Concept nieuw waterveiligheidsbeleid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Concept nieuw waterveiligheidsbeleid"

Transcriptie

1 Concept nieuw waterveiligheidsbeleid Versie 4 maart 2014 document van DPV, met inbreng van de gebiedsgerichte deelprogramma s en nieuwbouw en herstructurering Inhoud 1. Leeswijzer Nederland duurzaam veilig tegen overstromingen Meer inzicht in de oorzaken en gevolgen van overstromingen Doelen en uitgangspunten voor het nieuwe waterveiligheidsbeleid Veiligheid voor iedereen Zoveel mogelijk voorkomen van slachtoffers en schade Beschermen van vitale en kwetsbare functies Van de uitgangspunten naar afgeleide eisen aan waterkeringen Slimmer combineren met ruimtelijke inrichting en rampenbeheersing Uitwerking van het beleid in gebieden Rivierengebied Rijnmond-Drechtsteden IJsselmeergebied Zuidwestelijke Delta Kust Waddengebied Eerste geïntegreerde beeld van de normspecificaties voor dijktrajecten Implementatie van het nieuwe beleid Van Deltabeslissing naar beleid en wetgeving Toets- en ontwerpinstrumentarium Primaire en niet-primaire waterkeringen Bekostiging Hoogwaterbeschermingsprogramma Toelichting op de categorieën van eisen aan de primaire kering Begrippenlijst

2 1. Leeswijzer Dit document is een werkdocument, waarin stand van zaken van de deltabeslissing waterveiligheid wordt weergegeven. In deze versie zijn de inzichten uit de informele stuurgroep deltaprogramma van 13 februari 2014 verwerkt. In dit werkdocument wordt beschreven waarom in het deltaprogramma wordt gewerkt aan normspecificaties voor de primaire keringen. Deze normspecificaties zijn afgeleid van de doelen die met het nieuwe waterveiligheidsbeleid worden nagestreefd. Vervolgens wordt aangegeven hoe deze doelen worden vertaald naar eisen die aan de primaire keringen worden gesteld. In hoofdstuk 8 is per gebiedsgericht deelprogramma een tabel opgenomen waarin is weergegeven welke eisen worden voorgesteld voor de verschillende dijktrajecten. Dat beeld is nog geen definitief beeld. Over grote delen van dit beeld bestaat binnen het deltaprogramma overeenstemming, maar in dit hoofdstuk wordt ook aangegeven waar nog nader onderzoek plaatsvindt. 2. Nederland duurzaam veilig tegen overstromingen Nederland is door zijn ligging kwetsbaar voor hoogwater. Ongeveer 60% van ons land zou regelmatig onder water staan als er geen waterkeringen zouden zijn. In dit gebied wonen 9 miljoen mensen en wordt 70% van ons BNP verdiend. Overstromingen kunnen leiden tot grote aantallen slachtoffers en tot economische schade. Blijvende aandacht voor de waterveiligheid is en blijft de komende decennia van cruciaal belang voor de leefbaarheid en de economie van Nederland. Nederland stelt sinds de ramp van 1953 strenge eisen aan de bescherming tegen hoogwater in de vorm van normen voor primaire waterkeringen, vastgelegd in de Waterwet. De hoogte van de normen is door de eerste Deltacommissie vastgesteld aan de hand van een globale analyse van de (verschillen in de) waarden van te beschermen belangen achter de waterkeringen, de schade die optreedt door zoet en zout water en de mogelijkheid om de bevolking achter de dijk bijtijds te evacueren. Deze globale kosten en baten zijn berekend voor Zuid-Holland. De normen voor de andere gebieden zijn hiervan afgeleid. Slachtofferrisico s zijn indertijd niet expliciet meegenomen. De eerste Deltacommissie koos ervoor de normen uit te drukken in overschrijdingskans. Dit was een pragmatische keuze, omdat de eerste Deltacommissaris nog niet kon werken met overstromingskansen. Bij overschrijdingskansen staat de dijk en de waterstand centraal.. 2

3 Een overschrijdingskans geeft de kans weer dat een bepaalde waterstand of golfhoogte wordt overschreden. Een overschrijdingskans van 1 op betekent dat een kering zo hoog en sterk moet zijn dat zij een waterstand moet kunnen keren die gemiddeld eens in de jaar wordt overschreden. Sinds de adviezen van de eerste Deltacommissie is fors geïnvesteerd in de waterkeringen om mensen en investeringen beter te beschermen tegen overstromingen. Maar sinds de vaststelling van de normen voor waterveiligheid is het aantal mensen en de economische waarde achter de dijken fors toegenomen. Bovendien neemt door klimaatverandering op termijn de overstromingsdreiging toe. De zeespiegel stijgt en de bodem daalt, onze rivieren moeten hogere (piek)afvoer verwerken en we verwachten meer extreem natte perioden. Figuur 1 De huidige veiligheidsnormen voor de primaire waterkeringen, uitgedrukt in de overschrijdingskans per jaar. In het rivierengebied ontstond in de jaren 70 van de vorige eeuw weerstand tegen het verhogen en versterken van de dijken. Dit leidde o.a. tot vertraging van de realisatie van de dijkversterkingen. Tijdens de hoogwaters in 1993 en 1995 is gebleken dat in dit gebied wel maatregelen moesten worden genomen. In 1996 werd gestart met Deltaplan Grote rivieren, waarbij de waterkeringen werden versterkt. In 2003 werd daaropvolgend gestart met het programma Ruimte voor de Rivier, hierdoor krijgen de grote rivieren op meer dan 30 plaatsen meer ruimte. Via deze combinatie van rivierverruiming en verhoging van de dijken is het rivierengebied beter beschermd tegen overstromingen. 3

4 3. Meer inzicht in de oorzaken en gevolgen van overstromingen Door nieuwe kennis en inzichten kunnen kansen en gevolgen van een overstroming nu veel beter worden berekend. Zo kan via computersimulaties en overstromingsscenario s een beeld worden verkregen van de omvang van overstroomde gebieden, de waterdieptes, de snelheid waarmee het water stijgt en de gevolgen voor mens en waarde. Ook is er nu meer inzicht in de sterkte van waterkeringen en in de manieren waardoor die sterkte kan worden aangetast. Zo blijkt dat piping water dat onder de kering doorstroomt en zand meevoert de sterkte van de kering ernstig aan kan tasten. In het huidige waterveiligheidsbeleid wordt een norm per dijkring vastgesteld. Een dijkring is een stelsel van waterkeringen of hoge gronden dat een gebied omsluit en beveiligt tegen overstromingen. Daarbij wordt geen onderscheidgemaakt tussen verschillen in overstromingspatronen binnen en tussen dijkringen. Het huidige beleid gaat er vanuit dat dijkringen functioneren als een badkuip, dat wil zeggen dat bij een dijkdoorbraak het hele gebied op dezelfde manier volloopt. Inmiddels is echter bekend dat dat in veel gevallen niet het geval is. Zo blijkt een doorbraak van de dijk langs de Nederrijn veel grotere gevolgen te hebben voor de Gelderse Vallei dan een doorbraak van de dijk langs de randmeren. Dit komt door de helling van dit dijkringgebied. De gevolgen van een overstroming zijn dus afhankelijk van de locatie waar de doorbraak plaatsvindt. Om die reden wordt in de nieuwe systematiek gewerkt met een specificatie van het beschermingsniveau per dijktraject. De bestaande dijkringen zijn daarom verdeeld in trajecten. Daarbij is gekeken naar verschil in 4

5 overstromingsrisico, verschillen in de omvang van gevolgen, het overstroomd gebied bij een doorbraak en de lengte van het traject. Via deze benadering kan een duidelijke relatie worden gelegd tussen de eisen die aan een bepaald dijktraject worden gesteld en de gevolgen van een overstroming voor mens en waarde. Daarbij geldt hoe groter de gevolgen, hoe strenger het beschermingsniveau. Door middel van deze risicobenadering, gebaseerd op de kansen én gevolgen van een overstroming, kan er gerichter geïnvesteerd worden in het verbeteren van de waterveiligheid daar waar de risico s het grootst zijn. Dat kan via dijkversterking, maar ook door andere maatregelen te nemen die bijdragen aan het verminderen van de risico s, zoals diverse maatregelen om meer ruimte voor de rivier te creëren. Figuur 2 Verschillende mogelijkheden van rivierverruimende maatregelen (zoals aanleg nevengeulen aanleggen, zomerbedverdieping, dijkteruglegging, weghalen kribben en aanleg nieuwe hoogwaterbypass) Naast het systeem van dammen en dijken heeft Nederland nog een ander systeem. Langs de kust is zand cruciaal voor de bescherming tegen overstromingen vanuit zee. Het zandige systeem is voortdurend in beweging onder invloed van natuurlijke processen en menselijke ingrijpen. Door beheer en onderhoud van het kustfundament door middel van zandsuppleties wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de veiligheid van de kust. 5

6 4. Doelen en uitgangspunten voor het nieuwe waterveiligheidsbeleid Met het nieuwe waterveiligheidsbeleid staat de bescherming van mensen en de economische waarde centraal. Dit is vertaald in de volgende drie doelen worden drie doelen nagestreefd. Dit zijn: Veiligheid voor iedereen Zoveel mogelijk voorkomen van slachtoffers en schade Beschermen van vitale en kwetsbare functies Het nieuwe beleid gaat uit van de risicobenadering, waarbij zowel gekeken wordt naar de kans dat een overstroming plaatsvindt als naar de gevolgen van een eventuele overstroming voor mens en waarde Het waterveiligheidsbeleid wordt voortaan gebaseerd op een risicobenadering, waarbij een duidelijke relatie wordt gelegd tussen het beschermingsniveau en de gevolgen van een overstroming. Door uit te gaan van de risicobenadering kan Nederland zich op een effectieve en efficiënte manier beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Daarom wordt per dijktraject, op basis van deze drie doelen, de eisen voor de kering afgeleid. Die eisen kunnen voor twee naast elkaar liggende dijktrajecten verschillen, omdat de gevolgen per dijktraject verschillen. 4.1 Veiligheid voor iedereen Het nieuwe waterveiligheidsbeleid zorgt ervoor dat iedereen die in Nederland achter een primaire waterkering woont een bepaald basisbeschermingsniveau krijgt. Ieder mensenleven is immers evenveel waard. Het beschermingsniveau dat tenminste aan iedereen die achter de dijken woont wordt geboden, is gericht op het beperken van het individuele overlijdensrisico ten gevolge van een overstroming. De jaarlijkse kans om te overlijden mag niet groter mag zijn dan 1 op de per jaar (10-5 of 0,001%). De veiligheid voor iedereen is uniek in de waterwereld. Nergens wordt de veiligheid voor iedereen werkt in de eisen die aan de primaire kering worden gesteld. De kans van 1: (of 10-5 )per jaar is kleiner dan de kans om te overlijden ten gevolge van een verkeersongeval. In het domein van externe veiligheid is de norm 1: of 10-6 per jaar. Dat heeft te maken met de aard van de dreiging. Risico s van het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen of risico s die luchthavens geven, komen voort uit menselijk handelen en het zijn nieuwe risico s. Hieraan worden strengere eisen gesteld. Daarnaast heeft de Maatschappelijke Kosten Batenanalyse aangetoond dat de kosten van aanscherping naar een basisveiligheidsniveau van 10-6 niet in verhouding staan tot de daarmee gerealiseerde vermindering van slachtoffers en schade. Dat geld kan slimmer geïnvesteerd worden. 6

7 4.2 Zoveel mogelijk voorkomen van slachtoffers en schade Het tweede doel van het nieuwe waterveiligheidsbeleid is het zoveel mogelijk voorkomen van grote aantallen slachtoffers (groepsrisico) en omvangrijke economische schade. Daartoe voorziet het nieuwe beleid, in aanvulling op het beschermingsniveau voor veiligheid voor iedereen, in extra strenge eisen voor de dijk en dus extra investeringen gericht op het beschermen van die gebieden waar de kans op grote aantallen slachtoffers en economische schade zeer groot is. 4.3 Beschermen van vitale en kwetsbare functies Het derde doel van het nieuwe waterveiligheidsbeleid is om nutsvoorzieningen, transport, ziekenhuizen en communicatiemiddelen die tijdens en na een ramp cruciaal zijn voor het functioneren van een gebied, regio of het hele land (zoals elektriciteit, aardgaswinning en drinkwatervoorziening) extra te beschermen. Dit geldt ook voor functies die grote milieu- of gezondheidsschade kunnen geven wanneer ze getroffen worden door een overstroming (zoals de nucleaire installaties bij Borssele en Petten). Het beschermen van deze functies kan door het verhogen van de eisen die aan het dijktraject worden gesteld, maar meestal zal dit door lokale maatregelen gebeuren, die gericht zijn op het specifiek beschermen van deze functies. 5. Van de uitgangspunten naar afgeleide eisen aan waterkeringen Op basis van de 3 doelen worden voor de primaire waterkeringen eisen aan de kering afgeleid, die worden uitgedrukt in overstromingskansen: de kans dat een waterkering, of een gedeelte daarvan, faalt en er een overstroming plaatsvindt. Ze zijn gebaseerd op de te beschermen mensen en economische waarde. Ze zijn daarmee onvergelijkbaar met de huidige normen die zijn gebaseerd op de kans dat er water over de kering komt. Voor het beschermingsniveau voor veiligheid voor iedereen zijn deze specificaties gebaseerd op onderzoek naar de faalkansen van dijken, de gevolgen van een eventuele overstroming en naar specifieke gebiedskenmerken en de daarmee samenhangende stroomsnelheden en waterdiepten die optreden bij een dijkdoorbraak. Ook is rekening gehouden met de mogelijke gevolgen van klimaatverandering op de waterstanden van rivieren en zee. Op basis hiervan is het risico van een 7

