Logica 1: formele logica
|
|
- Adriana Fanny de Kooker
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Logica 1: formele logica Barteld Kooi kamer
2 Formele logica Wat is formele logica? syllogistiek analyse semantiek Venn-diagrammen verzamelingen deducties dialogen
3 Wat moet je straks kunnen? het analyseren van zinnen en redeneringen, het hanteren van symbolismen, het beoordelen van redeneringen op geldigheid, het maken van formele deducties.
4 Formele logica Wat is formele logica? syllogistiek vandaag! analyse semantiek Venn-diagrammen verzamelingen deducties dialogen
5 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Overzicht Wat is logica? Geldige en ongeldige redeneringen Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofische achergrond
6 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Wat is logica? redeneringen bewijzen discussies argumenten definities
7 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Wat is logica? redeneringen bewijzen discussies argumenten definities argumentatietheorie
8 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Wat is logica? redeneringen bewijzen discussies argumenten definities formele logica argumentatietheorie
9 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Wat is logica? redeneringen bewijzen discussies argumenten definities formele logica argumentatietheorie Klopt het wel?
10 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Formele logica intuïtie logische theorie redeneerschema s redeneringen
11 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Formele logica intuïtie logische theorie redeneerschema s analyse redeneringen
12 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Formele logica intuïtie logische theorie (on)geldig redeneerschema s analyse redeneringen
13 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Formele logica intuïtie logische theorie (on)geldig (on)geldig redeneerschema s analyse redeneringen
14 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Wat is een redenering? Geen Medicus is een Pacifist. Iedere Socioloog is een Medicus. Geen Socioloog is een Pacifist.
15 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Wat is een redenering? Geen Medicus is een Pacifist. Iedere Socioloog is een Medicus. Geen Socioloog is een Pacifist. premissen
16 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Wat is een redenering? Geen Medicus is een Pacifist. Iedere Socioloog is een Medicus. Geen Socioloog is een Pacifist. premissen conclusie
17 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Nog een redenering Geen Migraineaanval is een Pretje. Iedere Schele hoofdpijn is een Migraineaanval. Geen Schele hoofdpijn is een Pretje.
18 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie En nog een Geen Mormel is een Pittbullterriër. Iedere Schapendoes is een Mormel. Geen Schapendoes is een Pittbullterriër.
19 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie En nog een Geen Misdaadverslaggever is een Politicus. Iedere Staatsecretaris is een Misdaadverslaggever. Geen Staatssecretaris is een Politicus.
20 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Redeneerschema Geen M is een P. Iedere S is een M. Geen S is een P.
21 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Redeneerschema Geen M is een P. Iedere S is een M. Geen S is een P. variabelen
22 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Redeneerschema Geen M is een P. Iedere S is een M. Geen S is een P. variabelen logische constante
23 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Redeneerschema Geen M is een P. Iedere S is een M. Geen S is een P. variabelen logische constante Geen... is een... Iedere... is een... symbool e a
24 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Redeneerschema Geen M is een P. Iedere S is een M. Geen S is een P. variabelen MeP SaM SeP logische constante Geen... is een... Iedere... is een... symbool e a
25 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Een andere redenering Iedere Minister is een Politicus. Ten minste één Minister is een Sociaal Geograaf Ten minste één Sociaal Geograaf is geen Politicus
26 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Een ander redeneerschema Iedere M is een P. Ten minste één M is een S Ten minste één S is geen P
27 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Een ander redeneerschema Iedere M is een P. Ten minste één M is een S Ten minste één S is geen P logische constante Ten minste één... is een... Ten minste één... is geen... symbool i o
28 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Een ander redeneerschema Iedere M is een P. Ten minste één M is een S Ten minste één S is geen P MaP MiS SoP logische constante Ten minste één... is een... Ten minste één... is geen... symbool i o
29 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Definitie 1 Interpretatie Een interpretatie van een redeneerschema is een toekenning van betekenissen aan variabelen.
30 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Definitie 1 Interpretatie Een interpretatie van een redeneerschema is een toekenning van betekenissen aan variabelen. MaP MiS SoP S: Sociologen P: Pacifisten M: Medici
31 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Definitie 2 Tegenvoorbeeld Een tegenvoorbeeld tot een redeneerschema is een interpretatie van dat schema waarbij de premissen waar worden en de conclusie tegelijk onwaar.
32 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Definitie 2 Tegenvoorbeeld Een tegenvoorbeeld tot een redeneerschema is een interpretatie van dat schema waarbij de premissen waar worden en de conclusie tegelijk onwaar. MaP MiS SoP S: Secretaresses P: Primaten M: Mensen
33 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Definitie 3 Geldigheid Een redeneerschema heet (logisch) geldig dan en slechts dan als het geen tegenvoorbeeld toelaat.
34 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Definitie 3 Geldigheid Een redeneerschema heet (logisch) geldig dan en slechts dan als het geen tegenvoorbeeld toelaat. MeP SaM SeP
35 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Definitie 4 Geldigheid Een redenering heet (formeel logisch) geldig dan en slechts dan als haar schema geldig is.
36 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Definitie 4 Geldigheid Een redenering heet (formeel logisch) geldig dan en slechts dan als haar schema geldig is. Geen Medicus is een Pacifist. Iedere Socioloog is een Medicus. Geen Socioloog is een Pacifist.
37 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Wat is formele logica? geldige en ongeldige redeneringen logische vorm logische theoriën materiële geldigheid taalfilosofische achtergrond
38 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Logische vorm redeneringen { logische vorm redeneerschema s
39 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Logische vorm redeneringen { logische vorm redeneerschema s { logische vorm zinnen formules
40 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Logische vorm redeneringen { logische vorm redeneerschema s { logische vorm zinnen formules Vandaar: formele logica
41 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie De logische vorm Ten minste één Mens is een Mens. Ieder Mens is een Mens.
42 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie De logische vorm Ten minste één Mens is een Mens. Ieder Mens is een Mens. MiM MaM Interpretatie: M: Mensen
43 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie De logische vorm Ten minste één Mens is een Mens. Ieder Mens is een Mens. MiM MaM Interpretatie: M: Mensen SiP SaP Interpretatie: S: Mensen, P: Mensen
44 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Wat is formele logica? geldige en ongeldige redeneringen logische vorm logische theoriën materiële geldigheid taalfilosofische achtergrond
45 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Logische theorieën
46 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Logische theorieën Logische syntaxis logische constanten soorten variabelen opbouw formules
47 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Logische theorieën Logische syntaxis logische constanten soorten variabelen opbouw formules Geldigheidsbegrip Semantisch (model-theoretisch) Bewijstheoretisch (deductie-theoretisch) Speltheoretisch (dialoogtheoretisch)
48 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Formele logica intuïtie logische theorie (on)geldig (on)geldig redeneerschema s analyse redeneringen
49 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Bijvoorbeeld categorische syllogistiek constanten: a,e,i,o, variabelen: hoofdletters formules: variabele constante variabele semantiek: later. bewijstheorie: later. dialoogtheorie: later.
50 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Wat is formele logica? geldige en ongeldige redeneringen logische vorm logische theoriën materiële geldigheid taalfilosofische achtergrond
51 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Materiële geldigheid De aarde en de maan zijn twee onderscheiden, niet overlappende hemellichamen met een onderlinge afstand van minder dan km. Ze hebben ieder een massa van duizenden kg. Dus oefenen de maan en de aarde een kracht op elkaar uit. (Kernthema s van de Filosofie, p.260)
52 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Definitie 5 Primitieve geldigheid Een redenering is primitief geldig dan en slechts dan als het onmogelijk is dat de premissen waar zijn terwijl de conclusie onwaar is.
53 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Een raadsel Een vader maakt met zijn zoon een ritje in de auto. Er gebeurt een zwaar ongeval. De vader is op slag dood. De zoon wordt met spoed naar het ziekenhuis gebracht en naar de operatiekamer gebracht. De dienstdoende chirurg schrikt bij het zien van de jongen en zegt: Ik kan niet opereren, dit is mijn zoon.
54 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Een raadsel Een vader maakt met zijn zoon een ritje in de auto. Er gebeurt een zwaar ongeval. De vader is op slag dood. De zoon wordt met spoed naar het ziekenhuis gebracht en naar de operatiekamer gebracht. De dienstdoende chirurg schrikt bij het zien van de jongen en zegt: Ik kan niet opereren, dit is mijn zoon. Hoe kan dat?
