HOOFDSTUK 2 STILLE VERPANDING VAN SALDI IN REKENING-COURANT. Woord vooraf. W.J.M. van Andel, R.M. Vermaire en E.L. Zetteler 1, 2

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HOOFDSTUK 2 STILLE VERPANDING VAN SALDI IN REKENING-COURANT. Woord vooraf. W.J.M. van Andel, R.M. Vermaire en E.L. Zetteler 1, 2"

Transcriptie

1 HOOFDSTUK 2 STILLE VERPANDING VAN SALDI IN REKENING-COURANT W.J.M. van Andel, R.M. Vermaire en E.L. Zetteler 1, 2 Woord vooraf Jos Timmermans is nooit wars geweest van ferme uitspraken als hij de indruk had dat met het belang van de bank(en) onvoldoende rekening werd gehouden. Zo kon hij functioneel verontwaardigd zijn als het ging om de samenstelling van de Commissie Kortmann die zich tot taak gesteld had een Voorontwerp voor een nieuwe Insolventiewet te schrijven: zonder een vertegenwoordiger van de NVB in die commissie zou het met dat Voorontwerp waarschijnlijk niets worden omdat het dan te onevenwichtig dreigde te worden: teveel pro-boedel en teveel anti-bank. Zeker is dat als Jos zelf, als degene die de belangen van de NVB zo lang en zo trouw gediend heeft, die vertegenwoordiger had mogen zijn, wij zonder moeite meerdere artikelen in het huidige Voorontwerp zouden kunnen aanwijzen, die er met zijn instemming zeker niet in gekomen zouden zijn, simpelweg omdat ze in zijn ogen teveel afbeuk doen aan de voor een goed functioneren van de financieringspraktijk noodzakelijke Bancaire Zekerheid. De bancaire zekerheid waarom Jos zich gedurende zijn loopbaan bij de bank, althans sinds 1992, vermoedelijk het vaakst bekommerd zal hebben is het stille pandrecht. Binnen die categorie vertegenwoordigt het stille pandrecht op vorderingen op naam van de debiteur verreweg de grootste zekerheidswaarde in de financieringspraktijk. Genoeg reden om daar in een aan Jos opgedragen Liber Amicorum nog eens wat dieper op in te gaan. Wij doen dat aan de hand van een specifiek voorbeeld de stille verpanding van de vordering in rekening-courant om vervolgens de, bij een ieder die 1 Mr. drs. W.J.M. van Andel, mr. R.M. Vermaire en mw. mr. E.L. Zetteler zijn werkzaam bij Wijn & Stael te Utrecht. 2 De auteurs danken Jolien van den Tooren voor het vele door haar verrichte voorbereidende werk. 7

2 W.J.M. van Andel/R.M. Vermaire/E.L. Zetteler zich met de lotgevallen van het stille pandrecht verbonden voelt, periodiek opwellende vraag te bespreken of de beperking die art. 3:239 lid 1 BW stelt aan de mogelijkheid van verpanding van toekomstige vorderingen, nog wel houdbaar is. Het antwoord van Jos op die vraag menen wij overigens al te kennen. 1. Inleiding 1.1 Stille verpanding van vorderingen in rekening-courant blijkt in de praktijk niet zonder problemen te zijn. Dit wordt onder meer veroorzaakt door de mutaties die plaatsvinden in de rekening-courantverhouding door creditering en debitering van de rekening. Wat is het gevolg van deze mutaties na vestiging van een stil pandrecht? Daarnaast is de vraag wat de positie van de stille pandhouder is, indien deze zijn pandrecht openbaar maakt door mededeling te doen van het pandrecht aan de debiteur van de verpande vordering (d.w.z. de bank waar de betreffende rekening wordt aangehouden). Deze vragen komen hierna aan de orde. Eerst zullen wij echter ingaan op de aard van de rekening-courantovereenkomst en de kwalificatie van het rekening-courantsaldo. 2. Aard en kwalificatie van rekening-courantsaldi 2.1 De juridische kwalificatie van het rekening-courantsaldo bepaalt op welke wijze het rekening-courantsaldo dient te worden verpand. Zodoende is van belang om na te gaan op welke wijze rekening-courantsaldi ontstaan en hoe een dergelijk rekening-courantsaldo juridisch geduid moet worden. 2.2 Aan een rekening-courantsaldo op een bankrekening van de pandgever ligt een rekening-courantovereenkomst tussen de bank waar de rekening wordt aangehouden (hierna: de account bank) en de pandgever (in diens hoedanigheid van rekeninghouder) ten grondslag. In de rekeningcourantovereenkomst zijn partijen overeengekomen dat de account bank ten behoeve van de pandgever betalingsdiensten zal verrichten. Afhankelijk van de voorwaarden die de account bank en de pandgever (in diens hoedanigheid van rekeninghouder) onderling overeen zijn gekomen, zal de account bank bij een doorsnee rekening-courantovereenkomst in ieder geval betalingsopdrachten verstrekt door de pandgever (in diens hoedanigheid van rekeninghouder) verrichten ten laste van de bij de account bank aangehouden bankrekening, giraal gelden voor de pandgever (in diens 8

3 Stille verpanding van saldi in rekening-courant hoedanigheid van rekeninghouder) houden, alsmede bijschrijvingen doen van gelden ten gunste van de rekening van de pandgever. 3 Door de rekening-courantovereenkomst en het aanhouden van een giraal rekening-courantsaldo op zijn rekening dat veelvuldig en eenvoudig gecrediteerd en gedebiteerd wordt, is de pandgever (in diens hoedanigheid van rekeninghouder) in staat om op eenvoudige wijze deel te nemen aan het betalingsverkeer. 2.3 Vraag is echter hoe een dergelijk giraal rekening-courantsaldo kwalificeert. In het dagelijks taalgebruik heeft men het vaak over zijn of haar geld. Het betreft echter geen tastbaar geld, maar een girale geldsom in rekening-courant. Volgens vaste jurisprudentie 4 heeft creditering van een bankrekening van een rekeninghouder door de bank in het kader van het uitvoeren van een betalingsopdracht van die rekeninghouder tot resultaat dat de account bank schuldenaar wordt van de rekeninghouder ter hoogte van het met de betalingsopdracht gemoeide bedrag. Met andere woorden: de rekeninghouder verkrijgt door creditering van zijn rekening door de account bank een vordering op de account bank. Het giraal overschrijven van gelden door rekeninghouders met tussenkomst van banken heeft derhalve tot gevolg dat vermogensverschuivingen plaatsvinden in de vermogens van de rekeninghouders doordat rekeninghouders bij creditering van hun rekening een vordering op de account bank verkrijgen en de account bank bij debitering van een rekening een vordering op die rekeninghouder verkrijgt. 2.4 De rechtsgevolgen van een rekening-courant verhouding zijn terug te vinden in art. 6:140 BW dat bepaalt dat direct en van rechtswege verrekening plaatsvindt tussen deze verschillende vorderingen van de account bank en de rekeninghouder op elkaar. Het rekening-courantsaldo is zodoende de resultante van deze verrekeningen over en weer. Bij een creditsaldo in de rekening-courant, heeft de rekeninghouder een vordering ter hoogte van dat rekening-courantsaldo op de account bank. Omgekeerd geldt dat indien het saldo een debetsaldo betreft, de account bank een vordering ter hoogte van dat bedrag op de rekeninghouder heeft en de rekeninghouder derhalve een schuld aan de bank heeft. 3 B. Bierens, Revindicatoire aanspraken op giraal geld: enkele beschouwingen over geld, Deventer, Kluwer, 2009, p HR 19 november 2004, NJ 2005,199 (ING/Gunning). 9

4 W.J.M. van Andel/R.M. Vermaire/E.L. Zetteler 2.5 Volgens de heersende leer in literatuur en jurisprudentie kwalificeert een rekening-courantsaldo dan ook als een vorderingsrecht op naam. Het betreft immers een vordering tot betaling van een geldsom hetzij door de account bank aan de rekeninghouder, hetzij door de rekeninghouder aan de account bank. 5 In het kader van de vraag naar de positie van de stille pandhouder met een pandrecht op het rekening-courantsaldo van de pandgever bij de account bank, wordt er hierna vanuit gegaan dat het rekening-courantsaldo op de rekening van de pandgever bij het vestigen van het stille pandrecht een creditsaldo betreft zodat de pandgever een vordering heeft op de account bank. 3. Openbare en stille verpanding van rekening-courantsaldi 3.1 Het logische gevolg van de vaststelling dat de vordering van de pandgever op de account bank bij een creditsaldo in rekening-courant kwalificeert als vordering op naam (in de zin van art. 3:94 BW) is dat voor openbare verpanding een akte en mededeling aan de account bank is vereist. 6 Daarnaast kan op het door de pandgever bij de account bank in rekening-courant aangehouden creditsaldo op grond van art. 3:239 BW een stil pandrecht worden gevestigd. Daartoe is een authentieke of onderhandse geregistreerde akte vereist zonder dat mededeling van dat pandrecht behoeft te worden gedaan aan de account bank Hoewel dit niet altijd voor alle betrokken rekeninghouders even duidelijk is, komt openbare verpanding van rekening-courantsaldi in de financieringspraktijk vaker voor dan stille verpanding van rekeningcourantsaldi. Banken kunnen immers op grond van art. 24 van de Algemene Bankvoorwaarden rekening-courantsaldi van hun rekeninghouders aan zichzelf verpanden door middel van een door de pandgever aan de account bank afgegeven verpandingsvolmacht. 8 De account bank verpandt daarbij een vordering van de pandgever op zichzelf aan zichzelf. 5 Wibier houdt daar een andere opvatting op na, zie R.M. Wibier, Alternatieven voor zekerheid op bankrekeningen, Deventer, Kluwer, Art. 3:236 lid 2 jo 3:98 jo 3:94 BW. 7 Art. 3:239 lid 1 jo 3:98 jo 3:94 BW. 8 Wij zijn met Mijnssen (zie voetnoot 9) van mening dat een dergelijk pandrecht niet ontstaat door het enkele aangaan van een bankrelatie met toepasselijkheid van de Algemene Bankvoorwaarden (ABV). Art. 3:236 lid 1 stelt immers als voorwaarde voor vestiging van een pandrecht dat daarvoor een daartoe bestemde akte vereist is. De ABV kwalificeren in onze visie niet als zodanig. 10

