Weigering ontheffing Wet natuurbescherming. artikel 3.10, eerste lid, onder a, Wnb

Transcriptie

1 Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Weigering ontheffing Wet natuurbescherming Wegens ontbreken ontheffingplicht artikel 3.10, eerste lid, onder a, Wnb Egelopvang Peel en Maasstreek Zaaknummer: Kenmerk: 2017/ d.d. 14 augustus 2017 Verzonden: 15 augustus 2017

2 INHOUDSOPGAVE 1 Besluit Afschriften Rechtsbescherming Procedure Aanvraag Bevoegd gezag Voorbereidingsprocedure Overwegingen Beschermingsregime Andere soorten ( 3.3 Wnb) Beleidsregels kwaliteit opvang diersoorten Omschrijving aanvraag Oordeel Conclusie Eekhoorn, egel, konijn en haas - artikel 3.10, eerste lid, onder a, Wnb Ten overvloede Zorgplicht

3 1 Besluit Gedeputeerde Staten van Limburg hebben op 7 april 2017, aangevuld op 13 juni 2017, een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 3.10 Wet natuurbescherming (Wnb) ontvangen van Stichting egelopvang Peel en Maasstreek (ook genoemd: Stichting Egelsenco). De aanvraag betreft het opzettelijk vangen, ophalen en tijdelijk opvangen van gewonde, zieke en hulpbehoevende eekhoorns (Sciurus vulgaris), egels (Erinaceus europeus), wilde konijnen (Oryctolagus cuniculus) en hazen (Lepus europeus). De aanvraag is geregistreerd onder zaaknummer Gedeputeerde Staten van Limburg besluiten, gelet op artikel 3.10 Wnb en gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in dit besluit: 1. dat het verzoek van Stichting egelopvang Peel en Maasstreek (ook genoemd: Stichting Egelsenco) om ontheffing van het verbod op het opzettelijk vangen van de eekhoorn (Sciurus vulgaris), egel (Erinaceus europeus), konijn (Oryctolagus cuniculus) en haas (Lepus europeus) wordt afgewezen. 2. dat uit de in de aanvraag beschreven activiteiten (7 april 2017, ref. 2017/25443) en de hierbij horende aanvullende stukken (12 juni 2017, ref. 2017/42370) volgt dat de verbodsbepaling in artikel 3.10, eerste lid, onder a, Wnb niet wordt overtreden; 3. dat de aanvraag en de bijbehorende stukken ontvangen op 7 april 2017, aangevuld op 13 juni 2017, deel uitmaken van dit besluit, behoudens en voor zover daarvan bij dit besluit niet wordt afgeweken. Gedeputeerde Staten van Limburg namens dezen, drs. M.G.P.I. Arts Kwartiermaker Vergunningen Toezicht en Handhaving (VTH) 3

4 1.1 Afschriften Dit besluit is verzonden aan: Stichting Egelsenco, Kockerseweg 81, 5927 PE te Venlo, aanvrager. Een afschrift van dit besluit is verzonden aan: Gemeente Venlo, Postbus 3434, 5902 RK te Venlo, ter kennisname. 1.2 Rechtsbescherming Als dit besluit uw belang rechtstreeks raakt en u het met de inhoud van dit besluit niet eens bent, kunt u bezwaar maken. U moet dan binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is verzonden een bezwaarschrift indienen. Gedurende deze termijn liggen het besluit en de bijbehorende stukken, na telefonische afspraak via , ter inzage in het Gouvernement aan de Limburglaan 10 te Maastricht. Op deze procedure is de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en bevat ten minste: a. de naam en het adres van de indiener; b. de datum; c. een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, en; d. de redenen van het bezwaar (motivering). Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Limburg Cluster Juridische Zaken en Inkoop, team Rechtsbescherming Postbus MA Maastricht. Voor meer informatie verwijzen wij u naar Klik vervolgens op e-loket. Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Als u een bezwaarschrift heeft ingediend, dan kunt u tevens een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening indienen bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, sector Bestuursrecht, Postbus 950, 6040 AZ Roermond. U kunt ook digitaal een verzoek indienen bij genoemde rechtbank via Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Raadpleeg de genoemde site voor de precieze voorwaarden. 4