55 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Conceptuele tolerantie financieel mogelijk
56 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Conceptuele tolerantie technisch mogelijk financieel mogelijk naar de maan
57 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Conceptuele tolerantie fysisch mogelijk technisch mogelijk financieel mogelijk naar naar de Alpha maan Centauri
58 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Conceptuele tolerantie logisch mogelijk fysisch mogelijk technisch mogelijk financieel mogelijk naar naar sneller de Alpha dan maan Centauri het licht
59 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Conceptuele tolerantie logisch mogelijk fysisch mogelijk technisch mogelijk financieel mogelijk naar naar sneller de Alpha dan maan Centauri het 2+2=5 licht
60 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Conceptuele tolerantie Hoe groter de conceptuele tolerantie, hoe minder redeneringen geldig zijn.
61 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Conceptuele tolerantie Hoe groter de conceptuele tolerantie, hoe minder redeneringen geldig zijn. Want hoe groter de conceptuele tolerantie, hoe meer tegenvoorbeelden er zijn.
62 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Mogelijke werelden Een mogelijke wereld is een geheel van omstandigheden die tezamen een logische mogelijkheid vormen. G.W.F. Leibniz ( ) S.A. Kripke (1940)
63 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Definitie 5 Primitieve geldigheid Een redenering is primitief geldig dan en slechts dan als er geen enkele mogelijke wereld is, waarin de premissen waar zijn terwijl de conclusie onwaar is.
64 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Definitie 6 Materiële geldigheid Een redenering is materieel geldig dan en slechts dan als zij primitief geldig is, maar niet formeel geldig.
65 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Voorbeeld Iedere knikker die van Jantje is, is helemaal rood. Deze knikker is blauw. Deze knikker is niet van Jantje.
66 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Wat is formele logica? geldige en ongeldige redeneringen logische vorm logische theoriën materiële geldigheid taalfilosofische achtergrond
67 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Taalfilosofische achtergrond propositie
68 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Taalfilosofische achtergrond propositie onderstelling van eenheid van context
69 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Taalfilosofische achtergrond propositie onderstelling van eenheid van context andere dingen die mis kunnen gaan
70 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Wat is een propositie? = 4
71 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Wat is een propositie? = = 4
72 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Wat is een propositie? = = 4 twee en twee is vier
73 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Wat is een propositie? = = 4 twee en twee is vier two and two make four
74 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Wat is een propositie? = = 4 twee en twee is vier two and two make four = 5
75 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Wat is een propositie? = = 4 twee en twee is vier two and two make four = 5 Ik heb dorst.
76 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Wat is een propositie? = = 4 twee en twee is vier two and two make four = 5 Ik heb dorst. Jij hebt dorst.
77 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Wat is een propositie? volzin context volzinsuiting propositie mogelijke wereld waarheidswaarde
78 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Hier sta ik, ik kan niet anders.
79 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Onderstelling van eenheid van context Volzinnen zijn of contextonafhankelijk of worden in dezelfde context geuit.
80 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Wat er verder nog allemaal mis kan gaan Grammaticale fouten/verhaspelingen Selectiefouten/categoriefouten Dubbelzinnigheid Mislukte verwijzing Vaagheid Ongerijmde toestanden
81 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Grammaticale fouten/verhaspelingen Chocola bouwen geen.
82 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Grammaticale fouten/verhaspelingen Chocola bouwen geen. Ik bouwen geen chocola.
83 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Grammaticale fouten/verhaspelingen Chocola bouwen geen. Ik bouwen geen chocola. Ik kunnen geen chocola maken.
84 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Grammaticale fouten/verhaspelingen Chocola bouwen geen. Ik bouwen geen chocola. Ik kunnen geen chocola maken. Ik kan er geen chocola van maken.
85 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Selectiefouten/categoriefouten De chocola nam een vergelijkbaar standpunt in.
86 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Selectiefouten/categoriefouten De chocola nam een vergelijkbaar standpunt in. De redenering is waar.
87 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Selectiefouten/categoriefouten De chocola nam een vergelijkbaar standpunt in. De redenering is waar. Quadruplicity beats procrastination.
88 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Dubbelzinnigheid Alle huiswerkopgaven die ik vandaag gemaakt heb, heb ik helemaal begrepen.
89 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Dubbelzinnigheid Alle huiswerkopgaven die ik vandaag gemaakt heb, heb ik helemaal begrepen. sterke lezing Ik heb vandaag huiswerkopgaven gemaakt en ik heb ze allemaal begrepen.
90 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Dubbelzinnigheid Alle huiswerkopgaven die ik vandaag gemaakt heb, heb ik helemaal begrepen. sterke lezing Ik heb vandaag huiswerkopgaven gemaakt en ik heb ze allemaal begrepen. zwakke lezing Er zijn geen huiswerkopgaven die ik vandaag gemaakt heb en niet begrepen heb.
91 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Dubbelzinnigheid Alle huiswerkopgaven die ik vandaag gemaakt heb, heb ik helemaal begrepen. sterke lezing Ik heb vandaag huiswerkopgaven gemaakt en ik heb ze allemaal begrepen. zwakke lezing Er zijn geen huiswerkopgaven die ik vandaag gemaakt heb en niet begrepen heb. Lexicaal: het voorbeeld over besturen.
92 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Dubbelzinnigheid Alle huiswerkopgaven die ik vandaag gemaakt heb, heb ik helemaal begrepen. sterke lezing Ik heb vandaag huiswerkopgaven gemaakt en ik heb ze allemaal begrepen. zwakke lezing Er zijn geen huiswerkopgaven die ik vandaag gemaakt heb en niet begrepen heb. Lexicaal: het voorbeeld over besturen. Structureel: Marie helpt iedereen die Maaike helpt.
93 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Dubbelzinnigheid Alle huiswerkopgaven die ik vandaag gemaakt heb, heb ik helemaal begrepen. sterke lezing Ik heb vandaag huiswerkopgaven gemaakt en ik heb ze allemaal begrepen. zwakke lezing Er zijn geen huiswerkopgaven die ik vandaag gemaakt heb en niet begrepen heb. Lexicaal: het voorbeeld over besturen. Structureel: Marie helpt iedereen die Maaike helpt. Interne verwijzing: De boer heeft een ezel en hij schopt hem.
94 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Dubbelzinnigheid Alle huiswerkopgaven die ik vandaag gemaakt heb, heb ik helemaal begrepen. sterke lezing Ik heb vandaag huiswerkopgaven gemaakt en ik heb ze allemaal begrepen. zwakke lezing Er zijn geen huiswerkopgaven die ik vandaag gemaakt heb en niet begrepen heb. Lexicaal: het voorbeeld over besturen. Structureel: Marie helpt iedereen die Maaike helpt. Interne verwijzing: De boer heeft een ezel en hij schopt hem. Ontbrekende relata: Het is beter om olijfolie te gebruiken.
95 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Mislukte verwijzing De huidige koning van Frankrijk is kaal.
96 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Mislukte verwijzing De huidige koning van Frankrijk is kaal. Er bloeien seringen in mijn achtertuin.
97 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Mislukte verwijzing De huidige koning van Frankrijk is kaal. Er bloeien seringen in mijn achtertuin. Het middelste woord van deze zin heeft maar een lettergreep.
98 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Vaagheid daar
99 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Vaagheid daar stoel
100 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Vaagheid daar stoel kort
101 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Vaagheid daar stoel kort mens
102 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Ongerijmde toestanden Brain in a vat.
103 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Ongerijmde toestanden Brain in a vat. De omgekeerde wereld.
104 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Dat allemaal niet, maar wel mogelijk is: Misleiding
105 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Dat allemaal niet, maar wel mogelijk is: Misleiding Onwetendheid
106 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Dat allemaal niet, maar wel mogelijk is: Misleiding Onwetendheid Onwaarheid
107 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Samenvatting geldige en ongeldige redeneringen logische vorm logische theoriën materiële geldigheid taalfilosofische achtergrond
108 Wat is logica? Geldig en ongeldig Logische vorm Logische theorieën Materiële geldigheid Taalfilosofie Formele logica Wat is formele logica? syllogistiek analyse semantiek Venn-diagrammen verzamelingen deducties dialogen volgende keer
109 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Formele logica Wat is formele logica? syllogistiek analyse semantiek Venn-diagrammen verzamelingen deducties dialogen vandaag!
110 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Overzicht Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo.
