Onderzoek Samen Leven 2006

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderzoek Samen Leven 2006"

Transcriptie

1 Onderzoek Samen Leven 2006

2 SAMEN LEVEN IN LELYSTAD Hoe inwoners de multiculturele stad beleven

3 Colofon Dit is een onderzoeksrapportage gemaakt door: Onderzoek en Statistiek Verkrijgbaar, zolang de voorraad strekt bij: Gemeente Lelystad Onderzoek en Statistiek Postbus AB Lelystad T F onderzoek@lelystad.nl Voor feiten en cijfers en overige onderzoeks- rapporten kunt u terecht op onze website: Lelystad, januari 2007

4 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING INLEIDING Gemeentelijk Integratiebeleid Burgerpeiling Leeswijzer KENMERKEN EN BEZIGHEDEN Land van herkomst en etnische identiteit Geslacht, leeftijd en stadsdeel Huishoudelijke samenstelling Opleiding en Nederlandse taalbeheersing Dagelijkse bezigheden SOCIALE CONTACTEN Contactfrequentie Contacten met autochtonen Lidmaatschap in verenigingen Contactbeleving Sociaal isolement GELUK, KANSEN EN DISCRIMINATIE Tevredenheid met het eigen leven Beleving van kansen in het leven Ervaring met discriminatie MULTICULTUREEL LELYSTAD Binding met de eigen buurt Oordeel over de vriendelijkheid van buurtbewoners Binding met Lelystad Oordeel over het multiculturele karakter van Lelystad Meningen over multicultureel Nederland ACTIVITEITEN VAN DE GEMEENTE Een rangschikking van gemeentelijke maatregelen Lokale prioriteiten volgens specifieke belangengroepen Omstreden maatregelen BIJLAGE I TECHNISCHE TOELICHTING BIJLAGE II BRONVERMELDINGEN BIJLAGE III VRAGENLIJST MET RESPONSPERCENTAGES PER HERKOMSTGROEP Samen Leven in Lelystad,

5

6 SAMENVATTING Het huidige integratiebeleid van de gemeente Lelystad is vastgesteld in november Om mogelijke koerswijzigingen te verkennen is onder meer de enquête Samen Leven in Lelystad gehouden. In de maanden juni en juli van 2006 namen inwoners van Lelystad de gelegenheid om vragen van de gemeente te beantwoorden over hun dagelijkse activiteiten, hun onderlinge contacten en hun meningen en verwachtingen omtrent het multiculturele karakter van de stad. In feite zijn twee verschillende responsgroepen geraadpleegd: de leden van het LelyStadsPanel en een aanvullende steekproef van inwoners waarvan minstens een van de ouders buiten het westen is geboren. Hiermee wordt voor het eerst mogelijk de belevingen en meningen van een zevental herkomstgroepen te vergelijken. Het betreft inwoners van autochtone en westerse allochtone herkomst (samen de inwoners van westerse herkomst ), alsmede inwoners van Antilliaanse, Marokkaanse, Surinaamse, Turkse of overige herkomst (samen de inwoners van nietwesterse herkomst ). In de paragrafen hieronder wordt een beknopt antwoord op de zes onderzoeksvragen gegeven. 1) Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de (7) onderscheiden herkomstgroepen in Lelystad, wat betreft hun persoonskenmerken en dagelijkse bezigheden? Naast het land van herkomst onderscheiden inwoners zich uiteraard op allerlei wijzen van elkaar. (Het antwoord op) deze vraag dient vooral om een aantal persoonskenmerken in de analyse mee te nemen, waardoor meer genuanceerde conclusies over verschillen in belevingen en meningen kunnen worden getrokken. Zo is er geïnformeerd bij de 900 niet-panelleden naar de bevolkingsgroep waartoe ze zichzelf rekenen. Meer dan driekwart van de inwoners van Turkse en Marokkaanse herkomst identificeert zich nog altijd met hun land van herkomst; dit geldt voor minder dan de helft van de inwoners van Surinaamse of overige niet-westerse herkomst. Een reeks persoonskenmerken zijn met name in hoofdstuk 2 geïntroduceerd. Bij de beantwoording van andere onderzoeksvragen is systematisch gekeken naar de mogelijke samenhang met deze kenmerken. In het algemeen kunnen wij bijvoorbeeld vaststellen dat inwoners (18 jaar en ouder) van niet-westerse herkomst: voor het overgrote deel (81%) zelf in het buitenland zijn geboren; eerder tot de groep jongere dan de groep oudere Lelystedelingen horen; eerder in de zuidoostelijke en vooral noordoostelijke stadsdelen wonen; eerder een huishouden met partner en jonge kinderen delen; voor de helft laaggeschoold zijn en voor eenderde middelbaar zijn geschoold (daarmee wijken ze qua opleidingsniveau nauwelijks af van landelijke percentages voor de afzonderlijke allochtonengroepen); nauwelijks minder dan andere inwoners op de arbeidsmarkt participeren (68% bruto participatiegraad, voor andere inwoners is dit 72% en voor heel Nederland van jaar ook 68%); Samen Leven in Lelystad,

7 veel eerder als arbeidsmarktparticipant tot de groep werkzoekenden zonder werk horen (15% van de 68%). Een op de zes respondenten van niet-westerse herkomst geeft aan dat ze vaak moeite met de Nederlandse taal hebben. Het aandeel is aanzienlijk hoger (een op de vier) onder respondenten die een zogenaamde inburgeringscursus hebben afgerond, en vooral (bijna de helft) onder diegenen die de cursus niet hebben afgerond. 2) Welke (deel)groepen verkeren in een sociaal isolement? Om inzicht in dit vraagstuk te verwerven zijn inwoners gepeild omtrent hun sociale contacten en hun deelname aan verenigingen en andere (zelf)organisaties. Inwoners met een niet-westerse herkomst verkeren eerder in een sociaal isolement. Het aandeel dat wekelijks contacten heeft met familie, vrienden en/of buren is aanzienlijk kleiner dan het aandeel onder andere inwoners, en ook deze ( westerse ) inwoners onderhouden minder sociale contacten dan de doorsnee inwoner van Nederland. Terwijl 7% van de inwoners zelf vindt dat ze onvoldoende contacten heeft, geldt dit voor 13% van degenen met een niet-westerse herkomst. Met name onder inwoners van Turkse herkomst zijn veel mensen ontevreden over hun (geringe) sociale contacten. Inwoners met een niet-westerse herkomst beleven met name weinig contacten met autochtonen. In een ideale stad waarin herkomst geen rol speelt, zou men mogen verwachten dat circa driekwart van de sociale contacten met autochtonen plaatsvindt wanneer de bevolking voor driekwart uit autochtonen bestaat. In Lelystad, ook bij de uitsplitsing naar deelwijken, zijn in grote lijnen twee patronen te onderscheiden: inwoners van westerse herkomst erkennen in hun burencontacten dat de meeste buren van autochtone herkomst zijn; inwoners van niet-westerse herkomst onderhouden eerder contacten met allochtone buren. In een viertal deelwijken is het aandeel niet-westerse inwoners dat voornamelijk burencontacten met autochtonen onderhoudt bijzonder laag: Zuiderzeewijk, Atol-West, Jol- Galjoen-Punter en Kempenaar-Kogge. Driekwart van de inwoners van westerse herkomst is lid van minstens één maatschappelijk georiënteerde vereniging of (zelf)organisatie. Dit geldt voor nauwelijks 60% van de inwoners van niet-westerse herkomst. Een indicatie van sociaal isolement is vervolgens uit een drietal criteria afgeleid: men verricht minder dan 12 uur per week betaalde arbeid; men heeft minder dan één keer per week contact met familie, buren en/of vrienden/kennissen; men is geen lid van een maatschappelijk georiënteerde vereniging of (zelf)organisatie. Van alle inwoners (18+) voldoet 6% aan alle criteria; 21% voldoet aan twee van de drie criteria. Onder alle (6) onderscheiden allochtone groepen zijn deze percentages hoger; onder inwoners van Marokkaanse of overige nietwesterse herkomst zijn ze ongeveer twee keer zo hoog. Voor meer informatie zie vooral tabel 3.5. Voor inwoners met een niet-westerse herkomst zijn (slechts) een tweetal kenmerken aan te wijzen dat ondubbelzinnig de kans op een sociaal isolement vergroot: onvoldoende (passieve) 4 Gemeente Lelystad, Onderzoek en Statistiek