8 individu om te overlijden als gevolg van een overstroming berekend. Bij het afleiden van de eisen is ook een inschatting gemaakt van het percentage mensen dat tijdig preventief kan worden geëvacueerd. Dit percentage is afgestemd met de Veiligheidsrisico. Middels een analyse van zogenaamde groepsrisico s is onderzocht hoeveel slachtoffers er bij een overstroming kunnen vallen, en hoe groot de kansen op die overstroming is. Daaraan voorafgaand is een schatting gemaakt van het percentage mensen dat tijdig kan worden geëvacueerd. In een Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse (MKBA) is vervolgens voor alle dijktrajecten een economisch optimum gezocht tussen de versterkingskosten voor een dijktraject en te vermijden schade. Daarbij is niet alleen naar economische schade gekeken, maar ook immateriële schade door het verlies aan mensenlevens en de door de overstroming veroorzaakte overlast. Daarbij is rekening gehouden met de verwachte economische ontwikkeling van Nederland in 2050, omdat deze gevolgen heeft voor de waarde achter de dijk. Zowel in de kosten (om te voorzien in een hoger beschermingsniveau) als in de baten (vermeden slachtoffers en schade) blijken er grote verschillen te zijn tussen verschillende dijktrajecten. Tot slot zijn ook de landelijke effecten van uitval van vitale en kwetsbare functies tijdens een overstroming meegewogen in de nieuwe normspecificaties. De bestuurlijke doelen (veiligheid voor iedereen, bescherming van grote groepen mensen of gebieden met veel waarde en het beschermen van vitale en kwetsbare functies) zijn via de hierboven beschreven methodiek vertaald naar eisen die aan de primaire kering worden gesteld. De eisen voor de verschillende dijktrajecten worden in eerste instantie bepaald door het beschermingsniveau voor veiligheid voor iedereen. Op basis van de uitkomsten van de MKBA en de analyse van groepsrisico s is vervolgens op grond van grote hoeveelheden slachtoffers en schade en vitale infrastructuur bepaald of nog strengere eisen nodig zijn. Het gewenste veiligheidsniveau kan via meerlaagsveiligheid worden bereikt. In drie lagen is bekeken hoe overstromingsrisico s kunnen worden beperkt: 1. laag 1 = preventie: beperken van de kans op een overstroming, onder andere door een stelsel van primaire waterkeringen waaraan eisen worden gesteld via normspecificaties of het bieden van meer ruimte voor de rivier; 2. laag 2 = ruimtelijke inrichting: duurzame ruimtelijke inrichting van een gebied om de gevolgen van een overstroming te beperken; 3. laag 3 = rampenbeheersing: beperking van de gevolgen van een overstroming doordat de organisatie voor rampenbeheersing (bv evacuatie) op orde is. 8

9 De preventieve aanpak met dijken en duinen en in het rivierengebied de combinatie van dijkversterking en het bieden van meer ruimte voor de rivier blijft voorop staan en zal in verreweg de meeste situaties de meest doelmatige aanpak zijn. Een combinatie met ruimtelijke inrichting (zoals een gevolgen beperkende wal of het ophogen van een bepaald gebied) en/of aanvullende rampenbeheersing (zoals het creëren van vluchtplekken) kan echter aantrekkelijk zijn in specifieke situaties waar de kosten van dijkversterking zeer hoog uitpakken of waar andere zwaarwegende maatschappelijke overwegingen om andere oplossingen vragen. Het nieuwe systeem van eisen per dijktraject maakt het mogelijk om daar te investeren waar de risico s het grootst zijn. Het streven is daarbij om uiterlijk in 2050 overal aan de nieuwe eisen te voldoen, zoals ook is aangegeven in het Nationaal Waterplan ( ). In sommige gebieden is het beschermings-niveau nu al voldoende. We zorgen dat daar de dijken goed worden onderhouden, zodat deze gebieden veilig blijven. Daar waar de primaire keringen nog niet voldoen aan de nieuwe doelen zijn extra investeringen in hoogwaterbescherming noodzakelijk. Dat zal gebeuren via het Deltaplan Waterveiligheid (met het Hoogwaterbeschermingsprogramma als belangrijkste onderdeel), waarbij de trajecten met de grootste risico s als eerste worden aangepakt. 6. Slimmer combineren met ruimtelijke inrichting en rampenbeheersing De preventieve aanpak met dijken en duinen en rivierverruiming blijft voorop staan en zal in het merendeel van de gevallen de meest doelmatige aanpak zijn. Het gewenste veiligheidsniveau is op specifieke locaties beter te bereiken met slimme combinaties van maatregelen in alle drie de lagen van veiligheid: bescherming tegen overstroming én beperking van de gevolgen via ruimtelijke inrichting én rampenbeheersing. Een combinatie met ruimtelijke inrichting (zoals een gevolgen beperkende wal of het ophogen van een bepaald gebied) en/of aanvullende rampenbeheersing (zoals het creëren van vluchtplekken) kan aantrekkelijk zijn in specifieke situaties waar de kosten van dijkversterking zeer hoog uitpakken of waar andere zwaarwegende maatschappelijke overwegingen om andere oplossingen vragen. Ook als regionale overheden kansen zien vanuit ruimtelijke ontwikkelingen voor een integrale dijkringstrategie, kan dit leiden tot een slimme combinatie van maatregelen om te komen tot het 9

10 gewenste beschermingsniveau. Op deze manier wordt een ingrijpende dijkversterking voorkomen en kan er optimaal gebruik worden gemaakt van (ruimtelijke) meekoppelkansen. Regionaal maatwerk leidt zo tot oplossingen die recht doen aan de lokale en regionale vraagstukken en de regionale dynamiek. Om voor deze specifieke situaties een slimme combinatie mogelijk, toetsbaar en uitvoerbaar te maken is binnen het huidige wettelijke kader een governancestructuur uitgewerkt voor de verantwoordelijkheidsverdeling, besluitvorming, financiering en borging. Per slimme combinatie kunnen regionale partijen afspraken maken over realisatie, beheer, monitoring en bekostiging van maatregelen. Ook zijn er hulpmiddelen (o.a. kaarten, ontwerpend onderzoek, meerlaagsveiligheids-tool) ontwikkeld. Deze uitgangspunten en hulpmiddelen worden via het stimuleringsprogramma ruimtelijke adaptatie de komende jaren ( ) in de praktijk verder getoetst en indien nodig aangevuld of aangescherpt. Het denken in termen van ruimtelijke oplossingsstrategieën zorgt ervoor dat het waterveiligheidsbeleid meer ruimtelijk wordt en de mogelijkheid ontstaat het gewenste veiligheidsniveau op een andere manier te realiseren. Ook andersom geldt dat een goede ruimtelijke ordening niet kan zonder in te spelen op waterveiligheid als omgevingswaarde. Om waterveiligheid ook in de toekomst te laten meewegen bij (her) ontwikkeling van locaties wordt daarom tegelijkertijd een waterrobuuste inrichting gestimuleerd. Zo krijgt het waterveiligheidsbelang een volwaardige plaats in de toekomstige ruimtelijke planvorming en kan ook voor de toekomst het extra risico op schade en slachtoffers door de gevolgen van een eventuele overstroming worden beperkt en blijft de waterveiligheid op orde. Waterrobuuste ruimtelijke inrichting kan bijvoorbeeld gaan om aangepast bouwen of gebieden vrijhouden van bebouwing. De bescherming van vitale functies en kwetsbare objecten krijgt daarbij extra aandacht. In de Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie wordt nader ingegaan op waterrobuust inrichten. Omdat rampen nooit helemáál zijn te voorkomen moeten voorbereidingen worden getroffen op situaties waarin het tóch misgaat. Als toch een overstroming dreigt, moet iedereen snel en effectief handelen om slachtoffers en schade te beperken. Dat geldt zowel voor overheden als voor burgers en bedrijven. Goede voorbereiding is van levensbelang. Om te waarborgen dat de rampenbeheersing (en daarmee de derde laag) goed op orde blijft, werken de ministeries van Infrastructuur en Milieu, Veiligheid en Justitie en Defensie, de waterschappen, de provincies, de veiligheidsregio's en de crisisorganisatie van Rijkswaterstaat aan een strategische agenda met betrekking tot de verbetering van de voorbereiding op de bestrijding van watercrises en overstromingen. Hierbij wordt onder meer gewerkt aan het verbeteren van de eenduidige informatievoorziening bij de crisisorganisaties via het netcentrisch werken, het verbeteren van de samenwerking en de ontwikkeling van een gezamenlijke (water)oefenkalander. Daarnaast wordt binnen deze agenda gewerkt aan het 10

11 vergroten van de zelfredzaamheid van de bevolking bij een dreigende overstroming. Dit gebeurt door het vergroten van het waterbewustzijn van burgers en bedrijven het inzichtelijk maken van handelingsperspectieven bij preventief (het gebied uit) en verticaal (omhoog) evacueren. Dit wordt uitgewerkt in de Module Evacuatie Grootschalige Overstromingen (MEGO). Dit gebeurt onder meer door het verzamelen, structureren en bewerken van basisinformatie voor overstromingen en het toegankelijk maken diverse toepassingen en gebruikers. Dat kan onder meer verlopen er via mobiele berichtgeving, waarin concrete handelingsperspectieven voor burgers en bedrijven worden geboden, afgestemd op de specifieke omstandigheden in verschillende postcodegebieden. Daarnaast zal er (vanuit IenM met alle betrokkenen) in het kader van de Europese Richtlijn Overstromingsrisico s dit jaar al veel informatie over overstromingsrisico s worden verstrekt aan het publiek via Uiterlijk in 2015 zullen alle verschillende soorten maatregelen van alle waterbeheerders en veiligheidsregio s via internet bekend zijn via zogenaamde overstromingsrisicobeheerplannen. 7. Uitwerking van het beleid in gebieden Het Deltaprogramma kent drie generieke programma s, waaronder het Deltaprogramma Veiligheid, en zes gebiedsgerichte deelprogramma s. Het Deltaprogramma Veiligheid heeft landelijke uitgangspunten en principes ontwikkeld voor het waterveiligheidsbeleid. Regionaal is, via de gebiedsgerichte deelprogramma's, gewerkt aan strategieën voor het gewenste beschermingsniveau. Per dijktraject is daarbij gekeken welk van de uitgangspunten bepalend is. Door dit gezamenlijke proces tussen DPV en de gebiedsgerichte deelprogramma s ontstaat een landelijk consistente redenering voor de manier waarop de bestuurlijke doelen zijn verwerkt in de normspecificatie voor een dijktraject. De gebiedsspecifieke kenmerken zijn daarin meegenomen. In de onderstaande paragrafen zijn de relevante gebiedskenmerken beschreven. In hoofdstuk 8 wordt in een tabel per gebiedsgericht deelprogramma een eerste geïntegreerd normbeeld weergegeven. 7.1 Rivierengebied Het rivierengebied omvat de Maas en de Rijntakken. De Maas strekt zich uit van Eijsden (nabij Maastricht) tot de Biesbosch, waar deze overgaat in het Hollands Diep. Voor de Rijntakken strekt het rivierengebied zich uit van Lobith/Tolkamer tot aan de uitmonding van de Waal/Merwede in het Hollands Diep en de Oude Maas en van de Nederrijn/Lek tot aan de Oude Maas. Voor de IJssel gaat het om het gebied tussen Arnhem en het IJsselmeer. Het gebied kent ook grote verschillen. Langs de Limburgse Maas liggen plaatselijk keringen, die ongeveer 40 kleine dijkringgebieden vormen, maar verder ligt deze rivier diep in een natuurlijk rivierdal. De bedijkte Maas en de IJssel grenzen (deels) aan hogere zandgronden, maar kennen ook wel polders die bij een dijkdoorbraak tijdens hoogwater tot grotere waterdieptes kunnen vollopen. De Waal en Nederrijn-Lek stromen door het centrale rivierengebied en zelfs normale rivierwaterstanden liggen hier al grotendeels boven het door bodemdaling gezakte polderland. Bij hoogwater torenen deze laatste 11

12 rivieren vele meters boven het land uit. Daar komt ook nog bij dat extreem hoge waterstanden in de Waal wel 2,5 a 3 m hoger liggen dan die op de Maas en 1 m hoger dan de Nederrijn-Lek. Tenslotte is een kenmerk van het rivierengebied dat verscheidene gebieden ook nog eens volledig door deze rivieren omsloten zijn en alleen over bruggen te verlaten zijn. Rivierverruiming om de waterhoogte te beperken en de omvang van overstromingen niet te laten toenemen, sterke dijken om slachtoffers te kunnen voorkomen, en extra aandacht voor systeemdijken waar dominoeffecten kunnen optreden. Hoogwaters op de rivieren ontstaan door langdurige intense regenval in de stroomgebieden van Rijn en Maas. Het water komt dan ook voor het grootste deel uit Duitsland en Zwitserland respectievelijk de Frankrijk en de Belgische Ardennen. Rivierhoogwaters duren vaak dagenlang, veel langer dan hoogwaters op zee of meren, die een gevolg zijn van extreme storm, al dan niet in combinatie met springvloed. Daardoor kan bij een dijkdoorbraak in het rivierengebied water zeer langdurig instromen, zodat een overstroming vanuit de grote rivieren een heel groot gebied kan treffen en het water in de overstroomde polders heel diep kan worden. Omdat de dijkringen vrijwel allemaal richting zee hellen, worden de grootste waterdiepten bereikt in de laagst gelegen uiteinden van de dijkringgebieden: voor de Betuwe is dat bijvoorbeeld bij Gorinchem; langs de IJssel ligt Zwolle op zo n risicovolle plek; en langs de bedijkte Maas geldt het voor s-hertogenbosch. Waar de waterkring ook breekt, die laagste uiteinden lopen altijd onder. Doordat het rivierengebied helt en omdat de waterstand in de ene riviertak hoger ligt dan in de andere, kan ook een domino-effect optreden. Dan stroomt water van één gebied naar het volgende en treedt een domino-effect op. Ook kan er daardoor extra veel water op een riviertak komen. Zo kan het water uit de Rijn na binnenkomst bij Lobith achterlangs het IJsseldal instromen, kan de Waal door het Land van Maas en Waal naar de Maas stromen (en daarmee een directe bedreiging voor Den Bosch e.o. vormen), en kan het water uit de Lek bij een doorbraak van de noordelijke Lekdijk water de Randstad instromen, zelfs tot aan Amsterdam. Omdat hoogwater het gevolg is van een lange periode met intensieve regenval over een groot gebied, is een hoogwater op de rivieren relatief goed voorspelbaar; op de Maas vaak 1 á 2 dagen vooruit, op de Rijn vaak zelfs 3 á 4 dagen. Bovendien is de kans zeer klein dat het tijdens een rivierhoogwater stormt, maar de kans is niet nul. Die lange voorspeltijd biedt kansen voor tijdige preventieve evacuatie, waarbij mensen uit het overstroombare gebied gehaald worden. Dat dit ook praktisch kan, heeft de evacuatie van circa mensen tijdens het hoogwater van 1995 bewezen. Tegelijkertijd is er ook het besef dat je altijd maar een deel van de mensen kan evacueren en dat evacuaties emotioneel zeer ingrijpend zijn. 12

