GEMEENTE LELYSTAD. JongLeren. Nota voor de voorschoolse periode en VVE November 2010

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GEMEENTE LELYSTAD. JongLeren. Nota voor de voorschoolse periode en VVE 2011-2014. November 2010"

Transcriptie

1 GEMEENTE LELYSTAD JongLeren Nota voor de voorschoolse periode en VVE November

2 INHOUD 1. Inleiding Analyse huidig beleid Algemeen Groei! Kinderopvang Conclusie Landelijke ontwikkelingen Wet OKE Wet kinderopvang Regeerakkoord Doelstellingen van Beleid Speerpunten van de toekomst Uitvoering en Financiën Beschikbaar Budget Gemeente Budget Harmonisatie en integratie Budget educatief partnerschap en zorgstructuur Budget gemeentelijke focus Totaal overzicht van de kosten Bijlagen Bijlage 1 Criteria VVE-doelgroep Bijlage 2 ondernomen acties VVE Bijlage 3 Armoede risico profiel Bijlage 4 VVE peuterspeelzalen en VVE scholen VVE- Peuterspeelzalen VVE scholen Bijlage 5 Nieuwe verordening peuterspeelzaalwerk Bijlage 6 Waarderingskader onderwijs inspectie Bijlage 7 Visie G27/32 op harmonisatie voorschoolse voorzieningen

3 1. INLEIDING Uit twintig, dertig jaar onderwijsachterstandenbeleid blijkt dat achterstand niet gemakkelijk is in te lopen. Keer op keer wordt vastgesteld dat de beginachterstand niet wordt weggewerkt. Eerder groter wordt dan kleiner. Ons reguliere systeem is dus niet voldoende. Het werkt niet goed genoeg. We moeten de ogen niet sluiten voor de werkelijkheid. Die is verre van ideaal. -Paul Leseman- Hoogleraar orthopedagogiek De gemeente Lelystad geeft hoge prioriteit aan talentontwikkeling van de jeugd. Veel valt daarbij te verwachten van de investering in jonge kinderen. De uitdrukking Jong geleerd is oud gedaan maakt dat duidelijk. Voor wat betreft de goede schoolloopbaan verwijst het collegeprogramma op hoofdlijnen naar de LEA (Lelystadse Educatieve Agenda). De centrale visie van de LEA is om elke leerling de hoogst mogelijke haalbare kans te bieden op een succesvolle schoolloopbaan, die perspectief biedt voor zijn/haar verdere ontwikkeling tot een voor hem/haar haalbare (start)kwalificatie op de arbeidsmarkt. Deze nota JongLeren draagt bij aan die doelstelling van de LEA, namelijk op het gebied van de voorschoolse voorzieningen en vooren vroegschoolse educatie. Ten aanzien van de voorschoolse voorzieningen was de nota Groei! het beleidsdocument voor de periode waarin peuterspeelzaalwerk en investeringen in de Voor en Vroegschoolse Educatie (VVE) samen kwamen. Deze nota JongLeren is een vervolg op de nota Groei, waarbij ten aanzien van de voorschoolse periode ook de kinderopvang wordt meegenomen. In de voorschoolse periode gaat het om kinderen van 0 tot 4 jaar. Kinderen zijn dan thuis, gaan naar een oppas of gastouder, het kinderdagverblijf en/of naar een peuterspeelzaal. Alle kinderen gaan als ze vier jaar worden naar school. De centrale vraag van deze nota is hoe kunnen wij bijdragen in de optimale (talent)ontwikkeling van kinderen van 0 tot 4 jaar en zo goed mogelijk creëren van een doorlopende leerlijn met het primair onderwijs? Subdoelstellingen hierbij zijn: Tegengaan van segregatie in de voorschoolse periode; Verhogen van het bereik van de voorschoolse voorzieningen en VVE; Versterken van de kwaliteit van de voorschoolse voorzieningen en VVE; Een ieder neemt zijn eigen verantwoordelijkheid. Onder talentontwikkeling verstaan we hier de optimale ontwikkeling van jonge kinderen in motorisch, cognitief en sociaal opzicht. Daartoe moet een veilige en stimulerende omgeving worden aangeboden en moeten hoogwaardige professionele beroepskrachten beschikbaar zijn. Ongeacht de vorm die wordt gekozen, kan talentontwikkeling bij ieder kind pas optimaal verlopen als voor alle mogelijke obstakels die deze ontwikkeling in de weg staan verantwoordelijkheid wordt genomen door iemand uit de keten. Een gedeelde verantwoordelijkheid door een ketenbrede aanpak en het delen van expertise leidt tot betere resultaten. Het is essentieel om ouders volop te betrekken bij de talentontwikkeling van hun kinderen en handvatten te bieden, zodat deze talenten ook thuis kunnen worden versterkt. Om tot speerpunten van nieuw beleid te komen wordt in deze nota eerst aandacht besteed aan de analyse van het huidige beleid (hoofdstuk 2), vervolgens worden een aantal landelijke ontwikkelingen geschetst en de invloed die zij op Lelystad hebben (hoofdstuk 3). Vanuit de 3

4 analyse van deze stand van zaken wordt een aantal speerpunten voor nieuw beleid geformuleerd (hoofdstuk 4). Afsluitend wordt aandacht besteed aan het vervolgproces ten aanzien van de uitvoering van deze speerpunten (hoofdstuk 5). 4

5 2. ANALYSE HUIDIG BELEID In dit hoofdstuk wordt de balans van het huidige beleid opgemaakt. Deze analyse is gebaseerd op diverse gesprekken met het veld en gegevens zoals die voor handen zijn. Eerst wordt een kort beeld geschetst van de algemene stand van zaken, dan wordt specifiek de nota Groei! behandeld en vervolgens de situatie rondom kinderopvang en andere lokale ontwikkelingen ALGEMEEN In de voorschoolse periode gaat het om de voorzieningen vanuit de kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. De vroegschoolse periode gaat over groep 1 en 2 van de basisschool. Dat betekent dat VVE gaat om kinderen in de leeftijd van 0 tot 6 jaar, waarbij kinderen pas vanaf 2 of 2,5 jaar naar de peuterspeelzaal gaan. Het aantal kinderen in Lelystad tot 6 jaar schommelt rond de kinderen, met in 2009 in totaal ongeveer kinderen. In Lelystad is dat 8% van de bevolking, terwijl dit gemiddeld in Nederland 6% van de bevolking 0 tot 6 jaar is. Waar de kinderopvang door ouderbijdrage en rijksmiddelen wordt gefinancierd, subsidieert de gemeente (samen met een deel ouderbijdrage) de peuterspeelzalen. De peuterspeelzaal is van oudsher een voorziening ter voorbereiding op de basisschool met een educatief karakter. Lelystad telt in totaal 24 peuterspeelzalen. Op dit moment vallen bijna alle peuterspeelzalen onder de Stichting Kindercentra Lelystad (SKL), er zijn nog 4 zogenaamde éénpitters 1. In de afgelopen vier jaar zijn er 4 peuterspeelzalen opgeheven, waarvan 3 éénpitters. Met name het behoud van gekwalificeerd personeel was voor deze peuterspeelzalen een reden om te sluiten (zie hoofdstuk 2.2.4, Waarborgen van kwaliteit). Van de 24 peuterspeelzalen in Lelystad zijn negen peuterspeelzalen aangemerkt als zogenaamde VVE-peuterspeelzalen. Hier wordt extra scholing en deskundigheid ingezet ten behoeve van de taal en talentontwikkeling van de peuters. De doelgroep van VVE is als volgt omschreven: een kind valt in de VVE-doelgroep indien: a) het kind een gewicht heeft volgens de gewichtenregeling in het onderwijs (gebaseerd op het opleidingsniveau van ouders); b) thuis niet of nauwelijks Nederlands wordt gesproken of; c) de leidster op basis van haar observatie tot het oordeel komt dat extra ondersteuning zinvol is. In bijlage 1 treft u de uitgebreide doelgroepbepaling aan. Hiermee wordt een basisaanbod aan peuterspeelzalen gerealiseerd. Soms kan het zijn dat door motorische, fysieke of sociaal emotionele problemen een peuter te veel aandacht nodig heeft, en niet past in het reguliere aanbod. Daarom heeft Lelystad naast de 24 reguliere en VVE peuterspeelzalen twee zogenaamde therapeutische peuterspeelzalen. Peuterspeelzaal Het Opstapje van Stichting Peuterspeelzaal Extra Lelystad (SPEL) heeft 22 kindplaatsen en is gericht op kinderen met motorische en fysieke problemen en achterstanden. Peuterspeelzaal De Muizefant van de SKL heeft 16 kindplaatsen en is gericht op kinderen met sociaal emotionele problemen of achterstanden. Deze peuterspeelzalen ontvangen zowel een reguliere peuterspeelzaalsubsidie, als een aanvullende subsidie om het bijzondere aanbod te kunnen realiseren. 1 Een éénpitter wil zeggen dat de gehele organisatie uit één peuterspeelzaal bestaat. 5

6 Hieronder wordt meer specifiek ingegaan op de analyse ten aanzien van de nota Groei! en de kinderopvang GROEI! In de periode van is het beleid ten aanzien van VVE en peuterspeelzaalwerk in de nota Groei! uiteengezet. De volgende doelstellingen zijn in de nota geformuleerd: 1. Taalontwikkeling: het taalniveau van de doelgroep gelijk te brengen aan het niveau van de andere kinderen bij het verlaten van groep 2 van de basisschool. 2. Competentieontwikkeling: de competenties zoals zelfstandigheid, omgaan met anderen, hulp durven vragen en initiatief nemen zowel binnen VVE zalen en scholen als ook thuis extra te stimuleren. Eén instrumentele doelstelling: 3. Signaleren en preventie: leidsters en leerkrachten ondersteunen opdat zij tijdig achterstanden en mogelijke problemen signaleren bij hun peuters en kleuters. En twee randvoorwaardelijke doelstellingen: 4. Bereiken van peuters en kleuters: het vaststellen van een ambitieniveau ten aanzien van het bereik van regulier peuterspeelzaalwerk, VVE op de peuterspeelzalen en op de basisscholen. 5. Waarborgen van kwaliteit is het waarborgen van de kwaliteit van de reguliere peuterspeelzalen, van de uitvoering van het programma Kaleidoscoop en van de medewerkers. Om de doelstellingen van de nota Groei! te realiseren zijn de afgelopen jaren verschillende maatregelen getroffen. Deze worden in de volgende paragrafen toegelicht en geanalyseerd Taal- en competentie ontwikkeling In het kader van VVE wordt in Lelystad in de voor- en vroegschoolse periode gewerkt met één programma (Kaleidoscoop) en drie methodes (Instapje, VVE-taallijn en Boekenpret) die alle zijn opgenomen in de databank effectieve jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut (NJI) 2. Daarnaast wordt extra taalondersteuning geboden door de inzet van NT2 (Nederlands als 2 e Taal) docenten. Er zijn naast de uitvoering van deze programma s vele stappen gezet op het gebied van VVE, hiervoor verwijzen wij naar bijlage 2. TABEL 1: AANBOD VOOR KINDEREN VAN 1-6 JAAR IN LELYSTAD. Doelgroep 1-2 jaar 2-4 jaar 4-6 jaar 6+ jaar Groepsvoorziening voor Kaleidoscoop Kaleidoscoop VVE-doelgroep kinderen Boekenpret Boekenpret Boekenpret VVE-taallijn Individuele voorziening voor de doelgroep Instapje NT2 NT

