Toets CAT B / Cursus-afhankelijke toets

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Toets CAT B 3.1 14-15 / Cursus-afhankelijke toets"

Transcriptie

1 A VUmc-compas toetsing Toets CAT B / Cursus-afhankelijke toets Cursus B Circulatie en vasculaire stoornissen Cursuscoördinator (vice-) A. Thijs / G.P. van Nieuw Amerongen / m.m.v. A.D. Cornet Gelegenheid 1 e Toetsdatum Vrijdag 21 november 2014 Tijd 15:15-17:15 uur (15:15-17:45 uur voor extra-tijd studenten) Plaats TenT-hal VU campus Aantal en type vragen 50 meerkeuzevragen: 9 tweekeuzevragen, 12 driekeuzevragen, 26 vierkeuzevragen, 3 vijfkeuzevragen Druk tweezijdig bedrukt, kleurendruk Toegestane hulpmiddelen Normaalwaardenkaart en een rekenmachine zonder internettoegang! Studentinstructie: Dit tentamen mag niet door studenten worden meegenomen MC-toets: kies het beste (volledig juiste en meest complete) antwoord mobiele telefoons uit en in de tas onder de stoel alléén toetsbenodigdheden op tafel vul je studentnummer en naam duidelijk in op het formulier kras NIET in de barcode rechtsonder; ook GEEN doorhalingen zo nodig foutieve hokjes corrigeren door zeer goed te gummen vragen over de inhoud van de toets worden NIET beantwoord commentaren na afloop naar de JVC van je cursus drinken is toegestaan, eten NIET (opbergen in tas) toiletbezoek is toegestaan anderhalf uur na aanvang van de toets gedurende het laatste half uur van de toets mag de toetsruimte niet worden verlaten fraude wordt bestraft Succes! CAT Circulatie en vasculaire stoornissen / afname 21 november 2014 Pagina 1 van 16

2 CAT Circulatie en vasculaire stoornissen / afname 21 november 2014 Pagina 2 van 16

3 1 Op de polikliniek cardiologie klaagt een vrouw van 40 jaar over kortademigheid bij inspanning. Bij echocardiografie vertoont de linker kamer een diffuus afgenomen contractie, is het volume vergroot, en de wanddikte normaal. Aan de kleppen worden geen belangrijke afwijkingen gevonden. U stelt de diagnose cardiomyopathie. Welk type cardiomyopathie is het meest waarschijnlijk? a. Restrictieve cardiomyopathie b. Aritmogene rechter ventrikel cardiomyopathie c. Dilaterende cardiomyopathie d. Tako-tsubo cardiomyopathie 2 Een vrouw van 45 jaar heeft een afgenomen inspanningsvermogen en hartkloppingen. Zij rookt niet, heeft geen hypertensie, en bij lichamelijk onderzoek constateert de cardioloog een hartgeruis. Het ECG toont het beeld van linker kamerhypertrofie. Bij echocardiografie wordt een goede contractie van de linker kamer vastgesteld en linker kamerhypertrofie wordt bevestigd. De aortaklep opent slecht. Is diastolische dysfunctie van de linker kamer waarschijnlijk? a. Ja b. Nee 3 In welke fase van de hartcyclus bevindt zich de souffle die geassocieerd is met een gestenoseerde en goed sluitende aortaklep? a. Diastolische b. Systolische 4 De meest voorkomende oorzaak van belangrijk verminderde linker kamerfunctie is: a. doorgemaakte myocarditis b. medicijngebruik c. coronarialijden d. tachycardiomyopathie 5 Plotse hartdood wordt in het merendeel van de gevallen veroorzaakt door: a. kamerfibrilleren b. boezemfibrilleren c. totaal AV-blok d. sinusarrest 6 Hartfalen in de neonatale periode kent een totaal andere frequentieverdeling van oorzaken dan hartfalen op andere leeftijden. Welke oorzaak komt in de neonatale periode vooral voor? a. Hypoplastisch linker hart syndroom b. Cardiomyopathie c. Eisenmenger syndroom d. Reumatische hartziekte CAT Circulatie en vasculaire stoornissen / afname 21 november 2014 Pagina 3 van 16

4 7 Een patiënt van 72 jaar heeft in de loop van de ochtend pijn op de borst gekregen. Hij is bekend met angina pectoris en heeft nitraat sublinguaal geprobeerd, maar de pijn op de borst verdwijnt niet. Hij is misselijk en wat zweterig. Welke afwijkingen verwacht u op het ECG te zien? a. Toegenomen PQ-tijd b. Depressie van het PT(a) segment c. Een U-golf d. ST-segment depressie e. ST-segment elevatie 8 Wat geeft het QT interval weer op een ECG? a. De start van de atriale depolarisatie tot de start van het QRS complex b. De start van de ventriculaire systole tot de ventriculaire diastole c. De tijd die nodig is voor de depolarisatie en repolarisatie van de ventrikels d. De tijd die nodig is om van systole over te gaan in diastole 9 Het lange QT syndroom (aangeboren variant) ontstaat door: a. verlengd remmen van de actiepotentiaal in de AV knoop b. verlengde repolarisatieduur c. verminderde geleiding in de Purkinje vezels d. vertraagde depolarisatie van de SA knoop 10 Een te vroeg geboren meisje (30 weken) blijkt haar rechter beentje niet goed te kunnen bewegen, wat blijkt te berusten op een hersenbloeding. Bij het laboratoriumonderzoek is de PT sterk verlengd (INR > 6), de APTT is normaal. Wat is de meest voor de hand liggende diagnose? a. Hemofilie A b. Aangeboren fibrinogeen deficiëntie c. Vitamine K tekort 11 Een 25-jarige vrouw komt op de eerste hulp omdat zij sinds 1 dag, in toenemende mate, puntbloedinkjes (petechiën) bemerkt op haar scheenbenen. Ze heeft geen spier-, gewrichts-, of huidbloedingen. Ze is altijd gezond geweest en gebruikt geen medicijnen. U verwacht bij specieel stollingsonderzoek: a. alleen een verlengde APTT b. alleen een verlengde PT c. zowel een verlengde APTT als PT d. een verlaagd trombocytenaantal 12 De internist stelt bij een patiënt een diepe veneuze trombose vast. Er is geen diepblauw verkleurde, bedreigde huid. Wat is nu het medicament dat hij direct en als eerste moet voorschrijven en toedienen? a. Een vitamine K antagonist (bijvoorbeeld acenocoumarol) b. Een vorm van heparine (bijvoorbeeld laag moleculair gewichtsheparine (LMWH)) c. Een fibrinolyticum (bijvoorbeeld urokinase) CAT Circulatie en vasculaire stoornissen / afname 21 november 2014 Pagina 4 van 16

5 13 Een patiënt die vitamine K antagonist gebruikt moet met spoed geopereerd worden vanwege een appendicitis. De chirurg stelt een directe operatie-indicatie. Het anticoagulerende effect van vitamine K antagonisten moet gecoupeerd worden. Wat is de aangewezen handelswijze in deze omstandigheden? Toediening van: a. 4-factoren concentraat b. vitamine K c. fresh frozen plasma d. trombocytenconcentraat 14 Welke laboratoriumtest is in de regel afwijkend bij een patiënt met hemofilie A? a. Bloedingstijd b. Protrombinetijd (PT, weergegeven in INR) c. Geactiveerde protrombine tijd (APTT in seconden) d. Trombocytenaantal 15 Hoe kan de werking van een directe factor Xa-remmer gecoupeerd worden? a. Er is geen specifiek middel dat de werking kan couperen b. Met vitamine K kan ook bij deze orale anticoagulantia de werking gecoupeerd worden c. Met 4-factoren concentraat kan ook bij deze orale anticoagulantia de werking gecoupeerd worden 16 Een man van 80 jaar uit een verzorgingshuis wordt op de eerste hulp gepresenteerd met een parese links die bij CT onderzoek op een hersenbloeding blijkt te berusten. De APTT is verlengd tot 120 seconden, de PT is normaal en het trombocytenaantal is normaal. Hij gebruikt geen medicatie. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose? a. Verworven factor VIII deficiëntie b. Aangeboren factor VIII deficiëntie c. Verworven factor XI deficiëntie d. Aangeboren factor XI deficiëntie 17 Een jongetje van ruim 1 jaar komt op de eerste hulp omdat hij bij zijn eerste pasjes is gevallen en nu een dikke enkel heeft. Tevoren was hij gezond. In de familie komen geen aangeboren ziekten van de bloedstelping en bloedstolling voor. Bij het lichamelijk onderzoek is de enkel inderdaad dik en gezien enkele bevindingen bij het lichamelijk onderzoek denkt u dat er vocht in het enkelgewricht zit. De SEH-arts stelt de diagnose hemarthros (een bloeding in het gewricht). Welk ziektebeeld zou bij deze diagnose passen? a. Auto-immuun trombopenie b. Hemofilie A c. Factor XII deficiëntie CAT Circulatie en vasculaire stoornissen / afname 21 november 2014 Pagina 5 van 16

