Risicoscreening bij ouderen in het ziekenhuis

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Risicoscreening bij ouderen in het ziekenhuis"

Transcriptie

1 Risicoscreening bij ouderen in het ziekenhuis Implementatie van screening door de fysiotherapie op val- en fysieke beperkingrisico s Juli 2014 In opdracht van: Koninklijk Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuisfysiotherapie (NVZF) Door: Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) Hogeschool van Amsterdam (HvA) Drs. Juultje Sommers, AMC Drs. Siebrand Zoethout, Deventer Ziekenhuis Drs. Di-janne Barten, NIVEL Dr. Petra Siemonsma, TNO Dr. ir. Sandra Bausch-Goldbohm, TNO Dr. Roos van Swigchem, HvA Prof. dr. Nico van Meeteren, TNO en UM-MUMC + Prof. dr. Raoul Engelbert, HvA en AMC

2 Voorwoord Voor u ligt het rapport van het implementatieproject Risicoscreening bij ouderen in het ziekenhuis, implementatie van screening door de fysiotherapie op val- en fysieke beperkingrisico s. Het project is uitgevoerd in 24 ziekenhuizen onder auspiciën van de Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) en de Hogeschool van Amsterdam (HvA) in opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuisfysiotherapie (NVZF) en het Koninklijk Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF). Medewerkers aan het project waren: Juultje Sommers, MSc, fysiotherapeut in het AMC/ OLVG, Siebrand Zoethout, MSc, fysiotherapeut en kwaliteitsmedewerker in het Deventer Ziekenhuis, Di-Janne Barten, MSc, fysiotherapeut en onderzoeker bij het NIVEL, dr. Petra Siemonsma, fysiotherapeut en bewegingswetenschapper bij TNO, dr. ir. Sandra Bausch- Goldbohm, epidemioloog bij TNO, dr. Roos van Swigchem, docent Fysiotherapie aan de HvA, prof. dr. Nico van Meeteren, Hoogleraar UM-MUMC en directeur innovatiegebied Levenslang Gezond van TNO, prof. dr. Raoul Engelbert, opleidingsmanager en hoogleraar aan de HvA/AMC. Speciale dank gaat uit naar de fysiotherapeuten in de uitvoerende ziekenhuizen die zich ingezet hebben om dit implementatieproject te laten welslagen: Hagaziekenhuis, Den Haag Ziekenhuisgroep Twente, Almelo Diaconessenhuis, Leiden BovenIJ ziekenhuis, Amsterdam Medisch Centrum Alkmaar, Alkmaar Isala Klinieken, Zwolle Ziekenhuis Bethesda, Hoogeveen Kennemer Gasthuis, Haarlem MCH Westeinde, den Haag/MCH Antoniushove, Leidschendam Zuwe Hofpoort Ziekenhuis, Woerden/Fysiotherapeuten Maatschap, Woerden Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, A'dam Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Amsterdam Ziekenhuis St Jansdal, Harderwijk Diaconessenhuis, Meppel Ziekenhuis Tergooi, Hilversum Deventer Ziekenhuis, Deventer Westfriesgasthuis, Hoorn Gemini Ziekenhuis, Den Helder Medisch Centrum Leeuwarden, Leeuwarden Saxenburgh Groep Röpcke-Zweers Ziekenhuis, Hardenberg Ziekenhuis Nij Smellinghe, Drachten Scheper Ziekenhuis, Emmen Maasziekenhuis Pantein, Boxmeer Albert Schweitzer Ziekenhuis, Dordrecht 1

3 Inhoud Samenvatting - Factsheet... 3 Inleiding... 4 Methode... 5 Deelnemers en deelnemende ziekenhuizen... 5 Procedure... 5 Dataverzameling en verwerking... 7 Resultaten... 8 Deelnemende ziekenhuizen... 8 Demografische gegevens van de deelnemers... 9 VMS-screening FT-screening Indicatie fysiotherapie tijdens verblijf in het ziekenhuis Ontslag Discussie en aanbevelingen Conclusie Literatuurlijst

4 Samenvatting - Factsheet Risicoscreening bij ouderen in het ziekenhuis Implementatie van screening door de fysiotherapie op val- en fysieke beperkingrisico s Achtergrond Het is van belang ouderen die bij ziekenhuisopname verhoogde risico s hebben op een val en/of op functionele achteruitgang vroegtijdig te identificeren, om met preventieve interventies onnodig vallen en/of functieverlies te voorkomen. Dit rapport evalueert de implementatie van een screeningsprocedure op deze risico s in 24 ziekenhuizen. Figuur: tweetraps-screeningsprocedure Screeningsprocedure De screeningsprocedure bestaat uit twee treden: I. VMS-screening: middels het Veiligheidsmanagement Systeem naar de risico s op vallen en fysieke beperking, II. FT-screening: screening door een fysiotherapeut bij personen die bij de VMSscreening een verhoogd risico bleken te hebben. FT-screening bestaat uit: Timed Up & Go test (TUG) bij een verhoogd valrisico De Morton Mobility Index (DEMMI) bij een verhoogd risico op fysieke beperkingen Resultaten VMS-screening: bij 84% van alle ouderen uitgevoerd bij 60% van alle ouderen uitgevoerd met volledige registratie van uitkomsten 46% van VMS-screenings leidt tot doorverwijzing voor FT-screening FT-screening: bij 84% van alle verwijzingen uitgevoerd, waarvan 81-86% met volledige registratie 77% van FT-screenings leidt tot doorverwijzing voor behandeling fysiotherapie Totale screeningsprocedure: 25% van alle ouderen die werden opgenomen (65% van de ouderen die bij VMS-screening een verhoogd risico hadden) ontving fysiotherapie na de screeningsprocedure. Conclusies De kracht van het project is de bottom-up ontwikkeling ervan, met een hoge mate van participatie van de fysiotherapeuten. Resultaat: een aanmerkelijke verbetering ten opzichte van de beginsituatie, waarin screening pas in de ontslagfase plaatsvond. Verbeterpunten: o tenminste 16% van ouderen ondergaat de VMS-screening niet. o 16% van alle verwijzingen voor FTscreening wordt niet uitgevoerd. o Consistentie in het gebruik van klinimetrie en registratie van bevindingen is beperkt, met grote verschillen tussen ziekenhuizen. Aanbevelingen voor vervolg Centrale sturing in alle fasen van het project, Focus op (naleving van per protocol overeengekomen) gebruik van klinimetrie in de noodzakelijke interventie na identificatie van de doelgroep, Verhoging van de implementatiegraad van screening, met name de VMS-screening, door fysiotherapeutische inbreng. 3

5 Inleiding Het aantal ouderen dat in het ziekenhuis wordt opgenomen groeit en zal naar verwachting in de nabije toekomst nog sterker groeien. 1 Een ziekenhuisopname is voor ouderen, met name kwetsbare ouderen, niet zonder risico, omdat zij een grotere kans lopen op ernstig functieverlies voor, tijdens en na de opname. 2-4 Het is daarom van belang de ouderen die dergelijk risico lopen vroegtijdig te identificeren, om zo met tijdige, gerichte interventie onnodig functieverlies bij hen te voorkomen. In 2008 is het Veiligheid Management Systeem (VMS) geïntroduceerd middels het Veiligheidsprogramma 5 in samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), Nederlandse Federatie van Universitaire Medische Centra (NFU), Orde van Medisch Specialisten (OMS) en Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN). Binnen het Veiligheidsprogramma is de kwetsbare oudere een van de thema s. Ten behoeve van dit thema is een screeningsbundel samengesteld ter identificatie van kwetsbare ouderen die in het ziekenhuis worden opgenomen. De screening is gericht op vier risico s: het risico op delier, vallen, ondervoeding en fysieke beperking. In 2011 was de VMS-screeningsbundel nog nauwelijks geïmplementeerd in de Nederlandse ziekenhuizen. De NVZF/KNGF heeft toen het initiatief genomen tot het hier beschreven implementatieproject voor een screeningsprocedure. Het primaire doel van het project was om ouderen met valrisico en/of risico op fysieke beperking vroegtijdig tijdens ziekenhuisopname te identificeren. Hiernaast beoogde het project de kwaliteit van de ziekenhuisfysiotherapie te verbeteren door het implementeren van klinimetrie (het stimuleren van het meten alsook het uniformeren van metingen), en de zichtbaarheid van de ziekenhuisfysiotherapie te vergroten door aansluiting te zoeken met het VMS-project. Daarom werd een procedure ontwikkeld die aansloot bij het deel van de VMSscreeningsbundel dat gericht is op screening op valrisico en risico op fysieke beperking. De implementatie van de ontwikkelde screeningsprocedure is gedurende een jaar gevolgd in de deelnemende ziekenhuizen. Door evaluatie van deze gegevens beoogt het huidige rapport de praktische haalbaarheid van de implementatie te objectiveren en evalueren, en aanbevelingen te doen voor toekomstig onderzoek en patiëntenzorg. 4

6 Methode Deelnemers en deelnemende ziekenhuizen Alle Afdelingen Fysiotherapie van Nederlandse ziekenhuizen (n=107) werden in het voorjaar van 2011 via de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisfysiotherapie (NVZF) uitgenodigd om deel te nemen aan het project. De Fysiotherapieafdelingen selecteerden zelf de klinische afdelingen van hun ziekenhuis voor deelname aan het project. Meestal werden hiervoor afdelingen gekozen waar veel ouderen verbleven die niet primair voor mobiliteitsproblemen waren opgenomen, en daarom relatief vaak niét standaard danwel op indicatie/verwijzing door een fysiotherapeut gezien werden. Per ziekenhuis mochten maximaal 100 deelnemers voor het project worden geïncludeerd. Alle patiënten van 70 jaar of ouder die op de geselecteerde afdelingen werden opgenomen kwamen voor inclusie in aanmerking. Exclusiecriteria waren een opnameduur minder dan 24 uur (bijvoorbeeld dagopnames), opname op ICU, of opname in verband met een orthopedische ingreep, CVA of thoraxchirurgie. Reden hiervoor was het bestaan van protocollen voor revalidatie voor deze doelgroepen, danwel een hoge impact van de heersende pathologie (ICU). Procedure Figuur 1 laat de tweetraps-screening zien die de deelnemers doorliepen. De eerste trede bestond uit de VMS-screening op valrisico en fysieke beperking, die binnen 24 na opname uitgevoerd diende te worden. In de tweede trede werden ouderen die bij deze VMSscreening als risicodragend waren geïdentificeerd, binnen 48 uur na opname verder gescreend door een fysiotherapeut (FT-screening). Figuur 1: Flow-chart van de patiëntenstroom in de screeningsprocedure. VMS-screening: Screening volgens het programma van het Veiligheidmanagementsysteem, FT-screening: Fysiotherapeutische screening. Hoewel ontslagscreening niet tot het protocol van het project behoorde (onderbroken lijnen), is wel geëvalueerd of deze werd uitgevoerd. 5