7 Instapje en het consultatiebureau Regulier peuterspeelzaalwerk begint op de leeftijd van 2 jaar, VVE peuterspeelzalen vanaf 2,5 jaar. In de nota Groei! is geconstateerd dat het goed zou zijn voor een aantal kinderen dat al eerder begonnen wordt met het stimuleren van de ontwikkeling. Daarom is gekozen voor het project Instapje. Dit project wordt uitgevoerd door het consultatiebureau (Icare) en de Stichting Kindercentra Lelystad (SKL). De Instapje-medewerkers brengen gedurende 26 weken wekelijks een huisbezoek aan moeder/vader en kind (1-2 jaar). Tijdens deze huisbezoeken leren ouders om te spelen met het kind (spelen stimuleert de ontwikkeling) en wordt het belang van de Nederlandse taal onderstreept. Het project richt zich op de VVE doelgroep. Er zijn inmiddels 40 gezinnen aangemeld, hiervan zijn 23 gezinnen ook daadwerkelijk gestart met Instapje. Op dit moment zijn er nog geen gezinnen die het hele traject hebben afgerond. Hierdoor heeft er nog geen evaluatie plaatsgevonden. De relatie tussen consultatiebureau en peuterspeelzaalwerk is daarmee versterkt. In het kader van het Armoedebeleid 3 voert het consultatiebureau sinds 2010 bovendien een extra toets uit op basis van het Armoede Risico Profiel (ARP, zie bijlage 3). Consultatiebureaus zijn zich hierdoor meer bewust van de armoedeproblematiek in de gezinnen. Zij signaleren actief risico s zoals ontwikkelingsachterstanden en achterstanden in de taalbeheersing. Op basis hiervan worden gezinnen voor Instapje geselecteerd of wordt actief doorverwezen naar de peuterspeelzaal. Dit is een expliciet aandachtspunt in de gesprekken die het consultatiebureau voert met ouders. Kaleidoscoop Er is gekozen voor één VVE-programma voor alle peuterspeelzalen en scholen die deelnemen aan VVE. Kaleidoscoop is een educatief programma dat zich richt op de brede ontwikkeling van kinderen, met speciale aandacht voor hun taalontwikkeling. In 2010 zijn er 9 peuterspeelzalen en 11 scholen in het primair onderwijs die Kaleidoscopisch werken (zie bijlage 4). Daarnaast is in 2010 een pilot gestart waarin VVE (Kaleidoscoop) wordt aangeboden op kinderdagverblijf de Kiekendiefjes, De Tovertuin en Ziezo. Uit Amerikaans onderzoek naar peuters die hebben deelgenomen aan High/Scope 4 blijkt dat na 36 jaar de kinderen onder andere een hogere opleiding hebben genoten en meer verdienen. De onderzoekers concludeerden dat hoogwaardige voorschoolse programma s voor jonge kinderen die in armoede leven bijdragen aan hun intellectuele en sociale ontwikkeling, aan hun schoolsucces en hun economische prestatie. Dat klinkt veelbelovend. Echter, High/Scope is een voorschoolsprogramma dat: 1. zorg en educatie Het VVE-programma Kaleidoscoop is een vertaling van het Amerikaanse programma High/Scope. Het is een educatieve methode voor jonge kinderen in de leeftijd van 2½ tot 6 jaar. Actief leren is de kern van Kaleidoscoop. Kinderen verkennen, verbreden en verdiepen hun kennis en ervaringen in interactie met de leidsters en leerkrachten. Het programma gaat uit van de mogelijkheden, de motivatie en het eigen initiatief van kinderen en bevordert hun zelfstandigheid. Belangrijke elementen binnen de methode zijn een rijke en geordende leeromgeving, een vast dagschema, interactie tussen de beroepskracht en de kinderen, observatie van de kinderen en betrokkenheid van ouders. Het wordt in Lelystad ingezet als aanvulling op het reguliere aanbod en wordt minimaal 4 dagdelen aangeboden Meedoen is mogelijk. Integraal armoedebeleid gemeente Lelystad. 4 High/Scope Educational Research Foundation, The High/Scope Perry preschool study through age 40, Ypsilanti, Michigan

8 combineert en 2. bijdraagt aan de ontwikkeling van jonge kinderen en: 1. gerund wordt door leerkrachten met een bachelor diploma (universitair) en een onderwijs bevoegdheid; 2. per leerkracht worden gemiddeld acht kinderen bediend; 3. het programma richt zich specifiek op kinderen van ouders met een lage opleiding, die geen of beperkte beroepskwalificatie hebben en klein behuisd zijn; 4. gedurende twee schooljaren kinderen in de leeftijd van 3 en 4 jaar dagelijks bereikt, vijf dagen per week, 2,5 uur per dag; 5. waar de leerkracht wekelijks met de ouders thuis spreekt over de voortgang. Het Nederlandse programma Kaleidoscoop is een bewerking van dit Amerikaanse programma, waarbij niet alle onderdelen even sterk naar voren komen. Zo wordt in Nederland wel de norm van 8 kinderen per beroepskracht gehanteerd, maar krijgt de oudercomponent minder aandacht. De leidsters zijn hier MBO/ HBO geschoold en het programma wordt 4 in plaats van 5 dagdelen aangeboden. Daarbij is het strikt methodisch werken in de Verenigde Staten sterker verankerd dan in het Nederlandse sociale domein, waardoor het moeilijker is de werkzame bestanddelen in de methodiek te borgen. Het zijn vooral de basisscholen die in toenemende mate vraagtekens zetten bij de effectiviteit van het Kaleidoscoop. Zeker gezien de forse tijdsinvestering die voor (onderdelen van) het programma gevraagd wordt, zoals het invullen van de Kind Observatie en Registratie (KOR). De vraagtekens komen mede voort uit het rapport van KPC Als de Nederlandse taal onvoldoende is 5. Een van de uitkomsten van dit rapport is dat 1 op de 10 Lelystadse leerlingen niet of nauwelijks in het Nederlands aanspreekbaar is op het moment dat zij instromen in groep 1 van de basisschool. Dit concentreert zich op 5 scholen waar 1 op de 3 leerlingen niet of nauwelijks in het Nederlands aanspreekbaar is. Hoewel er een voorbehoud gemaakt kan worden bij de gehanteerde methodiek van het onderzoek, geeft het wel een duidelijk signaal over het instroomniveau van kleuters in het primair onderwijs of in ieder geval over de beleving van de professionals in het primair onderwijs. Er blijven dus kinderen met forse taal achterstanden op school komen, ook als ze de (VVE-) peuterspeelzaal wel hebben gevolgd. Tenslotte blijkt het in de praktijk voor peuterspeelzalen en scholen lastig om altijd aan de randvoorwaarden te voldoen. Zo blijkt het door ziekte/vervanging niet altijd mogelijk om voldoende geschoolde krachten beschikbaar te hebben. Het rijk heeft in 2006 de financiering van VVE voor de basisscholen gewijzigd. De middelen komen niet meer via de gemeente bij de schoolbesturen, maar de schoolbesturen ontvangen de VVE middelen rechtstreeks van het ministerie van OCW. VVE op de basisscholen is thans dus formeel de verantwoordelijkheid van de schoolbesturen. De schoolbesturen ontvangen een bijdrage van het Rijk voor het voeren van onderwijsachterstandenbeleid verdisconteerd in de lumpsum op basis van de samenstelling van de leerlingenpopulatie. De meeste gemeente in Nederland hebben de VVE-middelen voor de scholen afgebouwd. In Lelystad is gekozen om schoolbesturen, naast de middelen die zij van het rijk ontvangen op basis van inhoudelijke afspraken, extra te financieren vanuit de middelen voor VVE in de voorschoolse periode. Het gevolg is echter dat het daardoor te veel lijkt alsof de keuzes ten aanzien van de 5 Reitsma, M., Spliethoff, F., Als de Nederlandse taal onvoldoende is, een prevalentie-onderzoek naar vierjarige taalzwakke leerlingen in Lelystad. KPC Groep. 8

9 invulling van de vroegschoolse periode van VVE een gemeentelijke verantwoordelijkheid is. En dat scholen ervaren dat de gemeente bepaald in plaats van dat zijzelf ondersteund worden om het juiste aanbod te bieden aan de populatie op de scholen. VVE-taallijn Naast de Kaleidoscooptraining wordt de VVE-taallijn door de PABO aangeboden. Dit is een methode om de deskundigheid van professionals te bevorderen. De VVE-leidsters nemen verplicht deel aan de taallijn om het VVE-programma te versterken op het gebied van taalstimulering. De taallijn bestaat uit een aantal losse scholingsmodules 6. Boekenpret Het programma Boekenpret wordt in de voor- en vroegschoolse periode ingezet voor taalstimulering. Het programma behelst een steeds wisselende aanvulling op het basisaanbod van boeken op de peuterspeelzaal/school. Het is vooral gericht op gezinnen waar weinig aandacht is voor (voor) lezen. De winst van Boekenpret zit in de combinatie van aandacht voor het lezen thuis en aandacht voor het lezen op de peuterspeelzaal of op school. Om ouderbetrokkenheid te combineren met taalontwikkeling is Boekenpret sinds 2010 gekoppeld aan de pilot Verteltassen. Verteltassen is een methode waarbij ouders op school worden uitgenodigd om gezamenlijk een verteltas te maken. Dit is een aantrekkelijk vormgegeven tas gevuld met een prentenboek, een bijbehorend informatief boek en verschillende soorten spelmateriaal. Kinderen, ouders en professionals werken zo op speelse wijze aan doelen als taalontwikkeling en leesbevordering. Door Boekenpret aan Verteltassen te koppelen wordt taalontwikkeling en ouderbetrokkenheid gekoppeld, zodat er meer vertrouwen is dat Boekenpret een effectieve interventie is. NT2-begeleiding/ Schakelklas Na de voorschoolse periode gaan kinderen naar het primair onderwijs. Indien een leerling onvoldoende kennis heeft van de Nederlandse taal om deel te kunnen nemen aan het reguliere onderwijs, kunnen scholen deze leerlingen aanmelden bij de NT2-begeleiding. Deze begeleiders hebben hun expertise op het aanleren van Nederlands als 2 e Taal. Vijf NT2 docenten die werkzaam zijn bij de FlevoMeer Bibliotheek screenen 7 en begeleiden de leerlingen. Als een kind in aanmerking komt voor NT2-begeleiding dan blijft het kind deelnemen aan het reguliere onderwijs, maar krijgt het daarnaast begeleiding tijdens de schooluren. De gemiddelde toename van de woordenschat van deze leerlingen was in de begeleiding 200 woorden per maand. Het bereik van NT2-begeleiding is sinds 2006 fors gestegen. Met de extra taalondersteuning (NT2 docenten) zijn in leerlingen begeleid op inmiddels 25 basisscholen. Met de extra taalondersteuning (NT2 docenten) zijn in leerlingen begeleid op inmiddels 20 basisscholen. Deze toename is enerzijds te danken aan het feit dat scholen steeds meer bekend raken met de NT2 begeleiding. Anderzijds neemt het aantal leerlingen dat direct uit het buitenland komt toe. De spreiding van de leerlingen die direct uit het buitenland komen, over deze 20/ 25 scholen betekend ook dat de scholen niet in aanmerking kwamen voor de subsidie 6 Interactief voorlezen van verhalende prentenboeken in peutergroepen, gesprekken met peuters, werken aan woordenschat, ouderbetrokkenheid in peutergroepen met behulp van een gezinsportfolio en peuters en ICT. 7 Screening gebeurd obv de Taaltoets Alle Kinderen (TAK-toets). 9

