Richtlijn JGZ-richtlijn Vroegtijdige opsporing van gehoorstoornissen 0-19 jaar
|
|
- Leen van de Velden
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Richtlijn JGZ-richtlijn Vroegtijdige opsporing van gehoorstoornissen 0-19 jaar 1. Perceptief verlies versus geleidingsverlies. Op grond van de eerder genoemde consequenties van gehoorverlies voor zowel de taal/spraak, intellectuele- en de sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind als ook voor de ouder-kind relatie, wordt groot belang gehecht aan het zo vroeg mogelijk opsporen en herkennen van nieuw ontwikkelde en/of progressieve perceptieve gehoorverliezen, inclusief éénorigheid, bij (jonge) kinderen, ook na de kleuterleeftijd. Zodra het gehoorverlies bekend is, kan de noodzakelijke hulp en begeleiding worden aangeboden. Perceptief gehoorverlies. Slechthorende en dove kinderen komen zonder screening pas tussen het derde en zesde levensjaar (afhankelijk van de ernst van de gehoorstoornis) op de revalidatie-instituten aan (Keulen 1982). Dan zijn er reeds ernstige taalachterstanden ontstaan, die moeilijk te behandelen zijn. De gevoelige periode voor de taalontwikkeling ligt in de eerste levensjaren. Indien het kind in deze jaren geen adequate taal aangeboden krijgt, kan het een ernstige taalachterstand oplopen, die niet of slechts met zeer veel moeite valt in te halen (Feenstra en van Zanten, 1989 en Ferman en Verschuure, 1989). Uit dieronderzoek komen aanwijzingen dat gebrek aan vroege auditieve stimulatie leidt tot het niet ontwikkelen van, anatomische structuren met sterke indicaties dat dit tevens leidt tot een functioneel verlies. Dit verlies is irreversibel, zelfs na het herstellen van de gehoorfunctie. Deze aanwijzingen geven aan dat het van belang is om kinderen met een perceptief verlies zo vroeg mogelijk op te sporen en gehoorrevalidatie aan te bieden (van der Lem, 1990). De gehoorscreening is voor een belangrijk deel mede verantwoordelijk voor het feit dat kinderen met perceptief gehoorverlies tegenwoordig gemiddeld op ongeveer 18 maanden hun eerste revalidatie en begeleiding ontvangen (FODOK 1981). Uitgaande van een over-all prevalentie van 0,1-0,2% van perceptief gehoorverlies bij zuigelingen (Hirasing, et al., 1991), zullen jaarlijks circa kinderen met een perceptief verlies, waarvoor revalidatie en intensieve begeleiding nodig en beschikbaar is, opgespoord kunnen worden. Mehl en Thomson (1998) hebben onlangs met behulp van neonatale screening aangetoond dat in Colorado de prevalentie van perceptief gehoorverlies ten minste 0,2% is en waarschijnlijk hoger. Dit houdt in dat er ook meer kinderen opgespoord kunnen worden. Voor Nederland hebben onlangs de Graaf et al. (1998) beschreven dat de prevalentie van dove en ernstig slechthorende 6-12-jarigen (gehoorverlies van minimaal 70 db bij het beste oor) 0,74 per 1000 kinderen bedraagt. Pag 1 van 7
2 Goede deskundige (gezins)begeleiding om de ontwikkelingsmogelijkheden van een doof kind te optimaliseren dient op zeer jonge leeftijd aan te vangen, liefst in het eerste levensjaar. Dit zal de basis zijn voor de schoolloopbaan alsook voor de integratie en het succes in de wereld van de horenden (Van der Lem en Beck, 1986; Volterra en Caselli, 1986; Kyle, 1990; Denmark, 1987; Downs, 1994; Glover, et al., 1994; Calderon en Greenberg, 1997; Mehl en Thomson, 1998). De sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen is sterk afhankelijk van de kwaliteit van de communicatie in de vroege levensjaren. Afhankelijk van deze communicatie slaagt een kind er meer of minder in een eigen identiteit op te bouwen en een eigen plaats in te nemen in het sociale netwerk van het gezin. Onderdeel van de eigen identiteit is het vermogen tot communicatie door middel van taal. De ontwikkeling van de moedertaal komt bij een horend kind spontaan voort uit tekengeving binnen interactie en communicatie (Schaerlaekens en Gillis, 1987). Voor een doof kind, dat voor de ontwikkeling van het communicatief vermogen afhankelijk is van het kijken, ligt dit geheel anders. Ouders van een doof kind zullen al heel vroeg dienen te beginnen met een andere manier van communiceren (Volterra en Caselli, 1986). Alvorens het leerproces kan beginnen, hebben de kinderen een aantal vaardigheden moeten leren. Zo moeten ze een mentaal lexicon van vele duizenden woorden hebben en de basisregels van de grammatica beheersen. Uden stelde in 1983 vast dat dove kinderen op vierjarige leeftijd gemiddeld een woordenschat hadden van 50. Dit is nu sterk verbeterd dankzij de erkenning van gebarentaal als eerste taal. Maar ouders moeten, nadat ze gehoord hebben dat hun kind doof is, die taal eerst zelf leren. Dit neemt enige tijd in beslag. Het taalaanbod is dan zeer mager en aan andere aspecten als samen boekjes kijken, voorlezen, informatie overdragen e.d. komen de ouders meestal niet toe. Zo verliezen de kinderen met een gehoorstoornis kostbare tijd, die later niet gemakkelijk meer valt in te halen. Het leren lezen is een belangrijke mijlpaal in de ontwikkeling van kinderen. Ze krijgen door te leren lezen toegang tot geschreven teksten en kunnen zo veel meer ervaring opdoen met taal. Voor dove kinderen is deze ontwikkeling extra belangrijk. Ook op kleuterleeftijd is de belangrijkste reden voor het uitvoeren van een audiogram het opsporen van gemiste, langzaam-progressieve of later ontstane perceptieve verliezen. Perceptieve verliezen na de zuigelingen-leeftijd kunnen o.a. ontstaan na hersenvliesontstekingen of trauma s. In het voorjaar van 1998 zaten 427 kinderen op een school voor doven en 1223 kinderen op een school voor slechthorenden. Omgerekend betekent dit dat per jaarcohort zo n 0.08% tot 0,09% van de kinderen op één van beide schooltypen zit. Daarnaast zullen er nog groepen kinderen op andere typen onderwijs zitten (variërend van regulier basisonderwijs tot en met ZMLK) en een aantal kinderen dusdanig verstandelijk gehandicapt zijn, dat ze geen onderwijs volgen. In het kader van het Weer samen naar school -project zal het aantal meervoudig gehandicapte kinderen met een gehoorstoornis en het aantal leerlingen met een gehoorstoornis die met behulp van ambulante begeleiding aan het reguliere basisonderwijs deelnemen toenemen. Pag 2 van 7
