O N T H E F F I N G nr : Wild zwijn Gecoördineerd beheer leefgebieden

Transcriptie

1 GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE LIMBURG Naar aanleiding van het verzoek van de Stichting Faunabeheereenheid Limburg, ontvangen op 8 februari 2019 en aangevuld op 20 mei 2019, verlenen hierbij aan: Stichting Faunabeheereenheid (FBE) Limburg Postbus AZ ROERMOND tel.: info@fbelimburg.nl O N T H E F F I N G nr : Wild zwijn Gecoördineerd beheer leefgebieden Van de verbodsbepalingen genoemd in: - artikel 3.10, lid 1 a en b, Wet natuurbescherming, - artikel 3.24, tweede lid, Wet natuurbescherming, Van de krachtens artikel 3.26, tweede lid, Wet natuurbescherming gestelde regels. Voor zover betrekking hebbende op het opzettelijk beschadigen of vernielen van vaste voortplantingsplaatsen of rustplaatsen en/of het opzettelijk doden of vangen van Wilde zwijnen (Sus scrofa) met behulp van kogelgeweer, (niet-) stationair kunstlicht en nachtzichtapparatuur en geluiddemper, ter voorkoming en bestrijding van belangrijke schade aan gewassen, openbare veiligheid, bij ontbreken van andere bevredigende oplossingen. Deze ontheffing is geldig in de provincie Limburg in de leefgebieden de Meinweg, Meerlerbroek of andere, door Gedeputeerde Staten aan te wijzen leefgebieden voor Wilde zwijnen, gedurende de periode 5 november 2015 tot en met 5 juli Pagina 1 van 6

2 Middels wijziging van de ontheffing worden de volgende middelen toegestaan: gladloopkogel patronen afgeschoten met een wapen met gladde loop met een kaliber van ten minste 24 en ten hoogste 12 (Brenneke-patronen) voor het doden van Wilde zwijnen tot een maximale afstand van 40 meter en het gebruik van het geweer met een getrokken loop met een nominaal kaliber van ten minste.22 inch of 5.58 millimeter waarvan de trefenergie ten minste 980 Joule op 100 meter afstand van de loopmond bedraagt voor het doden van Wilde zwijnen tot een lichaamsgewicht van maximaal 35 kg., binnen de provinciale grenzen van provincie Limburg. Ook is de ontheffing vanaf heden 24/7 inzetbaar (ook overdag op zon- en feestdagen) en zijn de voorwaarden rondom het gebruik van lokvoeder aangepast. Er wordt slechts ontheven van de verbodsbepalingen voor zover wordt voldaan aan de voorschriften. Aan deze ontheffing zijn de volgende voorschriften verbonden: Algemeen 1. De ontheffing kan in zijn geheel dan wel in gedeelten worden doorgeschreven voor wat betreft de middelen en de tijden van inzet. In de toestemming tot ontheffing gebruik dient duidelijk vermeld te worden wat is toegestaan. 2. Het doden van Wilde zwijnen geschiedt met een kogelgeweer, met inachtneming van de in het Besluit natuurbescherming, artikel 3.15 lid 1 sub b, voorgeschreven specificaties (geweren met ten minste één getrokken loop en kogelpatronen van een kaliber van ten minste 6,5 millimeter voor getrokken loop waarvan de trefenergie ten minste Joule op 100 meter afstand van de loopmond bedraagt). Het kogelgeweer mag voorzien zijn van een laserpointer. Het gebruik van gladloopkogel patronen (Brenneke patronen) in combinatie met een geweer met gladde loop is aanvullend toegestaan voor afschot van Wilde zwijnen tot een maximale afstand van 40 meter. Het gebruik van een geweer met een getrokken loop met een nominaal kaliber van ten minste.22 inch of 5,58 millimeter waarvan de trefenergie ten minste 980 Joule op 100 meter afstand van de loopmond bedraagt is aanvullend toegestaan voor het doden van Wilde zwijnen tot een lichaamsgewicht van maximaal 35 kg. Pagina 2 van 6