10 vanuit het Ministerie. Die kan namelijk pas worden aangevraagd vanaf 4 leerlingen op een school. Ook is er een groei te zien in het aantal aanmeldingen voor NT2-begeleiding van leerlingen waarbij Nederlands de eerste taal is. Om de groei te kunnen opvangen is er meer geïnvesteerd in deze NT2-begeleiding. Desondanks zijn in 2010 toch weer wachtlijsten ontstaan en worden niet alle leerlingen twee keer per week begeleid. De verwachting is dat de stijging van het aantal aanmeldingen zich de komende jaren voort zal zetten Signaleren en preventie In de vorige paragraaf ( onder Instapje) is reeds aandacht besteed aan het belang van het signaleren van risico s zoals ontwikkelingsachterstanden en achterstanden in de taalbeheersing, de rol van het consultatiebureau daarbij en de toeleiding van VVE-doelgroepkinderen naar de peuterspeelzaal. In deze paragraaf wordt specifieker ingegaan op de zorgstructuur in de voorschoolse periode. Omdat in de nota Groei! is geconstateerd dat de signalering in de voorschoolse voorzieningen in Lelystad onvoldoende ontwikkeld was is er gestart met de pilot Vroegsignalering. In samenwerking met het CMO (Centrum Maatschappelijke Ontwikkeling) is de pilot Vroegsignalering uitgevoerd met als doel het verbeteren van de keten van observeren, signaleren en opvolging (verbeteren doorlopende zorglijnen bij kinderen van 0-4 jaar) in met name peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. Hiermee is geïnvesteerd in het signalerend vermogen van de leidsters en gekeken hoe zij daarbij ondersteund kunnen worden vanuit bijvoorbeeld het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Op dit moment is de zorgstructuur van de voorschoolse voorzieningen nog onvoldoende ontwikkeld Bereiken van peuters en kleuters De doelstelling voor het bereik van VVE is vastgesteld op het bereiken van 70% van de doelgroeppeuters en 65% van de doelgroepkleuters. In 2009 wordt naar schatting 62% (n=165) van de doelgroep peuters bereikt door het voorschoolse aanbod dat wordt aangeboden op 9 VVE-peuterspeelzalen. In 2007 was dit percentage nog 32%. In de vroegschoolse periode was het bereik in 2009 op de 11 VVE basisscholen 63% (n=159) van de VVE-doelgroepkleuters. In 2007 was dit percentage nog 57%. Er is dus een stijging in het bereik waarneembaar, echter de gestelde doelstelling van 70% is niet gehaald. De belangrijkste oorzaak voor het niet bereiken van de doelstelling is de landelijke trend in de terugloop van het aantal peuters in het peuterspeelzaalwerk. Deze trend is sinds 2007 ook in Lelystad waarneembaar (zie figuur 1). De opkomst van kinderopvang en de aantrekkelijkheid van kinderdagverblijven voor ouders speelt hierin een grote rol (zie paragraaf 2.3). 10

11 FIGUUR 1: AANTAL KINDPLAATSEN PER JAAR VANAF 2001 T/M 2010 PEUTERSPEELZALEN LELYSTAD aantal kindplaatsen Om te achterhalen hoe het bereik van VVE verhoogd kan worden, heeft mevr. H. Arkhouch van de Hogeschool van Amsterdam onderzoek gedaan naar de communicatiemethoden met de VVEdoelgroep 8. Er zijn verkennende gesprekken gevoerd met ouders die hun kind wel, of juist niet naar de peuterspeelzaal/kinderdagverblijf brachten. Uit deze gesprekken blijkt dat bijna alle ondervraagde ouders aangeven overtuigd te zijn dat hun kind geen taalachterstand oploopt. Daarnaast wordt door ouders het belang van de voorzieningen om een bijdrage te leveren aan taalontwikkeling onderschat. De ondervraagden geven aan zelf voldoende Nederlands te beheersen of zelf ook niet met de Nederlandse taal te zijn groot gebracht, maar daardoor geen achterstand te hebben opgelopen. Uit het onderzoek van mevr. H. Arkhouch blijkt dat de beleving van de ouders over de risico s van taalachterstand sterk afwijkt van het beeld dat de professionals hebben over de taalachterstanden voor deze kinderen. De overweging voor ouders om hun kind niet naar de peuterspeelzaal/kinderopvang te brengen is onder meer dat ouders de opvoeding zelf in de hand willen hebben, waarbij ze het kind eigen normen en waarden willen aanleren. Ook speelt mee dat het binnen families niet de norm is om kinderen naar een peuterspeelzaal/kinderdagverblijf te brengen. Daarnaast spelen de hoge kosten een rol. Ouders die hun kind nu niet naar de peuterspeelzaal/kinderopvang brengen zouden dat wel doen als de kosten lager zijn, er meer kleur en diversiteit is, de groepen kleiner zijn zodat er meer aandacht is voor de kinderen en er meer rekening wordt gehouden met cultuur en godsdienst van het kind. Er is vervolgens veel geïnvesteerd in het versterken van de toeleiding en de communicatie met de doelgroep. Er is een algemene folder ontwikkeld met informatie over peuterspeelzaalwerk in het algemeen en VVE in het bijzonder. Er is geprobeerd met een strippenkaart ouders uit te nodigen een kijkje te nemen in de peuterspeelzaal. En tevens is de financiële drempel voor ouders inmiddels vrijwel geheel weggenomen. Deelname aan VVE is gratis voor doelgroepkinderen van ouders met een belastbaar inkomen van maximaal 2050,- per maand. Om het bereik verder te vergroten is daarnaast gestart met het een pilot waarin VVE in de kinderopvang wordt aangeboden. Door de populariteit van de kinderopvang bevinden zich hier steeds meer VVE doelgroepkinderen. De pilot wordt uitgevoerd op kinderdagverblijf de Kiekendief in de Zuiderzeewijk. De pilot loopt te kort om de resultaten ervan in deze nota mee te nemen. 8 Arkhouch, H. (2009). Communiceren met allochtone ouders over de voorschoolse periode. Hogeschool van Amsterdam. 11

12 De consequentie van bovengenoemde investeringen in de toeleiding blijkt vooral een verschuiving van de doelgroep peuters van reguliere peuterspeelzalen naar VVE peuterspeelzalen, omdat de ouders dan voor extra financiering in aanmerking kwamen. Door deze verschuiving en een afnemend aantal kinderen in het peuterspeelzaalwerk (waarbij met name de kinderen van werkende ouders naar het kinderdagverblijf gaan) ontstaat een hoog percentage doelgroepkinderen op de VVE-peuterspeelzalen. Er is sprake van een sterke en zorgwekkende segregatie. TABEL 2: PERCENTAGE DOELGROEPPEUTERS OP DE VVE-PEUTERSPEELZALEN IN VVE-peuterspeelzaal Percentage doelgroep Kiekeboe 44,0 Kabouterbos 64,2 Dolfijntjes 2 64,8 Dolfijntjes 1 70,1 Lepelaar 72,6 Finnjol 73,9 Zeehondje 79,7 Jip en Janneke 93,9 Pino 95,5 Gemiddeld 73,2 Op de drie peuterspeelzalen, Jip en Janneke, Pino en Zeehondje, is door deze eenzijdige populatie de problematiek van de peuters zo groot (drukke peuters, geen Nederlands spreken) dat de normaalste handelingen zoals het opruimen, ophangen van de jassen of het in een kring gaan zitten zoveel energie vergt en er minder gerichte aandacht is voor taalontwikkeling. Om de kwaliteit ook hier te kunnen handhaven is op deze drie peuterspeelzalen een extra leidster ingezet voor 2 dagdelen. Gekeken moet worden of daarmee de effectiviteit op deze zalen kan worden vergroot Waarborgen van kwaliteit Inmiddels zijn er een aantal aspecten met betrekking tot het waarborgen van kwaliteit voorbij gekomen in de voorgaande paragrafen. De randvoorwaarden met betrekking tot de kwaliteit en de inhoud van Kaleidoscoop zijn reeds genoemd. Ook de problematiek met betrekking tot de segregatie in de voorschools periode is besproken. Het opleidingniveau van de leidsters is in de peuterspeelzaalverordening geregeld. Het blijkt met name voor de éénpitters lastig om personeel vast te houden en dit is dan ook een reden dat enkele éénpitters de afgelopen periode zijn gestopt. Voor de SKL is het als grootste aanbieder van peuterspeelzaalwerk in Lelystad (20 van de 24 peuterspeelzalen) door de schaalgrootte geen probleem aan deze kwaliteitseis te voldoen. De kwaliteitsnormen voor regulier peuterspeelzaalwerk zijn de afgelopen beleidsperiode vastgelegd in de peuterspeelzaalverordening. Hiermee is een basis gelegd om de kwaliteitseisen van het reguliere peuterspeelzaalwerk te borgen. In principe worden alle peuterspeelzalen jaarlijks door de GGD geïnspecteerd. Ook is het vereiste opleidingniveau van de leidsters in de peuterspeelzaalverordening vastgesteld. De eisen uit de gemeentelijke verordening zijn nu in de wet OKE opgenomen (zie hoofdstuk 3). Dit overigens met uitzondering van de eisen die aan de binnen en buitenspeelruimte worden 12

13 genoemd. Deze eisen moeten wederom in een peuterspeelzaalverordening per gemeente worden vastgesteld. De nieuwe verordening is in de bijlage KINDEROPVANG Eind 2009 zijn er 29 kinderdagverblijven in Lelystad en zullen er in 2010 naar schatting 225 gastouders zijn. Net als bij het peuterspeelzaalwerk is SKL de grootste aanbieder met 15 kinderdagverblijven. Gevolgd door SFK (Stichting Flevolandse Kindercentra) met drie kinderdagverblijven. De gemeente Lelystad kent op dit moment geen gericht kinderopvangbeleid. In 2009 is een discussienota Kinderopvang opgesteld, waarin een situatieschets van de kinderopvang in Lelystad wordt gegeven. Twee belangrijke ontwikkelingen komen daaruit naar voren: a) de groeiende wachtlijsten in de kinderopvang en b) de verschuiving van peuterspeelzaalwerk naar kinderopvang. Het is een gemeentelijke verantwoordelijkheid om het voorzieningenniveau in de stad op peil te houden. Dit geldt ook voor kinderopvanglocaties. Onder kinderopvang wordt in de wet verstaan: het bedrijfsmatig opvangen en mede opvoeden van kinderen (dagopvang, buitenschoolse opvang, gastouderopvang en ouderparticipatie crèche). Kinderopvang door buren, familie of vrienden, peuterspeelzalen of overblijfmogelijkheden (tussenschoolse opvang) voor schoolgaande kinderen zijn geen formele vormen van opvang en vallen niet onder de wet. Werkende ouders komen sinds 2005 in aanmerking voor een rijksvergoeding van een deel van de kosten van kinderopvang. Door deze fiscale regeling is het voor ouders financieel aantrekkelijk om te gaan werken en de kinderen onder te brengen bij een kinderdagverblijf of in de gastouderopvang. Dit heeft een explosieve groei van de vraag naar kinderopvang tot gevolg. Hoewel het aanbod ook is gegroeid sluit dit niet volledig aan op de vraag naar kinderopvang. Dit heeft met name betrekking op geografische voorkeurslocaties. Met het oog op de aangekondigde bezuinigingen is onzeker of de vraag naar kinderopvang blijft stijgen. Doordat kinderdagverblijven betaalbaar zijn geworden, kinderen per dagdeel langer opgevangen kunnen worden en dit in sommige gevallen goedkoper is dan peuterspeelzaalwerk, is er een verschuiving waarneembaar van kinderen die voorheen naar de peuterspeelzaal gingen die nu naar de kinderopvang gaan. Deze trend is ook in Lelystad te zien (zie figuur 1, paragraaf 2.2.3). Naar verwachting zullen als gevolg van de kabinetsplannen (Begroting 2011) deze stromen weer wijzigen. De ouderbijdrage voor kinderopvang gaat in 2011 omhoog. Dit werd afgelopen juni bekend met de publicatie van de amvb met de inkomenstabellen voor Het percentage dat ouders in de laagste inkomenscategorie zelf moeten bijdragen, stijgt van 3,5% in 2010 naar 8,5% in Deze eigen bijdrage gaat vanaf 2012 nog verder omhoog. Hoe precies wordt later bekend gemaakt. 13

