Vergunningverlening. I. Besluit.

Transcriptie

1 Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus TH Utrecht Tel Fax Datum 28 april 2009 Team Groen, grond en water Nummer 2009int Referentie R. Schuitemaker Uw brief van 19 november 2008 Doorkiesnummer Uw nummer 08/Botu/075/AO Faxnummer Bijlage 1 adres Rob.Schuitemaker@provincie-utrecht.nl Onderwerp Beschikking schadebestrijding art. 68 Flora- en faunawet. Beslissing van Gedeputeerde Staten van Utrecht op de aanvraag d.d. 19 november 2008 van de Universiteit Utrecht, Postbus te Utrecht om ontheffing als bedoeld in artikel 68, lid 6 van de Flora- en faunawet (hierna de wet te noemen) van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 9 tot en met 11, 72, vijfde lid, en 74. I. Besluit. Wij hebben besloten: 1. de gevraagde ontheffing te verlenen onder de voorschriften en beperkingen vermeld in bijlage 1. II. Omschrijving van de aanvraag. U vraagt ontheffing aan ter voorkoming van belangrijke schade aan de flora. Het betreft te verwachten belangrijke schade aan zeer bijzondere plantencollecties met uiterst zeldzame soorten in de periode van 1 mei 2009 tot 1 mei De aanvraag heeft betrekking op de beschermde diersoort konijn. U wilt de ontheffing ontvangen voor het doden met een geweer met behulp van kunstlicht. De gronden waarvoor de ontheffing is aangevraagd maken deel uit van de Botanische Tuinen van de Universiteit Utrecht en zijn gelegen in de gemeente Utrecht. Er zijn enkele preventieve maatregelen genomen. Het effect van deze maatregelen zijn gezien uw ervaringen onvoldoende. Om deze schade te beperken is een ontheffing gewenst. III. Procedure. De aanvraag is ontvangen op 20 november Ter voorbereiding van de beschikking is Afdeling van de Algemene wet bestuursrecht gevolgd. Op grond van artikel 68, lid 1 van de wet hebben wij het Faunafonds gehoord. Ingevolge artikel 68, lid 7 van de wet is het besluit bekendgemaakt aan de aanvrager door toezending en direct daarop mededeling daarvan gedaan in een regionale krant. Een afschrift van dit besluit is naar onze

2 Minister gestuurd. Op grond van artikel 4:14 lid 3 van de Algemene wet bestuursrecht hebben wij de aanvrager een voortgangsbericht gestuurd binnen welke termijn de beschikking tegemoet kan worden gezien. IV. Motivering. Beleid. De jacht op het konijn is geopend in de periode van 15 augustus tot en met 31 januari. Het konijn is aangewezen in het kader van artikel 65 als soort waarvoor in het gehele land een vrijstelling geldt voor doden. In de beleidsnota Flora- en faunawet Provincie Utrecht, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 1 april 2008 is ons ontheffingenbeleid met betrekking tot beschermde diersoorten neergelegd. Hierin is over de gevraagde diersoort konijn opgenomen dat aanvullende ontheffingen, waaronder gebruik kunstlicht, noodzakelijk kunnen zijn indien sprake is van de noodzaak ter voorkoming van schade aan in artikel 68 genoemde belangen en diverse preventieve maatregelen (tenminste twee), genoemd in het Handboek van het Faunafonds genomen zijn. De directeur van de Botanische Tuinen van de Universiteit Utrecht, de heer A. Oudijk, heeft d.d. 19 november 2008 een gemotiveerde aanvraag ingediend voor het afschot van konijnen met behulp van kunstlicht, vanwege een blijvende dreiging van belangrijke schade aan de flora in de Botanische Tuinen en het feit dat de ontheffing nr.2004reg001090i afloopt op 1 mei In de betreffende tuinen van de Universiteit Utrecht worden zeer bijzondere plantencollecties met uiterst zeldzame soorten gekweekt. In 2004 is een ontheffing verleend voor 5 jaar omdat in 2002 reeds belangrijke schade is opgetreden aan een groot aantal soorten. In 2008 en 2009 is nog steeds sprake van dreiging van belangrijke schade, zowel vraatschade als graafschade, doordat enkele nesten met jonge konijnen niet op tijd zijn gevonden. Schade. De plantencollectie die op de terreinen van de Botanische Tuinen aanwezig is bestaan uit ongeveer verschillende soorten planten en zijn van internationale betekenis. Schade door konijnen in deze tuinen betekent: - aantasting van planten van nationale en internationale betekenis die deel uitmaken van een sinds begin 2004 geregistreerd museum. - aantasting van een waardevolle plantencollectie met uiterst zeldzame soorten die niet, dan wel onder zeer hoge kosten vervangen kunnen worden. - verloren gaan en aanvreten van plantensoorten waardoor de primaire functie van de tuinen; ondersteuning van onderwijs en onderzoek, onder druk komt te staan. - economische schade in verband met publieksfunctie van de tuinen. - bedreiging van een plantencollectie die gezien omvang en exclusiviteit een waarde van vele miljoenen euro s vertegenwoordigt. De genomen preventieve middelen: - het gebied is afgerasterd met harmonicagaas, waartegen fijnmazig gaas is gespannen en ingegraven tot ca. 20 cm diepte. - hekken zijn aan de onderkant voorzien van rubberen strips of stug gaas. - met behulp van fretten en netten worden konijnen weggevangen. - er zijn onderkomens gemaakt voor bunzings. Onderzoek d.d. 6 april 2009 ter plaatse door de heer R.Schuitemaker van de provincie Utrecht bevestigd het feit dat rondom het terrein van de botanische tuinen, daar waar geen brede watergang is, een konijnen werend hek aanwezig is, waarvan de onderzijde is voorzien van fijnmazig gaas. Doordat er nog enkele konijnen aanwezig zijn binnen de afrastering en daardoor binnen zeer korte tijd sprake kan zijn van aanzienlijk toename van de populatie, blijft de kans op belangrijke schade aan de kwetsbare plantencollecties de komende jaren door konijnen voortbestaan.