3 Geleidingsverlies Aanvankelijk werd verondersteld dat ook langdurige en/of intermitterende geleidingsverliezen ten gevolge van bijv. OME een negatieve invloed hebben op de spraaken taalontwikkeling en schoolprestaties in het algemeen. Opsporen (en behandeling) van kinderen met chronische OME werd op grond van dit argument gerechtvaardigd. Momenteel staat dit echter ter discussie. Dit wordt later verder uitgewerkt. OME als oorzaak van gehoorverlies. OME wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van vocht in het middenoor met afgesloten buis van Eustachius. Hierdoor treedt er een (tijdelijk) gehoorverlies op. Prevalentie en incidentie van OME OME is één van de meest voorkomende aandoeningen op de kinderleeftijd. OME komt voor bij circa 20% van de kinderen van 1-6 jaar, met een piek in de wintermaanden. Na het zesde jaar daalt de prevalentie tot 2% bij 11 jarigen (Das, 1990). Op elk willekeurig moment heeft ongeveer 5-7% van de 5-8 jarige kinderen een gehoorverlies van tenminste 25 db, meestal in de vorm van een voorbijgaand geleidingsverlies ten gevolge van OME (Cross, 1985). Globaal geldt dat 80% van de kinderen tussen de 1 en 6 jaar tenminste één episode van OME doormaakt (Van de Lisdonk, et al., 1991). Bij oudere kinderen daalt de incidentie. Het percentage basisschool kinderen dat 1 of meer perioden van geleidingsslechthorendheid doormaakt wordt geschat op 50%, jongens meer dan meisjes (Hirasing, et al., 1991). Waarschijnlijk is het tot rijping komen van het lokale immuun- en enzym-apparaat de oorzaak van de snelle daling van OME na de leeftijd van 8 jaar (Benjamin, 1981). Natuurlijk beloop OME In 80% van de gevallen is er sprake van bilaterale OME. De duur van één OME episode kan variëren van 1 maand tot meer dan een jaar. Bij ongeveer de helft van de kinderen treedt spontaan herstel op binnen 3 maanden, bij 75% binnen 6 maanden. Soms treden complicaties op, zoals atrofie van het trommelvlies resulterend in persisterende retractie ervan of geleidelijke vervanging van het sereuze secreet door granulatie en littekenweefsel (Feenstra en Zijlker 1986). Recidieven (oftewel een wisselend beloop door intermitterende episodes) komen vaak voor. Bij ongeveer 5% van de kinderen blijft OME langdurig bestaan. Gevolgen van OME voor de ontwikkeling en het functioneren van een kind. Tot vrij recent werd er vanuitgegaan dat niet alleen perceptieve gehoorverliezen, maar ook langdurige en/of wisselende geleidingsverliezen (b.v. OME) nadelig zijn voor de spraak- en taalontwikkeling en schoolprestaties in het algemeen (Paradise, 1981; Golz, 1985; Davelaar, et Pag 3 van 7
4 al., 1986; de Melker, 1987; de Koning, et al., 1992). Volgens Kaaijk (1985) was echter niet overtuigend aangetoond dat er tussen uiteindelijk voorbijgaande geleidingsstoornissen en spraak/taal- en/of leerstoornissen een overtuigende samenhang bestaat. Als gevolg van recente studies wordt nu echter betwijfeld of langere en/of wisselende episodes van OME na de spraakgevoelige periode een blijvend effect hebben op de taal- en leervaardigheid van het kind en zo ja of behandeling daar wat aan kan veranderen (Chalmers, et al., 1989; Schilder, 1993; Lous, 1994; Grievink en Peters, 1997). Uit een groot epidemiologisch onderzoek in Nijmegen (het KNOOP- onderzoek) is gebleken dat kinderen die tussen 2 en 4 jaar OME doormaken aanvankelijk een duidelijke achterstand hebben in taalexpressieve vaardigheden (van den Broek en Zielhuis, 1988). Deze achterstand wordt later echter weer ingelopen. Uiteindelijk blijkt op 7-8 jarige leeftijd dat kinderen die tussen hun 2e en 4e jaar vaak OME hebben doorgemaakt zich hetzelfde hebben ontwikkeld wat betreft taalvaardigheid, lees- en spellingsvaardigheden en taalgedrag als kinderen die op die leeftijd minder vaak of geen OME hebben gehad (Grievink en Peters, 1997). Het plaatsen van trommelvliesbuisjes is de meest toegepaste behandeling van OME. Het plaatsen van trommelvliesbuisjes bij kinderen verbetert het gehoor zeer effectief. Uit de studie van Grievink en Peters (1997) blijkt echter dat deze behandeling bij 2-4 jarige kinderen geen effect heeft op de latere taalvaardigheid en schoolvorderingen (bepaald op 7 jarige leeftijd). Grievink en Peters (1997) hebben in hun proefschrift tevens gekeken of er, buiten de voor hun studie specifiek bestudeerde leeftijd van 2-4 jaar, een kritische periode aantoonbaar is voor negatieve gevolgen van OME. Gegevens over het voorkomen van OME waren beschikbaar voor 4 perioden: tussen 0 en 2 jaar (anamnestisch verkregen gegevens), tussen 2 en 4 jaar (tympanometrie), tussen 4 en 7 jaar (anamnese, huisarts- en specialist gegevens) en op de leeftijd van 7 jaar (tympanometrie). Om het periode-effect vast te stellen werd in elke periode afzonderlijk de OME groep vergeleken met een controlegroep, waarbij gecontroleerd werd voor ziektegeschiedenis. Grievink en Peters concluderen dat geen specifiek periode-effect aantoonbaar is voor OME en de latere taalvaardigheid en schoolvorderingen. Tevens kon in deze studie geen vaardigheid in het bijzonder worden aangetoond, die specifiek gevoelig blijkt voor de gevolgen van OME. Consistente behandelingseffecten werden eveneens niet vastgesteld. Ook in andere studies wordt geen relatie gevonden tussen vroege OME en taal-spraakontwikkeling en schoolprestaties (Schilder, 1993; Lous, 1994). Grievink en Peters (1997) concluderen dat bezorgdheid over de latere ontwikkeling van kinderen, die tussen twee en vier jaar (en misschien ook buiten die periode) OME doormaken, niet nodig is. Zij stellen bovendien dat het op grote schaal behandelen van kinderen met een OME met trommelvliesbuisjes om latere taal,- spraaken spellingsproblemen te voorkomen op basis van hun resultaten niet gerechtvaardigd lijkt. Zelfs van langdurige OME lijken kinderen geen nadelige gevolgen te ondervinden. Mogelijk zijn er wel korte termijn effecten, waarvan kinderen zich weer herstellen. De resultaten in de studie van Grievink en Peters blijven overeind, wanneer rekening wordt gehouden met de frequentie van OME of het patroon (b.v. chronisch versus wisselend beloop) van OME. Het effect van OME leek zelfs niet toe te nemen als het samengaat met andere risicofactoren (b.v. laag Pag 4 van 7