14 2.4. CONCLUSIE In de periode van is het beleid ten aanzien van VVE en peuterspeelzaalwerk in de nota Groei! uiteengezet. Er is veel in gang gezet in deze periode. Er is een dynamiek tot stand gekomen waar we nu met elkaar op kunnen voortborduren. Belangrijke conclusies die daarbij getrokken kunnen worden, zijn: 1. De relatie tussen het consultatiebureau en peuterspeelzalen is de laatste jaren versterkt. Niet alleen door het project Instapje, waarin beide organisaties samenwerken om ouders van kinderen in de leeftijd 1 tot 2 jaar thuis te bezoeken. Maar ook door de invoering van het Armoede Risico Profiel, waardoor consultatiebureaus nog bewuster taal- en ontwikkelingsachterstanden signaleren. 2. Daarnaast is in Lelystad gekozen om op alle VVE peuterspeelzalen en VVE scholen één programma te gebruiken. Maar het draagvlak voor Kaleidoscoop blijkt met name in het basisonderwijs gering. Een aantal scholen geeft aan het werken met Kaleidoscoop moeilijk te kunnen verenigen met het opbrengstgericht werken binnen de school. Daarbij geldt dat de verantwoordelijkheid voor VVE in het basisonderwijs expliciet bij de schoolbesturen ligt. Voor het voorschoolse VVE is de gemeente verantwoordelijk. Herbezinnen op de gekozen doorlopende lijn van 2 tot 6 jaar dient in het licht van deze gewijzigde verhoudingen overwogen te worden. 3. Uit de analyse blijkt dat de huidige manier waarop Kaleidoscoop in Lelystad wordt uitgevoerd op belangrijke punten verschilt van het Amerikaanse High/Scope. Een succesfactor binnen High/Scope in Amerika is de investering die daar plaats vindt om ouders bij de ontwikkeling van het kind te betrekken. Daar is wekelijks contact met de ouders over de voortgang. Het verbinden van het schoolmilieu met het thuismilieu dient een veel sterkere impuls te krijgen. De effectiviteit van de methodiek kan daarmee worden vergroot. 4. Ook valt op dat in de voorschoolse periode steeds meer kinderen naar de kinderopvang gaan en minder naar de peuterspeelzaal. Voor een deel blijkt ook de doelgroep voor VVE (peuters met laagopgeleide ouders en/of peuters die thuis geen Nederlands spreken) meer naar het kinderdagverblijf te gaan. Vooruitlopend op harmonisatie is daarom begonnen met het aanbieden van VVE in het kinderdagverblijf. Een groot deel van de doelgroepkinderen blijft echter juist op de peuterspeelzaal. Daarmee verworden de peuterspeelzalen steeds meer tot plaatsen waar voornamelijk kinderen van laagopgeleide, niet werkende ouders samen komen. De segregatie heeft op peuterspeelzalen in Lelystad een dusdanige extreme omvang gekregen, met percentages doelgroepkinderen tussen 64,2% en 95,5 % 9 dat het op basis van wetenschappelijke inzichten bijna een onmogelijke opgave is voor deze peuterspeelzalen om deze kinderen zonder taalachterstand af te leveren bij het basisonderwijs. Door deze problematiek, die schadelijk is voor de talentontwikkeling van het kind op jonge leeftijd, is een fundamentele heroriëntatie op de voorschoolse educatie noodzakelijk. 5. Als laatste is er in de analyse van het huidige beleid aandacht besteed aan de NT2 begeleiding zoals de bibliotheek deze nu verzorgt. Het aantal leerlingen dat hiervoor wordt 9 Een relatief gunstige uitzondering is de peuterspeelzaal die maar 44% doelgroepkinderen heeft. 14

15 aangemeld, is enorm gegroeid. Zowel het aantal leerlingen van vier en vijf jaar, als ook het aantal leerlingen dat rechtstreeks uit het buitenland komt. Voor kinderen die uit het buitenland komen, is er geen beleid op plaatsing op specifieke scholen die daar wellicht meer voor toegerust zijn. Om te komen tot een meer professionele en doelmatige inzet van de lokale onderwijs-infrastructuur voor deze specifieke doelgroep, is clustering bij de scholen die deze specifieke begeleiding aanbieden gewenst. Bijkomend voordeel is dat de scholen dan gebruik kunnen maken rijkssubsidie voor deze doelgroep. 15

16 3. LANDELIJKE ONTWIKKELINGEN Er is een drietal landelijke ontwikkelingen die van invloed zijn op het beleid ten aanzien van de voorschoolse voorzieningen en VVE. Een eerste ontwikkeling is de invoering van de wet OKE, een belangrijke wetswijziging op het gebied van voorschoolse voorzieningen. Ook de wijziging in de Wet Kinderopvang is van invloed op de inrichting van de voorschoolse periode. Ten slotte is er de brede heroverweging van het rijksbeleid WET OKE Met ingang van 1 augustus 2010 is de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (OKE) in werking getreden. Dit betekent dat kinderopvang en peuterspeelzaalwerk financieel en kwalitatief worden geharmoniseerd. Gemeenten werden in 2002 verantwoordelijk gemaakt voor de inzet van middelen voor voor- en vroegschoolse educatie in het gemeentelijke budget voor de bestrijding van onderwijs achterstanden. In 2006 is de verantwoordelijkheid voor de voorschoolse educatie bij gemeenten gebleven, maar is de verantwoordelijkheid voor vroegschoolse educatie naar scholen gegaan. Het doel van de Wet OKE is voor jonge kinderen in peuterspeelzalen en kindercentra een veilige, stimulerende omgeving te creëren waarbij medewerkers in staat zijn om een risico op een taalachterstand in het Nederlands te signaleren en dat effectief aan te pakken. De wet regelt de randvoorwaardelijke eisen die nodig zijn om de voorschoolse voorzieningen te harmoniseren en te integreren. Hiertoe wordt een drietal maatregelen genomen. 1. Kwaliteitsimpuls voor peuterspeelzalen: de kwaliteit van de peuterspeelzalen was de afgelopen jaren in gemeentelijke verordeningen geregeld. Hierdoor zijn in het land grote lokale verschillen in de aansturing en uitvoering. Het ministerie van OCW wil de kwaliteit van alle peuterspeelzalen verhogen naar het niveau van de kinderopvang. Het gaat hierbij vooral om de fysieke eisen zoals opleidingsniveau en maximale groepsgrootte. De eisen zijn opgenomen in de rijksbeleidsregel Kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 2. Financieel toegankelijke peuterspeelzalen: het rijk wil met de inwerkingtreding van de nieuwe wet OKE garanderen dat de kosten geen belemmering vormen voor de doelgroepkinderen om deel te nemen aan een VVE-programma, zowel op de peuterspeelzaal als op de kinderopvang. De ouderbijdrage voor VVE mag maximaal de bijdrage zijn die ouders zouden betalen als zij onder de wet kinderopvang zouden betalen. 3. Breder en beter aanbod van VVE, verbetering van toeleiding: de bedoeling is dat alle doelgroepkinderen in de leeftijdscategorie van 2 tot 4 jaar worden bereikt en dat ze vier dagdelen kunnen deelnemen aan een ontwikkelingsgericht VVE-programma. Hierbij is het door de rijksoverheid noodzakelijk geacht om gebruik te maken van VVE-programma s van bewezen kwaliteit en dat de programma s onder goede condities moeten worden uitgevoerd 10. In de nieuwe wet OKE wordt een aantal kwaliteitseisen gesteld aan peuterspeelzaalwerk en aan VVE. Door de inzet die er in de afgelopen beleidsperiode is geweest, voldoet Lelystad aan deze eisen. De enige eis waaraan in Lelystad op dit moment nog niet wordt voldaan is de 10 besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie opgesteld 16

17 ouderbijdrage voor deelname aan VVE. Op dit moment betalen alleen ouders van VVEdoelgroepkinderen maximaal de ouderbijdrage die zij zouden betalen als zij van kinderopvang gebruik zouden maken. In de wet OKE krijgt de maximering van de ouderbijdrage een bredere reikwijdte: het betreft dan alle kinderen die voorschoolse educatie volgen in een peuterspeelzaal in plaats van alleen de doelgroepkinderen. Landelijk vindt hierover echter nog discussie plaats. De Wet regelt ook dat de Inspectie van het onderwijs de rol van toezichthouder VVE krijgt. Het toezicht wordt uitgevoerd op basis van een waarderingskader (zie bijlage 6). Eerst vindt een bestandsopname plaats, een soort nul meting. Het VVE-toezicht in het kader van de bestandsopname is getrapt georganiseerd. Het eerste aangrijpingspunt is de gemeente. Dit omdat gemeenten de mogelijkheid hebben een eigen inkleuring aan VVE te geven. Beschreven wordt op welke manier elke gemeente dat gedaan heeft. Bij die gemeentelijke beschrijving wordt ook aangegeven op welke punten verbeteringen wenselijk zijn. Het is vervolgens aan de actoren op gemeentelijk niveau om die verbeteringen al dan niet door te voeren WET KINDEROPVANG Sinds 1 januari 2005 is de Wet kinderopvang van kracht. De Wet kinderopvang wil het ouders of verzorgers makkelijker maken werk en zorg te combineren. Deze wet regelt de kwaliteit en financiering van de kinderopvang. Door de groei van de vraag naar kinderopvang is de kwaliteit ervan onder druk komen te staan en is een toenemende overschrijding van de rijksuitgaven ontstaan. Als gevolg van toegenomen kosten van de kinderopvang (deels door misbruik en oneigenlijk gebruik van gastouderopvang) is een kabinetsvoorstel opgesteld voor wijzigingen in de financiering van de kinderopvang. Per 1 januari 2010 zijn de wijzigingen ingevoerd. Het merendeel van de wijzigingen heeft betrekking op de gastouderopvang en op het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik. Om misbruik en oneigenlijk gebruik tegen te gaan, worden gastouderbureaus aan strenge eisen onderworpen. 17

