PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE"

Transcriptie

1 PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE 1997 DOCUMENTATIE Bas197dc.doc pagina 1

2 Inhoudsopgave 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4 Historie 2. Steekproef 2.1 Doelpopulatie 2.2 Steekproefkader 2.3 Steekproeftrekking 2.4 Steekproefomvang 3. Veldwerk 3.1 Screening en uitzet van de steekproef 3.2 Instructie 3.3 Respons 3.4 Evaluatie 4. Verwerking 4.1 Dataprocessing 4.2 Afleidingen Regionale indelingen Afgeleide variabelen 5. Ophoging 5.1 Methodiek 5.2 Hulpvariabelen en weegschema 6. Kwaliteit 6.1 Soorten fouten 6.2 Nauwkeurigheid van de uitkomsten 6.3 Betrouwbaarheid 7. Beveiliging 7.1 Plan 7.2 Rapport 7.3 Standaardbestand Bijlagen 1. Vragenlijst 2. Codeboek standaardbestand met rechte tellingen 1. Doelstellingen onderzoek Bas197dc.doc pagina 2

3 1.1 Doel onderzoek Het doel van het Permanente Onderzoek Leefsituatie (POLS) is - kort samengevat - het verstrekken van een platform om op permanente basis hoogwaardige en coherente informatie over de leefsituatie van de Nederlandse bevolking te verzamelen. Daarbij is het onderzoek zo opgezet dat goed ingespeeld kan worden op de informatie-behoefte van gebruikers en klanten. Waar informatie over de leefsituatie voor 1997 uit verschillende afzonderlijke onderzoeken naar delen van de leefsituatie afkomstig was, komt deze informatie vanaf 1997 nagenoeg geheel uit POLS. Doordat POLS een geïntegreerd onder zoek is waarin de oude leefsituatie-onderzoeken een plaats hebben gevonden, levert POLS een meer samenhangend beeld van de leefsituatie en wordt meer recht gedaan aan de ééncijfergedachte die luidt dat er slechts één cijfer over één onderwerp wordt gepubliceerd. De maximale afstemming van uitkomsten van leefsituatie-onderzoeken ten aanzien van demografische en sociaal-economische kenmerken van huishoudens en van personen in huishoudens is in POLS bewerkstelligd door uit te gaan van één identieke basisvragenlijst voor alle respondenten. Door de hele massa van respondenten die deze basisvragenlijst heeft beantwoord als één grote steekproef te beschouwen wordt slechts één uitkomst, één cijfer, over een onderwerp uit de basisvragenlijst gegenereerd. Behalve vragen naar de demografische en sociaal-economische kenmerken bevat de basisvragenlijst ook vragen naar de meest belangrijke aspecten van de leefsituatie, kernindicatoren genoemd. Ook voor deze kernindicatoren wordt de ééncijfergedachte waargemaakt. Voor bepaalde variabelen die in POLS worden gemeten zijn andere CBS- of externe bronnen dan POLS meer geschikt als het gaat om schattingen voor of verdelingen in de populatie. Zo is de Enquête Beroepsbevolking (EBB) de officiële bron voor een weergave van het onderwijsniveau van de populatie en is de officiële inkomensverdeling afkomstig uit het Inkomenspanelonderzoek (IPO). De desbetreffende uitkomsten uit POLS dienen dan ook vooral als achtergrondkenmerken en in samenhangen te worden gebruikt. 1.2 Onderzoeksopzet POLS is een survey waar bij een steekproef van personen informatie verzameld wordt die voor de gehele bevolking van toepassing wordt geacht. Voor de onderzoeksopzet van het integratieve onderzoek POLS is een schillenmodel gekozen, waarbij de vragen van de afzonderlijke onderzoeken zijn verdeeld over vier zogenaamde schillen. Hiervan worden de vragen uit schil 1 en 2 gesteld aan een zo groot mogelijke steekproef van minimaal circa personen (netto) per jaar. Schil 1 omvat de gecoördineerde CBS vragen naar demografische en sociaal-economische kenmerken voor de gehele POLS steekproef. In beginsel heeft de steekproef betrekking op de gehele bevolking. De demografische kenmerken betreffen leeftijd, geslacht, burgerlijke staat, samenstelling huishouden, nationaliteit en woongemeente. De sociaal-economische kenmerken betreffen opleiding, besteedbaar huishoudensinkomen en sociaal-economische positie (ondermeer beroep en bedrijfsklasse). Deze metingen blijven in principe als een vast en ongewijzigd onderdeel permanent in POLS meelopen. Aanpassingen worden alleen doorgevoerd als het CBS de definities en/of meetinstrumenten van deze standaard concepten wijzigt. Deze variabelen in schil 1 zijn in principe bedoeld als achtergrondvariabelen om de samenhang met andere variabelen te kunnen bepalen en relevante groepen in de bevolking te kunnen onderscheiden. Bas197dc.doc pagina 3

4 Als het gaat om puntschattingen van de betreffende variabelen of om verdelingen daarvan zijn andere bronnen vaak meer geschikt. Dit laatste geldt overigens ook voor bepaalde variabelen waarbij niet andere bronnen maar andere variabelen (met andere vraagstellingen) binnen POLS tot betere schatters leiden. Schil 2 bevat voor de gehele POLS-steekproef de kernindicatoren van de verschillende leefsituatieonderwerpen. Het betreft een vaste set vragen over wonen, gezondheid, leefstijlen, kwaliteit van de arbeid, politieke betrokkenheid, milieu, maatschappelijke participatie, tijdsbesteding, slachtofferschap (van criminaliteit) en onveiligheid. Het gaat om een serie vragen over de verschillende onderwerpen waar het CBS met een zekere regelmaat informatie over wil verzamelen. Vanwege het feit dat de steekproefomvang in de tweede schil groot is kunnen kernvariabelen worden gebruikt voor bij voorbeeld kwartaalcijfers of voor regionale verdieping. Daarnaast is er voorzien in ruimte voor variabele vragenblokken en voor (in principe) variabele screeningsvragen. Met de screeningsvragen kunnen voor de gehele steekproefmassa die personen worden geselecteerd waarop een bepaalde eigenschap van toepassing is. In een later stadium (schil 4) krijgt de aldus geselecteerde specifieke categorie bovenop het reguliere programma nog additionele vragen voorgelegd. Vanwege de variabele mogelijkheden is de samenstelling van schil 2 vragen minder stabiel dan schil 1. Binnen POLS geldt de richtlijn dat de gezamenlijke interviewduur van de schillen 1 en 2 (gemiddeld) de 15 minuten niet mag overschrijden. Schil 3 bevat de diverse onderwerpgerichte modules. De gemiddelde interviewduur van de modules bedraagt ongeveer 30 minuten. Derden kunnen in POLS participeren via het principe van horizontale modulaire uitbreiding. Dit houdt simpelweg in dat de gehele POLS-steekproef wordt uitgebreid met het gewenste aantal personen van de nieuwe inhoudelijke module. Dit is bij voorbeeld het geval voor de modules Ongevallen en Wonen. Ook is het mogelijk dat de steekproefomvang van een bestaande module op verzoek van derden wordt vergroot, hetgeen in 1997 bij de module Gezondheid en arbeid is gebeurd om een grotere steekproefmassa te verkrijgen voor de vragen naar arbeidsomstandigheden (AROM). Door de wisselende frequenties van de onderzoeken en de fluctuerende betrokkenheid van derden zal het aantal onderwerpgerichte modules van jaar op jaar variëren. Schil 4 is in 1997 te beschouwen als een vervolg op de in schil 2 gestelde screeningsvragen. Zo is de screeningsvraag naar ongevallen - gesteld aan de steekproefmassa behorende tot de modules Gezondheid en arbeid, Recht en milieu, Recht en participatie en Ongevallen zelf - bedoeld om die personen te selecteren die recentelijk een of meer ongevallen hadden (incidentie). In schil 4 wordt dan verder doorgevraagd naar aard en type van het gerapporteerde ongeval. Bij de inhoudelijke ongevallen-module in schil 3 gaat het alleen om vragen naar deelname aan sport en exposities aan gevaarlijke situaties thuis. Het spreekt vanzelf dat schil 4 ook voor andere doeleinden gebruikt kan worden, bijvoorbeeld voor het volgen van een specifiek cohort in de tijd (panel onderzoek). Het beschreven design biedt betere mogelijkheden in combinatie met een geringere steekproef. Betere mogelijkheden door de onderwerpen die voorheen in afzonderlijke onderzoeken werden verzameld, nu op het niveau van de respondent al gelijktijdig waar te nemen. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de vraag naar gecombineerde informatie over verschillende onderwerpen bij subgroepen van de populatie. Een geringere steekproef vanwege de mogelijkheid vanuit de basisenquête via geavanceerde ophoog- en wegingstechnieken betrouwbare uitspraken over deelonderwerpen bij een kleinere steekproef te verzamelen. Het is evident dat de vaak als belastend voor de respondent ervaren enquêtedruk hierdoor ook kan verminderen. Voor 1997 ziet het design er als volgt uit (schema 1): Schema 1. Onderzoeksopzet van POLS 1997 BASIS VRAGENLIJST SCHIL 1 * gecoördineerde vragen m..b.t. demografische Bas197dc.doc pagina 4

5 en sociaal-economische kenmerken (vast) CAPI/CATI BASIS VRAGENLIJST SCHIL 2 * vragen over kernindicatoren leefsituatie (vast) * beperkt onderwerpgericht vragenblok (variabel) * screeningsvragen (variabel) CAPI/CATI SCHIL 3 ONDERWERPGERICHTE MODULES GEZOND- RECHT/LEEFSITUATIE ONGEVAL- SCP LEEF- LEEF- WONEN HEID EN LEN SITUATIE SITUATIE ARBEID MILIEU PARTICI- JONGEREN PATIE MINI-TBO GEZO REM REP OIN SLI JONG WBO CAPI CAPI CAPI CAPI CAPI CAPI CAPI PAPI PAPI SCHIL 4 ONGEVALLEN (OIN) CATI Afkortingen: CAPI Computer assisted personal interviewing / Computergestuurd face-to-face interview CATI Computer assisted telephone interviewing / Computergestuurd telefonisch interview PAPI Paper and pencil interviewing / Interview met papieren vragenlijst GEZO Gezondheid en Arbeid REM Recht en Milieu REP Recht en Participatie Mini-TBO Mini Tijdsbestedingsonderzoek OIN Ongevallen in Nederland SLI SCP Leefsituatie-index JONG Leefsituatie onderzoek jongeren WBO Woningbehoeftenonderzoek Verdere bijzonderheden: Bij een deel van de respondenten van de basisvragenlijst is nog een screening uitgevoerd voor een telefonisch vervolg-onderzoek voor OIN. Bij de module GEZO behoort nog een schriftelijke vragenlijst. Bij de module WBO behoort nog een schriftelijke vragenlijst. De inkomensvragen, die tot de basisvragenlijst behoren, zijn in verband met de hogere mate van item-non-respons in de vragenlijst helemaal achteraan geplaatst, na de vragen in de module. Om de respons te verhogen vindt na vergeefse pogingen aan de deur van de interviewer om de steekproefpersoon te bereiken nog een telefonische poging plaats. Zo mogelijk kan bij een dergelijk Bas197dc.doc pagina 5

