8 Plan van Aanpak (PvA) opstellen

Transcriptie

1 Je hebt tijdens je technasiumloopbaan vast al een aantal malen een Plan van Aanpak (PvA) voor een opdracht gemaakt. Als jullie zelf deze opdracht hebben gevonden of verzonnen, dan is dit project geheel nieuw en kunnen dus maar weinig mensen de valkuilen die er misschien inzitten van tevoren goed inschatten. Dat moeten jullie dus ook zelf doen. Voor dit PvA ga je een eigen invulformulier maken, met de details van jullie project zoals jullie die definiëren. Laat je ervaring en je vermogen om problemen te voorzien leidraad zijn bij het zelf opstellen van je PvA en maak de planning compleet. Gebruik je voorwerk. Onderdelen die je al ter beschikking staan: Heeft deze opdracht karakteristieken van een eerder project? Zo ja, neem dan dat PvA en je verslagen erbij. De informatie die je van je opdrachtgever hebt gekregen. De probleemstelling van je opdracht. De stappenplanning van de opdracht (zie eerder 7, hoofdstuk 8). Pas op! PvA voor ONDERZOEK Opzet van het onderzoek nauwkeurig in PvA omschrijven. Daarvoor is een vooronderzoek noodzakelijk. Dat is dus nog niet het onderzoek van je onderzoeksproject. Dat doe je daarna. PvA voor ONTWERP Tijd inruimen voor inventariseren van wat er in het PvE moet worden opgenomen. Dit is een onderzoek, maar dat maakt je opdracht nog geen onderzoeksopdracht. Bij het maken van je PvA geef je aandacht aan de volgende elementen: Welke taken/werkzaamheden gaan jullie uitvoeren om dit project tot een goed einde te brengen? Schrijf ze allemaal op in logische onderdelen, die je ook allemaal benoemt. Bijvoorbeeld: Vooronderzoek Programma van Eisen Ontwerpfase Iteratie 1 Iteratie 2 Eindevaluatie Hoeveel fases/stappen kent jullie PvA? Benoem ze allemaal en zet ze in de (voorlopige) volgorde waarin jullie ze gaan uitvoeren. Reken erop dat er nog het een en ander in de planning zal schuiven, dus werk in eerste instantie met bijvoorbeeld post-it-papiertjes. Wat is de informatie die je over elke stap kunt vinden (zie de bronnenlijst in 7 hoofdstuk 9)? Bepaal wanneer je die informatie gaat bestuderen en plan die fases ook in tussen of voor bovengenoemde stappen. Verdeel de taken: wie doet wat? Maak daar concrete afspraken over (X doet A en is daarmee op moment Q klaar) en zet die afspraken in jullie planning. 1

2 Maak een schema waarin je de weeknummers voor de duur van je project zet en zet daar de (voorlopige) planning in: Plan de teambijeenkomsten in waarin jullie elkaar verslag doen en de vragen die in je logboek staan gezamenlijk naloopt. Plan je pitstopgesprekken* met de docent in overleg met die docent. Maak daarvoor een aparte planning (zie hierna) en zet ze ook in het overzicht van je PvA. Welke materialen heb je nodig voor je projectopdracht? Plan het aanvragen van die materialen op tijd. Houd de grenzen van je project goed in de gaten: wat gaan we niet doen? Dit in het oog houden blijkt een cruciaal aspect van een succesvol project te zijn. Wanneer spreken jullie de opdrachtgever en de expert? Zet die data in jullie planning. Wanneer willen jullie wat afgerond hebben? Plaats de data of weeknummers erbij. Stel vast wat de kritieke momenten in je planning zijn. Met sommige delen van de opdracht is wel in de tijd te schuiven, met andere totaal niet. Geef die kritieke momenten een kleurtje of maak ze op een andere manier opvallend. Maak er uiteindelijk een overzichtelijk geheel van, zodat ook de O&O-docent er wijs uit kan worden. Over projectadministratie en planningsgereedschap vind je ook informatie in 10 (fase 3), waaronder een paar namen van software waar je misschien gebruik van wilt maken. *) Pitstopgesprekken zijn regelmatige overlegmomenten met je O&O-docent waarin jullie de problemen en de vorderingen bespreken. Dit is het moment om vragen te stellen en bestellijstjes in te leveren. Als je O&O-docent akkoord gaat met jullie vorderingen en plannen, krijgen jullie groen licht en kan je verder gaan. Je krijgt pas groen licht als je begeleider vertrouwen heeft in je werkplanning en komende handelingen en een overzicht heeft van wat jullie gaan doen in de komende week/weken. Als je geen groen licht krijgt, moet je de planning aanpassen om te zorgen dat je in de volgende pitstop wel groen licht krijgt. In het schema op de volgende pagina benoem je alles wat je moet doen om een goed project af te ronden. Laat je daarbij adviseren door de begeleiders. Plaats rechts een inschatting van de tijd die je daarvoor nodig hebt. TECHNASIUM FASE 2 BEGELEIDING EN PLAN VAN AANPAK (PvA)