7 De VMS-screening voor valrisico bestond uit de vraag of de patiënt in de zes maanden voorafgaand aan de opname een val had doorgemaakt. Een positief antwoord van de oudere of diens vertegenwoordiger op deze vraag vormde de indicatie voor verdere fysiotherapeutische screening (FT-screening) naar valrisico. De VMS-screening voor risico op fysieke achteruitgang bestond uit de Katz-ADL. 6 De Katz-ADL is een vragenlijst bestaande uit 6 items die de mate van zelfstandigheid in het algemeen dagelijks leven in kaart brengen. Voorop stond dat een meetinstrument gebruikt werd bij de VMS-screening. De fysiotherapeuten waren vrij om, in plaats van de Katz-ADL, een ander screeningsinstrument te gebruiken, zoals de meetlijst Identification of Seniors at Risk (ISAR) 7 of de Barthel Index (BI). 8 Bij een score 2 op de Katz-ADL of ISAR was er een indicatie voor verdere FT-screening naar fysieke beperking. Indien er op basis van de VMS-screening een indicatie voor FT-screening bestond, moest een verwijzing voor FT-screening worden uitgeschreven en diende de screening vervolgens binnen 48 uur na opname plaats te vinden. Bij een indicatie voor FT-screening naar valrisico werd de Timed Up & Go test (TUG) 9 uitgevoerd en de score genoteerd. De TUG meet de tijd die nodig is om op te staan uit een stoel, 3 meter op comfortabele snelheid te lopen, om te keren, terug te lopen en weer te gaan zitten. Hoewel de voorspellende waarde van de TUG voor het valrisico beperkt is gebleken, wordt de TUG in de kliniek toch als gangbare, praktische en snelle test toegepast om het valrisico te objectiveren. Tot op heden is er geen wetenschappelijke evidentie voor de afkapwaarde die gehanteerd dient te worden om valrisico te definiëren. 12 Er wordt bovendien geadviseerd om het valrisico niet alleen op de TUG-waarde te baseren, maar additionele informatie in de inschatting te betrekken. 11, 12 In het huidige project werd aan de fysiotherapeuten gevraagd op basis van eigen expertise en inzicht in te schatten of de deelnemer valgevaarlijk was. Bij een indicatie voor FT-screening naar fysieke beperking werd de De Morton Mobility Index (DEMMI) 13 toegepast en de score genoteerd. De DEMMI bestaat uit 15 activiteiten die door de patiënt worden uitgevoerd en waarvan de fysiotherapeut de uitvoering beoordeelt (score 0, 1 of 2). 14, 15 Een hoge DEMMI-score duidt op een hoge mate van zelfstandige mobiliteit van de patiënt. De ontwerpers van de DEMMI hebben zelf een intrabeoordeelaarsbetrouwbaar-heid: pearson s r = 0.92 (95% BI ) 16 waargenomen en een interbeoordelaarsbetrouwbaarheid: pearson s r = 0.94 ( ). 13 De constructvaliditeit, waargenomen door dezelfde onderzoekers: Spearman r tussen Barthel 13, 17 Index en DEMMI: Over de predictieve validiteit van de DEMMI voor fysieke achteruitgang is geen wetenschappelijke evidentie beschikbaar. Ook voor de afkapwaarde die hierbij het beste gehanteerd kan worden is geen evidentie voorhanden. In het onderhavige project is aan de fysiotherapeuten gevraagd de inschatting van het risico op fysieke achteruitgang te maken op basis van eigen expertise en inzicht, congruent aan de werkwijze bij de inschatting van het risico op vallen. Deelnemers die op basis van de tweetraps-screening een indicatie voor fysiotherapie hadden voor valrisico en/of risico op fysieke beperkingen, ontvingen behandeling naar inzicht van de behandelend fysiotherapeut. Karakteristieken van de fysiotherapie vielen buiten de focus van het huidige project. Extra screenings met TUG en DEMMI in de loop van het behandeltraject of bij ontslag waren niet geprotocolleerd. Wel werd gevraagd om te noteren of dergelijke screenings werden uitgevoerd. 6

8 De kwaliteit van de implementatie werd geëvalueerd aan de hand van procesindicatoren die kwantificeerden in welke mate de screening werd toegepast en doorverwijzing plaatsvond. De belangrijkste indicatoren waren: (1) de mate waarin de VMS-screening werd uitgevoerd en, indien uitgevoerd, het moment van uitvoering t.o.v. het moment van opname, (2) de mate waarin de FT-screening werd uitgevoerd bij deelnemers voor wie FT-screening was aangevraagd en, indien uitgevoerd, het moment van uitvoering t.o.v. het moment van opname, (3) de mate van terechte en onterechte doorverwijzen voor FT-screening en de mate van doorverwijzing voor fysiotherapeutische behandeling na FT-screening. Dataverzameling en verwerking De data werden door de uitvoerende fysiotherapeuten ingevoerd in een invul-databestand (Microsoft Office Excel; ter inzage bij S. Zoethout, Deventer Ziekenhuis). De eindverantwoordelijkheid voor het totale databestand per locatie lag altijd bij een fysiotherapeut die deelnam aan het implementatieproject. Aan het einde van de projectperiode werd het databestand naar de implementatie-evaluator toegestuurd. Deze importeerde de data in een statistisch software pakket (IBM SPSS statistics). Basisbewerkingen vonden plaats, zoals het genereren van leeftijden, opnameduur etc. uit geboorte- en opnamedata en het genereren van missing values waar data ontbraken. Vervolgens werden de uitkomsten op de kwaliteitsindicatoren geëvalueerd middels beschrijvende statistiek. 7

9 Ziekenhuis Totaal aantal patiënten Ja Nee Niet geregistreerd Valrisico Fysieke beperkingen Beide Behandeling ivm valrisico Behandeling ivm fysieke beperkingen Behandeling ivm beide Geen behandeling Resultaten Deelnemende ziekenhuizen De Fysiotherapieafdelingen van 24 ziekenhuizen hebben deelgenomen aan het project. In juni 2011 is het project van start gegaan met de eerste 11 ziekenhuizen en in juni 2012 konden de gegevens van 20 ziekenhuizen worden geanalyseerd (Tabel 1). Per ziekenhuis werden gemiddeld 43 (range 9-100) deelnemers geïncludeerd. Deze omvangrijke database was echter op verschillende plaatsen minder consistent. Zo was de registratie van de uitkomsten op de verschillende screeningsinstrumenten onvolledig, was de uitval in de loop van de screeningsprocedure minder inzichtelijk en ontbraken er soms demografische gegevens. In de volgende resultatensectie is steeds weergegeven voor hoeveel deelnemers elk van de uitkomsten geregistreerd was. Tabel 1: Aantal deelnemers per ziekenhuis met toegepaste screenings VMS screening FT screening Uitkomst FT screening uitgevoerd uitgevoerd Total

10 Afdeling Totaal aantal patiënten Ja Nee Niet geregistreerd Valrisico Fysieke_beperkingen Beide Behandeling ivm valrisico Behandeling ivm fysieke beperkingen Behandeling ivm beide Geen behandeling Demografische gegevens van de deelnemers In totaal waren er 860 deelnemers aan het project. Alle deelnemers waren 70 jaar (gemiddelde leeftijd 81,4 [SD 6,7 jaar; range jaar]; 58% vrouwen en 42% mannen). Van 830 deelnemers werd de wijze van opname genoteerd: bij 74,8% van deze deelnemers was dit via de spoedafdeling, 20,1% via een electief traject en 5,1% via de polikliniek. Voor 855 deelnemers werd de verblijfsafdeling genoteerd (Tabel 2). Hierbij valt op dat het grootste deel van de deelnemers (54,9%) werd opgenomen op de afdeling Interne Geneeskunde. De duur van de ziekenhuisopname was 6,0 [0-34] dagen (mediaan, [range]). Tabel 2: Aantal deelnemers per klinische afdeling met toegepaste screenings VMS screening FT screening Uitkomst FT screening uitgevoerd uitgevoerd Interne geneeskunde (Neuro/Cardio)- Chirurgie Cardiologie Longziekten Geriatrie Acute zorg Oncologie Neurologie Orthopedie Reumatologie Anders niet geregistreerd Totaal Van 831 deelnemers werd geregistreerd wat de woonplaats voor opname was en voor 795 deelnemers werd de ontslagbestemming geregistreerd. Tabel 3 toont de woonplaats van de deelnemers voor en na ziekenhuisopname. Hieruit blijkt dat 10% minder deelnemers zelfstandig woonden na ontslag dan voor opname, terwijl 7% meer deelnemers in het verpleeghuis verbleef na ontslag dan voor de opname. 9