18 3.3 REGEERAKKOORD In Vrijheid en verantwoordelijkheid - regeerakkoord VVD-CDA staat een tweetal passages die van invloed zijn op het beleid in deze nota. De eerste passage gaat over primair onderwijs en VVE: De kerntaak van basisscholen ligt bij taal en rekenen. Kinderen met een grote taalachterstand gaan met dwang en drang deelnemen aan vroeg- en voorschoolse educatie. Ouders zijn mede verantwoordelijk (ook financieel) voor de taalontwikkeling van hun kinderen. Voor de uitwerking betekent dit dat er de voorschoolse educatie structureel 50 miljoen extra beschikbaar is. Ook voor de schakelklassen/ summercourses wordt 50 miljoen extra beschikbaar gesteld. De tweede passage gaat over kinderopvang: Het kabinet blijft via de kinderbijslag ouders in de kosten van kinderen ondersteunen. De kindregelingen (kinderopvang en kindgebonden budget) staan in het teken van bevordering van de eigen verantwoordelijkheid van ouders. Het kabinet hecht aan goede en betaalbare kinderopvang. Na onstuimige groei van het deel dat de overheid bijdraagt aan kinderopvang, is een correctie nodig, zodat ouders proportioneel bijdragen. Ouders houden de keuze tussen georganiseerde opvang en gastouderopvang. Er zal bezuinigd gaan worden op de kinderopvang. De versobering van de kinderopvang levert met de bij voorjaarsnota voorgestelde wijzigingen 230 miljoen op in

19 4. DOELSTELLINGEN VAN BELEID De context van voorschoolse voorzieningen en VVE in Lelystad is in de voorgaande hoofdstukken geschetst. Daarbij is de centrale doelstelling voor deze nota zoals in de inleiding gesteld is: Hoe kunnen wij bijdragen in de optimale (talent)ontwikkeling van kinderen van 0 tot 4 jaar en zo goed mogelijk creëren van een doorlopende leerlijn met het primair onderwijs? Om de (talent)ontwikkeling daadwerkelijk te kunnen optimaliseren, wordt een viertal subdoelstellingen benoemd: 1. Het tegengaan van segregatie in de voorschoolse periode. Uit de analyse komt naar voren dat er sprake is van een zeer sterke segregatie in de voorschoolse periode, met name op de VVE peuterspeelzalen. In vergelijking met de kinderopvang nemen er meer kinderen van laag opgeleide ouders deel aan peuterspeelzaalwerk. Uit de literatuur blijkt dat indien er sprake is van segregatie, het bijna een onmogelijke opgave is voor de voorschoolse voorziening om kinderen zonder achterstand af te leveren bij het onderwijs. De socioloog Bowen Paulle heeft onderzoek gedaan naar segregatie in het onderwijs in New York en Amsterdam 11. Segregatie of uitsluiting vindt niet zo zeer plaats op basis van etniciteit of ras, maar op basis van sociaal economische factoren. Bowen Paulle komt tot de conclusie dat het onderwijs de plek is waar de meeste perspectieven liggen om het structurele probleem aan te pakken van overerving van armoede. Tientallen (internationale) studies hebben min of meer dezelfde conclusie getrokken: hoge concentraties van kinderen van arme, laag opgeleide ouders zorgen voor significante reducties in de kansen van alle leerlingen. Bovendien krijgen de buitengesloten kinderen bij gemengde groepen toegang tot kennis, ontwikkeling, maar ook tot het cultureel kapitaal waarmee makkelijker een volwaardige positie in de samenleving kan worden bereikt. Vandaar de gedachte dat om kinderen een optimale ontwikelingskans te bieden bij de start van de basisschool, de voorschoolse periode zo veel mogelijk zou moeten streven naar divers mogelijk samengestelde groepen (met name sociaal economisch, maar ook naar etniciteit en opleidingsniveau). Het tegengaan van segregatie is daarmee geen doel, maar een middel om voor de peuters een zo optimale uitgangspositie te geven bij de start van de basisschool. De vraag is vervolgens, wat een optimale samenstelling van de groepen zou zijn. Een heel klein percentage middenklassen kinderen helpt het klimaat op een school vol met arme kinderen niet veel. Het denken in termen van percentages kansarme en kansrijke leerlingen leidt dus tot vragen over magische verhoudingen. De magische verhouding is eigenlijk het punt waarop de maximale aanwezigheid van minderheden/buitengesloten kinderen aanwezig is, zonder dat de andere kinderen daar in hun prestaties door worden beïnvloed of het in de beeldvorming een rol gaat spelen. Volgens Kahlenberg (2001) blijkt deze verhouding rond de 60% te liggen. Mede aan de hand van diverse onderzoeken uit Amerika, kunnen 60% plus middenklassen kinderen maximaal 40% arme kinderen 'absorberen'. Maar vanwege de percepties van middenklassen 11 Paulle, B Voorbij de oude debatten z.j. 19

20 ouders, is het volgens Kahlenberg veiliger om op minstens 70% middenklassen en niet meer dan 30% arme kinderen te mikken. Kortom, scholen zijn, volgens Kahlenberg, scholen in balans. Daarbij is het op Lelystads niveau de kunst deze theoretische kaders te vertalen naar een werkbare invulling voor de praktijk van alledag, met name ten aanzien van de voorschoolse periode. In aansluiting hierop wordt overigens ook gekeken hoe het tegengaan van segregatie ook in de LEA een plek kan krijgen. 2. Verhogen van het bereik van de voorschoolse voorzieningen en VVE Jonge kinderen leren heel erg makkelijk. Dus als kinderen bijvoorbeeld een taalachterstand of een sociale achterstand hebben, is het verstandig om daar al op jonge leeftijd iets aan te doen. Dus vóórdat ze naar school gaan of in de kleutergroepen van de basisschool. Het is wetenschappelijk inmiddels ook aangetoond dat er in die jonge jaren de meeste winst te halen is. Door wetenschappelijk onderzoek weten we dat de eerste drie levensjaren van een kind ongelofelijk belangrijk zijn voor zijn lichamelijke, sociale en cognitieve ontwikkeling. Door (hersen)onderzoek weten we ook dat kinderen in hun eerste levensjaren het makkelijkst leren. De conclusie is dan snel getrokken: juist heel jonge kinderen moeten worden gestimuleerd zij moeten de kansen en mogelijkheden krijgen om zich te ontwikkelen. Die voorschoolse periode is dus een zeer kansrijke periode om te investeren in de ontwikkeling van kinderen. Op dit moment wordt met VVE in Lelystad ruim 60% van de doelgroep kinderen bereikt. Terwijl de Wet OKE uitgaat van het streven naar een bereik van 100%. Zeker om de talentontwikkeling van kinderen die het nodig hebben te kunnen stimuleren, is het nodig het bereik van de voorschoolse voorzieningen te versterken. 3. Versterken van de kwaliteit van de voorschoolse voorzieningen en VVE Hersenonderzoek toont aan dat de hersenen van een kind tussen zijn geboorte en zijn volwassenheid vier maal zo groot worden. Dat komt vooral omdat er meer verbindingen komen tussen hersencellen en tussen hersengebieden. Die verbindingen zijn zeer waardevol: ze bepalen hoe de hersenen op latere leeftijd functioneren. Hoe meer verbindingen, hoe beter de hersenen hun werk doen. Het probleem is dat die verbindingen echter niet automatisch ontstaan. Dat gebeurt pas als een kind opgroeit in een stimulerende omgeving. In een omgeving die weinig stimulerend is, ontstaan die verbindingen niet. Een uitdagende omgeving biedt meer kansen om nieuwe dingen te leren en om vaardigheden op te doen. Een goede omgeving voldoet in ieder geval aan de volgende voorwaarden: 1. de omgeving is veilig en biedt structuur; 2. de omgeving is stimulerend; 3. de omgeving is betekenisvol Op de VVE peuterspeelzalen en basisscholen wordt dit door middel van het programma Kaleidoscoop gerealiseerd. Daarbij worden kwaliteitseisen gesteld, die in de voorschoolse periode niet aan de reguliere peuterspeelzalen en kinderdagverblijven worden gesteld. De kwaliteit van het aanbod in de gehele voorschoolse periode dient dan ook verder versterkt te worden. Ondanks de randvoorwaarden die aan het peuterspeelzaalwerk in het algemeen en aan VVE in het bijzonder worden gesteld, blijkt dat nog steeds kinderen met grote (taal) achterstanden de basisschool binnen komen. Ook daarom is het vergroten van het bereik en het versterken van de 20

21 kwaliteit van met name de voorschoolse voorzieningen essentieel om de talentontwikkeling van de kinderen verder te optimaliseren. 4. Een ieder neemt zijn eigen verantwoordelijkheid Gemeenten, onderwijs instellingen en de instellingen van de voorschoolse voorzieningen hebben elk een eigen verantwoordelijkheid in deze voor- en vroegschoolse periode. Het is van belang deze verantwoordelijkheden helder te benoemen. En daar hoort ook een duidelijke overlegstructuur bij in de uitvoering SPEERPUNTEN VAN DE TOEKOMST De subdoelstelling kunnen worden omgezet in twee speerpunten voor de toekomst, te weten: 1. Harmonisatie en integratie van de peuterspeelzaal en kinderopvang; 2. Versterken educatief partnerschap en de zorgstructuur in de voorschoolse periode. En een derde speerpunt, tevens randvoorwaarde daarbij: 3. Kiezen voor een gemeentelijke focus op de voorschoolse periode Harmonisatie en integratie van Peuterspeelzaal en kinderopvang Om in de voorschoolse periode segregatie tegen te gaan en een mix van kinderen met verschillende achtergronden te hebben is harmonisatie en integratie van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang noodzakelijk. Harmoniseren betekent dat op alle voorschoolse voorzieningen een hoogwaardig pedagogisch en educatief aanbod beschikbaar is. Door voorschoolse voorzieningen te integreren ontstaan kindercentra (0-4) die toegankelijk zijn voor alle kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar, ongeacht het gezin waar zij uitkomen (tweeverdieners- of kostwinnersgezin). Ze moeten de ontwikkeling van de peuters in de breedste zin van het woord stimuleren. Om daarbij het bereik van voorschoolse educatie te vergroten is het van belang VVE programma s breder te gaan aanbieden. Hierdoor beginnen kinderen beter voorbereid aan de basisschool waardoor achterstanden en uitval tegengegaan kan worden. Dit in lijn met zoals in de grotere gemeenten (G32) hierover wordt nagedacht, zoals de notitie in de bijlage (zie bijlage 7) laat zien. Wat we uiteindelijk voor ogen hebben is een kindcentrum voor kinderen van 0 tot 12 jaar, waarbij met een Kindcentrum een voorziening wordt bedoeld die alles biedt wat voor kinderen van belang is: van consultatiebureau, kinderdagopvang/voorschoolse opvang/peuterspeelzaal, voorschool, onderwijs, tussenschoolse en buitenschoolse opvang tot sport- en beweeg- en zorgvoorzieningen. Dit optimaliseert de onderlinge afstemming van de activiteiten, de doorlopende leerlijn, het pedagogisch klimaat, de probleemloze overgang van (bijvoorbeeld) peuterspeelzaal of kinderdagverblijf naar de basisschool en het is duidelijkheid voor ouders. Kortom, voor de optimale ontwikkeling van de kinderen zou het heel goed zijn al deze zaken zoveel mogelijk onder te brengen in één gebouw én in één organisatie. Dit is zoals het Kindcentrum op dit moment reeds in Warande wordt opgezet. Als eerste stap in wat reëel is voor de diverse voorzieningen in Lelystad, leggen we de focus op de harmonisatie en integratie van peuterspeelzaal en kinderopvang. En om daarbij 21

RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 1

RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 1 RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 1 Datum: 25 januari 2011. Deelsessie: 19.00 20.00 uur Kamer van Lelystad. Doel: Beeldvorming. Onderwerp: JongLeren, nota voor de voorschoolse periode en VVE. Toelichting:

Nadere informatie

Samen staan we sterker

Samen staan we sterker Samen staan we sterker Notitie voor Gemeente Berkelland over de harmonisatie en integratie van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang in Eibergen-Rekken-Beltrum 4 september 2008 SKER-DHG 1 Inleiding Medio

Nadere informatie

Uitvoeringsnotitie VVE gemeente Dalfsen Uitwerking VVE-beleid en toelichting op de beleidsregels VVE

Uitvoeringsnotitie VVE gemeente Dalfsen Uitwerking VVE-beleid en toelichting op de beleidsregels VVE Uitvoeringsnotitie VVE gemeente Dalfsen Uitwerking VVE-beleid en toelichting op de beleidsregels VVE Dalfsen, augustus 2012 1 Inleiding Dit document is een uitwerking van de Notitie Beleid en uitvoering

Nadere informatie

Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: H. SchujjŗmşíP-^''^

Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: H. SchujjŗmşíP-^''^ Prestatie-overeenkomst subsidie peuterspeelzaal Lennisheuvel en WE- doelgroepkinderen in 2016: Activiteit; Stellers: Conny van Aarle Akkoord: Gemeente Boxtel, afd. Maatschappelijke Ontwikkeling H. Schuurman;

Nadere informatie

Voorstel aan de raad. Nummer: B12-21526

Voorstel aan de raad. Nummer: B12-21526 Voorstel aan de raad Nummer: B12-21526 Portefeuille: Onderwijs, Sport, Werk en Inkomen Programma: 2.2 Op weg met talent Programmaonderdeel: 2.2.1 Goede schoolloopbaan voor iedereen Steller: E.M. Kamann

Nadere informatie

Visie Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) gemeente Goirle 2011-2014

Visie Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) gemeente Goirle 2011-2014 Visie Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) gemeente Goirle 2011-2014 1. Inleiding Kinderen ontplooien zich later beter in onderwijs en maatschappij als hun start goed is. Als een kind in de voor- of vroegschoolse

Nadere informatie

Uitvoering JongLeren. VVE in 2012 en Lelystad, februari 2012

Uitvoering JongLeren. VVE in 2012 en Lelystad, februari 2012 Uitvoering JongLeren en VVE in 2012 en 2013 Lelystad, februari 2012 1 Inhoud 1. Aanleiding... 3 2. Overzicht per speerpunt... 4 2.1. Harmonisatie en integratie van de voorschoolse voorzieningen... 4 2.2.

Nadere informatie

Resultaatafspraken voor VVE in gemeente Westvoorne

Resultaatafspraken voor VVE in gemeente Westvoorne Resultaatafspraken voor VVE in gemeente Westvoorne Partijen Schoolbesturen VCO De Kring (CNS De Nieuwe Weg, Baron de Vos van Steenwijkschool) Onderwijsgroep PRIMOvpr (De Driehoek, Obs Mildenburg, Obs Het

Nadere informatie

Convenant uitvoering Boxtels model. Kwaliteit VVE beleid Boxtel Maart 2017

Convenant uitvoering Boxtels model. Kwaliteit VVE beleid Boxtel Maart 2017 Convenant uitvoering Boxtels model Kwaliteit VVE beleid Boxtel Maart 2017 Inleiding De Voor- en Vroegschoolse Educatie en de daarmee te behalen opbrengsten in de ontwikkeling van kinderen staan landelijk

Nadere informatie

Schets van de Educatieve Agenda

Schets van de Educatieve Agenda Schets van de Educatieve Agenda 1. Inleiding In augustus 2006 is de tweede periode Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid (GOA) beeindigd. Vanaf augustus 2006 is een nieuw inhoudelijk kader van toepassing

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Leiderdorp

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Leiderdorp RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Leiderdorp Plaats : Leiderdorp Gemeentenummer : 0547 Onderzoeksnummer : 279088 Datum onderzoek : 24 november

Nadere informatie

UITVOERINGSPROGRAMMA 2013

UITVOERINGSPROGRAMMA 2013 UITVOERINGSPROGRAMMA 2013 VVE IN HAARLEMEMRLIEDE CA. Y.Mahrach dec 2013 Inleiding Per 1 augustus 2010 is de wetgeving voor onderwijsachterstanden en voor- en vroegschoolse educatie gewijzigd. De gemeente

Nadere informatie

GEMEENTERAAD MENAMERADIEL

GEMEENTERAAD MENAMERADIEL GEMEENTERAAD MENAMERADIEL Menaam : 27 januari 2011 Portefeuillehouder : A. Dijkstra Punt : [08] Behandelend ambtenaar : A. Buma Doorkiesnummer : (0518) 452918 Onderwerp : Wet OKE / VVE 2011-2014 Inleiding

Nadere informatie

VVE-beleidsplan Montessori-peutergroep De Peutertuin. locatie Noord Enkhuizen

VVE-beleidsplan Montessori-peutergroep De Peutertuin. locatie Noord Enkhuizen VVE-beleidsplan Montessori-peutergroep De Peutertuin locatie Noord Enkhuizen voorwoord Voor u ligt het VVE-beleidsplan van de Stichting Montesssori-peutergroep Enkhuizen. Deze stichting, die peuterspeelzaalwerk

Nadere informatie

Concept-Convenant Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Someren

Concept-Convenant Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Someren Concept-Convenant Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Someren De ondergetekenden: 1. Gemeente Someren, voor deze overeenkomst vertegenwoordigd door dhr. T. Maas, 2. Stichting PlatOO, voor deze overeenkomst

Nadere informatie

voor- en vroegschoolse educatie Convenant uitvoering Boxtels model

voor- en vroegschoolse educatie Convenant uitvoering Boxtels model Convenant uitvoering Boxtels model Impuls kwaliteit VVE beleid Boxtel 6 juli 2011 Aanleiding en doelstelling bestuurlijk convenant Met ingang van de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie krijgt

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Den Helder

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Den Helder RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Den Helder Plaats : Den Helder Gemeentenummer : 0400 Onderzoeksnummer : 277984 Datum onderzoek : 4 september

Nadere informatie

Voorschoolse voorzieningen in Purmerend 2011

Voorschoolse voorzieningen in Purmerend 2011 Voorschoolse voorzieningen in Purmerend 2011 Gemeente Purmerend Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling Juli 2011 INHOUDSOPGAVE Samenvatting.....2 1 Inleiding. 2 2. Begrippenkader...2 3. Aanleiding........3

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Midden-Drenthe

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Midden-Drenthe RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE Midden-Drenthe Plaats : Beilen Gemeentenummer : 1731 Onderzoeksnummer : 288094 Datum onderzoek : 11 februari

Nadere informatie

Bijlage hoofdstuk 2. Trend: Stijging van de kwaliteit tov eerdere jaren. Veel variaties in kwaliteit, binnen en tussen instellingen

Bijlage hoofdstuk 2. Trend: Stijging van de kwaliteit tov eerdere jaren. Veel variaties in kwaliteit, binnen en tussen instellingen Bijlage hoofdstuk 2 8 januari 2016 Bijlage behorende bij hoofdstuk 2 van het SER advies Kindvoorzieningen: Evaluaties van (de kwaliteit van) Nederlandse kindvoorzieningen Fukkink et al. (2013); Veen et

Nadere informatie

Preview. Kwaliteit van VVE in de Kinderopvang. Pedagogische doelen. Wat is kwaliteit?

Preview. Kwaliteit van VVE in de Kinderopvang. Pedagogische doelen. Wat is kwaliteit? Kwaliteit van VVE in de Kinderopvang Preview Wat is kwaliteit? Stand van zaken anno 2009 Waarom VVE in de kinderopvang? Doelgroepen Professionalisering Kwaliteit van VVE: wat werkt? Wat voegt VVE toe?

Nadere informatie

Peuterwerk in het sociaal domein

Peuterwerk in het sociaal domein Peuterwerk in het sociaal domein Position Paper Februari 2017 1 Visie op peuterwerk in het sociaal domein De SER, landelijke politieke partijen en gemeenten onderstrepen dat sociaal beleid méér is dan

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Leeuwarderadeel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Leeuwarderadeel RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE Leeuwarderadeel Plaats : Stiens Gemeentenummer : 0081 Onderzoeksnummer : 288786 Datum onderzoek : 21

Nadere informatie

Voor- en vroegschoolse educatie

Voor- en vroegschoolse educatie Plan voor Peuterspeelzaalwerk en Voor- en vroegschoolse educatie Seizoen 2013-2014 29 mei 2013 Cluster Welzijn Gemeente Groesbeek Peuterspeelzaalwerk en VVE in Groesbeek in 2013-2014 1.Visie Alle kinderen

Nadere informatie

Ontwikkelingen in het peuterspeelzaalwerk. Spelen in het belang van talentontwikkeling!

Ontwikkelingen in het peuterspeelzaalwerk. Spelen in het belang van talentontwikkeling! Ontwikkelingen in het peuterspeelzaalwerk Spelen in het belang van talentontwikkeling! Peuterspeelzalen en gemeente Sinds zestiger jaren vorige eeuw Vrijwilligersinitiatief soms met gemeentelijke stimuleringsubsidie,

Nadere informatie

PRAAT MET DE RAAD kort verslag

PRAAT MET DE RAAD kort verslag PRAAT MET DE RAAD kort verslag Datum: 19 mei 2015 Spreker: Corine Laurant, namens Stichting Kinderen en Ouders Onderwerp: Stichting Kinderen en Ouders als gesubsidieerde instelling voor peuterspeelzalen

Nadere informatie

Voor een sterke basis. Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs

Voor een sterke basis. Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs Voor een sterke basis Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs Overzicht wettelijke verplichtingen in jeugd, onderwijs en opvang Gemeenten zijn uitvoerders van overheidsbeleid;

Nadere informatie

Evaluatie pilot VVE Nieuwleusen

Evaluatie pilot VVE Nieuwleusen Evaluatie VVE Pilot Nieuwleusen Een samenwerking tussen: Doomijn peuterspeelzaal Kon. Julianalaan Landstede Kinderdagverblijf t Hummelhof Carinova consultatiebureau Nieuwleusen Gemeente Dalfsen Maart,

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Stadskanaal

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Stadskanaal RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Stadskanaal Plaats : Stadskanaal Gemeentenummer : 0037 Onderzoeksnummer : 279577 Datum onderzoek : 19 november

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Weststellingwerf

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Weststellingwerf RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2016-2017 IN DE GEMEENTE Weststellingwerf Plaats : Wolvega Gemeentenummer : 0098 Onderzoeksnummer : 292793 Datum onderzoek : 10

