Egelbeek Vaassen: Hydrobiologische evaluatie van de uitgevoerde herstelmaatregelen in de periode
|
|
- Patricia Mulder
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Egelbeek Vaassen: Hydrobiologische evaluatie van de uitgevoerde herstelmaatregelen in de periode Eendagsvlieg Ephemera danica langs de middenloop van de Egelbeek ( )
2 Egelbeek Vaassen: Hydrobiologische evaluatie van de uitgevoerde herstelmaatregelen in de periode Alexander Klink Hydrobiologisch Adviesburo Klink rapporten en mededelingen nr Februari 2019 (HAK Project 561) In opdracht van het Waterschap Vallei en Veluwe Contactpersoon Ienke Bogert-Spijkerboer Boterstraat 28 Tel CW Wageningen Hydrobiologisch Adviesburo Klink. Alles uit dit rapport mag op één of andere manier worden vermenigvuldigd mits er op de juiste wijze verwezen wordt naar dit rapport en de auteur(s). Dit rapport is gedrukt op chloorvrij gebleekt papier. De omslag is gemaakt van Pvc-vrije kunststof Het rapport is te downloaden op tab. Bibliografie onder het betreffende projectnummer
3 Egelbeek Vaassen: Hydrobiologische evaluatie van de uitgevoerde herstelmaatregelen in de periode Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... I 1. SAMENVATTING INLEIDING METHODEN RESULTATEN CONCLUSIES LITERATUUR i
4 2
5 Egelbeek Vaassen: Hydrobiologische evaluatie van de uitgevoerde herstelmaatregelen in de periode Samenvatting In de periode is een hydrobiologisch onderzoek uitgevoerd in de Egelbeek om de effecten van de herstelmaatregelen voor de macrofauna te evalueren. De uitgevoerde maatregelen zijn: 2009 Sanering riooloverstorten Kouwenaarspad en Kouwenaarsweg door aanleg bergbezinkbassins Afkoppeling Nieuwe Beek Beek verlegd bij Kouwenaarsweg en de Poel. Aanleg vistrap, natuurvriendelijke oevers en planten knotwilgen bij de Poel Aanleg kistbeschoeiing in vier buitenbochten Monding verlegd en aangetakt op de Grift (i.p.v. via duiker op Apeldoorns Kanaal) Opschoning gehele beektraject en verruimen van enkele duikers Verwijderen toplaag Korte Broek Aanleg nieuwe B-watergang Korte Broek en dichtschuiven afvoersloten naar bovenloop Egelbeek. Deze maatregelen hebben slechts op 2 monsterpunten geleid tot een significante verbetering van de KRW-score. Op één locatie is zelfs sprake van een significante daling in de KRW-score gedurende de onderzoeksperiode. Vergelijking van de KRW-score uit 1980 met de periode levert geen toename op van de KRW score. De diversiteit van kenmerkende en zeldzame soorten is echter wel spectaculair toegenomen van 8 naar 48 soorten. Deze verbetering in de biodiversiteit is opgetreden tussen 1980 en 2010 en van 2010 tot Daarna stagneert het herstel. Mogelijk heeft sanering van de overstorten in 2009 en afkoppeling van de Nieuwe Beek in 2010 het herstel ingezet en hebben de inrichtingsmaatregelen in 2011 een verdere verbetering gestimuleerd. Duidelijk is dat het simpelweg hanteren van de KRW-score als maat voor ecologisch herstel veel minder gevoelig is dan het volgen van de ontwikkeling van kenmerkende en zeldzame soorten. In het Korte Broek heeft de omvorming van bovenloop naar doorstroommoeras er toe geleid dat de zeldzame Beekoeverlibel (Orthetrum coerulescens) hier nu talrijk voorkomt evenals in vergelijkbare natuurontwikkelingsgebieden (Brochard et al., 2012). 3
6 Inleiding 2. Inleiding In 2007 is een Raamplan gemaakt voor de Vaassense Beken, met daarin het oplossen van een aantal knelpunten ten aanzien van de afvoer, inrichting, beheer en onderhoud. De Beekprik, een doelsoort die voorkomt in de Egelbeek, zal door uitvoering van dit plan zijn leefgebied zien verbeteren (Visser et al., 2010). Het huidige onderzoek is er op gericht om de veranderingen van de macrofaunasamenstelling op verschillende locaties in de beek te meten en te analyseren of mogelijke veranderingen toe te schrijven zijn aan de uitgevoerde ingrijpen. Hierbij gaat het om de volgende ingrepen (gegevens WVV en GLK: Sanering riooloverstorten Kouwenaarspad en Kouwenaarsweg door aanleg bergbezinkbassins Afkoppeling Nieuwe Beek Beek verlegd bij Kouwenaarsweg en de Poel. Aanleg vistrap, natuurvriendelijke oevers en planten knotwilgen bij de Poel Aanleg kistbeschoeiing in vier buitenbochten Monding verlegd en aangetakt op de Grift (i.p.v. via duiker op Apeldoorns Kanaal) Opschoning gehele beektraject en verruimen van enkele duikers Verwijderen toplaag Korte Broek Aanleg nieuwe B-watergang Korte Broek en dichtschuiven afvoersloten naar bovenloop Egelbeek. Op kaart 1 zijn deze ingrepen in ruimtelijk verband weergegeven en zijn de monsterpunten van de macrofauna weergegeven. 4
7 Egelbeek Vaassen: Hydrobiologische evaluatie van de uitgevoerde herstelmaatregelen in de periode Kaart 1. Overzicht van de ingrepen en de ligging van de monsterpunten voor de macrofauna. De gele pinnen zijn de reguliere monsters en bij de rode pinnen is eveneens de kistbeschoeiing bemonsterd Toelichting op enkele uitgevoerde ingrepen Herstel vegetatie Korte Broek (2013) Begin 2013 is de vermestte bovengrond in het Korte Broek afgegraven en zijn de afwateringssloten naar de bovenloop van de Egelbeek deels dichtgeschoven ( Ook is een nieuwe watergang gegraven van het Korte Broek naar de Kouwenaarstraat, waar verder geen onderzoek naar is uitgevoerd. Hierdoor hebben zich in korte tijd veel kenmerkende plantensoorten van blauwgraslanden gevestigd. De meest in het oog springende soort hierbij is Moeraskartelblad. De vestiging van Geel schorpioenmos is ronduit spectaculair ( De Klimopwaterranonkel stond in de afvoersloot die is dichtgeschoven en heeft zich na de herstelmaatregelen gehandhaafd op de meest natte plekken (foto 1). 5
8 Inleiding Foto 1. Klimopwaterranonkel heeft zich gehandhaafd in het Korte Broek Kistbeschoeiing (vislunker)bij binnenbocht Kouwenaarsweg en in 4 haakse bochten in de beek tussen de Apeldoornse- en Oude Zwolseweg (2011) Kistbeschoeiingen zijn bedoeld om enerzijds erosie te voorkomen in de bochten en anderzijds om biotoop te creëren voor kleine vissoorten en ander leven in het water. De kistbeschoeiing heeft een diepte van ca. 60 cm en een hoogte van ca. 20 cm (gegevens WVV) Figuur 1. Dwarsdoorsnede van een kistbeschoeiing (Visser et al., 2010). 6
9 Egelbeek Vaassen: Hydrobiologische evaluatie van de uitgevoerde herstelmaatregelen in de periode Natuurlijker maken van de benedenloop ( ) Voorheen was de beek opgeleid en monde na kruising van de Grift uit in het Apeldoons Kanaal. Nu stroomt de beek vrij af en mondt uit in de Grift. Doordat er veel andere beken momenteel ook uitmonden op de Grift, krijgt deze zelf ook een ecologische oppepper. De eerste monstername uit de benedenloop dateert van 2012 en een vergelijk met de uitgangssituatie is niet te maken. 3. Methoden De bemonsterde locaties staan aangegeven op kaart 1. Alle monsterpunten zijn op macrofauna bemonsterd in mei/begin juni en augustus/begin september van 2010, 2012, 2014 en De reguliere monsterpunten zijn bemonsterd met een standaard macrofaunanet met een maaswijdte van 0,5 mm. De monsterlengte bedraagt 5 m en het substraat is evenredig bemonsterd naar voorkomen in het betreffende beektraject. De kistbeschoeiingen zijn uitgeveegd met een radiatorborstel over een lengte van 3 m of minder als de lunker (deels) is dichtgezand. Het stroomafwaarts meegevoerde materiaal is opgevangen in een macrofaunanet. Het bijbehorende monster in de beek zelf is genomen met een macrofaunanet (monsterlengte 3m). Alle monsters zijn gekoeld vervoerd naar het laboratorium en zijn daar binnen 48 uur levend uitgezocht. De macrofauna is in de meeste gevallen tot op soort gedetermineerd. Dit geldt ook voor de vis die bij toeval tijdens dit onderzoek met het macrofaunanet is verzameld. Van de macrofauna is de KRW-score berekend (QBWat 6.01). Ook zijn gedurende de onderzoeksperiode het voorkomen van kenmerkende en 7