5 2 Procedure 2.1 Aanvraag Op 7 april 2017, aangevuld op 13 juni 2017, heeft Stichting egelopvang Peel en Maasstreek (ook genoemd: Stichting Egelsenco) een aanvraag om ontheffing ingediend voor de volgende in de Wnb verboden handeling: het opzettelijk vangen van de eekhoorn (Sciurus vulgaris), egel (Erinaceus europeus), konijn (Oryctolagus cuniculus) en haas (Lepus europeus), artikel 3.10, eerste lid, onder a, Wnb. De aanvraag bestaat uit de volgende stukken: Aanvraagformulier ontheffing, inclusief module soortenbescherming; Ontheffing Flora- en faunawet met kenmerk FF/75/2009/056; Statuten, inclusief statutaire wijziging met kenmerk /2017/NP; Verklaring dierenverzorging, inclusief bijbehorende bijlagen, 12 juni 2017; Registratieformulier dieren (2017); Verklaring handelingsbekwaamheid Geurts dierenklinieken, 12 juni Bevoegd gezag De handelingen worden in zijn geheel verricht in de provincie Limburg. Gelet op artikel 1.3 Wnb en artikel 3.10, tweede lid, Wnb is ons college het bevoegd gezag voor het verlenen van ontheffing. 2.3 Voorbereidingsprocedure Dit besluit is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in titel 4.1 van de Awb. Op een aanvraag om ontheffing wordt op grond van artikel 5.1, eerste lid, Wnb in beginsel binnen dertien weken na de datum van ontvangst beslist. Ingevolge artikel 5.1, tweede lid, Wnb is de beslistermijn met zeven weken verlengd. Van het besluit wordt mededeling gedaan via de internetsite van de provincie Limburg ( 5

6 3 Overwegingen De Wet natuurbescherming bevat regels voor het behoud van de biologische diversiteit en de bescherming van kwetsbare dier- en plantensoorten en hun natuurlijke leefomgeving. Enerzijds is Nederland hiertoe verplicht op grond van internationale verdragen en Europese richtlijnen. De Wet natuurbescherming kent daarom beschermingsregels voor soorten die onder de Europese Vogelrichtlijn zijn beschermd ( Vogelrichtlijnsoorten ) in paragraaf 3.1, alsmede voor soorten die middels de Europese Habitatrichtlijn en de verdragen van Bern en Bonn bescherming genieten ( Habitatrichtlijnsoorten ) in paragraaf 3.2. Anderzijds voorziet paragraaf 3.3 van de wet in regels voor een limitatief aantal soorten waarvan de bescherming niet internationaalrechtelijk is geregeld, maar waartoe de nationale wetgever op eigen initiatief heeft besloten ( andere soorten ). Deze drie beschermingsregimes kennen elk eigen verbodsbepalingen en voorwaarden voor ontheffing van de verboden. De voorliggende aanvraag heeft enkel betrekking op het beschermingsregime voor andere soorten als bedoeld in 3.3 Wnb. 3.1 Beschermingsregime Andere soorten ( 3.3 Wnb) Op 7 april 2017, aangevuld op 13 juni 2017, hebben wij van Stichting egelopvang Peel en Maasstreek (ook genoemd: Stichting Egelsenco) een aanvraag om ontheffing ontvangen van het in artikel 3.10, eerste lid, onder a, Wnb opgenomen verbod op het opzettelijk vangen van de eekhoorn, egel, konijn en haas, zoals bepaald in artikel 3.10, eerste lid, onder a, Wnb, ten behoeve van de opvang van deze dieren. Een ontheffing van de bovengenoemde verbodsbepaling kan worden verleend als aan elk van de volgende voorwaarden, zoals opgenomen in artikel 3.10, tweede lid, Wnb is voldaan: er bestaat geen andere bevredigende oplossing; de handeling is nodig in het kader van een of meer van de belangen vermeld in bovengenoemd artikel; er wordt geen afbreuk gedaan aan het streven de populaties van de betrokken soorten in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan Beleidsregels kwaliteit opvang diersoorten In de Beleidsregels kwaliteit opvang diersoorten (hierna: kwaliteitsprotocol) zijn regels en eisen gesteld waaraan een dierenopvang moet voldoen. Hierin is bepaald dat opvangcentra moeten werken conform de bij deze beleidsregels behorende bijlage. Dit moet ervoor zorgen dat opvangcentra deskundig te werk gaan en het welzijn en de gezondheid van het dier voldoende zijn gewaarborgd. Daarnaast dient de handelwijze ook zorgvuldig en controleerbaar plaats te vinden. 3.2 Omschrijving aanvraag De aanvraag betreft het vangen, ophalen en tijdelijk opvangen van gewonde, zieke en hulpbehoevende eekhoorns, egels, konijnen en hazen. De opvang is gericht op de verzorging, de revalidatie, het herstel en het aansluitend terugbrengen in de natuur van deze dieren. Daarnaast beschikt de stichting over een eigen dierenambulance. 6

