gebleken dat deze uitkering onvoldoende is om de kosten van de jeugdzorg op te kunnen vangen. Wij willen de benodigde omvang en kwaliteit van het jeugdzorgaanbod in Fryslân op peil houden. Daarom willen wij onze autonome bijdrage handhaven op 4 miljoen tot het moment van de overdracht. Dit aanvullend op de doeluitkering die wij van het rijk ontvangen. Vanwege de stelselwijziging wordt met ingang van 2016 een bedrag van 90 miljoen van het provinciefonds overgeheveld naar het gemeentefonds. Deze overheveling wordt door het rijk gezien als vervanging van de inzet van autonome middelen door de provincies. Dit betekent voor Fryslân een bedrag van 4 miljoen. Bij de raming van de uitkering uit het provinciefonds is hiermee rekening gehouden (programma 10). Beleidsveld 7.3 Sport Wat willen we bereiken? We willen een goed sportklimaat in Fryslân, waarbij alle inwoners in de gelegenheid zijn om op een passende manier te sporten en te bewegen. In dit sportklimaat nemen de Friese sporten een belangrijke plaats in. Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Ondersteunen breedtesport via Sport Fryslân We stimuleren de breedtesport door het bieden van professionele ondersteuning aan de betrokken partijen: gemeenten, sportaanbieders, sportbonden, onderwijs, welzijnswerk en bedrijfsleven. Sportstimulering en sportvoorzieningen zijn in eerste instantie een verantwoordelijkheid van gemeenten; de provincie biedt een ondersteunende en aanjagende rol vanuit het expertisecentrum Sport Fryslân. Stimuleren Friese sporten We stimuleren ook in 2014 de Friese sporten kaatsen, fierljeppen, skûtsjesilen, damjen Frysk spul, (school)schaatsen en de Fryske hynstesport. Dit gebeurt door ondersteuning van de Friese sportbonden en het ontwikkelen en uitvoeren van een masterplan Fryske sporten bij Sport Fryslân. Daarnaast is er een subsidieregeling voor bovenlokale evenementen en clinics op het gebied van de Friese sporten. Talentontwikkeling We willen bijdragen aan de ontwikkeling en begeleiding van sporttalenten in Fryslân. Talentontwikkeling is de schakel tussen breedtesport en topsport. We subsidiëren Topsport Noord voor de begeleiding van talentvolle sporters en voor een verbetering van het sportaanbod voor sporttalenten. Het resultaat is een verhoging van de doorstroom naar de topsportstatus. Sportevenementen en sportgala Wij ondersteunen grootschalige sportevenementen in de provincie en de organisatie van een jaarlijks sportgala in Fryslân. Hiermee willen wij de sport en de provincie promoten. Er wordt waarde gehecht aan een grote deelname, veel publieke belangstelling en positieve aandacht in de media. 110

112 Onderwerp Indicator Doelwaarden Stabilisatie of toename van het aantal inwoners in Fryslân dat voldoet aan de Nationale Norm Gezond Bewegen (NNGB ) Terugdringen van het aantal inwoners in Fryslân dat inactief is Stabilisatie/toename van het aantal leden van de Fryske sporten Toename aantal talentvolle sporters in Fryslân Voldoen aan de NNGB jaar jaar Aantal inactieven Ledenaantal - Kaatsen - Fierljeppen - IFKS (skûtsjesilen) - Damjen Frysk spul - Aantal sporttalenten Minimaal stabilisatie van de percentages Percentage inactieven is afgenomen Minimaal stabilisatie van het aantal leden Aantal sporttalenten is toegenomen Toelichting De cijfers van de nulmeting en de doelwaarden per jaar worden gebaseerd op de sportnota die nog in ontwikkeling is. Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Structurele budgetten Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting De tijdelijke budgetten hebben betrekking op de huidige sportnota. 111

113 1.8 Programma 8 Cultuur, taal en onderwijs Portefeuillehouder: mevrouw J.A. de Vries Wat willen wij met dit programma bereiken en wat mag het kosten? Het is nu officieel. Leeuwarden is uitgeroepen tot culturele hoofdstad van Europa in 2018! Hiermee zetten we Leeuwarden en daarom ook Fryslân stevig op de culturele kaart. Niet alleen voor de inwoners van Fryslân en Nederland, maar ook om de rest van Europa (en de wereld) te laten zien wat deze provincie te bieden heeft. En hoe Leeuwarden en Fryslân zich kunnen onderscheiden van daarmee te vergelijken regio s en steden. Met de integrale beleidsnota Grinzen oer, die Provinciale Staten in januari 2013 hebben vastgesteld, is een volgende stap gezet in ons taal-, cultuur- en onderwijsbeleid. Met de nota proberen wij, aan de hand van drie beleidslijnen, over de grenzen van het sectorale beleid heen te stappen. Die lijnen zijn kort gezegd: Meidwaan: dat is wat wij kunnen, daar zit onze kracht; Mienskip: dat is wie wij zijn, het hart; Meartaligens: dat is wat wij hebben, daar zit de toekomst. Met deze aanpak richt de provincie zich de komende jaren op de volgende doelen: De uitvoering van de beleidsnota Grinzen oer ; daarbij is het gedachtegoed van de Culturele Hoofdstad 2018 de rode draad. In de begroting 2012 zijn middelen ter beschikking gesteld voor uitvoering van deze nota voor de jaren 2013 tot Naar aanleiding van de kadernota 2014 is nu voor de beleidsnota Grinzen oer een bedrag van 1,9 miljoen in de jaarschijf 2016 opgenomen (beleidsveld 8.1 Cultuur). Versterking van de culturele infrastructuur. Het opzetten van een Steunpunt 2.0 en een Orgaan voor de Friese taal. Behoud en versterking van het gebruik van de Friese taal en de regionale en lokale talen in Fryslân. Behoud en versterking van Friese monumenten, cultuurhistorische en archeologische elementen, patronen en structuren. Een doorgaande leerlijn van peuterspeelzalen tot en met universitair onderwijs. De ontwikkeling van academische masters op het gebied van de Friese kennishotspots door het realiseren van een University Campus Fryslân. Erfgoed: behoud en versterking van de Friese cultuurgeschiedenis door behoud en ontwikkeling van cultuurhistorische waarden, bescherming, onderzoek naar en voorlichting over archeologische waarden en restauratie en hergebruik van karakteristieke gebouwen. Ontsluiting van het Friese erfgoed als big data op het internet. Bij de behandeling van de kadernota op 3 juli 2013 hebben Provinciale Staten bij amendement besloten tot uitvoering van het Deltaplan Digitalisering Erfgoed. Hiervoor is een maximumbedrag van in totaal 5 miljoen beschikbaar gesteld (dekking reserve Nuon). Dit project is benoemd als quick win, waarbij al in 2013 wordt begonnen. De uitvoering loopt door tot en met In het Deltaplan worden alle onderdelen van dit programma Cultuur, taal, media en letteren, evenals Onderwijs en wetenschappen meegenomen. 112

114 en lasten programma 8: Cultuur, taal en onderwijs Bedragen x 1.000,- Realisatie Cultuur Erfgoed Taal, Media en Letteren 8.4 Onderwijs en Wetenschappen Totaal Cultuur Erfgoed Taal, Media en Letteren 8.4 Onderwijs en Wetenschappen Totaal Saldo Opmerkelijke verschillen tussen de jaarschijven worden bij de beleidsvelden toegelicht. Beleids- en normenkader Wet op de Ruimtelijke Ordening Beleidsbrief Modernisering Monumentenwet Structuurvisie Rijksvisie Ruimte voor karakter Monumentenwet Provinciale verordeningen en nota s Vastgesteld door PS op Streekplan Fryslân 2007 en Uitvoeringsagenda Verordening Ruimte Fryslân Nota Erfgoed (eind 2013 geactualiseerd) Subsidieverordening Ruimte Programma University Campus Fryslân (evaluatie eind 26 januari ) Nota Boppeslach november 2006 Grinzen Oer, Integrale beleidsnota Cultuur, taal en onderwijs januari 2013 Strategie Culturele Hoofdstad november 2009/2012 Realisatie duurzaam collectiecentrum Fryslân Door GS vastgestelde uitvoeringsregelingen en nota s Vastgesteld door GS op Thematische structuurvisie Grutsk op e Romte tweede helft 2013 Uitvoeringsregeling projectsubsidies Ruimte 2013 juni 2013 In 2014 aan Provinciale Staten voor te leggen nota s In 2014 zullen wij voor programma 8, Cultuur, taal en onderwijs geen (reguliere) nota s aan Provinciale Staten voorleggen. De thematische structuurvisie Grutsk op e romte wordt in 2014 aan Provinciale Staten voorgelegd. 113

115 Beleidsveld 8.1 Cultuur Wat willen wij bereiken? Wij willen de mienskip versterken. Een mienskip die dat wat de Friezen bindt, wil benutten. Dat doen wij door in te zetten op in steviger culturele basisinfrastructuur. Bovendien zetten wij sterk in op een groeiend aantal mensen in Fryslân dat aan cultuur meedoet, zowel actief als passief. Wij richten ons op een laagdrempelig aanbod van cultuuruitingen, cultuureducatie en amateurkunst in Fryslân voor alle leeftijdsgroepen. Het resultaat moet zijn dat meer Friezen betrokken zijn bij culturele activiteiten en dat de maatschappij als geheel sterker wordt. Wij willen dat in % van de mensen in Fryslân aan cultuur meedoet. Wat gaan wij daarvoor doen in 2014? Culturele ontwikkeling In 2013 hebben wij een begin gemaakt met het verder verstevigen van de Friese culturele basisinfrastructuur. Dat hebben wij gedaan door een aantal incidentele subsidies om te zetten in structurele subsidies. In 2014 zetten wij dat voort. Het gaat daarbij om instellingen die wij als essentieel beschouwen voor de Friese culturele infrastructuur. Daarmee krijgen wij een steviger productieklimaat in Fryslân: n Meeuw, musea, festivals als Oerol, Filmfestival, archieven, filmhuizen en openluchtvoorstellingen. Als aanvulling op die basis geven wij ruimte aan andere activiteiten die aan de mienskip bijdragen en die wij met een tijdelijke impuls tot stand willen brengen. Wij denken aan zaken als innovatief locatietheater, vocale muziek, professionale dans, informele kunstopleidingen, opera en de inzet op museale kwaliteit, maar ook aan projecten op het gebied van crossovers en internationalisering. Dat alles met het doel om de maatschappij te versterken en de participatie daarin te bevorderen. Brûsfûns Met het Brûsfûns willen wij nieuwe initiatieven steunen die aansluiten op onze provinciale ambities op het gebied van participatie, meertaligheid en gemeenschapszin. Daarmee hopen wij de gemeenschapszin (verder) te versterken en de zelfredzaamheid en het zelfbewustzijn van de instellingen en de mensen te bevorderen zal het eerste jaar zijn dat dat fonds volledig zal draaien. Meidwaan Wij richten ons op een laagdrempelig aanbod van cultuuruitingen, cultuureducatie en amateurkunst in Fryslân voor alle leeftijdsgroepen. Wij maken afspraken met onze instellingen over een laagdrempelig aanbod. Voor kinderen op de basisschool is met ingang van september 2013 een start gemaakt met het project Kultueredukaasje mei Kwaliteit (KEK) zal daarmee het eerste volledige jaar zijn dat dit programma loopt. 114

116 (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicatoren Nulmeting Culturele ontwikkeling Aantal instellingen in de basisinfrastructuur Culturele ontwikkeling Diversiteit in het aanbod van disciplines Culturele ontwikkeling Aantal projecten dat door het Brûsfûns tot stand wordt gebracht Cultuureducatie Aantal scholen, primair onderwijs, dat actief inzet op cultuureducatie 40% 50% 60% 75% Cultuureducatie Aantal scholen, primair onderwijs, dat een doorgaande leerlijn op een van de vakgebieden van cultuureducatie tot stand brengt Geschat 0% 5% 7% 10% Vanaf 2017 geldt er een nieuwe nota op dit gebied. Daarom zijn er geen doelwaarden voor Voorstellen kadernota 2014 /investeringsagenda Wurkje foar Fryslân Duurzaam collectiecentrum/museumdepot Dit onderwerp uit de kadernota 2014 hebben Provinciale Staten op 26 juni 2013 behandeld. In 2014 gaan de vier provinciale musea (Fries Museum, Fries Scheepvaartmuseum, Natuurmuseum Fryslân en Fries Landbouwmuseum) en Tresoar de bouw van een duurzaam collectiecentrum aanbesteden en kan de bouw gestart worden. Om de kwaliteit van het Friese erfgoed ook voor de toekomst veilig te stellen, is het bouwen van deze voorziening wenselijk. De verwachting is dat dit depot goede mogelijkheden biedt voor de ontwikkeling van een gemeenschappelijke visie op het Friese culturele erfgoed en het beheer en het behoud daarvan. Over de dekking van het collectiecentrum wordt een afzonderlijk voorstel aan Provinciale Staten voorgelegd. Kwaliteitsslag Fries Museum Het Fries Museum opent in september 2013 zijn deuren op de nieuwe locatie. In aansluiting op het ambitieniveau van het museum zal de komende tijd, door een andere werkwijze, een efficiënter en ondernemender culturele organisatie tot stand worden gebracht. De kwaliteitsslag die zo kan worden gemaakt, zorgt ervoor dat de organisatie zich beter naar buiten toe kan profileren en ook financieel klaar is voor de toekomst. Op basis van de kadernota 2014 is voor die kwaliteitsslag een eenmalig bedrag van ,- in de begroting opgenomen (dekking vrij aanwendbare reserve). Culturele Hoofdstad Europa 2018 Op 6 september 2013 werd bekend dat Leeuwarden in 2018 culturele hoofdstad van Europa wordt. Op basis van de kadernota 2014 is hiervoor een bedrag van 8,6 miljoen in de begroting opgenomen (dekking vrij aanwendbare reserve). Zie ook paragraaf 9 Grote projecten. Integraal cultuurbeleid / nota Grinzen oer Met de integrale beleidsnota Grinzen oer, die Provinciale Staten in januari 2013 hebben vastgesteld, is een volgende stap gezet in ons taal-, cultuur- en onderwijsbeleid. Bij de uitvoering van die nota vormt het gedachtegoed van de Culturele Hoofdstad 2018 de rode draad. In de begroting 2012 zijn middelen beschikbaar gesteld voor de uitvoering van deze ambitie voor de jaren 2013, 2014 en Op basis van de kadernota 2014 is in de begroting een bedrag van 1,9 miljoen voor 2016 opgenomen (dekking vrij aanwendbare reserve). 115

117 NB: Integraal beleid cultuur, taal en onderwijs wordt in beleidsveld 8.1 behandeld, maar is feitelijk breder van karakter. Dit betreft ook de onderdelen taal en onderwijs. Deltaplan digitalisering (amendement PS 3 juli 2013) Bij de behandeling van de kadernota 2014 hebben Provinciale Staten een bedrag van maximaal 5 miljoen beschikbaar gesteld voor het project Deltaplan digitalisering ( quick win, dekking reserve Nuon). Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Structurele budgetten Voorzieningen Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Reserves Voorzieningen Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting Het verschil in de structurele budgetten heeft betrekking op de middelen voor de nota Grinzen Oer. De tijdelijke budgetten hebben betrekking op de culturele hoofdstad, cultuureducatie, cultuur-, taal- en onderwijsfonds en diverse culturele instellingen. De post voorzieningen betreft de Grafiekcollectie Knecht-Drenth en het Buma-legaat. Voorstellen kadernota 2014 /investeringsagenda Wurkje foar Fryslân Onderwerp bedragen x 1.000,- Kwaliteitsslag nieuw Fries Museum Integraal Cultuurbeleid / nota Grinzen oer Culturele Hoofdstad (CH18)* Dekking S/T Vrij aanwendbare reserve T 750 Vrij aanwendbare T reserve Vrij aanwendbare T reserve Reserve Nuon T Deltaplan digitalisering (PS )** * Het gaat om een bedrag van in totaal 8,6 miljoen (2016 t/m 2018) ** Het gaat om een bedrag van in totaal 5 miljoen (jaarschijf 2018: ,-). Hoewel het Deltaplan betrekking heeft op alle beleidsvelden is het bedrag van 5 miljoen vooralsnog geraamd in beleidsveld 8.1 Cultuur. 116

118 Beleidsveld 8.2 Erfgoed Wat willen wij bereiken? Op grond van de Nota Erfgoed willen wij bereiken dat de Friese cultuurgeschiedenis wordt behouden en versterkt. Dat doen wij door behoud en ontwikkeling van cultuurhistorische waarden, bescherming, onderzoek naar en voorlichting over archeologische waarden, alsmede restauratie en hergebruik van karakteristieke gebouwen. In afwachting van de op te stellen omgevingsvisie willen wij de looptijd van de Nota Erfgoed verlengen. Het rijke en brede aanbod van cultuurhistorisch erfgoed geeft Fryslân karakter, identiteit en ruimtelijke kwaliteit. Wij willen bereiken dat de cultuurhistorische waarden die van provinciaal belang zijn, worden opgenomen in ruimtelijke plannen en gebiedsplannen. Verder willen wij bereiken dat de achteruitgang van karakteristieke gebouwen en archeologisch waardevolle terreinen een halt wordt toegeroepen. Het is van belang dat er verbindingen tussen cultuurgeschiedenis en economie worden gelegd. Wij willen ook bevorderen dat particulieren, instellingen en bedrijven investeren in het behoud en de ontwikkeling van erfgoed. Om de kansen daarvoor te vergroten, moeten wij voor meer draagvlak zorgen en meer publiek bereiken. Wat gaan wij daarvoor doen in 2014? Behoud en ontwikkeling cultuurhistorische waarden Wij zien erop toe dat cultuurhistorische waarden opgenomen zijn in ruimtelijke plannen en projecten. Daarbij gaat het zowel om gemeentelijke als om provinciale plannen en projecten. Van belang is daarbij de doorwerking van de thematische structuurvisie Grutsk op e Romte, waarin wij de waarden van provinciaal belang hebben geanalyseerd en vastgesteld. De Cultuurhistorische Kaart (CHK) zal op sommige onderdelen worden verdiept. De Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE) is een onderdeel daarvan. Wij zien ook toe op de doorwerking in de streekagenda s bij de uitvoering van beleid. Restauratie en herbestemming karakteristieke gebouwen Wij stellen een stimuleringsregeling op voor restauratie, herbestemming, onderhoud en bouwhistorisch onderzoek. De gedecentraliseerde rijksmiddelen voor restauratie van rijksmonumenten zijn daar een onderdeel van. Op basis van de kadernota 2014 is ook 1 miljoen als quick win aan het budget toegevoegd om de werkgelegenheid te stimuleren (dekking reserve Nuon). Voor de jaren wordt in totaal 4,2 miljoen aan de stimuleringsregeling toegevoegd. Wij nemen een actievere rol om leegstaande of verwaarloosde karakteristieke gebouwen aan te pakken en opnieuw te ontwikkelen. Daartoe werken wij samen met de provincies Drenthe en Groningen, het Rijk en de noordelijke steunpunten monumentenzorg. De krimpgebieden krijgen extra aandacht, omdat de leegstandsproblematiek daar op de voorgrond staat. Voor de specifieke problematiek van de leegkomende kerken zetten wij het Deltateam en het Deltaplatform Friese Kerken in. Op grond van de Monumentenwet en omgevingsvergunningen adviseren wij over monumentale waarden voor een aantal specifiek oangewezen categorieën van provinciaal belang. Voor het bereiken van onze doelen maken wij ook afspraken over de besteding van budgetsubsidie voor de vier monumenteninstellingen. 117

119 Bescherming, onderzoek en voorlichting archeologische waarden Wij ontwikkelen de FAMKE verder door als advies- en beleidskaart, onder andere door het steunen van gemeentelijke verdiepingsslagen. Door de uitvoering van het terpenproject worden bedreigde terpen beschermd. Dat richt zich op onderzoek, het (vrijwillig) aankopen en beheren van bedreigde, onbebouwde terpen en de voorlichting daarover. Wij stimuleren archeologisch onderzoek. Dat betreft onder andere terpgronden en vroege veenontginningen. Voorts steunen wij een bijzonder hoogleraarschap aan de Rijksuniversiteit Groningen. Onze wettelijke depottaak voeren wij uit via het Noordelijk Archeologisch Depot Nuis. Voorlichting wordt gegeven via het uitbouwen van dat depot en het stimuleren van het netwerk van archeologische steunpunten. Onderwerp Indicator Doelwaarde Restauratie, onderhoud en nieuwe functies van karakteristieke gebouwen Leegkomende kerkgebouwen Terpen Aantal restauraties en andere functies Oplossingen voor leegkomende kerkgebouwen Aantal aangekochte terpen of terpen waarvoor beheersovereenkomsten zijn afgesloten Voorstellen kadernota 2014 / investeringsagenda Wurkje foar Fryslân Monumentenregeling ( quick win ) Op basis van de kadernota 2014 is voor de monumentenregeling voor de periode een bedrag van 4,2 miljoen in de begroting opgenomen (dekking reserve Nuon). Sinds 2011 hebben wij een stimuleringsregeling voor restauratie, onderhoud en bouwhistorisch onderzoek van monumenten. Het bedrag van de aanvragen voor restauratie overschrijdt de beschikbare middelen fors. In 2012 moest de provincie meer dan een derde van de aanvragen afwijzen, omdat het subsidieplafond al op de eerste dag was bereikt. Om zoveel mogelijk restauratie- en herbestemmingsplannen - gereed om uitgevoerd te worden - financieel sluitend te krijgen, wordt met ingang van 2013 voor een periode van drie jaar een bedrag van 3,65 miljoen toegevoegd aan de subsidieregeling voor monumenten. Daarnaast wordt eenmalig 0,55 miljoen toegevoegd aan het Cultuurfonds voor Monumenten. Dat is een revolverend fonds dat wordt beheerd door het Nationaal Restauratiefonds (NRF). De middelen zijn bestemd voor Friese karakteristieke, niet-rijksmonumentale monumenten die in aanmerking komen voor een lening met een laag rentetarief. Uit die middelen wordt ook ,- bijgedragen aan een daarmee te vergelijken cultuurfonds van de gemeente Súdwest Fryslân, dat deel uitmaakt van de samenwerkingsagenda met de gemeente Súdwest Fryslân. Karakteristieke bebouwing Bij de behandeling van de kadernota is een motie (nr. 37) aangenomen over de aanpak van de Friese woningmarkt. Een deel van de motie betreft karakteristieke gebouwen met het oogmerk het Friese culturele erfgoed te behouden. Binnen het bedrag van 65 miljoen zoeken wij naar middelen voor het behoud van karakteristieke panden, landschapselementen en restauratieambacht. Dit wordt betrokken bij de investeringsagenda Wurkje foar Fryslân. 118

120 Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Reserves Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting De tijdelijke bugetten zijn bestemd voor onder andere de Cultuurhistorische Kaart. Verder is het een aanvulling op het stimuleren van het behoud van monumenten, waaronder het Deltaplan Friese Kerken en het stimuleren van archeologisch beleid. Na de looptijd van het Uitvoeringsprogramma zijn er nog geen tijdelijke middelen voor erfgoed in de meerjarenbegroting opgenomen. Op grond van de nota Erfgoed, die wordt verlengd, zal in de kadernota 2015 worden voorgesteld om ook de inzet van die tijdelijke middelen na 2015 te verlengen. Voorstel kadernota 2014 / investeringsagenda Wurkje foar Fryslân Dekking reserve Nuon S/T bedragen x 1.000,- Monumentenregeling ( quick win ) T Beleidsveld 8.3 Taal, media en letteren Wat willen wij bereiken? Taal is het element dat onze identiteit het sterkst vormt. Het feit dat er in Fryslân twee levende talen worden gebruikt, maakt onze provincie tot een natuurlijk laboratorium voor meertaligheid in de diverse maatschappelijke domeinen, zoals het onderwijs, de media, het bedrijfsleven, de zorg, de cultuursector en recreatie en toerisme. Ons beleid richt zich dan ook op het optimaal benutten van de kansen van meertaligheid. Natuurlijk betekent dat niet dat wij ons niet verantwoordelijk zouden voelen voor de zorg voor en de bescherming van de Friese taal en cultuur. Wij willen dat het Fries een integraal onderdeel wordt van al onze activiteiten. De zorg voor de Friese taal is een kerntaak van de provincie. Die twee uitgangspunten vormen de grondslag voor het beleid op het gebied van taal, media en letteren. 119

121 Wat gaan wij daarvoor doen in 2014? Taal Taalbeleid en integrale beleidsnota In 2013 heeft de Fryske Akademy een onderzoeksopzet gemaakt voor het vervolg op het onderzoek Taal yn Fryslân 2 (1993), om zo beter inzicht te krijgen in de actuele taalsociologische situatie in onze provincie. In de tweede helft van 2013 is het onderzoek gestart en zal in in 2016 klaar zijn. Alle beleid op het gebied van taal, media en letteren is met ingang van dit jaar bijeengebracht onder de lijnen Meidwaan, Meartaligens en Mienskip van de integrale beleidsnota Grinzen oer. Taal Praat mar Frysk/Taaltaske De campagne Praat mar Frysk is een bewustwordingscampagne, die ook in 2014 een belangrijk onderdeel is van het provinciale taalbeleid. De campagne is erop gericht om de zichtbaarheid van het Fries te vergroten en het meertalig karakter van onze provincie te bevorderen. De doelgroepen jeugd en bedrijfsleven krijgen in 2014 speciale aandacht, en in zijn algemeenheid de zichtbaarheid van het Fries in het openbare leven, de horeca en het toerisme, de culturele sector, de zorg en bij de gemeenten. Voor 2014 willen wij bekijken of ook aan het aspect taaloverdracht op kleine kinderen meer aandacht kan worden besteed. Dat naast het project Taaltaske, waarmee wij ook verder gaan. Taal Taalwet en Taalorgaan Naar aanleiding van de Wet Gebruik Friese Taal is er met ingang van 2014 sprake van een Orgaan voor de Friese Taal (Taalorgaan). Het Taalorgaan adviseert over de behoefte en de wensen ten aanzien van de Friese taal en cultuur in relatie tot het Europees Handvest voor Regionale Talen of Talen van Minderheden en het Kaderverdrag betreffende de Bescherming van Nationale Minderheden, de Taalwet en de Bestuursafspraak Friese Taal en Cultuur met het Rijk (BFTC). Het Taalorgaan kan ook advies uitbrengen aan rechterlijke instanties, gemeenten, politie, waterschap en andere bestuursorganen met Fryslân als werkgebied. Taal Gemeenten en Fries In het laatste kwartaal van 2013 hebben de fusiegemeenten Skarsterlân, Lemsterland en Gaasterlân-Sleat, en de gemeenten Boarnsterhim, Leeuwarden en Heerenveen de bestuursovereenkomst Fries taalbeleid ondertekend met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de provincie. Deze overeenkomsten gaan uit van taalbeleid dat gestoeld is op het Europees Handvest en de BFTC. De nieuwe gemeenten gaan in 2014 aan de slag met de ontwikkeling van hun taalbeleid in brede zin. Er is overeengekomen dat de provincie in samenwerking met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de gemeenten daarbij van beleidssteun en advies gaat voorzien. Ook wordt bekeken op welke wijze de positie van het Bildts geborgd kan worden als de gemeente Het Bildt in een grotere fusiegemeente opgaat. Taal Streektalen Met het ingaan van de beleidsnota Grinzen oer richten wij ons niet meer uitsluitend op de erkende streektalen Stellingwerfs en Bildts, maar ook op andere regionale en lokale talen in Fryslân, zoals de streektalen van de eilanden, het Stadsfries en het Hindeloopers. Aldus gaat de provincie, met het oog op beleidsvorming en -uitvoering, aan de slag met de ontwikkeling van een Friese streektaalatlas. Taal Fries in Europa In 2014 is de provincie ook van plan om aan minimaal drie Europese projecten mee te doen via het Network for the Promotion of Linguistic Diversity (NPLD). Het NPLD heeft steun van de Europese Unie ontvangen voor de periode en wil het netwerk openstellen voor nieuwe leden zoals universiteiten en ngo s. Bovendien moet er een nieuwe vestigingsplaats gevonden worden in een van de regio s (zoals Fryslân), of in Brussel. 120

122 Tot en met mei 2014 staat er een bijdrage voor het Mercator Kenniscentrum op de begroting. Mercator is een belangrijk instituut op het gebied van meertaligheid en taalverwerving. Media Mediafonds en Omrop Het Mediafonds en de Omrop staan ook in 2014 open voor traditionele en nieuwe media. Journalisten/redacties kunnen bij het Mediafonds een projectvoorstel indienen dat gericht is op journalistieke vernieuwing en onderzoeksjournalistiek in Fryslân. Een onafhankelijke adviescommissie onder voorzitterschap van oud-staatssecretaris Joop Atsma komt ook in 2014 met advies over de te steunen projecten. De verantwoordelijkheid voor de regionale omroepen is met ingang van 2014 gerecentraliseerd door het Rijk. De bijdrage voor de financiering van de reguliere programmering van de Omrop is uit het provinciefonds gehaald. De provincie doet er alles aan om een volledig Friestalige programmering veilig te stellen. Letteren Tresoar gaat ook in 2014 onder andere het Friese Boekenbal en de Maand van het Friese Boek organiseren. Verder gaat Tresoar aan de slag met de voorbereidingen voor de Gysbert Japicxprijs 2015 voor proza. In 2013 is in samenwerking met het Letterenfonds de brochure Ten Books from Fryslân ontwikkeld. In 2014 zal een Friese titel in Ten Books from Holland worden opgenomen. In 2014 zullen schrijversbeurzen worden uitgereikt voor onder andere Friestalige jeugdliteratuur, debuterende Friese schrijvers en werk van langere adem, zoals biografieën. Wij steunen het algemeen culturele tijdschrift De Moanne bij zijn transitie van gewoon literair tijdschrift naar een vernieuwd literair podium, een en ander ook in verband met het wegvallen van de rijkssubsidie. Dat betekent dat diverse activiteiten en doelstellingen moeten worden geïntegreerd, zoals de uitgave van het papieren en het digitale tijdschrift, thematische uitgaven, het gebruik van sociale media en het organiseren van De Moanne Live. Het literaire tijdschrift Ensafh zit ook in zo n transitietraject. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Nulmeting Taalbeleid Praat mar Frysk Praat mar Frysk Taaltaske Gemeenten en Fries Percentage inwoners Fryslân dat Fries tamelijk goed tot heel goed: verstaat spreekt leest schrijft Aantal bezoekers webside Praat mar Frysk Aantal leden communities sociale media zoals Facebook, Twitter, Hyves Aantal jonge ouders dat met het Taaltaske wordt bereikt Aantal nieuwe (fusie)gemeenten met taalbeleid in % 74 % 76 % 30 % in in in in % 75 % 75 % 35 %

123 Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Structurele budgetten Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting Het verschil in de structurele budgetten heeft betrekking op de middelen voort de nota Grinzen Oer. De tijdelijke budgetten zijn bestemd voor onder andere het taalbeleid en het Mediafonds. Beleidsveld 8.4 Onderwijs en wetenschappen Wat willen wij bereiken? De kwaliteit van het primair onderwijs in Fryslân is de afgelopen jaren, ook door de impuls die Boppeslach voor het primair onderwijs is geweest, aanmerkelijk verbeterd. Boppeslach loopt in 2015 af. In 2014 zal de laatste groep scholen die in 2009 met het project gestart zijn voor de laatste keer subsidie aanvragen. Wij willen de resultaten borgen en zorgen voor kwalitatief goed en bereikbaar onderwijs. Tegelijkertijd zetten wij in op goed integraal taalbeleid. Met aandacht voor de talen als vak en als instructietaal en voor de relatie tussen de diverse talen, zoals het Nederlands, Fries en Engels. Wij willen de positie van het Fries in de opvoeding en in het onderwijs verder gestalte geven en meertaligheid bevorderen. Dat doen wij door in te zetten op een doorgaande leerlijn van peuterspeelzaal tot en met academisch onderwijs. Het gaat dan om: tweetalige peuterspeelzalen, drietalige basisscholen, meartalig voortgezet onderwijs en de leerstoel Fries. De Fryske Akademy zal zich verder ontwikkelen tot een flexibele, hoogwaardige kennisinstelling op het gebied van de Friese taal, cultuur en geschiedenis. Wat gaan wij daarvoor doen in 2014? Onderwijskundige kwaliteit Wij gaan voor het schooljaar verder met het betrekken van de schoolbesturen bij de beoordeling van de projectplannen voor Boppeslach. In overleg met de vertegenwoordigers van de koepels primair onderwijs hebben wij de voorwaarden scherper geformuleerd. Wij overleggen met de vertegenwoordigers van de koepels over de gevolgen van de teruggang van het aantal leerlingen en het advies van de Onderwijsraad Grenzen aan kleine scholen. Doorgaande leerlijn Wij willen de doorgaande leerlijn in zoveel mogelijk steden en dorpen op één plek tot stand brengen. In 2015 heeft Fryslân 200 tweetalige peuterspeelzalen, is 25% van alle basisscholen drietalig en zijn er tien locaties voor voortgezet onderwijs met een 122

124 meertalige stroom. Voor de gewenste materiaalontwikkeling voor de diverse onderwijsniveaus (voorschools, primair, voortgezet, etcetera) zorgen vooral het Centrum voor Friestalige Kinderopvang (SFBO), de Afûk en het Taalcentrum Fries van Cedin. De vraag naar (digitale) Friestalige methoden en Friestalig lesmateriaal is ook een gevolg van de groei van het aantal scholen met twee- of meertalig beleid. Andere activiteiten in 2014 In samenwerking met FanFryslân wordt een promotiecampagne gestart die zich richt op ouders, leerlingen en leerkrachten. Wij maken afspraken met het Taalcentrum Fries en het SFBO over het aantrekken van tweetalige peuterspeelzalen en drietalige basisscholen. Wij maken afspraken met de Coördinatie Adviesgroep Voortgezet Onderwijs en de vertegenwoordiger van de schoolbesturen voortgezet onderwijs over de realisatie van een meertalige stroom op de scholen voor voortgezet onderwijs. Wij maken afspraken met het Educatief Centrum Noord en Oost (ECNO) over het aantrekken van taalcoördinatoren. Met de Afûk en het Taalcentrum Fries investeren wij in een digitale leeromgeving voor Studio F, de invoering en uitrol van Freemwurk en het realiseren van lesmateriaal met Fries als instructietaal voor andere vakken als het Fries. In overleg met Mercator en het Taalcentrum Fries organiseren wij (digitale) mogelijkheden voor leerkrachten Fries aan de basisscholen en in het voortgezet onderwijs om kennis met elkaar te delen. Met de pabo s en de lerarenopleidingen maken wij afspraken over het aanbieden van kwalitatief goede nascholingstrajecten die op de behoefte van het veld aansluiten. Wij formuleren ontheffingsbeleid dat gedeeltelijke ontheffing voor scholen mogelijk maakt. Wij maken een plan van aanpak voor het tot stand brengen van een leerlingenvolgsysteem en een methodeafhankelijke evaluatie voor het vak Fries. Wij zorgen voor een overlegstructuur op het gebied van meertaligheid en onderwijs om meertalig onderwijs te kunnen borgen en de kennis op dat gebied te kunnen delen. Wij maken afspraken met de mbo-instellingen over de positie van het Fries in het leerplan. University Campus Fryslân De University Campus Fryslân wordt behandeld in paragraaf 9 Grote projecten. Onderwerp Indicator Nulmeting Onderwijskundige kwaliteit Aantal zwakke scholen Aantal zeer zwakke scholen 70 in in 2008 < 15 < 4 < 15 <4 Fries in de voorschoolse periode Fries in het primair onderwijs Fries in het voortgezet onderwijs Aantal tweetalige peuterspeelzalen Aantal drietalige basisscholen Aantal scholen voor voortgezet onderwijs met een meertalige stroom 100 in in % 25 % (+/- 75) (+/- 100) 3 in

125 Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Tijdelijke budgetten Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Voorzieningen Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting Het verschil tussen 2012 en 2013 bij de structurele budgetten houdt verband met het gegeven dat de middelen voor Fries in het Onderwijs in 2012 zijn verantwoord onder beleidsveld 8.1. Daarnaast houdt het verschil verband met de middelen voor het nieuwe Cultuur-, Taal- en Onderwijsfonds. De tijdelijke budgetten hebben betrekking op de University Campus Fryslân (UCF), Fries in het Onderwijs en Boppeslach. De post voorzieningen betreft het Jorritsma-Boschmafonds. 124

126 1.9 Programma 9 Ruimte en wonen Portefeuillehouder: de heer J.H.J. Konst Wat willen we bereiken en wat mag het kosten? Met de ruimtelijke ontwikkeling van Fryslân willen we de provincie economisch versterken en tegelijkertijd mooier maken. Daarbij horen sterke Friese steden en een vitaal platteland. Fryslân zichtbaar mooier en duurzamer Fryslân op afstand de mooiste provincie van Nederland. Dit uitgangspunt past de provincie toe bij nieuwe ontwikkelingen. Het gaat daarbij om het behoud, maar ook om de ontwikkeling en versterking van de waarden en kwaliteiten en het toevoegen van nieuwe waarden en kwaliteiten. Samen met anderen werken we aan een mooier en duurzamer Fryslân. Daarbij zien we ontwikkelingen als een kans om het karakter en de identiteit van het Friese landschap en de dorpen en steden sterker te maken. Demografische veranderingen We willen voorkomen dat de kwaliteit van bestaande steden en dorpen achteruit gaat door krimp. Wij dragen bij aan goede en bereikbare voorzieningen, zo goed mogelijk geclusterd en gespreid over heel Fryslân. Dit doen we niet alleen via dit beleidsprogramma, maar ook via andere programma s. Totaal baten en lasten programma 9 Ruimte en wonen Bedragen x 1.000,- Realisatie Planvorming, onderzoek en monitoring 9.2 Realiseren ruimtelijke ontwikkelingen 9.3 Wonen Totaal baten Planvorming, onderzoek en monitoring 9.2 Realiseren ruimtelijke ontwikkelingen 9.3 Wonen Totaal lasten Saldo

127 Beleids- en normenkader Europese en nationale wetten en regelingen Nieuwe Wet ruimtelijke ordening AmvB ruimte van Rijksoverheid Huisvestingswet en woningwet (huisvesten statushouders) Convenant bedrijventerreinen Rijk-IPO-VNG Provinciale verordeningen en nota s Vastgesteld door PS op Streekplan Fryslân 2007 December 2006 Uitvoeringsagenda Streekplan Januari 2011 Houtskoolschets windenergie Februari 2011 Fryslân Opkreazje November 2009 Provinciaal herstructureringsprogramma bedrijventerreinen 2010 Beleidskader Stedelijke Vernieuwing ISV3 25 april 2012 Aanvalsplan Herstructurering naoorlogse Friese woningvoorraad 25 april 2012 De Nije Pleats, schaalvergroting in de landbouw 2009/2010 Verordening Ruimte Juni 2011 (actualisatie in 2014) Subsidieverordening Ruimte 12 februari 2010 Beheer- en Ontwikkelplan Waddengebied April 2009 Aanpak demografische ontwikkelingen, Menukaart September 2011 Door GS vastgestelde uitvoeringsregelingen/nota s Vastgesteld door GS op Binnen kaders van subsidieverordening Ruimte: Maart 2010 subsidieregeling collectief particulier opdrachtgeverschap Binnen kaders van subsidieverordening Ruimte: 9 april 2013 subsidieregeling Investeringsfonds Stedelijke Vernieuwing (ISV III) Provinciaal herstructureringsprogramma bedrijventerreinen Juni 2010 Fan mear nei better, projectplan demografische ontwikkelingen April Binnen kaders van Uitvoeringsregeling projectsubsidies 26 februari 2013 economie, recreatie en toerisme: subsidieregeling herstructurering bedrijventerreinen In 2014 aan PS voor te leggen nota s Structuurvisie Windenergie, voorjaar 2014 in PS Aanpassing Verordening Romte, voorjaar 2014 in PS Heroverweging beleid intensieve veehouderij, eerste helft 2014 Het voortgangsverslag Stedelijke vernieuwing en herstructurering Friese woningvoorraad wordt eind 2013 aan Provinciale Staten voorgelegd. Beleidsveld 9.1 Planvorming, onderzoek en monitoring Wat willen we bereiken? Wij willen de ruimtelijke ontwikkeling van Fryslân zo breed mogelijk benaderen. We doen dit door alle mogelijke invalshoeken te verkennen en onze partners zo goed mogelijk te betrekken bij het nemen van besluiten. Daarnaast betrekken we ook andere overheden en maatschappelijke partijen bij het ontwikkelen van nieuwe plannen. Onze algemene doelen voor ruimtelijke kwaliteit, duurzaamheid en leefbaarheid staan daarbij voorop. Demografische ontwikkelingen Bij het maken van plannen houden we rekening met de demografische ontwikkelingen. Als het nodig is formuleren wij beleid en maken we met gemeenten en regio s verdere 126

128 beleidsafspraken. Zo willen we op tijd inspelen op de gevolgen van demografische veranderingen, waaronder de toekomstige krimp. Bedrijventerreinen We willen voorkomen dat er onnodig nieuwe bedrijventerreinen worden aangelegd. Wij willen de kwaliteit van bestaande bedrijventerreinen verbeteren en die terreinen beter benutten. Hiervoor is de samenwerking tussen gemeenten over de aanleg en uitgifte van nieuwe terreinen erg belangrijk. Hier zijn afspraken over gemaakt met de gemeenten. Het Provinciaal Herstructureringsprogramma bedrijventerreinen wordt behandeld in paragraaf 9 Grote projecten. Windmolens Wij gaan over op duurzame, hernieuwbare energie. We zetten daarbij in op verschillende vormen van duurzame energie, zoals windmolens op zee en op land. We willen meer elektriciteit opwekken met minder nieuwe windmolens. Deze nieuwe windmolens worden geclusterd en geconcentreerd op slechts enkele locaties in de provincie waar voldoende ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden zijn. Het opruimen van oude, weinig renderende molens is - ook bij rijksprojecten van 100MW en meer - een voorwaarde voor plaatsing van nieuwe windmolens. De huidige windmoleneigenaren krijgen de mogelijkheid hierin te participeren. Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Aandacht voor ruimtelijke kwaliteit Wij willen aandacht voor ruimtelijke kwaliteit bij alle gemeenten, corporaties en ontwikkelaars. We stimuleren deze partijen ruimtelijke kwaliteit als een vast onderdeel in de voorbereiding van plannen mee te nemen. Daarbij biedt de provincie kennis en kunde aan vanuit het provinciaal ruimtelijk kwaliteitsteam. Wij willen afspraken maken over een verantwoorde mate van uitbreiding van steden en dorpen voor wonen en werken. In samenhang daarmee willen wij dat de woningvoorraad en de woonomgeving worden aangepast en opgeknapt. Bestaande (verouderde) bedrijventerreinen willen wij opknappen en landschappelijk inpassen. De energiemix willen wij verbeteren door een landschappelijk verantwoorde clustering van windmolens in een goede verhouding tussen water en land. Ook willen we de ontwikkeling van nieuwe energiebronnen, zoals zonne-energie, stimuleren. Daarbij besteden wij aandacht aan de kwaliteit van de openbare ruimte. Windenergie Eind 2013 wordt de Structuurvisie Windenergie aan Provinciale Staten voorgelegd. In 2014 werkt de provincie binnen de aangegeven kaders mee aan het ontwikkelen van initiatieven voor windenergie. Demografische veranderingen Wij zijn regisseur van de beweging Fan Mear nei Better. Wij zorgen dat er binnen alle beleidsterreinen rekening wordt gehouden met demografische veranderingen. Coördinatie Waddenbeleid Wij coördineren samen met het rijk, de buurprovincies, de waddengemeenten en de maatschappelijke organisaties het waddenbeleid en de waddengerelateerde programma s en projecten. Het doel is een goed bestuur voor de Wadden. Wij coördineren de Friese bijdrage aan de samenwerking tussen waddenprovincies en het Waddenfonds. Samenwerking We werken actief samen met andere provincies in het IPO en het SNN. Samen met de provincies Groningen en Drenthe hebben wij een nieuwe langetermijnvisie opgesteld voor 127

129 Noord-Nederland: de Noordervisie2040. Deze visie vormt de basis voor de nieuwe Gebiedsagenda Noord-Nederland die eind 2013 door rijk en regio wordt vastgesteld in het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (BO MIRT). Op basis van de gebiedsagenda worden jaarlijks afspraken gemaakt met het rijk over onderzoek- en uitvoeringsprojecten. Het gaat over projecten voor verkeer en vervoer en integrale gebiedsontwikkeling, inclusief projecten gerelateerd aan het Deltaprogramma. Verbetering bestaande bedrijventerreinen Wij ondersteunen gemeenten bij het uitwerken van plannen om bestaande bedrijventerreinen te verbeteren. Dat doen we door de aanpak van die terreinen financieel te ondersteunen. Daarnaast verkennen wij samen met de gemeenten ook andere mogelijkheden om deze herstructurering te bekostigen. Kwaliteitsslag Friese woningvoorraad Wij ondersteunen gemeenten bij het uitwerken van plannen om de woningvoorraad in Friesland voldoende aantrekkelijk te houden of te maken voor de toekomstige doelgroepen. Dat doen wij door gemeenten en andere betrokken partijen te informeren over de mogelijke bevolkingsontwikkeling en bijbehorende woningbehoefte. Daarnaast maken wij afspraken met gemeenten over een verantwoord woningbouwprogramma in relatie tot de herstructureringsopgave in de bestaande voorraad. Het voortgangsverslag Stedelijke vernieuwing en herstructurering Friese woningvoorraad wordt eind 2013 aan Provinciale Staten voorgelegd. Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Tijdelijke budgetten Overlopende passiva Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Overlopende passiva Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting De overlopende passiva hebben betrekking op de waddenorganisaties. Het lagere bedrag in 2013 wordt veroorzaakt door een reorganisatie van het Regionaal College Waddengebied, waarvan de begroting naar beneden is bijgesteld. Het verschil aan de lastenkant (realisatie 2012, begroting 2013 en volgende) bij de tijdelijke budgetten wordt veroorzaakt door het afronden van de gebiedsontwikkeling Nieuw Stroomland. 128