3 3. Het aantal op basis van deze ontheffing te doden dieren en de verdeling over leeftijdsklassen en geslacht is bepaald in een door de FBE Limburg opgesteld regulatieplan en gebaseerd op een doelstand. 4. Van deze ontheffing mag enkel gebruik worden gemaakt van 1 augustus t/m 1 januari gedurende het gehele etmaal. Buiten deze reguliere afschotperiode mogen zieke, gewonde en kreupele Wilde zwijnen, of Wilde zwijnen die een acuut gevaar voor de verkeersveiligheid vormen worden opgespoord en gedood, ook op zon- en feestdagen, al dan niet met het gebruik van kunstlicht of nachtzichtapparatuur. Deze dieren dienen in mindering te worden gebracht op de planmatig te doden aantallen. Indien het behalen van de doelstand uit voorschrift 3 in gevaar komt omdat blijkt dat de voorjaarstelling een te grote onderschatting was van de lopende het seizoen werkelijk waargenomen stand inclusief aanwas, dan bestaat de mogelijkheid om de afschotperiode te verlengen (maximaal 2 maanden), en/of het opvolgende jaar de afschotperiode te vervroegen (maximaal 1 maand). Gedeputeerde Staten dient van dergelijke verlengingen in kennis te worden gesteld. 5. Wanneer er Wilde zwijnen worden gedood op gronden grenzend aan een door Gedeputeerde Staten aangewezen leefgebied, waarvan reden is om aan te nemen dat deze dieren uit het leefgebied komen (en daar bij de telling zijn meegenomen), dienen deze aantallen te worden verdisconteerd in het nog te realiseren afschot in het leefgebied conform bovengenoemd regulatieplan. Dit geldt ook voor eventuele verkeersslachtoffers in de nabijheid van het leefgebied. 6. Het gebruik van lokvoer dient zich te beperken tot maximaal 0,5 kg. per afschotplek per dag met een maximum van 175 kg. per 100 ha. per jaar. Lokvoer mag enkel plantaardige producten bevatten. Aanvullend is het gebruik van commercieel verkrijgbare varkensbrok ook toegestaan. Bijvoeren ter bevordering van de stand van de populatie is op basis van artikel 3.32, lid 1, Wnb niet toegestaan. Naast lokvoer is, na toestemming van de grondgebruiker, alleen het gebruik van holzteer toegestaan als lokmiddel. 7. Van deze ontheffing mag jaarrond gebruik worden gemaakt gedurende het gehele etmaal, ook op zon- en feestdagen. 8. Van deze ontheffing mag gebruik worden gemaakt gedurende de nachtelijke uren (tussen zonsondergang en zonsopkomst) van zon- en feestdagen. Pagina 3 van 6

4 9. Bij het stationair gebruik van de ontheffing (vanaf een hoogzit, vanaf of vanuit een voertuig (mits niet rijdende) of vanaf een zitlocatie op de grond) mag tussen zonsondergang en zonsopkomst ondersteunend gebruik worden gemaakt van kunstlicht en nachtzichtapparatuur, al dan niet gemonteerd op het geweer. 10. Aanvullend aan het gebruik van het geweer mag ook ondersteunend gebruik worden gemaakt van een geluiddemper. Hierbij geldt de voorwaarde dat de ontheffing voor het mogen gebruiken van een demper slechts mag worden ingezet wanneer de betreffende gebruiker beschikt over een schriftelijke toestemming van het Ministerie van Veiligheid en Justitie voor het onder zich hebben en gebruiken van een geluidsdemper. 11. Tussen zonsondergang en zonsopkomst mag aanvullend ook ondersteunend gebruik worden gemaakt van niet-stationair kunstlicht (bv vanaf een rijdende auto). Hierbij geldt de voorwaarde dat op enig moment niet meer dan één (groep) jachtaktehouder(s) per hectare werkgebied van een WBE in Noord- en Midden-Limburg, en per hectare in Zuid-Limburg met kunstlicht in een Wildbeheereenheid actief is. Toestemminghouders dienen hiervoor onderling afspraken te maken. Telkenmale op de dag waarop na één uur na zonsondergang van niet-stationair kunstlicht gebruik wordt gemaakt, dient door de toestemminghouder minimaal 1 uur vóór aanvang melding te worden gedaan bij de Meldkamer van de Politie ( ) waarbij de volgende kenmerken van de actie vermeld worden: tijd en plaats, omschrijving van de te gebruiken auto (kenteken, kleur, merk, type) en het aantal personen dat bij de actie aanwezig zal zijn. Overige 12. Van deze ontheffing mag uitsluitend gebruik worden gemaakt door uitvoerders die in het bezit zijn van een specifieke, op naam gestelde, schriftelijke toestemming van de ontheffinghouder, al dan niet verstrekt door tussenkomst van een Wildbeheereenheid. Voorts dient een gewaarmerkt afschrift van de onderhavige ontheffing te zijn bijgevoegd. Dit gebruik van de ontheffing middels toestemming dient te geschieden met inachtneming van de voorwaarden en beperkingen genoemd in deze ontheffing en in de toestemming tot ontheffing gebruik c.q. het getekende afschrift ervan. Aan het geven van een toestemming tot ontheffing gebruik mogen door de ontheffinghouder, of betrokken Wildbeheereenheid, enkel eisen dienend aan het doel van de ontheffing worden gesteld. Het in rekening brengen van administratiekosten, behandelingskosten of andere kosten door FBE Limburg of door eventueel tussenkomende Wildbeheereenheid aan toestemminghouders is niet toegestaan. De uitvoerders die in het bezit zijn van een toestemming tot gebruik van ontheffing kunnen zich, bij het verrichten van de Pagina 4 van 6