5 Stille verpanding van saldi in rekening-courant Omdat de account bank als debiteur van de pandgever in dat geval tevens pandhouder van de vordering wordt, wordt de mededeling van verpanding geacht te zijn gedaan en kwalificeert dit pandrecht als een openbaar pandrecht. 9 Het stille pandrecht zal zich zodoende voornamelijk voordoen indien een pandgever de (credit) rekening-courantsaldi die hij aanhoudt bij een account bank, verpandt aan een derde die niet de account bank van de pandgever is. 4. Mutaties in rekening-courantsaldi en de positie van de stille pandhouder 4.1 De huidige rechtsfiguur van de stille verpanding met de mogelijkheid tot stille verpanding bij voorbaat lijkt zich zoals hierna zal blijken niet goed te lenen voor verpanding van rekening-courantsaldi. 4.2 Op grond van art. 3:239 BW kunnen niet alleen bestaande, maar ook toekomstige vorderingen op naam stil worden verpand. Art. 3:239 lid 1 BW beperkt daarbij echter de mogelijkheid van stille verpanding van toekomstige vorderingen op naam tot vorderingen die rechtstreeks zullen worden verkregen uit een ten tijde van de verpanding reeds bestaande rechtsverhouding. Deze laatste vorderingen worden in de literatuur wel aangeduid als relatief toekomstige vorderingen (de rechtsverhouding waaruit de te verpanden vordering voortvloeit bestaat al wel op het moment dat het stille pandrecht wordt gevestigd, maar de vordering waarop de pandgever zich in de toekomst wil verhalen, bestaat op dat moment nog niet), dit in tegenstelling tot de zogenaamde absoluut toekomstige vorderingen. Dit zijn vorderingen die geen enkele grondslag in het heden hebben op het moment van verpanding (de rechtsverhouding waaruit de te verpanden vordering voortvloeit noch de te verpanden vordering zelf bestaan op het moment dat het pandrecht wordt gevestigd). 4.3 Zoals hiervoor omschreven, is een rekening-courantsaldo naar zijn aard een giraal saldo dat steeds onderhevig is aan mutaties door crediteringen en debiteringen van de rekening, waarbij de crediteringen nieuwe vorderingen van de rekeninghouder op de bank betreffen. Volgens vaste 9 F.H.J. Mijnssen, De rekening-courantverhouding, Monografieën Privaatrecht, deel 4, Deventer, Kluwer, 2010,

6 W.J.M. van Andel/R.M. Vermaire/E.L. Zetteler jurisprudentie van de Hoge Raad 10 kwalificeren crediteringen in rekeningcourant na de vestiging van een pandrecht op een rekening-courantsaldo niet als per datum vestiging relatief toekomstige vorderingen (maar als absoluut toekomstige vorderingen). Zij worden immers niet rechtstreeks verkregen uit de bestaande rechtsverhouding tussen de account bank en de pandgever (in diens hoedanigheid van rekeninghouder), maar uit de rechtsverhouding tussen de pandgever (in diens hoedanigheid van rekeninghouder) en de derde die aan de pandgever betaalt door middel van storting op de rekening van de pandgever bij de account bank. Het stille pandrecht dat rechtsgeldig wordt gevestigd, strekt zich ingevolge art. 3:239 lid 1 BW slechts uit tot bestaande en relatief toekomstige vorderingen, maar omvat niet de vorderingen van de pandgever (in diens hoedanigheid van rekeninghouder) op de account bank die ontstaan door creditering van de bankrekening als gevolg van betaling door een derde op de bankrekening van de pandgever ná het vestigen van het stille pandrecht. 4.4 Toekomstige saldi in rekening-courant kunnen derhalve niet bij voorbaat stil worden verpand. Dat betekent dat de pandhouder ten gunste van wie een stil pandrecht op het rekening-courantsaldo is gevestigd, in beginsel slechts een pandrecht heeft verkregen op de vordering tot betaling van het saldo van de bankrekening ten tijde van de vestiging van het pandrecht. Crediteringen die na dit tijdstip hebben plaatsgevonden, vallen derhalve niet onder dit stil pandrecht. In de professionele financieringspraktijk poogt men de gevolgen van deze beperking te ondervangen doordat de pandgever aan de pandhouder een verpandingsvolmacht verleent op grond waarvan de pandhouder dagelijks de vorderingen van de pandgever op derde(n) aan zichzelf verpandt. Gevolg hiervan is dat het rekening-courant saldo dat de pandgever aanhoudt bij de account bank ook op dagelijkse basis (opnieuw) aan de pandhouder wordt verpand. 4.5 Niettemin blijken zich in de praktijk regelmatig situaties 11 voor te doen waarin de vraag zich opdringt wat de gevolgen zijn voor de positie van de stille pandhouder indien er zich mutaties voordoen na de vestiging van 10 Onder andere: HR 10 januari 1975, NJ 1975,249 (Giro/Standaardfilms); HR 29 januari 1989, NJ 1989, 422 (Otex/Steenbergen q.q.). Recentelijk nog bevestigd door Hof s-hertogenbosch in een uitspraak van 29 juni 2010, LJN: BN1005, r.o Bijvoorbeeld wanneer de pandhouder niet beschikt over een verpandingsvolmacht van de pandgever of verzuimd wordt op dagelijkse basis vervolgpandakten te registreren. 12

7 Stille verpanding van saldi in rekening-courant het stille pandrecht op het rekeningcourant-saldo dat door de pandgever wordt aangehouden bij de account bank. Wij zullen hierna nader op deze vraag ingaan. 5. Mutaties na vestiging stil pandrecht op rekening-courantsaldo 5.1 De hiervoor omschreven vraag kan het beste inzichtelijk worden gemaakt aan de hand van een gestileerd cijfervoorbeeld. Stel dat een credit saldo van bij de account bank rechtsgeldig stil is verpand aan de pandhouder. Vervolgens wordt gedebiteerd, gecrediteerd en tenslotte gedebiteerd. Het saldo van de rekening bedraagt dan dus Van belang in deze is het reeds eerder genoemde art. 6:140 lid 1 BW dat, voor zover hier relevant, als volgt luidt: Moeten tussen twee partijen krachtens wet, gewoonte of rechtshandeling geldvorderingen en geldschulden in één rekening worden opgenomen, dan worden zij in de volgorde waarin partijen volgens de voorgaande artikelen van deze afdeling of krachtens hun onderlinge rechtsverhouding tot verrekening bevoegd worden, dadelijk van rechtswege verrekend en is op ieder tijdstip het saldo verschuldigd. 5.2 Twee aspecten van dit artikel zijn voor de beantwoording van de hiervoor gestelde vraag met name van belang. In de eerste plaats bevestigt het artikel de in Nederland algemeen aanvaarde opvatting dat boeking in rekening-courant geen noverende werking heeft. In zijn arrest van 23 maart heeft de Hoge Raad reeds onder het oude recht de opvatting dat boeking in rekening-courant novatie tot gevolg heeft, uitdrukkelijk verworpen. Dit heeft tot gevolg dat niet door iedere mutatie in rekeningcourant (debitering dan wel creditering) een geheel nieuwe vordering van de pandgever op de account bank ontstaat, maar dat de nog niet verrekende (restant) vordering blijft voortbestaan en haar identiteit behoudt. Dit betekent onder meer dat de voor elke nog niet verrekende post bestaande zekerheden aan die post verbonden blijven, aldus ook de Parlementaire Geschiedenis bij art. 6:140 BW Voor de hiervoor weergegeven gestileerde casus impliceert dit, dat als gevolg van de eerste debitering van niet het gehele pandrecht 12 NJ 1990, Zie Parl. Gesch. Boek 6, p

8 W.J.M. van Andel/R.M. Vermaire/E.L. Zetteler komt te vervallen, maar dat het blijft rusten op het resterende saldo van De daaropvolgende creditering van beïnvloedt de omvang van het stille pandrecht verder niet omdat, zoals hiervoor uiteengezet, die creditering niet kwalificeert als een per de datum van de vestiging van het stille pandrecht relatief toekomstige vordering en zodoende dus niet onder de reikwijdte van art. 3:239 lid 1 BW valt. 5.4 Na die creditering bedraagt het saldo in rekening-courant Deze vordering in rekening-courant is tot een beloop van verpand. Vervolgens vindt een debitering van plaats. Hoe moet die debitering worden toegerekend aan het verpande respectievelijk niet verpande deel van het saldo? Hier komt het tweede belangrijke aspect van art. 6:140 lid 1 BW naar voren: verrekening dient plaats te vinden in de volgorde waarin partijen tot verrekening bevoegd worden. In concreto betekent dit dat een boeking in rekening-courant leidt tot verrekening van een nieuwe in de rekening-courant geboekte post met de oudste in de rekening-courant opgenomen nog niet verrekende tegengestelde post. 14 Ook onder het oude recht werd toerekening naar anciënniteit aangenomen. 15 Voor de casus betekent dit dat de debitering van verrekend wordt met het verpande deel van het saldo (van ) omdat dat verpande deel de oudste in de rekening opgenomen nog niet verrekende tegengestelde posten representeert. De eindsituatie in de gegeven casus is derhalve dat de resterende vordering in rekening-courant van nog (slechts) tot een beloop van verpand is. 5.5 Gezien het bovenstaande dient de pandhouder ten gunste van wie een stil pandrecht op rekening-courantsaldo is gevestigd zich te realiseren dat de beperking van art. 3:239 lid 1 BW slechts bestaande en relatief toekomstige vorderingen kunnen stil worden verpand tot gevolg heeft dat het stille pandrecht dat op een rekening-courantsaldo is gevestigd, zich niet automatisch uitstrekt over het gehele op een willekeurig moment aanwezige saldo in rekening-courant, maar aan (mogelijk dagelijkse) erosie onderhevig is. Uitgaande van de vooronderstelling dat geen sprake is van dagelijkse verpanding krachtens een verpandingsvolmacht, is stille verpanding van rekening-courantsaldi een zekerheidsrecht dat in die zin weinig zekerheid biedt. 14 Zie ook Mijnssen 2010, p Zie onder meer HR 21 september 1988, BNB 1989, 71 en Hof Arnhem 25 juni 1969, NJ 1969,

9 Stille verpanding van saldi in rekening-courant 6. Openbaarmaking van het stille pandrecht op rekening-courantsaldi 6.1 De volgende vraag die zich ten aanzien van stille verpanding van rekening-courantsaldi voordoet, is op welke wijze het stille pandrecht dient te worden gekwalificeerd indien de pandhouder overgaat tot openbaarmaking van het stille pandrecht aan de account bank en welke gevolgen deze mededeling heeft voor de positie van de pandhouder. Heeft openbaarmaking van het stille pandrecht op rekening-courantsaldi tot gevolg dat het stille pandrecht op het moment van mededeling door de pandhouder converteert in een openbaar pandrecht in de zin van art. 3:94 jo 3:236 lid 2 BW waarmee ook de beperking tot relatief toekomstige vorderingen in de zin van art. 3:239 lid 1 BW is komen te vervallen? Of moet worden aangenomen dat hoewel het pandrecht is medegedeeld (en dus openbaar is), het medegedeelde stille pandrecht in reikwijdte niet samenvalt met een van aanvang af gevestigd openbaar pandrecht? 6.2 Op grond van art. 3:239 lid 3 BW is de pandhouder bevoegd tot mededeling van het pandrecht wanneer de pandgever 16 in zijn verplichtingen jegens de pandhouder tekortschiet of hem een goede grond geeft te vrezen dat in die verplichtingen zal worden tekortgeschoten. Pandhouder en pandgever kunnen overeenkomen dat deze bevoegdheid op een ander tijdstip ingaat. Een belangrijk rechtsgevolg van de mededeling is dat de inningsbevoegdheid met betrekking tot de verpande vordering overgaat van de pandgever naar de pandhouder In Tekst & Commentaar 18 wordt ter toelichting op art. 3:239 lid 3 BW onder meer het volgende gesteld: De pandhouder heeft ( ) de bevoegdheid alsnog mededeling van de verpanding der vordering aan de debiteur te doen en daarmee het stil pandrecht in een openbaar pandrecht te doen overgaan. Deze mogelijkheid voor de pandhouder de aard van zijn pandrecht te wijzigen van een stil pandrecht in een openbaar pandrecht, is van groot belang ( ). 16 Zie noot Art. 3:246 lid 1 BW. 18 J.H. Nieuwenhuis, C.J.J.M. Stolker en W.L. Valk, Burgerlijk Wetboek Boeken 1, 2, 3, 4, en 5, Tekst & Commentaar, Deventer, Kluwer, 2009, art. 3:239 lid 3 BW, aantekening 4, p

10 W.J.M. van Andel/R.M. Vermaire/E.L. Zetteler Deze passage lijkt te suggereren dat het stille pandrecht door de enkele mededeling van kleur verschiet naar een openbaar pandrecht met alle rechtsgevolgen van dien. Ook in de literatuur wordt dit zo nu en dan aangenomen 19 en de rechtbank Rotterdam neemt in een uitspraak van 2 juni aan dat door mededeling van een stil pandrecht aan een debiteur een openbaar pandrecht ontstaat. 6.4 Indien inderdaad door de enkele mededeling volledige conversie van een stil pandrecht in een openbaar pandrecht plaatsvindt, heeft dat in theorie tot gevolg dat vanaf dat moment niet alleen relatief toekomstige vorderingen, maar ook absoluut toekomstige vorderingen onder het pandrecht vallen, mits die absoluut toekomstige vorderingen met voldoende bepaaldheid in een relevante akte omschreven zijn. Dat laatste vloeit voort uit art. 3:236 lid 2 BW juncto art. 3:84 lid 2 BW. 6.5 Absoluut toekomstige vorderingen, die op het moment van verpanding nog niet bestaan en evenmin rechtstreeks voortvloeien uit een op moment van verpanding bestaande rechtsverhouding waarmee de pandgever bekend is, kunnen met voldoende bepaaldheid worden omschreven door in de relevante akte de naam van de betreffende debiteur, in dit geval de account bank, te vermelden. 6.6 Indien er inderdaad van wordt uitgegaan dat de mededeling op grond van art. 3:239 lid 3 BW tot gevolg heeft dat er vanaf dat moment sprake is van een openbaar pandrecht, zou dit tot gevolg hebben dat het op enig moment na openbaarmaking van het stille pandrecht aanwezige creditsaldo in rekening-courant volledig onder het pandrecht van de pandgever valt. Zoals hiervoor omschreven, verschilt deze situatie wezenlijk 21 van de situatie dat de stille pandhouder slechts het op het moment van het 19 E.B. Rank-Berenschot, Verpanding van vorderingen, NIBE 1997, p ; H.J. Snijders en E.B. Rank-Berenschot Goederenrecht, Deventer, Kluwer, 2007, nr. 544.; A.F. Salomons, Het wetsvoorstel tot aanpassing van art. 3:94 BW: Nederland introduceert de stille cessie, WPNR 03/6546, noot Rb. Rotterdam, 2 juni 2010, LJN: BN Hierbij wordt er vanuit gegaan dat na de vestiging van het stille pandrecht er mutaties (debet en credit) optreden in de rekening courant verhouding, zodat zich niet de situatie voordoet dat bij de latere openbaarmaking van het stille pandrecht het aanvankelijke creditsaldo ongemuteerd aanwezig is. Indien dit wel het geval zou zijn, zou er namelijk geen verschil bestaan tussen het onderpand van de stille pandhouder en de openbare pandhouder. 16

11 Stille verpanding van saldi in rekening-courant vestigen van het stille pandrecht aanwezige creditsaldo aan zich verpand krijgt en hij vervolgens door openbaarmaking inningsbevoegd wordt met betrekking tot de vordering uit hoofde van (wat nog resteert van) dat creditsaldo. Immers, creditboekingen na het moment van vestiging van het stille pandrecht vallen niet onder het stille pandrecht, maar wel onder een (van aanvang af) openbaar pandrecht. 6.7 Twee rechtsvragen zijn gelet op het voorgaande van belang. De eerste vraag is of het stille pandrecht door mededeling direct aanwast tot een openbaar pandrecht. Indien deze vraag ontkennend moet worden beantwoord, dient zich de tweede vraag aan, namelijk of crediteringen ná openbaarmaking van het stille pandrecht wel onder het openbaar gemaakte stille pandrecht vallen. 6.8 De eerste vraag dient onzes inziens ontkennend te worden beantwoord. In literatuur en jurisprudentie wordt gesproken over het omzetten van een stil pandrecht in een openbaar pandrecht, waarbij regelmatig wordt benadrukt dat de positie van de pandhouder daardoor wordt versterkt, bijvoorbeeld doordat deze na mededeling een beroep kan doen op bescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid van de pandgever (art. 3:239 lid 4 jo 3:88 BW). 22 Deze verbetering van de positie van de stille pandhouder die mededeling doet van zijn pandrecht, heeft de wetgever echter uitdrukkelijk aan de (voorheen stille) pandhouder willen toekennen. Er wordt echter niet gesproken over een positieversterking door de pandhouder doordat door mededeling van het stille pandrecht de (voorheen stille) pandhouder een meeromvattend openbaar pandrecht verkrijgt. 6.9 Daarnaast blijkt ook niet uit de tekst van de wet of uit de parlementaire geschiedenis dat de wetgever beoogd heeft dat door mededeling uitbreiding van de omvang van het pandrecht plaatsvindt. De ratio achter de bevoegdheid van de pandhouder om mededeling te doen aan de debiteur van de verpande vordering is er in gelegen de mogelijkheid te creëren om op een later tijdstip dan het tijdstip van de stille verpanding aan de debiteur alsnog te laten weten dat de betreffende vordering destijds stil is verpand door de pandgever aan de pandhouder, zodat dit niet steeds bij de verpanding zelf hoeft te geschieden, zoals bij een openbaar pandrecht, 22 Zie Snijders 2007, nr. 544; Nieuwenhuis 2009, p

12 W.J.M. van Andel/R.M. Vermaire/E.L. Zetteler zo blijkt ook uit de Parlementaire Geschiedenis. 23 Nu de ratio is dat op een later tijdstip mededeling kan worden gedaan van wat op een eerder tijdstip aan vorderingen is verpand, strookt het onzes inziens niet met die ratio dat een mededeling van het stille pandrecht tot gevolg heeft dat het pandrecht direct en van rechtswege aanwast en vorderingen gaat omvatten die op het tijdstip van verpanding niet stil verpand konden worden Overigens beperkt de wet in bepaalde opzichten ook de gevolgen van de mededeling door de pandhouder. Mededeling van het pandrecht leidt immers niet tot positieverbetering in die zin dat rangwisseling ten opzichte van andere beperkt gerechtigden plaatsvindt. Indien op een vordering meerdere stille pandrechten zijn gevestigd, is de mededeling niet van invloed op de rangorde van deze rechten. 24 Ook dit gegeven lijkt steun te bieden voor de opvatting dat de wetgever niet heeft beoogd dat een stil pandrecht door mededeling qua reikwijdte direct aanwast tot een openbaar pandrecht Daarnaast speelt onzes inziens een rol dat partijen er ten tijde van het vestigen van het stille pandrecht vanuit gingen dat aan de pandhouder werden verpand de op dat moment bestaande vorderingen alsmede de relatief toekomstige vorderingen. Blijkbaar hebben partijen niet beoogd ook de absoluut toekomstige vorderingen te verpanden. In dat geval hadden partijen immers kunnen kiezen voor een openbaar pandrecht. Ook dit pleit tegen de opvatting dat door enkele mededeling het stille pandrecht converteert in een openbaar pandrecht met een uitbreiding van de omvang van het pandrecht. Uitgangspunt bij de bepaling van de omvang van het pandrecht dient immers te zijn hetgeen partijen beoogden met de aanvankelijke stille verpanding. Gelet op de tekst (aan het slot) van art. 3:239 lid 1 BW kunnen partijen a prima vista niet beoogd hebben dat het pandrecht zich mede uitstrekt over absoluut toekomstige vorderingen Vgl. Parl. Gesch. Boek 3, p waarin dit wordt toegelicht: Bedacht moet worden dat het pandrecht (..) zijn aantrekkelijkheid, mede voor de pandgever, nu juist hieraan ontleent dat het niet aan de schuldenaar uit de verpande vordering medegedeeld behoeft te worden ( ) juist ook om de pandhouder niet onnodig tot een zodanige mededeling te nopen. 24 Zie Snijders 2007, nr De op zichzelf genomen interessante vraag hoe moet worden aangekeken tegen een pandakte strekkende tot stille verpanding waarbij partijen expliciet opnemen dat zij nadrukkelijk beogen dat in geval van mededeling van het pandrecht tevens absoluut toekomstige vorderingen onder het pandrecht vallen, gaat de reikwijdte van deze bijdrage te buiten. 18

13 Stille verpanding van saldi in rekening-courant 6.12 Nu de eerste vraag ontkennend dient te worden beantwoord, komt de tweede vraag in beeld, te weten de vraag of crediteringen na de mededeling van het stille pandrecht wel onder het openbaar gemaakte stille pandrecht vallen. Ook deze vraag dient onzes inziens ontkennend te worden beantwoord Wij hebben hiervoor uiteengezet dat wij van mening zijn dat de reikwijdte van de mededeling van een stil pandrecht beperkt is tot de gevolgen die uitdrukkelijk in de wet(sgeschiedenis) worden benoemd. De omvang van het onderpand wordt in die visie door de mededeling niet uitgebreid, het omvat dat waar de pandhouder op basis van de pandakte (en de wettelijke beperking dat absoluut toekomstige vorderingen niet stil kunnen worden verpand) aanspraak op kon maken. Crediteringen na de mededeling van het stille pandrecht, betreffen nieuwe vorderingen van de pandgever op de account bank, die ten tijde van de mededeling kwalificeren als absoluut toekomstig. Zij vallen dus niet onder het stille pandrecht, ook niet na mededeling daarvan. Willen partijen bewerkstelligen dat ook toekomstige crediteringen onder een pandrecht vallen, dan dienen zij (alsnog) te voldoen aan de vereisten die de wet op dit punt stelt: het opmaken van een (mede tot openbare verpanding van voldoende bepaalbare absoluut toekomstige vorderingen bestemde) akte en mededeling daarvan aan de debiteur. 7. Handhaving beperking van stille verpanding van vorderingen op naam? 7.1 Het voorgaande roept de vraag op of er nog valide argumenten zijn om de beperking van art. 3:239 lid 1 BW tot stille verpanding van relatief toekomstige vorderingen te handhaven. 7.2 De ratio achter de beperking van art. 3:239 lid 1 BW is onder andere gelegen in de bescherming van de pandgever. Door deze beperking in de wet op te nemen, is het niet mogelijk voor een pandgever om in één keer al zijn (voldoende bepaalbare) toekomstige vorderingen in zekerheid te geven aan de pandhouder. 26 Op deze wijze zou de pandgever beschermd worden tegen het op ondoordachte wijze in pand geven van allerlei vorderingen waarvan hij het bestaan nog niet kent en waar hij aldus de 26 Zo ook A.J. Verdaas, Stil pandrecht op vorderingen op naam, Deventer, Kluwer, 2008, p. 166 e.v. 19