Nadere informatie

Addendum Doelgroepdefinitie VVE. Lokaal Educatieve Agenda Samenwerken aan talent

Addendum Doelgroepdefinitie VVE. Lokaal Educatieve Agenda Samenwerken aan talent Addendum Doelgroepdefinitie VVE Lokaal Educatieve Agenda 2011-2014 Samenwerken aan talent Juni 2013 LEA 2011-2014 De Lokaal Educatieve Agenda, ook wel LEA genoemd, is het beleidsplan waarin de gemeente

Nadere informatie

Voorschoolse voorzieningen in Gouda. visie, doelstellingen & plan van aanpak

Voorschoolse voorzieningen in Gouda. visie, doelstellingen & plan van aanpak Voorschoolse voorzieningen in Gouda visie, doelstellingen & plan van aanpak 2012-2015 afdeling Maatschappelijk beleid Gouda, april 2012 Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 2. Terugblik Nota Beleid

Nadere informatie

Culemborgs VVE beleid 2011-2014

Culemborgs VVE beleid 2011-2014 Culemborgs VVE beleid 2011-2014 Wat is VVE? VVE staat voor voor- en vroegschoolse educatie. VVE is een programmatisch aanbod dat er op gericht is om taal- en ontwikkelingsachterstanden bij kinderen te

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Aa en Hunze

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Aa en Hunze RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE Aa en Hunze Plaats : Gieten Gemeentenummer : 1680 Onderzoeksnummer : 288090 Datum onderzoek : 11 februari 2016

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Nieuwkoop

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Nieuwkoop RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Nieuwkoop Plaats : Ter Aar Gemeentenummer : 0569 Onderzoeksnummer : 277962 Datum onderzoek : 4 november 2014

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Blaricum

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Blaricum RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE Blaricum Plaats : Blaricum Gemeentenummer : 0376 Onderzoeksnummer : 293985 Datum onderzoek : 3 oktober 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Achtergrond harmonisatie onderwijs 0-4 Giessenlanden

Achtergrond harmonisatie onderwijs 0-4 Giessenlanden Achtergrond harmonisatie onderwijs 0-4 Giessenlanden Waarom harmoniseren? Onderwijs 0-4 is een beleidsveld dat volop in beweging is. Daarbij heeft het ook nog eens veel raakvlakken heeft met de preventieve,

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Ermelo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Ermelo RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Ermelo Plaats : Ermelo Gemeentenummer : 0233 Onderzoeksnummer : 278180 Datum onderzoek : 23 september 2014 Datum

Nadere informatie

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL KETELBINKIE BASISSCHOOL DE WINDROOS

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL KETELBINKIE BASISSCHOOL DE WINDROOS VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL KETELBINKIE BASISSCHOOL DE WINDROOS Locatie : Ketelbinkie : De Windroos Brinnr. : 10OD

Nadere informatie

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM IN 2012

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM IN 2012 DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM IN 2012 Utrecht, november 2012 3426545 Pagina 1 van 15 Pagina 2 van 15 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 7 1 VVE op gemeentelijk niveau 9 2 De oordelen over

Nadere informatie

Uitvoering JongLeren. VVE in 2014 en 2015. Lelystad, maart 2014

Uitvoering JongLeren. VVE in 2014 en 2015. Lelystad, maart 2014 Uitvoering JongLeren En VVE in 2014 en 2015 Lelystad, maart 2014 [2] Inhoudsopgave 1. aanleiding 3 2. overzicht per speerpunt 2.1. Harmonisatie en integratie van de voorschoolse Voorzieningen 5 2.1.1.

Nadere informatie

Als gevolg hiervan kan bovenstaande verordening worden ingetrokken.

Als gevolg hiervan kan bovenstaande verordening worden ingetrokken. Onderwerp : Peuterwerk integreren in dagopvang / intrekken Verordening Kwaliteitsregels Peuterspeelzalen Bijlage nr. : 48 2012. AAN de gemeenteraad; TOELICHTING Samenvatting: Geadviseerd wordt om kennis

Nadere informatie

Beleidsplan Voor- en vroegschoolse Educatie 2011-2014. en nu is het OKE

Beleidsplan Voor- en vroegschoolse Educatie 2011-2014. en nu is het OKE Beleidsplan Voor- en vroegschoolse Educatie 2011-2014 en nu is het OKE Inhoudsopgave: I Inleiding 2 Ontwikkelingen VVE-beleid 2.1 Landelijk beleid 4 2.2 Wat betekent dit voor gemeenten 4 3 Lokaal VVE-beleid

Nadere informatie

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven 1 Onderzoek en Business Intelligence Deze feitenkaart bevat de resultaten van de jaarlijkse Oktobertelling onder

Nadere informatie

Memo Aan: College Cc: Van: Wethouder Van de Wardt Datum: 10 maart 2015 Kenmerk: 15ini00570 Onderwerp: Harmonisatie Peuterspeelzalen

Memo Aan: College Cc: Van: Wethouder Van de Wardt Datum: 10 maart 2015 Kenmerk: 15ini00570 Onderwerp: Harmonisatie Peuterspeelzalen Memo Aan: College Cc: Van: Wethouder Van de Wardt Datum: 10 maart 2015 Kenmerk: 15ini00570 Onderwerp: Harmonisatie Peuterspeelzalen Harmonisatie peuterspeelzaalwerk naar peuteropvang Vooraf De gemeente

Nadere informatie

Toekomstvisie Peuterspeelzaal Houten

Toekomstvisie Peuterspeelzaal Houten Toekomstvisie Peuterspeelzaal Houten Naar een integraal onderdeel van een samenhangend aanbod voor opvang & ontwikkeling van het Houtense jonge kind. Het bestuur en directie van de Peuterspeelzaal Houten

Nadere informatie

Beleidsnotitie Aanbod voor peuters Gemeente Buren

Beleidsnotitie Aanbod voor peuters Gemeente Buren Beleidsnotitie Aanbod voor peuters 2017-2020 Gemeente Buren Inhoudsopgave 1. Huidige situatie 4 Waar gaat het over? 4 Wat doen we al? 4 2. Vergroten bereik peuters 6 Wat gaan we doen? 6 Doel 6 Behoefte

Nadere informatie

Voorbeeldconvenant Vooren Vroegschoolse Educatie

Voorbeeldconvenant Vooren Vroegschoolse Educatie Voorbeeldconvenant Vooren Vroegschoolse Educatie Partijen: Schoolbestu(u)r(en) basisonderwijs :... Bestu(u)r(en) kinderopvang :... Bestu(u)r(en) peuterspeelzaalwerk :... Gemeente :... < Overige partijen

Nadere informatie

A. Pietersen Vergunningen, Voorzieningen en Handhaving / Renske van der Peet

A. Pietersen Vergunningen, Voorzieningen en Handhaving / Renske van der Peet Gemeente Nieuwkoop College van Burgemeester en Wethouders raadsvoorstel portefeuillehouder opgesteld door Registratienummer A. Pietersen Vergunningen, Voorzieningen en Handhaving / Renske van der Peet

Nadere informatie

Kadernotitie Voor- en Vroegschoolse Educatie, Een stap vooruit, 2014-2017

Kadernotitie Voor- en Vroegschoolse Educatie, Een stap vooruit, 2014-2017 Kadernotitie Voor- en Vroegschoolse Educatie, Een stap vooruit, 2014-2017 1. Inleiding Op 15 december 2011 heeft de gemeenteraad besloten om de Beleidsnotitie Voorschoolse educatie, Bundelen van Krachten

Nadere informatie

ALGEMEEN We beginnen met enkele vragen over VVE in uw gemeente.

ALGEMEEN We beginnen met enkele vragen over VVE in uw gemeente. ALGEMEEN We beginnen met enkele vragen over VVE in uw gemeente. 1. Subsidieert uw gemeente de uitvoering van VVE programma's in PEUTERSPEELZALEN? Ja Nee 2. Subsidieert uw gemeente de uitvoering van VVE

Nadere informatie

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL OP DE RODE PADDESTOEL

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL OP DE RODE PADDESTOEL VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL OP DE RODE PADDESTOEL Locatie : Peuterspeelzaal Op de Rode Plaats : Haarlem Reg.nr.

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Heerenveen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Heerenveen RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE Heerenveen Plaats : Heerenveen Gemeentenummer : 0074 Onderzoeksnummer : 287974 Datum onderzoek : 18 februari

Nadere informatie

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL DE EENDJES BASISSCHOOL DE MEER

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL DE EENDJES BASISSCHOOL DE MEER VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL DE EENDJES BASISSCHOOL DE MEER Locatie : PSZ De Eendjes : BS De Brinnr. : 12KZ Plaats

Nadere informatie

BIJLAGE 4. WAARDERINGSKADER VVE GEMEENTELIJK NIVEAU

BIJLAGE 4. WAARDERINGSKADER VVE GEMEENTELIJK NIVEAU BIJLAGE 4. WAARDERINGSKADER VVE GEMEENTELIJK NIVEAU In deze bijlage is het waarderingskader en de normering voor de voor- en vroegschoolse educatie op gemeentelijk niveau opgenomen. Het waarderingkader

Nadere informatie

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DE SLEUTELBLOEM

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DE SLEUTELBLOEM VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DE SLEUTELBLOEM Locatie : De Brinnr. : 17QS-2 Plaats : 2324 ER Leiden Regnr. : 3011610 Onderzoeksnummer

Nadere informatie

M O N T F O O R T g e m e e n t e

M O N T F O O R T g e m e e n t e g e m e e n t e Beleidsnotitie Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie Wettelijk kader Op 1 augustus 2010 is de Wet OKE (Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie) in werking getreden.

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Achtkarspelen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Achtkarspelen RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE Achtkarspelen Plaats : Buitenpost Gemeentenummer : 0059 Onderzoeksnummer : 288297 Datum onderzoek :

Nadere informatie

Beleidskader Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Deurne

Beleidskader Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Deurne Beleidskader Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Deurne 2012-2014 1 Vastgesteld door de gemeenteraad van Deurne op 2 1.Inleiding Wet Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie De Wet OKE (Ontwikkelingskansen

Nadere informatie

Voorschoolse voorzieningen in Gouda. visie, doelstellingen & plan van aanpak 2012-2015

Voorschoolse voorzieningen in Gouda. visie, doelstellingen & plan van aanpak 2012-2015 Voorschoolse voorzieningen in Gouda visie, doelstellingen & plan van aanpak 2012-2015 afdeling Maatschappelijk beleid Gouda, februari 2012 Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 2. Terugblik Nota

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Inspectie van het Onderwijs Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Heerhugowaard Plaats Gemeentenummer

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE. kinderdagverblijf Dikkie Dik kinderdagverblijf Jip & Janneke

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE. kinderdagverblijf Dikkie Dik kinderdagverblijf Jip & Janneke RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE kinderdagverblijf Dikkie Dik kinderdagverblijf Jip & Janneke Plaats : Den Haag LRKP nummer : 185342693 LRKP nummer : 854419494

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Nederweert

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Nederweert RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE Nederweert Plaats : Nederweert Gemeentenummer : 0946 Onderzoeksnummer : 292866 Datum onderzoek : 20 april 2017

Nadere informatie

Beleidsnota Implementatie Wet OKE 2010-2012. mei 2010

Beleidsnota Implementatie Wet OKE 2010-2012. mei 2010 Beleidsnota Implementatie Wet OKE 2010-2012 mei 2010 In werking getreden op 01-08-2010 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE 2 INLEIDING 4 1. WET OKE 5 2. DEKKEND AANBOD VVE 5 2.1. Landelijk beleid 5 2.2 Lokale