111 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Formele logica intuïtie logische theorie (on)geldig (on)geldig redeneerschema s analyse redeneringen
112 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Soorten zinnen
113 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Soorten zinnen categorisch complex: hypothetisch disjunctief
114 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Soorten zinnen modaal: apodictisch problematisch categorisch assertorisch complex: hypothetisch disjunctief
115 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Soorten zinnen modaal: apodictisch problematisch categorisch assertorisch algemeen complex: hypothetisch disjunctief singulier
116 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Soorten zinnen modaal: apodictisch problematisch categorisch assertorisch algemeen complex: hypothetisch disjunctief singulier universeel particulier
117 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Soorten zinnen modaal: apodictisch problematisch categorisch assertorisch algemeen complex: hypothetisch disjunctief singulier universeel particulier bevestigend ontkennend bevestigend ontkennend
118 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Soorten zinnen modaal: apodictisch problematisch categorisch assertorisch algemeen complex: hypothetisch disjunctief singulier universeel particulier bevestigend ontkennend bevestigend ontkennend A E I O
119 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Soorten zinnen modaal: apodictisch problematisch categorisch assertorisch algemeen complex: hypothetisch disjunctief singulier universeel particulier bevestigend ontkennend bevestigend ontkennend A E I O
120 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Categorische zinnen A-vorm Universeel bevestigend Iedere S is een P SaP Iedere walvis is een zoogdier. I-vorm Particulier bevestigend Ten minste één S is een P SiP Ten minste één walvis is een zoogdier. E-vorm Universeel ontkennend Geen S is een P SeP Geen walvis is een zoogdier. O-vorm Particulier ontkennend Ten minste één S is geen P SoP Ten minste één walvis is geen zoogdier.
121 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Categorische zinnen Bevestigend Kwaliteit Ontkennend Kwantiteit Universeel SaP SeP Particulier SiP SoP
122 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Categorische zinnen Bevestigend Kwaliteit Ontkennend Kwantiteit Universeel SaP SeP Particulier SiP SoP Ezelsbruggetje: affirmo (ik bevestig) nego (ik ontken)
123 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Algemene termen 1. het enkelvoud van een zelfstandig naamwoord dat een meervoud toelaat:
124 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Algemene termen 1. het enkelvoud van een zelfstandig naamwoord dat een meervoud toelaat: mens
125 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Algemene termen 1. het enkelvoud van een zelfstandig naamwoord dat een meervoud toelaat: mens boom
126 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Algemene termen 1. het enkelvoud van een zelfstandig naamwoord dat een meervoud toelaat: mens boom getal
127 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Algemene termen 1. het enkelvoud van een zelfstandig naamwoord dat een meervoud toelaat: mens boom getal eenhoorn
128 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Algemene termen 1. het enkelvoud van een zelfstandig naamwoord dat een meervoud toelaat: mens boom getal eenhoorn 2. een zinsdeel dat op dezelfde manier fungeert als de woorden onder 1:
129 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Algemene termen 1. het enkelvoud van een zelfstandig naamwoord dat een meervoud toelaat: mens boom getal eenhoorn 2. een zinsdeel dat op dezelfde manier fungeert als de woorden onder 1: eerlijk mens
130 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Algemene termen 1. het enkelvoud van een zelfstandig naamwoord dat een meervoud toelaat: mens boom getal eenhoorn 2. een zinsdeel dat op dezelfde manier fungeert als de woorden onder 1: eerlijk mens boom die vrucht draagt
131 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Algemene termen 1. het enkelvoud van een zelfstandig naamwoord dat een meervoud toelaat: mens boom getal eenhoorn 2. een zinsdeel dat op dezelfde manier fungeert als de woorden onder 1: eerlijk mens boom die vrucht draagt rode entiteit
132 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Algemene termen 1. het enkelvoud van een zelfstandig naamwoord dat een meervoud toelaat: mens boom getal eenhoorn 2. een zinsdeel dat op dezelfde manier fungeert als de woorden onder 1: eerlijk mens boom die vrucht draagt rode entiteit persoon die verleden week zijn tas in de trein heeft laten liggen en dit nu zeer betreurt
133 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. De subject- en predikaat-term SaP SeP SiP SoP
134 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. De subject- en predikaat-term Subject-term SaP SeP SiP SoP
135 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. De subject- en predikaat-term Subject-term SaP SeP SiP SoP Predikaat-term
136 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Categorische vorm Elke socioloog is een primaat. Alle sociologen zijn primaten. Een socioloog is een primaat.
137 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Categorische vorm Elke socioloog is een primaat. Alle sociologen zijn primaten. Een socioloog is een primaat. Iedere socioloog is een primaat.
138 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Categorische vorm Elke socioloog is een primaat. Alle sociologen zijn primaten. Een socioloog is een primaat. Iedere socioloog is een primaat.
139 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Categorische vorm Elke socioloog is een primaat. Alle sociologen zijn primaten. Een socioloog is een primaat. Iedere socioloog is een primaat.
140 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Categorische vorm Er is een socioloog die een primaat is. Er zijn sociologen die primaten zijn. Sommige sociologen zijn primaten.
141 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Categorische vorm Er is een socioloog die een primaat is. Er zijn sociologen die primaten zijn. Sommige sociologen zijn primaten. Ten minste één socioloog is een primaat.
142 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Categorische vorm Er is een socioloog die een primaat is. Er zijn sociologen die primaten zijn. Sommige sociologen zijn primaten. Ten minste één socioloog is een primaat.
143 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Categorische vorm Er is een socioloog die een primaat is. Er zijn sociologen die primaten zijn. Sommige sociologen zijn primaten. Ten minste één socioloog is een primaat.
144 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Categorische vorm Iedere bij is buitengewoon kwetsbaar in de winter.
145 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Categorische vorm Iedere bij is buitengewoon kwetsbaar in de winter. Iedere bij is een wezen dat buitengewoon kwetsbaar is in de winter.
146 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Categorische vorm Alleen vogels vliegen.
147 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Categorische vorm Alleen vogels vliegen. Ieder wezen dat vliegt is een vogel.
148 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Categorische vorm Als het regent dan is het koud.
149 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Categorische vorm Als het regent dan is het koud. Iedere tijd waarop het regent is een tijd waarop het koud is.
150 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Categorische vorm Plato is een filosoof.
151 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Categorische vorm Plato is een filosoof. Iedere persoon identiek met Plato is een filosoof.
152 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Grenzen van de syllogistiek De mensen en alleen zij zijn redelijke dieren. De meeste mensen zijn redelijk. Jan komt of Marie komt niet. Iemand moet de deur dicht doen.
153 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Syllogistische redeneringen
154 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Syllogistische redeneringen Alle eendjes zwemmen in het water. Dus is geen eendje een vlinder. Want vlinders zwemmen niet in het water.
155 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Syllogistische redeneringen Alle eendjes zwemmen in het water. Dus is geen eendje een vlinder. Want vlinders zwemmen niet in het water. E: Eendjes Z: Wezens die in het water zwemmen V: Vlinders
156 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Syllogistische redeneringen Alle eendjes zwemmen in het water. Dus is geen eendje een vlinder. Want vlinders zwemmen niet in het water. E: Eendjes Z: Wezens die in het water zwemmen V: Vlinders EaZ VeZ EeV
157 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Syllogismen in enge zin 0. Premissen en conclusie zijn categorische zinnen of in categorische vorm te brengen.
158 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Syllogismen in enge zin 0. Premissen en conclusie zijn categorische zinnen of in categorische vorm te brengen. 1. Er zijn precies twee premissen.
159 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Syllogismen in enge zin 0. Premissen en conclusie zijn categorische zinnen of in categorische vorm te brengen. 1. Er zijn precies twee premissen. 2. Er zijn in de hele redenering precies drie verschillende termen: S, M, en P. Met S zullen we de subject-term van de conclusie aanduiden, deze heet de minor term van het syllogisme. Met P zullen we de predikaat-term van de conclusie aanduiden, deze heet de major term van het syllogisme. De term M is de middenterm.
160 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Syllogismen in enge zin 0. Premissen en conclusie zijn categorische zinnen of in categorische vorm te brengen. 1. Er zijn precies twee premissen. 2. Er zijn in de hele redenering precies drie verschillende termen: S, M, en P. Met S zullen we de subject-term van de conclusie aanduiden, deze heet de minor term van het syllogisme. Met P zullen we de predikaat-term van de conclusie aanduiden, deze heet de major term van het syllogisme. De term M is de middenterm. 3. Een premisse bevat de major-term en de middenterm. Dit is de major (premisse) van het syllogisme.
161 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Syllogismen in enge zin 0. Premissen en conclusie zijn categorische zinnen of in categorische vorm te brengen. 1. Er zijn precies twee premissen. 2. Er zijn in de hele redenering precies drie verschillende termen: S, M, en P. Met S zullen we de subject-term van de conclusie aanduiden, deze heet de minor term van het syllogisme. Met P zullen we de predikaat-term van de conclusie aanduiden, deze heet de major term van het syllogisme. De term M is de middenterm. 3. Een premisse bevat de major-term en de middenterm. Dit is de major (premisse) van het syllogisme. 4. Een premisse bevat de minor-term en de middenterm. Dit is de minor (premisse) van het syllogisme.
