Nr.: /27/A.17, IEE. Groningen, 16 juli 2001

Transcriptie

1 Statencommissie Economische Zaken (ter behandeling) en aan de leden van de Statencommissie Milieu en Waterstaat (t.k.n.) Nr.: /27/A.17, IEE. Groningen, 16 juli 2001 Behandeld door : E.W. de Vries Telefoonnummer : (050) Bijlage : Antwoord op : Onderwerp : Vervolgfase revitalisering + duurzame ontwikkeling op bestaande en nieuwe bedrijventerreinen Geachte dames en heren, Aanleiding Afgelopen weken zijn verschillende bedrijventerreinonderzoeken/-projecten die door de provincie zijn ondersteund, afgerond. Van deze onderzoeken zijn de eindrapportages ontvangen of worden zeer binnenkort toegezonden. Het betreft de volgende onderzoeken/projecten: - Bedrijventerreinmanagement Hoendiep - Adviesrapport Revitalisering Industrieterreinen Foxhol en Martenshoek - Eindrapportage 'Kansen voor duurzame ontwikkeling' (resultaten duurzaamheidsscan 15 bedrijventerreinen) - Masterplan Revitalisering Bedrijventerreinen provincie Groningen Inleiding In het najaar van 1999 zijn 2 pilotprojecten op bestaande bedrijventerreinen door de provincie financieel ondersteund. Het betreft hier de bedrijventerreinen Foxhol/Martenshoek (Fox/Mart) te Hoogezand-Sappemeer en Hoendiep te Groningen. Bij deze projecten is nader ingegaan op mogelijkheden tot verduurzaming. Meer in het algemeen zijn er twee onderzoeken naar verduurzamingsmogelijkheden op bedrijventerreinen uitgevoerd door BECO en Van Werven Advies. De eindrapportages van beide onderzoeken zijn nagenoeg afgerond. De onderzoeken van BECO en Van Werven Advies zijn vanuit verschillende invalshoeken uitgevoerd. Het eerste bureau heeft een opdracht gekregen om kansrijke ontwikkelingen op gebied van duurzame ontwikkeling op bedrijventerreinen in kaart te brengen. Hiernaast hebben wij gemeend een onderzoek te laten uitvoeren naar de revitaliseringsproblematiek op bedrijventerreinen. Beide onderzoeksopdrachten zijn in nauw onderling overleg op elkaar

2 afgestemd door de betrokken bureaus. Door inzicht te geven in elkaars resultaten is overlap voorkomen en konden bepaalde ontwikkelingen snel met elkaar in verband worden gebracht. Uit de resultaten van beide onderzoeken blijkt dan ook dat er samenhang bestaat tussen revitalisering en kansrijke duurzaamheidsontwikkelingen. Daarom is het logisch beide trajecten in de vervolgfase samen te voegen tot één vervolgaanpak (revitalisering in combinatie met duurzame ontwikkeling op bedrijventerreinen). Conclusies Bedrijventerreinmanagement Hoendiep Het bedrijventerrein Hoendiep is een bedrijventerrein waar hoofdzakelijk perifere detailhandelsvestigingen (PDV bedrijvigheid) is gevestigd (meubelboulevard). Het onderzoek bedrijventerreinmanagement is eind 2000 afgerond. Het terrein wordt nauwelijks geconfronteerd met achterstalig onderhoud of economisch verval van het bedrijventerrein. De meeste voorgenomen acties richten zich op verbetering/versterking van het detailhandel deel ('meubelboulevard') van dit bedrijventerrein. Bepaalde duurzaamheidsactiviteiten, zoals opvangen en hergebruik van hemelwater, worden in samenwerking met de aanwezige bedrijven opgezet en uitgevoerd. Aangezien dit type bedrijvigheid niet binnen de doelgroep van het provinciale ondersteuningsbeleid valt, neemt de gemeente Groningen deze activiteiten met het bedrijfsleven zelf op. Bedrijventerrein Foxhol/Martenshoek (FoxMart) Het bedrijventerrein FoxMart is een bedrijventerrein waar stuwende activiteiten zijn gevestigd (scheepswerven, recycling bedrijven, Avebe etcetera). Uit het onderzoek kan geconcludeerd worden dat er een aanzienlijk draagvlak bestaat bij het bedrijfsleven en gemeenten om revitaliseringsprojecten en activiteiten op het gebied van duurzame ontwikkeling op te zetten en eventueel uit te voeren. Zeer recentelijk is een bedrijvenvereniging FoxMart opgericht om te komen tot één of andere vorm van parkmanagement. Hieronder zal onder meer het beheer van het bedrijventerrein worden ondergebracht. Onderzoeken BECO en Van Werven en afwegingscriteria voor selectie van bedrijventerreinen Deze 2 rapporten hielden een inventarisatie in naar bedrijventereinen die het best in aanmerking kunnen komen voor revitaliserings- en verduurzamingsprojecten. BECO ging uit van de vraag welke potentiële kansen er liggen bij bedrijventerreinen op gebied van duurzame ontwikkeling. Van Werven benaderde duurzame ontwikkeling vanuit potentiële revitaliseringsplannen met daaraan gerelateerde plusopties (lees in dit geval: mogelijkheden om tot verduurzaming te komen). Wanneer beide onderzoeken naast elkaar worden gelegd ontstaat het volgende overzicht. De criteria die gehanteerd zijn om tot onderstaand voorstel te komen zijn de volgende: - de mate van veroudering van het functionele en ruimtelijke profiel; - de economische meerwaarde, die revitalisering kan bieden; - de milieutechnische meerwaarde, die behaald kan worden; - beheersaspecten: er moet voorkomen worden dat er een nieuwe situatie van verval kan ontstaan; - kosten: de te nemen maatregelen moeten in verhouding staan tot de gerealiseerde resultaten, waarbij het belangrijk is dat investeringen een daadwerkelijke toekomstwaarde hebben; - kansrijkheid van duurzame ontwikkeling; - draagvlak onder gevestigde bedrijfsleven, bij gemeenten en andere betrokkenen.

3 Gemeente Bedrijventerrein bestaand Bedrijventerrein nieuw of uit te breiden Leek Industriepark Leeksterhout-Noord Groningen Winschoterdiep Zone van Starkenborgh Hoogezand-Sappemeer Foxhol-Martenshoek Veendam Wildervanck Stadskanaal/Vlagtwedde Vleddermond/Veenstraat Groningen-Zuid Winschoten Rensel Hoogebrug III Delfzijl Koveltemp-Oosterveld Fivelpoort Hiernaast worden er nog andere bedrijventerreinen genoemd, alleen is de urgentie om te revitaliseren hier van een mindere orde, dan wel bestaat er een geringer draagvlak. Opvallend is dat bijna elk bedrijventerrein in één van de twee kernzones gelegen is. Andere bedrijventerreinen waar situaties van verval aanwezig zijn, zijn: Oldebert en Diepswal in Leek, Dideldom in Stadskanaal, De Vrijheid in Veendam en Hoogebrug in Winschoten. Al deze genoemde terreinen kennen situaties waarbij sprake is van verval en achteruitgang van het terrein. Duurzaamheids-aspecten die de grootste kansen bieden: Bedrijventerrein Duurzaamheids-aspecten Industriepark - gezamenlijk gebruik utilities en bedrijfsfuncties Winschoterdiep - combineren van vervoer van goederen en personen Zone van Starkenborgh - gezamenlijk gebruik van utilities en bedrijfsfuncties - combineren van vervoer goederen en personen Foxhol-Martenshoek - uitwisseling energie, grondstoffen en water - multimodaal transport en hoogwaardig openbaar vervoer Wildervanck - intensiever gebruik van de ruimte Vleddermond/Veenstraat - gezamenlijk gebruik van utilities en bedrijfsfuncties - combineren van vervoer goederen en personen Rensel - intensiever gebruik van de ruimte Koveltemp-Oosterveld - gezamenlijk gebruik van utilities en bedrijfsfuncties Deze aspecten worden het meest kansrijk geacht voor verduurzaming op de genoemde bedrijventerreinen. Voor genoemde aspecten bestaat ook draagvlak bij bedrijfsleven en/of gemeenten.

4 Vervolg Voorgesteld wordt in eerste instantie met de volgende gemeenten en bedrijventereinen te starten: 1. Koveltemp/Oosterveld te Delfzijl; 2. Martenshoek-Zuid te Hoogezand-Sappemeer; 3. Industriepark Leek te Leek; 4. Vleddermond te Stadskanaal; 5. Wildervank te Veendam; 6. Rensel te Winschoten; 7. Winschoterdiep e.o. te Groningen. Voortvloeiend uit de rapportage van BECO wordt naast stimulering van duurzame ontwikkeling op bestaande terreinen ook geadviseerd op de volgende nieuwe terreinen deze ontwikkeling in gang te zetten. Daarom wordt voorgesteld de volgende nieuwe bedrijventerreinen ook toe te voegen: Leeksterhout-Noord te Leek; Hoogebrug III te Winschoten en Fivelpoort te Delfzijl/Appingedam. Activiteiten Om te komen tot concrete projectvoorstellen moeten onder andere de volgende activiteiten worden ondernomen: ondersteunen van haalbaarheidsstudies voor wat betreft verduurzamingsaspecten (o.b.v. de richtingen die zijn aangegeven door Van Werven en BECO); opstellen van gedetailleerde en concrete uitvoeringsplannen (inclusief begrotings-/ financieringsvoorstel); vormgeven van beheer in de toekomst en/of parkmanagement; uitvoering geven aan het streven naar intensiever ruimtegebruik; ICT-ontsluiting/-ontwikkelingen op bedrijventerrein; Resultaat moet zijn: concrete uitwerkings-/uitvoeringsplannen incl. begrotings- en financieringsvoorstel welke Kompasrijp zijn Uitvoering In samenwerking met betrokken gemeenten (advies)bureau's selecteren voor opstellen van uitwerkingsplannen; Voor uitwerking 'parkmanagement'-concept(en) kunnen dezelfde bureau's worden geselecteerd dan wel bureau's die zich meer op de 'organisatorische' kant richten; Uitvoering van duurzaamheidsonderzoeken bij voorkeur beleggen bij technische/gespecialiseerde ingenieursbureau's. Ten behoeve van uitvoering kan de voorgestelde methodiek van KNN/Iwaco 1 ter beschikking worden gesteld. Voor haalbaarheidsonderzoeken met betrekking tot duurzame ontwikkeling en opzetten vormen van parkmanagement op nieuwe bedrijventerreinen wordt voorgesteld deze te ondersteunen vanuit het MERA-budget en/of het krediet versterking economische structuur/verbetering productiestructuur. Voor ondersteunende activiteiten (bijvoorbeeld communicatie, organisatie etcetera) gebruik maken van het uitvoeringsbureau van Duurzaam Groningen. Binnen het project Duurzaam Groningen is immers bij de opzet rekening gehouden met een deelproject 'duurzame bedrijventerreinen'. 1 de methodiek betreft een handreiking gericht op het verkrijgen van draagvlak ten aanzien van ontwikkelingen op bedrijventerreinen tussen verschillende partijen. Het instrument kan gebruikt worden om draagvlak bij gemeenten en bedrijven te verkrijgen.

5 Kosten voor vervolgfase Geadviseerd wordt de vervolgfase vooralsnog te beperken tot eerdergenoemde 7 bedrijventerreinen. De kosten per terrein worden ingeschat op ca. ƒ per terrein. Hiermee komen de totale kosten van het vervolgtraject Masterplan revitalisering op ƒ De totale kosten met betrekking tot haalbaarheidsonderzoeken op nieuwe bedrijventerreinen worden ingeschat op circa ƒ per terrein. Hierdoor komen de totale kosten voor nieuwe bedrijventerreinen op ƒ Aangezien bij dergelijke terreinen het bedrijfsleven nog niet actief is betrokken wordt voorgesteld de kosten gezamenlijk met gemeenten te delen. Financiering vervolgfase Voor de financiering van het opstellen van de 7 revitaliseringsplannen wordt het volgende financieringsplan voorgesteld: Provincie ƒ (22,4%) Voorgesteld in kader van VJN Duurzaam Groningen ƒ ( 8,2%) Aanvragen als co-financiering Gemeenten ƒ (30,6%) Aanvragen als co-financiering Bedrijven ƒ (10,2%) Idem Novem (regeling duurzame bedrijventerreinen) ƒ (28,6%) Aanvragen bij NOVEM Totaal ƒ Voor haalbaarheidsonderzoeken met betrekking tot duurzame ontwikkeling/opzetten parkmanagement op 3 nieuw te ontwikkelen bedrijventerreinen wordt het volgende voorgesteld: Provincie ƒ (50%) Uit MERA-budget en/of krediet versterking economische structuur/ verbetering productiestructuur Gemeenten ƒ (50%) Co-financiering Totaal ƒ Uitvoering vervolgfase revitalisering De vervolgfase zal worden uitgevoerd vanaf het najaar 2001 tot ultimo Op dit moment is nog onduidelijk in hoeverre gemeenten bereid zijn om een dergelijke financiële bijdrage te leveren. Voordat het project in uitvoering wordt genomen zal hier meer zicht op zijn. Om in aanmerking te komen voor subsidie van de NOVEM zal binnenkort overleg met de NOVEM plaatsvinden en zal een aanvraag worden ingediend. Over de voortgang van de vervolgfase zal u op de hoogte worden gehouden. Indien u nadere informatie over de verschillende onderzoeken wilt hebben, kunt u deze vinden in de statenkast waar ze ter inzage liggen. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten der provincie Groningen:, voorzitter., griffier.