11 Tabel 3: Woonplaats voor en na ziekenhuisopname Woonplaats Voor opname (%) (n=831) Na ontslag (%) (n=795) Zelfstandige woonsituatie 79,8 69,9 Verzorgingshuis 12,4 12,6 Verpleeghuis 4,8 11,8 Revalidatiecentrum 0,5 0,5 Ander ziekenhuis 2,5 - Overleden - 5,2 VMS-screening Er is voor 726 deelnemers (84%) aangegeven dat de VMS-screening is uitgevoerd, maar voor slechts 518 deelnemers (60%) werden de uitslagen van de VMS-screening ook volledig geregistreerd. De resultaten daarvan zijn weergegeven in Figuur 2a. Er was een verhoogd valrisico voor 57 deelnemers, risico op fysieke beperking bij 93 deelnemers, zowel valrisico als risico op fysieke beperking bij 138 deelnemers en geen risico bij 230 deelnemers. Hoewel de volledige uitslag op de VMS-screening slechts voor 518 deelnemers werd geregistreerd, werden de uitslagen soms wel gedeeltelijk geregistreerd: alleen de uitslag van de valscreening en niet van de screening op fysieke beperking, of vice versa. Voor een totaal van 683 deelnemers (79%) werd de uitslag op de valscreening genoteerd. De uitslag van de screening op fysieke beperking werd geregistreerd voor een totaal van 625 deelnemers (73%). Hiertoe werden de Katz-ADL (n=570) en/of de ISAR (n=56) gebruikt. Een aantal ziekenhuizen hanteerde de Barthel Index als alternatief voor de Katz-ADL (n=73). De deelnemers bij wie dit het geval was zijn in het overzicht niet opgenomen. Voor 431 deelnemers werd genoteerd wie de VMS-screening uitvoerde: in 92,3% was dit een verpleegkundige en in 7,7% (één ziekenhuis) een fysiotherapeut. Voor 699 deelnemers werd het moment van VMS-screening genoteerd; dit was in 90,3% binnen een dag na opname en in 9,7% op de tweede dag of later. Tabel 1 en 2 tonen hoe vaak de verschillende ziekenhuizen, respectievelijk opnameafdelingen, de VMS-meting wel of niet uitvoerden. Figuur 2b laat zien dat voor 335 deelnemers daadwerkelijk FT-screening werd aangevraagd en voor 381 deelnemers niet (totaal: n=716): de aanvragen waren voor valrisico (n=55), fysieke beperking (n=138) of beide (n=142). Doordat de beslissing om FT-screening wel of niet aan te vragen soms was gebaseerd op een VMS-screening waarvan de testuitslagen niet of slechts gedeeltelijk waren genoteerd, is het aantal proefpersonen voor wie daadwerkelijk een aanvraag is gedaan (Figuur 2b) hoger dan het aantal proefpersonen waarvoor een volledige VMS-screening is genoteerd (Figuur 2a). Slechts bij 27 proefpersonen (4%) bleek de daadwerkelijke aanvraag voor FT-screening niet overeen te komen met de genoteerde uitslag van de screeningstesten. 10

12 Figuur 2: Resultaten van de implementatie. VMS-screening: screening volgens het programma van het Veiligheidmanagementsysteem. FT-screening: fysiotherapeutische screening.. De implementatiegraad kan verbeteren door de instroom in fase a en de doorstroom van fase b naar fase c te verhogen. FT-screening De FT-screening werd daadwerkelijk uitgevoerd bij 282 (84%) van de 335 deelnemers voor wie dit was aangevraagd (zie Figuur 2c), waarbij voor 205 deelnemers ook daadwerkelijk de DEMMI-score werd geregistreerd (i.e. 86% van de personen bij wie de DEMMI werd uitgevoerd) en voor 142 deelnemers een bevinding op de TUG (i.e. 81% van de personen bij wie de TUG is uitgevoerd). Voor 92 deelnemers voor wie een bevinding op de TUG werd geregistreerd, bestond deze bevinding uit de tijdscore op de TUG, voor 42 was dit de constatering dat de TUG niet uitvoerbaar was en voor de overige deelnemers was dit een beoordeling van de kwaliteit van lopen. De uitkomsten op de TUG en DEMMI bij opname (T 0 ) worden getoond in Tabel 4. Voor 218 deelnemers (65%) van de deelnemers voor wie FT-screening was aangevraagd concludeerde de fysiotherapeut dat de doorverwijzing terecht was: voor hen werd fysiotherapeutische behandeling aangevraagd (Figuur 2d). Voor 51 deelnemers (15%) voor wie FT-screening was aangevraagd bleek de doorverwijzing niet terecht en zij werden niet doorverwezen voor behandeling. Voor 13 deelnemers (4%) zijn de conclusies van de fysiotherapeut na FT-screening niet geregistreerd; zij werden niet doorverwezen voor behandeling. De 218 deelnemers die fysiotherapie ontvingen, werden behandeld voor valrisico (n=29), fysieke beperkingen (n=88) of beide (n=101). Tabel 2 toont voor de verschillende opname-/verblijfafdelingen hoe vaak de behandeling werd aangevraagd. Bij 53 (16%) van de deelnemers voor wie FT-screening was aangevraagd, werd deze niet uitgevoerd. Voor 9 van hen was de reden daarvoor uit de registratie te achterhalen: redenen waren opname op de afdeling Intensive Care (n=1), Orthopedie (n=2), Thoraxchirurgie (n=1) of het optreden van een CVA (n=5). Voor de overige 44 deelnemers is de reden onbekend. 11

13 Voor 261 deelnemers werd het moment van FT-screening genoteerd; dit was in 86,2% binnen twee dagen na opname en in 13,8% op de derde dag of later. Bij 91,1% van de 282 deelnemers bij wie de FT-screening was uitgevoerd werd hierbij de klinimetrie toegepast die was aangevraagd. Uitgesplitst naar de verschillende klinimetrische instrumenten betekent dit dat de DEMMI werd toegepast bij 97,2% van de deelnemers waarvoor FT-screening op fysieke beperking was aangevraagd, de TUG bij 91,1% van de deelnemers waarvoor FT-screening op vallen was aangevraagd, en zowel TUG als DEMMI bij 86,2% van de deelnemers waarvoor FT-screening op beide risico s was aangevraagd. Tabel 4: Resultaten klinimetrie van de FT-screening bij opname en ontslag Variabele n Percentiel Range TUG (T 0 ) 92 17,77 23,15 37, TUG (T 1 ) 45 16, , TUG (T 1 - T 0 ) 31-7, DEMMI (T 0 ) , DEMMI (T 1 ) 68 39, DEMMI (T 1 - T 0 ) TUG: Timed Up and Go. DEMMI: De Morton Mobility Index. T 0 : moment van FT-screening bij opname. T 1 : moment van FT-screening bij ontslag. Indicatie fysiotherapie tijdens verblijf in het ziekenhuis Sommige deelnemers die geen fysiotherapeutische screening hadden ondergaan, of dit wel hadden ondergaan maar daarbij geen indicatie voor fysiotherapeutische behandeling hadden, bleken in het verloop van de ziekenhuisopname alsnog een indicatie voor fysiotherapie te hebben, of te ontwikkelen. Voor 137 deelnemers is daarom alsnog fysiotherapie aangevraagd tijdens het verblijf in het ziekenhuis: voor 44 deelnemers was dit i.v.m. valrisico of fysieke beperkingen en voor 93 deelnemers om andere redenen. Tijdens de opnameperiode is er voor 26 proefpersonen aangegeven dat er een tussenmeting is uitgevoerd. Ontslag Bij ontslag is een eindmeting uitgevoerd bij 92 deelnemers. Bij deze eindmeting werden de volgende meetinstrumenten gebruikt: de TUG (n=15), de DEMMI (n=29) of beide (n=48). Voor 88 deelnemers werd het moment van eindmeting genoteerd; dit was in 94,3% binnen 3 dagen voor ontslag en in 5,7% langer dan 3 dagen voor ontslag. Voor 92 deelnemers werd bij ontslag een overdracht verzorgd. Tabel 4 toont de uitkomsten op de TUG en DEMMI bij de FT-screenings. Deze tabel toont dat de TUG en DEMMI bij 31, resp. 63, deelnemers zowel bij opname (T 0 ) als ontslag (T 1 ) werden uitgevoerd, zodat een verschilscore kon worden berekend. 12

14 Discussie en aanbevelingen Deze evaluatie had tot doel de kwaliteit van het implementatieproject te objectiveren aan de hand van een aantal procesindicatoren. Als eerste indicator werd de mate waarin, en het moment waarop, de VMS-screening is uitgevoerd gekwantificeerd. De therapeuten gaven aan dat de VMS-screening werd uitgevoerd bij 84% van de ouderen die daarvoor in aanmerking kwamen, en in 86% van deze gevallen gebeurde dit binnen de gestelde periode van 24 uur na opname. Echter, slechts voor 60% van alle ouderen was ook de registratie van de uitkomsten op de VMS-screening conform protocol. De groep voor wie dit niet het geval was (40% van alle ouderen) biedt ruimte voor verbetering van de implementatiegraad van de VMS-screening. De tweede indicator betrof de uitvoering van de FT-screening. De FT-screening werd bij 84% van de deelnemers die daarvoor in aanmerking kwamen daadwerkelijk uitgevoerd. Van deze deelnemers werden de testscores ook daadwerkelijk geregistreerd in 81% (TUG) en 86% (DEMMI). De FT-screenings die werden uitgevoerd, vonden in 90% binnen de gestelde periode van 48 uur na opname plaats. Het is voor de meeste deelnemers die de FTscreening niet ondergingen, maar wel hiervoor in aanmerking kwamen, onduidelijk wat de reden daarvan was. De implementatiegraad van FT-screening kan vooral verbeterd worden door deze groep, die wel in aanmerking kwam voor FT-screening maar deze screening om onbekende reden niet heeft ondergaan, te reduceren. Als laatste indicator is de frequentie van terechte en niet-terechte doorverwijzing voor fysiotherapie geëvalueerd. Op basis van de (geheel of gedeeltelijk uitgevoerde) VMSscreening werden 335 personen (i.e. 46% van de deelnemers die de screening ondergingen) doorverwezen voor FT-screening, waarvan 218 doorverwijzingen (65%) terecht bleken te zijn. Deze 218 personen ontvingen fysiotherapeutische behandeling in verband met het risico op vallen en/of fysieke beperking. De kracht van het huidige project is gelegen in de bottom-up ontwikkeling en uitvoering ervan: de screeningsprocedure is vanuit de praktijk van de ziekenhuisfysiotherapie geïnitieerd en de implementatie vanuit en in de real life setting per ziekenhuis afdeling fysiotherapie geïnitieerd en uitgevoerd. Mede hierdoor lijkt de screeningsprocedure goed toepasbaar in de praktijk van de fysiotherapie. Tegelijkertijd maakt het aantal gemiste casussen en missing vallues duidelijk dat er nog de nodige room for improvement is. Het belang van identificatie van ouderen die risico lopen om te vallen of fysieke beperkingen te ontwikkelen tijdens de opname en het nut van preventie voor deze personen wordt door de praktijk van de ziekenhuisfysiotherapie ervaren. Al deze aspecten zijn belangrijke ingrediënten voor het welslagen van implementatie van een procedure voor risicoscreening. 18 Hiernaast kunnen een verbeterde screeningsprocedure, projectprocesgang en aansturing de implementatie van de screeningsprocedure verder bevorderen tot deze standaard onderdeel vormt van de ziekenhuisorganisatie en op z n pragmatische kosteneffectiviteit bezien kan worden. De ontwikkeling van het project met en vanuit de praktijk heeft bijgedragen aan de thans behaalde mate van participatie en een enthousiaste inbreng van de deelnemende fysiotherapeuten. De implementatie van screening betekent dan ook een aanmerkelijke verbetering ten opzichte van de beginsituatie waarin ouderen vaak pas in de ontslagfase gescreend werden, ter inventarisatie van uitplaatsingsmogelijkheden. Als keerzijde van deze bottom-up ontwikkeling geldt dat de mate van sturing laag was, en hierdoor was de consistentie in uitvoering beperkt: het 13