8 beheersing van de Nederlandse taal en geen startkwalificatie uit het onderwijs. 3) In welke mate verschillen inwoners van uiteenlopende herkomst in hun levensgeluk en hun ervaringen van kansen in het leven? Wellicht de meest kernachtige doelstelling waaraan alle gemeentelijke activiteiten moeten bijdragen is tevredenheid onder de inwoners. Toegespitst op de integratie van allochtone inwoners kunnen wij stellen dat het integratieproces is geslaagd wanneer het kenmerk land van herkomst niet langer noemenswaardige verschillen in tevredenheid tussen inwoners laat zien. Zover is het nog niet. De overgrote meerderheid (83%) van de Lelystedelingen geeft aan (erg) tevreden te zijn met hun eigen leven; echter onder inwoners met een niet Westerse herkomst is dit percentage aanzienlijk lager (71%). Met name de tevredenheid onder Turkse inwoners is relatief gering. De mate van levensgeluk hangt sterk samen met de beleving van levenskansen: ontevreden Lelystedelingen vinden eerder dat ze minder kansen in het leven hebben gekregen dan andere inwoners met dezelfde leeftijd en opleiding. Verontrustend hierbij is dat de tweede generatie niet-westerse allochtonen hun kansen nauwelijks hoger inschatten dan de eerste generatie. Kennelijk vindt ook een belangrijk deel van de tweede generatie dat ze als tweederangs burgers door het leven (zullen) gaan. Uit de analyse zijn nog meer opvallende bevindingen: Mannen zijn eerder geneigd dan vrouwen hun kansen hoger in te schatten. Onder niet-westerse allochtonen is het verschil tussen mannen en vrouwen echter omgedraaid: meer dan allochtone vrouwen schatten mannen hun kansen lager in. Onder inwoners met een niet-westerse herkomst vinden degenen met betaald werk zich zelden meer kansrijk (12%); daarentegen vindt ongeveer de helft van de werkzoekenden dat ze 'minder kansen' krijgen. Inwoners die een inburgeringscursus hebben gevolgd zijn veel eerder geneigd 'minder kansen' te beleven dan niet-westerse allochtonen die geen inburgeringscursus hebben gevolgd. Op de vraag of men zich wel eens gediscrimineerd voelt antwoordt de helft van de inwoners met een niet-westerse herkomst bevestigend; onder andere inwoners heeft eenderde hierop bevestigend geantwoord. Om welke reden men zich gediscrimineerd voelt verschilt veel naar herkomst: de helft van de slachtoffers met een westerse herkomst vermoedt dat ze vanwege hun leeftijd wel eens worden achtergesteld; meer dan eenderde van de inwoners van Surinaamse of Antilliaanse herkomst vermoedt dat de huidskleur of uiterlijk een rol speelt; mijn geloof of mijn etnische afkomst wordt vooral door Marokkaanse en Turkse inwoners aangekruist; terwijl mijn geslacht opvallend veel onder andere de overige inwoners met een nietwesterse herkomst wordt vermeld. Op de vraag wanneer men zich gediscrimineerd voelt wordt vooral verwezen naar contacten in het openbaar en naar het zoeken naar werk. 4) Gaan buurtbewoners van verschillende herkomstgroepen vriendelijk met elkaar om? Samen Leven in Lelystad,

9 Een veel gebruikte graadmeter voor de integratie van mensen van buitenlandse herkomst is de mate waarin ze zich (ondertussen) thuis voelen in hun (nieuwe) omgeving. De overgrote meerderheid van zowel de autochtone als allochtone inwoners voelt zich (erg) thuis in zijn of haar buurt. Op de vraag hoe buurtbewoners in het algemeen met elkaar omgaan typeert 84% dit als vriendelijk of heel vriendelijk. Inwoners zijn minder positief in hun oordeel over hoe autochtone en allochtone buurtbewoners met elkaar omgaan; 76% typeert deze contacten als (heel) vriendelijk. Wanneer er op (15) subwijken in de stad wordt ingezoomd is het oordeel over de vriendelijkheid tussen autochtonen en allochtonen vrijwel overal iets minder positief dan het oordeel over vriendelijkheid in het algemeen; echter nergens is het verschil (statistisch) belangrijk te noemen. In de subwijken met een groter percentage autochtonen zijn de oordelen zowel over de contacten in het algemeen als over de contacten tussen autochtonen en allochtonen iets positiever. Uit de analyse blijkt dat inwoners met een niet-westerse herkomst minder positief zijn in hun oordeel over de buurtcontacten in het algemeen; echter in hun oordeel over de buurtcontacten tussen autochtonen en allochtonen in het bijzonder verschillen ze niet van andere inwoners. Er zijn ook geen specifieke subwijken uit de analyse aan te wijzen waarin niet-westerse inwoners minder positief zijn in hun oordeel over het omgaan tussen autochtonen en allochtonen. Daarentegen zijn er wél een paar subwijken waar niet-westerse inwoners eerder geneigd zijn de buurtcontacten meer positief te kwalificeren. 5) Zijn er aanwijzingen dat die sociale contacten tussen verschillende herkomstgroepen in Lelystad door spanningen worden gekenmerkt? Naast diverse vragen over sociale contacten met vrienden en buren (zie vraag 2 hierboven), en over de vriendelijkheid van buurtcontacten (zie vraag 4 hierboven), is de instemming van inwoners met vele stellingen omtrent het multiculturele karakter van Lelystad en Nederland gepolst. Uit de analyses zijn er wél verschillen oftewel spanningen tussen de verschillende herkomstgroepen gesignaleerd. Deze wijzen echter niet op wezenlijke tegenstellingen tussen inwoners (van autochtone en allochtone herkomst) over de richting en afloop van het integratieproces. Zo voelt een overgrote meerderheid van de inwoners zich thuis in Lelystad. Daarbij zijn geen belangrijke verschillen naar herkomst te bespeuren. Het zijn eerder verschillen in leeftijd waaraan een thuisgevoel gerelateerd moet worden; met name relatief veel (autochtone) jongeren voelen zich niet thuis. Een grote meerderheid van zowel westerse als niet-westerse inwoners beschouwt de culturele diversiteit van Lelystad als positief of zelfs een verrijking voor de stad. Het oordeel over het multiculturele karakter van de stad kan wél gerelateerd worden aan persoonskenmerken als leeftijd (jongeren zijn eerder positief) en opleiding (hoger opgeleiden zijn eerder po- 6 Gemeente Lelystad, Onderzoek en Statistiek

10 sitief). Drie op de vier inwoners van niet-westerse herkomst vindt dat de meeste allochtonen in Lelystad al aardig zijn ingeburgerd of snel ingeburgerd zullen raken. Onder inwoners van westerse herkomst deelt een kleiner aandeel deze mening, echter nog altijd een duidelijke meerderheid. Vergeleken met landelijke bevindingen zijn Lelystedelingen duidelijk meer optimistisch over het verloop van het lokale inburgeringsproces. Naast concrete stellingen over Lelystad is een achttal meer algemene uitspraken over multiculturele vraagstukken aan inwoners voorgelegd. De stelling allochtonen moeten de Nederlandse taal leren ontvangt grote instemming, alsmede de stelling het is goed als een samenleving bestaat uit mensen van verschillende culturen. Veel minder instemming is er met de stellingen Nederlanders zouden meer open moeten staan voor de cultuur van allochtonen en de islam kan een waardevolle bijdrage leveren aan de Nederlandse cultuur. Het aandeel inwoners met een niet-westerse herkomst dat met deze twee stellingen instemt is aanzienlijk hoger. Inwoners van westerse herkomst onderschrijven eerder stellingen, waarin vraagtekens bij de waarde van culturele diversiteit worden opgeroepen: allochtonen moeten niet te veel vasthouden aan hun eigen cultuur en gewoonten ; een wijk gaat er niet op vooruit als er veel allochtonen komen wonen ; en al die vreemde culturen vormen een bedreiging voor de Nederlandse cultuur. Overigens zijn Lelystedelingen gemiddeld meer positief in hun meningen omtrent culturele verscheidenheid dan Nederlanders bij landelijk onderzoek hebben aangegeven. 6) Welke maatregelen zouden de gemeente en andere organisaties/ instellingen (anders) moeten inzetten om de integratie te bevorderen? Aan het einde van de enquête is een 13-tal activiteiten genoemd die de gemeente kan bevorderen zodat verschillende inwoners meer vriendelijk met elkaar zouden kunnen samenleven. Voor elke activiteit moesten inwoners beoordelen of deze als (erg) belangrijk of (helemaal) niet belangrijk beschouwd wordt. Volgens de gehele bevolking ziet een top vijf van gemeentelijke prioriteiten er als volgt uit: 1. Inburgering: zorgen dat meer allochtonen Nederlands spreken; 2. Onderwijs: zorgen dat ouders meer actief betrokken zijn bij de opleiding en school van hun kinderen; 3. Arbeidsparticipatie: zorgen dat meer allochtonen een betaalde baan hebben; 4. Antidiscriminatiebeleid: voorkomen en bestrijden van discriminatie tussen bevolkingsgroepen; en 5. Emancipatie: zorgen dat vrouwen meer opleidingskansen krijgen. Nadere analyse toont aan dat verschillen in prioriteiten met name aan verschillen in herkomst gerelateerd moeten worden. In het algemeen hechten inwoners van niet-westerse herkomst meer belang aan maatregelen om de arbeidsparticipatie en de kansen van allochtonen te vergroten. Bij vele inwoners met name van westerse herkomst stuiten dergelijke maatregelen juist op weerstand; vooral wanneer dergelijke maatregelen een vermindering van kansen voor andere inwoners impliceren lijken ze discriminatie in de hand te werken. Samen Leven in Lelystad,

11 In de slotparagraaf wordt kort ingegaan op tegenstellingen tussen inwoners wat betreft het belang van verschillende activiteiten. Naast enkele suggesties omtrent de wijze waarop burgers over gemeentelijke maatregelen worden geïnformeerd, zijn enkele tegenstellingen of dilemma s slechts gesignaleerd: Als overheid en als samenleving is het soms, zoniet altijd, inconsequent om sociale achterstanden te bestrijden en tegelijkertijd culturele verscheidenheid te koesteren. In het integratieproces ligt de noodzaak, zoniet de verplichting, eerder aan de kant van de allochtoon om snel de kennis en vaardigheden te verwerven die nodig zijn om een zekere mate van zelfredzaamheid in Nederland te realiseren. Behalve zelfredzaamheid is echter ook participatie en betrokkenheid ook van autochtone burgers noodzakelijk, zoniet vereist. Uiteindelijk heeft de gemeente slechts beperkte invloed op de wijze waarop nieuwkomers integreren en inwoners met elkaar samen leven. Voor een belangrijk deel moeten de betrokkenen het zelf en met elkaar aanpakken. De belevingen en meningen van inwoners, zoals ze in dit rapport zijn samengevat, dienen als informatiebron voor nieuwe beleidsimpulsen. De conclusies en aanbevelingen, die uit deze informatie voortvloeien, zullen in een vervolgrapport verwerkt worden. 8 Gemeente Lelystad, Onderzoek en Statistiek