6 contact de basisvragenlijst ook telefonisch worden afgenomen. Na dit CATI-interview wordt gevraagd om de vervolgmodule op een later tijdstip met de computer bij de respondent thuis af te mogen nemen. Wel komen deze respondenten niet meer in aanmerking voor deelname aan schil 4. Deze intensievere benadering levert een responswinst van ongeveer 2,5%-punt op. Om methodologische redenen vinden bepaalde onderdelen van de enquête plaats door middel van zelfrapportage. Dit gebeurt zowel computergestuurd (de respondent vult op de computer van de interviewer een vragenlijst in) als schriftelijk (de vragenlijst wordt achtergelaten en moet na invulling door de respondent naar het CBS worden opgestuurd). 1.3 Opdrachtgever Opdrachtgever voor het Permanente Onderzoek Leefsituatie is het Centraal Bureau voor de Statistiek zelf, in het bijzonder de directeuren van de divisies Kwartaire Sector en Leefsituatie en Gegevensverzameling. Voor het CBS zelf moeten in elk geval nagenoeg alle aspecten van de leefsituatie kunnen worden beschreven in het kader van de statistische informatie over de leefsituatie. Deze aspecten worden voor het merendeel behandeld in de basis en in de modules GEZO, REM, REP en JONG. De eerste drie modules zijn daarbij permanent, van jaar op jaar, in het veld. Bij de overige modules is dit afhankelijk van de wensen van de opdrachtgever(s). Daar waar gebruikers een belangrijke detaillering van de informatie over de leefsituatie wensen, in vraagstelling of in het niveau, kunnen zij het CBS verzoeken bestaande vraagstelling uit te breiden of aan te passen, nieuwe vragenblokken of modules te introduceren en/of de steekproef te verhogen. Zo zijn voor 1997 de volgende externe opdrachtgevers te onderscheiden: Voor het AROM-blok in module GEZO : het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Voor module OIN : het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Voor module SLI : het Sociaal en Cultureel Planbureau. Voor module WBO : het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. 1.4 Historie In 1971 werd er in Nederland voor het laatst een volkstelling gehouden. Een van de redenen van stopzetting was dat dit instrument niet meer kon voorzien in de toegenomen maatschappelijke behoefte aan sociaal-culturele en -economische gegevens. Om de informatievoorziening op sociaalcultureel terrein toch sluitend te kunnen dekken, is het CBS medio jaren zeventig van start gegaan met de uitvoering van een reeks sociaal-culturele surveys. Aanvankelijk kon men hiermee goed inspelen op de groeiende vraag naar (trend) gegevens over leefsituatie-indicatoren. Tevens ontwikkelden zich in het begin van de jaren tachtig nieuwe, afzonderlijke CBS-enquêtes rondom onderwerpen als wonen, gezondheid, tijdsbesteding en rechtsbescherming en veiligheid. Deze onderzoeken bestreken samen een groot deel van de leefsituatie, maar waren onderling niet goed op elkaar afgestemd. Behalve ten aanzien van specifieke leefsituatie-aspecten verschilden de onderzoeken soms ook ten aanzien van de te beschrijven populaties (vaak de Nederlandse bevolking als totaal, maar soms doelgroepen daaruit: jongeren, ouderen). In een aantal opzichten kwamen de onderzoeken echter met elkaar overeen. Zo werden in alle onderzoeken een aantal dezelfde achtergrondkenmerken over personen en huishoudens verzameld. Ook in de bewerking van de gegevens en de samenstelling van de bestanden bestonden veel overeenkomsten. Bas197dc.doc pagina 6

7 Maatschappelijke ontwikkelingen hebben geleid tot een verandering in de behoefte aan informatie: meer vragen over welvaarts- en welzijnsverschillen tussen verschillende groepen in de samenleving, meer behoefte aan aansluiting bij nationale statistieken en aan gedetailleerde regionale informatie, meer vragen over specifieke groepen in de samenleving (ouderen, allochtonen, gehandicapten, bewoners van achterstandswijken) en een grotere behoefte aan informatie over combinaties van leefsituatie-aspecten (meerdimensionele informatie). Het beëindigen van de onderzoeksmatige versnippering en het bewerkstelligen van een algehele kwaliteitsverbetering vormden de stuwende krachten voor de herinrichting van de bestaande CBS leefsituatie-onderzoeken. Het streven naar meer kwaliteit richtte zich onder meer op de verhoging van de betrouwbaarheid en de validiteit van de cijfers, de vergroting van de mogelijkheden tot detaillering en de uitbanning van meervoudige, niet identieke metingen van hetzelfde kenmerk. Dit aan de hand van een tegelijkertijd flexibel en uniform onderzoeksontwerp waarmee reguliere monitoring van de leefsituatie mogelijk is en gericht geanticipeerd kan worden op de (wisselende) maatschappelijke vraag naar leefsituatie-gegevens. Door aansluiting te zoeken bij de nieuwste technologieën op het terrein van dataverzameling, controle, consistentietoetsing, typering en documentatie moest bovendien worden voorzien in een verbetering van de interne bedrijfsprocessen rondom de verwerking van persoonsinformatie. In 1995 werd besloten de leefsituatie-onderzoeken en de processen daarvan te herinrichten. De fundamentele integratie van de verschillende onderzoeken moest plaatsvinden door het ontwerp van één onderzoek waarin door middel van modules aandacht aan specifieke onderdelen van de leefsituatie wordt gegeven. Deze integratie moest op den duur leiden tot een aanzienlijke efficiencyverhoging bij de werkzaamheden die liggen op het terrein van dataverzameling, controle en consistentie, gaafmaken en publicaties over de basisinformatie. Deze integratie van de afzonderlijke leefsituatie-onderzoeken is een eerste stap in de richting van een verdergaande herinrichting van de door het CBS verzamelde persoonsinformatie. Aan het herontwerp van de persoonsenquêtes lag een aantal doelstellingen ten grondslag: het terugdringen van de totale kosten van verzamelings- en bewerkingswerkzaamheden; verhoging van de effectiviteit van vraaggesprekken (het zoeken naar een evenwicht tussen respons, gespreksduur en interview-kosten); verlaging van de enquêtedruk door vermindering van het aantal enquêtes en verhoging van de respons; verbetering van het steekproefontwerp; maximale afstemming van de uitkomsten van onderzoeken ten aanzien van de demografische en sociaal-economische kenmerken van huishoudens; betere aansluiting bij de informatiebehoefte van klanten, grotere flexibiliteit; verhoging van de permanente financiële participatie van ministeries en planbureaus in de onderzoekskosten; verbetering van de geldigheid en de betrouwbaarheid van de gegevens; het op kwartaalbasis en op regionale basis beschikbaarstellen van relevante kerngegevens over al de aspecten van de leefsituatie van de Nederlandse bevolking. 2. Steekproef 2.1 Doelpopulatie Bas197dc.doc pagina 7

8 De doelpopulatie van POLS is de in Nederland woonachtige bevolking in particuliere huishoudens. Bij sommige deelonderzoeken zijn er leeftijdsgrenzen aan de doelpopulatie gesteld (overzicht 1). De enquêtes REM en REP zijn gericht op personen van 12 jaar en ouder; OIN betreft personen vanaf 4 jaar; bij SLI gaat het om personen vanaf 18 jaar en JONG betreft personen vanaf 12 tot en met 30 jaar. Aan de GE is geen leeftijdsgrens verbonden. Overzicht 1. Leeftijdsgrenzen in POLS 1997 Onderzoek Leeftijd GEZO 0 + REM 12 + mini-tbo 12 + REP 12 + OIN 4 + SLI 18 + JONG WBO Steekproefkader Het steekproefkader dat gebruikt wordt is afgeleid uit de structuurtelling afkomstig uit de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA). Dit bestand wordt binnen het CBS beheerd door de sector bevolking (SBV). Elke Nederlander heeft binnen dit bestand zijn eigen nummer, het zogenaamde A-nummer, bestaande uit 10 cijfers. Verder zijn een aantal persoonsgegevens bekend, namelijk de geboortedatum, de burgerlijke staat, het geslacht, geboorteland, nationaliteit en de gemeente waarin de persoon woont. Het GBA-bestand bevat evenveel records als er inwoners van Nederland zijn. Om de omvang van het steekproefkader enigszins binnen de perken te houden is eerst een zogenaamde moedersteekproef uit dit bestand getrokken. Dit is gedaan door alle personen te selecteren waarvoor het zevende cijfer gelijk is aan een van te voren bepaald cijfer. Er wordt hierbij verondersteld dat het zevende cijfer in het A-nummer aselect is en niet een bepaalde betekenis heeft. Om er voor te zorgen dat elk jaar een andere groep personen deel uit maakt van het kader is het cijfer waarmee vergeleken wordt steeds het laatste cijfer van het jaartal, dus 6 voor 1996 en 7 voor Aan elk record wordt bij het genereren van het kader een random getal toegekend dat wordt gebruikt bij het trekken van de tweede trap van de steekproef als de steekproefpersonen worden getrokken. In de eerste trap worden gemeenten geselecteerd. Het steekproefkader wordt elk jaar ververst. Acht à negen maanden na het begin van een jaar is de GBA voor dat jaar gereed. Dit betekent dat de steekproeven voor 1997 tot en met ongeveer september uit het kader van 1996 worden getrokken. Het kader wordt wel elke maand aangepast met behulp van nieuw binnengekomen informatie betreffende geboorte, sterfte en verhuizing tussen gemeenten. Het gebruik van de GBA als steekproefkader houdt een verandering in ten opzichte van de werkwijze in eerdere jaren toen voornamelijk adressensteekproeven werden getrokken. In POLS is om drie redenen gekozen voor de GBA: 1. Gebruik van de GBA maakt het mogelijk om eenvoudig vragenlijsten uit te zetten onder specifieke groepen, onderscheiden naar de in de GBA beschikbare kenmerken. Bij een adressensteekproef moeten deze groepen eerst worden opgespoord (screening). Bas197dc.doc pagina 8

