Masterscriptie. Studentnummer: Inleverdatum: 7 juni Payroll; houdbaarheidsdatum in zicht? R. Branco-Martins

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Masterscriptie. Studentnummer: 10008799. Inleverdatum: 7 juni 2013. Payroll; houdbaarheidsdatum in zicht? R. Branco-Martins"

Transcriptie

1 Masterscriptie Student: Thomas Bosch Studentnummer: Inleverdatum: 7 juni 2013 Onderwerp: Titel: Docent: Payroll Payroll; houdbaarheidsdatum in zicht? R. Branco-Martins

2 Inhoudsopgave Inleiding... 3 H1. Payroll in het algemeen Vormen van payroll Arbeidsovereenkomst of uitzendovereenkomst? Ontslagbescherming payroll-werknemers ten opzichte van werknemers met arbeidsovereenkomst Cao voor payroll-werknemers Voor- en nadelen van payroll Deelconclusie H2. Standpunten over payroll STAR over payroll Werkgeversorganisaties Werknemersorganisaties Wetgever Zwemmer Hoogeveen Groustra Deelconclusie H3. Rechtspraak over payroll De payroll-werknemer mag niet slechter af zijn door de payroll-constructie De payroll-werknemer is in dienst bij de payroll-onderneming Of toch niet? Deelconclusie Conclusie Literatuurlijst

3 Inleiding Payroll is geen nieuw fenomeen, maar wel een flexibele constructie die de laatste jaren een extreme groei heeft doorgemaakt. Steeds meer bedrijven kiezen er voor om met werknemers een payrollovereenkomst aan te gaan. Het gevolg daarvan is dat de juridische en administratieve taken van de werkgever worden overgeheveld naar de payroll-onderneming. De werknemers komen vervolgens niet in dienst bij de werkgever, maar bij de payroll-onderneming. In de praktijk wordt payrolling gezien als een drie partijen relatie, waarbij aansluiting wordt gevonden bij artikel 7:690 BW: de uitzendovereenkomst. Wat payrolling onder andere bijzonder maakt, is dat onduidelijk is of een payrollovereenkomst daadwerkelijk een uitzendovereenkomst is, of dat er gewoon sprake is van een arbeidsovereenkomst tussen de opdrachtgever en de werknemer. Dit laatste wordt vooral in de literatuur ter sprake gebracht. Mede daardoor is onbekend hoe houdbaar de payroll-constructie is. Ondanks de discussie of de payrollovereenkomst wel of geen uitzendovereenkomst is, is het een feit dat payrolling steeds populairder wordt bij werkgevers. Uit cijfers van de Vereniging voor Payroll Ondernemingen (VPO) bleek dat in 2012 bijna payroll-werknemers aan het werk waren, wat neerkomt op 2% van de werkende Nederlanders. VPO verwacht dat de groep payroll-werknemers zal blijven stijgen naar in Dat de discussie omtrent de payroll-constructie actueel is, blijkt mede uit het feit dat in 2012 diverse malen Kamervragen zijn gesteld. Naar aanleiding van deze Kamervragen heeft toenmalig Minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Stichting van de Arbeid (STAR) om advies gevraagd over de ontslagbescherming van payroll-werknemers. Op 11 mei 2012 is dit rapport van de STAR De visie van de Stichting van de Arbeid op payrolling, mede in het licht van de gevolgen voor werknemers als het gaat om ontslag, verschenen. Het doel van dit onderzoek is om in kaart te brengen of aan de hand van recente ontwikkelingen in de rechtspraak, literatuur en politieke gebeurtenissen, kan worden beoordeeld of de payrollconstructie in de huidige vorm houdbaar is. De hoofdvraag behorende bij dit onderzoek is derhalve als volgt geformuleerd: Is het wenselijk om de payroll-constructie in de huidige vorm in stand te houden, gelet op de actuele wet- en regelgeving, rechtspraak en literatuur? 3

4 Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden zijn de volgende deelvragen gesteld: 1. Wat is payroll? 2. Is de payrollovereenkomst een arbeidsovereenkomst of uitzendovereenkomst? 3. Welke (ontslag)bescherming geniet de payroll-werknemer ten opzichte van werknemers conform een arbeidsovereenkomst? Wat zijn de voor- en nadelen van payroll? 4. Is er een cao van toepassing op payroll-werknemers? Welke standpunten nemen (eventuele) vakbondsorganisaties in met betrekking tot payroll? 5. Wat is de visie van de STAR over payroll? 6. Welk(e) standpunt(en) neemt de wetgever in met betrekking tot payroll? 7. Wat is de heersende mening van rechtsgeleerden in de literatuur? Is er eensgezindheid of zijn er afwijkende meningen? 8. Hoe gaat de rechtspraak om met payroll? Wat is de huidige stand van zaken in de jurisprudentie? Het onderzoek richt zich tot de payroll-constructie in Nederland. Er wordt geen onderzoek gedaan naar de (ontstaans)geschiedenis van payrolling en tevens zal geen rechtsvergelijk worden gemaakt met andere landen. Daarnaast worden financiële aspecten van payrolling niet betrokken bij het onderzoek. Leeswijzer In hoofdstuk 1 wordt ingegaan op de vraag wat payrolling is en de discussie of er sprake is van een uitzendovereenkomst of arbeidsovereenkomst tussen opdrachtgever en payroll-werknemer. Daarnaast wordt ingegaan op de ontslagbescherming van de payroll-werknemer en de toepasselijke cao. Hoofdstuk 2 is een samenvatting van de belangrijkste conclusies uit het STAR-rapport, de belangrijkste meningen in de literatuur en antwoorden van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op Kamervragen over payroll. Hoofdstuk 3 betreft een overzicht van de belangrijkste jurisprudentie op het gebied van payrolling. Tot slot volgt de conclusie, waarin antwoord wordt gegeven op de hoofdvraag. 4

5 H1. Payroll in het algemeen Payroll is een constructie waarbij de werknemers niet een arbeidsovereenkomst sluiten met de feitelijke werkgever, maar met een niet juridische werkgever: de payroll-onderneming. Bij payrolling zijn dus altijd drie partijen betrokken: de opdrachtgever, de payroll-onderneming en de werknemer. Bij de klassieke vorm van payroll 1 neemt de payroll-onderneming als het ware de juridische kenmerken van werkgeverschap van de opdrachtgever 2 over. De payroll-onderneming voert de salarisadministratie uit, de afdracht van sociale premies en pensioenen. Als de werknemer ziek wordt, dan draagt niet de opdrachtgever het risico, maar de payroll-onderneming. De algemeen gebruikte omschrijving van het begrip payrolling is opgenomen in de CAO voor Medewerkers van Payroll Ondernemingen , ook wel de VPO cao genoemd. Deze cao geeft de volgende definitie van de payroll-overeenkomst, die tevens is opgenomen in de Beleidsregels Ontslagtaak UWV: De arbeidsovereenkomst waarbij de werknemer door de werkgever, in het kader van de uitoefening van het beroep of bedrijf van de werkgever, ter beschikking wordt gesteld van een derde (de opdrachtgever) om krachtens een door deze aan de werkgever verstrekte - in beginsel langdurige - opdracht arbeid te verrichten onder toezicht en leiding van de derde. De payroll-overeenkomst komt tot stand na werving van de werknemer door de derde, niet door de werkgever. De werkgever vervult in redelijkheid de taken die hij van rechtswege als werkgever draagt en de dienstverlening van de werkgever richt zich in het bijzonder op betaling van het loon en de daarmee samenhangende loonadministratie. De werkgever is niet gerechtigd de werknemer ter beschikking te stellen van andere ondernemingen dan de onderneming van de derde, anders dan in geval van re-integratie wegens arbeidsongeschiktheid of wegvallen van de opdracht bij de derde. Het belangrijkste motief voor een opdrachtgever om gebruik te maken van payroll-werknemers is de behoefte aan flexibiliteit. Bijvoorbeeld voor het opvangen van werkpieken of ziekte van vast personeel. Andere motieven voor opdrachtgevers om te kiezen voor payrolling is het vereenvoudigen van de processen, zoals de salaris- en personeelsadministratie. Maar ook het indekken van (werkgevers)risico s, zoals de wachtgeldregeling, ontslagkosten en loondoorbetalingsverplichting bij ziekte. 3 1 In paragraaf 1.1 worden meerdere vormen van payroll beschreven 2 De opdrachtgever wordt ook wel de inlener genoemd. In dit stuk is gekozen voor de term opdrachtgever 3 EIM, Payroll-services in Nederland, Bekendheid, markt en marktpotentie, Zoetermeer, november

6 1.1 Vormen van payroll Ondanks dat er één payroll begripsomschrijving is, kent het wel meerdere varianten. De STAR heeft geconcludeerd dat er in de praktijk vijf varianten zijn te onderscheiden 4. De bekendste vorm van payrolling is de constructie waarbij de opdrachtgever zelf de werving en selectie van de nieuwe werknemer verzorgt, maar waarbij de werknemer in dienst komt bij de payroll-onderneming. Krachtens een aan de payroll-onderneming verstrekte opdracht, wordt de werknemer voor een zekere tijd ter beschikking gesteld aan de opdrachtgever. Bij deze variant wordt in de overeenkomst tussen de opdrachtgever en de payroll-onderneming opgenomen dat het de bedoeling is dat de werknemer uiteindelijk rechtstreeks in dienst komt bij de opdrachtgever of elders ter beschikking wordt gesteld. Bij de tweede variant verzorgt de opdrachtgever wederom zelf de werving en selectie van de nieuwe werknemer. De werknemer treedt vervolgens in dienst bij de payroll-onderneming en deze wordt, krachtens een aan de payroll-onderneming verstrekte opdracht, in beginsel langdurig en exclusief ter beschikking gesteld aan de opdrachtgever. In tegenstelling tot de eerste variant, onderscheidt de payroll-constructie zich hier meer van de uitzendovereenkomst. De intentie van partijen is er op gericht de werknemer alleen ter beschikking te stellen aan de opdrachtgever. Bij de derde variant besluit de opdrachtgever om (een gedeelte van) zijn werknemers te outsourcen aan een payroll-onderneming. De payroll-onderneming neemt de bestaande arbeidsovereenkomst van de opdrachtgever over. De werknemers treden in dienst bij de payroll-onderneming en worden krachtens een aan de payroll-onderneming verstrekte opdracht permanent en exclusief ter beschikking gesteld van de opdrachtgever. Bij de vierde variant verzorgt de payroll-onderneming de salarisadministratie voor de opdrachtgever, maar de werknemer is en blijft in dienst bij de opdrachtgever. Er is geen sprake van een drie partijen relatie, waardoor niet is voldaan aan de elementen van de definitie van de uitzendovereenkomst, artikel 7:690 BW. Desalniettemin wordt deze variant wel als payrolling beschouwd. Bij de vijfde en laatste variant gebruiken toekomstige kleine zelfstandigen zonder VAR/WUO (verklaring arbeidsrelatie winst uit onderneming) de payroll-onderneming om als verkapte zelfstandige te werken. Immers, zonder VAR/WUO mag de werknemer niet als zelfstandige werken. De werknemer treedt in dienst bij de payroll-onderneming, maar hij heeft alle vrijheden die een kleine zelfstandige ook heeft: hij bepaalt zelf welk tarief hij hanteert en hij zoekt zelf zijn opdrachten. De payroll-onderneming verzorgt wel de facturatie en doet de salarisadministratie. 4 STAR-rapport ontwikkeling van payrolling 2012, pag

