provinci renthe tl,h,ll,trl,trlrl,lrl,l,li,,ll r (o592) 36 tt tt t (o592) 36 t7 77 de heer J.G. & G.J. Seubring Assen, 20 april2015

Transcriptie

1 Provinciehøis \ùlesterbrink r, Assen Postød.res Postbus 122,94oo nc Assen r (o592) 36 tt tt t (o592) 36 t7 77 provinci renthe Aan: de heer J.G. & G.J. Seubring Brunstingerveld VJ BEILEN tl,h,ll,trl,trlrl,lrl,l,li,,ll Assen, 20 april2015 Ons kenmerk 16NïH Behandeld door de heer A. Dreijer (0592) Onderwerp: Ontheffing ex artikel 68 van de Flora- en Faunawet Geachte heer Seubring, Naar aanleiding van het veldbezoek d.d hebben wij besloten u een ontheffing te verlenen voor het opzettelijk verontrusten en het doden van 4 stuks reewild ter voorkoming van verdere schade op een perceel tulpen van 23 april 2015 tot en met 15 september De ontheffing staat geregistreerd onder nummer FEF2015l04r'.. Noodzaak ontheffing Op een perceel tulpen aan de Beilervaart te Beilen wordt schade veroorzaakt door reewild. Het reewild graaft de bollen uit de grond en eet het jonge groen op zodra dit boven de grond komt. Op diverse plaatsen op het perceel is zeer veel schade aangericht. De grondgebruiker heeft na constatering van de schade een elektrisch hek geplaats conform de richtlijnen van het Faunafonds. Het hekwerk is gecontroleerd door de toezichthouder van de afdeling VTH en uitermate degelijk bevonden. Desondanks springt het reewild nog steeds door en/of over het hekwerk op het perceel. Bij een veldcontrole d.d. 13 maart2015 op het perceel zijn op meerdere plaatsen verse reeensporen aangetroffen. De schade duurt dus voort ondanks de getroffen maatregelen. De grondgebruiker heeft de schade reeds gemeld bij het Faunafonds en deze doorgezet voor taxatie en een schadevergoeding. Hierbij heeft de grondgebruiker de af,rveging gemaakt dat de opgetreden schade in ieder geval het behandelbedrag van 300,-- en het eigen risico van 250,-- overstijgt. Hiermee zal de opgetreden schade in ieder geval boven de 550,- liggen en wordt hiermee aangemerkt als belangrijke schade.

2 2 Gronden beslissing a. Flora- en Faunawet(FFW) Het ree is een inheemse diersoort op basis van de Regeling aanwijzing dier- en plantensoorten Flora- en Faunawet. Hiermee valt het reewild onder de Flora- en Faunawet als een beschermde inheemse diersoort. Voor het verontrusten en doden van reewild kunnen gedeputeerde staten, ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, het Faunafonds gehoord, een ontheffing afgeven. De gunstige staat van instandhouding van de soort mag hierbij niet in het geding komen. Voor het doden van de reewild dienen gedeputeerde staten een ontheffing te verlenen van de volgende artikelen: - Art 9, wat betreft het doden van reewild - Art 10, verontrusten - Art 13, het in bezit hebben van het reewild - Art 15b, lid 2, het doden vanuit een vervoersmiddel - Art 72,lid 5, het doden met andere, dan bij afgemene maatregel van bestuur aangewezen middelen Toelichting per artikel; ln artikel 9 van de FFW is het verbod tot doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen van inheemse diersoorten vastgelegd. Ter voorkoming van verder schade wordt een ontheffing verleend om op het perceel van de tulpen reewíld te doden. ln artikel 10 van de FFW is een verbod tot het verontrusten vastgelegd. Naast het doden is het belangrijk dat de grondgebruiker het reewild kan verontrusten. ln artikel 13 is onder andere vastgelegd dat het in bezit hebben van een inheemse diersoort verboden is. Aangezien met het doden het reewild in bezit komt van de jachthouder is een ontheffing van het bepaalde in dit artikel noodzakelijk. ln artikel 15b, lid 2, is een verbod opgenomen dat vangen en doden vanuit een vervoermiddel verboden is. Aangezien het wellicht noodzakelijk is om het reewild vanuit een auto te doden is een ontheffing van dit verbod noodzakelijk. ln artikel 72, lid 2, is een verbod opgenomen met betrekking tot het doden met andere, dan bij algemene maatregel van bestuur aangewezen, middelen. Deze middelen zijn aangewezen in het Besluit beheer en schadebestrijding dieren (BBSB) art 5 tot en met 10. ln artikel T,lid 11, van de BBSB is opgenomen dat geweren voor het doden van reewild slechts gebruikt mogen worden als zij voldoen aan de volgende vereisten: a. op gronden waarvoor een faunabeheerplan geldt voor ten minste ha; b. met geweren met ten minste één getrokken loop, en c. met kogelpatronen voor getrokken loop waarvan de (tref)energie ten minste 980 Joule op 100 meter afstand van de loopmond bedraagt. Omdat deze voor deze ontheffing op basis van schade aan gewassen de noodzaak van een Faunabeheerplan ontbreekt wordt in afwijking van artikel 7,lid 11, sub a, het gebruik van geweren voor het doden van reewild toegestaan voor enkel het kadastrale perceel gemeente Beilen, sectie V, nummer 534.