162 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Standaardvorm major premisse minor premisse conclusie
163 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Standaardvorm major premisse minor premisse conclusie Bijvoorbeeld MaP SaM SaP
164 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Standaardvorm major premisse minor premisse conclusie Bijvoorbeeld MaP SaM SaP Dus niet EaZ VeZ EeV
165 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Standaardvorm major premisse minor premisse conclusie Bijvoorbeeld MaP SaM SaP Dus niet EaZ VeZ EeV VeZ EaZ EeV
166 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Standaardvorm major premisse minor premisse conclusie Bijvoorbeeld MaP SaM SaP Dus niet EaZ VeZ EeV VeZ EaZ EeV Tip 1: Vertaal eerst de conclusie. Tip 2: Gebruik S, P, en M. Tip 3: Zet de premisse met P bovenaan. Ezelsbruggetje: Primus en Secundus.
167 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. De vier figuren M - P S - M S - P P - M S - M S - P M - P M - S S - P P - M M - S S - P (I) (II) (III) (IV)
168 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. De vier figuren M - P S - M S - P P - M S - M S - P M - P M - S S - P P - M M - S S - P (I) (II) (III) (IV)
169 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Ezelsbruggetje
170 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. De vier figuren M - P S - M S - P P - M S - M S - P M - P M - S S - P P - M M - S S - P (I) (II) (III) (IV)
171 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. De vier figuren M - P S - M S - P P - M S - M S - P M - P M - S S - P P - M M - S S - P (I) (II) (III) (IV) Er zijn dus 256 verschillende syllogismen (modi).
172 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. De vier figuren M - P S - M S - P P - M S - M S - P M - P M - S S - P P - M M - S S - P (I) (II) (III) (IV) Er zijn dus 256 verschillende syllogismen (modi). Bijvoorbeeld OOE-IV
173 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. De vier figuren M - P S - M S - P P - M S - M S - P M - P M - S S - P P - M M - S S - P (I) (II) (III) (IV) Er zijn dus 256 verschillende syllogismen (modi). PoM OOE-IV MoS SeP Bijvoorbeeld
174 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Syllogismen in nog engere zin Barbara, Celarent, Darii, Ferioque prioris; Cesare, Camestres, Festino, Baroco secundae; tertia Darapti, Disamis, Datisi, Felapton, Bocardo, Ferison habet; Quarta insuper addit Bramantip, Camenes, Dimaris, Fesapo, Fresison.
175 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Syllogismen in nog engere zin Barbara, Celarent, Darii, Ferioque prioris; Cesare, Camestres, Festino, Baroco secundae; tertia Darapti, Disamis, Datisi, Felapton, Bocardo, Ferison habet; Quarta insuper addit Bramantip, Camenes, Dimaris, Fesapo, Fresison. AAI-I Barbari EAO-I Celaront subalterne modi AEO-II Camestrop EAO-II Cesaro AEO-IV Camenop
176 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Onmiddellijke gevolgtrekkingen Geen Schouwburgbezoeker is een Pyromaan. Geen Pyromaan is een Schouwburgbezoeker.
177 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Onmiddellijke gevolgtrekkingen Geen Schouwburgbezoeker is een Pyromaan. Geen Pyromaan is een Schouwburgbezoeker. SeP PeS
178 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Enthymema Ø Ò Ñ Ñ
179 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Enthymema Ø Ò Ñ Ñ Sommige Strandjutters zijn Parelvissers, want Mosselkwekers.
180 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Enthymema Ø Ò Ñ Ñ Sommige Strandjutters zijn Parelvissers, want Mosselkwekers. Ten minste één Strandjutter is een Mosselkweker. Ten minste één Strandjutter is een Parelvisser.
181 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Enthymema Ø Ò Ñ Ñ Sommige Strandjutters zijn Parelvissers, want Mosselkwekers. Ten minste één Strandjutter is een Mosselkweker. Ten minste één Strandjutter is een Parelvisser. Iedere Mosselkweker is een Parelvisser. Ten minste één Strandjutter is een Mosselkweker. Ten minste één Strandjutter is een Parelvisser.
182 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Enthymema Ø Ò Ñ Ñ Sommige Strandjutters zijn Parelvissers, want Mosselkwekers. Ten minste één Strandjutter is een Mosselkweker. Ten minste één Strandjutter is een Parelvisser. Iedere Mosselkweker is een Parelvisser. Ten minste één Strandjutter is een Mosselkweker. Ten minste één Strandjutter is een Parelvisser. AII-I (Darii)
183 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Sorites (kettingredenering) ÛÖ Ø
184 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Sorites (kettingredenering) ÛÖ Ø Iedere plant met bloemen is een plant die insecten aantrekt. Iedere springbalsemien is een plant met bloemen. Geen mens is een plant die insecten aantrekt. Geen mens is een springbalsemien.
185 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Sorites (kettingredenering) ÛÖ Ø Iedere plant met bloemen is een plant die insecten aantrekt. Iedere springbalsemien is een plant met bloemen. Geen mens is een plant die insecten aantrekt. Geen mens is een springbalsemien. AAA-I (Barbara) AEE-II (Camestres)
186 Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo. Overzicht Categorische zinnen Categorische vorm Redeneringen De vier figuren Onmiddelijke gevolgtrekking en zo.
187 Existentiële onderstelling Interpretaties, semantische regels en geldigheid Semantisch logische begrippen Venn-diagrammen Formele logica Wat is formele logica? syllogistiek analyse semantiek Venn-diagrammen verzamelingen deducties dialogen vandaag!
188 Existentiële onderstelling Interpretaties, semantische regels en geldigheid Semantisch logische begrippen Venn-diagrammen Overzicht Existentiële onderstelling Interpretaties, semantische regels en geldigheid Semantisch logische begrippen Venn-diagrammen
189 Existentiële onderstelling Interpretaties, semantische regels en geldigheid Semantisch logische begrippen Venn-diagrammen Semantiek natuurlijke taal
190 Existentiële onderstelling Interpretaties, semantische regels en geldigheid Semantisch logische begrippen Venn-diagrammen Semantiek natuurlijke taal formele taal
191 Existentiële onderstelling Interpretaties, semantische regels en geldigheid Semantisch logische begrippen Venn-diagrammen Semantiek natuurlijke taal analyse formele taal
192 Existentiële onderstelling Interpretaties, semantische regels en geldigheid Semantisch logische begrippen Venn-diagrammen Semantiek mogelijke wereld natuurlijke taal analyse formele taal
193 Existentiële onderstelling Interpretaties, semantische regels en geldigheid Semantisch logische begrippen Venn-diagrammen Semantiek mogelijke wereld waarheid natuurlijke taal analyse formele taal
194 Existentiële onderstelling Interpretaties, semantische regels en geldigheid Semantisch logische begrippen Venn-diagrammen Semantiek mogelijke wereld model waarheid waarheid natuurlijke taal analyse formele taal
195 Existentiële onderstelling Interpretaties, semantische regels en geldigheid Semantisch logische begrippen Venn-diagrammen Semantiek mogelijke wereld model waarheid waarheid natuurlijke taal analyse formele taal
196 Existentiële onderstelling Interpretaties, semantische regels en geldigheid Semantisch logische begrippen Venn-diagrammen Semantiek mogelijke wereld abstractie model waarheid waarheid natuurlijke taal analyse formele taal
197 Existentiële onderstelling Interpretaties, semantische regels en geldigheid Semantisch logische begrippen Venn-diagrammen Existentiële onderstelling Alle gebruikte termen beschrijven eigenschappen die aan ten minste één entiteit (ding/individu) toekomen.
198 Existentiële onderstelling Interpretaties, semantische regels en geldigheid Semantisch logische begrippen Venn-diagrammen Existentiële onderstelling Alle gebruikte termen beschrijven eigenschappen die aan ten minste één entiteit (ding/individu) toekomen. Twee logische theorieën: CS: met de existentiële onderstelling. CS : zonder de existentiële onderstelling.
199 Existentiële onderstelling Interpretaties, semantische regels en geldigheid Semantisch logische begrippen Venn-diagrammen Intensie en Extensie Een prachtig onderscheid.
200 Existentiële onderstelling Interpretaties, semantische regels en geldigheid Semantisch logische begrippen Venn-diagrammen Intensie en Extensie Een prachtig onderscheid. De intensie van een algemene term is de door de term beschreven eigenschap.
201 Existentiële onderstelling Interpretaties, semantische regels en geldigheid Semantisch logische begrippen Venn-diagrammen Intensie en Extensie Een prachtig onderscheid. De intensie van een algemene term is de door de term beschreven eigenschap. De extensie van een algemene term is de verzameling van alle dingen waaraan de eigenschap toekomt.
202 Existentiële onderstelling Interpretaties, semantische regels en geldigheid Semantisch logische begrippen Venn-diagrammen Intensie en Extensie Een prachtig onderscheid. De intensie van een algemene term is de door de term beschreven eigenschap. De extensie van een algemene term is de verzameling van alle dingen waaraan de eigenschap toekomt. Bijvoorbeeld: kabouters en eenhoorns hebben dezelfde extensie, maar verschillende intensie.
