De waarde van tijd en betrouwbaarheid in het goederenvervoer

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De waarde van tijd en betrouwbaarheid in het goederenvervoer"

Transcriptie

1 De waarde van tijd en betrouwbaarheid in het goederenvervoer Gebruikersgids prof.dr. Carl Koopmans (SEO) dr. Gerard de Jong (Rand Europe) Opdrachtgever: Adviesdienst Verkeer en Vervoer juli 2004

2 Samenvatting Bij economisch onderzoek naar het goederenvervoer speelt de waarde van de reistijd van het vervoer vaak een belangrijke rol. Dit geldt in het bijzonder voor kosten-batenanalyses. Daarom heeft de Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) laten onderzoeken welke waarde vervoerders en verladers aan de reistijd toekennen 1. In deze gebruikersgids wordt aangegeven welke tijdwaardes kunnen worden toegepast in verschillende typen onderzoek. Indien onderzoekers ervoor kiezen om andere tijdwaarden te hanteren dan in deze gebruikersgids vermeld, is het van belang om deze aanpak te motiveren. Met name bij grote infrastructuurinvesteringen kan de noodzaak bestaan om toegespitste, situatie-specifieke, cijfers te ontwikkelen. Tijdwaarderingen De belangrijkste tijdwaarderingen zijn weergegeven in onderstaande tabel. De tijdwaarderingen bestaan uit kosten van arbeid, vervoermiddelen, brandstof en overige kosten. Gemiddelde tijdwaarderingen per vervoerwijze en segment (euro per transport per uur, voor het gehele voertuig) Weg Spoor Binnenv. Zee Lucht Containers 42 a à 52 a - Niet-gecontaineriseerd 22 à 51 a 971 à 1043 a à 185 a - Totaal (gemiddeld) a De hoofdtekst bevat afzonderlijke cijfers voor verschillende typen lading en voertuigen. De waarde van betrouwbaarheid Naast de verwachte of gemiddelde vervoerstijd is ook de mate van betrouwbaarheid van belang. Als er bij een bepaalde modaliteit de vervoerstijd sterk onzeker is, waarderen vervoerders en verladers dit negatief. Dit speelt met name als sommige transporten niet op tijd worden geleverd. Informatie over de waarde van betrouwbaarheid kan bijvoorbeeld worden gebruikt in kosten-batenanalyses van infrastructuur die invloed heeft op de betrouwbaarheid. Uit het onderzoek komt naar voren hoeveel negatieve waarde is verbonden aan te late levering. In onderstaande tabel wordt aangegeven hoe groot deze negatieve waarde is. De wijze waarop deze cijfers kunnen worden gebruikt en de bandbreedtes bij sommige cijfers worden toegelicht in hoofdstuk 3 van deze gids. 1 RAND Europe, SEO en Veldkamp/NIPO, Hoofdonderzoek naar de reistijdwaardering in het vervoer van goederen over de weg, maart

3 Waarde van te late levering (euro per procent verandering van het aandeel dat te laat is, per transport, per voertuig) Weg Spoor Binnenvaart Zee Lucht Containers 0,29 a 66 6,6 57 a - Niet-gecontaineriseerd 0,08 à 0,29 a 95 à 102 a 6,2 126 a - Totaal (gemiddeld) 0, , a De hoofdtekst bevat afzonderlijke cijfers voor verschillende typen lading en voertuigen. De toename van tijdwaarde in de toekomst De hierboven weergegeven cijfers hebben betrekking op het jaar In de loop van de tijd nemen lonen en prijzen doorgaans toe. Voor 2003 en latere jaren is de verwachte tijdwaarde daardoor hoger. Daarbij speelt vooral de toename van arbeidskosten (m.n. de bestuurder) een belangrijke rol. Onderstaande tabel geeft de verwachte groei van de kosten in verschillende toekomstscenario s. Aanbevolen wordt om niet uit te gaan van één scenario. Het is niet duidelijk welk scenario en in welke mate werkelijkheid wordt. Dit is sterk afhankelijk van internationale ontwikkelingen, die door Nederland niet of nauwelijks te beïnvloeden zijn. De beste aanpak is daarom om alledrie de scenario s door te rekenen. Reële a groei van de reistijdwaardering (% per jaar) Toekomstscenario Divided Europe (DE) European Coordination (EC) Global Competition (GC) wegvervoer 0,66 0,84 0,87 Andere vervoerwijzen 0,33 0,42 0,43 a Reële wil zeggen : gecorrigeerd voor geldontwaarding. De toenames in deze tabel hebben betrekking op de tijdwaardering in constante prijzen (d.w.z. uitgedrukt in euro s van één vast jaar). 3

4 Inhoud Samenvatting Inleiding Waardering van reistijd Waardering van betrouwbaarheid Toename van tijdwaarde Vaak gestelde vragen Bijlage A Berekening van de verwachte toename van de tijdwaardering in de tijd Bijlage B Lading en benuttingsgraad Bijlage C Begrippenlijst Bijlage D Verladerswaardering

5 1 Inleiding Bij economisch onderzoek naar het goederenvervoer speelt de waarde van de reistijd van het vervoer vaak een belangrijke rol. Dit geldt met name voor kosten-batenanalyses, maar ook voor bijvoorbeeld onderzoek naar kosteneffectiviteit van maatregelen en voor het berekenen van kosten van files. Daarom heeft de Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) laten onderzoeken welke waarde vervoerders en verladers aan de reistijd toekennen. In deze gebruikersgids wordt aangegeven welke tijdwaardes kunnen worden toegepast in verschillende typen onderzoek. Indien onderzoekers ervoor kiezen om andere waarden te hanteren dan in deze gebruikersgids vermeld, is het van belang om deze aanpak te motiveren. Met name moet dan worden aangegeven welke specifieke eigenschappen van het betreffende project het noodzakelijk maken om van de voorgeschreven cijfers af te wijken. Voor grote infrastructuurprojecten is het gebruikelijk aparte berekeningen te maken van de reistijdwaarde, specifiek toegespitst op de situatie van het project. Hierdoor ontstaat een (nog) beter beeld van de effecten van het project Deze gebruikershandleiding is opgesteld naast het meer technische onderzoeksrapport van Rand Europe e.a. 2. De handleiding is gericht op beleidsmakers en op uitvoerders van onderzoek, in het bijzonder kosten-batenanalyses, en is afgestemd op hun gebruiksbehoefte. De nadruk ligt op de direct toepasbare resultaten van het onderzoek. De tijdwaarderingen zijn gebaseerd op enquêtes onder vervoerders en verladers. Daarbij werden vragen gesteld over transporten in hun bedrijf ( revealed preference ) en over hypothetische varianten van deze transporten ( stated preference ). Zij kregen verschillende transporten met verschillende tijdsduur, vertragingen en kosten voorgelegd. Daarbij werd de vraag gesteld welke vorm zij zouden kiezen. Aan de hand van hun antwoorden is met econometrische technieken bepaald hoe zwaar reistijd en vertragingen wegen in verhouding tot de transportkosten ( afruilratio s ). Door dit te combineren met cijfers over transportkosten, kon de waarde van tijd en betrouwbaarheid in geld worden uitgedrukt. Voor meer informatie over de wijze waarop de cijfers zijn bepaald, wordt verwezen naar het hoofdrapport. Deze handleiding is geschreven door prof.dr. Carl Koopmans (SEO) en dr. Gerard de Jong (Rand Europe). De begeleidingscommissie bestond uit drs. P.M. Wortelboer-Van Donselaar (AVV; voorzitter), G.M.M. Alink (V&W, DGG), drs. J.M. Francke en ir. R.J. Smit (beiden AVV), De auteurs danken drs. W. Groot (CPB), E. Kroes MSc., drs. J.G. Tuinenga (beiden Rand Europe) en de leden van de begeleidingscommissie voor hun nuttige bijdragen. In hoofdstuk 2 geven we de waarde van tijd in verschillende segmenten van het goederenvervoer. Hoofdstuk 3 geeft cijfers over de waarde van betrouwbaarheid. Vervolgens beschrijft hoofdstuk 4 de toename van de waarde van tijd, die naar verwachting in de toekomst op zal treden. Hoofdstuk 5, ten slotte, beantwoordt verschillende vragen die vaak worden gesteld als het gaat om tijdwaardering. 2 RAND Europe, SEO en Veldkamp/NIPO, Hoofdonderzoek naar de reistijdwaardering in het vervoer van goederen over de weg, maart

6 2 Waardering van reistijd Op basis van het onderzoek naar de reistijdwaardering in het goederenvervoer wordt in dit hoofdstuk de waarde van reistijd gegeven. Tijd is geld, ook in het goederenvervoer. Een grotere reistijd van het transport leidt voor de vervoerder vaak tot hogere kosten van personeel, brandstof en vervoermiddelen. De reistijdwaardering is de waarde die vervoerders en/of verladers toekennen aan één uur tijdbesparing tijdens het vervoer. De aanbevolen tijdwaarderingen zijn opgenomen in de tabellen 2.1 (wegvervoer) en 2.2 (andere vervoerwijzen). Deze tijdwaarderingen kunnen worden toegepast om de waarde van tijd in het goederenvervoer te bepalen. Uit de tabellen blijkt dat de tijdwaardering per transport, per uur in de luchtvaart verreweg het hoogst is. Tabel 2.1 Gemiddelde tijdwaarderingen in het wegvervoer per transport (Euro a per uur) Lading Voertuig Tijdwaardering Containers Solo 30 Combinatie 42 Gemiddeld 42 Niet-gecontaineriseerd: Hoogwaardige grondstoffen b Solo 36 Combinatie 51 Gemiddeld 49 Laagwaardige grondstoffen c Solo 29 Combinatie 44 Gemiddeld 38 Eindproducten met waardeverlies d Klein 22 Solo 30 Combinatie 42 Gemiddeld 38 Eindproducten zonder waardeverlies e Klein 22 Solo 30 Combinatie 42 Gemiddeld 36 Totaal (gemiddeld) Klein 22 Solo 30 Combinatie 42 Gemiddeld 38 Bron: RAND Europe, SEO en Veldkamp/NIPO Klein: bestelbus (1,5 ton); Solo: vrachtwagen (12 ton); Combinatie: vrachtwagen met aanhanger (27 ton). a Euro s van b incl. halffabrikaten. Betreft NSTR 01, 04, 05, 06, 17, 5, 8. c incl. halffabrikaten. Betreft NSTR 2, 3, 4, 6, 7. d betreft NSTR 00, 03, 09, 14. e betreft NSTR 02, 11, 12, 13, 16, 18, 9. 6