13 Fig. 3 Verdeling van het overstromingsrisico binnen Nederland (naar: referentie DP-V technische uitwerking 2.0) Uitgaande van het huidige beschermingsniveau en de omvang van de schade bij overstroming, blijkt dat driekwart van het totaal overstromingsrisico in Nederland op dit moment gelokaliseerd is in het rivierengebied. (zie figuur 1) Bovendien draagt het rivierengebied (met name in het westelijke deel) ook nog eens het meest bij aan kans op grote aantallen slachtoffers, het zogenaamde landelijk groepsrisico. Dit hoge risico heeft twee oorzaken. De eerste is een beter inzicht in zowel de mogelijke factoren die invloed hebben op het bezwijken van waterkeringen, als in het verloop van overstromingen. Op basis daarvan blijken de huidige rivierdijken een relatief laag beschermingsniveau te bieden. De tweede oorzaak is het feit dat op veel plekken de bevolking en de economie in de laatste decennia sterk is gegroeid. Deze combinatie maakt dat in het rivierengebied het overstromingsrisico groter is dan velen tot voor kort gedacht hebben. De opgave is hier dan ook het grootst van alle gebieden. Waar gebieden over grote lengte aan hoge gronden grenzen is evacuatie gemakkelijker. Daar wordt eerst geopteerd voor preventieve evacuatie (MLV) in plaats van voor zwaardere dijken. Daar waar evacuatie beter mogelijk lijkt dan in de landelijke gekozen evacuatiefracties is aangenomen, (vaak ook in combinatie met gering aantal inwoners), zal dat worden benut. Dat is bijvoorbeeld het geval in dijkringen langs de onbedijkte Maas, maar ook in Keent en Alem langs de bedijkte Maas en plaatselijk langs de IJssel. In het rivierengebied moet altijd rekening worden gehouden met onderlinge beïnvloeding tussen verschillende dijkringen. Dit geldt niet alleen voor de onbedijkte Maas, maar ook voor de bedijkte Maas en de Rijntakken. In alle gevallen leiden hogere dijken tot hogere waterstanden. Om afwenteling op de overzijde, op bovenstrooms gelegen riviertrajecten of op meer stroomafwaarts gelegen gebieden te kunnen voorkomen, moet bij het uitwerken van de eisen in dijkontwerpen dus rekening gehouden worden met de kans op zulke vormen van systeemwerking. Dat betekent dat waar de eisen per traject verschillen dat vooral zal worden uitgewerkt in verschillende eisen aan de sterkte van dijken, en zo min mogelijk in onnodige hoogteverschillen. Daarmee zullen veel dijken in het rivierengebied vooral sterker moeten worden gemaakt, maar hoeven ze slechts in beperkte mate hoger. 13

14 Voor het realiseren van de nieuwe eisen ziet het er dus naar uit dat in grote delen van het rivierengebied maatregelen noodzakelijk zijn. Niet omdat de dijken te laag zijn dat zijn ze maar op enkele plaatsen, maar vooral omdat ze volgens nieuwe inzichten te zwak zijn en daarom niet aan de nieuwe eisen kunnen voldoen. Vooral piping is in het rivierengebied een veel voorkomend fenomeen, en ook liggen sommige dijken op een zwakke ondergrond vooral langs de Lek. Vanuit het rivierengebied is de wens om de gevolgen van klimaatverandering zoveel mogelijk op te vangen met rivierverruiming, omdat daarmee in de regel beter wordt voorkomen dat de overstromingsrisico s toenemen: de lagere waterstanden die rivierverruiming oplevert, betekenen namelijk zowel kleinere overstromingskansen als geringere gevolgen als toch een overstroming optreedt. 7.2 Rijnmond-Drechtsteden De regio Rijnmond-Drechtsteden ligt in de monding van de grote rivieren (Rijn, Maas, Waal). Het omvat grote, stedelijke gebieden met o.a. Rotterdam, Dordrecht en de Drechtsteden, maar ook minder dichtbebouwde gebieden waar het landschap een meer natuurlijk en/of agrarische karakter heeft (o.a. Alblasserwaard, Krimpenerwaard). Circa 1.6 miljoen mensen wonen hier. Ook maakt het gebied onderdeel uit van de Randstad en mede vanwege de centraal gelegen haven van Rotterdam is het onderdeel van het economisch hart van Nederland. Via gebiedsgerichte risicobenadering naar eisen voor de dijk Rijnmond-Drechtsteden omvat de relatief grote dijkringen Zuid-Holland-zuid (dijkring 14 zuidelijk deel), Krimpenerwaard (15), Alblasserwaard (16), IJsselmonde (17), Voorne-Putten (20), Hoekse Waard (21) en het Eiland van Dordrecht (24). Aanvullend zijn er ook twee relatief kleine dijkringen: Rozenburg (18) en Pernis (19). Het watersysteem in deze regio kenmerkt zich als een typisch deltagebied waar waterstanden in het westelijk deel gedomineerd worden door de zee, aan de oostkant door de afvoer van rivieren, met daartussen een overgangsgebied van zee- en rivierinvloed. Dijken en deltawerken spelen een grote rol in de huidige waterveiligheid, zoals de stormvloedkeringen Maeslantkering, Hartelkering en Hollandse IJsselkering, en de Haringvlietdam. De overstromingsrisico s in het gebied worden bepaald door de potentieel hoge waterstanden op zee en rivier, de locaties van gebieden met grote waarde en veel inwoners, de verdiepte ligging van het maaiveld (met name in de veenweidegebieden rond Rotterdam, Krimpenerwaard, Alblasserwaard), en de aanwezigheid van buitendijkse voorlanden en compartimenteringskeringen. Evacuatie aan de westkant van het gebied is lastig omdat de reactietijd om te evacueren bij een verwachte stormvloed op zee zeer beperkt is. Om het gewenst beschermingsniveau te realiseren en om (eventueel) aanvullend grote schade of een groot aantal slachtoffers te voorkomen, is het vooral noodzakelijk om gericht te gaan investeren in preventie. Investeringen in de tweede en derde laag bieden in dit gebied slechts beperkt kansen door de ligging dicht bij zee en snelle en diepe overstromingen bij een dijkdoorbraak. Het huidige beschermingsniveau voldoet op veel plaatsen niet aan het gewenste nieuwe beschermingsniveau, de dijken moeten op veel plaatsen aangepakt worden. Bescherming van vitale en kwetsbare objecten leidt 14

15 op zichzelf niet tot aanscherping van de eisen. Het is effectiever om gericht te kijken naar schadereductie op netwerk- en/of objectniveau. Optimalisaties in de evacuatiestrategieën zijn vooral effectief in riviergedomineerde en overgangsgebieden als Krimpenerwaard, Alblasserwaard en het Eiland van Dordrecht. In het deelprogramma Rijnmond-Drechtsteden wordt nog discussie gevoerd over een aantal aspecten van het nieuwe waterveiligheidsbeleid en daarvan afgeleide eisen per dijktraject. In hoofdstuk 8 zijn deze discussiepunten aangegeven. Daarnaast spelen in deze regio nog de volgende kwesties: 1. Aanwezigheid van dichtbebouwde dijken: er zijn veel locaties/dijkringen (o.a. dijkring 14, 15, 16, 22) waar hogere eisen noodzakelijk is en waar de dijken dichtbebouwd zijn. Dit maakt de opgave complex. Er wordt de komende periode gekeken naar de mogelijkheden om hier mee om te gaan. Daarbij wordt gedacht aan verlagen van de norm. Maar er kan ook gekeken worden of het gewenste beschermingsniveau via de aanpak van meerlaagsveiligheid kan worden gerealiseerd of dat er voor de versterking een dijkontwerp kan worden ontwikkeld dat rekening houdt met de bebouwing. 2. In gebieden als Krimpenerwaard en Alblasserwaard lijkt het noodzakelijk om sturing te geven aan de ruimtelijke ontwikkeling. Nu en op de lange termijn zal het risicobewustzijn een goede plek moeten krijgen in de ruimtelijke ordening. 3. De regio wil graag verder praten over de wijze waarop evacuatie(fracties) geborgd kunnen worden. Dit geldt zowel voor de preventieve evacuatie als voor de maatregelen die in de derde laag van de meerlaagsveiligheid worden genomen. Om voeding te kunnen geven aan de discussie rond de eisen aan de primaire keringen en de overwegingen die daarbij een rol spelen bloot te leggen, worden binnen Rijnmond-Drechtsteden verschillende normvarianten (basisveiligheid en basisveiligheid+) via de uitwerking van de voorkeursstrategieën nader onderzocht. Hierbij wordt op het niveau van het watersysteem en de dijkringen aandacht besteed aan de bovengenoemde aandachtspunten, alsmede de kosten en ruimtelijke implicaties (dijkomvang) die de nieuwe eisen (verhoging of verlaging) met zich meebrengen. De verwachting is dat hierover eind maart meer duidelijkheid is. 7.3 IJsselmeergebied Voor de veiligheid in het IJsselmeergebied is het totale systeem van waterkeringen, dammen en sluizen (inclusief de Afsluitdijk en Houtribdijk) en de afvoer van water naar de Waddenzee van essentieel belang. De aanleg van de Afsluitdijk heeft gezorgd voor veiligheid in het omringende gebied. De dijkringen in het IJsselmeergebied liggen in totaal verschillende watersystemen: het IJsselmeer, het Markermeer, de Veluwe randmeren, de Wadden en de IJssel-Vechtdelta. De verschillende gebieden hebben dan ook verschillen in bedreigingen. Zo is voor de omgeving van het IJsselmeer het waterpeil in combinatie met de storminvloeden bepalend en in de IJssel-Vechtdelta de hoogwater afvoer. De gebieden die beschermd worden door de dijken zijn ook sterk verschillend. Zo zijn de nieuwere polders over het algemeen grote diepe polders die in zijn geheel overstromen bij een doorbraak terwijl bijvoorbeeld de polders aan het Gooi- en Eemmeer klein en veel minder diep zijn. Naast andere overstromingskenmerken verschillen de gebieden in economische waarde en bewonersaantallen. Delen 15

16 van het IJsselmeergebied zoals bijvoorbeeld Almere hebben een sterke economische ontwikkeling doorgemaakt met daarbij een flinke groei van de bevolking. Ook liggen in het gebied grote steden als Amsterdam en Zwolle. Gericht investeren in het voorkomen van grote economische schade en in veiligheid voor iedereen De dijkringen in het IJsselmeergebied liggen in totaal verschillende watersystemen: het IJsselmeer, het Markermeer, de Veluwe randmeren, de Wadden en de IJssel-Vechtdelta. De verschillende gebieden hebben dan ook verschillen in bedreigingen. Zo is voor de omgeving van het IJsselmeer het waterpeil in combinatie met de storminvloeden bepalend en in de IJssel-Vechtdelta de hoogwater afvoer. De gebieden die beschermd worden door de dijken zijn ook sterk verschillend. Zo zijn de nieuwere polders over het algemeen grote diepe polders die in zijn geheel overstromen bij een doorbraak terwijl bijvoorbeeld de polders aan het Gooi- en Eemmeer klein en veel minder diep zijn. Naast andere overstromingskenmerken verschillen de gebieden in economische waarde en bewonersaantallen. Delen van het IJsselmeergebied zoals bijvoorbeeld Almere hebben een sterke economische ontwikkeling doorgemaakt met daarbij een flinke groei van de bevolking. Ook liggen in het gebied grote steden als Amsterdam en Zwolle. Een belangrijke bijdrage aan de hoogwaterbescherming van het IJsselmeergebied, wordt geleverd door de Afsluitdijk en de Houtribdijk. Door deze dijken is het mogelijk om in het IJsselmeer het peil te beheren. Dat peil is medebepalend voor de hoogte van de andere keringen rondom het IJsselmeer. In het stormseizoen (de winter) wordt het waterpeil in het IJsselmeer laag gehouden, waardoor de belasting op de dijken vermindert wordt. Het water dat vooral via de IJssel in het IJsselmeer stroomt, moet daarvoor worden afgevoerd naar de Waddenzee. Naast het spuien (zoals dat nu wordt gedaan) zullen daartoe in de toekomst ook pompen worden ingezet. Dit maakt het mogelijk om ook bij zeespiegelstijging te blijven afvoeren. Door het inzetten van pompen wordt tot 2050 het effect van zeespiegelstijging opgevangen. Zonder de inzet van pompen zou de opgave voor waterveiligheid dus groter zijn. In grote delen van het IJsselmeergebied is het voorkomen van grote economische bepalend voor het beoogde beschermingsniveau. In de diepe polders is sprake van grote schade door grote en langdurig overstroomde gebieden. In de omgeving van Zwolle (dijktraject 10-3) en delen van Noord-Holland (dijkring 12 en 13) is de huidige grote economische waarde bepalend. Voor Flevoland (dijkring 8) zijn de beoogde eisen streng doordat in deze diepe polder de aanwezige economische waarde groot is en er sprake is van een groot en langdurig overstroomd gebied. Bij Flevoland heeft de Knardijk als regionale kering invloed op de eisen die aan de primaire keringen worden gesteld. Bij Friesland en delen van Overijssel (Vollenhove 9-1, 9-2) zijn de schades minder groot, o.a. door beperktere diepte of omvang van het overstroomd gebied. Dit geldt in nog sterkere mate voor Marken, de Gelderse Vallei (voor de risico s vanuit het IJsselmeer) en de Eempolder. 16