9 2. Gebruik van de GBA houdt in dat de non-respondenten onder de steekproefpersonen beter dan voorheen kunnen worden beschreven omdat vanuit de GBA enkele achtergrondkenmerken van deze personen bekend zijn. 3. Gebruik van de GBA betekent dat de veldwerkafdeling van het CBS (GEP = Gegevensverzameling Enquêtering Personen) vooraf kan beschikken over deze demografische kenmerken en daarvan bij de benadering van de steekproefpersonen gebruik kan maken, bij voorbeeld door de tijden van het eerste bezoek aan te passen waardoor de trefkans van de steekproefpersoon groter is en de kans op een respons hoger. 2.3 Steekproeftrekking De steekproeftrekking vindt plaats in twee trappen: in de eerste trap worden gemeenten geselecteerd, in de tweede trap worden personen getrokken Trap 1: trekking van gemeenten In deze fase van het ontwerpen van de steekproef worden gemeenten getrokken en wordt bepaald hoeveel personen per gemeente geënquêteerd moeten worden. Bovendien wordt het totaal aantal personen dat getrokken moet worden in een gemeente verdeeld over de verschillende deelonderzoeken. De eerste trap van de steekproef is voor alle deelonderzoeken gelijk en kan ruim voor de start van het veldwerk plaatsvinden. Bij de trekking van de gemeenten wordt de populatie verdeeld in 40 COROP-gebieden (strata). Uit elk COROP-gebied worden in de eerste trap een of meer gemeenten getrokken. De trekkingskans voor een gemeente is evenredig aan de omvang van die gemeente. Van te voren wordt het gewenste minimum aantal te enquêteren personen in een gemeente gekozen. De keuze van dit aantal hangt af van de grootte van het onderzoeksbudget en de capaciteit en de opleidingsmogelijkheden van het enquêtecorps. De waarde wordt in één keer vastgesteld voor alle strata en bedraagt voor POLS 18 personen per gemeente. Het uiteindelijke minimum aantal te enquêteren personen in een gemeente is meestal niet precies gelijk aan 18, maar schommelt rond deze waarde. De berekening van de aantallen te trekken gemeenten per stratum en personen per gemeente verloopt als volgt. Eerst worden de zelf-selecterende gemeenten gezocht. Dit zijn de grotere gemeenten die met kans 1 worden getrokken en waarvoor de steekproefomvang rechtstreeks wordt afgeleid uit het aantal inwoners. Daarna wordt het aantal te trekken niet-zelf-selecterende gemeenten en het aantal te trekken inwoners binnen de geselecteerde gemeenten bepaald. Dit is een itererend proces dat stopt zodra er geen nieuwe zelf-selecterende gemeenten bijkomen. Nu de gemeenten getrokken zijn en de aantallen te trekken personen per gemeente bekend zijn, kan de steekproef verdeeld worden over de deelonderzoeken. Er wordt hier rekening gehouden met mogelijke uitval. Verwacht wordt dat van 1,6 procent van de personen in de steekproef geen adres wordt teruggeleverd door de gemeenten en dat 14,4 procent uitvalt bij de sector GEP door verwijdering van adressen die recent getrokken zijn voor andere onderzoeken. Om te corrigeren voor de verwachte uitval van in totaal 16 procent wordt de steekproef per gemeente verhoogd met een factor 1,16. Per gemeente wordt nu het aantal te trekken personen per onderzoek bepaald door de eerder genoemde factoren, los te laten op het berekende aantal per gemeente. Het totale aantal te trekken personen wordt vermenigvuldigd met de desbetreffende factor. Dit levert niet-gehele aantallen personen op. Deze worden zodanig afgerond dat per onderzoek de goede totale aantallen personen resulteren. De som van de factoren is gelijk aan 1,16. Bas197dc.doc pagina 9

10 2.3.2 Trap 2: trekking van personen De uitkomst van trap 1 is het steekproefdesign, dat voor elk van de deelonderzoeken aangeeft hoeveel personen er per gemeente getrokken moeten worden. Dit gebeurt elke maand opnieuw, ongeveer 8 weken voor de start van het veldwerk. In trap 2 worden personen getrokken uit het steekproefkader. Zoals bij de beschrijving van de populatie al is opgemerkt, worden voor de deelonderzoeken leeftijdsgrenzen in acht genomen. De trekking uit het kader verloopt aselect. Het kader is gesorteerd op gemeente en binnen de gemeente op het random getal dat aan elk van de records is toegekend bij het maken van het kader. Bij het trekken van personen in een gemeente wordt voor het eerste deelonderzoek begonnen bij de persoon die in het steekproefkader volgt op de laatste persoon die voor de vorige maand is getrokken. Er wordt nagegaan of die persoon voldoet aan de leeftijdseisen van het deelonderzoek. Als dat zo is, valt deze in de steekproef en anders niet. Vervolgens wordt de volgende persoon in het bestand onder de loep genomen, net zolang tot er zoveel personen getrokken zijn als het design voorschrijft. Voor het volgende deelonderzoek wordt er begonnen bij de persoon die daarna volgt in het steekproefkader en wordt verder dezelfde procedure gevolgd. Dit herhaalt zich voor alle deelonderzoeken. Na het trekken van de personen is een bestand ontstaan met daarin het A-nummer van de persoon en persoonsgegevens als geboortedatum, geslacht, burgerlijke staat, geboorteland en nationaliteit. Voor het uitvoeren van het onderzoek is het natuurlijk nodig om ook de beschikking te hebben over adresgegevens en namen van de getrokken personen. Deze worden aangevraagd bij de gemeenten. De teruggeleverde adressen met de namen worden gekoppeld aan het steekproefbestand. Uit het resulterende bestand worden de A-nummers verwijderd en dit aangepaste bestand gaat naar de afdeling GEP. In deze fase treedt uitval op doordat records niet voorzien kunnen worden van de gewenste adresgegevens, bij voorbeeld bij een verhuizing of door problemen in de (automatische) communicatie met gemeenten. Voor de uitval door verhuizingen wordt in het design gecompenseerd, voor de uitval door niet-responderende gemeenten niet. 2.4 Steekproefomvang De steekproefomvang voor 1997 was in eerste instantie bepaald op basis van een gewenst aantal respondenten van Op basis van een bepaalde responsverwachting en de verwachte uitval bij de steekproefcontrole is de steekproefomvang bepaald en de steekproef getrokken (zie ook hoofdstuk 3). Zoals uit overzicht 2 blijkt heeft vanwege een tekort aan interviewers geen volledige uitzet van de steekproef plaatsgevonden. Mede daardoor is de verwachte of gewenste respons per module niet gehaald. De respons op de basis is hoger dan die op de modules omdat de basisvragenlijst ook telefonisch kan worden afgenomen. Er zijn dus respondenten die wel de vragen uit schillen 1 en 2 hebben beantwoord maar niet die uit schil 3. Overzicht 2. Steekproef, uitzet en bruikbare respons van POLS 1997 Onderzoek Gewenste respons Steekproef Uitzet Bruikbare absoluut respons % van uitzet Bas197dc.doc pagina 10

11 GEZO ,4 REM ,5 REP ,6 OIN ,9 SLI ,8 JONG ,6 WBO ,2 BASIS ,9 3. Veldwerk Het veldwerk van POLS wordt uitgevoerd met behulp van computergestuurde vragenlijsten die met de op het CBS ontwikkelde programmataal Blaise zijn gebouwd. De veldinterviewers hebben de vragenlijsten via het modem in hun laptop computer geladen en ontvangen via dezelfde weg hun steekproefadressen. De telefonische interviewers interviewen vanuit een centrale telefonische Bas197dc.doc pagina 11

12 interview-ruimte in het CBS te Heerlen met behulp van de vragenlijsten die op hun netwerkcomputer verschijnen. 3.1 Screening en uitzet van de steekproef De steekproefadressen worden vóór uitzet nog op drie punten gescreend: 1. Reeds eerder benaderde adressen 2. Meervoudige bewoning 3. Institutionele adressen Ad 1. Een uitgangspunt bij de benaderingsstrategie van het CBS is dat een adres maximaal één keer per twee jaar mag worden benaderd. Daartoe worden de adressen, dus ook die voor POLS, gescreend om doublures met andere steekproeven te elimineren. Zolang de adressen met gelijke kansen zijn getrokken (wat doorgaans het geval is) wordt de representativiteit van de steekproef door de verwijdering niet aangetast. Wel neemt uiteraard de omvang van de steekproef af. Hierdoor moet de bruto steekproef met ongeveer 15% worden verhoogd. De adressen van POLS worden gescreend met de (circa maandelijkse) adressen van de steekproef voor de Enquête Beroepsbevolking. Er wordt één jaar achterwaarts en één jaar voorwaarts gescreend. Ad 2. Vanwege beperkingen van het enquête-administratiesysteem kan slechts één persoon per adres worden geïnterviewd. Wanneer de steekproef twee of meer eenheden op hetzelfde adres bevat, wordt willekeurig één eenheid gehandhaafd. De andere eenheid of eenheden op dit adres worden verwijderd. In de periode oktober 1996 tot en met maart 1997 bracht dit een uitval van 0,2% met zich mee. Ad 3. Adressen die voorkomen in het register van inrichtingen, instellingen en tehuizen (IIT) worden uit de steekproef verwijderd. De doelpopulatie betreft immers personen in particuliere huishoudens. De uitval door IIT-adressen komt neer op circa 1,2%. Na screening wordt het steekproefbestand per diskette naar de PTT gestuurd waar bij elk record een telefoonnummer wordt gezocht. Aan ongeveer driekwart van de steekproefadressen wordt een telefoonnummer toegevoegd. Het door de PTT verrijkte bestand wordt via het enquête-administratiesysteem (EAS) van GEP toebedeeld aan de in principe inzetbare interviewers: de fictieve uitzet. Deze wordt definitief gemaakt zodra is vastgesteld dat alle ingeplande interviewers daadwerkelijk beschikbaar zijn. In voorkomende gevallen (ziekte e.d.) kan de fictieve uitzet worden gemuteerd. Hoewel steeds wordt getracht alle adressen uit te zetten is dat in 1997 niet gebeurd, onder meer als gevolg van een tekort aan beschikbare interviewers. Het bleek problematisch het interview-corps op sterkte te brengen zodat ongeveer 15% van alle steekproefadressen in 1997 niet is uitgezet. Omdat het tekort aan interviewers niet evenredig over het land gespreid is zit er een zekere regionale selectiviteit in de uitzet en dus ook de respons. Vanuit de provincies gezien hebben vooral Drenthe en Groningen in 1997 te maken gehad met een meer dan gemiddelde verkleining van de oorspronkelijke steekproef evenals de grote steden. 3.2 Instructie Voor de verzameling van de gegevens bij personen en huishoudens zijn in 1997 ongeveer 475 door het CBS opgeleide interviewers ingeschakeld. Na een zevendaagse basistraining met algemene Bas197dc.doc pagina 12