130 Beleidsveld 9.2 Realiseren ruimtelijke ontwikkelingen Wat willen we bereiken? De provincie maakt beleid om concrete ontwikkelingen te begeleiden en te sturen. Dat doen we door zelf plannen te maken, maar ook door in plannen van andere overheden te participeren en te adviseren. Wij zetten in op verhoging van de kwaliteit en het effectief benutten van bestaande bedrijventerreinen. De aanleg van nieuwe terreinen wordt beperkt en delen van de bestaande bedrijventerreinen worden geherstructureerd. De afspraken hierover zijn in de regionale bedrijventerreinenplannen vastgelegd. Voor het bereiken van onze doelen moeten wij zelf de uitvoering oppakken. Wij zijn hiervoor echter afhankelijk van gemeenten, omdat die de provinciale doelen meenemen in hun bestemmingsplannen. Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Begeleiding ruimtelijke plannen Wij blijven door informeel vooroverleg ontwikkelingsgericht werken en we zetten in op proactieve advisering aan gemeenten en initiatiefnemers. Gemeenten en initiatiefnemers worden uitgenodigd om in een zo vroeg mogelijk stadium plannen en projecten met de provincie te bespreken. Ruimtelijke kwaliteit blijft aandachtspunt Wij blijven aandacht vragen voor ruimtelijke kwaliteit. Een provinciaal kwaliteitsteam wordt ingezet voor de advisering over gemeentelijke initiatieven en provinciale projecten, zoals gebiedsontwikkeling en infrastructuurprojecten. Toekomst van de landbouw Het nieuwe beleid voor de grootschalige melkveehouderij wordt juridisch vastgelegd in de Verordening Romte Fryslân. Een heroverweging van het beleid voor intensieve veehouderij wordt daar ook in vertaald. De verwachting is dat het kabinetsstandpunt over het advies van de Gezondheidsraad daarbij kan worden betrokken. De Heroverweging beleid intensieve veehouderij wordt naar verwachting in de eerste helft van 2014 door Provinciale Staten behandeld. Sturen op demografische ontwikkelingen Wij sturen op demografische ontwikkelingen door kennis over demografische ontwikkelingen te vergroten en te verspreiden. We brengen de gevolgen van demografische ontwikkelingen in beeld en passen het bebouwde gebied aan de nieuwe omstandigheden aan. De kwaliteit van het platteland verbeteren we door voorzieningen goed bereikbaar te houden. Aanpak herstructurering bedrijventerreinen Voor de uitvoering van het provinciale plan Herstructurering bedrijventerreinen wordt verwezen naar paragraaf 9 Grote projecten. Gebiedsontwikkeling De provinciale inzet wordt in 2014 voortgezet om de keten van duurzaamheid verder in te vullen en om te bemiddelen bij eventuele bovengemeentelijke knelpunten. Voor de gebiedsontwikkeling Nieuw Stroomland hebben de drie betrokken gemeenten Leeuwarden, Menameradiel en Littenseradiel, onder onze regie een intergemeentelijke structuurvisie vastgesteld. De uitvoering van de structuurvisie wordt in 2014 voortgezet. 129

131 Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Tijdelijke budgetten Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting De verschillen per jaar bij de tijdelijke budgetten worden veroorzaakt door de vertraging bij de uitvoering van de herstructurering van bedrijventerreinen. Daardoor zijn de middelen voor de jaren 2012 en 2013 via een bestedingsritmewijziging geraamd in de jaarschijven 2014 en Een deel van het bedrag voor 2014 is bestemd voor de herstructurering van het bedrijventerrein Venekoten. Beleidsveld 9.3 Wonen Wat willen we bereiken? De provincie wil een voldoende gevarieerd aanbod van woningen voor iedereen. Leegstand en verpaupering willen wij voorkomen. Voor de verschillende doelgroepen moeten kwalitatief goede, betaalbare en energiezuinige woningen beschikbaar zijn. De kwaliteit van wonen is van groot belang voor het mooi houden van Fryslân. Daarnaast zijn goede woningen en een goede woonomgeving belangrijk om de gevolgen van demografische ontwikkelingen in goede banen te leiden. Dit is vooral op het platteland erg belangrijk. De gewenste kwaliteitslag in de woningvoorraad stimuleren we niet alleen via dit beleidsprogramma, maar ook via andere programma s. Gemeentelijke woonplannen De advisering en beoordeling van gemeentelijke woonplannen is onderdeel van de begeleiding van ruimtelijke plannen. Door ontwikkelingsgericht werken en proactieve advisering worden voorgenomen ontwikkelingen op het gebied van het wonen begeleid. Wij stimuleren gemeenten hun woningvoorraad op een voldoende kwaliteitsniveau te brengen. Dat betekent onder meer dat woningen levensloopbestendig en energiezuinig zijn. Herstructurering woningvoorraad We willen de bestaande woningvoorraad flink verbeteren en verduurzamen. Samen met woningbouwcorporaties en gemeenten investeren we in herstructurering van bestaande woningen (energiezuinig maken en opknappen) en de woonomgeving. Tot en met 2015 sluiten we aan bij de bestaande rijksmiddelen voor ISV en het woningenplan. Voor de langere termijn vormt het Aanvalsplan Herstructurering naoorlogse Friese woningvoorraad het plan van aanpak. Samen met gemeenten, corporaties en andere betrokken partijen willen wij per regio de gewenste kwaliteitsslag in de woningvoorraad verder uitwerken. Daarbij onderzoeken we de mogelijkheden van 130

132 een provinciaal stimuleringsfonds voor bestaand stedelijk gebied. Zie ook paragraaf 9 Grote projecten. Aanvalsplan Friese Woningmarkt In 2013 is gestart met het project Aanvalsplan Friese Woningmarkt. Doel van dit project is om voor de betrokkenen instrumenten en mogelijkheden in kaart te brengen waarmee de woningmarkt in Friesland weer op gang gebracht kan worden. De uitkomsten van dit project worden meegenomen in de uitwerking van het Aanvalsplan Herstructurering naoorlogse Friese woningmarkt. Wat gaan we daarvoor doen in 2014? Woonvisies gemeenten, actuele woonprogramma s We stimuleren dat gemeenten woonvisies in regionaal verband opstellen en actualiseren. Hierdoor bevorderen we de bouw van voldoende woningen van de juiste kwaliteit en in de juiste prijsklasse. Uitwerken aanvalsplan Herstructurering woningvoorraad Van 2012 tot en met 2015 worden de ISV 3-middelen vooral ingezet voor herstructurering van de bestaande woningvoorraad. In de Verordening ISV 3 tellen duurzame energie en de demografische ontwikkeling (vergrijzing en krimp) zwaar mee bij de beoordeling van plannen. Collectief Particulier Opdrachtgeverschap We subsidiëren Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO). Groepen van minimaal drie particulieren kunnen daarmee hun eigen woning naar eigen wens ontwikkelen. Dat kan door nieuw te bouwen of door een nieuwe woonfunctie in een bestaand gebouw te maken. Huisvesting statushouders Statushouders zijn asielzoekers die een vergunning tot verblijf krijgen. Wij houden wettelijk toezicht op de huisvestingtaak van gemeenten om statushouders te huisvesten. Daarnaast stimuleren we gemeenten en corporaties om voldoende woningen beschikbaar te stellen. Pilots Landelijk Wonen De provinciale betrokkenheid bij geselecteerde of genomineerde projecten voor de pilots Landelijk Wonen loopt door tot 2016 (conform streekplan 2007). Er worden geen mogelijkheden geboden voor nieuwe projecten. Leningen voor herstel funderingen Ter ondersteuning van eigenaren-bewoners verstrekken wij laagrentende leningen voor het herstel van funderingen van woningen. Deze regeling biedt ruimte voor het herstel van 300 woningen in de periode

133 (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Doelwaarde 2014 Wenjen Oerlis Fryslân Bestuurlijk overleg 3 maal per jaar BO Herstructurering Friese woningvoorraad Regionaal programma herstructureringsopgave woningvoorraad Regionale programma s voor alle regio s Huisvesting statushouders Stimulering behalen gemeentelijke taakstelling Voorkomen in-deplaatstredingsprocedure Collectief Particulier Opdrachtgeverschap Inzet subsidie voor CPO-projecten Ondersteuning van 2 aanvragen per jaar woningenplan Woningen zijn opgeknapt en energiezuiniger 3000 woningen per jaar opknappen Funderingsherstel Inzet subsidie voor funderingsherstel van woningen Ruimte voor circa 75 aanvragen per jaar Voorstel kadernota 2014 / investeringsagenda Wurkje foar Fryslân Versnelde verbetering energieprestaties woningvoorraad (initiatiefvoorstel PS ) Op 3 juli 2013 hebben Provinciale Staten op basis van een initiatiefvoorstel besloten een bedrag van 11,85 miljoen uit te trekken voor een nieuwe subsidieregeling (dekking reserve Nuon). Deze stimuleringsregeling voor het energiezuiniger maken van Friese woningen zal een impuls geven aan de Friese economie. Het bedrag van 11,85 miljoen is in programma 11 geraamd. Verduurzamen en herstructureren van de woningmarkt (motie nr. 37, ) Op 3 juli 2013 hebben Provinciale Staten aangegeven in de resterende coalitieperiode een bedrag van 65 miljoen uit de Nuon-middelen vrij te willen maken voor het verduurzamen en herstructureren van de woningmarkt (zowel sociale woningbouw als particuliere sector). Dit wordt betrokken bij het opstellen van het Aanvalsplan Wonen en bij de investeringsagenda Wurkje foar Fryslân. Wat mag het kosten? Bedragen x 1.000,- Realisatie Overlopende passiva Totaal baten Structurele budgetten Tijdelijke budgetten Overlopende passiva Bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten lasten Toelichting De overlopende passiva hebben betrekking op het Besluit Locatiegebonden Subsidies. De bedragen bij de tijdelijke budgetten betreffen het bestedingsritme van de middelen voor het Aanvalsplan Herstructurering Woningvoorraad. 132

134 1.10 Programma 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Portefeuillehouder: mevrouw J.A. de Vries, lasten en onvoorzien Dit programma is niet beleidsinhoudelijk, maar heeft een administratief karakter. Hier worden de zogenoemde algemene dekkingsmiddelen geraamd, zoals de algemene uitkering uit het provinciefonds. Deze dekkingsmiddelen hebben geen specifieke bestemming gekregen. Ze dienen als dekking van de lasten in de beleidsinhoudelijke programma s die niet worden gedekt door (specifieke) uitkeringen van andere overheden. De verschillende onderdelen in onderstaande tabel worden in dit programma per onderdeel verder toegelicht. en lasten Bedragen x 1.000,- Realisatie Provinciefonds Opcenten motorrijtuigenbelasting 10.3 Dividenden Financieringsrente Btw-compensatiefonds Interne financiering Overige algemene dekkingsmiddelen 10.8 Werken voor derden Onvoorzien Totaal baten Provinciefonds Opcenten motorrijtuigenbelasting Dividenden Financieringsrente Btw-compensatiefonds Interne financiering Overige algemene dekkingsmiddelen 10.8 Werken voor derden Onvoorzien Totaal lasten Saldo

135 Onvoorzien Realisatie Bedragen x 1.000,- Onvoorzien Totaal baten Onvoorzien Totaal lasten Saldo Beleids- en normenkader Kaderstellende beleidsnota s/relevante wetten en regelingen Relevante Europese en nationale wetten en regelingen Financiële verhoudingswet Besluit en Verantwoording (BBV) Wet financiering decentrale overheden (wet FIDO) Provinciale verordeningen en nota s Vastgesteld door PS op Financiële verordening december 2009 Nota uitvoering 16 december 2009 Nota reserves, voorzieningen en overlopende passiva 16 december 2009 Nota waarderen, activeren en afschrijven december 2009 Wijziging financiële verordening 2010 en Algemene Subsidie 20 november 2011 Verordening Nota weerstandsvermogen 28 november 2012 Nota actualisatie Legesverordening inclusief tarieventabel 24 april 2013 Nota financieringsinstrumenten 24 april Provinciefonds De raming van de algemene uitkering uit het provinciefonds voor onze provincie is gebaseerd op de meicirculaire 2013 van het rijk. Deze raming bestaat deels uit de eigenlijke algemene uitkering en deels uit zogenoemde decentralisatie-uitkeringen. In onderstaande tabel is aangegeven hoe de raming is opgebouwd. Hierin is de rijksbijdrage RSP REP al opgenomen voor de jaren Deze middelen zijn door het rijk al toegezegd, maar worden op jaarbasis aan het provinciefonds toegevoegd. 134

136 Algemene uitkering Bedragen x 1.000, huidig jaar Subtotaal algemene uitkering Decentralisatie-uitkeringen: - Zwemwaterrichtlijn EU Bodemsanering Externe veiligheid Luchthavens Natuur Waddenfonds Jeugdzorg Monumentenzorg ISV (Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing) - Bedrijventerreinen RSP REP Subtotaal decentralisatie-uitkeringen Totaal Toelichting De algemene uitkering is voor het jaar 2013 conform de meicirculaire begroot. Hierbij is rekening gehouden met de verrekening van het accres 2012 die een neerwaartse bijstelling van - 1,8 miljoen betekent voor de algemene uitkering 2013 voor onze provincie. Voor de jaren erna wordt in de circulaire vooralsnog uitgegaan van een stijging van het accres. Daarbij is nog geen rekening gehouden met onvermijdelijke rijksbezuinigingen die via het zogenoemde trap-op-trap-af-effect doorwerken in komende jaren. In de begroting houden wij voorzichtigheidshalve nu alleen rekening met een minimale verhoging van 0,5 miljoen structureel vanaf Daarmee vangt de provincie de negatieve correctie van het provinciefonds over 2012 op. Uitname provinciefonds De komende jaren zijn de volgende uitnames uit het provinciefonds voorzien: 2014 Regionale omroepen en effect btw-verhoging 2015 Taakstellende korting op het btw-compensatiefonds 2016 Provinciale bijdrage aan de jeugdzorg naar gemeenten In de meerjarenraming van het provinciefonds is met bovenstaande uitnames rekening gehouden. Zie ook hoofdstuk 3 Financiële begroting Opcenten motorrijtuigenbelasting Het rijk stelt jaarlijks het maximale niveau van de opcentenheffing vast. Het verschil tussen dit maximale tarief en het feitelijk door de provincie gehanteerde tarief voor de opcenten bepaalt de zogenoemde onbenutte belastingcapaciteit. Voor onze provincie bedraagt de onbenutte belastingcapaciteit in 2014 circa 13 miljoen. Provincies bepalen zelf in hoeverre zij de vrije capaciteit benutten. De opbouw van de opcenten is weergegeven in paragraaf 1 Provinciale heffingen. De raming van de opcenten is gebaseerd op de realisatie van de ontvangsten in Daarnaast is rekening gehouden met de ontwikkeling van de omvang van het wagenpark waarover belasting wordt geheven. Zie ook paragraaf 1 Provinciale heffingen. 135

137 Voor de jaren 2014 en 2015 is rekening gehouden met een verhoging van 2 punten per jaar. Dit conform het voorlopige besluit om voor de dekking van de afschrijvingskosten van de Centrale As de opcenten te verhogen met 4 punten Dividenden De provincie Fryslân neemt deel in het aandelenkapitaal van een aantal bedrijven. In onderstaand overzicht is het geraamde dividend weergegeven. Het dividend van de Nederlandse Waterschapsbank is voor de komende jaren op 0,- begroot. Bedragen x 1.000, Dividend Alliander Dividend Nuon kapitaalvergoeding Dividend Vitens Dividend Bank Nederlandse Gemeenten Dividend Nederlandse Waterschapsbank Totaal Financieringsrente In de onderstaande tabel staan de rentebaten en - lasten van de financiering van de provinciale uitgaven voor In paragraaf 4 Financiering en beleggingen wordt een toelichting gegeven op deze baten en lasten. Bedragen x 1.000, Rente vermogensbeheer Rente kort Rente lang Rente verstrekte geldlening Totaal baten Doorbelasting rente verstrekte geldlening Rentevergoeding IBOI voor RSP REP Rente nazorgfonds Kosten vermogensbeheer Advieskosten vermogensbeheer Totaal lasten Saldo

138 Voorstel kadernota 2014 / investeringsagenda Wurkje foar Fryslân Dekking reserve Nuon S/T Bedragen x 1.000,- Financiering lange termijn I Dit betreft de geraamde derving van rendement als gevolg van de inzet van Nuon-middelen. Zie ook programma 11 Inzet Nuon-middelen Btw-compensatiefonds In de begroting is een structurele bate van ,- geraamd. Dit in verband met de compensabele btw in het onderdeel Goederen en diensten bij het Grondwaterplan Interne financiering De provincie werkt met totaalfinanciering. Dit betekent dat er geen directe relatie bestaat tussen specifieke investeringsprojecten en de daarvoor werkelijk aangetrokken financieringsmiddelen. De provincie voorziet met eigen middelen in de totale behoefte aan financiering. De inzet van financieringsmiddelen brengt rentelasten of baten met zich mee. Zie ook paragraaf 4 Financiering en beleggingen. Rentetoerekening aan reserves, voorzieningen en overlopende passiva vindt slechts plaats als dat door derden verplicht is gesteld. Conform de nota Uitvoering wordt wel (bouw)rente toegerekend aan lopende investeringsprojecten. Deze toerekening is bevroren op het niveau van de begroting Rentekosten worden ook toegerekend aan de natuurgronden die in bezit zijn van de provincie. 137

139 10.7 Overige algemene dekkingsmiddelen Hieronder wordt een specificatie van de overige algemene dekkingsmiddelen weergegeven. Planning PS Bedragen x 1.000, OP Nuon Totaal baten Mutaties kostenplaatsen via reserves Voormalig personeel OP Nuon Voorwaardelijke budgetten PS: Onderhoud van Harinxmakanaal Milieubeleidsplan Implementatie Wabo 2 e berap Landelijk gebied natuuragenda Agenda leefberens plattelân Weidevogellandschappen Natuur en landelijk gebied Streekagenda Doefonds REP Wetsus REP Energy Valley REP toekomst afsluitdijk RSP REP rijksbijdrage Brede regiomarketing Toeristisch waddenprogramma Stimuleringsprogramma Wifi UCF Regionale omroep Herstructurering woningvoorraad - Voorwaardelijke budgetten GS: Transitiekosten RUD PAS Stelposten: Loon- en prijsstijging Bedrijfsvoeringskosten nog toe te delen Totaal lasten Saldo Toelichting De voorwaardelijke budgetten Provinciale Staten worden pas vrijgegeven nadat Provinciale Staten afzonderlijk beleidsvoorstellen hebben vastgesteld. De betreffende budgetten worden dan overgeheveld van programma 10 naar het betreffende inhoudelijke programma. De voorwaardelijke budgetten Gedeputeerde Staten betreffen decentralisatie-uitkeringen. Die zijn op basis van de circulaires van het rijk toegevoegd aan het provinciefonds en worden pas op basis van een door bestedingsplan vrijgegeven voor uitvoering. 138

140 De stelpost loon- en prijsstijging betreft de loon- en prijsstijging voor provinciaal bestuur, subsidies en goederen en diensten. Deze post wordt nog aan de afzonderlijke budgetten toegerekend. De overige loon- en prijsstijging, waaronder die voor salarissen, is opgenomen bij het onderdeel bedrijfvoeringskosten. De post Bedrijfsvoeringskosten nog toe te delen betreft de aframing van de zogenoemde nominale ontwikkeling (prijscompensatie). Net als het rijk gaan wij uit van de nullijn voor zowel de lonen als de goederen en diensten budgetten. Zie bijlage 8 Uitgangspunten ramingen. Voorstellen kadernota 2014 Onderstaande onderwerpen uit de kadernota 2014 zijn vooralsnog, in afwachting van besluitvorming over afzonderlijke Statenvoorstellen, in dit programma als voorwaardelijk geraamd. Deze onderwerpen worden behandeld in de beleidsprogramma s 5 en 6. Dekking vrij aanwendbare reserve Bedragen x 1.000,- S/T Voorstellen kadernota 2014: - Weidevogellandschappen T Provinciaal meerjarenprogramma T natuur en landelijk gebied - Streekagenda T Brede regiomarketing T Voorbereidingskosten Toeristisch T Waddenprogramma - Stimuleringsprogramma Wifi T Totaal voorstellen Werken voor derden De provincie voert soms werkzaamheden voor derden uit waarvoor wij een vergoeding ontvangen. De baten en lasten hiervan zijn in principe geraamd in de inhoudelijke programma s, tenzij er geen directe relatie is met de doelen en resultaten van de provincie. In dat geval worden de lasten en baten vanaf 2014 in dit beleidsveld geraamd. Daarmee wordt voldaan aan de eisen van het Besluit en Verantwoording (BBV). Het werk voor derden dat nu is opgenomen betreft de werkzaamheden voor de Marrekrite. Na besluitvorming door Provinciale Staten zullen in dit beleidsveld ook de werkzaamheden worden opgenomen die wij gaan verrichten voor andere derden, bijvoorbeeld de FUMO en Rijkswaterstaat (Prinses Margrietkanaal) Onvoorzien De post onvoorzien in 2013 betreft de verkoopopbrengst van een provinciaal vaartuig. 139

141 1.11 Programma 11 Inzet Nuon-middelen Portefeuillehouder: mevrouw J.A. de Vries Bij de behandeling van de nota Wurkje foar Fryslân op 23 april 2013 is afgesproken voor de investeringsagenda Wurkje foar Fryslân een nieuw programma in de begroting op te nemen. Deze investeringsagenda wordt op 10 oktober aan Provinciale Staten voorgelegd en tegelijk met de begroting door Provinciale Staten behandeld. Op 2 oktober 2013 wordt de investeringsagenda behandeld in de informerende Statencommissies. Uitgangspunt voor de investeringsagenda zijn de besluiten van Provinciale Staten bij de behandeling van de Kadernota 2014 op 3 juli In de investeringsagenda wordt een uitgewerkt afwegingskader opgenomen dat gebruikt is voor de beoordeling van de diverse voorstellen. Doel van dit programma Doel van dit programma is een volledig beeld te presenteren van de inzet van de Nuonreserve en de investeringen die hiermee mogelijk worden. Dit programma maakt het mogelijk de inzet van de Nuon-reserve te monitoren en hierover te rapporteren in de bestuursrapportages en jaarstukken. De komende jaren wordt via dit programma de inzet uit de reserve Nuon geraamd en verantwoord. In dit programma is de besluitvorming van Provinciale Staten over de inzet van de reserve Nuon verwerkt; tot en met de Statenvergadering van 3 juli. Programma 11 is het raamwerk voor de investeringsagenda Wurkje foar Fryslân. In dit programma wordt een onderscheid gemaakt naar de drie programmathema s in de Nota Wurkje foar Fryslân: Economische en maatschappelijke structuurversterking; Versterking menselijk kapitaal; Kwaliteitsverhoging leefomgeving. Voorgeschiedenis De verkoop van de Nuonaandelen leverde de provincie een boekwinst op van circa 1,25 miljard. Dit bedrag is als een bestemmingsreserve toegevoegd aan het eigen vermogen van de provincie. In 2009 besloten uw Staten 246 miljoen in te zetten voor Friese investeringsimpulsen. Daarmee resteerde een reserve van 1,0 miljard. De helft hiervan heeft een waardevast karakter. Van de 246 miljoen voor Friese investeringsimpulsen in 2009 resteert nog een bedrag van 132,6 miljoen. Nota Wurkje foar Fryslan (PS 24 april 2013) en kadernota 2014 Bij de behandeling van de nota Wurkje foar Fryslan hebben Provinciale Staten besloten de de Nuon-reserve deels in te zetten voor de uitvoering van de investeringsagenda Wurkje foar Fryslân. In de kadernota 2014 is deze inzet als volgt vertaald: inzet Nuon-reserve van 300 miljoen, waarvan de helft revolverend; versnelde afschrijving van 490 miljoen (balansverkorting), inclusief 10 miljoen die beschikbaar is gesteld naar aanleiding van de motie verkeersveiligheid (kleine infrastructurele maatregelen); extra buffer van 100 miljoen. Er is een aantal redenen om een extra buffer aan te houden. Zo is het onduidelijk wat er na 2016/2017 gebeurt met de uitwerkingen van met name het btw-compensatiefonds. Ook is niet zeker in welke mate de Nuon-middelen revolveren vanuit de revolverende fondsen. Om deze 140

142 redenen is het verstandig een extra buffer te creëren in de reserve Nuon van 100 miljoen (bovenop de reguliere buffer van 100 miljoen). Via afzonderlijke besluitvorming, hebben Provinciale Staten middelen vanuit de reserve Nuon beschikbaar gesteld voor Nieuw Thialf (PS : 30 miljoen) en de Samenwerkingsagenda Samenwerkingsagenda s Smallingerland-Heerenveen (PS : 25,8 miljoen). Dit wordt ook besteed van uit de 300 miljoen reserve Nuon. Bij de behandeling van de kadernota 2014 hebben Provinciale Staten, vooruitlopend op de selectie aan de hand van het afwegingskader, middelen vanuit de 300 miljoen reserve Nuon beschikbaar gesteld voor enkele quick wins. Hieronder wordt het verloop van de inzet van de reserve Nuon tot en met de Statenvergadering van 3 juli 2013 weergegeven. Geraamd in progr./- beleidsveld (bedragen x 1 miljoen) Onderwerp PS-besluit Inzet Stand reserve Nuon Waardevast deel (inclusief 512,5 inflatiecorrectie) Niet waardevast deel 500,0 Inzetbaar deel 245,9 Totaal 1.258,4 Reeds ingezet voor Friese investeringsimpulsen 5.2 Gebiedsontwikkeling Franeker-Harlingen ,8 5.4 Gebiedsontwikkeling Centrale As ,9 5.4 Gebiedsontwikkeling N ,9 8.4 University Campus Fryslân (UCF) , Doefonds , RSP cofinanciering REP ,4 Totaal 113,4 Restant 1.145,0 Kadernota 2014 Weerstandsvermogen ,0 Extra buffer ,0 Versneld afschrijven van investeringen ,0 infrastructuur (balansverkorting), incl. 10 mln. o.b.v. motie nr. 3 Kleinschalige infrastructurele projecten Investeringsagenda Wurkje foar Fryslân ,0 Totaal 990,0 Restant Nuon-reserve 155,1 A. Vooruitlopend op selectie via afwegingskader uit investeringsagenda van 300 mln. o.g.v. afzonderlijke PS-besluiten: 6.1 Nieuw Thialf ,00 Samenwerkingsagenda s Smallingerland Heerenveen: 2.2 Samenwerkingsagenda Heerenveen/RSP 15,00 Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen 6.1 Samenwerkingsagenda Smallingerland 10,75 /Oostelijke poort merengebied B. Quick wins uit kadernota Verbeteren binnenhaven Drachten (onderdeel van samenwerkingsagenda ,65 141

143 Geraamd in progr./- beleidsveld Onderwerp PS-besluit Inzet Stand reserve Nuon Drachten) 6.2 Subsidie regeling Toerisme Natuurlijk ,00 Fryslân (STINAF) 6.2 Stagnerende projecten recreatie en ,66 toerisme 8.2 Monumentenregeling ,20 C. Amendementen en initiatiefvoorstel bij behandeling Kadernota Amendement Traineeships in Fryslân ,00 wordt Amendement Deltaplan digitalisering , Kredietbank Nederland ,00 wordt Initiatiefvoorstel Versnelde verbetering ,85 wordt 6.3 energieprestaties woningvoorraad Totaal reeds ingezet 95,11 Restant investeringsagenda (300,0-95,11) De inzet van de middelen over de jaarschijven is opgenomen in bijlage 9 Kadernotavoorstellen ,9 Jaarlijkse uitvoeringsprogramma s Op basis van de investeringsagenda Wurkje foar Fryslân wordt jaarlijks een uitvoeringsprogramma opgesteld en voorgelegd aan Provinciale Staten. Op basis van dit uitvoeringsprogramma worden middelen naar de betreffende inhoudelijke programma s (1 t/m 9) overgebracht, dan wel worden de middelen rechtstreeks vanuit programma 11 ingezet. De onttrekking aan de reserve Nuon (de dekking) wordt geraamd in programma 11. Rapportage en verantwoording De rapportage en verantwoording over de besteding van de door Provinciale Staten beschikbaar gestelde verloopt via de bestuursrapportages en jaarstukken in de inhoudelijke programma s. Niet-bestede Nuon-middelen vloeien terug naar programma 11, c.q. de reserve Nuon. 142

144 Totaal baten en lasten programma 11 Inzet Nuon-middelen Bedragen x 1.000,- Realisatie Economische en maatschappelijke structuurversterking 11.2 Versterking menselijk kapitaal 11.3 Kwaliteitsverhoging leefomgeving 11.4 Structurele gevolgen / balansverkorting 11.4 Structurele gevolgen / saldo Totaal lasten Saldo Inzet reserve Nuon Beschikking over reserve Nuon Bedragen x 1.000, De bedragen bij de beleidsvelden 11.1 t/m 11.3 betreffen de middelen voor een drietal quick wins die in eerste instantie in programma 11 zijn geraamd: Kredietbank Nederland middelen MKB Fryslân, traineeships in Fryslân, versnelde verbetering energieprestaties woningvoorraad. Deze middelen worden via de eerste begrotingswijziging overgebracht naar de betreffende programma s. Dit heeft geen gevolgen voor de uitvoering van deze quick wins. Hieronder wordt de inzet van de reserve Nuon per beleidsveld behandeld. Om een totaalbeeld te geven worden hier ook de onderwerpen behandeld waarvan de middelen in de andere beleidsprogramma s zijn geraamd. In de linkerkolom wordt aangegeven in welk programma de middelen zijn geraamd. Beleidsveld 11.1 Economische en maatschappelijke structuurversterking (bedragen x 1.000,-) Programma Onderwerp PS besluit Bedrag beleidsveld 11.1 Kredietbank Nederland middelen Revolverend (wordt via 1 e begr. wijz. 6.1) MKB Fryslân 6.2 Stagnerende projecten recreatie en Subsidie toerisme 6.2 Subsidieregeling toerisme natuurlijk Subsidie Fryslân STINAF Totaal

145 Beleidsveld 11.2 Versterking menselijk kapitaal Programma beleidsveld 11.2 (wordt via 1 e begr.wijz. 6.1 of bedrijfsvoering) (bedragen x 1.000,-) Onderwerp PS besluit Bedrag Traineeships in Fryslân Subsidie Totaal Beleidsveld 11.3 Kwaliteitsverhoging leefomgeving (bedragen x 1.000,-) Programma Onderwerp PS besluit Bedrag beleidsveld 2.2 Verbeteren binnenhaven Drachten Subsidie Bereikbaarheid gebiedsontwikkeling Subsidie Heerenveen 6.1 Nieuw Thialf Subsidie Samenwerkingsagenda Subsidie Smallingerland 11.3 Versnelde verbetering Subsidie (wordt via 1 e begr. wijz. 6.3) energieprestaties woningvoorraad 8.1 Deltaplan digitalisering Subsidie Monumentenregeling Subsidie Totaal Beleidsveld 11.4 Structurele gevolgen inzet reserve Nuon Structurele financiële gevolgen inzet reserve Nuon De financiële gevolgen van de inzet van de reserve Nuon worden hier gepresenteerd. Dit betreft o.a. de gevolgen van de zogenoemde balansverkorting (het ten laste van de reserve Nuon versneld afschrijven van investeringen), het niet meer waardevast houden van een deel van de Nuon-reserve en de rendementsderving als gevolg van de inzet van deze reserve. Deze gevolgen leiden tot begrotingssaldi die los staan van het algemene begrotingssaldo (saldo van de programma s 1 t/m 10). De positieve begrotingssaldi van programma 11 vloeien terug naar de Nuon-reserve. De structurele gevolgen van de inzet van de reserve Nuon worden via dit beleidsveld gevolgd. Aannames : rente gederfd rendement van 2,8% (gemiddeld rendement van de beleggingsportefeuille conform grondslag ramingen begroting) het afschaffen van het waardevast houden van 500 miljoen de helft van het bedrag van 300 miljoen wordt revolverend ingezet vrijkomend begrotingssaldo wordt in hetzelfde jaar uitgeven 144

146 middelen die vrijvallen uit het beschikbaar gestelde (Nuon)middelen vloeien terug naar programma 11 bedragen x 1.000, Vrijval afschrijvingslasten Afboeken inflatiecorrectie reserve Nuon waardevast deel Rendementsderving door inzet reserve Nuon ssaldo programma Versnelde afschrijving (balansverkorting) bedragen x 1.000,- Onderwerp bedragen x 1.000,- Balansverkorting Bij balansverkorting blijven investeringen niet als bezit op de balans staan, maar worden versneld afgeschreven ten laste van het eigen vermogen, i.c. de reserve Nuon. Dit betreft alleen investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut (wegen). In de jaren gaat het in totaliteit om een bedrag van 445 miljoen van het totaal van 490 miljoen. In 2018 zal nog 35 miljoen worden afgeboekt. Van het bedrag van 490 miljoen wordt 18 miljoen ingezet voor de afschrijving van nieuwe kleinschalige infrastructurele projecten. Het gaat om de volgende infrastructurele projecten: de structurele verbetering van de hoofdwegenstructuur door middel van projecten als De Centrale As, de N381, de Noordwesttangent en de rondweg om Franeker (Majeure projecten); enkele kleinschalige verbeteringen, waaronder de aanleg van parallelwegen; reconstructies en overige maatregelen (kleine en reguliere projecten). Deze projecten komen de komende jaren voor circa 490 miljoen als bezittingen op de balans te staan. Deze bezittingen werden over een lange periode afgeschreven. Dit zou een jaarlijks toenemende last op de begroting met zich meebrengen van uiteindelijk circa 14,5 miljoen. Door de wegen eenmalig af te schrijven ten laste van de reserve Nuon vervalt de jaarlijkse afschrijvingslast waardoor structurele ruimte in de begroting onstaat. Uitgaande van een bedrag van 490 miljoen, loopt de ruimte op van 4 miljoen in 2014 naar circa 14,5 miljoen in Vrijval inflatiecorrectie reserve Nuon waardevast deel Om de waardevastheid in tact te houden werd jaarlijks een bedrag van 6,0 miljoen oplopend tot 12,0 miljoen toegevoegd aan de bestemmingsreserve (inflatiecorrectie). Door de inzet van de reserve Nuon vervalt het waardevast houden van 500 miljoen van de reserve NUON. De al in de begroting opgenomen inflatiecorrectie vervalt en wordt toegevoegd aan het begrotingssaldo van programma 11. Rendementsderving Het rendement van de Nuon-reserve werd als inkomsten in de begroting opgenomen, jaarlijks een bedrag van ca. 20,0 miljoen. De rendementsderving is nu alleen nog berekend voor de concrete projecten zoals die in de quick wins en kadernotavoorstellen zijn opgenomen. Bij nieuwe projecten ten laste van de reserve Nuon moet de structurele rendementsderving nog ten laste worden gebracht van het begrotingssaldo van programma

147 Beleidsveld 11.5 Revolverende middelen Conform de Kadernota 2014 wordt aanvullend op de inzet van de reserve Nuon vanuit de te beleggen middelen 90 miljoen ingezet voor het Fûns Skjinne Fryske Enerzjy, waarbij een risicoreserve van 30 miljoen wordt afgezonderd van de extra buffer van 100 miljoen. De helft van de investeringsagenda wordt revolverend ingezet. Nieuw Thialf en de samenwerkingsagenda s Heerenveen en Smallingerland zijn niet meegenomen bij de mate waarin het bedrag van 300 miljoen revolverend wordt ingezet. Dit betekent dat er uitgegaan wordt van 50% revolverendheid van 243,60 miljoen, d.w.z. 121,80 miljoen. 146

148 Paragrafen 147

149 2.1 Paragraaf 1 Provinciale heffingen De provincie heeft verschillende inkomstenbronnen. Eén van die bronnen is de provinciale heffingen. In afnemende volgorde van omvang bestaan die heffingen uit: 1. Opcenten op de motorrijtuigenbelasting 2. Grondwaterbelasting 3. Leges Op 24 april 2013 is de nota Actualisatie legesverordening vastgesteld door de Staten, inclusief tarieventabel Deze tarieventabel 2014 is aan het eind van deze paragraaf opgenomen. 1 Opcenten motorrijtuigenbelasting Jaarlijks stelt het rijk het maximaal toegestane niveau van de opcenten op de motorrijtuigenbelasting vast. Dit wettelijke maximum gaat in op 1 januari van het volgende belastingjaar. Het verschil tussen dit maximaal mogelijke tarief en het feitelijk door de provincie gehanteerde tarief voor de opcenten, bepaalt de zogenoemde vrije ruimte. Dit is de onbenutte (belasting)capaciteit die de provincie heeft tot verhoging van haar inkomsten. Deze capaciteit wordt betrokken bij de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit. Zie paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing. Ontwikkeling heffing opcenten motorrijtuigenbelasting in punten Heffing voorgaand jaar 84,9 86,6 90,3 94,1 96,0 Jaarlijkse inflatiecorrectie 1,7 1,7 1,8 1,9 1,9 (Decembernota 2003) Centrale As (nog te bevestigen) 2,0 2,0 Totaal heffing 86,6 90,3 94,1 96,0 97,9 Wettelijk maximum 107,3 109,2 Nog niet bekend Nog niet bekend Nog niet bekend Toelichting De jaarlijkse indexering is gebaseerd op de consumentenprijsindex uit de juniraming van het Centraal Plan Bureau. Conform eerder besluit van Provinciale Staten is een voorwaardelijke verhoging van de opcenten met 4 punten opgenomen als dekking van de afschrijvingslasten van de Centrale As. In verband met vertraging bij dit project is de opcentenverhoging in plaats van 2012 nu in de jaren opgenomen. Het besluit hierover wordt bij deze begroting aan Provinciale Staten voorgelegd. Grafiek provinciale opcenten In onderstaande grafiek staat het niveau van de provinciale opcenten van onze provincie. In de grafiek staan ook het gemiddelde niveau van de opcenten van alle provincies en het wettelijk toegestane niveau. De provincie Fryslân zit iets hoger dan het landelijk gemiddelde. Dit heeft te maken met het feit dat niet alle provincies hun opcenten jaarlijks indexeren. 148

150 Provinciale opcenten 120, ,3 109,2 100,0 80,0 90,3 84,9 86,6 79,9 80,6 81,8 aantal opcenten 60,0 40,0 20,0 0, jaar opcenten Fryslân gemiddelde 12 provincies wettelijk toegestaan Opbrengsten De raming van de verwachte opbrengsten opcenten motorrijtuigenbelasting is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: Realisatie opbrengst opcenten Afname groei wagenpark van 0,5% in 2013, 0,75% in 2014, 1% in en 0% vanaf Oldtimers van 40 jaar en ouder blijven buiten de motorrijtuigenbelasting vallen. Voor auto s die op 1 januari jaar of ouder zijn, maar nog geen 40 jaar, is een overgangsregeling van kracht. Deze auto s vallen in het kwarttarief, mits in de wintermaanden geen gebruik van de auto wordt gemaakt. Waarschijnlijk zullen niet alle oudere auto s blijven rijden. Daarom wordt er van uitgegaan dat voor 25% van dit wagenpark de opbrengst motorrijtuigenbelasting daadwerkelijk geïnd wordt. Uitgaande van een gemiddelde opbrengst per auto betekent dit een verhoging van de opbrengst opcenten met circa ,- in Vanaf 2014 vervalt de vrijstelling voor zuinige auto s. Dit betekent een hogere opbrengst van circa 2 miljoen per jaar. (bedragen x 1 miljoen) Opbrengst 59,6 64,2 66,8 68,3 70,5 Onbenutte belastingcapaciteit 2014 De onbenutte belastingcapaciteit bedraagt in 2014, uitgaande van het wettelijk maximum van 2014, 18,9 punten (109,2-90,3 punten). Eén punt verhoging komt in 2014 overeen 149

151 met circa ,-. De onbenutte belastingcapaciteit in 2014 bedraagt daarmee ongeveer 13,4 miljoen. 2 Grondwaterbelasting Op het onttrekken van grondwater wordt door de provincie een heffing geheven. Dit is een wettelijke bevoegdheid. Het Waterschap verzorgt de uitvoering, de provincie verantwoordt de opbrengst. De wet en de daarop gebaseerde Algemene Maatregel van Bestuur geven nauwkeurig aan waar de provincie de opbrengst van de heffing aan mag besteden. Dit is beperkt tot onderzoek om schade door grondwaterwinning te kunnen onderzoeken, bepalen, vaststellen en uitbetalen. De provinciale verordening op de heffing en invoering van de grondwaterheffing bepaalt de omvang van de heffing. Deze heffing bedraagt ruim 1,1 eurocent per m³ gewonnen grondwater voor heffingsplichtige onttrekkers. De baten uit de grondwaterbelasting worden geraamd op circa ,- per jaar. 3 Leges In de nota Actualisatie legesverordening staat het beleid voor de provinciale leges. In rubriek A van de tarieventabel staan de tarieven voor het verstrekken van kopieën van provinciale stukken. Bestuursdocumenten, zoals begrotingen en jaarstukken, zijn gratis beschikbaar. Daarbij wordt wel een maximum gehanteerd. Voor de overige stukken wordt een vergoeding per pagina gevraagd. In rubriek B van de tarieventabel staan de vergunningen en ontheffingen, met uitzondering van de omgevingsvergunningen. De omgevingsvergunningen staan in rubriek C. Uitgangspunt voor de tarieven van deze producten is dat de belanghebbende betaalt. Onderwerp Bedragen in euro s Wegen algemeen Provinciale vaarwegen Grondwaterwet Wet Wabo Ontgrondingenwet Wadlopen Totaal

152 4 Tarieventabel 2014 De tabel omvat alle tarieven die op grond van de legesverordening provincie Fryslân 2010 geheven worden bij het in behandeling nemen van een aanvraag. De tarieven zijn gelijk aan die van 2013 omdat er in 2014 geen compensatie voor prijsinflatie (nominale ontwikkeling) wordt toegekend. Rubriek A 1 a. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om afgifte van fotokopieën van tot het provinciaal archief behorende stukken, met uitzondering van die waarvoor in deze bijlage een afzonderlijk tarief is opgenomen, bedraagt per kopie: - zwart/wit enkelzijdig - zwart/wit dubbelzijdig - kleur enkelzijdig - kleur dubbelzijdig Kosten lager dan 12,50 worden niet in rekening gebracht. b. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om afgifte van een door middel van lichtdruk verkregen kopie van tot het provinciaal archief behorende tekeningen bedraagt per kopie: - format A0 - format A1 - formaat A2 Kosten lager dan 20,- worden niet in rekening gebracht. 0,05 0,10 0,15 0,30 7,80 4,80 3,00 Rubriek B 1 Grondwater 1.1 Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning ingevolge artikel 6.4 Waterwet bedraagt: a. een vast bedrag naar de klasse volgens het volgende schema: Klasse-indeling (gezamenlijke) hoeveelheid te onttrekken en/of te infiltreren water in m3 per jaar - 1 tot en meer b. Het tarief wordt wegens publicatiekosten verhoogd met een bedrag van: 1.2 Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een wijziging van een vergunning als bedoeld bij 1.1 bedraagt: a. Voor zover deze aanvraag betrekking heeft op een vergroting van de hoeveelheid te onttrekken grondwater: de leges vermeld bij 1.1, te berekenen op basis van de verhoging van de hoeveelheid te onttrekken grondwater; b. In de overige gevallen, wegens publicatiekosten, een bedrag van: De aanvrager wordt vóór het in behandeling nemen van de vergunningaanvraag in kennis gesteld van het bedrag genoemd onder a ,95 538, voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het plaatsen van een koude- en warmteopslagsysteem (kwo-systeem) wordt wegens de kosten van publicatie een tarief in rekening gebracht van: 538,95 2 Ontgrondingen 2.1 Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning ingevolge de Ontgrondingenverordening Friesland, dan wel een aanvraag om wijziging van een vergunning ingevolge de Ontgrondingenverordening Friesland, bedraagt: a. Voor ontgrondingen waarop artikel 5 van de Ontgrondingenverordening Friesland van toepassing is 1.605,75 151

153 b. Voor ontgrondingen waarop artikel 4 van de Ontgrondingenverordening Friesland van toepassing is: 1. Voor primaire ontgrondingen als bedoeld in paragraaf van de Ontgrondingenverordening Friesland, waarbij bodemmateriaal wordt gewonnen: - minder dan m³ bodemmateriaal - van tot en met m³ bodemmateriaal - meer dan m³ bodemmateriaal 2. Voor overige ontgrondingen waarbij: - geen of minder dan m³ bodemmateriaal vrijkomt - ten minste m³ maar minder dan m³ bodemmateriaal vrijkomt m³ of meer bodemmateriaal vrijkomt 3.651, , , , , , Het tarief vermeld bij 2.1.b wordt wegens publicatiekosten verhoogd met een bedrag van 538, Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van de tenaamstelling van een vergunning ingevolge de Ontgrondingenverordening Friesland bedraagt 571,- 2.4 Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlening van een machtiging als bedoeld in artikel 12 van de Ontgrondingenwet bedraagt 1.605,75 3 Vaarwegen 4 Wegen a. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing van het verbod opgenomen in artikel 19 Vaarwegenverordening Fryslân en een daarmee annex zijnde aanvraag om toestemming als bedoeld in artikel 1.21 van het Binnenvaartpolitiereglement voor één of meer reizen vallende in één kalenderjaar, bedraagt b. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van alle overige in de Vaarwegenverordening Fryslân vervatte verbodsbepalingen bedraagt: - indien de totale projectkosten < ,- - indien de totale projectkosten ,- c. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor toestemming/ontheffing voor alle andere overige artikelen genoemd in het Binnenvaartpolitiereglement (art. 7 van de Scheepvaartverkeerswet) bedraagt d. Voor het in behandeling nemen van een tweede of volgende aanvraag die bij één beschikking worden ingewilligd, wordt het tarief verminderd met een bedrag van a. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing ingevolge artikel 9.1 van de Regeling Voertuigen voor nietgekentekend langzaam verkeer, onder meer landbouwvoertuigen, betrekking hebbende op provinciale wegen bedraagt Noot: de ontheffing wordt voor maximaal drie jaar verleend. b. vervallen c. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing ingevolge artikel 10 van de Wegenverkeerswet 1994 bedraagt d. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing krachtens de Wegenverordening provincie Fryslân bedraagt e. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing krachtens het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en voor overige ontheffingen krachtens de Wegenverkeerswet 1994 en de Regeling Voertuigen bedraagt f. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een ontheffing als bedoeld bij a, c, d of e bedraagt 50% van het tarief behorende bij de aanvraag (niet zijnde een wijziging). g. Voor het in behandeling nemen van een tweede of volgende aanvraag die bij één beschikking worden ingewilligd, wordt het tarief verminderd met een bedrag van 65,25 144,- 635,- 78,75 19,- 63,- 75,- 144,- 63,- 19,- 152