14 W.J.M. van Andel/R.M. Vermaire/E.L. Zetteler gevolgen niet van weet te overzien. Daarnaast wordt in de literatuur wel betoogd dat de ratio achter de beperking van art. 3:239 lid 1 BW is dat niet alleen de pandgever dient te worden beschermd, maar dat ook de crediteuren van de pandgever bescherming verdienen. Immers, door op eenvoudige wijze alle toekomstige vorderingen in pand te kunnen geven aan een pandhouder, zou het voor concurrente crediteuren nagenoeg onmogelijk worden om hun vorderingen met behulp van derdenbeslag te verhalen op het vermogen van de pandgever, zo blijkt uit ook de Parlementaire Geschiedenis. 27 Tot slot wordt door sommige auteurs wel bepleit dat de verpanding van zowel relatief als absoluut toekomstige vorderingen de mogelijkheid van het verkrijgen van krediet van een andere financier dan de pandhouder beperkt, hetgeen ten koste zou gaan van de mobiliteit en concurrentie op de kredietmarkt In 2003 heeft één van de leerlingen van Jos Timmermans al eens een lans trachten te breken voor ruimere mogelijkheden van stille verpanding van vorderingen. 29 In navolging van hem zijn ook wij van mening dat er voor bescherming van pandgevers betere remedies zijn dan een verstrekkend onderscheid tussen stil pandrecht en openbaar pandrecht. 30 Bescherming van pandgevers die in de ogen van de wetgever bescherming behoeven, kan ons inziens beter worden gezocht in de algemene leerstukken van het verbintenissenrecht en wellicht het consumentrecht, maar niet via de weg van het algemene goederenrecht. Op deze wijze wordt een onderneming die een financiering wil aantrekken geconfronteerd met een belemmering (bescherming zo men wil) die niet door haar gewenst is. De gemiddelde ondernemer is zeer wel in staat de consequenties van de (verder)strekkende verpanding te overzien en behoeft hierbij geen nadere bescherming. Eenzelfde bescherming ondervindt die ondernemer ook niet bij de verpanding van zijn roerende zaken. Toekomstige roerende zaken kunnen immers zonder uitzondering bij voorbaat worden verpand. Dit enkele feit heeft in de praktijk nimmer tot problemen geleid of om de roep om meer bescherming van de pandgever. 27 Parl. Gesch. Boek 3 (Inv. 3, 5 en 6), p e.v. 28 T.H.D. Struycken, Het bepaaldheidsvereiste in ontwikkeling in: Kortmann e.a., Onderneming en 5 jaar Nieuw Burgerlijk Recht, Serie Onderneming en Recht, deel 7, Deventer, W.E.J. Tjeenk Willink, 1997, p H.J. Damkot en A.J. Verdaas, Verpanding van toekomstige vorderingen beperkt mogelijk; verruiming gewenst? in: Tijdschrift voor Insolventierecht , p Zie ook Verdaas 2008, p. 166 e.v. 20

15 Stille verpanding van saldi in rekening-courant 7.4 Ook het argument dat de verpandingsmogelijkheden niet zouden moeten worden uitgebreid omdat dit ten koste zou gaan van schuldeisers die derdenbeslag willen leggen, vinden wij te weinig gewicht in de schaal leggen om ruimere verpandingsmogelijkheden niet toe te staan. Uiteraard is het zo dat door stille verpanding van absoluut toekomstige vorderingen toe te staan, terwijl een derdenbeslag op absoluut toekomstige vorderingen niet mogelijk is, 31 er een ongelijkheid ontstaat tussen een pandhouder en een beslaglegger. Naast het feit dat deze situatie niet afwijkt van de huidige (en door de wetgever geaccepteerde) situatie van een openbaar pandhouder versus een beslaglegger, is er nog een belangrijk argument. Beslag op (absoluut) toekomstige goederen kan voor de schuldenaar ingrijpende gevolgen hebben, soms zodanig dat de bedrijfsvoering daardoor zeer wordt bemoeilijkt, terwijl een stil pandrecht nu juist is toegesneden op de continuïteit van de onderneming. Bij een stil pandrecht op een vordering blijft de pandgever immers bevoegd de vordering te incasseren, terwijl dit bij een beslag niet het geval is. Tot slot wordt wat ons betreft een aanvullend argument voor ruimere verpandingsmogelijkheden dan beslagmogelijkheden gevonden in het feit dat de pandhouder zelf beslist of hij instemt met deze ruimere verpanding of niet, terwijl bij beslag van deze vrijwilligheid geen sprake is. Ook het door Struycken 32 genoemde rechtseconomische argument om stille verpanding slechts beperkt mogelijk te maken, namelijk dat de mogelijkheid verpanding van absoluut toekomstige vorderingen afbreuk doet aan de mobiliteit en concurrentie op de kredietmarkt, overtuigt niet. In de praktijk is het immers zo dat de professionele pandhouder (tevens financier) zijn positie als stille pandhouder zoveel als thans mogelijk tracht te versterken door op dagelijkse basis krachtens de bedongen verpandingsvolmacht de nieuw ontstane vorderingen van de pandgever op derden aan zichzelf te verpanden. Als gevolg hiervan is de mogelijkheid tot verkrijging van een krediet van een andere financier dan de huidige pandhouder/financier, op basis van nog vrije, niet-verpande vorderingen, in de praktijk toch al zeer beperkt. 31 Art. 475 Rv spreekt over beslag op vorderingen die de geëxecuteerde op derden mocht hebben of uit een ten tijde van het beslag reeds bestaande rechtsverhouding rechtstreeks zal verkrijgen. Art. 3:239 BW sluit aan bij deze terminologie. De wetgever heeft hiermee willen voorkomen dat vestiging van een pandrecht op toekomstige vorderingen mogelijk zou zijn in gevallen waarin een derdenbeslag op toekomstige vorderingen niet mogelijk was, vgl. Parl. Gesch. Boek 3 (Inv. 3, 5 en 6) p Struyken, 1997, p

16 W.J.M. van Andel/R.M. Vermaire/E.L. Zetteler 7.5 Een en ander leidt ons tot de conclusie dat er in de huidige tijd onvoldoende steekhoudende argumenten zijn die een onderscheid in de reikwijdte van stille en openbare verpanding van toekomstige vorderingen nog rechtvaardigen. Ook de meer praktische problemen die Warringa c.s. 33 signaleerden, en die volgens hen reden zouden zijn om het stille pandrecht in zijn huidige vorm te handhaven, zijn niet meer actueel. Een belangrijk argument om de huidige praktijk van stille verpanding met de daarbij behorende vervolgpandlijsten te handhaven, was volgens Warringa c.s. namelijk gelegen in het feit dat de pandhouder als gevolg van de generieke omschrijving in de pandakte niet over de relevante informatie zou beschikken (zoals onder meer de n.a.w-gegevens van de debiteur) om het pandrecht te kunnen uitoefenen, zeker nu vervolgpandakten die deze informatie wel zouden bevatten niet meer vereist zouden zijn. In geval van een faillissement van de pandgever zou dit volgens Warringa c.s. problemen kunnen opleveren omdat de curator (mogelijk) niet gehouden zou zijn deze informatie (alsnog) te verschaffen. Sinds het arrest van de Hoge Raad inzake ABN AMRO/Hamm q.q., 34 weten wij dat ook dit praktische probleem niet langer bestaat. De Hoge Raad oordeelde in dit arrest immers dat uit de aard en de strekking van het pandrecht voor de curator de verplichting voorvloeit om de betreffende informatie te verschaffen en de pandhouder zo in staat te stellen zijn recht tot inning van de verpande vordering uit te oefenen. Nu ook deze laatste praktische hobbel niet meer bestaat, ligt de weg open naar verruiming van het stille pandrecht zodat ook absoluut toekomstige vorderingen stil verpand kunnen worden. Dit zal tot een aanzienlijke vermindering van de papierstroom tussen de Belastingdienst en de professionele pandhouders leiden, aangezien een dagelijkse registratie van vervolgpandakten (al dan niet op basis van de verpandingsvolmacht) dan niet meer noodzakelijk is. 8. Conclusies 8.1 Toekomstige saldi in rekening-courant kunnen niet stil worden verpand. Vestiging van een stil pandrecht op een rekening-courantsaldo heeft tot gevolg dat de pandhouder een stil pandrecht verkrijgt op de vordering tot betaling van het saldo van de bankrekening ten tijde van de vestiging 33 S.A.H.J. Warringa en D.Winkel, Een reactie op Verpanding van toekomstige vorderingen beperkt mogelijk; verruiming gewenst?, in: Tijdschrift voor Insolventierecht , p HR 30 oktober 2009, JOR 2009/341(ABN AMRO/Hamm q.q.). 22

17 Stille verpanding van saldi in rekening-courant van het stille pandrecht. Mutaties in het rekening-courantsaldo door crediteringen die zich hebben voorgedaan ná vestiging van het stil pandrecht vallen niet onder het eerder gevestigde stil pandrecht. Debiteringen in de rekening-courant ná vestiging van het stille pandrecht kunnen uiteraard tot gevolg hebben dat het creditsaldo in rekening-courant dat onder het stille pandrecht viel geheel of gedeeltelijk teniet gaat, zodat daarmee ook het stille pandrecht geheel of gedeeltelijk komt te vervallen. Ingevolge art. 6:140 BW strekking die debiteringen geheel in mindering op het verpande saldo, ook als tevens sprake is van latere crediteringen. 8.2 Door mededeling converteert het stille pandrecht niet volledig in een openbaar pandrecht. De omvang van het pandrecht neemt door de enkele mededeling niet toe en omvat dus niet vanaf het moment van mededeling tevens per de datum van vestiging van het stille pandrecht nog absoluut toekomstige vorderingen. Crediteringen in rekening-courant na die datum van vestiging vallen dus ook na mededeling niet (alsnog) onder het pandrecht. 8.3 Er bestaan onzes inziens geen goede argumenten (meer) om stille verpanding van absoluut toekomstige vorderingen niet toe te staan. Het toestaan van stille verpanding van absoluut toekomstige vorderingen lijkt ook in belangrijke mate tegemoet te komen aan de wens uit de financieringspraktijk om het ritueel van het dagelijks registreren van vervolgpandakten te kunnen afschaffen. 23