3 Opdracht Wat moeten we in ieder geval doen? Hoeveel tijd? 3

4 Opdracht Maak een schema waarin je de genoemde taken en de taakverdeling indeelt: Weeknummer Hoeveel tijd beschikbaar? Wat moet er gebeuren? Wie doet het? Voor alle teamleden geldt: zet de tijd die je voor je wekelijkse projecttaken, voor het teamoverleg en de pitstopgesprekken nodig hebt in je agenda op bezet. En als het even kan, plan je te ruim, zodat je onverwachte gebeurtenissen makkelijk kunt opvangen. TECHNASIUM FASE 2 BEGELEIDING EN PLAN VAN AANPAK (PvA)

5 Opdracht Pitstopgesprekken - invulformulier Wk nr Afspraken WAT moet er gebeuren? Deadline Afspraken WIE gaat dit doen? OK docent 5

6 Plaats ook regelmatig teamoverleg in de planning waarin je de volgende vragen stelt: Voortgang: zitten we nog binnen de tijd? Zijn de dingen die we op dit moment AF hadden willen hebben ook daadwerkelijk af? Koersbewaking: zijn we bezig het juiste probleem op te lossen? Risicomanagement: wat kan er deze week/maand anders gaan dan we verwachten en wat gaan we doen als dat gebeurt? Hebben we een plan B? Kwaliteitsbewaking: is de kwaliteitsverwachting die we hebben geformuleerd nog steeds haalbaar en doen we daarvoor de goede dingen? Taakverdeling: wie doet wat, klopt dat en is er nog steeds een goede balans? Teamontwikkelplan: valt er voortgang te rapporteren op ons ontwikkelpunt? Blinde vlek spotten: hebben we alle aspecten goed in beeld? Hoe komen we daarachter? Tip: vraag ernaar bij de driehoek of begeleiders. Verslagen: voor opdrachtgever, reflectieverslagen, portfolio (foto s maken!), zijn we goed bezig? Als er bij één of meer van de vragen een nee klinkt, geef dan antwoord op de vraag: Hoe sturen we hierin bij? De vorm van de tabel op pagina 4 is een voorbeeld. Een ander schema zie je op pagina 5, voor de pitstopgesprekken. Maak iets dat jullie allemaal goed inzicht geeft in wat er wanneer moet gebeuren en wie waarvoor verantwoordelijk is. Steen 8 is afgerond! Daarmee is 8, de laatste van fase 2, afgerond. Groen licht Ook nu moet je weer eerst groen licht halen bij je docent, voordat je verdergaat met een volgende. Handtekening O&O-docent: TECHNASIUM FASE 2 BEGELEIDING EN PLAN VAN AANPAK (PvA)

7 Post Script bij 8 (meesterproef) Klassikale presentatie PvA In het laatste jaar van het technasium is iedereen bijzonder hard aan het werk en ligt voor jou de focus binnen O&O vanzelfsprekend op de eigen meesterproef. Het is dan ook een jaar waarin je medeleerlingen buiten het eigen team weinig spreekt tijdens O&O. Daarom doen we de suggestie om op het moment dat alle teams het PvA klaar hebben, een formele klassikale presentatie in te bouwen. Elk team geeft in het kort een toelichting op de eigen probleemstelling en op de manieren waarop de oplossingen gezocht gaan worden. Bespreek met je O&O-docent of jullie dat ook gaan doen. Misschien dat je denkt: Zucht, nog meer werk. Het is je goed recht om dat te denken. Aan de andere kant, als je pas aan het einde van het jaar te horen krijgt dat een paar mede-eindexamenkandidaten bezig zijn geweest met een uitzonderlijk interessante meesterproef, waar ook jij best zo nu en dan even over had willen sparren, dan snap je dat een uitwisseling direct na het opstellen van het PvA een goed plan kan zijn. Wie weet wijst hun meesterproef ook wel naar een goede studierichting voor jou. Bovendien: medeleerlingen zullen vragen stellen en suggesties doen. En omdat iedereen evenveel tijd aan O&O heeft besteed, kan dat een waardevolle bijdrage leveren aan het scherpstellen van jullie eigen Plan van Aanpak. Kijk naar 15 die over de eindpresentatie gaat en kies een methode die geschikt lijkt om jullie PvA op een goede manier voor het voetlicht te brengen. Bespreek met je docent wat de begrenzingen zijn in tijd en in andere aspecten van deze presentatie. 7