12 1. INLEIDING 1.1 Gemeentelijk Integratiebeleid Het huidige integratiebeleid van de gemeente Lelystad is vastgesteld in november 2001 ( Beleidsprogramma inzake de maatschappelijke integratie van allochtonen in Lelystad; voor wie verder kijkt dan etniciteit ) en omvat diverse doelstellingen, indicatoren en activiteiten. De doelstellingen van het beleid zijn over een drietal thema s te verdelen, de zogenaamde drie T s : Toerusting is gericht op de verwerving door allochtonen van de noodzakelijke bagage die nodig is ten behoeve van de zelfredzaamheid; Toegankelijkheid is gericht op het bereikbaar maken van voorzieningen voor iedere burger; Tolerantie is gericht op de verbetering van de verhoudingen tussen burgers binnen de samenleving. Om de effectiviteit van dit beleid - en mogelijke koerswijzigingen - te verkennen werd door afdeling Beleid een beroep gedaan op sectie Onderzoek en Statistiek (AB-OS). Naast het ordenen en analyseren van beschikbare statistieken omtrent de toerusting van verschillende bevolkingsgroepen, verzamelt AB-OS de nodige informatie bij (partner-)instellingen en inwoners. Ongeveer vijftig lokale instellingen zijn bijvoorbeeld in juni 2006 verzocht om hun beleid en ervaringen rondom het vraagstuk van toegankelijkheid samen te vatten. In diezelfde maand is ook de enquête Samen Leven in Lelystad onder inwoners van Lelystad (van minstens 18 jaar) verspreid. De enquête was vooral bedoeld om de toenadering van verschillende bevolkingsgroepen naar elkaar te peilen Burgerpeiling In dit rapport worden de bevindingen gepresenteerd van de enquête Samen Leven in Lelystad. Tussen 20 juni en 18 juli kregen leden van het Lely- StadsPanel de gelegenheid ons (AB-OS) te informeren over hun sociale contacten met familie, vrienden en buren. Tevens werd hun meningen gevraagd omtrent het multiculturele karakter van hun buurt en Lelystad. Maar liefst 85% van de panelleden (1.111 inwoners) heeft de vragenlijst ingevuld. Een meer uitgebreide vragenlijst is aan een steekproef van inwoners met een niet-westerse herkomst (Antilliaans, Marokkaans, Surinaams, Turks en een groep overige niet-westerse allochtonen ) voorgelegd. Deze inwoners zijn in het LelyStadsPanel relatief weinig vertegenwoordigd. Daarop kwamen bijna 900 reacties binnen (30% respons), genoeg om bevindingen en conclusies naar afzonderlijke herkomstgroepen te presenteren. De vragenlijst is ontworpen om enig zicht te krijgen op de toenadering tussen herkomstgroepen in Lelystad. Hoewel er wel eens melding is van spanningen in bepaalde wijken (door buurtbewoners, buurtwerkers of de politie) wordt met dit onderzoek voor het eerst systematisch de toenadering tussen 1 Wij gebruiken liever de term toenadering in dit rapport - in plaats van de term tolerantie uit het beleidsnota - mede omdat bij de enquête niet zozeer de culturele acceptatie en culturele uitwisseling (zie Gemeente Lelystad, 2001, p. 31) tussen bevolkingsgroepen werd gepeild, eerder de afstand oftewel het sociale contact. Samen Leven in Lelystad,

13 herkomstgroepen verkend. Uit de enquêteresultaten zoeken wij antwoorden op de volgende vragen: 1 Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de (7) onderscheiden herkomstgroepen in Lelystad, wat betreft hun persoonskenmerken en dagelijkse bezigheden? 2 Welke (deel)groepen verkeren in een sociaal isolement? 3 In welke mate verschillen inwoners van uiteenlopende herkomst in hun levensgeluk en hun ervaringen van kansen in het leven? 4 Gaan buurtbewoners van verschillende herkomstgroepen vriendelijk met elkaar om? 5 Zijn er aanwijzingen dat die sociale contacten tussen verschillende herkomstgroepen in Lelystad door spanning worden gekenmerkt? 6 Welke maatregelen zouden de gemeente - en andere organisaties/ instellingen - (anders) moeten inzetten om de integratie te bevorderen? Bij het ontwerp van de enquête is ervan uitgegaan dat de vragen aan elke inwoner (van 18 jaar en ouder) kunnen worden gesteld. Daarmee werd (grotendeels) afgezien van de mogelijkheid om bijvoorbeeld de meningen van een specifieke herkomstgroep over een andere herkomstgroep te peilen. Een tweede criterium bij het ontwerp is dat uit de resultaten kengetallen kunnen worden gegenereerd, om bij eventuele vervolgmetingen vast te kunnen stellen of bijvoorbeeld de sociale contacten in bepaalde wijken meer vriendelijk zijn geworden. Vele vragen zijn regelmatig bij onderzoek elders in Nederland gesteld; hiermee wordt de mogelijkheid vergroot om de bevindingen aan landelijke ontwikkelingen te relateren. Wél is de vragenlijst bestemd voor de steekproef van inwoners met een nietwesterse herkomst uitgebreid met een aantal vragen. Deze uitbreiding behelst deels informatie die leden van het LelyStadPanel reeds over zichzelf hebben gegeven, bijvoorbeeld over gezinssituatie en dagelijkse activiteiten. Deels gaan de aanvullende vragen over Nederlandse taalbeheersing en gebruik van media. Naar onze mening zouden deze vragen voor de meeste panelleden als onbeduidend en beledigend worden aangezien; ook vele respondenten uit de aanvullende steekproef hebben hun ongenoegen over deze vragen vermeld Leeswijzer De opbouw van deze rapportage is als volgt. Gezien de beleids(vraagstellingen) die ten grondslag aan dit rapport liggen, wordt er steeds onderscheid in zogenaamde herkomstgroepen gemaakt. Volgens landelijk gebruik wordt herkomst vooral aan het geboorteland van ouders gerelateerd. Bij de presentatie van bevindingen in dit rapport onderscheiden wij steeds zeven afzonderlijke herkomstgroepen : autochtonen en westerse allochtonen 3 vormen bij elkaar de groep inwoners met een wester- 2 In bijlage III is de uitgebreide vragenlijst opgenomen, die aan de steekproef van inwoners met een niet-westerse herkomst is voorgelegd. Met een dubbel sterretje ( * * ) zijn de vragen aangeduid die niet aan leden van het LelyStadsPanel zijn gesteld. 3 Als westerse allochtoon geldt voor dit rapport inwoners van wie een van de ouders in een van de volgende regio s is geboren: Europa buiten Nederland, Noord Amerika, Australië, Nieuw Zeeland, Japan of Indonesië. Er zijn enkele uitzonderingen: als de vader buiten Nederland in een westerse regio is geboren, maar de moeder of de inwoner zelf in het niet-westen is geboren, dan is de inwoner als niet-westerse allochtoon in de analyse onderscheiden. 10 Gemeente Lelystad, Onderzoek en Statistiek

14 se herkomst ; de groep inwoners met een niet-westerse herkomst omvat inwoners met een Surinaams, Turks, Antilliaans/Arubaans, Marokkaans of overige niet-westerse herkomst. Uiteraard hoeven mensen zichzelf niet tot een van deze herkomstgroepen te rekenen. In welke mate allochtone inwoners zich nog tot hun eigen herkomstgroep rekenen wordt in hoofdstuk 2 besproken. In dat hoofdstuk worden ook nog andere verschillen in persoonskenmerken, gezinssituatie en dagelijkse bezigheden tussen de verschillende herkomstgroepen gepresenteerd. In hoofdstuk 3 worden de antwoorden van inwoners over hun sociale contacten gepresenteerd. Profielen worden opgesteld over inwoners die zich in een sociaal isolement bevinden. Specifieke aandacht wordt gegeven aan de relatie tussen Nederlandse taalbeheersing en sociale contacten. In hoofdstuk 4 bespreken wij meer in het algemeen hoe inwoners van uiteenlopende herkomst hun kansen in het leven beoordelen, en hoe deze enerzijds aan ervaringen met discriminatie kunnen worden gerelateerd, en anderzijds aan hun tevredenheid met het leven. Hoofdstuk 5 gaat niet zozeer over de beleving van inwoners, eerder hun meningen over het samen leven in buurt en stad. Wij verkennen de (sub)wijken waar het er kennelijk minder vriendelijk aan toe gaat. Ook de uiteenlopende oordelen die inwoners hebben over culturele diversiteit en de integratie van diverse herkomstgroepen komen aan de orde. Inwoners konden ook aangeven, welke activiteiten de gemeente moet (blijven) stimuleren, om het samen leven te bevorderen. Van de dertien activiteiten wordt in hoofdstuk 6 een rangorde gepresenteerd. Normaliter wordt een onderzoeksrapport met conclusies en aanbevelingen afgerond. Bij dit rapport ontbreekt dat hoofdstuk, want naar onze mening zou de weergave van belevingen en meningen van inwoners teveel worden gekleurd, wanneer tegelijkertijd de betekenis van deze bevindingen voor het gemeente beleid wordt geïnterpreteerd. In het evaluatierapport dat meer expliciet aan het gemeentelijke integratiebeleid is gerelateerd zullen wij de beleidsimplicaties van de onderzoeksbevindingen bespreken. Wél zijn in de samenvatting voorin het rapport de belangrijkste bevindingen weergegeven. In bijlage I vindt men een uitleg, hoe de verschillende respondenten zijn benaderd en hoe achteraf hun uiteenlopende reacties zijn samengevoegd om bevindingen over de Lelystedeling te presenteren. De vragenlijst zelf is in bijlage III te raadplegen. Daar zijn ook de antwoordfrequenties te vinden, die naar de zeven onderscheiden herkomstgroepen worden uitgesplitst. Samen Leven in Lelystad,