13 achtergrondinformatie en interview-regels en een laptop computer-training hebben de interviewers voor POLS nog een instructie gevolgd die drie-en-een-halve dag in beslag nam. Hierin werden de specifieke eigenaardigheden en vraagstellingen van POLS en de onderdelen daarvan behandeld. Vanaf september 1997 heeft een herziening plaatsgevonden van het instructieprogramma met als resultaat dat de basisinstructie is teruggebracht naar drie-en-een-halve dag en de POLS-instructie naar twee dagen. Voor de interviewers is een handleiding voor POLS samengesteld waarin wijzigingen en uitbreidingen eenvoudig kunnen worden toegevoegd. Naast de schriftelijke handleiding hebben alle interviewers voor POLS ook nog een mondelinge instructie ontvangen. De instructies voor de interviewers van POLS bevatten algemene informatie over het onderzoek en het veldwerk en specifieke informatie over de modules. In principe kan iedere interviewer elke module van POLS afnemen. Bij de algemene informatie wordt ingegaan op onder andere de volgende punten: Het CBS-beleid om de enquêtedruk te verlagen en de mogelijkheden die het POLS-design daartoe bieden Het feit dat voor POLS een personensteekproef wordt getrokken waarbij alleen de getrokken persoon mag worden ondervraagd: proxi-interviews zijn niet toegestaan! Hierop zijn twee uitzonderingen: bij kinderen jonger dan 12 jaar moet het interview worden afgenomen met een ouder of verzorger van het kind en de vragen voor de hoofdkostwinner over de inkomenssituatie van het huishouden mogen eveneens door iemand anders worden beantwoord. De mixed-mode benadering in POLS, waarbij verschillende benaderingswijzen van de steekproefpersonen worden gecombineerd om een zo hoog mogelijke respons te behalen: eerst wordt getracht de steekproefpersoon thuis te benaderen en als dat niet lukt vindt er nog een telefonische benadering vanuit het CBS plaats waarbij wordt getracht alvast de basisvragenlijst af te nemen en een vervolgafspraak voor de module te maken voor de veldinterviewer. De informatie-uitwisseling over het adres: door de mixed-mode benadering zijn verschillende interviewers (veld- en telefonische interviewers) bij de benadering van de steekproefpersonen betrokken; beide type interviewers kunnen via de bezoekenverantwoording zien wat er met een adres is gebeurd. Het gebruik van de antwoordkaarten bij de modules. In de basisvragenlijst zijn geen vragen opgenomen waarvoor antwoordkaarten gebruikt moeten worden omdat deze ook telefonisch wordt afgenomen. De afhandeling van de declaraties via het Enquête Declaratie Systeem. De verdeling van de modules over de interviewers via het plug&play -systeem: op basis van een selectie die vooraf is bepaald wordt na de basisvragenlijst automatisch ingeplugd op een vervolg-module; deze module is voor de start van het interview bekend bij de interviewer maar nog niet bij de respondent. De veldwerkperiode die anders dan voor de andere onderzoeken voor POLS twee maanden bedraagt. Deze twee maanden zijn verdeeld over drie cycli: 1. een periode van 1 maand waarin de veldinterviewer een respons tracht te behalen; 2. een cyclus van twee weken waarin de telefonische interviewers een respons op de proberen te halen; 3. een cyclus van twee weken waarin bij toestemming door de respondent de veldinterviewer alsnog probeert de module af te nemen. Het gebruik van de demografische informatie over de steekproefpersoon bij de benaderingen: bij voorbeeld door ouderen zoveel mogelijk overdag te benaderen. Het opnieuw benaderen van aanvankelijke weigeraars. De procedure bij verhuisde steekproefpersonen. De regelmatig (minimaal twee maal per week) te plegen datacommunicatie met het CBS zodat de adressen zo snel mogelijk op het CBS afgehandeld kunnen worden. Bas197dc.doc pagina 13

14 3.3 Respons Voordat een persoon in de steekproef wordt benaderd ontvangt hij/zij een op naam gerichte aanschrijfbrief. In deze brief wordt niet gespecificeerd voor welke module de persoon is geselecteerd. Dit is besloten naar aanleiding van uitkomsten uit een proef waaruit blijkt dat bij aankondiging van het soort onderzoek er een selectie optreedt. Die selectie bestaat dan uit een grotere deelname van personen met een zwakkere gezondheid aan de module GEZO en van slachtoffers aan de modules REM en REP. Andere personen (in het voorbeeld gezonde mensen en personen die geen slachtoffer van criminaliteit zijn geworden) zouden sneller aannemen dat het onderwerp niet voor hen bedoeld is omdat zij geen bijzonderheden of voorvallen kunnen melden. In overzicht 2 onder paragraaf 2.4 is de behaalde respons al aangegeven voor de afzonderlijke modules en de totale basis. Het betreft hier de respons zoals die uiteindelijk kan worden afgeleid uit de in de bestanden aanwezige records, in de tabel bruikbare respons genoemd. Voor de bepaling van de interviewer-respons en de daarmee gemoeid zijnde betalingen aan interviewers hanteert de veldwerkafdeling (GEP) andere criteria dan de onderzoeksafdeling (KPE), waardoor de respons voor GEP meestal iets hoger is. Bij GEP gaat het om de invulling van een bepaalde variabele aan het begin van de vragenlijst (is het gesprek gestart), bij KPE gaat het om een zodanige invulling van de vragenlijst dat het record bruikbaar is ofwel zinvol kan worden gebruikt. Daarom wordt bij KPE meer naar de invulling van variabelen aan het einde van de vragenlijst gekeken. Als de respondent daar is aanbeland is er een grote kans dat het record goed is ingevuld. Uit overzicht 2 blijkt dat de respons op de GEZO het hoogste is, gevolgd door de respons op de modules OIN en JONG. Alle modules samen kennen een respons van personen. Op de uitzet betekent dat een responspercentage van 57,8. Uit het feit dat de respons voor de basis 61,9% ligt kan worden geconcludeerd dat de mogelijkheid van een telefonische ondervraging tot een responsverhoging voor de basis van circa 4%-punt heeft geleid. 3.4 Evaluatie Interviewers hebben de mogelijkheid om tijdens of na afloop van een interview elektronisch een opmerking te maken. Deze opmerkingen worden samen met de interview-gegevens naar het CBS verzonden. Daarnaast kunnen interviewers telefonisch of schriftelijk contact opnemen met de enquêtebegeleiders van het CBS. Aan de hand van al deze reacties van interviewers wordt een indruk verkregen van de problemen die interviewers in het veld ervaren. Tegen het einde van 1997 is onder alle interviewers een Evaluatievragenlijst POLS verspreid in de vorm van een Blaise-bragenlijst. Bij de vragenlijst ontvingen de interviewers een korte handleiding. Ongeveer 400 interviewers hebben de vragenlijst ingevuld retour gezonden. In de Evaluatievragenlijst POLS is de volgende vraag gesteld: De basisvragenlijst bestaat uit de hieronder genoemde onderdelen. Welke van de genoemde onderdelen levert problemen op? >>ENQ: Meerdere antwoorden mogelijk.<< 1. Huishoudbox 2. Nationaliteit en land van herkomst 3. Tijdsbesteding 4. Actueel onderwijs 5. Laatst behaalde diploma Bas197dc.doc pagina 14

15 6. Positie in de werkkring/bedrijf/beroep 7. Wonen/Luxe apparaten 8. Gezondheid en bewegen 9. Contacten en vrije tijd 10. Politiek en levensbeschouwing 11. Slachtofferschappen 12. Kostwinnersvragenlijst 13. Geen problemen. Wanneer de interviewer een of meerdere items met problemen noteerde, werd in een vervolgvraag verzocht aan te geven welke deze problemen waren. Dit kon de interviewer doen in een open tekstveld. Bij Aantal interviewers is het aantal interviewers opgenomen dat heeft aangegeven dat het genoemde blok problemen in het veld heeft opgeleverd. Per item (probleemgebieden) is weergegeven hoeveel interviewers hierover een opmerking hebben gemaakt. Het laatste aantal is géén weergave van het aantal keren dat het probleem zich heeft voorgedaan! Bij de categorie Anders zijn die opmerkingen opgenomen die niet direct te maken hadden met het blok in de basisvragenlijst. De volgende problemen werden door de interviewers genoemd: 1. Huishoudbox Aantal interviews: 12 Kind (ondervraagde persoon=op) op de juiste regel invoeren 5 Homosexuele relatie vastleggen 2 Gegevens onbekend bij jongeren (bijvoorbeeld geboortedata van ouders) 3 Bepalen huishoudkern bij jongeren 1 Anders 1 2. Nationaliteit en land van herkomst Aantal interviews: 6 Voormalig Joegoslavië (verzoek om opname als antwoordcategorie) 3 Achterdocht / gevoel van discriminatie bij OP 2 Relatie met onderzoek vindt OP vreemd 1 3. Tijdbesteding Aantal interviews: 5 Keuzeprobleem (Part-time/huishoudelijk werk) 1 Verschil betaalde werkzaam heden/onbetaalde werkzaamheden 1 OP vindt dat geen recht wordt gedaan aan situatie Anders 3 Bas197dc.doc pagina 15

16 4. Actueel onderwijs Aantal interviews: 7 Onderwijs erg ingewikkeld (namen) voor OP 3 Onderwijsvraagstelling ingewikkeld voor interviewer 3 Kinderen die net van de basisschool komen vinden dit deel lastig 1 5. Laatst behaalde diploma Aantal interviews: 20 Laatste diploma onbekend (met name bij ouderen) 7 Verschil tussen wat het CBS wil weten en wat OP kwijt wil 4 OP vindt namelijk het belangrijkste diploma relevanter dan het laatste Naam onbekend 3 Probleem voor interviewer om hier een goed antwoord te krijgen 6 6. Positie in de werkkring/bedrijf/beroep Aantal interviews: 23 OP vindt het heel lastig om de werkzaamheden te omschrijven 12 OP vindt een nadere omschrijving van leidinggeven heel lastig 4 Interviewer geeft aan dat de definitie van leidinggeven nader bekeken 1 zou moeten worden Te weinig posities in vragenlijst 1 Relatie met onderzoek vindt OP vreemd 2 Probleem bij proxy hoofdkostwinner 3 7. Wonen/Luxe apparaten Aantal interviews: 14 Onprettige vraag. OP geeft regelmatig aan deze informatie liever niet 10 te geven in verband met angst voor inbraak. Teveel willekeur in items die genoemd worden 1 Angst voor toesturen reclamefolders 2 Relatie met onderzoek vindt OP vreemd 1 8. Gezondheid en bewegen Aantal interviews: 4 Vragen over belemmeringen worden door OP en de interviewer als 3 hetzelfde ervaren, dus dubbel Vraagtekst over contact met de huisarts te lang 1 9. Contacten en vrije tijd Aantal interviews: 9 Bij jonge mensen levert de vraag of men gelukkig/tevreden is met leven 1 op dit moment problemen op Te ruime begrip vrienden en kennissen 1 Aantal contacten wisselend, b.v. winter en zomer 1 Relatie met onderzoek vreemd voor OP 2 OP/interviewer wil ander antwoord kwijt, namelijk Geen tijd of 1 energie meer voor (Sport) Pijnlijke vraag voor mensen met zeer weinig contacten 1 Bas197dc.doc pagina 16