15 gebruik van de klinimetrie en de registratie van bevindingen verschilde sterk tussen de ziekenhuizen (Tabel 1). Ook hier is nog verdere verbeterwinst te behalen in de (nabije) toekomst. Op basis van de bevindingen kunnen een aantal aanbevelingen gedaan worden. De eerste aanbeveling sluit aan bij bovengenoemde inconsistentie in klinimetrie en registratie. Bij vervolg van de implementatie kan een grotere mate van consistentie in de keuze en toepassing van meetinstrumenten worden bereikt door meer centrale sturing vanuit de projectgroep in alle fasen van het project. Zo kan de beroepsgroep in het ontwerp van procedures aansturen op protocollering van de werkwijze. In de aansturing van het project kan een intensieve afstemming van projectbegeleiders met de locaties de consistentie verhogen. In de uitvoering kan begeleiding en nauwkeurige monitoring online afwijkingen vroegtijdig signaleren en bijsturen. Tenslotte is ook voor een goede borging van de geïmplementeerde zorg een gestructureerd plan nodig, waarbij centrale sturing en begeleiding onontbeerlijk lijkt. Een tweede aanbeveling betreft de screeningsprocedure zelf. In de tweede trede van de screeningsprocedure worden geen andere patiënten geïdentificeerd dan de personen die in de VMS-screening al als risicodragend waren geïdentificeerd. De tweede trede vormt daarmee een nadere selectie van risicopatiënten: na de tweede trede zullen minder mensen als risicodragend worden gezien dan na de eerste trede. De huidige resultaten bevestigen dit: Van de 335 personen die na VMS-screening een indicatie voor fysiotherapie hadden, werden 64 personen (19%) na FT-screening bij nader inzien niet doorverwezen voor therapie. Mogelijk is dit getal onderschat, omdat 53 personen (16%) in het huidige project de aangevraagde FT-screening, veelal om onbekende reden, niet hebben ondergaan. Concluderend zal de tweede screeningstrede tenminste 19% van de risicogroep uitselecteren voor fysiotherapeutische behandeling: dit bleken onterechte verwijzingen. Wetenschappelijke evidentie die deze specificering van de risicogroep onderbouwt, ontbreekt echter. In tegendeel, het ligt voor de hand dat deze specificering ten koste gaat van de sensitiviteit van de screeningsprocedure als geheel, waardoor ten onrechte mensen als niet-risicodragend kunnen worden geclassificeerd en uitgesloten van fysiotherapie. Het is daarom aan te bevelen de aandacht te richten op implementatie van klinimetrie in de fysiotherapeutische behandelzorg voor de risicogroep, in plaats van op specificering van de risicogroep. Implementatie van geprotocolleerd en consistent gebruik van meetinstrumenten in de diagnostiek en behandelevaluatie bij de risicogroep is van grote toegevoegde waarde voor de kwaliteit en transparantie van zorg. Het is aan te bevelen hierop te focussen bij verdere implementatie van het gebruik van klinimetrie. Een derde aanbeveling betreft het aanzienlijke percentage ouderen dat niet of niet volledig gescreend werd. In het huidige project werd bij 40% van de deelnemers de VMSscreening niet, of niet volgens protocol uitgevoerd, maar wellicht is dit getal in werkelijkheid hoger. Het is namelijk goed mogelijk dat niet alle opgenomen ouderen in beeld zijn gebracht, aangezien de therapeuten zelf de deelnemers aan het project registreerden. In 2012 betrof in Nederland 28% van alle ziekenhuisopnames een patiënt van 70 jaar of ouder. 1 Het aantal deelnemers in sommige ziekenhuizen (Tabel 1) is in dit licht onverwacht laag te noemen en versterkt dit vermoeden dat niet alle opgenomen ouderen zijn geregistreerd. Een onvolledige registratie heeft naar verwachting een overschatting van de gemeten implementatiegraad van screening tot gevolg. Concluderend is het van groot belang een hogere implementatiegraad en registratiefrequentie van screening na te streven. De VMS- 14

16 screening wordt doorgaans door verpleegkundigen uitgevoerd. Slechts in één ziekenhuis werd dit door een fysiotherapeut gedaan. Wellicht dat fysiotherapeutische inbreng in de VMS-screening de implementatiegraad kan verhogen. Opgemerkt kan worden dat de mate waarin de screening werd uitgevoerd sterk verschilde tussen de ziekenhuizen (Tabel 1). Het verdient aanbeveling de werkwijze van ziekenhuizen met een hoge graad van screening en consistente registratie nader te onderzoeken en als koplopers te beschouwen bij verdere implementatie. Conclusie Deze projectevaluatie vormt een belangrijke aanzet tot een standaard, tijdige identificatie van val- en functioneel verliesrisico bij ouderen die in het ziekenhuis zijn opgenomen. De variatie van het implementatiesucces tussen de ziekenhuizen duidt er enerzijds op dat toepassing van deze risicoscreening goed doenbaar is, maar anderzijds dat er nog de nodige verbetering noodzakelijk en gewenst is in alle componenten van zowel de implementatie als het screeningsprotocol. De kwaliteit van de implementatie verschilt aanzienlijk tussen de ziekenhuizen. Goede resultaten bij sommige ziekenhuizen laten zien dat implementatie van een consistent klinimetrisch protocol haalbaar is. Als aanbeveling voor vervolgacties kan een meer centrale projectmatige aansturing de consistentie van implementatie en handelen ten goede komen. Om de stabiliteit van toepassing te garanderen is opname in een formele richtlijn wellicht de aangewezen methode, alsmede opname in de indicatoren van formele toetsingsinstanties, zoals die van IGZ (dwingend en eventueel sanctionerend) of keurmerk Senior Vriendelijk Ziekenhuis (enthousiasmerend en aanbevelend). Verder is het aan te bevelen de focus bij vervolg van het project te verleggen naar het implementeren van klinimetrie en aanpalende noodzakelijke interventie na identificatie van de doelgroep. Als laatste is het aan te bevelen zich te richten op het verhogen van de implementatiegraad van met name de VMSscreening. Het is te overwegen de tweede screeningsstap achterwege te laten, daar deze stap de sensitiviteit van screening mogelijk zou kunnen aantasten. 15

17 Literatuurlijst 1. CBS. Ziekenhuisopnamen URL: 2. Buurman BM, van Munster BC, Korevaar JC, de Haan RJ, de Rooij SE. Variability in measuring (instrumental) activities of daily living functioning and functional decline in hospitalized older medical patients: A systematic review. J Clin Epidemiol. 2011;64: Covinsky KE, Pierluissi E, Johnston CB. Hospitalization-associated disability: "She was probably able to ambulate, but i'm not sure". Jama. 2011;306: Hoogerduijn JG, Schuurmans MJ, Duijnstee MS, de Rooij SE, Grypdonck MF. A systematic review of predictors and screening instruments to identify older hospitalized patients at risk for functional decline. J Clin Nurs. 2007;16: VMS. Kwetsbare ouderen. Utrecht: VMS Zorg; URL: 6. Katz S, Ford AB, Moskowitz RW, Jackson BA, Jaffe MW. Studies of illness in the aged. The index of adl: A standardized measure of biological and psychosocial function. Jama. 1963;185: McCusker J, Bellavance F, Cardin S, Belzile E. Validity of an activities of daily living questionnaire among older patients in the emergency department. J Clin Epidemiol. 1999;52: Collin C, Wade DT, Davies S, Horne V. The barthel adl index: A reliability study. Int Disabil Stud. 1988;10: Podsiadlo D, Richardson S. The timed "up & go": A test of basic functional mobility for frail elderly persons. J Am Geriatr Soc. 1991;39: Barry E, Galvin R, Keogh C, Horgan F, Fahey T. Is the timed up and go test a useful predictor of risk of falls in community dwelling older adults: A systematic review and meta- analysis. BMC Geriatrics. 2014;14: Beauchet O, Fantino B, Allali G, Muir SW, Montero-Odasso M, Annweiler C. Timed up and go test and risk of falls in older adults: A systematic review. J Nutr Health Aging. 2011;15: Schoene D, Wu SM, Mikolaizak AS, Menant JC, Smith ST, Delbaere K, Lord SR. Discriminative ability and predictive validity of the timed up and go test in identifying older people who fall: Systematic review and meta-analysis. Journal of the American Geriatrics Society. 2013;61: de Morton NA, Davidson M, Keating JL. The de morton mobility index (demmi): An essential health index for an ageing world. Health Qual Life Outcomes. 2008;6: de Morton NA, Davidson M, Keating JL. The development of the de morton mobility index (demmi) in an independent sample of older acute medical patients: Refinement and validation using the rasch model (part 2). J Appl Meas. 2013;14: de Morton NA, Davidson M, Keating JL. The development of the de morton mobility index (demmi) in an older acute medical population: Item reduction using the rasch model (part 1). J Appl Meas. 2013;14: de Morton NA, Davidson M, Keating JL. Reliability of the de morton mobility index (demmi) in an older acute medical population. Physiother Res Int. 2011;16: de Morton NA, Davidson M, Keating JL. Validity, responsiveness and the minimal clinically important difference for the de morton mobility index (demmi) in an older acute medical population. BMC Geriatrics. 2010;10: Wilson JMG, Jungner G. Principles and practice of screening for disease. Public Health Papers nr

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Algemeen, overig, ongespecificeerd. Overige (overig, ongespecificeerd)

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Algemeen, overig, ongespecificeerd. Overige (overig, ongespecificeerd) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument de Morton Mobility Index (DEMMI) 29 december 2011 review: M.P. Jans invoer: E v. Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende

Nadere informatie

Identification of senior at risk (ISAR)

Identification of senior at risk (ISAR) Identification of senior at risk (ISAR) McCusker, J., Bellavance, F., Cardin, S., Trepanier, S., Verdon, J., and Ardman, O. (1999) "Detection of Older People at Increased Risk of Adverse Health Outcomes

Nadere informatie

Pieter Bolderman Albert Schweitzer ziekenhuis MGPT Intern begeleider Maarten Gijssel

Pieter Bolderman Albert Schweitzer ziekenhuis MGPT Intern begeleider Maarten Gijssel Pieter Bolderman Albert Schweitzer ziekenhuis MGPT 2012 Intern begeleider Maarten Gijssel Aanleiding Eerste ervaring in ziekenhuis. Stijging ouderen die niet terug naar huis toe kunnen. Weinig onderzoek.