7 Voorbeeld wegvervoer Als congestie op een bepaald wegvak leidt tot een gemiddelde vertraging van 15 minuten (0,25 uur) bij transporten, kan de negatieve waarde van de vertraging met behulp van tabel 2.1 worden berekend als (bedragen uitgedrukt in euro s van 2002): Waarde per transport per uur: 38 euro a Totale kosten van de vertraging: 0,25 x x 38 = 3,8 mln euro per jaar a Tabel 2.1, laatste regel. Deze waarde is een gemiddelde voor het gehele wegtransport. Als er informatie beschikbaar is over de soorten goederen en/of soorten vrachtwagens, kunnen de kosten van de vertraging nauwkeuriger worden bepaald op basis van de reistijdwaarderingen van de verschillende beschikbare segmenten. Tabel 2.2 Gemiddelde tijdwaarderingen niet-wegvervoer per transport (Euro a per uur) Spoor (complete trein) Binnenvaart (compleet schip) Zee (compleet schip) Lucht (compleet vliegtuig) Lading Lading Waarde Lading Waarde Schip b Waarde Waarde Containers Short sea 28 Deep sea 52 Niet-gecontaineriseerd Bulk 1043 Totaal 74 Short sea 77 Wagonlading 971 Deep sea 185 Totaal (gemiddeld) Bron: RAND Europe, SEO en Veldkamp/NIPO a Euro s van b Short sea = kustvaart ; Deep sea = zeevaart over grotere afstanden Voorbeeld binnenvaart Als de gemiddelde tijd gemoeid met het schutten van binnenvaartschepen bij een sluis 90 minuten is (wachttijd plus het schutten zelf), en de aanleg van een grotere, moderne sluis dit kan terugbrengen tot 30 minuten, levert dit per transport 1 uur besparing op. Als er per jaar 2000 transporten zijn, kan de waarde van de tijdwinst als volgt worden berekend (bedragen uitgedrukt in euro s van 2002): Waarde per transport per uur: 74 euro Totale kosten van de vertraging: 1 (uur) x (transporten) x 38 = euro per jaar De in tabel 2.1 en 2.2 genoemde waarderingen bevatten voor de zeevaart en de luchtvaart niet de waardering van verladers. Deze verladerswaardering hangt af van de waarde van de lading. De waardering kan worden geschat doorde relevante interestkosten te berekenen, op basis van de gemiddelde lengte van de reistijd en de gemiddelde waarde van de vervoerde goederen. Deze verladerswaardering moet voor zeevaart en luchtvaart worden opgeteld bij de hier gepresenteerde tijdwaarderingen. Tabel 2.3 bevat tijdwaarderingen per ton voor alle vervoerwijzen. Deze zijn echter niet uitgesplitst naar soorten lading. Bovendien zijn deze cijfers berekend door de cijfers per transport in de tabellen 2.1 en 2.2 te delen door de gemiddelde lading van een transport. Hierdoor hebben de cijfers in tabel 2.3 het karakter van zeer algemene gemiddelden. Als er bij de toepassing van deze gebruikersgids informatie beschikbaar is over soorten lading en/of de hoeveelheid lading per transport, dienen de specifieke cijfers per transport uit de tabellen 2.1 en 2.2 te worden gebruikt. Als het daarbij nodig is om de waardering per transport om te 7

8 rekenen naar een waardering per ton, is informatie nodig over de lading per transport of de mate waarin het voertuig wordt benut. Bijlage B bevat cijfers die daarbij nuttig kunnen zijn. Tabel 2.3 Gemiddelde tijdwaarderingen per ton (Euro a per uur) Weg Spoor Binnenvaart Zee Lucht 4,74 0,96 0,046 0, Bron: RAND Europe, SEO en Veldkamp/NIPO a Euro s van

9 3 Waardering van betrouwbaarheid In dit hoofdstuk beschrijven we de waarde van betrouwbaarheid. Naast de verwachte of gemiddelde vervoerstijd is ook de mate van betrouwbaarheid van belang, bijvoorbeeld bij een kosten-batenanalyse van een project dat de betrouwbaarheid vergroot. Als bij een bepaalde modaliteit de vervoerstijd sterk onzeker is, waarderen vervoerders en verladers dit negatief. Dit speelt met name als sommige transporten niet op tijd worden geleverd. We definiëren de betrouwbaarheid van goederenvervoer als de mate waarin de vervoerde goederen op het afgesproken tijdstip worden afgeleverd. De waarde van betrouwbaarheid kan bijvoorbeeld worden gebruikt in kosten-batenanalyses van projecten die niet alleen de gemiddelde reistijd beïnvloeden, maar ook de betrouwbaarheid van reistijden vergroten. Een voorbeeld van zo n project is een verbreding van een weg met veel congestie. Die leidt doorgaans niet alleen tot een daling van de gemiddelde vertraging, maar ook tot kleinere verschillen tussen de vertragingen die van dag tot dag optreden. De kosten van reistijd raken vooral de vervoerders en de verladers met eigen vervoer, terwijl onbetrouwbaarheid ten laste komt van de verlader en (indirect) de vervoerder 3. Daarom zijn de waarderingen van reistijd in deze gids ontleend aan de antwoorden van vervoerders en verladers met eigen vervoer, terwijl de cijfers voor betrouwbaarheid zijn gebaseerd op antwoorden van alle bedrijven. In situaties waarin zowel de reistijd als de betrouwbaarheid verandert, moeten de baten van reistijd en betrouwbaarheid apart worden berekend met behulp van de waarderingen in hoofdstuk 2 resp. hoofdstuk 3. Voor het bepalen van de totale baten kunnen de beide soorten baten vervolgens worden opgeteld. In de tabellen tabel 3.1 en 3.2 wordt aangegeven hoe groot de negatieve waarde van onbetrouwbaarheid is. Uit tabel 3.1 blijkt bijvoorbeeld dat voor een gemiddeld wegtransport de waarde van onbetrouwbaarheid 0,18 euro per uur is, per procent verandering van het deel dat niet op tijd is. Dit betekent dat als het aandeel dat nu niet op tijd is bijvoorbeeld met 10% toeneemt (bijvoorbeeld van 6% naar 6,6%), de negatieve waarde daarvan 1,80 euro bedraagt. Deze waarde van onbetrouwbaarheid komt bovenop de waarde van de langere reistijd zelf. In het onderzoek is verondersteld dat het verband tussen enerzijds de verandering van het deel dat te laat wordt geleverd en anderzijds de kosten, lineair is. Deze veronderstelling is naar verwachting geldig tussen 0,5 en 1,5 maal het huidige percentage niet op tijd. Dit dus de bandbreedte waarbinnen de waardering van betrouwbaarheid gehanteerd mag worden. 3 De verlader ondervindt de primaire hinder van het niet tijdig arriveren van goederen. Vervoerders kunnen er echter ook last van hebben, bijvoorbeeld als zij extra speling (moeten) inbouwen in het rijschema om toch op tijd te zijn. 9

10 Tabel 3.1 Waarde van te late levering in het wegvervoer (euro a per procent verandering van het aandeel dat te laat is, per transport) Lading Voertuig Waarde Containers Solo 0,21 Combinatie 0,29 Gemiddeld 0,29 Niet-gecontaineriseerd: Hoogwaardige grondstoffen b Solo 0,10 Combinatie 0,13 Gemiddeld 0,13 Laagwaardige grondstoffen c Solo 0,08 Combinatie 0,12 Gemiddeld 0,10 Eindproducten met waardeverlies d Klein 0,15 Solo 0,21 Combinatie 0,29 Gemiddeld 0,27 Eindproducten zonder waardeverlies e Klein 0,15 Solo 0,21 Combinatie 0,29 Gemiddeld 0,25 Totaal (gemiddeld) Klein 0,10 Solo 0,14 Combinatie 0,20 Gemiddeld 0,18 Bron: RAND Europe, SEO en Veldkamp/NIPO a Euro s van b incl. halffabrikaten. Betreft NSTR 01, 04, 05, 06, 17, 5, 8. c incl. halffabrikaten. Betreft NSTR 2, 3, 4, 6, 7. d betreft NSTR 00, 03, 09, 14. e betreft NSTR 02, 11, 12, 13, 16, 18, 9. Voorbeeld wegvervoer Stel op een wegvak vinden containertransporten per jaar plaats. Door congestie komt 10% van de transporten te laat aan. Als een doelgroepstrook voor vrachtverkeer ertoe leidt dat het aandeel transporten dat te laat aankomt daalt naar 6%, kunnen de betrouwbaarheidsbaten van de doelgroepstrook met behulp van tabel 3.1 worden berekend (bedragen uitgedrukt in euro s van 2002): Waarde per procent verandering van het aandeel te laat : 0,29 euro (gemiddelde van containers) Daling van het aandeel te laat : 40% (van 10% naar 6%) Betrouwbaarheidsbaten: (transporten) x 40 (daling aandeel te laat) x 0,29 (euro) = euro per jaar NB Deze baten komen bovenop de baten van de daling van de gemiddelde tijdsduur van de transporten (zie hoofdstuk 2) 10

11 Tabel 3.2 Waarde van te late levering in het niet-wegvervoer (euro a per procent verandering van het aandeel dat te laat is, per transport) Spoor Binnenvaart Zee Lucht (complete trein) (compleet schip) (compleet schip) (compleet vliegtuig) Lading Lading Waarde Lading Waarde Waarde Waarde Containers 66 6,6 57 Niet-gecontaineriseerd Bulk 102 Totaal 6,2 126 Wagonlading 95 Totaal (gemiddeld) 90 6, Bron: RAND Europe, SEO en Veldkamp/NIPO a Euro s van Voorbeeld luchtvaart Stel op een luchthaven landen per jaar vliegtuigen met vracht. Daarvan komt 2% te laat aan, doordat de vliegtuigen soms moeten wachten voor zij kunnen landen. Als de luchthaven er in slaagt om dit percentage terug te brengen naar 1,8%, levert dit de volgende betrouwbaarheidsbaten op (bedragen uitgedrukt in euro s van 2002): Waarde per procent verandering van het aandeel te laat : 1543 euro (Tabel 3.2) Daling van het aandeel te laat : 10% (van 2% naar 1,8%) Betrouwbaarheidsbaten: (transporten) x 10 (daling aandeel te laat) x 1543 (euro) = 77,15 mln euro per jaar NB Deze baten komen bovenop de baten van de daling van de gemiddelde tijdsduur van de transporten (zie hoofdstuk 2) 11