154 5 Wadlopen 5.1 Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 5 van de Wadloopverordening 1996 bedraagt voor: a. rechtspersonen die per jaar tot wadlopers begeleiden b. rechtspersonen die per jaar tot 5000 wadlopers begeleiden c. rechtspersonen die per jaar of meer wadlopers begeleiden d. voor natuurlijke personen De leges verschuldigd op basis van a, b of c mogen in drie jaarlijkse termijnen betaald worden. Voor de al verstrekte vergunningen in blijven de tarieven van respectievelijk 2011 en 2012 gelden. 745, , ,- 105, Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 6 van de Wadloopverordening 1996 voor natuurlijke en rechtspersonen bedraagt 57, Op verzoek van de belanghebbende wordt het jaarlijks te betalen bedrag gerestitueerd wanneer er het hele jaar geen gebruik meer gemaakt wordt van de vergunning. 6 Nadeelcompensatieverordening Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om nadeelcompensatie of schadevergoeding krachtens de aanvullingen op de Algemene wet bestuursrecht voor Nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten worden geen leges in rekening gebracht. 7 Algemeen tarief Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning, ontheffing of andere beschikking vereist op grond van een provinciale verordening, provinciaal reglement of enig ander wettelijk voorschrift in deze tarieventabel niet afzonderlijk genoemd, bedraagt 103,- Rubriek C: omgevingsvergunningen* Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in deze rubriek. In afwijking hierop kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. 1 Bouwactiviteiten Onder bouwkosten wordt in dit hoofdstuk verstaan de aannemingssom (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. 1.0 Aanpassing bouwkosten Als de aanneemsom of kostenraming als bedoeld onder bouwkosten niet of tot een te laag bedrag is opgegeven, geven Gedeputeerde Staten toepassing aan artikel 11 tweede lid van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. 1.1 Schetsplan/vooroverleg Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot beoordeling van een schetsplan 25% van het tarief dat zou voortvloeien uit onderdeel 1.2 indien sprake zou zijn van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, Wabo. 153

155 1.2 Bouwen van een bouwwerk Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, Wabo voor het bouwen van een bouwwerk: - indien de bouwkosten minder dan ,- bedragen - 360,- vermeerderd met 1,1% van de bouwkosten voor zover de bouwkosten meer bedragen dan ,-, doch niet meer dan , ,- vermeerderd met 1,0% van de bouwkosten voor zover de bouwkosten meer bedragen dan ,-, doch niet meer dan , ,- vermeerderd met 0,9% van de bouwkosten voor zover de bouwkosten meer bedragen dan ,-, doch niet meer dan , ,- vermeerderd met 0,75% van de bouwkosten voor zover de bouwkosten meer bedragen dan ,-, doch niet meer dan , ,- vermeerderd met 0,65% van de bouwkosten voor zover de bouwkosten meer bedragen dan ,-, doch niet meer dan , ,- vermeerderd met 0,55% van de bouwkosten voor zover de bouwkosten meer bedragen dan ,-, doch niet meer dan ,- - indien de bouwkosten meer dan ,- bedragen 360, ,- Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, Wabo voor een op basis van een schetsplan uitgewerkt bouwplan in behandeling wordt genomen, worden de leges die zijn geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot beoordeling van een schetsplan als bedoeld in onderdeel 1.1 verrekend met de leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in dit onderdeel. 1.3 Extra welstandstoets Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, Wabo wordt verhoogd in verband met een extra toetsing aan welstandscriteria indien zich tijdens de beoordeling van de aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is, met de werkelijke kosten van de welstandcommissie 1.5 Achteraf ingediende aanvraag Indien de in onderdeel 1.2 bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit wordt de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges verhoogd met 10%. 2 Planologisch strijdig gebruik Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, Wabo. 3 Aanlegactiviteit Onder aanlegkosten wordt verstaan: de aannemingssom (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, Uniforme de werkelijke kosten van de welstand commissie 233,- 154

156 administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten (exclusief omzetbelasting). 3.1 Uitvoering werk/werkzaamheden Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, Wabo voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, in gevallen waarin dat bij een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald 171,- 4 Sloopactiviteiten Onder sloopkosten wordt verstaan: de aannemingssom (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, Uniforme administratie voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten (exclusief omzetbelasting). 4.1 Slopen bouwwerk Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, Wabo voor het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, dan wel als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onderdeel a, Wabo voor het slopen van een bouwwerk voor zover daarvoor krachtens provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing vereist is 91,- 5 Uitweg/inrit Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder e, Wabo voor het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg 96,- 6 Kapactiviteiten Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning of ontheffing als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder g, Wabo voor het vellen of doen vellen van houtopstand 31,- 7 Handelsreclame 7.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als bedoeld in: a. artikel 2.2, eerste lid, onder h, Wabo voor het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats b. artikel 2.2, eerste lid, onder i, Wabo voor het als eigenaar, beperkt zakelijk gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat op of aan die onroerende zaak handelsreclame wordt gemaakt of gevoerd met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats 8 Omgevingsvergunning in twee fasen 8.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning in twee fasen als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, Wabo ter zake van de: a. eerste fase, het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze tarieventabel voor de vergunning(en) waarvoor de aanvraag voor de eerste fase wordt gedaan b. tweede fase, het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze tarieventabel voor de vergunning(en) waarvoor de aanvraag 73,- 73,- 155

157 voor de tweede fase wordt gedaan 9 Beoordeling bodemrapport Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: a. voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport b. voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport 10 Geringe wijziging 60,- 55,- Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een vergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project 75,- 11 Algemeen tarief 11.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wabo indien daarvoor niet elders in dit hoofdstuk een tarief is opgenomen 110, Onderdeel 11.1 heeft geen betrekking op aanvragen voor beschikkingen tot verlening, wijziging of intrekking van een vergunning of ontheffing krachtens de Wet milieubeheer. * in categorie C wordt een aantal keer verwezen naar uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989). Dit is een verouderd besluit. Dit moet gelezen worden als uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012). 156

158 2.2 Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is een maatstaf om te beoordelen of de provincie in staat is om nadelige gevolgen van risico s op te vangen. Dit zonder dat daarbij de continuïteit van de uitvoering van taken in gevaar komt of het beleid moet worden gewijzigd. Het weerstandsvermogen is afhankelijk van de benodigde weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. In een schema is dit als volgt weer te geven: Bekende risico s Beschikbare middelen Benodigde weerstandscapaciteit Beschikbare weerstandscapaciteit Weerstandsvermogen In de nota Weerstandsvermogen staat het provinciale beleid voor het weerstandsvermogen. Deze nota is op 28 november 2012 door Provinciale Staten vastgesteld. De nota geeft de methodiek en berekeningswijze van de afzonderlijke delen van het weerstandsvermogen aan. In de nota staat ook de norm voor het gewenste niveau van het weerstandsvermogen. In deze paragraaf worden de verschillende onderdelen van het weerstandsvermogen toegelicht. Tot slot worden de risico s behandeld. 1 Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit is de optelsom van alle elementen uit de provinciale financiële huishouding die kunnen worden ingezet om onvoorziene kosten te dekken die niet zijn begroot. Deze elementen behoren alleen tot de weerstandscapaciteit als hierdoor de continuïteit van het bestaande beleid niet wordt aangetast. Bovendien mag er niet al een bestemming aan gegeven zijn. Tot de beschikbare weerstandscapaciteit worden gerekend: de reserves waar geen claim op rust. Dit zijn de reserves ná verwerking van vastgestelde beleidsverplichtingen; stille reserves. Gelet op de aard van deze reserves, worden ze bij voorbaat niet gekwantificeerd maar als PM-post opgenomen; de onbenutte belastingcapaciteit. De onbenutte belastingcapaciteit wordt vanwege het structurele karakter tweemaal meegeteld in de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit. Dit sluit aan bij de kwantificering van risico s met structurele gevolgen, conform de nota Weerstandsvermogen. 157

159 2 Benodigde weerstandscapaciteit De benodigde weerstandscapaciteit is de optelsom van alle risico s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn voor de financiële positie. Een risico heeft voor de provincie een materiële betekenis als deze meer bedraagt dan ,-. Dit lijkt een laag bedrag, maar moet gezien worden als een grens om een risico te identificeren. Nettorisico s De risico s die relevant zijn voor het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit kunnen niet op andere wijze worden ondervangen. Hiertoe behoren niet de reguliere risico s, ofwel de risico s die zich regelmatig voordoen en die meestal vrij goed meetbaar zijn. Hiervoor kunnen verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen worden gevormd. Ook kunnen de risico s worden beperkt met beheersmaatregelen, zoals budgetafspraken en versobering van investeringsprojecten bij stijgende prijzen. Voor de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit is dan ook het nettorisico van toepassing, ofwel het risico s na aftrek van voorzieningen, beheersingsmaatregelen, enz. Bij de kadernota 2014 is de stresstest geactualiseerd. Het resultaat van het sombere scenario in de stresstest wordt meegenomen in de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit. De stresstest wordt bij het opstellen van de kadernota jaarlijks herzien. Overzicht weerstandscapaciteit Hieronder volgt een overzicht van de benodigde weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit uit de jaarstukken 2012 is geactualiseerd voor de begroting De risico s worden toegelicht bij 5, het laatste onderdeel van deze paragraaf. Benodigde weerstandscapaciteit Progr. Omschrijving risico s Netto risico (x 1.000) kans % 2 Voorbereidingskosten grote projecten % Voormalige vuilstort de Saiter % Besluit financiële zekerheid % Repressieve handhaving % Onvoldoende overheidstoezicht % Vergunningverlening en toezicht % Leader % 50 6 Stoomtrein Sneek % Verstrekte leningen, borgstellingen en 550 1% 6 deelnemingen Div. Verbonden partijen % Div. Juridische risico s verschillende programma s % Subtotaal risico s Stresstest kadernota Bedrag (x 1.000) Incidenteel Structureel Benodigde weerstandscapaciteit

160 3 Beschikbare weerstandscapaciteit Hieronder volgt een overzicht van de beschikbare weerstandscapaciteit ten opzichte van weerstandscapaciteit zoals berekend in de jaarstukken 2012 begroting Type beschikbare weerstandscapaciteit (bedragen x 1.000) Reserves (stand gebaseerd op transactiebasis) Algemene reserve, basisreserve Algemene reserve, vrij aanwendbaar (VAR) Bestemmingsreserves, excl. reserve Nuon Reserve Nuon Stille reserves Onbenutte belastingcapaciteit (2 x 13,4 miljoen) (jaarstukken 2012) (begroting 2014) Totaal beschikbare weerstandscapaciteit Toelichting Met transactiebasis wordt bedoeld de stand na aftrek van vastgestelde beleidsverplichtingen eind Reserves De reserves van de provincie Fryslân bedragen per 31 december miljoen. Er rusten op deze reserves echter vastgestelde beleidsverplichtingen: verplichtingen die vastgesteld door Provinciale Staten via begrotingen en begrotingswijzigingen. Voor de bepaling of de reserves in aanmerking komen voor de beschikbare weerstandscapaciteit moeten deze verplichtingen in mindering worden gebracht op de stand van de reserve. Daardoor resteert een bedrag 657,9 miljoen. Vrij aanwendbare reserve De stand van de vrij aanwendbare reserve is conform het financieel kader opgenomen, stand eind Bestemmingsreserves Bij de jaarstukken 2012 zijn ten onrechte bij de bestemmingsreserves de reserves tijdelijke budgetten meegenomen. Op deze reserves berusten verplichtingen in de komende jaren en zullen uiteindelijk volledig worden ingezet. Reserve Nuon Door besluitvorming over de inzet van de reserve Nuon bij de kadernota 2014 is de totale reserve hier weergegeven inclusief het waardevaste deel van de reserve. Stille reserves Stille reserves zijn de meerwaarde van direct verkoopbare activa, waarvan de verkoopwaarde hoger is dan de boekwaarde. Bij de provincie Fryslân gaat het om een stille reserve op de dienstwoningen en op de deelnemingen. Naast enkele kleine deelnemingen zijn het aandeelhouderschap van Alliander en Vitens onze grootste deelnemingen. Stille reserves kunnen slechts deel uitmaken van de beschikbare weerstandscapaciteit als het betreffende activum op korte termijn (binnen één jaar) verkoopbaar is én verkoop de taakuitoefening van de provincie niet aantast. 159

161 De stille reserves worden bij voorbaat niet gekwantificeerd. Mocht de beschikbare weerstandscapaciteit niet toereikend zijn om de risico s op te vangen, dan worden de stille reserves wél betrokken om de afweging te maken of de beschikbare weerstandscapaciteit moet worden aangevuld. Onbenutte belastingcapaciteit Jaarlijks stelt het rijk het maximaal toegestane niveau van de opcenten op de motorrijtuigenbelasting vast. Dit wettelijke maximum gaat in op 1 januari van het volgende belastingjaar. Het verschil tussen het maximaal mogelijke tarief en het feitelijk door de provincie gehanteerde tarief voor de opcenten, bepaalt de vrije of onbenutte belastingcapaciteit. Zie hiervoor ook paragraaf 1 Provinciale heffingen. Deze onbenutte belastingcapaciteit is structureel, immers ieder jaar doet deze potentiële opbrengst zich in beginsel voor. Dit in tegenstelling tot een reserve, die is na aanwending verdwenen. Daarom wordt deze opbrengst tweemaal meegeteld voor het bepalen van de beschikbare weerstandscapaciteit. Samenvatting Weerstandsvermogen (bedragen x 1000,-) Benodigde weerstandscapaciteit (A) Beschikbare weerstandscapaciteit (B) Jaarstukken Weerstandsvermogen B/A Weerstandsvermogen B A Weerstandsvermogen exclusief onbenutte belastingcapaciteit (C) Weerstandsvermogen C/A Weerstandsvermogen C A 66, , , , Conclusie De beschikbare weerstandscapaciteit is ruim voldoende om de benodigde weerstandscapaciteit op te vangen. 4 Mutaties risico s op gepresenteerde risico s jaarverslag 2012 Onderstaand een overzicht van de mutaties op de gepresenteerde risico s in het jaarverslag Vervallen risico s Europese programma s EMU-saldo Gewijzigde risico s Stoomtrein Sneek Verbonden partijen Juridische procedures Stresstest 160

162 5 De risico s In de onderstaande tabel staat een toelichting op de opgenomen risico s. Actuele risico s Omschrijving Programma Bedrag en kanspercentage Voorbereidingskosten infrastructurele projecten Het risico is dat bij infrastructurele projecten voorbereidingskosten worden gemaakt met de intentie deze te activeren. Het is echter denkbaar dat wel voorbereidingskosten worden gemaakt maar de kosten niet geactiveerd kunnen worden vanwege het uiteindelijk niet doorgaan van een project. De eerder gemaakte voorbereidingskosten zullen in het betreffend jaar alsnog in één keer ten laste van de exploitatie moeten worden gebracht. Ondanks dat dit een risico is dat op zich geen extra kosten met zich meebrengt omdat de kosten uitsluitend naar voren worden gehaald, wordt dit risico wel benoemd en gekwantificeerd. Dit aangezien de exploitatie in enig jaar zwaar belast kan worden. Voormalige vuilstort De Saiter De provincie is voor de helft eigenaar van de vuilstort, It Fryske Gea is eigenaar voor de andere helft. Een mogelijk risico is het falen van voorzieningen en monitoring in combinatie met bodemverontreiniging. Een lang onopgemerkte bodemverontreiniging zou kunnen leiden tot schade bij derden. Besluit financiële zekerheid De provincie verleent in het kader van de Wabo vergunningen aan onder meer bedrijven die afval bewerken, verwerken en/of opslaan. Vanwege intrekking van het Besluit financiële zekerheid milieubeheer kan de provincie geen dekking meer eisen voor financiële risico s die voortvloeien uit Wabo-vergunningverlening aan bedrijven. Repressieve handhaving Op grond van een aantal milieuwetten is de provincie verantwoordelijk voor handhaving bij bepaalde categorieën van inrichtingen. Bij deze handhaving is incidenteel bestuursdwang nodig zonder dat financiële verrekening is verzekerd. Onvoldoende overheidstoezicht Sinds de vuurwerkramp in Enschede en de cafébrand in Volendam staat onvoldoende overheidstoezicht in de belangstelling. Ook de strafrechtelijke immuniteit van de overheid staat ter discussie. Thans ligt bij de Eerste Kamer een voorstel om de strafrechtelijke immuniteit van betrokken bestuursorganen en ambtenaren op te heffen. Hoewel bedrijven en saneerders zelf verantwoordelijk zijn en blijven voor het voldoen aan de betreffende milieuregelgeving, kan de provincie te maken krijgen met claims uit gesteld onvoldoende toezicht. Uit jurisprudentie blijkt dat de overheid aansprakelijk is als zij in strijd met algemene beginselen van behoorlijk bestuur niet adequaat reageert op aan hen bekende ernstige en acute gevaren. De kans op niet adequaat optreden wordt geschat op 4%. Vergunningverlening en toezicht Bij vergunningverlening bestaan er risico s dat er onterecht (dan wel onvolledig, niet doelmatig of niet tijdig) vergunningen (Wabo, ontgrondingen, vuurwerk, luchtvaart, enz.) worden verleend, gewijzigd of geweigerd. 161 Verkeer en vervoer Verkeer en vervoer Min. 1 miljoen Max. 10 miljoen Kans: 25% Max. 3 miljoen Aandeel Provincie Fryslan 1,5 miljoen Kans 30% Milieu Min ,- Max. 70 miljoen Kans: 2% Milieu Min ,- Max. 10 miljoen Kans: 2% Milieu Min ,- Max. 70 miljoen Kans: 4% Milieu Min ,- Max. 70 miljoen Kans: 1%

163 Omschrijving Programma Bedrag en kanspercentage Bij bodemverontreinigingen bestaat het risico dat een onjuiste beschikking over een verontreinigingssituatie en/of saneringsplan wordt afgegeven. Daarnaast kunnen er financiële gevolgen voor bedrijven of derden ontstaan als gevolg van termijnoverschrijdingen bij het aanvragen van vergunningen waar de provincie aansprakelijk voor kan worden gesteld. Ook kan bijvoorbeeld gedacht worden aan financiële gevolgen van het niet correct tot stand komen van een handhavingsbesluit of rechtsongelijkheid bij toezicht. LEADER+ Het LEADER+-programma Noord-Nederland, ingediend door SNN en waarvan de uitvoering is verlengd tot medio 2009, omvat acht LEADER+-gebieden. Voor vier gebieden bleek een zeer bescheiden aanpassing van de gebiedsbegrenzing noodzakelijk. Deze gebiedsbegrenzing maakt deel uit van de afzonderlijke ontwikkelingsstrategieën voor de LEADER+-gebieden. De van toepassing zijnde EU-regels boden geen kant-en-klare procedurevoorschriften om de gebiedsbegrenzing te kunnen aanpassen. Er is op een zorgvuldige wijze een oplossing gezocht en gerealiseerd. Deze is kenbaar gemaakt aan het ministerie van LNV. Voor NW-Fryslân is gekozen om de dorpskern van Makkum buiten het LEADER+-gebied te houden. Voor Lauwersland zijn de nieuwbouwwijken van Dokkum uit het werkgebied gelicht. Er is een risico, zij het dat dit zeer beperkt wordt geacht, dat in de toekomst een geschil ontstaat tussen de Europese Commissie en SNN over de vraag of de voorschriften voor selectie en vaststelling van de LEADER+-gebieden, voldoende juist zijn geïnterpreteerd. Dit risico is expliciet benoemd bij de besluitvorming over de beschreven oplossing. De besluitvorming van de Europese Commissie wordt binnenkort verwacht. Grond voor grond principe In het natuurakkoord Bleker is opgenomen dat het rijk grond beschikbaar stelt voor verkoop ter dekking van de al aangegane verplichtingen voor verwerving en inrichting EHS door de provincie binnen het ILG. Deze verplichtingen bedragen 22,5 miljoen en naar verwachting zal de verkoop van rijksgronden onvoldoende zijn om deze uitgaven te dekken. In november 2012 is een voorfinancieringsfaciliteit in het leven geroepen. Deze dient in 10 jaar afgelost te worden ten laste van de grondverkopen danwel de exploitatie binnen programma 5. Wanneer dit niet mogelijk blijkt, zal een nieuw voorstel aan PS worden voorgelegd. Stoomtrein Sneek In november 2011 is het faillissement uitgesproken van de stichtingen die de trein gingen exploiteren. Een doorstart in afgeslankte vorm met een gedeelte van de bestaande boedel is niet mogelijk gebleken. Gemeente en provincie hebben onderzoeksbureau ZKA gevraagd onderzoek te doen naar de mogelijkheden na afwikkeling van het faillissement. Het ZKA-rapport heeft aangegeven dat er alleen een positief exploitatieresultaat te verwachten is bij een vereenvoudigde opzet als er wordt samengewerkt met Arriva. Arriva is gevraagd hier op te reageren en heeft dit in onderzoek. Een concept met een stoomtrein is inmiddels niet meer in beeld. Ook niet in een of andere samenwerkingsovereenkomst. Arriva bestudeert nog een toeristisch treinconcept met bestaand materieel in de bestaande dienstregeling. Er is nog geen uitspraak of Landelijk gebied Landelijk gebied Economie, toerisme en recreatie 1 miljoen Kans: 5% p.m. Min. 2,1 miljoen Max. 2,6 miljoen Kans: 90% 162

164 Omschrijving Programma Bedrag en kanspercentage daarvoor ook nog infrastructuur nodig is. Tot die tijd kunnen wij nog niet formeel afhechten met ProRail en liggen de werkzaamheden van ProRail stil. NB: Bij de jaarstukken 2012 adviseerde de accountant hiervoor een voorziening te treffen. Dit wordt betrokken bij het opmaken van de jaarstukken Verstrekte leningen, borgstellingen en deelnemingen Wanneer de begunstigde van een borgstelling of de ontvanger van een verstrekte geldlening niet aan zijn verplichtingen voldoet, komen de eventuele lasten voor de provincie. De deelnemingen en verstrekte geldleningen zijn van dien aard dat het risico gering is. Voor die enkele keer dat de provincie naar eigen inschatting wel enig risico loopt, is een voorziening getroffen. Voor de borgstellingen wordt een marginaal risico aangehouden van het restantbedrag dat per balansdatum resteert. Per 31 december 2012 stond de provincie borg voor 1,9 miljoen aan leningen. Verbonden partijen In de paragraaf Verbonden partijen is aangegeven welke risico s de provincie Fryslân loopt. Juridische procedures Hieronder vallen de nog lopende juridische procedures van derden tegen de provincie. Gelet op de onderliggende risico s komt het risicopercentage uit op gemiddeld 18% Algemene dekkingsmiddelen Verschillende programma s Verschillende programma s Min. 0,3 miljoen (kleinste bedrag gewaarborgde lening) Max. 0,8 miljoen Kans: 1% ,- Kans: 50% Kans: 18% 163

165 2.3 Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen Het onderhoud en groot onderhoud van kapitaalgoederen hangt samen met het afschrijvingsbeleid van onze provincie voor de kapitaalgoederen. Algemeen uitgangspunt bij het afschrijvingsbeleid is de functionele levensduur van het kapitaalgoed. Dat is de periode waarin het kapitaalgoed bij normaal onderhoud zijn functie behoudt. Deze paragraaf bevat de beleidslijnen voor het onderhoud en beheer van onze kapitaalgoederen. Hiertoe behoren de infrastructurele werken (wegen, vaarwegen en kunstwerken), voorzieningen (bijvoorbeeld groen) en gebouwen en opstallen. Het onderdeel groen is bij de provincie geen apart beheersonderdeel. Groenbeleid en bermbeheer maken deel uit van ons berm- en oeverbeheer en van het beleidskader Fryske diken yn it grien. Uitgangspunt voor het onderhoud en beheer van kapitaalgoederen zijn de door Provinciale Staten vastgestelde beleidskaders. Dit zijn richtlijnen voor het onderhoud en beheer met specifieke benoemde kwaliteitseisen, gebaseerd op de vastgestelde beleidsnota s. 1 Onderhoud infrastructuur Beleid Het onderhoud van de provinciale infrastructuur wordt uitgevoerd volgens de nota Strategisch onderhoudsbeleid provinciale Infrastructuur. De kwaliteit van het onderhoud is omschreven in te leveren prestatie. Er is aandacht voor de keuzes in het onderhoud, naast de functioneel-technische aspecten. Het onderhoud sluit nauw aan bij de gangbare normen en regelgeving. Door het resultaat centraal te stellen wordt duidelijk op welke manier het onderhoud bijdraagt aan provinciale beleidsdoelen. De prestaties worden gemeten en gemonitord. De onderhoudsstrategie is gebaseerd op economische doelmatigheid en gericht op het in stand houden van de functionaliteit en de constructieve veiligheid van de voorziening tegen zo laag mogelijke kosten. De voorzieningen zijn redelijk comfortabel voor de gebruiker, enige slijtage, kleine schades en reparaties zijn zichtbaar. Onderhoudsmaatregelen worden op basis van inspecties bepaald. Er wordt snel ingegrepen zodra de kwaliteit daalt. Incidenteel en kortdurend komen beperkingen voor de gebruiker voor. Er is incidenteel kans op klachten en gegronde schadeclaims. Andere beleidsdoelen Als dit in een werk tegen geringe kosten kan meeliften, wordt bij het onderhoud ook bijgedragen aan andere beleidsdoelen. Het gaat dan onder meer om bereikbaarheid, beleving, milieu, duurzaamheid, natuur of landschapswaarden. Planning en kosten onderhoud Voor elk onderdeel wordt een optimale planning gemaakt voor het jaarlijks terugkerend onderhoud (JTO) en het niet-jaarlijks onderhoud (NJTO) op basis van inspecties en meerjarenplannen. Omdat de nadruk op techniek ligt, kan maar beperkt worden ingespeeld op ander beleid en doelen. Het onderhoud is niet strijdig met andere provinciale beleidsdoelen. Voor ieder onderdeel wordt een afzonderlijke optimale planning gebruikt. 164

166 Voor het jaarlijks en niet-jaarlijks terugkerend onderhoud is jaarlijks circa 11 miljoen beschikbaar. Hiervan is voor het niet-jaarlijkse onderhoud aan de hand van verhardingen jaarlijks een bedrag van 1,8 miljoen beschikbaar. Voor de vervanging van kunstwerken is met ingang van het jaar 2011 door Provinciale Staten een investeringskrediet van 8 miljoen per jaar beschikbaar gesteld voor een periode van 20 jaar. Een geactualiseerd onderhoudsbeleidskader wordt in het najaar van 2013 aan PS voorgelegd en betrokken bij de kadernota Areaal Het areaal van het dagelijkse beheer en onderhoud is in onderstaande tabellen in drie productgroepen weergegeven: wegen, vaarwegen en kunstwerken. De peildatum is 1 juni 2013, exclusief het Prinses Margrietkanaal. Wegen Verhardingen Hoeveelheden in m 2 per 1000 m km lengte Stroomweg (regionale hoofdwegennet) Gebiedsontsluitingsweg OV Ontsluitingsweg 29 4 Overige wegen Vrij liggende parallelweg Vrij liggende fietspaden Totaal Vaarwegen Bodem Oevers Hoeveelheden in km lengte m breedte m 2 per m km lengte Klasse IV (tevens PVVP recreatieklasse) 65, ,0 Klasse III (tevens PVVP recreatieklasse) 29, ,5 Klasse I (tevens PVVP recreatieklasse) 90, ,9 Klasse O en OO Overig: geen beroepsvaart wel 369, ,5 PVVP-classificatie Totaal 554, ,9 Toelichting De aangegeven klassen I t/m IV betreffen vaarwegen in provinciaal beheer met een functie voor de beroepsvaart. Deze zijn geclassificeerd overeenkomstig Europese CEMTnorm. CEMT-klasse Va is in Fryslân de zwaarste beroepsvaartklasse; het betreft hier het Prinses Margrietkanaal. CEMT-klasse IV is van iets lagere orde. Het betreft hier het Van Harinxmakanaal en de zijtakken naar Sneek, Leeuwarden, Drachten en Heerenveen. Deze beroepsvaartvaarwegen hebben ook een functie voor de recreatievaart. In het PVVP zijn deze vaarwegen geclassificeerd, afhankelijk van het belang in de klassen A t/m D. Klasse A is zwaarste klasse. De overige vaarwegen zijn voor de beroepsvaart niet van belang, wel voor de recreatievaart en zijn geclassificeerd in het PVVP. 165

167 Productgroep kunstwerken Functie Aantal Wegen Viaduct 5 Fiets-/ Veetunnel 37 Brug vast 85 Brug beweegbaar 53 Duiker/Viaduct 18 Vaarwegen Sluizen 36 Aquaducten 3 2 Onderhoud gebouwen Parkeergarage Hege Hûs Het Hege Hûs is in 2012 overgedragen aan de gemeente Leeuwarden voor de realisatie van de ondergrondse parkeergarage. Omdat er asbest is aangetroffen, liep de sloop van het Hege Hûs en daarmee ook de bouw van de parkeergarage vertraging op. Inmiddels is het pand gesloopt. De gemeente heeft aangegeven dat de afgesproken opleverdatum 1 januari 2014 niet meer haalbaar is. De gemeente geeft nog een nieuwe opleverdatum aan. Totdat de nieuwe parkeervoorziening gereed is, wordt gebruikgemaakt van de parkeergarages Hoeksterend en Klanderij. Bedrijfsgebouwen De bedrijfsgebouwen betreffen het kantoor Uitwellingerga en de steunpunten voor programma 2 Verkeer en vervoer. Het streven is om deze gebouwen technisch gezien in een goede staat van onderhoud te houden. Er is geen achterstallig onderhoud. De jaarlijkse kosten kunnen binnen de reguliere budgetten worden opgevangen. Dienstwoningen De provincie is eigenaresse (situatie per 1 juni 2013) van 25 (voormalige) dienst- en sluiswachterwoningen die worden verhuurd. Waar mogelijk worden deze woningen verkocht aan zittende huurders of aan derden zodra de huurders vertrekken. Een aantal woningen heeft echter een zodanige verwevenheid met de kunstwerken dat die niet kunnen worden verkocht. Ook is aan een aantal woningen een cultuurhistorische waarde toegekend. Het streven is dat de woningen voldoen aan de wettelijke eisen. Dit houdt in de praktijk in dat de kwaliteit van deze (oudere) woningen naar redelijkheid en billijkheid voldoet aan de hedendaagse eisen. De woningen hebben geen boekwaarde meer. De mate van onderhoud is afgestemd op goed huismeesterschap en representativiteit. De kosten worden gedekt uit de huuropbrengsten. 3 Afschrijvingsbeleid Afschrijvingsbeleid Het uitgangspunt voor de afschrijvingsduur is de functionele levensduur van het kapitaalgoed. Dit is de periode waarin het kapitaalgoed bij normaal onderhoud zijn 166

168 functie behoudt. Waar gekozen is voor een langere functionele levensduur, is rekening gehouden met een groter beslag op de onderhoudsmiddelen. Het afschrijvingsbeleid van de provincie is vastgelegd in de nota s Waarderen, Activeren en Afschrijven en Strategisch onderhoud provinciale infrastructuur. Herijking van de nota Strategisch onderhoud wordt eind 2013 voorgelegd aan Provinciale Staten, actualisatie bij kadernota Versneld afschrijven en balansverkorting Bij de behandeling van de kadernota 2014 op 3 juli 2013 hebben Provinciale Staten ingestemd met het versneld afschrijven van verschillende investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut, voornamelijk wegen. Deze investeringen zijn grotendeels eenmalig. Vervanging van dit wegennet is op middellange termijn niet te verwachten. Deze investeringen mogen volgens de wettelijke regelgeving (BBV) zowel geactiveerd worden als ineens ten laste van de exploitatiebegroting gebracht worden via versnelde afschrijving. De versnelde afschrijving komt ten laste van de reserve Nuon. Het gaat om de volgende infrastructurele projecten: structurele verbetering van de hoofdwegenstructuur door projecten als De Centrale As, N381, Noordwesttangent en rondweg om Franeker (Grote projecten); enkele kleinschalige verbeteringen, waaronder de aanleg van parallelwegen; reconstructies en overige maatregelen (kleine en reguliere projecten). Investeringen in kunstwerken blijven wel op afschrijving staan, want deze worden op termijn wel vervangen. In programma 11 Inzet Nuon-middelen en in de financiële begroting wordt verder ingegaan op de versnelde afschrijving en balansverkorting. 167

169 2.4 Paragraaf 4 Financiering en beleggingen Deze paragraaf gaat over het beheer van de financiële middelen (treasury) van de provincie Fryslân. De uitgangspunten voor het op een verantwoorde manier beheren van de provinciale geldzaken staan in het Treasury Statuut en de Wet Financiering decentrale overheden (Fido). Het statuut omvat de kaders en richtlijnen voor risicobeheer, financiering, werkkapitaalbeheer, rapportage en verantwoording, bevoegdheden en controles. 1. Ontwikkeling financieringssaldo Het financieringssaldo is het saldo aan liquide middelen, gebaseerd op de raming van onze bijdrage aan het EMU-saldo. Het EMU-saldo wordt berekend door de baten en lasten te herleiden naar mutaties van de liquide middelen, zie ook bijlage 6 Raming EMU-saldo. Door de grote investeringsagenda is er de komende jaren sprake van een fors negatief financieringssaldo. Hieronder staat de ontwikkeling van het financieringssaldo van de provincie. Tabel 1: overzicht financieringssaldo Bedragen x 1.000, Financieringssaldo per 1 januari Mutatie EMU-saldo (bijlage 6) Vrijval Uitzetting Financieringssaldo per 31 december Financiering en beleggingen Na de verkoop van de Nuon Energy-aandelen is de provincie Fryslân in 2009 gestart met het beleggen van de overtollige liquiditeiten in obligaties. Hiervoor zijn twee professionele vermogensbeheerders aangesteld. De verkoop van de Nuon-aandelen gebeurt in vier tranches in de jaren 2009, 2011, 2013 en Medio 2013 heeft de provincie voor de derde tranche van de aandelenverkoop een bedrag van 187 miljoen ontvangen. Vanwege de overgang naar verplicht schatkistbankieren worden deze middelen in eerste instantie kortlopend belegd. In de tweede helft van 2013 wordt bepaald welk deel hiervan langlopend kan worden belegd. Hierbij houdt de provincie rekening met de Investeringsagenda Wurkje foar Fryslân. In de afgelopen jaren is het belegde vermogen gestegen, mede door decentralisatieuitkeringen en vervroegde uitbetalingen van het rijk. Met de nieuwe investeringsagenda zal een groter deel van het belegde vermogen worden ingezet. 168

170 Tabel 2: gemiddeld belegd vermogen Bedragen x 1.000, Kortlopende beleggingen Langlopende beleggingen Gemiddelde beleggingen over het jaar Tabel 3: gemiddeld belegd vermogen Bedragen x 1.000, Kortlopende beleggingen Langlopende beleggingen Gemiddelde beleggingen over het jaar Investeringsagenda Wurkje foar Fryslân (programma 11) De inzet van Nuon-middelen voor de Investeringsagenda Wurkje foar Fryslân brengt een rendementsderving met zich mee. De rendementsderving is nu alleen nog berekend voor de concrete projecten zoals die in de quick wins en kadernotavoorstellen zijn opgenomen. Het verwachte rendement op het belegde vermogen is naar aanleiding hiervan bijgesteld. Zie ook hoofdstuk 3 Financiële begroting. Financieringsinstrumenten De financieringsinstrumenten die we gebruiken bij de inzet van de Nuon-middelen staan in de nota Financieringsinstrumenten. Deze nota is op 24 april 2013 vastgesteld door Provinciale Staten. Schatkistbankieren De invoering van het verplicht schatkistbankieren heeft verregaande gevolgen voor het te behalen rendement en de manier waarop de Nuon-middelen kunnen worden belegd. Er loopt momenteel een wetgevings- en uitvoeringstraject. Het wetsvoorstel is inmiddels door de Tweede Kamer behandeld. De behandeling door de Eerste Kamer volgt na het zomerreces van In het uitvoeringstraject wordt uitgewerkt wat er moet worden geregeld om de invoering zo soepel mogelijk te laten verlopen. De decentrale overheden worden hierover door het ministerie van Financiën op de hoogte gesteld. Naar verwachting treedt het verplicht schatkistbankieren eind 2013 in werking. Rentebaten, rentelasten en rendement beleggingen In tabel 4 staat de meerjarenprognose van de rentebaten en -lasten en het rendement op het belegde vermogen weergegeven. Tabel 4: rendement beleggingen en rentebaten en -lasten Bedragen x 1.000, Rentebaten kort Rentebaten lang Totale rentebaten Rentelasten kort Rentelasten lang Totale rentelasten Rendement beleggingen

171 Tabel 5: rendement beleggingen en rentebaten en -lasten Bedragen x 1.000, Rentebaten kort Rentebaten lang Totale rentebaten Rentelasten kort Rentelasten lang Totale rentelasten Rendement beleggingen Toelichting Rentebaten De rentebaten kort zijn begroot op basis van de lage vergoedingen voor het aanhouden van overtollige liquiditeiten in de schatkist. Onder Rentebaten lang staan de vergoedingen die de provincie ontvangt voor de langlopende uitzettingen aan onder meer Alliander en Heerenveen IBF. Rentelasten Door het Nuon-vermogen heeft provincie Fryslân geen financieringsbehoefte. De Rentelasten lang bestaan uit de vergoeding over de gelden van het Nazorgfonds stortplaatsen. Rendement beleggingen Bij de bepaling van het verwachte rendement op het belegde vermogen is vanwege de lage kapitaalmarktrente en de invoering van verplicht schatkistbankieren gerekend met lage rendementen voor nieuwe beleggingen. Het doelrendement is naar beneden bijgesteld tot 1,5%. Dit is gebaseerd op het huidige rendement van Nederlandse staatsobligaties voor de periode die overeenkomt met de gemiddelde looptijd van onze portefeuille. Het verwachte rendement van de totale portefeuille daalt hierdoor de komende jaren geleidelijk. Indexering waardevast vermogen In de Investeringsagenda Wurkje foar Fryslân is bepaald dat de indexering voor het waardevasthouden van het Nuon-vermogen vervalt. Rendement beleggingen Het vermogensbeheer is ondergebracht bij twee vermogensbeheerders die elk circa de helft van het vermogen beleggen volgens een beleggingsmandaat. Als gevolg van de onrust op de financiële markten is het mandaat sinds 2011 verder ingeperkt. Er mag sindsdien alleen worden belegd in AAA-obligaties van Europese landen en supranationale instellingen; de meest veilige categorie. In het volgende schema staat een overzicht van de samenstelling van de portefeuille per einde van het eerste en tweede kwartaal Samenstelling portefeuille Staatsobligaties 46,0% 45,9% Supranationale obligaties 31,0% 31,5% Staatsgegarandeerde obligaties 6,5% 6,6% Covered obligaties financiële instellingen 4,4% 4,6% Obligaties financiële instellingen 12,1% 11,3% Totaal 100,0% 100,0% 170

172 Samenstelling portefeuille Verdeling naar rating AAA 73,2% 73,8% AA 23,2% 23,6% A 3,3% 2,6% BB 0,3% 0,0% Totaal 100,0% 100,0% Verdeling naar landen België 0,8% 0,8% Denemarken 0,6% 0,6% Duitsland 3,6% 3,7% Finland 5,5% 5,5% Frankrijk 7,4% 6,8% Luxemburg 1,3% 1,2% Nederland 34,2% 34,5% Noorwegen 0,3% 0,0% Oostenrijk 10,0% 10,0% Supranationaal 31,0% 31,5% Verenigd Koninkrijk 3,7% 3,6% Zweden 1,7% 1,7% Totaal 100,0% 100,0% 3. Ontwikkeling financiële markten De aanhoudende crisis in Europa heeft verregaande gevolgen voor de tarieven op de geld- en kapitaalmarkt. Geldmarktrente Door de aanhoudende problemen van Europese landen heeft de ECB recentelijk de rente verder verlaagd tot 0,5%. Lage groei, hoge werkloosheid en hoge schulden blijven de meeste Europese landen parten spelen. De geldmarktrente (Euribor) is in de eerste helft van 2013 verder gedaald tot historisch lage niveaus. Mede hierdoor is ook de rentevergoeding voor het kortstondig aanhouden van overtollige liquiditeiten in de schatkist erg laag. Kapitaalmarktrente Voor de kapitaalmarktrentes worden voor de komende jaren eveneens lage niveaus verwacht. Door de aanhoudende crisis is er sprake van een enorme kapitaalvlucht naar staatsobligaties van de meest veilige Europese landen, waaronder Nederland. Dit leidt tot een lage kapitaalmarktrente voor Nederlandse staatsobligaties en het langlopend beleggen bij schatkistbankieren. 171

173 4. Risicobeheer treasury Hieronder een toelichting op de belangrijkste risico s voor treasurymanagement. Renterisico Vanuit de Wet Fido geeft de overheid richtlijnen voor het renterisico op korte en lange financiering. Het risico op kortlopende financiering wordt beperkt met een zogenaamde kasgeldlimiet, deze bedraagt in miljoen (7% van de begroting). Voor de lange financiering geldt de renterisiconorm die van toepassing is op aangetrokken geldleningen. De provincie Fryslân heeft geen langlopende of bancaire schulden. In verband met de verkoop van de Nuon-aandelen en de hiermee samenhangende toestroom van geldmiddelen uit de komende tranches, verwachten we in de komende jaren binnen de kasgeldlimiet te blijven en geen langlopende geldleningen aan te trekken. Door de ontwikkeling van het EMU-saldo en de boekwinst op de Nuon-aandelen kunnen er voor zeer lange tijd middelen uitgezet worden. Tegelijk kan de provincie een omvangrijk investeringsprogramma uitvoeren. De renterisiconorm volgens de Wet Fido is daarmee minder relevant. Voor de rendementen uit het belegde vermogen is er wel een renterisico. In de begroting wordt rekening gehouden met rentebaten uit het belegde vermogen, gebaseerd op een doelrendement. Fluctuaties van de rente op de geld- en kapitaalmarkt kunnen van invloed zijn op het verwachte rendement. Door een goede samenstelling en voldoende spreiding worden deze fluctuaties beperkt. In het kader van de Wet Fido blijven de risico s voor de rentebaten buiten de beoordeling van de renterisiconorm. Koersrisicobeheer De provincie belegt haar overtollige middelen alleen in vastrentende waarden zoals daggeld, obligaties en deposito s. Het beleggen in aandelen voor het behalen van uitsluitend een rendement, is niet toegestaan. De provincie belegt uitsluitend in euro s. Hierdoor is het (valuta)koersrisico minimaal. Kredietrisicobeheer Om het debiteurenrisico bij beleggingen te beperken, belegt de provincie uitsluitend bij tegenpartijen die voldoen aan een minimale creditrating. Dit conform het Treasurystatuut. Bovendien moet worden voldaan aan de gewijzigde Regeling Uitzetting en Derivaten Decentrale Overheden (Ruddo). Volgens het provinciaal treasurystatuut en Ruddo zou bij een uitzetting korter dan drie maanden een A-rating volstaan. Bij beleggingen langer dan drie maanden is een AA-minusrating vereist. Er is bovendien een landenrisico van kracht geworden. Alleen beleggingen bij instellingen in Nederland zijn mogelijk, of in landen binnen de Economische Europese Ruimte (EER) waarvoor ten minste een AA-rating van toepassing is. Risicoprofiel beleggingen Om te komen tot een veilige en solide obligatieportefeuille heeft de provincie Fryslân besloten het risicoprofiel van de beleggingen verder te beperken. In het beleggingsmandaat van het Nuon-vermogen is vastgesteld dat minimaal 60% van het vermogen belegd moet worden in obligaties met AAA-rating; de meest veilige categorie. Het overige deel moet worden belegd in obligaties met minimaal een AA-rating. Daarnaast gelden er beperkingen voor de bedragen per land, beleggingscategorie en 172

174 debiteur. Dit voor een goede spreiding in de portefeuille. Ruim 70% van het vermogen is belegd in obligaties met een AAA-rating. Debiteurenbeheer levering goederen en diensten Voor het debiteurenbeheer voor de levering van goederen en diensten hanteert de provincie een strikt beleid van herinnering en aanmaning. Als een debiteur nalatig blijft, wordt de vordering overgedragen aan een incassobureau. 173

175 2.5 Paragraaf 5 Verbonden partijen 1. Inleiding Deze paragraaf geeft een overzicht van de zogenoemde verbonden partijen en de convenanten die de provincie met andere partijen heeft gesloten. Deelnemingenbeleid De Investeringsagenda Wurkje foar Fryslân zorgt voor de oprichting van en de participatie in fondsen en rechtspersonen. Dit vraagt een grotere inzet op het toezicht en de governance op deze partijen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het aandeelhouderschap in de rechtspersonen Thialf, het Fûns Skinne Fryske Enerzjy (FSFE) en het Doefonds. Vanwege het grotere toezicht actualiseert en intensiveert de provincie haar deelnemingenbeleid. Verbonden partijen Verbonden partijen zijn samenwerkingsverbanden waarin de provincie zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft en waarbij sprake is van een publiek- of privaatrechtelijk rechtspersoon. Er is een bestuurlijk belang als de provincie zitting heeft in het bestuur dan wel stemrecht heeft. De provincie heeft een financieel belang zodra zij middelen ter beschikking stelt (of garanties afgeeft) waarover de provincie risico loopt in geval van financiële problemen bij de verbonden partij. De verbonden partijen voeren beleid uit dat de provincie ook zelf kan uitvoeren. De provincie gaat alleen samenwerkingsrelaties aan als de zelfstandige realisering door de provincie meer middelen vergt, meer risico s met zich meebrengt of niet mogelijk is. De provincie is zelf verantwoordelijkheid voor het bereiken van de doelstellingen door de samenwerking met verbonden partijen. Het beleid voor het risicomanagement maakt deel uit van de planning- en controlcyclus. Periodiek wordt nagegaan of de verbonden partijen nog in voldoende mate bijdragen aan de realisatie van de provinciale doelstellingen. Convenanten Convenanten zijn schriftelijke overeenkomsten tussen de provincie en andere overheden en organisaties. Doel is het verwezenlijken van provinciaal beleid en afspraken maken over de uitoefening van (publiekrechtelijke) bevoegdheden. Een convenant heeft niet de status van een publiek- of privaatrechtelijk rechtspersoon. Als het convenant betrekking heeft op de uitvoering van een project waarbij contracten met bedrijven worden aangegaan, is het minder duidelijk wie de opdrachtgever is. Zoals met bouwbedrijven en onderzoeksbureaus. Het kan daarbij van belang zijn dat één van de convenantpartijen formeel opdrachtgever is. Deze taak neemt de provincie in veel gevallen op zich. Afspraken in een convenant juridisch moeten bindend zijn als een convenant zich meer afspeelt in de harde sector. Dat wil zeggen: als adequate afspraken over het 174