17 Begrip buren. Wat moet OP daaronder rekenen? 1 Anders Politiek en levensbeschouwing Aantal interviews: 25 Het benoemen van problemen in Nederland erg moeilijk voor OP 6 Het benoemen van problemen in Nederland en politieke voorkeur 4 lastig voor jongeren Politieke keuze is privé. Geen antwoord 8 Stemmen. OP geeft aan dat nog niet te weten. 3 Kan dat antwoord niet kwijt. Antwoordcategorieën kloppen niet bij de vraag over spreken over 1 politiek in gezelschap Politieke partijen op antwoordkaart zetten 1 Anders Slachtofferschappen Aantal interviews: 27 Vraagteksten zijn te lang 8 Pijnlijk voor OP 7 Lastige vraagstelling voor OP 2 Sexuele bedoeling moeilijke vraag voor kinderen en ouderen 2 Benoemen van de datum vaak niet mogelijk 2 OP wil bij de eerste vraag alles dat is meegemaakt gaan vertellen 1 Roept emoties op. Interviewer is niet getraind in het omgaan hiermee 1 Vragen lijken teveel op elkaar 1 Voorbeelden bij de vragen zijn overbodig en maken de vraag te lang 1 Anders Kostwinnersvragenlijst Aantal interviews: 176 De meeste problemen ondervinden interviewers met het kostwinnersblok. OP laat weten dat inkomen privé is en weigert dit op te geven 46 OP maakt bezwaar tegen het feit dat hij/zij wordt aangeschreven en dat 37 vervolgens toch vragen aan een ander uit het huishouden worden gesteld Problemen bij proxy beantwoording 20 Inkomen is onbekend 15 OP geeft aan het inkomen wel globaal (b.v. in ruime categorieën) te 13 willen geven, maar niet exact Weigering op inkomen als kinderen bij vraaggesprek aanwezig zijn 8 Bas197dc.doc pagina 17

18 Vragen naar inkomen aan het einde van het interview is teveel/belastend 5 De interviewers vinden het belastend om naar de respondent terug te 5 gaan om inkomensgegevens te verkrijgen Mensen met een eigen bedrijf weten vaak het netto inkomen per maand 5 niet Het inkomen van kinderen die een baan hebben wordt niet tot het 3 inkomen van het huishouden gerekend De keuze wie kostwinner is, is in bepaalde gevallen moeilijk 3 (tweeverdieners, eigen bedrijf) Vaker weigeringen wanneer interviewer in eigen gemeente moet 2 interviewen Al dan niet opgeven van inkomen is streekgebonden 2 Indruk dat mensen met een hoger inkomen inkomen het inkomen eerder 1 opgeven dan mensen met een lager inkomen Eigen bijdrage ziekenfonds is onbekend 1 Inkomensvraag vervelend/gênant om te stellen 1 Netto inkomen is vaak veel hoger door loonbeschikking. 1 Deze vraag ontbreekt. WBO-module 1 Anders 8 4. Verwerking 4.1 Dataprocessing Voor de dataprocessing van POLS is een informatiesysteem ontwikkeld dat het traject vanaf de ontvangst van gegevens (elektronische data afkomstig van CAPI- en CATI-vragenlijsten enerzijds en ingevulde papieren vragenlijsten anderzijds) tot aan de beschikbaarstelling van de bewerkte gegevens voor statistische analyse omvat. Het gaat hierbij om alle handelingen op de ontvangen gegevens vanaf de instroom in het systeem die een algemeen karakter hebben en dus niet zijn toegesneden op het vormen van een bepaald statistisch product voor een bepaalde klant. Bewerkingen als specifieke afleidingen, typeren, imputeren en beveiligen vallen buiten dit proces. Kortom, dataprocessing is het geheel van bewerkingen op de ruwe data dat leidt tot het ontstaan van een gemeenschappelijke, statistische basis van waaruit specifieke, klantgerichte producten worden gevormd. Bas197dc.doc pagina 18

19 Door deze scheiding tussen algemene en specifieke bewerkingen aan te brengen krijgt het dataprocessing-traject een belangrijke eigenschap: reproduceerbaarheid. Dat wil zeggen dat op ieder moment alle bewerkingen die na de instroom tot aan de vorming van de statistische basis hebben plaatsgevonden op exact dezelfde wijze herhaald kunnen worden. Hierdoor wordt vooral het proces van het oplossen van fouten betrouwbaarder. Een fout in de data wordt niet tussentijds verholpen maar wordt juist in de oorspronkelijk ontvangen data verbeterd. Vervolgens wordt het hele verwerkingsproces voor de betreffende interview-periodes opnieuw uitgevoerd. Aldus veroorzaakt het achtereenvolgens corrigeren van fouten niet een in complexiteit toenemend verwerkingstraject. Dezelfde werkwijze wordt ook toegepast bij het aan het licht komen van fouten in een verwerkingsstap. Het dataprocessing-traject bestaat derhalve uit vier onderdelen: 1. de instroom van de gegevens; 2. het maken van maand-historie bestanden; 3. het bewerken van de gegevens; 4. het beschikbaar stellen van de gegevens voor raadpleging (het selectiesysteem). De steekproefeenheden van POLS worden periodiek (maandelijks) voor een veldwerkperiode van twee maanden uitgezet. Doordat de veldwerkperiodes langer zijn dan de periodiciteit waarmee steekproefeenheden worden uitgezet, zijn op ieder moment meerdere veldwerkperiodes actief. Een steekproefeenheid die is uitgezet voor de veldwerkperiode 9701 kan in januari of februari geïnter viewd zijn en heeft dus als interview-maand: 9701 of De levering van de data voor het verwerkingstraject geschiedt per veldwerkperiode, het criterium voor de opslagstructuur van de interview-data (en verwerking) is echter de interview-maand. Er worden drie soorten gegevens bijgehouden: statistische-data: interview-data, afleidingen, ophoogfactoren, etc., per interviewperiode; respons-data: gegevens over responderende steekproefeenheden per veldwerkperiode; nonrespons-data: gegevens over niet-responderende steekproefeenehden per veldwerkperiode. De statistische data worden opgeslagen per schil. Daarbinnen vindt opslag plaats per interviewperiode: maand, kwartaal of jaar. Hierbinnen worden de gegevens weer per soort gesplitst: variabelen uit de CAPI/CATI-vragenlijst, de papieren (PAPI) vragenlijst, afgeleide variabelen, regionale indelingen en gewichten. Een gevolg is dus dat de gegevens van een steekproefeenheid naar soort over meerdere bestanden worden verspreid. 1. Instroom van gegevens Algemeen geldt tijdens de instroom dat als een record niet verwerkt kan worden, alle desbetreffende invoerrecords van de steekproefeenheid gekopieerd worden naar de overeenkomstige foutbestanden en dus niet in de uitvoerbestanden terecht komen. De overige criteria die bij de instroom gehanteerd worden zijn: respons-afbakening voor de vaste basis; respons-afbakening voor de variabele basis; respons-afbakening voor de onderwerp-schil; respons-afbakening voor de OIN-incidentie-schil; controle op 13 e maand; bij het starten van de batchjob wordt in de vorm van een parameter meegegeven welke interview-maanden al zijn afgesloten; indien een steekproefeenheid in een reeds afgesloten maand is geïnterviewd dan wordt voor het wegschrijven van de uitvoer maand 13 gebruikt; controle op dubbele sleutels. Bas197dc.doc pagina 19

20 Indien er een bijbehorende papieren vragenlijst is dan moet synchronisatie plaatsvinden met de PAPIinstroom. Het instroomprogramma gaat met behulp van het nummer van de papieren vragenlijst, die bij het CAPI-onderzoek door de interviewer wordt geregistreerd, na of de steekproefeenheid al in het koppelbestand aanwezig is. Voor instroom van de papieren vragenlijsten moeten de bijbehorende CAPI-gegevens namelijk al zijn ingestroomd. De voorbereiding van de PAPI-instroom bestaat uit het intoetsen of inlezen van de gegevens die op papier zijn ingevuld. Is sprake van inlezen dan worden de gegevens alvorens te kunnen instromen, omgevormd naar het vereiste blaise-formaat. 2. Maandhistories Deze functie is ontwikkeld omwille van de reproduceerbaarheid. Uitgaande van de maandhistoriebestanden is het mogelijk om op ieder moment alle hierna volgende bewerkingsstappen opnieuw uit te voeren, zodra daar een reden voor is. 3. Gegevensbewerking Tot de gegevensbewerkingen behoren de volgende onderdelen: Het maken van regionale indelingen (op basis van postcode en gemeentecode van het responsadres). Het maken van afleidingen. Het samenvoegen van maand-bestanden tot periode-bestanden. Het aanmaken van ophoogfactoren. 4. Het selectiesysteem Doel van het selectiesysteem is om de mogelijkheid te bieden de gegevens gedurende de verschillende stadia van de verwerking met behulp van SPSS te analyseren. Het betreft zowel de gegevens van de vragenlijsten alsook de afgeleide variabelen, de regionale kenmerken en de ophoogfactoren. Direct na het afsluiten van een veldwerkperiode kunnen al maand-bestanden ter beschikking worden gesteld. Naarmate de verwerking vordert komen daar bestanden per kwartaal, halfjaar of op jaarbasis bij. Naast de gegevens zelf zijn voor het selectie-systeem ook de metagegevens van belang. Er is een apart systeem gemaakt om de metagegevens te beheren. 4.2 Afleidingen In de bewerkingsfase van het dataprocessing-traject worden er afgeleide variabelen aan elk record toegevoegd. Deze afgeleide variabelen zijn te onderscheiden in twee hoofdgroepen: enerzijds de variabelen die worden afgeleid van de adresgegevens en die dus onafhankelijk van de antwoorden van de respondent worden gegenereerd en anderzijds de afleidingen waarvoor de antwoorden van de respondent op vragen in de vragenlijst bepalend zijn voor de waarde op de afgeleide variabele Regionale indelingen De regionale indelingen worden direct afgeleid van de, eventueel gecorrigeerde, adresinformatie van de respondent. Voor de meeste regionale (en categoriale) indelingen is de gemeentecode voldoende om te kunnen bepalen in welke gebiedseenheid de respondent woont, voor enkele regionale indelingen is de postcode-aanduiding noodzakelijk. De volgende indelingen worden afgeleid: gemeentegrootte stedelijkheid landsdelen provincie COROP-gebieden nodale gebieden gezondheidsregio s (1981 en 1987) werkgebieden Regionale Besturen Arbeidsvoorziening Bas197dc.doc pagina 20