Nadere informatie

Samenvatting in Nederlands

Samenvatting in Nederlands * Samenvatting in Nederlands Samenvatting in Nederlands Dit proefschrift is gebaseerd op gegevens verkregen uit het FuPro-CVA onderzoek (Functionele Prognose bij een cerebrovasculair accident (of beroerte)).

Nadere informatie

Inleiding. Indicatoren ondervoeding - Screening op ondervoeding bij in de kliniek opgenomen kinderen - Behandeling van ondervoeding

Inleiding. Indicatoren ondervoeding - Screening op ondervoeding bij in de kliniek opgenomen kinderen - Behandeling van ondervoeding Resultaten kwaliteitsindicatoren ondervoeding bij kinderen 2014 Het percentage kinderen dat bij opname gescreend wordt op ondervoeding neemt nog steeds toe en is nu ruim 75%. Ook de behandeling van ondervoeding

Nadere informatie

Uitnodiging voor huisartspraktijken voor deelname aan onderzoek Valpreventie in de eerstelijnszorg

Uitnodiging voor huisartspraktijken voor deelname aan onderzoek Valpreventie in de eerstelijnszorg Uitnodiging voor huisartspraktijken voor deelname aan onderzoek Valpreventie in de eerstelijnszorg Geachte huisarts, Zorggroep RCH Midden-Brabant heef het initiatief genomen om valpreventie te implementeren

Nadere informatie

Frailty Screening Tools for Elderly Patients Incident to Dialysis

Frailty Screening Tools for Elderly Patients Incident to Dialysis Frailty Screening Tools for Elderly Patients Incident to Dialysis Clin J Am Soc Nephrol sept 2017 09-02-2018 Drs. Ismay van Loon, aios Interne, Drs. Namiko Goto, aios geriatrie UMCU/Dianet Dr. M. Hamaker,

Nadere informatie

Why do we treat the elderly cancer patient and how do we assess him? Cindy Kenis, Geriatrisch Oncologisch Verpleegkundige, UZ Leuven

Why do we treat the elderly cancer patient and how do we assess him? Cindy Kenis, Geriatrisch Oncologisch Verpleegkundige, UZ Leuven Why do we treat the elderly cancer patient and how do we assess him? Cindy Kenis, Geriatrisch Oncologisch Verpleegkundige, UZ Leuven 1. Introductie (1) 1. Introductie (2) Comprehensive Geriatric Assessment

Nadere informatie

Meten is weten. ook. bij collum care

Meten is weten. ook. bij collum care Meten is weten ook bij collum care Presentatie door Leny Blonk nurse practitioner orthopedie Alysis zorggroep 1 Meten een dagelijkse bezigheid Leveren van maatwerk 2 Meten een dagelijkse bezigheid Om ons

Nadere informatie

Ziekenhuis: positie op ranglijst plus plaatsnaam

Ziekenhuis: positie op ranglijst plus plaatsnaam Ziekenhuis: positie op ranglijst plus plaatsnaam Percentage van de ondervraagden dat specialisme goed vindt Anaesthesie/pijnbestrijding Oss, Ziekenhuis Bernhoven 56 Rotterdam, Ikazia ziekenhuis 47 Nieuwegein/Utrecht,

Nadere informatie

Transmurale zorgbrug

Transmurale zorgbrug Transmurale zorgbrug 13 februari 2014 Geriatriedagen 2014 Renate Agterhof, verpleegkundig specialist Spaarne Ziekenhuis Marina Tol, onderzoekscoördinator AMC Programma Aanleiding, ontwikkeling en stand

Nadere informatie

Resultaten kwaliteitsindicatoren ondervoeding bij kinderen. Jaar 2014 & Jaren September 2015

Resultaten kwaliteitsindicatoren ondervoeding bij kinderen. Jaar 2014 & Jaren September 2015 Resultaten kwaliteitsindicatoren ondervoeding bij kinderen Jaar 2014 & Jaren 2008-2014 September 2015 1 Inleiding De Inspectie voor de Gezondheidszorg onderscheidt twee kwaliteitsindicatoren om de kwaliteit

Nadere informatie

Factsheet - Resultaten kwaliteitsindicator B. Behandeling van ondervoeding bij kinderen 2017

Factsheet - Resultaten kwaliteitsindicator B. Behandeling van ondervoeding bij kinderen 2017 Factsheet - Resultaten kwaliteitsindicator 8.2.2.B. Behandeling van ondervoeding bij 2017 Adequate energie- en eiwitinname op de vierde - Kinderen Alhoewel de screening op acute ondervoeding bij in het

Nadere informatie

Tweede evaluatie VMS Veiligheidsprogramma

Tweede evaluatie VMS Veiligheidsprogramma Tweede evaluatie VMS Veiligheidsprogramma Medicatieverificatie High Risk Medicatie EPD Indicator scan Dr. Joanna E. Klopotowska, postdoc onderzoeker Safety 4 patients VUmc/EMGO+ Drs. Bernadette Schutijser,

Nadere informatie

Ruwe sterftecijfers ziekenhuizen

Ruwe sterftecijfers ziekenhuizen Ruwe sterftecijfers ziekenhuizen Klinische opname Ziekenhuis Plaats Dagopname Dagmortaliteit Klinische mortaliteit % dag % kliniek Stg. Medisch Centrum Alkmaar Alkmaar 30.641 33.947 0 765 0,00 2,25 Ziekenhuisgroep

Nadere informatie

De Gecombineerde Valrisico Score

De Gecombineerde Valrisico Score DOEL(GROEP): OPBOUW: De Gecombineerde Valrisico Score Door Arnout van Baal De GVS is toe te passen op alle patiëntgroepen De test is een combinatie van de 10 Meter Looptest (10-MLT), de Timed Up and Go

Nadere informatie

Case Report Form (CRF) behorende bij de SASIV-study

Case Report Form (CRF) behorende bij de SASIV-study Case Report Form (CRF) behorende bij de SASIV-study Inclusiecriteria 0 70 jaar of ouder 0 Acute opgenomen op de longgeneeskunde of chirurgie 0 Spreekt en verstaat Nederlands 0 Komt niet van andere afdeling

Nadere informatie

Function Focused Care in het ziekenhuis Ontwikkeling en eerste ervaringen pilot

Function Focused Care in het ziekenhuis Ontwikkeling en eerste ervaringen pilot Function Focused Care in het ziekenhuis Ontwikkeling en eerste ervaringen pilot Carolien Verstraten RN MSc Janneke M. de Man-van Ginkel RN PhD, Silke Metzelthin PhD, Marieke Schuurmans RN PhD & Basic Care

Nadere informatie

Joint Care in ZGV. Zorgvernieuwingen. Ellen Oosting & Suzan Appelman oostinge@zgv.nl vriess@zgv.nl

Joint Care in ZGV. Zorgvernieuwingen. Ellen Oosting & Suzan Appelman oostinge@zgv.nl vriess@zgv.nl Joint Care in ZGV Zorgvernieuwingen Ellen Oosting & Suzan Appelman oostinge@zgv.nl vriess@zgv.nl Inhoud Project opzet Pre-operatieve screening Plan van aanpak Ervaringen met de screening & het proces Discussie

Nadere informatie

Bijlage 1 Gewogen gemiddelde

Bijlage 1 Gewogen gemiddelde Bijlage 1 Gewogen gemiddelde Rang Ziekenhuis Type Gewogen Verhouding gemiddelde dagverpleging / ligduur klinische verpleegdagen 1 Zaans Medisch Centrum Perifeer 2,33 36% 2 St. Anna Zorggroep Perifeer 2,36

Nadere informatie

Transmurale zorg voor kwetsbare ouderen : geen brug te ver

Transmurale zorg voor kwetsbare ouderen : geen brug te ver Transmurale zorg voor kwetsbare ouderen : geen brug te ver Rachel van Knippenberg, klinisch geriater Chantal van het Zandt en Raymond Kersten, huisartsen Inhoud Transmurale zorg voor kwetsbare ouderen

Nadere informatie

Staat voor: Registratie, Transparantie en Kwaliteit. Benchmark Rapport. ICD procedures. Toelichting NCDR ICD Deelnemende ziekenhuizen

Staat voor: Registratie, Transparantie en Kwaliteit. Benchmark Rapport. ICD procedures. Toelichting NCDR ICD Deelnemende ziekenhuizen Benchmark Rapport ICD procedures Periode: 2010-2012 Peildatum: Datum 26 juli 2013 Ziekenhuis: Catharina Ziekenhuis Michelangelolaan 2 5623 EJ Eindhoven Toelichting NCDR ICD 2010-2012 Deelnemende ziekenhuizen