6 18 Een vrouw van 50 jaar wordt met de ambulance naar de eerste hulp gebracht omdat zij in een dag toenemend verward werd. Er is geen familie mee en de anamnese is niet goed mogelijk. Bij lichamelijk onderzoek heeft zij geen koorts, is de bloeddruk normaal en ademt zij rustig. Onderzoek van hart, longen en de buik toont geen afwijkingen. Bij neurologisch onderzoek vindt u geen afwijkingen, behalve dat zij een omfloerst (dat wil zeggen: licht gedaald) bewustzijn heeft. Het laboratorium onderzoek toont een anemie en trombopenie. De nierfunctie is normaal. Het leukocytenaantal in normaal. In de perifere bloeduitstrijk worden behoudens fragmentocyten geen afwijkingen gezien. Welke diagnose is het meest waarschijnlijk? a. Auto-immuun trombopenie b. Hemolytisch uremisch syndroom c. Trombotische trombocytopenisch purpura 19 Er komt een voetbalster van 20 jaar op de eerste hulp met een dikke, pijnlijke kuit. De SEH-arts schat de kans op een trombose middels de Wells score laag in (score kleiner dan 2. Is het veilig om met behulp van een negatieve D-dimeer-uitslag de diagnose trombosebeen uit te sluiten? a. Ja b. Nee 20 Bij het gebruik van breedspectrum-antibiotica kunnen stollingsstoornissen optreden. Welke stoornis in de hemostase is hiervan het potentiële directe gevolg? a. Vitamine K deficiëntie b. Verminderde werking van de trombocyten c. Vitamine C deficiëntie 21 Stelling: Een suboptimale gebeurtenis kan mede veroorzaakt worden door een patiëntgerelateerde factor. a. Juist b. Onjuist 22 Een 42-jarige vrouw meldt zich op de polikliniek interne geneeskunde omdat zij zich zorgen maakt over haar cardiovasculaire risico. Haar 4 jaar oudere broer is 6 maanden geleden overleden aan een hartinfarct. Bij lichamelijk onderzoek valt op een geel randje rondom haar iris op, evenals bobbels op de haar achillespezen. Het verdere lichamelijk onderzoek is niet afwijkend. De meest waarschijnlijke diagnose is: a. chylomicronemie b. familiaire hypertriglyceridemie c. polygenetische hypercholesterolemie d. familiaire hypercholesterolemie CAT Circulatie en vasculaire stoornissen / afname 21 november 2014 Pagina 6 van 16

7 23 Een 60-jarige man meldt zich op de polikliniek interne geneeskunde met een bij herhaling gemeten bloeddruk van rondom 154/88 mmhg. Hij rookt niet. Welk laboratoriumonderzoek dient nu verricht te worden om met behulp van de risicotabel een inschatting van zijn cardiovasculaire risico te maken? a. Niets b. Creatinekinase (CK) c. Cholesterol d. Triglyceriden 24 De internist controleert een patiënt i.v.m. zijn verhoogde bloeddruk. Ondanks behandeling met hydrochloorthiazide (een diureticum), later aangevuld met lisinopril (een ACE-inhibitor), is de bloeddruk onvoldoende onder controle (165/92 mmhg). Na 150 meter lopen heeft hij last van claudicatio intermittens. Welk antihypertensieve middel is nu als eerste geïndiceerd als toevoeging aan de reeds bestaande therapie? a. Doxasozine (alfablokker) b. Metoprolol (bètablokker) c. Nifedipine (calciumantagonist) 25 Een 29-jarige vrouw komt op het spreekuur van de internist met hypertensie (160/100 mmhg). Verder heeft ze vaak last van zweten en valt op dat in staande positie de bloeddruk flink lager is. Ze heeft soms last van paniekaanvallen. Tijdens zo n paniekaanval trekt ze opvallend bleek weg. De huisarts denkt aan een secundaire vorm van hypertensie. Wat is in die omstandigheid dan de meest waarschijnlijke diagnose? a. Hyperthyreoïdie b. Fibromusculaire dysplasie c. Syndroom van Conn (primair hyperaldosteronisme) d. Feochromocytoom 26 Een interniste besluit een patiënt van 50 jaar met diabetes mellitus type 2 in het kader van primaire preventie van hart en vaatziekten te behandelen. De patiënt heeft een verhoogde bloeddruk (150/90 mmhg), een LDL van 4,2 mmol/l, heeft overgewicht (BMI 31 kg/m2), en zijn HbA1c is 8%. Hij rookt niet en beweegt voldoende. Indien zij slechts één risicofactor zou mogen aanpakken, welke interventie zou het effectiefst zijn in het voorkomen van een hartinfarct? Een verlaging van: a. bloeddruk b. LDL-cholesterol c. gewicht d. HbA1c e. HDL-cholesterol CAT Circulatie en vasculaire stoornissen / afname 21 november 2014 Pagina 7 van 16

8 27 Stelling: Het renine-angiotensine-aldosteron systeem speelt een rol bij het op peil houden van de bloeddruk bij een verminderd effectief circulerend volume. a. Juist b. Onjuist 28 Stelling: Het number-needed-to-treat is van groter belang dan de relatieve risicoreductie bij de indicatiestelling tot het starten van medicatie. a. Juist b. Onjuist 29 Een 35-jarige vrouw komt bij u, huisarts in opleiding, op het spreekuur voor een reguliere "pilcontrole". U meet bij haar een bloeddruk van 160/100 mmhg, en ziet dat dit nu al de derde keer is dat ze een verhoogde bloeddruk heeft, als u terugkijkt in het dossier. U laat wat laboratoriumonderzoek bij haar verrichten. De plasmakreatinineconcentratie is 70 micromol/l, en de plasmakaliumconcentratie 3,0 mmol/l. U besluit geen nader onderzoek te doen naar de oorzaak van de hypertensie, maar haar een behandeling voor te stellen. Welk van onderstaande middelen is nu het minst geschikt als antihypertensivum op grond van bovenstaande gegevens? a. Angiotensine-receptor blokker (bijvoorbeeld losartan) b. ACE-remmer (bijvoorbeeld lisinopril) c. Thiazide diureticum (bijvoorbeeld hydrochloorthiazide) d. Calciumantagonist (bijvoorbeeld nifedipine) 30 Een patiënt van 45 jaar meldt zich op de polikliniek interne geneeskunde met perifere doorbloedingsstoornissen aan de voeten met ulcera. Hij rookt niet en heeft geen hypertensie. Perifere pulsaties zijn intact. Oriënterend laboratoriumonderzoek was door de huisarts al verricht en toonde een gering verhoogd trombocytenaantal van 630 x 10E9/L, geactiveerde partiële tromboplastinetijd (APTT) van 28 sec. Welke diagnose is nu het meest waarschijnlijk? a. Antifosfolipiden syndroom b. Tromboangiitis obliterans (M. Buerger) c. Een JAK2-mutatiegerelateerde ziekte d. Atherosclerose CAT Circulatie en vasculaire stoornissen / afname 21 november 2014 Pagina 8 van 16

9 31 De LDL-cholesterolconcentratie kan niet routinematig worden gemeten. Onder bepaalde omstandigheden is een schatting mogelijk met de formule van Friedewald. Het niet LDL is de som van HDL-cholesterol en 0,45 X triglyceridengehalte in mmol/l. U ziet een patiënt met een totaal cholesterol van 8.0 mmol/l, HDL-cholesterol 0,6 mmol/l, en triglyceriden van 12,0 mmol/l. Hoe hoog is de LDL-cholesterol concentratie? a. 4,0 mmol/l b. 5,1 mmol/l c. niet te berekenen d. 2,9 mmol/l Casus 1, behorende bij vraag 32 en 33 Inactiviteit, of gebrek aan lichaamsbeweging, is een belangrijke risicofactor voor hart- en vaatziekten. Claudicatio intermittens, of etalagebenen, wordt gekarakteriseerd door verstoorde doorbloeding van de beenspieren. Er is nog geen goede therapie voor deze aandoening, maar lichaamsbeweging, zoals een dagelijkse wandeling, wordt wel voorgeschreven. In een experiment werd onderzocht of spiercontractie invloed heeft op de doorbloeding van spieren, waarbij de doorbloeding van spieren in de achterpoot van een gezonde muis werd gemeten met contrastechografie. Hierbij wordt een contrastmiddel (zichtbaar als oranje stippen in het omlijnde gebied hieronder) geïnfundeerd dat zichtbaar en meetbaar is met echo. Bij deze meting worden zogenaamde inwas-curves gemaakt, waarbij het contrastmiddel vernietigd wordt, waarna de vulling van de bloedvaten met nieuw contrastmiddel zichtbaar wordt. Voorbeelden van inwas-curves zijn hieronder weergegeven. 7.5 Echo van achterpoot muis; het beeld laat een dwarsdoorsnede van de achterpoot zien. Contrastsignaal, db Tijd, seconden Voor contractie Tijdens spiercontractie 32 Het maximale contrastsignaal tijdens de inwasprocedure wordt voornamelijk bepaald door: a. vaatweerstand b. bloeddruk c. hematocriet d. bloedvolume CAT Circulatie en vasculaire stoornissen / afname 21 november 2014 Pagina 9 van 16

10 33 De hellingshoek van de inwascurve op t=0 wordt vooral bepaald door: a. vaatweerstand b. hematocriet c. bloedvolume d. vaatpermeabiliteit Einde casus 1 34 De huisarts behandelt een 55 jarige patiënte die bekend is met type 2 diabetes mellitus waarvoor zij metformine (850 mg tweemaal daags) en tolbutamide (een sulfonylureum derivaat, 500 mg tweemaal daags) gebruikt. Daarnaast heeft zij hypertensie waarvoor zij eenmaal daags 12,5 mg hydrochloorthiazide (een diureticum) inneemt. Bij de driemaandelijkse controle blijkt patiënt voor de derde maal achtereen een te hoge bloeddruk te hebben, bovendien constateert hij bij het urineonderzoek dat er sprake is van micoalbuminurie. Hij besluit daarom de medicatie voor de hypertensie aan te passen. Onderzoek: RR 160/95mmHg (twee eerdere metingen in het afgelopen half jaar waren rond dezelfde waarden). BMI 31. Urineonderzoek: microalbuminurie. Wat is nu de eerste keus behandeling? a. Toevoegen van een ACE-remmer (bijvoorbeeld lisinopril) b. Ophogen van het thiazidediureticum (de hydrochloorthiazide) c. Toevoegen van een bètablokker (bijvoorbeeld atenolol) d. Toevoegen van een calciumantagonist (bijvoorbeeld amlodipine) 35 Een patiënt presenteert zich op de SEH met geleidelijk toenemende spierzwakte. Hij is bekend met nierfunctiestoornissen, diabetes mellitus type 2 en hartfalen. Hij gebruikt acetylsalicylzuur, simvastatine, metoprolol, enalapril en metformine. Het kalium is 6,4 mmol/l. Het ECG laat zeer spitse T-toppen zien. De SEH-arts denkt aan een hyperkaliëmie-geïnduceerde spierzwakte. Welk van zijn geneesmiddelen is de meest waarschijnlijke oorzaak van zijn hyperkaliëmie? a. Acetylsalicylzuur b. Simvastatine c. Metoprolol d. Enalapril e. Metformine CAT Circulatie en vasculaire stoornissen / afname 21 november 2014 Pagina 10 van 16