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. RECHT Slachtofferschap van criminaliteit, Rechtshulp

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. RECHT Slachtofferschap van criminaliteit, Rechtshulp PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE Slachtofferschap van criminaliteit, Rechtshulp 1997 DOCUMENTATIE Rem097dc.doc pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Gezondheid en Arbeid

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Gezondheid en Arbeid PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE module Gezondheid en Arbeid 2000 DOCUMENTATIE pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module SCP - LEEFSITUATIE SLI

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module SCP - LEEFSITUATIE SLI PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE module SCP - LEEFSITUATIE 1997 DOCUMENTATIE Inhoudsopgave Trr197dc.doc 17-08-99 pagina 1 Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE 2004 DOCUMENTATIE Rep04_wsa_dc.doc pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE 2001 DOCUMENTATIE Rep01_wsa_dc.doc pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE BASIS DOCUMENTATIE

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE BASIS DOCUMENTATIE PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE BASIS 2000 DOCUMENTATIE Inhoud 1. Doelstellingen onderzoek 2 1.1 Doel onderzoek 2 1.2 Onderzoeksopzet 2 1.3 Opdrachtgever 5 1.4 Historie 5 1.5 Veranderingen in de vragenlijst:

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. RECHT Slachtofferschap van criminaliteit, Rechtshulp DOCUMENTATIE

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. RECHT Slachtofferschap van criminaliteit, Rechtshulp DOCUMENTATIE PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE RECHT Slachtofferschap van criminaliteit, Rechtshulp 2000 DOCUMENTATIE Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Jongeren JONG

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Jongeren JONG PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE module Jongeren 1997 DOCUMENTATIE versie 1 Inhoudsopgave Jon197dc.doc pagina 1 Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever

Nadere informatie

Bijlage A Gebruikte databestanden

Bijlage A Gebruikte databestanden Jeugd met beperkingen. Rapportage gehandicapten 2006. S.E. Kooiker (red.). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, maart 2006 Bijlage A Gebruikte databestanden Aanvullend voorzieningengebruik onderzoek

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Jongeren

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Jongeren PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE module Jongeren 2003 DOCUMENTATIE versie 1 pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4 Historie

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE MILIEU

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE MILIEU PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE MILIEU 2001 DOCUMENTATIE Rem01_wsa_dc.doc pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4 Historie

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE MILIEU EN INKOMENSWAARDERING

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE MILIEU EN INKOMENSWAARDERING PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE MILIEU EN INKOMENSWAARDERING 2004 DOCUMENTATIE Rem04_wsa_dc.doc pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE BASIS DOCUMENTATIE

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE BASIS DOCUMENTATIE PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE BASIS 2009 DOCUMENTATIE Inhoud 1. Doelstellingen onderzoek 2 1.1 Doel onderzoek 2 1.2 Onderzoeksopzet 2 1.3 Opdrachtgever 4 1.4 Historie 5 1.5 Veranderingen in de vragenlijst:

Nadere informatie

Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân

Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân Steekproef en werving van een representatief internetpanel Fries Sociaal Planbureau 2017 Versie 1.0 Datum: Juni 2017 Auteur: Miranda Visser en Henk Fernee Voor aanvullende

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. Tijdsbestedingsonderzoek Mini-TBO

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. Tijdsbestedingsonderzoek Mini-TBO PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE Tijdsbestedingsonderzoek Mini-TBO 1997 DOCUMENTATIE TBO097DC.DOC pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3

Nadere informatie

VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK VRIJWILLIGERSWERK EN CIVIL SOCIETY. Onderzoeksverantwoording

VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK VRIJWILLIGERSWERK EN CIVIL SOCIETY. Onderzoeksverantwoording VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK VRIJWILLIGERSWERK EN CIVIL SOCIETY Onderzoeksverantwoording Dongen, januari 2003 Ond.nr.: 6168.kvdr/mv Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Methode van onderzoek

Nadere informatie

Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar beroep en regio, pilot Barometer culturele diversiteit

Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar beroep en regio, pilot Barometer culturele diversiteit Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar beroep en regio, 2015-2017 pilot Barometer culturele diversiteit CBS Januari 2019 Vragen over deze publicatie kunnen gestuurd worden aan het CBS onder

Nadere informatie

Woningmarktmodule 2015 The making of.. CBS 7 April 2016

Woningmarktmodule 2015 The making of.. CBS 7 April 2016 Woningmarktmodule 2015 The making of.. CBS 7 April 2016 Programma 1. Achtergrond 2. Steekproefontwerp/ Weging/ Plausibiliteit 3. Vragenlijstontwerp 4. Dataverwerking 5. Afronding 3 Achtergrond Doel: Verzamelen

Nadere informatie

Opvoeden in Nederland 2010 Onderzoeksverantwoording. Sociaal en Cultureel Planbureau

Opvoeden in Nederland 2010 Onderzoeksverantwoording. Sociaal en Cultureel Planbureau Opvoeden in Nederland 2010 Onderzoeksverantwoording In opdracht van: Sociaal en Cultureel Planbureau Date : 19 april 2010 Reference : 14280.PW.ND.mr GfK Panel Services Benelux is gecertificeerd voor het

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek!" ##

Centraal Bureau voor de Statistiek! ## Centraal Bureau voor de Statistiek!" ## Projectnummer: BPA-nummer: Datum: 1 maart 2013 1. Doorontwikkeling van Integrale Veiligheidsmonitor (IVM) naar Veiligheidsmonitor (VM) 1.1 Inleiding Gedurende de

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Gezondheid

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Gezondheid PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE module Gezondheid 2008 DOCUMENTATIE Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4 Historie 1.5

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE (POLS) module SCP LEEFSITUATIE / EUROPEAN WELFARE SURVEY SLI/EWS

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE (POLS) module SCP LEEFSITUATIE / EUROPEAN WELFARE SURVEY SLI/EWS PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE (POLS) module SCP LEEFSITUATIE / EUROPEAN WELFARE SURVEY SLI/EWS 2002 DOCUMENTATIE pagina 1 pagina 2 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek

Nadere informatie

Prioritering maatschappelijke vraagstukken

Prioritering maatschappelijke vraagstukken Grote Bickersstraat 76 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 020 522 59 99 fax 020 622 15 44 e-mail info@veldkamp.net www.veldkamp.net Prioritering maatschappelijke vraagstukken Veldwerkverantwoording

Nadere informatie

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1.1 Opzet tabellenboek Dit tabellenboek geeft een uitgebreid overzicht van de uitkomsten van de Leefbaarheidsmonitor 2004. Het algemene rapport,

Nadere informatie

Documentatierapport POLSmodPAR 2004V1 (Participatie en vrijwilligerswerk 2004) POLSmodPARV 2004V1 (Participatie: doorvragen

Documentatierapport POLSmodPAR 2004V1 (Participatie en vrijwilligerswerk 2004) POLSmodPARV 2004V1 (Participatie: doorvragen Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor Beleidsstatistiek Documentatierapport POLSmodPAR 2004V1 (Participatie en vrijwilligerswerk 2004) POLSmodPARV 2004V1 (Participatie: doorvragen vrijwilligerswerk

Nadere informatie

Memo. 6 januari aan Lotte Vermey cc van Vincent de Heij. onderwerp Steekproef voor het onderzoek Sociaal Vitaal Platteland 2014.

Memo. 6 januari aan Lotte Vermey cc van Vincent de Heij. onderwerp Steekproef voor het onderzoek Sociaal Vitaal Platteland 2014. aan Lotte Vermey cc van Vincent de Heij Memo onderwerp Steekproef voor het onderzoek Sociaal Vitaal Platteland 2014. 6 januari 2015 Introductie Voor het onderzoek Sociaal Vitaal Platteland 2014, dat het

Nadere informatie

Rapport Responsverantwoording Culturele veranderingen en SCP Leefsituatie Index 2017/2018

Rapport Responsverantwoording Culturele veranderingen en SCP Leefsituatie Index 2017/2018 Rapport Responsverantwoording Culturele veranderingen en SCP Leefsituatie Index 2017/2018 w Moniek Coumans CBS Heerlen CBS-weg 11 6412 EX Heerlen Postbus 4481 6401 CZ Heerlen +31 45 570 60 00 www.cbs.nl

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Gezondheid en Arbeid

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Gezondheid en Arbeid PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE module Gezondheid en Arbeid 2003 DOCUMENTATIE Inhoudsopgave Inleiding pagina 1 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4

Nadere informatie

VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN

VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK IN DE WIJK DE STRIJP Onderzoeksverantwoording Dongen, mei 2001 Ond.nr.: 3444.kvdr/mv Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Methode van onderzoek 3. De steekproef

Nadere informatie

Documentatierapport POLSmodERVI 2004V1 (Rechtshulp instanties 2004) POLSmodERVA 2004V1 (Rechtshulp problemen 2004)

Documentatierapport POLSmodERVI 2004V1 (Rechtshulp instanties 2004) POLSmodERVA 2004V1 (Rechtshulp problemen 2004) Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor Beleidsstatistiek Documentatierapport POLSmodERVI 2004V1 (Rechtshulp instanties 2004) POLSmodERVA 2004V1 (Rechtshulp problemen 2004) Daniel Scholten en Ronald

Nadere informatie

Vrijwillige inzet 2008

Vrijwillige inzet 2008 08 Vrijwillige inzet 2008 Marieke van Herten Publicatiedatum CBS-website: 29 april 2009 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien voorkomend

Nadere informatie

Het arbeidsaanbod van laagopgeleide vrouwen vanuit een economisch en sociologisch perspectief. A Gebruikte databestanden... 2

Het arbeidsaanbod van laagopgeleide vrouwen vanuit een economisch en sociologisch perspectief. A Gebruikte databestanden... 2 BIJLAGEN Het werken waard Het arbeidsaanbod van laagopgeleide vrouwen vanuit een economisch en sociologisch perspectief A Gebruikte databestanden... 2 B Bijlage bij hoofdstuk 4... 3 C Bijlage bij hoofdstuk

Nadere informatie

Omnibusenquête deelrapport. Werk, zorg en inkomen

Omnibusenquête deelrapport. Werk, zorg en inkomen Omnibusenquête 2015 deelrapport Werk, zorg en inkomen Omnibusenquête 2015 deelrapport Werk, zorg en inkomen OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport WERK, ZORG EN INKOMEN Zoetermeer, 25 januari 2016 Gemeente Zoetermeer

Nadere informatie

Dongen, april 2004 Ond.nr.: 7166.fdg/mv

Dongen, april 2004 Ond.nr.: 7166.fdg/mv VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK TOEKOMSTVERWACHTINGEN Onderzoeksverantwoording Dongen, april 2004 Ond.nr.: 7166.fdg/mv Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding... 2 2. Methode van onderzoek...