5 handelingen waarvoor de toestemming, bij het verrichten van de handelingen waarvoor de ontheffing is afgegeven, laten bijstaan door andere uitvoerders die zich in de onmiddellijke nabijheid (binnen het jachtveld) bevinden. 13. Het doorgeven van de toestemming aan andere uitvoerders zonder dat de toestemminghouder zelf aanwezig is in het jachtveld kan enkel wanneer alle betrokken uitvoerders in het bezit zijn van een afschrift van de gebruikte ontheffing en een schriftelijke, door de toestemminghouder ondertekende en op naam gestelde verklaring, waarin de toestemminghouder de betrokken uitvoerder toestemming verleent om van de doorgeschreven ontheffing gebruik te maken. Van deze verklaring dient, voordat hiervan gebruik wordt gemaakt, een afschrift te worden verzonden naar de persoon of organisatie van wie de toestemminghouder de toestemming heeft gekregen. 14. Geschoten en dood gevonden Wilde zwijnen dienen ter keuring en/of bemonstering te worden getoond aan de provinciale zwartwildcoördinator of diens vervanger. Hierbij dienen de volgende organen voor een visuele keuring aanwezig te zijn: longen, lever, nieren en milt. Hiertoe dient de provinciale zwartwildcoördinator of diens vervanger binnen 8 uur van het bemachtigen van een wild zwijn in kennis te worden gesteld, waarna binnen 24 uur de keuring plaatsvindt. De toestemminghouder is verplicht aan het genoemde onderzoek medewerking te verlenen. Wanneer er op basis van de keuring, naar het oordeel van de provinciale zwartwildcoördinator, sprake is dat het dier mogelijk niet voor menselijke consumptie geschikt is, dan wordt het dier door de provinciale zwartwildcoördinator in bewaring genomen tot de uitslag van nader onderzoek bekend is. 15. De toestemminghouder verleent medewerking aan eventueel gedurende de ontheffingsperiode te starten veterinaire of wetenschappelijke onderzoeken en levert indien gevraagd actief een bijdrage aan het verzamelen van gedode dieren, monstername en gegevensverzameling. 16. De tussenkomende Wildbeheereenheid of uitvoerder voert een nauwgezette administratie van de gegeven toestemming, welke op eerste vordering ter inzage wordt gegeven aan daartoe bevoegde personen. 17. Ten behoeve van de verplichte rapportage van de FBE Limburg aan de Provincie Limburg dient de ontheffinggebruiker aan de FBE Limburg te rapporteren volgens de regels die zij hiervoor heeft opgesteld in de toestemming. In beginsel geschiedt dit door tussenkomst van de zwartwildcoördinator. Pagina 5 van 6

6 18. Het gebruik van deze gebruikersontheffing kan geheel of gedeeltelijk worden opgeschort wegens bijzondere weersomstandigheden. 19. De gebruikersontheffing kan te allen tijde worden geschorst, ingetrokken of gewijzigd en moet op eerste vordering aan ambtenaren van Politie, NVWA, de Provincie Limburg of door de minister van Veiligheid en Justitie aangewezen opsporingsambtenaren ter inzage worden gegeven. 20. Indien blijkt dat van deze ontheffing gebruik wordt gemaakt in strijd met het gestelde in de ontheffing of de toestemming, wordt hiervan door de FBE Limburg melding gemaakt bij de Provincie Limburg en kan de gebruikersontheffing onverwijld worden ingetrokken door de FBE Limburg. Behoort bij besluit van Gedeputeerde Staten d.d maart 2016 gewijzigd voorschrift 4. mei 2019 ontheffing ambtshalve omgezet naar relevante artikelen Wet natuurbescherming 2017, voorschrift 2 gewijzigd, voorschrift 6 gewijzigd, voorschrift 7 gewijzigd waarmee voorschrift 8 is vervallen, voorschrift 10 gewijzigd. Plaats: Maastricht Datum: Gedeputeerde Staten van Limburg namens deze, Ing. C.M.P. Salomons Clustermanager Natuur en Water Pagina 6 van 6