12 4 Toename van tijdwaarde De tijdwaarderingen in deze handleiding gelden voor het jaar In de loop van de tijd nemen de lonen en de prijzen van bijvoorbeeld vervoermiddelen doorgaans toe. Voor 2003 en latere jaren is de verwachte tijdwaarde daardoor hoger. Hoe sterk de waarde stijgt, hangt af van de mate waarin lonen en prijzen toenemen 4. Voor het inschatten van dergelijke ontwikkelingen kan gebruik worden gemaakt van lange termijnscenario s van het CPB. Tabel 4.1 geeft aan hoe sterk de tijdwaarderingen in de tijd meer toenemen dan de algemene (gemiddelde) inflatie: de zogenaamde reële toename. Deze verhogingen kunnen ook worden toegepast op de waarderingen van betrouwbaarheid. De achterliggende berekeningen en veronderstellingen zijn opgenomen in bijlage A. Tabel 4.1 De toename in de tijd van de reële a tijdwaardering en van de waardering van betrouwbaarheid Weg Andere vervoerwijzen Divided Europe (DE) 0,66 0,33 European Coordination (EC) 0,84 0,42 Global Competition (GC) 0,87 0,43 Bron: zie bijlage A a Reële wil zeggen : gecorrigeerd voor geldontwaarding. De toenames in deze tabel hebben dus betrekking op de tijdwaardering in constante prijzen (d.w.z. uitgedrukt in euro s van één vast jaar). Voor het wijzigen van het basisjaar van de reistijdwaardering verwijzen wij naar de veel gestelde vragen in hoofdstuk 5. De gemiddelde kostenstijgingen kunnen worden gebruikt om de tijdwaardering voor toekomstige jaren op te hogen. Voorbeeld: Als een infrastructuurproject vanaf 2010 leidt tot een tijdbesparing in het wegvervoer, kan de waarde daarvan in het European Coordination (EC) scenario met behulp van tabel 4.1 als volgt worden berekend (alle bedragen zijn uitgedrukt in euro s van 2002): Waarde per ton per uur in 2002: 4,74 euro a Waarde per ton per uur in 2010: 4,74 x (1+0,84/100) 8 = 5,07 euro Waarde per ton per uur in 2011: 4,74 x (1+0,84/100) 9 = 5,11 euro Etcetera a Deze waarde is een gemiddelde voor het gehele wegtransport. Als er informatie beschikbaar is over de soorten goederen en/of soorten vrachtwagens, kunnen de kosten van de vertraging nauwkeuriger worden bepaald op basis van de tijdwaarderingen van de verschillende beschikbare segmenten. Aanbevolen wordt om in analyses niet uit te gaan van één scenario. Het is niet duidelijk welk scenario en in welke mate werkelijkheid wordt. Dit is sterk afhankelijk van internationale ontwikkelingen, die door Nederland niet of nauwelijks te beïnvloeden zijn. De beste aanpak is daarom om alledrie de scenario s door te rekenen. 4 Daarnaast kan er sprake zijn van productiviteitsstijging binnen het vervoer; zie hierover bijlage A. 12

13 5 Vaak gestelde vragen In dit hoofdstuk worden vragen beantwoord die vaak naar voren komen als het gaat om reistijdwaarderingen. Wat is reistijdwaardering? De reistijdwaardering voor goederenvervoer is de waarde die vervoerders en/of verladers toekennen aan één uur tijdbesparing tijdens het vervoer. Waarvoor kunnen reistijdwaarderingen worden gebruikt? Reistijdwaarderingen kunnen worden gebruikt om de economische waarde van (veranderingen van) reistijd te bepalen. Voorbeelden van mogelijke toepassingen zijn: Kosten-batenanalyses, bijvoorbeeld van nieuwe wegverbindingen, wegverbredingen of heffingen op autogebruik; Kosten-effectiviteitsanalyses, waarin verschillende maatregelen worden vergeleken waarmee een bepaald doel kan worden bereikt; Berekening van de totale kosten van files voor het goederenvervoer; Berekening van gegeneraliseerde transportkosten voor gebruik in transportmodellen; Zijn er mogelijk dubbeltellingen bij gebruik van reistijdwaardering versus gegeneraliseerde kosten? De gegeneraliseerde kosten 5 omvatten alle kostencomponenten. De reistijdwaardering wordt gebruikt om gemeten of verwachte reistijden om te zetten in kosten. De reistijdwaardering vormt dus een belangrijk onderdeel van de berekening van (veranderingen in) de gegeneraliseerde kosten. Het optellen van de waarde van reistijd bij de gegeneraliseerde kosten houdt een ernstig risico van dubbeltelling in. Hoe kan ik de reistijdwaarderingen omrekenen naar een ander basisjaar? Alle waarderingen in deze gids zijn uitgedrukt in euro s van het jaar Indien het nodig is om uit te gaan van een ander basisjaar voor de waarderingen, moet gecorrigeerd worden voor ontwikkelingen in de prijzen. Hiertoe kan worden uitgegaan van de CBS statistieken Prijsindexcijfers van het beroepsgoederenvervoer. Daarnaast zal AVV streven naar een jaarlijkse update van de gegevens in deze gebruikersgids. Wordt het aspect betrouwbaarheid al verdisconteerd in de reistijdwaardering? Hoe kan in projectevaluatie rekening gehouden worden met de baten van een toename van de betrouwbaarheid van de reistijd? In dit onderzoek voor het goederenvervoer is afzonderlijk gevraagd naar de waardering van enerzijds reistijd en anderzijds betrouwbaarheid, aan zowel vervoerders als verladers. De kosten van reistijd raken vooral de vervoerder (en de verladers met eigen vervoer), terwijl onbetrouwbaarheid primair ten laste komt van de verlader. Als de vervoerder waarde toekent 5 De gegeneraliseerde kosten zijn de totale kosten van het transport. De gegeneraliseerde kosten worden onder meer bepaald door de duur van de rit. Structurele vertraging kan bijvoorbeeld leiden tot extra loonkosten en investeringskosten, omdat er meer chauffeurs en vrachtwagens moeten worden ingezet om dezelfde ritten te maken. 13

14 aan betrouwbaarheid, doet hij dat mogelijk namens de verlader (niet betrouwbare levering schaadt de reputatie van de vervoerder en kan tot betaling van boetes aan de verlader leiden). Daarnaast ondervindt de vervoerder zelf ook hinder van onbetrouwbaarheid, bijvoorbeeld bij de planning van de inzet van zijn mensen en vervoermiddelen. Als de verlader waarde toekent aan reistijd, is dat waarschijnlijk omdat meer reistijd tot minder betrouwbaarheid kan leiden. Daarom zijn de waarderingen van reistijd in deze gids ontleend aan de antwoorden van vervoerders en verladers met eigen vervoer, terwijl de cijfers voor betrouwbaarheid zijn gebaseerd op antwoorden van alle bedrijven. In projectevaluaties waarin zowel de reistijd als de betrouwbaarheid verandert, moeten de baten van reistijd en betrouwbaarheid apart worden berekend met behulp van de waarderingen in hoofdstuk 2 resp. hoofdstuk 3. Voor het bepalen van de totale baten kunnen de beide soorten baten vervolgens worden opgeteld. Welke (factor)kosten zijn meegenomen in de reistijdwaardering? De factorkosten op basis waarvan de reistijdwaardering is berekend, bestaan uit: Vaste kosten (afschrijvingen, MRB, rente, verzekeringen) Variabele kosten (reparatie, onderhoud, banden, brandstof) Personeelskosten (loon, sociale lasten, verblijfkosten) Specifieke vervoerskosten (materiaal, keuringen, vergunningen, havenkosten etc) Algemene bedrijfskosten (loon overig personeel, huisvesting, ICT, etc) Naast bovengenoemde kosten van vervoer zijn ook de aspecten belastingen en kostenopslag (die tot uitdrukking komen in de prijs die gebruikers betalen) en de voorraadkosten voor de gebruiker van belang voor een integrale schatting van de reistijdwaardering 6. Kostenaspecten die vanuit het perspectief van ketenlogistiek wel relevant zijn maar vanuit dat van reistijdwaardering van een individuele modaliteit niet, betreffen de kosten van voor- en natransport, en overslagkosten. Wat is de invloed van veranderingen in de transportfrequentie? Een hogere frequentie kan wachttijden verkleinen. Dit effect is niet opgenomen in de reistijdwaardering in dit rapport. Dit betekent dat het effect van frequentieverhoging afzonderlijk moet worden ingeschat en moet worden opgeteld bij het reistijdeffect. Moeten kengetallen verschillen tussen regio's (met verschillen in congestie en bedrijvigheid)? Verschillen in congestie tussen regio s komen primair tot uiting in de omvang (volume) van de reistijd en de betrouwbaarheid. Effecten op de prijs van reistijd en betrouwbaarheid zijn wel denkbaar, maar daarover is weinig of niets bekend. Daarom beveelt deze gids aan om voor verschillende regio s steeds dezelfde tijdwaardering te hanteren. Verschillen in bedrijvigheid leiden tot verschillen in productie en inkomens. Hierdoor kunnen er binnen Nederland verschillen bestaan tussen regio s. De verschillen in lonen en andere kostensoorten zijn echter relatief klein, omdat Nederland één markt vormt (bijvoorbeeld CAO s gelden voor heel Nederland). Bovendien kunnen vervoersstromen niet eenvoudig 6 Heaver and Waters (1995), Logistics Management, Time Savings for Freight Vehicles and the evaluation of transportation infrastructure, Faculty of Commerce and Business Administration, University of British Columbia at the Annual Meeting Transportation Association of Canada. 14

15 worden toegerekend aan regio s, omdat het vervoer een kriskras karakter heeft. Tegen deze achtergrond kan beter worden uitgegaan van één tijdwaardering voor alle verbindingen en regio s. Is er verschil in de kengetallen voor binnenlands en internationaal vervoer? De waarderingen in deze gids zijn gemiddelden voor vervoer in, naar of vanuit Nederland. Internationaal vervoer heeft een andere samenstelling (naar onder meer soort goederen, soort vervoermiddel en vervoersafstand) dan binnenlands vervoer. Daarom kunnen ook de waarderingen van tijd en betrouwbaarheid verschillen. Het uitgevoerde onderzoek heeft echter onvoldoende transporten in beide categorieën om een onderscheid in waardering voor binnenlands en internationaal vervoer te kunnen maken. Daarom wordt aangeraden om dezelfde tijdwaardering te hanteren voor binnenlands en internationaal vervoer, waarbij overigens wel onderscheid wordt gemaakt naar vervoerwijzen en soorten goederen. Is de reistijdwaardering continue en is deze proportioneel met de reistijd of is er en stijgend of dalend verband met reistijd? Zijn er drempelwaarden? Uit het onderzoek komen geen aanwijzingen naar voren dat het verband tussen reistijd en reistijdwaardering niet proportioneel zou zijn. Er wordt aanbevolen om één reistijdwaardering te hanteren, indien mogelijk per vervoerwijze en goederensoort. Er zijn echter voorbeelden van situaties waar drempelwaarden een rol spelen. Bijvoorbeeld bij transport over zee naar een zeesluis met getijdevensters levert een vertraging van 2 uur tijdens de zeereis een tijdverlies van 12 uur op, omdat dan op de volgende vloed moet worden gewacht. Dergelijke discontinuïteiten moeten van geval tot geval worden bekeken. Hoe verhouden spoedeisend en ander vervoer zich? Spoedeisend vervoer kent een hogere tijdwaardering dan ander vervoer. Een onderscheid tussen spoedeisend vervoer en ander vervoer heeft met name betrekking op het wegvervoer (bij de luchtvaart is vrijwel al het vervoer spoedeisend; bij de andere modaliteiten is het meeste vervoer niet zeer spoedeisend). In deze gids wordt binnen het wegvervoer geen aparte categorie spoedeisend vervoer onderscheiden, onder meer omdat het lastig is om de mate van gewenste spoed te definiëren (in beginsel vereist elk transport een zekere mate van spoed; alleen de mate waarin verschilt). Wel is onderscheid gemaakt tussen verschillende segmenten in het wegvervoer die elk een eigen mate van spoedeisendheid hebben: Laagwaardige grondstof Hoogwaardige grondstof Eindproduct met waardeverlies, Eindproduct zonder waardeverlies Containers Uit het onderzoek komt geen verschil naar voren in transportkosten of tijdwaardering tussen eindproducten met en zonder waardeverlies. Spoedeisend vervoer betreft meestal eindproducten. Daarom wordt geadviseerd om voor spoedeisend vervoer de tijdwaardering van dit segment te hanteren. Kan er onderscheid gemaakt worden in de reistijdwaarderingen naar tijdstip van de dag? 15