3 In de provincie Utrecht is planmatig beheer van onderdelen van de fauna toevertrouwd aan de Faunabeheereenheid Utrecht. Een goedgekeurd faunabeheerplan is inmiddels vastgesteld. De betreffende botanische tuinen zijn gelegen binnen de bebouwde kom. Dit gebied behoort niet tot het zorggebied van een faunabeheereenheid. De provincie zal de ontheffing daarom verlenen t.b.v. de grondgebruiker/ eigenaar conform artikel 68, lid 6 van de wet De aanvraag afgewogen. Gelet op de hierboven vermelde redenen, het feit dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat en er geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort wordt deze ontheffing verleend. V. Het advies van het Faunafonds. Wij hebben op 1 april 2009 het Faunafonds om advies gevraagd. Het Faunafonds heeft naar aanleiding hiervan op 9 april 2009 positief advies uitgebracht. VI. Bezwaar. Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit bezwaar maken bij gedeputeerde staten binnen zes weken na de datum van verzending. Hoofdstuk 6 (algemene bepalingen over bezwaar) en de afdelingen 7.1. en 7.2 (bijzondere bepalingen over bezwaar) van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing. Het adres is: Gedeputeerde staten van Utrecht, t.a.v. de secretaris van de Awb-adviescommissie, postbus 80300, 3508 TH Utrecht. Als bezwaar is gemaakt kan ook om een voorlopige voorziening worden gevraagd, als er tijdelijke maatregelen nodig zijn waarmee niet tot de beslissing op het bezwaar kan worden gewacht. Het verzoek moet worden gedaan bij de voorzieningenrechter van de rechtbank te Utrecht. Daarbij is een griffierecht verschuldigd. Titel 8.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing. VII. Inwerkingtreding. Dit besluit treedt in werking op het moment van bekendmaking door uitreiking of verzending aan de aanvrager. Van het besluit wordt mededeling gedaan in een regionale krant en van besluiten op aanvraag van de Stichting Faunabeheereenheid Utrecht tevens in de Staatscourant. VIII. Overleg en informatie. Bij vragen of onduidelijkheden kunt u contact opnemen met de steller van de beschikking genoemd in het briefhoofd of met het serviceloket Groene Regelgeving, tijdens kantooruren bereikbaar onder nummer of per groeneregelgeving@provincie-utrecht.nl. Voor meer informatie verwijzen wij u naar : E- Loket; E- vergunningen. De handhaving van de voorschriften verbonden aan deze ontheffing worden door de toezichthouders en de buitengewone opsporingsambtenaren van de provincie Utrecht op naleving daarvan worden gecontroleerd. Deze ontheffing moet aan hen op hun verzoek kunnen worden getoond. IX. Verzending.