176 gezamenlijk uitvoeren van projecten belangrijk zijn en de (financiële) belangen groot zijn. Financiële risico s De financiële risico s van de provincie bij verbonden partijen en convenanten zijn in veel gevallen vrijwel gelijk aan de omvang van het directe financiële belang. In een aantal gevallen is sprake van een potentieel financieel risico dat de omvang van het directe financiële belang aanzienlijk overstijgt. De inschatting van deze financiële risico s is in paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing verwerkt. 175

177 2 Overzicht verbonden partijen In onderstaand overzicht staan de verbonden partijen van de provincie Fryslân: De eerste kolom bevat een korte omschrijving van de verbonden partij. In de tweede kolom staat het beleidsprogramma waar de verbonden partij onder valt. De derde kolom geeft de rechtspersoon weer en de gedeputeerde die de provincie vertegenwoordigt. Vervolgens wordt aangegeven of er sprake is geweest van een bestuurswisseling of een andere verandering in het openbaar belang. In het overzicht zijn ook de gemeenschappelijke regelingen opgenomen waaraan de provincie deelneemt. Verbonden partij 1. Nuon Energy NV, Amsterdam In 2015 vindt de laatste leveringen van 21% van de aandelen Nuon aan Vattenfall plaats. Over deze aandelen ontvangt de provincie een preferent dividend van 2% tot het moment van levering. De aandelen van het gesplitste netwerkbedrijf Alliander blijven in publieke handen (zie 2). 2. Alliander NV, Arnhem De participatie in Alliander NV is met inachtneming van de Wet Onafhankelijk Netbeheer per 1 juli 2009 ontstaan na de splitsing van Nuon in een productie- en leveringsbedrijf en een netwerkbedrijf. Alliander zorgt voor de distributie van energie in grote delen van Nederland. Het openbaar belang van het aandeelhouderschap is verankerd in de wet. De aandelen dienen als gevolg Programma Algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen NV (J.A. de Vries) NV (J.A. de Vries) Rechtspers. (GSbestuurder) Bestuurswisselingen of veranderingen in openbaar belang Resultaat miljoen (2012) 224 miljoen (2012) Financieel belang in de VP (orde van grootte) Per 1 januari 2014 bezit de provincie nog 2,6% van de aandelen. Preferent dividend 2012: 10,8 miljoen (ontvangen in 2013). De provincie bezit ruim 12,6% van de aandelen. Dividend 2012: 9,4 miljoen (ontvangen in 2013). Eigen en vreemd vermogen verbonden partij Eigen vermogen : 3,3 miljard. Eigen vermogen : 3,2 miljard. Solvabiliteit: 49,5%. Fin. risico s die de provincie loopt Geen In vooral in de wet genoemde omstandigheden kan bijstorting van kapitaal aan de orde zijn. 176

178 Verbonden partij van de wet in publieke handen te blijven. 3. Vitens NV, Zwolle Vitens NV is het grootste drinkwaterbedrijf van Nederland en levert topkwaliteit drinkwater aan 5,4 miljoen mensen en bedrijven in de provincies Flevoland, Friesland, Gelderland, Utrecht, Overijssel. Het openbaar belang van het aandeelhouderschap is verankerd in de wet. Op grond van de wet dienen de aandelen in overheidshanden te blijven. 4. BNG (Bank Nederlandse Gemeenten), Den Haag De BNG is bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijke belang. Ze beoogt met gespecialiseerde financiële dienstverlening tegen zo laag mogelijke kosten bij te dragen aan maatschappelijke voorzieningen voor de burgers. 5. NWB (Nederlandse Waterschapsbank), Den Haag De Nederlandse Waterschapsbank NV richt zich met haar diensten exclusief op de publieke sector. Zij financiert van oudsher waterschappen, maar ook gemeenten, provincies en aan overheid gelieerde instellingen. 7. IPO (Interprovinciaal Overleg), Den Haag Gezamenlijke belangenbehartiging van Programma Algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen Bestuur en veiligheid NV (T. Schokker) NV (J.A. de Vries) NV (J.A. de Vries) Rechtspers. (GSbestuurder) Bestuurswisselingen of veranderingen in openbaar belang Geen Geen Vereniging (C. Schokker- Schokker- Strampel heeft zitting in het Resultaat 29.6 miljoen (2012) Conform doelstelling Conform doelstelling Conform doelstelling Financieel belang in de VP (orde van grootte) De provincie Fryslân bezit sinds ultimo aandelen Vitens (13%). Dividenduitkering 2012: 2,57 per aandeel. Dividenduitkering 2013: ,50. Waarde provincie Fryslân in eigen vermogen van de deelneming: miljoen. Dividenduitkering 2013: circa geen. Waarde provincie Fryslân in het eigen vermogen van de deelneming per 1,74 miljoen. Bijdrage 2012: ,-. Eigen en vreemd vermogen verbonden partij EV: 386 miljoen (2012). EV 22.9% van totaal vermogen. Garantievermogen is 28.9% (EV incl. achtergesteld vermogen). Aansprakelijk vermogen ultimo 2011: miljard. Aansprakelijk vermogen ultimo 2011: miljoen. Eigen vermogen: geen. Fin. risico s die de provincie loopt Geen Geen Geen Geen 177

179 Verbonden partij provincies in algemene overheidsaangelegenheden. In het Bestuursakkoord zijn uitspraken gedaan over zichtbaarheid en aanwezigheid van de provincie. Op landelijk niveau heeft het IPO daarbij een nadrukkelijke rol. 8. SNN (Samenwerkingsverband Noord-Nederland), Groningen Stimulering van de ruimtelijke economische ontwikkeling van Noord- Nederland, onder meer door behartiging van de economische belangen van het noorden. Het publieke belang dat hiermee nagestreefd wordt, is werkgelegenheid en welvaart. 9. HNP (Huis van de Nederlandse Provinciën), Brussel Gezamenlijke huisvesting van de provincies en het IPO in Brussel ter verdediging van de Europese belangen van de Nederlandse provincies. 10. Stichting Openbare Verlichting Fryslân te Heerenveen Samenwerkingsverband op het gebied van beheer en onderhoud van openbare verlichting en op het gebied van gezamenlijke inkoop duurzame energie. Programma Bestuur en veiligheid Bestuur en veiligheid Verkeer en vervoer Strampel) Gemeensch apelijke Regeling (S. Poepjes en J.H.J. Konst) Vereniging/ INPA (volgens Belgisch recht) (S. Poepjes) Stichting (GS heeft programmamanager duurzame innovatie aangewezen Rechtspers. (GSbestuurder) Bestuurswisselingen of veranderingen in openbaar belang bestuur van het IPO. Het SNNvoorzitterschap rouleert tweejaarlijks tussen de drie deelnemende provincies. Tot 1 juli 2013 is Drenthe voorzitter. Vanaf 1 juli 2013 tot 1 juli 2015 bekleedt Fryslân het voorzitterschap Poepjes zit in het AB, niet in DB Resultaat Conform doelstelling Gerealiseerde huisvesting Gezamenlijk met groot aantal gemeenten beheer en onderhoud van de openbare Financieel belang in de VP (orde van grootte) Bijdrage 2012: ,-. Jaarlijkse bijdrage circa ,- (via bijdrage in de begroting SNN). Jaarlijkse bijdrage circa ,-. Eigen en vreemd vermogen verbonden partij Per bedraagt de geconsolideerde algemene reserve ,-. Fin. risico s die de provincie loopt Geen Geen Geen 178

180 Verbonden partij 11. Nazorg Ouwsterhaule De provincie Fryslân heeft als partij afval gestort op de voormalige stortplaats Ouwsterhaule. Alle partijen die afval hebben geleverd of de stortplaats hebben beheerd, participeren in de stichting nazorg Ouwsterhaule. De provincie participeert voor 26% in de stichting. Het publieke belang dat hiermee gediend is, betreft het voorkomen van ongewenste milieueffecten van de voormalige stortplaats. Het financiële risico dat de provincie loopt is het falen van het beheerssysteem als er een lekkage in de afdichtingsbodem optreedt. 12. Fonds Nazorg Stortplaatsen De betrokkenheid van de provincie vloeit voort uit de Wet Milieubeheer. Het Nazorgfonds Stortplaatsen is een spaarpot waaruit de kosten van nazorg van relatief jonge stortplaatsen worden gedekt. Deze nazorg beoogt te voorkomen dat het publieke belang wordt geschaad door milieuvervuiling als gevolg van gebrek aan onderhoud aan en tijdig vervangen van voorzieningen van overgedragen (gesloten) stortplaatsen. Het Programma Milieu Milieu als vertegenwo ordiger van de provincie in de RvT) Stichting (ambtelijk) Fonds (bij wet) (GS) Rechtspers. (GSbestuurder) Bestuurswisselingen of veranderingen in openbaar belang Geen Geen Resultaat verlichting en de inkoop van duurzame energie geregeld Beheer stort conform doelstelling. Onderhoud wordt bekostigd uit het jaarlijkse rendement Resultaat 2012: ,- Financieel belang in de VP (orde van grootte) Initiële storting circa 0,78 miljoen (26% van nazorgkapitaal). 26% van onvoorziene uitgaven, indien deze zich voor zouden doen. Geen jaarlijkse provinciale bijdrage. Eigen en vreemd vermogen verbonden partij Nazorgkapitaal in fonds (eigen vermogen per 31 december 2012): 3,6 miljoen. Eigen vermogen ultimo 2012: 1,3 miljoen. Dit EV betreft 13% van het totale vermogen, het restant is vastgelegd in voorzieningen voor te voorziene verplichtingen. Fin. risico s die de provincie loopt Min: ,- Max: ,- Participatie 26% Kans: 1% Berekend risico: 1.000,- Min: Max: 2,125 miljoen Kans: 1% Berekend risico: ,- 179

181 Verbonden partij belangrijkste financiële risico dat de provincie loopt, is het falen van voorzieningen en monitoring in combinatie met bodemverontreiniging. De lang onopgemerkte bodemverontreiniging kan leiden tot schade bij derden. In verband met dit soort risico s is een risicovoorziening in het fonds opgenomen. Deze bedraagt ultimo ,1 miljoen. In de jaarrekening van het Fonds nazorg stortplaatsen wordt vermeld dat de gewenste omvang van deze voorziening 2 miljoen tot 3 miljoen is. Het resterende risico bedraagt daardoor maximaal tussen de 0,9 miljoen en 1,9 miljoen. De kans op het ontstaan van een dergelijk omvangrijke kostenpost is op dit moment minimaal. 13. LMA (Landelijk Meldpunt Afvalstoffen) Op grond van de Wet milieubeheer is per 1 januari 2005 de meldplicht van afvalstoffen geregeld in het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen. Het LMA beheert de centrale database (AMICE) voor het vastleggen van meldgegevens van bedrijven die bedrijfs- en gevaarlijke afvalstoffen ontvangen. In het convenant Melden bedrijfs- en gevaarlijke afvalstoffen, dat op 25 oktober 2005 in de Staatscourant is gepubliceerd, zijn de Programma Milieu Stichting (S. Poepjes in Raad van Toezicht) Rechtspers. (GSbestuurder) Bestuurswisselingen of veranderingen in openbaar belang Resultaat P. Adema Informatie van het LMA maakt het de provincies mogelijk afvalstoffen door heel Nederland te traceren. Op deze wijze draagt het LMA bij aan een doelmatige handhaving Financieel belang in de VP (orde van grootte) Bijdrage in ,-. Eigen en vreemd vermogen verbonden partij Eigen vermogen circa 3,3 miljoen (84% van het totale vermogen). Fin. risico s die de provincie loopt Geen 180

182 Verbonden partij afspraken vastgelegd die gemaakt zijn tussen de minister van VROM, de provincies en het LMA. Fryslân is één van die provincies. Het openbaar belang is dat afvalstoffen op een verantwoorde wijze worden afgevoerd of verwerkt. 14. Zonebeheer Friesland In het kader van de Wet Geluidshinder zijn door de gemeenten een groot aantal bedrijventerreinen gezoneerd. Aanvragen van bedrijven die zich daar willen vestigen (of bij wijzigingen of revisie) dienen te worden getoetst aan de geluidszone. De gemeenten hebben de uitvoering van deze taak ondergebracht bij de drie regio's (Milieuadviesdienst, De Friese Wouden en Sneek). Het publieke belang hiervan is de kwaliteit van het Friese milieu op het onderdeel geluidshinder. Besloten is om in 2013 uit deze gemeenschappelijke regeling te treden. 15. Waddenglas Met het project Waddenglas realiseren de provincie Fryslân, de gemeente Franekeradeel en Dienst Landelijk Gebied (DLG) ten zuiden van Sexbierum een hoogwaardig glastuinbouwgebied. Het plan voorziet in de ontwikkeling van ongeveer 120 ha netto glastuinbouw en sluit aan bij bestaande glastuinbouw. Het project dat in 2007 van start ging, zou Programma Milieu Landelijk gebied GR S. Poepjes J.H.J. Konst is voorzitter van de stuurgroep Rechtspers. (GSbestuurder) Bestuurswisselingen of veranderingen in openbaar belang Resultaat Financieel belang in de VP (orde van grootte) Eigen en vreemd vermogen verbonden partij Geen Geen N.v.t. N.v.t N.v.t. Geen n.v.t. 2,4 miljoen (voorgefinancierd voor aankoop gronden; is later omgezet in een lening aan de gemeente Franekeradeel). Fin. risico s die de provincie loopt In geval gronduitgifte volledig uitblijft kan het project een verlies van 10 mln. opleveren. Het eindresultaat wordt gelijk verdeeld over de drie partijen. 181

183 Verbonden partij uiterlijk in 2015 afgerond worden. Vanwege de aanhoudende financiële crisis in de glastuinbouw en het uitblijven van gronduitgifte hebben de partijen de verwachte doorlooptijd verlengd tot eind Het financiële risico heeft betrekking op de grondexploitatie en het tempo van gronduitgifte. De grondexploitatie wordt jaarlijks geactualiseerd, waarbij ook zogenoemde gevoeligheidsberekeningen worden gemaakt. De stuurgroep Waddenglas, met gedeputeerde Konst als voorzitter, overlegt regelmatig over de beheersing van de financiële risico's. Om het risico te beheersen heeft de stuurgroep Waddenglas besloten geen grond meer aan te kopen voordat er ook grond uitgegeven is. 16. NOM (Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij), Groningen De reden van participatie sinds de jaren negentig is terug te voeren op afspraken die met het rijk en de drie noordelijke provincies zijn gemaakt over de economische ontwikkeling van Noord-Nederland. De vennootschap heeft als doel een bijdrage te leveren aan de verbetering van de sociaal-economische structuur en de werkgelegenheid in de provincies Groningen, Fryslân en Programma Economie, toerisme en recreatie NV (J.H.J. Konst) Rechtspers. (GSbestuurder) Bestuurswisselingen of veranderingen in openbaar belang geen Resultaat De NOM kent een participatiepoot en een ontwikkelingspoot, waarbij de eerste in de regel een bescheiden winst maakt en de ander geld kost. Als participatiemaatschappij is de NOM zelf Financieel belang in de VP (orde van grootte) Bijdrage 2014: ,-, Fryslân bezit 0,01% van de aandelen van de NOM. Eigen en vreemd vermogen verbonden partij NOM per (in 1.000,-): Groepsvermogen ,-, Financiële vaste activa ,-, Resultaat 4.154,-. Fin. risico s die de provincie loopt Het ministerie van EZ is zijn positie als aandeelhouder en subsidiënt in de NOM aan het heroverwegen. Dit verhoogt niet bij voorbaat het risico van de provincie in de NOM. Het doorvoeren van eventuele heroverwegingen heeft wel gevolgen voor de 182

184 Verbonden partij Drenthe. 17. Marrekrite Marrekrite is een gemeenschappelijke regeling van de provincie Fryslân en Friese gemeenten. Doel is het Friese waterland recreatief zo goed mogelijk laten functioneren en daarbij rekening houden met de belangen van landschap en natuur. Het betreft zowel een toeristisch als economisch publiek belang: goede watersportvoorzieningen en werkgelegenheid. Het maken van aanlegvoorzieningen in het buitengebied en het beheer en onderhoud ervan is de hoofdactiviteit. Sinds 2011 komt daar de coördinatie van het beheer en onderhoud van het fietsknooppunten routenetwerk bij en Programma Economie, toerisme en recreatie Gemeensch appelijke Regeling (J.A. de Vries) Rechtspers. (GSbestuurder) Bestuurswisselingen of veranderingen in openbaar belang Resultaat Financieel belang in de VP (orde van grootte) vaak afhankelijk van jaarcijfers van bedrijven waarin het deelneemt. De NOM maakt zelf haar resultaten bekend; dit kan pas gebeuren als de AvA de jaarstukken heeft goedgekeurd, meest al in april. Geen Bijdrage 2014: ,-. Eigen en vreemd vermogen verbonden partij Eigen vermogen per ultimo 2012: 3,5 miljoen. Fin. risico s die de provincie loopt bedrijfsvoering. De NOM is voor de provincie een onderdeel van het economisch beleid. Geen 183

185 Verbonden partij op termijn meer soorten routes. De Marrekrite werkt nauw samen met provinciale en gemeentelijke diensten, maar ook met natuurbeschermingsorganisaties. Alle Friese gemeenten aan de vaste wal zijn aangesloten op de Marrekrite. 18. Ontwikkelingsmaatschappij Westergo, Harlingen Het openbaar belang is de zeggenschap over de nog uit te geven bedrijventerreinen. 19. WGR Waddenfonds Doel van het Waddenfonds is het subsidiëren van niet-reguliere investeringen op het gebied van: versterken natuur- en landschapswaarden, wegnemen externe bedreigingen natuurlijke rijkdom, duurzame economische ontwikkeling of duurzame energiehuishouding, ontwikkelen duurzame kennishuishouding. Programma Economie, toerisme en recreatie Ruimte en wonen Provincie is aandeelhou der (Poepjes) In mei 2012 is door de waddenprov in-cies Fryslân, Noord- Holland en Groningen de WGR Waddenfond s opgericht met een AB van 9 leden en een DB van 3 leden (Schokker- Strampel is voorzitter, ged. Kramer en De Vries zijn AB- Rechtspers. (GSbestuurder) Bestuurswisselingen of veranderingen in openbaar belang Konst is uitgetreden Per 1 oktober 2012 zijn de bevoegdheden overgegaan naar de GR Waddenfonds Resultaat Financieel belang in de VP (orde van grootte) Geen Gedecentraliseerde rijksmiddelen, geen bijdrage provincies aan de GR. Eigen en vreemd vermogen verbonden partij Eigen: ,-. Vreemd: ,- (stand , nog niet goedgekeurd). Algemene reserve per 1 januari 2013: 46 miljoen. Fin. risico s die de provincie loopt Geen, bij bestendiging besluit tot uittreding in november Geen 184

186 Verbonden partij 20. Tresoar, Leeuwarden Het doel is zorgen voor een goed voorzieningenpatroon van historische documentatiecentra in een optimale samenwerking. Dat er een openbaar lichaam is dat de collecties en archiefbescheiden beheert die aanwezig zijn in de rijksarchieven bewaarplaats in Fryslân, de provinciale bibliotheek en het FLMD. Programma Kultuer, taal en ûnderwiis leden namens Fryslân) GR (J.A. de Vries) Rechtspers. (GSbestuurder) Bestuurswisselingen of veranderingen in openbaar belang Bestuurssamenstelling namens de provincie: J.A. de Vries, voorzitter, F.P. Doting en A. Touring Namens de stichting FLMD: W. Verf Namens minister OC&W: mr. E.J. Rotshuizen, dr. P. Winsemius en drs. J. vd Velde Resultaat Afspraken uit activiteitenplan uitgevoerd volgens afspraak. Financieel belang in de VP (orde van grootte) Bijdrage in 2012: ,-. Dit is 51,1% van de totale begroting 2012 van Tresoar. Eigen en vreemd vermogen verbonden partij Eigen vermogen 2012: ,-. Dit is incl. vijf bestemmingsreserves: , , , , ,- Inclusief de algemene reserve: ,- Vreemd vermogen 2012: ,- Resultaat 2012: ,- Fin. risico s die de provincie loopt Geen 21. Regionaal College Waddengebied Overlegplatform voor een evenwichtige ontwikkeling van het waddengebied: gezamenlijk goed bestuur voor het waddengebied. Ruimte en Wonen Schokker Het resultaat van de besprekingen wordt door de leden gebruikt voor de Jaarlijkse bijdrage ,- De financiële positie van Tresoar is goed. Geen 185

187 Verbonden partij 22. Thialf OG BV, Heerenveen Openbaar belang is behouden ijsstadion Thialf als voorziening die voor de provincie een bijdrage levert op het gebied van economie, sport en cultuur. Programma Economie, toerisme en recreatie Schokker en Konst Rechtspers. (GSbestuurder) Bestuurswisselingen of veranderingen in openbaar belang Datum aankoop aandelen is nog niet bekend Resultaat oordeelsvorming binnen de eigen organisatie en achterban. 2012: ,- Financieel belang in de VP (orde van grootte) 4 miljoen, 66,6% van aandelenkapitaal. Eigen en vreemd vermogen verbonden partij Stand per , voor aandeelhouderschap: EV ,- VV ,- Fin. risico s die de provincie loopt Exploitatierisico s. Projectrisico s, omdat Thialf OG BV verantwoordelijk wordt voor de realisatie. 23. Fumo, gemeenschappelijke regeling Uitvoerder van vergunningverlenende en toezichthoudende taken namens de provincie milieu S. Poepjes Start per Advisering van de provincie als bevoegd gezag De totale begroting (basis 2013) is Het aandeel van de provincie daarin bedraagt Per 2015 of eerder zal een overdracht van taken plaatsvinden waarna het aandeel geschat wordt op Moet nog starten De begroting van de Fumo is gebaseerd op kentallen en gemiddelden. In de praktijk kan de exploitatie tegenvallen. In het bedrijfsplan zijn maatregelen om deze risico s te beheersen benoemd. De provincie loopt nog een risico indien bij de overdracht van taken aan de gemeenten een hogere korting van 186

188 Verbonden partij Programma Rechtspers. (GSbestuurder) Bestuurswisselingen of veranderingen in openbaar belang Resultaat Financieel belang in de VP (orde van grootte) Eigen en vreemd vermogen verbonden partij Fin. risico s die de provincie loopt het provinciefonds wordt doorgevoerd dan in het bedrijfsplan berekend. 187

189 3 Overzicht convenanten In dit onderdeel staan de convenanten die de provincie heeft gesloten met andere partijen. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen convenanten met een groot en klein belang. Het onderscheid heeft vooral te maken met: het financiële belang (groter of kleiner dan ,-); het aantal (overheids)partijen en de looptijd van het convenant; de eventuele risico s voor de provincie; de politieke gevoeligheid. Convenanten kunnen risico s met zich meebrengen. Gelet op de getroffen beheersmaatregelen worden deze risico s als nihil aangemerkt. Convenanten met groot belang (per beleidsprogramma) Programma 2 Verkeer en vervoer Convenant grootscheepsvaarwater Op dit moment wordt gewerkt aan een nieuwe overeenkomst voor de door de provincie te verrichten werkzaamheden voor Rijkswaterstaat (RWS). Dit is het gevolg van de overdracht van het Prinses Margrietkanaal van de provincie naar RWS. Convenant Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) Convenant voor het behoud van eenduidig, hoogwaardig openbaar vervoer. Sinds er geen landelijke productformule meer is, dreigt er verwatering van het begrip hoogwaardig. De in het convenant vastgelegde eisen vormen de basis voor deze aanbesteding. Samenwerkingsagenda s verkeer en vervoer gemeenten Deze samenwerkingsagenda s beogen de samenwerking van de betrokken partijen voor verkeer en vervoer transparant en duidelijk te maken. Er wordt gewerkt aan de integratie van de Gebiedsgerichte Aanpak (GGA) en de samenwerkingsagenda s in streekagenda s. Regio Specifiek Pakket Op 23 juni 2008 is het convenant Regio Specifiek Pakket (RSP) tussen het rijk en de noordelijke provincies gesloten. Met deze afspraak over het RSP staat de provincie Fryslân voor een omvangrijk en ambitieus investeringsprogramma dat moet leiden tot een wezenlijke verbetering van de bereikbaarheid en een impuls voor de economische ontwikkeling. Gezien de omvang van het pakket is de uitvoeringsperiode beperkt. Het totale pakket moet zijn gerealiseerd in de periode tot Overeenkomst Programma Bereikbaarheid Leeuwarden Op 1 maart 2010 is de overeenkomst met de gemeente Leeuwarden ondertekend voor een integraal programma van maatregelen ter bevordering van de bereikbaarheid van Leeuwarden. 188

190 Convenant Leeuwarden Vrij-Baan Het convenant Vrij-Baan bestaat uit de volgende overeenkomsten: Minder hinder manifest Bestuurlijke afspraken tussen rijk, gemeente en provincie over de bereikbaarheid van Leeuwarden en omgeving tijdens de bouw. Is ondertekend op 2 februari Projectovereenkomst met ProRail De realisatieovereenkomst met ProRail over de realisatie van Haak Midden. Is ondertekend op 17 oktober Realisatieovereenkomst projecten Leeuwarden Overeenkomst gemeente Leeuwarden en de provincie over de realisatie van de projecten rondom Leeuwarden. Samenwerkingsovereenkomst provincie-menameradiel Op 8 mei 2013 is er een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met de gemeente Menameradiel. In deze overeenkomst zijn afspraken gemaakt over hoe de (gemeentelijke) gebiedsontwikkelingsprojecten aangesloten worden op de provinciale werkzaamheden voor de realisatie van het noordelijke deel van de Haak om Leeuwarden. Er zijn afspraken gemaakt over proces, planning en financiële bijdragen. Overeenkomst Onderdoorgangen station Werpsterhoek Het streven is om voor eind 2013 een overeenkomst opgesteld te hebben tussen de provincie, gemeente Leeuwarden, ProRail en het ministerie van IenM. Hierin worden de rollen van de verschillende partijen voor de realisatie en beheer en onderhoud vastgelegd. Overeenkomst infrastructuur extra sneltrein Groningen-Leeuwarden (ESGL) Het streven is om voor eind 2013 een overeenkomst opgesteld te hebben tussen ProRail, het ministerie van IenM, de provincie Groningen en Fryslân. Hierin worden de rollen van de verschillende partijen voor de realisatie en beheer en onderhoud vastgelegd. Convenanten projecten De Centrale As en N381 Bestuursovereenkomst DCA Op 5 maart 2007 is de overeenkomst gesloten tussen de gemeenten Tytsjerksteradiel, Dantumadiel en Dongeradeel. Hierbij is voor de aanleg van De Centrale As een meerwaardepakket specifiek per gemeente vastgelegd op voorwaarde dat de gemeenten financieel bijdragen aan de aanleg. Hierbij zijn ook de randvoorwaarden vastgelegd en afspraken gemaakt over de onderlinge samenwerking. Projectovereenkomst met ProRail, DCA De overeenkomst met ProRail over de realisatie van de onderdoorgangen Hurdegaryp/Veenwouden is ondertekend op 30 mei Bestuursovereenkomst verdubbeling N381 Drachten-Donkerbroek De gemeenten Ooststellingwerf, Opsterland, Smallingerland en de provincie Fryslân hebben op 18 februari 2011 een overeenkomst gesloten. De gemeenten dragen gezamenlijk 3 miljoen bij aan de verdubbeling van de N381 tussen Drachten en Donkerbroek. Convenanten rijkswegen Realisatieovereenkomst Tracébesluit Rijksweg 31 Leeuwarden De realisatieovereenkomst met het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de gemeente Leeuwarden voor de aanleg van de Haak om Leeuwarden. Is ondertekend op 29 mei De provincie voert risicodragend het noordelijke deel uit en het ministerie het zuidelijke deel. Samenwerkingsovereenkomst bestuurlijke afspraak knooppunt Joure 189

191 Op 29 mei 2010 is de overeenkomst met het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de gemeente Skarsterlân voor de planstudiefase van het project en het taakstellende budget ondertekend. Na de planstudiefase wordt een realisatieovereenkomst opgesteld. Realisatieovereenkomst RSP A6/A7 Knooppunt Joure Dit betreft een overeenkomst over de uitvoering van het wegenproject voor de ombouw van knooppunt Joure. De overeenkomst is gesloten met het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de gemeente Friese Meren. De definitieve overeenkomst op basis van de eerder gesloten samenwerkingsovereenkomst wordt ondertekend in 2013 en loopt voor de duur van de verdere voorbereiding, realisatie en afrekening van het project. Dat is naar verwachting De overeenkomst is gericht op de aanleg, financiering en vergaande samenwerking tussen de drie partijen. De afspraken over de samenwerking zijn noodzakelijk omdat de provincie de ombouw van een weg in beheer bij het rijk (A6/A7) voor het overgrote deel betaalt. Bestuursovereenkomst ombouw N31 Traverse Harlingen Op 29 mei 2010 is de overeenkomst met het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de gemeente Harlingen voor planstudiefase van het project en het taakstellende budget ondertekend. Na de planstudiefase wordt een realisatieovereenkomst opgesteld. Realisatieovereenkomst RSP N31 Traverse Harlingen Een overeenkomst over de uitvoering van het wegenproject voor de ombouw van de traverse door Harlingen. De overeenkomst is gesloten met het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de gemeente Harlingen. De overeenkomst op basis van de eerder gesloten samenwerkingsovereenkomst is definitief getekend op 31 mei 2013 en loopt voor de duur van de verdere voorbereiding, realisatie en afrekening van het project. Dat is naar verwachting De overeenkomst is gericht op de aanleg, financiering en vergaande samenwerking tussen de drie partijen. De afspraken over de samenwerking zijn noodzakelijk omdat de provincie de ombouw van een weg in beheer bij het rijk (N31) voor het overgrote deel betaalt. Intentieovereenkomst RSP Bereikbaarheidspakket Heerenveen Overeenkomst waarin het college van burgemeester en wethouders van Heerenveen, Gedeputeerde Staten en de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat zich uitspreken over het oplossen van de verkeersproblematiek rondom de ontwikkeling van Stad van Sport en IBF. De intentieovereenkomst moet leiden tot een concreet pakket aan projecten. De overeenkomst wordt naar verwachting eind 2013 ondertekend. Overeenkomst aanleg en reconstructie Rijksweg 7 Sneek Op 15 december 2005 is de overeenkomst met het ministerie van Verkeer en Waterstaat voor de aanleg en reconstructie van Rijksweg 7 Sneek ondertekend. De provincie voert risicodragend het gehele werk uit. De overeenkomst loopt nog tot het eind van de garantietermijn. Overeenkomst wijziging aanleg en reconstructie A7 Rondweg Sneek Op 1 januari 2012 is de wijzigingsovereenkomst voor de Woudvaartbrug gesloten. De provincie zal het (groot) onderhoud van de Woudvaartbrug uitvoeren. Overeenkomst Súdwest-Fryslân over aanleg en reconstructie Rijksweg 7 Sneek Op 15 december 2005 is de overeenkomst met gemeente Sneek (nu Súdwest- Fryslân) voor de aanleg en reconstructie van Rijksweg 7 Sneek ondertekend. De provincie voert risicodragend het gehele werk uit. Programma 4 Milieu Samenwerkingsovereenkomst (SOK) Dit zijn grote convenanten tussen gemeenten, provincie en private partijen. Een voorbeeld is de samenwerking tussen de provincie, Waterschap en gemeenten voor het regelen van de omgevingsvergunning vanuit de Wabo. Dit is een geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu. 190

192 Programma 5 Landelijk gebied Convenant iepenbeheer De stichting Iepenwacht Fryslân wil het Friese iepenbestand door een gezamenlijke aanpak op peil te houden. Op 15 juli 2005 ondertekenden de provincie Fryslân, 25 Friese gemeenten en vier terreinbeherende organisaties het convenant Duurzaam iepenbeheer. Met deze ondertekening is een samenwerking aangegaan voor een periode van 15 jaar. Programma 6 Economie, toerisme en recreatie Convenant A7-zone, Landstad Fryslân Dit is een samenwerking tussen de provincie Fryslân en de gemeenten Opsterland, Heerenveen, Skasterlân, Smallingerland en Sneek. Voor de financiering van de gezamenlijke projecten is een Projectenfonds A7 opgericht waaraan de partijen een bijdrage leveren. Daarnaast heeft de provincie convenantmiddelen beschikbaar gesteld voor de uitwerking van het convenant. Convenant Westergozone Dit is een convenant voor het versterken van de Westergozone, het gebied tussen Leeuwarden en Harlingen. De samenwerking is aangegaan voor de periode tot De deelnemende partijen zijn de provincie en de gemeenten Harlingen, Franekeradeel, Menaldumadeel en Leeuwarden. Samenwerkingsagenda s Leeuwarden, Súdwest-Fryslân, Smallingerland en Heerenveen In de samenwerkingsagenda s leggen de provincie en de vier grote gemeenten afspraken vast voor de periode Het is een belangrijk instrument om sturing en uitvoering te geven aan de versterking van de economische, ruimtelijke en sociale structuur van deze gemeenten. De samenwerkingsagenda s kenmerken zich door strategische, majeure projecten met bovenlokale effecten en meerwaarde voor Fryslân. Regionale afspraken Agenda Netwerk Noordoost De gemeenten Achtkarspelen, Dantumadiel, Dongeradeel, Kollumerland c.a., Tytsjerksteradiel en de provincie hebben regionale afspraken gemaakt over de uitvoering van de Agenda Netwerk Noordoost. De visie uit het Sociaal Economisch Masterplan is vertaald naar een uitvoeringsprogramma met concrete projecten en regionale thema s: de Agenda Netwerk Noordoost. Hierin is de ambitie en potentie van Noordoost-Fryslân kort samengevat en vanuit een sociaal-economisch perspectief vertaald naar een brede aanpak voor de regio. In de agenda zijn alleen projecten opgenomen die een regionale meerwaarde hebben en daarmee bijdragen aan de versterking van de regio. De agenda is vertaald naar een meerjarenprogramma voor de periode tot en met De gemeenten dragen circa 35 miljoen bij aan de uitvoering en de provincie heeft 22,7 miljoen beschikbaar gesteld voor de periode tot en met Convenant met de gemeente Weststellingwerf Doelstelling is onder meer het ontwikkelen en tot stand brengen van een adequate methodiek die op den duur kan worden ingezet in andere wijken en dorpen in de provincie Fryslân. Ook wordt een substantiële en bovenal structurele verbetering van het woon- en leefklimaat in Noordwolde beoogd. De ontwikkeling neemt 2 x 7 jaar in beslag. 191

193 Programma 9 Ruimte en wonen Gebiedsagenda Noord-Nederland (voorheen Samenwerkingsagenda met rijk) Deze gebiedsagenda is opgesteld in samenwerking tussen SNN en de ministeries van V&W en VROM. Minimaal eenmaal per jaar vindt aan de hand van deze gebiedsagenda een bestuurlijk overleg plaats. Met het rijk is afgesproken dat de huidige gebiedsagenda wordt vervangen door een gebiedsagenda tweede generatie, met aangescherpte prioriteiten. Een bouwsteen hiervoor is de Noordervisie, waarin de Noordelijke provincies hun toekomstvisie bundelen. Convenanten met klein belang Programma 1 Bestuur Convenant Samenwerking Friese Waddeneilanden Convenant tussen de vier Friese Waddeneilandgemeenten, de rijksoverheid (BZK) en de provincie ter bevordering van de onderlinge samenwerking. Programma 2 Verkeer en vervoer Convenant Regionaal Overlegorgaan Consumenten Openbaar Vervoer (ROCOV) Met het ROCOV en de vervoerders heeft de provincie Fryslân een convenant afgesloten over de wijze van consumenteninspraak over het openbaar vervoer. Convenant Landelijke tariefkaart/chipkaart Dit convenant is het resultaat van een samenwerking tussen onder meer de OVbedrijven, decentrale overheden en het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Het convenant heeft betrekking op de invoering van de landelijke chipkaart. Convenant Qliner 315 Met de provincie Flevoland en het OV-bureau Groningen-Drenthe zijn afspraken gemaakt over cofinanciering, beheer van de concessie en omgang met jaarlijkse of tussentijdse wijzigingen van dienstregeling en tarieven. Convenant Qliner 350 Met de provincie Noord-Holland zijn afspraken gemaakt over cofinanciering, beheer van de concessie en omgang met jaarlijkse of tussentijdse wijzigingen van dienstregeling en tarieven. Programma 5 Landelijk gebied Convenant wadlopen Het doel van het convenant is het instellen van regels voor de veiligheid van het wadlopen. Programma 8 Kultuer, taal en ûnderwiis Rijks Cultuurconvenant (in ontwikkeling) Convenant waarin het beleid voor kunst en cultuur voor de jaren is geregeld. Het gaat vooral om de instellingen waar het rijk ook een verantwoordelijkheid heeft (Tryater en Oerol) en de afspraken over cultuureducatie. Naar verwachting wordt het convenant in het najaar van 2013 getekend. Bestjoersôfspraak Fryske Taal en Kultuer (BFTK) Op 22 april ll. is der in nije Bestjoersôfspraak Fryske Taal en Kultuer (BFTK) sletten tusken it ryk en de provinsje Fryslân foar de perioade Yn de 192

194 Bestjoersôfspraak meitsje ryk en provinsje ôfspraken oer de posysje en de finansiering fan it Frysk yn de sektoaren ûnderwiis, media, kultuer, ekonomysk en sosjaal libben, iepenbier bestjoer, rjochtspraak en grinsoerskridende útwiskelingen. Wy binne op alle mêden ta oerienstimming kommen mei it ryk. Oangeande media hawwe wy yn de BFTK ôfpraat dat it ryk rjocht dwaan sil oan de advizen en oanrikkemandaasjes fan de Tydlike kommisje Boarging Fryske taal yn de media, ûnder lieding fan mr. R.J. Hoekstra. Convenant rijk/swf over taalbeleid Yn maart 2010 hawwe de boargemasters fan de gemeenten dy t opgien binne yn de gemeente Súdwest-Fryslân, de steatssiktaris fan Ynlânske Saken en CdK Jorritsma de Oerienkomst oangeande Fryske taalbelied yn de nij te foarmjen fúzjegemeente Súdwest-Fryslân ûndertekene. Op basis fan dy oerienkomst is de gemeente Súdwest- Fryslân, mei help fan de provinsje en it ryk, oan de slach gien om it taalbelied fan de nije gemeente stal te jaan. Mei de gemeenten Gaasterlân-Sleat, Lemsterlân en Skarsterlân (de Friese Meren) en de gemeenten Boarnsterhim, it Hearrenfean, Ljouwert en Súdwest- Fryslân binne yn 2013 in oantal gearkomsten west, om dizze gemeenten te wizen op de ferplichtings oangeande it taalbelied op grûn fan it Europeesk Hânfêst en it Ramtferdrach foar nasjonale minderheden. Nei alle gedachten sille fergelykbere konvenanten as mei de gemeente Súdwest-Fryslân, ein 2013 tekene wurde kinne. Convenant Friese taal in het onderwijs 2011 Dit convenant hebben Fryslân en het rijk in 2011 gesloten. In het convenant staan afspraken over hoe te handelen als de kerndoelen Fries in het primair en het voortgezet onderwijs worden gewijzigd. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over het te formuleren ontheffingenbeleid. Het convenant loopt vooruit op de totstandkoming van een wettelijke regeling die in voorbereiding die Provinciale Staten de bevoegdheid geven tot het vaststellen van de kerndoelen Fries. Het is bovendien de bedoeling de wetgeving zodanig aan te passen dat de provincie de mogelijkheid krijgt om voortaan niet alleen volledig, maar ook gedeeltelijk ontheffing te verlenen aan scholen voor het geven van het vak Fries. Het wetsvoorstel is intussen naar de Tweede Kamer gestuurd. Kamerleden hebben daarover schriftelijke vragen gesteld die nu eerst door de minister beantwoord worden. Waarschijnlijk kan de wetswijziging per schooljaar ingaan. Op dat moment kan het Convenant Friese taal in het onderwijs 2011 vervallen. Convenant Noordelijk Archeologisch Depot te Nuis Op 17 april 2009 hebben de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe een convenant gesloten voor de gezamenlijke instandhouding van het Noordelijk Archeologisch Depot in Nuis. Via dit convenant geeft de provincie invulling aan de wettelijke depottaak (Monumentenwet 1988, artikel 51, eerste lid). Daarnaast hebben de provincies in het convenant afgesproken het depot een meerwaarde te willen geven door toevoeging van functies bovenop de wettelijke depottaak. Het gaat daarbij om het depot als kenniscentrum en de uitleenfunctie van het depot. Paragraaf 7 Bedrijfsvoering ARBO-convenant Dit is een overeenkomst op bedrijfstakniveau tussen werkgeververtegenwoordiging, werknemersvertegenwoordigers en de overheid over het verminderen van arbeidsrisico s en het terugdringen van het ziekteverzuim en de WAO-instroom in de sociale werkvoorziening. 193

195 2.6 Paragraaf 6 - Grondbeleid Grondbeleid als instrument Voor de provincie is grondbeleid een instrument om provinciale taken uit te voeren en provinciale beleidsdoelen te realiseren: de provincie verwerft voor de provinciale taken en beleidsdoelen de noodzakelijke gronden en opstallen binnen de vastgestelde planning en binnen het beschikbare budget; wij verwerven, verkopen en beheren gronden en opstallen zo zorgvuldig mogelijk en in overeenstemming met de wettelijke regels; wij beperken en beheersen de financiële risico s voor de provincie; wij zorgen voor een hierop ingerichte en aangestuurde ambtelijke organisatie, de beschikbaarheid van de juiste informatie en een adequate verantwoording aan Provinciale Staten. Nieuwe Nota Grûnbelied Het grondbeleid van de provincie Fryslân is vastgelegd in de Nota Grûnbelied, die op 27 februari 2013 is vastgesteld door Provinciale Staten. Deze nota wordt uitgevoerd en uitgewerkt volgens een daarin opgenomen planning. Ieder kwartaal rapporteren wij aan Provinciale Staten over de voortgang van de uitvoering. In 2015 wordt de Nota Grûnbelied geëvalueerd. Een wezenlijk onderdeel van de Nota Grûnbelied is het verbeteren van de verantwoording- en sturingsinformatie aan Provinciale Staten. De paragraaf Grondbeleid is daar onderdeel van. De informatie in deze paragraaf is daarom uitgebreid ten opzichte van de vorige begroting Gezien de lopende ontwikkeling van het informatiesysteem voor ons grondbezit verwachten wij deze paragraaf voor volgende begrotingen nog verder te versterken. 1. Samenvatting grondbezit Provincie Fryslân heeft een omvangrijk areaal vastgoed. Naast ongeveer ha aan water binnen de Friese Meren, bezitten we grond en opstallen in de vorm van wegen en vaarwegen, maar ook gronddepots. Ook zijn er gronden en opstallen aangekocht voor de realisatie van een specifiek project. Voor programma 2 wordt in totaal circa ha aangekocht met een totale waarde van circa 117,6 miljoen, waarvan al circa ha in eigendom is met een totale waarde van circa 94 miljoen. Er is nog een restopgave van circa 600 ha met een waarde van circa 24 miljoen. Niet alle grond is benodigd voor de realisatie van een project. Het programma heeft een behoefte van circa 690 ha voor het tracé en circa 170 ha voor gebiedsontwikkeling. De resterende grond kan worden verkocht. Het gaat om circa 835 ha met een verkoopwaarde van circa 42,3 miljoen. Voor programma 5 worden onderhandelingen gevoerd over de overname van het eigendom van BBL, gebaseerd op de afspraken van het Natuurakkoord. Daarbij wordt op landelijk niveau het BBL-bezit in 3 tranches ter beschikking gesteld aan de provincies. In totaal gaat het om ha, waarvan per direct ha om niet ter beschikking komt, ha per en ha wordt verkocht aan de provincies. De besluitvorming hierover wordt momenteel voorbereid. Fryslân kan haar aandeel (648 ha) van het te 194

196 verkopen bezit (4.000 ha) verwerven voor circa 21,5 miljoen. Omdat deze grond is gelegen buiten de EHS kan deze grond weer worden doorverkocht. De opbrengsten kunnen worden benut voor grondverwerving binnen de EHS, zodat uitvoering kan worden gegeven aan de provinciale opgave. Samengevat Programma Ha verworven Ha nog aan te kopen Totaal ha Te verkopen ha ,85 614, ,88 838, , , ,00 648, ,60 7,03 31,63 24,60 8 2,46 19,54 22,00 Totaal 1.710, , , ,75 Programma Verworven Nog aan te kopen Totaal Te verkopen waarvan gerealiseerd Totaal Grondbezit per beleidsprogramma In deze paragraaf staan twee typen grondbezit. Er zijn gronden die nodig zijn voor de realisatie van investeringsprogramma s en er is regulier (of historisch) bezit. Bij regulier of historisch bezit gaat het om onder meer sluis- en brugwachterwoningen, kantoren, gronddepots, wegen en vaarwegen, oeverstroken en andere grondeigendommen. Voor de overzichten van de programma s is gebruikgemaakt van de grondexploitaties van de projecten voor zover deze beschikbaar zijn. Voor de projecten waarvoor nog geen grondexploitatie beschikbaar is, is gebruikgemaakt van het investeringsprogramma (te realiseren ha). De grondkosten zijn daarbij gebaseerd op de grondprijsmonitor en ervaringsgetallen. Om een beter inzicht te krijgen in het reguliere bezit, is gebruikgemaakt van bestaande overzichten. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan de gronddatabank. Naar verwachting kan die in de 2 e helft van 2013 conform afspraak worden opgeleverd. Dan kunnen we stabiele overzichten produceren, waardoor beter gestuurd kan worden op het beheer van dit bezit. Programma 2 Complexe projecten Harlingen (N31) Voor de verbetering van het tracé is in totaal circa 2 ha aan oppervlakte nodig. In totaal dient circa 2,5 ha te worden aangekocht, waarvan al circa 1,5 is gerealiseerd voor een bedrag van circa 2 miljoen. De overige 1 ha zal circa 0,95 miljoen kosten. Deze kosten geven een ruime prijs per ha, maar dit wordt vooral veroorzaakt doordat het vooral kleinere huiskavels betreft, inclusief woningen. Deze woningen worden aangekocht om te worden gesloopt. Ongeveer 0,5 ha is na realisatie van de verbetering overbodig. Hiervan is m 2 verkocht en wordt voor de resterende m 2 een opbrengst verwacht van circa ,-. 195