203 Existentiële onderstelling Interpretaties, semantische regels en geldigheid Semantisch logische begrippen Venn-diagrammen Definitie 1 Interpretaties a. Een CS -interpretatie van een syllogistisch redeneerschema is een toekenning van verzamelingen aan de variabelen. b. Een CS-interpretatie van een syllogistisch redeneerschema is een toekenning van niet-lege verzamelingen aan de variabelen.
204 Existentiële onderstelling Interpretaties, semantische regels en geldigheid Semantisch logische begrippen Venn-diagrammen Semantische regels Formele waarheidsdefinitie Sem A SaP is waar in de gegeven interpretatie desda er geen S-ding is dat niet tevens een P-ding is (anders is SaP onwaar). Sem E SeP is waar in de gegeven interpretatie desda er geen S-ding is dat tevens een P-ding is (anders is SeP onwaar). Sem I SeP is waar in de gegeven interpretatie desda er ten minste één S-ding is dat tevens een P-ding is (anders is SiP onwaar). Sem O SoP is waar in de gegeven interpretatie desda er ten minste één S-ding is dat niet tevens een P-ding is (anders is SoP onwaar).
205 Existentiële onderstelling Interpretaties, semantische regels en geldigheid Semantisch logische begrippen Venn-diagrammen Definitie 2 Tegenvoorbeeld a. Een CS tegenvoorbeeld tot een syllogistisch redeneerschema is een CS -interpretatie van dat schema, waarin de premissen waar zijn en de conclusie onwaar is. b. (Voor CS analoog).
206 Existentiële onderstelling Interpretaties, semantische regels en geldigheid Semantisch logische begrippen Venn-diagrammen Definitie 3 Geldigheid a. Een syllogistisch redeneerschema heet CS -geldig desda het geen CS -tegenvoorbeeld toelaat. b. (Voor CS analoog).
1. TRADITIONELE LOGICA EN ARGUMENTATIELEER
Inhoud Inleidend hoofdstuk 11 1. Logica als studie van de redenering 11 2. Logica als studie van deductieve redeneringen 13 3. Logica als formele logica Het onderscheid tussen redenering en redeneringsvorm
Nadere informatieSemantiek 1 college 4. Jan Koster
Semantiek 1 college 4 Jan Koster 1 Uitgangspunt sinds vorige week Semantiek is representationeel (en niet referentieel), gebaseerd op interpretaties van sprekers en hoorders Geen scherpe scheiding tussen
Nadere informatieTegenvoorbeeld. TI1300: Redeneren en Logica. De truc van Gauss. Carl Friedrich Gauss, 7 jaar oud (omstreeks 1785)
Tegenvoorbeeld TI1300: Redeneren en Logica College 3: Bewijstechnieken & Propositielogica Tomas Klos Definitie (Tegenvoorbeeld) Een situatie waarin alle premissen waar zijn, maar de conclusie niet Algoritmiek
Nadere informatie5.2. Samenvatting door een scholier 1659 woorden 15 juni keer beoordeeld. Filosofie Het oog in de storm
Samenvatting door een scholier 1659 woorden 15 juni 2010 5.2 11 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie Het oog in de storm Filosofie: Hoofdstuk 1 Redeneren en Overtuigen Basis: Standpunt houding t.o.v.
Nadere informatieLOGICA IN HISTORISCH PERSPECTIEF
LOGICA IN HISTORISCH PERSPECTIEF FRANK VELTMAN AFDELING WIJSBEGEERTE FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM 2002 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Traditionele Logica 3 1.1 Het Standaardsysteem
Nadere informatieSemantiek 1 college 10. Jan Koster
Semantiek 1 college 10 Jan Koster 1 Vandaag Vorige keer: conceptuele structuur en semantische decompositie Vandaag: inleiding in de formele semantiek Gebruikt notaties uit formele logica plus de daar gehanteerde
Nadere informatieARGUMENTEREN EN REDENEREN
ARGUMENTEREN EN REDENEREN Julie Kerckaert Vaardigheden I Academiejaar 2014-2015 Inhoudsopgave Deel 1: Argumenteren en redeneren... 2 1.1 Logica... 2 1.1.1 Syllogismen... 2 1.1.2 Soorten redeneringen...
Nadere informatieMededelingen. TI1300: Redeneren en Logica. Waarheidstafels. Waarheidsfunctionele Connectieven
Mededelingen TI1300: Redeneren en Logica College 4: Waarheidstafels, Redeneringen, Syntaxis van PROP Tomas Klos Algoritmiek Groep Voor de Fibonacci getallen geldt f 0 = f 1 = 1 (niet 0) Practicum 1 Practicum
Nadere informatieLogica 1. Joost J. Joosten
Logica 1 Joost J. Joosten Universiteit Utrecht (sub)faculteit der Wijsbegeerte Heidelberglaan 8 3584 CS Utrecht Kamer 158, 030-2535579 jjoosten@phil.uu.nl www.phil.uu.nl/ jjoosten (hier moet een tilde
Nadere informatieOver Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten
1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor
Nadere informatieOpmerking. TI1300 Redeneren en Logica. Met voorbeelden kun je niks bewijzen. Directe en indirecte bewijzen
Opmerking TI1300 Redeneren en Logica College 2: Bewijstechnieken Tomas Klos Algoritmiek Groep Voor alle duidelijkheid: Het is verre van triviaal om definities te leren hanteren, beweringen op te lossen,
Nadere informatieLogica in het (V)WO. Barteld Kooi
Logica in het (V)WO Barteld Kooi Wie ben ik? Bijzonder hoogleraar logica en argumentatietheorie Ik geef al meer dan tien jaar colleges logica aan de RuG voor de opleidingen wijsbegeerte, wiskunde, (alfa-)informatica,
Nadere informatieWaarover gaat de syllogistiek van Aristoteles? Een reflectie op het object van Aristoteles syllogismeleer aan de hand van twee moderne reconstructies
1 Waarover gaat de syllogistiek van Aristoteles? Een reflectie op het object van Aristoteles syllogismeleer aan de hand van twee moderne reconstructies G.J.E. Rutten 1. Inleiding In het traktaat Analytica
Nadere informatieBetekenis I: Semantiek
Betekenis I: Semantiek Marieke Schouwstra 21 mei De studie van betekenis Semantiek: de studie van betekenis in taal 17.1, 17.2, 17.3, vandaag Pragmatiek: de studie van betekenis in taalgebruik delen van
Nadere informatieHet nutteloze syllogisme
Het nutteloze syllogisme Victor Gijsbers 21 februari 2006 De volgende tekst is een sectie uit een langer document over het nut van rationele argumentatie dat al een jaar onaangeraakt op mijn harde schijf
Nadere informatieLogica als een oefening in Formeel Denken
Logica als een oefening in Formeel Denken Herman Geuvers Institute for Computing and Information Science Radboud Universiteit Nijmegen Wiskunde Dialoog 10 juni, 2015 Inhoud Geschiedenis van de logica Propositielogica
Nadere informatieWat? Betekenis 2: lambda-abstractie. Boek. Overzicht van dit college. Anna Chernilovskaya. 7 juni 2011
Wat? Betekenis 2: lambda-abstractie Anna Chernilovskaya 7 juni 2011 Vorige keer: Predicaatlogica Vertaling van zinnen Deze keer: Predicaatlogica uitbreiding Vertaling van zinnen in details Overzicht van
Nadere informatieLogica voor AI. Inleiding modale logica en Kripke semantiek. Antje Rumberg. 14 november 2012
Logica voor AI Inleiding modale logica en Kripke semantiek Antje Rumberg Antje.Rumberg@phil.uu.nl 14 november 2012 1 Logica voor AI Deel 1: Modale logica semantiek en syntax van verschillende modale logica
Nadere informatieLogica voor Informatica
Logica voor Informatica 10 Predikatenlogica Wouter Swierstra University of Utrecht 1 Vorige keer Syntax van predikatenlogica Alfabet Termen Welgevormde formulas (wff) 2 Alfabet van de predikatenlogica
Nadere informatieLogica 1. Joost J. Joosten
Logica 1 Joost J. Joosten Universiteit Utrecht (sub)faculteit der Wijsbegeerte Heidelberglaan 8 3584 CS Utrecht Kamer 158, 030-2535579 jjoosten@phil.uu.nl www.phil.uu.nl/ jjoosten (hier moet een tilde
Nadere informatie2. Syntaxis en semantiek
2. Syntaxis en semantiek In dit hoofdstuk worden de begrippen syntaxis en semantiek behandeld. Verder gaan we in op de fouten die hierin gemaakt kunnen worden en waarom dit in de algoritmiek zo desastreus
Nadere informatieWiskunde C vwo. Workshop Noordhoff wiskundecongres 19 november 2015 Jan Dijkhuis en Sabine de Waal. Programma
Wiskunde C vwo Workshop Noordhoff wiskundecongres 19 november 2015 Jan Dijkhuis en Sabine de Waal Programma 1. Vorm en ruimte in Getal & Ruimte 2. Logisch redeneren in Getal & Ruimte 1. Examenprogramma
Nadere informatieTI1300: Redeneren en Logica. TI1300 Redeneren en Logica College 1: Inleiding en Bewijstechnieken. Blackboard: enroll!
