Concept verslag vergadering bestuurscommissie Midden-Nederland en algemeen bestuur 22 mei 2019 te Zeist

Transcriptie

1 Concept verslag vergadering bestuurscommissie Midden-Nederland en algemeen bestuur 22 mei 2019 te Zeist Aanwezige leden: Dhr. M. Tigelaar (Amersfoort), mw. J. Vissers (Baarn), mw. J. Smith-Visser (Houten), dhr. P. Kiel (Leusden), dhr. J.R.C. van Everdingen (Lopik), dhr. J.C.H. Rensen (Montfoort), dhr. J. Kuiper (Nieuwegein), dhr. W. Kok (Oudewater), dhr. A. Wijs (Renswoude), mw. M. Becker (De Ronde Venen), mw. L. Van Aalst-Veldmand (Soest), mw. H. Veneklaas (Stichtse Vecht), dhr. V. Everhardt (Utrecht)(voorzitter), dhr. H. Waaldijk (Utrechtse Heuvelrug), dhr. M. Beek (Veenendaal), dhr. A. Noorthoek (Woerden), mw. M. Treep (Woudenberg), dhr. M.C.M. Fluitman (Zeist) Afwezige leden: dhr. J.J. Eijbersen (Bunnik), mw. A. Kok (Bunschoten), mw. M. Bakker (De Bilt), dhr. S. Lankreijer (Eemnes), mw. S.J.H.M. Veldboer (Rhenen), dhr. M.F.M. Verweij (Vijfheerenlanden), mw. W. Kosterman (Wijk bij Duurstede), Dhr. B. Roks (IJsselstein) Secretaris: mw. N.A.M. Rigter Mede aanwezig: dhr. P. Prins (Altrecht), dhr. J. Versluis (RAVU), dhr. R. J. Schouwerwou (GHOR), mw. M. Polak, mw. A. Kreileman, dhr. T. van Deijck, dhr J. Donker, dhr. R. van Walsem Notulist: mw. J. Wammes (TEMP) ONDERWERP ALGEMEEN 1. Opening en vaststellen agenda De voorzitter opent de vergadering om uur en heet de aanwezigen welkom, in het bijzonder mevrouw Jannelies Vissers, nieuw AB-lid en wethouder van Baarn. Zij was in de vorige bestuursperiode lid van het algemeen bestuur van GGDrU, toen als wethouder van de gemeente Soest. Berichten van verhindering zijn ontvangen van de heren Eijbersen (Bunnik), Verweij (Vijfheerenlanden) en Roks (IJsselstein) en de dames Bakker (De Bilt) en Kosterman (Wijk bij Duurstede). Agenda De agendapunten 6 en 9 worden omgewisseld. Bij agendapunt 6 zijn Jack Versluis (bestuurder Regionale Ambulance Voorziening Utrecht) en Robert-Jan Schouwerwou (hoofd GHOR, Veiligheidsregio Utrecht) aanwezig. Bij agendapunt 8 zijn Pieter Prins (geneesheer-directeur Altrecht) en Mirjam Polak (OGGZ GGDrU) aanwezig. 1

2 2. Mededelingen Gebruik E-bike Ter vergadering is de grafische weergave van de response op een poll, gehouden via het inwonerpanel, over het gebruik van de E-bike in de regio rondgedeeld. Stand van zaken GGiD Het traject loopt richting het einde. De uitspraak van de ingehuurde externe deskundige wijzigt de prioriteitstelling van onderdelen in het dossier. In plaats van Hollands Noorden zal Utrecht nu als eerste starten. GGDrU heeft inmiddels een koplopersgroep ingesteld; team IJsselstein gaat de gebruikersacceptatietest doen. Het systeem is flexibeler en toekomstbestendiger dan het huidige systeem. Op GGD-niveau zijn rapportages aan te passen. Nu het dossier de voltooiing nadert wordt ook opnieuw getoetst op de beveiliging en privacy binnen wettelijke kaders Bij de toetsing zijn de functionarissen gegevensbescherming (werkgroep Privacy en Beveiliging) betrokken. Ook de beheerorganisatie wordt momenteel vormgegeven. De oprichting van de coöperatie zal naar verwachting in juli gereed zijn. In Utrecht is de ingebruikname van het nieuwe digitaal dossier op 23 september voorzien, in Hollands Noorden eind oktober en in Twente begin december. Naar aanleiding van een vraag over de kosten geeft de DPG aan dat in de quick scan ten aanzien van het ombuigingsplan (bij agendapunt 5 van de vergadering) al rekening is gehouden met enige meerkosten. In juni wordt het ombuigingsplan opnieuw geactualiseerd. De vertragingskosten zijn al opgenomen in de huidige budgetten, te weten 10% op aanneemsom