5 opleidingsniveau ouders, lage non-verbale intelligentie, Nederlands als tweede taal, laag geboortegewicht en/of prematuriteit). Wel wordt aangeraden om premature kinderen en/of kinderen met een laag geboortegewicht goed te volgen in hun vroege ontwikkeling. Deze kinderen hebben grote kans om OME te krijgen op jonge leeftijd. Bovendien is aangetoond dat deze kinderen later problemen hebben met de taalvaardigheid en schoolvorderingen. Onduidelijk is echter wat de specifieke rol van OME daarbij is (Grievink en Peters, 1997). Wat betreft de bestudeerde periode in de studie van Grievink en Peters, b.v. 2-4 jaar, geven de auteurs zelf al aan dat deze periode niet representatief hoeft te zijn voor een zogenaamd gevoelige/ kritische periode voor de (lange termijn) gevolgen van OME (Grievink en Peters, 1997). Bovendien is vooralsnog niet onomstotelijk vastgesteld dat OME op de leeftijd dat een kind leert lezen en schrijven geen nadelige consequenties heeft op de schoolprestaties van een kind. Eerder bleek uit een longitudinale studie bij kinderen met dubbelzijdige OME op de leeftijd van 5 jaar dat de volgende afwijkingen vaker voorkwamen dan in een controle groep (de Melker, 1987). articulatieproblemen (voornamelijk 5e en 7e jaar) leesproblematiek (7e, 9e en 11e jaar) gedragsproblemen Hieruit mag evenwel niet de conclusie getrokken worden dat deze afwijkingen het gevolg van OME waren. De Koning, et al. (1992) concludeerden op basis van een selectie van 21 kwalitatief goede studies dat effecten van OME op 3 terreinen zijn te onderscheiden: kinderen met OME zouden vaker significante problemen hebben met taalexpressie, kinderen met OME zouden significant lager scoren op het verbale gedeelte van een intelligentietest, kinderen met OME zouden significant vaker problemen hebben met lezen. Haggard (1995) vond gedragsproblemen op latere leeftijd bij kinderen die op jonge leeftijd middenooraandoeningen hadden. Het functioneren van een kind met gehoorverlies is mede afhankelijk van de intelligentie en het milieu (Hirasing, et al., 1991). Sommige kinderen zijn echter meer dan normaal op hun gehoor aangewezen (van Veen, 1986). Ook allochtone kinderen waarvoor Nederlands niet de eerste taal is, zijn waarschijnlijk meer dan autochtone kinderen op hun gehoor aangewezen wanneer zij leren lezen en spellen. De spraakgevoelige leeftijd valt in de eerste twee levensjaren (Feenstra en van Zanten, 1989; Ferman en Verschuure, 1989). Voor kinderen tot twee jaar, d.w.z. in de spraakgevoelige leeftijd, is (nog) niet eenduidig aangetoond dat OME niet schadelijk is. Sinds september 1996 is een onderzoek gaande naar het effect van Pag 5 van 7
6 trommelvliesbuisjes bij kinderen van 1-2 jaar op de taal-spraakontwikkeling, waarbij de helft van de kinderen met OME met trommelvliesbuisjes wordt behandeld en de andere kinderen niet (Rovers, et al., 1996). De resultaten van dit onderzoek zullen in het begin van de volgende eeuw beschikbaar komen. Zolang het resultaat hiervan niet bekend is, kan geen definitieve uitspraak worden gedaan of en in welke mate vroegtijdige interventie (d.w.z. op de leeftijd van 1-2 jaar) inderdaad leidt tot een afname van de achterstand in taal-expressie als gevolg van OME (de Koning, 1993). Hetzelfde geldt voor andere aspecten van de taal/spraakontwikkeling. Momenteel bestaat er (nog) onvoldoende overeenstemming onder huisartsen, KNO-artsen en beide beroepsgroepen onderling over welke behandeling op welk moment bij OME geïndiceerd is (van Leerdam en Hirasing, 1997; Rosenfeld, 1996). Uit de bovengenoemde studies naar de gevolgen van OME en uit het feit dat consensus omtrent behandeling van OME ontbreekt, blijkt wel dat steeds meer getwijfeld wordt aan de noodzaak om alle kinderen met langdurige en/of intermitterende geleidingsverliezen op te sporen. Bij de beslissing om een kind met gehoorverlies al of niet vanuit de JGZ te verwijzen, is het belangrijk om stil te staan bij het beleid (incl. het behandelcriterium) in het vervolgtraject na verwijzing vanuit de JGZ. Voor de huisarts spelen eventuele klachten, de algehele ontwikkeling van het kind en de overige bevindingen bij het onderzoek een belangrijke rol bij de overweging om kinderen met chronische of intermitterende geleidingsverliezen al of niet te behandelen (en/of verder door te verwijzen) (Eekhof, et al., 1997; van Leerdam en Hirasing, 1997). Voor de huisartsen zou het ook een verschil moeten maken of kinderen via de JGZ verwezen worden (en dus al een heel voortraject hebben doorlopen, waarbij het merendeel van de kinderen eruit gezeefd wordt), danwel op eigen initiatief van de ouders langskomen. Indicatoren geassocieerd met perceptief gehoorverlies Bezorgdheid bij de ouders of werkers t.a.v. gehoor, spraak/taalontwikkeling en/ of een algemeen vertraagde ontwikkeling Gehoorstoornissen op de kinderleeftijd in de familie-anamnese Niet adequaat reageren op de betreffende items van het van Wiechenschema (Brouwers- de Jong, et al., 1996) Pre/dysmaturitas (m.n. bij geboortegewicht < 1500 gram) Perinatale asfyxie: -Apgarscore 0-4 op 1 minuut of van 0-6 op 5 minuten -na 10 minuten nog geen spontane ademhaling Beademing gedurende 5 of meer dagen (Perinatale ademhalingsproblemen en hersenbloedingen) Hyperbilirubinemie, die heeft geleid tot wisseltransfusie Pag 6 van 7
7 Pre- en postnataal gebruik vam oto-toxische medicamenten (o.a. aminoglycosiden) Congenitale, peri- of postnatale infecties: -bof -cytomegalie -hepatitis B -herpes zoster -listeria -lues -rode hond -streptococcen -syfilis -toxoplasmose Cranio-faciale misvormingen (incl. afwijkingen aan de oorschelp en gehoorgang) Stigmata of andere kenmerken van een syndroom waarbij slechthorendheid een symptoom kan zijn (o.a. Neurofibromatosis Type II; neurodegeneratieve aandoeningen) Meningitis (bacterieel) NB. Kinderen waarbij perceptieve gehoorverliezen pas in de loop van de eerste levensjaren ontstaan kunnen met gehoorscreening gemist worden. In de 1994 Position Statement van de Joint Committee on Infant Hearing (ASHA 1994) wordt geadviseerd het gehoor van risico kinderen tot de leeftijd van 3 jaar half jaarlijks te controleren en daarna met individueel bepaalde intervallen. De genoemde risicokinderen zijn: A: -Erfelijke perceptieve slechthorendheid bekend in de familie op de kinderleeftijd B: -Infectie in utero (CMV; Herpes; Rubella; Syfilis en Toxoplasmose) C: -Neurofibromatosis Type II en neurodegeneratieve afwijkingen (van Zanten, 1989; de Laat, 1992) Referenties Zie referentielijst. Pag 7 van 7
Richtlijn JGZ-richtlijn Vroegtijdige opsporing van gehoorstoornissen 0-19 jaar
Richtlijn JGZ-richtlijn Vroegtijdige opsporing van gehoorstoornissen 0-19 jaar Inleiding De beroepsgroepen in de JGZ achten het van belang dat er standaarden komen voor werkers in de JGZ. Daartoe is de
Nadere informatieJGZ-STANDAARD VROEGTIJDIGE OPSPORING VAN GEHOORSTOORNISSEN 0-19 JAAR.