3 3 b. Beleidscriteria Landelijk Het ree is een inheemse beschermde diersoort. Enkel indien daarvoor noodzaak bestaat is het mogelijk om de soort te beheren en indien schade wordt aangebracht dit te bestrijden. Hiervoor zijn in de Flora- en Faunawet diverse ontheffingsgronden opgenomen. Deze maken het gedeputeerde staten mogelijk om op een adequate wijze op te kunnen treden bij faunaschade. Provinciaal beleid ln het Flora en Faunabeleidspfan Drenthe is opgenomen hoe de provincie handelt ten aanzien van verstoring en het doden van beschermde dieren bij bedrijfsmatige schade. Verstoren De provincie is voornemens om in een provinciale verordening, voor alle diersoorten waarvoor de provincie wettelijk bevoegd is, vast te leggen dat het grondgebruikers, ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, is toegestaan deze opzettelijk te verontrusten op de door hem gebruikte gronden of gebruíkte opstallen. Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten hebben de bevoegdheid om voor een aantal beschermde soorten dieren een vrijstelling, aanwijzing of ontheffing te verlenen (art 65, 67, 68 Flora en Faunawet) ter voorkoming van befangrijke schade aan een aantal in de wet genoemde belangen. De provincie vindt dat grondgebruikers ruime mogelijkheden moeten hebben om bij landbouwschade ook beschermde diersoorten te mogen verjagen. Doden Met het doden van beschermde diersoorten gaat de provincie terughoudend om. De mogelijkheid om dieren te kunnen doden wordt bij voorkeur geregeld met ontheffingen of aanwijzingen. De wet en toelichting daarop geeft aan dat het doden van dieren een uitzondering is op het beschermingsregime. Aan ontheffingen en aanwijzingen is altijd een monitoring gekoppeld, zowel van de schade als van het afschot. Het provinciale beleid is t.a.v. verstoren is nog niet geïmplementeerd in een vrijstellíng grondgebruikers. Deze ontheffing voorziet daarom in de mogelijkheid om te verstoren. Het verlenen van een ontheffing om te doden sluit aan bij de provinciale beleid. Afwegingen Voor het verlenen van deze ontheffing zijn de volgende afwegingen gemaakt: - Er is en wordt door reewild belangrijke schade aangebracht aan de tulpen - De grondgebruiker heeft voldoende preventieve middelen aangebracht - De schade duurt nog steeds voort ondanks de preventieve maatregelen - Het doden van maximaal 4 stuks brengt de gunstige staat van instandhouding van de soort in Drenthe niet in gevaar. Het aantal getelde reeën in Drenthe ligt al jaren rond de stuks. Advies Faunafonds Het Faunafonds heeft in een overleg d.d.31 maart2015 positief geadviseerd op het voor opzettelijk verontrusten en het doden van 4 stuks reewild ter voorkoming van schade aan tulpenveld op het kadastrale perceel gemeente Beilen sectie V nummer 534. Hierbij heeft het Faunafonds aangegeven dat voor het weren van de reeën het wenselijk is om de middels stroomdraad niet op de schrikdraadklok maar op de aarde aan te sluiten. Hiermee krijgt een springende ree ook een schok als hij tussen de draden doorspringt.