ad gezamenlijk voor de drie GGD en. Gezonde School Door het ministerie van VWS zijn de afgelopen jaren extra gelden beschikbaar gesteld via het Ondersteuningsaanbod Gezonde School. Het Ondersteuningsaanbod geeft scholen een steuntje in de rug om te werken aan gezondheid op school met behulp van de Gezonde School-aanpak. De ondersteuning bestaat uit een financiële bijdrage, scholing en begeleiding en advies van een adviseur gezondheidsbevordering van de GGD. Adviseurs gezondheidsbevordering hebben scholen in de regio pro-actief benaderd om zich hiervoor in te schrijven. Inmiddels hebben 60 scholen in de regio de toekenning gekregen. Dit is veel meer dan in voorgaande jaren. Deze scholen worden ondersteund door GGDrU bij de verdere uitvoering. Het gaat om 34 locaties van PO-scholen, 13 locaties van VO-scholen en 13 locaties van MBO-scholen. Bij ongeveer 10 scholen is de aanvraag helaas afgewezen. In het voorjaar van 2020 zal een volgende ronde van het Ondersteuningsaanbod open staan. Ook dan zal de GGD scholen en gemeenten hierover actief informeren. 3. Verslag AB/BC d.d. 27 maart

3 Opmerkingen naar aanleiding van het verslag: Pagina 1: De heren Lankreijer en Kok staan zowel in de aan- als afwezigheidslijst vermeld. De heer W. Kok was op 27 maart aanwezig en de heer Lankreijer afwezig. Toezeggingen: : Problematiek spoedzorg: heden geagendeerd : Stand van zaken GGiD g d aan AB leden op 29 maart : WvGGZ: heden geagendeerd : Agenderen extra informatie over Health Hub aan AB: 26 juni : Verbinding zoeken met strafrechtketen voor vervolging VGV en terugkoppelen naar AB. In een volgende vergadering : AB informeren zodra aanbesteding medische arrestantenzorg op TenderNed verschijnt. Nog niet verschenen. het verslag van de vergadering van de bestuurscommissie Midden- Nederland en het algemeen bestuur van 27 maart 2019 vast te stellen. TER BESLUITVORMING 4. Voorstel inzake vrijwaring gemeente Utrecht voor negatieve resultaten JGZ GGDrU Dit voorstel voor vrijwaring van de stad Utrecht, de bestemming van het resultaat en het vormen van enige reserves hangen samen. Daarom worden agendapunt 4 en 5 ter vergadering gelijktijdig behandeld. Mevrouw Van Aalst geeft een korte toelichting. Bij toetreding van de gemeente Utrecht tot GGDrU is bepaald in de Gemeenschappelijke Regeling dat de stad Utrecht door de Midden-Nederland gemeenten gevrijwaard zal zijn van kosten of aansprakelijkheid voor de uitvoering van de jeugdgezondheidszorg door GGDrU. Nadat in 2017 voor het tweede opvolgende jaar een negatief resultaat voor JGZ was ontstaan was het urgent en noodzakelijk nadere invulling te geven aan de afgesproken vrijwaring. Met het oog op het invulling geven aan de vrijwaring van de gemeente Utrecht voor negatieve resultaten van JGZ bij GGDrU wordt voorgesteld een bestemmingsreserve JGZ in te stellen, zodat resultaten JGZ niet langer in de algemene reserve, die door 26 gemeenten is gevormd, zullen worden ondergebracht. Voor de jaren vanaf 2018 wordt voorgesteld om eens in de vier jaar (per bestuursperiode), voor het eerst weer in 2022 over de bestuursperiode , te werken met een verrekening van een eventueel over deze periode gecumuleerd negatief JGZ-exploitatieresultaat met de MN-gemeenten. De heer Fluitman van de Commissie Financiën en Bedrijfsvoering adviseert het AB om in te stemmen met het voorliggende voorstel aangezien het de meest passende wijze is om de periode af te wikkelen. Naar aanleiding van het voorstel wordt de vraag gesteld waarom verrekening van deze en andere bestemmingsreserves niet jaarlijks plaatsvindt waardoor een beter inzicht verkregen wordt? 3