16 Het lijkt waarschijnlijk dat de tijdwaardering s avonds, s nachts, in het weekend en op feestdagen hoger ligt dan op werkdagen overdag, omdat er dan sprake kan zijn van hogere arbeidskosten door overwerkvergoedingen. Het onderzoek geeft hier geen nadere informatie over. De gemeten waarden gelden voor normale ritten, op werkdagen overdag. Of er daarbij verschillen bestaan tussen tijdstippen overdag (bijv. spitsuren/niet spitsuren) is niet bekend. Aanbevolen wordt om bij wegvervoer op werkdagen s avonds en s nachts een 15 % hogere waardering te hanteren, op zaterdagen een 25% hogere waardering en op zon- en feestdagen een 50% hogere waardering te gebruiken 7. Bij andere modaliteiten gaat het veelal om langdurige transporten, waarbij vermoedelijk vervoer s avonds, s nachts en op zondag deels is begrepen in de gemeten tijdwaarderingen. Daarom wordt aanbevolen om voor nietwegvervoer geen verhoging toe te passen voor bijzondere tijdstippen, tenzij dit vanuit de specifieke eigenschappen van het onderzochte transport kan worden onderbouwd. Hoe moet omgegaan worden met venstertijden in stedelijke gebieden? Venstertijden hebben twee gevolgen: De planning van rijtijden moet worden aangepast; Als de wagen te laat aankomt, kunnen de goederen die dag niet meer worden afgeleverd. Beide effecten kunnen tot extra kosten leiden. Over de omvang van deze kosten is echter geen informatie beschikbaar. Deze kosten zullen daarom van geval tot geval moeten worden ingeschat. Er kunnen dus argumenten zijn om additionele kosten te berekenen naast de standaard reistijdwaarderingen. Zijn er parallellen met het personenvervoer (bijvoorbeeld de hoge waardering voor overstapen wachttijd vergeleken met rijtijd)? Wachttijd betreft de tijd dat goederen of door personen wachten op een (volgende) schakel in hun transportketen. Overstaptijd is de tijd die reizigers besteden aan het zich verplaatsen van een vervoermiddel naar een ander vervoermiddel; evenzo bestaat er een overslagtijd bij goederen: de tijd die nodig is om ze van een transportmiddel naar een ander transportmiddel te verplaatsen. Uit deze definities blijkt dat er sterke parallellen zijn. Overslag van goederen gaat met extra kosten gepaard; bij reizigers leidt bijvoorbeeld een overstap of wachten op een trein tot extra kosten. Er is echter ook een belangrijk verschil: bij goederenvervoer zijn de kosten primair bedrijfseconomisch van aard (arbeidskosten, kapitaalkosten, brandstofkosten etc.). Bij reizigers gaat het vaak niet om financiële uitgaven, maar om welvaartsverliezen (zaken waaraan de reiziger een negatieve waarde toekent). Bij personen gaat het om een subjectieve beleving; met enquêtes wordt ingeschat wat de negatieve waarde van wachten of overstappen is. Deze negatieve waarde is relatief hoog voor overstappen of wachten, in vergelijking met het reizen zelf. De kosten van wachttijd en overslag zijn bij goederenvervoer in beginsel meer objectief/bedrijfseconomisch van aard. De wachttijdkosten kunnen worden benaderd met de reistijdwaardering verminderd met de brandstofkosten. De kosten van overslag kunnen sterk uiteenlopen, en moeten van geval tot geval worden ingeschat. Hoe kan in de praktijk worden omgegaan met verandering van vervoerwijze ( oude of nieuwe vervoerwijze, of een combinatie?) en met de ontwikkeling van de reistijdwaardering over de tijd (indexeren met prijsstijgingen, loonstijgingen of anders?)? 7 De CAO van het Beroepsgoederenvervoer over de weg (Staatscourant ) bevat voor arbeid overuren door de week, op zaterdag en op zon- en feestdagen toeslagen van resp. 30%, 50% en 100%. Aangezien de arbeidskosten ongeveer de helft van de totale kosten zijn (zie bijlage A), is verondersteld dat de totale kosten met de helft van deze percentages toenemen. 16

17 Over de vraag welke waarderingen moeten worden gebruikt bij verandering van vervoerwijze, vindt nog discussie plaats. In de OEI-leidraad voor kosten-batenanalyse 8 (Bijlage F, gebaseerd op het AVV advies uit 1998) wordt voor personenvervoer aanbevolen om de waardering voor de nieuwe vervoerwijze te gebruiken. Bij het personenvervoer is echter recent geadviseerd om een gemiddelde te nemen tussen oude en nieuwe modaliteit, of specifiek te kijken naar persoonskenmerken 9. Ook voor het goederenvervoer wordt voortaan aanbevolen om het gemiddelde van de oude en de nieuwe modaliteit te gebruiken. Bij specifieke goederensegmenten is er overigens naar verwachting geen verschil in (tijd)waardering tussen modaliteiten. De verschillen tussen modaliteiten komen voort uit een verschillende samenstelling van het vervoer dat met deze modaliteiten plaatsvindt. In kosten-batenanalyses dient de welvaartswinst te worden berekend met de zogenaamde rule of half : gemiddeld ervaren de overstappers de helft van de reistijdwinst (of betrouwbaarheidswinst) van degenen die al gebruik maakten van de verbeterde vervoerwijze. Voor aanbevelingen over de ontwikkeling van de reistijdwaardering in de tijd: zie hoofdstuk 4 van deze handleiding. 8 C.J.J Eijgenraam, C.C. Koopmans, P.J.G. Tang en A.C.P. Verster, Evaluatie van infrastructuurprojecten; Leidraad voor kosten-batenanalyse, Sdu, Den Haag, Ecorys, Verbeteren van bepaling directe effecten uit LMS/NRM output,

18 Bijlage A Berekening van de verwachte toename van de tijdwaardering in de tijd De waardering van tijd en betrouwbaarheid verandert in de tijd. Voorzover het om reeds gerealiseerde veranderingen gaat, kunnen prijsindices van het CBS worden gebruikt om deze veranderingen mee te nemen in berekeningen (zie hoofdstuk 5, Hoe kan ik de reistijdwaarderingen omrekenen naar een ander basisjaar? ). Deze bijlage geeft aan hoe kan worden omgegaan met toekomstige, nog niet gerealiseerde veranderingen van de waarderingen. Het is evident dat extra tijdsbeslag van transporten, bijvoorbeeld door congestie, leidt tot extra arbeidskosten en vaak ook tot extra brandstofverbruik (bijvoorbeeld door steeds stoppen en optrekken). Op langere termijn zijn ook de kapitaalkosten afhankelijk van de tijdsduur van transporten (er zijn bij een langere tijdsduur van transporten bijvoorbeeld meer vrachtwagens nodig). In beginsel moet de verandering van alle kostenposten worden meegenomen. In toekomstscenario s zijn echter diverse kostenposten, zoals de kosten van brandstof, afschrijvingen en rente, doorgaans vrijwel constant in reële termen (d.w.z. zij volgen ongeveer de algemene inflatie). Dat geldt echter niet voor de loonkosten. Daarom ligt het in de rede de reistijdwaardering op te hogen naar rato van het aandeel van de loonkosten. Tabel A.1 geeft aan welke loonkostenontwikkeling in de transportsector is opgenomen in de meest recente lange termijn scenario s 10 van het CPB (1997). Uit de tabel blijkt dat de arbeidskosten sneller toenemen dan het algemene prijspeil. Tabel A.1 Toename loonkosten in de sector transport in drie scenario s ( ) Kostensoort Divided Europe (DE) European Coordination (EC) % per jaar Arbeid (loonkosten per uur) 4,71 3,66 3,15 Prijsindex (prijs particuliere consumptie) 3,34 1,95 1,39 Reële arbeidskosten 1,33 1,68 1,74 Bron: Informatie van W.Groot (CPB) Global Competition (GC) Het geschatte aandeel van de arbeidskosten bij vervoerders is per transportwijze weergegeven op de eerste regel van tabel A.2. Daaruit blijkt dat de arbeidskosten vooral bij het wegvervoer een hoog aandeel heeft in de totale kosten per uur van vervoerders. Dit aandeel is voor andere modaliteiten lager dan voor het wegvervoer. Daarbij zijn echter nog verschillende onzekerheden aan de orde, die wellicht nog nader zullen worden onderzocht 11. Daarom wordt vooralsnog aanbevolen om voor het niet-wegvervoer de reistijdwaardering op te hogen met een kwart van de reële loonkostenstijging. Tabel A.2 Aandeel arbeidskosten in de kosten per uur Weg Spoor Binnenvaart Zee Lucht Berekend aandeel vervoerders 64% 10% 50% 26% 28% Aanbevolen aandeel totale kosten 50% 25% 25% 25% 25% Bron: Schatting op basis van NEA, Factorkosten van het goederenvervoer: een analyse van de ontwikkeling in de tijd, Rijswijk, maart Zie CPB, Economie en fysieke Omgeving, Sdu., 1997; CPB, Omgevingsscenario's Lange Termijn Verkenning , Werkdocument 89, Het CPB werkt momenteel aan nieuwe scenario s. Als deze beschikbaar zijn, zal deze gebruikersgids worden aangepast. 11 De onzekerheden betreffen onder meer de invloed van de tijdwaardering van verladers, productiviteitsstijgingen (zie hieronder) en de aandelen van verschillende soorten voertuigen binnen elke modaliteit. 18