15 2. KENMERKEN EN BEZIGHEDEN De inwoners van 18 jaar en ouder die aan het onderzoek Samen Leven deelnamen kunnen worden onderscheiden op basis van een aantal persoonskenmerken. In dit hoofdstuk worden deze verschillende kenmerken van de onderzoekspopulatie en respons nader belicht. 'Ik hoop dat iedereen in Lelystad zo'n enquête hebben ontvangen, autochtone en allochtonen. Het gaat tenslotte om het accepteren en samen leven met elkaar.' (vrouw van Antilliaanse herkomst in de Atolwijk) In feite hebben we twee verschillende responsgroepen gebruikt om de contacten tussen Lelystedelingen van 18 jaar en ouder te analyseren: 1) de leden van het LelyStadsPanel en 2) een aanvullende steekproef van inwoners waarvan minstens een van de ouders buiten het westen is geboren. Wij presenteren eerst hoe de onderzoekspopulatie naar herkomst is opgebouwd, in hoeverre deze opbouw een weerspiegeling vormt van Lelystedelijke inwoners, en in hoeverre de respondenten zichzelf identificeren met de herkomstgroep waartoe ze voor verschillende bureaucratische doeleinden - worden gerekend. Vervolgens worden de verschillende herkomstgroepen in de onderzoekspopulatie nader omschreven op basis van de kenmerken leeftijd, geslacht, en woonwijk. In 2.3 worden de verschillen naar huishoudelijke samenstelling beschreven. De onderwijsachtergrond van respondenten komt in 2.4 aan de orde, alsmede enkele indicaties voor Nederlandse taalbeheersing. Wat men in de verschillende herkomstgroepen voor dagelijkse bezigheden heeft wordt ten slotte behandeld in 2.5. Al deze persoonskenmerken kunnen van invloed zijn op de wijze waarop inwoners met elkaar omgaan; zij kunnen zelfs bepalend zijn voor de kans dat inwoners überhaupt elkaar ontmoeten. In de komende hoofdstukken zal dan steeds verwezen worden naar kenmerken die in dit hoofdstuk worden onderscheiden. Als criteria om Lelystedelingen in subgroepen te verdelen hebben ze namelijk een cruciale rol gehad in de analyses die voor deze verslaglegging zijn gepleegd. 2.1 Land van herkomst en etnische identiteit 'Vreemde vragenlijst voor mij. Mijn moeder is toevallig op de Antillen geboren, dus ik ben een echte Hollander.' (vrouw van Antilliaanse herkomst in de Boswijk) In het landelijke en lokale integratiebeleid wordt de geboorteland van ouders als criterium gebruikt om het onderscheid tussen autochtonen en allochtonen aan te geven: een allochtoon is iemand van wie een van de ouders buiten Nederland is geboren; als de ouders in verschillende landen zijn geboren bepaalt de geboorteland van de moeder de herkomst; wanneer de persoon zelf ook in het buitenland is geboren bepaalt zijn/haar geboorteland de herkomst. Op basis van deze definitie kunnen wij vaststellen dat van de Gemeente Lelystad, Onderzoek en Statistiek

16 inwoners van Lelystad die begin juni 2006 lid zijn van het LelyStadsPanel, slechts 171 van allochtone herkomst zijn, waarvan 66 afkomstig uit een nietwesters land. Om het lokale integratiebeleid van nieuwe impulsen te voorzien wilden wij voldoende niet-westerse allochtonen bij het onderzoek betrekken, zodat wij uitspraken namens de afzonderlijke doelgroepen van het beleid te kunnen maken. Uit de gemeentelijke basisadministratie (GBA) zijn daarom alle inwoners van 18 jaar of ouder met een niet-westerse herkomst onderverdeeld in vijf groepen (Surinamers, Turken, Antillianen/Arubanen, Marokkanen en een groep overige inwoners met een niet-westerse herkomst). Uit elke groep zijn vervolgens 600 individuele inwoners aselect (d.w.z. willekeurig) geselecteerd. Maar liefst 85% van de leden van het LelyStadsPanel heeft de enquête ingevuld. Mede wegens het langdurige zomerweer valt de netto steekproef respons met 30% nogal tegen. Desondanks menen wij met gebruik van herwegingen (zie 2.2 en bijlage I) betrouwbare conclusies voor de afzonderlijke herkomstgroepen te kunnen trekken. 4 Hoewel de uitgebreide vragenlijst alleen naar inwoners is toegestuurd die volgens het bevolkingsregister van niet-westerse herkomst zijn, zijn er 62 steekproef respondenten die naar eigen mening van westerse herkomst zijn. Deze uitkomst is indicatief voor het feit dat de enquête wél naar specifieke inwoners is verstuurd, maar dat het kan gebeuren dat het formulier door bijv. een gezinslid wordt ingevuld. Tevens komt de informatie bij het bevolkingsregister over de geboorteland van inwoners niet altijd overeen met de gegevens die inwoners zelf invullen % 80% 60% 40% 20% 0% Grafiek 2.1 Etnische identificatie In Lelystad en Nederland* Lelystad NL 2004 Lelystad NL 2004 Lelystad NL 2004 Lelystad NL 2004 Lelystad Surinamers Turken Antillianen Marokkanen Overig nietwesters Nederlands (NL) Herkomstland + NL Herkomstland Geen enkele Anders * Bron: SCP, Omdat bijvoorbeeld 41% van alle respondenten van niet-westerse herkomst is terwijl slechts 10,4% van alle inwoners (18+) van niet-westerse herkomst is, worden steeds herwegingen toegepast om bevindingen omtrent westerse, niet-westerse of alle inwoners in dit rapport te presenteren. 5 Wanneer discrepantie bestaat tussen de geboortelanden die de respondent zelf aankruist en de geboortelanden volgens de GBA, zijn de aanwijzingen van de respondent zelf leidend voor de vaststelling van de land van herkomst in dit rapport. Samen Leven in Lelystad,

17 'Het is erg vervelend om te zien dat je met een buitenlandse ouder (in de ogen van de Nederlander) als allochtoon gezien te worden. Helemaal als je in Nederland geboren en getogen bent. (vrouw in Schoener waarvan vader in Marokko is geboren) Als je ouders ergens (anders) zijn geboren hoeft dat natuurlijk niet te betekenen dat je zelf enige binding met dat land hebt. Respondenten in de steekproef konden zelf aangeven tot welke bevolkingsgroep ze zich rekenen. Een overzicht van de reacties is voor de vijf niet-westerse herkomstgroepen in grafiek 2.1 weergegeven. De grafiek geeft ook aan hoe twee jaar geleden in Nederland er op een vergelijkbare vraag is gereageerd. 6 Uit de grafiek valt af te leiden dat de meerderheid van inwoners afkomstig uit overige niet westerse landen zichzelf vooral als Nederlands rekenen. Voor de andere vier onderscheiden groepen rekent een groter deel zich tot het herkomstland, maar het aandeel dat zich tot de Nederlanders rekent is steeds groter dan landelijk het geval is. In het algemeen geldt hoe langer men in Nederland woont hoe eerder men zich tot de Nederlanders rekent. Opvallend is de relatieve geringe identificatie met Nederland onder Turkse en Marokkaanse inwoners; zelfs bij de 2 e generatie Marokkanen is een grotere identificatie niet te bespeuren. 2.2 Geslacht, leeftijd en stadsdeel De verhouding mannen en vrouwen is onder inwoners van niet-westerse herkomt (evenals bij andere inwoners) ongeveer gelijk. De respons van de mannen is lager zoals tabel laat zien. Nadat de respons gewogen is met dezelfde factor die wordt gebruikt bij de weging van leeftijd en stadsdeel (zie ook de Technische toelichting) wordt de verhouding mannen en vrouwen weer rechtgetrokken. 7 Tabel Verdeling respondenten en Lelystedelingen naar herkomst en geslacht Lelystad (18+ jaar) Respondenten Gewogen westers n-westers westers n-westers westers n-westers mannen 49,9% 49,7% 46,1% 42,3% 49,7% 49,7% vrouwen 50,1% 50,3% 53,9% 57,8% 50,3% 50,3% Totaal (abs.) * Bron: GBA, juni 2006 De leeftijdsverdeling van inwoners met een niet-westerse herkomst wijkt in belangrijke mate af van andere inwoners, zoals tabel laat zien. Het aandeel jongeren (18-29 jaar) is veel groter, het aandeel 55-plussers veel lager. Leeftijdsgroepen verschillen echter in hun respons; ouderen werken 6 Bij het landelijk onderzoek werd de vraag meer specifiek gesteld, bijvoorbeeld voelt u zich meer Turk of Nederlander? met (slechts) drie antwoordmogelijkheden: vooral Turks, evenwel Turks als Nederlander en vooral Nederlander. De evenwel categorie is niet in de Lelystad-enquête opgenomen maar kon door respondenten bij anders worden ingevuld. Zie verder SCP, 2006, pp Zoals bij de technische toelichting wordt uitgelegd, wordt een tweede weging gebruikt om steekproefverschillen binnen de (7) afzonderlijke herkomstgroepen te corrigeren. De gevolgen van die weging zijn in bijlage III gepresenteerd. 14 Gemeente Lelystad, Onderzoek en Statistiek