Nadere informatie

Klinimetrie Implementatie van een Klinimetrische-CoreSet binnen de werksetting

Klinimetrie Implementatie van een Klinimetrische-CoreSet binnen de werksetting Klinimetrie Implementatie van een Klinimetrische-CoreSet binnen de werksetting Ruud Reijmers Fysiotherapeut Jeroen Bosch Ziekenhuis Disclosure belangen spreker (Potentiële) Belangenverstrengeling: Geen

Nadere informatie

Rust roest, bewegen voor gezonder leven! Wat betekent dat voor de zorg aan ouderen? Dr Jita Hoogerduijn

Rust roest, bewegen voor gezonder leven! Wat betekent dat voor de zorg aan ouderen? Dr Jita Hoogerduijn Rust roest, bewegen voor gezonder leven! Wat betekent dat voor de zorg aan ouderen? Dr Jita Hoogerduijn Bewegen: de geest! Bewegen: het lichaam! 1: De enige zekerheid in ons beroep is de constante verandering

Nadere informatie

Kwetsbare ouderen in het ziekenhuis. Sophia de Rooij

Kwetsbare ouderen in het ziekenhuis. Sophia de Rooij Kwetsbare ouderen in het ziekenhuis Sophia de Rooij 2 Mw C. Bundel-Katz 3 Mw C. Bundel-Katz 4 Mw C. Bundel-Katz 5 Mw C. Bundel-Katz 6 Mw C. Bundel-Katz Voelt zich na een korte wandeling in haar tuin niet

Nadere informatie

Samenwerking en INnovatie in GEriatrische Revalidatie Ineke Zekveld LUMC

Samenwerking en INnovatie in GEriatrische Revalidatie Ineke Zekveld LUMC Resultaten monitor proeftuinen SINGER Samenwerking en INnovatie in GEriatrische Revalidatie Ineke Zekveld LUMC Inhoud presentatie Organisatie proeftuinen Vraagstelling SINGER Conclusies uit eerder onderzoek

Nadere informatie

Triage Risk Screening Tool (TRST)

Triage Risk Screening Tool (TRST) Triage Risk Screening Tool (TRST) Meldon (2003) Meetinstrument Triage Risk Screening Tool Afkorting TRST Auteur Meldon Onderwerp Functionele, mentale, psychosociale beoordeling Doelstellingen Meten van

Nadere informatie

Staat voor: Registratie, Transparantie en Kwaliteit. Benchmark Rapport. ICD procedures. Toelichting NCDR ICD Deelnemende ziekenhuizen

Staat voor: Registratie, Transparantie en Kwaliteit. Benchmark Rapport. ICD procedures. Toelichting NCDR ICD Deelnemende ziekenhuizen Benchmark Rapport ICD procedures Periode: 2010-2012 Peildatum: Datum 26 juli 2013 Ziekenhuis: Leids Universitair Medisch Centrum Albinusdreef 2 2333 ZA Leiden Toelichting NCDR ICD 2010-2012 Deelnemende

Nadere informatie

Position Paper #Not4Sissies

Position Paper #Not4Sissies huisartsgeneeskunde & ouderengeneeskunde Position Paper #Not4Sissies Lizette Wattel Coördinator UNO-VUmc Coördinator Onderzoekslijn Geriatrische Revalidatie Ewout Smit AIOTO Ouderengeneeskunde Programma

Nadere informatie

Onderzoeksvoorstel. sensitivity and specificity ISAR-HP & VMS SASIV-study

Onderzoeksvoorstel. sensitivity and specificity ISAR-HP & VMS SASIV-study Onderzoeksvoorstel sensitivity and specificity ISAR-HP & VMS SASIV-study Snelle herkenning van patiënten at risk en gerichte behandeling kan veel leed voorkomen. (Hoogerduijn 2010) Opleiding : Masteropleiding

Nadere informatie

Geriatrische screening / CGA binnen de zorg voor oudere kankerpatiënten: stand van zaken. Cindy Kenis. Geriatrisch Oncologisch Verpleegkundige

Geriatrische screening / CGA binnen de zorg voor oudere kankerpatiënten: stand van zaken. Cindy Kenis. Geriatrisch Oncologisch Verpleegkundige Cindy Kenis Geriatrisch Oncologisch Verpleegkundige UZ Leuven, België Geriatrische screening / CGA binnen de zorg voor oudere kankerpatiënten: stand van zaken Introductie (1) Definitie Comprehensive Geriatric

Nadere informatie

Gevraagd is:

Gevraagd is: Factsheet - Resultaten kwaliteitsindicator 8.2.1. Screening op ondervoeding bij in de kliniek opgenomen kinderen 2017 Percentage kinderen dat bij opname is gescreend op acute ondervoeding Met de landelijke

Nadere informatie

Geriatrisch assessment: altijd en bij iedereen?

Geriatrisch assessment: altijd en bij iedereen? Geriatrisch assessment: altijd en bij iedereen? Bianca Buurman, RN, PhD Afdeling ouderengeneeskunde AMC Amsterdam Levensverwachting en beperkingen in functioneren Van huidige generatie: 50 % nog in leven

Nadere informatie

Onderzoek naar het functioneren van arts-assistenten in ziekenhuizen

Onderzoek naar het functioneren van arts-assistenten in ziekenhuizen Onderzoek naar het functioneren van arts-assistenten in ziekenhuizen BIJLAGE 1 Vragenlijst Vragen die betrekking hebben op de borging van de kwaliteit van de zorg. A. Algemeen Ik werk momenteel als arts

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Acute en Electieve PCI registratie (NHR) Versie:

Factsheet Indicatoren Acute en Electieve PCI registratie (NHR) Versie: Factsheet Indicatoren Acute en Electieve PCI registratie (NHR) Versie: 2017.2 Datum Versie Mutatie Eigenaar 31-01-2017 2017.1 Eerste concept NVVC 11-10-2017 2017.2 Definitieve versie verslagjaar 2018 NVVC

Nadere informatie

HOE ZET JE VALUE BASED HEALTH CARE IN ALS VERBETERING VAN DE ZORG IN DE KETEN?

HOE ZET JE VALUE BASED HEALTH CARE IN ALS VERBETERING VAN DE ZORG IN DE KETEN? HOE ZET JE VALUE BASED HEALTH CARE IN ALS VERBETERING VAN DE ZORG IN DE KETEN? Corina Puppels Verpleegkundig Specialist CVA-ketencoördinator c.puppels@antoniusziekenhuis.nl INHOUD Wat is VBHC Wat is VBHC

Nadere informatie

Speciale aandacht voor ouderen tijdens een opname

Speciale aandacht voor ouderen tijdens een opname Speciale aandacht voor ouderen tijdens een opname In Haaglanden Medisch Centrum (HMC) zijn op verschillende afdelingen oudere patiënten opgenomen. Het blijkt dat bij een ziekenhuisopname regelmatig een

Nadere informatie

Triage GR Vangnet of zeef? 12 februari 2016 Aafke de Groot

Triage GR Vangnet of zeef? 12 februari 2016 Aafke de Groot Triage GR Vangnet of zeef? 12 februari 2016 Aafke de Groot Triage neurologie Mw. D, 87 jaar, sinds een week op de afdeling neurologie Ernstig icva doorgemaakt : volledige verlamming rechter arm, gedeeltelijke

Nadere informatie

Onderscheid door Kwaliteit

Onderscheid door Kwaliteit Onderscheid door Kwaliteit 2010 Algemeen Binnen de intensieve overeenkomst fysiotherapie 2010 verwachten wij van u 1, en de fysiotherapeuten vallend onder uw overeenkomst, een succesvol afgeronde toets

Nadere informatie

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER)

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER) STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER) Juni 2004 INLEIDING Voor u ligt een stappenplan dat gebaseerd is op de CBO-richtlijn

Nadere informatie

Toewijzingsvoorstel Jaar: 2013 Tranche: 1

Toewijzingsvoorstel Jaar: 2013 Tranche: 1 Toewijzingsvoorstel Jaar: 2013 Tranche: 1 Id Naam Plaats Eindspecialisatie InstroomPersonen 1101001 Universitair Medisch Centrum Groningen Groningen Anesthesiologie 16 1101001 Universitair Medisch Centrum

Nadere informatie

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Samenvatting The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Als werknemers door ziekte hun werk niet meer kunnen doen betaalt de werkgever

Nadere informatie

Speciale aandacht voor ouderen tijdens een opname

Speciale aandacht voor ouderen tijdens een opname Speciale aandacht voor ouderen tijdens een opname Informatie voor patiënten F1037-3505 november 2014 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus

Nadere informatie

DE KENNIS OVER OUDERE PATIËNTEN QUIZ (KOP-Q)

DE KENNIS OVER OUDERE PATIËNTEN QUIZ (KOP-Q) DE KENNIS OVER OUDERE PATIËNTEN QUIZ (KOP-Q) Onderzoeksgroep Chronisch zieken, Faculteit Gezondheidszorg, Hogeschool Utrecht, Utrecht, Nederland Jeroen Dikken, MSc, RN Jita G. Hoogerduijn, PhD Marieke

Nadere informatie

Katz index of Independance in Activities of daily living

Katz index of Independance in Activities of daily living Katz index of Independance in Activities of daily living Katz S & al. (1963) Studies of illness in the aged. The Index of the ADL: a standardized measure of biological and psychosocial function. Meetinstrument

Nadere informatie

Vaatkeurmerk x x x x x x. x x x

Vaatkeurmerk x x x x x x. x x x PAV Academisch Medisch Centrum (AMC) Amsterdam Admiraal De Ruyter Ziekenhuis, Loc.Goes Loc. Zierikzee Loc. Vlissingen Albert Schweitzer Ziekenhuis (ASZ) Loc. Sliedrecht Loc. Zwijndrecht Alrijne Ziekenhuis,

Nadere informatie

voldoet niet aan minimale kwaliteitsnormen van CZ

voldoet niet aan minimale kwaliteitsnormen van CZ Overzicht kwaliteitscategorieën bariatrische chirurgie (revisie 01-01-2012) beste zorg Ziekenhuizen die volgens de kwaliteitskaders van CZ als beste scoren worden als voorkeursziekenhuis bestempeld: deze

Nadere informatie

Gebruik van PROMs individueel versus groepsniveau. Riekie de Vet

Gebruik van PROMs individueel versus groepsniveau. Riekie de Vet Gebruik van PROMs individueel versus groepsniveau Riekie de Vet Klinimetrie: meten in de geneeskunde Het meten van symptomen, diagnostiek, uitkomsten van behandelingen, gezondheidsstatus en bijvoorbeeld

Nadere informatie

Ruwe Sterftecijfers Ziekenhuizen

Ruwe Sterftecijfers Ziekenhuizen Ziekenhuis Plaats DagOpname Klinische Opname Franciscus Ziekenhuis Roosendaal 13.986 15.21 Atrium Medisch Centrum Parkstad Heerlen 31.453 30.128 Orbis medisch en zorgconcern Sittard-Geleen 28.194 18.29

Nadere informatie

Het stellen van functionele doelen bij patiënten na een totale knie artroplastiek wat zijn de consequenties?

