Sauna Schiedam B.V. / Thermen Holiday Via de heer P. van Blerck Prinses Beatrixlaan JN SCHIEDAM. Geachte heer Van Blerck,

Transcriptie

1 Dienst Regelingen Sauna Schiedam B.V. / Thermen Holiday Via de heer P. van Blerck Prinses Beatrixlaan JN SCHIEDAM uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 3 februari 2006 ff75.06.toek.007.rc 27 september 2006 onderwerp doorkiesnummer bijlagen Artikel 75. lid 3, 4 en 5, Flora- en faunawet Geachte heer Van Blerck, Op uw verzoek van 9 februari 2006 om ontheffing te verkrijgen van verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet als bedoeld in artikel 75 lid 3, 4 en 5 van de Flora- en faunawet kan ik u het volgende meedelen. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Dienst Regelingen Burg. de Raadtsingel 59 Postadres: Postbus BD Dordrecht Telefoon: Fax: Web: ffwet@minlnv.nl Hierbij ontvangt u de ontheffing die u heeft aangevraagd van de verbodsbepalingen genoemd in de artikelen 9, 10 en 11 van de Flora- en faunawet, voor zover dit betreft het doden, verwonden, vangen, bemachtigen, of met het oog daarop opsporen; opzettelijk verontrusten; het beschadigen, vernielen, of verstoren van holen of andere voortplantingsof vaste rust- of verblijfplaats van het konijn (Oryctolagus cuniculus). Daarbij dient u gebruik te maken van de wettelijk toegestane jachtmiddelen op grond van artikel 72, lid 1, van de Flora- en faunawet jo. artikel 5, lid 1, van het Besluit Beheer en schadebestrijding, onder c, jachtvogels (havik en slechtvalk), onder d, fretten, onder h, buidels. Verder verleen ik u aanvullend ontheffing van het verbod van artikel 72, lid 5, jo. artikel 1, jo. art. 50, lid 1, van de Flora- en faunawet jo. artikel 5, lid 1, onder c, van het Besluit Beheer en schadebestrijding om gebruik te mogen maken van de woestijnbuizerd (Parabuteo unicinctus), zijnde een andere roofvogel dan de wettig toegestane jachtvogels, te weten havik en slechtvalk, daar waar de inzet van de wettelijk toegestane jachtmiddelen niet mogelijk is. Verder in deze brief staat vermeld wat daarvoor de redenen zijn. De aanvraag De aanvraag met het aanvraagnummer FF/75/2006/007 heeft betrekking op beheer en schadebestrijding. Het betreft schade aan planten, paden, trottoirs en wegen en onder de fundering van huisjes. Bij de schadebestrijding, het doden en vangen van konijnen, wordt gebruik gemaakt van de wettelijk toegestane jachtmiddelen van havik,slechtvalk, fret en buidel in de omgeving van Sauna Schiedam B.V./Thermen Holiday in de gemeente Schiedam. Het betreft een omrasterd gebied van 53 are en 70 centiare groot binnen de bebouwde kom.

2 Datum Kenmerk Vervolgblad 27 september 2006 ff75.06.toek.007.rc 2 De konijnen zitten onder de fundering van kleine huisjes en langs de waterkant tussen de zeer dicht begroeide bramenstruiken op het terrein. Hierdoor geeft de aanvrager aan dat het niet mogelijk is om fret, geweer en hond in te zetten. Bij beheer en schadebestrijding op een naastgelegen terrein hebben twee haviken zich dood gevlogen op obstakels, zoals glas in de pui en lage obstakels. De woestijnbuizerd is een sterkere vogel dan de havik en weet het glas en lage obstakels tijdig te ontwijken. Daarom wordt in dit specifieke geval toestemming gevraagd om naast de wettelijk toegestane jachtmiddelen ook het op zich verboden jachtmiddel, de woestijnbuizerd in te mogen zetten. Ontheffing wordt derhalve gevraagd van de verbodsbepalingen genoemd in de artikelen 9, 10, en 11 van de Flora- en faunawet alsmede van artikel 72, lid 5, van de Flora- en faunawet voor wat betreft exemplaren van het konijn voor de periode van 31 mei 2006 tot en met 30 mei Overwegingen Wettelijk kader Inheems beschermde diersoort Het konijn is een beschermde inheemse diersoort als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder a, van de Flora- en faunawet. Het is geen soort dat behoort tot de beschermde soorten genoemd in bijlage IV van de EU-Habitatrichtlijn. Op grond van de artikelen 9, 10, 11 en 13 van de Flora- en faunawet is het onder meer verboden om beschermde inheemse diersoorten te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen; opzettelijk te verontrusten; nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rustof verblijfplaatsen te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren; te vervoeren of onder zich te hebben. Jachtmiddelen Op grond van artikel 72,lid 1, van de Flora- en faunawet zijn bij het Besluit Beheer en schadebestrijding, voorzover noodzakelijk in afwijking van artikel 15, lid 2 van de Flora- en faunawet, de middelen aangewezen waarmee met inachtneming van het bepaalde, bij of krachtens de artikelen 65 tot en met 70, dieren mogen worden gevangen of gedood. Als middelen worden slechts aangewezen middelen die geen onnodig lijden van dieren veroorzaken. Artikel 5, lid 1, van het Besluit Beheer en schadebestrijding dieren bepaalt dat onverminderd artikel 50 van de Flora- en faunawet, zijn aangewezen als middelen als bedoeld in artikel 72, lid 1, van de Flora- en faunawet waarmee dieren mogen worden gevangen of gedood onder meer onder c. jachtvogels (havik en slechtvalk, onder d. fretten, en onder h. buidels. Woestijnbuizerd geen jachtvogel in de zin van artikel 50 lid 1, van de Flora- en faunawet Op grond van artikel 1 van de Flora- en faunawet dient onder jachtvogel te worden verstaan een vogel met behulp waarvan de jacht krachtens artikel 50, lid 1, van de Flora- en faunawet de jacht mag worden uitgeoefend. Op grond van artikel 50, lid 1, van de Floraen faunawet zijn slechts de gefokte jachtvogels slechtvalk (Falco peregrinus) en havik (Accipiter gentilis) geoorloofde middelen.