JGZ-STANDAARD VROEGTIJDIGE OPSPORING VAN GEHOORSTOORNISSEN 0-19 JAAR. F.J.M. van Leerdam (Namens werkgroep JGZ-Standaard Vroegtijdige opsporing van gehoorstoornissen 0-19 jaar ) In de werkgroep hadden
Nadere informatieGehoorrevalidatie bij jonge kinderen. Alex Hoetink klinisch fysicus - audioloog
Gehoorrevalidatie bij jonge kinderen Alex Hoetink klinisch fysicus - audioloog Onderwerpen Werking van het gehoor Gehoorverlies Gehoordiagnostiek op het Audiologisch Centrum (AC) Gehoorrevalidatie op het
Nadere informatieVWVJ. Karen Van Doorslaer Referatendag - 07/12/2007 ONTWIKKELING VAN STANDAARD GEHOORONDERZOEK IN HET CLB
ONTWIKKELING VAN STANDAARD VWVJ GEHOORONDERZOEK IN HET CLB Karen Van Doorslaer Referatendag - 07/12/2007 Opstellen van een screeningsprogramma Literatuurstudie Inventarisatie van de huidige werkwijze en
Nadere informatieGehoorscreening en -diagnostiek in een NICU-populatie
Gehoorscreening en -diagnostiek in een NICU-populatie André Goedegebure, Saskia Coenraad, Hans Hoeve Afdeling KNO, Erasmus MC Rotterdam Sophia Kinder Ziekenhuis (SKZ) Vergroot risico gehoorverlies NICU
Nadere informatieRichtlijn JGZ-richtlijn Vroegtijdige opsporing van gehoorverlies bij kinderen en jongeren (0-18 jaar)
Richtlijn JGZ-richtlijn Vroegtijdige opsporing van gehoorverlies bij kinderen en jongeren (0-18 jaar) Onderbouwing 1. Risicofactoren Uitgangsvragen Leidt een extra screening op het gebied van gehoor en
Nadere informatieGehoorproblemen bij kinderen met het Syndroom van Down perspectief van een onderzoeker en ouder
Gehoorproblemen bij kinderen met het Syndroom van Down perspectief van een onderzoeker en ouder Henriëtte Koch Audiologisch Centrum UMC St Radboud Nijmegen John Langdon Down (1828-1896) Down (1866): The
Nadere informatieDe nieuwe richtlijn otitis media in de tweede lijn: een synopsys. Roger Damoiseaux
De nieuwe richtlijn otitis media in de tweede lijn: een synopsys Roger Damoiseaux Otitis Media bij kinderen in de tweede lijn INITIATIEF: Nederlandse Vereniging voor KNO-heelkunde en Heelkunde van het
Nadere informatieCongenitaal gehoorverlies en de kinderarts. CDS symposium 17 maart 2010 Margot Mulder, kinderarts
Congenitaal gehoorverlies en de kinderarts CDS symposium 17 maart 2010 Margot Mulder, kinderarts Kindergeneeskundig onderzoek naar de oorzaak van het congenitaal gehoorverlies doel Patiënt: te verwachten
Nadere informatieCover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date:
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/47848 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning
Nadere informatieAudiologische diagnostiek en revalidatie. Cas Smits, klinisch fysicus-audioloog
Audiologische diagnostiek en revalidatie Cas Smits, klinisch fysicus-audioloog Inhoud Werking van het gehoor Traject in het eerste jaar Aanmeldingen Diagnostiek Revalidatie Na het eerste jaar gehoorbeenketen
Nadere informatieInterventies bij slechthorende kinderen
Interventies bij slechthorende kinderen samenwerking met de JGZ Noëlle Uilenburg Onderzoek en Ontwikkeling Vroegtijdige Onderkenning Gehoorstoornissen 6 november 2014 Disclosure belangen spreker Noëlle
Nadere informatieZorgtraject na de neonatale gehoorscreening
Zorgtraject na de neonatale gehoorscreening Dr.L.Ruytjens klinisch fysicus-audioloog Sophia Kinderziekenhuis Rotterdam mede namens L.Heijkoop en A.Verbaan logopedisten Inhoud Neonatale gehoorscreening
Nadere informatieVWVJ. Karen Van Doorslaer Referatendag - 15/12/2006 ONTWIKKELING VAN STANDAARD GEHOORONDERZOEK IN HET CLB
ONTWIKKELING VAN STANDAARD VWVJ GEHOORONDERZOEK IN HET CLB Karen Van Doorslaer Referatendag - 15/12/2006 Inhoud 1. Het opstellen van een screeningsprogramma 2. Ontwikkeling van standaard GEHOOR : Afgelegde
Nadere informatieGevolgen van slechthorendheid voor de ontwikkeling, gezinsbegeleiding en samenwerking met het CB
Gevolgen van slechthorendheid voor de ontwikkeling, gezinsbegeleiding en samenwerking met het CB Bettie Carmiggelt Arts M&G - Adviseur NCJ Noëlle Uilenburg Manager Onderzoek en Ontwikkeling & Vroegtijdige
Nadere informatieDiagnostiek naar de oorzaak van slechthorendheid binnen het Centrum Diagnostiek Slechthorendheid
Diagnostiek naar de oorzaak van slechthorendheid binnen het Centrum Diagnostiek Slechthorendheid Derde VUMC nascholingsdag 22 maart 2013 Margot Mulder, kinderarts Aangeboren slechthorendheid: Literatuur:
Nadere informatieObjectieve Diagnostiek. Tympanometrie Oto-Akoestische Emissies BERA Rechts 70 db, Links 90 db
Objectieve Diagnostiek - casuïstiek - Arjan J Bosman en Henriëtte Koch Audiologisch Centrum UMC St Radboud Nijmegen Objectieve Diagnostiek Tympanometrie, stapedius reflexen functionaliteit middenoor Oto-Akoestische
Nadere informatie5 jaar AABR neonatale gehoorscreening in Nederlandse NICU s
5 jaar AABR neonatale gehoorscreening in Nederlandse NICU s Irma van Straaten kinderarts-neonatoloog Isala klinieken Zwolle Paul Verkerk arts epidemioloog TNO Kwaliteit van Leven Leiden Mw Dr HLM van Straaten
Nadere informatieVerloop pieklatentie vs intensiteit
Neonatale screening - OAE Audiometrie bij Jonge Kinderen Mogelijkheden en Valkuilen Arjan J Bosman Audiologisch Centrum UMC St Radboud Nijmegen Neonatale screening - ALGO Objectieve Diagnostiek Tympanometrie,