10 Resultaten zeldzame vergeleken. Aan de vis zijn geen verdere gegevens geanalyseerd omdat deze bij toeval zijn verzameld in zeer lage aantallen. In bijlage 1 wordt een overzicht gegeven van de abiotische gegevens van de monsters en de KRW-score. 4. Resultaten Van iedere locatie zijn tijdens de bemonstering foto s gemaakt. In bijlage 2 zijn deze foto s verzameld en gerangschikt van bovenloop (Korte Broek mp ) naar het meest benedenstroomse monsterpunt (201020). Als eerste volgt een algemene beschrijving van de Egelbeek. De monsters die zijn geanalyseerd tijdens dit onderzoek, zijn beoordeeld op de KRW-score met behulp van het programma QBWat ( 6.01&d= &p=C:/QBWat/qbwat600&mand= ) Hierbij wordt de ecologische kwaliteit van de Egelbeek in lengteprofiel en in de tijd ( ) beoordeeld. Alle monsterpuntn zijn ingedeeld in de macrofaunameetlat R4b, met uitzondering van Korte Broek na vergraving in 2013 waarin de beekbovenloop is veranderd in een doorstroommoeras (R19). In beide sittuaties is de macrofauna proportioneel bemonsterd naar het oppervlak van de aanwezige habitats. Vervolgens worden de KRW-scores van de reguliere monsters vergeleken met die in de kistbeschoeiingen. Daarna worden de voor dit beektype (R4b)en doorstroommoeras (R19), de kenmerkende soorten per monsterpunt vergeleken in de tijd om inzicht te krijgen in het verloop van deze indicatoren. Tenslotte wordt een overzicht gegeven van de zeldzame soorten die tijdens dit onderzoek zijn aangetroffen en ook of er in de onderzoeksperiode (invasieve) exoten zijn aangetroffen. 8
11 Egelbeek Vaassen: Hydrobiologische evaluatie van de uitgevoerde herstelmaatregelen in de periode Algemene beschrijving van de Egelbeek In de Egelbeek zijn 4 min of meer duidelijke trajecten te onderscheiden: Korte Broek (mp ) Beek in de bosrand (mp en ) Middenloop in open landschap met steil talud (mp /600516, , , en ) Benedenloop met glooiende oevers en grind in de bodem (mp en ) Korte Broek (foto 1 en 2) Het meest bovenstrooms is de afwateringsloot in de Korte Broek, die afwijkt van de rest van de beek door een overwegende slibbodem met een laag ijzeroer en draadalg in de periode Foto 1. Korte Broek (mp ) in mei Nadat de toplaag in 2013 is afgevoerd en de sloot is dichtgeschoven, is de stroming goeddeels verdwenen en treedt sterke verlanding op. Momenteel stroomt het water oppervlakkig af door de vegetatie (foto 2) om uit te monden in de Egelbeek die hier in de bosrand loopt 9
12 Resultaten Foto 2. Korte Broek (mp ) in mei Egelbeek in de bosrand (foto 3 en 4) De beek is hier zeer ijzerrijk en op het meest bovenstroomse monsterpunt (201110) staan velden met Dotterbloem. Beschoeiing ontbreekt hier en in de periode is dit traject onveranderd gebleven (foto 3). Foto 3. Egelbeek in de bosrand (mp ) in mei Even benedenstrooms op mp is de beek breder en ondieper en zijn nog restanten van een beschoeiing aanwezig (foto 4) 10
13 Egelbeek Vaassen: Hydrobiologische evaluatie van de uitgevoerde herstelmaatregelen in de periode Foto 4. Egelbeek in de bosrand (mp ) in augustus Middenloop van de Egelbeek (foto 5 tm. 7) Als de Egelbeek ter hoogte van de Kouwenaarsweg uit de bosrand komt, verandert het karakter van de beek. De oevers worden steiler en de schaduw valt weg, waardoor waterplanten uitbundig tot ontwikkeling komen. De afzetting van ijzerroer op de bodem blijft zichtbaar. In het bovenstroomse deel is in de rechte loop (mp ; foto 5) een bocht gegraven (mp ; foto 6). Foto 5. Egelbeek langs Kouwenaarsweg (mp ) in augustus
14 Resultaten Foto 6. Egelbeek langs Kouwenaarsweg (mp ) in september In de vier benedenstrooms hiervan gelegen monsterpunten zijn in 2011 kistbeschoeiingen aangebracht in de buitenbochten. Dit is een experiment om erosie in de buitenbocht te beperken en een nieuw biotoop te creëren voor kleine vissoorten (foto 7). Foto 7. Kistbeschoeiing op mp Benedenloop van de Egelbeek (foto 8-10) De benedenloop (mp en ) van de Egelbeek wordt gekenmerkt door oevers met gering talud, grind op de bodem van de beek en nog maar weinig sporen van ijzeroer (foto 8). 12
15 Egelbeek Vaassen: Hydrobiologische evaluatie van de uitgevoerde herstelmaatregelen in de periode Foto 8. Beek met grind op de bodem (mp augustus 2012). In 2012 is de benedenloop heringericht (foto 9) Foto 9. Meest benedenstroomse monsterpunt ( mei 2012). Na oplevering wordt dit deel van de beek niet verder onderhouden en groeit vol met Riet en Els (foto 10). 13
16 Resultaten Foto 10. Zes jaar na oplevering in mei 2018 (vergelijk met foto 9) KRW-beoordeling Egelbeek De reguliere monsterpunten zijn afzonderlijk en als gemiddelde over de periode beoordeeld m.b.v. QBWat 6.01 (Pot, 2018). Het beektype waarop getoetst is R4b (permanent stromende bovenloop op zand met een verhang > 1 m/km) en het Korte Broek is na de herinrichting in 2013 getoetst als doorstroommoeras (R19). De KRWscore voor de macrofauna is opgebouwd uit drie elementen: Positief dominante soorten (bv. eendagsvlieg Baetis vernus) Negatief dominante soorten (bv. pissebed Asellus aquaticus) Kenmerkende soorten (bv. eendagsvlieg Ephemera danica) De score stijgt naarmate de positief dominanten en kenmerkende soorten de overhand krijgen over de negatief dominanten soorten KRW-score in het lengteprofiel Op foto 11 zijn de monsterpunten ingetekend met daarbij de KRWbeoordelingsklassen (geel = matig en groen = goed). Hierbij zijn de KRW-scores per monsterpunt gemiddeld over de periode
17 Egelbeek Vaassen: Hydrobiologische evaluatie van de uitgevoerde herstelmaatregelen in de periode Foto 11. KRW-beoordeling van de macrofauna (geel = matig en groen = goed) gemiddeld over de periode Alleen het monsterpunt in de Korte Broek (201080) scoort matig. De overige monsterpunten scoren goed op de KRW-maatlat KRW-score in de tijd De KRW-score in de tijd is op 2 manieren inzichtelijk gemaakt: Gemiddelde score van alle monsters van de Egelbeek/jaar (excl. Korte Broek). KRW-scores van de afzonderlijke monsters per datum van bemonstering. De eerste optie leidt tot figuur 2. Hierbij is de score uit 1980 berekend uit de basisgegevens in Popma (1982). 15
18 Resultaten KRW-score 0,9 0,8 1 0,7 0,6 0,8 0,5 0,6 0,4 0,3 0,4 0,2 0,2 0,1 0 0 KRW-score (+ 95% bi) bi) gemiddeld per jaar per (excl. jaar Korte (excl. Broek) Korte Broek) Figuur 2. Gemiddelde KRW-score (+ 95% betrouwbaarheidsinterval) van alle monsters in de Egelbeek per jaar. Uit figuur 2 blijkt dat de KRW-score in de periode geen duidelijke trend vertoont. Opmerkelijk is dat de maximale score wordt bereikt in zowel 1980 als De score uit 2018 is significant hoger dan die in 2012 en In figuur 3 zijn de KRW-scores weergegeven voor alle afzonderlijke monsters gedurende de onderzoeksperiode. Ook is een trendlijn berekend om te zien of significante veranderingen zijn opgetreden in de periode