4 5. Reisadvisering is een taak die losstaat van andere taken van GGDrU en die zichzelf moet bedruipen. Hiervoor is een apart potje belegd waarbij jaarlijks gekeken wordt of het resultaat positief of negatief is, waarna interne verrekening volgt, zodat hier geen publiek geld heen gaat. JGZ vormt een groot onderdeel van de opdracht aan GGDrU en daarmee ook een groot onderdeel van de begroting. Soms loopt de uitvoering van deze taak in de min en soms in de plus. De opdracht is om op nul uit te komen door met name goed te sturen op personele inzet. Over een gehele bestuursperiode van vier jaar kunnen door sturing eventuele overschotten en tekorten beter gecompenseerd worden dan jaarlijks. Jaarlijkse verrekening zou ook extra beslag leggen op de beperkte capaciteit van de financiële administratie. Het is ook niet de bedoeling om de algemene reserves aan te spreken voor jaarlijkse schommelingen aangezien dat ten koste gaat van de ruimte die nodig is om andere zaken op te vangen. Vanuit het perspectief van stabiel besturen is ervoor gekozen verrekening over een langere periode te laten plaatsvinden waarbij men wel jaarlijks inzicht geeft op het resultaat. Het DB houdt vinger aan de pols qua sturing op resultaat. het voorstel voor vrijwaren van de gemeente Utrecht voor negatieve financiële resultaten van de uitvoering van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) door GGDrU in de (bestuurs)periode ad vast te stellen; een correctie uit te voeren ten gunste van de algemene reserve door toe te voegen aan de algemene reserve; in te stellen een bestemmingsreserve JGZ; deze te onttrekken aan deze bestemmingsreserve JGZ; het voorstel om na afloop van elke bestuursperiode, voor het eerst weer in 2022 over de bestuursperiode , tot verrekening van de, over die periode, eventueel gecumuleerde behaalde negatieve JGZexploitatieresultaten tussen Utrecht en de MN-gemeenten over te gaan; het verkoopresultaat van de verkoop Poststede 5 na aftrek boekwaarde en verbouwingskosten nieuw onderkomen toe te voegen aan de bestemmingsreserve JGZ. Bestemming resultaat Reisadvisering is een markttaak. In de aard van de taak ligt een zekere instabiliteit in de exploitatie besloten. Daarom wordt voorgesteld om ten behoeve van deze taak een specifieke bestemmingsreserve Reisadvisering in te stellen. De DPG is samen met de directeur Volksgezondheid gemeente Utrecht medetrekker van de preventiecoalitie in de Health Hub. Hiervoor is vanuit GGDrU inzet nodig. De begroting 2019 voorziet hierin vooralsnog niet. Voorgesteld wordt om deze inzet ( ) voor 2019 te dekken uit een bestemming van het resultaat over Het jaarresultaat inclusief overhead en dekkingsmiddelen van de taak JGZ is over positief. Conform de afspraken inzake het voorstel inzake vrijwaren gemeente Utrecht (agendapunt 4) wordt dit resultaat toegevoegd aan de nieuw ingestelde bestemmingsreserve JGZ. 4

5 Na de voorgestelde bestemmingen resteert een saldo van Met het oog op de ontwikkeling van het ombuigingsplan wordt voorgesteld om dit saldo toe te voegen aan de algemene reserve. Na verwerking van het resultaat en voorziene aanwending van de (deels bestemmings-) reserves voor de incidentele dekking van de ombuiging over de periode resteert een verwachte algemene reservepositie per 31 december 2022 van 0,85 miljoen (inclusief bestemmingsreserves 1,5 miljoen). het resultaat 2018 ad als volgt te bestemmen: 1. resultaat JGZ ( ) toe te voegen aan de bestemmingsreserve JGZ 2. een specifieke bestemmingsreserve Reisadvisering in te stellen 3. resultaat Reisadvisering ( ) toe te voegen aan de bestemmingsreserve Reisadvisering 4. uit het resterend resultaat te bestemmen voor