Nadere informatie

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE AA EN HUNZE IN 2012 DEFINITIEF

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE AA EN HUNZE IN 2012 DEFINITIEF DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE AA EN HUNZE IN 2012 DEFINITIEF Utrecht, februari 2013 Reg.nr. 3496774 Pagina 1 van 16 INHOUD Voorwoord 3 1 VVE in de gemeente Aa en Hunze 7 2 De oordelen over de voor

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Opsterland

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Opsterland RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2016-2017 IN DE GEMEENTE Opsterland Plaats : Beetsterzwaag Gemeentenummer : 0086 Onderzoeksnummer : 292643 Datum onderzoek : 14

Nadere informatie

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE MAASDONK IN 2012

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE MAASDONK IN 2012 DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE MAASDONK IN 2012 Definitief Utrecht, februari 2013 H3492754 Pagina 1 van 18 Pagina 2 van 18 INHOUD Voorwoord 5 1 VVE in de gemeente Maasdonk 9 2 De oordelen over de

Nadere informatie

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE KINDERDAGVERBLIJF HAKIM

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE KINDERDAGVERBLIJF HAKIM VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE KINDERDAGVERBLIJF HAKIM Locatie : Plaats : Diemen Registratienummer : 3233895 Onderzoeksnummer : 15364

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL HET KLEINE AVONTUUR BASISSCHOOL AVONTURIJN

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL HET KLEINE AVONTUUR BASISSCHOOL AVONTURIJN VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL HET KLEINE AVONTUUR BASISSCHOOL AVONTURIJN Locatie(s) :Peuterspeelzaal Het :Basisschool

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Boekel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Boekel RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE Boekel Plaats : Boekel Gemeentenummer : 0755 Onderzoeksnummer : 292944 Datum onderzoek : 9 mei 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

VROEGSIGNALERING EN TOELEIDING VVE ARNHEM

VROEGSIGNALERING EN TOELEIDING VVE ARNHEM VROEGSIGNALERING EN TOELEIDING VVE ARNHEM Verwijsprocedure doelgroepkinderen Consultatiebureau en voorschoolse voorzieningen Inleiding Peuterspeelzalen en kinderdagverblijven bieden jonge kinderen een

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Westland

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Westland RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE Westland Plaats : Naaldwijk Gemeentenummer : 1783 Onderzoeksnummer : 293977 Datum onderzoek : 17 oktober 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 165 en 168 van de Wet op het primair onderwijs;

Gelet op de artikelen 165 en 168 van de Wet op het primair onderwijs; Besluit van houdende wijziging van het Besluit vaststelling doelstelling en bekostiging onderwijsachterstandenbeleid 2006-2010 in verband met het verhogen van een specifieke uitkering aan gemeenten teneinde

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Terschelling

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Terschelling RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Terschelling Plaats : West-Terschelling Gemeentenummer : 0093 Onderzoeksnummer : 278069 Datum onderzoek : 19

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Beverwijk

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Beverwijk RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Beverwijk Plaats : Beverwijk Gemeentenummer : 0375 Onderzoeksnummer : 279708 Datum onderzoek : 10 december 2014

Nadere informatie

Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in de gemeente West Maas en Waal per

Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in de gemeente West Maas en Waal per Beleidskader + financiële uitwerking Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in de gemeente West Maas en Waal per 01-01-2018 Vastgesteld door de gemeenteraad van West Maas en Waal op 21 september

Nadere informatie

Inspectierapport Peuteropvang Albertina Agnes (KDV) Prins Bernhardweg XC ORANJEWOUD Registratienummer

Inspectierapport Peuteropvang Albertina Agnes (KDV) Prins Bernhardweg XC ORANJEWOUD Registratienummer Inspectierapport Peuteropvang Albertina Agnes (KDV) Prins Bernhardweg 33 8453 XC ORANJEWOUD Registratienummer 171169001 Toezichthouder: GGD Fryslân In opdracht van gemeente: Heerenveen Datum inspectie:

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Leek

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Leek RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2016-2017 IN DE GEMEENTE Leek Plaats : Leek Gemeentenummer : 0022 Onderzoeksnummer : 292408 Datum onderzoek : 14 maart 2017 Datum

Nadere informatie

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DE KINDERVRIEND

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DE KINDERVRIEND VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL DE KINDERVRIEND Locatie(s) :Basisschool De Brinnr. :08KA Plaats :2802 EM Gouda Reg.nr. :25784

Nadere informatie

Prestatie- overeenkomst subsidie Voorschoolse Educatie in de peuteropvang 2018:

Prestatie- overeenkomst subsidie Voorschoolse Educatie in de peuteropvang 2018: Prestatie- overeenkomst subsidie Voorschoolse Educatie in de peuteropvang 2018: VVE= Voor- en Vroegschoolse Educatie Activiteit: Stellers: Conny van Aarle Akkoord: Gemeente Boxtel, afd. Maatschappelijke

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Hof van Twente

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Hof van Twente RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Hof van Twente Plaats : Goor Gemeentenummer : 1735 Onderzoeksnummer : 278130 Datum onderzoek : 29 september

Nadere informatie

Bijlage - Toelichting subsidieregeling voorschoolse voorzieningen gemeente Oirschot

Bijlage - Toelichting subsidieregeling voorschoolse voorzieningen gemeente Oirschot Bijlage - Toelichting subsidieregeling voorschoolse voorzieningen gemeente Oirschot Aanleiding In november 2017 is naast de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk ook de Wet innovatie en

Nadere informatie

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders Nummer: Datum vergadering: 03-08-2010 Onderwerp: Kadernota Harmonisatie voorschoolse voorzieningen Steenwijkerland 2011-2015 Conceptbesluit: 1. De kadernota "Harmonisatie

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Tiel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN IN DE GEMEENTE. Tiel RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2016-2017 IN DE GEMEENTE Tiel Plaats : Tiel Gemeentenummer : 0281 Onderzoeksnummer : 292531 Datum onderzoek : 13 april 2017 Datum

Nadere informatie

RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL WERELDWIJZER BASISSCHOOL OBS WERELDWIJZER

RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL WERELDWIJZER BASISSCHOOL OBS WERELDWIJZER VVE-RAPPORT RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL WERELDWIJZER BASISSCHOOL OBS WERELDWIJZER Locatie(s) : : Brinnr. :16ZH Plaats :1628 DJ Hoorn Onderzoeksnummer

Nadere informatie

1. Kinderopvang: opvang vanuit een landelijk geregistreerd Kinderdagverblijf in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

1. Kinderopvang: opvang vanuit een landelijk geregistreerd Kinderdagverblijf in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Deelverordening Peuteropvang en voorschoolse educatie, gemeente Achtkarspelen 2014. Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: 1. Kinderopvang:

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Sliedrecht

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE. Sliedrecht RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 EN 2016 IN DE GEMEENTE Sliedrecht Plaats : Sliedrecht Gemeentenummer : 0610 Onderzoeksnummer : 289118 Datum onderzoek : 26

Nadere informatie

4. Protocollen en reglementen Zorgstructuur Datum 9 januari 2014 Versie 2 Blad 1 van 5 ZORGSTRUCTUUR

4. Protocollen en reglementen Zorgstructuur Datum 9 januari 2014 Versie 2 Blad 1 van 5 ZORGSTRUCTUUR 4. Protocollen en reglementen 4.1.10 Zorgstructuur Blad 1 van 5 ZORGSTRUCTUUR Vastgesteld 9 januari 2014 Blad 2 van 5 Algemeen De peuterspeelzalen krijgen steeds meer te maken met peuters en ouders met

Nadere informatie

20 juni Informatiebijeenkomst Jonge Kind

20 juni Informatiebijeenkomst Jonge Kind 20 juni 2016 Informatiebijeenkomst Jonge Kind Inhoud bijeenkomst Harmonisatie, stand van zaken: (Danielle Wille) Recente onderzoeksresultaten en aangekondigde kwaliteitsmaatregelen (Rob Lenoir) Subsidies:

Nadere informatie

Regeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Waalwijk 2019

Regeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Waalwijk 2019 Regeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Waalwijk 2019 Het college van de gemeente Waalwijk; gelet op de Wet kinderopvang, de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en de Algemene

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Hoogezand-Sappemeer

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Hoogezand-Sappemeer RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE Hoogezand-Sappemeer Plaats : Hoogezand Gemeentenummer : 0018 Onderzoeksnummer : 288257 Datum onderzoek : 22

Nadere informatie

Beleidsnotitie Voorschoolse Educatie 2013 Gemeente Veendam

Beleidsnotitie Voorschoolse Educatie 2013 Gemeente Veendam Beleidsnotitie Voorschoolse Educatie 2013 Gemeente Veendam Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige situatie en ontwikkelingen. 3. Harmonisatie; het waarborgen van voorschoolse educatie 4. Doelgroepen 5.

Nadere informatie

Inzicht in voorzieningen in Nederland

Inzicht in voorzieningen in Nederland Inzicht in voorzieningen in Nederland Hulst 27 februari 2014 Algemene leeftijdslijn en te duiden onderdelen a. 171 203 213 207 249 238 242 275 260 314 307 291 307 volledige naam van de voorziening voor

Nadere informatie

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL HET MOZAÏEK LOCATIE DE BONGERD

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL HET MOZAÏEK LOCATIE DE BONGERD VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL HET MOZAÏEK LOCATIE DE BONGERD Locatie : Het Mozaïek - Brinnummer : 12DF Plaats : Veenendaal

Nadere informatie

Inspectierapport Sport BSO de Hooiberg (BSO) Henry Stanleystraat 1 1363LB ALMERE Registratienummer 296402485

Inspectierapport Sport BSO de Hooiberg (BSO) Henry Stanleystraat 1 1363LB ALMERE Registratienummer 296402485 Inspectierapport Sport BSO de Hooiberg (BSO) Henry Stanleystraat 1 1363LB ALMERE Registratienummer 296402485 Toezichthouder: GGD Flevoland In opdracht van gemeente: Almere Datum inspectie: 02-11-2015 Type

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Geldermalsen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Geldermalsen RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE Geldermalsen Plaats : Geldermalsen Gemeentenummer : 0236 Onderzoeksnummer : 279478 Datum onderzoek : 13 oktober

Nadere informatie

Subsidieregeling individuele voorschoolplaatsen kindercentra 2014-2015 Vastgesteld op 6 mei 2014

Subsidieregeling individuele voorschoolplaatsen kindercentra 2014-2015 Vastgesteld op 6 mei 2014 Subsidieregeling individuele voorschoolplaatsen kindercentra 2014-2015 Vastgesteld op 6 mei 2014 Burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam; gelet op de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Nadere informatie

Subsidieregeling Voorschoolse voorzieningen Gemeente Krimpenerwaard 2019

Subsidieregeling Voorschoolse voorzieningen Gemeente Krimpenerwaard 2019 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Krimpenerwaard Nr. 64679 28 maart 2018 Subsidieregeling Voorschoolse voorzieningen Gemeente Krimpenerwaard 2019 Inleiding Subsidie is een bijdrage van de

Nadere informatie

Kinderdagverblijf Boefje

Kinderdagverblijf Boefje Kinderdagverblijf Boefje Kwaliteitsonderzoek voorschoolse educatie Datum vaststelling: 8 maart 2019 Samenvatting Samenvatting De inspectie heeft op 14 januari 2019 een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit

Nadere informatie