TI1300: Redeneren en Logica TI1300 Redeneren en Logica College 1: Inleiding en Bewijstechnieken Tomas Klos TI1300 bestaat uit 2 delen: Th: Theorie, Tomas Klos Pr: Practicum, Tomas Klos plus student-assistenten
Nadere informatieTAALFILOSOFIE. Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS?
TAALFILOSOFIE Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS? GOTTLOB FREGE (1848 1925) Uitvinder moderne logica Vader van de taalfilosofie BEGRIFFSCHRIFT (1879) Bevat moderne propositie en predicaten-logica Syllogistiek
Nadere informatieInleiding logica Inleveropgave 3
Inleiding logica Inleveropgave 3 Lientje Maas 30 september 2013 Ik (Rijk) heb verbeteringen in rood vermeld. Deze verbeteringen meegenomen zijn dit correcte uitwerkingen van de derde inleveropgaven. 1
Nadere informatieSemantiek van predicatenlogica en Tractatus
Logica en de Linguistic Turn 2012 Semantiek van predicatenlogica en Tractatus Maria Aloni ILLC-University of Amsterdam M.D.Aloni@uva.nl 1/11/12 Plan voor vandaag 1. Predicatenlogica: semantiek 2. Tractatus:
Nadere informatieAristoteles. empirist
Aristoteles empirist Aristoteles Bioloog, met beide poten in de klei Eindeloos verzamelen van gegevens Observeren, noteren en classificeren Op basis van ervaringsfeiten komen we tot kennis Wij kunnen uit
Nadere informatieLogica 1. Joost J. Joosten
Logica 1 Joost J. Joosten Universiteit Utrecht (sub)faculteit der Wijsbegeerte Heidelberglaan 8 3584 CS Utrecht Kamer 158, 030-2535579 jjoosten@phil.uu.nl www.phil.uu.nl/ jjoosten (hier moet een tilde
Nadere informatieTAALFILOSOFIE. Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS?
TAALFILOSOFIE Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS? GOTTLOB FREGE (1848 1925) Logische Untersuchungen Der Gedanke Die Verneinung Gedankengefüge DER GEDANKE Logica waarheid Logica kunst van het geldig
Nadere informatieAndere grote namen van wiskundigen en/of filosofen: Plato, Socrates, Descartes (Cartesius), Spinoza, Kant, Russell, Hilbert, Tarski en Brouwer
Formele Logica Grondlegger Aristoteles (384/322 voor Chr.), filosoof. Andere grote namen van wiskundigen en/of filosofen: Plato, Socrates, Descartes (Cartesius), Spinoza, Kant, Russell, Hilbert, Tarski
Nadere informatieTitel: Aristoteles Metafysica en Organon Door: G.J.E. Rutten, Amsterdam 8 Maart 2005. Structuur
Titel: Aristoteles Metafysica en Organon Door: G.J.E. Rutten, Amsterdam 8 Maart 2005 Structuur - Introductie - Achtergronden - Substantie/Accident - Subject/Predikaat - Categorieën - Genus/Differentia
Nadere informatieLogic for Computer Science
Logic for Computer Science 07 Predikatenlogica Wouter Swierstra University of Utrecht 1 Vrijdag Aanstaande vrijdag is geen hoorcollege of werkcollege. De tussentoets is uitgesteld tot volgende week dinsdag.
Nadere informatieElementaire logica voor juristen. Jaap Hage
Elementaire logica voor juristen Jaap Hage I. WAT IS LOGICA EN WAAR IS DEZE GOED VOOR? 1. ELEMENTAIRE BEGRIPPEN Wat is logica? Die vraag is nog niet zo eenvoudig te beantwoorden maar het volgende is een
Nadere informatieTAALFILOSOFIE. Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS?
TAALFILOSOFIE Overkoepelende vraag: WAT IS BETEKENIS? TAALFILOSOFIE Formele seman=ek Bijv. Proposi=elogica Informele seman=ek TAALWETENSCHAP Syntaxis Semantiek Pragmatiek Seman=sche categorieën Termen
Nadere informatieDeel 1: Traditionele Logica
Aristoteles: Syllogistiek ( proto-formele logica) Formele Logica: Propositielogica & Predikatenlogica Informele Logica Ar. Deel 1: Traditionele Logica HS1: Logica, redeneringen en geldigheid Logica definiëren:
Nadere informatieMededelingen. TI1300: Redeneren en Logica. Metavariabelen Logica, p Minder connectieven nodig
Mededelingen TI1300: Redeneren en Logica College 5: Semantiek van de Propositielogica Tomas Klos Algoritmiek Groep Tip: Als ik je vraag de recursieve definitie van een functie over PROP op te schrijven,
Nadere informatieSamenvatting. TI1306 Redeneren & Logica Review Guide 2014 Door: David Alderliesten. Disclaimer
Samenvatting TI1306 Redeneren & Logica Review Guide 2014 Door: David Alderliesten Disclaimer De informatie in dit document is afkomstig van derden. W.I.S.V. Christiaan Huygens betracht de grootst mogelijke
Nadere informatieDiscrete Structuren. Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie www.math.rug.nl/~piter piter@math.rug.nl. 9 februari 2009 BEWIJZEN
Discrete Structuren Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie www.math.rug.nl/~piter piter@math.rug.nl 9 februari 2009 BEWIJZEN Discrete Structuren Week1 : Bewijzen Onderwerpen Puzzels
Nadere informatieLogica voor Informatica. Propositielogica. Syntax & Semantiek. Mehdi Dastani Intelligent Systems Utrecht University
Logica voor Informatica Propositielogica Syntax & Semantiek Mehdi Dastani m.m.dastani@uu.nl Intelligent Systems Utrecht University Wat is Logica? Afleiden van conclusies uit aannames Jan Sara Petra Schuldig
Nadere informatieSamenvatting Filosofie Hoofdstuk 3, Wat is kennis?
Samenvatting Filosofie Hoofdstuk 3, Wat is kennis? Samenvatting door een scholier 2877 woorden 26 mei 2006 8 42 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie ViaDELTA Paragraaf 1: soorten kennis Ervaringskennis
Nadere informatieDe naïeve betekenistheorie. De betekenis van een woord is het object waar dat woord voor staat.
De naïeve betekenistheorie De betekenis van een woord is het object waar dat woord voor staat. De naïeve betekenistheorie Kritiek: De informativiteit van identiteitsuitspraken a=a versus a=b Uitspraken
Nadere informatieGESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:
AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgde brief schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen. - Schrijf je op een juiste manier in meervoud. - Gebruik je hoofdletters op een
Nadere informatieInhoud leereenheid 1. Inleiding. Introductie 13. Leerkern 13. 1.1 Wat is logica? 13 1.2 Logica en informatica 13
Inhoud leereenheid 1 Inleiding Introductie 13 Leerkern 13 1.1 Wat is logica? 13 1.2 Logica en informatica 13 12 Leereenheid 1 Inleiding I N T R O D U C T I E Studeeraanwijzing Deze leereenheid is een leesleereenheid.