4 Dit besluit wordt verzonden aan de aanvrager van de ontheffing: Aan: Universiteit Utrecht, afd. Botanische Tuinen, t.a.v. dhr. A. Oudijk. Postbus 80162, 3508 TD Utrecht. Een afschrift van dit besluit wordt toegezonden aan: a. Ministerie van LNV, Directie Natuurbeheer, Flora- en faunawetgeving, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag; b. Groendesk Algemene Inspectiedienst ministerie van LNV, postbus 140, 3454 ZJ De Meern; c. Stichting De Faunabescherming, Amsteldijk Noord 135, 1183 TJ Amstelveen; d. Stichting De Faunabeheereenheid Utrecht, postbus 870, 3900 AW Veenendaal; e. Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging, Postbus 1165, 3800 BD Amersfoort; f. Politie Regio Utrecht, Regionaal bureau Veldpolitie, postbus 549, 3800 AM Amersfoort; g. Politie Regio Utrecht, coördinator Bijzondere Wetten, postbus 8300, 3503 RH Utrecht; Gedeputeerde Staten voornoemd, namens hen, ir. A.M. van Oosterwijck, Teamleider Groen, Grond en Water. Bij dit besluit behoren onlosmakelijk de volgende bijlagen: 1. De ontheffingsvoorschriften en beperkingen.

5 BIJLAGE 1 Voorschriften en beperkingen verbonden aan het besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht d.d. 28 april 2009, Afdeling Vergunningverlening, nummer 2009int Naast de wettelijke voorschriften voortvloeiend uit de Flora- en faunawet verbinden wij aan deze ontheffing de volgende voorschriften en beperkingen: Schadesoort, ontheffingsduur, -periode(n) en tijdstip, locatie en preventieve maatregelen. 1. De ontheffing wordt verleend aan: Universiteit Utrecht, afdeling Botanische Tuinen, Postbus te Utrecht, 2. De ontheffing geldt uitsluitend voor het opsporen en doden met behulp van kunstlicht van de beschermde diersoort Konijn (Oryctolagus cuniculus), als uiterste middel ter bestrijding van (dreiging van) belangrijke schade. 3. De ontheffing geldt voor de Botanische Tuinen gelegen aan de Harvardlaan te Utrecht. 4. De ontheffing geldt van 1 mei 2009 tot 1 mei Van de ontheffing mag geen gebruik worden gemaakt op zondagen en erkende nationale feestdagen. 6. Tot afschot mag slechts worden overgegaan nadat tenminste twee preventieve maatregelen, zoals genoemd in het Handboek Faunaschade van het Faunafonds, aantoonbaar zijn ingezet. Toegestane middelen. 7. De schadebestrijding mag uitsluitend plaats vinden met het middel geweer, nader gespecificeerd als: hagelgeweer en kogelgeweer (kaliber.22) en kunstlicht. 8. Het is niet toegestaan het middel geweer te gebruiken vanaf of vanuit een gemotoriseerd voertuig. Doorschrijven ontheffingen. 9. De ontheffinghouder mag het gebruik van de ontheffing schriftelijk toestaan aan individuele uitvoerders (jachtaktehouders). Melding en rapporteren van acties. 10. Het melden en rapporteren moet plaatsvinden via de meld- en rapportagestructuur van 18 juli 2008 en zoals opgenomen in bijlage 6 van het Faunabeheerplan De uitvoerder van de actie meldt het voorgenomen gebruik van de ontheffing tenminste 24 uur van tevoren bij Gedeputeerde Staten in overeenstemming met de toelichting en het gevraagde op het procesformulier. De uitvoerder mag tegelijkertijd voorgenomen acties maximaal 4 weken vooruit melden. 12. De melding vindt bij voorkeur plaats per faunaschadebestrijding@provincie-utrecht.nl, of telefonisch: De uitvoerder dient zich er, voor tot de actie wordt overgegaan, van te vergewissen dat de vereiste preventieve middelen daadwerkelijk zijn ingezet.

6 14. De uitvoerder van de actie dient tijdens de uitvoering hiervan het toegestuurde procesformulier bij zich te dragen evenals een schriftelijke, gedagtekende en ondertekende verklaring van de grondgebruiker, waarin deze toestemming verleent tot schadebestrijding op zijn grond, dit op eerste vordering van een daartoe bevoegde ambtenaar ter inzage te geven. 15. Binnen 48 uur na uitvoering van de actie of serie van acties, in het geval gemeld is voor een maximale periode van 4 weken, stuurt de uitvoerder het ingevulde procesformulier naar de ontheffinghouder. Het formulier dient volledig te zijn ingevuld en ondertekend door zowel de uitvoerder als de grondgebruiker, ook als de actie of serie van acties geen resultaat heeft gehad. 16. De ontheffinggebruiker dient voorafgaand en uiterlijk om uur op de dag van toepassing daarvan melding te doen bij de plaatselijke politie. Overige voorschriften. 17. Gedode konijnen mogen zowel voor consumptie- als handelsdoeleinden worden gebruikt. 18. De uitvoerder mag zich in de uitvoering laten bijstaan door andere uitvoerders (in gezelschap). 19. De (doorgeschreven) ontheffing kan door Gedeputeerde Staten te allen tijde gemotiveerd worden ingetrokken, geschorst of gewijzigd.