17 De gebieden waar grote groepen slachtoffers zouden kunnen vallen, komen overeen met de plaatsen waar grote economische schade optreedt. Dit leidt dan ook niet tot andere voorstellen voor het beschermingsniveau op basis van groepsrisico s. Met de in het IJsselmeergebied aanwezige vitale en kwetsbare infrastructuur (drinkwater, electriciteitscentrales, etc) is al in voldoende mate rekening gehouden via de nu afgeleide eisen aan de primaire keringen vanwege het voorkomen van grote economische schade en geven dan ook geen aanleiding tot aanvullende verscherping van de voorgestelde eisen. Bij de voorgestelde eisen aan de primaire keringen krijgt iedereen in het IJsselmeergebied in ieder geval het basisbeschermingsniveau als ondergrens. Hierbij is uitgegaan van de met de veiligheidsregio s afgestemde evacuatiefracties. Voor de daadwerkelijke veiligheid van de bewoners is een goede borging van de besluitvorming rondom een eventueel daadwerkelijke evacuatie van groot belang. Om het IJsselmeergebied naar de toekomst toe veilig te houden is beheer en onderhoud van de dijken van groot belang. Dijken die nu al voldoen aan de nieuwe eisen blijven op orde. De nieuwe eisen leiden in delen van het IJsselmeergebied tot de opgave om dijken te versterken. Afspraak is dat hiervoor de periode tot 2050 wordt genomen, waarbij de meest urgente gebieden het eerst aan de orde zullen zijn. Het concept meerlaagsveiligheid wordt binnen het IJsselmeergebied omarmd, maar gezien de aard van het gebied blijft preventie voorop staan bij de aanpak van de opgave. Door de vaak snelle en diepe overstromingen bij een dijkdoorbraak zijn investeringen in de tweede en derde laag in grote delen van het gebied niet kosteneffectief. Inzetten op robuuste inrichting en rampenbeheersing, naast preventie lijkt vooral kansrijk in de IJssel-Vechtdelta (met als voorbeeld de geluidswal tevens waterkering bij Zwolle) en op Marken waar die mogelijkheden ook onderzocht worden. 7.4 Zuidwestelijke Delta De Zuid-Westelijke Delta overlapt aan de noordzijde met Rijnmond-Drechtsteden en in het oosten met het rivierengebied. In deze paragraaf worden de voorstellen voor de eisen voor de dijkringen ten zuiden van Amer, Hollandsch Diep en Haringvliet uitgewerkt. Dat zijn de voormalige eilanden Goeree en Overflakkee (25), Schouwen-Duiveland (26), Tholen en St-Philipsland (27), Noord-Beveland (28), Walcheren (29), Zuid-Beveland (30, 31, 32 en 33) en de dijkringen van West-Brabant (34 en 34a) en Zeeuws-Vlaanderen (35) die grenzen aan België. De ramp van 1953 en aanleg van de Deltawerken zijn zeer bepalend voor de waterveiligheid in dit gebied en de beleving daarvan. Alleen de Westerschelde staat ook tijdens storm op zee nog in open verbinding met de Noordzee. De eilandkoppen bestaan vooral uit zandige kust en duinen. Dammen en stormvloedkeringen beperken (net als rond het IJsselmeer) de hoogwaterstanden op de dijken rond Volkerak-Zoommeer, Grevelingen en Oosterschelde bij extreme stormsituaties. Niet alleen rond deze bekkens, maar ook op de eilanden bevinden zich nog veel voormalige zeedijken. Om de dijken rond Haringvliet en Hollandsch Diep te ontzien is besloten om bij combinaties van storm op zee en hoge rivierafvoer (als de stormvloedkeringen gesloten zijn) water te bergen op het Volkerak-Zoommeer, waardoor deze dan in open verbinding staat met het Hollandsch Diep. Binnen de Rijkstructuurvisie 17

18 Volkerak-Zoommeer-Grevelingen wordt overwogen om bij dergelijke situaties in de toekomst ook op de Grevelingen water te bergen. Duinen, dammen en dijken blijven voldoende bescherming bieden Als ondanks alle dijken, duinen en dammen toch overstromingen optreden kan men zich daar in veel gevallen minder goed op voorbereiden dan langs de rivieren, omdat storm op zee minder goed voorspelbaar is dan hoge rivierafvoer. De mogelijkheden voor evacuatie zijn (vooral op de voormalige eilanden) beperkt. De duur en omvang van de overstroming wordt beperkt door de sterke compartimentering van veel gebieden, maar kan daardoor plaatselijk wel tot snelle stijgsnelheden leiden, bijvoorbeeld bij Hansweert. Ook rond Middelburg, Zierikzee en Tholen zijn er dijktrajecten die extra sterk moeten zijn om (grote groepen) slachtoffers te voorkomen. Vergeleken met het sterk verstedelijkte gebied rond Rotterdam en Dordrecht zijn de voormalige eilanden minder dicht bevolkt. Voor de regionale economie zijn landbouw, visserij (schelpdieren) en recreatie belangrijk. De duinen dienen vooral op Walcheren sterk te zijn om grote schade bij overstroming te voorkomen. Extra aandacht verdienen de dijken die de kerncentrale Borssele beschermen. Door de eigenschappen van het gebied en sterke variatie in belastingsituaties en overstromingspatronen is niet de gehele Zuid-Westelijke Delta een aandachtsgebied, maar zijn er wel aandachtslocaties. Omdat de dijken hier vaak ruim voldoende hoog zijn, is en blijft het logisch om daarbij te kiezen voor oplossing via preventie. Ook in de komende periode zullen versterkingen plaatselijk nodig blijven. In dat geval kan worden nagegaan of combinatie met oplossingen in de ruimtelijke ordening en/of rampenbeheersing effectiever zijn. De Zuid-Westelijke Delta kent diverse aandachtslocaties. Het complexe systeem van dammen, stormvloedkeringen, berging, oude zeedijken rond grote wateren en compartimentering van dijkringen levert een gevarieerd beeld van eisen op basis van de nieuwe risico-benadering. Onderdelen daarvan vragen om nader onderzoek. Deze onderzoeken worden zo veel mogelijk voor de Deltabeslissing afgerond. Eventueel resterende vragen, zullen voor de wettelijke verankering van het nieuwe waterveiligheidsbeleid zijn beantwoord. Voor de stormvloedkering in de Oosterschelde, de Haringvlietsluizen en Volkeraksluizen zijn de gevolgen van falen en berging verwerkt in de maatgevende waterstanden en overstromingsscenario s voor de achterliggende dijkringen. Hieruit volgen eisen aan de betrouwbaarheid van het sluitingsmechanisme. Voor de overige onderdelen en situaties geldt dat het effect van falen verwaarloosbaar dient te zijn ten opzichte van de gevolgen waarmee rekening wordt gehouden in het achterland. Voor de sluizen in het 18

19 kanaal door Zuid-Beveland gaan hierdoor vrij strenge eisen gelden vanwege de relatief grote gevolgen bij falen. 7.5 Kust De Nederlandse kust strekt zich in de lengterichting uit over zo n 350 km van de Belgische grens tot de Duitse grens. Het overgrote deel van de kust is een zandige kust, onderbroken door open zeegaten, dammen, stormvloedkeringen, dijken, of hybride constructies zoals dijk in duin. In het Deltaprogramma is de kustzone in dwarsdoorsnede afgebakend van de doorgaande NAP 20 m dieptelijn tot en met de binnenduinrand aan de landzijde; bij dijken en smalle duinen beperkt de dwarsdoorsnede zich tot de grens van de waterkering inclusief de ruimtereservering voor tweehonderd jaar zeespiegelstijging. Dit geheel heet het kustfundament. Het is een dynamisch systeem met processen van erosie en sedimentatie. In het Deltaprogramma zien we het kustgebied als de gouden rand van Nederland : een prachtig gebied om te wonen, werken en recreëren. De kust biedt veel ruimte voor natuur, drinkwaterwinning en extensieve vormen van recreatie. De ruimte aan de kust wordt ook intensief gebruikt door de maritieme sector, steden en recreatie. De kust is van levensbelang voor de bescherming van het achterland. Dit achterland is zeer divers: met in het zuiden de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden, de langgerekte Hollandse Kust met daarachter de Randstad en het Noorden van Noord-Holland, en in het noorden de Waddeneilanden. De gebieden direct achter de kust liggen relatief hoog en het zeewater moet een relatief lange weg afleggen om dieper gelegen polders te doen onderlopen. Daarnaast verloopt een duindoorbraak anders dan een dijkdoorbraak. Het zand van de duinen blijft rond de bres en vormt daardoor een drempel voor het instromende zeewater. Aangezien een zeer zware overstroming vanuit zee altijd gepaard zal gaan met een stormvloed zal tegen de tijd dat het water diep landinwaarts is, de waterstand op zee alweer gedaald zijn. Desalniettemin kunnen de gevolgen van een overstroming vanuit zee groot zijn. Afhankelijk van de locatie zal het aantal slachtoffers variëren van tientallen tot honderden, de economische schade van miljoenen tot miljarden euro s. Deze diversiteit komt ook tot uitdrukking in de hoogte van de eisen voor de keringen. De eisen voor de keringen aan de kust worden, op een aantal uitzonderingen na, bepaald door de grote schade bij een overstroming. Door kustlijnzorg blijft de veiligheid op orde De kust kent ook buitendijks gebied, met meest in het oog springend, delen van de Waddeneilanden en de 13 kustplaatsen, waaronder steden als Zandvoort, Scheveningen en Vlissingen, maar ook havengebieden als IJmuiden. Deze buitendijkse gebieden liggen hoog ten opzichte van het achterland, maar worden niet beschermd door een waterkering. Voor de veiligheid in de meeste van deze gebieden is het onderhoud van het kustfundament en de basiskustlijn van groot belang. Dit onderhoud heet kustlijnzorg, zorg omdat het ook inhoudt dat het natuurlijk gedrag van het gehele zandige systeem van 19

20 het kustfundament (dieper water, buitendelta s, vooroever, strand, duinmassief) gemonitord wordt en daar waar nodig ingegrepen wordt, bijvoorbeeld als veel zand wegspoelt uit de vooroever. Het beheer van het kustfundament is primair gericht op het in stand houden van het gehele zandige systeem (lange termijn veiligheid en areaalbehoud). Het beheer en onderhoud van het kustfundament draagt ook bij aan de waterveiligheid. De duinen, dammen en dijken langs de kust voldoen op dit moment al aan het gewenste beschermingsniveau. Deze duinen, dammen en dijken zullen we goed blijven onderhouden. De kust biedt een robuuste bescherming aan Nederland, die met beheer en onderhoud van het kustfundament, de basiskustlijn en de keringen in stand wordt gehouden Onze kust heeft een negatieve zandbalans. Het aanbod van zand is verwaarloosbaar door een afname van de aanvoer uit de rivieren (door oa indamming en vastlegging van de rivierloop) en de diepere ligging van de Noordzeebodem waardoor er minder zand wordt opgewoeld door de golven. Tegelijkertijd vraagt het kustfundament om zand om mee te groeien met de stijgende zeespiegel. Daarnaast stroomt er uit het kustfundament zand naar de Waddenzee. Dit is deels een natuurlijk proces maar ook dit deelsysteem heeft zandhonger als gevolg van menselijk handelen, vooral de afsluiting van de Zuiderzee en de Lauwerszee. Ook wordt zandhonger in de Waddenzee veroorzaakt door bodemdaling als gevolg van gaswinning. Ook de Westerschelde heeft zandhonger en onttrekt zand aan het kustfundament. Met de Beslissing Zand wordt beheer en onderhoud van het kustfundament en de Basiskustlijn met zandsuppleties gecontinueerd. Dit zorgt ook op de wat langere termijn voor areaalbehoud en vormt een goede basis voor waterveiligheid. De komende jaren wordt monitoring en onderzoek ingezet om te bepalen hoeveel en waar het zand gesuppleerd moet worden. Interbestuurlijk overleg moet daarbij leiden tot de grootste maatschappelijke meerwaarde van zandsuppleties voor de kust als geheel. De beslissing zand stelt adaptief kustlijnzorg voor op basis van monitoring en onderzoek en streeft naar de grootste maatschappelijke meerwaarde van zandsuppleties 7.6 Waddengebied Het deelprogramma Waddengebied beslaat de vaste wal van de Groningen en Fryslân en de vijf Waddeneilanden. De vaste wal op de kop van Noord-Holland en de Friese IJsselmeerkust vallen binnen het deelprogramma IJsselmeergebied. 20