Nadere informatieLogica 1. Joost J. Joosten
Logica 1 Joost J. Joosten Universiteit Utrecht (sub)faculteit der Wijsbegeerte Heidelberglaan 8 3584 CS Utrecht Kamer 158, 030-2535579 jjoosten@phil.uu.nl www.phil.uu.nl/ jjoosten (hier moet een tilde
Nadere informatieBetekenis 2: lambda-abstractie
Betekenis 2: lambda-abstractie Anna Chernilovskaya 4 June 2009 Wat? Vorige keer: Predicaatlogica Vertaling van zinnen Deze keer: Predicaatlogica uitbreiding Vertaling van zinnen in details Overzicht van
Nadere informatiePredikatenlogica in Vogelvlucht
in Vogelvlucht Albert Visser Filosofie, Faculteit Geesteswetenschappen, Universiteit Utrecht 10 oktober, 2013 1 Overview 2 Overview 2 Overview 2 Overview 3 In de propositielogica behandelen we de interne
Nadere informatieFormeel Denken. Herfst 2004
Formeel Denken Herman Geuvers Deels gebaseerd op het herfst 2002 dictaat van Henk Barendregt en Bas Spitters, met dank aan het Discrete Wiskunde dictaat van Wim Gielen Herfst 2004 Contents 1 Propositielogica
Nadere informatieInleiding Logica voor CKI, 2013/14
Inleiding Logica voor CKI, 2013/14 Albert Visser Department of Philosophy, Faculty Humanities, Utrecht University 14 oktober, 2013 1 Overview 2 Overview 2 Overview 2 Overview 2 Overview 2 Overview 3 Wegens
Nadere informatieOpeningstoespraak Debat Godsargument VU Faculteit der Wijsbegeerte 11 April 2012. Emanuel Rutten
1 Openingstoespraak Debat Godsargument VU Faculteit der Wijsbegeerte 11 April 2012 Emanuel Rutten Goedemiddag. Laat ik beginnen met studievereniging Icarus en mijn promotor Rene van Woudenberg te bedanken
Nadere informatieLogica Les 1 Definities en waarheidstabellen. (Deze les sluit aan bij les 1 van de syllabus Logica WD_online)
Logica Les 1 Definities en waarheidstabellen (Deze les sluit aan bij les 1 van de syllabus Logica WD_online) Definities Een propositie is een bewering die waar of onwaar is (er is geen derde mogelijkheid).
Nadere informatieGödels Onvolledigheidsstellingen
Gödels Onvolledigheidsstellingen Jaap van Oosten Department Wiskunde, Universiteit Utrecht Symposium A-eskwadraat, 11 december 2014 De Onvolledigheidsstellingen van Gödel zijn verreweg de beroemdste resultaten
Nadere informatieHet Land van Oct. Marte Koning Frans Ballering. Vierkant voor Wiskunde Wiskundeclubs
Het Land van Oct Marte Koning Frans Ballering Vierkant voor Wiskunde Wiskundeclubs Hoofdstuk 1 Inleiding Hoi, ik ben de Vertellende Teller, en die naam heb ik gekregen na mijn meest bekende reis, de reis
Nadere informatieTentamen TI1300 en IN1305-A (Redeneren en) Logica
TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Tentamen TI1300 en IN1305-A (Redeneren en) Logica 21 Januari 2011, 8.30 11.30 uur LEES DEZE OPMERKINGEN AANDACHTIG DOOR
Nadere informatieWoord en wereld Een inleiding tot de taalfilosofie
Woord en wereld Een inleiding tot de taalfilosofie Filip Buekens Acco Leuven / Den Haag Hoofdstuk I. Freges uitgangspunten 11 I.1 De semantische dimensie van taal 11 I.2 Proposities: Freges kernstellingen
Nadere informatieHoofdstuk 3. behandeld. In de paragrafen 3.1 en 3.2 worden de noties valuatie, model en
Hoofdstuk 3 Semantiek van de Propositielogica In dit hoofdstuk wordt de semantiek (betekenistheorie) van de propositielogica behandeld. In de paragrafen 3.1 en 3.2 worden de noties valuatie, model en logisch
Nadere informatiePRESENTEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:
AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgde brief schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen. - Schrijf je op een juiste manier PRESENTEREN in meervoud. - Gebruik je hoofdletters
Nadere informatieDossieropdracht 3. Analyse 1 - Didactiek
Dossieropdracht 3 Analyse 1 - Didactiek Naam: Thomas Sluyter Nummer: 1018808 Jaar / Klas: 1e jaar Docent Wiskunde, deeltijd Datum: 22 november, 2007 Samenvatting Het realistische wiskundeonderwijs heeft
Nadere informatieVoor jongeren in het praktijkonderwijs. Oekraïners boos op president
PrO -weekkrant Week 49 december 2013 Voor jongeren in het praktijkonderwijs 2-8 december 2013 Eenvoudig Communiceren Oekraïners boos op president Foto: ANP Foto: Shutterstock In Oekraïne protesteren inwoners
Nadere informatieLogica deel 1 INHOUDSTABEL INTRODUCTIE
Logica deel 1 INHOUDSTABEL 1. Introductie a. Waaraan doet logica ons denken b. Wat is logica? c. Positieve motivering 2. Redeneringen en argumenten 3. Verklaringen en oorzaken (implicaties) 4. Argumenten
Nadere informatieDoelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar
Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar Hieronder vindt u de leerplandoelen taalbeschouwing die we met onze evaluatie in kaart willen brengen. Ze staan in dezelfde volgorde
Nadere informatieLogica: formeel en informeel
Logica: formeel en informeel DEEL I - TRADITIONELE LOGICA Hoofdstuk 1 Logica, redeneringen en geldigheid 1.1 Logica Goed te kennen: - definities - vergelijkingen (objectivisten, psychologisten, anti-psychologisten
Nadere informatieLogica op het Leonardo. Een inleiding
Logica op het Leonardo Een inleiding Tekst 1 Alle onpartijdige waarnemers en alle geloofwaardige theoretici gaan ervan uit dat wanneer de fundamentele structuren van een samenleving rechtvaardig zijn,
Nadere informatieOpdrachten Tarski s World
Opdrachten Tarski s World Logika thema 4 13 april 2004 1 Propositielogika 1.1 Atomaire proposities in Tarski s world Open de wereld, wittgens.sen, en het bestand met beweringen, wittgens.sen 1. Ga van
Nadere informatieLOGICA OP HET MENU DEEL 2. Dr. Luc Gheysens en Daniël Tant
LOGICA OP HET MENU DEEL 2 Dr. Luc Gheysens en Daniël Tant Augustus De Morgan (180 1871) was een Britse wiskundige die vooral bekend is gebleven voor zijn werk op het gebied van de logica en meerbepaald
Nadere informatieFormeel Denken. October 20, 2004
Formeel Denken Herman Geuvers Deels gebaseerd op het herfst 2002 dictaat van Henk Barendregt en Bas Spitters, met dank aan het Discrete Wiskunde dictaat van Wim Gielen October 20, 2004 Contents 1 Predicatenlogica
Nadere informatieLogica voor AI. Responsiecollege. Antje Rumberg. 12 december Kripke Semantiek. Geldigheid. De bereikbaarheidsrelatie
Logica voor AI Responsiecollege Antje Rumberg Antje.Rumberg@phil.uu.nl 12 december 2012 1 De taal L m van de modale propositielogica ϕ ::= p ϕ ϕ ϕ ϕ ϕ ϕ ϕ ϕ ϕ ϕ ϕ Blokje en ruitje ϕ: het is noodzakelijk
Nadere informatieWoordenkennis! In de tuin. Kaartenparen om het oefenen en het versterken van de woordenschat zowel receptief alsook productief. Bestelnummer 814 02
Woordenkennis! In de tuin Kaartenparen om het oefenen en het versterken van de woordenschat zowel receptief alsook productief. Bestelnummer 814 02 K2-Publisher B.V. Prins Hendrikstraat 37 NL-2411 CS Bodegraven
Nadere informatieTHEMA LENTE Auditieve oefeningen
THEMA LENTE Auditieve oefeningen Auditieve synthese Lettergrepen samenvoegen tot een woord Tulp Gras Wei Letters samenvoegen tot een woord Kalfje Krokus Lente Narcis Zaaien Veulen Groeien Paashaas je Poesje
Nadere informatieDe Sinn van fictie. Wouter Bouvy March 12, 2006
De Sinn van fictie Wouter Bouvy 3079171 March 12, 2006 1 Inleiding Hoe is het mogelijk dat mensen de waarheid van proposities over fictie zo kunnen bepalen dat iedereen het er mee eens is? Kan een theorie
Nadere informatieDeel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd In deze les leer je zwakke werkwoorden als persoonsvorm in de tegenwoordige tijd op de juiste manier spellen. De sterke werkwoorden leveren vaak geen d- of t-problemen
Nadere informatieCollege Logica voor CKI
College Logica voor CKI Albert Visser Department of Philosophy, Faculty Humanities, Utrecht University 15 oktober, 2012 1 Overview 2 Overview 2 Overview 2 Overview 3 Syntaxis De eerste ronde: Constanten:
Nadere informatieTeksverklaringen!!!!! Samenvattingen!! - Meerkeuzevragen! - Open! !!!! Nederlands! 1. Spellen! 2. Samenvatting schrijven
NEDERLANDS Nederlands Teksverklaringen Samenvattingen 1. Hoofdgedachte 2. Meerkeuzevragen 3. Tekstverbanden 4. Open vragen 5. Argumentatie 6. Mening en doel van de schrijver 1. Spellen 2. Samenvatting
Nadere informatie20 HOOFDSTUK 1. TRADITIONELE LOGICA
20 HOOFDSTUK 1. TRADITIONELE LOGICA 1.2.1 Individuele Termen Naast termen met een lege extensie had Aristoteles ook individuele termen - termen zoals eigennamen die naar één object verwijzen - uitgesloten
Nadere informatieSemantiek 1 college 3
Semantiek 1 college 3 Jan Koster 1 Twee benaderingen Referentiële semantiek (denotationeel) Accent op relaties tussen taalelementen en buitentalige werkelijkheid (externalisme) Representationele semantiek
Nadere informatieOla Lanko en haar foto-genic installaties 14 oktober interview
Ola Lanko en haar foto-genic installaties 14 oktober interview Ola Lanko is altijd bezig met de werking van het medium fotografie. De kritische blik van de beschouwer is wat ze met haar werk wil overbrengen.
