Handleiding. Loting voor het Hoger Onderwijs

Transcriptie

1 Handleiding Loting voor het Hoger Onderwijs Dienst Uitvoering Onderwijs Versie 3.5 januari 2015

2 Inhoudsopgave Inleiding... 4 Hoofdstuk 1. Algemene informatie Afdeling loting Soorten lotingstudies Belangrijke data Vaststellen loting Bekendmaking opleidingen met een loting... 7 Hoofdstuk 2. Voorbereidingsfase loting Aanmelding student Vooropleiding Reguliere vooropleiding Niet-reguliere vooropleiding Hoofdregel Buitenlandse vooropleiding Eisen Inzendtermijnen vooropleiding Lotingsklasse Indeling Berekening Lotingskansen Decentrale selectie Reserveringen Hoofdstuk 3. Lotingsprocedure De loting Uitslag loting Ingeloot Uitgeloot Voorlopig Bewijs van Toelating Ingeloot Nederlands Ingeloot overmacht Ingeloot hardheidsclausule Uitgeloot hardheidsclausule Naplaatsing Tweede loting Wachtlijst Onbezette plaatsen Bijlage 1 Planning Tijdschema onderwijsinstelling Tijdschema student

3 Bijlage 2 Format Colloquium doctum Bijlage 3 Format beschikking Bijlage 4 Format 15 mei verklaring Student voldoet Student gaat voldoen Begrippenlijst Contactgegevens DUO/Loting

4 Inleiding Deze handleiding is opgesteld voor hogescholen en universiteiten die een opleiding of opleidingen verzorgen waarvoor een loting en/of decentrale selectie geldt. Dit document dient als naslagwerk voor de medewerkers van deze onderwijsinstellingen. Het eerste hoofdstuk van deze handleiding bevat algemene informatie over de loting. Het doel, het wettelijk kader en de beslissingsbevoegdheid van DUO/Afdeling loting worden kort toegelicht. Er wordt door de wet onderscheid gemaakt tussen twee soorten lotingstudies. Een aantal belangrijke data waar zowel onderwijsinstellingen als studenten rekening mee moeten houden tijdens de lotingsprocedure, worden genoemd. In hoofdstuk twee worden de fasen behandeld die voorafgaan aan de loting. Zo wordt kort aangegeven wat er gebeurt als de student zich aanmeldt via Studielink voor een lotingstudie. Ook wordt informatie over vooropleidingen, inzendtermijnen, lotingsklasse, decentrale selectie en reserveringen gegeven. Het laatste hoofdstuk van deze handleiding bevat informatie over de lotingsprocedure zelf. In de bijlagen is aanvullende informatie opgenomen en tot slot is aan deze handleiding een begrippenlijst toegevoegd waarin een aantal kernbegrippen, die tijdens het lotingsproces aan bod komen, wordt toegelicht. 4

5 Hoofdstuk 1. Algemene informatie Dit eerste hoofdstuk bevat algemene informatie over de loting. 1.1 Afdeling loting De afdeling is onderdeel van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). De afdeling loting maakt gebruik van het geautomatiseerde systeem Registratie Aanmelding Selectie en Plaatsing (RASP). In RASP worden, vanuit Studielink, de volgende gegevens vastgelegd: de persoonsgegevens van de aanstaande student, de vooropleidingsgegevens, gegevens van opleiding(en) en onderwijsinstelling(en) van voorkeur. Zie voor meer informatie over Studielink paragraaf 2.1. Wettelijk kader De uitvoering van de loting is gebaseerd op de Nederlandse wet- en regelgeving. Het wettelijk kader is vastgelegd in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) en de Regeling aanmelding en toelating hoger onderwijs (RATHO). Beslissingsbevoegdheid DUO/afdeling loting In de procedure van centrale aanmelding en loting wordt door DUO verschillende beslissingen genomen. Hieronder volgt een aantal voorbeelden: de beslissing dat niet is voldaan aan de gestelde termijnen en dat DUO daarom de aanmelding niet (verder) in behandeling neemt. Dit geldt bijvoorbeeld voor termijnen voor de aanmelding of voor het inzenden van cijferlijsten/diploma's/getuigschriften of bewijsstukken vakkenpakket; de beslissing op het verzoek om toepassing van de hardheidsclausule bij het uitloten voor de instelling van eerste voorkeur (hardheidsclausuleinstelling); de beslissing op het verzoek om toepassing van de hardheidsclausule bij uitloting voor de opleiding van eerste voorkeur (hardheidsclausuleuitgeloot). 1.2 Soorten lotingstudies Bij de opleidingen met een loting zijn twee varianten te onderscheiden. Deze worden hieronder verder toegelicht. Instellingsloting in het wo en hbo (artikel 7.53 WHW) Er is sprake van een instellingsloting als er geloot wordt voor een bepaalde opleiding aan één onderwijsinstelling. Het kan zijn dat meerdere onderwijsinstellingen voor dezelfde opleiding een loting aanvragen. De aanstaande student kan zich echter maar voor één onderwijsinstelling aanmelden die de opleiding als lotingstudie aanbiedt. Als de aanstaande student vervolgens uitloot dan mag hij zich aanmelden voor dezelfde opleiding bij een andere onderwijsinstelling (als hier nog plaatsen over zijn) voor de tweede loting. 5