197 De Centrale As Voor de aanleg van de Centrale As is ongeveer 310 ha tracé-grond nodig. Voor de aanvullende gebiedsontwikkeling is circa 76 ha nodig. Om dit mogelijk te maken en de maatschappelijke plus te realiseren wordt in totaal ruim 810 ha aangekocht. De totale investering in grond is afgerond 61 miljoen, waarvan circa 40 miljoen al is uitgegeven. Ongeveer 350 ha moet nog worden aangekocht, waarvan 49 ha van andere (semi-) overheden. Voor de grond van niet-overheden (circa 303 ha) is een bedrag geraamd van 20 miljoen. Tijdens en na de realisatie van de weg kan de resterende grond worden verkocht. Van de 425 ha te verkopen restgrond is al ruim 5 ha verkocht met een opbrengst van ruim ,-. In totaal wordt met de verkoop van restgrond een opbrengst verwacht van ruim 17,9 miljoen. De inbrengwaarde van de grond voor het project is 43,5 miljoen. Haak om Leeuwarden Ruim 421 ha is nodig voor de aanleg van de weg en de omringende gebiedsontwikkeling. In totaal wordt 26,7 miljoen geïnvesteerd voor grondverwerving. Bijna alle particuliere grond is in eigendom van de provincie. Ongeveer 99 ha is in handen van andere (semi)overheden. Hiervan worden geen kosten verwacht. Tijdens en na de realisatie kan ongeveer 180 ha worden verkocht. Hiervan is ruim 28 ha verkocht voor 1,9 miljoen. De resterende 151 ha brengt circa 9,7 miljoen op. De investering voor grond voor het tracé en omringende gebiedsontwikkeling kost dan 15,1 miljoen. N381 Voor de aanleg van de weg en de gebiedsontwikkeling wordt 371 ha aangekocht voor een bedrag van ruim 24,5 miljoen. Het merendeel van de benodigde grond is al gekocht, 292 ha met een investering van 23,4 miljoen. Tijdens en na realisatie van het project kan de restgrond worden verkocht. Naar verwachting zal dit 210 ha zijn, waarvan al 51 ha is verkocht met een opbrengst van 1,9 miljoen. De resterende 159 ha levert ruim 7,65 miljoen op. Knooppunt Joure Voor dit project wordt ruim 91 ha aangekocht met een investering van 2,4 miljoen. Ongeveer 8,9 ha is al in eigendom met een investering van ruim 2 miljoen. 56 ha moet nog van derden worden aangekocht, met een verwachte investering van ,-. Circa 26 ha is in handen van andere (semi-)overheden. Naar verwachting kunnen de kosten beperkt blijven tot notaris- en overige aankoopkosten met een investering van ,-. Na realisatie van de infrastructuur zal ongeveer 22 ha resteren. De opbrengsten worden geraamd op 1 miljoen. Programma 5 realisatie EHS en overige natuurdoelen Dit is de grootste verwervingsopgave van de provincie. Tot en met 2027 moet ha worden ingericht. Veel grond moet nog worden aangekocht. De provincie kan, conform het natuurakkoord met het rijk, beschikken over de gronden die in eigendom zijn bij Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL). In totaal bezit BBL binnen de provincie ha aan ILG-oud en ILG-nieuw. Deze grond is zowel juridisch als economisch eigendom van BBL. Hiervan ligt 632 ha binnen de EHS en 682 ha buiten de EHS (waarvan 684 ha nog te verkopen en 34 ha reeds verkocht). Daarnaast beheert BBL ook gronden die juridisch en economisch bezit zijn van de provincie. Wij hebben die grond (circa 600 ha) aangekocht in het kader van het IKG. Bij elkaar is dit een voorraad van ha. Intussen wordt (in IPO-verband) gesproken met de staatssecretaris Natuur over aankoop van een deel van het BBL-bezit. Provinciale Staten worden hierover afzonderlijk geïnformeerd. De businesscase van deze investering kent een tekort van circa 1,3 miljoen. Voor de dekking van dit tekort wordt in de beleidsadvisering aan PS een voorstel gedaan. Voor de provincie is de toegevoegde waarde dat we sneller kunnen beschikken 196

198 over de BBL-gronden binnen de provincie (baas in eigen huis), zonder dat we afhankelijk zijn van derden. Deze grond ligt buiten de EHS en kan daarom worden verkocht. Met de opbrengsten wordt grond gekocht binnen de EHS. In deze voorgenomen transactie tussen provincie en BBL, zal ongeveer 648 ha van eigenaar veranderen. De investering van deze aankoop wordt betaald van het resterende budget van het IKG. Om het beoogde einddoel van ha te realiseren, moeten we nog 232 ha aankopen. Omdat er 648 ha buiten de EHS wordt verkocht, moet hiervoor in de plaats ook 648 ha worden gekocht binnen de EHS. De aankooptaakstelling zal 880 ha zijn ( ha). Dit betekent een investering van ongeveer 32,8 miljoen. Inclusief de aankoop van de 648 ha van BBL voor 21,5 miljoen komt de totale aanvullende investering in grond op 54,4 miljoen. Deze investeringen worden betaald uit jaarlijks uit te keren rijksgelden op basis van het natuurakkoord. Voor de komende 14 jaar zal dit op landelijk niveau een omvang hebben van circa 100 tot 110 miljoen met jaarlijkse tranches van ongeveer 8 miljoen voor de provincie Fryslân. De verkoopopbrengsten van de 648 ha grond buiten de EHS is naar verwachting 25,9 miljoen. Stand Investeringskrediet Grond per 31 juli 2013 Gem. jaarlijkse Aantal ha. voorraad ha. cf. Aankoop/verkoop PS-besluit Bedrag Onderdeel Landbouw + EHS binnen gebiedsontwikkeling Aankoop , miljoen Grond 5,5 miljoen Gebouwen Verkoop 231,6 10,08 miljoen Grond 2.6 miljoen Gebouwen ,3 EHS Aankoop ,1 9,2 miljoen Grond 0,43 miljoen Gebouwen Verkoop 319,6 5,5 miljoen Grond 0,43 miljoen Gebouwen ,5 Kavelruil Aankoop ,1 3,8 miljoen Grond 0,50 miljoen Gebouwen Verkoop 87,0 3 miljoen Grond 0,50 miljoen Gebouwen ,1 Anticiperend Aankoop ,7 5,7 miljoen Grond, incl. gebouwen Verkoop 13,0 0,36 miljoen Grond ,8 Totaal ,7 Stand van zaken grond-voor-grondlening Omdat de provincie als gevolg van het Onderhandelingsakkoord Natuur de verplichtingen voor verwerving en inrichting EHS moet voorfinanciering, is er eind 2012 bij wijze van interne lening een Balanspost Grond-voor-Grond in de begroting opgenomen. Deze verplichtingen bedragen per 31 december ,5 mln. De provincies kunnen de financiering hiervan regelen door toepassing van het grond voor grond principe. Het Rijk geeft onze provincie gronden ter beschikking, waarmee we deze 197

199 doorlopende verplichtingen kunnen financieren. Afgesproken is dat er bestedingen gedaan kunnen worden tot het maximaal verplichte bedrag van 22,5 miljoen en dat het totaal in 10 jaar wordt afgelost. Eind 2013 zal ruim 12 miljoen besteed zijn van de 22,5 miljoen. Het restant zal in latere jaren nog worden uitgegeven. Wanneer blijkt dat er niet voldoende afgelost kan worden door verkoop van gronden, zal een voorstel ter dekking aan de Staten worden voorgelegd. Afgesproken is dat in de P&C-instrumenten over de uitgaven en de aflossing van de lening wordt gerapporteerd. Planning grond-voor-grondlening kredietruimte (= 22,5 miljoen -/- afgesproken aflossing) Verwachte opname Geplande Aflossing Verwachte Stand Stand per , Ruimte/Stand per , Ruimte/Stand per , Programma 6 Waddenglas De provincie neemt alleen financieel deel in dit project en heeft geen grondposities. Polderhoofdkanaal De plannen voorzien in wederopenstelling van dit kanaal voor de pleziervaart. Anticiperend zijn in het verleden gronden verworven, om in te zetten als ruilgrond. In totaal is 24,6 ha grond verworven voor een bedrag van ,-. Op basis van verkennende gesprekken is duidelijk geworden dat de eigenaren van de voor de openstelling benodigde gronden geen interesse hebben in ruilgrond. Daarom zal deze grond verkocht worden. Voor de uitvoering van het plan zal 7 ha aangekocht moeten worden met een investering van ,-. De grondwaarde van de eerder gekochte ruilgrond is inmiddels gestegen zodat dit een kleine plus zal leveren bij doorverkoop. Friese Elfstedevaarroute Voor realisatie van de route is 59 ha aangekocht. Alle grond wordt weer doorverkocht na inrichting tegen een waarde van circa 15% van de oorspronkelijke aankoopkosten. De lagere opbrengsten komen ten laste van het projectbudget. Programma 8 Terpenproject In totaal wordt 22 ha aangekocht ter bescherming van de belangrijkste terpen. Daarvan is één terp aangekocht met een oppervlak van 2,4 ha en een investering van ,-. De resterende 19,6 ha kent een investering van ,-. De terpen zullen naar verwachting langdurig in eigendom blijven van de provincie omdat er beperkende (Europese) voorwaarden zijn voor doorlevering van deze grond aan derden (stichtingen). In het Meerjarenperspectief Grond is daarom uitgegaan van een eeuwigdurende beheersituatie. Vanwege de specifieke archeologische waarde is geen sprake van reguliere pachtvergoedingen en opbrengsten, omdat er gebruiksbeperkingen zijn voor de pachter. Deze vergoeding is ongeveer tweederde van de reguliere pacht. 198

200 Overig vastgoedbezit Naast eigendommen in de programma s is er sprake van regulier eigendom, dat actief door de Eenheid Grond wordt beheerd. Het gaat bijvoorbeeld om: huisvesting (steunpunten) voor weg- en waterbeheer door de hele provincie; provinciale wegen en provinciaal water inclusief veel meren, met ingebruikgevingen van oeverstroken, woonbootligplaatsen en het verlenen van visrechten en rietrechten; brug- en sluiswachterswoningen; percelen waarop een benzinestation staat; een aantal busstations; gronddepots; een aantal bezittingen dat om verschillende redenen ooit is verkregen. Deels is het bezit voor eigen gebruik, deels wordt het verhuurd of worden vergunningen verleend voor bepaald gebruik. Denk bijvoorbeeld aan jacht-, visserij- en pachtrechten en aan gebruik van oeverstroken, ligplaatsen en steigers. In onderdeel 4 van deze paragraaf staat een overzicht van de situatie van begin Op het moment dat de database vastgoed operationeel is, naar verwachting in de tweede helft van 2013, kan beter sturing worden gegeven op de provinciale eigendommen. Daarnaast wordt op meer onderdelen gewerkt aan het volledig op orde krijgen van deze gegevens. Dat geldt onder meer voor de gegevens van de Friese Meren, die enkele jaren geleden door het rijk (Domeinen) overgedragen zijn aan de provincie. Daarbij zijn veel gegevens van die eigendommen meegeleverd. Deze gegevens bleken niet goed op orde en soms foutief. Het vraagt veel menskracht om de gegevens volledig en juist te maken, volgens de systematiek van de provincie. Dit is een nog lopend proces. Om deze reden zijn de bezittingen van Friese Meren nog apart vermeld. Met de overdracht kwamen er ook nieuwe aspecten naar de provincie. Het rijk bleek huurinkomsten te ontvangen voor ligplaatsen van woonboten en steigers. De provincie kende ook dergelijk gebruik op eigen bezit, maar had er tot nu toe geen beleid voor. Dit wordt nu ontwikkeld. Ook bij oeverstroken is sprake van een inhaalslag. De provincie brengt in beeld waar die worden gebruikt door aanliggende eigenaren en vraagt dan een vergoeding. Dit is een arbeidsintensief proces en het roept bovendien veel weerstand op: burgers en anderen die jarenlang niets hebben hoeven betalen, krijgen nu een rekening gepresenteerd. Wat betreft de visserijcontracten moet de omschrijving van het gebied op orde worden gemaakt. In 2013 wordt verder gekeken naar de effectiviteit van verhuur, zoals visserijen jachtrechten. In de tweede helft van 2013 krijgen we zicht op deelname van de provincie in vastgoedobjecten, via onder meer stichtingen, al dan niet risicodragend. Voor 2014 wordt continuering van de inkomsten verwacht op de bekende dossiers. Daarnaast worden nieuwe opbrengsten verwacht omdat door de inhaalacties meer verhuringen worden gerealiseerd. 3. Risico s Het bezit van grond en vastgoedopstallen (brug- en sluiswachterswoningen en (woon)boerderijen) brengt in de huidige economische situatie risico s met zich mee. Die risico s beperken zich hoofdzakelijk tot de vastgoedopstallen. 199

201 Op basis van een vastgoedanalyse is onderzocht wat dat betekent voor het vastgoed van de provincie. Er is sprake van een afnemende verkoopwaarde voor de te verkopen 26 opstallen uit de projecten van programma 2 en voor zes opstallen (woonboerderijen) uit programma 5. De risico s komen neer op een waardevermindering van circa , ,- per object. Bij de projecten van programma 2 kunnen deze waardeverminderingen worden opgevangen binnen het projectbudget. Voor de 6 (nog van BBL aan te kopen) opstallen is met deze waardevermindering al rekening gehouden in de businesscase die is opgesteld voor het te volgen aankoopbeleid. Overigens is de grond in Fryslân goed te verkopen en is sprake van prijsstijging. Als voorbeeld kan het verschil in grondwaarde (gebaseerd op de grondprijsmonitor van DLG) worden genoemd tussen 2011 en In die periode was sprake van een waardetoename van circa 10%. Verwacht wordt dat de afschaffing van de melkquota (per ) een andere impuls tot grondprijsstijging zal zijn. In de periode 2015 tot 2020 zal dit leiden tot een verdere stijging per jaar. Voor de periode daarna zal tot ongeveer 2025 sprake zijn van prijsstabilisatie en vanaf 2025 kan sprake zijn van lichte waardevermindering. Om de risico s beheersbaar te maken wordt in 2013 een vastgoedstrategie ontwikkeld voor programma 5 en worden voor de projecten uit programma 2 afzonderlijke aankoopstrategieplannen (ASP) ontwikkeld of worden bestaande ASP s aangevuld. Conform de nieuwe werkafspraken (AO) bestaat het ASP uit een visie op aankoop, beheer, verkoop, een overzicht van de benodigde projectorganisatie en een risicoparagraaf. 200

202 4. Overzicht registratie provinciaal eigendom en ingebruikgevingen 201

203 bij provincie verworven nog te verwerven totaal benodigd project te verkopen eco.eigendom bij andere overheden van andere overheden derden trace gebiedsontw + overige doelen gerealiseerd nog te realiseren potentiele overwaarde/ onderwaarde bron programma project opp opp opp opp opp opp opp opp opp grex harlingen mei Harlingen (N31) 1, ,00 0,00 1, , , , , , grex C.A. mei 2013 DCA 459, ,00 49,00 303, , , ,30 5, , grex haak mei 2013 Haak 322, ,00 99,14-0, , , , , , grex N381 mei 2013 N , ,00 51, , , , ,80 51, grex Joure mei 2013 Joure 8, ,00 26, , , , ,00 0,00-22, sub-totaal prog , , , , , , , , BC ontmanteling DLG 5 BBL/ILG oud 504,00 648, , ,00 648, BBL/ILG nieuw 128,00 0,00 821, , ,00 0,00 IKG 600,00 0,00 0,00 59,00 659,00-659,00 0,00 sub-totaal prog 5 600,00 632,00 648, , , , , Waddenglas - 0,00-0, ,00 jaarstukken 2012 Polderhoofdkanaal 24, , , ,00-7, , stedenvaarroute Friese Meren nnb jaarstukken Terpenproject 2, , , ,00-22, ,00 - sub-totaal 1.710, ,00-873, , , , , , , ,00 overig bezit wegen nnb - - vaarwegen nnb - - rest nnb - - sub-totaal 0,00-0,00-0,00-0,00-0,00-0,00-0,00-0,00 - totaal 1.710, ,00-873, , , , , ,

204 2.7 Paragraaf 7 Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering bestaat uit alle activiteiten en de bijbehorende informatievoorziening om de beleidsprogramma s te kunnen realiseren. Bedrijfsvoering betreft niet alleen de diensten van ondersteunende afdelingen zoals I&A, P&O en Inkoop. Het gaat ook om de activiteiten die de zogenoemde primaire processen of kerntaken van de provinciale organisatie ondersteunen. Het begrip bedrijfsvoering wordt soms ook breder uitgelegd. Dan wordt gesproken in termen van sturing en beheersing of planning en control. Doelmatig en rechtmatig Uitgangspunten voor de bedrijfsvoering van de provinciale organisatie zijn doelmatigheid en rechtmatigheid. De doelmatigheid wordt onder meer bevorderd door de samenwerking met andere partijen en It Fryske wurkjen. Mede gelet op de taakstellingen in de bedrijfsvoering moet dit uiteindelijk leiden tot een compactere organisatie. Daarbij staat voorop dat alle ontwikkelingen in bedrijfsvoering erop gericht zijn de slagvaardigheid van de organisatie te bevorderen. Doeltreffendheid richt zich op het inzichtelijk maken van het realiseren van de gewenste prestaties door prestatie-indicatoren. Een rechtmatige bedrijfsvoering betekent dat het provinciale handelen in overeenstemming is met de voor de provincie geldende wetten en regels. Belangrijk hierbij is dat de financiële beheershandelingen zoals inkopen, aanbestedingen en subsidieverstrekkingen gebeuren volgens de hiervoor geldende Europese, nationale en provinciale regelgeving. De afdeling Concerncontrol adviseert de directie en bestuur op basis van geplande en ongeplande onderzoeken en verzoeken om advies. Het jaarlijkse werkplan wordt vastgesteld door GS. Drie keer per jaar wordt een samenvatting van de adviezen voor kennisgeving voorgelegd aan GS. In deze paragraaf wordt onder meer ingegaan op sturing en beheersing, taakstellende bezuinigingen, visieontwikkeling, strategische personeelsplanning en It Fryske Wurkjen. In de tabellen zijn de baten en lasten van de bedrijfsvoeringskosten inzichtelijk gemaakt en is een specificatie opgenomen van de toegerekende bedrijfsvoeringskosten. Inhuur derden Provinciale Staten hebben aangegeven de beleidskaders voor de inhuur van derden in samenhang met de inzet van eigen personeel te willen zien. Daarom is de inhuur van derden binnen het kader van strategische personeelsplanning in deze paragraaf gepresenteerd. 1. Sturing en beheersing 1.1. Verbeterplan Wurk yn útfiering; naar een beter en evenwichtig samenspel van politiek, bestuur en ambtelijke organisatie Provinciale Staten namen op 17 oktober 2012 een motie aan over de noodzakelijke maatregelen in de organisatie om knelpunten op te lossen. Aanleiding voor deze motie vormde het gronddossier. In reactie op de aangenomen motie van 17 oktober heeft de provincie in november 2012 een plan van aanpak GS in control opgesteld. 203

205 Op 23 januari 2013 is opnieuw een motie aangenomen over dit onderwerp. De essentie van die motie is dat onze bestuurs- en organisatiecultuur moet veranderen. Met dit verbeterplan geven wij een antwoord op de motie van Provinciale Staten. Onder leiding van de portefeuillehouder is externe adviseurs gevraagd om in samenwerking met de projectleider van GS in control mee te denken over een verbeterplan. Analyse - Mei inoar trije Het beeld dat naar voren komt op basis van de gesprekken en stukkenanalyse is dat de perspectieven van PS, GS en de ambtelijke organisatie op wat er aan de hand is en wat de opgave is, onderling verschillen. Het zijn weliswaar verschillende kanten van dezelfde medaille, maar in essentie zijn het drie onvoldoende met elkaar verbonden werelden. Elk van de drie werkt vanuit zijn eigen perspectief hard om het beste te bereiken voor de provincie, maar het geheel is suboptimaal. Verbeteraanpak Spoor 1: Huis op orde Dit al lopende spoor is gericht op het snel op orde brengen van de logistiek en de hygiëne in de stukkenstroom en informatievoorziening in het samenspel. Spoor 2: Focus op strategie, sturing en samenhang Dit spoor is gericht op de versterking van de sturing in de kern van de organisatie, binnen en tussen GS en directie en van daaruit naar enerzijds PS en anderzijds de ambtelijke organisatie om samen te komen tot effectieve oplossingen voor maatschappelijke opgaven. Spoor 3: Evenwichtig politiek-bestuurlijk-ambtelijk samenspel Dit spoor is gericht op het versterken van de dialoog en de verbinding tussen de drie geledingen, door het benutten van verschillende overlegmomenten binnen en tussen de verschillende geledingen. Daarnaast loopt nog het spoor van It Fryske Wurken gericht op het verbeteren van de digitalisering. Planning Na het op- en vaststellen van het verbeterplan en een start van de uitvoering van verbeteractiviteiten is vanaf juni 2013 tot januari 2014 het vervolg van de uitvoering van verbeteractiviteiten. Waaronder het vaststellen van een Sturingsfilosofie, als richtsnoer voor het nieuwe samenspel van Provinciale en Gedeputeerde Staten en de ambtelijke organisatie. Vanaf januari tot en met mei 2014 is er naast de vervolgactiviteiten de evaluatie en afronding Beleids- en organisatieontwikkeling Voorafgaand aan het verbeterplan waren al verbeteringen in gang gezet. Deze ontwikkelingen worden afgestemd op het verbeterplan voor de bedrijfsvoering. Gedacht kan worden aan de integrale beleidsplanning. Kern hiervan is het voorkomen van fragmentatie in de beleidsvorming en planning, het bereiken van zogenoemde synergieeffecten en een betere afstemming op de beleidsuitvoering. Deze integrale benadering is ook uitgangspunt geweest voor de organisatieontwikkeling bij de afdelingen gericht op beleid en programma s. De indeling sluit aan bij de drie thema s uit het coalitieakkoord en het uitvoeringsprogramma: minsken, wurk en omjouwing. Volgens het zelfde principe wordt gewerkt met een zogenoemde Dynamische BeleidsAgenda (DBA) waarin de beoogde resultaten uit verschillende nota s eenduidig zijn gekoppeld aan de inzet van mensen en middelen. 204

206 Andere in 2013 in gang gezette organisatieontwikkelingen zijn de vorming van nieuwe afdelingen gericht op de managementondersteuning en de samenvoeging van de afdelingen gericht op beheer en onderhoud en nautische zaken. Met de inrichting van een afdeling Vastgoed hebben wij in juni 2013 een structureel fundament gelegd onder de uitvoering van taken betreffende grond en vastgoed. Het verwerven en beheer van grond en vastgoed is verankerd in proces- en administratieve afspraken. De afdeling is in 2013 verder voorzien van noodzakelijke personeelscapaciteit en wordt in 2014 verder neergezet. In 2014 zal de afdeling Subsidiezaken beter worden ingericht om te kunnen voldoen aan de afspraken die met Provinciale Staten zijn gemaakt over het subsidiebeleid. Samen met een vertegenwoordiging uit de Staten is gestart met de verbetering van de bestuurlijke P&C-documenten. Deze verbeteringen waren vooral gericht op de leesbaarheid. Ook zijn nieuwe paragrafen opgenomen voor de grote projecten en de samenwerkingsverbanden. In de digitale versie van de begroting zijn links opgenomen naar onderliggende beleidsnota s. In 2014 wordt samen met Provinciale Staten gewerkt aan een verdere verbetering van de bestuurlijke P&C-documenten. Naast de ontwikkeling van het beleids- en beheersinstrumentarium, de zogenoemde harde controls, is ook gewerkt aan de zogenoemde zachte controls: organisatiewaarden en cultuur. Dit in eerste instantie onder de naam van de organisatievisie Mei de mienskip wurkje oan in moai en sterk Fryslân. De visie van de ambtelijke organisatie beschrijft wat de doelen van de organisatie zijn en welke waarden en gedrag daarbij horen. Doel van de visie is om richting te geven aan de activiteiten van de organisatie, te helpen bij het maken van keuzes en het stellen van prioriteiten en te zorgen voor samenhang en verbinding. De organisatievisie levert hiermee een bijdrage aan de beoogde cultuurverandering waarin kernwaarden centraal staan als: mienskip op 1, betrouwber wêze, mei hert en siel foar Fryslân en de útkomst telt. In 2012 heeft de mienskip op 1 centraal gestaan, in 2013 is hier betrouwber wêze aan toegevoegd. De kernwaarden worden ondersteund door een jaarprogramma met onder meer opleidingsactiviteiten, managementbijeenkomsten, evenementen en metingen (klantonderzoek). Voor 2014 wordt een volgend thema centraal gesteld. Afhankelijk van de actualiteit zal dit zijn mei hert en siel foar Fryslân of de útkomst telt. Gerelateerd aan de organisatievisie is het project wurk yn útfiering, waarin meer de harde kant van verandering (control) wordt vormgegeven. 2. Bezuinigingen op de bedrijfsvoering/benchmark Sinds 2005 zijn drie taakstellingen op de bedrijfsvoering opgelegd, oplopend tot een totaalbedrag van 20 miljoen. De taakstelling op de bedrijfsvoeringskosten wordt gerealiseerd door samenwerking, efficiëntie, procesverbetering en kwaliteitsverbeteringen. 205

207 De afgesproken bezuinigingstaakstellingen waren: 2005: een structurele taakstelling van 10 miljoen waar de Staten in 2009 definitieve besluiten op hebben genomen. 2011: een structurele taakstelling van 6 miljoen oplopend naar 7,5 miljoen. 2012: een structurele taakstelling van 1,1 miljoen oplopend naar 2,5 miljoen. Deze stapeling van de bezuinigingstaakstellingen is ambitieus en zal het nodige vergen van de organisatie (zie onderdeel strategische personeelsplanning). De bezuiniging 6 miljoen op bedrijfsvoering bij de begroting 2011 betekende een bezuiniging van 10% op het toenmalig begrote budget voor de bedrijfsvoering voor de provinciale organisatie. Deze bezuiniging liep op tot 7,5 miljoen in 2012, deels om de structurele lasten voortvloeiende uit het informatiseringsplan te dekken. De concrete invulling van de taakstellingen is opgenomen in het onderdeel financieel kader van de financiële begroting. Benchmark personeelscapaciteit/formatie In het uitvoeringsprogramma van Gedeputeerde Staten staat dat de kosten van ons bestuur en onze organisatie in overeenstemming moeten zijn met die van andere provincies. De resultaten van de vergelijking zijn vertaald naar normen voor onze provincie. In 2012 is een benchmark uitgevoerd om de kosten van onze bedrijfsvoering te vergelijken met die van andere provincies. Hiervoor zijn onze bedrijfsprocessen ingedeeld in primaire en secundaire processen zodat deze processen en bijbehorende kosten vergelijkbaar zijn met andere provincies. Hieruit blijkt dat de omvang van de overhead van onze provincie in 2012 behoorlijk lager is dan het gemiddelde van de provincies, namelijk 30% tegen 36% voor het gemiddelde van alle provincies. Dit percentage van 30% willen wij als norm blijven hanteren. Daarbij is de krimpende omvang van de organisatie bepalend, zoals vastgesteld bij het uitvoeringsprogramma Om de provinciale taken binnen de personeelsomvang te kunnen uitvoeren, is een strak beleid ingezet gericht op interne mobiliteit en flexibele inzet, beperkte instroom van bij voorkeur jongeren en waar nodig specialisten. De ontwikkeling van de formatie, inclusief de verhouding overhead, wordt gemonitoord. De resultaten worden met Provinciale Staten besproken in de Auditcommissie. 3. Strategische personeelsplanning en inhuur van derden Met strategische personeelsplanning willen we de ontwikkeling van de formatie en bezetting afstemmen op de ontwikkeling van de provinciale taken en de bestuurlijke beleidsambities. Daarbij wordt ingezet op het vergroten van de doorstroom. Naar andere functies, zowel horizontaal als verticaal en naar een ander organisatieonderdeel. Waar nodig willen we de uitstroom bevorderen. De effecten hiervan zijn mede afhankelijk van uitstroom op basis van leeftijd (natuurlijk verloop) en de mogelijkheid om medewerkers met een vast dienstverband in te zetten op plekken waar nu extern ingehuurde medewerkers en medewerkers met tijdelijke contracten werken. Hierdoor ontstaat meer balans tussen de personeelsbezetting en de uitvoering van het provinciale beleid. 206

208 Planning personeelscapaciteit Om nu en in de toekomst alle taken van de provincie Fryslân goed te kunnen uitvoeren is een goed geplande personeelscapaciteit van groot belang. Door de hoge leeftijd van een groot deel van het personeel in provinciale dienst krijgen wij de komende jaren een grote uitstroom. Momenteel is er sprake van een ruime arbeidsmarkt. Toch zal het op middellange termijn lastig kunnen worden om de gewenste ambtelijke personeelsbezetting te realiseren. Met een gerichte strategische personeelsplanning en goede arbeidsmarktcommunicatie willen wij de personeelsbezetting van onze organisatie in de komende periode borgen. Om in te kunnen spelen op de ambities van de provincie Fryslân is het van belang de flexibele inzetbaarheid van medewerkers te vergroten en de inhuur van extern personeel te beperken. Daarnaast werken wij aan evenwicht tussen personeelsbezetting en structurele formatie door het sterk terugbrengen van de inzet vaste medewerkers op tijdelijke gefinancierde taken en projecten. Formatiekrimp en mobiliteit Meebepalend voor de strategische ontwikkeling en samenstelling van het provinciaal personeelsbestand is een goede inschatting van het ontwikkelpotentieel van de medewerkers. Dit om om ruimte te bieden aan talenten en ze optimaal in te zetten. In 2014 gaan we verder met het uitbouwen van de strategische personeelsplanning door de kwalitatieve waarde van de personeelsbezetting vast te stellen. Gelet op de verwachte uitstroom van medewerkers wegens pensionering gaan we verder met het gericht laten doorstromen van medewerkers die in dienst zijn en het waar nodig instromen van nieuw personeel. Dit maakt deel uit van het project formatiekrimp en mobiliteit. Door de personeelsvoorziening effectief en efficiënt te organiseren verwachten wij de bedrijfsvoeringkosten van ambtelijk personeel en inhuur voor de uit te voeren taken de komende vier jaar te kunnen reduceren. Daarbij is als randvoorwaarde gesteld dat er een evenwicht moet zijn tussen de langlopende verplichtingen (vaste dienstverbanden) en de structurele dekkingsmiddelen. Traineeprogramma/stageorganisatie In het kader van strategische personeelsplanning is in 2012 gestart met een traineeprogramma. Hierbij trekken we jaarlijks talentvolle jongeren aan die na een gerichte inzet, ontwikkeling en begeleiding over twee jaar kunnen instromen in de organisatie. Gelet op de verwachte uitstroom van medewerkers wegens pensionering willen wij verder gaan met het gericht laten instromen van nieuw personeel. Die instroom zal geringer zijn dan de uitstroom, zodat de noodzakelijke inkrimping van de organisatie bereikt wordt. Na een evaluatie van de eerste wervingsronde van trainees, is daarbij besloten dit programma met een jaarlijks een instroom van vijf jonge trainees te continueren. Ook voor 2014 hebben wij de bijzondere doelstelling om voor jongeren stage- en afstudeerplaatsen open te stellen. Hiermee willen wij Fryslân als één van de grootste stageorganisaties verder uitbouwen. Traineeships in Fryslân Op 3 juli 2013 hebben Provinciale Staten op basis van amendement besloten een bedrag van 5 miljoen beschikbaar te stellen voor een traineeship van één jaar voor jonge mensen die recentelijk zijn afgestudeerd aan het mbo, hbo of wo. Het betreft een traineeship bij profit- en non-profitorganisaties. 207

209 Flexpool De in 2011 gestarte pool van flexibel inzetbare ambtenaren op tijdelijke projecten en programma s is na een evaluatie voortgezet. Beoogde doelen van de Flexpool zijn het vergroten van de flexibele inzet van ambtenaren en het terugdringen van inhuur van derden om daarmee de wendbaarheid van de organisatie te vergroten. Ook het dekken van de kosten van de Flexpool uit inhuurbudgetten moet ervoor zorgen dat de bezetting de komende jaren gefinancierd kan worden. Vanaf 2013 worden de medewerkers van de Flexpool volledig gedekt uit de budgetten voor inhuur. Hiermee wordt een flexibele personele inzet op projecten gerealiseerd en wordt het inhuren van derden beperkt. De omvang is gelet op de ontwikkeling van inhuurbudgetten geconsolideerd op 25 fte s. In de afdelingsplannen zal de organisatie een personeelsplanning realiseren waarbij er evenwicht is tussen formatie en bezetting. Met vakorganisaties is een pakket afspraken gemaakt hoe om te gaan met situatie van personeelsovercompleet. In een Sociaal statuut is vastgelegd dat de provincie zich als goed werkgever tot het uiterste blijft inspannen om medewerkers binnen de provinciale organisatie passend werk aan te bieden. Ontwikkeling formatie en bezetting In de onderstaande tabellen wordt de ontwikkeling van de ambtelijke formatie en de personeelsbezetting in een meerjarig perspectief gepresenteerd. Vervolgens wordt dit geplaatst in het kader van strategische personeelsplanning. Tot slot wordt ingegaan op de voor 2014 geprognosticeerde inhuur als element van de benodigde personeelscapaciteit. Formatie De formatie is het aantal toegestane formatie-eenheden zoals in de begroting opgenomen. De omvang van de formatie is afhankelijk van de ambities en het beleid van de provincie. Voor 2014 is een verdere teruggang voorzien tot 704 fte s. De formatie loopt verder af tot circa 638 fte s in 2017: een verwachte inkrimping met 10% in vijf jaar. Om de provinciale taken binnen deze formatie te kunnen uitvoeren is een strak beleid ingezet gericht op interne mobiliteit, flexibele inzet en beperkte instroom. Tabel 1: meerjarig perspectief toegestane formatie-eenheden vanaf 1 juli 2013 formatie in fte Formatie PIMS Structureel Tijdelijk Totaal nog in te vullen bezuinigingen Structureel miljoen nog in te vullen bezuinigingen Structureel ,5 miljoen Uitvoeringsprogramma 2012 Structureel Uitvoeringsprogramma 2012 Tijdelijk Totaal formatie Structureel Tijdelijk Formatie totaal

210 De daling van de formatie houdt verband met de krimp van de ambtelijke formatie als gevolg van bezuinigingen. In verband met de uitvoering van een aantal vooral infrastructurele projecten is rekening gehouden met een toename van de tijdelijke formatie in 2013 met 16 fte s. Tot 2018 zal deze tijdelijke formatie zijn afgebouwd. Bezetting De bezetting geeft aan hoeveel functionarissen omgerekend naar voltijdeenheden daadwerkelijk zijn ingezet voor de realisatie van het provinciale beleid. Het verschil met de formatie wordt bepaald door de zogenoemde vacatureruimte. Door de toegestane formatie af te zetten tegen de (verwachte) personeelsbezetting, rekening houdend met verloop, kan de kwantitatieve over- of onderbezetting in beeld worden gebracht. Tabel 2: bezetting juli 2013 Ontwikkeling bezetting Bezetting natuurlijk verloop excl. Flexpool/trainees (fte s) bezetting 2013 plus vervangingsinstroom 1,5% bezetting Flexpool (27fte s) / trainees (9 + 7 fte s) Toelichting De cijfers vanaf 2013 zijn prognoses uitgaande van het verwachte verloop en vervangingsinstroom. Bij natuurlijk verloop is uitgegaan van pensionering van medewerkers in dienst op 65-jarige leeftijd. Het overige verloop is momenteel kleiner dan 1%. Gemiddeld kent dit verloop een percentage tussen de 2 en 3%. De noodzakelijke vervangingsinstroom is geschat op 1,5%. De bezetting 2013 is exclusief negen trainees en 27 fte s van de Flexpool. Vanaf 2013 worden deze gedekt uit het inhuurbudget. Overzicht ontwikkeling formatie en bezetting vanaf 1 juli 2013 Prognose ontwikkeling formatie en bezetting fte formatie bezetting excl Flexpool /trainees incl prognose 1,5% vervangingsinstroom 209

211 Natuurlijk verloop en toekomstige personeelsbehoefte De geprognotiseerde ontwikkeling van de personeelsaantallen in het overzicht laat zien dat de formatieve ruimte sterk afneemt. Toch zal de komende jaren een beperkt aantal vacatures ontstaan. Bij een verwacht gemiddeld jaarlijks verloop van zo n 30 fte s zal, ondanks de inkrimping van de formatie, een selectieve instroom noodzakelijk zijn ter vervanging van noodzakelijke kennis en ervaring. Naar verwachting moeten jaarlijks gemiddeld circa tien nieuwe medewerkers worden aangetrokken. Deze bescheiden noodzakelijke instroom biedt mogelijkheden in het vervullen van de rol van de provincie Fryslân als regionale werkgever. We blijven in staat een belangrijke bijdrage te leveren door het aanbieden van kwalitatief hoogwaardig werk. Daarbij hebben we de mogelijkheid om jonge mensen uit Fryslân aan te nemen. Het voornemen is het gestarte traineeprogramma en het stage- en afstudeerprogramma verder uit te bouwen, om de leeftijdsopbouw van de organisatie te verjongen en talent voor de provincie Fryslân te behouden. Mobiliteit en uitstroom De tijdelijke budgetten in de lopende exploitatiebegroting lopen de komende jaren af. Hoewel de grote infrastructuurprojecten de komende jaren nog een fors beroep doen op personele capaciteit neemt de omvang van de investeringsprojecten uiteindelijk ook af. Dat betekent dat de verhouding tussen enerzijds vast en flexibel personeel en anderzijds de dekking van de hiermee gemoeide kosten uit structurele en tijdelijke middelen in balans gebracht moet worden. Anders gezegd: de dekking van vaste formatie uit tijdelijke middelen moet de komende jaren afgebouwd worden. Hiervoor wordt een strak formatie- en bezettingsbeleid gevoerd. Dit beleid is gericht op interne mobiliteit, flexibele inzet en beperkte instroom; bij voorkeur van jongeren en waar nodig specialisten. Daarnaast is een scherpere inhoudelijke prioritering onvermijdelijk. Om de medewerkers die beschikbaar komen als gevolg van het aflopen van tijdelijke dekking te kunnen herplaatsen wordt vrijwillige mobiliteit gestimuleerd. Vanaf 2015 moet een oplossing worden gevonden door herplaatsing van circa 50 medewerkers, vooral uit afdelingen van beleid en programma s. Mogelijkheden voor interne herplaatsing worden maximaal ingezet. Inhuur derden 2014 De inhuur van derden is, net als de inzet van de Flexpool, nodig voor een flexibele bedrijfsvoering. Tijdelijke kwantitatieve of kwalitatieve fricties tussen de vraag naar en het aanbod van deskundigheid en kennis worden opgevangen door interne of externe flexibele krachten. De inhuur van derden doet zich vooral voor bij de grote infraprojecten (30% van de totale inhuur) zoals de Centrale As, N381 en RSP-traverse Harlingen. Dit betreft vooral inhuur van extra specialistische kennis. De kosten van inhuur van derden voor investeringsprojecten worden gedekt uit de investeringskredieten die PS voor deze projecten beschikbaar heeft gesteld. Ook voor de komende jaren wordt de inhuur voor een groot deel nog bepaald door de behoefte aan tijdelijk benodigde technische kennis voor de grote projecten. De geplande grote wegenprojecten zijn volop in voorbereiding en worden de komende jaren uitgevoerd, waaronder Centrale As en N381. In 2012 zijn onder andere de projecten Haak om Leeuwarden en Bereikbaarheid Leeuwarden in uitvoering genomen. Een andere ontwikkeling is de brug- en sluisbediening in verband met het overgaan naar op afstand bediende bruggen. Naar verwachting is dit gefaseerd operationeel vanaf Verder speelt de overgang van brug- en sluisbediening van het Princes Margrietkanaal naar Rijkswaterstaat. Door deze ontwikkelingen willen wij bij vrijkomende vacatures op dit terrein geen voorschot nemen. Vrijkomende vacatures worden ingevuld met tijdelijke inhuur. 210

212 Raming inhuur 2014 Op basis van bovengenoemde ontwikkelingen is de prognose dat circa 15,5 miljoen aan inhuur noodzakelijk is voor de Het betreft hier 13 miljoen voor inhuur derden en 2,5 miljoen voor de inzet vanuit de ambtelijke flexpool en het traineeprogramma. Externe inhuur is het uitvoeren van werkzaamheden in opdracht van een bij de provincie in dienst zijnde opdrachtgever. Op basis van een overeenkomst wordt tegen betaling personele capaciteit en deskundigheid ingezet. De opdrachtgever stuurt op de uitvoering en realisatie van de provinciale taken. Hierbij maken we onderscheid in inhuur voor vervanging, extra capaciteit en kennis. Zwaartepunt van de inhuur van de afgelopen jaren ligt op inhuren van kennis en extra capaciteit. Dit wordt vooral bepaald door de uitvoering van grote infrastructurele werken. In onderstaande tabel is weergegeven wat het percentage inhuur is ten opzichte van de totale bedrijfsvoeringskosten in Deze bedraagt 23%, maar houden we rekening met het aandeel van infrastructuur daarin (conform werkwijze Rijk) dan bedraagt het percentage 10%. HRM-beleid Het ontwikkelde HRM-beleid voor het terugdringen van ziekteverzuim is verder gebracht en laat resultaten zien. Het verzuimpercentage is in 2013 onder de grens van 4% gedaald. Met deze daling bezet Fryslân binnen de provincies een middenpositie. Het doel is om het ziekteverzuim blijvend verder terug te brengen onder de 4%. In georganiseerd overleg is in 2013 een akkoord bereikt met de vakorganisaties over afspraken, regels en faciliteiten in geval van reorganisaties. Op basis hiervan is een nieuw Sociaal Statuut vastgesteld. Uitgangspunt is beleid gericht op het opvangen van gevolgen van organisatieveranderingen door een van-werk-naar-werkaanpak. Als provincie staan we voor de taak om te komen tot een slankere organisatie. Deze inkrimping wordt mede gerealiseerd met het natuurlijk verloop binnen de provinciale organisatie en het slechts beperkt invullen van vacatures. Hoe dit zal plaatsvinden zal blijken uit de strategische personeelsplanning en de toekomstige samenstelling van de provinciale personeelscapaciteit. Om een goede personeelsbezetting te garanderen is het noodzakelijk om de personeelsfrictie op te lossen door, naast de inzet van flexpoolmedewerkers, tijdelijk inhuur in te zetten. Wanneer wij er voor kiezen vacatureruimte voorlopig niet in te vullen, is het wenselijk personeel in te lenen. Bijvoorbeeld om te anticiperen op het aflopen van de tijdelijke financiering van programma s en projecten waarop medewerkers met een vaste aanstelling werkzaam zijn, een personeelsstop of geen match op arbeidsmarkt. Dekking van de inhuur vindt beperkt plaats uit vacatureruimte en uit voor inhuur begrote goederen en dienstenbudgetten. Naast het lopende beleid vragen de grote eenmalige projecten inzet van de provinciale organisatie. Veel zal met eigen medewerkers worden ingevuld. Daarnaast zal via inhuur in tijdelijke extra personeelscapaciteit of expertise worden voorzien. 211

213 Doelen Borgen kwantitatieve en kwalitatieve adequate personeelsbezetting. Flexibele inzet van medewerkers vergroten. Beperken inhuur van extern personeel door een gerichte mobiliteitsaanpak. Voorkomen van boventalligheid medewerkers. Verminderen van vaste medewerkers op aflopende tijdelijke formatie. Acties in 2014 Inzicht geven in de toekomstige ontwikkelingen van de kwalitatieve en kwantitatieve vraag (personeelscapaciteit en formatie) en aanbodzijde (bezetting en inhuur) van de organisatie. Project stimulering jeugdwerkgelegenheid De provincie is in 2013 het project stimulering jeugdwerkgelegenheid gestart. Dit naast het langjarige project langdurig werklozen en het in 2012 gestarte traineeprogramma. Met het nieuwe project willen wij de arbeidsparticipatie van lager en middelbaar opgeleide jongeren verbeteren, om zo een betere uitgangspositie op de arbeidsmarkt te bewerkstelligen voor deze groep. In 2014 (start najaar 2013) bieden wij 15 jongeren een werkervaringsplaats, vooral in de buitendienst. Sommige plekken zullen worden ingevuld als leerwerkplek, afhankelijk van de vraag en het type functie dat wij daarvoor beschikbaar hebben. Voor de invulling van de functies werken wij samen met de Friese gemeenten (via centrumgemeente Leeuwarden) en de Friese mbo-instellingen. De jongeren krijgen vakgerichte, sociaal gerichte en loopbaangerichte begeleiding, training en eventueel scholing. Ook wordt er in samenwerking met de gemeente stevig ingezet op begeleiding van werk naar werk. Wij willen het project bij succes in ieder geval drie jaar uitvoeren, waarmee we in totaal aan 45 jongeren een plek kunnen bieden. Tot slot gaan wij projecten van andere Friese overheden ondersteunen die dezelfde doelstelling nastreven. 4. Ontwikkelingen bedrijfsvoering Programma It Fryske wurkjen Doel van It Fryske Wurkjen is om met behulp van moderne (digitale) technieken het werk van de provincie efficiënter, effectiever en plezieriger te maken. Het programma kent drie pijlers: het creëren van een digitale samenwerkingsomgeving (intern en extern) door SharePoint; het ondersteunen van de organisatie met mobile devices : IPad, laptop en smartphone; het digitaliseren van werkprocessen, onder de noemer zaakgericht werken. In 2013 zijn de mobiele devices verstrekt en is deze pijler afgesloten. Daarnaast is in 2013 een toenemend aantal medewerkers aangesloten bij de SharePoint-omgeving en is onder meer de Binnenspiegel omgezet naar Sharepoint. Tot slot is in 2013 met behulp Docbase een begin gemaakt met het digitaliseren van de werkprocessen. 212