3 Datum Kenmerk Vervolgblad 27 september 2006 ff75.06.toek.007.rc 3 Gebruik woestijnbuizerd in uitzonderlijke gevallen Op grond van artikel 72, lid 5, van de Flora- en faunawet heeft de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de bevoegdheid om ontheffing te verlenen van andere dan de in artikel 72, lid 1 en 2 van de Flora- en faunawet bedoelde middelen of regels gesteld op grond van artikel 72, lid 3 van de Flora- en faunawet. De woestijnbuizerd is een jachtmiddel dat al jaren bij uitzonderingssituaties wordt ingezet in het kader van beheer en schadebestrijding. Het is een natuurlijke manier van bestrijding waarbij geen onnodig lijden van dieren wordt veroorzaakt. Bij beheer en schadebestrijding op het naastgelegen terrein, waarvoor ook ontheffing is verstrekt voor het gebruik van de havik, hebben twee haviken van de valkenier de dood gevonden. Daarom ben ik bij uitzondering bereid voor een korte periode aanvullend op de wettelijk toegestane jachtmiddelen, het gebruik van de woestijnbuizerd toe te staan. Het gebruik van de woestijnbuizerd is naar mijn mening de enig overgebleven optie om de konijnen van het terrein opzettelijk te verontrusten/verjagen. Daarbij mag incidenteel ook een konijn worden gedood. Na afloop van de termijn van de ontheffing dient de ontheffinghouder een zodanige effectieve afrastering te hebben aangebracht en te onderhouden dat konijnenschade zich niet meer voordoet. Op grond van artikel 75, lid 5, van de Flora- en faunawet worden ontheffingen slechts verleend wanneer er geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort. Gunstige staat van instandhouding van de soort Het konijn is in Nederland een algemeen voorkomende soort. Door de getroffen maatregelen door Sauna Schiedam B.V. / Thermen Holiday komt de gunstige staat van instandhouding van het konijn niet in gevaar. Betaling U heeft op het aanvraagformulier aangegeven akkoord te zijn met een éénmalige machtiging. (...) Conclusie Gelet op het voorgaande verleen ik u bijgaande ontheffing ex artikel 75 van de Flora- en faunawet. Aan deze ontheffing zijn voorwaarden verbonden. De ontheffing en de voorwaarden treft u hierbij aan. Bezwaar Het kan zijn dat u het met deze beslissing niet eens bent. U kunt dan (net als andere belanghebbenden) binnen zes weken na de verzenddatum van deze brief, bezwaar maken.