19 Als we de reële arbeidskostenstijging wegen met het aanbevolen aandeel van arbeid in de totale kosten, komen we tot een schatting van de reële toename van de totale kosten (tabel A.3). Het blijkt dat de geschatte reële kosten per jaar gemiddeld met 0,33 tot 0,87% toenemen. De kostenstijging is het hoogst bij het wegvervoer, als gevolg van het hoge aandeel van de arbeidskosten. Tabel A.3 Toename reële kosten per transportwijze in drie scenario s (procenten per jaar, ) Wegvervoer Andere vervoerwijzen Divided Europe (DE) 0,66 0,33 European Cordination (EC) 0,84 0,42 Global Competition (GC) 0,87 0,43 Bron: berekend o.b.v. tabellen A.1 en A.2 Productiviteitsstijging? Naast kostenstijgingen kan er sprake zijn van productiviteitsstijging binnen het vervoer. De beschikbare cijfers over productiviteit hebben echter betrekking op de productiviteit per eenheid product; niet op de hier relevante productiviteit per voertuiguur. Naar verwachting neemt de productiviteit per voertuiguur veel minder sterk toe dan de productiviteit per eenheid product. Voorbeeld: als het wegennet wordt uitgebreid, leidt dit tot minder omrijden en/of sneller rijden, waardoor de kosten per vervoerde ton dalen. De kosten per voertuiguur nemen hierdoor echter niet af. Er zijn dus geen geschikte productiviteitscijfers voorhanden, en de verwachting is dat het effect van productiviteitsverbetering op de tijdwaardering per voertuiguur relatief beperkt is. Tegen deze achtergrond is in overleg met het Centraal Planbureau besloten om vooralsnog geen rekening te houden met productiviteitsstijging per voertuiguur. Wellicht zal de productiviteitsontwikkeling in de toekomst nader worden onderzocht. 19

20 Bijlage B Lading en benuttingsgraad Bij het gebruik van de cijfers per transport (tabellen 2.1 en 2.2) is het vaak gewenst om te weten hoeveel lading er per transport wordt vervoerd. De lading per transport kan worden berekend door het laadvermogen per voertuig te vermenigvuldigen met de benuttingsgraad 12. Tabel B.1 bevat cijfers over de benuttingsgraad of de lading per transport van verschillende soorten voertuigen. Tabel B.1 Benuttingsgraad van voertuigen in het goederenvervoer Modaliteit Voertuig Lading Benuttingsgraad Lading per trein (%) (tonnen) Wegvervoer Bestelbus Klein stukgoed 37 Solo wagen Middelgroot 46 stukgoed Solo wagen Middel, containers 48 Trekker & Tank/bulk 77 oplegger Trekker & oplegger Groot stukgoed 53 Trekker & Groot, containers 48 oplegger Spoor (lading per Bulk 1625 trein in tonnen) Container 765 wagonlading 501 Binnenvaart Schip 60 Zeevaart Shortsea schip Containers 21 Shortsea schip Bulk 65 Deepsea schip Containers 75 Deepsea schip Tanker 56 Luchtvaart (beladingsgraad) Vliegtuig 60 Bron: NEA/Transcare/TNO Inro, 2003; deep sea: aanvullende informatie Transcare. 12 De benuttingsgraad is het product van de beladingsgraad (verhouding vervoerd gewicht en laadvermogen) en de bezettingsgraad (verhouding beladen kilometers en totaal kilometrage). Zie NEA, Factorkosten van het goederenvervoer: een analyse van de ontwikkeling in de tijd, Rijswijk, maart 2003, p

21 Bijlage C Begrippenlijst Betrouwbaarheid (van goederenvervoer) De mate waarin de vervoerde goederen op het afgesproken tijdstip worden afgeleverd. Eindproducten met waardeverlies Goederen die het Centraal Bureau voor de Statistiek indeelt in de categorieën NSTR 00, 03, 09 en 14. Het betreft bijvoorbeeld vers fruit of bloemen. Eindproducten zonder waardeverlies Goederen die het Centraal Bureau voor de Statistiek indeelt in de categorieën NSTR 02, 11, 12, 13, 16, 18 en 9. Het betreft bijvoorbeeld suiker, bier of auto s. Hoogwaardige grondstoffen Kosten-batenanalyse Laagwaardige grondstoffen OEI Reistijdwaardering Verlader Vervoerder Grondstoffen en halffabrikaten die het Centraal Bureau voor de Statistiek indeelt in de categorieën NSTR 01, 04, 05, 06, 17, 5 en 8. Het betreft bijvoorbeeld granen, suikerbieten of plaatstaal. Opstelling van de financiële waarde van alle voor- en nadelen die alle partijen in de (nationale) samenleving ondervinden van de uitvoering van een project, aangevuld met informatie over effecten die zich niet in geld laten uitdrukken. Grondstoffen en halffabrikaten die het Centraal Bureau voor de Statistiek indeelt in de categorieën NSTR 2, 3, 4, 6, 7. Het betreft bijvoorbeeld ijzererts, zand of mest. Overzicht Effecten Infrastructuur. Onderzoek waarin een volledig beeld wordt gegeven van de effecten van een project. De reistijdwaardering voor goederenvervoer is de waarde die vervoerders en/of verladers toekennen aan één uur tijdbesparing tijdens het vervoer. Bedrijf dat een goederentransport laat uitvoeren. Dit wordt vaak uitbesteed aan vervoerders, maar er zijn ook verladers met eigen vervoer. Bedrijf dat een goederentransport uitvoert. 21

22 Bijlage D Verladerswaardering De in tabel 2.1 en 2.2 genoemde waarderingen bevatten voor vervoer per weg, spoor of binnenvaart alleen de waardering van vervoerders. De reden is dat de geschatte reistijdcoëfficiënten niet significant van nul verschillen. In de context van de vraagstelling van het onderzoek betekent dit dat gegeven dat een transport op tijd is, de verlader een reistijdwaardering van vrijwel gelijk aan nul heeft. Daarnaast is er wel de waardering van betrouwbaarheid (zie hoofdstuk 3). Ook voor de zeevaart en de luchtvaart zijn in tabel 2.1 en 2.2 alleen waarderingen van vervoerders weergegeven. Voor deze vervoerwijzen heeft de verlader echter wel een waardering; deze hangt af van de waarde van de lading. Deze verladerswaardering kan benaderd worden met een projectspecifieke voorraadkosten berekening, afhankelijk van de individuele eigenschappen van de vervoerde lading. De voorraadkostenberekening bestaat uit vermenigvuldiging van relevante rentekosten (op jaarbasis) omgerekend naar de gemiddelde lengte van de reistijd met de gemiddelde waarde van de vervoerde goederen. Deze verladerswaardering moet voor zeevaart en luchtvaart worden opgeteld bij de hier gepresenteerde tijdwaarderingen N.B. voor de binnenvaart en spoor is er om redenen van representativiteit van de modelschattingen gerekend met een gemiddelde afruilratio voor containers en niet-containers. Het is aannemelijk dat als er specifiek naar containertransporten wordt gekeken, er wel een directe relatie zal zijn met de waarde van de goederen. In dit geval is het zinvol om een aanvullende projectspecifieke voorraadkosten berekening te maken, als benadering van de verladerswaardering. 22

Modal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse

Modal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse Modal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse Sytze Rienstra en Jan van Donkelaar, 15 januari 2010 Er is de laatste tijd bij de beoordeling van projecten voor de binnenvaart veel discussie over

Nadere informatie

GJ/C10748/2014/0147. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Sociaal Fonds Taxi. Zoetermeer, november 2014

GJ/C10748/2014/0147. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Sociaal Fonds Taxi. Zoetermeer, november 2014 Overzicht kostenontwikkelingen taxi vervoer 2015 GJ//2014/0147 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Sociaal Fonds Taxi Zoetermeer, november 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Overzicht kostenontwikkelingen taxi vervoer 2010

Overzicht kostenontwikkelingen taxi vervoer 2010 Overzicht kostenontwikkelingen taxi vervoer 2010 G.P. Lut Dit onderzoek is uitgebracht aan Koninklijk Nederlands Vervoer Taxi Kenmerk R20090245/31050/GLU/GJO Zoetermeer, Het gebruik van cijfers en/of tekst

Nadere informatie

Sander van der Meulen en Jasper Tanis C11796A Zoetermeer, oktober 2017 Dit rapport is uitgevoerd in opdracht van Sociaal Fonds Taxi

Sander van der Meulen en Jasper Tanis C11796A Zoetermeer, oktober 2017 Dit rapport is uitgevoerd in opdracht van Sociaal Fonds Taxi Overzicht kostenontwikkelingen taxivervoer 2018 Sander van der Meulen en Jasper Tanis C11796A Zoetermeer, oktober Dit rapport is uitgevoerd in opdracht van Sociaal Fonds Taxi De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Sander van der Meulen en Jasper Tanis C11796 Zoetermeer, oktober 2016 Dit rapport is uitgevoerd in opdracht van Sociaal Fonds Taxi

Sander van der Meulen en Jasper Tanis C11796 Zoetermeer, oktober 2016 Dit rapport is uitgevoerd in opdracht van Sociaal Fonds Taxi Overzicht kostenontwikkelingen taxivervoer 2017 Sander van der Meulen en Jasper Tanis C11796 Zoetermeer, oktober Dit rapport is uitgevoerd in opdracht van Sociaal Fonds Taxi De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Module: Ontbrekende schakel in netwerk

Module: Ontbrekende schakel in netwerk Module: Ontbrekende schakel in netwerk Invullen In de onderstaande tabel staat een toelichting op de in te vullen gegevens. Onderdeel Invoervariabelen Investeringen Meerkosten beheer- en onderhoud Reductie

Nadere informatie

Overzicht kostenontwikkelingen taxi vervoer 2014

Overzicht kostenontwikkelingen taxi vervoer 2014 Overzicht kostenontwikkelingen taxi vervoer 2014 G.P. Lut Dit onderzoek is uitgebracht in opdracht van Sociaal Fonds Taxi Kenmerk R20130152B/C10128/GLU/GJO Zoetermeer, Inhoudsopgave 1 INLEIDING 4 2 NACALCULATIE

Nadere informatie

Samenvatting ... ... Tabel 1 Kwalitatieve typering van de varianten

Samenvatting ... ... Tabel 1 Kwalitatieve typering van de varianten Samenvatting................. In juli 2008 heeft de Europese Commissie een strategie uitgebracht om de externe kosten in de vervoersmodaliteiten te internaliseren. 1 Op korte termijn wil de Europese Commissie