Nadere informatie

Aanvullende module Leefstijlmonitor Bewegen en Ongevallen 2015

Aanvullende module Leefstijlmonitor Bewegen en Ongevallen 2015 Aanvullende module Leefstijlmonitor Bewegen en Ongevallen 2015 Vergelijking met de Gezondheidsenquête Auteurs: Christianne Hupkens (CBS) Marieke Hiemstra (RIVM) Ellen de Hollander (RIVM) De Gezondheidsenquête

Nadere informatie

Emancipatie Opinies 2016 (EMOP) Onderzoeksverantwoording

Emancipatie Opinies 2016 (EMOP) Onderzoeksverantwoording Emancipatie Opinies 2016 (EMOP) Onderzoeksverantwoording In opdracht van: Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) Kenmerk: 360054 Datum: mei 2016 Vertrouwelijk Alle rechten voorbehouden GfK Panel Services

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding 1. Context De vergrijzing van de bevolking in onze samenleving is een heuse uitdaging op het gebied van

Nadere informatie

Onderzoektechnische verantwoording

Onderzoektechnische verantwoording Onderzoektechnische verantwoording Emancipatie Opinies Project 17598 Juni 2012 Een onderzoek in opdracht van Sociaal en Cultureel Planbureau, te Den Haag. AUTEURSRECHT MARKETRESPONSE NEDERLAND BV Niets

Nadere informatie

Prioritering maatschappelijke vraagstukken

Prioritering maatschappelijke vraagstukken Grote Bickersstraat 76 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 020 522 59 99 fax 020 622 15 44 e-mail info@veldkamp.net www.veldkamp.net Prioritering maatschappelijke vraagstukken Veldwerkverantwoording

Nadere informatie

Documentatierapport POLSmodTBO 1999V1

Documentatierapport POLSmodTBO 1999V1 Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor Beleidsstatistiek Documentatierapport POLSmodTBO 1999V1 (Tijdsbestedingsonderzoek Mini-TBO) Ronald Blokzijl VIDIV-nummer: 2007-111-MCB Datum: 27 maart 2007

Nadere informatie

Opzet van het onderzoek. A.1 Achtergrond van het AVP. A.2 Beoogde onderzoekspopulatie

Opzet van het onderzoek. A.1 Achtergrond van het AVP. A.2 Beoogde onderzoekspopulatie Bijlage A Opzet van het onderzoek Arbeidsmarkt in kaart: werkgevers 2017 beschrijft de ontwikkelingen in de opvattingen en het personeelsbeleid van werkgevers ten aanzien van een aantal actuele beleidsthema

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [ ]

Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [ ] Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [12-3-2018 ] 1. Inleiding Op 14 oktober 2015 heeft Tweede Kamerlid Straus een motie ingediend om een indicator voor de tevredenheid van werkgevers

Nadere informatie

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN 1. ALGEMEEN 1.1 INHOUD Onderwerp Pagina 1. ALGEMEEN 1.1 Inhoud 1 1.2 Het onderzoek en

Nadere informatie

Gedrag & ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG 13/09/2012

Gedrag & ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG 13/09/2012 Gedrag & ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG 13/09/2012 VREG - Technisch rapport nr. I109 (ATec1428_I109_D) Dimarso N.V., opererend onder de commerciële

Nadere informatie

Opzet van het onderzoek. A.1 Achtergrond van het AVP. A.2 Beoogde onderzoekspopulatie

Opzet van het onderzoek. A.1 Achtergrond van het AVP. A.2 Beoogde onderzoekspopulatie Bijlage Opzet van het onderzoek Arbeidsmarkt in kaart: werkgevers - editie 2 beschrijft de ontwikkelingen in de opvattingen en het personeelsbeleid van werkgevers ten aanzien van een aantal actuele beleidsthema

Nadere informatie

Omnibusenquête deelrapport. Zoetermeer FM

Omnibusenquête deelrapport. Zoetermeer FM Omnibusenquête 2015 deelrapport Zoetermeer FM Omnibusenquête 2015 deelrapport Zoetermeer FM OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport ZOETERMEER FM Zoetermeer, 18 december 2015 Gemeente Zoetermeer Afdeling Juridische

Nadere informatie

BABVI/U Lbr. 12/109

BABVI/U Lbr. 12/109 Ingekomen stuk, nummer: Raadsvergadering datum: Besluit: v.k.a. De griffier van de Gemeente Teylingen, BFT10 07-02-2013 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373

Nadere informatie

Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek

Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek Begrippenlijst door F. 1080 woorden 15 april 2016 9,1 2 keer beoordeeld Vak Anders Dit is onderzoek! 2.4 Steekproef Onderzoek met een kleine groep met de bedoeling

Nadere informatie

Vraag naar Arbeid 2015

Vraag naar Arbeid 2015 Bijlage A: Opzet van het onderzoek Auteurs Patricia van Echtelt Roelof Schellingerhout Marian de Voogd-Hamelink Bijlage A. Opzet van het onderzoek Het rapport Vraag naar Arbeid 2015 beschrijft de ontwikkelingen

Nadere informatie

Werkinstructie Het opschonen van data bij schriftelijke en of online dataverzameling

Werkinstructie Het opschonen van data bij schriftelijke en of online dataverzameling Werkinstructie Het opschonen van data bij schriftelijke en of online dataverzameling Versie: 2.0 Datum: 15-09-2013 Code: WIS 06.01 Eigenaar: KI 1. Inleiding In deze werkinstructie staan de richtlijnen

Nadere informatie

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Ter Zake Het Ondernemershuis

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Ter Zake Het Ondernemershuis Omnibusenquête 2015 deelrapport Ter Zake Het Ondernemershuis Omnibusenquête 2015 deelrapport Ter Zake Het Ondernemershuis OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport TER ZAKE HET ONDERNEMERSHUIS Zoetermeer, 15 februari

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg in de huisartspraktijk tijdens kantooruren te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst

Nadere informatie

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID SECONDANT #1 MAART 2011 53 De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID door Maartje Timmermans en Miranda Witvliet De auteurs werken als onderzoeker bij

Nadere informatie

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.2.2018 C(2018) 915 final VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 19.2.2018 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1338/2008 van het Europees Parlement en de Raad met

Nadere informatie

Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB)

Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB) Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB) 1. Inleiding De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Onderzoeksverantwoording enquête

Onderzoeksverantwoording enquête Onderzoeksverantwoording enquête Steekproef Voor de gegevensverzameling ten behoeve van de grootschalige enquête is gebruik gemaakt van de steekproefbron TNS NIPObase. Dit is een database van huishoudens

Nadere informatie

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport STUDENTENHUISVESTING Zoetermeer, 9 december 2015 Gemeente Zoetermeer

Nadere informatie

Onderzoektechnische verantwoording. Opinieonderzoek Solidariteit

Onderzoektechnische verantwoording. Opinieonderzoek Solidariteit Onderzoektechnische verantwoording Opinieonderzoek Solidariteit Project 18917 / mei 2013 Een onderzoek in opdracht van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, te Den Haag. AUTEURSRECHT MARKETRESPONSE

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen rond het Sociaal Statistisch Bestand (SSB)

Recente ontwikkelingen rond het Sociaal Statistisch Bestand (SSB) Recente ontwikkelingen rond het Sociaal Statistisch Bestand (SSB) Presentatie voor Nederlandse Vereniging voor Demografie 6 april 2006 Bart F.M. Bakker Taakgroepmanager Sociaal Economisch Totaalbeeld (SAV)

Nadere informatie

Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitsopgave

Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitsopgave Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitsopgave 1. Inleiding De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan op aanvraag van het georganiseerde bedrijfsleven binnen een

Nadere informatie

Internetpeiling ombuigingen

Internetpeiling ombuigingen Internetpeiling ombuigingen In opdracht van: Gemeente Sittard-Geleen januari 2012 Flycatcher Internet Research, 2004 Dit materiaal is auteursrechtelijk beschermd en kopiëren zonder schriftelijke toestemming

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Chris M. Jager Inleiding In juni en juli 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) bijna 360 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om

Nadere informatie

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus'

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Aansluiting mbo-opleidingen op de arbeidsmarkt gev16-0731mr/bes_alg 1 1. Inleiding Aanleiding en achtergrond onderzoek Op 14 oktober 2015 heeft Tweede Kamerlid

Nadere informatie

Enquête Sociale Scheidslijnen

Enquête Sociale Scheidslijnen Enquête Sociale Scheidslijnen Veldwerkverslag Juni 2014 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563, 7500 AN Enschede Datum Juni 2014 Opdrachtgever Sociaal en Cultureel Planbureau Postbus 16.164

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Kort samengevat is het doel van dit proefschrift het verbeteren van de kwaliteit van officiële statistieken. Kwaliteit van statistische informatie heeft meerdere facetten. Dit werk richt zich op twee van

Nadere informatie

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Jeroen Nieuweboer Allochtonen in, en voelen zich minder thuis in Nederland dan allochtonen elders in Nederland. Marokkanen, Antillianen

Nadere informatie

Weging Gezondheidsenquête, vanaf 2010

Weging Gezondheidsenquête, vanaf 2010 Weging Gezondheidsenquête, vanaf 2010 Jan-Willem Bruggink en Marieke van Herten Inleiding 2010 is het eerste jaar na het Herontwerp van de Gezondheidsenquête (GE). Na het herontwerp is de GE een mixed

Nadere informatie

Gedrag & ervaringen van professionele afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG 10/09/2013

Gedrag & ervaringen van professionele afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG 10/09/2013 Gedrag & ervaringen van professionele afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG 10/09/2013 VREG - Technisch rapport nr. I261 (ATec1416_I261_D) Dimarso N.V., opererend onder de commerciële naam

Nadere informatie

Burgerpeiling Discriminatie

Burgerpeiling Discriminatie Burgerpeiling Discriminatie Uitgave : Team Kennis en Verkenning Naam : Marije Hofland Telefoonnummer : 0570-69 3317 Mail : m.hofland@deventer.nl 1 Inleiding De Gemeente Deventer voert om de twee jaar een

Nadere informatie

Microdata Services. Documentatierapport Personen in de Enquete Beroepsbevolking naar familie relatie in huishouden (EBBFAMILIETAB)

Microdata Services. Documentatierapport Personen in de Enquete Beroepsbevolking naar familie relatie in huishouden (EBBFAMILIETAB) Documentatierapport Personen in de Enquete Beroepsbevolking naar familie relatie in huishouden (EBBFAMILIETAB) Datum:3 juni 2016 Bronvermelding Publicatie van uitkomsten geschiedt door de onderzoeksinstelling

Nadere informatie

Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg

Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Versie 1.0.0 Drs. J.J. Laninga juni 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde cliëntervaringsonderzoek

Nadere informatie

Onderzoek Culturele Veranderingen in Nederland 2006

Onderzoek Culturele Veranderingen in Nederland 2006 /> I Onderzoek Culturele Veranderingen in Nederland 2006 24 augustus 2006, projectnummer Intomart GfK (13.849) Instructies Geachte interview(st)er, Hierbij treft u het materiaal voor het onderzoek aan.