Het stellen van functionele doelen bij patiënten na een totale knie artroplastiek wat zijn de consequenties? Het stellen van functionele doelen bij patiënten na een totale knie artroplastiek wat zijn de consequenties? G. van der Sluis, J. Elings, S. Bausch-Goldbohm, R. Bimmel, F. Galindo-Garre, N. van Meeteren

Nadere informatie

valpreventie Sophia E. de Rooij internist-geriater 03 april 2008

valpreventie Sophia E. de Rooij internist-geriater 03 april 2008 valpreventie Sophia E. de Rooij internist-geriater 03 april 2008 Mw Grijpstuiver, 75 jaar oud Vroeger Nu de kans op een val is groot! - ongeveer driekwart van alle letsels, opgelopen bij een privéongeval,

Nadere informatie

Lost in Transition? Samenwerken tussen onderzoek, onderwijs en praktijk

Lost in Transition? Samenwerken tussen onderzoek, onderwijs en praktijk Lost in Transition? Samenwerken tussen onderzoek, onderwijs en praktijk Dr. Bianca Buurman Senior onderzoeker & lector Transmurale Ouderenzorg AMC & HVA @bmbuurman Transitie in de zorg: niet geregeld

Nadere informatie

Samenvattingen scripties:

Samenvattingen scripties: Samenvattingen scripties: The Session Rating Scale: A reliable and valid measurement of Working Alliance in a Physiotherapy setting? Jacobien Boiten Achtergrond Werkalliantie is een beschrijving van de

Nadere informatie

The Disability Assessment Structured Interview

The Disability Assessment Structured Interview RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN The Disability Assessment Structured Interview Its reliability and validity in work disability assessment Proefschrift ter verkrijging van het doctoraat in de Medische Wetenschappen

Nadere informatie

Plaats Ziekenhuis Status

Plaats Ziekenhuis Status Zorg Plan Selectief Overzicht van geselecteerde ziekenhuizen Voor het Zorg Plan Selectief hebben we een beperkt aantal ziekenhuizen geselecteerd die kwalitatief goede zorg verlenen en de laagste prijs

Nadere informatie

Brenda van Dam Algemeen fysiotherapeut Student Master geriatriefysiotherapie bvdam@ysl.nl METEN VAN HET VALRISICO IN HET ZIEKENHUIS

Brenda van Dam Algemeen fysiotherapeut Student Master geriatriefysiotherapie bvdam@ysl.nl METEN VAN HET VALRISICO IN HET ZIEKENHUIS Brenda van Dam Algemeen fysiotherapeut Student Master geriatriefysiotherapie bvdam@ysl.nl METEN VAN HET VALRISICO IN HET ZIEKENHUIS Inhoud Inleiding Review Implementatie Beschrijvend onderzoek Vragen Inleiding

Nadere informatie

Aan de minister voor Medische Zorg en Sport Postbus EJ DEN HAAG

Aan de minister voor Medische Zorg en Sport Postbus EJ DEN HAAG > Retouradres Postbus 320, 1110 AH Diemen Zorginstituut Nederland Raad van Bestuur Aan de minister voor Medische Zorg en Sport Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH

Nadere informatie

Symposium KennisNetwerk Ouderen en Preventie (KNOP) 19 april 2017

Symposium KennisNetwerk Ouderen en Preventie (KNOP) 19 april 2017 Symposium KennisNetwerk Ouderen en Preventie (KNOP) 19 april 2017 KNOP KennisNetwerk Ouderen en Preventie Projectgroep Hogeschool Leiden Leontien van Wely John Verhoef Linda Eijckelhof Saskia Verkleij

Nadere informatie

Resultaten Prestatie Indicatoren Ondervoeding voor ziekenhuizen 2015

Resultaten Prestatie Indicatoren Ondervoeding voor ziekenhuizen 2015 Resultaten Prestatie Indicatoren Ondervoeding voor ziekenhuizen 2015 Percentage patiënten in het ziekenhuis met een adequate voeding op de vierde opnamedag is beter maar kan nóg beter. Sinds 2006 wordt

Nadere informatie

Marike van der Schaaf Juultje Sommers. Evidence statement voor fysiotherapie op de intensive care

Marike van der Schaaf Juultje Sommers. Evidence statement voor fysiotherapie op de intensive care Marike van der Schaaf Juultje Sommers Evidence statement voor fysiotherapie op de intensive care Marike van der Schaaf Juultje Sommers Evidence statement voor fysiotherapie op de intensive care ISBN 978-90-368-0903-0

Nadere informatie

Intervention Fidelity Matters

Intervention Fidelity Matters Zorgprogramma Preventie en Herstel (ZPH) Intervention Fidelity Matters Annemarie JBM de Vos Ton JEM Bakker Paul L de Vreede Jeroen DH van Wijngaarden Ewout W Steyerberg Johan P Mackenbach Anna P Nieboer

Nadere informatie

Familieparticipatie in de postoperatieve zorg

Familieparticipatie in de postoperatieve zorg Familieparticipatie in de postoperatieve zorg Het Mantelzorgproject Marthe Schreuder, afdeling chirurgie AMC Patients at home receive care by their loved ones, patients in hospitals are surrendered to

Nadere informatie

Screening, geriatric assessment and intervention strategies to prevent functional decline in hospitalized older patients Buurman, B.M.

Screening, geriatric assessment and intervention strategies to prevent functional decline in hospitalized older patients Buurman, B.M. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Screening, geriatric assessment and intervention strategies to prevent functional decline in hospitalized older patients Buurman, B.M. Link to publication Citation

Nadere informatie

Projectinformatie Code Z. Continuïteit van zorg bij Ongeplande opname van mensen met Dementie in het Ziekenhuis

Projectinformatie Code Z. Continuïteit van zorg bij Ongeplande opname van mensen met Dementie in het Ziekenhuis Projectinformatie Code Z Continuïteit van zorg bij Ongeplande opname van mensen met Dementie in het Ziekenhuis December 2014 Inleiding In regio Haaglanden zijn vanuit de Stichting Transmurale Zorg Den

Nadere informatie

OPTIMALE VOORLICHTING EN ZORG VOOR MANNEN MET BORSTKANKER EEN MAN IN EEN VROUWENWERELD

OPTIMALE VOORLICHTING EN ZORG VOOR MANNEN MET BORSTKANKER EEN MAN IN EEN VROUWENWERELD OPTIMALE VOORLICHTING EN ZORG VOOR MANNEN MET BORSTKANKER EEN MAN IN EEN VROUWENWERELD [IN VERBAND MET PRIVACY EN ONGEPUBLICEERDE RESULTATEN WORDEN DE FOTO'S EN RESULTATEN OP DE NVPO WEBSITE NIET GETOOND]

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het is een uitdaging om ouderen te identificeren die baat kunnen hebben bij een interventie gericht op de preventie van beperkingen in het dagelijks leven op het moment dat dergelijke

Nadere informatie

ACHIEVE expertise centrum, Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam Academisch Medisch Centrum, Cardiologie en Ouderengeneeskunde Drs.

ACHIEVE expertise centrum, Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam Academisch Medisch Centrum, Cardiologie en Ouderengeneeskunde Drs. ACHIEVE expertise centrum, Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam Academisch Medisch Centrum, Cardiologie en Ouderengeneeskunde Drs. Patricia Jepma Drs. Lotte Verweij Carvasz, 24 november 2017

Nadere informatie

Patient-reported outcome measures. Spreker Diana Delnoij Plaats Kwaliteitsinstituut

Patient-reported outcome measures. Spreker Diana Delnoij Plaats Kwaliteitsinstituut Patient-reported outcome measures Spreker Diana Delnoij Plaats Kwaliteitsinstituut datum Waarom PROMs Van complicaties naar toegevoegde waarde Gebruik PROMs: Wetenschappelijk, t.b.v. Klinische trials;

Nadere informatie

BiBo-CRC. Richtlijn voor prevalidatie

BiBo-CRC. Richtlijn voor prevalidatie BiBo-CRC Richtlijn voor prevalidatie Wijzigingen: Onderstaande richtlijn maakt deel uit van een zorgproduct dat nog deels in ontwikkeling is. Er zullen daarom vaker dan gebruikelijk wijzigingen in aangebracht

Nadere informatie

De kwetsbare patiënt met een heupfractuur

De kwetsbare patiënt met een heupfractuur De kwetsbare patiënt met een heupfractuur JH Hegeman, MD PhD NVT Traumachirurg Centrum voor Geriatrische Traumatologie Voorzitter Dutch Hip Fracture Audit Afdeling groep Twente - Hengelo Jaarcongres GRZ

Nadere informatie

Kwetsbaarheid en voorspellende factoren onder 65-plussers Verdiepend onderzoek binnen de Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Kwetsbaarheid en voorspellende factoren onder 65-plussers Verdiepend onderzoek binnen de Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Kwetsbaarheid en voorspellende factoren onder 65-plussers Verdiepend onderzoek binnen de Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen regio IJsselland Kwetsbaarheid bij 65-plussers Het verouderingsproces

Nadere informatie

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 2015 In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 IN BEWEGING IMPLEMENTATIE VAN EEN BEST PRACTICE BINNEN HET UNO-VUMC. EINDVERSLAG INLEIDING Ouderen in woonzorgcentra

Nadere informatie

Implementatie VMS-thema in UMC Utrecht

Implementatie VMS-thema in UMC Utrecht Dossier Implementatie Implementatie VMS-thema in UMC Utrecht Eén van de tien thema s van het landelijk VMS Veiligheidsprogramma is het thema Kwetsbare ouderen dat eind 2012 in alle ziekenhuizen in Nederland

Nadere informatie

Factsheet 3 - Resultaten Prestatie Indicatoren Ondervoeding voor ziekenhuizen 2016

Factsheet 3 - Resultaten Prestatie Indicatoren Ondervoeding voor ziekenhuizen 2016 Factsheet 3 - Resultaten Prestatie Indicatoren Ondervoeding voor ziekenhuizen 2016 Adequate eiwitinname op de vierde opnamedag - Volwassenen Sinds 2006 wordt er in de Nederlandse ziekenhuizen gescreend

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.