Nadere informatie

Overzicht kostenontwikkelingen taxi vervoer 2012

Overzicht kostenontwikkelingen taxi vervoer 2012 Overzicht kostenontwikkelingen taxi vervoer 2012 G.P. Lut Dit onderzoek is uitgebracht aan Sociaal Fonds Taxi Kenmerk R20110229/30094/GLU/GJO Zoetermeer, Het gebruik van cijfers en/of tekst uit dit rapport

Nadere informatie

Module: Aanpassing kruispunt

Module: Aanpassing kruispunt Module: Aanpassing kruispunt Invullen van de tool In de onderstaande tabel staat een toelichting op de in te vullen gegevens. Onderdeel Invoervariabelen Meerkosten beheer- en onderhoud Reductie reistijd

Nadere informatie

Overzicht kostenontwikkelingen taxi vervoer 2013

Overzicht kostenontwikkelingen taxi vervoer 2013 Overzicht kostenontwikkelingen taxi vervoer 2013 G.P. Lut Dit onderzoek is uitgebracht in opdracht van Sociaal Fonds Taxi Kenmerk R20120184/30094/GLU/GJO Zoetermeer, Inhoudsopgave 1 INLEIDING 4 2 NACALCULATIE

Nadere informatie

Overzicht kostenontwikkelingen taxi vervoer 2011

Overzicht kostenontwikkelingen taxi vervoer 2011 Overzicht kostenontwikkelingen taxi vervoer 2011 G.P. Lut Dit onderzoek is uitgebracht aan Sociaal Fonds Taxi Kenmerk R20100243/30094/GLU/GJO Zoetermeer, Het gebruik van cijfers en/of tekst uit dit rapport

Nadere informatie

Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Sociaal Fonds Taxi. Zoetermeer, november 2015

Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Sociaal Fonds Taxi. Zoetermeer, november 2015 Overzicht kostenontwikkelingen taxivervoer 2016 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Sociaal Fonds Taxi Zoetermeer, november 2015 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Sander van der Meulen en Jasper Tanis C12168 Zoetermeer, oktober 2018 Dit rapport is uitgevoerd in opdracht van Sociaal Fonds Taxi

Sander van der Meulen en Jasper Tanis C12168 Zoetermeer, oktober 2018 Dit rapport is uitgevoerd in opdracht van Sociaal Fonds Taxi Overzicht kostenontwikkelingen taxivervoer 2018-2019 Sander van der Meulen en Jasper Tanis C12168 Zoetermeer, oktober 2018 Dit rapport is uitgevoerd in opdracht van Sociaal Fonds Taxi De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Economische toets variant 3: Betalen per kilometer vracht

Economische toets variant 3: Betalen per kilometer vracht Economische toets variant 3: Betalen per kilometer vracht Eindrapport Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat ECORYS Transport Koen Vervoort Wim Spit Rotterdam, 25 maart 25 TRANSPORT Postbus

Nadere informatie

Kostenontwikkelingen 2011 voor bijhuur van touringcars in openbaar vervoer

Kostenontwikkelingen 2011 voor bijhuur van touringcars in openbaar vervoer Kostenontwikkelingen 2011 voor bijhuur van touringcars in openbaar vervoer Kostenontwikkelingen 2011 voor bijhuur van touringcars in openbaar vervoer G.P. Lut Dit onderzoek is uitgebracht aan KNV Busvervoer.

Nadere informatie

Logistiek in de bouw

Logistiek in de bouw Logistiek in de bouw 1. Waarom aandacht voor logistiek in de bouw? 2. Effect van optimale logistiek in de bouw 3. Wat vraagt de opdrachtgever (RWS) in de aanbestedingsleidraad? 4. Wat doen wij als Veluwe

Nadere informatie

Kostenontwikkelingen 2011 voor het toervervoer per touringcar

Kostenontwikkelingen 2011 voor het toervervoer per touringcar Kostenontwikkelingen 2011 voor het toervervoer per touringcar Kostenontwikkelingen 2011 voor het toervervoer per touringcar G.P. Lut Dit onderzoek is uitgebracht aan KNV Busvervoer. Kenmerk R20100124/31285/GLU/GJO

Nadere informatie

INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE. Studie in opdracht van Fevia

INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE. Studie in opdracht van Fevia INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE Studie in opdracht van Fevia Inhoudstafel Algemene context transport voeding Enquête voedingsindustrie Directe

Nadere informatie

Tabel 1: De bijdrage van RtHA aan de regionale economie op basis van 2,4 miljoen passagiers

Tabel 1: De bijdrage van RtHA aan de regionale economie op basis van 2,4 miljoen passagiers Prognose 2020 Door Alexander Otgaar, RHV Erasmus Universiteit Rotterdam Diverse studies zijn in het verleden uitgevoerd met als doel om de economische bijdrage van Rotterdam the Hague Airport (hierna aan

Nadere informatie

Second opinion bij de Toetsing Spoorprojecten

Second opinion bij de Toetsing Spoorprojecten Stichting voor Economisch Onderzoek der Universiteit van Amsterdam Second opinion bij de Toetsing Spoorprojecten drs. Michiel de Nooij prof.dr. Carl Koopmans Onderzoek in opdracht van Prorail Amsterdam,

Nadere informatie

Eisen aan een maatschappelijke kosten-batenanalyse

Eisen aan een maatschappelijke kosten-batenanalyse Eisen aan een maatschappelijke kosten-batenanalyse Prof.dr. Carl Koopmans (SEO Economisch Onderzoek en Vrije Universiteit) en Rogier Lieshout Msc. (SEO Economisch Onderzoek, Airneth) 16 januari 2014 Inleiding

Nadere informatie

Tijdwaardering van verladers op het spoor

Tijdwaardering van verladers op het spoor Stichting voor Economisch Onderzoek der Universiteit van Amsterdam Tijdwaardering van verladers op het spoor Bert Hof Carl Koopmans Met medewerking van Gerard de Jong, RAND Europe Amsterdam, maart 2005

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: kosten van politie-inzet

Nadere informatie

Wijziging Gebruikelijkloonregeling

Wijziging Gebruikelijkloonregeling Notitie Wijziging Gebruikelijkloonregeling datum 5 november 2015 Aan Van StartupDelta N. Rosenboom en T. Smits, SEO Economisch Onderzoek Rapportnummer 2015-78 Conclusie SEO Economisch Onderzoek heeft de

Nadere informatie

CT2710 Transport & Planning Verplaatsingspatronen

CT2710 Transport & Planning Verplaatsingspatronen CT2710 Transport & Planning Verplaatsingspatronen Rob van Nes, Transport & Planning 9-5-2012 Delft University of Technology Challenge the future 1. Terugblik 2 TRAIL-lagenmodel: alleen voor transport?

Nadere informatie

De maatschappelijke waarde van kortere en betrouwbaardere reistijden

De maatschappelijke waarde van kortere en betrouwbaardere reistijden De maatschappelijke waarde van kortere en betrouwbaardere reistijden Pim Warffemius Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Pim.warffemius@minienm.nl Marco Kouwenhoven Significance Kouwenhoven@significance.nl

Nadere informatie

Aan: Rijkswaterstaat WVL Steunpunt Economische Expertise (SEE), Aan: a Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid

Aan: Rijkswaterstaat WVL Steunpunt Economische Expertise (SEE), Aan: a Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid CPB Notitie Aan: Rijkswaterstaat WVL Steunpunt Economische Expertise (SEE), Aan: a Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Datum: 28 oktober 2015 Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM

Nadere informatie

Kosteneffectiviteit en het programma Beter Benutten

Kosteneffectiviteit en het programma Beter Benutten Kosteneffectiviteit en het programma Beter Benutten Beter Benutten: kosteneffectieve maatregelen Rijk, regio en bedrijfsleven werken in het programma Beter Benutten samen om de bereikbaarheid in de drukste

Nadere informatie

Bronnenlijst Monitor Logistiek & Goederenvervoer

Bronnenlijst Monitor Logistiek & Goederenvervoer Bronnenlijst Monitor Logistiek & Goederenvervoer Bron Naam figuur / tabel publicatie Indicator Publicatiejaar (jaar van toegang) Link (indien mogelijk) A.1 CBS Vervoerd gewicht door beroeps- en eigen vervoer

Nadere informatie

Introductie. Duurzame stedelijke distributie. Goevaers Consultancy. België 16 februari 2013

Introductie. Duurzame stedelijke distributie. Goevaers Consultancy. België 16 februari 2013 Goevaers Consultancy Duurzame stedelijke distributie België 16 februari 2013 GC Introductie Duurzaam goederen vervoer Duurzaamheid vraagt om samenwerking in de keten Nieuwe technologieën kunnen alleen

Nadere informatie

Spitstarief en weguitbreiding in kosten-batenanalyses

Spitstarief en weguitbreiding in kosten-batenanalyses CPB Notitie Datum : 5 februari 2010 Spitstarief en weguitbreiding in kosten-batenanalyses Met de invoering van de kilometerheffing wordt ook een spitstarief ingevoerd. Dit spitstarief heft een tarief per

Nadere informatie

Jaarmonitor goederenvervoer

Jaarmonitor goederenvervoer Jaarmonitor goederenvervoer Goederenvervoer blijft groeien in 2018 In 2018 werd 1,71 miljard ton goederen vanuit, naar en in Nederland vervoerd. Dit was een stijging van 1,2 procent in vergelijking met

Nadere informatie

Vooruitzichten van de transportvraag in Belgë tegen 2030

Vooruitzichten van de transportvraag in Belgë tegen 2030 Voorstelling van de nieuwe transportvooruitzichten voor België tegen 23 18 September 212 Vooruitzichten van de transportvraag in Belgë tegen 23 Marie Vandresse, Energie-Transport Team, Federaal Planbureau

Nadere informatie

Milieu Management V1.4

Milieu Management V1.4 V1.4 Milieu Management Pagina 1 van 6 V1.4 Inhoudsopgave 1. ALGEMEEN 3 2. INLEIDING 3 3. DOELSTELLING 3 4. BEPALEN PRIORITEITEN 3 5. INKOOP 4 6. MANAGEMENT INFORMATIE 4 7. COMMUNICATIE 5 8. EVALUATIE 6

Nadere informatie

Praktijkinstructie Transportmanagementondersteuning

Praktijkinstructie Transportmanagementondersteuning instructie Transportmanagementondersteuning 3 (CLO10.3/CREBO:50197) pi.clo10.3.v2 ECABO, 1 september 2003 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen

Nadere informatie

Langetermijn vooruitzichten voor transport in België: Referentiescenario

Langetermijn vooruitzichten voor transport in België: Referentiescenario Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Bureau fédéral du Plan Analyses et prévisions économiques Langetermijn vooruitzichten voor transport in België: Referentiescenario 22 september

Nadere informatie

Ketenanalyse uitbesteed transport. Goedgekeurd door: H. van Wijk

Ketenanalyse uitbesteed transport. Goedgekeurd door: H. van Wijk Ketenanalyse uitbesteed transport Goedgekeurd door: H. van Wijk Lars van Wijk Bedrijf: H. van Wijk transport- en aannemersbedrijf & H. van Wijk bestrating b.v. 25-05-2018 Inhoud Inleiding... 3 1. Doel

Nadere informatie

11 september 2001; de oorlog in Irak; de SARS epidemie; de fusie tussen Air France en de KLM; de opkomst van de goedkope luchtvaartmaatschappijen.