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Verpleging, Verzorging en Thuiszorg CQI VV&T (VV-ZT) Werkinstructies voor CQI Zorg thuis voor de landelijke meting

Werkinstructies voor de CQI Verpleging, Verzorging en Thuiszorg CQI VV&T (VV-ZT) Werkinstructies voor CQI Zorg thuis voor de landelijke meting Werkinstructies voor CQI Zorg thuis voor de landelijke meting 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI Zorg Thuis bedoeld? De CQI Zorg Thuis is bedoeld om de kwaliteit van zorg te meten zoals die wordt waargenomen

Nadere informatie

BIJLAGEN Armoedemonitor 2007

BIJLAGEN Armoedemonitor 2007 BIJLAGEN Armoedemonitor 2007 Onder redactie van: Cok Vrooman Stella Hoff Ferdy Otten Wim Bos Sociaal en Cultureel Planbureau Den Haag, december 2007 Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Jeugdgezondheidszorg

Werkinstructies voor de CQI Jeugdgezondheidszorg Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI JGZ bedoeld? De CQI Jeugdgezondheidzorg (CQI JGZ) is bedoeld om de kwaliteit van zorg rond de jeugdgezondheidzorg te meten vanuit het perspectief

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Reumatoïde Artritis

Werkinstructies voor de CQI Reumatoïde Artritis Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de ervaren kwaliteit van reumazorg te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst kan worden gebruikt

Nadere informatie

Documentatie Schenkingen waarvoor aangifte schenkbelasting gedaan is, met een unieke relatie tussen de schenker en ontvanger van de schenking (SCHTAB)

Documentatie Schenkingen waarvoor aangifte schenkbelasting gedaan is, met een unieke relatie tussen de schenker en ontvanger van de schenking (SCHTAB) Documentatie Schenkingen waarvoor aangifte schenkbelasting gedaan is, met een unieke relatie tussen de schenker en ontvanger van de schenking (SCHTAB) Datum: 22 maart 2019 Bronvermelding Publicatie van

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Audiologische centra

Werkinstructies voor de CQI Audiologische centra Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg in een audiologisch centrum rond te meten vanuit het perspectief van de cliënt. De vragenlijst kan

Nadere informatie

Permanent Onderzoek Leefsituatie

Permanent Onderzoek Leefsituatie Centraal Bureau voor de Statistiek Telefoon: 0900-0227 E-mail: infoservice@cbs.nl Bron: CBS Laatst gewijzigd februari 2005 Samenvatting Permanent Onderzoek Leefsituatie Het in januari 1997 gestarte Permanent

Nadere informatie

Wat wil jij dat er echt verandert? onderzoek naar verandering

Wat wil jij dat er echt verandert? onderzoek naar verandering Wat wil jij dat er echt verandert? onderzoek naar verandering voor BNP Paribas B12115, mei 2010 BNP Paribas Wat wil jij dat er echt verandert? 1/ pag. Politiek Nederlanders willen online kunnen stemmen

Nadere informatie

Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding van verzending beschikking en factuur voor de eigen bijdrage thuiszorg

Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding van verzending beschikking en factuur voor de eigen bijdrage thuiszorg Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding van verzending beschikking en factuur voor de eigen bijdrage thuiszorg Enschede, 13 juli 2004 WD/04/1774/ebt ir. G. Vernhout drs. W. Dragt Inhoudsopgave

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, Leefstijlmonitor en Gezondheidsmonitor. 12 april 2018 Christianne Hupkens

Gezondheidsenquête, Leefstijlmonitor en Gezondheidsmonitor. 12 april 2018 Christianne Hupkens Gezondheidsenquête, Leefstijlmonitor en Gezondheidsmonitor 12 april 2018 Christianne Hupkens Inhoud van de presentatie 1. Gezondheidsenquête Opzet en inhoud van de enquête Een korte geschiedenis Enkele

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Rapportage gemeente Leidschendam-Voorburg Opgesteld voor: Gemeente Leidschendam-Voorburg Koningin Wilhelminalaan 2 2264 BM Leidschendam Opgesteld door: Menselijke Maat b.v.

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Sociale en Ruimtelijke Statistieken Sector Ontwikkeling en Ondersteuning

Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Sociale en Ruimtelijke Statistieken Sector Ontwikkeling en Ondersteuning Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Sociale en Ruimtelijke Statistieken Sector Ontwikkeling en Ondersteuning Part 1 Instructions LFS ad hoc module 2008 Aan: Interviewers Van: Wim Maassen Onderwerp:

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Klanttevredenheidsonderzoek Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Aanleiding, methode en respons Aanleiding Gedurende de afgelopen jaren heeft de gemeente Olst-Wijhe meerdere onderzoeken

Nadere informatie

Gebruik van kinderopvang

Gebruik van kinderopvang Gebruik van kinderopvang Saskia te Riele In zes van de tien gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar hebben de ouders hun werk en de zorg voor hun kinderen zodanig georganiseerd dat er geen gebruik hoeft

Nadere informatie

EERSTE RESULTATEN ARBEIDSKRACHTENONDERZOEK CURAÇAO 2005

EERSTE RESULTATEN ARBEIDSKRACHTENONDERZOEK CURAÇAO 2005 EERSTE RESULTATEN ARBEIDSKRACHTENONDERZOEK CURAÇAO 2005 Centraal Bureau voor de Statistiek Tel: 461 1031 Fax: 461 1696 Email: info@cbs.an Website: www.cbs.an INHOUDSOPGAVE INLEIDING... 3 SAMENVATTING...

Nadere informatie

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3 Rapportage Burgerpanel meting 3: Juni 2013 In opdracht van: Contactpersoon: Gemeente Horst aan de Maas Dhr. F. Geurts Utrecht, juli 2013 DUO Market Research drs. Aart van Grootheest drs. Marjan den Ouden

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Parkinson versie 1.0

Werkinstructies voor de CQI Parkinson versie 1.0 Werkinstructies voor de CQI Parkinson versie 1.0 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI Parkinson bedoeld? De CQI Parkinson is bedoeld om de kwaliteit van de zorg voor te meten vanuit het perspectief van

Nadere informatie

Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn

Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn Oktober 2015 2 Management Summary Inleiding Ongeveer een jaar geleden heeft de gemeenteraad van Borger-Odoorn besloten om de winkels in haar gemeente

Nadere informatie

Patiëntregistratie. 9.1 Inleiding. 9.2 Variabelen en meetinstrumenten

Patiëntregistratie. 9.1 Inleiding. 9.2 Variabelen en meetinstrumenten 9 Patiëntregistratie 9.1 Inleiding 81 In dit hoofdstuk wordt de patiëntregistratie beschreven. De patiëntregistratie is een van de zes gegevensverzamelingsmodules van de Tweede Nationale Studie. Het doel

Nadere informatie

Ouders op de arbeidsmarkt

Ouders op de arbeidsmarkt Ouders op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Johan van der Valk De bruto arbeidsparticipatie van alleenstaande s is sinds 1996 sterk toegenomen. Wel is de arbeidsparticipatie van paren nog steeds een stuk

Nadere informatie

BIJLAGE. bij Uitvoeringsverordening (EU).../... van de Commissie

BIJLAGE. bij Uitvoeringsverordening (EU).../... van de Commissie EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.5.2017 C(2017) 3397 final ANNEX 1 BIJLAGE bij Uitvoeringsverordening (EU).../... van de Commissie tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 763/2008 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Microdataservices. Bronvermelding

Microdataservices. Bronvermelding Documentatie Burgerlijke staat van in de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA) opgenomen personen niet-gecoördineerd (VRLGBABURGERLIJKESTAATBUS) Datum:16 november 2017 Bronvermelding

Nadere informatie

Muziek telt! Onderzoek naar behoefte en imago van muziekonderwijs bij Nederlandse publiek (18 jaar en ouder). Joep Wils.

Muziek telt! Onderzoek naar behoefte en imago van muziekonderwijs bij Nederlandse publiek (18 jaar en ouder). Joep Wils. Grote Bickersstraat 7 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 020 522 59 99 fax 020 22 15 44 e-mail info@veldkamp.net www.veldkamp.net Muziek telt! Onderzoek naar behoefte en imago van muziekonderwijs

Nadere informatie

ONDERZOEKSVERANTWOORDING VAN HET ONDERZOEK OBSERVEREN BUREN VAN PRIJSWINNAARS IN DE POSTCODELOTERIJ

ONDERZOEKSVERANTWOORDING VAN HET ONDERZOEK OBSERVEREN BUREN VAN PRIJSWINNAARS IN DE POSTCODELOTERIJ VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEKSVERANTWOORDING VAN HET ONDERZOEK OBSERVEREN BUREN VAN PRIJSWINNAARS IN DE POSTCODELOTERIJ 2003-2006 In opdracht van: Rijksuniversiteit van Groningen Dongen,

Nadere informatie

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016 Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch Nulmeting 2016 Afdeling Onderzoek & Statistiek Juli 2016 Samenvatting De gemeente s-hertogenbosch vindt het belangrijk om de ervaringen van cliënten met Wmoondersteuning

Nadere informatie

Documentatierapport Personen met een Algemene

Documentatierapport Personen met een Algemene Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor Beleidsstatistiek Documentatierapport Personen met een Algemene Ouderdomswet uitkering (AOWPERSOONBUS) Datum: 1 april 2014 Bronvermelding Publicatie van

Nadere informatie