19 Egelbeek Vaassen: Hydrobiologische evaluatie van de uitgevoerde herstelmaatregelen in de periode Figuur 3. KRW-scores van de afzonderlijke monsterpunten in de periode De ingetekende trendlijnen geven significante verschillen aan bij R 2 0,50. Bij een stijgende trend is de lijn groen en bij een dalende trend, rood. Bij een niet significante trend is de trendlijn in zwart weergegeven. Op de monsterpunten en is een significante verbetering in de KRW-score opgetreden. Op monsterpunt is stijging van de KRW-score net niet significant. Op mp is sprake van een duidelijke neerwaartse trend. Duidelijke oorzaken voor deze trends zijn niet achterhaald. Een positief effect als gevolg van de sanering van de riooloverstort (net bovenstrooms ), afkoppeling van de Nieuwe Beek (2010 bovenstrooms ) en dichtschuiven Korte Broek (2013) zou behalve op monsterpunt ook effect moeten hebben gehad op de monsterpunten en Dit is niet het geval. Ook de oorzaak van de neerwaartse trend op monsterpunt is niet achterhaald. 17
20 Resultaten 4.3. Kistbeschoeiing (lunker) een toegevoegde waarde? KRW-score bodem versus kistbeschoeiing In tabel 1 wordt een overzicht gegeven van de KRW-score op de locaties met een kistbeschoeiing in vergelijking met het reguliere monster van bodem (met vegetatie). Tabel 1. Vergelijking KRW-score bodem-kistbeschoeiing. Monsterpunt Datum bodem lunker bodem lunker bodem lunker bodem lunker ,67 0,59 0,52 0,71 0,69 0,60 0,66 0, ,55 0,61 0,59 0,60 0,65 0,68 0, ,59 0,51 0,52 0,64 0,54 0, ,59 0,64 0,65 0,66 0,63 0, ,76 0,69 nb nb nb nb 0,75 0, ,67 0,61 nb nb nb nb 0,67 0,69 gemiddelde 0,64 0,61 0,57 0,65 0,63 0,60 0,69 0,74 Toelichting: nb = niet bemonsterd; grijs is dichtgezand. Alleen op en is de kistbeschoeiing opengebleven gedurende de gehele periode. Op was de beschoeiing in augustus 2012 al dichtgezand. Op was dat vanaf 2014 het geval, maar kon in 2018 wat uitstekende wortels worden bemonsterd. Deze beschoeiing heeft voor kleine vis alleen in 2012 gefunctioneerd. De KRW-score schommelt rond tussen de klassen matig en goed. De gemiddelde waarden tussen het reguliere monster en de lunker verschillen niet significant van elkaar. 18
21 Egelbeek Vaassen: Hydrobiologische evaluatie van de uitgevoerde herstelmaatregelen in de periode Aangetroffen vissen in en buiten de kistbeschoeiing In tabel 2 staat een overzicht van de vissen die tijdens de bemonstering van de macrofauna als bijvangst zijn aangetroffen in de reguliere monsters in de beek en in de kistbeschoeiing. Tabel 2. Vissen aangetroffen in de beek en de kistbeschoeiing ter plaatse. Monsterpunt Jaar Bodem + vegetatie Beekprik 2 1 Bermpje Rivierdonderpad 1 3-Doornige stekelbaars 1 10-Doornige stekelbaars 1 Kistbeschoeiing Beekprik 1 Bermpje 2 5 Toelichting: grijs is dichtgezand. In het eerste jaar (2012) dat de kistbeschoeiingen zijn bemonsterd, zijn er in totaal 1 Beekprik en 7 Bermpjes in aangetroffen. In de beek ter plaatse zijn in dat jaar 2 Beekprikken, 2 Bermpjes, 1 Rivierdonderpad, 1 3-Doornig en 1 10-Doornig stekelbaarsje verzameld. In de daaropvolgende jaren is in de kistbeschoeiing geen vis meer gevangen. Ook in de beek zelf was de vangst matig met 1 Beekprik (2018) en 1 Bermpje (2014). 19
22 Resultaten 4.4. Veranderingen in voorkomen van de kenmerkende soorten In deze paragraaf wordt het voorkomen van de kenmerkende soorten in de periode geëvalueerd. Daarnaast zijn er gepubliceerde gegevens uit 1980 die inzicht geven in de situatie een kleine 40 jaar geleden (Oosterloo en Pex, 1982). In dat onderzoek zijn in de Egelbeek 8 monsters genomen op vergelijkbare of dezelfde locaties als in dit onderzoek. Alle veldgegevens zijn terug te vinden in het rapport van Popma (1982), evenals al het overige macrofaunaonderzoek uit die periode aan de beken op de Veluwe. In tabel 3 wordt een overzicht gegeven van 34 kenmerkende soorten die in de Korte Broek en Egelbeek zijn aangetroffen in 1980 en tijdens dit onderzoek. Tabel 3. Status van de kenmerkende soorten in de Egelbeek in 1980 en in de periode Kenmerkende soorten Trendlijn Status Procloeon bifidum Sialis fuliginosa Thienemanniella majuscula Paracladopelma camptolabis Goera pilosa Nieuw Epoicocladius ephemerae Gyrinus substriatus Beraeodes minutus Velia caprai Elmis aenea Adicella reducta Toenemend Oxyethira Polycelis felina Sperchon squamosus Arrenurus cylindratus Tijdelijke Brychius elevatus vestiging Polypedilum pedestre Simulium aureum Simulium erythrocephalum Orectochilus villosus Ephemera danica Wettina podagrica Limnius volckmari Hydropsyche pellucidula Bestendig Notidobia ciliaris Brillia bifida Heterotrissocladius marcidus Eukiefferiella brevicalcar Sperchon setiger Afnemend Anabolia nervosa Eukiefferiella claripennis Thienemanniella flaviforceps Verdwenen Silo nigricornis Pedicia rivosa ? Aantal kenmerkende soorten Toelichting: Getallen zijn het percentage van het totaal aantal monsters waarin de betreffende soorten zijn aangetroffen. De trendlijntjes hebben alleen betrekking op de periode
23 Egelbeek Vaassen: Hydrobiologische evaluatie van de uitgevoerde herstelmaatregelen in de periode Wat direct opvalt in tabel 3 is het geringe aantal kenmerkende soorten in 1980 in vergelijking met het huidige onderzoek. Het enige verschil in methodiek tussen 1980 en nu is, dat tegenwoordig watermijten ook worden gedetermineerd en dat was in 1980 nog niet het geval. Dit heeft maximaal een onderschatting van 3 kenmerkende soorten in 1980 tot gevolg (Sperchon setiger, S. squamosus en Wettina podagrica zijn watermijten). Ook de gemeten stroomsnelheid (alle > 25 cm/s) in 1980 ligt binnen de, tijdens dit onderzoek gemeten, range van 9-50 cm/s (excl. Korte Broek) bij een gemiddelde van 27 cm/s. Het grote verschil in kenmerkende soorten moet merendeels het gevolg van een daadwerkelijke vooruitgang in de kwaliteit van de levensgemeenschap in die periode. Alleen de vlieg Pedicia rivosa, destijds aangetroffen in en is tijdens het huidige onderzoek niet verzameld. De huidige status van deze soort op de Veluwe is niet achterhaald. Binnen de onderzoeksperiode zijn ook verschuivingen aanwezig in de kenmerkende soorten. Van 8 soorten lijkt vestiging te hebben plaatsgevonden na inrichting. Nog eens 4 soorten lijken toegenomen te zijn. Een groep van 7 soorten lijkt zich tenminste tijdelijk gevestigd te hebben en 8 soorten komen bestendig voor in de onderzoeksperiode. Twee soorten vertonen een afnemende trend en 4 soorten zijn in 2018 of al eerder niet meer aangetroffen Landelijk zeldzame soorten in de Egelbeek Op basis van de traits database van de WEW (2012) zijn er tijdens dit onderzoek in de Egelbeek 10 zeer zeldzame (zz) en 16 zeldzame (z) soorten waargenomen. In Klink (2012) wordt de verspreiding gegeven van de zeer zeldzame soorten. In de periode na 2012 zijn er nog 3 bijgekomen: De Beekoeverlibel (Orthetrum coerulescens) en twee watermijten (Lebertia dubia en L. stigmatifera). Helaas is de database van Limnodata uit de lucht en is de landelijke verspreiding niet meer eenvoudig op te zoeken. Van deze 26 zeldzame soorten komen er slechts 12 voor in de type R4 maatlat van de KRW en 9 soorten in andere maatlatten dan R4. Vijf zeldzame soorten komen helemaal niet voor in de KRW maatlatten. In tabel 4 wordt een overzicht gegeven van de zeldzame soorten in de onderzoeksperiode en ook hier aangevuld met de gegevens uit 1980 (Popma, 1982). 21