18 over het algemeen eerder mee aan burgerpeilingen. Door de steekproefrespons te herwegen op basis van leeftijdsverschillen wordt de vertegenwoordiging van de verschillende leeftijdsgroepen weer rechtgetrokken. Tabel Verdeling respondenten en Lelystedelingen naar herkomst en leeftijd Lelystad * Respondenten Gewogen westers n-westers westers n-westers westers n-westers jaar 19,0% 33,7% 10,2% 24,4% 18,6% 33,7% jaar 20,2% 26,3% 18,1% 27,3% 20,3% 26,2% jaar 30,3% 29,4% 34,2% 33,0% 30,4% 29,4% 55+ jaar 30,5% 10,6% 37,5% 15,3% 30,7% 10,7% Totaal (abs.) * Bron: GBA, juni 2006 ' Ik vind het erg belangrijk dat allochtonen en autochtonen vreedzaam en prettig naast elkaar leven. De beste manier om dit voor elkaar te krijgen is ervoor zorgen dat ze elkaar in alle delen van de samenleving tegenkomen.' (man van autochtone herkomst in Waterwijk) Een grote meerderheid van inwoners met een niet-westerse herkomst woont in de oostelijke wijken; andere inwoners zijn meer gelijkmatig over de stad verdeeld. Deze verschillen zijn in tabel onder Lelystad af te leiden. Tabel Verdeling respondenten en Lelystedelingen naar herkomst en stadsdeel Lelystad * Respondenten Gewogen westers n-westers westers n-westers westers n-westers Noordoost 19,0% 31,1% 18,3% 34,1% 19,0% 33,3% Zuidoost 28,9% 37,3% 30,7% 36,6% 30,7% 37,2% Noordwest 26,5% 17,0% 25,4% 16,7% 24,8% 17,2% Zuidwest 23,0% 13,2% 24,1% 12,2% 23,7% 12,0% Overig (stadshart, buiten, onbekend) 2,5% 1,4% 1,4% 0,3% 1,7% 0,3% Totaal (abs.) * Bron: GBA, juni 2006 Mede omdat bij het onderzoek de respondent veelvuldig zijn/haar mening over de situatie in de buurt wordt gevraagd, is voor de analyse herwogen zodat de respondenten naar (de zeven afzonderlijke) herkomstgroepen een weerspiegeling vormen van hoe de herkomstgroep over stadsdelen is verdeeld. Om technische redenen is deze herweging echter niet uitgevoerd voor de steekproef in zijn geheel. Zodoende wijken de gewogen percentages in tabel enigszins af van de werkelijke percentages in de kolommen Lelystad. Bij geen enkel stadsdeel is echter sprake van een steekproef aandeel dat in belangrijke mate van de werkelijkheid afwijkt. 8 8 Zie de technische toelichting in bijlage I. Voor de (gewogen) verdeling (in %) van herkomstgroep naar stadsdeel zie vraag A.1 in bijlage III. Samen Leven in Lelystad,

19 2.3 Huishoudelijke samenstelling In het onderzoek zijn een aantal vragen gesteld over de huishoudelijke samenstelling van respondenten. In tabel 2.3 wordt een overzicht gegeven van de gezinssituatie van deelnemers aan het onderzoek. Van de respondenten met een niet-westerse herkomst woont de helft samen met partner en kinderen. Ook is het aandeel alleenstaande ouders (9%) twee keer zo hoog als onder andere respondenten. Daarentegen zijn er relatief weinig nietwesterse inwoners die alleen wonen of slechts met één andere volwassene. Deze verschillen naar herkomst zijn in tabel 2.3 ook zichtbaar voor alle Lelystedelingen, al is de vergelijking bemoeilijkt door een verschil in meetniveau. 9 Tabel 2.3 Gezinssituatie respondenten en Lelystedelingen naar herkomst Lelystad * respondenten westers niet-westers totaal westers niet-westers totaal Alleenstaand 24% 15% 26% 13% 16% 14% Twee volwassenen, geen kinderen thuis 33% 15% 30% 39% 17% 36% Twee volwassenen met kind(eren) thuis 23% 29% 22% 37% 52% 39% Eén ouder met kind(eren) thuis 4% 10% 5% 4% 9% 4% Anders 17% 31% 17% 7% 7% 7% Bron: GBA, december 2005; geaggregeerd door AB-OS naar huishoudenniveau Er zijn grote verschillen tussen de onderscheiden herkomstgroepen, wat betreft het aandeel dat een of meer jonge kinderen (t/m 17 jaar) in het huishouden heeft. Dit loopt van 73% onder Turken en 65% onder Marokkanen naar 28% onder westerse allochtonen en 21% onder autochtonen. Aan respondenten die de uitgebreide enquête hebben ontvangen is ook gevraagd tot welke bevolkingsgroep ze hun (eventuele) partner of echtgenoot rekenen. Meer dan de helft van de overige niet-westerse respondenten beschouwt hun partner als Nederlands ; dit geldt voor slechts een klein deel van de (samenwonende) Marokkanen en Turken (19% resp. 12%) (zie verder bijlage III). 2.4 Opleiding en Nederlandse taalbeheersing Het opleidingsniveau is een belangrijk persoonskenmerk. Mensen met een lagere opleiding krijgen immers andere kansen in het leven, koesteren een ander oordeel over sociale verschillen en participeren anders dan hoger opgeleiden. De verdeling naar opleidingsniveau van de respondenten van 18 jaar en ouder is opgenomen in grafiek 2.4. De grafiek toont een uitsplitsing 9 De percentages voor Lelystad en respondenten wijken veel van elkaar af voornamelijk omdat de eerste op huishoudenniveau is berekend, de laatste op persoonsniveau. De steekproef voor het onderzoek is op persoonsniveau getrokken: een tweepersoonshuishouden heeft bijvoorbeeld twee keer de kans om geselecteerd te worden, en als beide deelnemen wordt het huishouden dubbel geteld. Op huishoudenniveau tellen de twee volwassenen, net als een alleenstaande, slechts één keer. 16 Gemeente Lelystad, Onderzoek en Statistiek

20 naar de (7) onderscheiden herkomstgroepen met landelijke percentages ter vergelijking. Het gaat daarbij steeds om de hoogst voltooide opleiding. 10 Zoals grafiek 2.4 laat zien, zijn er grote verschillen tussen de verschillende herkomstgroepen wat betreft percentages met een laag dan wel een hoge opleiding. Deze verschillen komen grotendeels overeen met landelijke patronen. Twee uitzonderingen met geheel Nederland zijn te bespeuren: onder Antillianen/Arubanen in Lelystad zijn er relatief veel laaggeschoolden, en onder autochtone Lelystedelingen tenminste onder de leden van het Lely- StadsPanel relatief veel hooggeschoolden. Overige n-w alloch. L'stad Overige n-w alloch. NL Marokkanen L'stad Marokkanen NL Antillianen L'stad Antillianen NL Grafiek 2.4 Opleidingsniveau naar herkomst, Lelystad en Nederland* Turken L'stad Turken NL Surinamers L'stad Surinamers NL West. alloch L'stad West. alloch NL Autochtonen L'stad Autochtonen NL Totaal Lelystad Totaal Nederland 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% * Bron: CBS enquête beroepsbevolking (15-64 jaar), 2005 laaggeschoold middelbaar geschoold hooggeschoold Bij de uitgebreide vragenlijst die aan inwoners met een niet-westerse herkomst is voorgelegd, kan worden aangegeven of men soms of vaak moeite heeft met gesprekken of lezen in de Nederlandse taal. Een overzicht van de antwoorden op deze vragen is in tabel 2.4. gepresenteerd. 11 Uit de tabel kan worden afgeleid dat bijna 40% van die inwoners wel eens moeite met Nederlands heeft, één op de zes zelfs vaak. Onder inwoners met een Surinaams of Antilliaanse herkomst is het aandeel aanzienlijk lager dat soms moeite met Nederlands beleeft (13% resp. 27%). Een andere samenhang ligt ook voor de hand: de eerste generatie (immigranten) zonder moeite met de taal wonen gemiddeld 24 jaar in Nederland; de immigranten met soms of vaak moeite (42% van de eerste generatie) wonen aanzienlijk korter 10 Voor de overzichtelijkheid zijn enkele antwoordcategorieën samengevoegd (zie bijlage III). Laag geschoold behelst de categorieën geen t/m lager beroepsonderwijs ; middelbaar geschoold behelst de categorieën middelbaar beroepsonderwijs en hoger algemeen voortgezet onderwijs ; hoog geschoold behelst de categorieën hoger beroeps en wetenschappelijk. De categorie anders / geen idee is bij de berekening weggelaten. Dezelfde bewerking is met de CBS brongegevens uitgevoerd. 11 Zie vraag B6 in bijlage III voor een meer uitgebreid overzicht. Voor tabel 2.4 scoort men soms wanneer soms op minstens een van de eerste drie onderdelen van B6 werd beantwoord; men scoort vaak als er op een van de eerste drie onderdelen van B6 vaak werd beantwoord. Een vierde vraagonderdeel had betrekking op eventuele moeilijkheden met een brief of in het Nederlands te schrijven. Dit onderdeel is niet meegerekend in tabel 2.4, mede omdat men wellicht geen moeite met Nederlands heeft, slechts moeite om ( s) te schrijven. Samen Leven in Lelystad,