11 Casus 2, behorende bij vraag 36 en 37 In een gerandomiseerd dubbelblind onderzoek is de effectiviteit van de toevoeging van clopidogrel (75 mg) aan acetylsalicylzuur onderzocht. In totaal werden 7554 patiënten met atriumfibrilleren en een contra-indicatie voor cumarinederivaten gerandomiseerd over 2 groepen: de ene groep kreeg acetylsalicylzuur/clopidogrel, de andere acetylsalicylzuur/placebo. De primaire uitkomstmaat was het optreden van CVA/TIA, myocardinfarct, een tromboembolie buiten het centrale zenuwstelsel of dood door een vasculaire oorzaak. Gedurende de follow-up werd dit primaire eindpunt waargenomen bij 832 patiënten (6,8% per jaar) in de clopidogrelgroep versus 924 patiënten (7,6% per jaar) in de placebogroep. Bron: NHG-werkgroep Atriumfibrilleren. NHG-Standaard Atriumfibrilleren (tweede partiële herziening). Huisarts Wet 2013;56(8): Wat is het relatieve risico (op de primaire uitkomstmaat) in de clopidogrel- ten opzichte van de placebogroep? a. 7,6% - 6,8% = 0,8 % b. 6,8% - 7,6% = - 0,8 % c. 6,8% / 7,6% = 0,9 d. (6,8% - 7,6%)/7,6 % = - 12 % 37 Wat is het Number-needed-to-treat voor clopidogrel in bovengenoemde casus? a. 1/ (7,6% - 6,8%) = 125 b. 1/ (6,8% / 7,6%) = 128 c. 1/ ((6,8% - 7,6%)/7,6 %) = 8,3 Einde casus 2 38 Een moeder en haar vierjarige dochter komen bij de huisarts op consult om de hevige maagklachten van de dochter te bespreken. De arts vraagt alleen aan de moeder een aantal zaken om een beter beeld van de klachten van de dochter te krijgen. Deze techniek noemen we een: a. driegesprek b. familieanamnese c. heteroanamnese CAT Circulatie en vasculaire stoornissen / afname 21 november 2014 Pagina 11 van 16

12 39 Hierboven is een ECG afgebeeld. Welke tijd wordt weergegeven tussen de pijlen? a. PR tijd b. PT tijd c. QRS tijd d. QT tijd 40 U komt als huisarts bij een 56-jarige man die acuut pijn in de buik heeft gekregen. Hij ziet bleek en voelt klam aan. De bloeddruk bedraagt 90/55 mmhg. Zijn vader is op 60- jarige leeftijd overleden aan een gebarsten aneurysma van de thoracale aorta. U moet er nu voor zorgen dat deze man: a. binnen 24 uur door een vasculair-internist gezien wordt op de polikliniek b. binnen 24 uur door een vaatchirurg gezien wordt op de polikliniek c. met spoed per ambulance naar een ziekenhuis met vaatchirurg wordt vervoerd 41 Hypertrofie van de rechter ventrikel uit zich in het ECG onder andere door een draaiing van de elektrische hartas naar: a. rechts b. links 42 Er zijn verschillende maatregelen die beschermen tegen bias. Stratificatie beschermt tegen: a. confounding b. informatiebias c. selectiebias 43 Wat is de meest frequent voorkomende elektrolytstoornis die kan optreden door gebruik van hydrochloorthiazide? a. Hypokaliëmie b. Hyponatriëmie c. Hypocalciëmie d. Hypomagnesiëmie CAT Circulatie en vasculaire stoornissen / afname 21 november 2014 Pagina 12 van 16

13 44 Stelling: Bij negroïde patiënten met hypertensie is het antihypertensivum van eerste keus een ACE-remmer. a. Juist b. Onjuist 45 Welke stollingsfactoren zijn voor hun werking afhankelijk van vitamine K? Naast factor II de factoren: a. VII, VIII, IX b. V, VII, VIII c. VII, IX, X d. V, IX, X 46 Stelling: De werking van vitamine K antagonisten wordt versterkt door alcoholgebruik. a. Juist b. Onjuist 47 De chirurg en cardioloog zien op de SEH een 64-jarige man met tijdens een tenniswedstrijd, acuut ontstane pijn op de borst en hypotensie (85/65 mmhg). Hij voelt zich benauwd, en is klam en zweterig. Zijn vader had een thoracaal aneurysma, en zijn beide broers hebben een myocardinfarct doorgemaakt. Welk onderzoek moet nu als eerst gebeuren? a. ECG b. Transthoracaal echocardiogram c. CT scan van de aorta 48 Als gevolg van een type-a aortadissectie kan shock ontstaan. Er zijn verschillende oorzaken van shock. Welke vorm van shock kan in de acute fase (de eerste 24 uur na de dissectie) niet direct door de dissectie verklaard worden? a. Hypovolemische shock b. Cardiogene shock c. Obstructieve shock d. Distributieve shock 49 Bij het intercollegiaal consult is het goed om enkele gedragsregels in acht te nemen. Welk citaat uit een mogelijk antwoord van de consulent is het meest in overeenstemming met de deze regels? a. gaarne ontwateren op geleide van de kliniek b. start captopril 6,25 mg oraal, en herhaal bloeddrukmeting 1 uur later c. cave ontregeling diabetes door corticosteroïden d. instellen op hartfalenmedicatie volgens protocol, daarna poli Let op: vraag 50 staat op het volgende blad! CAT Circulatie en vasculaire stoornissen / afname 21 november 2014 Pagina 13 van 16

14 50 De internist verdenkt een patiënt van het hebben van arteriitis temporalis (ook bekend onder de namen reuscelvasculitis of arteriitis gigantocellularis ). Hij realiseert zich dat een arteria temporalisbiopt een gevoeligheid van 80 % heeft, en een specificiteit van 99%. Voordat het biopt gedaan wordt schat hij de kans op deze aandoening ongeveer 50 % (pre test likelihood). Wat is de kans op deze aandoening bij een negatieve bioptuitslag (er zijn geen afwijkingen in het biopt gevonden)? a. Ongeveer 1% b. Ongeveer 17% c. Ongeveer 25% d. Ongeveer 80% CAT Circulatie en vasculaire stoornissen / afname 21 november 2014 Pagina 14 van 16

15 Ontsteking BSE 50jr <15 mm/uur <20 mm/uur BSE > 50 jr <20 mm/uur <30 mm/uur CRP < 8 mg/l Hematologie Hemoglobine mmol/l mmol/l Hematocriet Erytrocyten x /L x /L MCV fl Reticulocyten x 10 9 /L Reticulocyten x 10 9 /L Trombocyten x 10 9 /L Leukocyten x 10 9 /L Leukocyten differentiatie Eosinofiele granulocyten < 0.5 x 10 9 /L Basofiele granulocyten < 0.2 x 10 9 /L Neutrofiele gran x 10 9 /L Staafkernige gran. < 0.6 x 10 9 /L Segmentkernige gran x 10 9 /L Lymfocyten x 10 9 /L Monocyten x 10 9 /L Stolling APTT 40 sec PT (INR) voor streefwaarden bij preventieve orale antistollingstherapie zie: Vitamines Vitamine B pmol/l # Folaat > 6 nmol/l # Vitamine B1 (Thiamine) nmol/l Vitamine B nmol/l (Pyridoxaalfosfaat) Vitamine A µmol/l Vitamine E µmol/l Beta-caroteen µmol/l # referentiewaarden zijn geen streefwaarden Endocrinologie TSH mu/l Vrij T pmol/l Vrij T pmol/l Cortisol nmol/l 8-9 uur nmol/l uur < 50 nmol/l na overnacht 1 mg DXM > 550 nmol/l na synacthen beïnvloed door pil en/of prednison Vrij cortisol in urine nmol/24u na prednison gebruik vals verhoogd LH Zie bijlage endocrinologie FSH Zie bijlage endocrinologie Prolactine < 0.3 U/L < 0.6 U/L premenopausaal < 0.4 U/L postmenopausaal Testosteron > 8 nmol/l < 2.5 nmol/l Estradiol Zie bijlage endocrinologie PTH < 7 pmol/l nuchter 25-OH vit D nmol/l seizoensvariatie Zie bijlage endocrinologie voor uitgebreider endocrinologie referentiewaarden Tumormarkers PSA totaal < 2 µg/l tot 40 jaar < 2.5 µg/l jaar < 3.5 µg/l jaar < 4.5 µg/l jaar < 6.5 µg/l > 70 jaar F/T PSA ratio > 0.25 kans op BPH erg groot < 0.15 overweeg een biopsie CEA < 5 µg/l rokers hoger CA 125 < 35 U/mL premenopausaal < 25 U/mL postmenopausaal CA 15.3 < 30 U/mL CA 19.9 < 37 U/mL AFP < 5 µg/l βhcg + HCG < 5 U/L SCC < 2.3 µg/l β-2-microglob mg/l Thyreoglobuline pmol/l schildklier aanwezig < 1 schildklier afwezig REFERENTIEWAARDENKAART KLINISCHE CHEMIE VOLWASSENEN Afdeling Klinische Chemie VU medisch centrum Klinisch Chemisch Laboratorium Klinisch chemicus (algemeen) * Klinisch chemicus (endocrinologie) * Citolaboratorium * Endocrinologisch Laboratorium Metabool Laboratorium Hematologie Laboratoria 42628/42621 Versie juni 2011

16 Chemie Plasma Natrium mmol/l Kalium mmol/l Chloride mmol/l Calcium mmol/l bij 40g/L albumine Magnesium mmol/l Fosfaat mmol/l Kreatinine 1 (enzymatisch) µmol/l µmol/l egfr >60 ml/min/1.73m 2 Volwassenen <30 ml/min/1.73m 2 Consult nefroloog Ureum mmol/l Urinezuur µmol/l µmol/l Albumine g/l Totaal eiwit g/l Glucose (ven. plasma) < 6.1 mmol/l nuchter < 7.8 mmol/l at random mmol/l streefw. bij DM HbA 1C % mmol/mol Laktaat < 2.2 mmol/l Osmolaliteit mosmol/kg Bilirubine totaal < 20 µmol/l Bilirubine geconjugeerd 3 < 5 µmol/l Ammoniak < 50 µmol/l op ijs afnemen Cholesterol < 6.5 # mmol/l LDL Cholesterol < 5.0 # mmol/l nuchter HDL Cholesterol > 0.9 # mmol/l Triglyceriden < 2.0 # mmol/l nuchter # referentiewaarden zijn geen streefwaarden AF < 120 U/L > 18 jr γ-gt < 55 U/L > 6 mnd < 40 U/L > 6 mnd ASAT < 35 U/L > 2 jr < 30 U/L > 2 jr ALAT < 45 U/L 0 70 jr < 35 U/L 0 70 jr < 40 U/L jr < 35 U/L > 80 jr LD(H) < 250 U/L >10 jr Amylase < 100 U/L Lipase < 70 U/L 1 Geldig vanaf Geldig vanaf Geldig vanaf Vervolg chemie plasma CK < 170 U/L > 1 wk CKMBmassa < 145 U/L > 1 wk < 5.0 µg/l Troponine T 4 < µg/l Fe µmol/l nuchter µmol/l nuchter TYBC µmol/l Transferrine verz % nuchter % nuchter NB bij een patiënt met klachten passend bij een primaire hemochromatose, een nuchter gemeten transferrine verz. > 45% en een ferritine > 280 µg/l is genotypering geïndiceerd. Ferritine µg/l µg/l premenopausaal µg/l postmenopausaal Methylmalonzuur µmol/l Homocysteine < 12 µmol/l nuchter (dit is een streefwaarde, geen referentiewaarde) Chemie serum IgA g/l IgG g/l IgM g/l IgE < 100 ku/l α1-antitrypsine g/l Haptoglobine g/l Ceruloplasmine g/l Transferrine g/l Urine Electrolyten sterk afhankelijk van dieet Amylase < 460 U/L < 35 U/mmol kreat Totaal eiwit < 0.3 g/24u α-1-microglobuline < 12.5 mg/l β-2-microglobuline < 400 µg/l Liquor Totaal eiwit < 0.5 g/l Glucose % van de bloedwaarde LD(H) < 35 U/L IgG index Leuco s < 4 / µl Ery s 0 / µl Bloedgassen ph pco mm Hg Act. bicarbonaat mmol/l Base excess mmol/l po mm Hg O 2SAT CO-Hb 2 < 1.5 % Hb niet-rokers < 10.0 % Hb rokers Met-Hb 2 < 1.5 % Hb toxisch bij > 10% Hb 2 Geldig vanaf meer informatie Voor actuele informatie, informatie over afnamecondities, andere procedures, referentiewaarden voor kinderen en andere hier niet beschreven bepalingen verwijzen wij u naar intranet Wijzigingen worden doorgegeven in de nieuwskrant van de afdeling. klinische chemie, VUmc, juni 2011

Referentiewaarden. 1/11 Documentnummer 314, versie 44

Referentiewaarden. 1/11 Documentnummer 314, versie 44 A AAT 0,9-2,0 g/l ALAT m < 45 U/l v < 34 Albumine 35-50 g/l Albumine/kreatinine ratio m < 2,5 v < 3,5 Alkalische fosfatase 0-14 d < 248 U/l 15 d - 1 j < 470 1-10 j < 335 10-13 j < 417 m 13-15 j < 468 m

Nadere informatie

Hartfalen dubieus. Hartfalen onwaarschijnlijk

Hartfalen dubieus. Hartfalen onwaarschijnlijk Referentiewaarden Klinische Chemie Datum: 01-07-2012 BLOED Naam Referentiewaarde Eenheid 1-Antitrypsine 0,80 2,00 g/l 1-Foetoproteïne (AFP) < 6,0 ku/l ACE 0 2 jaar 8 109 IU/L 3 7 jaar 12 99 IU/L 8 14 jaar

Nadere informatie

Referentiewaarden Klinisch Chemisch Hematologisch Laboratorium Zuyderland Medisch Centrum Locatie Heerlen Datum:

Referentiewaarden Klinisch Chemisch Hematologisch Laboratorium Zuyderland Medisch Centrum Locatie Heerlen Datum: Referentiewaarden Klinisch Chemisch Hematologisch Laboratorium Zuyderland Medisch Centrum Locatie Heerlen Datum: 01.03.2018 BLOED α1-antitrypsine 0,90 2,00 g/l α1-foetoproteïne (AFP) < 5,8 k ACE 0 2 jaar

Nadere informatie

Referentiewaarden Klinisch Chemisch Hematologisch Laboratorium

Referentiewaarden Klinisch Chemisch Hematologisch Laboratorium Referentiewaarden Klinisch Chemisch Hematologisch Laboratorium Zuyderland Medisch Centrum Locatie Heerlen Datum: 12-07-2016 BLOED Naam Referentiewaarde Eenheid α1-antitrypsine 0,80 2,00 g/l α1-foetoproteïne

Nadere informatie

Referentiewaarden Klinische Chemie Eenheid Hond Kat Eiwitten Eenheid Hond Kat Pancreas Darm Eenheid Hond Kat Bloedgassen Eenheid Hond Kat

Referentiewaarden Klinische Chemie Eenheid Hond Kat Eiwitten Eenheid Hond Kat Pancreas Darm Eenheid Hond Kat Bloedgassen Eenheid Hond Kat Klinische Chemie Eenheid Hond Kat Ureum mmol/l 3,0 12,5 6,1 12,8 Ureum (nuchter) mmol/l 2,1 8,4 Kreatinine µmol/l 50 129 (70+0,7xL,gew,) 76 164 Glucose (nuchter) mmol/l 4,2 5,8 3,4 5,7 Fructosamine µmol/l

Nadere informatie

Referentiewaarden (nieuw per januari 2012)

Referentiewaarden (nieuw per januari 2012) Laboratorium Klinische Chemie en Haematologie Referentiewaarden (nieuw per januari 2012) Dienstdoende klinisch chemicus #11-3510 Centrale Balie 58826 Bloedtransfusie 57672 Polilaboratorium AZU 57667 Polilaboratorium

Nadere informatie

Referentiewaarden. KLINISCHE CHEMIE Bepaling Eenheid Leeftijd / geslacht. Referentie waarden. Bronvermelding

Referentiewaarden. KLINISCHE CHEMIE Bepaling Eenheid Leeftijd / geslacht. Referentie waarden. Bronvermelding Referentiewaarden REFER002 Referentiewaarden overzicht intern Pagina 1 van 5 KLINISCHE CHEMIE Referentie waarden natrium mmol/l 135-145 NVKC consensus kalium (plasma!) mmol/l 3.5-4.8 Diagnostisch Kompas

Nadere informatie

REFERENTIEWAARDEN (vanaf 1 maart 2013)

REFERENTIEWAARDEN (vanaf 1 maart 2013) Laboratorium Klinische Chemie en Haematologie REFERENTIEWAARDEN (vanaf 1 maart 2013) Dienstdoende klinisch chemicus #11-3510 Centrale Balie 58826 Bloedtransfusie 57672 Polilaboratorium AZU 57667 Polilaboratorium

Nadere informatie

KLINISCHE CHEMIE. REFER002 Referentiewaarde Overzicht intern Klinische Chemie /H.v.I./Versie1. referentie waarden.

KLINISCHE CHEMIE. REFER002 Referentiewaarde Overzicht intern Klinische Chemie /H.v.I./Versie1. referentie waarden. REFER002 Referentiewaarde Overzicht intern Klinische Chemie KLINISCHE CHEMIE 03012012/H.v.I./Versie1 waarden bronvermelding natrium mmol/l 135-145 NVKC consensus kalium (plasma!) mmol/l 3.5-4.8 Diagnostisch

Nadere informatie

REFERENTIEWAARDEN (vanaf 1 januari 2015)

REFERENTIEWAARDEN (vanaf 1 januari 2015) Laboratorium Klinische Chemie en Haematologie REFERENTIEWAARDEN (vanaf 1 januari 2015) Dienstdoende klinisch chemicus 73510 Centrale Balie 58826 Bloedtransfusie 57672 Polilaboratorium AZU 57667 Polilaboratorium

Nadere informatie

REFERENTIE-INTERVALLEN (vanaf 1 juni 2018)

REFERENTIE-INTERVALLEN (vanaf 1 juni 2018) Laboratorium Klinische Chemie en Haematologie REFERENTIE-INTERVALLEN (vanaf 1 juni 2018) Dienstdoende klinisch chemicus 73510 Centrale Balie 58826 Bloedtransfusie 57672 Polilaboratorium AZU 57667 Polilaboratorium

Nadere informatie

Volwassenen Kinderen Ouderen. Stichting Oosterscheldeziekenhuizen Ziekenhuis Zeeuws Vlaanderen Ziekenhuis Walcheren vierde editie versie 2007

Volwassenen Kinderen Ouderen. Stichting Oosterscheldeziekenhuizen Ziekenhuis Zeeuws Vlaanderen Ziekenhuis Walcheren vierde editie versie 2007 + Zeeuwse Laboratoria Referentiewaarden Volwassenen Kinderen Ouderen Stichting Oosterscheldeziekenhuizen Ziekenhuis Zeeuws Vlaanderen Ziekenhuis Walcheren vierde editie versie 2007 1 HEMATOLOGIE: Bezinking

Nadere informatie

U/L mannen vrouwen. < 140 < 98 < 115 Ammoniak µmol/l Amylase < 107 U/L Androsteendion mannen vrouwen

U/L mannen vrouwen. < 140 < 98 < 115 Ammoniak µmol/l Amylase < 107 U/L Androsteendion mannen vrouwen Referentiewaarden Klinisch Chemisch Hematologisch Laboratorium Zuyderland Medisch Centrum Datum: 11-02-2019 α1-antitrypsine 0,90 2,00 g/l α1-foetoproteïne (AFP) < 5,8 k ACE 0 2 jaar 8 109 I 3 7 jaar 12

Nadere informatie

Referentiewaarden (nieuw per augustus 2010)

Referentiewaarden (nieuw per augustus 2010) Referentiewaarden (nieuw per augustus 2010) Laboratorium Klinische Chemie en Haematologie Centrale Balie tst 58826 Sectie Bloedtransfusie tst 57672 Polilaboratorium AZU tst 57667 Polilaboratorium WKZ tst

Nadere informatie

Referentiewaarden Certe divisie Klinische chemie en hematologie (02/2015)

Referentiewaarden Certe divisie Klinische chemie en hematologie (02/2015) Referentiewaarden Certe divisie Klinische chemie en hematologie (02/2015) CHEMIE 1 ENDOCRINOLOGIE 6 TUMORMARKERS 8 HEMATOLOGIE, VOLWASSENEN 9 HEMATOLOGIE, ALLE LEEFTIJDEN 10 STOLLING 13 URINE 14 SEMEN

Nadere informatie

Referentiewaarden Eerste druk, 2008. Klinisch Chemisch Hematologisch Laboratorium Apeldoorn, Zutphen

Referentiewaarden Eerste druk, 2008. Klinisch Chemisch Hematologisch Laboratorium Apeldoorn, Zutphen Referentiewaarden Eerste druk, 2008 Klinisch Chemisch Hematologisch Laboratorium Apeldoorn, Zutphen Gelre ziekenhuizen Klinisch Chemisch Hematologisch Laboratorium, Apeldoorn Albert Schweitzerlaan 31 Postbus

Nadere informatie

Referentiewaarden. Klinische Chemie, Hematologie en Endocrinologie

Referentiewaarden. Klinische Chemie, Hematologie en Endocrinologie Klinische Chemie, Hematologie en Endocrinologie Afdeling Klinische Chemie Afdeling Inwendige Geneeskunde: Diagnostisch Laboratorium Endocrinologie Chemie 2 Klinische chemie: blz 29 t/m 43 Hematologie:

Nadere informatie

Certe tarievenlijst 2019 huisartsenlaboratorium en klinische chemie. Aanvraag Specificatie NZA-code Code tarief Hematologie

Certe tarievenlijst 2019 huisartsenlaboratorium en klinische chemie. Aanvraag Specificatie NZA-code Code tarief Hematologie Certe tarievenlijst 2019 huisartsenlaboratorium en klinische chemie Aanvraag Specificatie NZA-code Code tarief Hematologie Urine Feces Klinische chemie Volledig bloedonderzoek 7,10 Hb. Leukocyten, Trombocyten

Nadere informatie

17, ,

17, , Kostenoverzicht aanvragen door huisartsen voor klinisch chemisch onderzoek Basis prijslijst per 1 januari 2017 (in Euro) Orderkosten per patiënt per aanvraag 079986 Huisbezoek door Certe Trombosedienst

Nadere informatie

Toets CAT B 3.1 14-15 / Cursus-afhankelijke toets

Toets CAT B 3.1 14-15 / Cursus-afhankelijke toets A VUmc-compas toetsing Toets CAT B 3.1 14-15 / Cursus-afhankelijke toets Cursus B Circulatie en vasculaire stoornissen 14-15 Cursuscoördinator (vice-) A. Thijs / G.P. van Nieuw Amerongen / m.m.v. A.D.

Nadere informatie

Onder- Boven- Onder- Bovengrens. (werk- a1-antitrip. A 0,9 2 0,9 2 g/l 3-5

Onder- Boven- Onder- Bovengrens. (werk- a1-antitrip. A 0,9 2 0,9 2 g/l 3-5 (werk- a1-antitrip. A 0,9 2 0,9 2 g/l 3-5 ACE Angiotensine conv.enzyme A 20 70 20 70 U/l 3-5 ALAT A 45 35 IU/l 0-3 Alatop Inhalatiescreening neg neg 0-3 Albumine/kreat ratio urine A 2,5 3,5 mg/mmol 0-3

Nadere informatie

Mocht uw onderzoek er niet bij zijn dan kunt u contact opnemen door een mail te sturen naar contact@mdca.nl

Mocht uw onderzoek er niet bij zijn dan kunt u contact opnemen door een mail te sturen naar contact@mdca.nl Onderzoek Tarief Ordertarief 10,64 Huisbezoek 16,35 Decentrale afname 3,87 Hematologie BB: Bloedbeeld 5,19 DIFF: Differentiatie 1,72 BSE: Bezinking 1,75 CRP 3,93 Eosinofielen 1,70 Reticulocyten 2,89 Sikkelceltest

Nadere informatie

NIERFUNCTIE STOORNISSEN juni 2015

NIERFUNCTIE STOORNISSEN juni 2015 INTERLINE NIERFUNCTIE STOORNISSEN juni 2015 Inleiding Leden werkgroep: Mevrouw H.P.E. (Hilde) Peters, internist-nefroloog De heer J. (Joan) Doornebal, internist-nefroloog Mevrouw M.P.E. (Ria) Couwenberg,

Nadere informatie

Analysefrequentie laboratoriumonderzoek

Analysefrequentie laboratoriumonderzoek 3026 17-ß-Oestradiol dagelijks 2123 3-Methoxytyramine 1 x per 2 weken 2085 5-HIAA (urine) 1 x per 2 weken 3001 ACE dagelijks 3047 ACTH 1 x per 2 weken 4038 Aggr. Adrenaline dagelijks 4043 Aggr. Arachidonzuur

Nadere informatie

referentiewaarden voor enzymen, zie Validatiedossier KCL SMC AFP

referentiewaarden voor enzymen, zie Validatiedossier KCL SMC AFP Pagina: 1/7 ACR Zie microalbumine/kreatinineratio. AF M < 115 brief SKML 051011, nationale < 98 zie alidatiedossier KCL SMC AFP Roche, data uit multicenter studies, < 7 μ totaal 646 gezonde personen gemeten.

Nadere informatie

Toets CAT B3.1 13-14 / Cursus-afhankelijke toets

Toets CAT B3.1 13-14 / Cursus-afhankelijke toets A VUmc-compas toetsing Toets CAT B3.1 13-14 / Cursus-afhankelijke toets Cursus B3.1 Circulatie en vasculaire stoornissen 13-14 Cursuscoördinator (vice-) A. Thijs / G.P. van Nieuw Amerongen / m.m.v. A.D.

Nadere informatie

Verder bordurend op bovenstaande. Je koos optie 2 en herhaalde de tensie en MDRD na 3 maand: MDRD nog steeds 50 ml/min; RR 140/85.

Verder bordurend op bovenstaande. Je koos optie 2 en herhaalde de tensie en MDRD na 3 maand: MDRD nog steeds 50 ml/min; RR 140/85. Casusschets 1 De heer. H. is 55 jaar. Hij is bekend met DM type 2, goed gereguleerd met metformine en tolbutamide. De bloeddruk heb je recent een paar keer achter elkaar gemeten en bedroeg gemiddeld 150/90.

Nadere informatie

Deze tarievenlijst kan onvolkomenheden bevatten en hieraan kunnen geen rechten worden ontleend.

Deze tarievenlijst kan onvolkomenheden bevatten en hieraan kunnen geen rechten worden ontleend. Onderzoek Tarief Ordertarief 2,45 Huisbezoek 9,62 Hematologie BB: Bloedbeeld 5,43 DIFF: Differentiatie 1,82 BSE: Bezinking 1,81 CRP 4,90 Eosinofielen 1,82 Reticulocyten 3,43 Sikkelceltest 14,52 Abnorm.Hb

Nadere informatie

Versie: 038 Geldig vanaf: 23/10/2015. Referentiewaarden O.5.08/01a

Versie: 038 Geldig vanaf: 23/10/2015. Referentiewaarden O.5.08/01a a1-antitrip. Volw. 0,9 2 0,9 2 g/l 3-5 ACE Angiotensine conv.enzyme Volw. 20 70 20 70 U/l 3-5 ALAT Volw. 5 45 5 35 IU/l 0-3 Alatop Inhalatiescreening neg neg 0-3 Albumine/kreat ratio urine Volw. 0 2,5

Nadere informatie

Workshop chronische nierschade. Adry Bakker Diepenbroek Bettie Hoekstra

Workshop chronische nierschade. Adry Bakker Diepenbroek Bettie Hoekstra Workshop chronische nierschade Adry Bakker Diepenbroek Bettie Hoekstra Mevr. Muis 73 jaar Voorgeschiedenis: diabetes mellitus type 2 hartfalen regelmatig urineweginfecties, 2x pyelonefritis aspecifieke

Nadere informatie

Allemaal Beestjes. Eline van der Hagen Kcio 15 juni 2017

Allemaal Beestjes. Eline van der Hagen Kcio 15 juni 2017 Allemaal Beestjes Eline van der Hagen Kcio 15 juni 2017 Voorgeschiedenis Vrouw, 68 jaar Diabetes type 2 (1995), hypertensie (2010), chronische nierinsuffiëntie (2012) Presentatie op de SEH In de nacht

Nadere informatie

Geslacht Leeftijdscategorie Referentieinterval

Geslacht Leeftijdscategorie Referentieinterval 17-Hydroxyprogesteron 1m 3m 1.5 12.4 nmol/l b39 17-Hydroxyprogesteron 3m 6m 0.5 5.5 nmol/l b39 17-Hydroxyprogesteron 6m 12m 0.6 7.4 nmol/l b39 17-Hydroxyprogesteron M 1j 9j 0.5 2.2 nmol/l b39 17-Hydroxyprogesteron

Nadere informatie

Workshop voor apothekers en huisartsen. Altijd een statine bij hart- en. t Voorbeeld

Workshop voor apothekers en huisartsen. Altijd een statine bij hart- en. t Voorbeeld Workshop voor apothekers en huisartsen Altijd een statine bij hart- en vaatziekten en type-2-diabetes? t Voorbeeld Programma Maken van de ingangstoets Bespreking leerdoelen en inleiding Presentatie ti

Nadere informatie

Adreno Corticotroop Hormoon (ACTH) pmol/l EDTA-bloed K2E ml Certe locatie Leeuwarden 1 week

Adreno Corticotroop Hormoon (ACTH) pmol/l EDTA-bloed K2E ml Certe locatie Leeuwarden 1 week Omschrijving test LOINC Referentiewaarde Afnamemateriaal Afnamemateria Minimale Uitvoering bij Certe-locatie in: Doorlooptijd al buiscode hoeveelheid Adreno Corticotroop Hormoon (ACTH) 14674-6 1.6-13.9

Nadere informatie

Referentie-intervallen KCHL (versie 13) Bron. Analyse Geslacht Leeftijdscategorie Referentieinterval. Eenheid. > < Ondergrens Bovengrens

Referentie-intervallen KCHL (versie 13) Bron. Analyse Geslacht Leeftijdscategorie Referentieinterval. Eenheid. > < Ondergrens Bovengrens 17-Hydroxyprogesteron 1m 3m 1.5 12.4 nmol/l b39 17-Hydroxyprogesteron 3m 6m 0.5 5.5 nmol/l b39 17-Hydroxyprogesteron 6m 12m 0.6 7.4 nmol/l b39 17-Hydroxyprogesteron M 1j 9j 0.5 2.2 nmol/l b39 17-Hydroxyprogesteron

Nadere informatie

RTA CVRM Regio Oss-Uden-Veghel ZH Bernhoven - ZorggroepSynchroon. Regionale Transmurale afspraak CVRM. Doel: Waarom?

RTA CVRM Regio Oss-Uden-Veghel ZH Bernhoven - ZorggroepSynchroon. Regionale Transmurale afspraak CVRM. Doel: Waarom? RTA CVRM Regio Oss-Uden-Veghel ZH Bernhoven - ZorggroepSynchroon B. Brenninkmeijer, internist M.Rubens, huisarts F. Assouiki, internist K.Tersmette, huisarts N. Haenen, cardioloog G.Pijnenburg, huisarts

Nadere informatie

Chronische nierschade A. van Tellingen. Smeerolie voor de poli 2015

Chronische nierschade A. van Tellingen. Smeerolie voor de poli 2015 Chronische nierschade A. van Tellingen Smeerolie voor de poli 2015 Wie dient verwezen te worden? 52-jarige vrouw met diabetische nefropathie: MDRD 62 ml/min/1.73m 2 en albuminurie 28 mg/l? 68-jarige man:

Nadere informatie

ROIG Vasculaire Geneeskunde 26 september 2007

ROIG Vasculaire Geneeskunde 26 september 2007 ROIG Vasculaire Geneeskunde 26 september 2007 Locatie: Rijn-zaal Voorzitter: Yvo Smulders 0830 Ontvangst met koffie 0900-0930 Introductie, risicofactoren en risicostratificatie Y. Smulders, VUmc 0930-1000

Nadere informatie

Topics in Chronic Disease. Chronische Nierschade en de huisarts

Topics in Chronic Disease. Chronische Nierschade en de huisarts Topics in Chronic Disease Chronische Nierschade en de huisarts Toets Nierinsufficiëntie Casus Metabole stoornissen Vervolg casus Nabespreking toets Nierinsufficiëntie komt bij ruim 10% van de Nederlandse

Nadere informatie

Kostenoverzicht Laboratoriumdiagnostiek Certe Huisartsenlaboratorium Basis prijslijst per 1 januari 2016 (in Euro)

Kostenoverzicht Laboratoriumdiagnostiek Certe Huisartsenlaboratorium Basis prijslijst per 1 januari 2016 (in Euro) Kostenoverzicht Laboratoriumdiagnostiek Certe Huisartsenlaboratorium Basis prijslijst per 1 januari 2016 (in Euro) Orderkosten per patiënt per aanvraag (m.u.v. glucosebepalingen) Ordertarief klinisch-chemische

Nadere informatie

CVRM: richtlijnen en werkwijze in 2 de lijn. Sybiel Bakker-Aling VS vasculaire geneeskunde Gelre ziekenhuis Apeldoorn

CVRM: richtlijnen en werkwijze in 2 de lijn. Sybiel Bakker-Aling VS vasculaire geneeskunde Gelre ziekenhuis Apeldoorn CVRM: richtlijnen en werkwijze in 2 de lijn Sybiel Bakker-Aling VS vasculaire geneeskunde Gelre ziekenhuis Apeldoorn Onderwerpen Waarom CVRM in de 2 de lijn? Wat willen we bereiken Expertise poli Doelgroep

Nadere informatie

Richtlijn CVRM 2011 Miriam Cohen Kaderhuisarts hart- en vaatziekten te Amsterdam

Richtlijn CVRM 2011 Miriam Cohen Kaderhuisarts hart- en vaatziekten te Amsterdam Richtlijn CVRM 2011 Miriam Cohen Kaderhuisarts hart- en vaatziekten te Amsterdam Sanne van Wissen internist-vasculair geneeskundige Onze Lieve Vrouwe Gasthuis Stellingen Stelling 1: Niet elke diabeet heeft

Nadere informatie

Medicatie bij atherosclerose. Yvette Henstra Verpleegkundig Specialist Vasculaire Geneeskunde OLVG

Medicatie bij atherosclerose. Yvette Henstra Verpleegkundig Specialist Vasculaire Geneeskunde OLVG Medicatie bij atherosclerose Yvette Henstra Verpleegkundig Specialist Vasculaire Geneeskunde OLVG Wat heeft de patiënt? Cerebrovasculair lijden Perifeer arterieel vaatlijden Coronairlijden Inhoud Trombocytenaggregatieremmers

Nadere informatie

Tarieven Laboratorium diagnostiek 2016

Tarieven Laboratorium diagnostiek 2016 Tarieven Laboratorium diagnostiek 2016 De hieronder vermelde tarieven zijn door de NZA vastgestelde maximum tarieven. Er kan een korting gelden op dit tarief, welke per zorgverzekeraar kan variëren. Disclaimer

Nadere informatie

Referentiewaardelijst bepalingen

Referentiewaardelijst bepalingen Deze lijst toont de referentiewaarden voor de bepalingen uitgevoerd op het laboratorium van Diagnostiek voor U Opmerkingen: - De tijdsduur tot de rapportage van de uitslag is afhankelijk van de manier

Nadere informatie

Tarieven Laboratorium diagnostiek 2015

Tarieven Laboratorium diagnostiek 2015 Tarieven Laboratorium diagnostiek 2015 De hieronder vermelde tarieven zijn door de NZA vastgestelde maximum tarieven. Er kan een korting gelden op dit tarief, welke per zorgverzekeraar kan variëren. Disclaimer

Nadere informatie

Referentiewaardentabel KCHL

Referentiewaardentabel KCHL ACE 0-20 /v 3 weken B205 ACTH EP 7-63 pg/l /v 2 weken B208 Adrenaline 0-546 pol/l /v 4 weken AFP P/

Nadere informatie

Toets CAT B3.1 13-14 / Cursus-afhankelijke toets

Toets CAT B3.1 13-14 / Cursus-afhankelijke toets A VUmc-compas toetsing Toets CAT B3.1 13-14 / Cursus-afhankelijke toets Cursus B Circulatie en vasculaire stoornissen 13-14 Cursuscoördinator (vice-) A. Thijs / G.P. van Nieuw Amerongen / m.m.v. A.D. Cornet

Nadere informatie

015-260 5095 0181 690109 f.loupatty@rdgg.nl

015-260 5095 0181 690109 f.loupatty@rdgg.nl Betreft: Wijzigingen in testen Beste Collegae, Graag informeert de vakgroep klinische chemie u over onderstaande wijzigingen per 1 september a.s. Per 1 september aanstaande zal het klinisch chemisch en

Nadere informatie

Reflecterend testen in de huisartsenpraktijk. Rein Hoedemakers / Peter van t Sant Klinisch chemici

Reflecterend testen in de huisartsenpraktijk. Rein Hoedemakers / Peter van t Sant Klinisch chemici Reflecterend testen in de huisartsenpraktijk Rein Hoedemakers / Peter van t Sant Klinisch chemici Wat kunt u verwachten? Wat is reflecterend testen? Waarom reflecterend testen? Voorbeelden uit de praktijk.

Nadere informatie

Chronische Nierschade

Chronische Nierschade Chronische Nierschade Uitingen nieraandoeningen: Verlies van eiwit via de urine, albuminurie Specifieke sedimentsafwijkingen Afname van de glomerulaire filtratiesnelheid Micro-albuminurie: In een willekeurige

Nadere informatie

Deze bijlage is geldig van: 29-10-2015 tot 01-11-2019 Vervangt bijlage d.d.: 12-11-2014

Deze bijlage is geldig van: 29-10-2015 tot 01-11-2019 Vervangt bijlage d.d.: 12-11-2014 van N.V. MyLab Carusostraat 1 Paramaribo Suriname Locatie waar activiteiten onder accreditatie worden uitgevoerd Hoofdkantoor Klinische Chemie 1 Serum Het bepalen van de alanine aminotransferase activiteit

Nadere informatie

AKL mededelingen 2009-25

AKL mededelingen 2009-25 AKL mededelingen 2009-25 AKL mededelingen: ook vindbaar op Internet (Algemeen) Behalve op het Intranet van het Elkerliek ziekenhuis zijn alle AKL mededelingen ook vindbaar op Internet. Kies hiervoor op

Nadere informatie

Naam arts :.. (wilt u dit thuis en zo volledig mogelijk invullen, indien er vragen onduidelijk zijn, dan kan de arts het samen met u aanvullen)

Naam arts :.. (wilt u dit thuis en zo volledig mogelijk invullen, indien er vragen onduidelijk zijn, dan kan de arts het samen met u aanvullen) Standaard vragenlijst Vasculaire Poli Rode Kruis Ziekenhuis Wij verzoeken u deze lijst zo goed mogelijk in te vullen, teneinde uw bezoek aan de Vasculaire polikliniek van het RKZ zo goed mogelijk te laten

Nadere informatie

Preventie vaatpoli (PVP) Algemene informatie

Preventie vaatpoli (PVP) Algemene informatie Preventie vaatpoli (PVP) Algemene informatie 1 Uw huisarts/specialist heeft u doorverwezen naar de "preventie vaatpoli". In deze brochure kunt u lezen wat de preventieve vaatpoli is en wie u daar behandelt

Nadere informatie

Werkprotocol CVRM praktijkondersteuner en huisarts

Werkprotocol CVRM praktijkondersteuner en huisarts Werkprotocol CVRM praktijkondersteuner en huisarts Werkwijze risicoprofiel De huisarts verwijst de patiënt voor een inventarisatieconsult naar de POH (labformulier en evt. urineonderzoek bij antihypertensiva

Nadere informatie

het anemieprotocol in de eerstelijn

het anemieprotocol in de eerstelijn Interpreteren en becommentariëren van uitslagen: het anemieprotocol in de eerstelijn Dr. ing. M.P.G. Leers, klinisch chemicus PAOKC Consultverlening NVKC 2013 Anemie Hb concentratie < ondergrens ref.waarde

Nadere informatie

CVRM: patiënten selectie en registratie!! cvrm(anagement!!) Registratie 8-1-2013. Maak een (verbeter)plan!!

CVRM: patiënten selectie en registratie!! cvrm(anagement!!) Registratie 8-1-2013. Maak een (verbeter)plan!! CVRM: patiënten selectie en registratie!! Sandwichcursus huisartsen/praktijkondersteuners 13 december 2012 Organisatie: Zorggroep Synchroon en WDH Uden-Veghel en Oss cvrm(anagement!!) Maak een (verbeter)plan!!

Nadere informatie

Zoeken binnen dit document? Klik op Control + F en type het zoekwoord in + geef een Enter

Zoeken binnen dit document? Klik op Control + F en type het zoekwoord in + geef een Enter Pagina : 1 / 19 Referentiewaardenlijst Versiebeheer in DKS vanaf 2007. Versie 1 t/m 17 Referentiewaardenlijsten 2007 t/m 2011 Versie 18 t/m 20 Referentiewaardenlijst 2012 Versie 21 t/m 22 Referentiewaardenlijst

Nadere informatie

Preventie vaatpoli (PVP) Algemene informatie. Boermarkeweg 60 7824 AA Emmen Postbus 30002 7800 RA Emmen Tel. 0591 69 19 11

Preventie vaatpoli (PVP) Algemene informatie. Boermarkeweg 60 7824 AA Emmen Postbus 30002 7800 RA Emmen Tel. 0591 69 19 11 Preventie vaatpoli (PVP) Algemene informatie Boermarkeweg 60 7824 AA Emmen Postbus 30002 7800 RA Emmen Tel. 0591 69 19 11 MA 1306 03-12-v1 H 12 1 Uw huisarts/specialist heeft u doorverwezen naar de "preventie

Nadere informatie

Chemie. Materiaalcodes:

Chemie. Materiaalcodes: Chemie Materiaalcodes: BAL = broncho-alveolaire lavage Bs = stolbloed Bc = citraatbloed Be = EDTA-bloed Bh = heparinebloed Bm = beenmerg F = feces L = liquor Lu = uitademingslucht N = navelstrengbloed

Nadere informatie

Bepalingenclusters CVRM

Bepalingenclusters CVRM Bepalingenclusters CVRM Onderstaande clusters zijn afkomstig uit de HIS-tabel Bepalingenclusters en zijn in verschillende HIS en ingebouwd. De clusters zijn opgebouwd uit bepalingen uit de HIS-tabel diagnostische

Nadere informatie

Tarieven Laboratorium diagnostiek 2017

Tarieven Laboratorium diagnostiek 2017 Tarieven Laboratorium diagnostiek 2017 De hieronder vermelde tarieven zijn door de NZA vastgestelde maximum tarieven. Er kan een korting gelden op dit tarief, welke per zorgverzekeraar kan variëren. Disclaimer

Nadere informatie

Bevolkingsonderzoek Familiaire Hypercholesterolemie

Bevolkingsonderzoek Familiaire Hypercholesterolemie Bevolkingsonderzoek Familiaire Hypercholesterolemie Casuïstiek Mw. K, slanke en sportieve 30 jarige vrouw wordt verwezen voor behandeling van haar verhoogde cholesterol. Haar vader kreeg op 57 jarige leeftijd

Nadere informatie

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.: Carusostraat 1 Paramaribo Suriname Locatie(s) waar activiteiten onder accreditatie worden uitgevoerd Hoofdkantoor Locatie Afkorting Hoofdlocatie Carusostraat 1 Paramaribo Suriname Klinische Chemie 1 Serum

Nadere informatie

Verder bordurend op bovenstaande. Je koos optie 2 en herhaalde de tensie en MDRD na 3 maand: MDRD nog steeds 50 ml/min; RR 140/85.

Verder bordurend op bovenstaande. Je koos optie 2 en herhaalde de tensie en MDRD na 3 maand: MDRD nog steeds 50 ml/min; RR 140/85. Casusschets 1 De heer. H. is 55 jaar. Hij is bekend met DM type 2, goed gereguleerd met metformine en tolbutamide. De bloeddruk heb je recent een paar keer achter elkaar gemeten en bedroeg gemiddeld 150/90.

Nadere informatie

DIABETISCHE NEFROPATHIE

DIABETISCHE NEFROPATHIE DIABETISCHE NEFROPATHIE Onderdeel van de micro-angiopathie bij diabetes mellitus. Insuline-afhankelijke DM 30% vd ptn krijgt nefropathie Niet-insuline-dependente DM 5% vd ptn Pathogenese: Meerdere factoren

Nadere informatie

Concentratie-en verdunningsproef 070115 0,70 0,58 (maximaal 6 x)

Concentratie-en verdunningsproef 070115 0,70 0,58 (maximaal 6 x) Probleemgeoriënteerde onderzoeken (NZa) Onderstaand vindt u de tarieven. Het kan zijn dat het tarief voor uw onderzoek hoger (maximaal 10%) of lager is dan vermeld op onze website (dit is afhankelijk van

Nadere informatie

Referentiewaardelijst bepalingen

Referentiewaardelijst bepalingen Deze lijst toont de referentiewaarden voor de bepalingen uitgevoerd op het laboratorium van Diagnostiek voor U Opmerkingen: - De tijdsduur tot de rapportage van de uitslag is afhankelijk van de manier

Nadere informatie

Vaatrisico-polikliniek (behandeling van vaatziekten)

Vaatrisico-polikliniek (behandeling van vaatziekten) Vaatrisico-polikliniek (behandeling van vaatziekten) Inleiding U bent door uw behandelend arts verwezen naar de vaatrisicopolikliniek omdat u een vaatziekte heeft en/of vanwege risicofactoren voor het

Nadere informatie

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.: ijlage bij accreditatieverklaring (scope van accreditatie) van Eurofins Central Laboratory.V. (s) waar activiteiten onder accreditatie worden uitgevoerd Hoofdkantoor ergschot 71 4817 PA reda Nederland

Nadere informatie

Dokter wat heb ik. Casuïstiek workshop over de Multidisciplinaire richtlijn CVRM 2011

Dokter wat heb ik. Casuïstiek workshop over de Multidisciplinaire richtlijn CVRM 2011 Dokter wat heb ik Casuïstiek workshop over de Multidisciplinaire richtlijn CVRM 2011 Pretoets Zijn de volgende stellingen juist of onjuist? 1. De risicotabel geeft een schatting van het 10-jaarsrisico

Nadere informatie

Laboratoriumgids Klinisch Chemisch Hematologisch Laboratorium

Laboratoriumgids Klinisch Chemisch Hematologisch Laboratorium Laboratoriumgids Klinisch Chemisch Hematologisch Laboratorium 2 Laboratoriumgids Voorwoord Voor u ligt de 2e editie van de laboratoriumgids van het Klinisch Chemisch Hematologisch laboratorium (KCHL) van

Nadere informatie

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.: ijlage bij accreditatieverklaring (scope van accreditatie) van Eurofins Central Laboratory.V. ergschot 71 4817 PA reda Nederland Locatie(s) waar activiteiten onder accreditatie worden uitgevoerd Hoofdkantoor

Nadere informatie

Mijn zorgplan Preventie en behandeling Hart- en Vaatziekten

Mijn zorgplan Preventie en behandeling Hart- en Vaatziekten Mijn zorgplan Preventie en behandeling Hart- en Vaatziekten WWW.ZORROO.NL 1 Voorwoord Zorroo staat voor Zorggroep Regio Oosterhout & Omstreken. Wij zijn een organisatie die samen met uw huisarts en andere

Nadere informatie

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.: ijlage bij accreditatieverklaring (scope van accreditatie) van Eurofins Central Laboratory.V. ergschot 71 4817 PA reda Nederland Locatie(s) waar activiteiten onder accreditatie worden uitgevoerd Hoofdkantoor

Nadere informatie

Hypertensie. Presentatie door G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist

Hypertensie. Presentatie door G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist Hypertensie Presentatie door G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist Hypertensie Primaire of essentiële (95%) Secundaire (5%) G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist, jan. 2012 2 Bloeddruk

Nadere informatie

Reticulocyten 070716 3,43 2,87 74625 Hemoglobine (Hb) 070702 1,82 1,71

Reticulocyten 070716 3,43 2,87 74625 Hemoglobine (Hb) 070702 1,82 1,71 PROBLEEMGEORIËNTEERDE ONDERZOEKEN Onderstaand vindt u de tarieven. Het kan zijn dat het tarief voor uw onderzoek lager is dan vermeld op onze website (dit is afhankelijk van uw verzekeraar). Tarieven onder

Nadere informatie

Regionale transmurale afspraak, regio Oss-Uden-Veghel Cardiovasculair risico management

Regionale transmurale afspraak, regio Oss-Uden-Veghel Cardiovasculair risico management Regionale transmurale afspraak, regio Oss-Uden-Veghel Cardiovasculair risico management Deze regionale transmurale afspraak (RTA) CVRM is tot stand gekomen na overleg tussen de maatschappen interne geneeskunde

Nadere informatie

Informatie over laboratoriumdiensten van het Antonius Ziekenhuis. - eerstelijnsaanvragers -