Nadere informatie

Kwetsbaarheid en slapen

Kwetsbaarheid en slapen Kwetsbaarheid en slapen Nico De Witte Inhoud Kwetsbaarheid Slapen: operationalisering Resultaten Beschrijving dataset Prevalentie slaapproblemen in relatie tot leeftijd, geslacht, inkomen, rondkomen met

Nadere informatie

Masterlijke fysiotherapie in het ziekenhuis

Masterlijke fysiotherapie in het ziekenhuis Masterlijke fysiotherapie in het ziekenhuis 24 april 2013 Remco Looijen, master geriatriefysiotherapie Ziekenhuis Gelderse Vallei 230.00 inwoners 510 beschikbare bedden 22.271 klinische opnamen 126.747

Nadere informatie

Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, maart 2009

Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, maart 2009 Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL De gegevens mogen met bronvermelding (Margit K Kooijman, Ilse CS Swinkels, Chantal J Leemrijse. Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing.

Nadere informatie

Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC

Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI Naasten op de IC bedoeld? De CQI Naasten op de IC is bedoeld is bedoeld om de kwaliteit van de begeleiding en opvang van

Nadere informatie

Het percentage van de geriatrische patiënten die voor het eerst de polikliniek Geriatrie bezoeken dat is gescreend op ondervoeding

Het percentage van de geriatrische patiënten die voor het eerst de polikliniek Geriatrie bezoeken dat is gescreend op ondervoeding Factsheet - Resultaten kwaliteitsindicator 17.1.1. Screening ondervoeding geriatrische patienten 2017 Percentage patiënten op de polikliniek geriatrie dat wordt gescreend op ondervoeding. Ondanks de aandacht

Nadere informatie

Factsheet. Evaluatie van het Transmuraal Interactief Patiënt Platform (TIPP) vanuit patiënten perspectief

Factsheet. Evaluatie van het Transmuraal Interactief Patiënt Platform (TIPP) vanuit patiënten perspectief Factsheet Evaluatie van het Transmuraal Interactief Patiënt Platform (TIPP) vanuit patiënten perspectief Onderzoek naar de ervaringen en behoeften van patiënten over TIPP, het verwijsproces en de zorgaanbieders

Nadere informatie

De interventiebundels POWI en Lijnsepsis: toe aan verandering?

De interventiebundels POWI en Lijnsepsis: toe aan verandering? De interventiebundels POWI en Lijnsepsis: toe aan verandering? Jan Wille, coördinator infectiepreventie Titia Hopmans, senior adviseur PREZIES RIVM, Centrum voor Infectieziektebestrijding 1 Patiëntveiligheid

Nadere informatie

Paramedisch OnderzoekCentrum

Paramedisch OnderzoekCentrum Paramedische zorg per definitie multiprofessioneel maar hoe? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Dr. Margreet Oerlemans Dr. Ria Nijhuis-van der Sanden UITGANGSPUNTEN Leerstoel Paramedische Wetenschappen 2000

Nadere informatie

Ondervoeding in MCA tot mca.nl

Ondervoeding in MCA tot mca.nl Ondervoeding in MCA tot 2015 mca.nl Ondervoeding in het Medisch Centrum Alkmaar van tot In het MCA wordt sinds gescreend op ondervoeding met de Short Nutritional Assessment Questionnaire (SNAQ). Deze screening

Nadere informatie

LENTESYMPOSIUM ONCOLOGIE

LENTESYMPOSIUM ONCOLOGIE LENTESYMPOSIUM ONCOLOGIE Brussel, 15.03.2014 Mevr. Renée Jacobs +32 2 891 09 35 rjacobs@klstjan.be Staging the Aging Symposium, 15.03.2014 Mvr. Renée Jacobs Aantal nieuwe kankerregistraties in België in

Nadere informatie

6.4 Evaluatie na inbrengen Pacemakers en ICD s

6.4 Evaluatie na inbrengen Pacemakers en ICD s 6.4 Evaluatie na inbrengen Pacemakers en ICD s Vraagstelling en definities vindt u in de basisset kwaliteitsindicatoren ziekenhuizen van 2014, paragraaf 6.3. Indicatoren Evaluatie van het inbrengen van

Nadere informatie

De implementatie van het standaardverpleegplan preventie en behandeling van decubitus 2 jaar later-

De implementatie van het standaardverpleegplan preventie en behandeling van decubitus 2 jaar later- De implementatie van het standaardverpleegplan preventie en behandeling van decubitus 2 jaar later- Auteur: Drs. M. Hanraets Vertaald/bijgewerkt: Nieuwsbrief: 1993 Pagina: 27-29 Jaargang: 9 Nummer: 4 Toestemming:

Nadere informatie

7. Percentage patiënten waarbij een gespecialiseerd verpleegkundige betrokken is (aantal FTE per Structuur 2014 Invul

7. Percentage patiënten waarbij een gespecialiseerd verpleegkundige betrokken is (aantal FTE per Structuur 2014 Invul Factsheet en Parkinson (DPIA) A. Beschrijving Nr. DPIA 2014 [2.5.; 14-11- 2014] Start registratie: 2015 uitrol landelijke registratie Type indicator Uitvraag over (jaar) 1. Deelname aan ParkinsonInzicht

Nadere informatie

Factsheet - Resultaten kwaliteitsindicator A. Behandeling van ondervoeding bij volwassenen 2017

Factsheet - Resultaten kwaliteitsindicator A. Behandeling van ondervoeding bij volwassenen 2017 Factsheet - Resultaten kwaliteitsindicator 8.2.2.A. Behandeling van ondervoeding bij en 2017 Adequate eiwitinname op de vierde opnamedag - Volwassenen Sinds 2006 wordt er in de Nederlandse ziekenhuizen

Nadere informatie

Thuis Onbezorgd Mobiel (TOM) samenvatting onderzoeksresultaten 1

Thuis Onbezorgd Mobiel (TOM) samenvatting onderzoeksresultaten 1 Thuis Onbezorgd Mobiel (TOM) samenvatting onderzoeksresultaten 1 Publicatiedatum 29 maart 2019 Waarom TOM? De overheid stimuleert dat ouderen langer thuis kunnen blijven wonen, waarmee een groot beroep

Nadere informatie

GRZ vanuit het perspectief van de klinisch geriater samenwerken in de ouderengeneeskunde

GRZ vanuit het perspectief van de klinisch geriater samenwerken in de ouderengeneeskunde GRZ vanuit het perspectief van de klinisch geriater samenwerken in de ouderengeneeskunde Arend Arends, klinisch geriater Topzorg voor ouderen Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

RAPPORTAGE PRESTATIEINDICATOREN CVA ZORGKETEN DEN HAAG

RAPPORTAGE PRESTATIEINDICATOREN CVA ZORGKETEN DEN HAAG RAPPORTAGE PRESTATIEINDICATOREN CVA ZORGKETEN DEN HAAG 1 Januari 2008-31 Deelnemende instellingen Florence Duinstede Florence Gulden Huis Florence Thuiszorg Florence Westhoff HagaZiekenhuis MCH Antoniushove

Nadere informatie

Better in, Better out, ervaringen uit de praktijk. Ellen Oosting, 2013

Better in, Better out, ervaringen uit de praktijk. Ellen Oosting, 2013 Better in, Better out, ervaringen uit de praktijk Ellen Oosting, 2013 Ziekenhuis Gelderse Vallei 650 gewrichtsvervangende operaties per jaar 6 orthopeden Zorgpad Joint Care : THP / TKA Opnameduur gemiddeld

Nadere informatie

SNAQ nieuws januari 2015, Ondervoeding in het VU medisch centrum

SNAQ nieuws januari 2015, Ondervoeding in het VU medisch centrum Diëtetiek & Voedingswetenschappen VUmc SNAQ nieuws januari 2015, Ondervoeding in het VU medisch centrum - SNAQ screening bij opname - In het VUmc wordt sinds gescreend 134.576 patiënten, op ondervoeding

Nadere informatie

Kosten- batenanalyse POCT Influenza Spaarne Gasthuis

Kosten- batenanalyse POCT Influenza Spaarne Gasthuis Kosten- batenanalyse Influenza Spaarne Gasthuis Aanleiding Ieder jaar is er tijdens de winterperiode sprake van piek in het aantal patiënten met een influenza luchtweginfectie. De meeste patiënten met

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30)

Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30) November 2017 Review: 1. M. Post, B Dijcks 2. Eveline van Engelen Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens

Nadere informatie

Avondsymposium Ouderen & Targeted Therapy

Avondsymposium Ouderen & Targeted Therapy Avondsymposium Ouderen & Targeted Therapy Sta op voor ouderen! Geriatrisch assessment bij targeted therapy in de praktijk Peggy den Hartog Verpleegkundig specialist hematologie / oncologie Oncologisch

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,

Nadere informatie

Het percentage volwassen patiënten dat op de polikliniek preoperatief verpleegkundig onderzoek (POS) is gescreend op ondervoeding

Het percentage volwassen patiënten dat op de polikliniek preoperatief verpleegkundig onderzoek (POS) is gescreend op ondervoeding Factsheet - Resultaten kwaliteitsindicator 8.2.3. Screening op ondervoeding op de polikliniek 2017 Screening op ondervoeding op de polikliniek preoperatief verpleegkundig onderzoek: meer ziekenhuizen screenen;

Nadere informatie