214 Voor 2014 geldt dat de inzet gericht zal zijn op verdere implementatie van Sharepoint en daarmee geleidelijke uitfasering van de g- en j-schijf. Speerpunt voor 2014 is de inzet op digitalisering van de werkprocessen. Digitalisering vindt altijd pas plaats nadat processen goed zijn beschreven en waar mogelijk slimmer ingericht. Hierbij zal aandacht uitgaan naar de zogenaamde substitutie: het omzetten van analoge (papieren) documentatie en archief naar digitale documentatie en archief. Tot slot wordt opgemerkt dat het programma It Fryske Wurkjen op zal gaan in de nieuwe afdeling Informatie, die met ingang van 1 januari 2014 operationeel is. Acties in 2014 In 2014 zal It Fryske Wurkjen een vervolg geven aan de acties ingang gezet vanaf 2012: de digitale samenwerkingsomgeving, om zowel in- als extern te kunnen samenwerken en informatie uit te wisselen, wordt in 2014 verder organisatiebreed uitgerold; na de pilot met zaakgericht werken binnen vier afdelingen wordt ook het zaaksysteem, dat digitaal zaakgericht werken mogelijk maakt en meer inzicht geeft in onze voortgang en werkvoorraad, organisatiebreed uitgerold. Een digitaal loket op de website en een digitaal archief maken hier onderdeel van uit; in vervolg op de pilot met mobile devices willen we in 2014 een open en moderne werkomgeving creëren door medewerkers onder meer de mogelijkheid te geven om te werken met (eigen) mobiele apparatuur. Hoewel bovenstaand overzicht de indruk kan wekken dat het Fryske Wurkjen alleen over techniek gaat, is niets minder waar. Het gaat vooral over een andere manier van werken: modern, digitaal en plaats- en tijdsonafhankelijk. Door middel van goede begeleiding, opleidingen en trainingen willen we de medewerkers hierin ondersteunen. Wiis mei Subzydjes Op 24 april 2013 hebben Provinciale Staten de nota subsidieverstrekking Wiis mei Subzydjes vastgesteld. De implementatie vindt plaats door middel van de invoering van de Algemene Subsidieverordening (ASV), die in november 2013 ter vaststelling aan Provinciale Staten wordt aangeboden. De Algemene Subsidieverordening kan dan op 1 januari 2014 in werking treden. Na vaststelling van de ASV kunnen de onderliggende regelingen en gekoppelde verordeningen aangepast worden. Dan wordt ook de nieuwe uitvoeringsorganisatie subsidiezaken ingericht. Pas hierna zullen de ASV en de onderliggende regelingen en gekoppelde verordeningen in werking treden op een door gedeputeerde staten te bepalen datum. Bouwurk Het project Bouwurk liep tot eind oktober Het Hege Hûs is in 2012 overgedragen aan de gemeente Leeuwarden voor de realisatie van de ondergrondse parkeergarage. Omdat er asbest is aangetroffen liep de sloop van het Hege Hûs, en daarmee ook de bouw van de parkeergarage, vertraging op. Inmiddels is het pand gesloopt. De gemeente heeft aangegeven dat de afgesproken opleverdatum 1 januari 2014 niet meer haalbaar is. De gemeente zal nog een nieuwe opleverdatum aangeven. De latere oplevering heeft geen financiële gevolgen. Totdat de nieuwe parkeervoorziening gereed is wordt gebruik gemaakt van de parkeergarages Hoeksterend en Klanderij. Fumo In 2012 is ook gewerkt aan de samenwerking met gemeenten voor de externe omgeving stond vooral in het teken van het voorbereiden van de realisatie van de Fumo. De provincie in de rol van regisseur. Dit heeft geresulteerd in een bestuursbesluit van de provincie, de gemeenten en Wetterskip Fryslân waarbij de Fumo middels een gemeenschappelijke regeling is opgericht. 213

215 Voorbereidingen zijn getroffen om te komen tot een sociaal plan voor de overgang van medewerkers van provincie en gemeenten naar de nieuw op te zetten organisatie. In 2012 heeft er Fryslân-breed besluitvorming plaatsgevonden over de daadwerkelijke realisatie. Vanaf 2014 zullen er in de bedrijfsvoering daadwerkelijk effecten optreden zoals de overplaatsing van medewerkers vanuit de afdelingen Omgevingsvergunningen & toezicht naar de Fumo. Met de Fumo zal invulling moeten worden gegeven aan de managementondersteuning vanuit de organisatie van de provincie Fryslân. Inkoop Uitvoeringstrajecten en inkoopverbeteringen proberen we in samenwerking met andere overheidsorganisaties te bereiken. Het project Noordelijke samenwerking heeft daar een bijzondere rol in gehad. Naast de Noordelijke samenwerking is ook gezocht naar synergie met lokale partners. Dat doen we in de vorm van Inkoop Samenwerking Leeuwarden (ISL). Dit samenwerkingsverband bestaat momenteel uit de volgende deelnemers: gemeente Leeuwarden, provincie Fryslân, CJIB, Wetterskip Fryslân, Fries Museum, Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, Stenden Hogeschool, Veiligheidsregio Fryslân. Op provinciale schaal werkt de provincie samen met alle gemeenten in Fryslân voor de inkoop van (groene) energie. In 2013 is het inkoop- en aanbestedingsbeleid vernieuwd en vastgesteld. Dit beleid wordt kaderstellend en richtinggevend voor de aanbestedingspraktijk De Nationale aanbestedingswet heeft haar intrede gedaan in In 2014 wordt verder gewerkt aan het vergroten en de borging van het inkoop- en aanbestedingsproces. Ook door het gebruik van het contractenregister, om hiermee nog meer inzicht te krijgen in of het monitoren van organisatiebrede contracten. 214

216 5. Bedrijfsvoeringskosten Samenstelling bedrijfsvoeringkosten Realisatie Bedragen x 1.000, Personeelslasten Overige bedrijfsvoeringskosten Totaal baten Personeelslasten Inhuur flexpool tlv budget personele kosten Overige bedrijfsvoeringskosten Inhuur flexpool t.l.v. budget overige bedrijfsvoeringskosten Totaal lasten Saldo voor mutatie reserves Mutatie reserves (lopen via de exploitatie) Beschikking over reserves Vorming van reserves Saldo na mutatie reserves Toerekening van bedrijfsvoeringkosten Bedrijfsvoeringskosten specifiek en algemeen Bedragen x 1.000,- Realisatie Specifieke toerekening aan programma s bestaand beleid Programma 1 Bestuur Programma 2 Verkeer en vervoer Programma 3 Water Programma 4 Milieu Programma 5 Landelijk gebied Programma 6 Economie, toerisme en recreatie Programma 7 Sociaal beleid en zorg Programma 8 Cultuur, taal en onderwijs Programma 9 Ruimte en wonen Programma 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Investeringen Voorzieningen Schade en werken voor derden Bedrijfsvoering Totaal specifieke bedrijfsvoeringskosten Algemene toerekening aan programma s bestaand beleid o.b.v. verdeelsleutel Programma 1 Bestuur Programma 2 Verkeer en vervoer Programma 3 Water Programma 4 Milieu Programma 5 Landelijk gebied Programma 6 Economie, toerisme en recreatie

217 Bedrijfsvoeringskosten specifiek en algemeen Bedragen x 1.000,- Programma 7 Sociaal beleid en zorg Programma 8 Cultuur, taal en onderwijs Realisatie Programma 9 Ruimte en wonen Programma 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Totaal algemene bedrijfsvoeringskosten Totaal toegerekende bedrijfsvoeringskosten Toelichting In de eerste tabel wordt de samenstelling van de bedrijfsvoeringskosten weergegeven: onderverdeeld in personele en de overige bedrijfsvoeringkosten. Onder de overige bedrijfsvoeringskosten vallen onder meer de kosten voor huisvesting, automatisering, opleidingen en archiefkosten. In de tweede tabel is aangegeven hoe het saldo van de bedrijfsvoeringskosten wordt toegerekend aan de verschillende onderdelen in de begroting. De bedrijfsvoeringskosten worden deels specifiek en deels algemeen toegerekend aan de programma s en investeringen. De specifieke toerekening vindt plaats bij investeringen en bij projecten waarbij de kosten door derden worden gefinancierd. Daarnaast worden de bedrijfsvoeringskosten die gerelateerd zijn aan het bestuur specifiek doorbelast, aangezien deze in het programma Bestuur geraamd en verantwoord moeten worden. De resterende bedrijfsvoeringskosten worden gedekt vanuit de algemene middelen. Deze kosten worden via een verwachte inzet van menskracht (verdeelsleutel), uniform over de jaren, aan de programma s toegerekend. Financiële toelichting De personele kosten zijn gebaseerd op de huidige formatieraming zoals eerder opgenomen in deze paragraaf. Dat de personeelskosten, ondanks een dalende formatie, langzaam afnemen is het gevolg van het al in de begroting opnemen van de verwachte loonstijging. In 2012 heeft er een onderbesteding op de bedrijfsvoeringskosten plaatsgevonden van 4,8 miljoen. Bij de behandeling van de jaarstukken 2012 hebben Provinciale Staten dit bedrag bestemd voor een drietal projecten, waaronder de stimulering van de jeugdwerkgelegenheid. In de tabel zijn de mutaties reserves opgenomen ook al zijn die ook opgenomen in de exploitatie in verband met het Besluit en Verantwoording. Het betreft hier de reserves ver-/nieuwbouw provinciehuis en de reserve zaaigeld en persoonlijk ontwikkelbudget. Bij de afdelingsplannen 2014 zal bekeken worden of bepaalde onderdelen van de bedrijfsvoeringskosten rechtstreeks te verantwoorden zijn op de beleidsprogramma s (bijv. gladheidsbestrijding). In dat geval zal dit als een wijgingsvoorstel bij de eerste bestuursrapportage 2014 opgenomen worden. 216

218 Bandbreedte bedrijfsvoeringskosten De bedrijfsvoeringskosten kunnen zich ontwikkelen gedurende het jaar. Dit kan veroorzaakt worden door bijvoorbeeld het actualiseren van de afdelingsplannen waarbij de inzet van het personeel anders toebedeeld wordt in de begroting. Of door het invullen van bezuinigingen, het extra inhuren van derden in verband met piekwerkzaamheden waarvoor dekking binnen de begroting aanwezig is etc. Daarom is met de Staten afgesproken dat de omvang van de bedrijfsvoeringskosten zich binnen een bandbreedte van 3% mogen bewegen. Wanneer de bedrijfsvoeringskosten deze bandbreedte overschrijden, zal het college dit onderbouwd aan Provinciale Staten voorleggen ter goedkeuring. Zonodig zal dit gepaard gaan met een voorstel tot dekking hiervan. Hieronder wordt de bandbreedte voor de begroting 2014 weergegeven. Bedragen x 1.000, Totale bedrijfsvoeringskosten Afwijking maximaal 3% Bandbreedte bedrijfsvoering Minimum Maximum Kaders voor de bedrijfsvoering Kaderstellende beleidsnota s/relevante wetten en regelingen Relevante Europese en nationale wetten en regelingen Europese aanbestedingsrichtlijnen 2004/18/EG Europese richtlijn 2007/66/EG EG-verordening- staatssteun Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (BAO) Dienstenrichtlijn Wet openbaarheid topinkomens Besluit accountantscontrole Provincies en Gemeenten (BAPG) Markt en overheid (wetsvoorstel), bedoeld om concurrentievervalsing door overheidsondernemingen te voorkomen Provinciale verordeningen en nota s Vastgesteld door PS op Controle verordening november 2003 Verordening Onderzoeken naar Doelmatigheid en Doeltreffendheid 3 november 2004 (217a PW) Archiefverordening provincie Fryslân 1996 Nota afschrijvingsbeleid Bouwurk 26 november 2008 Algemene Subsidieverordening 15 december 2009 Algemene inkoopvoorwaarden Juni 2001 Algemene voorwaarden voor dienstverlening 29 januari 2008 Door GS vastgestelde uitvoeringsregelingen/nota s Vastgesteld door GS op Aanbestedingsprotocol 29 januari 2008 Nota Zonder integriteit geen gezag 217

219 2.8 Paragraaf 8 Handhaving Start FUMO Voor Fryslân wordt gewerkt aan één centraal kader voor vergunningverlening, toezicht en handhaving: het zogenoemde VTH-kader. Hiervoor is de Fryske Utfieringsorganisaasje Miljeu en Umjouwing (FUMO) opgericht. Dit is gebeurd door de ondertekening van de gemeenschappelijke regeling op 20 december Naar verwachting is de FUMO op 1 januari 2014 operationeel en worden de VTH-taken vanaf dat moment uitgevoerd door de FUMO. Naast vth-taken gaat het daarbij ook om andere uitvoeringstaken, zoals toezicht vuurwerkevenementen en toezicht groene wetgeving. Met de komst van de FUMO verandert ook de rol van de provincie. Zij houdt de rol van bevoegd gezag, maar de uitvoering vindt plaats bij de FUMO. Dit betekent een scheiding van beleid en uitvoering en dus aangepaste rollen en verantwoordelijkheden. Een goede voorbereiding en goed samenspel in de operationele fase is een vereiste. Zo vervult de FUMO de opdrachtnemersrol en de provincie de rol van eigenaar en opdrachtgever. De uitvoering van een aantal vth-taken is opgedragen aan circa 25 regionale uitvoeringsdiensten. Dit is een dekkend stelsel, waarbinnen zes specialistische diensten zich richten op de specifieke BRZO-taken. Nadat de wettelijke regelingen met ingang van 1 januari 2014 zijn aangepast, blijft de provincie voor circa 50 bedrijven bevoegd. Hierin ligt ook de overdracht besloten van geld van het provinciefonds naar gemeentefonds. Wat willen wij bereiken? Als provincie zorgen wij dat bedrijven en burgers hun werkzaamheden en activiteiten zodanig uitvoeren, dat de milieudruk, hinder en veiligheid aan de daarvoor gestelde normen voldoen. Met het uitoefenen van de vergunningverlening en de toezicht- en handhavingstaken dragen wij bij aan een schone en veilige provincie. Wij verlenen verschillende vergunningen op het gebied van het omgevingsrecht, waaronder milieu en bouwen. Met een mandaatregeling en dienstverleningsovereenkomst wordt dit door de FUMO uitgevoerd. De FUMO houdt ook toezicht op het naleven van deze vergunningen en de algemene regels. Daarnaast houdt de FUMO namens de provincie toezicht op het naleven van een aantal andere wetten, zoals de Wet bodembescherming, de Natuurbeschermingswet, Flora- en faunawet en de Waterwet. De FUMO voert de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de overige opgedragen taken adequaat uit en zij voldoet uiterlijk op 1 januari 2015 aan de landelijk vastgestelde kwaliteitseisen. Er wordt daarbij maximaal gebruikgemaakt van ICT- en internetvoorzieningen. Er wordt effectief en efficiënt samengewerkt met interne en externe partners. Wat gaan wij daarvoor doen in 2014? Vergunningverlening We blijven vergunningen verlenen, maar in 2014 nog maar voor een beperkt aantal bedrijven. Dat doen we niet zelf, maar dragen dit via de dienstverleningsovereenkomst op aan de FUMO. De FUMO volgt de wet- en regelgeving. Als hierin wijzigingen komen, 218

220 bekijkt zij of vergunningen moeten worden aangepast. Ook kijkt zij of vergunningen ouder dan vijf jaar nog voldoen aan de geldende kwaliteitseisen en nog goed handhaafbaar zijn. De actualisatie en tijdigheid van vergunningen staan centraal bij de uitvoering. Er wordt daarbij samengewerkt met andere overheden, vooral met de Friese gemeenten en Wetterskip Fryslân. Het Activiteitenbesluit is voortdurend in beweging. De veranderende regelgeving heeft invloed op de omvang van het aantal bedrijven waarvoor GS bevoegd gezag is en de tijd die nodig is om vergunningen op te stellen. De provincie moet deze ontwikkelingen volgen en we moeten ons steeds goed voorbereiden op de volgende wijzigingen. De nieuwe regels bevatten voordelen voor bedrijven. Wij implementeren de veranderingen daarom voortvarend. Op 1 januari 2013 trad de EU-Richtlijn Industriële Emissies (RIE) in werking. Nederland voerde de RIE gelijktijdig in met de inwerkingtreding van de derde tranche van het Activiteitenbesluit. Deze implementatie veroorzaakte ook een aanpassing van Wabo en een aantal andere wettelijke regelingen. De RIE heeft vooral gevolgen voor IPPCbedrijven, omdat voor een deel van de VTH-kwaliteit aan EU-regels moet worden voldaan. De FUMO voert dat onder mandaat uit. Toezicht en handhaving Het integraal toezicht van de provincie is afgestemd op de aanwezige risico s en het naleefgedrag. We zetten veel capaciteit in als de risico s hoog zijn of het naleefgedrag niet goed is. Bedrijven met lagere risico s en een goed naleefgedrag controleren we minder vaak. De reikwijdte van deze beleidslijn is Wabo-breed. In het Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014 wordt uitgewerkt hoe de prioriteiten vertaald zijn naar de uitvoering. Bij de uitvoering werken we samen met interne en externe partners, waarbij wij bevoegd zijn en de andere overheden meestal de rol van adviseur vervullen. Als de FUMO provinciale taken uitvoert, wordt natuurlijk afgestemd en samengewerkt met de interne afdelingen. De nadruk ligt in 2014 op het verfijnen van de werkprocessen en het terugdringen van de administratieve belasting voor de organisatie. Alle bedrijven en activiteiten waarvoor de provincie is aangewezen als bevoegd gezag, worden gecontroleerd op basis van het Handhavingsuitvoeringsprogramma Het gedrag van de overtreder en de aard en ernst van de overtreding bepalen de belangrijkste risico s en knelpunten die wij met voorrang oppakken (prioriteiten). De uitvoering van de toezicht- en handhavingstaken vindt plaats conform landelijk vastgestelde kwaliteitscriteria. Beleidskaders Vanwege het cyclische handhavingsproces worden in de begroting jaarlijks de speerpunten voor het komende begrotingsjaar opgenomen. Hierover wordt dan in het provinciale jaarverslag gerapporteerd. Het uitvoerend deel, het handhavingsuitvoeringsprogramma, wordt door Gedeputeerde Staten vastgesteld en ter kennisneming aan Provinciale Staten gezonden. Het beleidsmatige kader voor het Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014 heeft een relatie met de volgende programma s uit de programmabegroting: Verkeer en vervoer, Water, Milieu en Landelijk gebied. Hierbij voert de provincie een deel zelf uit en wordt het een andere deel uitgevoerd door de FUMO. Bij de inzet van toezicht- en handhavingsinstrumenten is ook in 2014 het uitgangspunt dat we burgers en bedrijven ruimte geven waar het kan en streng optreden waar het moet. De provincie kan niet alle knelpunten en problemen aanpakken. Wij maken daarom keuzes om onze beschikbare capaciteit en instrumenten zo efficiënt en effectief mogelijk 219

221 in te zetten. De prioriteiten worden organisatiebreed vastgesteld op grond van een probleemanalyse. Dit is gebaseerd op aard en ernst van de overtreding (negatieve effecten) en het gedrag van de overtreder. De prioriteiten worden jaarlijks vastgelegd in het Handhavingsuitvoeringsprogramma. De provinciale handhavingstaak op het terrein van de ruimtelijke ordening is geen eerstelijnstoezichtstaak, maar richt zich vooral op provinciale belangen. Als er provinciale belangen in het geding zijn bij ontwerp-omgevingsvergunningen, ontwerpbestemmingsplannen en projectbesluiten, dan dienen wij een zienswijze in. Als gemeentelijk toezicht en handhaving voor een provinciaal belang faalt of ontoereikend is, dienen wij een verzoek tot handhaving in bij de gemeente. Dat is overigens vrijwel nooit nodig. Het indienen van een zienswijze is meestal afdoende. Via onze regierol organiseren wij de samenwerking en de kwaliteitsverbetering. Speerpunten 2014 Naast het uitvoeren van de prioriteiten in het Handhavingsprogramma 2014 heeft de provincie de volgende vier speerpunten benoemd. 1. Integrale handhaving Conform ons beleid zetten wij provinciebreed in op integrale handhaving, zoveel mogelijk met elkaar en voor elkaar. Hiermee stimuleren wij dat burgers en bedrijven merken dat er minder langs elkaar heen gewerkt wordt, de toezichtlast beperkt wordt en dat de inzet van medewerkers efficiënter wordt. Vanzelfsprekend betrekken wij hierin ook onze partners. Nu een belangrijk deel van de uitvoering door de FUMO wordt uitgevoerd, verdient de coördinatie en samenwerking met de uitvoerende afdelingen bij de provincie extra aandacht. 2. Stelselnotitie Eind december 2012 heeft het landelijke Projectbureau uitvoering met ambitie (PuMA) haar activiteiten beëindigd. De verdere implementatie van de veranderde uitvoeringspraktijk wordt overgelaten aan de bevoegde instanties. Informatie-uitwisseling en onderlinge afstemming tussen onder meer bestuurlijke en strafrechtelijke partners, zijn hierin belangrijke opgaven. Dit geldt ook voor de BRZO-structuur in de landsdekkende structuur van de uitvoeringsdiensten. In de landelijke VTH-kaders wordt uitgegaan van een gezamenlijke overlegstructuur. In Fryslân is dat het Fries Handhavingsoverleg (FHO) waarin wij ondersteunend en coördinerend zijn en het secretariaat vervullen. Het voorzitterschap ligt bij de gedeputeerde, die handhaving in haar portefeuille heeft. 3. Werkwijze bevoegd gezag en de FUMO Periodiek gaan we na of de onderlinge afstemming tussen opdrachtgever (bevoegd gezag) en opdrachtnemer (RUD en de FUMO in Fryslân) verder uitgewerkt of aangepast moet worden. Dit op basis van de wederzijdse bevindingen en ervaringen. 4. Kwaliteitseisen De kwaliteitscriteria gelden als referentie voor zowel de regionale uitvoeringsdiensten (RUD) als de gemeenten. Door een online zelfevaluatie zijn de betrokken organisaties in 2013 nagegaan waar eventueel verbeteracties nodig zijn op het gebied van vergunningverlening en handhaving. De verbeteracties worden in 2014 verder ingevoerd, met als doel om uiterlijk 1 januari 2015 te voldoen aan de gestelde kwaliteit. 220

222 2.9 Paragraaf 9 Grote projecten In deze paragraaf staan alle grote projecten in de provincie Fryslân. De projecten zijn verdeeld in infrastructurele projecten en overige projecten. Elk project wordt toegelicht aan de hand van de volgende onderdelen: De besluiten van Provinciale Staten. De financiële stand van zaken (provinciaal aandeel). De acties in De mogelijke risico s. 1. Definitie groot project Provinciale Staten hebben aangegeven welke projecten in deze paragraaf worden opgenomen. Infrastructurele projecten 1 Bereikbaarheidsprojecten Leeuwarden-Vrijbaan a. N31 Haak om Leeuwarden b. Westelijke invalsweg c. Drachtsterweg en omgeving d. Noordwesttangent 2 N31 Traverse Harlingen 3 Verruiming Prinses Margrietkanaal 4 N381 Drachten-Drentse grens 5 De Centrale As 6 RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen (uit de investeringsagenda Drachten-Heerenveen) 7 Knooppunt Joure 8 RSP Spoorprojecten a. Capaciteitsvergroting Leeuwarden-Zwolle b. Capaciteitsvergroting Leeuwarden-Groningen c. Station Werpsterhoek Overige projecten 9 Heerenveen, stad van Sport (Nieuw Thialf) 10 University Campus Fryslân 11 Leeuwarden Culturele Hoofdstad Europese watertechnologiehub 13 Het Friese Merenproject 14 De Nieuwe Afsluitdijk 15 Dairy Campus Fryslân 16 Breedbandinfrastructuur in Fryslân 17 Innovatiecluster Drachten (voorheen technocampus) 18 Fûns Skjinne Fryske Enerzjy (FSFE) 19 Doefonds 20 Provinciaal Herstructureringsprogramma (PHP) bedrijventerreinen 21 Herstructurering naoorlogse Friese Woningvoorraad 22 Agenda Netwerk Noordoost (ANNO) 23 Gebiedsontwikkelingsplan Harlingen-Franekeradeel 221

223 2. Infrastructurele projecten Bij elk project staat een korte financiële toelichting. De specificatie staat in bijlage 1 Onderhanden investeringen. Deze specificatie kan afwijken van de genoemde bedragen in de besluitvorming. Dit komt door het doorrekenen naar einde werk, waarbij rekening is gehouden met prijspeilontwikkelingen. De kasuitgaven per project staan opgenomen in de bijlage Onderhanden investeringen. Uitvoeringsrisico s Voor alle infrastructurele projecten gelden de volgende uitvoeringsrisico s: Faillissementen aannemers Als een bouwproces loopt en de aannemer gaat failliet, ontstaat een financieel risico omdat een andere aannemer het werk moeten overnemen. Hier zijn altijd meerkosten aan verbonden. In de aanbesteding is hier waar mogelijk rekening mee gehouden (solvabiliteitstoets, bankgarantie). Maar zeker in deze tijd kan dit risico zich voordoen. Om dit risico te beheersen wordt waar mogelijk enige ruimte gereserveerd in de post onvoorzien. Ook wordt met aannemers bekeken in hoeverre het mogelijk is om binnen de contractvoorwaarden de betalingsregeling zo in te richten dat een aannemer zo min mogelijk moet voorfinancieren. Prijsontwikkeling met prijsontwikkeling is in de budgetten van de projecten rekening gehouden. Vooral in de rijksprojecten wordt de prijscompensatie geregeld via de toegekende IBOI. Deze kan lager liggen dan de werkelijke prijsontwikkeling. In 2013 was de IBOI 1,75%. De door het ministerie toegekende IBOI was 0%. Calamiteiten in het bouwproces (verantwoordelijkheid aannemer) tijdens de bouw van grote projecten kunnen zich calamiteiten voordoen. In principe behoren die tot de verantwoordelijkheid van de aannemer. Calamiteiten zullen altijd gevolgen hebben voor de bouwtijd. De nieuwe aanbestedingswet Deze wet is van toepassing op alle werken die na 1 april 2013 worden/zijn aanbesteed. De nieuwe wet is erg globaal en biedt geen heldere kaders. Dat kan leiden tot rechtzaken, waarvan de uitkomst niet vooraf te voorzien is. Er rust een taakstelling op het RSP-programma. Oorspronkelijk bedroeg deze taakstelling 40 miljoen. Deze taakstelling is deels ingevuld. Er resteert nog een taakstelling van 24 miljoen. Deze moet inverdiend worden gedurende de realisatiefase van de RSPprojecten. Daarnaast gelden er ook voor individuele projecten nog taakstellingen. Als er bij de projecten nog andere risico s spelen, staan deze vermeld onder het kopje Risico s bij de afzonderlijke projecten. Investeringsagenda Drachten-Heerenveen Vanwege het niet doorgaan van de spoorlijn Heerenveen-Groningen hebben Provinciale Staten op 18 juli 2012 besloten om 24 miljoen beschikbaar te stellen voor een investeringsagenda in Drachten en Heerenveen. Aanvullend verzoek was om andere middelen te zoeken om dit bedrag uit te breiden. Het doel is om een eerste uitvoeringsparagraaf te maken voor de samenwerkingsagenda s Smallingerland en Heerenveen. Daarnaast is het verzoek gedaan om het geld te besteden aan openbaar vervoer en in overleg te treden met de betrokken gemeenten en het relevante bedrijfsleven. 222

224 Op 3 juli 2013 hebben Provinciale Staten een besluit genomen over de investeringsagenda Drachten-Heerenveen. Dit heeft een agenda opgeleverd voor 75,9 miljoen. Zie voor meer informatie programma 2. Naar verwachting starten in 2014 de eerste werken van de investeringsagenda Drachten- Heerenveen. Zie ook programma 11 Investeringsagenda Wurkje foar Fryslân en paragraaf 10 Samenwerkingsverbanden. 1 Bereikbaarheidsprogramma Leeuwarden-Vrijbaan (programma 2) Het bereikbaarheidsprogramma Leeuwarden-Vrijbaan is een programma aan infrastructurele werken, waar mogelijk gecombineerd met gebiedsontwikkeling Nieuw Stroomland. Hieraan werken rijk, provincie en gemeente Leeuwarden samen. Het betreft een totaalprogramma van zo n 40 projecten. De belangrijkste voor de provincie zijn: 1. N31 Haak om Leeuwarden 2. Westelijke invalsweg 3. Drachtsterweg en omgeving 4. Noordwesttangent (gereed 2013) 5. Station Werpsterhoek (zie RSP Spoorprojecten) 6. Extra sneltrein Leeuwarden-Groningen (zie RSP Spoorprojecten) PS-besluiten Op 18 juni 2008 hebben Provinciale Staten besloten met het voorkeurstracé van de N31 Haak om Leeuwarden in te stemmen en stelden hiervoor 20,35 miljoen beschikbaar. Op 16 juni 2009 hebben Provinciale Staten ingestemd met de uitwerking van het Regio Specifiek Pakket (RSP) en daarmee met de financiering van WIW, de Drachtsterweg en omgeving en het afdekken van de tekorten op de Haak. Op 26 mei 2010 heeft het college van gedeputeerde staten de realisatieovereenkomst met het rijk vastgesteld. Op 29 mei 2010 vond de ondertekening plaats. Vervolgens hebben Provinciale Staten op 3 november 2010 ingestemd met de overeenkomst. Door Provinciale Staten is de door GS op 1 maart 2010 ondertekende overeenkomst Programma Bereikbaarheid Leeuwarden ter kennisneming aangenomen. Op 20 februari 2010 hebben Provinciale Staten ingestemd met de realisatie van de Noordwesttangent en hiervoor 29 miljoen beschikbaar gesteld. Op 26 januari 2011 hebben Provinciale Staten het realisatiekrediet voor de Haak om Leeuwarden, Westelijke Invalsweg fase 1 (en Drachtsterweg en omgeving) beschikbaar gesteld. Dit betrof in totaal een bedrag van 293,24 miljoen. De provinciale bijdrage is al op 18 juni 2008 beschikbaar gesteld. Financiële stand van zaken Op het gehele programma van 750 miljoen draagt de provincie ongeveer 10% bij. Deze middelen zitten voor meer dan de helft in de hiervoor genoemde projecten. Voor het overige worden projecten gefinancierd uit het regionaal mobiliteitsfonds Leeuwarden (zie hiervoor programma 2, beleidsveld 2.1). N31 Haak om Leeuwarden noordelijk en zuidelijk deel: 257 miljoen (prijspeil 2009). Waarvan het noordelijk deel 136 miljoen bedraagt. De provincie draagt hierin maximaal 22 miljoen bij en 27 miljoen uit RSP-middelen, beide voor het noordelijk deel. Het project ligt financieel op koers. Westelijke Invalsweg fase I en II: 88 miljoen (prijspeil 2009). Kosten worden gedekt uit RSP-middelen. Er is geen separate provinciale cofinanciering. De provincie is verantwoordelijk voor de realisatie van fase I. Fase II wordt uitgevoerd door de gemeente Leeuwarden. Project ligt financieel op koers. 223

225 Drachtsterweg en omgeving: 89 miljoen (prijspeil 2009). Kosten worden gedekt uit RSP-middelen. Hierin zit geen separate provinciale cofinanciering. Het project ligt financieel op koers. Noordwesttangent: 27 miljoen (prijspeil einde werk), hiervan is 22 miljoen voor de provincie. Dit project is in 2013 afgerond en wordt in 2014 afgerekend. Verwachting is dat de afrekening past binnen het budget. Wat gaan we doen in 2014? De uitvoeringswerkzaamheden voor Leeuwarden-Vrijbaan zijn volop bezig. De mijlpaal - ingebruikname Haak in december blijft haalbaar. Na het in gebruik nemen van de nieuwe infrastructuur zal ook de overbodige infrastructuur worden opgeruimd. Bij deze werkzaamheden wordt een koppeling gelegd met kansen voor landschapsherstel en gebiedsontwikkeling. De hiervoor benodigde planvorming wordt in 2014 afgerond. De uitvoering start na ingebruikname van de Haak om Leeuwarden. De werkzaamheden voor het aquaduct en de verdiepte ligging van de Drachtsterweg beginnen in het eerste kwartaal van N31 Traverse Harlingen (programma 2) PS-besluiten Op 23 januari 2013 hebben Provinciale Staten ingestemd met de uitvoering van de ombouw van traverse Harlingen en de hiervoor benodigde uitvoeringskredieten vrijgegeven. Met dit besluit is de weg vrij voor de uitvoering van het project. Op 31 mei 2013 is de realisatieovereenkomst getekend. De financiële stand van zaken Voor het project is een budget van 146,6 miljoen (prijspeil 2011) beschikbaar. Het project ligt financieel op koers. Wat gaan wij doen in 2014? In 2014 wordt het werk voor de tunnelbak en het aquaduct aanbesteed. In 2013 is de hiervoor benodigde procedure gestart. Naar verwachting start de aannemer voor het eind van het jaar met de uitvoering van het werk. De verwachte bouwtijd is 3 tot 4 jaar, waarmee de weg in 2017 opengesteld kan worden voor het verkeer. Voor zover gronden niet minnelijk verworven konden worden, is een onteigeningsprocedure gestart. Deze wordt in 2014 afgerond, zodat alle gronden in bezit zijn voor de start van de bouw. Naast het uitvoeren van het wegenproject wordt gezocht naar mogelijkheden om werkmet-werk te maken. Denk aan het hergebruik van bouwmateriaal. Onderdeel van dit streven is ook het aanbieden van leerwerkplekken en het betrekken van scholen. 3 Verruiming Prinses Margrietkanaal (programma 2) De verruiming van het Prinses Margrietkanaal bestaat uit twee fasen. De eerste fase bevat de maatregelen voor de verruiming van het kanaal. Fase twee bestaat uit het aanpassen van de kunstwerken. 224

226 PS-besluiten In 1997 is het Plan van Aanpak Investeringen Fries-Groningse kanalen vastgesteld. In februari 2012 is de overeenkomst vastgesteld met het rijk over overdracht Prinses Margrietkanaal en afkoop Van Harinxmakanaal. In september 2012 hebben Provinciale Staten besloten het uitvoeringskrediet voor de brug Burgum en de kanaalverlegging bij het aquaduct in de Centrale As beschikbaar te stellen. In september 2013 is het milieueffectrapport (MER) voor Skûlenboarch Westkern beschikbaar gesteld voor openbare kennisgeving. Dit is onderdeel van het Provinciale inpassingplan voor het watergebonden bedrijventerrein aan de noordzijde van het Prinses Margrietkanaal. De financiële stand van zaken De planstudies voor de bruggen Burgum, Skûlenboarch en Kootstertille, fase 2a kosten 1,53 miljoen (prijspeil 2011, afronding in 2013). De uitvoering van de brug Burgum kost 35,4 miljoen (prijspeil 2010) en de realisatie hiervan is onderdeel van project De Centrale As. De grootste uitgaven vinden plaats in 2015 en Het project ligt financieel op koers. Wat gaan wij doen in 2014? Er wordt gestart met de bouw van brug Burgum. Daarnaast wordt de milieueffectrapportage (m.e.r.) Skûlenboarch/Westkern afgerond en vindt er besluitvorming plaats door Provinciale Staten over de resultaten van de inspraak op het MER. De planstudie voor welk type brug de bruggen Kootstertille en Skûlenboarch moet vervangen, wordt afgerond. Tot slot wordt het overleg met het rijk opgestart over de gewenste realisatie van de bruggen Kootstertille en Skûlenboarch in de periode Risico s Als onderdeel van het Provinciale inpassingsplan voor het project Skûlenboarch/Westkern is de economische haalbaarheid van het watergebonden bedrijventerrein een punt van aandacht. Er is 3 miljoen tekort bij de gemeente. Er wordt geprobeerd om samen met de gemeente hiervoor dekking te vinden. Geen tijdige definitieve besluitvorming bij het rijk over de realisatie in de periode voor de vervanging van de bruggen Kootstertille en Skûlenboarch. Met het rijk zijn wel afspraken gemaakt, maar deze zijn nog niet in de rijksbegroting vertaald. 4 N381, Drachten-Drentse grens (programma 2) PS-besluiten Realisatiebesluit N381 op 10 februari Provinciaal Inpassingsplan (PIP) N381 vastgesteld op 30 november , financiering geregeld voor gebiedsontwikkeling N381 op 7 november Financiële stand van zaken Voor het project is tot einde werk een budget beschikbaar van 186,7 miljoen, inclusief 11,9 miljoen voor de gebiedsontwikkeling. Het project ligt financieel op koers. Wat gaan we doen in 2014? De onteigeningsprocedure wordt afgerond. Het contract N381 Drachten-Nanningaweg is volop in uitvoering. Ook het gedeelte N381 Nanningaweg-Drentse grens en de overige maatregelen uit de gebiedsontwikkeling worden in 2014 uitgevoerd. De uitvoering loopt door in

227 Risico s Er is een risico dat grondeigenaren in cassatie gaan bij de Hoge Raad naar aanleiding van de uitspraak van de rechtbank over het onteigeningsvonnis. Dit kan leiden tot vertraging en latere oplevering van het werk. 5 De Centrale As (DCA) (programma 2) PS-besluiten Realisatiebesluit op 13 december Provinciaal Inpassingplan op 23 juni Vaststellingsbesluit gebiedsontwikkeling DCA op 23 mei Beschikbaarstelling uitvoeringskrediet gebiedsontwikkeling DCA, kadernota 27 juni Onteigeningsbesluit op 23 januari Financiële stand van zaken Voor het project is een budget tot einde werk beschikbaar van 394,3 miljoen, inclusief 31,9 miljoen voor de gebiedsontwikkeling en inclusief 35,4 miljoen voor brug Burgum. De Centrale As heeft een krappe post onvoorzien. Door twee grote aanbestedingen met gunstige resultaten is de marge op het project gunstiger geworden. Wat gaan we doen in 2014? 2014 zal het jaar zijn waarin in het gehele gebied gewerkt wordt aan de aanleg van de weg, de realisatie van de gebiedsontwikkeling en begonnen wordt met de voorbereidingen van het project Kansen in Kernen voor de kern Garyp. Naar verwachting wordt de rondweg Garyp eind 2014 opengesteld voor het verkeer. Naar verwachting lopen in 2014 nog de laatste kavelruilprocessen voor de gebiedsontwikkeling. Voor de gronden onder de weg zijn de onteigeningsprocedures opgestart. Parallel hieraan blijft het minnelijke proces van grondverwerving lopen. Risico s Niet tijdige grondverwerving. De onteigeningsprocedures zijn gestart. De vrijwillige kavelruil loopt iets achter op de planning. In oktober 2013 moet de kavelruil zijn afgerond. Gronden voor gebiedsontwikkeling niet verworven. Mogelijk een ander kavelruilregiem toepassen; anders dan vrijwillige kavelruil. Conditionering niet tijdig gereed, waardoor aannemer niet kan doorwerken. Via een planmatig risicogestuurde aanpak wordt getracht dit te beheersen. Daarbij is ook het definiëren/voorbereiden van risicobeheersmaatregelen (bijvoorbeeld het beheersen van gevolgschade) aan de orde. 6 RSP Bereikbaarheid Gebiedsontwikkeling Heerenveen (programma 2) PS-besluiten Op 3 juli 2013 hebben Provinciale Staten op basis van het Statenvoorstel Investeringsagenda Drachten-Heerenveen ingestemd met een alternatieve financiering van het Bereikbaarheidspakket Heerenveen. Hiermee is de weg vrij om een oplossing uit te werken voor de ontsluiting van de stad, Internationaal Bedrijvenpark Friesland (IBF) en het reguleren van het verkeer tijdens de voetbalwedstrijden. Financiële stand van zaken Voor het project is een budget van 30,5 miljoen beschikbaar. Het budget is taakstellend en bestaat uit een bijdrage uit het RSP-Mobiliteitsfonds en een bijdrage uit Wurkje foar Fryslân. Oorspronkelijk was ook cofinanciering van de gemeente beschikbaar ( 10,5 miljoen), maar de gemeente zag zich genoodzaakt om de cofinanciering in te 226

228 trekken. Reden is de slechte financiële situatie van de gemeente. Het investeringsoverzicht moet voor dit project nog worden geactualiseerd. Wat gaan we doen in 2014? Samen met gemeente Heerenveen als initiatiefnemer wordt de geschetste oplossing verder uitgewerkt in een concreet projectvoorstel (planuitwerking). Risico s Het nu beschikbaar gestelde budget is met 30,5 miljoen significant lager dan het oorspronkelijke bedrag van 36 miljoen uit het RSP. De opgave is om met de beschikbare middelen de oorspronkelijke doelstellingen te halen. Uitgangspunt vormen de maatregelen die er al liggen. Dit vraagt een strikte beheersing vanuit de provincie. Daarom maakt de provincie deel uit van de directe sturing van het project door deelname in de projectgroep en de bestuurlijke overleggen. 7 Knooppunt Joure (programma 2) PS-besluiten Op 23 januari 2013 hebben Provinciale Staten ingestemd met de uitvoering van de ombouw van knooppunt Joure en zijn de hiervoor benodigde uitvoeringskredieten beschikbaar gesteld. Nadat duidelijk is geworden dat het rijk de bezuiniging op het aquaduct Skarster Rien niet terug wilde draaien, is de realisatieovereenkomst in definitieve vorm getekend in juni Met dit besluit is de weg vrij voor de uitvoering van het project. Financiële stand van zaken Voor het project is een budget van 75,5 miljoen (prijspeil 2011) beschikbaar. Hierop geldt nog een taakstelling van 4,6 miljoen voor het project. Verwacht wordt hieraan deels invulling te kunnen geven door de levering van zand uit het verdiepen van de Langweerder Wielen en het deels mogelijk compenseren van btw. Daarnaast wordt gestuurd op een scherpe aanbesteding, waardoor de taakstelling behaald kan worden. Het is echter onzeker of het project binnen budget blijft, zeker als ook de wens om de Hollandiastraat te ondertunnelen wordt gehonoreerd. Het taakstellend budget is dan 70,9 miljoen. Wat gaan wij doen in 2014? De planstudie is afgerond en eventuele bezwaren en beroepen zijn afgehandeld. Daarnaast is gestart met het aanbesteden van het werk. Naar verwachting kan de aannemer nog in 2014 beginnen. Dit is afhankelijk van de tijdige verwerving van gronden. De bouwtijd is 2 tot 3 jaar en daarmee kan de weg naar verwachting in 2017 opengesteld worden voor het verkeer. Geprobeerd wordt de gronden zoveel mogelijk minnelijk te werven. De onteigeningsprocedure wordt gestart nadat er een onherroepelijk tracébesluit onder ligt. Naar verwachting wordt dit in 2014 afgerond, zodat voor de start van de bouw alle gronden in bezit zijn. Naast het uitvoeren van het wegenproject wordt gezocht naar mogelijkheden om civieltechnische werken te koppelen, zoals met de entree Joure is gelukt. Onderdeel van dit werk-met-werk maken is ook het aanbieden van leerwerkplekken en het betrekken van scholen. 227

229 8 RSP Spoorprojecten (programma 2) Algemeen De RSP Spoorprojecten zijn onder te verdelen in drie hoofdprojecten: 1. Capaciteitsvergroting van de spoorverbinding Leeuwarden-Zwolle voor de uitbreiding van het aantal treinen van twee naar vier per uur in beide richtingen. 2. Capaciteitsvergroting van de spoorverbinding Leeuwarden-Groningen voor de tweede sneltrein die gaat rijden. 3. Aanleg van station Werpsterhoek met een onderdoorgang voor auto s, vrachtwagen en landbouwvoertuigen en een onderdoorgang voor fietsers en voetgangers. PS-besluiten Op 16 juni 2009 hebben Provinciale Staten ingestemd met de uitwerking van het Regio Specifiek Pakket (RSP) en daarmee met de uitwerking van de genoemde spoorprojecten. Financiering RSP Spoorprojecten De spoorprojecten worden gefinancierd uit de RSP-middelen die het rijk beschikbaar heeft gesteld. Voor de capaciteitsvergroting van de spoorverbinding Leeuwarden- Groningen en de realisatie van station Werpsterhoek is ook een regionale bijdrage met het rijk afgesproken. De regionale bijdrage voor deze spoorprojecten wordt op pakketniveau gefinancierd door de gemeente Leeuwarden. De capaciteitsvergroting van de spoorverbinding Leeuwarden-Zwolle wordt gefinancierd uit de RSP-middelen die beschikbaar zijn gesteld via de motie Koopmans. Daarnaast zijn de provincies Groningen, Drenthe, Overijssel en Fryslân bereid om nog een gezamenlijke bijdrage van 40 miljoen te verlenen voor de spooruitbreiding Zwolle-Herfte. Voor Fryslân is de bijdrage maximaal 10 miljoen. Per hoofdproject wordt meer specifiek op de financiering ingegaan. De bedragen zijn prijspeil 2011 en exclusief btw, tenzij anders aangegeven. 8a Capaciteitsvergroting Leeuwarden-Zwolle (programma 2) PS-besluiten Provinciale Staten zijn per brief op 8 april 2013 geïnformeerd over de realisering van extra spoorinfrastructuur op de baanvakken Groningen-Zwolle en Leeuwarden-Zwolle. De zogenaamde Motie Koopmansprojecten. In de vergadering van Provinciale Staten van 3 juli 2013 is in het kader van de Investeringsagenda Drachten-Heerenveen een bedrag van maximaal 10 miljoen gereserveerd voor de regionale bijdrage van Fryslân voor Herfte-Zwolle (ZwolleSpoort). Financiële stand van zaken De capaciteitsvergroting Leeuwarden-Zwolle bestaat uit de volgende subprojecten: 1. Kleine maatregelen Leeuwarden-Meppel: 1,5 miljoen. 2. Versnelling spoorbrug Van Harinxmakanaal: 2 miljoen. 3. Verbetering overwegveiligheid Rotstergaastweg Heerenveen: 1,5 miljoen. 4. Ondertunneling spoorkruising Om de Noort in Wolvega: 22,2 miljoen ( 12 miljoen, incl. btw, bijdrage uit motie Koopmans 8,7 miljoen, gemeente Weststellingwerf 1,5 miljoen, incl. btw. 5. Seinoptimalisatie Meppel-Zwolle: 10,1 miljoen. 6. Capaciteitsvergroting Herfte-Zwolle, inclusief aanpassing station Zwolle: 39,3 miljoen vanuit motie Koopmans. Verder is er nog circa 20 miljoen aan restmiddelen motie Koopmans beschikbaar voor Herfte-Zwolle en zijn de provincies Groningen, Drenthe, Overijssel en Fryslân bereid om nog 40 miljoen 228