4 4 Gezien het feit dat de schade zich blijft voordoen wordt níet gewacht op de schriftelijke bevestiging van het advies van het Faunafonds. Gonclusie Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe besluiten op basis van voorgaande afwegingen, om conform artikel 68 van de Flora- en Faunawet, een ontheffing te verlenen van: - Art 9, wat betreft het doden van reewild - Art 10, verontrusten - Art 13 het in bezit hebben van het gedood reewild - Art 15b, lid 2, het doden vanuit een vervoersmiddel - Art 72,lid 5, het doden met andere, dan bij algemene maatregel van bestuur aangewezen middelen voor het verontrusten van reewild en het doden van 4 stuks op het kadastrale perceel gemeente Beilen, sectie V nummer 534. Op verzoek is ter kennisneming een afschrift van dit besluit toegezonden aan de stichting De Faunabescherming te Amstelveen, Daarnaast krijgen de gebruikers van de ontheffing, de minister van EZ, Fauna'fonds en de FBE een afschrift van dit besluit. De toezichthouders van de provincie Drenthe zijn belast met de handhaving van en toezicht op de naleving van de voorschriften van dit besluit. Mocht u nog vragen hebben over dit besluit dan verzoeken wij u contact op te nemen met de heer A. Dreijer, telefoonnummer (0592) of per a.dreijer@drenthe. nl. Rechtsmiddelen Gelet op artikel 3.42 van de Algemene wet bestuursrecht zullen wij dit besluit zo mogelijk op 22 april2015 bekendmaken in de Staatscourant en in uw huis-aanhuisblad. lndien u het niet eens bent met dit besluit, kunt u binnen zes weken na de dag van verzending van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij gedeputeerde staten van Drenthe (zie bijlage onder A). Gedeputeerde staten van Drenthe, namens Mevr Woertman Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving

5 Voorschriften Algemene voorschriften 1. De ontheffinghouder is de J.,G.&G.J. Seubring, Brunstingerveld 20, 9411 VJ Beilen. 2. De ontheffinghouder draagt et zotg voor en is er te allen tijde verantwoordelijk voor dat het gebruik van de ontheffing overeenkomstig de ontheffingvoorschriften plaatsvindt. De ontheffinghouder dient daarom een gemachtigde jachtaktehouder nadrukkelijk te wijzen op de specifíeke voorschriften ten aanzien van het gebruik, onder andere door bij het verlenen van een machtiging steeds een kopie van deze ontheffing met voorschriften aan de gemachtigde te verstrekken. De in dit artikel genoemde verantwoordelijkheid voor de ontheffinghouder laat elke verantwoordelijkheid voor de feitelijke ontheffinggebruiker (als bedoeld in artikel 5) onverlet. De feitelijke gebruiker dient zich daarom steeds te vergewissen van de ook voor hem geldende voorschriften en verplichtingen voortvloeiend uit deze ontheffing. 3. De ontheffing is geldig op het kadastrale perceel gemeente Beilen, sectie V, nummer 534. Machtigíng en gebruik machtigíng 4. De ontheffinghouder kan een andere jachtaktehouder schriftelijk toestemming geven om van zijn ontheffing gebruik te maken. De ontheffinghouder dient dit te doen door middelvan een schriftelijke, gedateerde en ondertekende toestemming, onder vermelding van het aantal reeën, het geslacht en de periode Deze jachtaktehouder wordt dan de feítelijke gebruiker, als bedoeld in artikel 5. De ontheffinghouder zendt een afschrift van de gegeven toestemmingen onveruvijld aan de provincie Drenthe, Team Vergunningen, Toezicht en Handhaving, Postbus 122,9400 AC Assen. 5. De feitelijke gebruiker van de ontheffing is verplicht een kopie van de machtiging, de eventuele toestemming van de ontheffinghouder (zoals bedoeld in voorschrift 4), de schriftelijke toestemming van de grondgebruiker en een geldige jachtakte bij zich te hebben en deze bescheiden op eerste vordering van een daartoe bevoegde ambtenaar ter inzage af te geven. 6. De ontheffinghouder dient binnen 24 uur het gepleegde afschot te melden het Fau naregistratiesysteem ( FRS). 7. Op eerste verzoek van gedeputeerde staten van Drenthe, Team Vergunningen, Toezicht en Handhaving van de provincie Drenthe, Postbus 122, 9400 AC Assen, dient de gebruiker van de machtiging het gepleegde afschot direct te melden op het door de toezichthouder opgegeven telefoonnummer. 8. De ontheffinghouder maakt een elektronisch verzameloverzicht van de gedode reeën en zend deze rapportages uiterlijk 15 november van het desbetreffende kalenderjaat, naat gedeputeerde staten van Drenthe,