21 Veiligheid voor iedereen met specifieke situatie op de Waddeneilanden en aanvullende bescherming voor de gasinfrastructuur in Oost-Groningen Waddeneilanden Op de Waddeneilanden beschermen de duinen en dijken in totaal bijna inwoners tegen overstroming. Ongeveer de helft hiervan woont op Texel. Op de eilanden zijn gedurende het hele jaar ook relatief grote groepen toeristen aanwezig. Het aantal toeristen wisselt, maar overtreft over het algemeen het aantal inwoners ruim. De eilanden hebben hoog gelegen duingebieden die ze beschermen tegen overstromingen vanuit de Noordzee. De gevolgen van een dijkdoorbraak op de Waddeneilanden zijn daardoor relatief beperkt. Het overstroomde gebied is relatief klein en de overstromingsdiepte is vrij beperkt. De economische schade is niet groot en er vallen naar verwachting een zeer beperkt aantal slachtoffers. De eisen die aan de waterkeringen worden gesteld, zijn daardoor relatief laag. Aan de kust met de Waddenzee liggen een aantal laag gelegen polders. Bij een overstroming zal het water hier hoger komen. Aan deze keringen worden hogere eisen gesteld. Op de Waddeneilanden kunnen de aanwezige mensen niet of nauwelijks preventief worden geëvacueerd. Op het moment dat een storm nabij is zullen (veer)boten niet meer kunnen varen en moeten de mensen op het eiland blijven. Een zeer beperkt aantal mensen kan mogelijk via een luchtbrug geëvacueerd worden. Er lijken wel goede mogelijkheden om tijdelijk te verblijven in bebouwing op de hoger gelegen delen van de eilanden. Het is nu nog onduidelijk voor welk deel van de bevolking en aanwezige toeristen voldoende voorzieningen zijn. Voorlopig is voor de eis aan de waterkeringen vanuit het beschermingsniveau voor veiligheid voor iedereen ingeschat dat gemiddeld 50% van de aanwezigen zich tijdelijk veilig kunnen ophouden in de duinen. Waddenzeekust van Groningen-Friesland De waterkeringen op de vaste wal beschermen Groningen en Fryslân tegen overstroming vanuit het IJsselmeer, de Waddenzee, de Eems en de Dollard. De totale lengte van de waterkeringen is ongeveer 230 km. Het huidige dijkringgebied 6 is qua oppervlakte de grootste van Nederland, namelijk ha (4.940 km2). Er wonen in totaal circa 1,1 miljoen mensen in dit gebied. De belangrijkste woonkernen zijn: Leeuwarden, Harlingen, Heerenveen, Drachten, Lemmer, Sneek, Groningen, Delfzijl en Veendam. Het gebied is groot en kent een variatie in hoogteligging. Dit zorg ervoor dat het gebied bij een enkele dijkdoorbraak niet in zijn geheel onderloopt. Ook de hoger gelegen lijnelementen, zoals weg- en spoorwegen, regionale waterkeringen en voormalige zeedijken in het gebied dragen hieraan bij. De waterdiepte bij een eventuele overstroming varieert van enkele decimeters tot ruim 3 meter. Afhankelijk van de locatie van de doorbraak varieert de schade en het aantal slachtoffers sterk. Daarom worden de eisen die aan de dijktrajecten worden gesteld, verder dan nu gedifferentieerd. Omdat de economische schade relatief beperkt is wordt de normspecificatie in de meeste gevallen bepaald door het beschermingsniveau voor veiligheid voor iedereen. 21

22 De gevolgen zijn het grootst bij een dijkdoorbraak in Noordoost Groningen langs de kust van de Eems- Dollard. Dit gebied ligt relatief laag en er zijn geen slaperdijken of andere hoog gelegen elementen. Aan het dijktraject dat dit gebied beschermt worden daarom hogere eisen gesteld dan de trajecten langs de Waddenzee. Bij de bepaling van het beschermingsniveau voor veiligheid voor iedereen is rekening gehouden met de mogelijkheden die preventieve evacuatie biedt. De mogelijkhedenvoor preventieve evacuatie worden laag ingeschat. Dit is omdat de dreiging door een storm op zee komt. Verwacht wordt dat niet tijdig genoeg tot preventieve evacuatie zal worden overgegaan omdat de onzekerheden over het verloop van de storm, de waterstanden en de eventuele gevolgen daarvan te groot zijn. Op het moment dat voldoende zekerheid ontstaat over het mogelijk optreden van een dijkdoorbraak is het zeer waarschijnlijk te laat om nog op verantwoorde wijze iedereen goed te kunnen evacueren. Hiermee is rekening gehouden bij het vaststellen van de nieuwe eisen voor de waterkeringen. Doordat de overstromingsdiepte in veel delen van het gebied onder de drie meter blijven zijn de mogelijkheden voor verticale evacuatie waarschijnlijk goed. In Oost-Groningen ligt een groot en belangrijk netwerk van gas- en energie infrastructuur. Samen met de sector is geconcludeerd dat dit netwerk volledig uitvalt bij een dijkdoorbraak langs de Eems-Dollard tussen de Eemshaven en Nieuw-statenzijl. De hersteltijd na uitval is naar verwachting ongeveer 2 jaar. De economische gevolgen hiervan worden ingeschat op ongeveer 20 tot 30 miljard euro. Het gaat daarbij niet alleen om de directe schade aan de getroffen objecten maar ook om indirecte schade door de uitval. Omdat het gasnetwerk uit veel afhankelijke schakels bestaat, is het afzonderlijk beschermen minder kosteneffectief dan het versterken van de primaire waterkeringen. Er wordt daarom een strengere eis voor dit traject opgenomen. Recent is duidelijk geworden dat de door de gaswinning veroorzaakte aardbevingen zwaarder kunnen zijn dan tot dusver verondersteld. Uit onderzoek is gebleken dat deze aardbevingen mogelijk invloed hebben op de faalkans van de waterkeringen. Nader onderzoek is nodig. Voorlopig zal per dijkversterking maatwerk gemaakt worden en nagegaan worden of de belasting door aardbeving aanleiding is om het ontwerp aan te passen. 22

23 8. Eerste geïntegreerde beeld van de normspecificaties voor dijktrajecten De principes, doelen en inzichten uit het nieuwe waterveiligheidsbeleid zijn omgerekend naar normspecificaties voor de primaire keringen. Dat is gebeurd via de landelijke maatschappelijke kostenbaten-analyse en de slachtofferrisicoanalyses en heeft geleid tot een landelijk beeld. Dit beeld is aangevuld met door de gebiedsgerichte deelprogramma s geleverde kennis en inzichten.voor een aantal locaties wordt nog nader onderzoek gedaan. In de onderstaande tabellen per gebiedsgericht deelprogramma is een voorstel voor de normspecificatie opgenomen en is daar waar nodig aangegeven of en waarnaar nog nader onderzoek plaatsvindt. Dit beeld geeft de voorlopige stand van zaken weer na de informele stuurgroep Deltaprogramma van 13 februari. De deelprogramma s beschikken nog niet over een bestuurlijk vastgesteld voorstel voor de normspecificaties in hun regio. In onderstaande tabellen wordt onderscheid gemaakt tussen generiek te onderzoeken punten en meer specifieke punten per regio. In de periode tot medio april worden de punten verder opgepakt en vindt overleg plaats tussen de experts die werken aan het landelijk beeld en de gebiedsgerichte deelprogramma s over een aantal specifieke dijktrajecten. In de stuurgroep Deltaprogramma van 24 april worden de conclusies voor de deltabeslissing waterveiligheid besproken. Daarbij zullen ook de uitkomsten uit de uitvoerbaarheidstoetsen door RWS en de Waterschappen worden meegenomen. Generiek te onderzoeken punten Onderwerp Toelichting Locatie/dijktrajecten Standzekerheid regionale Door een expertteam wordt onderzocht waar de Landelijk keringen berekende normspecificaties gevoelig zijn voor de (reken)aanname standzekerheid van achterliggende lijnelementen en regionale keringen. Waar dat het geval is zal binnen de deelprogramma s nader gekeken worden naar de situatie ter plaatse, en indien noodzakelijk een aanscherping van de afgeleide eisen voor de primaire kering plaatsvinden. C-keringen Binnen een systeem gebaseerd op de risicobenadering vervullen niet alle C-keringen meer een logische rol. Zo vervalt de noodzaak een dijkring te sluiten (rond te maken), en ook is er geen noodzaak meer om dijkringen met verschillende normen te scheiden. Er wordt samen met de beheerders onderzocht voor welke van de C-keringen het wenselijk is dat ze de status primaire kering behouden, en welke normspecificaties voor deze keringen moeten gaan gelden. Landelijk 23

24 Robuustheid rekenwijze Lokaal Individueel Risico (Veiligheid voor Iedereen) Hotspots groepsrisico Normering voor B-keringen Er wordt nader gekeken naar de toekenning naar klassen van de rekenwaarden voor het Lokaal Individueel Risico. Bij zeer kleine dijkringen kan een toekenning aan een lichtere klasse wellicht het bereiken van de Veiligheid voor Iedereen achter de dijk in het geding brengen. Het landelijke beeld ingevuld aan de hand van het Lokaal Individueel Risico (Veiligheid voor Iedereen) en een plus op basis van grote schade (MKBA) voldoet aan de eisen voor het zogenaamde landelijke groepsrisico, zoals de Technische Adviescommissie water deze in het verleden heeft geformuleerd. Aanvullend daarop wordt er voor een aantal locaties, de zogenaamde Hotspots Groepsrisico, onderzocht of het wenselijk is de afgeleide eisen voor de kering een klasse strenger te kiezen. Doel hiervan is het verkrijgen van een evenwichtiger landelijk beeld voor trajecten met grote groepen slachtoffers, en daarmee ook de kans op grote groepen slachtoffers verder te verkleinen. Er zijn tot dusverre bandbreedtes afgeleid waarbinnen de eisen voor de B-keringen zullen vallen. Uitgangspunten zijn dusdanig gekozen dat geen gevolgen voor achterliggende keringen zijn, behalve wellicht bij de Hollandse IJsselkering. In het landelijke vervolgtraject worden de eisen specifieker gemaakt, dat gebeurt in afstemming met de beheerders. Landelijk 14-1, 14-2, 16-1, 16-2, 19, 20-3, 22-2 Landelijk 24

25 Waddengebied Traject Normspecificatie Uitzoeken 1-1 PM Onderzoek naar haalbaarheid van (preventieve) evacuatie; op de 1-2 PM Waddeneilanden kunnen bewoners en toeristen bij een storm moeilijk van het 2-1 PM eiland af, maar mogelijk wel ondergebracht worden op de hoger gelegen delen 2-2 PM van het eiland. Dit wordt nader onderzocht voordat een uitspraak over eisen aan 3-1 PM de waterkering wordt gedaan. 3-2 PM 4-1 PM 4-2 PM 5-1 PM 5-2 PM T.a.v. evacuatiefractie vraagt stuurgroep bevestiging aan de veiligheidsregio Robuustheid rekenwijze LIR. 25

26 IJsselmeergebied Traject Normspecificatie Uitzoeken Andere normklasse gekozen, gebied is vergelijkbaar met 6-1: nader onderzoek nodig naar exacte verschillen / / Nader uitzoeken faalkans Knardijk en relatief hoge investeringskosten voor Rekening gehouden met uitschieter MKBA /3.000 Door hoge versterkingskosten valt MKBA relatief laag uit. Verder speelt eventuele ontwrichting als gevolg van het geïsoleerd raken van de Marinebasis. 26

27 Uit rapport DPV 2.0 wordt vanuit Groepsrisico ook 1/3.000 berekend. Aansluiting van een stedelijk gebied als Den Helder met norm 1/1.000 op de minder bevolkte kuststrook met norm 1/3.000 is moeilijk uitlegbaar. Voorts geldt dat dit gebied veruit het grootste resterend risico per jaar heeft in Noorderkwartier Rekening gehouden met uitschieter MKBA 13-a-1 PM Nog geen berekening DPV IJburg beschikbaar 13-b PM Regio beschikt over aanvullende inzichten schade, consequentie voor MKBA wordt onderzocht PM Gesprek met regio loopt 46-1 PM Er is een sterke samenhang en afhankelijkheid tussen de primaire waterkeringen en de voorliggende regionale waterkeringen. Volgens de regio trekt het DPV voorstel deze samenhang scheef en vraagt daarom om een heroverweging. 27

28 28

29 Kust Traject Normspecificatie Uitzoeken /3.000 Regio onderzoekt plus wegens slachtofferaantal, versterkingskosten, functioneren marinebasis Standzekerheid van achterliggende keringen wordt nader beschouwd Check nieuwe gegevens Check trajectaanpassing Nader onderzoeken inhoudelijke onderbouwing normspecificatie Standzekerheid van achterliggende keringen wordt nader beschouwd 29

30 Rijnmond-Drechtsteden Traject Normspecificatie Uitzoeken / * Hotspot GR, regio onderzoekt extra knip bij Graveland en evt. verschuiving van knip 14-1 tot voorbij Vlaardingen /30.000* Hotspot GR 14-3 PM Lage norm in gebied met strenge normen; samenvoegen met 14-2 of 14-4 wordt onderzocht Regio onderzoekt plus wegens slachtofferaantal / Regio wil knip tussen 15-2 en 15-1 verschuiven van Bergambacht naar Schoonhoven, normconsequenties worden nog onderzocht. Regio onderzoekt plus wegens slachtofferaantal / * Hotspot GR /30.000* Hotspot GR, regioadvies afhankelijk uitkomst kostenberekeningen Regio onderzoekt plus wegens slachtofferaantal, regioadvies afhankelijk uitkomst kostenberekeningen / Regio onderzoekt plus wegens slachtofferaantal, regioadvies afhankelijk uitkomst kostenberekeningen / Regio heeft standzekerheid onderzocht en komt uit op Consistentie meerekenen voorlanden irt andere gebieden Consistentie meerekenen voorlanden irt andere gebieden 30

31 / * Hotspot GR Regio onderzoekt opknippen in twee trajecten (kust en rivier) Hotspot GR Regio onderzoekt plus wegens slachtofferaantal, regioadvies afhankelijk uitkomst kostenberekeningen Regio heeft stadzekerheid onderzocht en komt uit op Regio heeft stadzekerheid onderzocht en komt uit op /10.000* Hotspot GR; Regio komt obv nieuwe overstromingsgegevens op Vraag is of bij die norm nog een opgave vanuit Groepsrisico geldt (nader uit te zoeken ikv MIRT) 31

32 Rivieren Traject Normspecificatie Uitzoeken Waal / * Hotspot GR /30.000* Hotspot GR Overweging samenvoegen A-kering en aansluitende B-kering (Heerewaardense Afsluitdijk) Regio onderzoekt plus wegens slachtofferaantal Nederrijn-Lek Rekening gehouden met belang waterverdeling Pannerdense Kop