11 september 2001; de oorlog in Irak; de SARS epidemie; de fusie tussen Air France en de KLM; de opkomst van de goedkope luchtvaartmaatschappijen. Kan Schiphol de reizigers nog wel aan in 2020? Eric Kroes Directeur van Significance Hoeveel luchtreizigers zijn er op Schiphol te verwachten in 2020? Kan de luchthaven die aantallen nog wel aan? Levert

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 ANTWOORDEN

HOOFDSTUK 2 ANTWOORDEN HOOFDSTUK 2 ANTWOORDEN Opgave 1 a. Wat is het kenmerk van constante kosten? b. Is dit altijd een gegeven? Motiveer het antwoord. Opgave 2 a. Wat is het kenmerk van variabele kosten? b. Leg uit wat progressief

Nadere informatie

Vervoer gevaarlijke stoffen blijft groeien / Een overzicht in cijfers van

Vervoer gevaarlijke stoffen blijft groeien / Een overzicht in cijfers van Vervoer gevaarlijke stoffen blijft groeien / Een overzicht in cijfers van 2013-2017 Hoe is het gesteld met de vervoerscijfers van gevaarlijke stoffen in Nederland? Het is altijd interessant om van tijd

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

"V,r, '27672. Monitoring Goederenvervoer Oost-Nederland 2003 OVERIJSSEL

V,r, '27672. Monitoring Goederenvervoer Oost-Nederland 2003 OVERIJSSEL "V,r, '27672 Monitoring Goederenvervoer Oost-Nederland 2003 OVERIJSSEL lnhoudsopgav^ibliotheeknr RWS Dir. Oost-Nederland v D I U LT A AT ervoer G oer HEID 3 Versterking netwerk goederenvervoer. BEDRIJVENTERREINEN

Nadere informatie

Kostenontwikkeling wegvervoer

Kostenontwikkeling wegvervoer Kostenontwikkeling wegvervoer (1-1-2006 ten opzichte van 1-1-2005) Toelichting vastgestelde gemiddelde kostenontwikkeling Dit overzicht geeft de gemiddelde kostenontwikkeling weer in het wegvervoer per

Nadere informatie

Multimodaal vervoer en Agrosector

Multimodaal vervoer en Agrosector Multimodaal vervoer en Agrosector Ledenbijeenkomst Agro Businessclub Westland Peter Sierat, algemeen directeur TLN Monster, 24 juni 2010 Agenda Toekomstontwikkelingen wegvervoer (on)mogelijkheden multimodaal

Nadere informatie

De normale afzet van Verhoeven, uitgedrukt in ton/km per jaar, is als volgt verdeeld:

De normale afzet van Verhoeven, uitgedrukt in ton/km per jaar, is als volgt verdeeld: MA1 Oefententamen 3 Opgave 1 Verhoeven bv is een middelgrote transportonderneming die vrachten vervoert binnen Nederland voor diverse klanten. De onderneming heeft plannen om haar vrachtwagens te vervangen

Nadere informatie

OPGAVEN HOOFDSTUK 2 UITWERKINGEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 2 UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2 UITWERKINGEN Opgave 1 a. Wat is het kenmerk van constante kosten? Constante kosten hebben als eigenschap, dat de kosten niet worden beïnvloed door een hogere of lagere productie. b.

Nadere informatie

D1730. Containers en Vrachtwagens: een paar apart

D1730. Containers en Vrachtwagens: een paar apart Ministerie van Verkeer en Waterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer D i r e c t o raat- G e n e raa I R i j ks w a t e rstaat Containers en Vrachtwagens: een paar apart Probleemverkenning voor een onderzoek

Nadere informatie

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115 Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken

Nadere informatie

Logistieke Dag Limburg 2012:

Logistieke Dag Limburg 2012: Logistieke Dag Limburg 2012: Langetermijnvooruitzichten (2030) voor transport in België Bruno Hoornaert, Federaal Planbureau Logistieke dag Limburg 2012 21 september 2012 Vooruitzichten van de transportvraag

Nadere informatie

Toetsmatrijs Planner wegtransport - Transportorganisatie

Toetsmatrijs Planner wegtransport - Transportorganisatie In deze toetsmatrijs staat wat u moet kunnen en kennen. De toetsmatrijs vormt daarom de basis van de opleiding en het examen. Opgesteld door: C divisie CCV Categoriecode: Toetsvorm: Totaal aantal vragen:

Nadere informatie

Conjunctuurbericht 2 e kwartaal Research, 14 augustus 2019

Conjunctuurbericht 2 e kwartaal Research, 14 augustus 2019 Conjunctuurbericht 2 e kwartaal 2019 Research, 14 augustus 2019 Kosten stijgen in transport, prijzen blijven gelijk De druk op de marges in de transportsector blijft groot. Terwijl de helft van de bedrijven

Nadere informatie

WOW. Overbelading onderbelicht?

WOW. Overbelading onderbelicht? WOW Overbelading onderbelicht? Wat is overbelading? Te zware lading Verkeerde belading Te hoge aslasten Het is maar net wat je onder overbelading verstaat September 2015 Overbelading, onderbelicht? 2 Overbelading

Nadere informatie

Effecten Dienstregelingswijzigingen. Bert Vaessens, NS Commercie, Bert.Vaessens@ns.nl. Suzanne Kieft, NS Commercie, Suzanne.Kieft@ns.

Effecten Dienstregelingswijzigingen. Bert Vaessens, NS Commercie, Bert.Vaessens@ns.nl. Suzanne Kieft, NS Commercie, Suzanne.Kieft@ns. Effecten Dienstregelingswijzigingen Bert Vaessens, NS Commercie, Bert.Vaessens@ns.nl Suzanne Kieft, NS Commercie, Suzanne.Kieft@ns.nl Bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 2006, 23

Nadere informatie

Economische impact Bèta College & Delta Academy

Economische impact Bèta College & Delta Academy Economische impact Bèta College & Delta Academy Onderzoek naar de jaarlijkse economische impact van de komst van het Bèta College en de uitbreiding van de Delta Academy op de Zeeuwse economie drs. Sven

Nadere informatie

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten CPB Notitie Datum : 7 april 2004 Aan : Projectdirectie Administratieve Lasten Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten 1 Inleiding Het kabinet heeft in het regeerakkoord het

Nadere informatie

Hoofdstuk 15 Economische relaties

Hoofdstuk 15 Economische relaties Hoofdstuk 15 Economische relaties Open vragen 15.1 Gegeven is de onderstaande economische kringloop: Verder is nog gegeven dat de afschrijvingen van bedrijven gelijk zijn aan 200. De overheid schrijft

Nadere informatie

Cao-lonen 2004, de definitieve gegevens

Cao-lonen 2004, de definitieve gegevens Cao-lonen, de definitieve gegevens Nathalie Peltzer In zijn de cao-lonen per uur, inclusief bijzondere beloningen, met, procent gestegen. Dit is aanzienlijk minder dan in, toen de stijging nog,8 procent

Nadere informatie

Factsheet effecten bedrijfsleven 16 oktober 2009

Factsheet effecten bedrijfsleven 16 oktober 2009 Factsheet effecten bedrijfsleven 16 oktober 2009 Inhoud De feiten en cijfers verzameld ten aanzien van de impact van de kilometerprijs voor het bedrijfsleven. 1. Opbouw en verdeling wagenpark Motieven

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

Methodiek voor het volgen van de kostenontwikkelingen in het openbaar vervoer. Update 2012

Methodiek voor het volgen van de kostenontwikkelingen in het openbaar vervoer. Update 2012 Methodiek het volgen van de kostenontwikkelingen in het openbaar vervoer Update Methodiek het volgen van de kostenontwikkelingen in het openbaar vervoer Update J.H.M. van Beijeren ir. M.R.J. Kindt ir.

Nadere informatie

De basisverlegging van het prijsindexcijfer van de bouwkosten van nieuwe woningen (pinw)

De basisverlegging van het prijsindexcijfer van de bouwkosten van nieuwe woningen (pinw) Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 30 juni 2005 De basisverlegging van het prijsindexcijfer van de bouwkosten van nieuwe woningen (pinw) Mevr. drs. S.C. Elfering Centraal Bureau

Nadere informatie

Voorbeeld Tentamenvragen Verkeer & Vervoer (Deel Thomas) Ontleend aan deeltoets 1 uit 2014.

Voorbeeld Tentamenvragen Verkeer & Vervoer (Deel Thomas) Ontleend aan deeltoets 1 uit 2014. Voorbeeld Tentamenvragen Verkeer & Vervoer (Deel Thomas) Ontleend aan deeltoets 1 uit 2014. 1. In welk(e) model(len) geclassificeerd naar functie ontbreekt de inductie stap? a. Fundamentele theorie van

Nadere informatie

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken. Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar

Nadere informatie

Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland

Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland Indicatie van het potentieel van Mobility Mixx wanneer toegepast op het gehele Nederlandse bedrijfsleven Notitie Delft, november 2010 Opgesteld door: A.

Nadere informatie

Bereikbaarheidsindicator: hemelsbrede reissnelheid,

Bereikbaarheidsindicator: hemelsbrede reissnelheid, Bereikbaarheidsindicator: hemelsbrede reissnelheid, 2004-2009 Indicator 20 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Energiebesparing koffieverpakkingen

Energiebesparing koffieverpakkingen Op CE Delft CE lossingen Delft voor Oplossingen milieu, econom voor ie milieu, en technolog economie ie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft 2611 HH Delft tel: tel: 015 015 2 150

Nadere informatie

3. De bereikbaarheidsindicator

3. De bereikbaarheidsindicator 3. De bereikbaarheidsindicator Achtergrond Het begrip bereikbaarheid leidt nogal eens tot verwarring. Dit komt doordat onderzoekers, beleidsambtenaren en politici het begrip vanuit verschillende invalshoeken

Nadere informatie

Woon-werkverkeer drijvende kracht achter groei mobiliteit

Woon-werkverkeer drijvende kracht achter groei mobiliteit Samenvatting De economische crisis heeft vorig jaar uiteenlopende effecten gehad op het verkeer vervoer in Nederland. Door de invloed van internationale ontwikkelingen was het effect van de crisis op het

Nadere informatie

Kennissessie/lunchbijeenkomst scherper sturen op details; besparen op (in) directe brandstofkosten.