24 Resultaten Tabel 4. Status van de zeldzame soorten in de Egelbeek in 1980 en in de periode Zeldzame soorten NL status Trendlijn Status Oxus setosus zz Orthetrum coerulescens zz Epoicocladius ephemerae zz Micropsectra junci zz Rheotanytarsus muscicola zz Nieuw Stempellinella brevis zz Lebertia stigmatifera z Procloeon bifidum z Lebertia rivulorum zz Hygrobates fluviatilis z Lebertia fimbriata z Sperchon clupeifer z Wettina podagrica z Limnius volckmari z Bestendig Orectochilus villosus z Adicella reducta z Notidobia ciliaris z Eukiefferiella brevicalcar z Rheotanytarsus photophilus z Lebertia dubia zz Brychius elevatus zz Macropelopia notata zz Tijdelijke Polypedilum pedestre z Micropsectra roseiventris z vestiging Sperchon setiger z Afnemend Silo nigricornis z Verdwenen Aantal zeldzame soorten Toelichting: Als tabel 3. Ook wat het de zeldzame soorten in de Egelbeek betreft, is de huidige situatie onvergelijkbaar gunstiger dan in 1980, toen het Viltig schrijvertje (Orectochilus villosus) de enige zeldzame soort was. Evenals bij de kenmerkende soorten is ook het aantal zeldzame soorten sterk gestegen na Er zijn 8 nieuwe soorten geturfd, waarbij de vestiging van de Beekoeverlibel (Orthetrum coerulescens) een direct gevolg is van de ingrepen in de Korte Broek (afvoeren toplaag en dichtschuiven sloten). Ook in andere voedselarmere natuurontwikkelingsterreinen doet deze soort het goed (Brochard et al., 2012). 11 Zeldzame soorten lijken bestendig aanwezig in de beek en voor 5 soorten lijkt sprake van een tijdelijke vestiging. De kokerjuffer Silo nigricornis lijkt verdwenen te zijn en opmerkelijk genoeg heeft de nauw verwante soort Goera pilosa de Egelbeek juist gekoloniseerd vanaf 2012 (tabel 3). Beide zijn alleen aangetroffen in het traject Het enige traject waar ze het grind voor hun huisje kunnen vinden (zie figuur 4). 22
25 Egelbeek Vaassen: Hydrobiologische evaluatie van de uitgevoerde herstelmaatregelen in de periode Figuur 4. Huisje van Goera pilosa ca. 5 x vergroot (uit Lepneva, 1966). Het feit dat er in de Egelbeek 48 kenmerkende en zeldzame soorten voorkomen is een bewijs voor de enorme biodiversiteit in deze beek. Deze rijkdom is het gevolg van de permanente stroming van cm/s met diep opkwellend grondwater. Ook regionaal en landelijk blijkt dat de Egelbeek van grote ecologische waarde is. Zoals ook blijkt dat de Veluwe een leefgebied is voor soorten die elders vaak alleen nog verspreid voorkomen in refugia. Verder moet nog worden gemeld dat er een (als pop en larve) nog onbeschreven soort dansmug (Cladotanytarsus) is aangetroffen in de Egelbeek in 11 monsters uit alle jaren en geconcentreerd in de midden- en benedenloop. Er zijn 4 larven ingestuurt naar Naturalis voor DNA onderzoek, maar helaas werd geen DNA signaal gedetecteerd. Met een larve uit 2018 wordt een nieuwe poging gedaan. Helaas is het nog niet gelukt om volwassen mannetjes te verzamelen, die meer duidelijkheid kunnen verschaffen of het hier een nieuwe soort voor de wetenschap betreft. Voorlopig heeft deze soort de werktitel Cladotanytarsus egelbeek gekregen Invasieve exoten Invasieve exoten vormen zowel op land als in het water een serieuze bedreiging voor de inheemse biodiversiteit. Voor het zoete oppervlaktewater zorgen vooral exotische vissoorten en kreeftachtigen voor problemen omdat ze concurrenten zijn van inheemse vertegenwoordigers. Zo vormt de Kaspische Zwartbekgrondel in beekmondingen een serieuze bedreiging voor de Bermpjes en Rivierdonderpadden( wartbekgrondel). De Kaspisch vlokreeft Dikerogammarus villosus (killer shrimp) is berucht in grote rivieren en stilstaande wateren omdat hij de inheemse macrofauna verdringt ( pexoten.nl%2fmeetings%2fthemadag2008%2fgittenberger.pdf). In de grote rivieren is deze vlokreeft verantwoordelijk voor het verdwijnen van de inheemse Eendagsvliegen en Kokerjuffers (Schöll, 2012). 23
26 Discussie In de Egelbeek is deze soort nog niet gesignaleerd. Wel is de vlokreeft Gammarus roeseli, geen exoot, maar een soort van langzamer stromende grotere wateren in 2018 voor het eerst in de onderzoeksperiode in de Egelbeek verzameld in de benedenloop. Voorheen monde de Egelbeek via een duiker onder de Grift uit in het Apeldoorns Kanaal. Momenteel is er een directe uitmonding in de Grift. De kolonisatie van G. roeseli kan een aanwijzing zijn dat het risico toeneemt dat invasieve exoten de Egelbeek kunnen bereiken. 5. Discussie 5.1. Herstelmaatregelen en KRW-score De herstelmaatregelen die leidden tot de afname van de chemische belasting van de Egelbeek zijn uitgevoerd in 2009 (sanering overstorten) en 2010 (afkoppelen Nieuwe Beek). De monitoring van de macrofauna is pas in 2010 gestart, dus een duidelijke 0-meting van vóór de sanering ontbreekt. De herstelmaatregelen die daarna zijn uitgevoerd hebben vooral betrekking op morfologische verbeteringen. De respons van beide type maatregelen heeft op de meeste locaties niet geleid tot een verbetering van de KRW-score in de Egelbeek in de periode Uitzonderingen hierop zijn het meest bovenstroomse punt in de beek (201110) en het punt direct benedenstrooms van de Apeldoornseweg (601012). De uiterste benedenloop (201020), ligt nu in een Elzenbroekbos en vertoont ook een (net niet significante) verbetering van de KRW-score. Om nog onduidelijke redenen is de KRW-score op sterk afgenomen in de periode (in 2018 konden geen monsters genomen worden). In het Korte Broek was de KRW-score voor de herinrichting matig als beekbovenloop. Na de herinrichting tot een doorstroommoeras in 2013 is de score nog steeds matig. Het gebied is echter nog volop in ontwikkeling, met vooral opslag van Elzen als aspectbepalende factor. 24
27 Egelbeek Vaassen: Hydrobiologische evaluatie van de uitgevoerde herstelmaatregelen in de periode Een positieve ontwikkeling is het talrijke optreden van de zeldzame Beekoeverlibel (Orthetrum coerulescens) die het ook in vergelijkbare natuurontwikkelingsgebieden goed doet (Brochard et al., 2012). Indien de KRW-score als enige parameter zou worden gehanteerd bij de evaluatie van de herstelmaatregelen, dan zou de conclusie getrokken kunnen worden dat de herstelmaatregelen niet hebben geleid tot een duidelijk ecologisch herstel van de Egelbeek Herstelmaatregelen en biodiversiteit In de periode stijgt het aantal kenmerkende soorten in de Egelbeek van 7 naar 20. In de periode tijdens en na de recente herstelmaatregelen ( ) fluctueert het aantal kenmerkende soorten van 18 in 2010 via 27 (2014) naar 20 in De zeldzame soorten zijn in 1980 slechts vertegenwoordigd met één soort en in 2018 zijn er 20 zeldzame soorten aangetroffen. In de periode stijgt het aantal zeldzame soorten wel aanzienlijk van 13 naar Soorten ,8 0,6 0,4 0,2 KRW-score Jaar 0 Kenmerkende soorten Zeldzame soorten KRW-score Figuur 5. Verloop van KRW-score en aantallen kenmerkende en zeldzame soorten in de periode In totaal neemt de biodiversiteit van kenmerkende en zeldzame soorten toe van 8 in 1980 naar 48 in de periode Omdat het aandeel kenmerkende soorten geen aanleiding hebben gegeven voor een stijging van de KRW-score is gekeken of het aandeel negatief dominante soorten hierop mogelijk van invloed is geweest (figuur 6). 25