inzet voor de Health Hub in Het resterende saldo te weten toe te voegen aan de algemene reserve 6. op te heffen de bestemmingsreserves: i. Tekort afschrijvingen De Dreef ( ); ii. Bestemmingsreserve DJI ( ); iii. en deze saldi te laten toevoegen aan de algemene reserve. BESTUURSAGENDA Ontwikkelingen acute zorg/zorgcoördinatiecentrum (ZCC) Door de toenemende vergrijzing, krapte op de arbeidsmarkt en het veranderde zorgveld is de rek uit het systeem van de acute zorg. In het AB van 31 oktober is afgesproken de stand van zaken van dat moment en ontwikkelingen op regionaal en nationaal niveau in het voorjaar van 2019 te bespreken. De heer Jack Versluis (bestuurder Regionale Ambulance Voorziening Utrecht) geeft een toelichting op de ontwikkelingen rondom het concept zorgcoördinatiecentrum (ZCC) met de presentatie Ontwikkelingen in de acute zorg: De juiste zorg op de juiste plek door regionale samenwerking. In de regio bestaat een enorme scala aan gespecialiseerde ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingstehuizen, verloskundige organisaties, VVT (verpleegen verzorgingstehuizen)- en GGZ (geestelijke gezondheidszorg)-instellingen, huisartsen en een RAV (regionaal ambulance vervoer). Voor patiënten is het soms niet meer duidelijk waar men terecht kan met een specifieke zorgvraag. Het idee is om voor alle acute zorgvragen één loket in te stellen: het zorgcoördinatiecentrum (ZCC). Patiënten zouden hiermee zo snel mogelijk de juiste zorg op de juiste plek moeten krijgen. Enkele voorwaarden om gezamenlijk de regie te coördineren: 1. eenduidige toegang met een centrale app voor het acute zorgdomein; 2. ontwikkelen van een basis triage-protocol; 3. passende zorginzet op basis van ketenbrede expertise; 4. regie vervolgzorg via ZCC; 5. zelfmanagement ondersteund door ZCC. 5

6 Het ZCC dient daarbij toegang te hebben tot alle relevante en actuele informatie over de ketenexpertise en patiënten, centraal op één punt. De krapte op de arbeidsmarkt dwingt tot het gerichter stroomlijnen van de zorg, zowel in het zorg- als in het welzijnsdomein. Door meer zorg, expertise en diagnostiek te verplaatsen naar de thuissituatie met behulp van de thuiszorgorganisaties kan de SEH ontlast worden. Verder gaat het om slimmer werken door samenwerken. Segmenten binnen het ZCC zijn aanname & triage (ontwikkelen van een gezamenlijk protocol), transfer & capaciteit (coördinatie en toegang bestemde bedden), inzetcoördinatie (op zorgvraag), regie-artsen (voor vragen die specifieke expertise behoeven) en overleg. Meer dan 50 organisaties hebben inmiddels aangegeven bereid te zijn hierin te willen participeren. Het maken van goede afspraken is niet eenvoudig gezien de hoeveelheid aan thuiszorgorganisaties. In veel gevallen ontbreken nu de aanspreekpunten in de wijken. Het idee is om gezamenlijk een netwerk op te zetten dat 24 uur per dag functioneert. Derhalve is het van belang om nu ook aansluiting te zoeken bij het welzijnsdomein en de gemeentelijke voorzieningen. De vraag die de heer Versluis aan het AB voorlegt is: Op welke gebieden kan de samenwerking tussen het ZCC en de Utrechtse gemeenten leiden tot een betere voorziening voor haar inwoners? De AB-leden herkennen de problematiek van de druk op de acute zorg en hebben enkele opmerkingen en vragen naar aanleiding van de presentatie: Kan het ZCC er straks ook voor zorgen dat in geval van calamiteiten een extra zorgindicatie snel geregeld kan worden gezien het feit dat indicatiestelling normaal een langdurig proces is? GGDrU geeft daarop aan dat zij al met VWS in gesprek is om dit traject in de toekomst sneller te laten verlopen. Een nieuwe opzet voor