230 gezamenlijk beschikbaar te stellen. Wat er verder nog extra nodig is en hoe dit door ProRail en het rijk wordt gefinancierd, is nog niet bekend. Afgezien van het onder 6 genoemde project, zijn er geen provinciale middelen gemoeid met de uitvoering van de projecten. Ze worden gefinancierd uit de motie Koopmansmiddelen die door ministerie IenM worden beheerd. Wat gaan we doen in 2014? De onder 2 en 4 genoemde projecten worden in uitvoering genomen. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu zal daar naar verwachting in 2013 opdracht voor verlenen. Dit geldt waarschijnlijk ook voor het onder punt 3 genoemde project. Voor het onder 1 genoemde project wordt naar verwachting in 2014 de planstudie afgerond. De onder 5 en 6 genoemde projecten worden verder uitgewerkt. Risico s Voor spooronderdoorgangen Wolvega en Leeuwarden Werpsterhoek: prijs- en marktontwikkeling anders dan geraamd. 8b Capaciteitsvergroting Leeuwarden-Groningen (programma 2) PS-besluiten Op 17 januari 2012 zijn Provinciale Staten geïnformeerd over de stand van zaken van het project Extra Sneltrein Groningen-Leeuwarden (ESGL). 18 september 2013 is een besluit genomen over de realisatie van de benodigde infra-maatregelen voor het project ESGL. Financiële stand van zaken Voor de capaciteitsvergroting spoorverbinding Leeuwarden-Groningen is een taakstellend RSP-budget beschikbaar van 120 miljoen (prijspeil 2007). Dit bedrag is inclusief de regionale bijdrage van 4,6 miljoen voor de provincie Groningen en 4,6 miljoen voor Fryslân. De provincie Fryslân heeft met de gemeente Leeuwarden afgesproken dat zij het regionale deel van 4,6 miljoen voor Fryslân financieren. Dit is onderdeel van de regionale RSP-bijdrage op pakketniveau. Het bedrag van 4,6 miljoen is inclusief 19% btw, prijspeil Met het rijk is afgesproken dat de provincie Groningen en Fryslân inhoudelijk opdrachtgevers zijn voor de realisatie van de uitbreiding van de infrastructuur op het baanvak Leeuwarden-Groningen. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu is de formele opdrachtgever. Het project ligt financieel op koers. Wat gaan we doen in 2014? De voorbereidingen van de aanbesteding worden afgerond. Het MER/OTB (milieueffectrapport/ontwerptracébesluit) zal worden gepubliceerd. De voorbereidende werkzaamheden vinden plaats binnen het hiervoor door IenM beschikbaar gestelde bedrag van circa 5 miljoen. Risico s Uit de planuitwerkingsfase in 2013 is gebleken dat het budget van 120 miljoen voldoende is. In 2014 wordt het ontwerp nog verder gedetailleerd. Het risico bestaat dat er onvoorziene kosten worden ontdekt. Aangezien het budget taakstellend is, moeten die binnen het project worden opgevangen. 8c Station Werpsterhoek (programma 2) PS-besluiten Provinciale Staten hebben op 18 september 2013 besloten over de realisatie van de twee onderdoorgangen bij het toekomstig station Werpsterhoek. 229

231 Financiële stand van zaken Voor station Werpsterhoek en de twee onderdoorgangen is een taakstellend RSP-budget beschikbaar van 28 miljoen, incl. btw (prijspeil 2007). Dit bedrag is inclusief de regionale bijdrage van 2,2 miljoen. De provincie heeft met de gemeente Leeuwarden afgesproken dat zij het regionale deel van 2,2 miljoen financieren. Dit is onderdeel van de regionale RSP-bijdrage op pakketniveau. Op prijspeil 2012 is er inclusief btw een bedrag van 30 miljoen beschikbaar. Het project bestaat uit 2 fasen. In de 1 e fase zullen de twee onderdoorgangen bij het toekomstig station worden gerealiseerd. De kosten hiervoor zijn berekend op 21 miljoen, incl. btw (prijspeil 2012). In de 2 e fase wordt het station (af)gebouwd. De kosten hiervoor zijn geraamd op 9 miljoen, incl. btw (prijspeil 2012). Met het rijk is afgesproken dat de provincie Fryslân en gemeente Leeuwarden de inhoudelijk opdrachtgevers zijn voor de realisatie. Het ministerie van IenM is de formele opdrachtgever. Wat gaan we doen in 2014? In 2013 is een start gemaakt met de voorbereiding van de aanbesteding van de twee onderdoorgangen. In 2014 wordt het project gegund en wordt begonnen met de realisatie. In de zomer van 2014 wordt eerst de gasbuis aan de oostkant van het spoor verlegd. Ook wordt gestart met de aanpassing van de wegenstructuur. Daarna wordt begonnen met de bouw van de onderdoorgangen. De twee onderdoorgangen moeten gereed zijn in In 2014 wordt naar verwachting een bedrag van circa 10 miljoen worden uitgegeven. Risico s Prijs- en marktontwikkeling is anders dan geraamd bij aanbesteding onderdoorgangen. De beheersmaatregel is dan, omdat het budget taakstellend is, zoeken naar versoberingmaatregelen. 3. Overige projecten 9 Heerenveen, stad van Sport (Nieuw Thialf) (programma 6) PS-besluiten Op 26 juni 2013 hebben Provinciale Staten groen licht gegeven voor deelname in de rechtspersoon Thialf en daarnaast 50 miljoen subsidie beschikbaar gesteld voor de vernieuwbouw van de wedstrijdhal. Financiële stand van zaken Subsidie van de provincie: 20 miljoen REP en 30 miljoen Nuon. In kasritme over de jaren uit te keren. Wat gaan we doen in 2014? Het is de ambitie van Provinciale Staten om een 2-baansconcept te realiseren, met een topwedstrijdbaan en een apart toptrainingscentrum. De financiering van de vernieuwing van de wedstrijdhal is met de toegekende provinciale subsidie verzekerd. Als er meer middelen beschikbaar komen dan kan er worden ingezet op extra duurzaamheid van de wedstrijdhal en kunnen topsportfaciliteiten uitgebreid worden. De bouw van het aparte toptrainingscentrum zal pas starten als de financiering ervan verzekerd is en de exploitatiekosten ervan door de topsport of het bedrijfsleven gedragen kunnen worden. 230

232 Het project wordt uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van Thialf OG BV, waarin de provincie voor 2/3 deel participeert en de gemeente Heerenveen voor 1/3 deel. Het project bestaat uit 3 onderdelen: het vernieuwen van het schaatscomplex, het herstructureren van de Thialf organisatie en het uitbesteden van de exploitatie. Voor de vernieuwbouw van de wedstrijdhal vindt in de eerste maanden van 2014 de afronding van de ontwerpfase plaats. De uitvoering start in april, na afloop van het schaatsseizoen. De oplevering is gepland op 1 juli De provincie is als aandeelhouder en subsidieverstrekker betrokken bij het project. Risico s Nieuw Thialf is een omvangrijk en complex project, met de risico s die aan een dergelijk project verbonden zijn, zoals aanbestedings- en bouwrisico s. Aan het resultaat worden vooral sportgerelateerde, hoge eisen gesteld. De planning en de uitvoering wordt bemoeilijkt doordat Thialf tijdens de schaatsseizoenen in gebruik blijft. Daarnaast loopt de provincie als aandeelhouder risico s op het gebied van exploitatie. Het aanbesteden van de exploitatie behoort tot het project. Zolang deze aanbesteding nog niet heeft plaatsgevonden, vindt de exploitatie plaats binnen de Thialf-organisatie onder Thialf OG BV. Met het oog op de toetsing van eventuele staatssteun wordt de subsidieverlening aan Thialf gemeld bij de Europese Commissie. Er is een klein risico dat deze subsidie als ongeoorloofd wordt gezien. Op grond van vergelijkbare recente uitspraken van de Europese Commissie wordt dit echter niet verwacht. Er is ook een risico dat de uitspraak van de Europese Commissie enige tijd op zich laat wachten, maar in dat geval zal de provincie, binnen de kaders van de wet, passende maatregelen nemen. 10 University Campus Fryslân (UCF) (programma 8) PS-besluiten Het Programma University Campus Fryslân is op 26 januari 2011 door Provinciale Staten vastgesteld. Ook is toen een bedrag van 16,4 miljoen beschikbaar gesteld. De aanvraag voor de tweede tranche van 7 miljoen in de PS-vergadering van 18 september 2013 behandeld. Ook wordt dan een tussenevaluatie aan PS aangeboden, samen met voorstellen voor eventuele inhoudelijke en financiële wijzigingen in het door PS vastgestelde UCF-programma. Financiële stand van zaken Het bedrag van 16,4 miljoen betreft: 2,4 miljoen voor de organisatie van de Stichting. 14 miljoen voor projecten. Van dit bedrag is 7 miljoen op 26 januari 2011 door de Staten vrijgegeven. De tweede tranche van 7 miljoen volgt in september In de begroting zijn geen procesgelden opgenomen. Wat gaan wij doen in 2014? September : besteding van de tweede tranche van 7 miljoen aan de ontwikkeling van promovendiplaatsen, flankerende maatregelen, masteropleidingen en initiatieven op het gebied van kennisvalorisatie. Na 2015: eventuele doorloop van gehonoreerde en gecofinancierde projecten. Risico s De uitvoering is op afstand gezet in de Stichting UCF. Hierdoor is er een grote mate van afhankelijkheid gecreëerd ten aanzien van de realisatie van de doelen van het programma. 231

233 Wij proberen deze risico s zoveel mogelijk te beheersen door periodiek ambtelijk en bestuurlijk overleg, kwartaalrapportages, het bewaken van een risicobeheersingsysteem en een monitoringskader. 11 Leeuwarden Culturele Hoofdstad 2018 (programma 8) PS-besluiten In 2012 hebben Provinciale Staten ingestemd met het inhoudelijk en financieel ondersteunen van de kandidatuur van Leeuwarden als Europese Culturele Hoofdstad in 2018 namens Nederland. Op 6 september 2013 werd de uitslag van de jury bekendgemaakt: Leeuwarden wordt in 2018 culturele hoofdstad van Europa. Financiële stand van zaken Op basis van de kadernota 2014 is een bedrag van 8,6 miljoen opgenomen in de begroting. Een bedrag van 2,4 miljoen was al beschikbaar. Wat gaan we doen in 2014? In 2014 wordt gestart met een meerjarig programma in het kader van KH2018. Dat programma culmineert in een hausse aan activiteiten in Risico s De begroting voor KH2018 voorziet in bijdragen van de provincie, de gemeente Leeuwarden, het bedrijfsleven en fondsen van rijk en Europa (via SNN). De bijdragen van provincie en gemeenten zijn inmiddels toegezegd. Met het bedrijfsleven lopen besprekingen. Over fondsen van rijk en EU is nog niets met zekerheid te zeggen. 12 Europese watertechnologiehub (programma 6) PS-besluiten Het uitvoeringsprogramma Watertechnologie wordt naar verwachting in de tweede helft van 2014 behandeld door Provinciale Staten (inzet regio-rep). Financiële stand van zaken Op 4 december 2012 heeft SNN ingestemd met een bijdrage aan de Stichting Wetsus uit het centrale deel van het REP van 38 miljoen. Eerst is een bijdrage van 19 miljoen beschikbaar gesteld voor de periode Een bijdrage van 19 miljoen voor de periode wordt toegekend na een positieve evaluatie van Wetsus per eind De criteria van de evaluatie zullen in 2013 nader worden vastgesteld in overleg met relevante stakeholders en Wetsus. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft voor de periode jaarlijks 0,5 miljoen beschikbaar gesteld aan het instituut Wetsus, waarbij wordt uitgegaan van maximale spin-off voor de ambities op de Afsluitdijk. De bijdrage wordt via het SNN aan Wetsus beschikbaar gesteld. De bedrijven in Wetsus kunnen verder profiteren van de Research & Development Aftrek die als toeslag beschikbaar komt voor de Topconsortia voor kennis en innovatie (TKI s ). Deze wordt jaarlijks vastgesteld; in 2013 gaat het om 0,8-0,9 miljoen. De bijdragen van regionale en nationale overheden kunnen worden gezien als hefboom voor de bijdragen uit de markt en de EU, die gedurende de uitvoering op basis van concrete onderzoeksprojecten worden gerealiseerd. Voor procesgelden is in ,- begroot. Wat gaan wij doen in 2014? Opzetten en uitwerken valorisatieprogramma van watertechnologie in de regio. 232

234 Risico s Ontwikkeling algemeen economisch klimaat: wat gevolgen heeft voor starten en doorgroei bedrijven). Bezuinigingen rijk op het innovatiebeleid. Risicomanagement Watercampus. 13 Het Friese Merenproject (programma 6) PS-besluiten Plan van aanpak Friese Meren, 20 december Koers op Fryslân, Friese Merenproject 2 e fase , 21 februari Herijking, prioritering en programmamanagement 2 e fase Friese Merenproject, 5 november REP-bijdrage aan het Friese Merenproject project Wymbrits, 15 december Evaluatie van het Friese Merenproject , 9 februari Uitvoeringsprogramma Friese Merenproject , 30 november REP-bijdrage aan het Friese Merenproject programmalijn bestedingen aan de wal, 21 maart De Midterm review Uitvoeringsprogramma Friese Merenproject wordt in het najaar van 2013 door Provinciale Staten behandeld. Financiële stand van zaken De totale kosten van het uitvoeringsprogramma Friese Meren zijn begroot op 211,3 miljoen. De financieringsopzet is als volgt: Provincie (excl. cofin. REP) 84,8 miljoen REP Provinciale cofinanciering 10,0 miljoen REP Regio (rijksgeld) 14,6 miljoen Gemeenten 60,9 miljoen Overige derden 41,0 miljoen Het provinciale en REP-aandeel is volledig gefinancierd. De bijdragen van gemeenten en overige derden zijn nog niet volledig gefinancierd. Wat gaan we doen in 2014? De uitvoering van het programma verloopt langs drie programmalijnen: grenzeloos varen, stimuleren van bestedingen aan de wal en mitigatie, ecologie en duurzaamheid. Daarnaast geven we in 2014 verder invulling aan het thema jongeren en watersport. Programmalijn Grenzeloos varen Voortzetten en afronden van projecten voor opwaardering bestaande en nieuwe verbindingen (Turfroute, Polderhoofdkanaal, Noordelijke Elfstedenvaarroute, Lutscomplex en Middelseeroute). De nieuwe sluis in Stavoren wordt in gebruik genomen. De drempelverlaging van de sluis in Workum wordt opgeleverd. We beginnen met de uitvoering van de verhoging van de brug in Jirnsum. Voortzetting onderzoek naar mogelijkheden de bedieningstijden van bruggen te verruimen door gemeentelijke bruggen aan te laten haken bij de provinciale bedieningsorganisatie. De focus ligt op de cluster Leeuwarden-Zuid (incl. gedeelte Boarnsterhim) en de Staande mastroute naar Lauwersoog. Wij zijn in Boarnsterhim gestart met een integrale aanpak om baggerachterstanden in de gemeente en in de Âlde Feanen weg te werken. Met de gemeenten Súdwest-Fryslân en De Friese Meren zijn we in gesprek over een vergelijkbare aanpak. Programmalijn Bestedingen aan de wal De uitvoering van het masterplan Earnewâld, Franeker, Balk, Joure, Dokkum, Bolsward, Heeg, Woudsend en IJlst en de versterkingsplannen Delfstrahuizen 233

235 (Zuidoever Tjeukemeer), Harlingen, Lemmer, Stavoren, Workum en Makkum worden gestart dan wel voortgezet. De uitvoering van het versterkingsplan voor de toegangspoort Lauwersmeer wordt gestart op basis van de in 2013 gemaakte afspraken. Met de gemeente Leeuwarden wordt, op basis van de afspraken die eind 2013 gemaakt zijn, invulling gegeven aan de versterking van Leeuwarden als watersportkern. Het project Stevenshoek Langweer wordt afgerond. In 2014 worden nadere voorstellen uitgewerkt rond de invulling van het thema Gastvrijheid. Programmalijn Mitigatie, ecologie en duurzaamheid De in 2013 gestarte inrichting van het gebied aan de noordoever van het Snitser Mar (Potskar, Gauster Hoppen) inclusief het kadewerk aan de Griene Dyk wordt in 2014 voortgezet en in 2015 afgerond. Ook in de gebieden rond de andere Friese meren worden in 2014 natuurontwikkelingsprojecten gestart. Op erschillende plaatsen in het merengebied worden eilandjes voor natuur en recreatie hersteld of nieuw aangelegd, onder andere in de Aldegeaster Brekken. De naleving van de erecode in de - in oktober 2013 ingestelde - winterrustgebieden zal in 2014 voor het eerst geëvalueerd worden. Schoon water is belangrijk voor de recreatie, vandaar dat de vuilwaterinzameling verder wordt bevorderd. We gaan meer investeren in natuurbeleving en educatie. Risico s Mogelijke vertraging in uitvoering en behalen van de werkgelegenheidsdoelstelling door beperkte middelen gemeenten (cofinanciering). Gevolgen wet Ahri (toetsing investeringen fusie gemeenten). 14 De Nieuwe Afsluitdijk (programma 6) PS-besluiten In de tweede helft van 2013 wordt een voorstel door Provinciale Staten behandeld. Er is al een bedrag van ,- uit de REP-gelden gereserveerd voor De Nieuwe Afsluitdijk. Financiële stand van zaken Voor 2014 is ,- gereserveerd voor De Nieuwe Afsluitdijk. Deze middelen worden ingezet voor projectmanagement en projectvoorbereiding. De kosten van het totale programma bedragen voor ,8 miljoen. De dekking hiervan wordt geregeld in de projectvoorbereiding. Projecten worden onder meer getoetst aan het afwegingskader voor Wurkje foar Fryslân. Wat gaan we doen in 2014? Voorbereiden en uitwerken verschillende projecten uit het Uitvoeringsplan De Nieuwe Afsluitdijk Risico s Door het niet tijdig rond krijgen van de financiering van projecten bestaat de kans op vertraging waardoor synergievoordelen om samen met het rijk op te trekken worden gemist. 234

236 15 Dairy Campus Leeuwarden (programma 6) PS-besluiten Provinciale Staten zijn op 23 juni 2010 akkoord gegaan met de samenwerkingsovereenkomst tussen regio (provincie Fryslân en gemeente), WUR, Van Hall Larenstein, Aeres en PTC+. Financiële stand van zaken In augustus 2013 zijn beschikkingen afgegeven voor zowel de RijksRep-bijdrage van 15 miljoen euro als de regionale bijdrage van 5 miljoen. Met de bijdragen van de betrokken partners en een bijdrage van het Ministerie van Economische Zaken van 5 ton kan het praktijkleren op de Dairy Campus (het Dairy Training Centre) van start gaan. Wat gaan we doen in 2014? De start van de bouw is voorzien eind 2013 als de beschikking voor de zomer 2013 door SNN wordt afgegeven. Eind 2013 starten ook het innovatieprogramma en de andere onderdelen van Dairy Campus. Risico s. Na uitgebreide staatssteunanalyse is geconcludeerd dat er geen sprake is van ongeoorloofde staatssteun. 16 Breedbandinfrastructuur Fryslân (programma 6) PS-besluiten In de vergadering van 20 maart 2013 hebben Provinciale Staten ingestemd met de startnotitie Een Next Generation Accessnetwork (NGA) voor elk huishouden in Fryslân. Hierna is de volgende fase opgestart waarin een investeringsplan wordt opgesteld voor uitrol van een NGA in de zogenaamde witte (onrendabele) (buiten)gebieden in Fryslân. Besluitvorming in PS over dit investeringsplan is voorzien in november Financiële stand van zaken Voor de uitwerking van het investeringsplan hebben Gedeputeerde Staten op 29 januari 2013 een bedrag van ,- vrijgemaakt uit de Agenda Economie, onderdeel Structuurversterking. Op dit moment wordt gewerkt aan een investeringsplan dat in november 2013 aan Provinciale Staten ter besluitvorming wordt voorgelegd. Eerste inschatting is dat met de investering een bedrag van circa 50 miljoen gemoeid is. In het plan worden de procesgelden meegenomen en wordt een dekkings- en financieringsvoorstel gedaan. Wat gaan wij doen in 2014? De uitvoering van dit majeure project kan starten na instemming met het investeringsplan en het vrijmaken van de daarvoor benodigde middelen (najaar 2013). Afhankelijk van de uiteindelijke omvang van het project, zal de doorlooptijd tussen de vijf en tien jaar zijn. Risico s In de voorbereidingsfase zijn er nog geen grote financiële risico s aan het project verbonden. Een meer gedetailleerde uitwerking van de risico s vindt plaats in de fase waarin het investeringsplan wordt opgesteld. 235

237 17 Innovatiecluster Drachten (technocampus) (programma 6) PS-besluiten Besluit Provinciale Staten van 3 juli Financiële stand van zaken Provinciale Staten hebben voor het project Innovatiecluster Drachten een provinciale bijdrage van 8 miljoen beschikbaar gesteld uit de REP-middelen. Wat gaan we doen in 2014? In de periode wordt een eerste aanzet gegeven voor het realiseren van een volwaardig innovatiecluster in Drachten. Risico s Geen. 18 Fûns Skjinne Fryske Enerzjy (FSFE) (programma 6) PS-besluiten Provinciale Staten zullen naar verwachting in de tweede helft van 2013 de wensen en bedenkingen kenbaar maken voor de oprichting en deelneming van de provincie in BV FSFE. Hiervoor zijn een bedrijfsplan, een concept-investeringsreglement en conceptstatuten opgesteld. Financiële stand van zaken Op 27 februari 2013 heeft Provinciale Staten ingestemd met een reservering van totaal 90 miljoen voor het FSFE. Het bedrijfsplan en investeringsreglement zetten verder uiteen onder welke voorwaarden de middelen ter beschikking worden gesteld voor energieprojecten, inclusief een prognose voor uitzettingen. Een professioneel fondsbeheerder zal worden geselecteerd, de voorbereiding van de aanbesteding vindt nu plaats en er zal in het najaar worden gepubliceerd (na voornoemd PS-besluit). Voorafgaand aan het moment dat de fondsbeheerder aan de slag gaat, kunnen financieringen op ad-hocbasis worden voorgelegd aan GS/PS. Deze voorzieningen worden in mindering gebracht op het fondsvermogen zoals dat aan de beheerder ter beschikking wordt gesteld. Wat gaan we doen in 2014? Een professioneel fondsbeheerder selecteren (start aanbesteding 2013), een management contract afsluiten, de Raad van Commissarissen en het investeringscomité bemensen, accounmanagement vanuit de provincie inrichten. De definitieve gunning is voorzien in voorjaar Na een opstartperiode is de verwachting dat per 1 juli het FSFE in gesprek gaat met initiatiefnemers over financieringen van projecten. Risico s Een nadere risicoanalyse is gemaakt als onderdeel van het bedrijfsplan FSFE BV. Deze ziet op financiële risico's, juridische risico's en overige risico's die spelen in de relatie van de provincie tot de fondsbeheerder. De fondsbeheerder zal een risicomanagementsysteem opzetten voor de projecten waar vanuit het FSFE middelen aan worden verstrekt. 236

238 19 Doefonds (programma 6) PS-besluiten Provinciale Staten zullen naar verwachting in september 2013 de wensen en bedenkingen kenbaar maken over de oprichting en deelneming van de provincie in BV Doefonds. Hiervoor is een bedrijfsplan Doefonds BV opgesteld. Financiële stand van zaken In oktober 2013 ligt het besluit voor om het voorwaardelijke budget voor het Doefonds in programma 10 van de provinciale begroting 2013 beschikbaar te stellen voor programma 6. Wat gaan we doen in 2014? Met deze PS-besluiten zal het Doefonds in 2014 volledig in bedrijf zijn. Risico s Een nadere risicoanalyse is gemaakt en is toegevoegd aan het bedrijfsplan Doefonds BV. 20 Provinciaal Herstructureringsprogramma (PHP) bedrijventerreinen (programma 9) PS-besluiten Provinciale Staten hebben in het najaar van 2009 ingestemd met het aanvalsplan herstructurering bedrijventerreinen. Medio 2010 is het Provinciaal Herstructureringsprogramma (PHP) op hoofdlijnen aan PS voorgelegd. In de regionale bedrijventerreinenplannen hebben de gemeenten de herstructureringsopgave verder in beeld gebracht, dan wel geagendeerd voor verdere uitwerking. Daarmee wordt invulling gegeven aan het aanvalsplan. Financiële stand van zaken Van het rijk is bijna 5,2 miljoen ter beschikking gesteld. Van de provincie wordt een cofinanciering verwacht van dezelfde omvang. Vanaf 2009 tot nu toe is in totaal voor ruim 2 miljoen aan subsidie voor herstructureringsprojecten verstrekt/beschikbaar gesteld, inclusief reservering voor het bedrijventerrein Venekoten-Noord). Van de 2 miljoen is circa 0,3 miljoen afkomstig uit de voormalige rijksmiddelen. Het overige ( 1,7 miljoen) zijn toegezegde/beschikbaar gestelde provinciale middelen. Voor nieuwe projecten is dus nog voor ongeveer 4,8 miljoen aan ex-rijksmiddelen beschikbaar. Hiervan is voor ,783 miljoen in de begroting opgenomen. Er is vooralsnog voldoende geld beschikbaar voor herstructurering van bedrijventerreinen, te meer ook omdat op dit moment de activiteiten voor herstructurering bij gemeenten minder snel tot uitvoering komen dan verwacht. Daarnaast zullen wij - indien nodig - op basis van specifieke projecten voorstellen kunnen doen voor financiering met incidentele middelen. Op die manier kan in de loop der tijd afhankelijk van de noodzaak verder invulling gegeven worden aan de provinciale cofinanciering. Wat gaan we doen in 2014? Uitvoering geven aan de herstructureringsregeling die in 2013 is vastgesteld. Risico s Op dit moment komen de activiteiten voor de herstructurering bij gemeenten minder snel tot uitvoering, mede vanwege de financiële en economische crisis. Mocht er onverhoopt 237

239 niet besteed kunnen worden, dan is terugbetaling van rijksgeld niet aan de orde aangezien het rijk de middelen heeft gestort in het provinciefonds. 21 Herstructurering naoorlogse Friese Woningvoorraad (programma 9) PS-besluiten Provinciale Staten hebben op 25 april 2012 het Aanvalsplan herstructurering naoorlogse Friese woningvoorraad vastgesteld. Financiële stand van zaken Voor de cofinanciering is tot 2015 ruim 22 miljoen aan gedecentraliseerd rijksgeld (ISV) beschikbaar gesteld. Aan Provinciale Staten is een voorstel gedaan voor de overige financiële inzet voor de aanpak van de Friese naoorlogse woningvoorraad. De uitgaven zullen in plaatsvinden. Wat gaan we doen in 2014? Subsidietoekenning aan passende projecten gericht op kwaliteitsverbetering van de Friese woningvoorraad. Begeleiding van gemeenten, woningcorporaties en andere organisaties bij projecten in uitvoering of in voorbereiding. Verdere uitwerking van de herstructureringsopgave per regio, met behulp van de uitkomsten van het evaluatieverslag voortgang ISV en herstructurering (PS 2013). Risico s Onvoldoende mogelijkheden voor cofinanciering herstructureringsprojecten bij gemeenten, woningcorporaties of overige partijen. 22 Agenda Netwerk Noordoost (ANNO) (programma 6) De informatie over Agenda netwerk Noordoost (ANNO) is met ingang van begrotingsjaar 2014 opgenomen in de paragraaf Samenwerkingsverbanden 23 Gebiedsontwikkelingsplan Franekeradeel-Harlingen (programma 5) PS-besluiten Op basis van het ontwerp-inrichtingsplan Franekeradeel-Harlingen hebben Provinciale Staten op 23 mei 2012 een bedrag van 12,8 miljoen beschikbaar gesteld. Financiële stand van zaken Via de eerste bestuursrapportage 2013 is de begroting gewijzigd omdat de uitvoering langer op zich liet wachten dan voorzien. Dit in verband met een langere tijd die voor de contractbesprekingen met de mijnbouwwinners in het gebied aanwezig zijn. Ook waren er nog een aantal zaken die in het plan aangevuld moesten worden. Daardoor is ook de uitvoering in 2013 vertraagd. Wat gaan we doen in 2014? In 2014 zal de wettelijke herverkaveling voortvarend worden opgepakt. In het gebied Schalsum zijn in 2013 al gesprekken gevoerd met de grondeigenaren en gebruikers over de verbreding van de watergangen en de daarvoor benodigde gronden. Hieraan zal in 2014 verder worden gewerkt. In 2014 wordt een start gemaakt met de voorbereiding van verhogen van de boezemkaden, het aanpassen/vernieuwen van gemalen en de aanleg van de natuurvriendelijke oevers. De verhoging van de bruggen (gemeentelijk, provinciaal en particulier) wordt gestart en deels gerealiseerd. 238

240 Risico s Door de opgelopen vertraging schuiven de werkzaamheden door. Dit kan betekenen dat de doorlooptijd van het maatregelenprogramma langer wordt. De doorlooptijd is al verschoven van 2020 naar Nu met de uitvoering kan worden begonnen, wordt dit voortvarend opgepakt. Er kunnen echter tegenvallende aanbestedingen zijn, maar ook tegenvallers in de planning. 239

241 2.10 Paragraaf 10 - Samenwerkingsverbanden Nieuwe paragraaf begroting 2014 Dit jaar is op verzoek van de projectgroep Verbetering begroting voor het eerst de paragraaf Samenwerkingsverbanden opgenomen. Deze paragraaf brengt in beeld welke samenwerkingsverbanden de provincie heeft met derden en welk beleid we daarmee willen realiseren. Het gaat nadrukkelijk niet om alle samenwerkingsverbanden, maar om een samenhangend overzicht van de samenwerkingsverbanden die zijn opgenomen in de beleidsprogramma s van de begroting. In deze paragraaf wordt eerst ingegaan op onze koöperaasje-gedachte, daarna volgen de samenwerkingsagenda s met de vier grote gemeenten. Tot slot komen de regionale streekagenda s aan bod. 1. Koöperaasje-gedachte In samenhang met de takendiscussie hebben we in 2009 het begrip Koöperaasje Fryslân geïntroduceerd. Het is een nieuwe manier van samenwerking tussen de Friese gemeenschap, de provincie Fryslân en partijen buiten Fryslân die een waardevolle bijdrage aan die gemeenschap kunnen en willen leveren. Die nieuwe manier van samenwerken biedt Fryslân als geheel nieuwe kansen en mogelijkheden om effectiever en efficiënter maatschappelijke opgaven op te pakken. De Koöperaasje Fryslân kent twee componenten: de Koöperaasje als gedachtegoed en concrete samenwerkingsverbanden als manifestatie van dat gedachtegoed. Nieuwe werkwijze met een andere houding en gedrag De koöperaasje is niet een nieuwe bestuurlijke structuur, maar een andere manier van werken en een andere houding en gedrag. Het gedachtegoed van de koöperaasje draait om openheid, zowel naar buiten als naar binnen toe. Naar buiten toe in de zin van transparantie, duidelijkheid over belangen en afwegingen. Naar binnen toe omdat de Koöperaasje probeert zo goed mogelijk gebruik te maken van de maatschappelijke intelligentie en middelen van iedereen in Fryslân, voor iedereen in Fryslân. De mentaliteit van de koöperaasje is er ook één waarin concrete resultaten voorop staan. Geen visies, langetermijnplannen en blauwdrukken, maar concrete afspraken, acties, projecten en ideeën. Het is ook een mentaliteit waar zo weinig mogelijk wordt dichtgetimmerd. Flexibiliteit, leren (en daardoor soms mislukken) en maatwerk staan voorop en vernieuwing is de drijvende kracht. De uitwerking van dat gedachtegoed vindt plaats in een notitie die eind 2013 aan Provinciale Staten wordt voorgelegd. Daarnaast werken we het gedachtegoed concreet uit in een aantal al bestaande samenwerkingsverbanden. Twee belangrijke vormen zijn de samenwerkingsagenda s met de vier grote gemeenten en de streekagenda s met de Friese regio s. De samenwerkingsagenda s en streekagenda s bevinden zich in verschillende ontwikkelingsfases. 240

242 2. Samenwerkingsagenda s Ontwikkelen en uitvoeren samenwerkingsagenda s Vanuit de Koöperaasje-gedachte zoekt de provincie nadrukkelijk de samenwerking met andere overheden en partijen, binnen en buiten Fryslân. Met de vier grootste gemeenten in Fryslân (Leeuwarden, Súdwest-Fryslân, Smallingerland en Heerenveen) hebben wij strategische samenwerkingsagenda s afgesloten. Uitgangspunt is dat gezamenlijk projecten worden uitgevoerd die een bovenlokaal karakter en belang hebben. De samenwerkingsagenda s met Smallingerland en Heerenveen zijn geactualiseerd naar aanleiding van het niet doorgaan van de spoorlijn Heerenveen-Drachten-Groningen. De agenda Smallingerland is daarnaast aangevuld met enkele infrastructuurprojecten. Ook is er een update gemaakt van de andere samenwerkingsprojecten. De jaren 2014 en verder staan in het teken van de uitvoering van de afgesproken projecten. Bij uitvoering van de samenwerkingsagenda s wordt zoveel mogelijk naar combinatie met de streekagenda s gezocht. We besteden speciaal aandacht aan een goede inhoudelijke aansluiting van de vier samenwerkingsagenda s op de relevante streekagenda s en vice versa. De voortgangsbewaking van de projectuitvoering is in handen van de streekhuiscoördinator. Bestuurlijk is de betreffende gebiedsgedeputeerde eerste aanspreekpunt voor de partners in de streek. Voor de projecten worden externe financieringsmogelijkheden optimaal benut. Het overige deel wordt opgebracht door provincie en gemeente op basis van een verdeling per project. Die verdeling is afhankelijk van de vraag in welke mate de effecten aan één van de steden of het gebied daarbuiten ten goede komen. Per project(fase) wordt een besluit genomen over de financiering. De provinciale bijdrage hierin wegen we per geval afzonderlijk. Investeringsagenda Drachten-Heerenveen Op 3 juli 2013 hebben Provinciale Staten ingestemd met deze agenda. Enkele projecten die in de samenwerkingsagenda met Smallingerland zijn opgenomen, worden (mede) gefinancierd uit deze investeringsagenda. Inmiddels is er 8 miljoen in REP-kader beschikbaar voor het innovatiecluster Drachten (voorheen technocampus). Op 24 april 2013 hebben de Staten besloten een bijdrage van 2 miljoen beschikbaar te stellen voor de Lawei. Samenwerkingsagenda Leeuwarden Voor Leeuwarden staat een nieuwe versie van de samenwerkingsagenda in het teken van de kandidatuur van Leeuwarden als Culturele Hoofdstad Het gaat om een aantal met deze kandidatuur verwante projecten die ook bij het niet toewijzen van de status van Culturele Hoofdstad aan Leeuwarden door kunnen gaan. In het tweede kwartaal van 2013 hebben we overeenstemming bereikt over de nieuwe versies van de agenda s met Leeuwarden en Smallingerland. 241

243 De projecten binnen de samenwerkingsagenda zijn verdeeld over drie hoofdprogramma s met elk een aantal projecten: 1. Kennis & Economie Watercampus Leeuwarden Dairy Campus University Campus Leeuwarden Economie Onderwijs 2. Kwaliteit & Leefbaarheid Stedelijke vernieuwing Participatie Toerisme/marketing Cultuur Duurzaamheid/Groen werkt! Stad & Regio WTC/Expo en Westelijke kantorenhaak Culturele Hoofdstad 2018 Nieuw Stroomland Us Stêd Samenwerkingsagenda Smallingerland De samenwerkingsagende met Smallingerland kent 13 projecten: 1. Ontwikkeling noordelijke technologische innovatie-ecologie en ontwikkelcampus (Innovatiecluster/technocampus) 2. Breedband in F4 3. Integrale gebiedsontwikkeling Centrum-Zuid 4. Vaarweg Drachten 5. Oostelijke poort naar de Friese Meren 6. Tussendiepen e.o. 7. Zwembad De Welle 8. Huisvesting Cultuur 9. Drachten - Noordelijke ontsluiting 10. Ontsluiting Drachten Oostzijde (Ureterpvallaat) 11. Bereikbaarheid Drachten Noorder-/Zuiderhogeweg 12. Bereikbaarheid Drachten De Splitting, oostelijke toegang naar Drachten 13. Openbaar Vervoersvisie Samenwerkingsagenda Heerenveen Vanwege het niet doorgaan van de spoorlijn Heerenveen-Drachten-Groningen moet de agenda met Heerenveen geactualiseerd worden. Hierover vindt momenteel bestuurlijk overleg plaats, waaronder ook over de implicaties van de financiële positie van de gemeente voor een aantal onderdelen uit de samenwerkingsagenda. Daarbij gaat het om de RSP-projecten waarvoor van gemeentelijke cofinancieringsmiddelen werd uitgegaan. De infrastructurele projecten in de agenda met Heerenveen zijn onderdeel van de investeringsagenda Heerenveen-Drachten. Die is gekoppeld aan de samenwerkingsagenda s met Smallingerland en Heerenveen. Daarom zijn de afspraken uit de investeringsagenda feitelijk te beschouwen als de voorlopende onderdelen van de samenwerkingsagenda. Op enig moment zullen die onderdelen worden opgenomen in een geactualiseerde versie van de agenda. Die actualisatie vindt plaats zodra bestuurlijk meer helderheid bestaat over de financiering van de projecten. In eerste instantie ligt nu de focus op de investeringsagenda, als vooruitgeschoven investeringsvehikel. 242

244 Samenwerkingsagenda Súdwest-Fryslân In de loop van 2011 is de bestaande samenwerkingsagenda verder uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma. Dit heeft geleid tot een uitvoeringsprogramma met vier overkoepelende thema s: 1. Steden en dorpen met kracht en dynamiek 2. Welkom! 3. Eén met natuur, landschap en water 4. Fries DNA in Súdwest-Fryslân. Uit deze overkoepelende thema s ontstonden de volgende vijf strategische, majeure en bovenlokale uitwerkingslijnen: Een krachtig stedelijk A7-cluster Sneek-Bolsward Landelijke clusters, klaar voor de toekomst Súdwest-Fryslân, de waterpoort van Fryslân Water, wind, land en Afsluitdijk onderweg naar een duurzame toekomst Beeldmerken Súdwest-Fryslân cultuurhistorie als sterk merk 3. Streekagenda s In Fryslân is al sinds begin jaren 90 in verschillende gebieden sprake van gebiedsgerichte samenwerking. Voorbeelden zijn WCL Zuidwest, ROM Zuidoost, de Leader(+)-aanpak langs de Waddenkust en vanaf 2001 provincie dekkend - de gebiedsgerichte aanpak via Plattelânsprojekten. In 2012 en 2013 is gewerkt aan het uitwerken van een nieuwe samenwerkingsvorm, de streekagenda, waarmee de koöperaasje in de plattelandsgebieden gestalte krijgt. Provinciale Staten hebben in juli 2012 ingestemd met deze werkwijze. Doelen van de streekagenda: het verbeteren van de klantgerichtheid van de provincie in de gebieden; het versterken van de samenwerking met gemeenten, Wetterskip en maatschappelijke organisaties; de bestuurlijke en ambtelijke drukte verminderen; integrale, kwalitatief betere projecten realiseren. Financiën Vanaf 2014 gaan we met deze nieuwe werkwijze aan de slag. Op dit moment wordt in de gebieden nog gewerkt aan de inhoud van de streekagenda s. Voor 2014 betekent dit ook dat er vooral sprake zal zijn van de uitvoering van projecten die uit de bestaande begrotingen gedekt worden. Het jaar 2014 is een overgangsjaar. Het is nog niet duidelijk bij welke Europees programma we inhoudelijk aansluiten en over welke Europese middelen we kunnen beschikken. In 2014 zal de concretisering van de overige jaarschijven opgepakt worden. De ervaring met Noordoost is dat het verkrijgen van andere cofinanciering lastig is. Dit geldt voor private investeringen, maar ook voor het verkrijgen van cofinanciering via rijksgeld of Europese middelen. Om wel voldoende voortgang te hebben in de projecten die voor de regio prioritair zijn, wordt volop ingezet om met de huidige middelen de projecten toch optimaal uit te voeren. Dit ook in het licht van de huidige economische situatie. 243

245 Inhoudelijke focus per gebied In Noordwest is een grondige analyse gemaakt van de streek Noardwest-Fryslân. In het kort richt de Streekagenda Noardwest-Fryslân zich op de drie hoofdthema s economie, leefbaarheid en bereikbaarheid. Op de eilanden is een SWOT-analyse gemaakt. Hieruit zijn verschillende kansen gedestilleerd, zoals zelfvoorzienende eilanden (energie en water), verbreden plattelandseconomie, versterken cultuur(historie) en natuur en landschapswaarden. De streekagenda van de Wadden is op deze thema s gericht. In Súdwest-Fryslân koersen we op de volgende thema s voor de streekagenda: recreatie en toerisme, (nationaal) landschap, leefbaarheid/voorzieningen en plattelandseconomie. Inhoudelijk wordt in Zuidoost ingezet op de thema s wonen, werken, recreatie en blauw-groen. In lijn met deze thema s zijn verschillende projectvoorstellen opgenomen voor 2014, met een doorloop in Gaandeweg zal een verdieping plaatsvinden van de thema s. Een en ander is afhankelijk van de eerste concrete uitvoeringsresultaten staat vooral in het teken van het uitvoeren van de in de agenda s genoemde projecten. Daarnaast wordt er hard gewerkt aan een verbreding van de agenda s op de groen-blauwe thema s. Streekagenda Doel is een effectieve gezamenlijke inzet van provincie, gemeenten, Wetterskip en maatschappelijke organisaties in de Friese plattelandsregio s op belangrijke gemeenschappelijke bovenlokale opgaven. De inzet wordt gebundeld in een gezamenlijke streekagenda waarbij tegelijk de bestuurlijke en ambtelijke drukte in die gebieden teruggedrongen wordt. Provinciale Staten hebben aangegeven dat de Koöperaasje Fryslân vorm moet krijgen. Dit kan deels via de streekagenda. Ook is het van belang dat de werkwijze van Plattelandsprojecten onderdeel wordt van de agenda s. Hiervoor is conform de kadernota 2014 voor de periode een bedrag van ,- in de begroting opgenomen. Dit bedrag is bestemd voor het faciliteren van de Streekhuizen. Dit bedrag is, in afwachting van een afzonderlijk Statenvoorstel, als voorwaardelijk geraamd in programma 10 Algemene dekkingsmiddelen. Agenda Netwerk Noordoost (ANNO) programma 6 PS-besluit Provinciale Staten hebben op 21 december 2011 de ANNO met het bijbehorende meerjarenprogramma vastgesteld. Financiële stand van zaken In 2012 is ruim 2,5 miljoen toegekend van de totale toegezegde bijdrage van 22,7 miljoen. De verantwoording hiervan is ook terug te vinden in het jaarverslag Voor 2013 is de prognose dat er ruim 12 miljoen toegekend wordt. Voor 2014 is een raming opgenomen van bijna 5 miljoen aan toekenning. Het verkrijgen van andere cofinanciering blijkt lastig. Dat geldt voor private investeringen, maar ook voor het verkrijgen van cofinanciering via rijksgeld of Europese middelen. Om te zorgen voor voldoende voortgang in de projecten die belangrijk zijn voor de regio, wordt volop ingezet om met de huidige middelen de projecten toch optimaal uit te voeren. Dit ook in het licht van de huidige economische situatie. Wat gaan we doen in 2014? In 2014 is vooral de doorontwikkeling van de ANNO voor de periode na 2015 van belang. Aandachtspunt is dat momenteel vanuit de verschillende visie/ambitieprojecten door de 244

246 Mienskip veel initiatieven komen die geen follow-up kunnen krijgen eerder dan na Dit vanwege het ontbreken van de benodigde capaciteit en middelen. Daarnaast staat 2014 ook in het teken van het uitvoeren van de ANNO-projecten. Daarnaast wordt er hard gewerkt aan een verbreding van de agenda op de groen-blauwe thema s. De verwachting is dat dit begin 2014 is afgerond. Naast een verbreding van de groen-blauwe thema s moet dit leiden tot een optimalisatie van alle huidige overlegstructuren. Risico s Het verkrijgen van cofinanciering blijft lastig. Hierdoor moeten projecten gefaseerd of versoberd worden uitgevoerd. Er is ook nog geen zicht op verbetering in de nabije toekomst. Door de middelen van de gemeenten en provincie in te zetten kan uitvoering van de projecten in de ANNO doorgang vinden. Zo wordt het maximaal haalbare bereikt met de middelen die partijen geregeld hebben in een economisch lastige tijd waarin de regio deze investeringen hard nodig heeft. Daarnaast is een zorgpunt het kunnen bieden van continuïteit na 2015, gelet op alle initiatieven die door de betrokkenheid van de Mienskip bij de visie/ambitieprojecten naar voren komen. Hiervoor zijn voldoende financiële middelen nodig waar op dit moment onvoldoende zicht op is. 245

247 Financiële begroting 246

248 3 Financiële begroting 3.1 Introductie op de financiële begroting In het Besluit en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is bepaald, dat de financiële begroting bestaat uit het overzicht van baten en lasten en een uiteenzetting van de financiële positie met de daarbij behorende toelichtingen. In onderdeel 3.2 wordt de ontwikkeling van het financieel kader vanaf de begroting 2013 geschetst. Onderdeel 3.3 bevat de baten, lasten en investeringen op basis waarvan u ons college autoriseert door het vaststellen van de begroting. Dit betreft twee overzichten. Het eerste overzicht betreft de exploitatie (baten en lasten) en het tweede overzicht betreft de nieuwe investeringen (uitgaven en inkomsten). De uiteenzetting van de financiële positie is opgenomen in onderdeel 3.4 en bevat een raming voor het begrotingsjaar en de drie daarop volgende jaren van de financiële gevolgen van het bestaande en het nieuwe beleid dat in de beleidsprogramma s is opgenomen. De uiteenzetting van de financiële positie bestaat verder uit de volgende overzichten: a. aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen b. overzicht van investeringen met een economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut c. financiering en beleggingen d. stand en verloop van de reserves en voorzieningen e. de gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd. Voor de beoordeling van de financiële positie zijn ook de bijlagen van belang. Dit betreft de volgende de bijlagen: Bijlage 1 Onderhanden investeringen Bijlage 2 swijzigingen: van 1 e berap 2013 naar begroting 2014 Bijlage 3 Verloop vaste activa Bijlage 4 Verloop reserves, voorzieningen en overlopende passiva Bijlage 5 Overzicht eindige tijdelijke budgetten 2013 Bijlage 6 Raming EMU-saldo Bijlage 7 Aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen Bijlage 8 Uitgangspunten begroting 2014 Bijlage 9 Voorstellen kadernota 2014 Bijlage 10 Subsidiestaat 247