4 Datum Kenmerk Vervolgblad 27 september 2006 ff75.06.toek.007.rc 4 U doet dit door een brief te sturen aan Dienst Regelingen, afdeling Juridische Zaken, Postbus 1191, 3300 BD Dordrecht. Uw bezwaarschrift moet ten minste bevatten: - uw naam en adres - de vermelding: ontheffing artikel 75 Flora- en faunawet ; - het aanvraagnummer; - een afschrift van deze brief; - de redenen van uw bezwaar; - de datum van uw bezwaarschrift; - uw handtekening. Als u iemand machtigt namens u bezwaar te maken, vergeet u dan niet een door u ondertekende machtigingsverklaring mee te sturen. DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, voor deze, de teammanager uitvoering Dienst Regelingen, Drs. ing. S.N.J. Vreeburg

5 DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT Op verzoek van de heer P. van Blerck op 9 februari 2006, namens Sauna Schiedam B.V./ Thermen Holiday gelet op artikel 75, lid 3, 4 en 5 van de Flora- en faunawet Verleent hierbij aan: Sauna Schiedam / Thermen Holiday (ontheffinghouder) Adres: Prinses Beatrixlaan 10 Postcode en woonplaats: 3121 JN SCHIEDAM Voor het tijdvak van: 27 september 2006 tot en met 27 december 2006 ONTHEFFING FF/75/2006/007 Van de verbodsbepalingen genoemd in de artikelen 9, 10 en 11 van de Flora- en faunawet, voor zover dit betreft het doden, verwonden, vangen, bemachtigen, of met het oog daarop opsporen; opzettelijk verontrusten; het beschadigen, vernielen, of verstoren van holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen; van het konijn (Oryctolagus cuniculus). Daarbij dient u gebruik te maken van de wettelijk toegestane jachtmiddelen op grond van artikel 72, lid 1, van de Flora- en faunawet jo. artikel 5, lid 1, van het Besluit Beheer en schadebestrijding, onder c, jachtvogels (havik en slechtvalk), onder d, fretten, onder h, buidels. Verder verleen ik u aanvullend ontheffing van het verbod van artikel 72, lid 5, jo. artikel 1, jo. art. 50, lid 1, van de Flora- en faunawet jo. artikel 5, lid 1 onder c, van het Besluit Beheer en schadebestrijding om gebruik te mogen maken van de woestijnbuizerd (Parabuteo unicinctus), zijnde een andere roofvogel dan de wettig toegestane jachtvogels, te weten havik en slechtvalk, daar waar de inzet van de wettelijk toegestane jachtmiddelen niet mogelijk is. Het gebied waarvoor de ontheffing geldt is het gebied rond en om de Prinses Beatrixlaan 10 te Schiedam zoals aangegeven in de bij de aanvraag ingediende kaart. Aan deze ontheffing zijn de volgende voorschriften verbonden: 1. Voor het verrichten van de in deze ontheffing genoemde handelingen, voor wat betreft de artikelen 9, 10 en 11 van de Flora- en faunawet en de jachtmiddelen van artikel 5, eerste lid, onder d. en h. van het Besluit Beheer en schadebestrijding, te weten, fret en buidel, mogen vaste medewerkers van de ontheffinghouder middels een machtiging gebruik maken van deze ontheffing. Indien de ontheffinghouder een ander, dan een vaste medewerker, machtigt, dan dient de ontheffinghouder een kopie van de verleende machtiging aan Dienst Regelingen, Postbus 1191, 3300 BD Dordrecht te zenden. De machtiging vermeldt in ieder geval de volgende gegevens: a) volledige naam, adres, woonplaats en geboortedatum van degene aan wie de machtiging is verleend; b) de diersoort; c) kwalificaties met betrekking tot deskundigheid op het gebied van beschermde soorten; d) de handelingen die mogen worden verricht; e) plaats(en) waar de handelingen mogen worden verricht; f) periode waarvoor de machtiging geldt. 2. Het gebruik van de woestijnbuizerd is slechts toegestaan indien wordt gebruik gemaakt van de woestijnbuizerd van de heer P. van Blerck, valkenier, te Pernis (gemachtigde). De gemachtigde dient bij het gebruik van de woestijnbuizerd een kopie van deze ontheffing en machtiging te kunnen tonen aan een bevoegd controleur, of opsporingsambtenaar. 3. Gemachtigden dragen bij het verrichten van de handelingen waarvoor de ontheffing verleend is de machtiging bij zich. Deze machtiging dient te zijn gehecht aan een kopie van deze ontheffing.

6 Gemachtigden dienen de machtiging op eerste vordering te tonen aan een bevoegd controleur, of opsporingsambtenaar. 4. Deze ontheffing kan bij het niet, of niet voldoende, naleven van de voorwaarden worden ingetrokken. 5. De ontheffing houder dient bij gebruikmaking van deze ontheffing de konijnen zo veel mogelijk te verjagen. 6. De ontheffinghouder dient nadat alle konijnen zijn verjaagd of incidenteel gedood door de fret, of woestijnbuizerd, alle preventieve maatregelen te nemen om te voorkomen dat het probleem zich opnieuw voordoet. Dordrecht, 27 september 2006 DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, voor deze: de teammanager uitvoering Drs. S.N.J. Vreeburg