acute zorg betekent, mede gezien de krapte op de arbeidsmarkt, ook het afbouwen van andere voorzieningen. Het ZCC zal zich ook bezig moeten houden hoe een en ander verder te ontwikkelen zonder dat er gaten ontstaan. Het ZCC moet zich vooral daar inzetten waar het een toegevoegde waarde kan bieden voor complexere zorgvragen. In de opzet naar een ZCC is de eerste stap geweest om alle zorgpartijen op een lijn te krijgen. Vervolgens is het van belang om aansluiting bij gemeenten zoeken en dan met name de contactpunten in de wijk. Gemeenten zijn met wijziging van de Wmo ook zorgaanbieder geworden. Het ZCC fungeert als een soort toegangspoort naar de zorg. Het verhaal is toegespitst op de acute zorg maar heeft zeker ook impact op de normale zorg (bijvoorbeeld de beddenregistratie). Het verschil tussen acute zorg en Wmo-zorg is dat Wmo-zorg nu niet 24/7 geregeld is bij gemeenten. Gemeenten zouden moeten kunnen participeren in het samenwerkingsverband, maar ook zorgverzekeraars zouden betrokken moeten worden mede gezien de extra benodigde financiën. Op welke wijze gemeenten het beste kunnen aansluiten is een punt dat ook besproken zal worden in het Regionaal Overleg Acute Zorgketen (ROAZ). De verantwoordelijkheden van het ZCC zullen in een governance model worden vastgelegd met een toezichthouder die eindverantwoordelijk is voor het product dat geleverd wordt. VWS heeft onlangs aangegeven een meer coördinerende rol te willen voor de wijkverpleegkundige. Het ZCC zou hierop ook moeten aanhaken. Cruciaal is dat inwoners gebaat zijn met snelle zorg. Een regionale aanpak is niet altijd de beste aanpak aangezien er niet altijd sprake kan zijn van 6

7 echt harde geografische grenzen. Het ZCC zal steeds zoveel mogelijk vanuit inwonersperspectief moeten acteren. Het opzetten van het ZCC lijkt een goed idee zolang het maar geen geïnstitutionaliseerd molog wordt. GGDrU, die de regie namens gemeenten voert, zal het gesprek hierover vervolgen binnen het ROAZ. Het DB zal dit ook bestuurlijk verder oppakken en vraagt of enkele leden van het AB bereid zijn zich aan te sluiten bij verdere ontwikkelingen van het ZCC. Zij kunnen zich melden bij mevrouw Nicolette Rigter. 7. In bijlage is een brief meegestuurd waarin gemeente Stichtse Vecht, Veiligheidsregio Utrecht en VNG de ervaringen die zij hebben opgedaan met de grootschalige evacuatie en opvang van zelfstandige wonende kwetsbare oudere mensen onder de aandacht van de minister brengen. kennis te nemen van de presentatie. Meldingen onverzekerdenzorg Sinds 1 maart 2017 is de subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden van kracht. De regeling Onverzekerdenzorg is bedoeld voor het bekostigen van medisch noodzakelijke zorg die geleverd wordt aan onverzekerden. Deze regeling zorgt ervoor dat een kwetsbare groep die nu onverzekerd is, toegang krijgt tot zorg en gewaarborgd is van continuïteit van zorg. Hieraan is de voorwaarde verbonden dat de onverzekerde wordt gemeld bij een landelijk meldpunt van de GGD GHOR. GGDrU ontvangt de meldingen en zet deze door naar de gemeente. Voor gemeenten die bij het regionaal Meld- en Adviespunt 'Bezorgd' (MAB) zijn aangesloten wordt de melding via het MAB behandeld als zijnde een melding en in samenspraak met het wijkteam passende vervolgzorg ingezet. De bijgevoegde rapportage beschrijft het aantal meldingen en het aantal onverzekerde personen dat in de afgelopen twee jaar bij GGDrU is aangemeld. 8. Het uitgangspunt blijft dat onverzekerden uiteindelijk wel opgenomen kunnen worden in de verzekerde zorg. De regeling Onverzekerdenzorg is in eerste instantie vooral gericht op het snel kunnen inzetten van spoedzorg. kennis te nemen van de stand van zaken meldingen onverzekerden in de regio Utrecht. Regiobrede invulling Wet verplichte GGZ (WvGGZ) Per 1 januari 2020 komen er op gemeenten nieuwe taken af als gevolg van de Wet verplichte GGZ, de opvolging van de Wet BOPZ. Deze wet maakt dat gemeenten een lokale structuur moeten inrichten die (per melding) afweegt of een melding in het kader van de WvGGZ of anderszins wordt gedaan. Pieter Prins (geneesheer-directeur Altrecht) verzorgt samen met Mirjam Polak (OGGZ van GGDrU) een presentatie rond Regiobrede invulling Wet Verplichte GGZ. Hierbij zal nader worden ingegaan op de gevolgen van de wet en mogelijke oplossingsrichtingen. De WvGGZ kent twee procedures: 7

8 - Zorgmachtiging: Eenieder kan een melding doen voor gedwongen zorg voor een ander persoon met psychische problematiek bij het college van B&W. Daarna volgt een verkennend onderzoek door de gemeente. Binnen twee weken bepaalt de gemeente of de melding aanleiding is om bij de officier van justitie (OvJ) een verzoek te doen voor de aanvraag van een zorgmachtiging. - Crisismaatregel: De burgemeester kan een crisismaatregel opleggen in geval van acuut gevaar. Een onafhankelijk psychiater beoordeelt in beide gevallen de situatie en schrijft een medische verklaring. De OvJ beslist of een aanvraag voor de zorgmachtiging wordt gedaan. Bij een positief besluit wijst de OvJ een geneesheer-directeur aan die verantwoordelijk is voor het verdere zorgplan. Wat vraagt de WvGGZ van gemeenten: inrichting van een meldfunctie (laten) uitvoeren van een verkennend onderzoek binnen 14 dagen uitwisselen van informatie afstemming in structureel kwartaaloverleg (gemandateerd) horen van patiënten. In de vorige wet stond de borging van de belangen van patiënten centraal. In de huidige tijd en op basis van casuïstiek weegt een betere bescherming van de samenleving tegen de risico s van deze patiënten zwaarder. In deze nieuwe wet is de positie van de naaste familie ( voor de zorg essentiële naasten ) enorm versterkt. De nieuwe wet is zeer complex. Mevrouw Mirjam Polak (OGGZ van GGDrU) geeft een voorzet hoe al die nieuwe functies vormgegeven zouden kunnen worden: - Er loopt momenteel al een gezamenlijke ZonMw-aanvraag van gebiedsregio Midden Nederland voor een projectleider ten behoeve van afstemming, verbinding en kennisdeling MN (Gooi en Vecht, Flevoland en Utrecht) - Afstemming binnen de regio Utrecht door o.a. projectleiders gemeenten/sub-regio s met GGD rond inzet Meld- en Adviespunt Bezorgd GGD (voorheen meldpunt niet-acuut). Dit meldpunt zou vanwege de beschikbare expertise en de bestaande samenwerkingen een goede ondersteuning kunnen bieden bij de nieuwe meldfunctie voor gemeenten en het (toezicht op) verkennend onderzoek. Indien een melding gedaan wordt die niet onder de WvGGZ valt, dan is het meldpunt erop toegerust om ervoor te zorgen dat de melding alsnog op andere wijze adequaat wordt opgepakt. Het meldpunt bespreekt jaarlijks met gemeenten wat de wensen zijn waarbij dit onderwerp ook besproken wordt. Het meldpunt heeft contacten met projectleiders in enkele gemeenten. Verschillende gemeenten/ subregio s zijn al aan het verkennen hoe de uitvoering van de wet te organiseren. Het is van belang dat de andere gemeenten ook snel aan de slag gaan aangezien het een complexe materie betreft. De wet wordt per 1 januari 2020 van kracht. Gemeenten hebben een eigen keuze. Het advies vanuit GGDrU is om bij de verkenning na te gaan in hoeverre een regiobrede invulling van de WvGGZ voordelen kan bieden voor gemeenten en welke rol GGDrU daarbij zou kunnen spelen. De DPG zou overigens graag zien dat burgemeesters en zorgwethouders hierin samen zouden optrekken zoals dat in de gemeente Nieuwegein al het geval is. Het AB onderschrijft het belang hiervan. 8

9 9. Gemeenten krijgen met deze wet een aantal nieuwe verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Vraag is hoe al deze functies vorm te geven. Daarbij wordt ook gedacht aan verdere ontwikkeling van het Meldpunt dat GGDrU al een aantal jaren in stand houdt. Het AB wil hier in de volgende vergadering verder op doorpraten en heeft daarom vanuit het eigenaarsperspectief gevraagd een concreet voorstel voor invulling op te stellen. kennis te nemen van de presentatie Regiobrede invulling Wet verplichte GGZ. opdracht te geven een voorstel voor invulling van het Meld- en Adviespunt Bezorgd op te stellen en te agenderen voor de volgende vergadering. Eigentijds besturen Afgesproken is om samen met het bestuur stapje voor stapje te zoeken, met daarin tijd voor duiden, naar de wensen in besturen. Als eerste stap in 2019 is het belangrijk om te komen tot een gedeeld beeld over de opgave. Als basis daarvoor dienen de opbrengsten uit het verleden. Ter vergadering verzorgt de DPG een presentatie. Zij toont wat er tot nu toe is bewerkstelligd en voor welke opgave GGDrU en gemeenten zich met de bestuursagenda en het actieprogramma geplaatst hebben. Eerder zijn gesprekken gevoerd in de regio waaruit de volgende issues naar voren kwamen: bestuurslast GGDrU ingewikkeld, tijdig betrekken, erfenissen uit het verleden werden als georganiseerd wantrouwen ervaren, betere ambtelijke samenwerking en afstemming en hen actief betrekken bij een nieuwe bestuursperiode. De belangrijkste uitkomsten van de gesprekken zijn terechtgekomen in het overdrachtsdocument. De opgave is nu: Smoel geven aan GGDrU in de gemeente Elkaar bestuurlijk en ambtelijk zo vroeg mogelijk betrekken Goede regionale samenwerking door slimme communicatie Model governance code DPG en toepassen (principes van goed bestuur) Vereenvoudiging en modernisering van de governance. GGDrU is momenteel aan het werk met governance en sturing en heeft drie hoofdonderwerpen benoemd: Informatie over werkwijze (hoe met elkaar werken en hoe met het systeem); Slimmer werken (verbeteren ambtelijke en bestuurlijke samenwerking); Eigentijds vereenvoudigen van het formele systeem en de GR. Aangezien er in de vergadering zelf onvoldoende tijd rest, is het idee is om bij bestuursleden tussentijds online of in een volgende vergadering slim uit te vragen wat men de belangrijkste punten vindt voor de eigen gemeente. De DPG zal naar aanleiding van de uitvraag aangeven wat het meest zal opbrengen qua inzet voor GGDrU. Uit de reacties volgen de belangrijkste aanknopingspunten voor de volgende stap(pen). kennis te nemen van de presentatie en eigentijds besturen te bespreken. 9

10 RONDVRAAG Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt. Alle presentaties zullen worden gedeeld. De voorzitter sluit de vergadering om uur en dankt de aanwezigen voor hun inbreng. 10

11 Aldus vastgesteld in de vergadering van de bestuurscommissie Midden-Nederland en het algemeen bestuur van 26 juni Voorzitter Secretaris mr. drs. V. Everhardt drs. Nicolette A.M. Rigter Toezegging Nummer Datum Toezegging Resultaat maart Agenderen extra informatie Agenda AB 26 juni over Health Hub aan AB maart 2019 Verbinding zoeken met strafrechtketen voor vervolging VGV en terugkoppelen naar AB Volgende vergadering maart mei 2019 AB informeren zodra aanbesteding medische arrestantenzorg op TenderNed verschijnt Voorstel voor doorontwikkeling Meld- en Adviespunt bezorgd voorleggen in de volgende vergadering. Voorleggen in AB 26 juni