6 2 Team Natuur en Water, t.a.v. mevrouw H. Vrugteman, Postbus 122, 9400 AC Assen, 9. Het totale aantal te doden reeën is 2 stuks vrouwelijk reewild en 2 stuks mannelíjk reewild. 10. Afschot van reegeiten alsmede -kalveren is toegestaan in de periode van 1 januaritot 15 maart daaropvolgend. Na 1 april mogen enkel geitkalveren en smalreeen geschoten worden. Afschot van reebokken is toegestaan in de periode van 1 april tot en met 15 september daaropvolgend. 11. ln afiruijking van artikel 8b is afschot jaarrond mogelijk, indien gericht op zieke en/of verm inkte dieren. 12. ln afwijking van het daarover bepaalde in het Besluit beheer en schadebestrijding dieren, is het gebruik van het geweer ook toegestaan van een uur voor zonsopkomst tot een uur na zonsondergang in het tijdvak van 1 april tot en met 31 augustus en buiten dit tijdvak van een half uur voor zonsopkomst tot een half uur na zonsondergang. Voor het afschot van reeën mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van een kogelbuks van een volgens wettelijk voorschrift toegestaan kali ber. 13. De gebruiker van de machtiging is verplicht elk gedode ree te voorzien van een loodje met een uniek registratienummer; - Voor reegeiten, nummers en en voor bokken A.2974 en De loodjes worden uitgereikt door de provincie; - het loodje moet zijn aangebracht vóórdat het gedode ree van de afschotplaats uit het veld weggehaald wordt of vervoerd wordt; - het aanbrengen van het loodje gebeurt op dusdanige wijze dat hergebruik van het loodje uitgesloten is. Overige voorschriften 14. Elke ontheffinggebruiker is verplicht desgevraagd en waar nodig mee te werken aan een monitoringsonderzoek naar besmettelijke veeziekten, dan wel ziekten die voor de mens gezondheidsrisico's kunnen geven en te handelen volgens ontheffingen daartoe door de Gezondheidsdienst voor Dieren die voor dergelijke monitoring verantwoordelijk is. 15. Deze ontheffing kan op grond van de criteria, genoemd in artikels0 van de wet (lees: Flora- en faunawet), worden ingetrokken. Een verleende ontheffing wordt onverwijld ingetrokken: - indien de ontheffing ging kennelijk ten onrechte is verleend; - indien van de ontheffíng gebruik wordt gemaakt door iemand die daartoe niet bevoegd is; - indien van de ontheffing gebruik wordt gemaakt in strijd met een wettelijk voorschrift of een aan de ontheffing verbonden voorschrift. 16. ln geval van bijzondere weersomstandigheden kan ons college het gebruik van de ontheffing tijdelijk opschorten.

7 BEKENDMAKING Onderwerp: Flora- en faunawet; verleende ontheffing Gedeputeerde Staten van Drenthe maken bekend dat zij op grond van artikel 68 van de Flora- en faunawet hebben besloten een ontheffing te verlenen aan: Dhr. Seubring voor bestrijding van 4 stuks reewild ter voorkoming van schade aan tulpen op een perceel aan Brunstingerveld te Beilen. De ontheffing is vanaf 23 april2015 tot en met 3 juni 2015 in te zien bij de provincie Drenthe, Westerbrink 1 in Assen op werkdagen van 8.30 uur tot uur. Belanghebbenden kunnen tot en met 3 juni 2015 bezwaar indienen bij Gedeputeerde Staten, Postbus 122,9400 AC Assen. Degene die op dezewijze een bea vaarschrift heeft ingebracht, kan later tegen het besluit beroep instellen.