18

19 HOOFDSTUK 3 DE PARITAS CREDITORUM IS DOOD, LEVE DE PARITAS CREDITORUM J.C. van Apeldoorn 1 1. Inleiding De gelijkheid van schuldeisers is één van de kernbegrippen in ons insolventierecht. De schuldenaar staat met zijn gehele vermogen in voor al zijn schulden. Hoofdregel is dat een schuldeiser zijn vordering op alle goederen van zijn schuldenaar kan verhalen (art. 3:276 BW). Schuldeisers hebben onderling een gelijk recht om, na de voldoening van de kosten van verhaal, uit de netto-opbrengst te worden voldaan. Dit gebeurt naar evenredigheid van ieders vordering, waarbij alle schuldeisers behoudens door de wet gegeven uitzonderingen gelijk zijn. Dit is het eeuwenoude beginsel van de paritas creditorum. Dit gelijkheidsbeginsel is een mooi en alleszins redelijk uitgangspunt. De Memorie van Toelichting van 1896 zei al: de instelling van het faillissement beoogt niets anders dan, bij staking van betaling door den schuldenaar, diens vermogen op eene billijke wijze onder al zijne schuldeisers, met eerbiediging van ieders recht, te verdeelen. De Faillissementswet heeft geen ander doel dan die billijke verdeeling voor te bereiden. Deze billijke verdeling van het vermogen van de schuldenaar is een mooi uitgangspunt, omdat het alleen gaat om de verdeling van de goederen van de schuldenaar en daarmede een eerder, zij het wel zeer oud uitgangspunt, werd verlaten, waarbij het ging om verdeling van de schuldenaar zelf. Onder de Wet van de Twaalf Tafelen werd de schuldenaar zelf nog onder zijn schuldeisers verdeeld (d.w.z. nadat hij eerst in stukken was gesneden). Dit heeft gelukkig niet lang geduurd, het werd al voor de val 1 Mr. J.C. van Apeldoorn is raadsheer-plv. in het gerechtshof s-gravenhage en was tot voor kort bestuurslid van de Stichting Administratiekantoor Triodos Bank N.V. en lid van de Raad van Toezicht Stichting Triodos Holding. 25

20 J.C. van Apeldoorn van Rome afgeschaft. Het verhaalsrecht werd teruggebracht tot alleen de goederen van de schuldenaar, hoewel de schuldenaar niet steeds vrijuit ging. Hij kon nog wel tot slaaf worden genomen of worden opgesloten, tot hij zijn schuld voldeed (debtor s prison). Tegenwoordig wordt hij onder omstandigheden van deze levenslange horigheid bevrijd na het in werking treden van de WSNP. Dit uiteraard alleen op voorwaarde dat hij tot deze regeling wordt toegelaten en deze met goed gevolg volbrengt. Zo niet, dan krijgt hij na afloop geen schone lei en indien geen gehomologeerd of onderhands akkoord tot stand komt blijft hij aansprakelijk voor al zijn schulden. 2. De paritas creditorum is dood Alle schuldeisers waren weliswaar gelijk, maar sommige schuldeisers wilden meer gelijk zijn dan andere schuldeisers. 2 Het was als het Sinterklaasliedje dat we zongen toen we nog klein waren: eerlijk zullen we alles delen, ik een beetje meer dan jij. Zo werden in de loop der tijden uitzonderingen gemaakt voor separatisten. Dit zijn schuldeisers die hun rechten kunnen uitoefenen alsof er geen faillissement ware (art. 57 lid 1 Fw) en zij behoeven dan ook niet mee te dragen in de kosten van de afwikkeling. Dat, naar men zich kan voorstellen, wilden meer schuldeisers en die kwamen er dan ook door de introductie van voorrang en voorrechten. Nu bestaat de gelijkheid van schuldeisers nog slechts behoudens de door de wet erkende redenen van voorrang (art. 3:277 lid 1 BW). Voorrang vloeit voort uit pand, hypotheek, voorrecht en uit de andere in de wet aangegeven gronden (art. 3:278 lid 1 BW). Voorrechten ontstaan alleen uit de wet en rusten op bepaalde goederen of op alle tot een vermogen behorende goederen (zaken of vermogensrechten) (art. 3:278 lid 2 BW). Zij geven de schuldeiser van een bevoorrechte vordering het recht zich bij voorrang boven andere schuldeisers te verhalen. Pand en hypotheek gaan boven voorrecht, tenzij de wet anders bepaalt (art. 2:279 BW). Voorrang en voorrechten spelen een rol bij het verhaal op de goederen van de schuldenaar. Het betreft hier de onderlinge verhouding tussen de schuldeisers. De uitdeling geschiedt naar evenredigheid van ieders vordering, maar in de WSNP is bepaald dat, zolang vorderingen waaraan voorrang is verbonden niet volledig zijn voldaan, daarop een twee keer zo groot percentage wordt betaald als op concurrente vorderingen 2 Animal Farm (Nederlands: Boerderij der dieren), een roman van de Britse schrijver en journalist George Orwell,

21 De paritas creditorum is dood, leve de paritas creditorum (art. 349 lid 2 Fw). Een soortgelijke bepaling is opgenomen in art Voorontwerp Insolventiewet. Een ouder voorrecht gaat in de regel voor een jonger voorrecht. Er zijn schuldeisers met rechten van voorrang die niet uit de wet maar uit hun feitelijke positie voortvloeien. Zij worden aangeduid als dwangcrediteur. De positie van deze groep schuldeisers wordt in de wet, met name tijdens de afkoelingsperiode, beperkt (art. 304 Fw). Schuldeiser en schuldenaar kunnen niet bij overeenkomst bepalen dat een vordering bevoorrecht is, wel dat een bepaalde vordering achtergesteld is bij andere vorderingen (art. 3:277 lid 2 BW). 3 In enkele gevallen geeft de wet een schuldeiser de bevoegdheid ook op goederen die niet aan zijn schuldenaar toebehoren, verhaal te nemen. Indien deze bevoegdheid contractueel is overeengekomen, kan men denken aan een overeenkomst van borgtocht of een verhaalsrecht op aan een derde toebehorende goederen, zoals een derden-hypotheek (art. 3:233 BW). Hiertoe behoren ook het retentierecht en het beroep op verrekening. Inbreuken op de paritas creditorum zijn vaak historisch verklaarbaar en de meeste ontmoeten niet al te veel tegenstand. Ze bevatten vaak een element van medeleven en steun aan de partij die voor zichzelf vooraf geen zekerheid kan bedingen. Hierbij kan men denken aan de opheffingskosten van het faillissement (art. 16 lid 2 Fw), begrafeniskosten, pensioenuitkeringen en arbeidsloon (art. 3:288b-e BW), de voorgeschoten belasting door de douane-expediteur (art. 32a Douanewet); de kosten tot behoud (art. 3:284 BW) en de inmiddels vervallen rechten, zoals de kosten van de laatste ziekte. Ook het feit dat de pand- en hypotheekhouder een separatistenpositie hebben verkregen is verklaarbaar, omdat dat kredietverstrekking mogelijk maakt, hetgeen op zich weer een drijfveer is voor ons economisch leven en onze welvaart in stand houdt. Bijzondere voorrechten zijn te vinden in het zeerecht (de zgn. superprivileges ) gezien de hoge rang, zoals het hulploon in Boek 8 BW. Hier gaat het jongste hulploon boven het oudere hulploon (dit is een bijzondere vorm van rangwisseling) en beide gaan boven hypotheek. De reden hiervoor is dat het jongste hulploon het hulploon van de oudere hulpverlener en het recht van de hypotheeknemer heeft gered. 3 Er is verschil tussen de overeenkomsten genoemd in de art. 3:276 en 3:277 lid 2 BW. Van belang is te bezien of de schuldeiser zijn integrale verhaalsrecht op de goederen van de schuldenaar behoudt of dat de hem jegens andere schuldeisers toekomende rang ten opzichte van hen allen of van sommigen hunner wordt verlaagd. 27

Workshop Insolventierecht FR&R. Deel 2: Tijdens faillissement

Workshop Insolventierecht FR&R. Deel 2: Tijdens faillissement Workshop Insolventierecht FR&R Deel 2: Tijdens faillissement Rolf Verhoeven / Johan Jol 3 september 2009 Onderwerpen Mogelijke procedures en hun gevolgen Spelers en hun bevoegdheden Verhaalsmogelijkheden

Nadere informatie

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen Artikel 24 Lid 1 Lid 2 Pandrecht Pandrecht Verkoop van verpande goederen Artikel 24 lid 1 Pandrecht Algemeen Het verschil tussen pand en retentie Het pandrecht in de AVC 2002 is nieuw ten opzichte van

Nadere informatie

AKTE VERPANDING VORDERINGEN

AKTE VERPANDING VORDERINGEN AKTE VERPANDING VORDERINGEN de ondergetekenden: (bedrijfs)naam: naam vertegenwoordiger bedrijf: straatnaam en huisnummer:. nummer:. postcode: plaats: KvK-nummer: hierna te noemen: pandgever en (bedrijfs)naam:

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken

INHOUDSOPGAVE. Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken nr. INHOUDSOPGAVE Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1. Introductie / 1 2. Hoofdregels verhaal; gehele vermogen van de schuldenaar en gelijkheid van schuldeisers

Nadere informatie

Wie is inningsbevoegd bij verpanding van een door pandrecht gesecureerde vordering?

Wie is inningsbevoegd bij verpanding van een door pandrecht gesecureerde vordering? Wie is inningsbevoegd bij verpanding van een door pandrecht gesecureerde vordering? Mr. S.C.W. ter Hart* Inleiding Op 2 september 2014 heeft het Hof Den Bosch tussen Aannemersbedrijf Marell B.V. (hierna:

Nadere informatie

2013: Het overwaardearrangement na ASR/Achmea en FCF/Schreurs en Brouns q.q. Houdbaarheidsdatum overschreden?

2013: Het overwaardearrangement na ASR/Achmea en FCF/Schreurs en Brouns q.q. Houdbaarheidsdatum overschreden? 2013: Het overwaardearrangement na ASR/Achmea en FCF/Schreurs en Brouns q.q. Houdbaarheidsdatum overschreden? 2015: De Hoge Raad heeft gesproken: DLL/Van Logtestijn 16 oktober 2015 en Ingwersen/ING 16

Nadere informatie

- OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning

- OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning - OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning DE ONDERGETEKENDEN De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid B.V., statutair gevestigd te en kantoorhoudende aan de, te (.), te dezer zake

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/74062

Nadere informatie

Programma. Inleiding: Te onderscheiden gevallen: Wat is verrekening? Functies van verrekening Hoe verreken je?