Nadere informatieInleiding: Combinaties
Zinnen 1 Inleiding: Combinaties Combinaties op verschillende niveaus: Lettergrepen als combinaties van fonemen. Woorden als combinaties van morfemen. Zinnen als combinaties van woorden en woordgroepen.
Nadere informatieLogica 1. Joost J. Joosten
Logica 1 Joost J. Joosten Universiteit Utrecht (sub)faculteit der Wijsbegeerte Heidelberglaan 8 3584 CS Utrecht Kamer 158, 030-2535579 jjoosten@phil.uu.nl www.phil.uu.nl/ jjoosten (hier moet een tilde
Nadere informatieLogic for Computer Science
Logic for Computer Science 06 Normaalvormen en semantische tableaux Wouter Swierstra University of Utrecht 1 Vorige keer Oneindige verzamelingen 2 Vandaag Wanneer zijn twee formules hetzelfde? Zijn er
Nadere informatieONDERZOEK DOEN. HENK LINDEMAN h.lindeman@aps.nl. Naam Datum
ONDERZOEK DOEN HENK LINDEMAN h.lindeman@aps.nl Naam Datum Onderzoeksvragen; uw keuze voor deze workshop Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen onderzoek doen en gedocumenteerd schrijven? Welke
Nadere informatiePropositionele logica
Logic is the beginning of wisdom, not the end. Captain Spock, Star Trek VI (1991) Hoofdstuk 1 ropositionele logica 1.1 Uitspraken Het begrip uitspraak. We geven hier geen definitie van het begrip uitspraak
Nadere informatieOntleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden.
Ontleden Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden. Bij het redekundig ontleden verdeel je de zin in zinsdelen en geef je elk zinsdeel een redekundige naam. Deze zinsdelen
Nadere informatieVoor jongeren in het praktijkonderwijs. temperatuur is er min twintig. De harde wind maakt het nog kouder. Daardoor voelt het als min vijftig.
PrO -weekkrant Week 02 januari 2014 Voor jongeren in het praktijkonderwijs 6-12 januari 2014 Eenvoudig Communiceren Winterweer in Amerika Foto: Shutterstock Foto: Shutterstock In grote delen van Amerika
Nadere informatieWiskundige beweringen en hun bewijzen
Wiskundige beweringen en hun bewijzen Analyse (en feitelijk de gehele wiskunde) gaat over het bewijzen van beweringen (proposities), d.w.z. uitspraken waaraan de karakterisering waar of onwaar toegekend
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29991 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Sun, Hongyuan Title: Temporal construals of bare predicates in Mandarin Chinese
Nadere informatieLOGICA OP HET MENU DEEL 1. Dr. Luc Gheysens en Daniël Tant
LOGICA OP HET MENU DEEL 1 Dr. Luc Gheysens en Daniël Tant De Griekse filosoof Aristoteles (384 322 v. Chr.) mag men de grondlegger van de formele logica noemen. Hij dacht na over geldige manieren van redeneren,
Nadere informatieLogica voor Informatica. predikatenlogica. Syntax van predikatenlogica. Mehdi Dastani Intelligent Systems Utrecht University
Logica voor Informatica predikatenlogica Syntax van predikatenlogica Mehdi Dastani m.m.dastani@uu.nl Intelligent Systems Utrecht University Redenering in Propositie Logica Als Jan zijn medicijnen neemt
Nadere informatieLogica voor AI. Bewijstheorie en natuurlijke deductie. Antje Rumberg. 28 november Kripke Semantiek.
Logica voor AI en natuurlijke deductie Antje Rumberg AntjeRumberg@philuunl 28 november 2012 1 De taal L m van de modale propositielogica ::= p Blokje en ruitje : het is noodzakelijk dat : het is mogelijk
Nadere informatieLogica voor AI. Verschillende modale systemen en correctheid. Antje Rumberg. 30 november 2012.
Logica voor AI en correctheid Antje Rumberg AntjeRumberg@philuunl 30 november 2012 1 De minimale normale modale logica K Axioma s alle tautologieën van de propositielogica ( ψ) ( ψ) (K-axioma) (Def ) Afleidingsregels
Nadere informatieTentamentips. Tomas Klos. 14 december 2010
Tentamentips Tomas Klos 14 december 010 Samenvatting In dit document vind je een aantal tentamen tips. Het gaat om fouten die ik op tentamens veel gemaakt zie worden, en die ik je liever niet zie maken.
Nadere informatie1 In het begin. In het begin leefde alleen God. De Heere God is er altijd geweest. En Hij maakte de hemel en de aarde.
1 In het begin GENESIS 1:1-25 In het begin leefde alleen God. De Heere God is er altijd geweest. En Hij maakte de hemel en de aarde. De aarde is nat en donker. God wil van de aarde iets heel moois maken.
Nadere informatieVerwerkingsopdrachten bijhet hoofdstuk Mondelinge opdrachten geven Doelstelling 3.
Verwerkingsopdrachten bijhet hoofdstuk Mondelinge opdrachten geven Doelstelling 3. 1 OPDRACHT 1 Bekijk hetvolgende lijstje mondelinge opdrachten. Probeer elke opdracht te analyseren: welke soort opdracht
Nadere informatieJURIDISCHE SEMANTIEK
JURIDISCHE SEMANTIEK EEN BIJDRAGE TOT DE METHODOLOGIE VAN DE RECHTSVERGELIJKING, DE RECHTSVTNDING EN HET JURIDISCH VERTÄUEN Ma,rjanne Termorshuizen-Arts Inhoudsopgave Voorwoord xi Inleiding 1 Hoofdstuk
Nadere informatieGegeneraliseerde Kwantoren
Gegeneraliseerde Kwantoren Jan van Eijck CWI, Amsterdam and Uil-OTS, Utrecht jve@cwi.nl 18 juni 2008 Samenvatting We geven een kort overzicht van de theorie van gegeneraliseerde kwantoren. Meer informatie
Nadere informatieAuditieve oefeningen herfst. Hakken en plakken
Auditieve oefeningen herfst Hakken en plakken (hak de woorden in stukken, laat de kinderen het hele woord zeggen) eek-hoorn vlie-gen-zwam ka-stan-jes pad-den-stoel ka-bou-ter beu-ken-noot e-gel spin-nen
Nadere informatieDe Geldboom! Iets voor jou?
De Geldboom! Iets voor jou? http://www.mijntuingeheim.nl De geldboom is onderweg. Beste tuinliefhebber, Zou jij dat ook niet willen zo n boom waar je af en toe wat uit kunt plukken? Ik ben er al een tijd
Nadere informatieLezen. Doelgroep Lezen. Omschrijving Lezen
Lezen Het programma is met name geschikt voor groepen waarin grote niveauverschillen bestaan en voor leerlingen die het gewone oefenen met teksten niet interessant meer vinden. Doelgroep Lezen Muiswerk
Nadere informatieZ I N S O N T L E D I N G
- 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk
Nadere informatieDe algebraïsche logica van George Boole en haar relatie tot de wiskunde, de syllogistiek en Leibniz universele wetenschappelijke methode
1 De algebraïsche logica van George Boole en haar relatie tot de wiskunde, de syllogistiek en Leibniz universele wetenschappelijke methode G.J.E. Rutten 1. Introductie Het onderwerp van mijn literatuurstudie
Nadere informatiePROPOSITIELOGICA. fundament voor wiskundig redeneren. Dr. Luc Gheysens
PROPOSITIELOGICA fundament voor wiskundig redeneren Dr. Luc Gheysens PROPOSITIELOGICA Een propositie of logische uitspraak, verder weergegeven door een letter p, q, r is een uitspraak die in een vastgelegde
Nadere informatieInstructieboek Koken. Voor de Mpower-coach
Instructieboek Koken Voor de Mpower-coach juni 2014 Mpower-coach Instructieboek Versie 1.2014 blz. 2 Inhoud: Inhoudsopgave blz. 3 Mpower-coach blz. 5 Thema koken : blz. 7 Module 0: Beginnen met koken blz.
Nadere informatie