7 De vijf bovenstaande varianten van payroll kunnen naar mijn mening beter worden onderscheiden in twee varianten, namelijk de eerste variant waarbij de werknemer in dienst is bij de opdrachtgever. In dit geval is er sprake van een arbeidsovereenkomst tussen de opdrachtgever en de werknemer en verzorgt de payroll-onderneming alleen de salarisadministratie. En de tweede variant waarbij de werknemer in dienst is bij de payroll-onderneming, de juridische werkgever, en gelet op de feitelijke uitvoering van de overeenkomst het maar de vraag is of er niet een arbeidsovereenkomst bestaat tussen de opdrachtgever en de payroll-werknemer. Artikel 7:690 BW zou in dat geval niet van toepassing zijn, en deze tweede variant niet bestaan. Meer hierover in de volgende paragraaf. 1.2 Arbeidsovereenkomst of uitzendovereenkomst? Een arbeidsovereenkomst kenmerkt zich door drie eigenschappen: arbeid, gezag en loon. In de praktijk wordt de payrollovereenkomst beschouwd als een uitzendovereenkomst in de zin van artikel. 7:690 BW: De uitzendovereenkomst is de arbeidsovereenkomst waarbij de werknemer door de werkgever, in het kader van de uitoefening van het bedrijf of het beroep van de werkgever ter beschikking wordt gesteld van een derde om krachtens een door deze aan de werkgever verstrekte opdracht arbeid te verrichten onder leiding en toezicht van de derde. Er zijn drie partijen betrokken bij de payrollovereenkomst: de werknemer, de opdrachtgever en de payroll-onderneming die de werknemer ter beschikking stelt. Gelet op de definitie van de uitzendovereenkomst is het aannemelijk dat de payroll-werknemer een arbeidsovereenkomst heeft met de payroll-onderneming, die de payroll-werknemer ter beschikking stelt van een derde: de opdrachtgever. Desondanks gaan er meningen op in de literatuur die bestrijden dat er sprake kan zijn van een uitzendovereenkomst. Met name mr. Zwemmer is van mening dat de payroll-constructie, gelet op de wetsgeschiedenis, niet strekt met het doel van artikel 7:690 BW 5. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat de regeling van artikel 7:690 BW een tweetal eisen stelt om van toepassing te kunnen zijn op de uitzendwerkgever: een uitzendwerkgever moet de terbeschikkingstelling van de werknemer verrichten in de uitoefening van een beroep of bedrijf en daarbij een allocatiefunctie op de arbeidsmarkt vervullen. De eerste eis houdt in dat de uitzendwerkgever in het kader van de uitoefening van hun beroep of bedrijf arbeidskrachten ter beschikking stelt aan derden. En de tweede eis, de allocatiefunctie, houdt in het 5 J.P.H. Zwemmer, Waarom de payroll-onderneming geen (uitzend)werkgever is, TRA 2009,12 7

8 bedrijfsmatig bij elkaar brengen van de vraag naar en het aanbod van tijdelijke arbeid 6. Dit laatste moet naar mijn mening worden omschreven als de werving en selectie van arbeidskrachten. De wetgever heeft de uitzendregeling niet willen beperken tot de op dat moment gebruikelijke vormen van uitzendrelaties (uitzending, detachering), maar van toepassing verklaard op alle andere driehoeksarbeidsrelaties, waarbij de werknemer in de uitoefening van het bedrijf of beroep van de werkgever aan een derde ter beschikking wordt gesteld, om onder leiding en toezicht van die derde arbeid te verrichten 7. Gelet op deze toelichting van de wetgever moet worden geconcludeerd dat de payroll-constructie niet is uitgezonderd van artikel 7:690 BW. Zwemmer is van mening dat de allocatiefunctie moet worden gelezen in artikel 7:690 BW. En gelet op het feit dat de payroll-onderneming niet aan werving en selectie doet, vervult de payrollonderneming de allocatiefunctie niet 8. Naast het inlezen van de allocatiefunctie in artikel 7:690 BW, stelt Zwemmer dat tussen de opdrachtgever en de payroll-werknemer een arbeidsovereenkomst bestaat. De heersende leer in de rechtspraak bij beantwoording van de vraag of er sprake is van een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 BW luidt dat: in eerste instantie moet zijn voldaan aan de elementen van een arbeidsovereenkomst, te weten arbeid, loon en gezag. En in tweede instantie dat moet worden gekeken naar de partijbedoelingen 9. De partijbedoeling bestaat uit de materiële bedoeling van partijen bij het sluiten van de overeenkomst en de wijze waarop uitvoering is gegeven aan de overeenkomst 10. Zwemmer betoogt dat de payroll-werknemer, materieel gezien (want formeel tekent hij een payrollovereenkomst), vanaf het begin een arbeidsovereenkomst met de opdrachtgever beoogt en niet een uitzendovereenkomst met de payroll-onderneming. En gelet op het feit dat de payrollonderneming niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 7:690 BW, omdat de allocatiefunctie ontbreekt, betekent dit dat er alsnog een arbeidsovereenkomst zou kunnen zijn ontstaan tussen de opdrachtgever en de payroll-werknemer 11. Ik volg de wijze waarop Zwemmer tot zijn conclusie komt. Gelet op de uitvoering van de overeenkomst door de opdrachtgever en payroll-werknemer, voldoet de payrollovereenkomst aan de elementen van arbeid, gezag en loon. De payroll-werknemer verricht immers arbeid onder gezag van de opdrachtgever. Dat het loon door de payroll-onderneming wordt uitbetaald, sluit niet uit dat 6 Kamerstukken II 1996/97, , nr. 3 7 Kamerstukken II, 1996/97, , nr. 3 8 J.P.H. Zwemmer, Waarom de payroll-onderneming geen (uitzend)werkgever is, TRA 2009,12 9 HR 14 november 1997, JAR 1997/263 (Groen/Schoevers) 10 HR 10 oktober 2003, JAR 2003/263 (Van der Male BV/Den Hoedt) 11 J.P.H. Zwemmer, Waarom de payroll-onderneming geen (uitzend)werkgever is, TRA 2009,12 8

9 niet voldaan kan zijn aan het loon-element 12. Naar mijn mening heeft een beroep op de partijbedoeling bij het sluiten van de payrollovereenkomst alleen kans van slagen als deze wordt gesloten door een onwetende werknemer of door een werknemer die voor het blok wordt gezet. Onder onwetende schaar ik de werknemer die solliciteert op een vacature waarin niet staat vermeld dat hij in dienst komt bij een payroll-onderneming. Een werknemer die wordt geoutsourced van de werkgever naar een payroll-onderneming, wordt naar mijn mening voor het blok gezet. De payroll-onderneming neemt in dit geval de arbeidsovereenkomsten van de werkgever over. Dit had de werknemer niet voor ogen toen hij de arbeidsovereenkomst sloot. Beantwoording van de vraag of de payrollovereenkomst een arbeidsovereenkomst of uitzendovereenkomst is, is nog niet mogelijk. De wetgever of de rechtspraak zal meer duidelijkheid moeten geven over de geldigheid van de payrollovereenkomst. De minister heeft reeds aangegeven dat de wetgever de wet niet gaat aanpassen en dat het aan de rechter is om te oordelen of de payroll-constructie valt onder de strekking van artikel 7:690 BW of niet. 1.3 Ontslagbescherming payroll-werknemers ten opzichte van werknemers met arbeidsovereenkomst Bij de ontslagbescherming moet onderscheid worden gemaakt tussen de payroll-variant waarbij de werknemer in dienst is bij de opdrachtgever, en de varianten waarbij de werknemer in dienst is bij de payroll-onderneming. Bij de eerste variant is er sprake van een arbeidsovereenkomst en heeft de werknemer de werknemersbescherming uit Boek 7 titel 10 BW. Maar in de praktijk is vooral sprake van de variant waarbij de payroll-werknemer valt onder de werking van artikel 7:690 BW. Als gevolg hiervan heeft de payroll-werknemer dezelfde (ontslag)bescherming als een uitzend-werknemer. Dit betekent dat de payroll-werknemer niet de gehele werknemersbescherming geniet die Boek 7 titel 10 BW biedt. Een werknemer is dan (veel) slechter af met een payrollovereenkomst. Als de opdracht met de opdrachtgever eindigt, dan blijft in beginsel de overeenkomst tussen de werknemer en de payroll-onderneming in stand. De payroll-onderneming kan dan echter een ontslagvergunning aanvragen conform artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen bij het UWV. Het UWV handelt zo n verzoek af conform Hoofdstuk 16 van de Beleidsregels Ontslagtaak UWV. Uit het feit dat er specifieke regels zijn opgesteld voor de payroll-onderneming, kan worden geconcludeerd dat het UWV de payrollovereenkomst niet beoordeelt als een gewone 12 Dit volgt niet uit artikel 7:610 BW en is in de lagere rechtspraak bevestigd door Ktr. Amsterdam 24 november 1999, JAR 2000/19 9

10 uitzendovereenkomst. Uit deze specifieke regels volgt dat de payroll-onderneming relatief eenvoudig een ontslagvergunning ontvangt om de payrollovereenkomst met de payroll-werknemer te mogen opzeggen. Het beëindigen van de opdracht door de opdrachtgever, vormt op zichzelf een bedrijfseconomische reden voor het indienen van een ontslagaanvraag voor de betrokken werknemer. De reden van de beëindiging speelt daarbij geen rol. Dit volgt uit paragraaf 3 van Hoofdstuk 16 van de Beleidsregels Ontslagtaak UWV. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de payroll-onderneming een ontslagvergunning krijgt, als de opdrachtgever de aanwezigheid van de payroll-werknemer niet meer wenst. Andersom is het ook mogelijk dat de payroll-onderneming zelf de opdrachtovereenkomst met de opdrachtgever beëindigd, bijvoorbeeld wegens wanbetaling. In zo n geval dient de payrollonderneming dit wel toe te lichten bij het ontslagverzoek, alvorens het UWV de aanvraag beoordeelt. Geringe bescherming voor de payroll-werknemer wordt geboden door paragraaf 5 van hoofdstuk 16. Hieruit volgt dat van de payroll-onderneming wel wordt verwacht dat het een gedegen onderzoek doet naar herplaatsingsmogelijkheden. Dit houdt in dat de payroll-onderneming een onderzoek moet verrichten naar geschikte vacatures bij andere bij hem aangesloten opdrachtgevers. Het is voldoende als een geschikte vacatures op korte termijn beschikbaar is. Het UWV verlangt van de payrollonderneming dat bij het ontslagverzoek informatie wordt verstrekt over het verrichtte onderzoek naar vacatures. Volgens mr. Hoogeveen biedt deze herplaatsingsverplichting minder bescherming dan het lijkt. Hoogeveen wijst er op dat er geen sanctie is opgenomen voor de gevallen dat er onvolledige of onjuiste informatie wordt verstrekt. 13 Naar mijn mening snijdt Hoogeveen hier terecht een kritisch punt aan. Uit de Beleidsregels Ontslagtaak UWV volgt alleen dat als een overtollige werknemer kan worden herplaatst, er geen noodzakelijkheid is om de werknemer te ontslaan en er dus geen ontslagvergunning zal worden verleend. Maar er is geen aandacht voor de gevallen waarin de werkgever tekortschiet in zijn verplichting om een herplaatsingsonderzoek te verrichten, waardoor kan worden geconcludeerd dat het UWV niet onderzoekt of de verstrekte informatie volledig en juist is. 13 E.M. Hoogeveen, Payrolling: uitholling werknemersbescherming of gat in de markt, ArbeidsRecht 2012, 6 10

11 1.4 Cao voor payroll-werknemers In 2006 werd de eerste cao voor payrolling gesloten: de cao voor Medewerkers van Payroll Ondernemingen (verder: VPO cao). De payroll-ondernemingen hadden zich gebundeld in de Vereniging voor Payroll Ondernemingen (VPO), terwijl de payroll-werknemers werden behartigd door FNV Bondgenoten, De Unie en de CNV Dienstenbond. Op 31 december 2011 liep de laatste VPO cao af en werd niet verlengd. Voordat de VPO cao werd gesloten, was de uitzend-cao van toepassing op de payrollovereenkomst tussen de payroll-werknemer en de payroll-onderneming. De vakbonden waren van mening dat de belangen van de payroll-werknemer waren achtergesteld in sectoren waar het werkgeverschap slecht was ontwikkeld (bijv. horeca, bouw). Aan het overeenkomen van een payroll-cao lagen voor de vakbonden drie overwegingen ten grondslag: - het realiseren van een cao voor de gehele payroll sector; - het uitsluiten van concurrentie op arbeidsvoorwaarden; - het realiseren van gelijke arbeidsvoorwaarden voor payrollers en ander personeel. 14 Voor de CNV lagen meerdere redenen ten grondslag om de cao niet meer te verlengen. De CNV luidde de noodklok door te stellen dat de VPO cao niet voor alle payroll-werknemers gold, omdat werkgevers een keuze maakte tussen een uitzend-cao (ABU of NBBU) en de VPO cao. Een andere reden voor de CNV om de VPO cao op te zeggen, is de discussie die publiekelijk wordt gevoerd over de rechtsgeldigheid van de payroll-constructie 15. Hierbij moet worden gedacht aan de discussie die door Zwemmer op gang is gebracht in de literatuur. Uit de verklaring van Roderik Mol, bestuurder van CNV Dienstenbond, kan worden opgemaakt dat de vakbonden geen uitkomst meer zien voor de positie van de payroll-werknemers: "We zijn in de payroll cao gestapt om er voor de toekomst iets goed van te maken voor de werknemers. We hebben ons in de afgelopen tijd de blaren op tong gesproken om verbeteringen in de arbeidspositie van de 'payrollers' te realiseren. De payroll bedrijven geven echter niet thuis en echte interesse voor het lot van de werknemers ontbreekt." 16 Met het afsluiten van de eerste VPO cao trachtten de vakbonden om de concurrentie op arbeidsvoorwaarden uit te sluiten en mensen een gelijk pakket aan arbeidsvoorwaarden en een rechtspositie te bieden. Nu er geen VPO cao meer is, is de situatie terug bij af en wordt de uitzend- 14 Vastgelegd in de considerans in de VPO zeggen_vpo-cao_030311/ 11

12 cao van toepassing verklaard op contracten gesloten vanaf 1 januari Dit betekent niet dat de VPO cao niet meer wordt toegepast. Voor payrollcontracten gesloten voor 1 januari 2012 blijven de bepalingen uit de laatste VPO cao als onderdeel van de arbeidsovereenkomst gelden. Dat de cao is opgezegd doet hier niets aan af 17. Hoogeveen is van mening dat de vakbonden geen goed doen aan het opzeggen van de VPO cao. Zij betwijfelt of dit de positie van de payroll-werknemer zal verbeteren. Ondanks dat de doelstellingen van de vakbonden niet zijn bereikt, stelt Hoogeveen dat de payroll-werknemers nu van de regen in de drup komen. Payroll-ondernemingen zullen nu onder de ABU-cao vallen, welke cao op een aantal punten ten nadele van de werknemer afwijkt 18. De VPO cao kende bijvoorbeeld geen uitzendbeding, maar de ABU-cao wel. Daarnaast kende de VPO cao, in tegenstelling tot de ABU-cao, een herplaatsingsplicht bij beëindiging van de opdracht door de opdrachtgever en had de payrollwerknemer onder de VPO cao bij ontslag recht op een bepaalde beëindigingsvergoeding 19. Mr. Van Houte ziet de terugval naar de ABU-cao ook als nadeel voor de payroll-werknemers. Zij vindt dat de vakbonden voorbij gaan aan de voordelen die partijen bij de VPO cao hebben bereikt 20. Ik moet mij aansluiten bij mr. Van Houte, dat de VPO cao ook goede arbeidsvoorwaarden bood voor de payroll-werknemer. De VPO cao was bijvoorbeeld minder flexibel. Bij payrolling konden er gedurende drie jaar acht contracten voor bepaalde tijd worden gesloten, art. 6 lid 1 sub b VPO cao. Bij ABU-cao kan er gedurende 78 weken gebruik worden gemaakt van het uitzendbeding (afwijking van artikel 7:691 lid 1 BW) en kan vervolgens gedurende twee jaar gebruik worden gemaakt van acht contracten voor bepaalde tijd, art. 18 ABU-cao. Bij de VPO cao was er dus sneller sprake een vast dienstverband. De VPO cao verplichtte de payroll-onderneming om bij het wegvallen van de opdracht gedurende twee maanden herplaatsingsinspanningen te verrichten, bijlage 2 artikel 2 VPO cao. Bij uitzending worden er afhankelijk van de duur van het dienstverband tussen de één en vier maanden na de beëindiging van de opdracht herplaatsingsinspanningen gedaan, artikel 31 lid 8 ABU-cao. De VPO cao bevatte bij de beëindiging van het dienstverband wegens bedrijfseconomische redenen een vergoeding, die afhankelijk was van de duur van het dienstverband, tussen de drie en tien maal het brutomaandsalaris, bijlage 2 artikel 5 VPO cao. De ABU-cao kent geen ontslagvergoeding. 17 HR 8 april 2011, JAR 2011/135 (ABVAKABO/Unieke Kinderopvang BV) 18 Dit artikel van Hoogeveen komt uit 2012, de ABU is momenteel geen AVV meer, waardoor ook de NBBU-cao of een andere cao van toepassing kan zijn 19 E.M. Hoogeveen, Payrolling: uitholling werknemersbescherming of gat in de markt? ArbeidsRecht 2012/6 20 Y.A.E. van Houte, Uitzending en payrolling; overeenkomst en verschil, ArbeidsRecht 2011, 36 12

13 Ondanks de terechte kritieken van Hoogeveen en Van Houte is het naar mijn mening niet onbegrijpelijk dat de vakbonden geen toekomst meer zagen in de VPO cao. Dat payrollondernemingen niet altijd de VPO cao toepaste, maar soms ook de ABU-cao, maakt duidelijk dat de VPO cao niet tot het gewenste resultaat kon leiden. De vakbonden hebben getracht de arbeidsvoorwaarden voor de payroll-werknemers te verbeteren, maar uit de verklaring van de CNV maak ik op dat de VPO ondernemingen niet bereid waren om daadwerkelijk te onderhandelen ten behoeve van de werknemers. Als de VPO cao dan alsnog zou worden verlengd onder de oude voorwaarden, dan is de positie van de payroll-werknemer niet gewaarborgd voor de toekomst. Beëindiging van de VPO cao biedt zodoende ruimte om de discussie over de toekomst van de payrollconstructie voort te zetten. 1.5 Voor- en nadelen van payroll Uit het feit dat de payroll-constructie in de praktijk wordt toegestaan, kan worden afgeleid dat er behoefte is aan een flexibele arbeidsrelatie. Maar uit het feit dat theoretisch twijfels bestaan over de rechtsgeldigheid van de payrollovereenkomst als uitzendovereenkomst, kan ook worden afgeleid dat de belangen van één van de partijen worden geschonden. Dit is terug te zien in zowel de voor- als nadelen van payroll. Met name de opdrachtgevers hebben voordeel van de payroll-constructie. De opdrachtgevers beschikken over een arbeidskracht die arbeid onder zijn gezag uitvoert, maar waarvoor hij niet alle verplichtingen uit boek 7 titel 10 BW draagt. Met payrolling wordt invulling gegeven aan heel andere behoeften uit de praktijk. Deze komen er onder andere op neer dat werkgevers af willen van de aan het werkgeverschap verbonden (administratieve) verplichtingen en aansprakelijkheden 21. De opdrachtgever ontwijkt de verplichting om bijvoorbeeld twee jaar bij ziekte van de werknemer loon door te betalen, hij heeft geen opzegverbod bij ziekte en geen last van een ontslagprocedure. De opdrachtgever hoeft geen verzekeringen voor de arbeidskrachten te sluiten en niet zelf meer de loonadministratie uit te voeren. Tegen een vergoeding voert de payroll-onderneming deze taken uit voor de opdrachtgever. Zowel de payroll-onderneming als de opdrachtgever maakt geen kosten bij beëindiging van de arbeidsrelatie, terwijl de payroll-werknemer geen ontslagbescherming geniet en hooguit loon krijgt voor de duur van de wettelijke opzegtermijn die de payroll-onderneming in acht moet nemen bij opzegging van de overeenkomst. In het verleden regelde de toepasselijke VPO cao nog een opzegvergoeding, maar deze cao is opgezegd. Meer hierover in de volgende paragraaf. 21 J.P.H. Zwemmer, De payroll-onderneming, de inlener en het werkgeverschap in de (lagere) jurisprudentie, TRA,

14 De meeste voordelen voor de opdrachtgever zijn tevens de nadelen voor de werknemer. De payrollconstructie heeft echter niet alleen negatieve aspecten voor de payroll-werknemers. Bijvoorbeeld bij een faillissement van de opdrachtgever wordt de overeenkomst tussen de payroll-onderneming en de opdrachtgever beëindigd, maar die tussen de payroll-werknemer en de payroll-onderneming blijft in stand. De payroll-werknemer behoudt recht op loon totdat de overeenkomst rechtsgeldig wordt beëindigd 22. Ook de mogelijkheid voor zelfstandigen zonder VAR/WUO om via de payroll-constructie aan het werk te gaan, is een voordeel dat payrolling biedt. 1.6 Deelconclusie Payroll is een flexibele arbeidsrelatie, waaraan meer voordelen zijn verbonden voor de opdrachtgever, dan voor de werknemer. Uit de vormen van payrolling blijkt dat payrolling zich niet laat omschrijven als één begrip, aangezien er ook sprake is van payrolling als de payroll-onderneming alleen de salarisadministratie uitvoert. Bij outsourcing van de werknemers naar de payroll-onderneming vraag ik mij af of payrolling een wenselijke situatie oplevert. De werknemers met een arbeidsovereenkomst bij de werkgever worden beschermd door boek 7 titel 10 BW. Door de outsourcing is de werknemer deze bescherming kwijt jegens de partij die voorheen zijn werkgever was. De feitelijke situatie is onveranderd, want hij verricht nog steeds arbeid bij de werkgever, onder diens gezag en hij ontvangt loon, maar de juridische situatie is in zijn nadeel gewijzigd. Hij verliest bijvoorbeeld zijn ontslagbescherming. Ik vind deze vorm van payrolling teveel inbreuk maken op de belangen van de werknemer. De vraag of de payrollovereenkomst moet worden gezien als een uitzendovereenkomst of arbeidsovereenkomst tussen de opdrachtgever en de payroll-werknemer, kan nog niet met zekerheid worden beantwoord. De voormalig minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verklaarde dat de rechter zal moeten beoordelen of de payroll-constructie past binnen de reikwijdte van artikel 7:690 BW. Dat de vakbonden geen heil meer zagen in de VPO cao geeft wel reden tot nadenken voor de wetgever. De vraag is of de belangen van de payroll-werknemers wel voldoende worden behartigd door de payroll-ondernemingen. Zij treden immers op als juridisch werkgever. En misschien omzeilt de werkgever wel gewoon zijn werkgeversverplichtingen door over te stappen op payrolling. De vraag is of dat een gewenste situatie is. 22 A.M. Bos & E.V. de Graaff, Payrolling, het outsourcen van werkgeverschap, ArbeidsRecht 2006, 65 14

15 H2. Standpunten over payroll De hoofdvraag of de payroll-constructie houdbaar is, kan niet worden beantwoord zonder de meningen in de literatuur te peilen. In hoofdstuk 1 kwamen al enkele standpunten en meningen van rechtsgeleerden voorbij, alsmede enkele conclusies uit het rapport van de STAR over payroll. In dit hoofdstuk wordt uitgebreider besproken hoe verscheidene rechtsgeleerden oordelen over payrolling. Eerst is er aandacht voor de belangrijkste conclusies uit het rapport van de STAR. 2.1 STAR over payroll De STAR is het centrale overlegorgaan van de centrale organisaties van werkgevers en werknemers. De STAR was verzocht haar visie te geven over de ontwikkeling van payrolling, mede in het licht van de gevolgen voor werknemers als het gaat om ontslag. De belangrijkste passage uit het rapport is in mijn ogen hoofdstuk 4 waarin de visies van de werkgeversorganisaties en de werknemersorganisaties worden beschreven Werkgeversorganisaties De werkgevers 23 zijn met name enthousiast over het feit dat payrolling inspeelt op belangrijke motieven en behoeften van werkgevers. De payroll-ondernemingen worden gezien als specialistische Human Resource dienstverleners, die ondersteuning bieden op HR-gebied, waarbij vooral minder ontwikkelde bedrijven baat hebben. Naar de mening van de werkgevers sluit payrolling aan bij de behoefte van de ondernemer om risico s en kosten die samenhangen met disfunctioneren, verlof, ziekte en arbeidsongeschiktheid, beheersbaar te houden. De werkgevers achten dit legitiem, omdat daar een betaling aan de payroll-onderneming tegenover staat. Naar de mening van de werkgevers valt de payroll-constructie onder de reikwijdte van artikel 7:690 BW. Voor de werkgevers is de discussie over de allocatiefunctie overbodig. Naar hun opvatting moet worden gekeken naar de letter van de wet, waarin de allocatiefunctie niet is opgenomen. Daarnaast zien zij de voorwaarde van een allocatiefunctie ook niet terug in de wetsgeschiedenis, omdat bij de totstandkoming van artikel 7:690 BW ruimte is gelaten voor de niet-klassieke uitzend-constructies. De werkgevers zijn wel van mening dat in de driehoeksrelatie voldoende duidelijkheid moet bestaan over de vraag wie welk onderdeel van het werkgeverschap voor zijn rekening neemt. In het kader 23 De werkgeversorganisaties bestaan uit vertegenwoordigde werkgevers. Als wordt gesproken over werkgevers, dan moet dit gelezen worden als zijnde de opdrachtgever, als zij gebruik maken van de payrollconstructie 15

16 van duidelijkheid scheppen wijzen werkgevers op het initiatief van de VPO om te komen tot een keurmerk voor professioneel werkgeverschap. Onderdeel van dit keurmerk zijn vastgestelde eisen voor de kwaliteit van de dienstverlening jegens de werknemer en de opdrachtgever. Hierbij moet worden gedacht aan duidelijkheid verschaffen aan de werknemer omtrent de consequenties van de payroll-overeenkomst bij aanvang van de overeenkomst. De werkgevers stellen dat de payroll-onderneming voldoende de belangen van de werknemer behartigt, nadat de VPO cao is opgezegd. De VPO heeft een arbeidsvoorwaardenreglement opgenomen met aanvullende arbeidsvoorwaarden, waarvan de essentie is dat payroll-werknemer verplicht vanaf de eerste dag van de overeenkomst aansluit bij de (primaire) arbeidsvoorwaarden van de cao van de opdrachtgever. Daarnaast geldt een loondoorbetaling van minimaal 180% over de eerste twee jaren van ziekte en een re-integratieverplichting voor de payroll-onderneming. Met betrekking tot het ontslagrecht wijzen de werkgevers op het feit dat er (nog) geen gegevens beschikbaar zijn omtrent het gebruik van de ontslag beleidsregels door payroll-ondernemingen, waardoor niet kan worden vastgesteld of er sprake is van regulier gebruik of misbruik van de bestaande regels. In die zin zien werkgevers dan ook geen aanleiding tot heroverweging van deze specifieke ontslagregels Werknemersorganisaties De werknemersorganisaties in de STAR hebben geen probleem met de payroll-variant waarbij de werkgever de loonadministratie heeft uitbesteed, maar de werknemer gewoon in dienst van het bedrijf blijft waar ook de werkzaamheden worden verricht. Zij hebben wel grote en fundamentele problemen met de andere vormen van payrolling en beschouwen dit als ongewenst. Zij menen dat er sprake is van een gekunstelde splitsing tussen het formele en materiële werkgeverschap, dat uitnodigt tot onderscheid in arbeidsvoorwaarden en afwenteling van de werkgeversrisico s. Dit zal in de ogen van de werknemersorganisaties leiden tot een grote verdwijntruc van het (goed) werkgeverschap. Werknemersorganisaties zijn ten tijde van het ontstaan van de flexwet akkoord gegaan met de bijzondere positie van de uitzendrelatie vanwege de allocatieve functie van uitzendwerk. De voorgestelde regeling van de uitzendovereenkomst zou alleen gelden voor werkgevers die er hun bedrijf of beroep van maken om vraag en aanbod van tijdelijke arbeid bij elkaar te brengen. De werknemersorganisaties wijzen op het feit dat de payroll-onderneming niet aan werving en selectie doet, geen werk zoekt voor de werknemer, niet voorafgaand aan de overeenkomst en niet bij de beëindiging, waardoor de allocatiefunctie niet door de payroll-onderneming wordt vervuld. De 16

17 werknemers zien de payroll-onderneming slechts als het administratiekantoor waar het salaris vandaan komt. Uit onderzoek 24 blijkt dat 80% van de payroll-werknemers het bedrijf waar ze werkzaam zijn, beschouwt als de eigen werkgever. Slechts 3% beschouwt de payroll-onderneming als werkgever en de resterende 17% meent dat zowel de payroll-onderneming als de feitelijk werkgever de werkgeversrol vervullen. In de praktijk blijkt volgens de werknemersorganisaties dat werknemers vaak worden verrast wanneer blijkt dat ze anders worden behandeld dan de collega s waarmee ze samenwerken. Bijvoorbeeld bij ziekte of als er sprake is van reorganisatie en (collectief) ontslag. De werknemersorganisaties zijn van mening dat er een groot verschil bestaat tussen personeel in vaste dienst bij de werkgever en de payroll-werknemers. Dit geldt met betrekking tot de ontslagbescherming, waarbij het UWV niet de reden toetst van de beëindiging van de inlening. Alsmede met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden als de beloning, de pensioenregeling, mogelijkheden voor scholing en ontwikkeling. Dit komt volgens de werknemersorganisaties door het feit dat de payroll-werknemer niet standaard onder de arbeidsvoorwaardelijke regeling van de opdrachtgever vallen, tenzij dit uitdrukkelijk is geregeld. Net als de werkgeversorganisatie hebben ook de werknemersorganisaties een oplossing voor de payroll-constructie voorgesteld. Indien wordt voldaan aan de volgende vier voorwaarden, kunnen de werknemersorganisaties de payroll-constructie wel aanvaarden. In eerste instantie wordt gesproken over een directe juridische band tussen de opdrachtgever en werknemer, waarbij er geen sprake is van uitzenden. Als tweede moet in artikel 7:690 BW worden opgenomen dat de partij die het werving- en selectieproces uitvoert, de werkgever is. Als constitutief vereiste zal de allocatiefunctie tevens moeten worden toegevoegd aan artikel 7:690 BW. Als derde moet aan artikel 7:691 BW expliciet worden toegevoegd dat het uitzendbeding niet kan worden benut door bedrijven die geen allocatiefunctie hebben. Dit om misverstanden zoals die nu bij payrolling bestaan, in de toekomst te voorkomen. Tot slot zouden de bijzondere ontslagregels van UWV voor payroll-ondernemingen moeten worden geschrapt. Geconcludeerd kan worden dat de werknemersorganisaties geen voorstanders zijn van de payrollconstructie. Zij zijn van mening dat payroll-bedrijven en hun opdrachtgevers moeten kiezen: of zij nemen werknemers volwaardig in dienst of de payroll-onderneming moet een echte allocatiefunctie vervullen. 24 Ecorys, Payrollkrachten: Een onderzoek naar de kenmerken van payrollkrachten

18 2.2 Wetgever Op 26 februari 2010 had kamerlid Vos van de PvdA aan toenmalig minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vragen gesteld over de payrollondernemers die geen uitzendwerkgever zijn. Aanleiding tot deze vragen was het artikel van Zwemmer Waarom de payroll-onderneming geen (uitzend)werkgever is 25, waarin hij betoogt dat de payroll-constructie geen uitzendovereenkomst kan zijn. De minister deelde de mening van de heer Zwemmer niet, omdat naar de letter van de wet niet als vereiste wordt gesteld dat er sprake is van een allocatieve functie. De minister gaf aan dat niet de wetgever, maar de rechter zal moeten bepalen of en hoe artikel 7:690 BW wordt toegepast bij een conflict. De rechter toetst dan of er in het betreffende geval sprake is van een uitzendovereenkomst of van een gewone arbeidsovereenkomst. De conclusies worden overgelaten aan de rechter. Op 29 april 2011 stelde kamerlid Hamer van de PvdA vragen aan minister Kamp over de groei van payrolling. Aanleiding van de vragen was een artikel met een bijdrage van Zwemmer in het Financiële Dagblad: Payroll biedt werkgever sluiproute? 26 Hierin stelde Zwemmer dat opdrachtgevers alleen maar voordelen hebben van payrolling, waardoor de groei van payrolling rap toeneemt. De minister was van mening dat er gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden die de wetgeving biedt en dat er kennelijk behoefte bestaat bij werkgevers om werknemers op basis van een payroll-constructie in dienst te nemen. Het kamerlid had ook nog vragen over de beleidsregels van het UWV waarin staat opgenomen dat opzegging van een inleenovereenkomst op zichzelf een bedrijfseconomische grond voor ontslag is. De minister wees naar het Ontslagbesluit waarin is opgenomen dat ook de payroll-onderneming moet trachten de werknemer te herplaatsen. Dat betekent niet dat de payroll-onderneming kan volstaan met het zich beroepen op het feit dat de payrollopdracht is beëindigd. De minister was van mening dat er voldoende bewijs wordt gevraagd voor de bedrijfseconomische noodzaak voor ontslag bij de payroll-onderneming. De minister achtte een exclusiviteitsbepaling, dat is de bepaling waarin is bepaald dat de werknemer permanent ter beschikking wordt gesteld aan de inlener, niet ontoelaatbaar. De wet laat immers toe dat werknemers voor langere duur op basis van een uitzendovereenkomst bij een opdrachtgever werkzaam zijn. Hiervan wordt bij payrolling gebruik gemaakt. 25 J.P.H. Zwemmer, Waarom de payroll-onderneming geen (uitzend)werkgever is, TRA 2009,12 26 Het financiële Dagblad, Payroll biedt werkgever sluiproute, 27 april

19 Op 19 maart 2012 stelde kamerlid Hamer (PvdA) wederom vragen aan de minister, maar nu over het ontduiken van vaste contracten en cao s door payrolling. De vragen zijn gesteld omdat kamerlid Hamer signalen had opgevangen dat werkgevers na drie tijdelijke contracten de payroll-constructie gebruiken om een vast dienstverband te voorkomen. De minister was niet van mening dat de wet moet worden aangepast, maar dat een werknemer zich tot de rechter moet wenden als een werkgever gebruik maakt van constructies die er uitsluitend op gericht zijn om de werknemers gedurende langere tijd in dienst te houden zonder dat een vast contract ontstaat, daar waar dat op grond van ketenbepaling wel het geval zou zijn. Hiermee sloot de minister aan bij zijn antwoord, zoals hij dat had gegeven op de Kamervragen van kamerlid Vos. 2.3 Zwemmer Zwemmer is al meerdere malen voorbij gekomen in het eerste hoofdstuk en duidelijk is geworden dat hij geen voorstander is van de payroll-constructie. Zwemmer is kort samengevat van mening dat naar de letter van de wet de payrollovereenkomst kan worden beschouwd als een uitzendovereenkomst. Zwemmer meent echter dat gekeken moet worden naar de wetsgeschiedenis en komt dan tot de conclusie dat de payroll-onderneming niet de noodzakelijke allocatiefunctie vervult op de arbeidsmarkt. Zwemmer heeft niet alleen in rechtswetenschappelijke artikelen zijn mening geprofileerd, maar ook uit verscheidene krantenberichten blijkt hoe Zwemmer over de payroll-constructie oordeelt. Op 11 oktober gaf Zwemmer zijn mening over payrolling bij de rijksoverheid. Hij vond dit opmerkelijk, omdat payrollen alleen maar gericht is op het omzeilen van formeel werkgeverschap via een papieren werkgever. Voor Zwemmer klopt de payroll-constructie juridisch niet, omdat de echte werkgever niet de payroll-onderneming is. Naar zijn mening voldoet de payroll-onderneming niet aan de elementen van artikel 7:610 BW, dit in tegenstelling tot het bedrijf dat inhuurt. Op 3 januari 2013 stond in het Financiële dagblad een artikel over de afname van payrollondernemers in de Branchevereniging VPO. 28 De reden van deze afname werd toegeschreven aan de beëindiging van de VPO cao. Volgens Zwemmer gaan de payroll-ondernemers op zoek naar alternatieven, om zodoende flexibele arbeidscontracten aan te gaan. Dit is naar de mening van Zwemmer het gevolg van een te zwaar en star ontslagrecht. Op 28 maart 2012 voegde Zwemmer hieraan toe dat versoepeling van het ontslagrecht de oplossing is voor de payroll-constructie. 27 NRC Next, De overheid heeft nu ook payrolling ontdekt; 'Payrolling', werknemers inhuren via een omweg, maakt ontslag van ambtenaren makkelijk, 11 oktober Het Financiële Dagblad, Branchevereniging worstelt met uittocht van payrollbedrijven, 3 januari

20 Volgens Zwemmer zal payrolling alleen maar populairder worden als het ontslagrecht niet verandert Hoogeveen Hoogeveen stelt dat de payroll-constructie voldoet aan de wettelijke definitie van de uitzendovereenkomst, maar dat dit een onwenselijke conclusie is. Hoogeveen vindt het onwenselijk dat zich situaties kunnen voordoen waaruit vaak onduidelijk is wie de werkgever is. Hoogeveen wijst bijvoorbeeld naar de (lagere) rechtspraak, waarbij niet de werkgever op papier (de payrollonderneming), maar de werkgever in de praktijk (opdrachtgever) werd gezien als de juridische werkgever 30. Om deze situaties op te lossen en te voorkomen pleit Hoogeveen om de allocatiefunctie als constitutief vereiste toe te voegen in artikel 7:690 BW 31. Dat de allocatiefunctie als constitutief vereiste toegepast moet worden, volgt naar de mening van Hoogeveen ook uit het feit dat in Bijlage B van het Ontslagbesluit is opgenomen dat de onderneming als hoofddoelstelling moet hebben het bijeenbrengen van vraag en aanbod binnen de arbeidsmarkt. 2.5 Groustra Mr. Groustra heeft een reactie geschreven op het artikel van Hoogeveen 32. Groustra is van mening dat een uitbreiding van artikel 7:690 BW met het constitutieve element allocatiefunctie niet nodig is. Als argument voert hij aan dat er vier varianten van driehoeksrelaties te onderscheiden zijn, waarbij telkens sprake is van een allocatiefunctie. Als eerste variant wordt het traditionele uitzendbureau beschreven, dat zowel actief opdrachtgevers als uitzendkrachten benadert. De intercedentes brengen de uitzendkrachten vervolgens (na actieve bemiddeling) onder bij inleners. Dit betreft de allocatiefunctie. Als tweede variant wordt gedoeld op de vorm van payrolling die Hoogeveen in haar artikel als uitgangspunt heeft genomen. Dit is de vorm waarbij de payroll-onderneming actief (potentiële) opdrachtgevers benadert om het personeel van die opdrachtgever onder de dienstverlening van de payroll-onderneming te brengen. In die zin vervult payrolling naar de mening van Groustra een actieve allocatiefunctie, actief gericht op de opdrachtgevers, maar passief op werknemers. 29 De Groene Amsterdammer, Het ontslagrecht ís al versoepeld; Ruzie om de flexambtenaar, 28 maart Betreft met name de vroegere jurisprudentie op het gebied van payroll. Meer hierover in Hoofdstuk 3 31 E.M. Hoogeveen, De inlener en het werkgeverschap, ArA 2007, 3, p W.O. Groustra, Reactie op het artikel Payrolling: uitholling werknemersbescherming of gat in de markt?, ArbeidsRecht 2012/26 20

21 De derde variant ligt tussen uitzenden en payrolling in. De (uitzend- of payroll-)onderneming werft actief werknemers. De werknemer dient vervolgens zelf zijn opdrachtgever(s) te werven en selecteren. Deze vorm van inlenen leidt in principe tot eenzelfde eindsituatie als bij de eerste variant, maar alleen de vorm van werving en selectie verschilt. Desalniettemin is er volgens Groustra wel degelijk sprake van een allocatiefunctie: actief gericht op werknemers, maar passief op werkgevers. In de laatste variant verricht de uitzendwerkgever zijn diensten zonder actief werknemers of opdrachtgevers te benaderen. De uitzendwerkgever wordt door partijen benaderd. Toch wordt hier de arbeidsverhouding gerealloceerd met alle daaraan wettelijk verbonden werkgeversverplichtingen. Daarom is er volgens Groustra sprake van een allocatiefunctie, maar wel volledig passief. 2.6 Deelconclusie Uit de visies van de werkgeversorganisaties en de werknemersorganisaties kan geen eensgezind standpunt worden gevormd. De werkgeversorganisaties zijn voorstanders van de payroll-constructie. Zij achten van belang dat payrolling aansluit bij de behoefte van de opdrachtgevers en past binnen de kaders van de wet. De werknemersorganisaties daarentegen wijzen vooral op de slechte positie van de payroll-werknemers. De werknemers zijn onbekendheid met de gevolgen van payrolling. Uit onderzoek blijkt dat 80% van de payroll-werknemers denkt dat de opdrachtgever de werkgever is. Zwemmer en Hoogeveen achten de payroll-constructie in de huidige vorm niet acceptabel is. Voor Zwemmer is duidelijk dat de opdrachtgever de werkgever is, waardoor er geen sprake is van een driepartijenrelatie. Voor Hoogeveen kan payrolling in de huidige vorm niet zonder toevoeging van de allocatiefunctie in artikel 7:690 BW. Echter, Groustra heeft betoogd dat dit weinig zal oplossen, omdat de allocatiefunctie ook bij payrolling aanwezig is. Persoonlijk ben ik het niet eens met Groustra, omdat de payroll-onderneming soms partijen bij elkaar brengt, die voor die tijd al reeds een arbeidsverhouding hadden. Er is dan geen sprake van bemiddeling of vraag en aanbod bij elkaar brengen. Tot slot blijkt uit meerdere Kamervragen dat de wetgever van mening is dat de payroll-constructie binnen de grenzen van de wet blijft. Indien de payroll-werknemer van mening is dat de payrollovereenkomst niet onder de reikwijdte van artikel 7:690 BW dient te vallen, zal hij naar de opvatting van de wetgever, naar de rechter moeten om een oordeel daarover te vellen. 21

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 33286 25 november 2014 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 november 2014, 2014-0000102276,

Nadere informatie

Johan Zwemmer. Payrolling: maatschappelijke functie en juridische vormgeving

Johan Zwemmer. Payrolling: maatschappelijke functie en juridische vormgeving Johan Zwemmer Payrolling: maatschappelijke functie en juridische vormgeving Artikel 7:610 lid 1 BW De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst

Nadere informatie

Gevolgen concept-ontslagregeling voor payrollorganisaties

Gevolgen concept-ontslagregeling voor payrollorganisaties Gevolgen concept-ontslagregeling voor payrollorganisaties Inleiding Als onderdeel van het sociaal akkoord is afgesproken dat de regels met betrekking tot ontslag van een payrollmedewerker aangepast zullen

Nadere informatie

Notitie. Adviesgroep. Aan DID en bestuurders. T (lokaal tarief) F

Notitie. Adviesgroep. Aan DID en bestuurders. T (lokaal tarief) F Aan DID en bestuurders Van Marieke Kristen, Adviseur Juridische Zaken, Adviesgroep Adviesgroep T 0900 9690 (lokaal tarief) F 030 66 30 000 www.fnvbondgenoten.nl Datum Doorkiesnummer 15 juli 2014 030 27

Nadere informatie

De volgende alinea wordt toegevoegd in de inleiding van hoofdstuk 7 van de Beleidsregels Ontslagtaak UWV (Bedrijfseconomische redenen):

De volgende alinea wordt toegevoegd in de inleiding van hoofdstuk 7 van de Beleidsregels Ontslagtaak UWV (Bedrijfseconomische redenen): Uitvoeringsinstructie UWV De volgende alinea wordt toegevoegd in de inleiding van hoofdstuk 7 van de Beleidsregels Ontslagtaak UWV (Bedrijfseconomische redenen): Sinds enige tijd komt het voor dat werkgevers

Nadere informatie

Flex Flexibele oplossingen voor het Onderwijs

Flex Flexibele oplossingen voor het Onderwijs ibele oplossingen voor het Onderwijs Excellent Onderwijs B.V. Oude Middenweg 17 2491 AC Den Haag Payrolling in juridisch perspectief Inleiding In de media verschijnen nogal eens berichten over payrolling.

Nadere informatie

Voordelen en risico's van payrolling

Voordelen en risico's van payrolling mr. J.P.M. (Joop) van Zijl advocaat Kantoor Mr. van Zijl B.V. Korvelseweg 142, 5025 JL Tilburg Postbus 1095, 5004 BB Tilburg tel. (013) 463 55 99 fax (013) 463 22 66 E-mail: mail@kantoormrvanzijl.nl Internet:

Nadere informatie

Fact sheet avv-loze periode ABU-cao

Fact sheet avv-loze periode ABU-cao Fact sheet avv-loze periode ABU-cao INLEIDING De CAO voor Uitzendkrachten (hierna nader te noemen de ABU-CAO ) is op dit moment niet algemeen verbindend verklaard. Dit wordt ook wel de avv-loze periode

Nadere informatie

Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau?

Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau? Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau? Vanaf 1 april 2012 is er sprake van een onderbreking van de Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) van de Cao voor Uitzendkrachten. Dit kan grote

Nadere informatie

Payrolling. November 2009

Payrolling. November 2009 Payrolling November 2009 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten aansprakelijk voor

Nadere informatie

Payrolling Definitieve versie

Payrolling Definitieve versie Masterscriptie Arbeid en onderneming Payrolling In hoeverre wordt de huidige problematiek rond payrolling opgelost door invoering van de Wet Werk en Zekerheid? Definitieve versie Student: Odile van der

Nadere informatie

Payrollconstructie - en andere driehoeksrelaties - doorgeprikt?

Payrollconstructie - en andere driehoeksrelaties - doorgeprikt? Payrollconstructie - en andere driehoeksrelaties - doorgeprikt? Stand van zaken wetgeving en jurisprudentie 16 januari 2014 Iris Hoen Inleiding 1. Payrolling 2. Relatie tussen payrollonderneming en werknemer

Nadere informatie

PAYROLLING. Is de payrollovereenkomst verenigbaar met het arbeidsrecht? Masterscriptie Arbeidsrecht. Wendela Melenhorst. Studentnummer:

PAYROLLING. Is de payrollovereenkomst verenigbaar met het arbeidsrecht? Masterscriptie Arbeidsrecht. Wendela Melenhorst. Studentnummer: Masterscriptie Arbeidsrecht PAYROLLING Is de payrollovereenkomst verenigbaar met het arbeidsrecht? Wendela Melenhorst Studentnummer: 10526986 Begeleider: Niels Jansen 22 augustus 2014 1 Inhoudsopgave Hoofdstuk

Nadere informatie

Workshop flexibiliteit in het arbeidsrecht 19 september 2013 Hoe flexibel is flexibel?!"

Workshop flexibiliteit in het arbeidsrecht 19 september 2013 Hoe flexibel is flexibel?! Workshop flexibiliteit in het arbeidsrecht 19 september 2013 Hoe flexibel is flexibel?!" Mr. G.W. (Geert) Rouwet sectie arbeidsrecht 1 2 Agenda 1. inleiding 2. feiten en ontwikkelingen 3. actualiteiten

Nadere informatie

Onderzoeksrapport. Payrolling, een vreemde eend in de arbeidsrechtelijke bijt

Onderzoeksrapport. Payrolling, een vreemde eend in de arbeidsrechtelijke bijt Onderzoeksrapport Payrolling, een vreemde eend in de arbeidsrechtelijke bijt Een onderzoek naar de rechtsverhoudingen en rechtsbescherming bij payrolling Samengesteld door J. L. A. R. van Haperen In opdracht

Nadere informatie

Wet werk en zekerheid een overzicht 1

Wet werk en zekerheid een overzicht 1 Wet werk en zekerheid een overzicht 1 Vanaf 1 januari 2015: wijzigingen voor flexwerkers Op 1 januari 2015 veranderen de regels voor tijdelijke arbeidscontracten, oproepcontracten en payrollcontracten.

Nadere informatie

Wet werk en zekerheid een overzicht 1

Wet werk en zekerheid een overzicht 1 Wet werk en zekerheid een overzicht 1 Vanaf 1 januari 2015: wijzigingen voor flexwerkers Op 1 januari 2015 veranderen de regels voor tijdelijke arbeidscontracten, oproepcontracten en payrollcontracten.

Nadere informatie

Het nieuwe arbeidsrecht

Het nieuwe arbeidsrecht Het nieuwe arbeidsrecht 2 Wet Werk en Zekerheid 3 De Wet Werk en Zekerheid is bedoeld om het ontslagrecht sneller en goedkoper te maken, de rechtspositie van flexwerkers te versterken en meer mensen uit

Nadere informatie

Kan een payrollbedrijf gebruik maken van de uitzendovereenkomst?

Kan een payrollbedrijf gebruik maken van de uitzendovereenkomst? Van: NOAB Adviesgroeplid Kantoor Mr. van Zijl Datum: juni 2017 Onderwerp: Kan een payrollbedrijf gebruik maken van de uitzendovereenkomst? 1. Inleiding De Hoge Raad heeft duidelijkheid gegeven over de

Nadere informatie

Wat betekent de AVV loze periode voor mij als uitzendkracht?

Wat betekent de AVV loze periode voor mij als uitzendkracht? Wat betekent de AVV loze periode voor mij als uitzendkracht? Een onderbreking van de Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) van de Cao voor Uitzendkrachten kan grote gevolgen hebben voor uitzendkrachten

Nadere informatie

Wwz: wat moet u weten!

Wwz: wat moet u weten! Wwz: wat moet u weten! De Wet werk en zekerheid (Wwz) is in werking getreden op 1 januari 2015 en geldt uitsluitend voor het bijzonder onderwijs. Een aantal wijzigingen is al in werking getreden. De belangrijkste

Nadere informatie

Reactie van Tentoo op recente jurisprudentie over payrolling

Reactie van Tentoo op recente jurisprudentie over payrolling Reactie van Tentoo op recente jurisprudentie over payrolling In de media verschijnen de laatste tijd enkele kritische berichten over payrolling. Als langst bestaande payroll-bedrijf van Nederland geeft

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 64367 16 november 2018 Advies Raad van State inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel voor de raadsvergadering van

Initiatiefvoorstel voor de raadsvergadering van Gemeenteblad Jaar 2018 Nummer Publicatiedatum Niet invullen Agendapunt initiatiefvoorstel 8 februari 2018 Onderwerp Instemmen met het initiatiefvoorstel Gelijke behandeling en arbeidsvoorwaarden

Nadere informatie

Wat betekent de AVV loze periode voor mij als uitzendkracht?

Wat betekent de AVV loze periode voor mij als uitzendkracht? Wat betekent de AVV loze periode voor mij als uitzendkracht? Vanaf 1 april 2012 is er sprake van een onderbreking van de Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) van de CAO voor Uitzendkrachten. Dit kan grote

Nadere informatie

Tot slot, de Stichting is altijd bereid om dit advies in een gesprek toe te lichten.

Tot slot, de Stichting is altijd bereid om dit advies in een gesprek toe te lichten. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de heer H.G.J. Kamp Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Den Haag : 11 mei 2012 Ons kenmerk : S.A.12.028.36 JM/JS Uw kenmerk : Betreft : Visie Stichting

Nadere informatie

2 Drie pijlers nader verklaard

2 Drie pijlers nader verklaard I Inleiding 1 Plaatsbepaling en definitie sociaal recht Sociaal recht Het sociaal recht kent drie pijlers: het individueel arbeidsrecht; het collectief arbeidsrecht; en het socialezekerheidsrecht. 2 Drie

Nadere informatie

Dossier Wet werk en zekerheid per 01-01-2015

Dossier Wet werk en zekerheid per 01-01-2015 Dossier Wet werk en zekerheid per 01-01-2015 De arbeidsmarkt is de afgelopen decennia sterk veranderd. De nieuwe Wet werk en zekerheid (Wwz) biedt werkgevers en werknemers de mogelijkheid mee te groeien

Nadere informatie

Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau?

Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau? Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau? Een onderbreking van de Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) van de Cao voor Uitzendkrachten kan grote gevolgen hebben voor uitzendbureaus die niet

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid AV/IR/2003/20105. Datum 10 maart 2003

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid AV/IR/2003/20105. Datum 10 maart 2003 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a DEN HAAG Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333

Nadere informatie

Arbeidsrechtelijke positie van de tennisleraar

Arbeidsrechtelijke positie van de tennisleraar Arbeidsrechtelijke positie van de tennisleraar Verschillende arbeidsrelaties Tennisleraar werkzaam o.b.v. een arbeidsovereenkomst Tennisleraar werkzaam o.b.v. een overeenkomst van opdracht Tennisleraar

Nadere informatie

Q&A Wet Arbeidsmarkt In Balans (WAB) 1 februari 2019

Q&A Wet Arbeidsmarkt In Balans (WAB) 1 februari 2019 Q&A Wet Arbeidsmarkt In Balans (WAB) 1 februari 2019 1. Wat is de Wet arbeidsmarkt in balans? De Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) is een wet die ervoor moet zorgen dat de arbeidsmarkt meer in balans komt

Nadere informatie

RECLAME CODE COMMISSIE

RECLAME CODE COMMISSIE / RECLAME CODE COMMISSIE Dossier 2014/00365 Beslissing van de Reclame Code Commissie in de zaak van : Alternatief Voor Vakbond (AW), gevestigd te Utrecht, klager tegen : De Vereniging Payroll Ondernemingen

Nadere informatie

Vanmiddag: discussieblokken

Vanmiddag: discussieblokken No Flex No Glory Vanmiddag: discussieblokken 1. Wat is het probleem? - Samenvatting juridische ontwikkelingen (Tanja) - Discussie 2. Wie heeft er last van? - Vormen van Payrolling (Hustinx) - Discussie

Nadere informatie

Artikel 9 Herplaatsing

Artikel 9 Herplaatsing Artikel 9 Herplaatsing 1. Bij de beoordeling of binnen de onderneming van de werkgever een passende functie beschikbaar is voor een werknemer die voor ontslag in aanmerking komt, worden arbeidsplaatsen

Nadere informatie

Vanmiddag: discussieblokken

Vanmiddag: discussieblokken No Flex No Glory Vanmiddag: discussieblokken 1. Wat is het probleem? - Samenvatting juridische ontwikkelingen (Tanja) - Discussie pauze 2. Wie heeft er last van? - Vormen van Payrolling (Hustinx) - Discussie

Nadere informatie

De positie van de tijdelijke krachten (flexwerkers):

De positie van de tijdelijke krachten (flexwerkers): VAN : Willem van Teeseling AAN : Bestuur en leden SNF BETREFT : Vernieuwingen in wetgeving in kader Wet werk en inkomen. DATUM : 13 juni 2014 C.C. : Op 11 juni 2014 is door de Eerste Kamer de wet aangenomen.

Nadere informatie

Is payrolling een omzeiling van werknemersbescherming? Scriptie voor de master arbeidsrecht

Is payrolling een omzeiling van werknemersbescherming? Scriptie voor de master arbeidsrecht Is payrolling een omzeiling van werknemersbescherming? Scriptie voor de master arbeidsrecht Stéphanie de Bont September 2012 Is payrolling een omzeiling van werknemersbescherming? Scriptie voor de master

Nadere informatie

Payroll in het primair- en voortgezet onderwijs

Payroll in het primair- en voortgezet onderwijs Payroll in het primair- en voortgezet onderwijs Inhoud OSG Personeel Wat is payroll? Overnemen van juridisch werkgeverschap Belangrijkste redenen om te kiezen voor payroll Politieke en maatschappelijke

Nadere informatie

RSW Special wet werk en zekerheid 2014. Special wet werk en zekerheid INFORMATIE VOOR WERKGEVERS

RSW Special wet werk en zekerheid 2014. Special wet werk en zekerheid INFORMATIE VOOR WERKGEVERS Special wet werk en zekerheid INFORMATIE VOOR WERKGEVERS 1 Inhoudsopgave Inleiding... 3 WIJZIGINGEN PER 1 JULI 2014... 3 Wijzigingen flexibele arbeid... 3 1. Proeftijd... 3 2. Aanzegtermijn... 3 3. Concurrentiebeding...

Nadere informatie

Uitwerkingen proeftijd en concurrentiebeding

Uitwerkingen proeftijd en concurrentiebeding proeftijd en concurrentiebeding Antwoord 1 In casu is een arbeidsovereenkomst tussen Gert en Plas tot stand gekomen met een proeftijd van twee maanden. Indien een proeftijd is bedongen conform artikel

Nadere informatie

Payrolling een arbeidsrelatie met kansen en bedreigingen op een arbeidsmarkt in beweging.

Payrolling een arbeidsrelatie met kansen en bedreigingen op een arbeidsmarkt in beweging. Payrolling een arbeidsrelatie met kansen en bedreigingen op een arbeidsmarkt in beweging. Coraline Noordzij Studentnr: 838128892 maart 2014 Samenvatting De afgelopen decennia is vanuit werkgevers en werknemers

Nadere informatie

Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau?

Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau? Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau? Vanaf 1 april 2012 is er sprake van een onderbreking van de Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) van de CAO voor Uitzendkrachten. Dit kan grote

Nadere informatie

Payrolling: driehoek of toch een lijn? Een onderzoek naar de nadelige consequenties voor de werknemer bij payrolling.

Payrolling: driehoek of toch een lijn? Een onderzoek naar de nadelige consequenties voor de werknemer bij payrolling. Payrolling: driehoek of toch een lijn? Een onderzoek naar de nadelige consequenties voor de werknemer bij payrolling. Gerdien van de Groep-Bakker Studentnummer 10409246 Begeleider: mr.dr. J.P.H. Zwemmer

Nadere informatie

De Wet Werk en Zekerheid Alle maatregelen overzichtelijk onder elkaar Payrolling als flexibel alternatief

De Wet Werk en Zekerheid Alle maatregelen overzichtelijk onder elkaar Payrolling als flexibel alternatief WHITEPAPER De Wet Werk en Zekerheid Alle maatregelen overzichtelijk onder elkaar Payrolling als flexibel alternatief Het arbeidsrecht gaat vanaf 1 januari 2015 volledig op de schop. Vanaf die datum wordt

Nadere informatie

Veranderingen Arbeidsrecht 2015

Veranderingen Arbeidsrecht 2015 Veranderingen Arbeidsrecht 2015 De positie van de tijdelijke krachten (flexwerkers) Tijdelijke contracten, ketenbepaling Tot nu toe kon een medewerker op basis van een tijdelijk contract worden aangenomen.

Nadere informatie

Wat betekent de AVV loze periode voor jou als uitzendkracht? Is jouw uitzendbureau lid van brancheorganisatie ABU of de NBBU?

Wat betekent de AVV loze periode voor jou als uitzendkracht? Is jouw uitzendbureau lid van brancheorganisatie ABU of de NBBU? Wat betekent de AVV loze periode voor jou als uitzendkracht? Einde van de Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) van de Cao voor Uitzendkrachten kan grote gevolgen hebben voor uitzendkrachten die werken

Nadere informatie

Flexibele arbeidsrelaties

Flexibele arbeidsrelaties Flexibele arbeidsrelaties Prof. mr. E. Verhulp (red.) Mr. R.M. Beltzer Prof. dr. K. Boonstra Mr. D. Christe Prof. mr. J. Riphagen KLUWER,Jjp Deventer - 2002 Woord vooraf v Afkortingen xv Lijst van verkort

Nadere informatie

Het pensioenontslag. ECLI:NL:RBUTR:2011:BU3431; Ktr. Delft, 23 april 2009, JAR 2009/116.

Het pensioenontslag. ECLI:NL:RBUTR:2011:BU3431; Ktr. Delft, 23 april 2009, JAR 2009/116. 1 Het pensioenontslag Inleiding Het maken van onderscheid op grond van leeftijd bij arbeid is verboden. De hierop betrekking hebbende EG-Richtlijn 1 is in Nederland geïmplementeerd door de Wet gelijke

Nadere informatie

ABU leden Een uitzendbureau dat lid is van de ABU ondervindt per 5 november 2017 geen veranderingen als

ABU leden Een uitzendbureau dat lid is van de ABU ondervindt per 5 november 2017 geen veranderingen als Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau? Vanaf 5 november 2017 is er sprake van een onderbreking van de algemeen verbindendverklaring (AVV) van de Cao voor Uitzendkrachten. Dit kan grote

Nadere informatie

HET NIEUWE ARBEIDS- EN ONTSLAGRECHT De 7 belangrijkste wijzigingen

HET NIEUWE ARBEIDS- EN ONTSLAGRECHT De 7 belangrijkste wijzigingen HET NIEUWE ARBEIDS- EN ONTSLAGRECHT De 7 belangrijkste wijzigingen Introductie Met de komst van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) vinden per 1 januari en 1 juli 2015 ingrijpende veranderingen in het arbeids-

Nadere informatie

Het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (BBA)

Het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (BBA) 2 Het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (BBA) De UWV-ontslagprocedure komt alleen in beeld als er een verplichting is om een arbeidsovereenkomst op te zeggen. Als die er niet is, hoeft er ook geen

Nadere informatie

II Het dienstverband

II Het dienstverband II Het dienstverband Voorwaarden De onderwerpen in dit boek hebben betrekking op de situaties waarbij er sprake is van een - tijdelijk of vast - dienstverband. Er is sprake van een dienstverband als er

Nadere informatie

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mr. A.J. de Geus Postbus 90801 2509 LV Den Haag. Geachte heer De Geus,

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mr. A.J. de Geus Postbus 90801 2509 LV Den Haag. Geachte heer De Geus, Bezuidenhoutseweg 60 postbus 90405 2509 LK Den Haag tel. 070-3499 577 fax 070-3499 796 e-mail: j.hamaker@ser.nl Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mr. A.J. de Geus Postbus 90801 2509

Nadere informatie

Ketenbepaling 4. Onderbrekingstermijnen 5. Aanzegtermijn 6. Proeftijd 6. Concurrentiebeding 7. Oproepcontracten 7. Regatlieregel 8.

Ketenbepaling 4. Onderbrekingstermijnen 5. Aanzegtermijn 6. Proeftijd 6. Concurrentiebeding 7. Oproepcontracten 7. Regatlieregel 8. Inhoudsopgave Ketenbepaling 4 Onderbrekingstermijnen 5 Aanzegtermijn 6 Proeftijd 6 Concurrentiebeding 7 Oproepcontracten 7 Regatlieregel 8 Uitzendbeding 8 Transitievergoeding 9 Beëindigingsovereenkomst

Nadere informatie

Wet Werk en Zekerheid. wijzigingen voor eigen personeel en uitzendkrachten

Wet Werk en Zekerheid. wijzigingen voor eigen personeel en uitzendkrachten Wet Werk en Zekerheid wijzigingen voor eigen personeel en uitzendkrachten Inhoudsopgave Ketenbepaling 4 Onderbrekingstermijnen 5 Aanzegtermijn 6 Proeftijd 6 Concurrentiebeding 7 Oproepcontracten 7 Regatlieregel

Nadere informatie

Detamo Flex Force BV. Contracting & Uitzenden 06-2015

Detamo Flex Force BV. Contracting & Uitzenden 06-2015 Detamo Flex Force BV Contracting & Uitzenden 06-2015 CONTRACTING of Uitzenden/Detacheren? Contracting is een dienstverlening die meestal bestaat uit : AANNEMING VAN WERK of EEN OVEREENKOMST VAN OPDRACHT

Nadere informatie

Veelgestelde vragen over de AOW-gerechtigde werknemer. Arbeidsgerechtelijke gevolgen van doorwerken

Veelgestelde vragen over de AOW-gerechtigde werknemer. Arbeidsgerechtelijke gevolgen van doorwerken Veelgestelde vragen over de Arbeidsgerechtelijke gevolgen van doorwerken Doorwerken Een werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt kan besluiten om te stoppen met werken, maar u mag hem ook in dienst

Nadere informatie

Nieuwsbrief juli 2014 Wet Werk en Zekerheid

Nieuwsbrief juli 2014 Wet Werk en Zekerheid Nieuwsbrief juli 2014 Wet Werk en Zekerheid De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel met veranderingen in het arbeidsrecht aangenomen. Aanvankelijk zou een deel van de wijzigingen ingaan op 1 juli 2014,

Nadere informatie

Payrolling. Wat is het, hoe werkt het?

Payrolling. Wat is het, hoe werkt het? Payrolling Wat is het, hoe werkt het? Jonathan Opdam Jeroen Meester Direct Payrolling B.V. 03-01-2009 Inhoud 1. INLEIDING 2 2. DE TERM PAYROLLING 2 3. WAT IS PAYROLLING? 2 4. HISTORIE VAN PAYROLLING 2

Nadere informatie

Regionale collega s op weg naar nieuwe arrangementen in samenwerkingen

Regionale collega s op weg naar nieuwe arrangementen in samenwerkingen Regionale collega s op weg naar nieuwe arrangementen in samenwerkingen Leden voor Leden: Bas Hengstmengel (arbeidsrecht) Henk Teunissen (Fysiotherapeuten in Loondienst) Harry Wagemakers Voorzitter RGFHMR

Nadere informatie

Flexibele arbeid in 2015 3 september 2014

Flexibele arbeid in 2015 3 september 2014 Flexibele arbeid in 2015 3 september 2014 Inhoudsopgave Flexibele arbeid in 2015... 3 Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd... 3 Algemeen... 3 WWZ: proeftijd... 3 WWZ: concurrentiebeding... 3 WWZ: ketenregeling...

Nadere informatie

Ontslagzaken na de invoering van de Wet werk en zekerheid per 1 juli 2015

Ontslagzaken na de invoering van de Wet werk en zekerheid per 1 juli 2015 Ontslagzaken na de invoering van de Wet werk en zekerheid per 1 juli 2015 Op 1 juli 2015 treedt het belangrijkste deel van de Wet werk en zekerheid in werking: de herziening van het ontslagrecht. Hoe die

Nadere informatie

Payrolling Wat is het, hoe werkt het?

Payrolling Wat is het, hoe werkt het? Payrolling Wat is het, hoe werkt het? Whitepaper over payrolling Inhoud 1. INLEIDING 2 2. DE TERM PAYROLLING 2 3. WAT IS PAYROLLING? 2 4. HISTORIE VAN PAYROLLING 2 5. DE PAYROLLMARKT 3 6. VERSCHILLEN MET

Nadere informatie

BESLISSING OP ONTSLAGAANVRAAG. [de hogeschool], gevestigd te [vestigingsplaats], hierna te noemen de hogeschool gemachtigde: de heer mr. M.A.

BESLISSING OP ONTSLAGAANVRAAG. [de hogeschool], gevestigd te [vestigingsplaats], hierna te noemen de hogeschool gemachtigde: de heer mr. M.A. 108064 - Toestemming voor ontslag wegens bedrijfseconomische redenen niet verleend. De werkgever heeft onvoldoende aangetoond dat er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn. Inzake het verzoek van: BESLISSING

Nadere informatie

Pay for People Informatiebrochure WAB Mei Informatiebrochure. Wet Arbeidsmarkt in Balans

Pay for People Informatiebrochure WAB Mei Informatiebrochure. Wet Arbeidsmarkt in Balans Informatiebrochure Wet Arbeidsmarkt in Balans 1 Inhoud 1 Aanleiding... 3 2 De Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB)... 3 3 Veranderingen onder de WAB... 3 3.1 Transitievergoeding vanaf dag één... 4 3.2 Verruiming

Nadere informatie

immix advocaten DE FLEXIBELE SCHIL Solveigh Bijkerk Susanne de Neeve 8 april 2014

immix advocaten DE FLEXIBELE SCHIL Solveigh Bijkerk Susanne de Neeve 8 april 2014 immix advocaten DE FLEXIBELE SCHIL Solveigh Bijkerk Susanne de Neeve 8 april 2014 1 immix Advocaten (en mediators) Wat wij doen: Ondernemingsrecht Vastgoed Arbeidsrecht Contractenrecht Aansprakelijkheid

Nadere informatie

JAR 2012/284 Kantonrechter Leeuwarden, 12-10-2012, 405382\CV EXPL 12-6973, LJN BY0861

JAR 2012/284 Kantonrechter Leeuwarden, 12-10-2012, 405382\CV EXPL 12-6973, LJN BY0861 JAR 2012/284 Kantonrechter Leeuwarden, 12-10-2012, 405382\CV EXPL 12-6973, LJN BY0861 Payrolling, Geen overgang naar payrollbedrijf zonder uitdrukkelijke instemming werknemer Publicatie JAR 2012 afl.16

Nadere informatie

In het kader van de uitwerking van de afspraken in het Sociaal Akkoord is inmiddels het ontslagregime ten aanzien van payrolling aangepast.

In het kader van de uitwerking van de afspraken in het Sociaal Akkoord is inmiddels het ontslagregime ten aanzien van payrolling aangepast. Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK DEN HAAG Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de heer mr. dr. L.F. Asscher Postbus 9080 2509 LV DEN HAAG ' 070-3 499 577 070-3 499 796 i nfo@stvda.n

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16614 14 augustus 2012 Besluit beleidsregels ontslagtaak UWV 2012 31 juli 2012 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Nadere informatie

Wet arbeidsmarkt in balans

Wet arbeidsmarkt in balans Wet arbeidsmarkt in balans Jeroen Brouwer (ABU) PIANOo-congres, Den Haag, 6 juni 2019 Status en tijdspad van de Wab 5 februari 2019 Tweede kamer 28 mei 2019 Eerste Kamer 1 januari 2020 Ingangsdatum 2 Wat

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden 4 november 2016 Eerste Kamer 15/00920 LZ/IF Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: tegen STICHTING PENSIOENFONDS PERSONEELSDIENSTEN, gevestigd te Amsterdam, VOOR VERWEERSTER in cassatie, advocaat:

Nadere informatie

Nieuwsbrief, december 2014

Nieuwsbrief, december 2014 Nieuwsbrief, december 2014 Wijzigingen arbeidsrecht in 2015 Door de invoering van de Wet Werk en Zekerheid wordt het arbeidsrecht ingrijpend gewijzigd. De wijzigingen hebben gevolgen voor het bestaande

Nadere informatie

Nieuwe keten- en anti-draaideurbepalingen in de CAR

Nieuwe keten- en anti-draaideurbepalingen in de CAR Nieuwe keten- en anti-draaideurbepalingen in de CAR Met ingang van 1 juli 2015 treedt het gewijzigde artikel 2:4 van de CAR in werking. Dit betreft de keten- en antidraaideurbepalingen zoals die met ingang

Nadere informatie

Wijzigingen per 1 juli 2015: van ketenregeling, ontslagrecht, WW en overige

Wijzigingen per 1 juli 2015: van ketenregeling, ontslagrecht, WW en overige Wet werk en zekerheid: Wijzigingen per 1 juli 2015: van ketenregeling, ontslagrecht, WW en overige Door Mr. Patrice Hoogeveen Inleiding Met datum d.d. 10 juni 2014 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel

Nadere informatie

De payrollonderneming, de inlener en het werkgeverschap in de (lagere) jurisprudentie Zwemmer, J.P.H.

De payrollonderneming, de inlener en het werkgeverschap in de (lagere) jurisprudentie Zwemmer, J.P.H. UvA-DARE (Digital Academic Repository) De payrollonderneming, de inlener en het werkgeverschap in de (lagere) jurisprudentie Zwemmer, J.P.H. Published in: Tijdschrift Arbeidsrechtpraktijk Link to publication

Nadere informatie

Sterc. Flexibele arbeidsrelaties Civielrechtelijke risico s bij ZZP, payroll, freelance en uitzending. advocaten in het arbeidsrecht

Sterc. Flexibele arbeidsrelaties Civielrechtelijke risico s bij ZZP, payroll, freelance en uitzending. advocaten in het arbeidsrecht advocaten in het arbeidsrecht Flexibele arbeidsrelaties Civielrechtelijke risico s bij ZZP, payroll, freelance en uitzending mr. drs. Ralph Jan van der Ham Vakmedia 2016 Stelling De Wet Werk en Zekerheid

Nadere informatie

Payrolling. Masterscriptie Arbeidsrecht

Payrolling. Masterscriptie Arbeidsrecht Masterscriptie Arbeidsrecht Payrolling Is de huidige arbeidsrechtelijke positie van payrolling juridisch gezien wel de juiste/ de bedoeling van de wetgever? Student : S. ( Sabina) Hulsman Studentnummer

Nadere informatie

Arbeids- en ontslagrecht 9 december 2014 Chris van Wijngaarden

Arbeids- en ontslagrecht 9 december 2014 Chris van Wijngaarden Arbeids- en ontslagrecht 9 december 2014 Chris van Wijngaarden 2 Wet Werk en Zekerheid Ingrijpende wijzigingen in de regels voor het aangaan en opstellen van arbeidsovereenkomsten Ingrijpende wijzigingen

Nadere informatie

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 11 september TAZ/U / Lbr. 19/067 LOGAnr 19/ Cao Ontslagcommissie

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 11 september TAZ/U / Lbr. 19/067 LOGAnr 19/ Cao Ontslagcommissie Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 11 september 2019 Kenmerk TAZ/U201900706/ Lbr. 19/067 LOGAnr 19/08 Telefoon 070-3738393 Bijlage(n) 2 Onderwerp Cao Ontslagcommissie Samenvatting Op

Nadere informatie

Werk en inkomen middelbaar beroepsonderwijs. Tijdelijk werk in het middelbaar beroepsonderwijs

Werk en inkomen middelbaar beroepsonderwijs. Tijdelijk werk in het middelbaar beroepsonderwijs Werk en inkomen middelbaar beroepsonderwijs Tijdelijk werk in het middelbaar beroepsonderwijs TIJDELIJK CONTRACT 2 Steeds meer docenten in het mbo hebben tijdelijk werk. Zij hebben een tijdelijk dienstverband

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34013 30 juni 2016 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 juni 2016, nr. 2016-0000141518,

Nadere informatie

Ik neem een adviseur, kantoormanager en/of participatiemedewerker in dienst Utrecht, 29 mei 2015 Frank Agterkamp en Jos Aal, consulenten

Ik neem een adviseur, kantoormanager en/of participatiemedewerker in dienst Utrecht, 29 mei 2015 Frank Agterkamp en Jos Aal, consulenten Ik neem een adviseur, kantoormanager en/of participatiemedewerker in dienst Utrecht, 29 mei 2015 Frank Agterkamp en Jos Aal, consulenten Huurdersorganisatie De Woningwet 2015 vraagt om een sterkere huurdersorganisatie,

Nadere informatie

HR ontwikkelingen 2015-2016. Veranderingen in beeld Bijgewerkt met informatie zoals bekend op 1 januari 2016

HR ontwikkelingen 2015-2016. Veranderingen in beeld Bijgewerkt met informatie zoals bekend op 1 januari 2016 HR ontwikkelingen 2015-2016 Veranderingen in beeld Bijgewerkt met informatie zoals bekend op 1 januari 2016 Inhoud Wijzigingen 2016 Werkloosheidswet Wet Flexibel Werken Wet doorwerken na AOW-gerechtigde

Nadere informatie

Wel of niet op de Payroll? Whitepaper

Wel of niet op de Payroll? Whitepaper Wel of niet op de Payroll? Payrolling is een diensverlening op het gebied van HRM. Binnen Nederland is payrolling nog vrij onbekend, zo n zestig procent van de ondernemers heeft wel eens van payrolling

Nadere informatie

Nederland. Steeds flexibeler

Nederland. Steeds flexibeler Nederland. Steeds flexibeler ABU-campagne : Nederland. Steeds flexibeler. Dat is de slogan van de nieuwe campagne die de ABU maandag 2 juni 2014 is gestart. Een campagne die aanhaakt bij de actualiteit

Nadere informatie

Vereniging voor Arbeidsrecht

Vereniging voor Arbeidsrecht Vereniging voor Arbeidsrecht 7 maart 2013 Prof. dr. R.M. Beltzer 1 2 Een uitstervend ras? Te behandelen! 1. Het probleem: de krimpende markt en concurrentie 2. Iedereen een arbeidsovereenkomst? De elementen

Nadere informatie

Wet werk en zekerheid in het onderwijs

Wet werk en zekerheid in het onderwijs Wet werk en zekerheid in het onderwijs 1 Wet werk en zekerheid in het onderwijs Door de nieuwe wet wet werk en zekerheid (Wwz) is een aantal regels rondom flexibele arbeid, WW en ontslag ingrijpend veranderd.

Nadere informatie

118. Contracting en arbeidsrecht: over schijnconstructies, juridisch houdbare varianten en de gevolgen van de WAS en de WWZ

118. Contracting en arbeidsrecht: over schijnconstructies, juridisch houdbare varianten en de gevolgen van de WAS en de WWZ 118. Contracting en arbeidsrecht: over schijnconstructies, juridisch houdbare varianten en de gevolgen van de WAS en de WWZ Mr. dr. J.P.H. ZWeMMer Steeds vaker besteden bedrijven onder de noemer contracting

Nadere informatie

3 WIJZIGINGEN PER 1 JULI

3 WIJZIGINGEN PER 1 JULI Inhoudsopgave Special wet werk en zekerheid... 3 WIJZIGINGEN PER 1 JULI 2014... 4 Flexibele arbeid... 4 1. Proeftijd... 4 2. Aanzegtermijn... 4 3. Concurrentiebeding... 4 4. Ketenbepaling... 5 5. Payrolling...

Nadere informatie

De gevolgen van de Wet Werk en Zekerheid voor u als flexibele medewerker

De gevolgen van de Wet Werk en Zekerheid voor u als flexibele medewerker De gevolgen van de Wet Werk en Zekerheid voor u als flexibele medewerker Het zal je misschien niet ontgaan zijn dat vanaf 1 januari a.s. de eerste wijzigingen van kracht worden vanuit de Wet Werk en &

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 38, derde lid, 38c, en 95, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

Gelet op de artikelen 38, derde lid, 38c, en 95, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen; Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, nr. 2018-0000062701, tot wijziging van de Regeling Wfsv in verband met aanpassing van de premiedifferentiatie voor werknemersverzekeringen

Nadere informatie

wie is de werkgever en welke verplichtingen hebben het payroubedrijf en de opdrachtgever jegens de werknemer? Inleiding

wie is de werkgever en welke verplichtingen hebben het payroubedrijf en de opdrachtgever jegens de werknemer? Inleiding ARTIKEL 68 Payrolling: wie is de werkgever en welke verplichtingen hebben het payroubedrijf en de opdrachtgever jegens de werknemer? Mr. dr. J.P.H. Zwemmer * Payrolling is een betrekkelijk nieuwe vorm

Nadere informatie

Whitepaper: wijzigingen rondom Wet werk en zekerheid

Whitepaper: wijzigingen rondom Wet werk en zekerheid Whitepaper: wijzigingen rondom Wet werk en zekerheid Inleiding Er gaat geen dag voorbij of er is nieuws op social media, in de krant of op televisie over de Wet werk en zekerheid (Wwz) en de gevolgen van

Nadere informatie

Transitievergoeding: vloek of zegen?

Transitievergoeding: vloek of zegen? Transitievergoeding: vloek of zegen? Op 18 februari 2014 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel Werk & Zekerheid aangenomen. Dit wetsvoorstel verandert o.a. het ontslagrecht, de inzet van flex-krachten

Nadere informatie

Inleiding in het ontslagrecht

Inleiding in het ontslagrecht I Inleiding in het ontslagrecht Het Nederlandse ontslagrecht kent vier wijzen waarop een arbeidsovereenkomst kan eindigen. De eerste en meest voorkomende wijze van beëindiging is de beëindiging met wederzijds

Nadere informatie

BRM Uitzendbureau. Werk organiseren naar menselijke maat. BRM Uitzendbureau kan werkgevers en werknemers met elkaar in contact brengen.

BRM Uitzendbureau. Werk organiseren naar menselijke maat. BRM Uitzendbureau kan werkgevers en werknemers met elkaar in contact brengen. BRM Uitzendbureau Werk organiseren naar menselijke maat kan werkgevers en werknemers met elkaar in contact brengen. BRM Uitzendbureau Werk organiseren naar menselijke maat Wij zijn een uitzendbureau dat

Nadere informatie

[Naam werkgever], gevestigd te [plaats/adres], in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door [ naam], [functie] hierna te noemen werkgever,

[Naam werkgever], gevestigd te [plaats/adres], in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door [ naam], [functie] hierna te noemen werkgever, Model oproepovereenkomst De ondergetekenden: [Naam werkgever], gevestigd te [plaats/adres], in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door [ naam], [functie] hierna te noemen werkgever, en [naam oproepkracht],

Nadere informatie