21 (gemiddeld 15 jaar resp. 14 jaar) in het land; het aandeel niet-westerse inwoners van de tweede generatie dat nog moeite heeft met de taal is 11%. 'Ik vind dat inburgering erg belangrijk is. Het is niet makkelijk. Ik moest zelf veel moeite doen om Nederlandse taal te leren.' (vrouw van Turkse herkomst in Schouw) 'Bij inburgeringscursus heeft weinig tijd per week. Het boek is moeilijk. Daarom is het spreken en begrijpen van Nederlands moeilijk. Het gaat te langzaam. Duurt dan te lang.' (vrouw geboren in Afrika, wonend in de Atolwijk) Tabel 2.4 Inwoners van niet-westerse herkomst die moeite met de Nederlandse taal hebben Turks Surinaams Antilliaans Marokkaans Overig nietwesters Lelystad Totaal Soms moeite met Nederlands 5% 34% 18% 24% 37% 23% Vaak moeite met Nederlands 8% 22% 9% 20% 25% 16% w.o. inburgeringscursus afgerond 0% 41% 8% 39% 27% 27% w.o. inburgeringscursus niet afgerond 100% 39% 0% 50% 50% 47% w.o. inburgeringscursus niet gehad 6% 18% 15% 29% 23% 15% Respondenten is ook gevraagd of een zogenaamde inburgeringscursus is gevolgd. Meer dan een kwart van de (1 e generatie) immigranten zegt de cursus gevolgd te hebben; bijna driekwart van hen heeft die cursus afgerond (zie bijlage III, vraag B2). Hebben ingeburgerde allochtonen nog moeite met de Nederlandse taal? Enige inzicht in dit vraagstuk wordt door de uitsplitsing onderin tabel 2.4 geleverd. Daar is bijvoorbeeld aangegeven dat onder de respondenten die een inburgeringscursus hebben afgerond 27% vaak (nog) moeite met Nederlands heeft; onder de respondenten die de cursus niet hebben afgerond heeft 47% vaak moeite. Onder de potentiële doelgroep van immigranten die nog geen cursus heeft gevolgd zegt slechts 15% vaak moeite met de Nederlandse taal te ondervinden Dagelijkse bezigheden 'Als jongeren, en dit geldt zowel voor allochtone als voor autochtone jongeren, 's morgens om 8:00 uur bij hun baas moeten zijn, zwerven ze 's nachts niet op straat.' (man van autochtone herkomst in Punter) In de enquête is gevraagd naar de meest van toepassing zijnde manier waarop men de dag doorbrengt. Hierbij is een aantal soorten activiteiten onderscheiden. In grafiek zijn de hoofdgroepen weergegeven. Voor een meerderheid (61%) van de inwoners is het verrichten van betaald werk de belangrijkste dagactiviteit. Daarnaast ziet 9% een andere vorm van werken voor zichzelf als hoofdtaak, zoals huishoudelijk of vrijwilligerswerk. Toch zijn er grote verschillen tussen de herkomstgroepen te zien wanneer op een 12 Deze percentages zijn slechts indicatief. Onder de omvangrijke non-respons (70%) die niet aan het onderzoek heeft deelgenomen is er hoogstwaarschijnlijk een oververtegenwoordiging van immigranten die wegens gebrekkige beheersing van de Nederlandse taal de vragenlijst niet hebben ingevuld. 18 Gemeente Lelystad, Onderzoek en Statistiek

22 specifieke bezigheid wordt ingezoomd. Zo is bijvoorbeeld het aandeel werkzamen onder Marokkanen en Antillianen geen 60%; echter (samen met overige niet-westerse respondenten) is het aandeel studerenden in deze herkomstgroepen ongeveer het dubbele van dat in geheel Lelystad. Grafiek Voornaamste dagelijkse bezigheid, naar herkomst Overig n-w alloch. Marokkanen Antillianen Turken Surinamers Westerse allochtoon Autochtonen Totaal Lelystad 0% 20% 40% 60% 80% 100% Werkzaam (betaald) Werkzaam eigen huishouding Werkzaam als vrijwilliger Werkzoekend Student Arbeidsongeschikt Gepensioneerd Tevens is er gevraagd indien men werk verricht - naar het gemiddeld aantal betaalde uren per week. Door de antwoorden op die twee vragen te combineren, is het mogelijk om grofmazig de arbeidsparticipatie met landelijke schattingen te vergelijken. In grafiek tonen wij voor de verschillende herkomstgroepen het aandeel (jonger dan 65 jaar) dat minimaal 12 uur/week betaald werk verricht. Wie niet aan dit minimum voldoet is bij de vergelijking óf werkzoekend óf minder actief. Grafiek Arbeidsparticipatie naar herkomst, in Lelystad en Nederland* Overige n-w alloch. L'stad Overige n-w alloch. NL Marokkanen L'stad Marokkanen NL Antillianen L'stad Antillianen NL Turken L'stad Turken NL Surinamers L'stad Surinamers NL West. alloch L'stad West. alloch NL Autochtonen L'stad Autochtonen NL Totaal Lelystad Totaal Nederland 10% 15% 10% 8% 17% 17% 12% 10% 14% 8% 6% 6% 3% 4% 5% 4% * Bron: CBS enquête beroepsbevolking (15-64 jaar), % 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% werkzaam 12+ uur/week werkzoekend (zonder werk) minder actief op arbeidsmarkt Samen Leven in Lelystad,

23 Wij zien met behulp van de staven in grafiek dat de bruto arbeidsparticipatie in Lelystad (het % werkzame plus het % werkzoekenden) bij vrijwel alle herkomstgroepen boven het landelijk gemiddelde ligt. Alleen onder westerse allochtonen ligt het aandeel onder het gemiddelde, en alleen onder Marokkanen is de participatiegraad ver onder 70%. Hoewel de vergelijkingen met de nodige voorzichtigheid beschouwd moeten worden, 13 geven ze een relatief gunstig beeld van de lokale beroepsbevolking. 'Gemeente dient de mensen in te lichten over de asielzoekers, waarom ze niet mogen werken. Asielzoekers willen wel werken maar mogen niet. Ze voelen zich opgesloten.' (man geboren in Afrika, wonend in de Waterwijk) Minder gunstig zijn de percentages werkzoekend zonder werk onder de inwoners met een niet-westerse herkomst. Bij alle vijf onderscheiden herkomstgroepen is het percentage groter dan landelijke schattingen. Hiermee samenhangend wijkt de netto participatiegraad (het % werkzame) nauwelijks af van landelijke percentages. De enige uitzondering lijkt onder inwoners van Turkse herkomst: 59% verricht minimaal 12 uur/week betaald werk; landelijk heeft slechts 45% betaald werk. 13 Als belangrijkste factor bij de onnauwkeurigheid geldt : voor zowel Lelystad als Nederland zijn de schattingen op steekproefgegevens gebaseerd. Daarnaast zijn de landelijke schattingen voor de populatie jarigen; voor Lelystad de populatie jaar. Vermoedelijk drukt de (geringe) arbeidsparticipatie onder jarigen de landelijke percentages omlaag. Tevens ontbreekt bij zowel de Lelystedelijke als landelijke enquête een eenduidig criterium voor werkzoekend (zonder werk). 20 Gemeente Lelystad, Onderzoek en Statistiek

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Jeroen Nieuweboer Allochtonen in, en voelen zich minder thuis in Nederland dan allochtonen elders in Nederland. Marokkanen, Antillianen

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2006 118.070 inwoners. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden. Dit hoofdstuk is gebaseerd op zowel kerncijfers uit

Nadere informatie

2. De niet-westerse derde generatie

2. De niet-westerse derde generatie 2. De niet-westerse derde generatie Op 1 januari 23 woonden in Nederland tussen de 34 duizend en 36 duizend personen met ten minste één grootouder die in een niet-westers land is geboren. Dit is ruim eenderde

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Colofon. Deze rapportage is gemaakt door: Onderzoek en Statistiek. Verkrijgbaar, zolang de voorraad strekt bij:

Colofon. Deze rapportage is gemaakt door: Onderzoek en Statistiek. Verkrijgbaar, zolang de voorraad strekt bij: samen leven 2010 Colofon Deze rapportage is gemaakt door: Onderzoek en Statistiek Verkrijgbaar, zolang de voorraad strekt bij: Gemeente Lelystad Onderzoek en Statistiek Postbus 91 8200 AB Lelystad T 0320

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2008 116.891 inwoners. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden. Dit hoofdstuk is gebaseerd op zowel kerncijfers uit

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2009 116.818 inwoners. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden. Dit hoofdstuk is gebaseerd op zowel kerncijfers uit

Nadere informatie

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland Willem Huijnk Jaco Dagevos BIJLAGEN Bijlagen hoofdstuk 2... 2 Bijlagen hoofdstuk 3... 3 Bijlagen hoofdstuk 4...

