provinci renthe r (o592) 36 tj tt r (o592) 36 t7 t7 A. Flora- en Faunawet (FFW) ,l,ht,l,t l,l,lttttttrt,trhr,l

Transcriptie

1 Prooinciehuis lùøesterbrink r, Assen Postad.res Postbus r22, 94oo Ac Assen ww-w.drenthe.nl r (o592) 36 tj tt r (o592) 36 t7 t7 provinci renthe Aan: de heer R. Bussemaker Coevorderstraatweg PP GEESBRUG,l,ht,l,t l,l,lttttttrt,trhr,l Assen, 2 maart2015 Ons kenmerk 9lyTH Behandeld door mevrouw H.J. Vrugteman (0592) Onderwerp: Aanvraag ontheffing artikel 68 van de FF-wet voor het bestrijden van spreeuwen; aanvraagnum mer FF201 5-O1 4 Geachte heer Bussemaker, Naar aanleiding van uw aanvraag d.d. 16 februari 2015 (ons kenmerk ) ontvangt u hierbij ons besluit op grond van artikel 68 van de Flora- en Faunawet (FFw) voor het doden van spreeuwen met behulp van het geweer ter voorkoming van belangrijke schade aan blauwe bessen. Uw aanvraag staat geregistreerd onder nummer FFl / Wij hebben besloten u een ontheffing te verlenen voor de periode van 1 april 2015 tot en met 30 september U geeft aan dat u voldoende preventieve maatregelen, in de vorm van visuele en akoestische middelen, heeft getroffen om de spreeuw te weren. Het is ons gebleken dat de maatregelen niet afdoende zijn en dat het niet uitgesloten is dat zich schade zal voordoen. ln verband met de op uw aanvraag te nemen beslissing hebben wij het onderstaande overwogen. A. Flora- en Faunawet (FFW) De spreeuw is een van nature op het Europese grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie voorkomende diersoort. lngevolge artikel 4, eerste lid, onder b, van de FFW wordt deze soort aangemerkt als beschermde inheemse diersoort. lngevolge artikel 9 van de FFW is het verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop, op te sporen. lngevolge artikel 10 van de FFW is het verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, opzettelijk te verontrusten.

2 2 lngevolge artikel 68, eerste lid, aanhef, onder c, van de FFW kunnen wij, wanneer er geen andere bevredigende oplossíng bestaat en indien geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort, voor zover niet bij of krachtens enig ander artikel van deze wet vrijstelling kan worden verleend, ten aanzien van beschermde inheemse diersoorten, het Faunafonds gehoord, ontheffing verlenen van het bepaalde bijof krachtens de artikelen 9 tot en met 18 en72, vijfde lid, ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige visserij en wateren. lngevolge artikel 68, zesde lid, van de FFW kan een ontheffing als bedoeld in artikel63, eerste lid, worden verleend aan anderen dan een FBE, indien de noodzaak ontbreekt voor een Faunabeheerplan gelet op de soort dan wel de aard of omvang van de te verrichten handelingen. Tot nu toe is er sprake is van zeer lokaal optredende (dreigende) schade door spreeuwen aan percelen met blauwe bessen. Het voorkomen en bestrijden van deze schade, enkel op de percelen waar de blauwe bessen worden geteeld, wordt door de provincie als een handeling van zeer geringe omvang beoordeeld. B. Advies Faunafonds Reeds in 2013 heeft het Faunafonds positief geadviseerd op ontheffingen met betrekking tot spreeuwen op percelen blauwe bes. Dit advies is nog steeds actueel aangezien feiten en omstandigheden niet zijn gewijzigd. C. Ons besluit ten aanzien van de ontheffing Gelet op het gestelde in uw verzoek constateren wij dat de preventieve maatregelen die u getroffen heeft, niet voldoende zijn om de schade te voorkomen of te bestrijden. Wij concluderen dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat dan, ter ondersteuning van de eerder genomen preventieve maatregelen, het toestaan van afschot van enkele (maximaal 25) exemplaren voor de periode van I april 2015 tot en met 30 september Met het doden van een beperkt aantal (maximaal 25) exemplaren van deze soort wordt geen afbreuk gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van deze soort. Gelet op het gestelde in uw aanvraag besluiten wij thans aan u een ontheffing te verlenen voor het doden van spreeuwen, uitsluitend op de percelen zoals gearceerd aangeduid op het door u verstrekte topografische kaartje, dat als bijlage onlosmakelijk verbonden is aan dit besluit. Geldigheidsduur ontheffing, tenaamstelling en verdere voorwaarden Dit besluit treedt in werking op 1 april 2015 en is geldig tot en met 30 september 2015 De ontheffing heeft betrekking op het doden van spreeuwen in genoemde periode. Wij hebben de ontheffing op uw naam gesteld, te weten R.G. Bussemaker. U bent daarmee dus de houder van de ontheffing. Wijwijzen u nadrukkelijk op relevante wettelijke bepalingen, zoals de verboden die zijn vastgelegd in artikel 74 van de FFW en de gebruiksregels van het Besluit beheer en schadebestrijding dieren die in acht moeten worden genomen. lndíen u in strijd met de aandeze ontheffing verbonden voorschriften handelt, kunnen wij besluiten voorschriften te wijzigen of de ontheffing in te trekken.