33 Regio onderzoekt plus wegens slachtofferaantal Regio wil knip tussen 15-2 en 15-1 verschuiven van Bergambacht naar Schoonhoven, normconsequenties worden nog onderzocht. Regio onderzoekt plus wegens slachtofferaantal Regio onderzoekt plus wegens slachtofferaantal Regio onderzoekt plus wegens slachtofferaantal IJssel PM Voor deze dijkring zal nog een analyse worden uitgevoerd Gekeken wordt of samenvoegen 50-1 en 50-2 beter past bij de lokale situatie Gekeken wordt of samenvoegen 50-1 en 50-2 beter past bij de lokale situatie b PM Door een Ruimte voor de Riviermaatregel moeten nieuwe overstromingsberekeningen worden gemaakt Door een Ruimte voor de Riviermaatregel moeten nieuwe overstromingsberekeningen worden gemaakt Door een Ruimte voor de Riviermaatregel moeten nieuwe overstromingsberekeningen worden gemaakt. Bedijkte Maas Check of nieuwe wijk Grote Wielen goed in cijfers MKBA is verwerkt a Rekening gehouden met hogere evacuatiefractie Rekening gehouden met hogere evacuatiefractie PM Overweging samenvoegen A-kering en aansluitende B-keringen (Heusdense Maasdijk en Bergse Maasdijk) PM Door een Ruimte voor de Riviermaatregel moeten nieuwe overstromingsberekeningen worden gemaakt. 33

34 /3.000 Er vinden nog nieuwe overstromingsberekeningen plaats /3.000 Check op schade in MKBA (rol gehanteerde waterstanden) Regio onderzoekt plus wegens slachtofferaantal Limburgse Maas /300 Robuustheid rekenwijze LIR /300 Robuustheid rekenwijze LIR & /1.000 Regio onderzoekt hoe om te gaan met uitkomsten MKBA /1.000 Mogelijk splitsen in twee trajecten /3.000 Regio onderzoekt hoe om te gaan met uitkomsten MKBA /300 Robuustheid rekenwijze LIR /300 Robuustheid rekenwijze LIR /1.000 Regio onderzoekt hoe om te gaan met uitkomsten MKBA Onderzoeken consequentie schaalsprong RO 76a /300 Robuustheid rekenwijze LIR /300 Robuustheid rekenwijze LIR /300 Robuustheid rekenwijze LIR 83-1 & /1.000 Regio onderzoekt hoe om te gaan met uitkomsten MKBA

35 /300 Robuustheid rekenwijze LIR /300 Robuustheid rekenwijze LIR 35

36 Zuidwestelijke Delta Wegens het sterk gecompartimenteerde karakter van de dijkringen in de Zuid-Westelijke delta, is het nader beschouwen van de gevoeligheid van de getallen voor standzekerheid van keringen in het achterland relevant voor grote delen van het gebied. Daarnaast zijn er in dit gebied een aantal C-keringen (9 trajecten) en B- keringen, normering voor deze keringen wordt opgepakt in het kader van de generieke acties (zie bovenaan H8) Traject Normspecificatie Uitzoeken Standzekerheid van achterliggende keringen wordt nader beschouwd, en systeem Standzekerheid van achterliggende keringen wordt nader beschouwd Standzekerheid van achterliggende keringen wordt nader beschouwd Check nieuwe gegevens Check trajectaanpassing Nader onderzoeken inhoudelijke onderbouwing normspecificatie Rekening gehouden met Borssele

Deltabeslissing Waterveiligheid

Deltabeslissing Waterveiligheid Deltaprogramma Waterveiligheid Deltabeslissing Waterveiligheid Het Deltaprogramma: een nieuwe aanpak Onze huidige dijknormen dateren grotendeels uit de jaren zestig. Ze zijn opgesteld na de Watersnoodramp

Nadere informatie

Waterveiligheid: van Kans naar Kans x Gevolg

Waterveiligheid: van Kans naar Kans x Gevolg Deltaprogramma Waterveiligheid: van Kans naar Kans x Gevolg Op weg naar nieuw beleid Waterveiligheid: risicobenadering Movares Middagsymposium i Meerlaagsveiligheid en Vitale infrastructuur 4 november

Nadere informatie

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR Aandachtsveldhouder J. Lamberts Vergadering : 6 mei 2014 Agendapunt : 6. Bijlagen : 1. Concept nieuw waterveiligheidsbeleid NB: ter inzage bij directiesecretariaat 2.

Nadere informatie

Deltaprogramma Bijlage A. Samenhang in het watersysteem

Deltaprogramma Bijlage A. Samenhang in het watersysteem Deltaprogramma 2013 Bijlage A Samenhang in het watersysteem 2 Deltaprogramma 2013 Bijlage A Bijlage A Samenhang in het watersysteem Het hoofdwatersysteem van Eijsden en Lobith tot aan zee Het rivierwater

Nadere informatie

Onderwerp: Veiligheid Nederland in Kaart Nummer: Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming (n.a.v.) besluitvorming college)

Onderwerp: Veiligheid Nederland in Kaart Nummer: Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming (n.a.v.) besluitvorming college) COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HOOGHEEMRADEN COMMISSIE BMZ ALGEMEEN BESTUUR Onderwerp: Veiligheid Nederland in Kaart Nummer: 701704 In D&H: 20-08-2013 Steller: ir. P.G. Neijenhuis In Cie: BMZ (ter kennisneming)

Nadere informatie

De beheersing van overstromingsrisico s

De beheersing van overstromingsrisico s De beheersing van overstromingsrisico s Jeroen Neuvel Focus Bron: Witteveen en Bos en STOWA 2004. 1 Dijkring Bron: www.risicokaart.nl Dijkring 53 Nederland in dijkringen Bron: VNK rapport dijkring 53 2

Nadere informatie

Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering en Veiligheid. Waterveiligheid buitendijks

Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering en Veiligheid. Waterveiligheid buitendijks Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering en Veiligheid Waterveiligheid buitendijks In ons land wonen ruim 100.000 mensen buitendijks langs de rivieren, de grote meren en de kust. Zij wonen aan de waterzijde

Nadere informatie

1.1 Overstromingsscenario s

1.1 Overstromingsscenario s Afgedrukt: 28 november 2016 memorandum Project : Kaartbeelden overstromingsrisico s t.b.v. vitale en kwetsbare infrastructuur Datum : 28 juni 2016 Onderwerp : Duiding scenario s en toelichting op toelichting

Nadere informatie

Nieuw Waterveiligheidsbeleid

Nieuw Waterveiligheidsbeleid 07-09-2015 Nieuw Waterveiligheidsbeleid Annemiek Roeling (DGRW) Inhoud De aanloop Aanleiding Doelen nieuwe waterveiligheidsbeleid Meerlaagsveiligheid en normen voor de kering Verankering van het beleid

Nadere informatie

Veiligheid primaire waterkeringen,

Veiligheid primaire waterkeringen, Indicator 7 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Met de Verlengde derde toetsing

Nadere informatie

IJsseldijk Zwolle-Olst Masterclass

IJsseldijk Zwolle-Olst Masterclass IJsseldijk Zwolle-Olst Masterclass Prof. dr. ir. Matthijs Kok hoogleraar Waterveiligheid 14 mei 2018 Inhoud 1. Inleiding 2. Risico van overstromingen 3. Wat is acceptabel? 4. IJsseldijken; wat is er aan

Nadere informatie

Deltaprogramma Rivieren. Stand van zaken. 16 februari 2012

Deltaprogramma Rivieren. Stand van zaken. 16 februari 2012 Deltaprogramma Rivieren Stand van zaken 16 februari 2012 Deltaprogramma Nationaal Deltaprogramma Februari 2010: Deltaprogramma van start Deltaprogramma Deltaprogramma Doel (2100) Beschermd tegen hoogwater

Nadere informatie

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Deltaprogramma Waddengebied Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Colofon Deltaprogramma Waddengebied Nieuwe Uitleg 1 Den Haag PROBLEEMANALYSE DELTAPROGRAMMA WADDEN Datum 10 augustus 2011 Status

Nadere informatie

Deltaprogramma Het nationale programma voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening

Deltaprogramma Het nationale programma voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening Deltaprogramma Het nationale programma voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening 2 e bestuurlijke consultatieronde Deltaprogramma: Hoe houden we de delta veilig en zorgen we voor voldoende zoetwater?

Nadere informatie

2.2.1 Noordelijke kust

2.2.1 Noordelijke kust In opdracht van Rijkswaterstaat RIZA is onderzoek gedaan naar de ergst denkbare overstroming voor verschillende regio s. Dit onderzoek is uitgevoerd door adviesbureau HKV in juli en augustus 2007. Hierbij

Nadere informatie

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid. 2016/17 digitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal

Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid. 2016/17   digitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid 2016/17 www.opleidingen.stowa.nl digitaal cursus naslagwerk 2016/17 totaal Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid Link naar: Digitaal Cursus Naslagwerk

Nadere informatie

Rivierverruiming in een nieuw perspectief

Rivierverruiming in een nieuw perspectief Rivierverruiming in een nieuw Waterveiligheid in Nederland Nederland al honderden jaren door dijken beschermd Waterveiligheid geregeld in de wet: voldoet dijk aan vastgestelde norm In jaren negentig een

Nadere informatie

Deltaprogramma 2014. Bijlage F. Bestuurlijke Planning DP2015

Deltaprogramma 2014. Bijlage F. Bestuurlijke Planning DP2015 Deltaprogramma 2014 Bijlage F Bestuurlijke Planning DP2015 Deltaprogramma 2014 Bijlage F Bestuurlijke Planning DP2015 Deltaprogramma 2014 Bijlage F 2 Bestuurlijke planning In deze bijlage is de bestuurlijke

Nadere informatie

Deltaprogramma Rivieren. Samenvating. Plan van Aanpak

Deltaprogramma Rivieren. Samenvating. Plan van Aanpak Samenvating Plan van Aanpak Deelprogramma Rivieren In de afgelopen eeuwen hebben de rivieren steeds minder ruimte gekregen, omdat we ruimte nodig hadden voor wonen, werken en recreëren. Rivieren zijn bedijkt,

Nadere informatie

INGEKOMENN STUK. Aan algemeen bestuur 23 april Voorstel aan ab Kennisnemen van

INGEKOMENN STUK. Aan algemeen bestuur 23 april Voorstel aan ab Kennisnemen van Aan algemeen bestuur 23 april 2014 INGEKOMENN STUK Datum 18 maart 2014 Documentnummer 594909 Projectnummer Portefeuillehouder Programma Afdeling drs. T. Klip-Martin Veiligheid Planvorming Bijlage(n) 2

Nadere informatie

Eiland van Dordrecht. Data. Voorbeeldprojecten Eiland van Dordrecht. Dordrecht Concept Gebiedsrapportage Eiland van Dordrecht

Eiland van Dordrecht. Data. Voorbeeldprojecten Eiland van Dordrecht. Dordrecht Concept Gebiedsrapportage Eiland van Dordrecht Voorbeeldprojecten Eiland van Dordrecht Eiland van Dordrecht Dordrecht Concept Gebiedsrapportage Eiland van Dordrecht Data Locatie: Dordrecht Opdrachtgever: Gemeente Dordrecht in samenwerking met DPNH

Nadere informatie

2Perspectieven voor benedenrivieren: een lange termijn visie

2Perspectieven voor benedenrivieren: een lange termijn visie 2Perspectieven voor benedenrivieren: een lange termijn visie enedenrivieren in samenhang 10 ij het denken over rivierverruiming vindt de regio het belangrijk om vanuit de lange termijn te redeneren. Wanneer

Nadere informatie

Achtergronden bij de nieuwe normen

Achtergronden bij de nieuwe normen Achtergronden bij de nieuwe normen Nadine Slootjes Deltares Opzet De risicobenadering Van dijkring naar dijktraject Basisbeschermingsniveau Economische doelmatigheid investeringen Beheersing van het groepsrisico

Nadere informatie

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden.

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden. Meander Samenvatting groep 6 Thema 1 Water Samenvatting De watersnoodramp In 1953 braken tijdens een zware storm de dijken door in Zeeland en delen van Noord-Brabant en Zuid-Holland. Het land overstroomde.

Nadere informatie

Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie

Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie Deltaprogramma Ruimtelijke adaptatie Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie Het Deltaprogramma: een nieuwe aanpak Een goede kwaliteit van de leefomgeving is een basisvoorwaarde voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat

Nadere informatie

Dijkversterking Wolferen Sprok. Veiligheidsopgave 29 augustus 2017

Dijkversterking Wolferen Sprok. Veiligheidsopgave 29 augustus 2017 Dijkversterking Wolferen Sprok Veiligheidsopgave 29 augustus 2017 Welkom! 19:00 19:10: Welkom WSRL 19:10 20:10: Interactief gastcollege veiligheidsopgave door Matthijs Kok (TU Delft) 20:10 20:25: Toelichting

Nadere informatie

Wat is de invloed van Bypass IJsseldelta op de Waterveiligheid?

Wat is de invloed van Bypass IJsseldelta op de Waterveiligheid? Wat is de invloed van Bypass IJsseldelta op de Waterveiligheid? antwoorden op veelgestelde vragen Matthijs Kok Cor-Jan Vermeulen 8 september 2010 HKV lijn in water 1 Inleiding Invloed van de bypass op

Nadere informatie

De plek waar de zee als een brede rivier het land instroomt. Al het werk dat gedaan is om het Deltaplan uit te voeren.

De plek waar de zee als een brede rivier het land instroomt. Al het werk dat gedaan is om het Deltaplan uit te voeren. Meander Samenvatting groep 6 Thema 1 Water Samenvatting De watersnoodramp In 1953 braken tijdens een zware storm de dijken door in Zeeland en delen van Noord-Brabant en Zuid-Holland. Het land overstroomde.