Programma. Inleiding: Te onderscheiden gevallen: Wat is verrekening? Functies van verrekening Hoe verreken je? Verrekening Johan Jol Oktober 2009 Inleiding: Programma Wat is verrekening? Functies van verrekening Hoe verreken je? Gevolgen van verrekening Wettelijke versus contractuele verrekening Te onderscheiden

Nadere informatie

VSO-cursus. Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Johan Jol April 2009

VSO-cursus. Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Johan Jol April 2009 VSO-cursus Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Johan Jol April 2009 Bank en faillissement: Inleiding Zekerheidsrechten Verrekening Separatist Inleiding Positie curator, politieagent Onderzoeksonderwerpen

Nadere informatie

Girale betaling in en rond datum faillissement

Girale betaling in en rond datum faillissement Girale betaling in en rond datum faillissement 3 situaties 1. Creditering bankrekening 2. Debitering bankrekening 3. Automatische incasso en stornering Creditering bij debetsaldo Bank Rekeninghouder Overboekingsopdracht

Nadere informatie

http://portal.rechtsorde.nl/pages/rosedocumentexportandprint.aspx?savebutton=true&...

http://portal.rechtsorde.nl/pages/rosedocumentexportandprint.aspx?savebutton=true&... pagina 1 van 5 Jutd 2012/09 Girale betalingen door de gefailleerde op of na datum faillissement Jutd 2012/09 d.d. 03 05 2012 Auteur(s): Mr. F.F.A. Smetsers, Van Iersel Luchtman NV, Breda. In de praktijk

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/38073

Nadere informatie

-OVEREENKOMST - Inzake achtergestelde geldlening

-OVEREENKOMST - Inzake achtergestelde geldlening -OVEREENKOMST - Inzake achtergestelde geldlening DE ONDERGETEKENDEN: 1. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid.. B.V., statutair gevestigd en kantoorhoudende aan de.., te ( ), rechtsgeldig

Nadere informatie

- PANDAKTE - inzake de vestiging van een stil pandrecht op inventaris

- PANDAKTE - inzake de vestiging van een stil pandrecht op inventaris DE ONDERGETEKENDEN - PANDAKTE - inzake de vestiging van een stil pandrecht op inventaris De heer.., geboren te.. op.., wonende te.., aan de.., hierna te noemen Pandnemer en De heer.., geboren te.. op..,

Nadere informatie

PANDAKTE VORDERINGEN EN BEDRIJFSINVENTARIS. 2. De heer, geboren op 19 en wonende aan de. te

PANDAKTE VORDERINGEN EN BEDRIJFSINVENTARIS. 2. De heer, geboren op 19 en wonende aan de. te PANDAKTE VORDERINGEN EN BEDRIJFSINVENTARIS DE ONDERGETEKENDEN: 1. De heer., geboren. 19 en wonende aan de. te (.. )., ten deze handelende als rechtsgeldig vertegenwoordiger van. B.V., die hierna zal worden

Nadere informatie

-OVEREENKOMST - INZAKE GELDLENING. 2. De heer., BSN, geboren op. 19, te, wonende. te (.. ) aan de..nader te noemen: Geldnemer.

-OVEREENKOMST - INZAKE GELDLENING. 2. De heer., BSN, geboren op. 19, te, wonende. te (.. ) aan de..nader te noemen: Geldnemer. -OVEREENKOMST - INZAKE GELDLENING DE ONDERGETEKENDEN: 1. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. B.V., statutair gevestigd te., kantoorhoudende aan, te, te dezer zake rechtsgeldig vertegenwoordigd

Nadere informatie

Pandgever en Pandhouder hierna tevens gezamenlijk te noemen Partijen en ieder afzonderlijk Partij ;

Pandgever en Pandhouder hierna tevens gezamenlijk te noemen Partijen en ieder afzonderlijk Partij ; PANDAKTE VORDERINGEN DE ONDERGETEKENDEN, 1. DBS2 NEDERLAND B.V., een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid opgericht naar Nederlands recht, statutair gevestigd te Katwijk, Nederland en kantoor

Nadere informatie

Kluwer Online Research. EB. Tijdschrift voor scheidingsrecht, Wettelijke rente bij verrekenen en verdelen

Kluwer Online Research. EB. Tijdschrift voor scheidingsrecht, Wettelijke rente bij verrekenen en verdelen EB. Tijdschrift voor scheidingsrecht, Wettelijke rente bij verrekenen en verdelen EB. Tijdschrift voor scheidingsrecht, Wettelijke rente bij verrekenen en verdelen Mr. E.C.E. Schnackers[1] Auteur: Wettelijke

Nadere informatie

Stornering van girale incassobetalingen

Stornering van girale incassobetalingen Stornering van girale incassobetalingen (in faillissement) Mr. L. KriecKaert Girale incassobetaling rondom faillissement, vooral met betrekking tot de rol en positie van banken, is een complex vraagstuk

Nadere informatie

Bodem(voor)recht fiscus. De inhoud van artikel 22bis IW 1990

Bodem(voor)recht fiscus. De inhoud van artikel 22bis IW 1990 Bodem(voor)recht fiscus De inhoud van artikel 22bis IW 1990 Bodemvoorrecht art. 21 lid 1 IW 1990: s Rijks schatkist heeft een voorrecht op alle goederen van de belastingschuldige art. 3:279 BW: pand en

Nadere informatie

Uitleg en wenselijkheid van het cessieen verpandingsverbod

Uitleg en wenselijkheid van het cessieen verpandingsverbod Uitleg en wenselijkheid van het cessieen verpandingsverbod M r. A. E. G o o s s e n s * Inleiding In de literatuur is de vraag opgeworpen naar de wenselijkheid van de goederenrechtelijke werking die een

Nadere informatie

14.1 Verhaal en voorrang algemeen Niet voor uitwinning vatbare goederen. Voorrang. Onderlinge rangorde voorrechten.

14.1 Verhaal en voorrang algemeen Niet voor uitwinning vatbare goederen. Voorrang. Onderlinge rangorde voorrechten. 14.1 Verhaal en voorrang algemeen Een schuldeiser wiens vordering niet betaald wordt kan zijn vordering verhalen op de goederen van zijn schuldenaar (artikel 3:276 e.v. BW). Voor verhaal is een geldvordering

Nadere informatie

Girale betaling en het faillisse - ment van de rekeninghouder

Girale betaling en het faillisse - ment van de rekeninghouder Girale betaling en het faillisse - ment van de rekeninghouder Mr. B.A. Schuijling en mr. R.J. van der Weijden Na een uiteenzetting van de stand van zaken met betrekking tot rondom de faillissementsdatum

Nadere informatie

VERREKENING EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT

VERREKENING EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT VERREKENING EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR AAN DE RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN OP GEZAG VAN DE RECTOR MAGNIFICUS,

Nadere informatie

Bepaaldheidsvereiste. Over het bepaaldheidsvereiste is veel geprocedeerd. Hieronder citeren wij uit enkele van de belangrijkste uitspraken:

Bepaaldheidsvereiste. Over het bepaaldheidsvereiste is veel geprocedeerd. Hieronder citeren wij uit enkele van de belangrijkste uitspraken: Bepaaldheidsvereiste De gecedeerde vordering (of het gecedeerde recht) moet in voldoende mate door de cessieakte worden bepaald (art. 3:84 lid 2 BW). De akte van cessie moet daarom zodanige gegevens bevatten

Nadere informatie

(MODEL-AKTE Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw) VESTIGING RECHT VAN PAND OP (I) AANDELEN ALSMEDE OP (II) OVERIGE GOEDEREN

(MODEL-AKTE Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw) VESTIGING RECHT VAN PAND OP (I) AANDELEN ALSMEDE OP (II) OVERIGE GOEDEREN F364/F555/31004733 Versie 28 juni 2017 (MODEL-AKTE Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw) VESTIGING RECHT VAN PAND OP (I) AANDELEN ALSMEDE OP (II) OVERIGE GOEDEREN Heden, [passeerdatum], is voor mij,

Nadere informatie

Verpanding made easy: verpanding van vorderingen door middel van een verzamelpandakte

Verpanding made easy: verpanding van vorderingen door middel van een verzamelpandakte annotatie Ars Aequi juni 2012 455 Annotatie Verpanding made easy: verpanding van vorderingen door middel van een verzamelpandakte Prof.mr. P.M. Veder HR 3 februari 2012, LJN: BT6947 (Dix q.q./ing), (mrs.

Nadere informatie

Is de gekozen lijn door de Hoge Raad in de arresten Huijzer q.q./rabobank en ING/Manning q.q. juist?

Is de gekozen lijn door de Hoge Raad in de arresten Huijzer q.q./rabobank en ING/Manning q.q. juist? Is de gekozen lijn door de Hoge Raad in de arresten Huijzer q.q./rabobank en ING/Manning q.q. juist? Naam: W.F.W. van Loon Anr: s531387 Studierichting: master Rechtsgeleerdheid, accent privaatrecht Examencommissie:

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/37026

Nadere informatie

Herverpanding en verpanding van een gesecureerde vordering

Herverpanding en verpanding van een gesecureerde vordering Herverpanding en verpanding van een gesecureerde vordering M r. R. J. P. F e r w e r d a * In de zaak ABN Amro/Marell 1 heeft de Hoge Raad een streep gezet door het oordeel van het Hof Den Bosch dat bij

Nadere informatie

Derdenbescherming na een vernietiging op grond van de actio pauliana: vreemde eend in de bijt?

Derdenbescherming na een vernietiging op grond van de actio pauliana: vreemde eend in de bijt? Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Derdenbescherming na een vernietiging op grond van de actio pauliana: vreemde eend in de bijt? Mw. mr. F. Damsteegt-Molier Published in WPNR 2008

Nadere informatie

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed.

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed. Korte handleiding bijeenkomst 5. Overdracht van goederen. 3:83 en volgende BW Definitie overdracht: rechtsovergang van het ene rechtssubject naar het andere op basis van een een levering. Overdracht is

Nadere informatie

Terughoudendheid gepast bij openen kwaliteitsrekening

Terughoudendheid gepast bij openen kwaliteitsrekening Dit artikel uit is gepubliceerd door Boom Juridische uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker Terughoudendheid gepast bij openen kwaliteitsrekening Inleiding De kwaliteitsrekening is voorwerp geweest

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/74110

Nadere informatie

De verpanding van absoluut toekomstige vorderingen

De verpanding van absoluut toekomstige vorderingen WETENSCHAP De verpanding van absoluut toekomstige vorderingen HR 3 februari 2012, LJN BT6947 (Dix q.q./ing) F. van Buchem & B. de Man 1 Inleiding In het op 3 februari 2012 gewezen arrest Dix q.q./ing heeft

Nadere informatie

VIERDE GECONSOLIDEERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN DE FAILLISSEMENTEN VAN:

VIERDE GECONSOLIDEERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN DE FAILLISSEMENTEN VAN: VIERDE GECONSOLIDEERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN DE FAILLISSEMENTEN VAN: 1. J.FA. DE VEER BEHEER B.V. en 2. ACI PRINTING COMPANY B.V. Gegevens onderneming en Faillissementsnummer

Nadere informatie

1 Inleiding Uitwinbaarheid en verhaalsbevoegdheid Executoriale titel en verhaalsbeslag 13

1 Inleiding Uitwinbaarheid en verhaalsbevoegdheid Executoriale titel en verhaalsbeslag 13 Inhoud Afkortingen 7 Voorwoord 9 1 Inleiding 11 1.1 Uitwinbaarheid en verhaalsbevoegdheid 11 1.2 Executoriale titel en verhaalsbeslag 13 2 Rangorde 17 2.1 Algemeen 17 2.2 Voorrechten 19 2.3 De andere in

Nadere informatie

Het verpanden van software en het bepaaldheidsvereiste

Het verpanden van software en het bepaaldheidsvereiste bezoeker Het verpanden van software en het bepaaldheidsvereiste Dit artikel uit is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme Inleiding Bij het verstrekken van krediet door een geldgever

Nadere informatie

Verpanding van merken

Verpanding van merken Verpanding van merken M.W. Wiegerinck 1 1. Inleiding Tijdens mijn studie was ik student-assistent van Wim Reehuis. Ik assisteerde hem bij de herziening van het boek Goederenrecht ten behoeve van de twaalfde

Nadere informatie

Autoriteit Financiële Markten. Captin B.V., statutair gevestigd te Amsterdam. handelsfaciliteit

Autoriteit Financiële Markten. Captin B.V., statutair gevestigd te Amsterdam. handelsfaciliteit REGLEMENT STICHTING BEWAARINSTELLING CAPTIN 1. DEFINITIES 1.1 In dit Reglement wordt verstaan onder: "Account" "AFM" "Bestedingsruimte" (i) een Ledenaccount als bedoeld in het Handelsreglement, (ii) een

Nadere informatie

ZESDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN PHOENIX 2 B.V.

ZESDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN PHOENIX 2 B.V. ZESDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN PHOENIX 2 B.V. Gegevens onderneming : Phoenix estigd te Diemen, laatstelijk kantoorhoudende te (2 CJ) Landsmeer aan het

Nadere informatie

TWEEDE FAILLISSEMENTSVERSLAG

TWEEDE FAILLISSEMENTSVERSLAG TWEEDE FAILLISSEMENTSVERSLAG Gegevens onderneming : de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BURO TRANSPORTOPLEIDINGEN BV, tevens handelende onder de namen: - BACE ACADEMY - BACE/BTO - BACE/EW&L

Nadere informatie

Medewerking aan mededeling van stille verpanding: eindelijk duidelijkheid?

Medewerking aan mededeling van stille verpanding: eindelijk duidelijkheid? Medewerking aan mededeling van stille verpanding: eindelijk duidelijkheid? M r. H. C. P i e t * Inleiding Op 30 oktober 2009 heeft de Hoge Raad een arrest 1 gewezen waarin interessante vragen aan de orde

Nadere informatie

Algemene voorwaarden zakelijke dienstverlening

Algemene voorwaarden zakelijke dienstverlening Algemene voorwaarden zakelijke dienstverlening Biercontract.nl Graaf Wichmanlaan 62 1405 HC Bussum Handelsregisternummer: 57084033 BTW nummer 167606657B02 1. Definities 1. In deze algemene voorwaarden

Nadere informatie

Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding

Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding F.E.J. Beekhoven van den Boezem KLUWER Deventer-2003 INHOUDSOPGAVE Lijst van afkortingen Lijst van verkort aangehaalde literatuur XV XIX INLEIDING

Nadere informatie

Zakelijke zekerheidsrechten I: hypotheek, pandrechten op roerende zaken, eigendomsvoorbehoud. Johan Jol September 2009

Zakelijke zekerheidsrechten I: hypotheek, pandrechten op roerende zaken, eigendomsvoorbehoud. Johan Jol September 2009 Zakelijke zekerheidsrechten I: hypotheek, pandrechten op roerende zaken, eigendomsvoorbehoud Johan Jol September 2009 Voorbode: Programma Faillissement en haar crediteuren Verhaalsmogelijkheden Rangorde

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/85621

Nadere informatie

TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 34 628 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Invorderingswet 1990 en enkele andere wetten in verband met een vereenvoudiging van de beslagvrije voet (Wet vereenvoudiging beslagvrije

Nadere informatie

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten.

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Situaties: 1. Overdracht onder voorwaarde 2. Overdracht onder eigendomsvoorbehoud 3. Overdracht toekomstige goederen 4. Overdracht onder tijdsbepaling

Nadere informatie

De Tweede Pandhouder in Faillissement

De Tweede Pandhouder in Faillissement De Tweede Pandhouder in Faillissement De verrekeningsmogelijkheden van een pandhouder in tweede rang op alle bestaande en toekomstige vorderingen in een faillissement Masterscriptie Nederlands recht, accent

Nadere informatie

Finale versie - 19 februari 2013 PANDAKTE

Finale versie - 19 februari 2013 PANDAKTE PANDAKTE Stichting Obligatiehoudersbelangen, gevestigd te Burgemeester Haspelslaan 172, 1181 NE Amstelveen, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel Amsterdam onder nummer 53177770

Nadere informatie

Executie van het retentierecht

Executie van het retentierecht Executie van het retentierecht mr. Jacob Henriquez mr. Teije van Dijk AKD Aangeboden door WEKAbouw Kennisbank Contracteren in de bouw www.weka-bouw.nl @2011 Weka Uitgeverij B.V. - 1 - Inleiding Het retentierecht

Nadere informatie

Overeenkomst inzake renteopschorting en verpanding van voorraden

Overeenkomst inzake renteopschorting en verpanding van voorraden Overeenkomst inzake renteopschorting en verpanding van voorraden Tuk Tuk Holding B.V., een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Nederlands recht, statutair gevestigd te Amsterdam en

Nadere informatie

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, aan de Erasmus Universiteit

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2004 2005 28 874 Uitvoering van Richtlijn nr. 2002/47/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 6 juni 2002 betreffende financiële

Nadere informatie

De bodemverhuurconstructie: ook anno 2012 nog een geoorloofde oorzaak?

De bodemverhuurconstructie: ook anno 2012 nog een geoorloofde oorzaak? De bodemverhuurconstructie: ook anno 2012 nog een geoorloofde oorzaak? Scriptie Rechten (Recht en bedrijfsleven) S.A. Roodhof Studentnummer: 834958135 Scriptiebegeleider: mr. dr. M.L.H. Reumers Examinator:

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-213 d.d. 27 mei 2014 (mr. R.J. Paris en mevrouw mr. L.T.A. van Eck, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-213 d.d. 27 mei 2014 (mr. R.J. Paris en mevrouw mr. L.T.A. van Eck, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-213 d.d. 27 mei 2014 (mr. R.J. Paris en mevrouw mr. L.T.A. van Eck, secretaris) Samenvatting Op de rekeningen van Consument en haar echtgenoot

Nadere informatie

Hamm q.q./abn AMRO: Inning van stil verpande vorderingen tijdens faillissement

Hamm q.q./abn AMRO: Inning van stil verpande vorderingen tijdens faillissement Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Hamm q.q./abn AMRO: Inning van stil verpande vorderingen tijdens faillissement M.L. Tuil Published in Maandblad voor Vermogensrecht 2010, p. 21-25

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE 1-1-2010 Bij deze algemene voorwaarden horen: - Koopovereenkomst Grond voor eengezinshuizen, versie 1-1-2010 Definities

Nadere informatie

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG LISSEMENTSVERSLAG (EX ART. 73A FW)

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG LISSEMENTSVERSLAG (EX ART. 73A FW) OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG LISSEMENTSVERSLAG (EX ART. 73A FW) F In het faillissement van : Bouwbehoud B.V. Faillissementsnummer : Verslagnummer : 2 Datum uitspraak : 26 juni 2012 Curator Rechter Commissaris

Nadere informatie

Insolventierecht Voortgezet: Separatisten

Insolventierecht Voortgezet: Separatisten VSO-cursus Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Once you stop learning, you start dying. Albert Einstein (1879 1955) Johan Jol en Oktober 2011 1 Inleiding Bank en Faillissement: Separatist Rol curator

Nadere informatie

Parlementaire geschiedenis. Beslagvrije voet met terugwerkende kracht aanpassen (art. 475d lid 7 Rv) Van 1 april 1991 tot heden

Parlementaire geschiedenis. Beslagvrije voet met terugwerkende kracht aanpassen (art. 475d lid 7 Rv) Van 1 april 1991 tot heden Parlementaire geschiedenis Beslagvrije voet met terugwerkende kracht aanpassen (art. 475d lid 7 Rv) Van 1 april 1991 tot heden Van 1 april 1991 tot heden Wettekst 1 Art. 475d lid 5 Rv De beslagvrije voet

Nadere informatie

Beslag op kredietruimte; een uitgemaakte zaak

Beslag op kredietruimte; een uitgemaakte zaak MR. J.A.C.VAN VEERSEN Beslag op kredietruimte; een uitgemaakte zaak niet. Nog niet opgevraagd krediet bij een bank is niet vatbaar voor (derden)beslag. Ook als de beslagdebiteur ná het beslag een betalingsopdracht

Nadere informatie

Hoofdstuk 4. Voorwaarden en Condities. Emissieprijs De Emissieprijs per SNS Participatie Certificaat 3 bedraagt 100,-.

Hoofdstuk 4. Voorwaarden en Condities. Emissieprijs De Emissieprijs per SNS Participatie Certificaat 3 bedraagt 100,-. 10 Hoofdstuk 4 Voorwaarden en Condities Dit hoofdstuk bevat de voorwaarden en condities omtrent de emissie en verhandelbaarheid van SNS Participatie Certificaten 3, alsmede overige belangrijke rechten

Nadere informatie

Grenzen aan de bescherming van de bevoorrechte schuldeiser

Grenzen aan de bescherming van de bevoorrechte schuldeiser Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Grenzen aan de bescherming van de bevoorrechte schuldeiser Mw. mr. F. Damsteegt Published in WPNR 2006 6664 Docent privaatrecht Erasmus Universiteit

Nadere informatie

AKTE VAN VESTIGING HYPOTHEEK EN PANDRECHTEN

AKTE VAN VESTIGING HYPOTHEEK EN PANDRECHTEN 1 AKTE VAN VESTIGING HYPOTHEEK EN PANDRECHTEN Heden, +, verschenen voor mij, mr. Jan Wim Weggemans, notaris in de gemeente Bellingwedde: HYPOTHEEKGEVER 1. de heer KOENO NOMDEN, wonende te 9566 PK Veelerveen,

Nadere informatie

Advies geldlening en zekerheden inzake doordecentralisatie primair onderwijs

Advies geldlening en zekerheden inzake doordecentralisatie primair onderwijs MEMO AAN Gemeente Breda R. Hoogzaad, A. van der Veer, C. Frankevyle, M. van den Heuvel DATUM 18 december 2013 VAN Nathalie Huijben Eelkje van de Kuilen advocaat TELEFOON +31 88 253 5977 FAX +31 88 253

Nadere informatie

VIJFDE GECONSOLIDEERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN DE FAILLISSEMENTEN VAN:

VIJFDE GECONSOLIDEERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN DE FAILLISSEMENTEN VAN: VIJFDE GECONSOLIDEERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN DE FAILLISSEMENTEN VAN: 1. J.FA. DE VEER BEHEER B.V. en 2. ACI PRINTING COMPANY B.V. Gegevens onderneming en Faillissementsnummer

Nadere informatie

RBC Failliet, wat gebeurt er met het veld? Nationaal Sportvelden Congres 24 november 2011 Ralf van der Pas advocaat / curator

RBC Failliet, wat gebeurt er met het veld? Nationaal Sportvelden Congres 24 november 2011 Ralf van der Pas advocaat / curator RBC Failliet, wat gebeurt er met het veld? Nationaal Sportvelden Congres 24 november 2011 Ralf van der Pas advocaat / curator Wat is een faillissement? Art. 20 Faillissementswet (FW): 2 Het faillissement

Nadere informatie

CONCEPT BESTEMD VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN

CONCEPT BESTEMD VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN OVEREENKOMST VAN ACHTERGESTELDE GELDLENING tussen en [ ] OVEREENKOMST VAN ACHTERGESTELDE GELDLENING DE ONDERGETEKENDEN: (1), een besloten vennootschap statutair gevestigd en kantoorhoudende te, aan de,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 71054 27 december 2017 Wijziging Leidraad Invordering 2008 Besluit van 11 december 2017 nr. 2017-226419 Belastingdienst/Directie

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Juridischee Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 878 Wijziging van artikel 94 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het mededelingsvereiste C NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 876 Regeling van het conflictenrecht betreffende het goederenrechtelijke regime met betrekking tot zaken, vorderingsrechten, aandelen en giraal

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken. I f^l öobuicq3~o\ Den Haag, 2 O MRT 2012 Kenmerk: DGB 2012-753 TL Motivering van liet beroepsciirir: in cassatie (rolnummer 12/00641) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 21 december

Nadere informatie

BESLAG OP NIET-BENUTTE KREDIETRUIMTE EXIT Hoge Raad 29 oktober 2004, LJN: AP4504, C03/166HR (Van den Bergh B.V./Van der Walle en ABN-AMRO Bank N.V.

BESLAG OP NIET-BENUTTE KREDIETRUIMTE EXIT Hoge Raad 29 oktober 2004, LJN: AP4504, C03/166HR (Van den Bergh B.V./Van der Walle en ABN-AMRO Bank N.V. BESLAG OP NIET-BENUTTE KREDIETRUIMTE EXIT Hoge Raad 29 oktober 2004, LJN: AP4504, C03/166HR (Van den Bergh B.V./Van der Walle en ABN-AMRO Bank N.V.) Inleiding Het artikel van Vriesendorp in WPNR 2001/6455

Nadere informatie

Zakelijke zekerheden. Joke Baeck Docent Universiteit Gent

Zakelijke zekerheden. Joke Baeck Docent Universiteit Gent Zakelijke zekerheden Joke Baeck Docent Universiteit Gent Contrast Law Seminar Knipperlichten 2015 Vrijdag 9 mei 2014 Hervorming zekerheidsrecht 1. Wet van 11 juli 2013 Datum inwerkingtreding: nog te bepalen

Nadere informatie

Cumulatief beslag op aandelen op naam: tot welk moment?

Cumulatief beslag op aandelen op naam: tot welk moment? Cumulatief beslag op aandelen op naam: tot welk moment? Mr. C.H.M. Fiévez * 1. Inleiding De vraag tot welk moment cumulatief beslag op aandelen nog mogelijk is veronderstelt dat elk beslagobject, en dus

Nadere informatie

De woning onder water

De woning onder water Over de afwikkeling van een woning met onderwaarde in de schuldsaneringsregeling mr. W.J.G. Smits en mr. C. Vermeulen* Inleiding De huizenmarkt is (nog altijd) een zorg voor veel mensen in deze economisch

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.16/16/397 NL:TZ:0000008309:F002 12-07-2016 mr. W. Ploeg mr. D.M. Staal Algemeen Gegevens onderneming Krijn Kroeze Beheer B.V. Activiteiten

Nadere informatie

De bodemverhuurconstructie onder vuur

De bodemverhuurconstructie onder vuur De bodemverhuurconstructie onder vuur Sinds het arrestvan de Hoge Raad inzake Ontvanger/NMB (HR 12 april 1985, NJ 1986/808), waarin werd geoordeeld dat in dat geval de bodemverhuurconstructie een geoorloofde

Nadere informatie

AFWIKKELING VAN DE FAILLISSEMENTSBOEDEL

AFWIKKELING VAN DE FAILLISSEMENTSBOEDEL AFWIKKELING VAN DE FAILLISSEMENTSBOEDEL EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR AAN DE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT NIJMEGEN,

Nadere informatie

Vormerkung en beslag. Anouska Rood. Augustus 2011

Vormerkung en beslag. Anouska Rood. Augustus 2011 Vormerkung en beslag Anouska Rood Augustus 2011 Masterscriptie Notarieel Recht Vormerkung en beslag Anouska Rood Studentnummer: 0523208 Studie: Notarieel Recht Scriptiebegeleider: mr. J.J.A. de Groot Augustus

Nadere informatie

VIERDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET. Datum uitspraak : 26 september 2009 : mr. E. Doornhein

VIERDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET. Datum uitspraak : 26 september 2009 : mr. E. Doornhein VIERDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET Naam gefailleerde : Karoro Holding B.V. Faillissementsnummer : 08/466 F Datum uitspraak : 26 september 2009 Curator : mr. E. Doornhein Rechter-Commissaris

Nadere informatie

Bescherming tegen onbekendheid met het faillissement

Bescherming tegen onbekendheid met het faillissement Bescherming tegen onbekendheid met het faillissement Mr. S.A.H.J. Warringa In dit artikel zal ik de periode die intreedt direct nadat een schuldenaar in staat van faillissement is verklaard nader bekijken.

Nadere informatie

AKTE VAN VERPANDING VAN ROERENDE ZAKEN DATUM: 10 MAART tussen STICHTING OBLIGATIEHOUDERSBELANGEN (ALS PANDHOUDER) NOODLEBAR CENTRAAL B.V.

AKTE VAN VERPANDING VAN ROERENDE ZAKEN DATUM: 10 MAART tussen STICHTING OBLIGATIEHOUDERSBELANGEN (ALS PANDHOUDER) NOODLEBAR CENTRAAL B.V. AKTE VAN VERPANDING VAN ROERENDE ZAKEN DATUM: 10 MAART 2016 tussen STICHTING OBLIGATIEHOUDERSBELANGEN (ALS PANDHOUDER) en NOODLEBAR CENTRAAL B.V. (ALS PANDGEVER) DE ONDERGETEKENDEN, I. STICHTING OBLIGATIEHOUDERSBELANGEN,

Nadere informatie

Voorwaarden Cash2Account

Voorwaarden Cash2Account Voorwaarden Cash2Account November 2014 Inhoudsopgave bij de Voorwaarden Cash2Account Begrippenlijst 1. Achtergrond 2. Proces 3. Limiet en vergoeding 3.1. Limiet 3.2. Vergoeding 4. Doel 5. Gebruik en overmacht

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/54061

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/37379

Nadere informatie

Vereniging voor Estate Planners in het Notariaat, ALV Amersfoort, 8 september Insolventie, verhaal en familievermogen

Vereniging voor Estate Planners in het Notariaat, ALV Amersfoort, 8 september Insolventie, verhaal en familievermogen Vereniging voor Estate Planners in het Notariaat, ALV Amersfoort, 8 september 2016 Insolventie, verhaal en familievermogen Prof.mr. Jan Biemans Hoogleraar Burgerlijk recht, i.h.b. Goederenrecht en Notarieel

Nadere informatie

pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBDHA:2014:1019 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29012014 Datum publicatie 12022014 Zaaknummer C09445041 HA ZA 13691 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 5 Datum: 30 oktober 2014

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 5 Datum: 30 oktober 2014 FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 5 Datum: 30 oktober 2014 Gegevens failliet : de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid RRT B.V. tevens handelend onder de naam Rutten RegioTaxi, statutair gevestigd

Nadere informatie

Verdaas zijn boek opent: Het recht bestaat niet om zijns zelfs wil; het heeft de mens in zijn handel en wandel te dienen.

Verdaas zijn boek opent: Het recht bestaat niet om zijns zelfs wil; het heeft de mens in zijn handel en wandel te dienen. PROBLEMEN ROND STILLE VERPANDING VAN VORDERINGEN. Beschouwingen naar aanleiding van: A.J. Verdaas, Stil pandrecht op vorderingen op naam (diss. Nijmegen 2008), Serie Onderneming en Recht deel 43, Deventer:

Nadere informatie

VSO-cursus. Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Johan Jol Oktober 2009

VSO-cursus. Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Johan Jol Oktober 2009 VSO-cursus Insolventierecht Voortgezet: Separatisten Johan Jol Oktober 2009 Bank en faillissement: Inleiding Separatist Rol curator en ontwikkelingen Faillissement en de crediteuren Separatist Specifieke

Nadere informatie

Wetsvoorstel beperking gemeenschap en wijziging Faillissementswet: een rekenkundige uitwerking van het oude en nieuwe verhaal

Wetsvoorstel beperking gemeenschap en wijziging Faillissementswet: een rekenkundige uitwerking van het oude en nieuwe verhaal Wetsvoorstel beperking gemeenschap en wijziging Faillissementswet: een rekenkundige uitwerking van het oude en nieuwe verhaal Mr J. Floris 1 Hoewel het "oude" regime van de vermogensrechtelijke onderlinge

Nadere informatie

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW 2. CJB B.V. 3. L.G.W. BEHEER B.V. Datum uitspraak : 1-3. 11 februari 2014

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW 2. CJB B.V. 3. L.G.W. BEHEER B.V. Datum uitspraak : 1-3. 11 februari 2014 OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW Nummer : 2 Datum : 30 juni 2014 Gegevens ondernemingen : 1. BMB B.V. 2. CJB B.V. 3. L.G.W. BEHEER B.V. Faillissementsnummers : 1. C/14/14/42 F 2. C/14/14/43

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 11 Datum: 10 september 2013

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 11 Datum: 10 september 2013 FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 11 Datum: 10 september 2013 Gegevens failliet : de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Walraven Groep B.V., tevens handelend onder de namen Walraven, Walraven

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/78022

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.10/16/482 NL:TZ:0000008000:F001 13-09-2016 mr. P. Beerens mr. J van Spengen Algemeen Gegevens onderneming De besloten vennootschap

Nadere informatie