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Artikelen. Overwerken in Nederland. Ingrid Beckers en Clemens Siermann

Artikelen. Overwerken in Nederland. Ingrid Beckers en Clemens Siermann Overwerken in Nederland Ingrid Beckers en Clemens Siermann In 4 werkte 37 procent de werknemers in Nederland regelmatig over. Bijna een derde het overwerk is onbetaald. Overwerk komt het meeste voor onder

Nadere informatie

Burgerpeiling Discriminatie

Burgerpeiling Discriminatie Burgerpeiling Discriminatie Uitgave : Team Kennis en Verkenning Naam : Marije Hofland Telefoonnummer : 0570-69 3317 Mail : m.hofland@deventer.nl 1 Inleiding De Gemeente Deventer voert om de twee jaar een

Nadere informatie

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29% 26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde

Nadere informatie

Gemengd Amsterdam * in cijfers*

Gemengd Amsterdam * in cijfers* Gemengd Amsterdam * in cijfers* Tekst: Leen Sterckx voor LovingDay.NL Gegevens: O + S Amsterdam, bewerking Annika Smits Voor de viering van Loving Day 2014 op 12 juni a.s. in de Balie in Amsterdam, dat

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-015 13 februari 2006 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 In 2005 is de werkloosheid onder niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2010 117.145 inwoners. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden en is gebaseerd op kerncijfers uit de Gemeentelijke

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-013 17 februari 2009 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Minder sterke daling werkloosheid niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. Leefbaarheid, Veiligheid en welzijn 2007

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. Leefbaarheid, Veiligheid en welzijn 2007 LelyStadsGeluiden De mening van de jongeren gepeild Leefbaarheid, Veiligheid en welzijn 2007 In 2007 hebben 2.937 jongeren meegewerkt aan de jongerenenquête. Het onderzoek had als doel om in kaart te brengen

Nadere informatie

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Artikelen Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Martijn Souren en Jannes de Vries Onder laagopgeleide vrouwen is de bruto arbeidsparticipatie aanzienlijk

Nadere informatie

12. Vaak een uitkering

12. Vaak een uitkering 12. Vaak een uitkering Eind 2001 hadden niet-westerse allochtonen naar verhouding 2,5 maal zo vaak een uitkering als autochtonen. De toename van de WW-uitkeringen in 2002 was bij niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Mila van Huis De vruchtbaarheid van vrouwen van niet-westerse herkomst blijft convergeren naar het niveau van autochtone vrouwen. Het kindertal

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Onderwijs Het aandeel in de bevolking van 15 tot 64 jaar dat het onderwijs reeds heeft verlaten en hun onderwijscarrière

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

Persbericht. Niet-westerse allochtonen tweemaal zo vaak een uitkering. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Niet-westerse allochtonen tweemaal zo vaak een uitkering. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB01-187 24 augustus 2001 9.30 uur Niet-westerse tweemaal zo vaak een uitkering Eind 1999 ontvingen anderhalf miljoen mensen in Nederland een bijstands-,

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding Naar aanleiding van vragen over de hoge arbeidsongeschiktheidspercentages

Nadere informatie

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid, FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid, @ FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling, september 29 Samenvatting De werkloosheid onder de 1 tot 2 jarige Nederlanders is in het 2 e kwartaal van 29 met

Nadere informatie

Maatschappelijke participatie

Maatschappelijke participatie 8 Maatschappelijke participatie Maatschappelijke participatie staat voor actief zijn in de maatschappij, en dit kan op veel verschillende manieren. Veel Amsterdammers zijn actief lid van een maatschappe

Nadere informatie

Maatschappelijke participatie

Maatschappelijke participatie 9 Maatschappelijke participatie Maatschappelijke participatie kan verschillende vormen hebben, bijvoorbeeld de mate waarin mensen met elkaar omgaan en elkaar hulp verlenen binnen familie, vriendengroepen

Nadere informatie

De mening van de inwoners gepeild. Leefbaarheid 2015

De mening van de inwoners gepeild. Leefbaarheid 2015 LelyStadsGeLUIDEN De mening van de inwoners gepeild Leefbaarheid 2015 April 2016 Colofon Dit is een rapportage opgesteld door: Cluster Onderzoek en Statistiek team Staf, Beleid Te downloaden op www.lelystad.nl/onderzoek

Nadere informatie

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n) Raadsinformatiebrief (openbaar) gemeente Maassluis Aan de leden van de gemeenteraad in Maassluis Postbus 55 3140 AB Maassluis T 010-593 1931 E gemeente@maassluis.nl I www.maassluis.nl ons kenmerk 2010-4748

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Samenvatting De potentiële beroepsbevolking wordt gedefinieerd als alle inwoners van 15-64 jaar en bestaat uit ruim 86.000 Leidenaren. Van hen verricht ruim zeven op de tien

Nadere informatie

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1.1 Opzet tabellenboek Dit tabellenboek geeft een uitgebreid overzicht van de uitkomsten van de Leefbaarheidsmonitor 2004. Het algemene rapport,

Nadere informatie

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO In opdracht van: DWI Projectnummer: 13010 Anne Huizer Laure Michon Clemens Wenneker Jeroen Slot Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020

Nadere informatie

Sociale samenhang in Groningen

Sociale samenhang in Groningen Sociale samenhang in Groningen Goede contacten zijn belangrijk voor mensen. Het blijkt dat hoe meer sociale contacten mensen hebben, hoe beter ze hun leefsituatie ervaren (Boelhouwer 2013). Ook voelen

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Arbeidsdeelname van paren

Arbeidsdeelname van paren Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24

Nadere informatie

Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele integratie Sandra Beekhoven (SCP) en Jaco Dagevos (SCP)

Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele integratie Sandra Beekhoven (SCP) en Jaco Dagevos (SCP) Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele

Nadere informatie

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007 LelyStadsGeluiden De mening van de jongeren gepeild School en werk 007 In 007 hebben.37 jongeren meegewerkt aan de jongerenenquête. Het onderzoek had als doel om in kaart te brengen wat jongeren doen,

Nadere informatie

Onderzoek Digipanel: Contacten met vrienden, familie en buren

Onderzoek Digipanel: Contacten met vrienden, familie en buren Versie definitief Datum 20 maart 2007 1 (5) Onderzoek Digipanel: Contacten met vrienden, familie en Auteur Tineke Brouwers Het derde onderzoek Op 8 maart 2007 kregen alle panelleden van dat moment (771

Nadere informatie

1 maart Onderzoek: De Stelling van Nederland

1 maart Onderzoek: De Stelling van Nederland 1 maart 2017 Onderzoek: De Stelling van Nederland Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek.

Nadere informatie

Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012

Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012 Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012 Onderzoek en Statistiek Gemeente Lelystad Telefoon: 0320-278574 E-mail: lelystadspanel@lelystad.nl www.lelystadspanel.nl Colofon Dit is een onderzoeksrapportage gemaakt

Nadere informatie

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners? Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun? Martijn Souren en Harry Bierings Autochtonen voelen zich veel meer thuis bij de mensen in een autochtone buurt dan in een buurt met 5 procent of meer niet-westerse

Nadere informatie

Wonen Als men zou verhuizen blijft ongeveer 40% het liefst in Leiden wonen, daarna zijn Amsterdam en Den Haag favoriete woonplaatsen

Wonen Als men zou verhuizen blijft ongeveer 40% het liefst in Leiden wonen, daarna zijn Amsterdam en Den Haag favoriete woonplaatsen April 2013 Binding met aar verbonden met stad en regio In hoeverre richt de aar zich op de eigen stad dan wel op de regio voor diverse activiteiten? Wat is hun oriëntatie in de randstad? Deze vraag staat

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Deelname van allochtonen aan de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) over 1e halfjaar 2001

Deelname van allochtonen aan de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) over 1e halfjaar 2001 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Staven Centrum voor Beleidsstatistiek i.o. Postbus 4000 2270 JM Voorburg Deelname van allochtonen aan de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) over 1e halfjaar 2001

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

Flitspeiling begeleid wonen

Flitspeiling begeleid wonen Grote Bickersstraat 76 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 020 522 59 99 fax 020 622 15 44 e-mail info@veldkamp.net www.veldkamp.net Flitspeiling begeleid wonen Bart Koenen, Valerie Vieira

Nadere informatie

4. Kans op echtscheiding

4. Kans op echtscheiding 4. Kans op echtscheiding Niet-westerse allochtonen hebben een grotere kans op echtscheiding dan autochtonen. Tussen de verschillende groepen niet-westerse allochtonen bestaan in dit opzicht echter grote

Nadere informatie

Pensioenaanspraken in beeld

Pensioenaanspraken in beeld Pensioenaanspraken in beeld Deel 2: aanspraken naar herkomst, sociaaleconomische categorie en type Deel 2: huishouden Elisabeth Eenkhoorn, Annelie Hakkenes-Tuinman en Marije van de Grift De pensioenopbouw

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun s Karin Hagoort en Maaike Hersevoort In 24 verdienden samenwonende of gehuwde vrouwen van 25 tot 55 jaar ongeveer de helft van wat hun s verdienden. Naarmate het

Nadere informatie

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking Werktijden van de werkzame beroepsbevolking Ingrid Beckers Ruim de helft van de werkzame beroepsbevolking werkte in 22 op onregelmatige tijden. Werken in de avonduren en op zaterdag komt het meeste voor.

Nadere informatie

Integratieonderzoek. Rapport. Ronald Baden. E9787/88 november 2007

Integratieonderzoek. Rapport. Ronald Baden. E9787/88 november 2007 Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Integratieonderzoek Ronald Baden E9787/88 november 2007

Nadere informatie

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM RAPPORT OKTOBER 2017 Discriminatiemonitor TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM Midden-Drenthe Colofon Titel Discriminatiemonitor Midden-Drenthe Datum Oktober 2017 Trendbureau Drenthe, onderdeel

Nadere informatie

Hoofdstuk 23 Discriminatie

Hoofdstuk 23 Discriminatie Hoofdstuk 23 Discriminatie Samenvatting Van de zes voorgelegde vormen van discriminatie komt volgens Leidenaren discriminatie op basis van afkomst het meest voor en discriminatie op basis van sekse het

Nadere informatie

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan Carel Harmsen en Liesbeth Steenhof In dit artikel wordt de levensloop gevolgd van jongeren die in 1995 het ouderlijk huis hebben verlaten. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de verschillen tussen herkomstgroeperingen.

Nadere informatie

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014 Alfahulp en huishoudelijke hulp Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014 Inhoudsopgave Geschreven voor Achtergrond & doelstelling 3 Conclusies 5 Resultaten 10 Bereidheid tot betalen 11 Naleven regels 17

Nadere informatie

Omnibusenquête 2010 deelrapport biodiversiteit

Omnibusenquête 2010 deelrapport biodiversiteit Omnibusenquête 2010 deelrapport Biodiversiteit Omnibusenquête 2010 deelrapport biodiversiteit januari 2011 Opdrachtgever Hoofdafdeling Ruimte/ afdeling Stadsontwikkeling/ Ruimtelijke Ordening en Milieu

Nadere informatie

Weinig mensen sociaal aan de kant

Weinig mensen sociaal aan de kant Weinig mensen sociaal aan de kant Tevredenheid over de kwaliteit van relaties Hoge frequentie van contact met familie en vrienden Jongeren spreken of schrijven hun vrienden elke week 15 Drie op de tien

Nadere informatie

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011 Sociaal-economische schets van Zuidwest 2011 Zuidwest is onderdeel van het en bestaat uit de buurten Haagwegnoord en -zuid, Boshuizen, Fortuinwijk-noord en -zuid en de Gasthuiswijk. Zuidwest heeft een

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Ouders op de arbeidsmarkt

Ouders op de arbeidsmarkt Ouders op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Johan van der Valk De bruto arbeidsparticipatie van alleenstaande s is sinds 1996 sterk toegenomen. Wel is de arbeidsparticipatie van paren nog steeds een stuk

Nadere informatie

Arbeidsaanbod naar sociaaldemografische kenmerken

Arbeidsaanbod naar sociaaldemografische kenmerken CPB Memorandum Sector : Arbeidsmarkt en Welvaartsstaat Afdeling/Project : Arbeid Samensteller(s) : Rob Euwals, Daniël van Vuuren, Adri den Ouden, Janneke Rijn Nummer : 171 Datum : 12 december 26 Arbeidsaanbod

Nadere informatie

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 217 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk op

Nadere informatie

Landelijke Leefsituatieindex

Landelijke Leefsituatieindex Landelijke Leefsituatieindex Lelystad en Nederland vergeleken Onderzoek en Statistiek December 2011 gemeente Colofon Dit is een rapportage gemaakt door: Team Onderzoek en Statistiek Te downloaden op www.lelystad.nl/onderzoek

Nadere informatie

Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt

Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt Sociale betrokkenheid, ofwel sociale cohesie, is een belangrijke eigenschap voor een leefbare woonomgeving. Zo blijkt dat hoe meer sociale contacten

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

10. Banen met subsidie

10. Banen met subsidie 10. Banen met subsidie Eind 2002 namen er 178 duizend personen deel aan een van de regelingen voor gesubsidieerd werk. Meer dan eenzesde van deze splaatsen werd door niet-westerse allochtonen bezet. Ze

Nadere informatie

Sociale omgeving, integratie en maatschappelijke cohesie

Sociale omgeving, integratie en maatschappelijke cohesie , integratie en maatschappelijke cohesie Al vele jaren is het sociaal klimaat in Nijmegen redelijk stabiel. Over het algemeen zijn de burgers gehecht aan de buurt waar ze wonen en is de onderlinge cohesie

Nadere informatie

WIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER?

WIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER? WIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER? Amsterdam, november 2011 Auteur: Dr. Christine L. Carabain NCDO Telefoon (020) 5688 8764 Fax (020) 568 8787 E-mail: c.carabain@ncdo.nl 1 2 INHOUDSOPGAVE Samenvatting

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014 in Houten Burgerpeiling 2014 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Houten Projectnummer 598 / 2015 Samenvatting Goede score voor Sociale Kracht in Houten Houten scoort over het algemeen goed als

Nadere informatie

Stadsenquête A4 Uit hoeveel personen bestaat uw huishouden, uzelf meegerekend? personen

Stadsenquête A4 Uit hoeveel personen bestaat uw huishouden, uzelf meegerekend? personen Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2003 117.732 inwoners, ruim 500 meer dan een jaar eerder. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden. Dit hoofdstuk is

Nadere informatie

Zorggebruik. 5.1 Inleiding. 5.2 Contact eerste lijn

Zorggebruik. 5.1 Inleiding. 5.2 Contact eerste lijn Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2004. De gegevens mogen met bronvermelding (H van Lindert, M Droomers, GP Westert.. Een kwestie van verschil: verschillen in zelfgerapporteerde leefstijl, gezondheid

Nadere informatie

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER Oktober 2012 2 Opdrachtnemer: Opdrachtgever: Team Financieel Advies, Onderzoek & Statistiek Camiel De Bruijn Ard Costongs Economie

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden. Dit hoofdstuk is gebaseerd op zowel kerncijfers uit de Gemeentelijke Basis Administratie zoals aantal

Nadere informatie

Gebruik van kinderopvang

Gebruik van kinderopvang Gebruik van kinderopvang Saskia te Riele In zes van de tien gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar hebben de ouders hun werk en de zorg voor hun kinderen zodanig georganiseerd dat er geen gebruik hoeft

Nadere informatie

Onderzoeksverantwoording en vragenlijstfrequenties

Onderzoeksverantwoording en vragenlijstfrequenties Onderzoeksverantwoording en vragenlijstfrequenties Evaluatie over het functioneren van het LelyStadsPanel De gemeente Lelystad is begin 2005 begonnen met de oprichting van het LelyStadsPanel. Inmiddels

Nadere informatie

Gebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek

Gebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek [Geef tekst op] - Gebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Bestuur en Organisatie, redactie gemeentelijke media Projectnummer: 18324 Renske Hoedemaker Laure Michon

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Ten Boer Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Inhoud... 1 2.8 Effect van de ondersteuning... 11 3. Conclusie... 13

Nadere informatie

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming Jaarrapport integratie 27 Jaco Dagevos en Mérove Gijsberts Sociaal en Cultureel Planbureau, november 27 Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming Mérove Gijsberts en Miranda Vervoort B11.1 Aandeel

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden telt begin januari 2001 ruim 117 duizend inwoners en bestaat uit vier stadsdelen, die samen weer zijn op te delen in tien districten. Eén op de drie (volwassen)

Nadere informatie

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Bureau Onderzoek en Statistiek. Sportmonitor 2013. Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers

Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Bureau Onderzoek en Statistiek. Sportmonitor 2013. Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling en Bureau Onderzoek en Statistiek Sportmonitor 2013 Inzicht in het sportgedrag van Amsterdammers Sportdeelname Amsterdam Aandeel sporters in Amsterdam toegenomen 67%

Nadere informatie

Hoeveel potentie tot buurtparticipatie in Amsterdam?

Hoeveel potentie tot buurtparticipatie in Amsterdam? Hoeveel potentie tot buurtparticipatie in Amsterdam? Met een terugtrekkende overheid die niet meer alle zorg kan en wil dragen, doet men steeds meer een beroep op de verantwoordelijkheid van de burgers.

Nadere informatie

Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West

Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West Gezondheidsonderzoek 2012 GGD Zuid-Holland West Juni 2013 Inleiding Deze factsheet beschrijft de sociale acceptatie van homoseksualiteit in

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Arbeidsmarkt

Hoofdstuk 10. Arbeidsmarkt Hoofdstuk 10. Arbeidsmarkt Samenvatting De potentiële beroepsbevolking wordt gedefinieerd als alle inwoners van 15-64 jaar en bestaat uit ruim 86.000 Leidenaren. Van hen verricht circa zeven op de tien

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Fact sheet nummer 9 juli 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Er zijn in Amsterdam bijna 135.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2013). Veel jongeren volgen een opleiding of

Nadere informatie

Het Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad

Het Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad Het Groninger Stadspanel over LGBT Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad Onderzoek en Statistiek Groningen heeft als kernactiviteiten instrumentontwikkeling voor en uitvoering

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo WIJ-gebieden 2017 Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Samenvatting... 2 2.9 Tot slot... 20 Bijlage 1: de WIJ-gebieden...

Nadere informatie

Sportparticipatie Volwassenen

Sportparticipatie Volwassenen Sportparticipatie 2014 Volwassenen Onderzoek & Statistiek Februari 2015 2 Samenvatting In het najaar van 2014 is de sportparticipatie van de volwassen inwoners van de gemeente s- Hertogenbosch onderzocht.

Nadere informatie