28 Discussie Aaneel Aandeel neg. neg. dom. % Jaar Jaar 11 0,8 0,6 0,6 0,4 0,4 0,2 0,2 0 0 KRW-score Negatief dominante soorten KRW-score Figuur 6. Verloop van KRW-score en het aandeel negatief dominante soorten in de periode Uit figuur 6 blijkt dat het aandeel negatief dominante soorten een grillig verloop vertoont over de betreffende periode en dat deze factor in de berekening van de KRW-score niet kan verklaren waarom de stijging in de kenmerkende soorten niet leidt tot een noemenswaardige stijging in de KRW-score. Op basis van de toename in biodiversiteit over de periode kan worden vastgesteld dat een sterke verbetering is opgetreden tussen 1980 en 2010, en tussen 2010 en Daarna stagneert de verbetering. Het herstel tot 2010 is mogelijk het gevolg van de sanering van de overstorten (2009) en het afkoppelen van de Nieuwe Beek (2010). Het verdere herstel tot 2012 kan ook nog het gevolg zijn van een verbeterde waterkwaliteit in combinatie met de uitgevoerde inrichtingsmaatregelen. Het verloop in de biodiversiteit maakt duidelijk dat dit een gevoeliger instrument is om de ecologische ontwikkelingen te volgen dan het simpelweg hanteren van de KRW-score Hebben kistbeschoeiingen een toegevoegde waarde? De helft van de kistbeschoeiingen is na 1 of 2 jaar dichtgezand en functioneert als een normale beschoeiing. Op de overige 2 locaties zijn de kisten gedurende de periode opengebleven. De KRWscore voor de macrofauna is niet anders dan die in de beek en voor kleine vis hebben de kistbeschoeiingen niet meer opgeleverd dan de monsters in de beek zelf. Hierbij moet worden aangetekend dat de bemonstering heeft plaatsgevonden met een macrofaunanet en dat speciaal visgerei, andere resultaten kan hebben opgeleverd. 26
29 Egelbeek Vaassen: Hydrobiologische evaluatie van de uitgevoerde herstelmaatregelen in de periode
30 Literatuur 6. Literatuur Brochard, C., Groenendijk, D., Ploeg, E. van der, Termaat, T., 2012 Fotogids larvenhuidjes van libellen KNNV Uitgeverij Zeist 320 pp. Lepneva, S.G., 1966 Fauna of USSR, Trichoptera : larvae and pupae of Integripalpia [Russisch] Zool. Inst. Acad. Sci. USSR N.S. 88 2(2): 560 pp. Oosterloo, W., Pex, B., 1981 Een hydrobiologische onderzoek naar de makrofauna in de Egelbeek Rapp. Zuiv. Veluwe 24 pp. + bijl. Pot, R., QBWat. Versie Vallenduuk, H.J., Moller Pillot, H.K.M.,2007 Chironomidae larvae. General ecology and Tanypodinae KNNV Publishing144 pp. Visser, R., Broersma, L., Reimerink, H.,2010 Ontwerp uitvoeringsplan bovenen middenloop Egelbeek en A-watergangen Grontmij Rapport :23 pp. Werkgroep ecologisch waterbeheer, 2012 WEW traits database mei 2012 Excel sheets Werkgroep sprengen en beken op de Veluwe, 1982 Beken op de Veluwe. Onderzoek naar de mogelijkheden voor herstel en behoud. Eindrapport 112 pp. + bijl. 28
Egelbeek Vaassen: Hydrobiologische evaluatie van de uitgevoerde herstelmaatregelen in de periode
Egelbeek Vaassen: Hydrobiologische evaluatie van de uitgevoerde herstelmaatregelen in de periode 2010 2011 Kistbeschoeiing in de Egelbeek (mp. 601012) Alexander Klink Hydrobiologisch Adviesburo Klink rapporten
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2010 Indicator 27 november 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1990 2010 Indicator 14 mei 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1990 2016 Indicator 11 juli 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2008 Indicator 15 juli 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt
4.5 Riviervis. Erwin Winter en Joep de Leeuw, RIVO
4.5 Erwin Winter en Joep de Leeuw, RIVO (erwin.winter@wur.nl) De toestand van veel riviervissen is verbeterd sinds het dieptepunt in de jaren zeventig, maar de visstand is nog ver verwijderd van de situatie
MONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012
MONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012 WATERSCHAP AA EN MAAS 20 september 2012 076534150:0.7 - Definitief C01012.100177.0100 5 Waterschap Aa en Maas Hevelpassage Kaweise Loop 5.1 KAWEISE
Herinrichting Hagmolenbeek Meer berging, meer stroming, meer fauna
Herinrichting Hagmolenbeek Meer berging, meer stroming, meer fauna Rob van Dongen, Waterschap Vechtstromen Met dank aan Pieter Jelle Damsté & Friso Koop Inhoud presentatie 1. Opgave Hagmolenbeek 2. Korte
Ecologisch herstel van twee nieuwe beektrajecten in de bovenlopen van de Kleine Nete
Ecologisch herstel van twee nieuwe beektrajecten in de bovenlopen van de Kleine Nete Alain De Vocht Centrum voor Milieukunde, Universiteit Hasselt, Agoralaan, Geb. D, 3590 Diepenbeek, Belgium alain.devocht@uhasselt.be
Ecologische monitoring; standaardisatie?
Ecologische monitoring; standaardisatie? Auteur: H.E. Keizer-Vlek Methode zou moeten afhangen van het doel Maar data worden vaak voor meerdere doeleinden gebruikt: vaststellen ecologische toestand detecteren
Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen
Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen 1 Wijze van citeren: Boets P., Dillen A., Malfroid D., Poelman E. (2017). Visstandsonderzoek
4.7 Exoten. Bram bij de Vaate, RIZA en Erwin Winter, RIVO
.7 Bram bij de Vaate, RIZA (b.bdvaate@riza.rws.minvenw.nl) en Erwin Winter, RIVO (erwin.winter@wur.nl) Een aanzienlijk deel van de macrofauna op harde substraten bestaat uit exoten. Dat kan problemen opleveren
Hierdense Beek: building with nature in een Veluws beeksysteem. Peter van Beers Waterschap Vallei en Veluwe 3 maart 2016
Hierdense Beek: building with nature in een Veluws beeksysteem Peter van Beers Waterschap Vallei en Veluwe 3 maart 2016 Overzicht presentatie Overzicht presentatie: 1. Systeem & gebied 2. Wat speelt er
Herinrichting Boven Slinge. Eerste inzichten na een jaar meten. Inleiding
Herinrichting Boven Slinge Eerste inzichten na een jaar meten Inleiding Aanleiding De Boven Slinge is een bijzondere beek, niet alleen voor de Achterhoek, maar zelfs op landelijke schaal. Er zijn in ons
Oppervlaktewater in Nederland
Indicator 20 januari 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Nederland heeft een grote verscheidenheid
Ecologische monitoring
Ecologische monitoring Op dit deel van de website staan de monitoringsgegevens die Eco-Niche heeft verzameld voor de jaarlijkse ecologische monitoring van de Meeslouwerplas. Gegevens over vissen, vogels,
Geschiedenis van de Drentsche Aa
Geschiedenis van de Drentsche Aa Ontwikkeling van een beeksysteem gedurende de laatste 500 jaar Marije Langstraat Ronald Leeraar Methodiek Afbakening Gebiedsbeschrijving Ontwikkeling Systeem Stroming Structuur
veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers.
1 veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers. verbeteren van chemische water kwaliteit verbeteren van de oever stabiliteit verbeteren van de ecologische kwaliteit 2 waarom aandacht voor NVO
Herstel sprengen en Grift in Apeldoorn
Verslag excursie subgroep Realisatie op de ALV-dag 21 april 2009 Herstel sprengen en Grift in Apeldoorn Met medewerking van Wim Vilsteren en Diederik Brem (Waterschap Veluwe) Op het programma staat een
Ecologische doelstelling
Nevengeulen langs de grote rivieren Leren van de praktijk Margriet Schoor Oost Nederland Platform beek- en rivierherstel Vreugderijkerwaard, oktober 2009 14 december 2011 Waarom nevengeulen? Hoofdgeul
het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.
partner in bouwputadvies en grondwatertechniek 1/5 Project : HT140056 Park Waterrijk Hekelingen Datum : 1 September 2014 Betreft : Nota waterhuishouding Opsteller : M. (Marco) Zieverink, MSc Documentstatus
Effecten van droogte op beken
Effecten van droogte op beken Ralf Verdonschot Wageningen Environmental Research, Wageningen UR ralf.verdonschot@wur.nl Introductie Veel permanent watervoerende natuurlijke beken hebben momenteel een verminderde
NVO's en vis. Wat is het effect van NVO s op de visstand? 32 tigste bijeenkomst Vissennetwerk: KRW, Vis & Maatregelen
NVO's en vis Wat is het effect van NVO s op de visstand? 32 tigste bijeenkomst Vissennetwerk: KRW, Vis & Maatregelen Amersfoort, 24 november 2011 Carlo Rutjes & Michelle de la Haye Scoren met natuurvriendelijke
Met DNA visstand monitoren op de grote rivieren
Met DNA visstand monitoren op de grote rivieren Wouter Patberg (Koeman en Bijkerk), Jan Warmink (Sylphium molecular ecology), Hans Ruiter (Rijkswaterstaat), Bart Wullings, Edwin Kardinaal (KWR Watercycle
Meetstrategie en methodiek macrofyten 1 METHODIEK
////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Meetstrategie en methodiek macrofyten //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Gebiedsbeschrijving Oude Diep
Gebiedsbeschrijving Oude Diep I. HET STROOMGEBIED Het waterlichaam Oude is een langzaam stromende meanderende beek. De oorsprong van deze beek ligt in het natuurgebied Mantinger Bos en Weiden. Het Oude
Voortgang ontwikkeling Lunterse beek Plan Wittenoord en traject KleinWolfswinkel-Engelaar
Voortgang ontwikkeling Lunterse beek Plan Wittenoord en traject KleinWolfswinkel-Engelaar In de Wijerd van december jl. heeft u in het artikel Kronkelende beek is nog geen natuurlijke beek kunnen lezen
REACTIENOTA. Ontwerp projectplan Waterwet Herinrichting Boven Slinge Burloseweg
REACTIENOTA Ontwerp projectplan Waterwet Herinrichting Boven Slinge Burloseweg Juni 2015 INHOUD REACTIENOTA 1. INLEIDING 3 2. GEVOLGDE PROCEDURE 3 3. INGEKOMEN REACTIES 3 4. BEHANDELING REACTIES 4 2 1.
Ecologische effecten van bomen in de Vecht
Ecologische effecten van bomen in de Vecht Onderzoeksjaar 2011 Vechtmeander Uilenkamp (september 2011) Ecologische effecten van bomen in de Vecht Onderzoek sj aar 2011 Alexander link Hydrobiologisch Adviesburo
Workshop KRW Maatlatten
Workshop KRW Maatlatten IHW netwerkdag 2018 Frank van Herpen (Royal HaskoningDHV) Marcel Tonkes (provincie Overijssel) 7 November 2018 Programma Opwarmen 15 min Technische toelichting 30 min Aan de slag
Waterkwaliteitsbepaling m.b.v. Macrofauna
Inhoud Waterkwaliteitsbepaling m.b.v. Macrofauna Inleiding Proef 1. Algemene bepalingen. Proef 2. Bepaling waterkwaliteit met behulp van kleine waterdieren (makrofauna). Verzameltabel voor alle resultaten.
Ecologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009
Indicator 2 maart 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De ecologische kwaliteit van het
Put van Schoonhoven (Amerongse Bovenpolder)
Put van Schoonhoven (Amerongse Bovenpolder) Vastlegging situatie september 2011 Glanzend fonteinkruid, kaalgevreten door meerkoeten (september 2011) V astleggi ng si tuatie september 2011 Alexander Klink
Jan de Brouwer, Piet Verdonschot en Anna Besse
Beekdalbreed hermeanderen Technieken om dood hout in te brengen Jan de Brouwer, Piet Verdonschot en Anna Besse Jan.debrouwer@wur.nl Piet.verdonschot@wur.nl nl Anna.besse@wur.nl team zoetwaterecologie Piet
Ordening data en ecologische kengetallen Project 377 HAK Stand van zaken 30 januari 2012 In opdracht van Rijkswaterstaat Oost Nederland
Ordening data en ecologische kengetallen Project 377 HA Stand van zaken 30 januari 2012 In opdracht van Rijkswaterstaat Oost Nederland Dataset Boven-Rijn, Waal, IJssel, Neder-Rijn, Lek, Maas en winterbed
Monitoringsverslag Hierdense / Staverdense beek per 17-7-2009 Bekenwerkgroep Nederland E, van den Dool
Monitoringsverslag Hierdense / Staverdense beek per 17-7-2009 Bekenwerkgroep Nederland E, van den Dool De Hierdense beek is door de BWN 6 keer bezocht. En wel in 1973, 1987, 1995, 2001, 2005 en 2009. De
Drift van macrofauna in de Rijn
Driftnet in de Nederrijn bij Wageningen 19 januari 2015 Alexander Klink Hydrobiologisch Adviesburo Klink rapporten en mededelingen nr. 142 december 2016 (HAK Project 513) In opdracht van het Rijkswaterstaat
Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O
Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O rapportnr.
Realistische ecologische doelen voor macrofauna in Noord-Brabantse beken
Realistische ecologische doelen voor macrofauna in Noord-Brabantse beken Geschreven door Ralf Verdonschot (Wageningen Environmental Research), Marco Beers & Jeffrey Samuels (Waterschap Brabantse Delta),
Plaag/risico analyses en habitatgebruik van exoten in de grote rivier
Plaag/risico analyses en habitatgebruik van exoten in de grote rivier Frank Spikmans RAVON I.s.m: Nils van Kessel - Natuurbalans Inhoud presentatie Exotische vissen in Nederland Habitatgebruik & trendontwikkeling
Aanpassing KRW Maatlatten
Ministerie van Infrastructuur en Milieu RWS Waterdienst Aanpassing KRW Maatlatten Eddy Lammens RWS Waterdienst 1 Ministerie van Verkeer en Ministerie Waterstaat van Infrastructuur 12-4-20128-9 en Milieu
Projectplan kleinschalige herinrichtingsmaatregelen Dommel Door Eindhoven. Waterschap De Dommel. Juli 2018 Definitief
Projectplan kleinschalige herinrichtingsmaatregelen Dommel Door Eindhoven Waterschap De Dommel Juli 2018 Definitief Documenttitel Verkorte documenttitel Status Kleinschalige herinrichtingsmaatregelen Dommel
Morfologie kwelders en. platen Balgzand
Morfologie kwelders en platen Balgzand Autonome ontwikkeling Hoogwatervluchtplaatsen Werkdocument RIKZ/AB - 99.607x ir. B.B. van Marion December 1999 Samenvatting In het kader van het project GRADIËNTEN
De aanpassing van de maatlatten. Eddy Lammens, RWS WVL Roelf Pot. De evaluatie van de maatlatten in 2010
RWS Water, Verkeer en Leefomgeving De aanpassing van de maatlatten Eddy Lammens, RWS WVL Roelf Pot 1 van Verkeer en van 9-5-201212-4-20128-9 Infrastructuur 12-4-20128-9 en Milieu De evaluatie van de maatlatten
De ecologische meerwaarde van het aanbrengen van grindbedden in de Tongelreep
De ecologische meerwaarde van het aanbrengen van grindbedden in de Tongelreep Mandy Velthuis, Annieke Borst ((Wageningen Environmental Research), Mark Scheepens, Ineke Barten (waterschap De Dommel), Albert
Plaag/risico analyses en habitatgebruik van exoten in de grote rivier
Aantal soorten Inhoud presentatie Plaag/risico analyses en habitatgebruik van exoten in de grote rivier Habitatgebruik & trendontwikkeling in de grote Actuele verspreiding & Ecologie Risico s voor inheemse
De Rijn: Ecologisch herstel, KRW en natuurontwikkeling Stromende nevengeul bij Beneden Leeuwen
De Rijn: Ecologisch herstel, KRW en natuurontwikkeling Stromende nevengeul bij Beneden Leeuwen Alexander Klink De Rijn: Ecologisch herstel, KRW en natuurontwikkeling Alexander Klink Rapport Hydrobiologisch
Invasieve plantensoorten zijn in de laatste decennia sterk toegenomen in Nederland
Invasieve plantensoorten zijn in de laatste decennia sterk toegenomen in Nederland Indicator 5 januari 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met
edna vismonitoring van grote modderkruiper naar soortsamenstelling (KRW)
edna vismonitoring van grote modderkruiper naar soortsamenstelling (KRW) Jelger Herder Utrecht, 9 april 2015 Sommige soorten zijn lastig te monitoren Grote modderkruiper (Misgurnus fossilis) Vrijwilligers
Ecologische Karakterisering van Oppervlaktewateren (EKO)
Ecologische van Oppervlaktewateren (EKO) Aanleiding Het project EKO is in 1981 door de provincie en de waterschappen in Overijssel geïnitieerd. Hanneke Keizer-Vlek Alterra Aanleiding voor het project was
KRW-doelen voor macrofauna komen langzaam in zicht
KRW-doelen voor macrofauna komen langzaam in zicht Niels Evers, Luuk van Gerven (Royal HaskoningDHV), Ineke Barten, Mark Scheepens (Waterschap De Dommel) Om meer inzicht te krijgen in de haalbaarheid van
Monitoring aquatische biodiversiteit met DNA barcoding veelbelovend
Monitoring aquatische biodiversiteit met DNA barcoding veelbelovend Waterkwaliteit op de kaart II Berry van der Hoorn, Naturalis Michiel Hootsmans, KRW Watercycle centre Roel Knoben, RHDHV 8 oktober 2015
Het groeiende beek concept
Het groeiende beek concept Een ontwikkelingsstrategie voor de Wilderbeek Aanleiding In juni 07 is de Wilderbeek verlegd ten behoeve van de aanleg van de A73. De Wilderbeek kent over het traject langs de
Dood hout in beken en rivieren; kennis en ervaringen uit de praktijk
Dood hout in beken en rivieren; kennis en ervaringen uit de praktijk Boven- en middenlopen zijn van nature heterotrofe systemen, ze leven van invallend organisch materiaal Piet Verdonschot 1,2, Jan de
Macrofaunanieuwsmail 144, 26 september 2018
Macrofaunanieuwsmail 144, 26 september 2018 verwacht begin oktober De herfst is begonnen. heb je nieuws, weetjes of vragen, blijf SCHRIJVEN en stuur je bericht naar: macrofauna@rws.nl Alle verschenen nummers
Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs
Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 7 april 2010 Kenmerk N001-4706565BLL-mya-V02-NL Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Tauw
van Maas en Rijn? De biologische Kwaliteitsbeoordel ing EXUVIAE Alexander Klink Hydrobiologisch Advlesburo Kllnk bv Wageningen
EXUVIAE De biologische Kwaliteitsbeoordel ing van Maas en Rijn? Alexander Klink Hydrobiologisch Advlesburo Kllnk bv Wageningen Rapporten en Mededelingen f 7 (S september lgss) 1 lnhoudsopgave 1. lnleldlng
Werken op het laboratorium. Monstername. Proces hydrobiologische analyse. Monstername. Uitzoeken (sorteren) 19/09/2010.
Groep Monitoring Werken op het laboratorium Kwaliteitszorg in de hydrobiologie Michiel Wilhelm 20 m/v actief in het water: Vissen Vegetatie, Fytoplankton, Zoöplankton Fytobenthos, Macrofauna en Marien
Kwaliteit oppervlaktewater, 2009
Indicator 6 maart 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen
Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard
Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Notitie aanvullend onderzoek vissen - aanpassingen kruisingen N359 De provincie Fryslân
DNA barcoding, enige ervaringen met Chironomidae
DNA barcoding, enige ervaringen met Chironomidae Exuviae van Chironomus balatonicus Alexander Klink Hydrobiologisch Adviesburo Klink rapporten en mededelingen nr. 24. November 203 (HAK Project 39) In opdracht
KRW en Gedragscode: Houvast of last? Janneke van Goethem Platform beek- en rivierherstel17 april 2014
en Gedragscode: Houvast of last? Janneke van Goethem Platform beek- en rivierherstel17 april 2014 Resultaatgericht /gedragscode Doelgericht Werkwijze gericht Resultaatgericht d.m.v. maatlatten Abundantie
9 Oude Diep. 9.1 Watersysteem
9 Oude Diep 9.1 Watersysteem Het waterlichaam Oude Diep behoort tot de KRW-categorie Rivieren, type R5; langzaam stromende middenloop/benedenloop op zandbodem (RBO Rijn-Oost, 2004. p. 31). De oorsprong
Tijdvak < Herstel van het ooibos Watervervuiling organisch, olie, metalen Natuurvriendelijke oevers
Tijdvak < 1700 1800 1850 1900 1930 1975 1995 2000 2015 2027 Herstel van het ooibos Watervervuiling organisch, olie, metalen Natuurvriendelijke oevers Bomen in de rivieren Eutrofiëring en bestrijdingsmiddelen
De ecologische kwaliteit van Nederlands oppervlaktewater: zijn de voorspellingen beter geworden sinds 2009?
PBL-Notitie De ecologische kwaliteit van Nederlands oppervlaktewater: zijn de voorspellingen beter geworden sinds 2009? P. Cleij, H. Visser contact: hans.visser@pbl.nl Datum: 26-2-2013 Publicatienummer:
Regionale Implementatie KRW
Regionale Implementatie KRW Bepaling Huidige toestand waterlichamen Dommel Martijn Antheunisse, Vakgroep Ecologie, Ws De Dommel Inhoud Ws. De Dommel - 26 KRW waterlichamen Huidige situatie 2009: Biologische
voorlopig BEHEER- EN ONDERHOUDS- PLAN NATUURVRIENDELIJKE OEVERS
voorlopig BEHEER- EN ONDERHOUDS- PLAN NATUURVRIENDELIJKE OEVERS Archimedesweg 1 W.N. van der Heeden postadres: postbus 156 2300 AD Leiden telefoon (071) 3 063 063 Versie / Oplage: telefax (071) 5 123 916
Hermeandering en hydromorfologie
Hermeandering en hydromorfologie Monitoring van structuren of ecologie? Oscar van Dam teamleider waterbeheer en gis COP hermeandering 24 november 2010 HWH Amersfoort RPS BCC Onderdeel RPS plc Organisatie
Environmental DNA Ontwikkelingen en mogelijkheden
Environmental DNA Ontwikkelingen en mogelijkheden Jelger Herder Nijmegen, 21 maart 2013 Veel soorten zijn lastig te vinden Grote modderkruiper Verlandende vegetaties Verstopt zich bij gevaar in de modder
MWW - Waternood-DAN - EKO. Hanneke Keizer Piet Verdonschot Karin Didderen
MWW - Waternood-DAN - EKO Hanneke Keizer Piet Verdonschot Karin Didderen Maatregel Wijzer Waterbeheer Inleiding Implementatie van zowel WB21 als KRW vraagt om waterhuishoudkundige maatregelen Talrijke
MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR
Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten belasting oppervlaktewater (1995=100) 120 100 80 60 40 P landbouw N landbouw N huishoudens P huishoudens CZV huishoudens N
Nieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015
Nieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015 Contactpersoon RAVON Utrecht Wim de Wild wim.de.wild@ziggo.nl tel. 030-6963771 RAVON Utrecht verstuurt onregelmatig een nieuwsbrief naar de RAVON waarnemers
BIOLOGIE Bovenbouw P.O. Fris viswater
BIOLOGIE Bovenbouw P.O. Fris viswater x www.dlwbiologie.wordpress.com Oriëntatiefase Het voorkomen van organismen in het oppervlaktewater heeft een directe relatie met de kwaliteit van water. Elk ecosysteem
MONITOR TOEKOMSTSCENARIO S LELYSTAD Onderzoek & Statistiek Gemeente Lelystad
MONITOR TOEKOMSTSCENARIO S LELYSTAD 2019 Onderzoek & Statistiek Gemeente Lelystad Juli 2019 Colofon Dit is een rapportage opgesteld door: Team Onderzoek en Statistiek Gemeente Lelystad Team O&S Postbus
Meetrapport Niers 2014
Meetrapport Niers 2014 De Niers gezien in oostelijke richting vanaf de Oordse Brug Opgesteld door: E. Binnendijk, Waterschap Peel en Maasvallei Versie: donderdag 26 februari 2015 Inleiding Het Niersdal
Visseninventarisatie terrein Simon Loos
Visseninventarisatie terrein Simon Loos resultaten visseninventarisatie Definitief Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 26 oktober 2011 Verantwoording Titel : Visseninventarisatie terrein Simon Loos Subtitel
KEURING KUNSTGRASVELDEN. Uitloging zink in het drainage water en de drainage laag.