249 3.2 Ontwikkeling financieel kader Ontwikkeling begrotingssaldo Het financieel kader wordt periodiek geactualiseerd. Dit gebeurt naar aanleiding van externe wijzigingen (zoals mutaties in het provinciefonds) of door besluiten van Provinciale en Gedeputeerde Staten. Vaak stellen Provinciale Staten deze wijzigingen vast bij de behandeling van een begroting, de jaarstukken, of een bestuursrapportage. Daarnaast heeft het college het mandaat om een aantal wijzigingen zelf in de begroting te verwerken. Het betreft hier bijvoorbeeld mutaties in het provinciefonds, opcenten, rendement vermogensbeheer of dividenduitkering. Hieronder wordt de ontwikkeling van het financieel kader vanaf de begroting 2013 tot aan de begroting 2014 stapsgewijs toegelicht. Bij de begroting 2013 is de stand van het begrotingssaldo op dat moment gepresenteerd. Daarna zijn door Provinciale Staten enkele begrotingswijzigingen vastgesteld. Het betreft hier de nota van wijziging begroting 2013, het voorstel Thialf en het van Harinxmakanaal en de wijzigingen vanuit de tweede bestuursrapportage Daarnaast is de septembercirculaire 2012 verwerkt. Dit resulteert in de stand van het begrotingssaldo bij de jaarrekening Bij de kadernota 2014 is het financieel kader bijgesteld. Hierbij zijn de aannames voor de ontwikkeling van het provinciefonds, de opbrengst motorrijtuigenbelasting, het rendement, de rente en het dividend geactualiseerd op basis van de op dat moment bekende gegevens van onder andere het Rijk. Daarnaast zijn meegenomen: het statenbesluit rondom de IJshal Leeuwarden, het besluit van het college rondom de traverse Lemmer, Sud Ie en de bestemming van het rekeningresultaat Voor de begroting 2014 is het financieel kader geactualiseerd met de besluitvorming van de Staten in het tweede kwartaal. Daarnaast is de meicirculaire provinciefonds verwerkt en zijn de afschrijvingslasten aangepast op basis van de geactualiseerde ramingen van de investeringen. De onderwerpen uit de kadernota 2014 zijn ook verwerkt. Met ingang van de begroting 2014 wordt een eventueel negatief begrotingssaldo direct verrekend met de vrij aanwendbare reserve door daar daadwerkelijk al over te beschikken. In het financieel kader wordt dit apart inzichtelijk gemaakt. Deze werkwijze wordt alleen bij de begroting gevolgd zodat mutaties in het jaar en de effecten daarvan zichtbaar blijven. In de hieronder opgenomen tabel worden de verschillende stappen cijfermatig weergegeven. Conform de besluitvorming van Provinciale Staten wordt in programma 11 de inzet van de reserve Nuon opgenomen. Daar wordt ook de structurele begrotingsruimte die ontstaat door de balansverkorting weergegeven. Het hieronder gepresenteerde begrotingssaldo betreft dus alleen de programma s 1 tot en met

250 249

251 3.2.2 Ontwikkeling baten en lasten en VAR Hieronder staat de ontwikkeling van baten, lasten en mutaties reserves. De mutaties in de bestemmingsreserves hebben vooral betrekking op de reserves tijdelijke budgetten. De verschuiving van de bestedingsritmes over de jaren heen verloopt via deze reserves. In het ene jaar wordt gevormd en in het/de volgende jaar/jaren wordt onttrokken. De mutaties in de vrij aanwendbare reserve zijn afzonderlijk opgenomen in onderstaande tabel. In bijlage 4 worden deze mutaties nader toegelicht. Met ingang van 2013 is er naast het reguliere begrotingssaldo sprake van een begrotingssaldo programma 11 Inzet Nuon-middelen. Dit begrotingssaldo wordt in deze collegeperode niet ingezet. Hieronder is de ontwikkeling van de VAR opgenomen. De eindstand van de VAR in 2017 wijkt enigszins af van de stand zoals gepresenteerd bij de kadernota De reden hiervoor is dat het kadernotavoorstel culturele hoofdstad doorloopt tot in 2018 en het benodigde bedrag van 6,2 miljoen in dat jaar nog niet in deze eindstand is meegenomen. Daarnaast zijn er nog positieve mutaties geweest in het financieel kader (zie onderdeel 3.2.1) waardoor de eindstand hoger uitvalt. 250

252 Nb. In bijlage 4 is bij de stand van de vrij aanwendbare reserve nog geen rekening gehouden met de beschikking over de reserve in verband met de afkoopsom van Harinxmakanaal die tijdelijk in de VAR geparkeerd staat. Bovendien is geen rekening gehouden met toekomstige positieve begrotingssaldi. Op de langere termijn (2022) sluit de begroting van programma 10 met een negatief saldo van 0,1 miljoen. Omdat wij vooralsnog uitgaan van een accres op het provinciefonds van 0% is de verwachting dat dit saldo de komende jaren positief zal uitvallen. De belangrijkste posten in de ontwikkeling baten en lasten worden hieronder nader toegelicht. Provinciefonds: algemene uitkering ,0 84,0 84,0 80,0 80,0 Kadernota ,7 81,5 77,8 73,8 73, ,9 72,7 69,0 65,0 65,0 Mutatie -1,8-8,8-8,8-8,8-8,8 (bedragen x 1 miljoen) De raming in de begroting 2013 was gebaseerd op de meicirculaire 2012 waarbij het jaar 2013 overgenomen is uit de circulaire. Voor de jaren erna was voorzichtigheidshalve uitgegaan van geen stijging van het accres in afwachting van de miljoenennota Wel is in het jaar 2016 rekening gehouden met een uitname uit het provinciefonds van 4 miljoen voor de decentralisatie jeugdzorg. De raming van de kadernota 2014 was gebaseerd op de september en decembercirculaire 2012 waarbij de raming van 2013 overgenomen is uit de circulaire. Voor de jaren erna is net als bij de raming van de begroting geen rekening gehouden met een stijging van het accres in afwachting van de invulling van de rijksbezuinigingen. Door het trap op trap af effect heeft dit rechtstreeks verband met de hoogte van de uitkering provinciefonds. Daarnaast was rekening gehouden met de uitname in verband met het BTW-compensatiefonds. 251

Financiële begroting 2015 samengevat

Financiële begroting 2015 samengevat Financiële begroting 2015 samengevat Begrotingscyclus Het beleid en de financiën van de provincie komen op een aantal momenten in het jaar provinciebreed aan de orde. Dit wordt ook wel de begrotings- of

Nadere informatie

1.10 Programma 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

1.10 Programma 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 1.10 Programma 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Portefeuillehouder: mevrouw J.A. de Vries Baten en lasten Bedragen x 1.000 Realisatie 2011 2012 2013 2014 2015 2016 - Baten 10.1 Provinciefonds

Nadere informatie

INHOUD... 2 1 INLEIDING... 4. 1.1 Aanleiding... 4. 1.2 Kadernota... 4. 1.3 Leeswijzer... 5 2 MIDTERM REVIEW... 6. 2.1 Inleiding...

INHOUD... 2 1 INLEIDING... 4. 1.1 Aanleiding... 4. 1.2 Kadernota... 4. 1.3 Leeswijzer... 5 2 MIDTERM REVIEW... 6. 2.1 Inleiding... Kadernota 2014 Inhoud INHOUD... 2 1 INLEIDING... 4 1.1 Aanleiding... 4 1.2 Kadernota... 4 1.3 Leeswijzer... 5 2 MIDTERM REVIEW... 6 2.1 Inleiding... 6 2.2 Nije enerzjy foar de ekonomy... 6 2.3 Nije enerzjy

Nadere informatie

^Zeeland. llll lllllll lllll lllll llll llll 30 MEI viva Provincie. Gedeputeerde Staten

^Zeeland. llll lllllll lllll lllll llll llll 30 MEI viva Provincie. Gedeputeerde Staten Gedeputeerde Staten 180 ' 3428 viva Provincie ^Zeeland Voorzitter Provinciale Staten van Zeeland t.a.v. de statengriffier onderwerp Voorjaarsnota 2018, gewijzigd meerjarenperspectief en begrotingwijziging

Nadere informatie

Bijlage 4. Stresstest. Kadernota mei Kadernota 2018 Bijlage 4: Stresstest 1

Bijlage 4. Stresstest. Kadernota mei Kadernota 2018 Bijlage 4: Stresstest 1 Bijlage 4 Stresstest Kadernota 2018 10 mei 2017 Kadernota 2018 Bijlage 4: Stresstest 1 1. Aanleiding 3. Uitwerking stappen stresstest Op verzoek van Provinciale Staten wordt sinds 2013 jaarlijks een stresstest

Nadere informatie

Bijlage 3. Financieel kader. Kadernota mei Kadernota 2018 Bijlage 3: financieel kader 1

Bijlage 3. Financieel kader. Kadernota mei Kadernota 2018 Bijlage 3: financieel kader 1 Bijlage 3 Financieel kader Kadernota 2018 10 mei 2017 Kadernota 2018 Bijlage 3: financieel kader 1 In dit hoofdstuk worden de volgende onderdelen van het financieel kader nader toegelicht: 1.1 Onze uitgangspunten

Nadere informatie

BIJDRAGE CONCERN AAN DEEL 3 BELEIDSBEGROTING 2002. d.d. 11-07-2001

BIJDRAGE CONCERN AAN DEEL 3 BELEIDSBEGROTING 2002. d.d. 11-07-2001 BIJDRAGE CONCERN AAN DEEL 3 BELEIDSBEGROTING 2002 d.d. 11-07-2001 1. Productgroepnummer: 0001 3. Productgroepnaam: Financieringsmiddelen Het betreft een verzameling van mogelijke financieringsmiddelen,

Nadere informatie

Begrotingswijziging Provinciale Staten Behandeling bij jaarstukken 2012

Begrotingswijziging Provinciale Staten Behandeling bij jaarstukken 2012 Begrotingswijziging Provinciale Staten Behandeling bij jaarstukken 2012 Programma: 6. Economie, toerisme en recreatie Onderwerp : Stimulering werkgelegenheid jongeren Toelichting: Door de economische recessie

Nadere informatie

Haarlem, 23 augustus 2011. Onderwerp: Begroting 2012. Bijlagen: ontwerpbesluit, begroting

Haarlem, 23 augustus 2011. Onderwerp: Begroting 2012. Bijlagen: ontwerpbesluit, begroting Haarlem, 23 augustus 2011 2011 77 Onderwerp: Begroting 2012 Bijlagen: ontwerpbesluit, begroting 1 Inleiding De voor u liggende begroting 2012-2015 is de eerste begroting van het nieuwe college na de verkiezingen

Nadere informatie

Prestatie I/S Omschrijving

Prestatie I/S Omschrijving 1. Voorstellen reguliere resultaatbestemmingen ten gunste van de exploitatie 2017 (en verder) 1 Decentralisatie-uitkering Green Deal 2 2.1 Realiseren van energie-infrastructuur en van projecten voor energiebesparing,

Nadere informatie

De begroting van de provincie Utrecht voor Een samenvatting

De begroting van de provincie Utrecht voor Een samenvatting De begroting van de provincie Utrecht voor 2012 Een samenvatting Hoeveel gaat de provincie Utrecht in 2012 uitgeven? Waaraan en waarom? Dat leest u in deze samenvatting. U zult zien dat wij voor 2012 duidelijke

Nadere informatie

1.2 Programma 2 Verkeer en vervoer

1.2 Programma 2 Verkeer en vervoer 1.2 Programma 2 Verkeer en vervoer Portefeuillehouders: mevrouw S.A.E. Poepjes en de heer J.G. Kramer Wat willen we bereiken en wat mag het kosten? Voor het programma Verkeer en vervoer geven wij in deze

Nadere informatie

Provinciale Staten van Overijssel,

Provinciale Staten van Overijssel, Besluit PS/2016/400 Provinciale Staten van Overijssel, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 24 mei 2016 - kenmerk 2016/0164733 en zoals door Provinciale Staten bij amendement gewijzigd op

Nadere informatie

Begrotingswijziging 2011. Jaarstukken 2010

Begrotingswijziging 2011. Jaarstukken 2010 Bijlage IV Provincie Fryslân Begrotingswijziging 211 Jaarstukken 21 1 Behandeling bij Jaarstukken 21 Vaststelling bij 1 e Berap 211 Programma: 1. Algemene dekkingsmiddelen Onderdeel: 1. Decembercirculaire

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5 2017MME151 College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel DATUM 26 september 2017 NUMMER PS AFDELING Managementondersteuning COMMISSIE Alle STELLER Alex van der Weij DOORKIESNUMMER 3992 DOCUMENTUMNUMMER

Nadere informatie

Budgettair perspectief

Budgettair perspectief 1. Zorgvuldig ruimtegebruik, borgen en bevorderen van ruimtelijke kwaliteit voor steden en platteland. Budgettair perspectief Begroting 2017 Inleiding Het budgettair perspectief toont de financiële ruimte

Nadere informatie

statenstukken Provinciale Staten Provincie Zeeland VOORSTEL Met dit voorstel wordt de 8 e wijziging van de begroting 2017 aan u voorgelegd.

statenstukken Provinciale Staten Provincie Zeeland VOORSTEL Met dit voorstel wordt de 8 e wijziging van de begroting 2017 aan u voorgelegd. Provinciale Staten Financiële consequenties externe inhuur: Kostensoort: Bedrag: Financiële consequenties opdracht / uitbesteding: Kostensoort: Bedrag: Gedeputeerde Vergadering PS: 3 november 2017 belast

Nadere informatie

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 4. Bijlage(n): Najaarsrapportage 2016

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 4. Bijlage(n): Najaarsrapportage 2016 College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel DATUM 13-9-2016 NUMMER PS PS2016PS17 AFDELING MAO COMMISSIE BEM STELLER Leo Donker DOORKIESNUMMER 0646994683 DOCUMENTUMNUMMER 818ACAEO PORTEFEUILLEHOUDER

Nadere informatie

De financiële begroting. In één oogopslag. Maastricht, 7 november 2014

De financiële begroting. In één oogopslag. Maastricht, 7 november 2014 De financiële begroting 2015 In één oogopslag Maastricht, 7 november 2014 Inhoud 1 INLEIDING... 3 2 BEGROTING 2015-2018... 4 3 LASTEN BEGROTING 2015... 5 4 NIEUW BELEID 2015-2018... 6 5 BATEN BEGROTING

Nadere informatie

De Begrotingscyclus. Planning en Control in Gelderland

De Begrotingscyclus. Planning en Control in Gelderland De Begrotingscyclus Planning en Control in Gelderland Wettelijk kader (verslaggevingsregels) Provinciewet Planning en Control documenten opstellen conform BBV BBV = Besluit begroting en verantwoording

Nadere informatie

Ministerie van Binnen andse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnen andse Zaken en Koninkrijksrelaties R. Anderson Contactpersoon Uw kenmerk Postbus 20120 8900 HM Leeuwarden 2016-0000754155 Kenmerk www.facebook.com/minbzk Provincie Fryslâ www.rijksoverheid.ni Provinciale Staten www.twitter.com/minbzk programmabegroting.

Nadere informatie

provincie jjqlland ZUID

provincie jjqlland ZUID 5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie jjqlland ZUID Directie DCZ Afdeling Financiële en Juridische Zaken Registratienummer 471244333 (DOS-2014-0001157) Datum vergadering Gedeputeerde Staten

Nadere informatie

Jaarstukken Informatiebijeenkomst 4 april 2018

Jaarstukken Informatiebijeenkomst 4 april 2018 Jaarstukken 2017 Informatiebijeenkomst 4 april 2018 Agenda informatiebijeenkomst Welkom en opening (Bob Roelofs) Jaarstukken 2017 (Ralph Verhoeff) PwC Accountantsverslag (Sytse Jan Dul) Afsluiting (Bob

Nadere informatie

FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS

FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS Het Algemeen Bestuur van het recreatieschap Dobbeplas; Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 13 oktober 2014; Gelet op het bepaalde in de artikelen

Nadere informatie

1.2 Programma 2 Verkeer en vervoer

1.2 Programma 2 Verkeer en vervoer 1.2 Programma 2 Verkeer en vervoer Portefeuillehouders: mevrouw S.A.E. Poepjes (verkeer en vervoer) en de heer J.G. Kramer (openbaar vervoer) Inleiding De provincie streeft naar een duurzaam verkeers-

Nadere informatie

Bijlagen en meerjarenramingen

Bijlagen en meerjarenramingen Begroting 2016 provincie Overijssel Bijlagen en meerjarenramingen 2016-2019 Verbinden, versterken en vernieuwen Inhoudsopgave Productenraming 2016 2 Recapitulatie meerjarenramingen exploitatie 2016-2019

Nadere informatie

Planning PS-stukken 2015-2017

Planning PS-stukken 2015-2017 Planning PSstukken t.b.v. presidium 14 januari Planning PSstukken 2017 De ambtelijke organisatie kan deze onderwerpen op de voorgestelde datum aanleveren, het presidium bepaalt uiteraard wanneer onderwerpen

Nadere informatie

2e wijziging programmabegroting

2e wijziging programmabegroting 2e wijziging programmabegroting 2014 Datum : 4 augustus 2014 Versie : 1.0 Datum: 4 augustus 2014 Versie: 1.0 Registratienummer: 2014021298 Inhoudsopgave 1 Inhoud wijziging programmabegroting... 3 2 Begrotingswijziging

Nadere informatie

Begroting Gedeputeerde Staten van Fryslân

Begroting Gedeputeerde Staten van Fryslân 2015 Gedeputeerde Staten van Fryslân 9 september 2014 Colofon Provincie Fryslân Bezoekadres: Tweebaksmarkt 52 Postadres: Postbus 20120 8900 HM Leeuwarden Telefoon: 058-2925925 Website: Email: www.fryslan.nl

Nadere informatie

2015-686 HERZIEN. Spelregelkader EU-cofinanciering

2015-686 HERZIEN. Spelregelkader EU-cofinanciering 2015-686 HERZIEN Spelregelkader EU-cofinanciering Voorgestelde behandeling: - Statencommissie Financiën, Cultuur, Bestuur en Economie op 9 september 2015 - Provinciale Staten op 23 september 2015 - fatale

Nadere informatie

Nota Reserves en Voorzieningen

Nota Reserves en Voorzieningen Nota Reserves en Voorzieningen 1 2 Inhoud 1 Visie en wettelijke kaders 5 1.1 1.2 Visie Wettelijke kaders 2 Reserves 7 2.1 Soorten reserves 8 2.1.1 Algemene reserves 2.2 2.3 2.4 3 Voorzieningen 11 3.1 3.2

Nadere informatie

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2 Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2 Normenkader, toets van de begroting aan de formele eisen Inhoudsopgave 1 Normenkader 2 1.1 Besluit Begroting en Verantwoording 2 1.2 Verordening

Nadere informatie

Verkort verkiezingsprogramma. Provinciale Statenverkiezingen 2011

Verkort verkiezingsprogramma. Provinciale Statenverkiezingen 2011 Verkort verkiezingsprogramma Provinciale Statenverkiezingen 2011 2 maart 2011 Inhoud 1 Fryslân blijft een zelfstandige provincie Pagina 3 2 De Friese Cultuurpas Pagina 3 3 Agrarisch ondernemen pagina 4

Nadere informatie

Datum : 6 september 2005 Nummer : PS2005BEM41 Dienst/sector : CS Commissies : Alle. Inhoudsopgave Samenvatting pag. 1. Ontwerpbesluit I pag.

Datum : 6 september 2005 Nummer : PS2005BEM41 Dienst/sector : CS Commissies : Alle. Inhoudsopgave Samenvatting pag. 1. Ontwerpbesluit I pag. STATENVOORSTEL Datum : 6 september 2005 Nummer : PS2005BEM41 Dienst/sector : CS Commissies : Alle Registratienummer : 2005cgc000636i Rapporteur : J.G.P. van Bergen Titel : Programmabegroting 2006 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Provincie Flevoland (FL) t.a.v. de Provinciale Staten Postbus 55 8200 AB LELYSTAD DGBK/Bestuur, Democratie

Nadere informatie

Weerstandsvermogen. Begroting Actueel weerstandsvermogen op concernniveau

Weerstandsvermogen. Begroting Actueel weerstandsvermogen op concernniveau Weerstandsvermogen Begroting 2017 De uitvoering van provinciale activiteiten brengt risico's met zich mee. Een actief risicomanagementbeleid helpt bij het beheersen van deze risico's. Uw Staten stellen

Nadere informatie

22 april 2015 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE

22 april 2015 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE 22 april 2015 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE ONTWERPBEGROTING 2016 Inhoudsopgave Bladz. 1. Aanbieding begroting 2016 1 2. Beleidsbegroting 2016 3 2.1 Programma 2.2 Paragrafen 3. Financiële begroting

Nadere informatie

bedrag * begrotingsoverschot bij begroting

bedrag * begrotingsoverschot bij begroting Actueel financieel beeld voor de jaren 2018-2022 Met dit overzicht schetsen wij het actuele financiële beeld voor de gemeente Gooise Meren voor de komende jaren. Dit overzicht dient meerdere doelen. Ten

Nadere informatie

Openbaar Lichaam Park Lingezegen CONCEPT BEGROTING 2016

Openbaar Lichaam Park Lingezegen CONCEPT BEGROTING 2016 Openbaar Lichaam Park Lingezegen CONCEPT BEGROTING 2016 13 februari 2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Algemeen... 4 3. Begroting... 5 4. Begroting... 5 4. Toelichting bij de begroting... 7 LASTEN...

Nadere informatie

Oplegnotitie Begroting 2013, 2014 en meerjarenbegroting RUD Zuid Limburg Registratiekenmerk Gemeenteblad nr. 61

Oplegnotitie Begroting 2013, 2014 en meerjarenbegroting RUD Zuid Limburg Registratiekenmerk Gemeenteblad nr. 61 Oplegnotitie Begroting 2013, 2014 en meerjarenbegroting 2015-2017 RUD Zuid Limburg Registratiekenmerk 437126 Gemeenteblad nr. 61 Rol van de raad De raad krijgt dit raadsvoorstel voorgelegd omdat de raad

Nadere informatie

F4-GEMEENTEN. Manifest voor de vorming van een nieuw provinciaal coalitieakkoord. Versterk Economie en Werkgelegenheid

F4-GEMEENTEN. Manifest voor de vorming van een nieuw provinciaal coalitieakkoord. Versterk Economie en Werkgelegenheid LEEUWARDEN SÚDWEST-FRYSLÂN SMALLINGERLAND HEERENVEEN Versterk Economie en Werkgelegenheid Manifest voor de vorming van een nieuw provinciaal coalitieakkoord SAMEN WERKEN AAN EEN SLAGVAARDIG FRYSLÂN 2 3

Nadere informatie

Overzicht incidenteel / structureel

Overzicht incidenteel / structureel 1. Zorgvuldig ruimtegebruik, borgen en bevorderen van ruimtelijke kwaliteit voor steden en platteland. Overzicht incidenteel / structureel 2017 Inleiding Het overzicht van incidentele & structurele baten

Nadere informatie

Behanneladvizen Presidium 13 mei 2015

Behanneladvizen Presidium 13 mei 2015 Behanneladvizen Presidium 13 mei 2015 Steatemerk 3 juni: Steatemerk Jaarstukken en 1e Berap: 14.00 uur tot 15.30 uur Reguliere Steatemerk: 16.00 uur tot 18.00 uur Agindearringsfersiken kolleezje deputearre

Nadere informatie

PS2008BEM32-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Programmabegroting 2009, posten voorjaarsnota. Aan Provinciale Staten,

PS2008BEM32-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Programmabegroting 2009, posten voorjaarsnota. Aan Provinciale Staten, PS2008BEM32-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel Datum : 7 oktober 2008 Nummer PS : PS2008BEM32 Afdeling : Financiën Commissie : alle Registratienummer : 2008INT228103 Portefeuillehouder

Nadere informatie

Bijlagen. Met kracht op koers. oktober 2014

Bijlagen. Met kracht op koers. oktober 2014 2015 Bijlagen Met kracht op koers oktober 2014 Kerntakenbegroting 2015 provincie Overijssel Bijlagen en meerjarenramingen 2015-2018 Met kracht op koers september 2014 Colofon Datum: september 2014 Provincie

Nadere informatie

Kaders Financieel gezond Brummen

Kaders Financieel gezond Brummen Kaders Financieel gezond Brummen 1. Inleiding Naar aanleiding van de vaststelling van de Programmabegroting 2019-2022 en de aanbevelingen die de provincie heeft gedaan in haar besluit financieel toezicht

Nadere informatie

WGDO: Good practice controle taakvelden BBV

WGDO: Good practice controle taakvelden BBV WGDO: Good practice controle taakvelden BBV Datum: 10-jan-2018 Betreft: Taakvelden (van/voor WGDO) 1. Inleiding Met ingang van het begrotingsjaar 2017 dient de gemeente of provincie in de financiële begroting

Nadere informatie

Introductie provinciale financiën. Provincie Groningen

Introductie provinciale financiën. Provincie Groningen Introductie provinciale financiën Provincie Groningen 08.04.2015 1 Wie zijn wij? Afdeling Financiën & Control Fred Hassert (afdelingshoofd) Harmen Boeijenk (clustercoördinator beleid en advies) Johan Oosterling

Nadere informatie

1. Samenvatting In dit voorstel wordt ingegaan op de reactie van de provincie bij de ingediende begroting 2013.

1. Samenvatting In dit voorstel wordt ingegaan op de reactie van de provincie bij de ingediende begroting 2013. RAADSVOORSTEL Besluitvormend Aan de Raad Instemmen met reactie provincie op programmabegroting 2013. Agenda nr.6 1. Samenvatting In dit voorstel wordt ingegaan op de reactie van de provincie bij de ingediende

Nadere informatie

Statenvoorstel 74/16 A

Statenvoorstel 74/16 A Statenvoorstel 74/16 A Voorgestelde behandeling PS-vergadering : 21 oktober 2016 Onderwerp Bestuursrapportage 2016 12 september 2016 GS:4061340 Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant Samenvatting Voor

Nadere informatie

De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg

De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg Cluster FIN Behandeld J.G.G.M. Janssen Ons kenmerk Telefoon +31 43 389 72 38 Uw kenmerk Maastricht 20 maart 2018 Bijlage(n) Verzonden Onderwerp Aandachtspunten

Nadere informatie

konsept Beslutelist gearkomste fan D.S. 21 oktober 2014 Ofwêzich: deputearre Kramer, deputearre frou Poepjes

konsept Beslutelist gearkomste fan D.S. 21 oktober 2014 Ofwêzich: deputearre Kramer, deputearre frou Poepjes konsept Datum DS-gearkomste 28-10-2014 Punt fan e wurklist 2b Geheim nee Tot Beslutelist Ofwêzich: deputearre Kramer, deputearre frou Poepjes 1. a. Aktualiteiten en tema s b. Planning PS-stukken t.b.v.

Nadere informatie

Betreft vergadering Provinciale Staten 14 november Commissiegriffier Margreeth Trimpe

Betreft vergadering Provinciale Staten 14 november Commissiegriffier Margreeth Trimpe Griffier van de Staten Geleidebrief Kaderstellend Naam voorstel Statenvoorstel 11 e wijziging begroting 2014 Nummer SERV174 Commissie Bestuur, Financiën en Welzijn 17 oktober 2014 Betreft vergadering Provinciale

Nadere informatie

Over de voorliggende planningslijst kan verder nog het volgende worden opgemerkt:

Over de voorliggende planningslijst kan verder nog het volgende worden opgemerkt: MEMO Aan: presidium Van: griffie Betreft: planningslijst PS-stukken Datum: 16 november 2015 1. Planningslijst Voor u ligt de meest recente planningslijst. In de lijst is de planning van stukken die vragen

Nadere informatie

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG Opgesteld door: G.Z-H In opdracht van: Recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg Postbus 341 3100 AH Schiedam Tel.: 010-2981010 Fax: 010-2981020

Nadere informatie

Statenvoorstel 44/18 A

Statenvoorstel 44/18 A Statenvoorstel 44/18 A Voorgestelde behandeling Procedurevergadering : 3 september 2018 PS-vergadering : Onderwerp Bestuursrapportage 2018 Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant Samenvatting In de bestuursrapportage

Nadere informatie

Agenda vergadering Provinciale Staten op 14 november 2012

Agenda vergadering Provinciale Staten op 14 november 2012 Agenda vergadering Provinciale Staten op 14 november 2012 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering van de Provinciale Staten Datum: woensdag 14 november 2012 Aanvang: 10:00 uur (de vergadering

Nadere informatie

B e g roting2013 Begroting2013 Doel van dit document:

B e g roting2013 Begroting2013 Doel van dit document: Omslag_2013.qxp:439x297 13-09-2012 10:35 Pagina 1 2013 Doel van dit document: De begroting 2013 bevat het door de provincie Fryslân in 2013 te voeren beleid en het geld dat hiermee is gemoeid. 2013 2013

Nadere informatie

p e r s b e r i c h t

p e r s b e r i c h t p e r s b e r i c h t e-mail: website: statengriffie@provinciegroningen.nl www.provinciegroningen.nl PS-besluitenlijst, nr. 140 Groningen, 10 november 2016 Besluiten Provinciale Staten 9 november 2016

Nadere informatie

Betreft vergadering Provinciale Staten 14 november Commissiegriffier Margreeth Trimpe

Betreft vergadering Provinciale Staten 14 november Commissiegriffier Margreeth Trimpe Griffier van de Staten Geleidebrief Kaderstellend Provincie Zeeland Naam voorstel Statenvoorstel 2 e wijziging begroting 2015 Nummer SERV169 Commissie Bestuur, Financiën en Welzijn 17 oktober 2014 Betreft

Nadere informatie

Onderwerp: De 10e wijziging van de begroting 2006 van de provincie Flevoland en de beschikbaarstelling

Onderwerp: De 10e wijziging van de begroting 2006 van de provincie Flevoland en de beschikbaarstelling Statenvoorstel P r o v i n c i e F l e v o l a n d Statenvoorstel *450788* Aan: Provinciale Staten Onderwerp: De 10e wijziging van de begroting 2006 van de provincie Flevoland en de beschikbaarstelling

Nadere informatie

Presentatie voor de gemeenteraad van Haarlem. Jaarverslag en jaarrekening 2013

Presentatie voor de gemeenteraad van Haarlem. Jaarverslag en jaarrekening 2013 Presentatie voor de gemeenteraad van Haarlem Jaarverslag en jaarrekening 2013 Algemeen: P&C cyclus Algemeen: verantwoording Terugkijken Wat hebben we bereikt? Wat hebben we gedaan? Wat heeft het gekost?

Nadere informatie

Kadernota Risicomanagement provincie Groningen

Kadernota Risicomanagement provincie Groningen Kadernota Risicomanagement provincie Groningen Provincie Groningen December 2014 1. Inleiding Op basis van de Financiële Verordening Provincie Groningen dienen Gedeputeerden Staten (GS) ten minste eenmaal

Nadere informatie

23 maart 2016 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE ONTWERPBEGROTING 2017

23 maart 2016 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE ONTWERPBEGROTING 2017 23 maart 2016 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE ONTWERPBEGROTING 2017 Inhoudsopgave Bladz. 1. Aanbieding begroting 2017 1 2. Beleidsbegroting 2017 3 2.1 Programma 2.2 Paragrafen 3. Financiële begroting

Nadere informatie

Meerjarenbegroting Gemeentefinanciën Bloemendaal

Meerjarenbegroting Gemeentefinanciën Bloemendaal Meerjarenbegroting 2019-2022 1 Belangrijke data: 25 september 2018 vastgesteld in college 11 oktober 2018 informatiebijeenkomst (beeldvormend - technisch) 16, 17 en 18 oktober 2018 commissiebehandeling

Nadere informatie

6e wijziging begroting 2018 Provincie Zeeland VOORSTEL

6e wijziging begroting 2018 Provincie Zeeland VOORSTEL Provinciale Staten Financiële consequenties externe inhuur: Kostensoort: Bedrag:,00 Financiële consequenties opdracht / uitbesteding: Kostensoort: Bedrag:,00 Gedeputeerde Vergadering PS: 29 juni 2018 belast

Nadere informatie

Behandelend ambtenaar: M.G.A. ter Bekke Akkoord. Ambtelijk opdrachtgever / Leidinggevende: Wijma, JG digitaal

Behandelend ambtenaar: M.G.A. ter Bekke Akkoord. Ambtelijk opdrachtgever / Leidinggevende: Wijma, JG digitaal GS-Voorstel Besluitnummer PZH-2017-586797423 (DOS-2016-0006124) Contact M.G.A. ter Bekke N. Wielenga mga.ter.bekke@pzh.nl n.wielenga@pzh.nl Behandelend ambtenaar: M.G.A. ter Bekke Akkoord Ambtelijk opdrachtgever

Nadere informatie

PS2012BEM03-1. Besluit pag. 5. Toelichting pag. 1 t/m 3

PS2012BEM03-1. Besluit pag. 5. Toelichting pag. 1 t/m 3 PS2012BEM03-1 College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel Datum : 13 december 2011 Nummer PS: PS2012BEM03 Afdeling : BJZ Commissie : BEM Steller : Marieke Kuijer Portefeuillehouder : De Vries Registratienummer

Nadere informatie

19 mei 2015 Corr.nr , FC Nummer 36/2015 Zaaknr

19 mei 2015 Corr.nr , FC Nummer 36/2015 Zaaknr 19 mei 2015 Corr.nr. 2015-20.867, FC Nummer 36/2015 Zaaknr. 574002 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen ter vaststelling van de Voorjaarsnota 2015 en de daarin opgenomen

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp Decemberrapportage 2018 Nummer 2018/ Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen

Raadsstuk. Onderwerp Decemberrapportage 2018 Nummer 2018/ Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen Raadsstuk Onderwerp Decemberrapportage 2018 Nummer 2018/802709 Portefeuillehouder Snoek, M. Programma/beleidsveld 7.2 Algemene dekkingsmiddelen Afdeling Concerncontrol Auteur Geffen, M. van Telefoonnummer

Nadere informatie

commissie Bestuur Commissie Economie Commissie Ruimte Commissiegriffier Margreeth Trimpe

commissie Bestuur Commissie Economie Commissie Ruimte Commissiegriffier Margreeth Trimpe Griffier van de Staten Geleidebrief Controlerend Provincie Zeeland Naam voorstel Nummer SERV-054 Statenvoorstel Jaarstukken 2015 Provincie Zeeland Betreft vergadering Gezamenlijke vergadering van de commissie

Nadere informatie

Begroting 2017 Samenvatting van het voorgestelde besluit Inleiding en probleemstelling Overwegingen 1.

Begroting 2017 Samenvatting van het voorgestelde besluit Inleiding en probleemstelling Overwegingen 1. Statenvoorstel nr. PS/2016/824 Begroting 2017 Datum 27.09.2016 GS-kenmerk 2016/0378992 Inlichtingen bij dhr. R. Küpper, telefoon 038 499 8959 e-mail R.Kupper@Overijssel.nl Aan Provinciale Staten Onderwerp

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Eindhoven Nr. 628 6 november 2017 Beleidsregels reserves en voorzieningen 2018 1. Inleiding Binnen de

Nadere informatie

Bestedingsplan mobiliteit 2016

Bestedingsplan mobiliteit 2016 Bestedingsplan mobiliteit 2016 Provincie Zuid-Holland Status: bestedingsplan exclusief de vastgestelde projectenlijst (bijlage 1) Datum: 22 september 2015 BESTEDINGSPLAN MOBILITEIT 3 TOELICHTING BESTEDINGEN

Nadere informatie

*1518441* Statenvoorstel

*1518441* Statenvoorstel Statenvoorstel ** Aan Provinciale Staten Onderwerp Zomernota 2013 Besluitvormingsronde Statendag 25 september 2013 (ov) / 16 oktober 2013 Agendapunt 1. Beslispunten 1. De Zomernota 2013 vast te stellen;

Nadere informatie

Ontwikkelingen, Prestaties (wat gaan we doen) en financiële consequenties per product

Ontwikkelingen, Prestaties (wat gaan we doen) en financiële consequenties per product Programma 11 Overzicht algemene dekkingsmiddelen Burgemeester W.J.F.M. van Beek Ontwikkelingen, Prestaties (wat gaan we doen) en financiële consequenties per product Product 11.01 Beleggingen en Treasury

Nadere informatie

Nr. sta972947/53 Middelburg, 21 oktober 1997 besluiten:

Nr. sta972947/53 Middelburg, 21 oktober 1997 besluiten: 1e wijziging begroting provincie 1998 Nr. FEZ-503 Vergadering 7 november 1997 Agenda nr.... Gedeputeerde met de behandeling belast: D.J.P. Bruinooge Nr. sta972947/53 Middelburg, 21 oktober 1997 Aan de

Nadere informatie

Beleidsregel weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit. Vaststellen beleidsregel weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit

Beleidsregel weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit. Vaststellen beleidsregel weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit Aan de raad, Onderwerp: Beleidsregel weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit Voorstel: Vaststellen beleidsregel weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit 1 SAMENVATTING Tijdens de raadsinformatiebijeenkomst

Nadere informatie

Datum: Informerend. Datum: Adviserend

Datum: Informerend. Datum: Adviserend Oplegvel 1. Onderwerp Concept jaarrekening 2018 2. Rol van het Basistaak samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 3. Regionaal belang Een financieel gezond samenwerkingsverband 4. Behandelschema: Datum: Informerend

Nadere informatie

1.6 Programma 6 Economie, toerisme en recreatie

1.6 Programma 6 Economie, toerisme en recreatie 1.6 Programma 6 Economie, toerisme en recreatie Portefeuillehouders: de heer J.H.J. Konst, mevrouw J.A. de Vries, mevrouw S.A.E. Poepjes, mevrouw C. Schokker-Strampel en de heer J.A. Jorritsma Inleiding

Nadere informatie

BIEO Begroting in één oogopslag

BIEO Begroting in één oogopslag BIEO 2017 Begroting in één oogopslag INLEIDING Voor u ligt de begroting in één oogopslag (BIEO) 2017 van de gemeente Wierden. Naast het begrotingsjaar 2017 wordt er aandacht geschonken aan de ontwikkeling

Nadere informatie

AB 4 JULI 2018 HIT/ 2018-AB Aan het Algemeen Bestuur. Datum : 14 juni 2018 Onderwerp : begroting 2019 en meerjarenraming

AB 4 JULI 2018 HIT/ 2018-AB Aan het Algemeen Bestuur. Datum : 14 juni 2018 Onderwerp : begroting 2019 en meerjarenraming AB 4 JULI 2018 HIT/ 2018-AB04072018-7.2 Aan het Algemeen Bestuur Datum : 14 juni 2018 Onderwerp : begroting 2019 en meerjarenraming 2020-2022 Geacht bestuur, Bijgaand treft u aan de begroting voor het

Nadere informatie

Prestatie I/S Omschrijving Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten

Prestatie I/S Omschrijving Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Actualisering bestedingen ten laste van de Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel 1 Leefbaarheid kleine kernen 1 1.1 Zorgvuldige afweging van de ruimtelijke belangen 1.1.2 I - programmakosten 300-300

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Aanleiding: Het college doet de raad voorstellen voor de financiële kaders voor de begroting 2016 en de meerjarenbegroting

RAADSVOORSTEL. Aanleiding: Het college doet de raad voorstellen voor de financiële kaders voor de begroting 2016 en de meerjarenbegroting RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.: Naam programma: Bestuur en dienstverlening Onderwerp: Vaststellen kaderbrief 2016-2019 Aanleiding: Het college doet de raad voorstellen voor

Nadere informatie

Financiën, ruimtelijke Ordening & Gemeentelijke Organisatie 2.6 Voor de Lelystedeling

Financiën, ruimtelijke Ordening & Gemeentelijke Organisatie 2.6 Voor de Lelystedeling Voorstel aan de raad Nummer: B11-20215 Portefeuille: Programma: Programmaonderdeel: Financiën, ruimtelijke Ordening & Gemeentelijke Organisatie 2.6 Voor de Lelystedeling 2.6.3 Financiën Steller: R. van

Nadere informatie

Datum : 28 oktober 2003 Nummer PS :PS2003WEM21 Dienst/sector : WEM/Water Commissie :17 november 2003. Ontwerpbesluit I pag. 3 Ontwerpbesluit II pag.

Datum : 28 oktober 2003 Nummer PS :PS2003WEM21 Dienst/sector : WEM/Water Commissie :17 november 2003. Ontwerpbesluit I pag. 3 Ontwerpbesluit II pag. 6 7 $ 7 ( 1 9 2 2 5 6 7 ( / Datum : 28 oktober 2003 Nummer PS :PS2003WEM21 Dienst/sector : WEM/Water Commissie :17 november 2003 Registratienummer : 2003WEM005053i Portefeuillehouder:Binnekamp 7LWHO Aanpassing

Nadere informatie

Handhaving uitvoeringsprogramma

Handhaving uitvoeringsprogramma Samenvatting Handhaving uitvoeringsprogramma 2012-2013 In het kort De provincie houdt toezicht op vele soorten regels. Dagelijks houden tientallen medewerkers van de provincie in de gaten of alles gaat

Nadere informatie

Begrotingswijziging. Saldo primitieve begroting (2016 is incl. onvoorzien)

Begrotingswijziging. Saldo primitieve begroting (2016 is incl. onvoorzien) Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: 30 juni 2016 Onderwerp: Begrotingswijziging Gevraagde Beslissing: Te besluiten om: 1. De wijzigingen van de budgetten te autoriseren; 2. De wijzigingen

Nadere informatie

Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten betreffende de vaststelling van de Begroting 2014 en de Robuuste Investeringsimpuls;

Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten betreffende de vaststelling van de Begroting 2014 en de Robuuste Investeringsimpuls; Vergadering d.d. Besluit nr. PROVINCIALE STATEN VAN GELDERLAND Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten betreffende de vaststelling van de Begroting 2014 en de Robuuste Investeringsimpuls; Gelet op

Nadere informatie

CHECKLIST STUKKEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING. BEGROTING EN MEERJARENRAMING Samenwerkingsverband Oosterschelderegio 2016

CHECKLIST STUKKEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING. BEGROTING EN MEERJARENRAMING Samenwerkingsverband Oosterschelderegio 2016 CHECKLIST STUKKEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BEGROTING EN MEERJARENRAMING Samenwerkingsverband Oosterschelderegio 2016 = aankruisen wat van toepassing is BEGROTING Artikel 7 t/m 21 BBV Beleidsbegroting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 805 C Wijziging van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2013 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) Nr. 2 MEMORIE

Nadere informatie

Openbare besluitenlijst Gedeputeerde Staten 10 november 2015

Openbare besluitenlijst Gedeputeerde Staten 10 november 2015 Openbare besluitenlijst Gedeputeerde Staten Openbare besluitenlijst Gedeputeerde Staten 10 november 2015 1 Onderwerp: Economische kustontwikkeling Flevoland - Lelystad Rijsberman, M. & Lodders, J. 1. De

Nadere informatie

documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel

documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel *Z01633AB306* documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel Onderwerp : Jaarrekening 2015 en begroting 2017 ODBN Datum college : 21 juni 2016 Portefeuillehouder : G.M.P. Stoffels Afdeling

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten. 1. de Gemeentewet; 2. de Algemene wet bestuursrecht; Gemeenteraad van Nissewaard Postbus 25 3200 AA SPIJKENISSE

Gedeputeerde Staten. 1. de Gemeentewet; 2. de Algemene wet bestuursrecht; Gemeenteraad van Nissewaard Postbus 25 3200 AA SPIJKENISSE Gedeputeerde Staten Directie Leefomgeving en Bestuur Afdeling Bestuur Contact J. van Kranenburg T 070-441 80 85 j.van.kranenburg@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441

Nadere informatie

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds Nieuwe verdeelmodel provinciefonds vertaling ijkpunten naar inclusief actualisering Eindrapport Cebeon, 24 mei 2011 I Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Bestuur... 4 3 Verkeer en vervoer... 6 4 Water en

Nadere informatie

Iv3-Informatievoorschrift-2017 Provincies

Iv3-Informatievoorschrift-2017 Provincies Iv3-Informatievoorschrift-2017 Provincies In 2014 is een werkgroep Maas bestaande uit vertegenwoordigers van diverse geledingen gestart met de herziening van het Iv3 informatievoorschrift. Daarbij stond

Nadere informatie

VOORDRACHT ALGEMEEN BESTUUR NATUUR EN RECREATIESCHAP IJSSELMONDE

VOORDRACHT ALGEMEEN BESTUUR NATUUR EN RECREATIESCHAP IJSSELMONDE AB 3 JULI 2015 IJM/2015-518979893 VOORDRACHT ALGEMEEN BESTUUR NATUUR EN RECREATIESCHAP IJSSELMONDE Onderwerp : Jaarstukken 2014 Kenmerk : IJM/ 2015-518979893 Bijlagen : -3- Besluitdatum : 3 juli 2015 Voorbereid

Nadere informatie

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden 1. Inleiding Ten tijde van het schrijven van de kadernota 2016 wordt nog volop gewerkt aan de uitwerking van het proces Kracht#15. Voor het besluitvormingsproces dient de Kadernota 2016 in januari 2015

Nadere informatie

Managementrapportage 2017

Managementrapportage 2017 Managementrapportage 2017 Gouda, 15 september 2017 TER VASTSTELLING Algemeen Bestuur 29 november 2017 Versienummer: 1.0 Datum: 15 september 2017 Productnummer Omschrijving Managementrapportage 2017 Status

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de raad,

Raadsvoorstel. Aan de raad, Raadsvoorstel Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel 765996 De heer H. ter Heegde, burgemeester Zienswijze indienen over de jaarstukken 2017 en de ontwerpbegroting 2019 Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek

Nadere informatie