Nadere informatieSAMENVATTING VOOR DE NIET MEDISCH ONDERLEGDE LEZER
9 SAMENVATTING VOOR DE NIET MEDISCH ONDERLEGDE LEZER In dit proefschrift zijn de eerste resultaten van de DECIBEL-study besproken. DECIBEL is het acroniem voor DEVELOPMENTAL EVALUATION OF CHILDREN: IMPACT
Nadere informatieAudiologische zorg na prenatale CMV infectie Yvonne Simis, Cas Smits, Theo Goverts
udiologische zorg na prenatale CMV infectie Yvonne Simis, Cas Smits, Theo Goverts 22 maart 2013 Zorg bij CMV in het C Eén virus Zeven kinderen Zeven routes van/naar het C Zeven trajecten binnen het C Prenataal
Nadere informatieKinderen en horen. Algemene informatie over het gehoor van kinderen en gehoorverlies
Kinderen en horen 7 Algemene informatie over het gehoor van kinderen en gehoorverlies Deze brochure is de zevende in een reeks Widex-publicaties over het gehoor en aanverwante onderwerpen. Het belang van
Nadere informatieNeonatale gehoordiagnostiek
Neonatale gehoordiagnostiek Hoe je met klikken verder komt Terugkomdag ALGO-screeners 17 januari 2018 Samuel Hoekman klinisch fysicus - audioloog Wat ga ik vertellen Outline Gehoor Gehooronderzoek Screening
Nadere informatieHET SPRAAKTAALSPREEKUUR Het belang van vroeg signaleren
HET SPRAAKTAALSPREEKUUR Het belang van vroeg signaleren Dr. Emmy Konst Alle Taal Centraal 2009 1 Opbouw van de presentatie Inleiding Project vroegsignalering door Sint Marie, MEE Zuidoost-Brabant en Zuidzorg
Nadere informatieHOORTOESTEL OF CI? Dr. Margreet Langereis Dr. Anneke Vermeulen
HOORTOESTEL OF CI? Dr. Margreet Langereis Dr. Anneke Vermeulen Doel van de studie Evaluatie van het spraakverstaan, woordenschat en verbaal IQ bij kinderen met een auditieve beperking Spraakverstaan twee
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28766 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Steggerda, Sylke Jeanne Title: The neonatal cerebellum Issue Date: 2014-09-24 Chapter
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen
(Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen
Nadere informatieVroegsignalering taalontwikkelingsstoornissen Symposium Het jonge kind
Vroegsignalering taalontwikkelingsstoornissen Symposium Het jonge kind 15 december 2016 Drs. F. Sobieraj klinisch linguïst / logopedist Kentalis Een landelijke organisatie gespecialiseerd in diagnostiek,
Nadere informatieSamenvatting. 11 Samenvatting
Samenvatting Cochleaire implantatie (CI) is een ingreep die tot doel heeft de gehoorstoornis van mensen met aangeboren of verworven doofheid te verminderen. Het implantaat stimuleert via elektroden die
Nadere informatieNeonatale gehoorscreening, en daarna
Maastricht University Medical Centre MUMC Neonatale gehoorscreening, en daarna de zorg voor het slechthorende kind JR Hof 27 mei 2014 Gehoorscreening Doel Aantonen van een permanent conductief, perceptief
Nadere informatieInhoud. Gelijk aan gele katern Artikel 4 slechthorend:
é!"#$$ Inhoud - Historie van regelgeving en huidige regelgeving - Enige resultaten van - Overeenkomsten en verschillen tussen kinderen met hoortoestellen en met CI - Voorstellen voor toekomstige regelgeving
Nadere informatiePATIËNTENFOLDER KNO Trommelvliesbuisjes
PATIËNTENFOLDER KNO Trommelvliesbuisjes Inleiding Het plaatsen van trommelvliesbuisjes is vooral bij kinderen één van de meest voorkomende chirurgische ingrepen in Nederland. Alvorens nader in te gaan
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/18641 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/18641 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Vries, Jutte Jacoba Catharina de Title: Congenital cytomegalovirus infection :
Nadere informatieRegeling indicatiecriteria en aanmeldingsformulier leerlinggebonden financiering
Regeling indicatiecriteria aanmeldingsformulier leerlinggebond financiering van 15 Juli 2005 De criteria schematisch weergegev. Schema s criteria per juli 2005 (versie 15 juli) 1 DOV Indicatiecriteria
Nadere informatieWAT GEHOORVERLIES EIGENLIJK BETEKENT
WAT GEHOORVERLIES EIGENLIJK BETEKENT Hoe weet u of u gehoorverlies heeft? De kans is groot dat u de laatste bent die dat weet. De meeste gehoorverliezen ontwikkelen zich namelijk zo geleidelijk dat u het
Nadere informatieHoofdstuk 2 GEHOORSTOORNISSEN. Inleiding. Gehoorstoornissen. Soorten gehoorverlies
Hoofdstuk 2 GEHOORSTOORNISSEN Inleiding Een kan verschillende oorzaken hebben. De gevolgen en de behandeling van de stoornis hangen af van de oorzaak. Dit hoofdstuk beschrijft kort de soorten, de graden
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting
NEDERLANDSE SAMENVATTING 143 Nederlandse samenvatting 144 NEDERLANDSE SAMENVATTING De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt dat psychische gezondheid een staat van welzijn is waarin een individu zich
Nadere informatieDown syndroom. Voorbeeld van transitie
Down syndroom Voorbeeld van transitie Tijdschr Kindergeneeskd 2013 81 nr 4 Down syndroom Trisomie 21 Meest voorkomende chromosomale afwijking bij levend geborenen (1 op 650) Meest voorkomende oorzaak van
Nadere informatieSlechthorendheid op school Wat hoor je te weten in Cluster 2?