Informatie over laboratoriumdiensten van het Antonius Ziekenhuis. - eerstelijnsaanvragers - Informatie over laboratoriumdiensten van het Antonius Ziekenhuis - eerstelijnsaanvragers - Versie 1. Juni 2015 1. Algemeen 2. Klinisch chemici & medisch leider trombosedienst Dr. D. Hardeman 0515-488503

Nadere informatie

Referentiewaarden laboratorium. Geproduceerd door GLIMS op 09/12/2013 Pagina 1 van 18

Referentiewaarden laboratorium. Geproduceerd door GLIMS op 09/12/2013 Pagina 1 van 18 5 HIAA in 24 uurs urine Urine 16 50 µmol/24u 5 HIAA in 24 uurs urine, umol/mmol kreat Urine 0.6 5 µmol/mmol krt A1 antitrypsine Serum 0.8 2 g/l A1 foetoproteine Serum < 300 µg/l zwangeren derde trimester

Nadere informatie

Referentiewaardenoverzicht Algemeen Klinisch Laboratorium

Referentiewaardenoverzicht Algemeen Klinisch Laboratorium Referentiewaardenoverzicht Algemeen Klinisch Laboratorium uitgave maart 2015 Referentiewaardenboekje A.K.L. Het referentiewaardenboekje is ook digitaal in te zien via internet (Professials - specialismen

Nadere informatie

Transmurale afspraken interne <-> huisartsen

Transmurale afspraken interne <-> huisartsen Transmurale afspraken interne huisartsen dr. D.R. Faber, internist-vasculair geneeskundige A. van Essen-Rubingh, huisarts 18-03-2014 Casus Hypertensie Vrouw, 44 jaar, belaste familie anamnese, was

Nadere informatie

Prof. dr. F. C. Visser Cardioloog Erasmus Medisch Centrum. Electrocardiografische & fysiologische veranderingen tijdens inspanning

Prof. dr. F. C. Visser Cardioloog Erasmus Medisch Centrum. Electrocardiografische & fysiologische veranderingen tijdens inspanning Prof. dr. F. C. Visser Cardioloog Erasmus Medisch Centrum Electrocardiografische & fysiologische veranderingen tijdens inspanning Indicaties voor inspannings ECG Evaluatie van patienten met pijn op de

Nadere informatie

DOORBELGRENZEN KCL. Test. : Albumine (HP) Eenheid. : g/l. Man. Vrouw. per: Test : APTT (CP) Eenheid. : sec. Man. Vrouw. per:

DOORBELGRENZEN KCL. Test. : Albumine (HP) Eenheid. : g/l. Man. Vrouw. per: Test : APTT (CP) Eenheid. : sec. Man. Vrouw. per: Albumine (HP) g/l AD < 20 < 20 APTT (CP) sec AD > 100 > 100 Blasten (EB) per 19-3-2013 AD > 0 > 0 Carbamazepine (SE) AD > 12 > 12 Calcium (HP) AD < 1.8 / > 3.2 < 1.8 / > 3.2 CK (HP) E/l AD > 5000 > 5000

Nadere informatie

Wijzigingen laboratoriumbepalingen ten opzichte van de richtlijn 2006

Wijzigingen laboratoriumbepalingen ten opzichte van de richtlijn 2006 RICHTLIJN LABORATORIUMBEPALINGEN EN PERIODIEK ONDERZOEK BIJ STABIELE CHRONISCHE HD EN PD PATIËNTEN Wijzigingen laboratoriumbepalingen ten opzichte van de richtlijn 2006 - Bepaling van de aluminiumspiegel

Nadere informatie

PERIFEER ARTERIEE 2014

PERIFEER ARTERIEE 2014 PERIFEER ARTERIEE 2014 Aanbevelingen huisartsenpraktijk: Diagnostiek De diagnose kan in de eerste lijn meestal worden gesteld aan de hand van: Anamnese Maak hierbij onderscheid tussen acute ischaemie en

Nadere informatie

Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis. 30 september 2010

Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis. 30 september 2010 Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis 30 september 2010 Onderwerpen 1. Definitie 2. Prevalentie 3. Richtlijnen 4. Diagnostiek 5. Preventie nierfunctieverlies 6. Behandeling metabole complicaties 7.

Nadere informatie

stolling en trombose Dr Marieke J.H.A. Kruip internist-hematoloog 15 maart 2019

stolling en trombose Dr Marieke J.H.A. Kruip internist-hematoloog 15 maart 2019 stolling en trombose Dr Marieke J.H.A. Kruip internist-hematoloog m.kruip@erasmusmc.nl 15 maart 2019 Wat ga ik bespreken? Hoe werkt de stolling ook alweer?? Wat is trombose en waardoor ontstaat het? Hoe

Nadere informatie

Workshop voor apothekers en huisartsen. (on)juiste behandeling met orale bloedsuikerverlagende middelen bij

Workshop voor apothekers en huisartsen. (on)juiste behandeling met orale bloedsuikerverlagende middelen bij Workshop voor apothekers en huisartsen (on)juiste behandeling met orale bloedsuikerverlagende middelen bij Diabetes Mellitus type 2 Voorbeeld Programma Maken van de ingangstoets Bespreking leerdoelen l

Nadere informatie

Normaal- en streefwaarden, formules

Normaal- en streefwaarden, formules Achtergrond richtlijn chronische nierinsufficiëntie Normaal- en streefwaarden, formules Inhoud 1. Normaalwaarden bloedparameters 2. Normaalwaarden urineparameters 3. Indeling stadia nierschade 4. Streefwaarden

Nadere informatie

Diabetes bij kwetsbare ouderen Dr. ST Houweling, kaderhuisarts. Waar gaat het over? De bejaarde. De ene bejaarde is de andere bejaarde niet...

Diabetes bij kwetsbare ouderen Dr. ST Houweling, kaderhuisarts. Waar gaat het over? De bejaarde. De ene bejaarde is de andere bejaarde niet... Diabetes bij kwetsbare ouderen Dr. ST Houweling, kaderhuisarts Waar gaat het over? Kwetsbare bejaarden: zin van goede glucoseregeling, bloeddrukbehandeling lipiden en bijv. funduscontrole 3 De bejaarde

Nadere informatie

in eenheden Frank Martens Jean Paul Chapelle Piet Cammaert WG chemie Commissie Klinische Biologie WIV Symposium Focus Diagnostica 22 juni 2012 Wat?

in eenheden Frank Martens Jean Paul Chapelle Piet Cammaert WG chemie Commissie Klinische Biologie WIV Symposium Focus Diagnostica 22 juni 2012 Wat? Eénheid in eenheden Frank Martens Jean Paul Chapelle Piet Cammaert WG chemie Commissie Klinische Biologie WIV Symposium Focus Diagnostica 22 juni 2012 Wat? Einde stellen aan potpourri van eenheden in het

Nadere informatie

Trombocytose. Dr. Dimitri Breems, internist-hematoloog ZNA Stuivenberg ZNA Medisch Centrum Regatta 3 juni 2014

Trombocytose. Dr. Dimitri Breems, internist-hematoloog ZNA Stuivenberg ZNA Medisch Centrum Regatta 3 juni 2014 Trombocytose Dr. Dimitri Breems, internist-hematoloog ZNA Stuivenberg ZNA Medisch Centrum Regatta 3 juni 2014 Casus 1 Vrouw, 25 jaar Laboratoriumonderzoek hemoglobine 11,2 g/dl 11,0-14,4 hematocriet 0,341

Nadere informatie

Hypertensie. Huug van Duijn Spiegelavond 15 april 2013

Hypertensie. Huug van Duijn Spiegelavond 15 april 2013 Hypertensie Huug van Duijn Spiegelavond 15 april 2013 Waarom bloeddruk? Bloeddruk: niet te laag Bloeddruk: niet te hoog Het verband tussen bloeddruk en cardiovasculaire complicaties heeft als drempel

Nadere informatie

CASUSSCHETSEN. Mevrouw B. heeft bloed laten prikken voor een keuring. Ze heeft geen klachten. De volgende schildklierwaarden werden gevonden:

CASUSSCHETSEN. Mevrouw B. heeft bloed laten prikken voor een keuring. Ze heeft geen klachten. De volgende schildklierwaarden werden gevonden: INTERLINE INTERNE GENEESKUNDE Schildklierproblematiek, Osteoporose, (DVT) 9 januari 2007 CASUSSCHETSEN Casusschets 1 Mevrouw B. heeft bloed laten prikken voor een keuring. Ze heeft geen klachten. De volgende

Nadere informatie

Pathologie. Spasmofilie

Pathologie. Spasmofilie In AZ Sint Maarten zijn een aantal analysepanels afgesproken met en bekrachtigd door een bepaalde arts of artsengroep. De arts noteert de afgesproken panelcode op het aanvraagformulier. De bedoeling is

Nadere informatie

Protocol Chronische nierschade op basis van de LTA

Protocol Chronische nierschade op basis van de LTA Protocol Chronische nierschade op basis van de LTA A. Doel en achtergrondinformatie Doel Patiënten met chronische nierschade in een vroege fase diagnosticeren en het juiste behandeltraject inzetten om

Nadere informatie

BSD september 2014. Huisarts: Pauline Heijstee Meggy van Kruijsdijk Nefroloog: Watske Smit Jaap Beutler

BSD september 2014. Huisarts: Pauline Heijstee Meggy van Kruijsdijk Nefroloog: Watske Smit Jaap Beutler BSD september 2014 Huisarts: Pauline Heijstee Meggy van Kruijsdijk Nefroloog: Watske Smit Jaap Beutler Casuïstiek chronische nierschade Wat kan de huisarts Wanneer consultatie nefroloog Wanneer verwijzing

Nadere informatie

Checklist Bloedonderzoek

Checklist Bloedonderzoek Naam: Datum: Checklist Bloedonderzoek Bepaling Jouw waarde Referentiewaarde Hemoglobine MCV Ferritine Transferrine CRP Glucose HbA1c Insuline HOMA-IR TSH T4 T3 FT4 FT3 Totaal cholesterol LDL HDL Triglyceriden

Nadere informatie