Nadere informatie

LEVEN MET WATER STRATEGIE WATERVEILIGHEID EN KLIMAATBESTENDIGHEID IN DE IJSSEL-VECHTDELTA

LEVEN MET WATER STRATEGIE WATERVEILIGHEID EN KLIMAATBESTENDIGHEID IN DE IJSSEL-VECHTDELTA LEVEN MET WATER STRATEGIE WATERVEILIGHEID EN KLIMAATBESTENDIGHEID IN DE IJSSEL-VECHTDELTA STRATEGIE KLIMAATBESTENDIGHEID & MEERLAAGSVEILIGHEID IJSSEL-VECHTDELTA De IJssel-Vechtdelta is een gebied dat onderdeel

Nadere informatie

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta Waterschap Hollandse Delta dynamiek in de delta Inhoud De dynamiek in de tijd Een dynamische ruimte De opgaven nu en voor de toekomst Water besturen Functionele overheid Algemeen belang en specifiek belang

Nadere informatie

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie Voorstellen Waterschap Hollandse Delta John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie Waterschap Hollandse Delta Dynamiek in de Delta [2] Inhoud De taken van het waterschap De dynamiek in de tijd Een dynamische

Nadere informatie

- Op de terugweg hiervan kwamen ze op één punt bijeen, Utrecht. ( auto s)

- Op de terugweg hiervan kwamen ze op één punt bijeen, Utrecht. ( auto s) Samenvatting door Saskia 1046 woorden 8 april 2014 7,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo 2.4 Files oplossen Files 29 mei 1955 was er in Nederland de eerste file. Duizenden inwoners van

Nadere informatie

Achter het water: wat te doen aan de toenemende overstromingsrisico s in deltagebieden? Frans Klijn 30 nov. 2016

Achter het water: wat te doen aan de toenemende overstromingsrisico s in deltagebieden? Frans Klijn 30 nov. 2016 Achter het water: wat te doen aan de toenemende overstromingsrisico s in deltagebieden? Frans Klijn 30 nov. 2016 7 december 2012 7 december 2012 7 december 2012 Hoe is dit zo gekomen? Zeespiegelstijging

Nadere informatie

Proeftuinen MLV. Jannemarie de Jonge, 10 oktober 2013

Proeftuinen MLV. Jannemarie de Jonge, 10 oktober 2013 Proeftuinen MLV Jannemarie de Jonge, 10 oktober 2013 Opbouw Meerlaagsveiligheid Concept gelanceerd in Nationaal Waterplan (2009) Laag 1: preventieve maatregelen Laag 2: gevolgbeperkende maatregelen, door

Nadere informatie

Verkenning meerlaagsveiligheid 110

Verkenning meerlaagsveiligheid 110 110 7 Verkenning meerlaagsveiligheid 111 7.1 Inleiding Binnen de hoogwaterbescherming wordt een benadering in drie lagen toegepast (Meerlaagsveiligheid): Laag 1 Preventie (door dijken en/of ruimte voor

Nadere informatie

Deltadijken: locaties die voorrang verdienen vanuit het perspectief van slachtofferrisico s

Deltadijken: locaties die voorrang verdienen vanuit het perspectief van slachtofferrisico s Deltadijken: locaties die voorrang verdienen vanuit het perspectief van slachtofferrisico s Karin de Bruijn Presentatie Slachtofferrisico s s Maatregelen ter reductie van slachtofferrisico s Deltadijken

Nadere informatie

Deltaprogramma: het werk aan onze delta is nooit af. Katja Portegies Staf Deltacommissaris 11 juni 2014

Deltaprogramma: het werk aan onze delta is nooit af. Katja Portegies Staf Deltacommissaris 11 juni 2014 Deltaprogramma: het werk aan onze delta is nooit af Katja Portegies Staf Deltacommissaris 11 juni 2014 1 Tot 6.70 m. onder zeeniveau 60% overstroombaar gebied, daar wonen ongeveer 9 miljoen mensen met

Nadere informatie

Overstroombaar gebied. Als het water komt. keteneffecten als gevolg van een overstroming. Durk Riedstra. Rijkswaterstaat Waterdienst.

Overstroombaar gebied. Als het water komt. keteneffecten als gevolg van een overstroming. Durk Riedstra. Rijkswaterstaat Waterdienst. Als het water komt keteneffecten als gevolg van een overstroming Durk Riedstra Waterdienst Overstroombaar gebied 2 RELEVANT jaarcongres NBC Nieuwegein 3 RELEVANT jaarcongres Overstroming vanuit de Lek

Nadere informatie

WAT ZIJN GEVOLGEN VAN DELTAPROGRAMMA...T

WAT ZIJN GEVOLGEN VAN DELTAPROGRAMMA...T 4 DELTAPROGRAMMA...T Tekst Dorine van Kesteren Beeld istockphoto WAT ZIJN GEVOLGEN VAN HET Op Prinsjesdag presenteerde het kabinet een nieuw Deltaprogramma om Nederland te beschermen tegen hoogwater en

Nadere informatie

Naar veilige Markermeerdijken

Naar veilige Markermeerdijken Naar veilige Markermeerdijken Naar veilige Markermeerdijken Hoogheemraadschap Hollands Noorder kwartier versterkt 33 kilometer afgekeurde dijk tussen Hoorn en Amsterdam. Tijdens de toetsronde in 2006 zijn

Nadere informatie

Kleine kansen grote gevolgen

Kleine kansen grote gevolgen Kleine kansen grote gevolgen Slachtoffers en maatschappelijke ontwrichting als focus voor het waterveiligheidsbeleid SAMENVATTING Kleine kansen grote gevolgen Slachtoffers en maatschappelijke ontwrichting

Nadere informatie

Advies Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden

Advies Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden Advies Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden Stuurgroep Rijnmond-Drechtsteden Colofon Dit is een uitgave van Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden Uitgevoerd door Programmateam

Nadere informatie

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen AGENDAPUNT 2 Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen Vergadering 12 december 2014 Strategische Agenda Crisisbeheersing In Veiligheidsregio Groningen werken wij met acht crisispartners (Brandweer, Politie,

Nadere informatie

Hoe gaat Nederland nu om met de veiligheid tegen overstromingen?

Hoe gaat Nederland nu om met de veiligheid tegen overstromingen? Hoe gaat Nederland nu om met de veiligheid tegen overstromingen? Prof. dr. ir. Matthijs Kok, Waterveiligheid Overstromingsgevoelige gebieden Protected area onder NAP: 26% boven NAP: 29% buitendijks: 3%

Nadere informatie

Deltaprogramma Werk aan de delta. De beslissingen om Nederland veilig en leefbaar te houden

Deltaprogramma Werk aan de delta. De beslissingen om Nederland veilig en leefbaar te houden Deltaprogramma 2015 Werk aan de delta De beslissingen om Nederland veilig en leefbaar te houden Veiligheid Zoetwater Nieuwbouw en Herstructurering Rijnmond-Drechtsteden Zuidwestelijke Delta IJsselmeergebied

Nadere informatie

Welke informatie wordt bij het risico-oordeel getoond?

Welke informatie wordt bij het risico-oordeel getoond? Welke informatie wordt bij het risico-oordeel getoond? Het risico-oordeel richt zich op primaire en regionale waterkeringen. Primaire waterkeringen beschermen tegen een overstroming uit zee, de grote meren

Nadere informatie

Dynamisch waterbeheer

Dynamisch waterbeheer Dynamisch waterbeheer Flexibele kranen in een dynamisch systeem WINN WaterInnovatieprogramma Rijkswaterstaat i.s.m. Deltares Ronald.Roosjen@Deltares.nl Henk.Looijen@RWS.nl WINN Innovatieprogramma Wateruitdagingen

Nadere informatie

Onderwerp Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden; gebiedsrapportages Krimpenerwaard en Hollandsche IJssel

Onderwerp Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden; gebiedsrapportages Krimpenerwaard en Hollandsche IJssel COLLEGEVOORSTEL Onderwerp Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden; gebiedsrapportages Krimpenerwaard en Hollandsche IJssel Te besluiten om: 1. kennis te nemen van de concept-gebiedsrapportages Krimpenerwaard

Nadere informatie

Nieuwe normen voor dijken, leidingen en samenwerking

Nieuwe normen voor dijken, leidingen en samenwerking Hoogwaterbeschermingsprogramma Nieuwe normen voor dijken, leidingen en samenwerking Richard Jorissen Inhoud q Nieuwe normen Korte achtergrond Doorwerking programma HWBP Uitwerking in projecten HWBP Ontwerpregels

Nadere informatie

Onderdeel 1, basale vragen

Onderdeel 1, basale vragen Introductietekst De risicokaart is een kaart op internet (www.risicokaart.nl) met informatie over risico s in uw omgeving. Denk bijvoorbeeld aan transporten met gevaarlijke stoffen, bedrijven die met gevaarlijke

Nadere informatie

IN DEZE NIEUWSFLITS. De brochures maken de uitleg over de gehanteerde methode en de eerste resultaten eenvoudiger.

IN DEZE NIEUWSFLITS. De brochures maken de uitleg over de gehanteerde methode en de eerste resultaten eenvoudiger. IN DEZE NIEUWSFLITS Publicaties gaan als gebakjes Voortgang fase 1b Fase 1c goed begonnen Kansen en onzekerheden in VNK2 VNK2-beraad 20 september Systeemwerking in VNK2 Meer informatie op locatie Publicaties

Nadere informatie

Vitale en kwetsbare functies Naar een waterrobuuste inrichting in 2050

Vitale en kwetsbare functies Naar een waterrobuuste inrichting in 2050 Deltaprogramma Ruimtelijke adaptatie Vitale en kwetsbare functies Naar een waterrobuuste inrichting in 2050 Vitale en kwetsbare functies Tijdens en na een overstroming raakt de samenleving ontwricht als

Nadere informatie

Assetmanagement bij waterkeringen

Assetmanagement bij waterkeringen Assetmanagement bij waterkeringen Frank den Heijer NVRB symposium Assetmanagement in de publieke sector Assetmanagement bij waterkeringen Historie en context Toetsproces waterkeringen Cases: toetsronden

Nadere informatie

Samenvatting SAMEN WERKEN MET WATER 9

Samenvatting SAMEN WERKEN MET WATER 9 Samenvatting De opdracht De Deltacommissie is door de regering gevraagd advies uit te brengen over de bescherming van Nederland tegen de gevolgen van klimaatverandering. Daarbij gaat het om de vraag hoe

Nadere informatie

Maascollege. Waterstanden in de Maas, verleden, heden, toekomst

Maascollege. Waterstanden in de Maas, verleden, heden, toekomst Maascollege Waterstanden in de Maas, verleden, heden, toekomst Inhoud presentatie kararkteristiek stroomgebied waar komt het water vandaan hoogwater en lage afvoer hoogwaterbescherming De Maas MAAS RIJN

Nadere informatie

Veilig achter duin en dijk Hoogwaterbeschermingsprogramma

Veilig achter duin en dijk Hoogwaterbeschermingsprogramma Veilig achter duin en dijk Hoogwaterbeschermingsprogramma Veiligheid van bewoners voorop Bescherming tegen overstromingen is voor Nederland van levensbelang. Een groot deel van de inwoners woont beneden

Nadere informatie

Voorstel aan dagelijks bestuur

Voorstel aan dagelijks bestuur Voorstel aan dagelijks bestuur Datum vergadering 25-03-2014 Agendapunt 7 Steller / afdeling M.J. Potter / Projecten en waterkeringen Openbaar Ja Bestuurder L.H. Dohmen Bijlage(n) 2 Programma Waterkeringszorg

Nadere informatie

Een wal van zand, klei of steen die mensen beschermt tegen hoog water. De plek waar het rivierwater in de zee uitkomt.

Een wal van zand, klei of steen die mensen beschermt tegen hoog water. De plek waar het rivierwater in de zee uitkomt. Meander Samenvatting groep 5 Thema 3 Waterland Samenvatting Langs de kust Nederland ligt voor de helft onder de zeespiegel. Heel vroeger woonden mensen dicht bij zee op terpen. Langs de kust beschermen

Nadere informatie

Onze waterkeringen. Werken aan veiligheid bij stormen

Onze waterkeringen. Werken aan veiligheid bij stormen Onze waterkeringen Werken aan veiligheid bij stormen Nederland waterland Een groot deel van ons land ligt onder de zeespiegel en veel grote rivieren vinden er hun weg naar zee. Daarbij stijgt de zeespiegel,

Nadere informatie

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Deltaprogramma Waddengebied Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Colofon Deltaprogramma Waddengebied Nieuwe Uitleg 1 Den Haag PROBLEEMANALYSE DELTAPROGRAMMA WADDEN Datum 10 augustus 2011 Status

Nadere informatie

Versie 22 september Inleiding

Versie 22 september Inleiding Inleiding Verschil watersnood en wateroverlast Watersnood is een door een overstroming veroorzaakte ramp. Een overstroming kan plaatsvinden vanuit zee, zoals bij de watersnoodramp van 1953, maar ook vanuit

Nadere informatie

Deltaprogramma. De programmatische aanpak om Nederland veilig en leefbaar te houden. Onze delta. Uitdagingen. Kern Deltaprogramma

Deltaprogramma. De programmatische aanpak om Nederland veilig en leefbaar te houden. Onze delta. Uitdagingen. Kern Deltaprogramma Deltaprogramma De programmatische aanpak om Nederland veilig en leefbaar te houden Bart Parmet 5 februari 2015 1 Onze delta 60% overstroombaar, 9 miljoen mensen, 2/3e BNP, 16% economie afh. zoetwater Uitdagingen

Nadere informatie

Bestuurlijke planning DRD 2013-2014

Bestuurlijke planning DRD 2013-2014 Bestuurlijke planning DRD 2013-2014 Landelijke Stuurgroepen 17 sept Prinsjesdag DP 2014 Stuurgroepen Rijnmond-Drechtsteden 16 juli 2013 RoRoR special 4 sept 2013 Inzichten beschermingsniveaus 19 sept GROM

Nadere informatie

Hoe komt dat dijken die 6 jaar geleden wel zijn goedgekeurd nu ineens niet door de toetsing komen?