6 Opleidingsloting in het wo (artikel 7.54 WHW) Van een opleidingsloting is sprake als het aantal aanmeldingen voor een bepaalde opleiding groter is dan het totaal aantal beschikbare plaatsen aan alle onderwijsinstellingen voor die opleiding. Wordt de opleiding aan meerdere onderwijsinstellingen gegeven, dan wordt eerst geloot op opleidingsniveau. Na inloting voor de opleiding doen deze studenten vervolgens mee aan een vervolgselectie op instellingsniveau. Een opleidingsloting komt alleen voor in het wetenschappelijk onderwijs. 1.3 Belangrijke data In deze paragraaf wordt een aantal belangrijke data voor onderwijsinstellingen toegelicht. In de eerste subparagraaf wordt het vaststellen van de loting toegelicht en in de tweede subparagraaf wordt de bekendmaking van opleidingen met een loting beschreven. In bijlage 1.1 is het volledige tijdschema voor onderwijsinstellingen opgenomen en in bijlage 1.2 het tijdschema voor studenten Vaststellen loting Eind juli / begin augustus DUO vraagt schriftelijk aan de onderwijsinstellingen om vóór 1 september een opgave te doen van de onderwijscapaciteit van die opleidingen voor het volgende studiejaar, waarvoor een overschrijding van de beschikbare onderwijscapaciteit verwacht wordt. Het is mogelijk een gescheiden onderwijscapaciteit op te geven voor de voltijd-/deeltijd- en duale variant van een opleiding. De onderwijsinstelling hoeft geen opgave te doen voor die opleidingen waarvoor geen overschrijding van de beschikbare onderwijscapaciteit wordt verwacht. April Vóór 1 april stuurt DUO een brief aan alle onderwijsinstellingen die voor één of meerdere opleidingen een onderwijscapaciteit hebben opgegeven. Bij de brief zit een overzicht met het aantal aanmeldingen op dat moment en de eerder opgegeven onderwijscapaciteit. De onderwijsinstellingen melden voor 15 april aan DUO of zij voor de desbetreffende opleiding(en) definitief een loting willen. Wil de onderwijsinstelling voor een opleiding een loting laten vaststellen, dan moet daarbij de definitief beschikbare onderwijscapaciteit worden opgegeven. Op aangeven van de onderwijsinstellingen stelt DUO de opleidingen met een loting definitief vast Bekendmaking opleidingen met een loting Op of vlak na 1 mei ontvangen alle aanstaande studenten, die zich hebben aangemeld voor een lotingstudie, een brief waarin nogmaals wordt bevestigd welke opleiding en onderwijsinstelling van eerste voorkeur staat geregistreerd bij DUO en dat deelgenomen moet worden aan een loting. Dit is de 1 mei-mailing. In deze 1 mei-mailing wordt ook via o.a. verwezen naar een overzicht waarop alle opleidingen met onderwijsinstellingen vermeld staan waarvoor definitief een loting is vastgesteld. Bij een opleidingsloting aan meerdere onderwijsinstellingen kan de aankomende student na 15 mei eventueel nog wel de volgorde van voorkeur voor de onderwijsinstelling wijzigen. Dit kan tot en met 5 juli. 6

7 Hoofdstuk 2. Voorbereidingsfase loting In dit hoofdstuk worden de fasen beschreven die voorafgaan aan de daadwerkelijke loting. 2.1 Aanmelding student Een student, die zich voor een lotingopleiding (met eventueel decentrale selectie) wil aanmelden, moet dit altijd online doen via Studielink ( Om gebruik te kunnen maken van Studielink moet een officieel in Nederland woonachtige student beschikken over een eigen DigiD. In het buitenland woonachtige studenten moeten eerst een gebruikersnaam en wachtwoord aanvragen. Van deze studenten moet uiterlijk 15 juni door de onderwijsinstelling de persoonsgegevens gecontroleerd en geverifieerd worden aan de hand van een identiteitsbewijs. Als de persoonsgegevens na 15 juni worden geverifieerd dan wordt de aanmelding door DUO ingetrokken. 2.2 Vooropleiding(en) Er zijn vele vooropleidingen waarover studenten kunnen beschikken. Bij een aanmelding voor een opleiding aan een hogeschool of universiteit moet de vooropleiding van de aanstaande student aan bepaalde voorwaarden voldoen. DUO maakt onderscheid tussen twee categorieën: reguliere vooropleidingen en niet-reguliere vooropleidingen Reguliere vooropleiding Reguliere vooropleidingen zijn; voor het hbo: een (m)bo-, havo- dan wel vwo-diploma met nieuw profiel voor het wo: alleen een vwo-diploma met nieuw profiel Niet-reguliere vooropleiding Voorbeelden hiervan zijn: voor het hbo: propedeutisch hbo-diploma voor het wo: afsluitend hbo-diploma voor hbo en wo: afsluitend wo-diploma en Europese school Daarnaast kan het instellingsbestuur vrijstelling verlenen van de vooropleidingseisen op grond van: gelijkwaardigheid aan andere diploma s een colloquium doctum (toelatingsexamen) Geeft de aanstaande student een buitenlands diploma op als vooropleiding en vraagt hij/zij op grond daarvan toelating tot het hoger onderwijs, dan wordt de aanmelding vastgelegd vooruitlopend op een eventueel onderzoek door DUO en/of de onderwijsinstelling. Geeft een aanstaande student een vooropleiding op, die geen rechtstreekse toelating geeft, dan wordt de aanmelding afgekeurd en dus niet vastgelegd. 7

8 Heeft de student geen diploma dat toelating geeft tot een opleiding aan hogeschool of universiteit dan kan de student in bepaalde gevallen een colloquium doctum (toelatingsexamen) doen. De student moet dan wel 21 jaar zijn. Een behaald toelatingsexamen geeft alleen toelating tot de opleiding aan de onderwijsinstelling waar het toelatingsexamen is afgelegd. Het format voor een colloquium doctum is opgenomen onder bijlage 2. De volgende diploma s geven geen rechtstreeks toelatingsrecht meer tot het hoger onderwijs: - met ingang van het studiejaar : een havo- of vwo-diploma oude stijl (zonder profiel). - met ingang van het studiejaar : een havo- of vwo-diploma met oud profiel. Alleen voor het wo: een hbo- en wo-propedeusediploma Er kan wel een beschikking door de onderwijsinstellingen worden afgegeven en op basis hiervan mag een student deelnemen aan de loting. Het format voor een beschikking is opgenomen in bijlage Hoofdregel Als een student in het bezit is van een reguliere vooropleiding (zie paragraaf 2.2.1) dan wordt deze vooropleiding altijd gebruikt om de lotingsklasse te berekenen. Op grond hiervan vindt indeling in een lotingsklasse plaats. Alleen wanneer men niet beschikt over een reguliere vooropleiding kan een nietreguliere vooropleiding bij de indeling in lotingsklassen worden betrokken. Is er sprake van meerdere getuigschriften betreffende reguliere vooropleidingen, dan wordt de aankomende student ingedeeld op basis van het toelatende getuigschrift van die reguliere vooropleiding waarmee hij of zij in de meest gunstige lotingsklasse komt Buitenlandse vooropleiding De aanstaande studenten met een niet-nederlandse vooropleiding, die zich via Studielink voor een opleiding met een loting hebben aangemeld, krijgen van DUO een brief en worden daarin doorverwezen naar de onderwijsinstelling van eerste voorkeur. Als de in Studielink opgegeven vooropleiding onbekend is, zal er eerst een brief met een vragenformulier worden verstuurd naar de student. Beoordeling door DUO DUO toetst de buitenlandse getuigschriften aan internationale regelingen. Gaat het om toelating tot het wetenschappelijk onderwijs, dan worden de getuigschriften ook getoetst aan afspraken zoals vastgelegd door de VSNU (Vereniging Samenwerkende Nederlandse Universiteiten). De diploma's zoals bedoeld in het Verdrag van Lissabon en het Statuut voor Europese Scholen zijn, bij internationale overeenkomst met betrekking tot toelating tot het wetenschappelijk onderwijs, ten minste gelijkwaardig aan een vwo-diploma. Dit betekent dat deze diploma's ook toelating geven tot het hoger beroepsonderwijs. Sommige diploma's geven alleen toelating onder bepaalde voorwaarden. In dat geval zal DUO nadere gegevens opvragen. 8

9 Als DUO kan vaststellen dat het buitenlands getuigschrift ten minste gelijkwaardig is aan een vwo-diploma, ontvangt de student schriftelijk bericht dat hij toelaatbaar is tot de gewenste opleiding. DUO zal door middel van een brief de student wijzen op eventuele tekortkomingen in het vakkenpakket en op een eventuele toetsing op beheersing van de taal. Met betrekking tot het vakkenpakket wordt de student er verder op gewezen dat deze moet voldoen aan de nadere vooropleidingseisen om deel te kunnen nemen aan de loting. Studenten met deficiënties en onvoldoende beheersing van de taal moeten contact opnemen met de onderwijsinstelling van eerste voorkeur. Let op: als de student nog een diploma moet gaan behalen, dan moet uit de 15 mei-verklaring blijken dat de student met het behalen van het diploma ook zal voldoen aan nadere vooropleidingseisen. De verplichte vakken moeten in dit geval dus deel uit maken van het diploma. Losse certificaten of toetsen zijn niet toegestaan. Is het diploma in een voorgaand jaar behaald, dan is het wel mogelijk om via aanvullende toetsen de tekortkomingen in het vakkenpakket weg te werken. Beoordeling door onderwijsinstelling Valt het diploma niet onder het Verdrag van Lissabon, Europese school of andere afspraken, dan wordt de student door middel van een brief verwezen naar de onderwijsinstelling van eerste voorkeur. De student wordt verzocht contact op te nemen met de onderwijsinstelling. De onderwijsinstelling beoordeelt of het buitenlands diploma tenminste gelijkwaardig is aan de in artikel 7.24 van de WHW bedoelde diploma's. In geval van gelijkwaardigheid kan het instellingsbestuur vrijstelling verlenen van de bedoelde vooropleidingseis. In dat geval geeft het instellingsbestuur voor 1 augustus een toelatingsbeschikking af op grond van artikel 7.28 WHW. Indien van toepassing, moet de onderwijsinstelling op de toelatingsbeschikking aangeven of er sprake is van het wel of niet voldoende beheersen van de taal. Toelatingsonderzoek Als de student geen vrijstelling kan krijgen op basis van gelijkwaardigheid, dan kan de onderwijsinstelling een onderzoek instellen naar de geschiktheid voor het betreffende onderwijs. Dat onderzoek is dan in feite te vergelijken met een colloquium doctum (toelatingsonderzoek). In bepaalde gevallen kan afgeweken worden van de leeftijdsgrens van 21 jaar bij buitenlandse diploma's die in het eigen land toegang geven tot een opleiding in het hoger onderwijs (art WHW). Kan de aanstaande student na het toelatingsonderzoek toegelaten worden tot de opleiding, dan geeft het instellingsbestuur voor 1 augustus een toelatingsbeschikking af. Om te bepalen of voor een buitenlands diploma een beschikking moet worden afgegeven of dat de student zijn diploma rechtstreeks naar DUO moet sturen, is het onderstaande document opgesteld. Deze is te vinden op het zakelijk portaal en tevens te raadplegen via onderstaande link. Niet-Nederlands diploma: opsturen naar DUO of een beschikking aanvragen? Buitenlandse vooropleiding en loting 9

10 Als er nadere vooropleidingseisen gelden voor de opleiding waarvoor de buitenlandse student wil meeloten dan moet vóór 15 mei een zogeheten 15 mei-verklaring naar DUO worden gestuurd waaruit blijkt dat de student voldoet of gaat voldoen aan de eisen. Het format 15 mei-verklaring is weergegeven in bijlage 4. De onderwijsinstelling kan ook digitaal via het eigen studenteninschrijfsysteem (SIS) een niet-deficiëntverklaring/sufficiëntie Verklaring Instelling (SVI) doorgeven aan DUO. Voldoet de student aan deze voorwaarden en heeft de student op grond van internationale regelingen of andere afspraken toelating tot de opleiding, dan stuurt de student het diploma vóór 23 juni naar DUO. Als een student niet voor 23 juni zijn diploma kan overleggen, kan hij hiervoor uitstel aanvragen. Heeft de student na beoordeling door de onderwijsinstelling toelating gekregen, dan stuurt hij de toelatingsbeschikking van het instellingsbestuur naar DUO. Als er sprake is van onvoldoende beheersing van de taal dan moet dit worden aangegeven op de beschikking. De beschikking moet voor 1 augustus in het bezit zijn van DUO. Na ontvangst van het diploma of de beschikking beoordeelt DUO of de student voldoet aan alle voorwaarden voor deelname aan de loting. Voldoet de student dan ontvangt hij de uitslag van de loting. Bij inloting ontvangt de student hiervan in Studielink bericht als ook voldaan is aan eisen mbt de beheersing van de taal. Voldoet de student niet aan deze eisen, dan ontvangt hij van DUO een vragenformulier. Mocht de student voor 15 augustus het examen met betrekking tot de taal niet behalen, dan is het mogelijk een Voorlopig Bewijs van Toelating aan te vragen voor het eerstvolgende studiejaar. Bij uitloting krijgt de student een uitlotingsbrief, ongeacht of hij de taal wel of niet voldoende beheerst Eisen Om aan het Hoger Onderwijs deel te nemen moet de vooropleiding van de student voldoen aan bepaalde eisen. Vanuit DUO wordt er onderscheid gemaakt tussen twee categorieën binnen deze eisen, namelijk de nadere vooropleidingseisen en de aanvullende eisen hoger onderwijs en kunstonderwijs. Nadere vooropleidingseisen Voor een groot aantal opleidingen in het hoger onderwijs moeten één of meer vakken deel uitmaken van het eindexamen. Ontbreekt een vak, dan wordt gesproken van een tekortkoming in het vakkenpakket, een deficiëntie. Bij het aanmelden via Studielink krijgt de aanstaande student een melding als er sprake is van een mogelijke deficiëntie. De student wordt dan naar de onderwijsinstelling verwezen voor meer informatie. Vanaf januari worden alle aanstaande studenten die zich aangemeld hebben voor een opleiding met (mogelijk) een loting en (mogelijk) niet voldoen aan de nadere vooropleidingseisen, hiervan door DUO op de hoogte gesteld door middel van een brief. De opgave van opleidingen met een beperkte onderwijscapaciteit door de instellingen van 1 september wordt hierbij als uitgangspunt gehanteerd. 10

11 Als de student (in eerste instantie) niet aan de eisen voldoet, kan alleen aan de loting worden meegedaan als vóór 15 mei het bewijs is geleverd dat de student aan de eisen voldoet óf, als de student in een eerder jaar een diploma heeft behaald, vóór 15 mei een schriftelijke verklaring wordt overlegd aan DUO waaruit blijkt dat de student vóór aanvang van het studiejaar nog aan de eisen gaat voldoen. Bewijsstukken kunnen zijn: een verklaring van de onderwijsinstelling waaruit blijkt dat de student met het behaalde diploma/getuigschrift voldoet of gaat voldoen aan de nadere vooropleidingseisen. Dit heet een 15-mei verklaring. een bewijs waaruit blijkt dat de student zich ingeschreven heeft voor de aanvullende examens/toetsen. een bewijs waaruit blijkt dat de student zich ingeschreven heeft voor de staatsexamens in de verplichte vakken (via deelcertificaten). De onderwijsinstelling kan ook digitaal via het eigen studenteninschrijfsysteem (SIS) een niet-deficiëntverklaring/sufficiëntie Verklaring Instelling (SVI) doorgeven aan DUO. Opsturen bewijsstukken vooropleiding Mbo: De aanstaande student moet voor 23 juni aan DUO een gewaarmerkte kopie van zijn vooropleiding sturen. De a.s. studenten die in het jaar van aanmelding mboeindexamen doen aan een Nederlandse school mogen tot 1 september een gewaarmerkte kopie van de cijferlijst én het diploma naar DUO sturen. Zij moeten dan wel vóór 23 juni uitstel aanvragen via Hiermee kunnen ze aangeven dat ze later hun diploma behalen dan 23 juni. Havo / Vwo: Eindexamenkandidaten en kandidaten die in 2013 of 2014 hun havo- of vwodiploma hebben behaald hoeven in de meeste gevallen zelf geen cijferlijst naar DUO te sturen. De middelbare scholen sturen de eindexamenresultaten rechtstreeks naar DUO. Als dit niet het geval is, zal aan de kandidaten (alsnog) gevraagd worden een gewaarmerkte kopie op te sturen van de (voorlopige) cijferlijst. De havo- en vwo-nieuw profiel eindexamenkandidaten die staatsexamen doen, en niet voor 23 juni de uitslag naar DUO kunnen sturen, moeten voor 23 juni uitstel aanvragen via (zie bovenstaande). Aanstaande studenten met een havo- of vwo-nieuw profiel, die geslaagd zijn en tevens gaan deelnemen aan de herexamens en hierdoor betere cijfers halen, moeten vóór 5 juli alsnog zelf een gewaarmerkte kopie van de definitieve cijferlijst naar DUO sturen. Andere vooropleiding: Als de aanstaande student een andere vooropleiding heeft opgegeven dan een (m)bo, havo- of vwo- nieuw profiel, dan stuurt de student een gewaarmerkte kopie van de betreffende vooropleiding die toelating geeft tot de opleiding. Als de student dit niet voor 23 juni kan opsturen, dan vraagt hij vóór 23 juni via uitstel aan. Als de kandidaat geen toelatinggevende vooropleiding (meer) heeft of gaat behalen, dan stuurt de hij een toelatingsbeschikking van de onderwijsinstelling in vóór 23 juni (of vraagt hiervoor uitstel aan). 11

12 Als de student op de voorgeschreven data nog niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan, ontvangt deze enkele dagen na de deadline hierover schriftelijk bericht van DUO. De student krijgt dan twee weken de tijd om het verzuim goed te maken. Als de student binnen deze termijn nog niet aan de verplichtingen heeft voldaan, wordt de aanmelding ingetrokken. Aanvullende eisen Voor het volgen van een aantal landelijk vastgestelde opleidingen in het Hoger Beroeps Onderwijs moet eerst voldaan worden aan specifieke eisen die gesteld worden aan deze opleidingen. Bij deze hbo-opleidingen worden de studenten vooraf getoetst of ze voldoen aan deze specifieke eisen. Voor een opleiding met aanvullende eisen dient de student zich voor 15 januari via Studielink aan te melden. Als de student zich na deze datum aanmeldt, zal de hogeschool bepalen of de student kan deelnemen aan de test met betrekking tot de specifieke eisen. Voor 15 april behoort de student op de hoogte te zijn of hij wel of niet voldoet aan de specifieke eisen voor de betreffende hbo-opleiding. Uiteraard kan een onderwijsinstelling van deze datum afwijken met de bekendmaking. Ook voor hbo-opleidingen met aanvullende eisen kan het zijn dat er een loting voor wordt afgekondigd. De loting zelf geschiedt dan conform de selectie en plaatsing die hiervoor geldt. 2.3 Inzendtermijnen vooropleiding Een student moet over de juiste vooropleiding beschikken, maar hij moet ook op tijd aan DUO laten weten dat hij voldoet of gaat voldoen aan de eventuele nadere vooropleidingseisen die worden gesteld. Hieronder worden de belangrijkste inzendtermijnen toegelicht waaraan een student moet voldoen om aan de centrale lotingsprocedure mee te kunnen doen. 15 mei Dit is de sluitingsdatum voor aanmelding of wijziging naar een lotingstudie en de datum waarop het bewijs moet zijn geleverd dat de aanstaande student voldoet of gaat voldoen aan de (nadere) vooropleidingseisen om mee te kunnen loten. 23 juni De datum waarop havo- of vwo- kandidaten die vóór 2013 hun diploma hebben behaald zelf een gewaarmerkte kopie van hun cijferlijst moeten opsturen. Voor de andere kandidaten worden de resultaten in de meeste gevallen rechtstreeks door de middelbare school naar DUO gestuurd. Lukt dit niet, dan wordt hen gevraagd alsnog zelf een cijferlijst op te sturen. Als de aanstaande student toegelaten wil worden met een ander diploma dan een (m)bo, havo-nieuw of vwo-nieuw profiel diploma en in het bezit is van dat diploma, dan stuurt de student DUO vóór 23 juni een gewaarmerkte kopie van de vooropleiding óf een toelatingsbeschikking van de onderwijsinstelling. Als de student nog niet in het bezit is van het diploma kan de student op uitstel aanvragen.. 12

13 5 juli Havo- en vwo-nieuw profiel kandidaten die geslaagd zijn maar nog gaan deelnemen aan de herexamens en hierdoor betere cijfers halen, moeten vóór 5 juli alsnog een gewaarmerkte kopie van de definitieve cijferlijst naar DUO sturen. Verzoek uitstel van inzending vooropleiding (Laat examenbevoegd) Studenten moeten alleen het verzoek indienen als ze ook daadwerkelijk het diploma nog moeten behalen. De studenten op wie dat van toepassing is en die het verzoek hebben ingediend voor 23 juni, moeten rekening houden met de volgende uiterste data voor het inzenden van de vooropleiding(en): Belangrijke data zijn: Uiterlijk 1 augustus Een gewaarmerkte kopie van een cijferlijst van de Europese school, een buitenlands diploma, een beschikking van het College van Bestuur (bijvoorbeeld op grond van een colloquium doctum of een buitenlands diploma) of een propedeutisch of afsluitend wo-examen. Uiterlijk 1 september Een gewaarmerkte kopie van een havo- of vwo- nieuw profiel cijferlijst uit de voormalige Nederlandse Antillen of Aruba, of een gewaarmerkte kopie van een cijferlijst en het diploma van een mbo- of staatsexamen havo/vwo-nieuw profiel of een getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch of afsluitend hbo-examen. Verzuim Als de student niet voor 23 juni zijn diploma heeft opgestuurd, dan krijgt hij een verzuimmelding. De student krijgt dan twee weken de tijd om het verzuim goed te maken. Als de student binnen deze termijn niet aan de verplichtingen heeft voldaan, wordt de aanmelding ingetrokken. 2.4 Lotingsklasse Op het moment dat DUO het diploma/de cijferlijst van de student ontvangt zal de lotingsklasse worden berekend. In de onderstaande paragrafen wordt de meest relevante informatie hieromtrent toegelicht Indeling Bij het stelsel van gewogen loting worden vijf klassen gehanteerd. Deze vijf klassen worden aangeduid met de letters A tot en met E. De grenzen voor de verschillende klassen zijn als volgt: A Een 8 en hoger B Kleiner dan 8 maar groter dan of gelijk aan 7,5 C Kleiner dan 7,5 maar groter dan of gelijk aan 7 D Kleiner dan 7 maar groter dan of gelijk aan 6,5 E Kleiner dan 6,5 maar groter dan of gelijk aan 6. 13

14 Indeling in een van de klassen A tot en met E gebeurt op basis van het gemiddelde eindexamencijfer van (m)bo, havo- en vwo-nieuw profiel en Europees Baccalaureaat met Nederlands als 1e of 2e taal. Studenten in de klasse A worden rechtstreeks geplaatst bij de opleiding en onderwijsinstelling van hun eerste voorkeur. Vanaf is het mogelijk dat ook studenten met een EU-diploma of Internationaal Baccalaureaat in aanmerking komen voor indeling in klasse A (cijfergemiddelde 8+) en daarmee dus voor rechtstreekse plaatsing. Daarvoor heeft DUO in samenwerking met de Nuffic en vertegenwoordigers van de Nederlandse universiteiten een EU 8+ voorbeeldlijst opgesteld. Aan de hand van deze voorbeeldlijst kan de student zien of hij met zijn diploma en eindcijferlijst voor rechtstreekse plaatsing in aanmerking kan komen. Sinds vorig jaar zijn er een paar aanpassingen in de lijst geweest. De vernieuwde 8+ voorbeeldlijst vindt u hier. Van alle andere vooropleidingen die toelating geven tot de opleiding vindt geen berekening van het gemiddelde eindexamencijfer plaats en volgt indeling in lotingsklasse C. Heeft een aanstaande student meerdere reguliere vooropleidingen die toelating geven, dan geldt de meest gunstige lotingsklasse Berekening Hoe bij de verschillende soorten vooropleidingen het gemiddelde eindexamencijfer wordt berekend, op grond waarvan de (lotings)klasse wordt bepaald, wordt hieronder toegelicht per soort vooropleiding. Havo/vwo Bij een eindexamen havo- en vwo-nieuw profiel wordt het gemiddelde eindexamencijfer berekend uit de combinatie van alle vakken van het algemeen deel, alle vakken van het profieldeel en het hoogste cijfer van het vrije deel. Het combinatiecijfer is opgenomen in het algemene deel en wordt daardoor meegenomen in de berekening van de lotingsklasse. DUO gaat altijd uit van de eindcijfers die vermeld staan op de cijferlijst die bij het diploma hoort. Bij de berekening tellen afzonderlijke deelcertificaten dus niet mee. Mbo Bij het mbo wordt het gemiddelde berekend uit de combinatie van vijf cijfers van de cijferlijst die het hoogste gemiddelde oplevert. Bij competentiegerichte beroepsopleidingen wordt gewerkt met kerntaken en bijbehorende werkprocessen. Het gemiddelde eindexamencijfer wordt berekend op basis van de 5 hoogste cijfers voor de kerntaken. Als een onderwijsinstelling de beoordeling baseert op werkprocessen in plaats van op kerntaken, dan moet de onderwijsinstelling een aparte resultatenlijst toevoegen waarop de beoordelingen van de werkprocessen zijn gebundeld per kerntaak en zijn uitgedrukt in een beoordeling per kerntaak. Bij de berekening worden de resultaten voor de onderdelen leren, loopbaan en burgerschap, Nederlands, rekenen en Engels of een andere moderne vreemde taal buiten beschouwing gelaten. 14

15 Bij een cijferlijst met minder dan vijf cijfers wordt het gemiddelde berekend van het aantal vermelde cijfers. Het kan voorkomen dat in plaats van cijfers, andere waarderingen worden gebruikt. In dat geval worden de waarderingen uitmuntend, zeer goed, goed, ruim voldoende, voldoende, matig, onvoldoende, ruim onvoldoende, slecht en zeer slecht geïnterpreteerd als respectievelijk 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2, en 1. Als er geen resultatenlijst kan worden overlegd die voldoet aan bovenstaande vereisten, dan volgt automatisch indeling in lotingsklasse C. DUO gaat altijd uit van de eindcijfers die vermeld staan op de cijferlijst die bij het diploma hoort. Bij de berekening tellen afzonderlijke deelcertificaten dus niet mee. Hbo/ wo Een student met een hbo- / wo- getuigschrift of -diploma als vooropleiding wordt in lotingsklasse C geplaatst, omdat hierbij geen gemiddeld eindexamencijfer berekend kan worden. Met de invoering van de bachelor-master structuur heeft niet elke bachelor-opleiding een propedeutische fase. Voor deze opleidingen is dan ook geen sprake van een propedeutisch getuigschrift. Een verklaring dat de eerste 60 studiepunten zijn behaald (de zogenaamde 60-punten verklaring) is niet gelijkwaardig aan een propedeutisch getuigschrift en is dan ook geen geldige vooropleiding voor het hoger onderwijs. Deze 60 puntenverklaring wordt dus niet meegenomen bij de indeling in lotingsklassen Lotingskansen Hoe hoger het gemiddelde eindexamencijfer, hoe groter de kans dat de student inloot. Zo geeft indeling in lotingsklasse B een grotere inlotingskans dan indeling in lotingsklasse E. Bij een andere vooropleiding dan vwo- of havo-nieuw profiel, beroepsonderwijs of een Europese Baccalaureaat met Nederlands als 1e of 2e taal, wordt de student ingedeeld in lotingsklasse C. Bij klasse A wordt de student rechtstreeks toegelaten tot de lotingopleiding en de onderwijsinstelling van zijn eerste voorkeur. De inlotingskansen in de verschillende inlotingsklassen verhouden zich onderling als volgt: B : C : D : E : = 9 : 6 : 4 : 3. 15

16 2.5 Decentrale selectie Universiteiten en hogescholen hebben de mogelijkheid om aan te geven dat ze zelf aan de hand van hun eigen criteria studenten willen selecteren. Het bestuur van de onderwijsinstelling die hiervan gebruik wenst te maken geeft dat voor 1 september van het kalenderjaar dat vooraf gaat aan het studiejaar waarvoor de decentrale selectie geldt, aan DUO door. Aangezien de decentrale selectie een onderdeel is van de selectieprocedure is een aanvraag voor de decentrale selectie automatisch een aanvraag voor de centrale loting. De onderwijsinstellingen mogen maximaal 100% van de capaciteit opvullen met decentraal geselecteerde studenten. Onderwijsinstellingen stellen zelf de selectiecriteria vast en bepalen ook zelf welke kandidaten het beste voldoen aan de specifieke selectiecriteria. De sluitingsdatum voor de aanmelding aan de decentrale selectie wordt vastgeteld door de onderwijsinstelling, maar deze datum moet liggen tussen 15 januari en 15 mei. Studenten mogen maximaal 1 tot 3 keer deelnemen aan de decentrale selectie. De onderwijsinstelling stelt het aantal keren zelf vast. Aanmelding opleiding met decentrale selectie De student verbruikt een decentrale selectie- en een lotingskans als hij heeft deelgenomen aan de decentrale selectie en daarna besluit zich voor 5 juli terug te trekken. De student verbruikt geen decentrale selectie en lotingskans als de onderwijsinstelling verklaart dat de student niet aan de decentrale selectie heeft deelgenomen. Als de student zich na de sluitingsdatum van de decentrale selectie aanmeldt, bepaalt de onderwijsinstelling of de student mag meedoen aan de decentrale selectieprocedure. Uitslag decentrale selectie Na het uitvoeren van de decentrale selectie geven de onderwijsinstellingen de uitslag via Studielink door aan DUO. Bij het uitvoeren van de loting zal vastgesteld moeten worden hoeveel plaatsen beschikbaar zijn voor de decentrale selectie. Hierbij moet rekening gehouden worden met andere rechtstreeks te plaatsen kandidaten, zoals o.a klasse A. DUO informeert de decentraal geplaatste kandidaten gelijktijdig met de via de loting centraal geplaatste kandidaten. Studenten die decentraal geplaatst zijn bij een opleidingsloting, kunnen in tegenstelling tot de via de loting centraal geplaatste studenten, geen ruilverzoek indienen. 16

17 2.6 Reserveringen Voordat wordt geselecteerd welke aanstaande studenten in aanmerking komen voor een plaats wordt eerst de vastgestelde onderwijscapaciteit voor de opleiding verminderd met: het aantal studenten uit Caribisch Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten die een zogenaamde 'ministersplaats' toegewezen hebben gekregen; het aantal studenten dat in het bezit is van een Voorlopig Bewijs van Toelating en die hebben aangegeven dit te willen omzetten in een definitief Bewijs van Toelating. Het aantal studenten dat op grond van een gemiddeld eindexamencijfer van 8 of hoger ingedeeld is in klasse A en recht heeft op rechtstreekse plaatsing. Decentraal geselecteerde studenten. Als een onderwijsinstelling 100% van de studenten decentraal wil selecteren, worden deze decentraal geselecteerden verminderd met het aantal studenten dat door middel van categorie A of ministersplaats rechtstreeks worden toegelaten en de studenten met een Voorlopig Bewijs van toelating. Al deze bovenstaande studenten hebben recht op een Bewijs van Toelating voor het komende studiejaar. Daarnaast reserveert de afdeling loting: plaatsen voor studenten die bij een instellingsloting een verzoek indienen om herplaatsing. Maximaal 5% van de beschikbare onderwijscapaciteit kan worden toegewezen aan studenten die weliswaar met de opleiding kunnen beginnen, maar uitgeloot zijn voor hun onderwijsinstelling van eerste voorkeur; een percentage (gerelateerd aan de inlotingkans) van de studenten die schriftelijk bericht hebben gestuurd aan DUO dat zij niet in staat zijn voor de vereiste datum hun diploma of cijferlijst in te sturen. Een deel van hen kan namelijk op grond van het lotnummer en de lotingsklasse (die pas kan worden bepaald als het bewijsstuk is ontvangen) inloten. Voor opleidingen met een instellingsloting of met een opleidingsloting die voor één onderwijsinstelling geldt (bijvoorbeeld Diergeneeskunde in Utrecht) kan het onderwijsinstellingsbestuur er voor kiezen, naast het extra laten inloten van studenten, de reserveringen te laten vervallen voor studenten die hun vooropleiding later insturen. Dit betekent wel dat ook studenten, die volgens de wettelijke procedure op een later moment alsnog recht blijken te hebben op een plaats, een Bewijs van Toelating krijgen. Voor opleidingen met een arbeidsmarktloting zullen de reserveringen zo laag mogelijk worden gehouden in de eerste lotingsronde. Aan het eind van de lotingsprocedure zal wel steeds meer rekening worden gehouden met de reserveringen om niet het risico te lopen dat de onderwijscapaciteit wordt overschreden. 17

18 Hoofdstuk 3. Lotingsprocedure Het laatste hoofdstuk van deze handleiding bevat informatie over de lotingsprocedure. 3.1 De loting Selectie van gegadigden vindt plaats door middel van gewogen loting. Dat wil zeggen dat naast het lotnummer, ook de vooropleiding een rol speelt bij de kans op in- of uitloting. De aanstaande studenten krijgen, volstrekt willekeurig, een lotnummer toegekend. De trekking van deze lotnummers gebeurt onder toezicht van een notaris. Daarna worden de gegadigden op basis van de ingezonden bewijsstukken van hun vooropleiding ingedeeld in een lotingsklasse. De combinatie van het lotnummer en de lotingsklasse bepaalt uiteindelijk of iemand zal in- of uitloten. Andere factoren zoals bijvoorbeeld motivatie, persoonlijke omstandigheden of tijdstip van aanmelding hebben geen invloed op de loting. Lotnummer bepalen Bij een opleidings-, instellings- of arbeidsmarktloting gaat het toekennen van lotnummers op dezelfde manier. Onder toezicht van een notaris wordt een lotnummer toegekend. Dit lotnummer bepaalt de volgorde binnen de lotingsklasse waarin DUO de student indeelt. In elke lotingsklasse zijn de laagste lotnummers het eerst aan de beurt. 3.2 Uitslag loting Op het moment dat de eerste loting halverwege juli heeft plaatsgevonden wordt de uitslag van de loting bekend gemaakt Ingeloot Als de aanstaande student wordt geplaatst dan ontvangt hij hiervan bericht in Studielink. Dit heeft betrekking op het studiejaar waarvoor de aanstaande student zich heeft aangemeld en op de opleiding en onderwijsinstelling waarvoor de betrokkene is geplaatst. Geldigheid De geldigheidstermijn van het bericht van plaatsing (Bewijs van Toelating) is twee weken. De aanstaande student moet binnen deze termijn in Studielink zijn inschrijving vervolgen. Als de termijn is verstreken en de student heeft geen definitief inschrijfverzoek ingediend, dan wordt in overleg met de onderwijsinstelling bepaald of de aanmelding van de student moet worden ingetrokken. Ruilen De aanstaande student kan verzoeken om zijn Bewijs van Toelating te ruilen als hij is ingeloot voor de opleiding maar de student wil naar een andere onderwijsinstelling dan de onderwijsinstelling waarvoor hij is geplaatst. Dit is alleen mogelijk als er sprake is van een opleidingsloting. Ruilen is níet mogelijk, als via de decentrale selectie een Bewijs van Toelating is verkregen. 18

19 Om te ruilen moet de student binnen twee weken na datum dagtekening van het Bewijs van Toelating een ruilverzoek versturen naar DUO via de website van DUO. Bij het ruilen werkt DUO met een ruillijst. De datum van binnenkomst bepaalt de plaats op de ruillijst. Als ruilen mogelijk is, ontvangt de student zo spoedig mogelijk een nieuw bericht van inloting (Bewijs van Toelating). De ruilprocedure loopt tot 15 september. Als het verzoek om te ruilen te laat is ingediend, wordt de student voorlopig op een reservelijst met ruilkandidaten geplaatst. Dit betekent dat ruilen alleen mogelijk is als een 'ruilpartner' gevonden kan worden en er geen 'ruilpartners' zijn die voor dezelfde ruil opteren en het verzoek wel tijdig hebben ingediend. Voorwaarde is wel dat de student in het bezit moet zijn van een geldig Bewijs van Toelating. Dit betekent dat een te laat ingediend ruilverzoek alleen in behandeling genomen kan worden als op het moment van indienen de geldigheidstermijn (twee weken) van het Bewijs van Toelating nog niet is verstreken. Als deze wel is verstreken dan moet de student zich hebben ingeschreven met het reeds ontvangen Bewijs van Toelating Uitgeloot Aanstaande studenten ontvangen de uitslag van de loting nadat DUO de vereiste bewijsstukken van de vooropleiding inclusief de eventuele nadere vooropleidingseisen heeft ontvangen. Een student die is uitgeloot ontvangt een bericht van uitloting door middel van een brief en een bericht in Studielink. In deze brief wordt de student ook naar de site verwezen voor informatie over opleidingen waarvoor na de uitgevoerde loting nog plaatsen beschikbaar zijn of mogelijk beschikbaar zullen komen voor de 2 e loting. Zie voor meer informatie hierover Hoofdstuk 3.4. Verzoekschrift hardheidsclausule Studenten die een bericht van uitloting hebben ontvangen, kunnen een verzoek indienen om toepassing van de hardheidsclausule. Maximaal 5 procent van het aantal plaatsen per opleiding kan voor het volgende studiejaar worden toegewezen aan studenten die zijn uitgeloot voor de opleiding. Studenten die vinden dat de uitloting een onbillijkheid van overwegende aard heeft opgeleverd, kunnen een beargumenteerd verzoek doen op deze hardheidsclausule. Als de student een verzoekschrift indient moet de student argumenten aanvoeren. De argumenten of omstandigheden die worden aangevoerd moeten altijd worden ondersteund door verklaringen van ter zake deskundigen en of andere bewijsstukken. De aanwezigheid van een of meer van hieronder genoemde omstandigheden is zeker geen garantie voor toewijzing van het verzoek. Aangezien het aantal toewijzingen aan een maximum gebonden is, hangt het van de omstandigheden van andere verzoekers af of de aanwezigheid van bepaalde omstandigheden tot een toewijzing kan leiden. Het verzoekschrift moet binnen zes weken na dagtekening van de uitlotingsbrief zijn ontvangen door DUO. Voorbeelden van omstandigheden, die bij de beoordeling van verzoeken worden betrokken zijn: medische problemen bij de uitgelote student die niet direct het gevolg zijn van de uitloting, maar waarbij aannemelijk is gemaakt dat het toewijzen van een plaats een positieve bijdrage zal leveren aan het genezingsproces; 19

20 psychische druk bij de uitgelote student, niet als gevolg van de uitloting maar als gevolg van bijzondere gezinsomstandigheden, waarbij het aannemelijk is gemaakt dat toewijzing van een plaats een positieve bijdrage zal leveren aan de verlichting van deze druk; vluchtelingen die gedwongen zijn een soortgelijke opleiding te staken in het land van herkomst; het feit dat een persoon is opgegroeid in aantoonbaar afwijkende sociale omstandigheden; het feit dat men als werknemer of hoogbegaafde aanstaande student de opleiding nodig heeft in verband met door hem te verrichten wetenschappelijk onderzoek aan een onderwijsinstelling, waarbij het verzoek is ondersteund door de onderwijsinstelling die de opleiding geeft. Voorbeelden van omstandigheden c.q. argumenten waarmee géén rekening wordt gehouden bij de beoordeling van de verzoeken zijn: motivatie voor de opleiding; familietraditie; het niet eens zijn met de huidige lotingsystematiek; psychische en/of medische klachten puur en alleen als gevolg van de uitloting; studievertraging en daarmee samenhangende financiële argumenten; diverse problemen van studenten die de opleiding in België zijn begonnen; het hebben van vrijstelling van het propedeutisch examen. Als een verzoek wordt gehonoreerd, dan ontvangt de aanstaande student via Studielink een Voorlopig Bewijs van Toelating. Dit Voorlopig bewijs van Toelating wordt in het eerstvolgende studiejaar volgend op het studiejaar waarvoor de student is uitgeloot omgezet in een definitief Bewijs van Toelating. Bezwaarschrift Als het verzoekschrift wordt afgewezen dan kan de student vervolgens een bezwaarschrift indienen tegen deze beslissing. Dit bezwaar moet worden ingediend bij de afdeling BBKB (Bezwaar, Beroep, Klachten en Beleid) van de Dienst Uitvoering Onderwijs. Een bezwaarschrift moet de student binnen 6 weken na ontvangst van de beslissing van het verzoekschrift indienen. DUO neemt een beslissing op het bezwaarschrift nadat de student in de gelegenheid is gesteld om gehoord te worden. De student krijgt hiervan bericht. Is de student het niet eens met deze beslissing, dan kan deze hiertegen in beroep gaan bij de Arrondissementsrechtbank. 3.3 Voorlopig Bewijs van Toelating In bijzondere gevallen kan worden bepaald dat aan een ingelote student in plaats van een Bewijs van Toelating een Voorlopig Bewijs van Toelating wordt verstrekt. Dit wordt hieronder toegelicht. Ook is het mogelijk dat aan een uitgelote student een Voorlopig bewijs van Toelating wordt toegekend. De toelichting hierop staat vermeld in subparagraaf vier (3.3.4). Het Voorlopig Bewijs van Toelating heeft altijd een geldigheidstermijn van 1 jaar. 20

21 3.3.1 Ingeloot Nederlands Een Voorlopig Bewijs van Toelating kan worden afgegeven als er een belemmering is voor de inschrijving op grond van onvoldoende beheersing van de taal. Voorgaande jaren paste DUO de status van de taaltoets op verzoek van onderwijsinstellingen aan. Maar omdat de onderwijsinstellingen verschillende taaleisen en/of Engelstalige programma s hebben wordt dit niet meer gedaan. De onderwijsinstellingen moeten nu zelf aangeven of de student voldoet aan de bij die opleiding geldende taaleisen. Als het duidelijk is dat er geen sprake is van een taaltoets, verdient het aanbeveling om dat per omgaande via het SIS en Studielink aan DUO door te geven. Dit in ieder geval voordat begin juli met de uitvoering van de loting begonnen wordt. Daar waar de taaltoets aan blijft (d.w.z. de student voldoet niet aan de taaleisen), krijgt de student als uitslag van de loting een brief waarin staat dat deze weliswaar is ingeloot voor de opleiding en onderwijsinstelling, maar dat nog wel aan de taaleis voldaan moet worden.. Bij deze brief zit een vragenformulier dat hiervoor moet worden ingevuld en binnen 2 weken na dagtekening van de brief teruggestuurd moet worden naar DUO. Heeft de student op het vragenformulier aangegeven niet voor aanvang van het studiejaar het bewijs te kunnen leveren van voldoende beheersing van de taal, dan ontvangt de student definitief een Voorlopig Bewijs van Toelating voor het eerstvolgende studiejaar. Geeft de student op het vragenformulier aan dat hij in aanmerking wil komen voor een Bewijs van Toelating? Dan moet hij het bewijsstuk van voldoende beheersing van de taal voor 15 augustus opsturen naar DUO. Als de student niet voor 15 augustus de bewijsstuk(ken) heeft opgestuurd, dan ontvangt hij een verzuimbrief van DUO. De student krijgt dan twee weken de tijd om het verzuim goed te maken. Ook kan de onderwijsinstelling aan de afdeling loting doorgeven dat aan de taaleis is voldaan. Ontvangt DUO ook binnen deze termijn geen reactie, dan wordt het Voorlopig Bewijs van Toelating ingetrokken. Heeft de student het vragenformulier niet of niet binnen twee weken teruggestuurd naar DUO dan wordt het Voorlopig Bewijs van Toelating ingetrokken. In de WHW is overigens alleen sprake van voldoende kennis van de taal. Vandaar dat in onze correspondentie en in berichten ook alleen gesproken wordt over de kennis van de taal Ingeloot overmacht In bijzondere gevallen kan aan een ingelote student in plaats van een Bewijs van Toelating een Voorlopig Bewijs van Toelating worden gegeven voor het studiejaar volgend op het studiejaar waarvoor de student is ingeloot. Bijzondere gevallen in dit verband zijn: bijzondere omstandigheden, die zijn ontstaan buiten de wil van de aanstaande student, waardoor hij geen gebruik kan maken van zijn Bewijs van Toelating. Voorbeelden van overmacht kunnen redenen van medische of psychische aard zijn, waarbij het verzoek wordt ondersteund door een verklaring afkomstig van bijvoorbeeld een psycholoog. Studenten die in aanmerking willen komen voor een Voorlopig Bewijs van Toelating op grond van bijzondere gevallen, moeten een met redenen omkleed verzoekschrift indienen. Het verzoek moet worden 21

22 ingediend samen met een verklaring van iemand die ter zake deskundig is. Wordt het verzoek gehonoreerd? Dan wordt het betreffende Bewijs van Toelating vervangen door een Voorlopig Bewijs van Toelating. De student kan dan het jaar daarop volgend met de opleiding beginnen Ingeloot hardheidsclausule Studenten die wel zijn ingeloot voor de opleiding van eerste voorkeur maar niet aan de instelling van eerste voorkeur, kunnen een verzoek indienen om toepassing van deze hardheidsclausule. Maximaal 5 procent van het aantal plaatsen per opleiding/instelling kan worden toegewezen aan studenten, die zijn uitgeloot voor de instelling van eerste voorkeur. Het criterium voor een verzoek om toepassing van deze zogenaamde 5 procentregeling is: het uitloten voor de instelling van eerste voorkeur levert een onbillijkheid van overwegende aard op. Het is niet mogelijk een opsomming te geven van wanneer de Dienst Uitvoering Onderwijs een verzoek wel of niet toewijst. Van een onbillijkheid van overwegende aard kan bijvoorbeeld sprake zijn in de hierna volgende gevallen: de student voert argumenten van medische aard aan en maakt aannemelijk dat hij om die redenen niet in staat kan worden geacht om elders dan aan de instelling van eerste voorkeur de opleiding te gaan volgen. Het verzoek wordt ondersteund door een verklaring van een arts; de student voert argumenten van economische aard aan. Bijvoorbeeld: de student heeft een werkkring, die hij in het verleden heeft aanvaard en waarvan hij financieel volledig afhankelijk is omdat hij geen aanspraak kan maken op de studiefinanciering. Het verzoek wordt ondersteund door een werkgeversverklaring; de student voert argumenten van sociale aard aan. Bijvoorbeeld: in het gezin waartoe de aanstaande student behoort, is sprake van een zodanige situatie dat verhuizing leidt tot ernstige aantoonbare problemen voor de aanstaande student. Het verzoek dient ondersteund te worden door een verklaring van bijvoorbeeld een maatschappelijk werker. Studenten die een beroep op deze hardheidsclausule doen, moeten binnen twee weken na het bericht van inloting in Studielink een beargumenteerd verzoekschrift indienen. Dit verzoekschrift moet zijn voorzien van bewijsstukken waaruit de noodzaak blijkt voor plaatsing aan de onderwijsinstelling van eerste voorkeur. Bij honorering van een verzoek krijgt de student alsnog een Bewijs van Toelating voor de onderwijsinstelling van eerste voorkeur voor het betreffende studiejaar. In afwachting van de beslissing op het verzoekschrift wordt de student voorlopig tevens ook geplaatst op de ruillijst Uitgeloot hardheidsclausule Studenten die zijn uitgeloot kunnen een verzoek indienen om toepassing van deze hardheidsclausule. Maximaal 5 procent van het aantal plaatsen per opleiding kan voor het volgende studiejaar worden toegewezen aan studenten die zijn uitgeloot. Studenten die vinden dat de uitloting een onbillijkheid van overwegende aard heeft opgeleverd, kunnen een beargumenteerd verzoek indienen. 22