7 3.3 Oordeel Uit de aanvraag en bijbehorende aanvullende gegevens blijkt dat de betreffende activiteit, zijnde het opzettelijk vangen van de eekhoorn, egel, konijn en haas, ten behoeve van de (tijdelijke) opvang van deze dieren, valt onder de vrijstellingsbepaling zoals opgenomen in artikel 3.22a van de Regeling natuurbescherming. Deze vrijstelling ziet op het opzettelijk vangen en onder zich hebben van een zieke of gewonde vogel of een ziek of gewond ander dier, met het oog op het vervoeren van de vogel of het andere dier met een dierenambulance, indien de vogel of het andere dier binnen twaalf uur wordt overgedragen aan personen of instanties die krachtens de Wet natuurbescherming en de Wet dieren gerechtigd zijn uit het wild afkomstige dieren onder zich te hebben en te verzorgen. 3.4 Conclusie Eekhoorn, egel, konijn en haas - artikel 3.10, eerste lid, onder a, Wnb Uit de aanvraag (7 april 2017, ref. 2017/25443) en aanvullende stukken (12 juni 2017, ref. 2017/42370) volgt dat de verbodsbepaling in artikel 3.10, eerste lid, onder a, Wnb niet wordt overtreden, mits de activiteit, zijnde het opzettelijk vangen van de eekhoorn, egel, konijn en haas, ten behoeve van de opvang van deze dieren, plaatsvindt zoals beschreven in de aanvraag Ten overvloede Mits volgens de aanvraag (inclusief bijbehorende stukken) wordt gewerkt, is het toegestaan gewonde, zieke en hulpbehoevende eekhoorns, egels, wilde konijnen en hazen opzettelijk te vangen, gericht op de verzorging, de revalidatie, het herstel en het aansluitend terugbrengen in de natuur van deze dieren. Indien de activiteit mede ziet op het doden van dieren is mogelijk toch sprake van een overtreding van één of meer verbodsbepalingen van paragraaf 3.1, paragraaf 3.2 en/of paragraaf 3.3 Wnb en dient bij de provincie Limburg mogelijk (alsnog) een ontheffing aangevraagd te worden Zorgplicht De beslissing om de aangevraagde ontheffing af te wijzen, ontslaat de initiatiefnemer niet van de verplichting om voldoende zorg in acht te nemen voor in het wild levende dieren en planten en hun directe leefomgeving (artikel 1.11 van de Wnb). 7