Hoe komt dat dijken die 6 jaar geleden wel zijn goedgekeurd nu ineens niet door de toetsing komen? Q&A s nhwbp Juni 2013 Wat is het nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma? Ons land wordt beschermd tegen overstromingen vanuit de Noordzee, de grote rivieren en het IJssel- en Markermeer door de zogenaamde

Nadere informatie

Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden. Bijlage A5 Deel 1. Deltaprogramma 2014

Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden. Bijlage A5 Deel 1. Deltaprogramma 2014 Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden Bijlage A5 Deel 1 Deltaprogramma 2014 Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden Bijlage A5 Deltaprogramma 2014 Deltaprogramma 2014 Bijlage A5 2 Inhoud Samenvatting 4 1.

Nadere informatie

Het Deltaprogramma. Nederland op orde: vandaag en morgen. Wim Kuijken / Bart Parmet. 7 december 2012 KNAG-Onderwijsdag

Het Deltaprogramma. Nederland op orde: vandaag en morgen. Wim Kuijken / Bart Parmet. 7 december 2012 KNAG-Onderwijsdag Het Deltaprogramma Nederland op orde: vandaag en morgen Wim Kuijken / Bart Parmet 7 december 2012 KNAG-Onderwijsdag Het Deltaprogramma Nationaal programma voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening 2

Nadere informatie

Memo. Deltaprogramma/Zuidwestelijke Delta voorkeurstrategie West-Brabant

Memo. Deltaprogramma/Zuidwestelijke Delta voorkeurstrategie West-Brabant Memo Onderwerp Deltaprogramma/Zuidwestelijke Delta voorkeurstrategie West-Brabant Het landelijke Deltaprogramma moet in de loop van 2014 leiden tot voorstellen om de opgave om ons land op het gebied van

Nadere informatie

Dijken versterken en rivieren verruimen

Dijken versterken en rivieren verruimen Dijken versterken en rivieren verruimen Arno de Kruif (RWS-WVL) Waterveiligheid in Nederland Nederland al honderden jaren door dijken beschermd Waterveiligheid geregeld in de wet Toetsen of dijken nog

Nadere informatie

Overstromingen en wateroverlast

Overstromingen en wateroverlast Atlasparagraaf Overstromingen en wateroverlast 1/6 In deze atlasparagraaf herhaal je de stof van Overstromingen en wateroverlast. Je gaat extra oefenen met het waarderen van verschijnselen (vraag 4 en

Nadere informatie

WATER8C MO. 2014.21608

WATER8C MO. 2014.21608 Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Retouradres Postbus 20906 2500 EX Den Haag Waterschap Peel en Maasvallei Dijkgraaf mr. A.M.G. Gresel Postbus 3390 5902 RĴ Venlo WATER8C MO. 2014.21608

Nadere informatie

Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1

Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1 Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1 Kaarten Waterbelangen DM: 303052 1 Wateropgaven 2015 / 2027 Kaart 1. Gebieden met een WB21 wateropgave In 2005 is een studie wateropgave uitgevoerd (conform

Nadere informatie

RBOI - Rotterdam/Middelburg bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel

RBOI - Rotterdam/Middelburg bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel RBOI - /Middelburg bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook

Nadere informatie

Bestuurlijke bijeenkomst. Slimme Combinaties voor Waterveiligheid. gemeenschappelijke basis. David van Zelm van Eldik. Amersfoort

Bestuurlijke bijeenkomst. Slimme Combinaties voor Waterveiligheid. gemeenschappelijke basis. David van Zelm van Eldik. Amersfoort Bestuurlijke bijeenkomst Slimme Combinaties voor Waterveiligheid gemeenschappelijke basis David van Zelm van Eldik Amersfoort 11 juli 2013 Ruimtelijke inrichting en waterveiligheid (2 e laag MLV) 1 e laag

Nadere informatie

Stand van denken voorlopige richtingen in het Deltaprogramma

Stand van denken voorlopige richtingen in het Deltaprogramma Voorzitters van de regionale stuurgroepen van het Deltaprogramma Nieuwe Uitleg 1 Den Haag Postbus 90653 2509 LR Den Haag www.deltacommissaris.nl Contactpersoon A. van der Sar M +31(0)6-21227211 Stand van

Nadere informatie

Meten om te weten: 2,5 jaar Zandmotor

Meten om te weten: 2,5 jaar Zandmotor : 2,5 jaar Carola van Gelder-Maas Projectmanager WVL Rijkswaterstaat 31 maart 2014 Hoe zat het ook alweer? Eroderende kustlijn NL kust 12 Mm³ zandsuppleties per jaar Zeespiegelstijging Zwakke schakels

Nadere informatie

Overstromingsrisico s Nieuw beleid, nieuw lesmateriaal

Overstromingsrisico s Nieuw beleid, nieuw lesmateriaal Overstromingsrisico s Nieuw beleid, nieuw lesmateriaal Inhoud workshop: - Van oud naar nieuw waterveiligheidsbeleid (Tim Favier) - Consequenties voor het Voortgezet Onderwijs (Adwin Bosschaart) - Methode

Nadere informatie

Tussentijdse wijziging van het Nationaal Waterplan

Tussentijdse wijziging van het Nationaal Waterplan Tussentijdse wijziging van het Nationaal Waterplan N 0 60 km Kaartbeeld www.ruimtelijkeplannen.nl Op www.ruimtelijkeplannen.nl vindt u alle ruimtelijke plannen op basis van de Wet ruimtelijke ordening

Nadere informatie

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Achtergrondrapport Vollenhove-Noordoostpolder (dijkring 7) en Vollenhove-Friesland/Groningen (dijkring

Nadere informatie

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door de leden Jacobi en Cegerek (beiden PvdA) over waterveiligheid in het kustgebied.

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door de leden Jacobi en Cegerek (beiden PvdA) over waterveiligheid in het kustgebied. > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Overstromingsrisico van dijkringgebieden 14, 15 en 44

Overstromingsrisico van dijkringgebieden 14, 15 en 44 Overstromingsrisico van dijkringgebieden 14, 15 en 44 November 2012 Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico van dijkringgebieden 14, 15 en 44 Documenttitel Veiligheid Nederland in Kaart 2 Overstromingsrisico

Nadere informatie

Veelgestelde vragen Deltaprogramma Rivieren

Veelgestelde vragen Deltaprogramma Rivieren Veelgestelde vragen Deltaprogramma Rivieren Wat is de opdracht van DPR? Deltaprogramma Rivieren (DPR) onderzoekt hoe we de inwoners van het rivierengebied in de periode tot 2100 nog beter tegen overstromingen

Nadere informatie

Pompen - Markermeerdijken Noord-Holland. Syntheserapport. Harold van Waveren Rijkswaterstaat

Pompen - Markermeerdijken Noord-Holland. Syntheserapport. Harold van Waveren Rijkswaterstaat Pompen - Markermeerdijken Noord-Holland Syntheserapport Harold van Waveren Rijkswaterstaat Inhoud (conform Syntheserapport) 1. Inleiding 2. Watersysteem Markermeer 3. Hydraulische belasting 4. Analyse

Nadere informatie

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR Aandachtsveldhouder drs. H.Th.M. Pieper Vergadering : 11 maart 2014 Agendapunt : 6. Bijlagen : Conceptbrief Onderwerp : Consultatie Deltaprogramma 2015 Klik hier voor

Nadere informatie

Nederland boven water!

Nederland boven water! Nederland boven water! Risicobewust ruimtelijk ontwerpen Netwerkdag Ruimtelijke Adaptatie 19 januari 2017 Welkom! Welke organisatie vertegenwoordig je? Ben je al bekend met het concept meerlaagsveiligheid?

Nadere informatie

Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden

Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden Veilig, mooi en betaalbaar met maatwerk Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden Bestuurlijke consultatie December 2013 - februari 2014 15 januari 2014 Ministerie I en M Doel presentatie Informeren over hoofdlijnen

Nadere informatie

memorie van toelichting wijziging van de Waterwet (nieuwe normering primaire waterkeringen)

memorie van toelichting wijziging van de Waterwet (nieuwe normering primaire waterkeringen) memorie van toelichting wijziging van de Waterwet (nieuwe normering primaire waterkeringen) Inhoud 1 Inleiding... 4 2 Achtergrond en aanleiding... 7 2.1 Ontwikkeling veiligheidsnormen... 7 2.2 Werking

Nadere informatie

Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden. Van mogelijke naar kansrijke strategieën. Uitwerking in gebiedsproces Hollandsche IJssel.

Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden. Van mogelijke naar kansrijke strategieën. Uitwerking in gebiedsproces Hollandsche IJssel. Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden Van mogelijke naar kansrijke strategieën Uitwerking in gebiedsproces Hollandsche IJssel Steven Krol Opbouw presentatie 1. Aanleiding 2. Hollandsche IJssel en de provincie:

Nadere informatie

Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. www.wshd.nl/lerenoverwater. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. www.wshd.nl/lerenoverwater. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta Lesbrief Dijken Kijken naar dijken www.wshd.nl/lerenoverwater Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta Kijken naar dijken Zonder de duinen en de dijken zou jij hier niet kunnen wonen: bijna de

Nadere informatie

Overstromingsscenario s voor rampenplannen

Overstromingsscenario s voor rampenplannen Overstromingsscenario s voor rampenplannen Noordelijke kust Nederland is heel goed beschermd tegen overstromingen. Toch zijn overstromingen niet uit te sluiten. Hoe ingrijpend kan een overstroming in Nederland

Nadere informatie

Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek. Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren

Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek. Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren Rijkswaterstaat beheert de grote rivieren in Nederland. Het stuwensemble Nederrijn en Lek speelt hierin een

Nadere informatie

Potentiële VOORKEURSTRATEGIE BEDIJKTE MAAS (DELTAPROGRAMMA)

Potentiële VOORKEURSTRATEGIE BEDIJKTE MAAS (DELTAPROGRAMMA) Q&A s Potentiële VOORKEURSTRATEGIE BEDIJKTE MAAS (DELTAPROGRAMMA) Waarop richt zich deze voorkeurstrategie? Op de toekomstige bescherming tegen een overstroming vanuit de bedijkte Maas. De bedijkte Maas

Nadere informatie

Overleg Infrastructuur en Milieu Voorziter mevrouw I.R. Adema p/a Plesmanweg JG Den Haag

Overleg Infrastructuur en Milieu Voorziter mevrouw I.R. Adema p/a Plesmanweg JG Den Haag > Retouradres Postbus 90653 2509 LR Den Haag Overleg Infrastructuur en Milieu Voorziter mevrouw I.R. Adema p/a Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Herengracht 17-19 Den Haag Postbus 90653 2509 LR Den Haag

Nadere informatie

Hoe overstromingsgevoelig is uw collectie? Durk Riedstra Rijkswaterstaat Water Verkeer en Leefomgeving

Hoe overstromingsgevoelig is uw collectie? Durk Riedstra Rijkswaterstaat Water Verkeer en Leefomgeving Hoe overstromingsgevoelig is uw collectie? Durk Riedstra Water Verkeer en Leefomgeving www.overstroomik.nl. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Smallepad 5 te Amersfoort 2 Overstromingskaart veilig

Nadere informatie

Een samenvatting van de maatregel en de belangrijkste afspraken. Inzetprotocol Waterberging Volkerak-Zoommeer

Een samenvatting van de maatregel en de belangrijkste afspraken. Inzetprotocol Waterberging Volkerak-Zoommeer Een samenvatting van de maatregel en de belangrijkste afspraken Inzetprotocol Waterberging Volkerak-Zoommeer Waarom waterberging op het Volkerak-Zoommeer? Onder normale omstandigheden stroomt het water

Nadere informatie

Deltaprogramma I IJsselmeergebied. Atlas van het IJsselmeergebied

Deltaprogramma I IJsselmeergebied. Atlas van het IJsselmeergebied Deltaprogramma I IJsselmeergebied Atlas van het IJsselmeergebied Atlas van het IJsselmeergebied I Colofon Samengesteld door: MWH B.V. www.mwhglobal.nl Fotografie: Foto kaft: Foto s Flora en Fauna: Oplage:

Nadere informatie

Grebbedijk - Deltadijk? Studie naar de betekenis van actualisering van de beschermingsniveaus van de Grebbedijk

Grebbedijk - Deltadijk? Studie naar de betekenis van actualisering van de beschermingsniveaus van de Grebbedijk Grebbedijk - Deltadijk? Studie naar de betekenis van actualisering van de beschermingsniveaus van de Grebbedijk Rapport Waterschap Vallei en Veluwe Januari 2014 (geactualiseerde versie) Definitief v3.1

Nadere informatie

Dijken versterken en rivieren verruimen

Dijken versterken en rivieren verruimen Dijken versterken en rivieren verruimen Josan Tielen Rijkswaterstaat Water, Verkeer & Leefomgeving Waterveiligheid in Nederland Al eeuwen bescherming door dijken Waterveiligheid geregeld bij wet Sinds

Nadere informatie

INFOBROCHURE Schouwen-Duiveland

INFOBROCHURE Schouwen-Duiveland INFOBROCHURE Schouwen-Duiveland SCHOUWEN-DUIVELAND KLIMAATBESTENDIG Het klimaat verandert, de zeespiegel stijgt en de neerslag neemt toe. Studies brachten de huidige en toekomstige uitdagingen in kaart,

Nadere informatie

Systeem Rijn-Maasmond Afsluitbaar Open

Systeem Rijn-Maasmond Afsluitbaar Open BESTAAND NIEUW DAM MET SLUIS EN/OF DOORLAATMIDDEL SYSTEEMUITBREIDING Systeem Het onderzoeksproject Afsluitbaar Open Rijnmond een eerste integrale ver kenning, onder leiding van de Technische Universiteit

Nadere informatie

Hiermee beantwoord ik de vragen van het lid Smaling (SP) over de alarmerende staat van de Duitse dijken net over de grens (ingezonden 8 juli 2015).

Hiermee beantwoord ik de vragen van het lid Smaling (SP) over de alarmerende staat van de Duitse dijken net over de grens (ingezonden 8 juli 2015). > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie