Verder ben ik niet bevoegd om een beslissing te nemen op uw aanvraag voor de klapmuts, ringelrob en zadelrob.

Transcriptie

1 > Retouradres Postbus 19530, 2500 CM Den Haag Stichting A Seal Centrum voor Zeezoogdieren J.D. Wolters Haringvlietplein 3A 3251 LD STELLENDAM Rijksdienst voor Postbus 19530, 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T F wnb@rvo.nl Datum 30 juni 2017 Betreft Beslissing aanvraag Bijlagen 2 Geachte heer Wolters, Op 4 april 2017 heb ik uw aanvraag ontvangen voor een ontheffing voor het opvangcentrum Stichting A Seal Centrum voor Zeezoogdieren. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing. Beslissing Ik heb besloten uw aanvraag goed te keuren. Hierbij verleen ik u de ontheffing die u heeft aangevraagd van de verbodsbepalingen genoemd in: Beschermingsregime andere soorten artikel 3.10, eerste lid, onderdeel a, van de Wet natuurbescherming voor het opzettelijk doden of vangen van in het wild levende soort en genoemd in bijlage A bij deze wet. Ik verleen u deze ontheffing uitsluitend voor de volgende diersoorten: gewone zeehond ( Phoca vitulina); grijze zeehond (Halichoerus grypus). Verder ben ik niet bevoegd om een beslissing te nemen op uw aanvraag voor de klapmuts, ringelrob en zadelrob. Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 1 juli 2017 tot en met 30 juni Hieronder vindt u de redenen voor mijn besluit. Aanvraag U vraagt, namens Stichting A Seal Centrum voor Zeezoogdieren, ontheffing voor de opvang van zieke, gewonde of verweesde beschermde dieren, behorende tot de hierboven genoemde diersoorten. Deze aanvraag volgt op een ontheffing verleend onder nummer FF/75/2014/018 welke geldig is tot en met 1 juli Pagina 1 van 4

2 Rijksdienst voor Toelichting Relevante wet- en regelgeving In de bijlage kunt u de relevante wet- en regelgeving lezen. Ontheffing Uit de relevante wet- en regelgeving blijkt dat de aangevraagde ontheffing alleen kan worden verleend als: Datum 30 juni 2017 Geen andere bevredigende oplossing bestaat; De ontheffing nodig is met het oog op een aangewezen belang; Geen afbreuk gedaan wordt aan het streven de populaties van de betrokken soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan; Aan artikel 2 van de Beleidsregels kwaliteit diersoorten wordt voldaan. Stichting A Seal Centrum voor Zeezoogdieren beschikt over een vakbekwaam dierverzorger. Deze vakbekwaamheid blijkt uit een door onze minister erkend bewijs van vakbekwaamheid voor de diergroep waarmee activiteiten in de inrichting worden verricht. Verder komen de in de statuten omschreven doelstellingen van de stichting overeen met de doelstellingen die staan in artikel 2 van de bijlage bij de Beleidsregels kwaliteit opvang diersoorten (hierna: protocol). Daarnaast beschikt Stichting Zeehondencentrum Pieterburen over een register zoals in artikel 37, van het protocol staat. De werkzaamheden van Stichting A Seal Centrum voor Zeezoogdieren zijn erop gericht dieren op te vangen, te verzorgen en te revalideren, met het uiteindelijke doel de juiste structurele oplossing, uit artikel 22 van het protocol voor het dier te kiezen. Aan de gunstig staat van instandhouding wordt geen afbreuk gedaan. Een andere bevredigende oplossing bestaat niet. De handelingen zijn nodig ter voorkoming of bestrijding van onnodig lijden van zieke of gebrekkige dieren. Specifieke voorwaarde De Staatssecretaris van Economische Zaken is terughoudend met het verlenen van ontheffingen voor zeezoogdieren. Hij geeft daarmee invulling aan het vigerende beleid, waaronder de trilaterale afspraken (Duitsland, Denemarken en Nederland) neergelegd in de Leidraad opvang gewone en grijze zeehonden. Voor een juiste invulling van het vigerende beleid is het van belang dat opvangcentra samenwerken en de Leidraad opvang gewone en grijze zeehonden volgen. Ik verbind daarom naast de algemene voorwaarden, één specifieke voorwaarde aan uw ontheffing. Pagina 2 van 4

3 Einddatum ontheffing Ik kies bewust voor de einddatum 30 juni Deze datum is gelijk aan de einddatum van de ontheffing van de andere opvangcentra voor zeehonden. Dit biedt mij de mogelijkheid om samen met de ontheffinghouders het opvangnetwerk te evalueren. Rijksdienst voor Datum 30 juni 2017 Conclusie Ik verleen u ontheffing voor de opvang van de gewone zeehond en de grijze zeehond. Bezwaar Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na verzending van deze brief digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen. De datum bovenaan deze brief is de verzenddatum. Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via mijn.rvo.nl/bezwaar. Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de Rijksdienst voor, afdeling Juridische Zaken, Postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Vermeld in uw bezwaarschrift in ieder geval onze referentie, het briefkenmerk en de datum van de beslissing waartegen u bezwaar maakt. U vindt onze referentie en het briefkenmerk in de rechter kantlijn van deze brief. Meer informatie? Heeft u nog vragen, kijk dan op onze website mijn.rvo.nl. Of bel ons: (lokaal tarief). Met vriendelijke groet, De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: Marco Klaassen De teammanager Vergunningen Rijksdienst voor Pagina 3 van 4

4 Relevante wet- en regelgeving Wet natuurbescherming Artikel 3.8 Artikel 3.10 Rijksdienst voor Datum 30 juni 2017 Besluit houders van dieren Artikel 3.11 Beleidsregels kwaliteit opvang diersoorten Zie voor meer informatie mijn.rvo.nl. De volledige wettekst vindt u op Pagina 4 van 4

5 ONTHEFFING Naar aanleiding van het verzoek van de heer Wolters op 4 april 2017, namens de Stichting A Seal Centrum voor Zeezoogdieren gelet op artikel 3.8 van de Wet natuurbescherming Verleent de Staatssecretaris van Economische Zaken hierbij aan: Naam: Stichting A Seal Centrum voor Zeezoogdieren Adres: Haringvlietplein 3A Postcode en woonplaats: 3251 LD STELLENDAM Ontheffing voor het tijdvak van: 1 juli 2017 tot en met 30 juni Van de verbodsbepalingen genoemd in: Beschermingsregime andere soorten artikel 3.10, eerste lid, onderdeel a, van de Wet natuurbescherming voor het opzettelijk doden of vangen van in het wild levende soort en genoemd in bijlage A bij deze wet, verder gespecificeerd in voorwaarde 1 van deze ontheffing. De ontheffing geldt voor het Nederlandse kustgebied, inclusief de binnenwateren, vanaf het Noordzeekanaal in Noord-Holland tot aan de grens met België in de provincie Zeeland. Aan deze ontheffing zijn de volgende voorwaarden verbonden: Algemene voorwaarden 1. De ontheffing geldt uitsluitend voor de volgende diersoorten: Gewone zeehond; Grijze zeehond. 2. De ontheffing geldt uitsluitend voor dieren behorend tot een beschermde inheemse diersoort, die door ziekte, verwonding, verwezing, of door direct of indirect menselijk handelen of nalaten tijdelijk niet zelfstandig in de vrije natuur kunnen overleven, met het doel deze dieren tijdelijk op te vangen, te verzorgen en te revalideren. Deze opvang is gericht op een zo spoedig mogelijke terugkeer van de dieren naar de natuur. 3. Stichting A Seal Centrum voor Zeezoogdieren (hierna te noemen: de ontheffinghouder) blijft te allen tijde verantwoordelijk voor de strikte naleving van de voorwaarden van deze ontheffing. Ook voor de uitvoering, bekostiging en het beheer van deze maatregelen blijft de ontheffinghouder primair verantwoordelijk en aansprakelijk. 4. De ontheffinghouder volgt alle door of namens de Staatssecretaris van Economische Zaken verstrekte of nog te verstrekken aanwijzingen in verband met de uitvoering van deze ontheffing nauwkeurig op. 5. De ontheffinghouder handelt overeenkomstig het protocol dat is opgenomen in de bijlage bij de Beleidsregels kwaliteit opvang diersoorten (hierna: het protocol). 1

6 6. Van deze ontheffing mag uitsluitend gebruik gemaakt worden door medewerkers genoemd in paragraaf 6 van het protocol. 7. Een kopie van de ontheffing is te allen tijde op de bovengenoemde locatie aanwezig. 8. Bij het verrichten van de in deze ontheffing genoemde handelingen buiten de genoemde locaties, draagt de gebruiker van de ontheffing een kopie van de ontheffing bij zich. De gebruiker van de ontheffing dient de kopie van de ontheffing op eerste vordering te tonen aan een bevoegd toezichthouder of opsporingsambtenaar. 9. De ontheffinghouder houdt een register bij zoals omschreven in paragraaf 8 van het protocol. 10. De ontheffinghouder rapporteert jaarlijks vóór 1 februari aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland over de in het voorgaande jaar opgevangen dieren. In deze rapportage zijn voor deze dieren in ieder geval de volgende gegevens uit het register te opgenomen: diersoort; (indien bekend) de vindplaats van het dier; datum van binnenkomst; reden van aanbieden; de definitief gekozen structurele oplossing voor het dier. 11. Indien het opvangcentrum te maken krijgt met een onvoorziene situatie waardoor het opvangcentrum zich gedwongen ziet van de voorschriften van het protocol af te wijken, stelt de ontheffinghouder onverwijld Rijksdienst voor daarvan schriftelijk op de hoogte. 12. Deze ontheffing kan bij het niet of niet voldoende naleven van de voorwaarden worden ingetrokken. 13. Aanspreekpunt in het kader van deze ontheffing en de daaruit voortvloeiende voorwaarden is Rijksdienst voor, Postbus 19530, 2500 CM Den Haag. Specifieke voorwaarde 14. De ontheffinghouder volgt het vigerende beleid van de Staatssecretaris van Economische Zaken, waaronder de trilaterale afspraken neergelegd in de Leidraad opvang gewone en grijze zeehonden. Den Haag, 30 juni De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: Marco Klaassen De teammanager Vergunningen Rijksdienst voor 2