Kennissessie/lunchbijeenkomst scherper sturen op details; besparen op (in) directe brandstofkosten. Kennissessie/lunchbijeenkomst scherper sturen op details; besparen op (in) directe brandstofkosten. Machiel Bode Sector manager Transport & Logistiek ING Amsterdam Machiel.bode@ing.nl 1 Programma 11.00

Nadere informatie

Logistieke top-100: bouwsteen in waarde logistieke sector voor Nederland

Logistieke top-100: bouwsteen in waarde logistieke sector voor Nederland Logistieke top-100: bouwsteen in waarde logistieke sector voor Nederland TNO, Kees Verweij, Teamleider Logistiek TLN Top-100 bijeenkomst, 8 april 2010 Logistieke kosten stijgen als % omzet bedrijfsleven

Nadere informatie

Parkeerbehoefte berekenen, niet schatten

Parkeerbehoefte berekenen, niet schatten (Bijdragenr. 71) Parkeerbehoefte berekenen, niet schatten Sjoerd Stienstra (ir. Sj. Stienstra Adviesbureau stedelijk verkeer BV) Samenvatting: Parkeerkentallen geven slechts een globale benadering van

Nadere informatie

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren

Nadere informatie

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap 1 Rekenen met procenten, basispunten en procentpunten... 1 2 Werken met indexcijfers... 3 3 Grafieken maken en lezen... 5 4a Tweedegraads functie: de parabool...

Nadere informatie

HANDLEIDING ANALYSE FINANCIELE EFFECTEN ROOSTERVORMEN

HANDLEIDING ANALYSE FINANCIELE EFFECTEN ROOSTERVORMEN HANDLEIDING ANALYSE FINANCIELE EFFECTEN ROOSTERVORMEN 2010 Policy Research Corporation, namens de sociale partners inhet beroepsgoederenvervoer over de weg en de logistiek (TLN, KNV, VVT, FNV en CNV) Meer

Nadere informatie

De maatschappelijke waarde van kortere en betrouwbaardere reistijden. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid KiM

De maatschappelijke waarde van kortere en betrouwbaardere reistijden. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid KiM De maatschappelijke waarde van kortere en betrouwbaardere reistijden Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid KiM Inhoudsopgave Samenvatting 5 1 Achtergrond en doel onderzoek 9 2 Uitgangspunten actualisatie

Nadere informatie

Actualisatie LBI en LTI. Kostenaandelen op basis van 2012

Actualisatie LBI en LTI. Kostenaandelen op basis van 2012 Actualisatie LBI en LTI Kostenaandelen op basis van 2012 Zoetermeer, Actualisatie LBI en LTI Kostenaandelen op basis van 2012 ir. M.W.J. Bus J.H.M. van Beijeren Dit rapport is uitgebracht aan IPO, SKVV,

Nadere informatie

Examen H111 Verkeerskunde Basis

Examen H111 Verkeerskunde Basis pagina 1 van 5 Examen H111 Verkeerskunde Basis Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde Datum: donderdag 30 augustus 2001 Tijd: 8u30 11u30 Instructies: Er zijn 5 vragen; start de

Nadere informatie

INTERNALISERING VAN EXTERNE KOSTEN VAN TRANSPORT IN VLAANDEREN: ACTUALISERING Eef Delhaye Griet De Ceuster

INTERNALISERING VAN EXTERNE KOSTEN VAN TRANSPORT IN VLAANDEREN: ACTUALISERING Eef Delhaye Griet De Ceuster INTERNALISERING VAN EXTERNE KOSTEN VAN TRANSPORT IN VLAANDEREN: ACTUALISERING 2016 Eef Delhaye Griet De Ceuster Studie voor MIRA - VMM http://www.milieurapport.be/nl/f eitencijfers/gevolgen-voor-mensnatuur-en-economie/milieu-eneconomie/internalisering-vanexterne-kosten/internaliseringvan-schadekosten-van-transport/

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /03

ALGEMENE ECONOMIE /03 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,

Nadere informatie

De maatschappelijke kosten en baten van een luchthaven in zee moeten in beeld komen

De maatschappelijke kosten en baten van een luchthaven in zee moeten in beeld komen ! Terug naar Krant Bas ter Weel, Carl Koopmans, Rogier Lieshout Opinie 14 uur Tekst Krant " # 5 reacties $ % De maatschappelijke kosten en baten van een luchthaven in zee moeten in beeld komen Opinie Carl

Nadere informatie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Perscommuniqué Brussel, 15 september 2000 Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de

Nadere informatie

UIT groei en conjunctuur

UIT groei en conjunctuur Economische groei. Economische groei drukken we uit in de procentuele groei van het BBP op jaarbasis. De groei van het BBP heeft twee oorzaken. Het BBP kan groeien omdat de prijzen van producten stijgen

Nadere informatie

Second opinion op MKBA Oplossingsrichtingen Kanaalzone Gent-Terneuzen, concept eindrapport

Second opinion op MKBA Oplossingsrichtingen Kanaalzone Gent-Terneuzen, concept eindrapport CPB Notitie Nummer : 2009/7 Datum : 3 maart 2009 Aan : Projectgroep KGT2008 Second opinion op MKBA Oplossingsrichtingen Kanaalzone Gent-Terneuzen, concept eindrapport 1 Inleiding In het kader van het verkennende

Nadere informatie

Memo 12INT J.F. Meershoek-Keizer Geachte collegeleden,

Memo 12INT J.F. Meershoek-Keizer Geachte collegeleden, Memo 12INT02127 aan kopie van datum College van burgemeester en wethouders J.F. Meershoek-Keizer 11-12-2012 betreft parameters grondexploitaties 2013 Geachte collegeleden, In het eerste kwartaal van 2013

Nadere informatie

Boekverslag door S woorden 27 januari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Boekverslag door S woorden 27 januari keer beoordeeld. Aardrijkskunde Boekverslag door S. 1260 woorden 27 januari 2006 6 2 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Vervoer: Verplaatsen van mensen, goederen, engergie of informatie. Transport: Goederen en engergie verplaatsen. Migratie:

Nadere informatie

Samenvatting... Figuur S.1 De groei van de personenmobiliteit verklaard. Groei aantal reizigerskilometers. 60% bevolkingsgroei 40% overig.

Samenvatting... Figuur S.1 De groei van de personenmobiliteit verklaard. Groei aantal reizigerskilometers. 60% bevolkingsgroei 40% overig. Samenvatting... Personenmobiliteit: meer mensen en grotere woon-werkafstanden In de periode 1995-2005 is de personenmobiliteit met 10% gegroeid tot 184 miljard reizigerskilometers. Circa 60% van de groei

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Inflatie

Praktische opdracht Economie Inflatie Praktische opdracht Economie Inflatie Praktische-opdracht door een scholier 1658 woorden 20 juni 2005 6,9 44 keer beoordeeld Vak Economie Wat is Inflatie? Wat is inflatie en wat is een prijsindexcijfer?

Nadere informatie

Nut & noodzaak MIRT-projecten. Review van het gebruik van economische scenario s bij doorrekening van MIRT-projecten

Nut & noodzaak MIRT-projecten. Review van het gebruik van economische scenario s bij doorrekening van MIRT-projecten Nut & noodzaak MIRT-projecten Review van het gebruik van economische scenario s bij doorrekening van MIRT-projecten Overzicht Korte introductie CE Delft Achtergrond Aanleiding en doel van het onderzoek

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Rookremmers 1 maximumscore 2 De genoemde bijkomende/onbedoelde (maatschappelijke)

Nadere informatie

Inhoud presentatie. Netwerkanalyse Ring Utrecht Wat levert het op? 1. Achtergronden Netwerkanalyse Utrecht. 1. Achtergronden Netwerkanalyse Utrecht

Inhoud presentatie. Netwerkanalyse Ring Utrecht Wat levert het op? 1. Achtergronden Netwerkanalyse Utrecht. 1. Achtergronden Netwerkanalyse Utrecht Netwerkanalyse Ring Wat levert het op?, 14 maart 2007 PLATOS-colloquium Inhoud presentatie 1. Achtergronden Netwerkanalyse 4. Resultaten en gevoeligheidsanalyses 5. Tot slot Niels Hoefsloot 1. Achtergronden

Nadere informatie

Externe en infrakosten van lucht- en zeevaart. Huib van Essen, 21 november 2014

Externe en infrakosten van lucht- en zeevaart. Huib van Essen, 21 november 2014 Externe en infrakosten van lucht- en zeevaart Huib van Essen, 21 november 2014 Doel en scope van de studie Update van de studie De prijs van een reis uit 2004 Overzicht van: Externe kosten van verkeer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 Nota over de toestand van s Rijks Financiën Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden 1. Inleiding Ten tijde van het schrijven van de kadernota 2016 wordt nog volop gewerkt aan de uitwerking van het proces Kracht#15. Voor het besluitvormingsproces dient de Kadernota 2016 in januari 2015

Nadere informatie

Effecten op de koopkracht variant A en variant B Anders Betalen voor Mobiliteit/ ABvM

Effecten op de koopkracht variant A en variant B Anders Betalen voor Mobiliteit/ ABvM Effecten op de koopkracht variant A en variant B Anders Betalen voor Mobiliteit/ ABvM Samenvatting belangrijkste resultaten Op verzoek van V&W heeft SZW een eerste inschatting gemaakt van de koopkrachteffecten

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting... Treingebruik gaat stijgen Het treingebruik groeit in de periode 2000-2020 met gemiddeld 0,9 tot 1,5% per jaar. Deze verwachte groei is hoger dan de groei die tussen 1991 en 2006 daadwerkelijk

Nadere informatie

Reactie op SEO-studie naar welvaartseffecten van splitsing energiebedrijven

Reactie op SEO-studie naar welvaartseffecten van splitsing energiebedrijven CPB Notitie Datum : 6 juli 2006 Aan : Ministerie van Economische Zaken Reactie op SEO-studie naar welvaartseffecten van splitsing energiebedrijven 1 Inleiding Op 5 juli 2006 heeft SEO, in opdracht van

Nadere informatie

ZO BEPAAL JE VOORRAAD- EN BESTELKOSTEN! Een pragmatische aanpak

ZO BEPAAL JE VOORRAAD- EN BESTELKOSTEN! Een pragmatische aanpak ZO BEPAAL JE VOORRAAD- EN BESTELKOSTEN! Een pragmatische aanpak Ir. Paul Durlinger September 2013 Zo bepaal je voorraad- en bestelkosten! Voorraad- en bestelkosten helpen de onderneming een gefundeerde

Nadere informatie