KEURING KUNSTGRASVELDEN Uitloging zink in het drainage water en de drainage laag. eindrapport Opdrachtgever / Client RecyBEM B.V. t.a.v. de heer drs. C. van Oostenrijk Postbus 418 2260 AK LEIDSCHENDAM
Evaluatie Eco-Inventarisaties Waterschap De Dommel
Evaluatie Eco-Inventarisaties Waterschap De Dommel Alexander Klink Evaluatie Eco-Inventarisaties Waterschap De Dommel. Alexander Klink Hydrobiologisch Adviesburo Klink Rapporten en Mededelingen nr. 74
titel Opbouw Vis, exoten en KRW Visexoten en achtergrond MWTL 2008 Visexoten in Nederland Oorzaken
Opbouw Vis, exoten en KRW visexoten- achtergrond en ecologie KRW-maatlatten en visexoten andere exoten (rivierkreeften) en vis signalering nieuwe visexoten Themadag exoten en de KRW 10 dec 09 Willie van
Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018
Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018 1. Inleiding In het beheergebied van waterschap Zuiderzeeland liggen 18 KRW-waterlichamen (zie figuur 1 op volgende pagina). Deze waterlichamen worden zowel
PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE Imandra: :D
ONDERWERP Gemaal Korftlaan - advies wel of niet verbreden watergang aanvoertracé DATUM 7-7-2016, PROJECTNUMMER C03071.000121.0100 ONZE REFERENTIE Imandra: 078915484:D VAN Arjon Buijert - Arcadis AAN J.
Hydraulische beoordeling nieuwe waterkering Alexander, Roermond. WAQUA-simulaties ten behoeve van Waterwetaanvraag
nieuwe waterkering Alexander, Roermond WAQUA-simulaties ten behoeve van Waterwetaanvraag i Datum 17 maart 2014 Status Concept, versie 0.2 Project P0056.9 Naam Paraaf Datum Auteur Drs. R.C. Agtersloot 17-03-2014
Opbouw. Het belang van natuurvriendelijke oevers. EU Kaderrichtlijn Water (KRW) Waterbeleid. Doel KRW voor oevers. EU Kaderrichtlijn Water Maatregelen
Het belang van natuurvriendelijke oevers Christa Groshart Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Opbouw Beleid en Maatregelen Verwachtingen Knelpunten KRW innovatie-onderzoek Waterbeleid Europese
Beek of beekmoeras? Water stroomt waar het gaan kan, en anders niet. Veldwerkplaats Beekdallandschap Verslag Geeserstroomgebied, Gees, 13 mei 2008
Beek of beekmoeras? Water stroomt waar het gaan kan, en anders niet Veldwerkplaats Beekdallandschap Verslag Geeserstroomgebied, Gees, 13 mei 2008 Inleiders: Rients Hofstra, DLG en Piet Verdonschot, Alterra
Datum 14 december Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel. Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe
PROJECTPLAN WATERWET Datum 14 december 2015 Projectnummer P205508 Onderwerp Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe besluit het
Macrofaunanieuwsmail 114, 14 april 2014
Macrofaunanieuwsmail 114, 14 april 2014 Beste lezers, Voorjaar, met een nieuwe watermijt, meerdere oproepen en nieuwtjes Als je wat ziet, hoort of leest, Stuur je berichten naar macrofauna@rws.nl. Alle
Effectiviteit KRW maatregelen. Halen we met de geplande maatregelen de ecologische doelen?
Effectiviteit KRW maatregelen Halen we met de geplande maatregelen de ecologische doelen? 1 Maatregelen Kaderrichtlijn Water Kwaliteit Doelstelling Beleidstekort Maatregelen 2 Welke maatregelen worden
Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland
Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland Definitief Gemeente Kampen Grontmij Nederland bv Zwolle, 29 november 2005 @ Grontmij 11/99014943, rev. d1 Verantwoording Titel : Bergingsberekeningen
FAZ: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra
Onderwerp: Ex ante evaluatie PBL KRW Nummer: Bestuursstukken\1931 Agendapunt: 8 DB: Ja 31-8-2015 BPP: Ja 16-9-2015 FAZ: Ja 16-9-2015 VVSW: Ja 16-9-2015 AB: Ja 30-9-2015 Opsteller: Marie-Louise Meijer,
edna als alternatief voor de Passieve Vismonitoring
edna als alternatief voor de Passieve Vismonitoring De toepassing van de edna methode in stromend water Wouter Patberg - 9 april 2015 - Vissennetwerk Inleiding edna de edna methode in een notendop e staat
Biologische kwaliteit KRW provincies, 2015
Indicator 7 december 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen
Zoetwatervissen,
Indicator 19 oktober 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Soorten van schoon water zijn
Beekherstel Dommel door Eindhoven tot het Wilhelminakanaal
Inhoud presentatie Beekherstel Dommel door Eindhoven tot het Wilhelminakanaal 1. Aanleiding 2. Het gebied 3. Doel van het project 4. Ontwerpproces en uitdagingen 5. Voorbeelden Frank Gerritsen, projectmanager
Vermesting zoet oppervlaktewater,
Indicator 6 november 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Vermesting is een van de belangrijkste
Waterkwaliteit KRW, 2015
Indicator 12 januari 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen
Visstand meren (M14/M27) en de KRW
Visstand meren (M14/M27) en de KRW Met het oog op SGBP II 2016-2021, III 2022-2027 Donderdag 25 september 2014 Roelof Veeningen, cluster Gegevensbeheer 1 - Monitoring - Analyse - Prognose - Maatregelen
Effecten van steenmeel op de bodemecologie gefinancierd door provincies Noord-Brabant en Gelderland
Effecten van steenmeel op de bodemecologie gefinancierd door provincies Noord-Brabant en Gelderland Jaap Bloem 1, Gert-Jan van Duinen 2, Maaike Weijters 3 1 Wageningen Environmental Research 2 Stichting
Nader onderzoek vissen polder t Hoekje
Nader onderzoek vissen polder t Hoekje Auteur: Ir. T.F. Kroon Opdrachtgever: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Datum: 25-07-2013 Autorisator: Drs. E. Nat Status: Eindrapport Registratienummer:
Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen...
BIJLAGE F Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen....................................................................... De milieudoelstellingen
Het verbeteren van de ecologische toestand van de oppervlaktewaterlichamen op basis van rivierecosysteemontwikkeling en biodiversiteit
ScaldWIN WP1 1 ScaldWIN - WP1 Doelstelling : Het verbeteren van de ecologische toestand van de oppervlaktewaterlichamen op basis van rivierecosysteemontwikkeling en biodiversiteit 2 ScaldWIN - WP1 WP1