3 3 D. Ons besluit ten aanzien van de ontheffing U draagt als grondgebruiker in uw aanvraag voor een ontheffing jachtaktehouders/valkeniers voor die gebruik mogen maken van de ontheffing. ln de voorschriften zijn hierover nadere regels gesteld. Zie daartoe bijlage 1, horend bij dit besluit. Dit besluit heeft enkel betrekking op het doden van spreeuwen door de in de aanvraag voor ontheffing vermelde personen, met behulp van geweer en/of jachtvogel vanaf 1 april2015 tot en met 30 september 2015, tussen zonsopkomst en zonsondergang ter plaatse van de percelen, zoals aangegeven op het bij dit besluit behorende gewaarm erkte topografische kaartje. E. Voorschriften Deze staan opgesomd in bijlage 1, horend bijdit besluit. Wij adviseren zowel u als houder van de ontheffing als genoemde jachthouder(s) deze voorwaarden zorgvuldig door te nemen, omdat overtreding hiervan strafrechtelijke gevolgen kan hebben of kan leiden tot intrekking van het besluit. F. Ontvangers afschriften en toezichthouders Op verzoek wordt ter kennisname een afschrift van dit besluit toegezonden aan Stichting Faunabescherming te Amstelveen. Daarnaast krijgen de minister van EZ, het Faunafonds en de Faunabeheereenheid een afschrift van dit besluit. De toezichthouders van de provincie Drenthe zijn belast met de handhaving van en toezicht op de naleving van de voorschriften van dit besluit. Mocht u nog vragen hebben over dit besluit dan verzoeken wij u contact op te nemen met de heer A. Dreijer, telefoonnummer (0592) of per a.dreijer@drenthe. nl. G. Bekendmaking en rechtsmiddelen Gelet op artikel 68, zevende lid, van de FFW, zullen wij dit besluit zo mogelijk op 3 maart 2015 bekendmaken in de Staatscourant en in uw huis-aan-huisblad. lndien u het niet met dit besluit eens bent, kunt u binnen zes weken na de dag van verzending van deze beschikking een bezwaar indienen bij het college van gedeputeerde staten van Drenthe (zie bijlage onder A.) Hoogachtend, gedeputeerde staten van Drenthe, namens n, m Team oertman, ngverlening, Toezicht en Handhaving Bi

4 BIJLAGE I Voorschriften behorende bij ontheffing FFW voo het doden van spreeuwen op grond van artikel 68 van de FFW 1. PREVENTIEVE MAATREGELEN Het geweer kan alleen worden ingezet ter ondersteuning van preventieve maatregelen ter bestrijding van schade aan blauwe bessen op het betreffende perceel. 2. Deze ontheffing FFW treedt in werking op 1 april 2015 en is geldig tot en met 30 september Dit besluit heeft enkel betrekking op het doden van (maxim aal 25) spreeuwen door de in de aanvraag voor ontheffing genoemde personen al dan niet vergezeld van gastjage(s), met behulp van geweer gedurende genoemde periode, tussen zonsopkomst en zonsondergang ter plaatse van de schadepercelen, zoals aangegeven op het bij dit besluit behorende gewaarmerkte topografìsche kaartje. 4. De jachthouder is verplicht een kopie van dit besluit bij zich te dragen, alsmede zijn jachtakte. Deze documenten moeten op eerste vordering van de daartoe bevoegde ambtenaren onmiddellijk ter inzage worden gegeven. 5, Vereiste preventieve maatregelen - Gedurende de looptijd van de machtiging voor het doden van spreeuwen dienen tenminste twee verschillende preventieve middelen (verjaagmiddelen) op de percelen met gewassen aanwezig te zijn. Maatregelen ter voorkoming en beperking van schade zijn vermeld in het handboek Faunaschade van het Faunafonds. Voorbeelden: - vlaggen (minimaal formaat kunstmest- of vuilniszak), vogelverschrikkers, stokken met folie: minimaal 4 per hectare. - linten (minimaal I meter lang): minimaal 10 linten per hectare. - akoestische afweermiddelen: minimaal op elke 5 hectare een kanon of knalapparaat. - over de teelten gespannen netten. 6. Bij de handelingen in het kader van dit besluit moeten de ingevolge de FFW geldende verboden (artikelen 53, met uitzondering van lid c en 74) en de bepalingen, zoals vastgelegd in het Jachtbesluit en het Besluit beheer en schadebestrijding dieren strikt in acht worden genomen. ln artikel 7 van het Besluit beheer en schadebestrijding dieren staan bijvoorbeeld de eisen opgesomd waaraan geweren moeten voldoen. 7. Het gebruik van lokmiddelen is niet toegestaan 8. Handelingen in het kader van dit besluit mogen niet geschieden op zon- en feestdagen. 9. Gedode spreeuwen mogen voor handelsdoeleinden worden gebruikt en moeten, ter voorkoming van verspreiding van ziekten, zo spoedig mogelijk worden opgeruimd.

5 2 10. Ringen die aan spreeuwen worden aangetroffen, moeten binnen 24 uur gezonden worden aan het NIOO-CTE Vogeltrekstation, Postbus 40,6666 ZG Heteren. 11. Binnen twee weken na de laatste actie dient er gerapporteerd te worden over het aantal gedode spreeuwen per dag op datum. De rapportage moet opgestuurd worden aan gedeputeerde staten van Drenthe, Team Natuur en Water, ter attentie van mevrouw H.J. Vrugteman, Postbus 122,9400 AC Assen, nl.