Slechthorendheid op school Wat hoor je te weten in Cluster 2? Margot Willemsen Erwin Baas 2015 Inhoud Gehoor Gehoorverlies Onderzoek: wat betekent een audiogram? Hoe klinkt een gehoorverlies Wat mag je
Nadere informatieFunctioneren van het oor / buisjes
Afdeling: Onderwerp: KNO 1 Buisjes Functioneren van het oor Aan het oor onderscheidt men drie delen: uitwendig oor, middenoor en binnenoor. Het uitwendig oor bestaat uit de oorschelp en de uitwendige gehoorgang,
Nadere informatieWelkom op het Informatiemoment Standaard gehoor oktobercyclus
Welkom op het Informatiemoment Standaard gehoor oktobercyclus VOORMIDDAG Inleiding: doelstellingen Doelstelling 1 Doelstelling 3 Casusbespreking Praktische voorbereiding: Hoe gaan we het doen? Overzicht
Nadere informatieHoofdstuk 1. Inleiding.
159 Hoofdstuk 1. Inleiding. Huisartsen beschouwen palliatieve zorg, hoewel het maar een klein deel van hun werk is, als een belangrijke taak. Veel ongeneeslijk zieke patiënten zijn het grootse deel van
Nadere informatieDIFFERENTIAALDIAGNOSTIEK TOS BIJ HET JONGE KIND
DIFFERENTIAALDIAGNOSTIEK TOS BIJ HET JONGE KIND WAP Verschillend Taalvaardig, januari 2018 Els de Jong, klinisch linguïst/logo-akoepedist 1 INHOUD Uniforme Vroegsignalering Taalproblemen door JGZ Verwijzen
Nadere informatieInhoud. Slechthorendheid, hoe zat het ook alweer?
Inhoud Slechthorendheid, hoe zat het ook alweer? Wat hoor je te weten in cluster 2? Gehoor Gehoorverlies Onderzoek: wat betekent een audiogram? Hoe klinkt een gehoorverlies Wat mag je verwachten van hulpmiddelen?
Nadere informatiePento Vroegbehandeling Auditief
Pento Vroegbehandeling Auditief Doelen Een beeld geven van onze doelgroep Onze visie op de behandeling van kinderen met een auditieve beperking toelichten Een beeld geven van ons team en het behandelaanbod
Nadere informatie3.013 OU3,0 - 5 FES. 20,4. College voor Zorgverzekeringen. > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen
3.013 OU3,0-5 FES. 20,4 Zorgverzekeringen > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen Aan de Geschillencommissie van Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen (SKGZ) T.a.v. mevrouw Postbus 291 3700
Nadere informatieFetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING
Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities in Early Childhood Health The Generation R Study Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Sociaal-economische gezondheidsverschillen vormen een groot maatschappelijk
Nadere informatieIndicatie cluster 2 bij kinderen met een CI. Rens Leeuw CI-team Nijmegen Sint-Michielsgestel Viataal
Indicatie cluster 2 bij kinderen met een CI Rens Leeuw CI-team Nijmegen Sint-Michielsgestel Viataal Inhoud - Historie van regelgeving en huidige regelgeving - Enige resultaten van kinderen met CI - Overeenkomsten
Nadere informatieWat is een specifieke taalontwikkelingsstoornis? dr Ellen Gerrits, logopedist Congres TaalStaal 9 november 2012 Koninklijke Auris Groep
Wat is een specifieke taalontwikkelingsstoornis? dr, logopedist Congres 9 november 2012 Koninklijke Auris Groep Over welke kinderen praten we vandaag? Engels: Specific Language Impairment: Is SLI wel zo
Nadere informatie2015061201, v8 FK Achtergrondinformatie Otitis media acuta 1
2015061201, v8 FK Achtergrondinformatie Otitis media acuta 1 5 Consultatiedocument Farmacotherapeutisch Kompas voor registratiehouders Graag reactie voor 30 november 2015 van de registratiehouders die
Nadere informatieDoelstelling van de standaard Gehoor voor het CLB. Cécile GUERIN Vlaamse Wetenschappelijke Vereniging voor Jeugdgezondheidszorg 28 februari 2013
Doelstelling van de standaard Gehoor voor het CLB Cécile GUERIN Vlaamse Wetenschappelijke Vereniging voor Jeugdgezondheidszorg 28 februari 2013 Inhoud van de presentatie Begrippen Neonatale gehoorscreening
Nadere informatieProject. Resultaten (1) Huidige studie. Resultaten (3) Resultaten (2) Begeleiding en zorg ten behoeve van matig slechthorende baby s en peuters
Project Begeleiding en zorg ten behoeve van matig slechthorende baby s en peuters Evelien Dirks en Joke Hoek Onderzoek naar behoeften ouders/professionals Literatuur Instrumenten Producten 2 Huidige studie
Nadere informatieTrommelvliesbuisjes. Dagbehandeling / kort verblijf
Trommelvliesbuisjes Dagbehandeling / kort verblijf Beter voor elkaar 2 Inleiding Omdat uw kind regelmatig last heeft van oorklachten, zoals oorpijn, pijn bij het slikken en minder goed horen, heeft de
Nadere informatieHet gehoor van mijn kind. Informatiebrochure
Het gehoor van mijn kind Informatiebrochure Inhoud 1 Werking van het oor 4 2 Soorten gehoorverlies en behandeling 5 3 Hoe onderzoekt de arts het gehoor? 7 3.1 Oto-akoestische emissies (OAE) 7 3.2 BERA
Nadere informatieTrommelvliesbuisjes. Informatiebrochure
Trommelvliesbuisjes Informatiebrochure Inhoud 1 Wanneer wordt een trommelvliesbuisje geplaatst? 5 2 Wat is een trommelvliesbuisje? 6 3 Hoe wordt een trommelvliesbuisje geplaatst? 7 4 Hoe lang moet een
Nadere informatieSamenvatting SAMENVATTING
SAMENVATTING Introductie Dit proefschrift geeft het theoretische en experimentele werk weer rondom de auditieve en cognitieve mechanismen van het top-down herstel van gedegradeerde spraak. In het dagelijks
Nadere informatieDe Effectiviteit van het Daltononderwijs
De Effectiviteit van het Daltononderwijs Patrick Sins & Symen van der Zee Pedagogiek & Onderwijs, Saxion Hogescholen, Postbus 501, 7400 AM Deventer { p.h.m.sins, s.vanderzee}@saxion.nl Aanleiding en probleemstelling
Nadere informatieNeonatale gehoorscreening het belang van de etiologische diagnostiek
Neonatale gehoorscreening het belang van de etiologische diagnostiek Dr. Anneke Meuwese-Jongejeugd, programmacoordinator neonatale gehoorscreening Centrum voor Bevolkingsonderzoek RIVM Heel hartelijk gefeliciteerd
Nadere informatieKNO. Trommelvliesbuisjes. Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep
KNO Trommelvliesbuisjes Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep Het plaatsen van trommelvliesbuisjes is - vooral bij kinderen - één van de meest voorkomende
Nadere informatieEtiologisch onderzoek naar slechthorendheid op de kinderleeftijd. Sarina Kant & Rosanne van Velzen 27-09-2013
Etiologisch onderzoek naar slechthorendheid op de kinderleeftijd Sarina Kant & Rosanne van Velzen 27-09-2013 Etiologisch onderzoek naar slechthorendheid op de kinderleeftijd Richtlijn Multidisciplinaire
Nadere informatieCongenitale slechthorendheid
Congenitale slechthorendheid Anamnese Aat Neon is een premature boreling (32 weken) die beademd moet worden omwille van respiratoire insufficiëntie. Als Aat gunstig evolueert en het moment nadert waarop
Nadere informatieHET GEHOOR GEHOORMETINGEN HOE HOORT EEN GEHOORGESTOORDE?
Borggravevijversstraat 9 3500 Hasselt Tel. 011 22 25 93 Fax. 011 24 20 14 E-mail: info@welcom-vzw.be http://www.welcom-vzw.be HET GEHOOR GEHOORMETINGEN HOE HOORT EEN GEHOORGESTOORDE? Deze bundel werd samengesteld
Nadere informatieSummary & Samenvatting. Samenvatting
Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische
Nadere informatietrommelvliesbuisjes Informatie voor ouders / verzorgers
trommelvliesbuisjes Informatie voor ouders / verzorgers Uw kind krijgt trommelvliesbuisjes In overleg met uw KNO-arts krijgt uw kind trommelvliesbuisjes. Uw kind wordt voor deze operatie één dagdeel opgenomen
Nadere informatieRichtlijn JGZ-richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen
Richtlijn JGZ-richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen Inleiding Aanleiding In Nederland werden in 2008 in totaal 13.649 kinderen (7,7% van alle pasgeborenen) te vroeg (zwangerschapsduur
Nadere informatieInformatieavond leerkrachten en pedagogisch medewerkers van slechthorende kinderen. Yvonne Simis, klinisch fysicus-audioloog 4 oktober 2012
Informatieavond leerkrachten en pedagogisch medewerkers van slechthorende kinderen Yvonne Simis, klinisch fysicus-audioloog 4 oktober 2012 Programma 19.30 Opening en inleiding audiologie door: Yvonne Simis,
Nadere informatienazorg-poli neonatale intensive care unit
nazorg-poli neonatale intensive care unit inleiding Door vroeggeboorte en/of problemen voorafgaand aan, of rondom de bevalling, verbleef uw kind op de Neonatale Intensive Care Unit (NICU) van ons ziekenhuis.
Nadere informatieGehoorverlies bij kinderen
Libra Audiologie Gehoorverlies bij kinderen Onlangs heeft u de mededeling gekregen dat uw kind slechthorend is. Er komt dan ineens veel op u af, er zijn zoveel vragen te stellen en beslissingen te nemen.
Nadere informatieHet gehoor van kinderen. Een gids voor ouders
Het gehoor van kinderen Een gids voor ouders Inhoud Bouwen aan de toekomst 3 Ons gehoor 4 Gehoorverlies bij kinderen 7 Mijlpalen in de communicatie 12 Tekenen van gehoorproblemen 15 Signalen en preventie
Nadere informatieEXPERTS IN HOREN, SPREKEN EN VERSTAAN. Groepsactiviteiten. Voor gezinnen met een slechthorend of doof kind tot de leeftijd van vijf jaar
EXPERTS IN HOREN, SPREKEN EN VERSTAAN Groepsactiviteiten Voor gezinnen met een slechthorend of doof kind tot de leeftijd van vijf jaar Pento Vroegbehandeling biedt behandeling en begeleiding aan kinderen
Nadere informatieAUDIOLOGISCH CENTRUM HOLLAND NOORD ALKMAAR. Het AC als centrum voor Spraaktaaldiagnostiek
AUDIOLOGISCH CENTRUM HOLLAND NOORD ALKMAAR Het AC als centrum voor Spraaktaaldiagnostiek Het spraaktaalteam van het ACHN Multidisciplinair team bestaat uit: Gedragswetenschappers (orthopedagogen/psychologen)
Nadere informatieRichtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)
Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) 2. Introductie slaapproblemen Deze introductie beschrijft de definitie van slaapproblemen en slaapstoornissen, de prevalentie en de gevolgen
Nadere informatieVaccineren tegen Diarree; Wel of Niet? (of een beetje ) Patricia Bruijning-Verhagen
Vaccineren tegen Diarree; Wel of Niet? (of een beetje ) Patricia Bruijning-Verhagen Patient SEH, 10 uur s avonds Joanna, 20 maanden oud Verpleegkundige belt: bedreigd kind Bij binnenkomst: Lethargisch
Nadere informatieVoorbereiding van de implementatie van de standaard: 1 e kleuters
Geachte directie, Beste CLB-verpleegkundige en CLB-arts, Beste VWVJ-lid of sympathisant, Praktijktoets Het schooljaar is volledig op dreef gekomen. Even zo de praktijktoets. Een aantal centra zijn al volop
Nadere informatieZwangerschap bij een chronische darmziekte
Maag-, Darm- en Leverziekten Zwangerschap bij een chronische darmziekte www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Vruchtbaarheid... 3 Erfelijkheid... 4 Medicijnen... 4 Invloed chronische darmziekte op de zwangerschap...
Nadere informatieProtocol Project Uniforme signalering spraaktaalproblemen. kinderen INHOUD
Protocol Project Uniforme signalering spraaktaalproblemen bij jonge kinderen Versie geïntegreerd model van Wiechen 2/jarigen 1 november 2011 INHOUD 1. Inleiding 2. Taal A. De normale taalontwikkeling en
Nadere informatieTaalontwikkeling bij kinderen met 22q11.2DS
Taalontwikkeling bij kinderen met 22q11.2DS STUDIEDAG STICHTING 22Q11 19 NOVEMBER 2017 FRANK WIJNEN 1 cognitieve psychologie neuroscience Taal - spraak - communicatie Taal: mentaal systeem dat mensen in
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) SAMENVATTING Jaarlijks wordt 8% van alle kinderen in Nederland prematuur geboren. Ernstige prematuriteit heeft consequenties voor zowel het kind als de ouder. Premature
Nadere informatiehoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen
Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,
Nadere informatieHoortoestelaanpassing bij kinderen met het Down Syndroom
Hoortoestelaanpassing bij kinderen met het Down Syndroom Sander Ubbink klinisch fysicus audioloog i.o. academisch ziekenhuis Maastricht inhoud: prevalentie otologische problemen diagnostiek rehabilitatie
Nadere informatieTrommelvliesbuisjes. volwassenen KNO. alle aandacht
Trommelvliesbuisjes bij volwassenen KNO alle aandacht Trommelvliesbuisjes bij volwassenen Algemeen Er is in overleg met u besloten tot het plaatsen van een trommelvliesbuisje. Gemakshalve wordt in de rest
Nadere informatieVroege onderkenning van perceptief gehoorverlies (neonatale gehoorscreening)
Vroege onderkenning van perceptief gehoorverlies (neonatale gehoorscreening) Samenvatting Definitie en voorkomen Een perceptief gehoorverlies is het resultaat van een probleem ter hoogte van het binnenoor
Nadere informatieHoe verloopt de muzikale ontwikkeling bij dove en slechthorende kinderen En de invloed die de ontwikkeling van het Cochleair Implant daar op heeft
Hoe verloopt de muzikale ontwikkeling bij dove en slechthorende kinderen En de invloed die de ontwikkeling van het Cochleair Implant daar op heeft Marianne Bloemendaal Inleiding Zingen en musiceren, ondersteunt
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/32551 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/32551 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Krol, Charlotte Georgette Title: Pitfalls in the diagnosis and management of skeletal
Nadere informatieAllochtone doven Zij hebben naast hun doofheid ook nog te maken met een andere cultuur dit maakt hen tot een aparte
Werkstuk door een scholier 1537 woorden 15 januari 2004 6,7 94 keer beoordeeld Vak ANW Doofheid Soorten doofheid Bij het vaststellen van de soorten doofheid wordt er gekeken naar de volgende afwijkingen:
Nadere informatieChapter 10. Samenvatting
Chapter 10 Samenvatting Samenvatting 149 Dit proefschrift richt zich op symptomen van neonatale adaptatie (NA) na blootstelling aan selectieve antidepressiva (SA) in utero. Deze symptomen zijn meestal
Nadere informatieDefinitie van doofblindheid. Doofblindheid is een combinatie van doofslechthorendheid
Definitie van doofblindheid. Doofblindheid is een combinatie van doofslechthorendheid en blind-slechtziendheid. Doofblindheid belemmert mensen in hun communicatie, het verwerven van informatie en de mobiliteit.
Nadere informatieChapter. Samenvatting
133 Chapter Samenvatting 134 Samenvatting 135 Samenvatting Een cochleair implantaat is een elektronische binnenoorprothese die is ontwikkeld om geluid om te zetten in elektrische pulsen om zodoende de
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting GENETISCHE EN RADIOLOGISCHE MARKERS VOOR DE PROGNOSE EN DIAGNOSE VAN MULTIPLE SCLEROSE Multiple Sclerose (MS) is een aandoening van het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg)
Nadere informatieToolkit Slechthorendheid
Doel Het vaststellen van slechthorendheid; Het aanbieden van de juiste therapieën en/of hoorhulpmiddelen; Het voorkomen van communicatiestoornissen en sociaal isolement. Achtergrond Definitie In Nederland
Nadere informatieVroegtijdige opsporing gehoorstoornissen in de leeftijd van 4-19 jaar
Vroegtijdige opsporing gehoorstoornissen in de leeftijd van 4-19 jaar N. Uilenburg, A. Meuwese, P. Brienesse, Th. Goverts, G. Spaai & J. Meloen Noëlle Uilenburg NSDSK NVA Najaarsvergadering 2009 Onderdelen
Nadere informatieMRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie
MRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie Department of Pediatrics / Child Neurology Center for Childhood White Matter Disorders VU University Medical Center Amsterdam, NL Hersenen en
Nadere informatieHet gehoor van kinderen. Een gids voor ouders
Het gehoor van kinderen Een gids voor ouders De toekomst vormgeven 3 4 6 9 10 12 16 19 Inhoud De toekomst vormgeven Hoe het gehoor werkt Leren horen en luisteren Tekenen van gehoorproblemen De volgende
Nadere informatieSAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104
Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,
Nadere informatieBijlage I Indicatoren en kwaliteitsnormen
Bijlage I Indicatoren en kwaliteitsnormen Aanpassingen per 1 januari 2015 Definities normen, streefwaarden en n Norm Doel: Definitie: bewaken van de publieke waarden van de uitvoering. is een minimale
Nadere informatieTrommelvliesbuisjes voor volwassenen
Trommelvliesbuisjes voor volwassenen Inleiding Deze folder heeft tot doel u informatie te geven over het plaatsen van trommelvliesbuisjes. Het plaatsen van trommelvliesbuisjes vindt plaats wanneer de buis
Nadere informatieIn CANG aanwezig. landelijke TNO- NICU database. Termijn$ I ja tekst. I ja tekst. I ja tekst. I ja tekst.
Wordt gereviseerd. Nieuwe versie oktober 2017 op de website Minimale gegevensset voor de neonatale gehoorscreening door de Jeugdgezondheidszorg Ontwikkeld door C.P.B. van der Ploeg en P. van Dommelen TNO
Nadere informatieOnderwijsindicatiestelling van slechthorende kinderen
Onderwijsindicatiestelling van slechthorende kinderen 1. De indicatiestelling van slechthorende kinderen 2. Casuïstiek Annemiek Voor in t Holt Lectoraat Dovenstudies 1 Korte introductie Lectoraat Dovenstudies
Nadere informatieProducten. Onderwijs. Zorg. Audiologisch Centrum - Multidisciplinaire diagnostiek. - Basis- en voortgezet onderwijs Cluster 2 - Ambulante begeleiding
Doelgroep Kinderen en volwassen van alle leeftijden waarbij een vermoeden van of sprake is van problemen op het gebied van: - Gehoor - Spraak en taal - Communicatie Producten Onderwijs - Basis- en voortgezet
Nadere informatieHandreiking. Verminderd gehoor
Handreiking Verminderd gehoor Handreiking Verminderd gehoor Doelgroep Ouderen: - Met klachten van gehoorverlies. ¹ ² ³ - Met door omgeving of uzelf (geuite) vermoedens van slechthorendheid. ¹ ⁴ - Met klachten
Nadere informatie